Technologisch jaarverslag 2015
Technologisch jaarverslag 2015
Technologisch jaarverslag 2015
INHOUDSOPGAVE Technologisch jaarverslag 2015 ................................................................................................................................. 5 Waterschapsbedrijf Limburg ....................................................................................................................................... 7 In het kort .................................................................................................................................................................. 7 Biologische zuivering ............................................................................................................................................. 7 Zuiveringsslib ........................................................................................................................................................ 7 Onze rioolwaterzuiveringsinstallaties .......................................................................................................................... 9 Sluiting rwzi Heerlen: van 18 naar 17 rwzi’s .............................................................................................................. Afvalwater zuiveren ................................................................................................................................................. 17 Normen voor gezuiverd afvalwater ........................................................................................................................ 17 Slib verwerken ......................................................................................................................................................... 23 Ontwateren van zuiveringsslib, hoe werkt dat? ....................................................................................................... 23 Zuiveringsslib nuttig hergebruikt ........................................................................................................................... 24 Verwerking zuiveringsslib in de toekomst .............................................................................................................. 24 Energie .................................................................................................................................................................... 25 Waterschapsbedrijf Limburg werkt steeds energie-efficiënter ................................................................................. 25 Soorten energieverbruik ....................................................................................................................................... 25 Energie besparen in de zomermaanden ................................................................................................................. 27 Chemicaliën ............................................................................................................................................................ 29 Grondwatermonitoringsysteem ................................................................................................................................. 31 Kwaliteit Arbo Milieu ................................................................................................................................................ 33 Innovatieve ontwikkelingen ...................................................................................................................................... 35 Chemicaliënverbruik Thermische Drukhydrolyse .................................................................................................... 35 Aanbesteding voor ontwerp en bouw eerste Verdygo-installaties ............................................................................ 35 Virtuele computermodellen ondersteunen verbetertrajecten ................................................................................... 36 Studie naar duurzame oplossing drijflagen ............................................................................................................ 36 Onderzoek naar verwijdering geneesmiddelen ....................................................................................................... 36 Chemicaliënbesparing door real time control ......................................................................................................... 37
Technologisch jaarverslag 2015
4
TECHNOLOGISCH JAARVERSLAG 2015 Procesvoering optimaliseren In technologisch opzicht was 2015 een goed jaar voor Waterschapsbedrijf Limburg. We hebben de normen op het gebied van afvalwater zuiveren ruimschoots gehaald. Ook zijn we verder gegaan met de voorbereidingen die nodig zijn om te voldoen aan de strengere lozingsnormen voor stikstof en fosfaat conform de Kaderrichtlijn Water. Dit houdt in dat op een aantal rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s) aanpassingen zijn doorgevoerd, uitgaande van de individuele normen per rwzi die gelden per 1 januari 2016. In het licht van de aangescherpte zuiveringsnormen, en voor een duurzame en efficiënte inrichting van onze installaties, hebben we veel aandacht besteed aan de optimalisering van onze procesvoering. Onze Centrale Regelkamer in Roermond geldt hierbij als het hart van de procesvoering, het centrale punt waar onze operators het grootste deel van de zuiveringsinstallaties, gemalen en bergbezinkbassins in Limburg aansturen. Tevens hét middel om steeds beter, duurzamer en kosten-efficiënter te kunnen zuiveren. In 2015 lag de focus op de verdere inbedding van de centrale aansturing van onze processen en het optimaliseren van de bedrijfsvoering daaromheen. Het streven is om met een volledige centrale bediening en een optimale werkwijze kostenbesparingen te realiseren en de samenwerking met ketenpartners verder te optimaliseren. Dit verslag geeft de belangrijkste resultaten weer van het jaar 2015. Voor meer gedetailleerde gegevens (zoals de printversie van het jaarverslag, tabellen en het overzicht van de voorzieningen) verwijzen wij u naar onze website, www.wbl.nl/jaarverslagen.
5
6
WATERSCHAPSBEDRIJF LIMBURG IN HET KORT Werken aan schoon water in Limburg Het Waterschapsbedrijf Limburg (afgekort WBL) is een samenwerkingsverband van de Limburgse waterschappen Peel en Maasvallei en Roer en Overmaas. Het Waterschapsbedrijf Limburg zorgt voor het transporteren en zuiveren van het afvalwater van de hele provincie Limburg en het milieu-hygiënisch verwerken van het hierbij vrijkomende zuiveringsslib. Het afvalwater is afkomstig van Limburgse huishoudens en bedrijven die zijn aangesloten op het rioolstelsel. Daarnaast komt ook een deel van het regenwater in het riool terecht. Om het afvalwater te kunnen zuiveren, transporteren we het naar een van de 17 rioolwaterzuiveringsinstallaties (afgekort rwzi's) in Limburg. Jaarlijks wordt zo ongeveer 150 miljoen m³ afvalwater aangevoerd via het rioolstelsel. Dat is qua inhoud vergelijkbaar met 4 miljoen tankauto's.
Biologische zuivering In de rwzi's wordt het afvalwater (eventueel gemengd met regenwater) biologisch gezuiverd. Dit gebeurt met microorganismen die de afvalstoffen als voedsel gebruiken. Op deze manier wordt ook een groot deel van de fosfaat- en stikstofverbindingen verwijderd. Na het zuiveringsproces wordt het gezuiverde water gescheiden van de 'volgegeten' bacteriën. Het gezuiverde water gaat vervolgens terug de natuur in, naar het oppervlaktewater zoals de Maas of een beek.
Zuiveringsslib Bij biologische zuivering ontstaat naast gezuiverd water ook een restproduct: zuiveringsslib. Dit wordt in zeefbandpersen en centrifuges ontwaterd. De helft van het ontwaterde slib wordt vervolgens in de slibdrooginstallatie in Susteren gedroogd tot korrels (granulaat). Deze korrels worden door het maalbedrijf Biomill BV fijngemalen en nuttig hergebruikt als brandstof voor de cementindustrie. De andere helft van het ontwaterde slib wordt verwerkt door Slibverwerking Noord-Brabant (SNB).
Cijfers 2015 Waterschapsbedrijf Limburg • • • • • • • • •
Aantal medewerkers: ruim 150 Totale hoeveelheid afvalwater gezuiverd door alle Limburgse zuiveringsinstallaties samen: 150 miljoen m³ Aantal huishoudens dat afvalwater loost op het riool: 493.000 Aantal bedrijven dat afvalwater loost op het riool: 30.000 Aantal zuiveringsinstallaties: 17 Aantal slibdrooginstallaties: 1 Lengte aan transportriool: 501 km Totale hoeveelheid ontwaterd zuiveringsslib: ± 100.000 ton Aantal pompgemalen: 144
7
8
ONZE RIOOLWATERZUIVERINGSINSTALLATIES Soorten en maten Limburg heeft rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi's) in vele soorten en maten. Grote, zoals in Venlo, Susteren en Hoensbroek, maar ook kleinere, zoals die in Meijel en Simpelveld. Ook wat betreft techniek verschillen de rwzi's van elkaar. Dit komt omdat ze in verschillende periodes zijn gebouwd, op basis van de toen geldende inzichten en de toen geldende stand van de techniek. In de loop der jaren zijn sommige installaties verbouwd om te blijven voldoen aan de geldende wet- en regelgeving. In de toekomst zullen de rwzi’s steeds onderhevig zijn aan aanpassingen vanwege de strengere eisen die gesteld worden aan de kwaliteit van het oppervlaktewater. Ook nieuwe eisen zullen in de toekomst aanpassingen vragen van onze rwzi’s. Denk aan eisen met betrekking tot het verwijderen van bijvoorbeeld medicijnresten.
Sluiting rwzi Heerlen: van 18 naar 17 rwzi’s De rwzi Heerlen is dicht. Op 10 juni 2015 is het terrein van de rwzi Heerlen gesloten en veiliggesteld. De installatie dateert uit het begin van de jaren 60 van de vorige eeuw en is na meer dan 50 jaar trouwe dienst niet meer ‘state of the art’. Grote investeringen zouden nodig zijn om de installatie te moderniseren. Daar komt bij dat de rwzi midden in ‘Ter Worm’ ligt, een natuurgebied in wording. Daarom is besloten de rwzi Heerlen te sluiten. Het afvalwater dat hier werd verwerkt, gaat nu naar de rwzi Hoensbroek. Daarmee zal de Hoensbroekse installatie nu tot 1.200 m³ per uur extra water gaan verwerken. Waterschapsbedrijf Limburg heeft nu dus nog 17 rwzi’s in bedrijf. Op het voormalige terrein van de rwzi Heerlen wordt door de gemeente Heerlen een regenwaterbuffer gebouwd. Hierbij wordt ook een gedeelte van het water van Waterschapsbedrijf Limburg gebufferd. Op deze manier zijn extra kosten voor de transportleiding en uitbreiding van de rwzi Hoensbroek vermeden en zijn de totale maatschappelijke kosten het laagste bij een gelijk zuiveringsresultaat.
9
Figuur 1 Soorten en maten, dit is een overzicht van alle rioolwaterzuiveringsinstallaties in Limburg. Hoe groter de cirkel, hoe meer kubieke meters vervuild water de desbetreffende installatie krijgt aangevoerd. De drie grootste rwzi's zijn Venlo, Susteren en Hoensbroek. Samen zuiveren zij bijna de helft van al het Limburgse afvalwater.
Gennep car-vb
Venray lb+vb
N++
P++
Venlo car-vb
N+
N++
P+
Meijel ulb-vb
Roermond Weert as+vb
lb+vb N+
N+
P+
P+
Panheel as+vb
Susteren ulb+vb
N+
N++
P+
P++
DR
Stein as+vb
Hoensbroek car-vb
N+
P+
Rimburg Maastricht-Bosscherveld ulb-vb
N+
N++
P+
car-vb
Heerlen P++
ob+as
Kerkrade
Wijlre as+vb
Maastricht-Heugem car-vb
car-vb
N+
N++
as+vb
Actief slibsysteem met voorbezinking
lb+vb
Laagbelast slibsysteem met voorbezinking
ulb+/-vb Ultralaagbelast systeem met/zonder voorbezinking car-vb
Carrousel-installatie zonder voorbezinking
ob+as
Simpelveld ob+as
Maastricht-Limmel lb+vb
P++
Legenda
P+
P++
10
N+
Hoge bijdrage aan gebiedsreductie stikstof
N++
Individuele doelstelling stikstofreductie
P+
Hoge bijdrage aan gebiedsreductie fosfaat
P++
Individuele doelstelling fosfaatreductie
DR
Slibdrooginstallaties
Rioolwaterzuiveringsinstallaties voorbereiden op de nieuwe normen We voeren gefaseerd verbeteringen door aan onze rioolwaterinstallaties om te zorgen dat de kwaliteit van het gezuiverde afvalwater (effluent) uiterlijk in 2027 voldoet aan de kwaliteitsdoelstellingen die zijn gebaseerd op de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Hierbij hanteren we de individuele normen per rwzi uit het Limburgs effluentbeleid, gebaseerd op de KRW. Ook in 2015 hebben we op een aantal rwzi’s weer aanpassingen doorgevoerd om deze installaties te laten voldoen aan de aangescherpte lozingsnormen voor stikstof en fosfaat. Rioolwaterzuiveringsinstallaties Meijel, Gennep en Hoensbroek In het laatste kwartaal van 2015 zijn in Meijel, Gennep en Hoensbroek verschillende maatregelen genomen om deze installaties voor te bereiden op de strengere individuele lozingsnormen die voor deze installaties gelden vanaf 1 januari 2016. Het ging hierbij onder andere om het plaatsten van online meetapparatuur en het optimaliseren van de regeling. Bovendien zijn we, als voorbereiding op het behalen van de aangescherpte fosfaatnorm, gestart met het doseren van ijzerzouten (ijzerchloridesulfaat). Centrale Regelkamer Daarnaast speelt onze Centrale Regelkamer (CRK) in Roermond een belangrijke rol bij het behalen van de aangescherpte lozingsnormen uit het Limburgs effluentbeleid. De CRK is het centrale punt waar onze operators het grootste deel van de zuiveringsinstallaties, gemalen en bergbezinkbassins in Limburg aansturen. In 2015 is veel aandacht besteed aan de verdere inbedding van de centrale aansturing van onze processen en het optimaliseren van de bedrijfsvoering daaromheen. De centrale aansturing stelt ons in staat om de prestaties van onze installaties te verbeteren door korter op de bal te spelen, bijvoorbeeld door sneller in te grijpen bij afwijkingen in de processen. Ook vergroot de CRK de mogelijkheden om onze informatie slimmer te benutten door het combineren van data. Besturingssysteem > CRK Op twee rwzi’s - Rimburg en Wijlre – zijn in 2015 maatregelen genomen ten behoeve van de aansluiting op PCS7, het geïntegreerde besturingssysteem waarmee de rwzi’s op afstand bestuurd worden. Dit gebeurt in het kader van het project WAUTER (WaterAUtomatisERing). Alle 17 rwzi’s nu zijn aangesloten. ATEX-veiligheid In 2015 zijn we verder gegaan met het optimaliseren van de ATEX-veiligheid (explosieveiligheid) van onze biogasinstallaties. Onvolkomenheden die in 2014 bij technische inventarisaties zijn opgespoord werden f d kt H t j tl td i 2016
11
Figuur 2 Vuilvracht, dit is een overzicht van alle rioolwaterzuiveringsinstallaties in Limburg. Hoe groter de cirkel, hoe groter de vuilvracht (TZV-i.e. 150) die de desbetreffende installatie krijgt aangevoerd. Vuilvracht staat voor de hoeveelheid vervuiling in het water.
Gennep (2,54) 44.668 ▼▼ 0,83
Venray (3,40) 60.579 ▼ 1,09
Venlo (17,28) 305.858 ▲▲1,23 Meijel (0,49) 8.738 ● 0,75 Roermond (15,14)
Weert (7,57)
269.516 ▲▲ 1,64
132.001 ● 1,41 Panheel (2,02) 35.580 ● 1,44
Susteren (12,40) 220.830 ▼▼ 0,92 Stein (1,89) 33.385 ▼ 1,15 Hoensbroek (10,62) 189.859 ▼ 0,81 Rimburg (2,99) Heerlen (1,45)
53.205 ▲▲ 0,78
25.786 ▼▼ 0,40
Kerkrade (3,93)
Maastricht-Bosscherveld (4,66) 83.012 ▼ 0,83 Maastricht-Limmel (7,29) 129.342 ● 1,10
70.067 ▲▲ 0,97
Wijlre (3,37) 60.080 ▲▲ 1,32
Maastricht-Heugem (2,24)
Simpelveld (0,72) 12.828 ▲▲ 0,81
39.866 ▼▼ 0,65
12
Legenda ▼ = meer dan -5% afwijking ▼▼ = meer dan -10% afwijking ▼▼ = meer dan -15 % afwijking ▲ = meer dan +5 % afwijking ▲▲ = meer dan +10 % afwijking ▲▲ = meer dan +15 % afwijking ● = afwijking binnen +/- 5%
Toelichting op figuur 2 De vuilvracht waarmee een rwzi belast wordt, wordt bepaald uit de hoeveelheid chemisch zuurstofverbruik (CZV) en Kjeldahl-stikstof (Kj-N) in de waterstromen. Het resultaat van de berekening wordt uitgedrukt in TZV-i.e. (TotaalZuurstofVerbruik per inwoner equivalent). Bij elke rwzi worden drie getallen weergegeven en symbolen (de driehoekjes): • Het getal tussen haakjes geeft de verhouding weer tussen de vuilvracht van de rwzi’s onderling (alle installaties samen = 100) aan. • Het getal links van de symbolen geeft de gemiddelde vuilvracht (uitgedrukt in TZV-i.e.150) weer in het inkomende vuile water (influent) in 2015. Dit wordt de maatgevende aanvoer genoemd. • De verhouding tussen de gemiddelde hoeveelheid vuilvracht die de installatie binnenkrijgt (de maatgevende aanvoer) en de vuilvracht waar de betreffende installatie voor ontworpen is (ontwerpcapaciteit) wordt weergegeven met het getal rechts van de symbolen. Als dit getal hoger is dan 1, komt er meer vuilvracht binnen dan de rwzi in principe aan kan, wat zou kunnen duiden op problemen bij de verwerking van piekbelastingen. Echter, op dit punt zijn er, bij de huidige stand van zaken, geen problemen te verwachten: onze installaties zijn flexibel en robuust genoeg om piekbelasting aan te kunnen. • De symbolen, tot slot, geven aan in hoeverre de vuilbelasting afwijkt ten opzichte van het voortschrijdend vierjaarlijks gemiddelde van de jaren 2011 t/m 2014 (zie ook de legenda). De dubbele donkerblauwe pijltjes duiden dus op een opvallende daling van de vuilbelasting. In 2015 is op 6 rwzi’s de aangevoerde vuilvracht toegenomen ten opzichte van het voortschrijdend vierjaarlijks gemiddelde. Het gaat hierbij om de rwzi’s Venlo (13,2%), Roermond (11,3%), Rimburg (12,3%), Kerkrade (14,3%), Wijlre (10,7%) en Simpelveld (12,7%). Van 4 rwzi's is de aangevoerde vuilvracht nagenoeg gelijk aan 2014. Dit zijn de rwzi’s Meijel, Weert, Panheel en Limmel. Van de overige 7 rwzi’s is de aangevoerde vuilvracht gedaald. Dit geldt voor de rwzi's Gennep (11,8%), Venray (8,6), Susteren (13,8%), Stein (5,8%), Hoensbroek (5,7%), Heerlen (13,9%), Bosscherveld (5,5%) en voor de rwzi Heugem (25,8%).
