7 minute read

De comeback van de reuzenpanda

Tekst: Jaap Backx, beeld: WWF, Christiaan van der Hoeven

In China’s onherbergzame bamboebossen leven de laatste groepen wilde reuzenpanda’s. Ooit bijna uitgestorven, nu op de weg terug. Hoe tientallen jaren natuurbescherming ons wit-zwarte icoon een toekomst gaf.

Rivier

Een reis naar pandagebied begint in Xi’an. Nadat de verstikkende smog van de miljoenenstad achter je is blijven hangen, volgt een rit langs monotone vlaktes en eindeloze zonnepaneelweides. Uiteindelijk verschijnen in de verte de eerste bergtoppen, met een tunnel als portaal naar een ander China. ‘Na die tunnel is de lucht fris en de wereld groen’, zegt Christiaan van der Hoeven, pandaexpert van WWF. ‘In diepe valleien kachelen rivieren en op de steile hellingen gaan loofbossen over in naaldbossen.

Het voelt bijna Europees, maar dan met overal bamboe –het enige voedsel van de reuzenpanda. Er leven kleurrijke fazanten, sneeuwluipaarden, apen en een bizarre kruising tussen een geit en een koe. Een uniek landschap.’ Toch is er amper natuurtoerisme in de gebieden.

‘Chinezen uit de steden komen er wel, maar blijven in dorpen of hotels bij de ingang van een park. Ze lopen het pad op, maken een selfie bij een tempel en keren weer om. Diep de natuur ingaan is ongebruikelijk. Voor de panda is dat trouwens prima, die houdt niet zo van mensen.’

Bijna onzichtbaar

Een reuzenpanda in het wild spotten is bijna onmogelijk.

‘Ik ben pas één keer iemand tegengekomen die er ook eentje heeft gezien’, zegt Van der Hoeven. ‘Maar het wordt je ook niet makkelijk gemaakt. Na lang aandringen mocht ik tijdens het paarseizoen drie dagen de natuur in. Op een bergkam, met links en rechts afgronden, hoorde ik vreemde geluiden die door het bos echoden. Daarna zag ik ze: pandamannetjes die onder de bomen vochten om een vrouwtje.’

Ook de mensen die in de natuurparken leven en werken, zien ze bijna nooit. Li Xinrui groeide op in Pingwu, waar de grootste populatie wilde reuzenpanda’s leeft. Als jongen wist hij nauwelijks iets van de dieren, totdat een professor op school kwam vertellen over het pandabeschermingsprogramma. ‘Toen pas besefte ik dat ze in de bergen achter mijn dorp leefden. Die ervaring plantte een zaadje in mijn hart.’ Xinrui werd boswachter in het leefgebied van de reuzenpanda. Toch duurde het jaren voordat hij er eentje in het wild zou zien. ‘Tijdens een patrouille zag ik iets tussen de bomen bewegen. Een groot dier kwam van de berg af, liep even langs de weg en verdween aan de andere kant. Pas na een paar minuten drong het tot me door: dit was écht een panda.’

Li Xinrui
© WWF, Christiaan van der Hoeven

Versnipperd leefgebied

Ooit kwamen reuzenpanda’s voor in grote delen van Zuid-China, Noord-Vietnam en Noord-Myanmar, maar door de oprukkende mens versplinterde hun leefgebied. Tegenwoordig vind je ze alleen in de ontoegankelijke bamboebossen van de provincies Shaanxi, Sichuan en Gansu.

Op het dieptepunt, eind jaren 80, werden er iets meer dan duizend reuzenpanda’s in het wild geteld en was de diersoort officieel bedreigd. Maar tientallen jaren bescherming vanuit WWF en de Chinese overheid had succes: met 1864 wilde exemplaren (telling 2013) stelde de International Union for the Conservation of Nature (IUCN) de status bij van ‘bedreigd’ naar ‘kwetsbaar’. Een belangrijk element van het pandareddingsplan is het samenvoegen van versnipperde natuur.

