Postille 61 (2009-2010)

Page 12

9130_Postille 61

11-09-2009

10:26

Pagina 14

gekregen, waar vooral Hendrik Kraemer in de prediking de vragen van de roeping van de kerk in de wereld zag samenkomen.4 Let wel: de roeping van de kerk in de wereld. Dit theologisch spreken kon geruime tijd inspireren, maar had rond 1970 toch wel een verzadigingspunt bereikt, en we beseffen misschien nu pas beter waarom dat zo was. Ik concentreer me eerst op de problemen die het begrip ‘wereld’ met zich meebrengt, maar die problemen slaan vanzelfsprekend terug op de eenduidigheid van die andere substantieven ‘roeping’ en ‘kerk’, waarop ik daarna zal ingaan. Schleiermacher verzucht, dat hij het liefst van het gebruik van de categorie ‘wereld’ helemaal zou afzien, maar dat historisch besef, en dus respect voor de overgeleverde kerkelijke taal, die nu eenmaal een tegenstelling tussen kerk en wereld scherp aanzet en dus de ‘wereld’ van heel specifieke eigenschappen voorziet, hem dat onmogelijk maakt.5 Zolang wij als predikers de Schriften uitleggen (vooral de nieuwtestamentische), waarin deze woorden zich aandienen, zal deze aarzeling wel haar geldigheid moeten blijven behouden. Maar het is waar: ‘wereld’ is een hoogst gecompliceerd begrip, dat uit vele lagen bestaat.6 De Hebreeuwse bijbel kent het nauwelijks. Deze differentieert tussen ‘Israël en de volkeren’, waar in de hellenistische cultuur van ‘mensheid’, en tussen ‘hemel en aarde’, waar later van het al, de kosmos of de cola¯m / de aioon / het saeculum zal worden gesproken. In de geschriften van de apostelen komen de latere termen veelvuldig voor, terwijl de vroegere differentiatie vaak moet worden meebedacht. Dat is al lastig. En dan kennen de begrippen ook nog eens een grote bandbreedte in de waardering voor dit quasi-totale fenomeen. Wanneer in het onderricht over de gelijkenis van het onkruid de akker de wereld is, waarin het goede zaad, het Woord, de kinderen Gods, worden gezaaid, dan is de kosmos dus een klankbodem voor het Woord, de grond voor een vruchtbare ontvangst (Matt. 13:38). Evenzo functioneert het johanneïsche ‘Op deze wijze heeft God de kosmos liefgehad dat Hij de Zoon, de eengeborene, gaf’ (Joh. 3:16). Maar elders treedt de afgrenzing veel meer aan het licht. Het koningschap van de gezondene is in de kosmos, niet uit de kosmos, want volgt een heel ander patroon (Joh. 18:36). En misschien wel het scherpst aan het slot van de eerste brief van Johannes: ‘Geheel de kosmos ligt in den boze’ (1 Joh. 5:19), is een bezeten wereld, een door kwade machten bezette wereld, en dus ligt de enige ontsnapping in ‘de overwinning, die de kosmos overwint, in jullie pistis, je geloofsvertrouwen’ (1 Joh. 5:4). Geen overwinning à la Caesar, maar juist een grensoverschrijding aan alle caesarisme voorbij. En dit is geen specialiteit van bepaalde gemeenten rond het corpus johanneum, met hun soms welhaast sektarische trek-

4. Zie J.D.Th. Wassenaar, ‘Zestig jaar Postille’, in: Postille 60, 16-22. 5. Zie Fr.D.E. Schleiermacher, Der christliche Glaube (1821/221), § 34.3, in: Kritische Gesamtausgabe, I. Abt., Band 7,1, hrsg. von Hermann Peiter, Berlin/New York 1980, 120. 6. Zie voor het nu volgende L.A. Hoedemaker, ‘Die Welt als theologisches Problem. Kritischer Rückblick auf die niederländische Theologie des Apostolats’, in: Zeitschrift für dialektische Theologie 20 (2004) nr. 1, 9-20. Dit artikel heeft mij zeer geïnspireerd, al doe ik het mijne met de uitkomsten ervan.

14


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.