13
Figuur 3 Volumeverwerking, dit is een overzicht van alle rioolwaterzuiveringsinstallaties in Limburg. Hoe groter de cirkel, hoe groter de hydraulische belasting. Dit is de hoeveelheid gezuiverd afvalwater (effluent), exclusief het water geloosd uit bergbezinkbassins.
Gennep (2,5) 3.363 ▼ 307
Venray (3,8) 5.598 ▼ 0
Venlo (16,9) 23.770 ● 1.177
Meijel (0,3) 512 ▼ 0 Weert (5,2)
Roermond (9,9)
7.434 ▼ 308
14.270 ▼ 299
Panheel (1,9) 2.712 ▲▲ 132 Susteren (13,5) 19.576 ● 317 Stein (2,1) 2.848 ● 201
Hoensbroek (17,7) 23.205 ● 2.924 Rimburg (2,4) Heerlen (0,6)
Maastricht-Bosscherveld (3,6) 5.316 ● 51 Maastricht-Limmel (7,5)
Kerkrade (3,7)
891 ▼▼ 7
5.430 ▲ 0
Wijlre (4,0)
5.685 ▲ 199 10.867 ▼▼ 195 Maastricht-Heugem (3,6) 5.389 ▼0
3.429 ▼ 50
Simpelveld (0,9) 1.338 ● 0
14
Legenda ▼ = meer dan -5% afwijking ▼▼ = meer dan -10% afwijking ▼▼ = meer dan -15 % afwijking ▲ = meer dan +5 % afwijking ▲▲ = meer dan +10 % afwijking ▲▲ = meer dan +15 % afwijking ● = afwijking binnen +/- 5%
Toelichting op figuur 3 Bij elke rwzi worden drie getallen weergegeven en symbolen (de driehoekjes): • Het getal links geeft de omvang van de hoeveelheid biologisch gezuiverd afvalwater (effluent) (x1000 m³/jaar) weer. Dit is de hydraulische belasting van de biologische zuivering. De hydraulische belasting is de geloosde hoeveelheid effluent exclusief het water geloosd uit de bergbezinkbassins. • Het getal rechts geeft de omvang van het mechanisch gezuiverd effluent weer (x1000 m³/jaar). Dit is de hydraulische belasting van de bergbezinkbassins. • Het getal tussen de haakjes geeft de verhouding weer tussen de hydraulische belasting van de rwzi’s (biologische zuivering en bergbezinkbassin) onderling (alle installaties samen = 100). • De symbolen geven aan wat de afwijking is van de hydraulische belasting van de biologische zuivering ten opzichte van het vierjaars gemiddelde 2011-2014. Verklaring voor de toegenomen hoeveelheid gezuiverd afvalwater: meer regenval In 2015 is ongeveer 2 miljoen m3 afvalwater meer aangevoerd naar de rwzi’s dan in 2014. Dit is 1,3% meer water. Er is ongeveer 0,5 miljoen m3 meer afvalwater geloosd door de bergbezinkbassins en ongeveer 1,5 miljoen m3 meer afvalwater is biologisch gezuiverd ten opzichte van 2014. De reden is dat er in 2015 meer regen is gevallen dan het jaar ervoor. De neerslag in 2015 lag echter nog onder het langjarig landelijk gemiddelde. In 2015 viel gemiddeld in Nederland 831 mm neerslag, waar het langjarig gemiddelde rond de 847 mm per jaar ligt. Verder is het jaar 2015 als jaar van extremen de boeken in gegaan, zowel qua temperatuur uitschieters als ook de intensiteit van buien (bron KNMI).
15
16
AFVALWATER ZUIVEREN Zuiveringsresultaten 2015 Alle rioolzuiveringsinstallaties (rwzi's) samen hebben in 2015 zo'n 150 miljoen m³ afvalwater gezuiverd. Dit is ongeveer 2 miljoen m³ (oftewel 1,3%) meer dan in 2014. Deze toename wordt veroorzaakt door een grote hoeveelheid neerslag in 2015 in vergelijk met 2014. Ten opzichte van het langjarig gemiddelde in Nederland was het jaar 2015 een relatief droog, warm en zonnig jaar. Er was een lichte toename van de hoeveelheid water dat werd geloosd door de bergbezinkbassins ten opzichte van 2014. Het rendement van het zuiveringsproces (inclusief de bergbezinkbassins) is met 0,3% gedaald naar 92,0%. Verder is het verwijderingsrendement van stikstof gedaald en van fosfaat gestegen t.o.v. 2014: er is 80,6% fosfaat en 78,7% stikstof verwijderd. De voornaamste reden voor de daling van het CZV en stikstof verwijderingsrendement zijn een aantal keren slibuitspoeling, met als voornaamste oorzaak technische storingen aan apparatuur én lozingen op het rioolstelsel die op verschillende installaties tijdelijk hebben gezorgd voor een slechtere prestatie van het zuiveringsproces. Met de behaalde resultaten hebben we voldaan aan de gestelde lozingseisen en was 2015 alsnog één van de betere jaren qua verwijderingsrendement. De stijging van het verwijderingsrendement fosfaat komt door de voorbereiding op het behalen van de aangescherpte fosfaatnorm, per 1-1-2016, op de rwzi’s Hoensbroek, Gennep en Meijel. Hier zijn we namelijk in het laatste kwartaal gestart met het doseren van ijzerzouten (ijzerchloridesulfaat) met een hoger verwijderingsrendement van fosfaat als gevolg.
Normen voor gezuiverd afvalwater Op een rwzi wordt afvalwater (influent) gezuiverd. Het gezuiverde afvalwater (effluent) moet voldoen aan wettelijke kwaliteitseisen. Deze eisen zijn vastgelegd in een maatwerkvoorschrift dat voor iedere rwzi apart is verleend. Om dit te controleren worden zowel van het aangevoerde afvalwater als van het gezuiverde water dat de installatie weer verlaat monsters genomen. Dit noemen we de bemonstering. Iedere rwzi wordt maandelijks verplicht gecontroleerd. De bemonsteringsfequentie per maand ligt vast in de Watervergunning. De bemonsteringen werden in 2015 uitgevoerd door een externe partner (AWS (Afvalwater Services)) en geanalyseerd door een extern laboratorium (Eurofins Omegam Laboratorium). De analyses worden gebruikt om te rapporteren aan het bevoegd gezag (Waterschap Roer en Overmaas, Waterschap Peel en Maasvallei, Rijkswaterstaat). De vervuilende stoffen in afvalwater zijn onderverdeeld in 4 soorten: 1. zuurstofbindende stoffen (biologisch afbreekbaar); 2. nutriënten (stikstof en fosfaat); 3. microverontreinigingen (zware metalen); 4. micro-organismen (virussen en bacteriën). 1.
Zuurstofbindende stoffen (biologisch afbreekbaar) Oppervlaktewater heeft van nature een zelfreinigend vermogen. Dit wil zeggen dat in het water levende microorganismen zuurstof aan het water onttrekken om vervuiling, in de vorm van zuurstofbindende stoffen, af te breken. Teveel zuurstofbindende stoffen leiden echter tot een te hoge onttrekking van zuurstof aan het oppervlaktewater. Daarom moeten deze vervuilende stoffen door middel van het zuiveringsproces zoveel mogelijk worden verwijderd voordat ze het oppervlaktewater bereiken. De vervuilingsgraad van afvalwater voor zuurstofbindende stoffen wordt uitgedrukt in inwonerequivalenten (i.e.’s). Een i.e. is de maat voor de hoeveelheid vervuilende stoffen in het afvalwater die één persoon per etmaal produceert. Per definitie is er 150 g zuurstof nodig voor het afbreken van 1 i.e. vervuiling. Het verwijderingsrendement (biologisch zuiveringsproces) van de i.e.’s in 2015 was 92,2% en voldeed daarmee ruimschoots aan de lozingseisen en was zelfs qua i.e. verwijdering een goed resultaat.
17
Vergelijkingstabel verwijderingsrendement (biologisch) 2012 tot en met 2015 Jaar
Debiet [103 x m³ ]
Verwijderingsrendement CZV [%]
i.e. [%]
2012
149.141
93,3
92,8
2013
139.349
92,2
91,5
2014
142.745
93,5
92,7
2015
144.346
93,0
92,2
CZV: Chemisch Zuurstofverbruik. Dit is een maat voor de hoeveelheid zuurstof die nodig is voor de afbraak van organische stoffen in afvalwater. Deze stoffen bestaan uit zowel biologisch afbreekbare organische stoffen alsook uit biologisch niet-afbreekbare (inactieve) organische stoffen. BZV: Biochemisch Zuurstofverbruik. Dit geeft de hoeveelheid zuurstof weer die nodig is voor de afbraak van biologisch afbreekbare stoffen in afvalwater door bacteriën. Het BZV is dan ook altijd lager dan CZV. 2.
Nutriënten (stikstof en fosfaat) Fosfaat en stikstof zijn voedingsstoffen (nutriënten) die, in te hoge concentraties, een bedreiging vormen voor het leven in het oppervlaktewater. Ze veroorzaken als het ware overbemesting van het oppervlaktewater, wat overmatige algengroei tot gevolg kan hebben. Afstervende algen onttrekken bovendien zuurstof aan het water waardoor ander waterleven het moeilijk krijgt. Vanwege de schadelijke effecten gelden hoge eisen op het gebied van stikstof- en fosfaatverwijdering. In 2015 was de eis dat 75% van de stikstof en fosfaten uit het aangevoerde water (influent) wordt verwijderd. Een aantal rwzi's had in de lozingsvergunning een individuele concentratienorm voor stikstof en fosfaat of had reeds een individuele norm opgenomen in het maatwerkbesluit. Deze indivuduele norm is gebaseerd op de samenstelling van het oppervlaktewater waar de rwzi op loost. Het verwijderingsproces: hoe werkt het? Stikstof wordt tegelijkertijd met de zuurstofbindende stoffen uit het afvalwater verwijderd, mits de juiste procescondities (bacteriën en zuurstof) aanwezig zijn. Fosfaat wordt deels biologisch verwijderd doordat het wordt opgenomen door bacteriën in het slib. Een andere vorm van fosfaatverwijdering is langs chemische weg. Door het toevoegen van chemicaliën ontstaat een neerslag (vaste stof) van fosfaat, die met het biologisch slib als chemisch slib wordt verwerkt op de rwzi. Verwijderingsrendement voldeed weer ruim aan de norm In 2015 voldeed Waterschapsbedrijf Limburg ruim aan de wettelijke verwijderingseis van 75% voor zowel stikstof als fosfaat. De hoeveelheid fosfaat die werd aangevoerd in 2015 was circa 23.500 (3%) kg minder ten opzichte van 2014. De hoeveelheid geloosde kilo’s fosfaat daarentegen was ongeveer 30.000 kg en daarmee 17 % minder dan in 2014. Voor stikstof geldt dat er ongeveer 80.000 kg (1,2%) meer is aangevoerd en is daarmee nagenoeg gelijk aan de aanvoer in 2014. De hoeveelheid geloosde kilo’s stikstof was ongeveer 135.500 kg meer en daarmee circa 10% meer dan in 2014. Hoofdzakelijke rede hiervoor zijn de reeds eerder vermelde slibuitspoelingen en lozingen op het rioolstelsel. In de grafiek op de volgende pagina staan de resultaten voor stikstof- en fosfaatverwijdering van de afgelopen vijf jaar. Deze gegevens geven het resultaat weer van alle installaties in Limburg samen, inclusief de overstorten van de bergbezinkbassins op de locaties van de rwzi's.
18
Overgang naar individuele normen voor onze rwzi’s Het gezuiverde afvalwater (effluent) van onze rwzi’s moet voldoen aan de daarvoor gestelde normen in het Activiteitenbesluit milieubeheer en aan de normen in het Limburgse effluentbeleid. De algemene lozingsnormen schrijven voor dat per beheersgebied 75% van de stikstof en fosfaat uit het aangevoerde water (influent) wordt verwijderd. Om te zorgen dat alle lozingen in 2027 zijn afgestemd op de ecologische doelstellingen en draagkracht van het ontvangende oppervlaktewater stappen we gefaseerd over op individuele lozingsnormen per rwzi. Dit betekent dat we in de toekomst voor elke zuivering beschikken over maatwerkvoorschriften. Voor de ene zuivering kan het maatwerk strenger zijn dan de algemene regels, voor een aantal andere juist soepeler. Dit laatste is vanwege het ontwerp en daarmee de werking van een rwzi noodzakelijk. Dit is tijdelijk van aard en deze rwzi’s moeten op termijn worden aangepast om ook hier te kunnen voldoen aan de normen in het Activiteitenbesluit en het Limburgs effluentbeleid. Aanvankelijk was het streven om alle maatwerkbesluiten per 1 januari 2015 vast te stellen. Door externe factoren is dit niet gelukt. Om die reden is het verwijderingsrendement in 2015 nog gerapporteerd, zoals afgesproken met de bevoegde gezagen: de beide Limburgse waterschappen en Rijkswaterstaat. Per 1 januari 2016 beschikken we over maatwerkbesluiten, oftewel individuele lozingsnormen, voor al onze rwzi’s.
Incidentele overschrijdingen Bij dit onderwerp moet een onderscheid worden gemaakt tussen een overschrijding en een overtreding van de vergunningsnormen. Voor de parameters CZV, BZV, OB (Onopgeloste Bestanddelen) geldt dat deze in beginsel moeten voldoen aan de gestelde grenswaarden uit de vergunning (vanaf 2016 het Activiteitenbesluit). Echter er mag voor alle drie de parameters, een aantal keer per jaar, een overschrijding van deze grenswaarde plaatsvinden tot een vastgestelde maximale waarde. Het aantal keren dat een overschrijding mag plaatsvinden is standaard in het Activiteitenbesluit (en voorheen in de vergunning) vastgelegd. Van een overtreding is er vervolgens sprake als er niet wordt voldaan aan de hiervoor beschreven regels. Voor de parameters stikstof en fosfaat geldt dat de grenswaarde op een aantal rwzi’s vervalt als de verwijdering van stikstof en fosfaat voor heel WBL meer dan 75% bedraagt. Behoudens iets meer dan de helft van de rwzi’s waarvoor een individuele jaargrenswaarde voor stikstof en fosfaat geldt. Bij het overschrijden van de individuele jaargrenswaarden wordt direct gesproken van een overtreding. In 2015 was sprake van een aantal overschrijdingen en overtredingen van de geldende norm voor CZV, BZV en OB. Zo hebben er bijvoorbeeld op een aantal rwzi’s zogenoemde slibuitspoelingen plaatsgevonden. Oorzaak hiervan was een combinatie van langdurig maximale hydraulische belasting in combinatie met slechte bezinkeigenschappen van het slib. Verder zijn een aantal rwzi’s geconfronteerd met een lozing van één of meerdere stoffen die het zuiveringsproces tijdelijk nadelig hebben beïnvloed. In alle gevallen is er steeds overleg geweest met het bevoegd gezag en zijn alle zogenaamde ongewone voorvallen direct gemeld. Vervolgacties hierop zijn dan ook altijd in overleg met het bevoegd gezag in gang gezet.
19
Voor meer gedetailleerde gegevens verwijzen wij u graag naar onze website, www.wbl.nl/jaarverslagen. Daar is in het download menu de tabel ‘Vergelijking kwaliteit met vergunningsnormen’ opgenomen. Calamiteuze lozingen rwzi’s Gennep en Roermond Op de rwzi Gennep was in april 2015 sprake van een ernstige verstoring van het biologisch zuiveringsproces, waarbij nagenoeg geen stikstof meer werd verwijderd uit het afvalwater. Oorzaak waren onbekende stoffen die we via een lozing in de rwzi binnenkregen. Als gevolg van deze calamiteit heeft de rwzi circa 7 weken niet volgens de vergunningsnormen gefunctioneerd. Er zijn direct acties uitgezet om het bacteriemateriaal in Gennep weer te activeren, waaronder het toevoegen (‘enten’) van slib uit een andere zuivering. Met waterschap Peel en Maasvallei en verschillende gemeenten zijn we op zoek gegaan naar de veroorzaker van het probleem. De veroorzaker is niet gevonden. In december werd het biologisch proces in Gennep opnieuw verstoord door een illegale lozing, echter in minder heftige mate. De rwzi heeft toen gedurende 3 weken niet goed gefunctioneerd. Ook in Roermond hebben we - in december 2015 - last gehad van lozingen die het biologisch proces verstoorden. Hierdoor functioneerde de zuivering in de laatste 3 weken van het jaar niet naar behoren. Oorzaak bleek een verhoogde concentratie van aluminium en koper te zijn. Deze zorgde voor een vergiftigende werking op het bacteriemateriaal. De veroorzaker is (nog) niet gevonden. Verder onderzoek vindt plaats in 2016.
3.
Microverontreinigingen Microverontreinigingen zijn onder andere zware metalen, medicijnresten en bestrijdingsmiddelen. Voor een klein deel worden deze stoffen tijdens het zuiveringsproces omgezet in minder schadelijke producten. Dit geldt voor sommige medicijnen: medicijnresten worden slechts deels afgebroken en verwijderd; het merendeel wordt echter niet afgebroken.Van de zware metalen wordt ongeveer 80% opgenomen in het slib. Het restant aan zware metalen wordt samen met het gezuiverde afvalwater geloosd op het oppervlaktewater. In de tabel staan de resultaten voor de zware metalen van de afgelopen vijf jaar van het afgevoerde slib. De fluctuaties worden veroorzaakt doordat de hoeveelheid afhankelijk is van de aanvoer van zware metalen in het influent. Metaal [mg/kg]
4.
2011
2012
2013
2014
2015
Arseen
3,8
3,7
4,3
5,0
4,8
Cadmium
2,0
2,0
1,5
0,7
0,9
Chroom
43,7
51,5
47,5
36,4
44,0
Koper
268
272
252
214
276,6
Kwik
0,6
0,7
0,5
0,5
0,5
Nikkel
43,9
41,5
48,3
36,6
42,7
Lood
181
181
127
92
83
Zink
1.042
1.400
1.032
846
1.025
Micro-organismen (virussen en bacteriën) Water dat de zuiveringsinstallatie verlaat, bevat altijd een kleine resthoeveelheid micro-organismen: virussen en bacteriën. ‘Gezond’ oppervlaktewater kan dit gezuiverde water echter prima ontvangen. Omdat het oppervlaktewater de virussen en bacteriën geen gunstig leefmilieu biedt, sterven deze micro-organismen hier meestal snel af. Geen van de zuiveringsinstallaties loost op zwemwater en daardoor zijn extra desinfecterende maatregelen niet noodzakelijk.
20
Schoon regenwater, niet in het riool maar in de natuur Een groot deel van het regenwater komt in het riool terecht, waar het vermengd wordt met huishoudelijk en industrieel afvalwater. Bij zware en/of langdurige regenval geeft dit nogal eens problemen, want de piekhoeveelheden afvalwater die naar de rwzi getransporteerd worden, kunnen het zuiveringsproces verstoren. Soms moet dan het teveel aan rioolwater via een gemeentelijk overstortpunt overgestort worden op het oppervlaktewater. Dit water is sterk verdund door de regen en reeds (mechanisch) ontdaan van vaste bestanddelen. Toch moet, in het belang van schoon oppervlaktewater, zo'n overstortpunt zo weinig mogelijk in werking treden. In sommige gemeenten in Limburg worden daarom (ondergrondse) bergbezinkbassins in het transportstelsel opgenomen. De meeste rwzi's beschikken ook over bergbezinkbassins op locatie om te veel aangevoerd afvalwater tijdelijk te bufferen. Beter is het natuurlijk als het schone regenwater helemaal niet in het riool stroomt, maar in de bodem. Daarom werkt WBL in verschillende projecten samen met gemeenten met als doel schoon regenwater te scheiden van het afvalwater. Vaak kan regenwater worden losgekoppeld van het riool. Dit betekent dat het hemelwater dat op wegen, trottoirs en andere verharde oppervlakten terecht komt, niet langer in het riool stroomt. In diverse gemeenten lopen projecten gericht op hergebruik van regenwater en vermindering van het waterverbruik. Dit betekent dat er minder afvalwater en regenwater via het riool naar de rioolwaterzuiveringsinstallaties stroomt. Het gaat hierbij meestal om lokale projecten, door individuele gemeenten opgezet en in de wijk tot uitvoering gebracht.
21
22
SLIB VERWERKEN Resultaten slibverwerking en slibdrooginstallaties De slibdrooginstallatie Susteren heeft in 2015 goed gedraaid. De installatie heeft de helft van het ontwaterd slib van de rwzi's gedroogd tot korrels (granulaat). De andere helft is afgevoerd naar Slibverwerking Noord-Brabant (SNB) in Moerdijk.
Ontwateren van zuiveringsslib, hoe werkt dat? Bij het zuiveren van afvalwater ontstaat naast gezuiverd water nog een ander product, namelijk zuiveringsslib. Om het volume van het zuiveringsslib zo klein mogelijk te maken wordt het ontwaterd. Bij het WBL verloopt dit proces in twee of drie stappen. Eerst wordt het natte slib op de rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi) op mechanische wijze ingedikt. Het bestaat dan uit ongeveer 4% droge stof en 96% water. Vervolgens wordt er een vlokmiddel (zogenaamde polyelektrolyten) aan het slib toegevoegd om de vorming van grote slibvlokken en daarmee de afscheiding van water te stimuleren. Daarna wordt het slib in zeefbandpersen of centrifuges ontwaterd tot het slib uit 20 tot 30% droge stof bestaat (het watergehalte is nu dus nog 80 tot 70%). Per vrachtwagen wordt dit slib deels vervoerd naar de eigen slibdrooginstallatie in Susteren en deels naar de externe slibverbrandingsinstallatie SNB. De eigen slibdrooginstallatie droogt het slib tot korrels (granulaat) met een watergehalte van nog maar Âą 7,5%. Afvoer van ontwaterd slib interne afzet (slibdroger)
Jaar
Hoeveelheid ontwaterd slib
Gewogen gemiddeld d.s.-gehalte [%]
Ton
Ton ds
2012
53.300
13.060
24,5
2013
51.722
13.290
24,5
2014
49.182
12.798
26,0
2015
48.092
13.397
27,9
Afvoer van ontwaterd slib externe afzet (SNB) Hoeveelheid ontwaterd slib Jaar
Gewogen gemiddeld d.s.-gehalte [%]
Ton
Ton ds
2012
52.400
12.840
24,5
2013
49.204
12.502
25,4
2014
49.470
12.852
26,0
2015
45.577
12.105
26,6
23
Elektriciteits- en aardgasverbruik slibdrooginstallatie Susteren
Jaar
Elektriciteitsverbruik [kWh]
Aardgasverbruik [m3]
2012
2.285.724
3.898.423
2013
2.190.589
3.670.210
2014
2.050.000
3.602.933
2015
2.094.000
3.605.259
Zuiveringsslib nuttig hergebruikt In 2015 is ongeveer 51,5% van het ontwaterd slib door de slibdroger gedroogd tot korrels (granulaat). Deze korrels worden door Biomill (onderdeel van ENCI Maastricht) in Maastricht fijngemalen. Vervolgens wordt het materiaal door de ENCI milieuverantwoord hergebruikt als brandstof voor de cementovens in Maastricht en eventueel in Lixhe (B). De vliegas die overblijft na verbranding, wordt gebruikt als vulstof in het cement.
Geproduceerd granulaat Jaar
Hoeveelheid granulaat [ton]
Hoeveelheid granulaat [ton ds]
Gemiddeld d.s.-gehalte [%]
2012
15.800
14.650
92,7
2013
14.238
13.199
92,7
2014
10.531
9.716
92,2
2015
10.292
9.452
91.8
Het andere deel van het ontwaterd slib is verbrand bij Slibverwerking Noord-Brabant (SNB) in Moerdijk. Voor het garanderen van de slibafzet bij calamiteiten zijn afspraken gemaakt met buitenlandse energiecentrales en wordt nauw contact onderhouden met de overige slibverwerkers in Nederland.
Verwerking zuiveringsslib in de toekomst Medio 2018 eindigen de contracten met de ENCI en met Slibverwerking Noord-Brabant voor de afzet van ontwaterd slib. Waterschapsbedrijf Limburg heeft in 2015 een traject opgestart om de toekomstige afzetmogelijkheden te onderzoeken. Hierbij zijn mogelijke afzetroutes en kansen voor samenwerking in kaart gebracht en beoordeeld op waardecreatie en duurzaamheid. In 2016 wordt, op basis van een marktconsultatie, een aantal scenario’s opgesteld met verschillende afzetroutes. Besluitvorming moet nog plaatsvinden.
24
ENERGIE Op weg naar duurzame afvalwaterzuivering in Limburg Ook in 2015 heeft Waterschapsbedrijf Limburg (WBL) hard aan de weg getimmerd om de ambities op het gebied van duurzaam energieverbruik waar te maken, zoals vastgelegd in de meerjarenafspraken energie-efficiency (MJA), het Klimaatakkoord en het SER-energieakkoord. De waterschapssector streeft naar een verbetering van de energieefficiency van minimaal 24% in de periode 2008 - 2020 en een aandeel eigen duurzaam opgewekte energie van 40% in 2020.
Waterschapsbedrijf Limburg werkt steeds energie-efficiënter Afgelopen jaren heeft Waterschapsbedrijf Limburg maatregelen en innovaties gerealiseerd met als doel het verbruik van fossiele energie en grondstoffen te verminderen en zelf zoveel mogelijk (duurzame) energie terug te winnen uit afvalwater. Dit tegen lagere kosten en met behoud van kwaliteit. Zo wekt WBL duurzame energie op door met eigen biogas elektriciteit en warmte te maken. De focus op duurzaamheid heeft z'n vruchten afgeworpen. Dit terwijl de geleverde prestaties juist zijn toegenomen, zoals een betere effluentkwaliteit en een toename van de aanvoer van afvalwater. De hoeveelheid eigen duurzaam opgewekte energie is nagenoeg gelijk gebleven. Waterschapsbedrijf Limburg maakt ook elk jaar een Energie Jaarverslag. Hierin wordt teruggekeken op de gerealiseerde maatregelen en innovaties.
Soorten energieverbruik Het zuiveren van afvalwater en het drogen van slib kost energie. Het grootste deel van de energieconsumptie komt voor rekening van de beluchting. Toevoegen van lucht (zuurstof) aan het afvalwater met de bacteriemassa in de beluchtingstanks is noodzakelijk om de biologische processen op gang te brengen en te houden. In de toelichting hieronder is het energieverbruik opgedeeld in vier categorieën: elektriciteit uit eigen biogas, ingekochte elektriciteit, ingekocht aardas en ingekochte huisbrandolie. Elektriciteit uit eigen biogas Een deel van de benodigde energie en warmte produceren we zelf uit biogas dat tijdens het slibvergistingsproces ontstaat. Dit gebeurt onder andere in een Warmte Kracht Koppeling-installatie (WKK). Ook wordt biogas gebruikt voor directe aandrijving van gasmotoren voor het beluchtingsysteem. In totaal is er in 2015 een recordhoeveelheid van 7.780.000 m³ biogas geproduceerd. Met de WKK’s is 9,8 miljoen kWh elektriciteit opgewekt. Alleen in 2013 is er meer elektriciteit opgewekt (10,7 miljoen kWh). De tijdelijke afname ten opzichte van 2013 werd veroorzaakt door onvoorziene verstoringen van slibgistingen waardoor de kwaliteit van het biogas negatief is beïnvloed en technische storingen aan de WKK’s. In 2012 voorzag Waterschapsbedrijf Limburg voor 20% in de eigen energiebehoefte (van rwzi’s en rioolgemalen). In 2015 is dat toegenomen tot 26,4%. Deze grote toename wordt vooral veroorzaakt door de eind 2012 in Venlo gebouwde slibvergistingsinstallatie met voorgeschakelde Thermische Drukhydrolyse-techniek en WKK’s. Zonder onvoorziene storingen van slibgistingen en WKK’s is het mogelijk om voor ongeveer 28% in de eigen energiebehoefte te voorzien.
25
Méér energie uit biogas door optimalisatie Warmte Kracht Koppelingen Op de rwzi’s in Roermond, Susteren en Venray wordt energie opgewekt met Warmte Kracht Koppeling (WKK). Dat betekent dat biogas afkomstig van onze eigen installaties wordt omgezet in warmte en elektriciteit. Wat aanvankelijk een rest- of afvalstof was die uitsluitend in warmte werd omgezet, wordt zo ook een belangrijke grondstof voor duurzaam opgewekte elektriciteit. Het resultaat: milieuwinst en kostenbesparingen. Deze aanpak past uitstekend bij de duurzame vorm van werken die ons bedrijf nastreeft: kringlopen worden gesloten, hoeveelheden afvalstoffen verminderen en grondstoffen worden herwonnen. Een vuistregel is dat je met één kubieke meter biogas gemiddeld zo’n twee kilowattuur elektriciteit zou moeten kunnen opwekken. Op jaarbasis was er in de praktijk een verschil tussen de werkelijk geproduceerde hoeveelheid elektriciteit en de hoeveelheid die we zouden moeten kunnen produceren. Een reden om onderzoek te doen naar de oorzaken van dit verschil. In 2015 zijn medewerkers vanuit verschillende vakdisciplines met elkaar in overleg gegaan om de inzet van WKK’s op de diverse rwzi’s verder te optimaliseren. Na een uitvoerige analyse blijkt dat onderlinge afstemming, coördinatie en rolduidelijkheid belangrijke randvoorwaarden zijn om het proces nog beter te laten verlopen. Ook het structureren en borgen van het onderhoud draagt bij aan optimalisatie van WKK’s. In het najaar van 2015 zijn de eerste acties opgepakt.
Ingekochte elektriciteit Het grootste gedeelte van de elektriciteit wordt ingekocht. In 2015 was dit in totaal 52,1 miljoen kWh (inclusief drogers en inclusief rioolgemalen). De verwachting is dat deze hoeveelheid de komende jaren zal gaan dalen. Dit omdat Waterschapsbedrijf Limburg werkt aan het verhogen van de hoeveelheid eigen opgewekte duurzame energie en de implementatie van energie besparende maatregelen. Elektriciteitsverbruik in miljoen kWh Jaar
Inkoop rwzi’s
Inkoop rioolgemalen
Inkoop droger
Totaal inkoop
Eigen opwekking
2012
44,9
6,4
2,7
54,0
7,7
2013
42,2
6,2
2,2
50,6
10,7
2014
42,5
6,3
2,1
50,9
9,7
2015
44,1
5,9
2,1
52,1
9,8
Ingekocht aardgas Het aardgasverbruik is de afgelopen jaren fors gedaald: van meer dan 10 miljoen m³ (in de periode voor 2010) naar 3,9 miljoen m³ in 2015. Deze daling is voornamelijk veroorzaakt door het sluiten van de slibdrooginstallaties in Venlo (in 2009) en Hoensbroek (in 2012) en door betere prestaties van de slibontwateringen (waardoor minder water hoeft te worden verdampt). Verder is ook het aardgasverbruik van de rwzi’s flink gereduceerd: van circa 1 miljoen m³ (in de periode voor 2010) naar 0,3 miljoen m³ in 2015. De besparing is vooral gerealiseerd door de WKK’s zo weinig mogelijk op aardgas te bedrijven. Aardgasverbruik in miljoen m³ Jaar
Inkoop rwzi’s
Inkoop droger
Totaal inkoop
2012
0,3
4,4
4,7
2013
0,4
3,7
4,1
2014
0,2
3,6
3,8
2015
0,3
3,6
3,9
Ingekochte huisbrandolie In 2015 is geen huisbrandolie ingekocht voor het verwarmen van de gebouwen op de rwzi Kaffeberg. 26
Energie besparen in de zomermaanden In de zomermaanden stijgt de temperatuur van het afvalwater in de beluchtingstanks. Hierdoor verbetert het rendement van de stikstofverwijdering. Er kan dus met minder biologische massa (lees aantal bacteriĂŤn) net zo goed gezuiverd worden. Minder bacteriĂŤn in de tanks leidt weer tot een lager energieverbruik. Want een groot gedeelte van de zuurstof (dus beluchtingsenergie) wordt verbruikt door de bacteriĂŤn, voor hun ademhaling. Dit is alleen mogelijk op de ultralaagbelaste installaties, dat zijn installaties met een lage BZV-belasting per kg actief slib. Hierdoor wordt energie bespaard, terwijl het verwijderen van stikstof net zo goed verloopt.
27
28
CHEMICALIËN Verontreinigingen verwijderen met chemische technieken Bij verschillende processtappen binnen het zuiveringsproces worden chemicaliën ingezet waarmee verontreinigingen makkelijker verwijderd kunnen worden. 1.
Voor chemische defosfatering gebruikt het WBL de volgende chemicaliën: ijzerchloridesulfaat in vloeibare vorm en ijzersulfaat als kristallen. Het gebruik van chemicaliën bij de chemische defosfatering leidt tot een toename van de hoeveelheid zuiveringsslib. Ook leidt het tot een toename van de hoeveelheid zouten in het oppervlaktewater; met name chloriden en sulfaten. Om overdosering van chemicaliën te voorkomen wordt het fosfaatgehalte regelmatig gemeten in het gezuiverde afvalwater (effluent). Op een aantal installaties wordt de dosering van chemicaliën (ijzerzouten) geregeld middels een online fosfaatmeting op de voorbezinktank. Deze nauwkeurige doseertechniek leidt tot een reductie van het chemicaliënverbruik: beter voor het milieu én ook nog kostenbesparend. Op de rwzi’s Gennep, Meijel en Hoensbroek is in 2015 het gebruik van ijzerchloridesulfaat flink toegenomen. De toename is het gevolg van de strenger wordende normen voor fosfaatverwijdering. Vanwege de lay-out van de zuiveringsinstallaties en grenzen van het biologische zuiveringsproces kunnen de normen niet gehaald worden met enkel biologische defosfatering. De verwachting is dat het gebruik van ijzerchloridesulfaat de komende jaren nog verder zal toenemen vanwege de steeds lagere normen. Om zo efficiënt en duurzaam mogelijk met deze chemicaliën om te gaan hebben we in Kaffeberg een pilot uitgevoerd. De proef betreft het werken met een slimme regeling voor het doseren van ijzerchloridesulfaat op de hoeveelheid te verwijderen fosfaat. De pilot is in 2015 succesvol afgerond, verdere implementatie wordt in 2016 bekeken.
2.
Voor het verbeteren van de slibbezinking gebruikt WBL o.a. aluminiumchloride. Vooral in de winter kan de hoeveelheid bezonken slib toenemen (het volume hiervan wordt uitgedrukt aan de hand van de slibvolume-index (SVI). De toename wordt veroorzaakt door het ontstaan van andere soorten bacteriën (draadvormende bacteriën) in het water die ervoor zorgen dat het slib niet goed te scheiden is van de watermassa in het nabezinkproces. Hierdoor neemt de kans op slib in het afvalwater toe. Om deze specifieke bacteriën te bestrijden voegen we aluminiumchloride toe dat een vergiftigende werking op de draadvormende bacteriën heeft. Deze sterven vervolgens af, waarna de goede bacteriën weer de overhand krijgen, zodat het slib beter bezinkt. We krijgen steeds meer kennis over de verschillenden soorten draadvormende bacteriën. Dit zorgt ervoor dat we steeds gerichter chemicaliën kunnen inzetten ter bestrijding hiervan. We doseren dus niet alleen aluminiumchloride, maar zetten ook andere producten in ter verbetering van de slibvolume-index.
3.
Voor het indikken en ontwateren van slib wordt een vlokmiddel (poly-elektrolyten) aan het slib toegevoegd om de vorming van grote slibvlokken te stimuleren en daarmee tevens de spontane afscheiding van water. Gemeten over een langere termijn blijkt dat het gebruik van poly-elektrolyten toeneemt en dat het ontwateringsresultaat afneemt. Deze landelijke trend doet zich ook voor bij Waterschapsbedrijf Limburg. Op nationaal niveau is er steeds meer aandacht voor deze ontwikkeling en de mogelijke oorzaken ervan. Ook bij Waterschapsbedrijf Limburg onderzoeken wij deze ontwikkeling.
29
30
GRONDWATERMONITORINGSYSTEEM Optimale bodembescherming op rwzi’s In 2010 heeft de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer, kortweg STOWA, een adviesrapport gepubliceerd dat ingaat op bodembeschermende maatregelen en voorzieningen die getroffen kunnen worden op rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s). Dit heeft bij Waterschapsbedrijf Limburg geresulteerd in een inventarisatie van de mogelijke bodemrisico’s per rwzi. Ook zijn per locatie de bodembeschermende maatregelen en voorzieningen vastgesteld die nodig zijn om eventueel aanwezige risico’s te beheersen. Als leidraad voor de risico-inventarisatie en het vaststellen van voorzieningen en maatregelen is gebruik gemaakt van het STOWA rapport no. 2010-04 ‘Bodembescherming op rwzi’s’ en de handreiking ‘Bescherming van de bodem op rwzi’s (versie 5 maart 2012)’. Inmiddels zijn alle locaties voorzien van een grondwatermonitoringssysteem. Dit systeem bestaat uit een aantal peilbuizen, strategisch verdeeld over de locatie, waarmee eventuele vervuilingen in het grondwater opgespoord kunnen worden. Conform het advies van STOWA worden de peilbuizen jaarlijks bemonsterd en geanalyseerd, zodat tijdig maatregelen getroffen kunnen worden in geval van vervuiling. Uit de metingen en rapportage, eind 2015 uitgevoerd door een onafhankelijk adviesbureau is gebleken dat op geen enkele Limburgse rioolwaterzuiveringinstallatie sprake is van bodemverontreiniging.
31
32
KWALITEIT ARBO MILIEU Opnieuw positieve beoordeling Sinds 2008 werken alle units van WBL volgens het gecertificeerd integraal KAM-management-systeem. Concreet betekent dit dat de organisatie voor de drie afzonderlijke onderdelen – Kwaliteit, Arbo en Milieu – voldoet aan internationaal erkende normen. De NEN-EN-ISO 9001 voor Kwaliteit, OSHAS 18001 voor Arbo en NEN-EN-ISO 14001 voor Milieu. De certificeringsinstantie is TUV Nederland QA. Deze voert de jaarlijkse verplichte audits uit. De geldigheidsduur van de certificaten bedraagt drie jaren. Dat betekent dat één keer per drie jaren een certificeringsaudit (2014) wordt uitgevoerd en in de twee tussenliggende jaren (2015 en 2016) een jaarlijkse controle audit. In 2015 is de controle audit goed verlopen en de certificaten zijn opnieuw afgegeven voor een periode tot 2017. Dan vindt er wederom een certificeringsaudit plaats. In de tussenliggende jaren 2015 en 2016 wordt het KAM-managementsysteem door het uitvoeren van verplichte jaarlijkse controle audits getoetst aan de normelementen door TUV Nederland QA.
33
34
INNOVATIEVE ONTWIKKELINGEN Een nieuwe manier van kijken Verantwoord omgaan met onze toekomst vraagt van de watersector een geheel nieuwe manier van kijken. Het vraagt ook om verdergaande samenwerking met bedrijfsleven, onderwijs- en onderzoeksinstellingen en overheid. Door in deze ‘Gouden Driehoek’ samen te werken, kunnen we creatieve processen stimuleren en met elkaar nog meer kansen en mogelijkheden creëren voor innovaties. Tevens ontstaan door samenwerking de schaalvoordelen die nodig zijn om tegen lagere maatschappelijke kosten een beter en duurzamer product aan te bieden. Om bij te dragen aan doelmatig werken en kostenbesparing, zoeken we pro-actief naar nieuwe zuiveringstechnieken en onderzoeken we duurzaamheid en optimalisaties. De doelmatige oplossingen implementeren we. De afgelopen jaren heeft WBL verschillende innovatieve ontwikkelingen geïnitieerd of hierin geparticipeerd. Enkele voorbeelden van recente of lopende innovatieprojecten: • • • • • •
Thermische Drukhydrolyse Venlo Verdygo, een nieuw concept in waterzuivering Verbeteren op basis van computermodellen Studie naar duurzame oplossing drijflagen Onderzoek naar verwijdering geneesmiddelen Chemicaliënbesparing door real time control
Chemicaliënverbruik Thermische Drukhydrolyse (bewerkingsmethode voor slib) De thermische drukhydrolyse-techniek (TDH) is een bewerkingsmethode voor slib en heeft als voordeel dat het slib vloeibaarder wordt, dit zorgt voor een betere vergisting en daarmee een verbeterde ontwaterbaarheid van het slib. Dit leidt tot zo'n 30% hoger droge stofgehalte na ontwatering. Met als resultaat dat er minder slib afgevoerd (transport) hoeft te worden: kostenbesparend én minder uitstoot van CO2. Om het beoogde ontwateringsresultaat te behalen is in het najaar van 2014 een pilotproject gestart. Doel van dit project is het verbeteren van de ontwatering door een verhoogd drogestofgehalte en vermindering van het polymeerverbruik (poly-elektrolyten: vlokmiddel om de afscheiding van water te stimuleren). Deze pilot liep door in 2015. De maatregel die getoetst is in 2015 is het verleggen van de plek voor het doseren van het ijzerchloridesulfaat, namelijk aan het uitgegist slib vóór ontwatering. IJzerchloridesulfaat zorgt o.a. voor de binding van fosfaat in een neerslag, hierdoor neemt het drogestofgehalte toe in het ontwaterd slib en hoeven minder polymeren toegevoegd te worden. De pilot was succesvol: dosering van ijzerchloridesulsfaat op de nieuwe plek bespaart € 165.000 op jaarbasis aan polymeerverbruik. Eind 2015 is een vaste doseerinstallatie aangelegd. Het fosfaat wordt als neerslag vastgelegd in het slib. Dit slib wordt verbrand bij Slibverwerking Noord-Brabant (SNB) in Moerdijk. Planning is om vanaf 2018 in het Franse Duinkerke door het bedrijf Ecophos fosfaat terug te winnen uit de vliegas die overblijft na verbranding. Een goed voorbeeld dus van grondstofterugwinning in de keten.
Aanbesteding voor ontwerp en bouw eerste Verdygo-installaties Verdygo is de naam van een nieuw concept in waterzuivering. Een concept dat gebaseerd is op de ontwikkeling van de modulaire, flexibele en duurzame afvalwaterzuiveringsinstallatie met een kortere bouwtijd, lagere netto kosten en de mogelijkheid om innovatieve processen snel toe te passen. Het Verdygo-concept is volledig bovengronds, compact en verplaatsbaar. Zo kan je effectief en vooral flexibel inspelen en anticiperen op dynamische ontwikkelingen en veranderende normen. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om toekomstige ontwikkelingen op het gebied van bevolkingssamenstelling, klimaatverandering, afkoppelen van regenwater of de inzet van restenergie van bedrijven in de toekomst. Voor de uitvoering van het Verdygo-concept is in eerste instantie gekozen om de eigen rioolwaterzuiverings-installaties geleidelijk te vervangen. Na een intensief en zorgvuldig aanbestedingstraject is in oktober 2015 het startsein gegeven voor de daadwerkelijke ontwikkeling, ontwerp en bouw van de eerste Verdygo-installaties in Simpelveld en Roermond.
35
Royal Haskoning/DHV levert de innovatieve NEREDA®-zuiveringstechnologie en voor de bouw van de tanks (in beton, hout, staal en roestvrijstaal) zorgen vier verschillende leveranciers.
Virtuele computermodellen ondersteunen verbetertrajecten Het onderzoeken, testen en invoeren van verbeteringen op rwzi’s wordt vaak bemoeilijkt door hoge kosten, veranderende omstandigheden en langdurige trajecten. Virtuele computermodellen van rwzi’s maken het mogelijk om op voorhand verbeteropties door te rekenen en effecten van maatregelen te kwantificeren zonder de genoemde nadelen van real-time verbetertrajecten. Zo kunnen op efficiënte wijze verbetervoorstellen gegenereerd worden die leiden tot betere kwaliteit van het gezuiverde afvalwater en/of energiebesparing. In 2014 is in dit kader een studie voor de rwzi Roermond afgerond. Doel was om met virtuele computermodellen te bepalen welke aanpassingen in Roermond nodig zijn om te kunnen voldoen aan de strengere lozingsnormen voor stikstof en fosfaat die voortkomen uit de Kaderrichtlijn Water. Uitkomst van de studie was dat er verbetermogelijkheden zijn op het gebied van energie-efficiëntie en zuiveringsrendement. In 2015 is echter gebleken dat de verbetervoorstellen niet toereikend zijn om te kunnen voldoen aan de normen uit de Kaderrichtlijn Water. Daarom zijn we op zoek gegaan naar andere mogelijkheden om de doelstellingen te halen. In 2015 is ook de rwzi Susteren doorgelicht. Dit heeft wel een aantal verrassende uitkomsten opgeleverd die we kunnen inzetten ter verbetering van de bedrijfsvoering.
Studie naar duurzame oplossing drijflagen Drijflagen worden gevormd door alle vetresten van huishoudens (eten, afwas, douche) en van de industrie die op de waterzuivering terechtkomen. De restanten van deze vetten blijven samen met een aantal andere afvalstoffen bovenop het water van de zuiveringsinstallaties drijven. Met het hergebruik van deze drijflaag heeft WBL nog geen ervaring. De huidige praktijk bestaat uit het opzuigen en via een tankwagen afvoeren naar een gespecialiseerd verwerkingsbedrijf. Het is echter steeds lastiger om bedrijven te vinden die afval uit de drijflaag willen en kunnen verwerken. Waterschapsbedrijf Limburg is ervan overtuigd dat er een duurzame en structurele oplossing moet komen. In 2015 is, in samenwerking met afstudeerstudenten van de HAS in ’s Hertogenbosch, het onderzoek gestart naar mogelijke oplossingen voor de drijflaag problematiek. De slogan van WBL is: “Water. We halen er samen alles uit.” Vanuit deze slogan komt het streven naar het intern verwerken van afvalstromen van de rioolwaterzuiveringen (rwzi’s) in plaats van afvoer naar een externe verwerker. WBL heeft een drijflaagproductie van circa 450 ton per jaar. Dit is ongeveer 1 m3 drijflaag per dag voor de gehele provincie. Uit de hoeveelheid m3 drijflaag per dag, de bedrijfsbezoeken aan waterschappen en de verwerker van drijflagen en laboratoriumproeven is gebleken dat vergisten de meest duurzame verwerking is. Bij zelf verwerken van de drijflagen geldt dat er geen extra transportkosten naar de verwerker worden gemaakt plus er wordt extra energie opgewekt bij het vergisten in de eigen installatie. Tijdens de laboratoriumproeven is gewerkt met slib van de RWZI Limmel. De RWZI Limmel is de meest gunstige locatie om de drijflagen te gaan vergisten op de korte termijn, vanwege de komst van een grotere WKK (meer capaciteit om biogas om te zetten in energie) en het niet ontstaan van drijflaag- of schuimvorming in de gistingstank, mede door de technische constructie. Het zelf vergisten van de drijflaag levert WBL een extra methaanproductie van 44.000 m3 per jaar op. Daaruit kan dan 150.000 kWh extra elektriciteit uit het biogas worden opgewekt. Hiermee wordt circa € 50.000 per jaar bespaard, op het transport naar de externe verwerker en minder inkoop van elektriciteit. Een bijkomend duurzaamheidsaspect is dat 6,6 ton CO 2 per jaar op het transport wordt bespaard. In 2016-2017 wordt een pilot uitgevoerd in Limmel om dit in de praktijk te testen.
Onderzoek naar verwijdering geneesmiddelen Medicijnen, hormonen, plastics, nanodeeltjes, insecticiden en herbiciden vormen een potentieel gevaar voor waterorganismen en voor de drinkwatervoorziening. Om dit gevaar tegen te gaan, wordt onder andere onderzoek gedaan naar nieuwe technieken en methoden voor het verwijderen van medicijn- en hormoonresten. Zo participeert Waterschapsbedrijf Limburg in het TKI-project (Topconsortia voor Kennis en Innovatie): Verwijdering van geneesmiddelen uit effluent. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door KWR Watercycle Research in samenwerking met verschillende bedrijven. Het gaat hierbij om combinaties van technieken voor de bereiding van drinkwater die succesvol worden toegepast in de praktijk. In de eerste stap worden restgehalten aan organische stof uit het gezuiverde afvalwater (effluent) verwijderd en in de tweede stap restgehalten aan (afbraakproducten van) geneesmiddelen. Na laboratoriumonderzoek volgde in de periode oktober 2015-februari 2016 een pilotproef op de rwzi Panheel, waarbij een kleine deelstroom van het effluent is behandeld. De volgende combinatie van technieken is uitgetest: ionenwisseling, biofiltratie, ozonisatie, UV, UV/H2O2 en actief kool. De rapportage wordt in 2016 afgerond.
36
Daarnaast participeert Waterschapsbedrijf Limburg ook in het Schone Maaswaterketenproject. Bij dit initiatief wordt met 5 waterschappen en 4 drinkwaterbedrijven een gezamenlijk onderzoek uitgevoerd (2015-2017) naar geïntegreerde verwijdering in het biologische zuiveringsproces door continue toevoeging van poederkool (het zogenaamde PACASproces).
Chemicaliënbesparing door real time control De rwzi Kaffeberg is de eerste installatie binnen WBL die moest voldoen aan strengere effluentnormen ten aanzien van fosfaat (P) en waarbij voor het eerst normen zijn opgelegd voor zomer- en wintergemiddelde. Het grootste deel van 2015 is gebruikt om de regeling te testen en te optimaliseren. In Kerkrade is zowel biologisch als chemisch defosfateren mogelijk. Echter om vooral de lagere norm in de zomer te halen is aanvullende dosering van chemicaliën noodzakelijk. Het aanvoerpatroon van fosfaat in Kerkrade fluctueert nogal en hiermee moet bij de dosering van chemicaliën dan ook rekening worden gehouden. In 2014 is overleg geweest met de leverancier van online metingen binnen WBL, over een real time control fosfaat regeling (P-RTC regeling) die al met succes in diverse landen in Europa wordt toepast. Kerkrade is vervolgens gekozen als pilotlocatie voor het testen van deze regeling binnen WBL. Concreet betekent dit dat we met hulp van deze regeling in combinatie met een nauwkeurige online meting van het fosfaatgehalte precies voldoende chemicaliën doseren om de zomer- of winternorm te behalen, zonder over te doseren. De regeling draagt dus bij aan de juiste kwaliteit van het effluent én zorgt voor een optimaal chemicaliën verbruik. Een bijkomend voordeel hiervan is ook dat de hoeveelheid chemisch gevormd slib geminimaliseerd wordt. Dit resulteert uiteindelijk in kostenvoordeel voor wat betreft het afvoeren en verwerken van slib. De terugverdientijd van deze regeling is geraamd op ongeveer 4 jaar door lagere kosten op chemicaliënverbruik. Een ander belangrijk niet-financieel aspect is echter ook het behalen van de strenge normen vooral in de zomer (voldoen aan wet- en regelgeving) en dit is niet uit te drukken in geld. Er zijn 100.000 liter minder chemicaliën gedoseerd wat meteen een direct positief effect heeft op duurzaamheid en milieu. Op dit moment wordt gekeken hoe de regeling integraal opgenomen kan worden in de procesautomatisering van WBL (PCS7) zodat het ook vanuit de CRK op afstand mogelijk is om de fosfaatsetpoints aan te passen naar zomer en/of winterwaarde. Als de meerwaarde hiervan aangetoond is zal vanuit de businesscase uiteindelijk gekeken worden naar uitrol van de regeling op meerdere locaties binnen Waterschapsbedrijf Limburg.
37
Postbus 1315 | 6040 KH Roermond 088 8420000 | info@wbl.nl | wbl.nl
Tabel 1 Jaar van inbedrijfname en ontwerpcapaciteit van de rioolwaterzuiveringsinstallaties in 2015
Ontwerpcapaciteit Rwzi
Jaar in bedrijf
Biologisch (i.e.) BZV 54 i.e.
Hydraulisch (mÂł/uur)
TZV150 i.e.
Biologie
Bergbezinkbassin
Totaal
Gennep
1990
58.000
69.904
1.250
1.900
3.150
Heerlen
1968/1981
65.600
79.152
1.800
1.800
3.600
Hoensbroek
1974 / 1990
240.000
289.136
9.000
51.480
60.480
Kerkrade
1973 / 2004
75.000
90.395
4.050
1994
100.000
120.496
3.000
Maastricht-Heugem
1975/2000
62.000
74.709
4.250
Maastricht-Limmel
1987/2003
111.110
147.787
3.800
Meijel
1977/1992
12.000
14.416
400
Panheel
1984
25.000
30.192
625
1.310
1.935
Rimburg
1973
75.000
90.395
2.240
860
3.100
Roermond
1985/2003
150.700
206.811
7.000
4.406
11.406
Simpelveld
1966/1981
17.000
20.491
850
1984
30.000
36.176
825
1.540
2.365
1984/1997/2011
210.650
292.400
7.000
6.750
13.750
Venlo
1976/1996
279.600
307.813
7.500
7.500
15.000
Venray
1979/2010
54.700
71.200
4.800
Weert
1990
100.000
120.496
3.000
3.000
6.000
Wijlre
1978
48.000
57.845
1.400
1.400
2.800
1.714.360
2.119.814
62.790
87.278
150.068
Maastricht-Bosscherveld
Stein Susteren
Totaal per 31-12-2015
4.050 3.270
6.270 4.250
2.062
5.862 400
850
4.800
Tabel 2 Aanvoer uit het rioolstelsel (influent) en de belasting van de biologie (aangevoerd influent of voorbezonken influent) van de installaties in 2015 (na correctie op uitschieters in de meetresultaten) Influent
Aangevoerd influent
Gemiddeld
Rwzi BZV
54
i.e.
Gemiddeld
Maatgevend
TZV 150 i.e.
BZV
54
i.e.
TZV 150 i.e.
BZV
54
i.e.
Voorbezonken influent
Maatgevend
TZV 150 i.e.
BZV
54
i.e.
TZV 150 i.e.
Gemiddeld BZV
54
i.e.
Maatgevend
TZV 150 i.e.
BZV
54
i.e.
TZV 150 i.e.
Gennep
36.762
45.264
48.651
59.063
35.687
44.668
46.116
58.056
-
-
-
-
Heerlen
19.104
25.786
22.105
31.299
19.104
25.786
22.105
31.299
1.356
4.374
2.099
5.490
149.825
189.203
191.880
233.097
149.432
189.859
190.950
233.661
-
-
-
-
Kerkrade
61.962
70.067
84.912
87.808
61.962
70.067
84.912
87.808
-
-
-
-
Maastricht-B'veld
75.604
83.054
93.575
99.946
75.597
83.012
93.551
99.845
-
-
-
-
Maastricht-Heugem
28.840
39.866
34.038
48.718
28.840
39.866
34.038
48.718
-
-
-
-
Maastricht-Limmel
105.591
129.895
135.943
164.132
105.095
129.342
135.402
163.007
51.119
81.542
66.648
100.027
7.698
8.738
9.327
10.799
7.698
8.738
9.327
10.799
-
-
-
-
Panheel
29.897
36.038
36.480
42.894
29.560
35.580
36.741
43.479
19.511
24.255
25.707
30.684
Rimburg
39.642
53.205
51.111
70.178
39.642
53.205
51.111
70.178
-
-
-
-
Roermond
192.000
269.801
240.388
339.479
192.000
269.516
240.388
338.619
99.551
145.922
145.518
185.646
Simpelveld
10.846
12.828
14.531
16.674
10.846
12.828
14.531
16.674
1.403
3.171
2.076
4.278
Stein
28.604
33.754
35.298
41.266
28.444
33.385
35.478
41.635
14.420
22.629
19.309
28.759
Susteren
195.712
221.015
246.685
268.594
195.584
220.830
246.681
268.549
140.540
157.776
178.453
192.751
Venlo
241.000
307.953
307.206
380.241
240.142
305.858
305.703
377.730
-
-
-
-
Venray
52.843
60.579
66.396
77.437
52.843
60.579
66.396
77.437
36.122
46.155
51.486
58.061
Weert
122.164
134.994
167.537
177.925
122.164
132.001
167.537
169.355
50.435
68.663
67.966
87.032
Wijlre
56.433
60.080
81.386
76.391
56.433
60.080
81.386
76.391
21.724
30.921
33.159
39.317
1.454.528 1.782.120 1.867.450 2.225.938 1.451.074 1.775.200 1.862.353 2.213.241
436.182
585.407
592.421
732.043
Hoensbroek
Meijel
Totaal
Tabel 3 Geloosde hoeveelheden vanuit de rioolwaterzuiveringsinstallaties
Geloosde hoeveelheid in 2015 Effluenthoeveelheid bij bemonstering in 2015
Rwzi
Lozing op
Coรถrdinaten (X-Y) lozingspunt
Effluent
m3/etmaal Gem.
Mechanisch gezuiverd effluent
Effluent
m3/jaar x 103
m3/etmaal Max.
Gem.
Totaal
Totaal
Totaal
Gennep
Niers
195.034 - 413.170
9.251
27.031
9.215
3.363
307
3.670
Heerlen
Geleenbeek
194.980 - 322.200
5.262
12.744
5.672
891
7
898
Hoensbroek
Caumerbeek
192.140 - 325.010
68.685
173.023
63.576
23.205
2.924
26.129
Kerkrade
Anselderbeek
201.684 - 322.025
15.099
50.222
14.875
5.430
-
5.430
Maastricht-B'veld
Zuid-Willemsvaart
afstandcijfer 0,280
13.848
38.762
14.564
5.316
51
5.367
Maastricht-Heugem
Zeep
177.958 - 314.043
13.606
47.840
14.763
5.389
-
5.389
Maastricht-Limmel
Maas
afstandcijfer 15,040
30.924
84.280
29.772
10.867
195
11.062
Meijel
Haaglossing
188.825 - 373.458
1.662
5.879
1.402
512
-
512
Panheel
Slijbeek
189.479 - 353.624
8.499
16.499
7.430
2.712
132
2.844
Rimburg
Worm
204.679 - 325.777
10.398
31.063
9.419
3.429
50
3.479
Roermond
Maasnielderbeek
197.215 - 358.478
37.976
120.432
39.095
14.270
299
14.568
Simpelveld
Eijserbeek
195.987 - 315.938
4.054
8.608
3.666
1.338
-
1.338
Stein
Ur
180.716 - 331.674
9.180
19.257
7.802
2.848
201
3.048
Susteren
Vloedgraaf
186.380 - 341.620
46.988
170.235
53.634
19.576
317
19.894
Venlo
Maas
afstandcijfer 109,540
65.363
170.293
65.124
23.770
1.177
24.947
Venray
Smakterveld
196.833 - 396.039
13.777
58.661
15.336
5.598
-
5.598
Weert
Zuid-Willemsvaart
afstandcijfer 59,940
20.441
62.600
20.367
7.434
308
7.742
Wijlre
Geul
190.736 - 315398
15.100
25.909
15.576
5.685
199
5.884
390.115
1.123.338
391.288
144.346
6.167
150.513
Tabel 4a Influent en gezuiverd afvalwater (inclusief buffers) Toevoer en afvoer van zuurstofbindende stoffen, chemisch zuurstofverbruik, biochemisch zuurstofverbruik en Kjeldahl-stikstof in 2015 (berekend in kg/jaar op basis van alle beschikbare meetresultaten) TZV 150 i.e. Rwzi
influent
Gezuiverd afvalwater
CZV (kg/j) Reductie in %
Influent
Gezuiverd afvalwater
BZV (kg/j) Reductie in %
Influent
Gezuiverd afvalwater
Kjeldahl-stikstof (kg/j) Reductie in %
Influent
Gezuiverd afvalwater
Reductie in %
Gennep
48.773
6.739
86,2
1.771.224
232.891
86,9
742.832
36.342
95,1
197.138
29.835
84,9
Heerlen
25.786
1.191
95,4
981.918
47.011
95,2
376.806
5.011
98,7
94.280
3.994
95,8
200.738
19.383
90,3
7.540.322
671.577
91,1
3.070.102
87.320
97,2
756.592
85.418
88,7
Kerkrade
73.868
4.066
94,5
2.955.353
161.096
94,5
1.222.102
28.536
97,7
238.885
13.500
94,3
Maastricht-B'veld
85.716
3.796
95,6
3.262.606
137.615
95,8
1.491.183
14.261
99,0
313.691
15.394
95,1
Maastricht-Heugem
42.263
4.212
90,0
1.393.497
122.963
91,2
586.322
15.391
97,4
201.753
23.589
88,3
Maastricht-Limmel
131.430
9.850
92,5
4.967.634
351.181
92,9
2.129.231
51.241
97,6
488.641
40.865
91,6
8.738
818
90,6
333.528
23.583
92,9
155.597
3.264
97,9
31.779
4.649
85,4
Panheel
36.864
5.563
84,9
1.385.147
135.185
90,2
605.386
19.858
96,7
138.852
37.114
73,3
Rimburg
59.026
3.558
94,0
2.476.400
136.889
94,5
869.512
13.654
98,4
165.757
12.704
92,3
Roermond
281.715
28.216
90,0
11.520.129
960.115
91,7
3.946.957
88.923
97,7
856.529
128.178
85,0
Simpelveld
14.413
1.270
91,2
564.811
46.987
91,7
245.560
8.165
96,7
49.194
4.942
90,0
Stein
33.754
4.161
87,7
1.302.327
130.864
90,0
564.178
20.559
96,4
119.685
21.247
82,2
Susteren
228.497
11.836
94,8
9.327.290
458.229
95,1
4.170.771
54.043
98,7
736.755
44.082
94,0
Venlo
315.872
25.086
92,1
11.667.944
918.703
92,1
4.860.807
110.580
97,7
1.233.670
110.755
91,0
Venray
64.682
4.717
92,7
2.348.248
180.802
92,3
1.091.423
17.852
98,4
261.602
16.984
93,5
Weert
141.472
9.414
93,3
5.950.337
308.351
94,8
2.506.331
67.685
97,3
393.992
52.297
86,7
Wijlre
62.583
5.434
91,3
2.527.288
197.605
92,2
1.113.059
35.964
96,8
197.260
21.909
88,9
Totaal
1.856.191
149.311
92,0
72.276.003
5.221.648
92,8
29.748.161
678.649
97,7
6.476.054
667.456
89,7
Hoensbroek
Meijel
Berekening:
TZV 150-i.e.:
influent/effluent: Qx(CZV+4,57xKj-N)/150
kg CZV/BZV/Kj-N:
365 x som van(concentratie per waarneming x debiet per waarneming) / aantal waarnemingen
Tabel 5a Influent en gezuiverd afvalwater (inclusief buffers) Toevoer en afvoer van totaal-fosfor en totaal-stikstof in 2015 (berekend in kg/jaar op basis van alle beschikbare meetresultaten) Totaal fosfor Rwzi Influent
Gezuiverd afvalwater
Totaal stikstof Reductie in %
Influent
Gezuiverd afvalwater
Reductie in %
Gennep
20.737
9.402
54,7
193.272
55.075
71,5
Heerlen
9.587
7.442
22,4
94.764
44.560
53,0
Hoensbroek
74.732
33.787
54,8
767.451
124.887
83,7
Kerkrade
25.580
1.988
92,2
238.962
18.061
92,4
Maastricht-B'veld
32.401
6.513
79,9
314.451
23.916
92,4
Maastricht-Heugem
20.343
8.732
57,1
209.819
31.505
85,0
Maastricht-Limmel
56.012
9.371
83,3
491.136
92.917
81,1
4.217
1.517
64,0
31.825
7.613
76,1
Panheel
14.497
12.350
14,8
139.278
80.793
42,0
Rimburg
21.394
1.519
92,9
166.751
23.308
86,0
Roermond
101.976
10.207
90,0
859.622
183.206
78,7
Simpelveld
5.120
816
84,1
49.663
28.005
43,6
Stein
12.072
1.576
86,9
120.623
66.723
44,7
Susteren
85.537
8.935
89,6
742.374
98.222
86,8
176.882
15.917
91,0
1.242.837
232.908
81,3
Venray
29.299
2.043
93,0
262.063
35.586
86,4
Weert
39.875
11.835
70,3
392.301
136.291
65,3
Wijlre
23.243
2.382
89,7
199.555
102.983
48,4
Totaal
753.503
146.333
80,6
6.516.747
1.386.561
78,7
Meijel
Venlo
Berekening:
kg totaal fosfor;totaal stikstof: 365 x som van(concentratie per waarneming x debiet per waarneming) / aantal waarnemingen
Tabel 4b Aangevoerd influent en effluent (inclusief buffers) Toevoer en afvoer van zuurstofbindende stoffen, chemisch zuurstofverbruik, biochemisch zuurstofverbruik en Kjeldahl-stikstof in 2015 (berekend in kg/jaar op basis van alle beschikbare meetresultaten) TZV 150 i.e. Rwzi
Aangevoerd influent
CZV
Effluent
Reductie in %
Aangevoerd influent
Effluent
BZV Reductie in %
Aangevoerd influent
Kjeldahl-stikstof
Effluent
Reductie in %
Aangevoerd influent
Effluent
Reductie in %
Gennep
48.216
6.247
87,0
1.755.616
219.092
87,5
739.225
28.541
96,1
193.879
26.954
86,1
Heerlen
25.786
1.191
95,4
981.918
47.011
95,2
376.806
5.011
98,7
94.280
3.994
95,8
201.012
19.251
90,4
7.568.960
669.398
91,2
3.059.518
83.738
97,3
753.612
84.311
88,8
Kerkrade
73.868
4.066
94,5
2.955.353
161.096
94,5
1.222.102
28.536
97,7
238.885
13.500
94,3
Maastricht-B'veld
85.667
3.747
95,6
3.260.933
135.943
95,8
1.491.040
13.979
99,1
313.468
15.171
95,2
Maastricht-Heugem
42.263
4.212
90,0
1.393.497
122.963
91,2
586.322
15.391
97,4
201.753
23.589
88,3
Maastricht-Limmel
130.886
9.306
92,9
4.948.840
332.386
93,3
2.119.726
42.243
98,0
486.233
37.828
92,2
8.738
818
90,6
333.528
23.583
92,9
155.597
3.264
97,9
31.779
4.649
85,4
Panheel
36.422
5.121
85,9
1.373.036
123.074
91,0
598.979
13.450
97,8
136.203
34.465
74,7
Rimburg
59.026
3.558
94,0
2.476.400
136.889
94,5
869.512
13.654
98,4
165.757
12.704
92,3
Roermond
281.413
27.914
90,1
11.509.773
949.758
91,7
3.941.943
83.244
97,9
855.170
126.820
85,2
Simpelveld
14.413
1.270
91,2
564.811
46.987
91,7
245.560
8.165
96,7
49.194
4.942
90,0
Stein
33.385
3.792
88,6
1.291.335
119.872
90,7
561.018
17.399
96,9
117.663
19.225
83,7
Susteren
228.318
11.658
94,9
9.322.452
453.391
95,1
4.168.323
51.843
98,8
735.745
43.072
94,1
Venlo
313.846
23.060
92,7
11.610.217
860.977
92,6
4.842.770
63.908
98,7
1.222.015
92.675
92,4
Venray
64.682
4.717
92,7
2.348.248
180.802
92,3
1.091.423
17.852
98,4
261.602
16.984
93,5
Weert
141.220
9.143
93,5
5.941.187
298.469
95,0
2.506.331
57.313
97,7
392.980
49.886
87,3
Wijlre
62.583
5.434
91,3
2.527.288
197.605
92,2
1.113.059
35.964
96,8
197.260
21.909
88,9
Totaal
1.851.746
144.505
92,2
72.163.392
5.079.297
93,0
29.689.254
583.494
98,0
6.447.479
632.679
90,2
Hoensbroek
Meijel
Berekening:
TZV 150-i.e.:
influent/effluent: Qx(CZV+4,57xKj-N)/150
kg CZV/BZV/Kj-N:
365 x som van(concentratie per waarneming x debiet per waarneming) / aantal waarnemingen
Opmerking: de gegevens van Roermond voor de ingaande stromen zijn niet geheel conform de vergunning gemeten, gedurende een paar monsters (slib via influentgemaal)
Tabel 5b Aangevoerd influent en effluent (exclusief buffers) Toevoer en afvoer van totaal-fosfor en totaal-stikstof in 2015 (berekend in kg/jaar op basis van alle beschikbare meetresultaten) Totaal fosfor Rwzi
Aangevoerd influent
Effluent
Totaal stikstof Reductie in %
Aangevoerd influent
Effluent
Reductie in %
Gennep
20.373
9.080
55,4
189.184
51.498
72,8
Heerlen
9.587
7.442
22,4
94.764
44.560
53,0
Hoensbroek
74.823
34.132
54,4
764.680
124.887
83,7
Kerkrade
25.580
1.988
92,2
238.962
18.061
92,4
Maastricht-B'veld
32.380
6.492
79,9
314.187
23.652
92,5
Maastricht-Heugem
20.343
8.732
57,1
209.819
31.505
85,0
Maastricht-Limmel
55.711
9.070
83,7
488.517
90.298
81,5
4.217
1.517
64,0
31.825
7.613
76,1
Panheel
14.237
12.090
15,1
136.492
78.008
42,8
Rimburg
21.394
1.519
92,9
166.751
23.308
86,0
Roermond
101.838
10.069
90,1
858.263
181.847
78,8
Simpelveld
5.120
816
84,1
49.663
28.005
43,6
Stein
11.838
1.342
88,7
118.271
64.372
45,6
Susteren
85.416
8.814
89,7
741.365
97.213
86,9
175.580
14.615
91,7
1.230.936
221.007
82,0
Venray
29.299
2.043
93,0
262.063
35.586
86,4
Weert
39.774
11.726
70,5
391.158
135.149
65,4
Wijlre
23.243
2.382
89,7
199.555
102.983
48,4
Totaal
750.753
143.871
80,8
6.486.455
1.359.551
79,0
Meijel
Venlo
Berekening:
kg totaal fosfor;totaal stikstof: 365 x som van(concentratie per waarneming x debiet per waarneming) / aantal waarnemingen
Tabel 6 Vergelijking van de kwaliteit van het geloosde water met de normen van de WVO-vergunning (aantal waarnemingen) CZV
BZV
Onopgeloste bestanddelen
<=Ntot :
<= P-totaal:
Rwzi <=125
Jaarbemonsteringsfrequentie:24
>125 <=250
>250
toelaatbaar>125<=250: 3
<=10
<=20
>20 <=40
>40
<=30
toelaatbaar>20<=40: 3
>30 <=75
>75
*
norm :
ja
neen
#
norm :
ja
neen
Aantal monsters
toelaatbaar>30<=75: 3
Meijel -effluentlozing
23
1
0
22
2
0
21
3
0
2 / 75%
x
15 / 75%
x
24
-totale lozing
28
0
0
28
0
0
28
0
0
2 / 75%
x
10 / 75%
x
28
-effluentlozing
24
0
0
24
0
0
24
0
0
2 / 75%
x
15 / 75%
x
24
0
23
1 0 toelaatbaar>30<=75: 5
2 / 75%
x
10 / 75%
x
24
Panheel
Simpelveld
Stein -totale lozing Jaarbemonsteringsfrequentie:48
24 0 0 toelaatbaar>125<=250: 5
24 0 toelaatbaar>20<=40: 5
Gennep -totale lozing
66
2
1
63
4
2
55
11
3
2 / 75%
x
10 / 75%
x
56
-totale lozing
20
0
0
20
0
0
20
0
0
2 / 75%
x
10 / 75%
x
20
-effluentlozing
48
0
0
47
1
0
47
0
1
2 / 75%
x
10 / 75%
x
48
-effluentlozing
48
0
0
48
0
0
48
0
0
2 / 75%
x
10 / 75%
x
48
-totale lozing
48
0
0
48
0
0
46
2
0
0,8/ -
x
10 / 75%
x
48
Heerlen
Kerkrade
Maastricht- Heugem
Rimburg
#
^/*/#
= berekend als voortschrijdend gemiddelde over 6 ( ^ ) of 10 ( * ) waarnemingen of als jaargemiddelde ( )
Tabel 6 Vergelijking van de kwaliteit van het geloosde water met de normen van de WVO-vergunning (aantal waarnemingen) CZV
BZV
Onopgeloste bestanddelen
<=Ntot :
<= P-totaal:
Rwzi <=125
Jaarbemonsteringsfrequentie:48
>125 <=250
>250
<=10
toelaatbaar>125<=250: 5
<=20
>20 <=40
>40
>30 <=75
<=30
toelaatbaar>20<=40: 5
>75
*
norm :
ja
0
2 / 75%
3 1 toelaatbaar>30<=75: 6
neen
#
neen
Aantal monsters
norm :
ja
x
10 / 75%
x
48
2 / 75%
x
10 / 75%
x
48
toelaatbaar>30<=75: 5
Venray -totale lozing
48
0
0
48
0
0
48
0
44
0
Wijlre -totale lozing Jaarbemonsteringsfrequentie:60
47 1 0 toelaatbaar>125<=250: 6
45 3 toelaatbaar>20<=40: 6
Hoensbroek -totale lozing
60
0
0
60
0
0
59
1
0
1 / 75%
x
10 / 75%
x
60
-totale lozing
63
0
0
63
0
0
62
1
0
1 / 75%
x
10 / 75%
x
63
-totale lozing
64
0
0
64
0
0
60
0
0
1/-
x
10 / -
x
60
2/-
x
10 / -
x
52
Roermond
Susteren
Rijkslozers: Jaarbemonsteringsfrequentie:var. Maastricht- B'veld -effluentlozing
52
*
52
*
Venlo -effluentlozing
60
0
0
204
0
0
60
1
0
1 / 75%
x
10 / -
x
60
-totale lozing
60
0
0
120
0
0
59
1
0
1 / 75%:5
x
10 / 75%:20
x
60
-effluentlozing
49
1
0
247
8
3
47
5
7
4,83/ 75%:1
x
32,5/ 75%:10
x
50
Totaal
821
Maastricht- Limmel
Weert
#
^/*/#
= berekend als voortschrijdend gemiddelde over 6 ( ^ ) of 10 ( * ) waarnemingen of als jaargemiddelde ( )
Tabel 7 Slbiafvoergegevens
Slibproductie
Afvoer als
Afvoer als
Afvoer als :
Ontwaterd slib naar
Gedroogd slib naar
Nat slib naar
Drogers-intern / tijd. opsl.
Uit rwzi
VNL Wessem
HNS
RWE power AG (Duitsland)
SNB Moerdijk
SST
Cementindustrie S.A. Cimenteries Lixhe
ENCI
Rwzi's / drogers te Via Wessem
HNS
RRM
BSS
GNN
SST
VNL
WLR
LMM (indikking)
Slib d.s. Product
Gennep Heerlen Hoensbroek (incl. HRL) Kerkrade
Slib d.s.
Product
Slib d.s.
Product
Slib d.s.
Product
Slib d.s.
Product
Slib d.s.
Product
Slib d.s.
Product
Slib d.s.
Product
Slib d.s.
269 4.508
Product
Slib d.s.
Product
Slib d.s.
Product
Slib d.s.
Product
Slib d.s.
Product
Slib d.s.
9.826 64
17
4.624
1.192
20.797
5.389
226
48
4.716
1.012
768
164
430
108
11.512
2.903
2.701
681
Product
Slib d.s.
23.076
712
5.311
111
384
8
Product
Slib d.s.
Product
Slib d.s.
295
955 1.265
Maastricht-Heugem
1.234
Maastricht-Limmel (incl. HGM)
4.049
Meijel
114
Panheel
284
Rimburg
1.002
Roermond
4.230
Simpelveld
355
Susteren
Product
692
Maastricht-B'veld
Stein
Slib d.s.
26
7
9.556
2.688
5.254
1.478
504 10.292
3.405
9
508
21
73
2
2.936
336
96
Venlo (incl. VNR, GNN, MLE)
4.899
12.346
3.259
Venray
1.020
Weert
1.348
Wijlre (incl. SMP)
1.070
4.513
1.896
5.877
9.452
408
217
6
9.469
285
994
26
1.512 8.805
18.043
483
72
2
33
336
3.115
1.560 1.702
50
34.159
978
53.920
1.173
3.818
85
185
110
4
58.244
1.856
611
20
73.573
2.367
85.066
2.047
948
20
72
2
21.529
848
23.113
882
Centrale slibverwerking: Abdissenbosch (KFF + RMB) Totaal rwzi
26.989
746
180
0
0
30.408
7.796
0
0
42.203
11.068
5.877
1.560
0
0
10.292
9.452
3.405
3.115
948
20
0
0
0
0
66.819
1.896
8.805
336
Tabel 7 Slibafvoergegevens Afvoer als Slibproductie ontw. slib
Ontwaterd slib naar Drogers-intern / tijd. opsl.
Uit rwzi
VNL Wessem
RWE power AG (Duitsland)
SNB Moerdijk
SST
Slib d.s. Product
Slib d.s.
Product
Slib d.s.
Product
Slib d.s.
Product
Slib d.s.
Gennep Heerlen Hoensbroek (incl.HRL)
6.337
64
17
4.624
1.192
19.792
5.128
1.158
226
48
4.716
1.012
768
164
3.631
430
108
11.512
2.903
2.454
619
4.065
26
7
9.556
2.688
4.894
1.377
17.684
5.601
336
96
11.455
3.161
5.877
1.560
39.700
10.545
5.877
1.560
Kerkrade Maastricht-B'veld Maastricht-Heugem Maastricht-Limmel (incl. HGM) Meijel Panheel Rimburg Roermond Simpelveld Stein Susteren
4.690
Venlo
4.721
Venray Weert Wijlre (incl. SMP) Slibverwerking Abdissenbosch Totaal rwzi
24.601
746
180
0
0
48.092
13.397
0
0
Tabel 7 Slibafvoergegevens Afvoer als Gedroogd slib naar Cementindustrie
Uit rwzi S.A. Cimenteries Lixhe Product
Slib d.s.
ENCI Product
Via Wessem
Slib d.s.
Product
Slib d.s.
Gennep Heerlen Hoensbroek (incl.HRL) Kerkrade Maastricht-B'veld Maastricht-Heugem Maastricht-Limmel (incl. HGM) Meijel Panheel Rimburg Roermond Simpelveld Stein Susteren
10.292
9.452
3.405
3.115
10.292
9.452
3.405
3.115
Venlo Venray Weert Wijlre (incl. SMP)
Totaal rwzi
0
0
Tabel 7 Slibafvoergegevens Afvoer als Nat slib naar Rwzi's / drogers te
Uit rwzi HNS Product
RRM
Slib d.s.
Product
BSS
Slib d.s.
Product
GNN
Slib d.s.
Product
SST
Slib d.s.
Product
VNL
Slib d.s.
Gennep Heerlen
9.826
Product
WLR
Slib d.s.
23.076
712
5.311
111
384
8
Product
LMM (indikking)
Slib d.s.
Product
Slib d.s.
295
Hoensbroek (incl.HRL) Kerkrade Maastricht-B'veld Maastricht-Heugem Maastricht-Limmel (incl. HGM)
217
6
Meijel Panheel
9.469
285
994
26
Rimburg Roermond
408
9
Simpelveld
508
21
73
2
Stein
8.805 18.043
483
72
2
1.702
50
34.159
978
53.920
1.173
3.818
85
1.512
33
72
2
21.529
848
23.113
882
336
Susteren Venlo Venray Weert Wijlre (incl. SMP)
948
20
4.513
185
110
4
Slibverwerking Abdissenbosch
58.244
1.856
611
20
Totaal rwzi
73.573
2.367
85.066
2.047
948
20
0
0
0
0
66.819
1.896
8.805
336
Tabel 8 Zware metalen in het effluent in het jaar 2015 (na herberekening bij analyseresultaten kleiner dan de detectiegrens)
Gemiddelde concentratie zware metalen (Âľg/l )
Hoeveelheid zware metalen (kg /jaar )
totaal
Rwzi As
Cd
Cr
Cu
Hg
Ni
Pb
Zn
As
Cd
Cr
Cu
Hg
Ni
Pb
Zn
2015
Gennep
1,77
0,20
1,8
7,50
0,02
5,7
2,1
167,2
5,7
0,6
6,5
26,6
0,1
19,2
7,7
523,0
590
Heerlen
1,44
0,20
2,1
14,90
0,02
2,3
1,9
47,8
2,6
0,4
4,7
26,7
0,1
5,6
4,0
85,6
130
Hoensbroek
1,30
0,20
2,0
6,42
0,02
2,8
2,0
29,5
35,8
5,3
52,9
179,8
0,5
80,6
52,9
780,9
1.189
Kerkrade
1,60
0,20
1,8
5,00
0,02
2,3
2,0
33,2
9,7
1,1
11,4
27,1
0,1
18,7
10,8
179,7
259
Maastricht-B'veld
0,86
0,20
1,9
5,36
0,02
3,0
2,0
66,4
6,2
1,2
12,2
33,3
0,1
17,4
11,6
386,0
468
Maastricht-Heugem
1,31
0,20
2,0
5,00
0,02
3,0
2,0
29,7
5,4
0,7
7,5
18,6
0,1
11,2
7,5
110,9
162
Maastricht-Limmel
0,94
0,20
1,8
5,00
0,02
3,9
2,0
35,2
13,7
2,3
22,6
56,3
0,2
52,9
22,5
396,8
567
Meijel
1,15
0,20
2,0
8,27
0,02
3,0
2,1
57,5
0,6
0,1
0,9
4,2
0,0
1,3
1,0
24,8
33
Panheel
1,82
0,20
2,6
7,58
0,02
2,5
2,0
42,4
5,1
0,6
8,0
23,5
0,1
8,6
5,6
117,8
169
Rimburg
1,94
0,20
2,3
5,44
0,02
19,0
1,7
71,3
6,5
0,7
8,3
20,7
0,1
63,9
7,4
239,9
347
Roermond
1,19
0,22
5,0
20,42
0,02
145,7
8,2
128,9
16,9
2,8
55,4
225,9
0,2
1.611,8
91,0
1.425,6
3.430
Simpelveld
1,89
0,20
2,0
5,20
0,02
2,7
1,7
71,0
3,2
0,3
3,4
11,0
0,0
6,0
3,7
119,9
147
Stein
1,35
0,20
1,8
5,00
0,02
3,8
2,0
44,5
4,5
0,6
6,2
15,2
0,1
12,8
6,1
135,0
180
Susteren
0,90
0,20
2,0
4,63
0,02
2,1
2,0
36,5
23,1
3,8
38,3
96,8
0,4
63,1
38,3
698,6
962
Venlo
1,84
0,20
4,6
5,60
0,02
36,3
2,0
59,5
41,3
4,2
100,3
126,6
0,4
768,0
42,4
1.259,5
2.343
Venray
1,05
0,20
1,9
4,51
0,02
6,9
2,0
43,2
5,7
0,9
9,2
26,4
0,1
31,7
8,9
192,5
275
Weert
1,43
0,20
2,5
6,05
0,02
15,0
1,9
71,7
10,0
1,3
18,1
43,3
0,1
96,3
13,1
459,3
641
Wijlre
1,52
0,20
2,0
6,91
0,02
4,3
2,5
41,7
9,3
1,1
12,4
41,9
0,1
23,7
15,1
231,0
335
205,3
27,9
378,3
1.003,9
2,8
2.892,9
349,7
7.366,5
12.227
11,4
1,6
21,0
55,8
0,2
160,7
19,4
409,2
Totaal Gemiddelde (gew.)
1,31
0,20
2,8
7,59
0,02
28,1
2,8
59,0
Gemiddelde (rek.)
1,40
0,20
2,3
7,16
0,02
14,7
2,3
59,8
Tabel 9 Zware metalen in het ingedikt slib in het jaar 2015 Concentratie zware metalen (mg/kg slib)
Hoeveelheid zware metalen (kg/jaar)
Totaal
Rwzi Slib ton d.s.
As
Cd
Cr
Cu
Hg
Ni
Pb
Zn
As
Cd
Cr
Cu
Hg
Ni
Pb
Zn
2015
Gennep
692
0,9
25,50
340
295
0,62
27
78
1.513
3,3
0,7
17,6
235,2
0,4
18,9
54,2
1.046,2
1.376
Heerlen
269
1,1
59,20
253
145
0,68
26
170
1.398
1,9
0,3
15,9
68,1
0,2
7,1
45,7
375,7
515
4.239
0,7
30,58
129
156
0,41
19
83
917
22,6
2,9
129,7
548,3
1,7
82,0
351,9
3.886,1
5.025
955
0,6
27,36
103
89
0,27
17
68
566
4,4
0,5
26,1
98,6
0,3
16,0
64,9
540,1
751
Maastricht-B'veld
1.265
0,5
15,33
111
137
0,51
13
75
1.369
5,1
0,6
19,4
139,9
0,6
16,6
95,3
1.732,3
2.010
Maastricht-Heugem
1.234
1,3
20,50
114
131
0,77
13
85
1.101
5,7
1,6
25,3
140,3
1,0
16,1
104,5
1.357,9
1.652
Maastricht-Limmel
2.815
1,1
25,67
136
130
0,50
25
84
1.135
14,0
3,1
72,3
383,5
1,4
70,4
237,4
3.195,0
3.977
Meijel
114
0,7
19,08
265
211
0,56
17
93
1.410
0,6
0,1
2,2
30,1
0,1
1,9
10,6
160,2
206
Panheel
284
1,4
35,58
768
660
0,57
25
130
1.933
2,5
0,4
10,1
217,6
0,2
7,2
36,8
548,2
823
Rimburg
1.002
0,4
25,08
105
98
0,33
16
69
400
5,8
0,4
25,1
105,4
0,3
16,1
69,0
400,9
623
Roermond
4.230
0,4
57,17
553
284
0,85
87
61
953
18,9
1,7
241,8
2.340,5
3,6
368,0
256,6
4.028,8
7.260
Simpelveld
355
0,4
19,75
99
119
0,29
13
54
618
1,7
0,1
7,0
34,9
0,1
4,7
19,1
219,3
287
Stein
504
1,2
34,17
156
151
0,47
28
91
1.208
2,2
0,6
17,2
78,9
0,2
14,1
45,7
609,3
768
Susteren
2.936
2,6
28,92
223
224
0,47
25
77
980
12,8
7,7
84,9
655,8
1,4
72,9
227,1
2.877,5
3.940
Venlo
3.073
0,8
121,33
466
348
0,57
118
151
1.298
18,5
2,4
372,8
1.431,5
1,8
363,4
465,3
3.989,7
6.645
Venray
1.020
0,8
28,83
628
500
0,55
25
88
1.325
6,4
0,8
29,4
640,3
0,6
25,4
89,6
1.352,1
2.145
Weert
1.348
1,7
70,67
293
266
0,91
41
97
1.578
5,7
2,3
95,3
395,5
1,2
55,2
131,3
2.127,9
2.814
Wijlre
715
0,6
31,75
111
124
0,53
23
76
878
4,7
0,4
22,7
79,2
0,4
16,5
54,7
627,8
806
27.050
4,8
0,93
44,0
276,6
0,53
42,7
83
1.025
131
25
1.190
7.483
14
1.156
2.255
27.717
39.972
Hoensbroek Kerkrade
Totaal / gemiddeld
Tabel 10 Totaal aan zware metalen (kg/jaar) in het jaar 2015 As
Cd
Cr
Cu
Hg
Ni
Pb
Zn
Totaal
Totaal
Rwzi Effl.
Slib
Effl.
Slib
Effl.
Slib
Effl.
Slib
Effl.
Slib
Effl.
Slib
Effl.
Slib
Effl.
Slib
Effl.
Slib
2015
Gennep
5,7
3,3
0,6
0,7
6,5
17,6
26,6
235,2
0,1
0,4
19,2
18,9
7,7
54,2
523,0
1.046,2
590
1.376
1.966
Heerlen
2,6
1,9
0,4
0,3
4,7
15,9
26,7
68,1
0,1
0,2
5,6
7,1
4,0
45,7
85,6
375,7
130
515
645
35,8
22,6
5,3
2,9
52,9
129,7
179,8
548,3
0,5
1,7
80,6
82,0
52,9
351,9
780,9
3.886,1
1.189
5.025
6.214
Kerkrade
9,7
4,4
1,1
0,5
11,4
26,1
27,1
98,6
0,1
0,3
18,7
16,0
10,8
64,9
179,7
540,1
259
751
1.009
Maastricht- B'veld
6,2
5,1
1,2
0,6
12,2
19,4
33,3
139,9
0,1
0,6
17,4
16,6
11,6
95,3
386,0
1.732,3
468
2.010
2.478
Maastricht- Heugem
5,4
5,7
0,7
1,6
7,5
25,3
18,6
140,3
0,1
1,0
11,2
16,1
7,5
104,5
110,9
1.357,9
162
1.652
1.814
Maastricht- Limmel
13,7
14,0
2,3
3,1
22,6
72,3
56,3
383,5
0,2
1,4
52,9
70,4
22,5
237,4
396,8
3.195,0
567
3.977
4.544
Meijel
0,6
0,6
0,1
0,1
0,9
2,2
4,2
30,1
0,0
0,1
1,3
1,9
1,0
10,6
24,8
160,2
33
206
239
Panheel
5,1
2,5
0,6
0,4
8,0
10,1
23,5
217,6
0,1
0,2
8,6
7,2
5,6
36,8
117,8
548,2
169
823
992
Rimburg
6,5
5,8
0,7
0,4
8,3
25,1
20,7
105,4
0,1
0,3
63,9
16,1
7,4
69,0
239,9
400,9
347
623
970
Roermond
16,9
18,9
2,8
1,7
55,4
241,8
225,9 2.340,5
0,2
3,6 1.611,8
368,0
91,0
256,6 1.425,6
4.028,8
3.430
7.260
10.689
Simpelveld
3,2
1,7
0,3
0,1
3,4
7,0
11,0
34,9
0,0
0,1
6,0
4,7
3,7
19,1
119,9
219,3
147
287
434
Stein
4,5
2,2
0,6
0,6
6,2
17,2
15,2
78,9
0,1
0,2
12,8
14,1
6,1
45,7
135,0
609,3
180
768
949
Susteren
23,1
12,8
3,8
7,7
38,3
84,9
96,8
655,8
0,4
1,4
63,1
72,9
38,3
227,1
698,6
2.877,5
962
3.940
4.902
Venlo
41,3
18,5
4,2
2,4 100,3
372,8
126,6 1.431,5
0,4
1,8
768,0
363,4
42,4
465,3 1.259,5
3.989,7
2.343
6.645
8.988
Venray
5,7
6,4
0,9
0,8
9,2
29,4
26,4
640,3
0,1
0,6
31,7
25,4
8,9
89,6
192,5
1.352,1
275
2.145
2.420
Weert
10,0
5,7
1,3
2,3
18,1
95,3
43,3
395,5
0,1
1,2
96,3
55,2
13,1
131,3
459,3
2.127,9
641
2.814
3.456
Wijlre
9,3
4,7
1,1
0,4
12,4
22,7
41,9
79,2
0,1
0,4
23,7
16,5
15,1
54,7
231,0
627,8
335
806
1.141
Totaal effl. c.q. slib
205,3 131,0
27,9
25,0 378,3 1.189,6 1.003,9 7.483,2
2,8
12.227 39.971,5
52.036,8
Totaal per metaal
336
Hoensbroek
53
1.568
8.487
17
14,4 2.892,9 1.156,3 349,7 2.255,2 7.366,5 27.716,8 4.049
2.605
35.083
52.199
52.037
Tabel 11 Energiehoeveelheden in 2015
Biogas
Inkoop Elektra
Aardgas
HBO
Productie
Nuttig verbruik
kWh/jaar
m3/ jaar
l/jaar
m3/ jaar
m3/ jaar
Totaal primair energieverbruik [GJ]
Aandeel duurzaam opgewekt
Elektra
Aardgas
Rioolgas
%
kWh/jaar
m3/ jaar
m3/ jaar
Primair energieverbruik
Verbruik beluchting
TZV verw. (rwzi)
Beluchting [GJ]
Rwzi
Abdissenbosch
Per ton TZV
Totaal
verw.(rwzi)
Beluchting totaal
Per ton TZV
Ton/ jaar
verw.(bel.)
66.717
473
615
Gennep
1.286.117
5.582
11.752
280
0%
810.671
7.296
174
42
Heerlen
302.542
2.723
111
0%
81.146
730
30
25
78.574
433
0%
6.498.524
58.487
322
181
16.879
242
0%
1.684.774
15.163
217
70
Hoensbroek
8.730.267
53
Kerkrade
1.875.423
Maastricht- B'veld
2.498.566
5.277
22.654
277
0%
1.866.596
16.799
205
82
Maastricht- Heugem
1.772.895
2.050
16.021
421
0%
1.166.236
10.496
276
38
Maastricht- Limmel
2.633.417
4.552
43.674
359
45%
1.422.138
12.799
105
122
2.001
253
0%
160.060
1.441
182
8
7.151
228
53%
0
4.631
148
31
13.138
237
0%
1.046.464
9.418
170
55
58.026
229
34%
2.253.770
20.284
80
253
4.194
319
0%
102.291
921
70
13
5.389
182
30
911.547
851.040
Meijel
222.384
Panheel
217.821
45.131
Rimburg/Abd.bosch
1.452.217
2.136
Roermond
3.746.945
147.325
Simpelveld
456.936
2.580
Stein
274.611
14.545
277.431
277.431
9.396
318
69%
0
Susteren
6.699.020
950
1.288.046
1.129.931
86.649
400
30%
3.165.440
28.489
131
217
Venlo
8.806.607
23.030
2.302.140
2.288.325
133.306
458
40%
6.975.697
62.781
216
291
921.683
2.311
437.139
437.139
18.554
309
55%
1.210.019
10.890
182
60
Weert
1.843.404
26.071
746.992
608.358
31.591
239
45%
1.802.616
16.224
123
132
Wijlre
350.330
47.320
506.910
479.922
15.833
277
71%
662.242
5.960
104
57
288.198
169
1.707
Venray
Rioolgemalen
44.157.902
Totaal rwzi's + rioolgemalen
50.007.772
Droger Susteren Primair [GJ]
1.151.633
161.486
842.938
5.849.870
Totaal rwzi's
Primair [GJ] rwzi's + gemalen
161.486
52.649 329.386
0
0
7.783.324
181.351
7.076.570
336
29%
625.379
366
26%
10.425
2.094.000
3.605.259
132.952
18.846
114.106
132.952
7.297
146.421
221.380
0%
572.730
450.070
38.530
164.884
30.908.684
45.827
367.801
278.178
1.450
8.570
0%
Totaal primair energieverbruik van een installatie [GJ/j] =(elektra : totaal kWh/j x 0,009) + (aardgas : totaal mÂł/j x 0,03165) + (HBO : totaal l/j x 0,0427) + (rioolgas : totaal mÂł/j x 0,0233); Opm.: Droger Susteren valt niet onder de meerjarenafspraak MJA3
Tabel 12
Aangevoerd influent (na correctie op uitschieters) en effluent , verwijderingspercentage vanaf 2011 t/m 2015 : TZV i.e. aangevoerd influent Rwzi
2011
2012
2013
2014
TZV i.e. effluent 2015
2011
2012
2013
Verwijderingspercentage
2014
2015
2011
2012
2013
2014
2015
Gennep
64.552
47.959
46.081
43.927
44.668
5.204
3.727
3.668
4.122
6.247
91,9
92,2
92,0
90,6
86,0
Heerlen
25.873
38.644
31.825
23.394
25.786
2.204
1.442
1.369
1.491
1.191
91,5
96,3
95,7
93,6
95,4
202.488
216.903
206.037
180.136
189.859
18.704
17.101
21.029
15.163
19.251
90,8
92,1
89,8
91,6
89,9
Kerkrade
48.577
61.279
69.807
65.527
70.067
3.312
3.347
3.041
3.885
4.066
93,2
94,5
95,6
94,1
94,2
Maastricht- B'veld
91.083
99.731
85.109
75.621
83.012
4.176
3.757
4.622
3.706
3.747
95,4
96,2
94,6
95,1
95,5
Maastricht- Heugem
55.884
60.857
56.866
41.394
39.866
3.625
4.737
5.609
4.727
4.212
93,5
92,2
90,1
88,6
89,4
Maastricht- Limmel
141.584
129.022
124.403
122.410
129.342
10.258
8.163
8.222
9.139
9.306
92,8
93,7
93,4
92,5
92,8
8.180
10.362
8.074
7.614
8.738
447
612
561
293
818
94,5
94,1
93,1
96,1
90,6
Panheel
36.966
34.847
32.761
36.143
35.580
4.685
3.339
3.306
3.821
5.121
87,3
90,4
89,9
89,4
85,6
Rimburg
48.603
49.595
42.678
48.664
53.205
3.247
2.367
2.184
2.541
3.558
93,3
95,2
94,9
94,8
93,3
Roermond
203.435
230.437
229.986
304.692
269.516
27.228
28.037
26.313
27.703
27.914
86,6
87,8
88,6
90,9
89,6
Simpelveld
11.592
10.681
10.640
12.616
12.828
1.244
1.294
1.173
1.118
1.270
89,3
87,9
89,0
91,1
90,1
Stein
40.398
37.026
31.956
32.346
33.385
4.314
3.864
3.949
3.113
3.792
89,3
89,6
87,6
90,4
88,6
Susteren
246.476
277.786
252.069
248.913
220.830
15.146
13.726
18.742
12.433
11.658
93,9
95,1
92,6
95,0
94,7
Venlo
267.676
276.136
239.788
297.125
305.858
17.749
19.844
16.609
24.205
23.060
93,4
92,8
93,1
91,9
92,5
67.151
67.695
62.486
67.817
60.579
7.818
5.205
4.909
5.352
4.717
88,4
92,3
92,1
92,1
92,2
Weert
135.434
136.587
127.324
136.720
132.001
16.951
12.658
14.796
10.525
9.143
87,5
90,7
88,4
92,3
93,1
Wijlre
53.658
58.934
46.899
57.665
60.080
3.288
4.518
4.202
3.550
5.434
93,9
92,3
91,0
93,8
91,0
Totaal (statistisch getoetst)
1.786.526 1.814.834 1.638.012 1.829.369 1.775.200
149.601
137.739
144.303
136.886
144.505
91,6
91,8
91,2
92,5
91,9
Totaal (alle meetresultaten)
1.847.913 1.905.036 1.693.827 1.876.652 1.851.746
149.601
149.601
144.303
136.886
144.505
91,9
92,1
91,5
92,7
92,2
Hoensbroek
Meijel
Venray
Tabel 13
Aangevoerd influent en effluent: gemiddelde vrachten (in kg/dag) vanaf 2011 t/m 2015: CZV
BZV
Aangevoerd influent Rwzi Gennep Heerlen
2011 7.333
2012 5.263
2013 4.915
2014 5.192
Effluent 2015 4.810
2011 476
2012 375
2013 343
Aangevoerd influent 2014 395
2015
2011
2012
2013
600
2.148
2.085
2.017
129
1.936
1.479
1.834 10.556
9.353
2014
Effluent 2015
2011 41
2012 36
2013 40
Aangevo 2014 44
2015
1.877
2.025
78
1.071
986
1.032
13
10
20
16
14
8.206
7.719
8.382
162
129
225
162
229
2.869
4.610
3.655
3.116
2.690
234
171
151
148
23.258
24.747
22.916
19.200
20.737
2.011
1.718
2.050
1.461
5.722
7.021
7.716
7.556
8.097
357
377
331
420
441
3.051
3.488
3.834
3.248
3.348
21
23
31
37
78
10.331
11.498
9.491
9.804
8.934
465
407
497
365
372
4.802
4.424
3.968
3.830
4.085
35
34
48
33
38
Maastricht- Heugem
6.299
6.454
6.227
4.447
3.818
352
368
332
345
337
2.599
2.328
2.059
1.942
1.606
25
25
41
38
42
Maastricht- Limmel
16.041
15.167
14.130
13.519
13.558
1.044
883
781
924
911
6.269
6.334
5.891
5.489
5.807
70
83
110
99
116
Hoensbroek Kerkrade Maastricht- B'veld
Meijel
1.053
938
1.131
800
914
44
65
46
28
65
437
520
414
356
426
3
6
6
3
9
Panheel
3.472
4.035
3.863
3.892
3.762
286
291
292
281
337
1.814
1.557
1.701
1.650
1.641
17
21
30
28
37
Rimburg
5.360
5.368
5.801
5.625
6.785
348
269
242
289
375
1.953
2.300
1.969
2.032
2.382
14
13
19
19
37
Roermond
23.707
22.776
26.643
34.508
31.534
2.481
2.623
2.464
2.563
2.602
9.816 10.540 10.800
149
191
231
219
228
Simpelveld
1.408
1.240
1.184
1.401
1.547
121
137
127
123
129
545
536
558
559
673
10
11
17
18
22
Stein
4.489
4.665
4.158
3.496
3.538
345
287
257
243
328
1.899
1.679
1.604
1.418
1.537
41
33
40
43
48
Susteren
27.527
28.116
35.690
28.269
25.541
1.630
1.451
1.944
1.239
1.242 11.240 13.757 12.707 10.745 11.420
109
105
252
112
142
Venlo
30.004
29.982
29.925
31.481
31.809
2.125
2.151
1.735
2.375
2.359 12.382 13.000 11.875 11.991 13.268
131
131
183
162
175
8.134
7.064
7.228
7.305
6.434
545
543
488
537
495
2.707
2.910
2.861
2.825
2.990
31
30
50
45
49
Weert
18.252
15.594
16.233
15.987
16.277
1.268
1.289
1.308
1.045
818
6.204
6.371
7.098
7.275
6.867
117
176
157
239
157
Wijlre
6.681
6.084
6.728
6.340
6.924
408
506
457
382
541
2.757
2.875
2.543
2.684
3.049
39
61
64
51
99
200.624 207.634 178.100
201.937
197.708 14.540 13.912 13.845 13.163 13.916 82.312 85.956 80.193 77.166 81.340
1.027
1.118
1.565
1.367
1.599
Venray
Totaal
9.013 10.959
Tabel 13-vervolg Tabel 13
Aangevoerd Aangevoerd influent influent enen effluent: effluent:gemiddelde gemiddelde vrachten vrachten (in(in kg/dag) kg/dag) vanaf vanaf 2011 2011 t/m t/m 2015: 2015: Kj-N CZV
Totaal-N
Aangevoerd Aangevoerd influent influent Rwzi Gennep Heerlen
2011 516
2012 489
2013 510
2014 522
Effluent 2015 531
2011 41
2012 40
2013 45
Aangevoerd influent 2014 49
2015 74
2011 520
2012 493
2013 513
2014 525
Effluent 2015
2011
2012
2013
Aangevoerd 2014
2015
518
86
71
78
69
141
329
280
259
263
258
14
10
12
16
11
335
283
262
264
260
141
120
134
145
122
2.058
2.104
1.941
1.878
2.065
164
184
242
178
231
2.116
2.152
1.988
1.895
2.095
300
314
339
230
342
Kerkrade
569
668
673
625
654
21
27
27
36
37
573
672
675
626
655
29
34
43
42
49
Maastricht- B'veld
898
843
839
857
859
38
38
40
42
42
905
848
843
859
861
57
52
53
55
65
Maastricht- Heugem
619
572
543
543
553
63
75
112
80
65
636
604
567
565
575
79
96
138
99
86
1.396
1.326
1.352
1.262
1.332
86
95
98
93
104
1.419
1.345
1.364
1.269
1.338
217
249
277
237
247
Hoensbroek
Maastricht- Limmel Meijel
82
92
86
81
87
4
6
8
4
13
82
92
86
81
87
11
16
21
8
21
Panheel
372
346
359
382
373
38
46
45
64
94
374
348
360
383
374
211
168
148
227
214
Rimburg
452
438
421
410
454
24
19
19
20
35
463
443
425
411
457
39
31
32
27
64
1.906
2.161
2.220
2.601
2.343
284
344
325
349
347
1.942
2.193
2.246
2.607
2.351
459
546
487
486
498
Simpelveld
125
126
129
140
135
14
12
11
10
14
128
129
131
141
136
73
69
78
78
77
Stein
358
345
350
335
322
103
64
73
49
53
362
350
354
339
324
182
185
190
199
176
Susteren
2.156
2.137
2.183
2.117
2.016
146
132
190
137
118
2.180
2.155
2.198
2.127
2.031
267
244
315
246
266
Venlo
2.615
2.732
2.564
3.145
3.348
167
170
194
241
254
2.652
2.771
2.586
3.159
3.372
354
459
397
568
605
701
701
717
725
717
44
52
54
58
47
706
705
713
727
718
129
106
98
108
97
Weert
1.092
1.098
1.027
1.061
1.077
124
144
174
137
137
1.138
1.107
1.037
1.066
1.072
325
365
357
276
370
Wijlre
465
506
489
507
540
25
37
38
33
60
477
519
497
512
547
263
290
287
256
282
16.708 16.966 16.663 17.452 17.664
1.399
1.493
1.709
1.597
1.733 17.009 17.209 16.847 17.553 17.771
3.225
3.417
3.473
3.354
3.725
Roermond
Venray
Totaal
Tabel 13-vervolg Tabel 13
Aangevoerd influent en effluent: gemiddelde vrachtenvrachten (in kg/dag) 2011 t/m 2011 2015:t/m 2015: Aangevoerd influent en effluent: gemiddelde (in vanaf kg/dag) vanaf Totaal-P CZV
Effluenthoeveelheid
Aangevoerd Aangevoerd influent influent Rwzi Gennep Heerlen
2011 72
2012 65
2013 60
2014 58
gemiddelde (m 3 /dag)
Effluent 2015 56
2011 46
2012 40
2013
2014
2015
33
36
25
2011 10.242
2012 10.041
2013 9.222
2014 9.251
2015 9.215
45
36
28
30
26
31
24
25
25
20
5.696
5.932
5.334
5.511
5.672
280
253
214
202
205
124
109
101
93
94
63.314
63.796
61.828
61.310
63.576
84
83
84
79
70
12
10
12
7
5
12.559
14.536
14.417
14.228
11.157
116
103
98
94
89
15
13
17
15
18
14.228
14.744
14.277
14.351
14.564
Maastricht- Heugem
83
74
67
60
56
30
29
26
24
24
17.129
17.129
15.168
14.536
14.763
Maastricht- Limmel
183
168
163
144
153
33
49
41
37
25
30.979
34.134
32.599
35.153
29.772
Meijel
13
15
14
11
12
6
8
8
6
4
1.387
1.511
1.410
1.447
1.402
Panheel
50
44
40
44
39
29
33
37
39
33
6.780
6.906
6.651
6.701
7.430
Rimburg
75
73
55
50
59
5
4
3
2
4
9.304
10.111
9.000
9.639
9.419
Roermond
265
343
273
298
279
48
43
41
37
28
42.999
40.846
39.186
41.107
39.095
Simpelveld
17
17
15
16
14
13
12
14
15
2
3.827
3.888
3.528
3.268
3.666
Stein
50
45
39
36
32
4
4
3
3
4
7.727
7.974
7.774
7.476
7.802
Susteren
358
326
290
277
234
37
31
52
20
24
50.182
54.059
53.399
53.447
53.634
Venlo
453
462
424
459
481
12
24
38
66
40
62.385
65.709
56.469
63.684
65.124
Venray
103
96
89
88
80
14
5
3
5
6
17.323
17.654
15.910
15.840
15.336
Weert
144
140
107
116
109
54
54
47
41
32
22.432
23.439
21.194
20.695
20.367
Wijlre
72
73
56
61
64
8
10
6
6
7
14.085
15.100
15.076
13.607
15.576
Totaal
2.464
2.416
2.115
2.121
2.057
523
503
507
476
394
392.579
407.510
382.442
391.253
387.570
Hoensbroek Kerkrade Maastricht- B'veld
Tabel 14
Geloosde effluenthoeveelheid ( in m 3 x10 3 /jaar ) vanaf 2011 t/m 2015: Rwzi
2011
2012
2013
2014
2015
Gennep
3.728
3.675
3.366
3.377
3.363
Heerlen
2.079
2.171
1.947
2.011
891
Hoensbroek
23.110
23.349
22.567
22.378
23.205
Kerkrade
4.559
5.320
5.262
5.193
5.430
Maastricht- B'veld
5.193
5.396
5.211
5.238
5.316
Maastricht- Heugem
6.064
6.269
5.536
5.306
5.389
Maastricht- Limmel
11.307
12.493
11.899
12.831
10.867
505
553
515
528
512
Panheel
2.427
2.528
2.427
2.446
2.712
Rimburg
3.396
3.701
3.222
3.518
3.429
Roermond
15.695
14.950
14.303
15.004
14.270
Simpelveld
1.397
1.423
1.260
1.193
1.338
Stein
2.744
2.911
2.838
2.729
2.848
Susteren
18.266
19.785
19.490
19.508
19.576
Venlo
22.770
24.049
20.611
23.245
23.770
Venray
6.323
6.461
5.791
5.782
5.598
Weert
8.076
8.579
7.736
7.492
7.434
Wijlre
5.141
5.527
5.367
4.967
5.685
Totaal
142.780
149.141
139.349
142.745
144.346
Meijel
Tabel 15
Productie van zuiveringsslib vanaf 2011 t/m 2015: Productie ( ton slib d.s./ jaar.) Rwzi
2011
2012
2013
2014
2015
Gennep
813
818
661
718
692
Heerlen
653
544
477
472
269
Hoensbroek
4.460
4.383
5.032
4.353
4.239
Kerkrade
1.084
975
994
1.015
955
Maastricht- B'veld
1.537
1.452
1.259
1.347
1.265
Maastricht- Heugem
1.097
1.085
1.020
1.518
1.234
Maastricht- Limmel
2.909
2.846
2.834
2.738
2.815
Meijel
104
95
112
106
114
Panheel
359
364
317
269
284
Rimburg
891
965
854
820
1.002
Roermond
3.350
3.225
3.484
3.690
4.230
Simpelveld
365
346
429
311
355
Stein
579
547
491
459
504
Susteren
2.582
2.458
3.133
3.057
2.936
Venlo
5.639
4.907
3.335
3.256
3.073
916
984
1.085
1.146
1.020
1.285
1.382
1.247
1.153
1.348
789
746
1.011
827
715
27.950
26.692
27.776
27.256
27.050
Venray Weert Wijlre (incl. SMP) Totaal
Tabel 16
Afvoer van zware metalen via het slib en het effluent vanaf 2011 t/m 2015 ( in kg/jaar) : Slib Rwzi
2011
2012
2013
Effluent 2014
2015
2011
2012
2013
Totaal 2014
2015
2011
2012
2013
2014
2015
Gennep
1.317
1.461
1.151
1.225
1.376
405
226
232
220
590
1.722
1.687
1.383
1.444
1.966
Heerlen
1.164
689
581
462
515
222
119
337
121
130
1.387
808
918
583
645
Hoensbroek
7.634
17.296
7.575
5.157
5.025
1.707
6.840
2.381
931
1.189
9.341
24.136
9.956
6.087
6.214
Kerkrade
1.081
911
849
759
751
186
289
271
170
259
1.267
1.200
1.121
929
1.009
Maastricht- B'veld
1.992
1.827
1.504
1.684
2.010
362
249
256
297
468
2.354
2.076
1.760
1.982
2.478
Maastricht- Heugem
1.353
1.192
1.205
2.039
1.652
131
138
138
252
162
1.484
1.329
1.342
2.291
1.814
Maastricht- Limmel
3.712
3.464
3.657
3.330
3.977
1.082
880
597
677
567
4.794
4.344
4.255
4.007
4.544
Meijel
138
136
169
147
206
26
34
39
25
33
164
170
208
171
239
Panheel
771
810
814
686
823
186
244
346
176
169
957
1.054
1.160
862
992
Rimburg
789
745
698
534
623
220
190
225
228
347
1.009
935
923
762
970
4.700
4.264
4.011
3.778
7.260
1.463
2.111
2.155
1.536
3.430
6.163
6.376
6.166
5.314
10.689
310
348
621
299
287
109
85
82
134
147
419
433
703
433
434
Stein
1.031
1.093
820
689
768
553
233
322
359
180
1.584
1.326
1.142
1.048
949
Susteren
3.574
3.127
4.267
3.931
3.940
773
811
1.044
913
962
4.347
3.938
5.311
4.845
4.902
10.976
10.218
6.992
5.804
6.645
2.724
2.651
2.809
2.348
2.343
13.700
12.869
9.800
8.152
8.988
Venray
1.954
2.032
2.106
2.026
2.145
357
242
286
253
275
2.311
2.273
2.391
2.279
2.420
Weert
2.712
3.254
3.248
2.162
2.814
990
945
1.396
469
641
3.702
4.199
4.644
2.631
3.456
Wijlre
743
773
668
877
806
148
311
222
142
335
891
1.084
890
1.019
1.141
Totaal
44.288
53.640
40.937
33.549
39.972
11.646
16.598
13.138
9.252
12.227
44.288
70.238
54.075
42.549
52.037
Roermond Simpelveld
Venlo
Tabel 16 (vervolg )
Overzicht concentraties zware metalen in het slib en het effluent vanaf 2005 t/m 2015 (in mg/kg resp. µg/l ) : Slib ( mg/kg ) Jaar
As
Cd
Cr
Cu
Hg
Effluent ( µg/l ) Ni
Pb
Zn
som
As
Cd
Cr
Cu
Hg
Ni
Pb
Zn
som
2005
3,64
0,77
71,1
263,1
0,70
64,9
223
1.029
1.655
0,35
0,04
2,92
10,12
0,06
15,62
1,84
67,18
98,13
2006
3,75
2,10
58,1
264,3
0,78
56,5
160
1.145
1.690
0,84
0,05
5,47
5,29
0,03
12,20
1,01
58,35
83,24
2007
4,09
2,09
59,8
287,0
0,81
65,2
211
1.158
1.788
0,94
0,05
3,76
4,85
0,03
12,39
1,39
60,75
84,16
2008
4,58
2,15
57,0
271,6
0,82
55,5
185
1.062
1.639
1,06
0,05
2,53
7,19
0,03
14,14
2,06
74,56 101,62
2009
3,91
2,09
59,9
282,4
0,81
51,2
205
1.047
1.652
0,99
0,04
2,75
5,55
0,04
13,03
1,59
63,02
87,02
2010
3,59
2,06
50,7
268,8
0,56
45,4
179
1.019
1.569
1,23
0,03
2,55
4,87
0,04
7,76
1,13
56,01
73,64
2011
3,77
2,03
43,7
267,9
0,58
43,9
181
1.042
1.585
0,83
0,03
2,17
4,70
0,05
13,05
0,85
57,18
78,85
2012
3,71
2,03
51,5
271,6
0,70
41,5
181
1.400
1.952
0,68
0,02
2,20
4,79
0,03
6,41
0,79
73,10
88,03
2013
4,31
1,48
47,5
252,2
0,49
48,3
127
1.032
1.514
1,91
0,59
3,57
6,37
0,03
9,87
2,90
61,59
86,84
2014
5,00
0,66
36,4
213,7
0,47
36,6
92
846
1.231
1,52
0,33
2,88
4,97
0,02
18,35
3,04
49,03
80,15