‘Vroeger had elke gemeente z’n eigen mini-reservaat’, legt Christiaan van der Hoeven uit. ‘Daartussen werden vaak wegen, mijnen en spoorlijnen gebouwd. Het gevolg: geïsoleerde panda’s die dreigden uit te sterven door gebrek aan voedsel en partners.’ Op advies van WWF werden corridors met bamboe geplant. ‘Door losse natuurstukken te verbinden, kunnen dieren veilig heen en weer tussen de gebieden en meer voedsel en partners vinden. Ook zijn er ecoducten gebouwd zodat panda’s veilig een weg of spoorlijn kunnen oversteken.’

Panda vastgelegd door een wildcamera
© WWF, Christiaan van der Hoeven
Checken van de widcamera
© WWF, Christiaan van der Hoeven
Chinese bosgems
Blauwschaap
© WWF, Christiaan van der Hoeven

Minder boskap

In 2021 werd het Giant Panda National Park in Sichuan geopend, dat het aaneengesloten pandaleefgebied bijna verdubbelde naar een oppervlakte van ongeveer de helft van Nederland. Tweehonderd kilometer verderop ligt nog een kleiner beschermd gebied. Ondanks de voordelen van het Giant Panda National Park was Van der Hoeven aanvankelijk wat huiverig. ‘Bij grote projecten kan de Chinese overheid nogal rigoureus te werk gaan. Wat zou er gebeuren met de mensen uit de Yi-gemeenschap, die in die gebieden wonen? Zouden zij eruit worden gezet?

Gelukkig vroeg de regering WWF om advies over hoe je beleid ontwikkelt dat werkt voor natuur en mensen.’ Veel mensen binnen de Yi-gemeenschap leven van kleinschalige landbouw. Dat gaat prima samen met natuurbehoud, alleen kappen ze bossen voor hout om te koken en hun huizen te verwarmen. ‘Om dat tegen te gaan, hebben we vanuit WWF geïnvesteerd in energiezuinige fornuizen en biogasinstallaties voor de bevolking, waardoor er veel minder hout nodig is. Ook voorkomt het de uitstoot van bijna een miljoen ton CO2.’ Dat laatste is positief voor een andere bedreiging voor de panda: de klimaatcrisis. ‘Bamboe groeit alleen onder bepaalde weersomstandigheden, en die veranderen door klimaatverandering. Door de opwarming van de aarde verschuift de boomgrens en kan vee hoger de bergen in grazen. Daardoor verdwijnt de bamboe en dat is funest voor panda’s. WWF werkt daarom met de Chinese overheid aan verduurzaming. Met de toenemende gevolgen van klimaatverandering is dat hard nodig.’

Gouden stompneusaap
© WWF, Christiaan van der Hoeven

Succesverhaal

Ondanks de klimaatdreiging is de reuzenpanda niet meer acuut in gevaar. Naast de ruim 1800 wilde dieren is er een fokprogramma met 700 panda’s in gevangenschap. ‘Als er iets misgaat, zijn die er nog’, zegt Van der Hoeven. ‘In China is de panda een nationale schat en ze gaan het echt niet laten gebeuren dat hij uitsterft.’

Is het dan nog nodig dat WWF bijdraagt aan de bescherming van het dier dat sinds de jaren 60 het symbool is van de organisatie? De komende jaren wel, denkt Van der Hoeven. ‘De rol van WWF verschuift wel nog meer van uitvoerder naar adviseur. Onze kracht is dat we onze internationale kennis delen met een gesloten land als China. Bijvoorbeeld over hoe je wetenschappelijk goed telt hoeveel panda’s er zijn. En hoe je een beschermd natuurgebied opzet en onderhoudt. Daardoor hoeft China het wiel niet zelf uit te vinden.’ Als alles goed blijft gaan, denkt Van der Hoeven dat WWF zich over vijf tot tien jaar kan terugtrekken uit het pandaprogramma. ‘Dan worden we op afroep beschikbaar voor advies. Zo’n succes is zeldzaam in natuurbescherming. Het symboliseert dat je met een lange adem veel kunt bereiken.’

Rivier

Ook als het WWF minder actief wordt in China, dan zullen boswachters als Li Xinrui de panda’s en hun leefgebied blijven beschermen. ‘Het is de basis van ons bestaan’, zegt hij. ‘Mensen willen naar Mars en de diepe ruimte. Maar we leven hier, op aarde. Onze planeet is de basis van ons leven. Het beschermen van de natuur is van levensbelang.’

Boswachters
© WWF, Christiaan van der Hoeven
This article is from: