instapklas parcivalschool

Page 1

Instapklas Vrije School Parcival

1


Inleiding De instapklas is onderdeel van de Vrije School Parcival. Sinds 2004 een veilige haven binnen de school, waar plaats is voor maximaal negen kinderen met een verstandelijke handicap en van waaruit zij -naar hun individuele kunnenintegreren in de rest van de school. Kleinschalig zml-onderwijs, midden in een kleine zelfstandige school voor regulier basisonderwijs. Wat voor personeel, ouders en leerlingen van de Vrije School Parcival vanzelfsprekend is geworden, is dat niet voor de buitenwereld. Er is veel onduidelijkheid over wat die instapklas nou precies is. Instapklassen als de onze zijn –vooralsnog- een zeldzaamheid. Dit boekje is samengesteld door een groep betrokken ouders en het is bedoeld om onduidelijkheid over de instapklas weg te nemen. Het vertelt het verhaal van de mensen rond de instapklas. Hun boodschap is eenduidig: de instapklas past in het onderwijs van vandaag. Het past voor ouders, voor leerkrachten, voor onze kinderen. Uit alle verhalen samen rijst een beeld van een kwetsbare groep kinderen, die in de instapklas een plek gevonden hebben waar zij zich welkom weten en van waaruit zij ook zelf de school met hun aanwezigheid verrijken. Met dit boekje willen wij anderen enthousiast maken voor initiatieven als onze instapklas, omdat wij geloven dat dit de toekomst is. Kinderen met een verstandelijke handicap verdienen een afgebakende plek Ên contact met de samenleving. Instapklassen in scholen voorzien in die behoefte. Wij hopen dat dit boekje verhelderend werkt en dat eruit spreekt hoe trots wij zijn op wat met hard werken is bereikt: de instapklas.

2

3


we alle lichaamsdelen even voelen, de zogenaamde bodyscan. De kinderen worden hierdoor wakker en alert. We klappen de dag en de datum en kijken naar het pictobord. Wat gaan we allemaal doen en wanneer? Er zijn vaste activiteiten als werken aan de tafel, buiten spelen, eten en toiletgang en wisselende activiteiten die bij een bepaalde dag horen als schilderen, muziek, euritmie, gymnastiek en extra taal en leesoefeningen. Ook staan de integratiemomenten aangegeven. De benadering en het aanbod van leer- en ontwikkelingsstof is toegesneden op de kinderen van de instapklas die een cluster 3 indicatie hebben. Dat betekent zorg voor een veilige sfeer en een aanbod op maat. Voor alle ontwikkelingsgebieden zijn leerlijnen uitgezet waarop ieder kind op zijn of haar niveau stapjes kan zetten met als doel een zo groot mogelijke ontwikkeling van de sociale redzaamheid. In de instapklas kan een groepje kinderen met verschillende maar ook vaak overeenkomstige beperkingen en mogelijkheden op groepsniveau benaderd worden. Er wordt zowel met individuele als met groepshandelingsplannen gewerkt. Ook is er een leerlijn integratie. Om een indruk te geven van de sfeer en gang van zaken in de praktijk volgen hieronder wat korte schetsen.

Zorg voor een veilige sfeer en een aanbod op maat. Door Joop van der Sluis, meester in de instapklas Eén voor één komen de kinderen binnendruppelen. Aaron, Sven, Charlotte, Elise, Stijn en Lotte. Ik sta in de deuropening en verwelkom de kinderen. Ik voel koude handen, warme handen, allemaal verschillend. Even een kus geven aan mama voor ze gaat en zwaaien naar de chauffeur…tot vanmiddag! We zijn in de klas. Ook groeten de kinderen elkaar en worden er stevige knuffels uitgedeeld. Kom kinderen, ook weer los! Hoe doe je dat, begroeten? Er zijn vele manieren. Wat is fijn? De kinderen kiezen na de begroeting een speelactiviteit uit op het fotobord met speelkaartjes. De picto’s op het dagritmebord hangen al klaar. We gaan in de kring. Eerst even een praatje. Zijn er bijzonderheden? Dan pak ik het belletje. Recht zitten, benen op de grond en ik zing: “Hé, Sven ben jij op school?”. Dit moment van orde vinden de kinderen heerlijk. Iedereen wordt persoonlijk toegezongen en er is bevestiging: Ja, meester ik ben op school! Ook klinkt het Goedemorgenlied waarbij 4

Na de kring gaan we individueel werken aan tafel. De kinderen mogen hun werk zelf pakken uit hun werkbakjeskast met vijf bakjes met ontwikkelingsmateriaal voor lezen, rekenen, schrijven, puzzelen en knutselen. De inhoud is bepaald aan de hand van het thema en het handelingsplan. Op het leerlingpictobordje staat de werkvolgorde aangegeven. De kinderen leren op deze manier zelfstandig aan de slag te gaan. Juf en meester lopen rond om te kijken waar instructie of hulp nodig is of niet. Elk kind doet wat anders. Een ieder op eigen niveau. Omdat de groep niet groot is kunnen de kinderen goed geobserveerd worden en is de begeleiding optimaal. Vorderingen worden aangetekend en regelmatig bijgesteld in het digitale leerlingvolgsysteem. De kinderen vinden het fijn na de gezamenlijke kringactiviteit zelfstandig voor zichzelf bezig te zijn. Meestal is de sfeer rustig, stil en aandachtig. Na de werkles gaan we eerst pauzeren om daarna naar buiten te gaan. Stijn vertrekt al eerder uit de klas om mee te eten in de derde klas. Stijn heeft inmiddels geleerd zelfstandig naar de klas te lopen. Spelen op het plein doet Stijn het liefst met de jongens uit de eerste klas. In het begin werd Stijn door dit groepje jongens uitgelokt hen achterna te zitten en was er niet echt sprake van een positieve spelontwikkeling. Integratie en ontwikkeling verloopt niet altijd automatisch en tussenkomst van de leerkracht was nodig. In samenspraak met de meester van de eerste klas is gekeken naar nieuwe spelmogelijkheden. De jongens zijn heel inventief gebleken en hebben veel nieuwe leuke spelletjes ontdekt. Stijn wordt gevraagd mee te gaan voetballen of tikkertje te spelen. Stijn speelt volop en de omgang is meer genormaliseerd. Voortdurend is er sprake van nieuwe ontwikkelingen in de sociale structuur en in het samenspel. Het is belangrijk hier 5


als leerkracht steeds op in te spelen en te kijken naar de mogelijkheden. Charlotte wil eerst bij de meisjes van de derde op de schommels kijken. Wat doen ze daar? Mag dat? Wie ben jij? Waar woon jij? Mag ik bij je spelen? Vind je me lief? Charlotte gaat iedere woensdag integreren in klas 1 (groep 3). Ze eet en drinkt samen met de andere kinderen en gaat daarna met hen mee naar buiten om op het plein te spelen. Voor Charlotte een eerste opstap naar de leerlijn van de integratie. Spannend maar ook een mooie uitdaging! Sven staat op het kleine muurtje van het plein en zwaait met zijn armen en springt naar beneden. Hij is ‘Misterio’, en een paar kinderen uit de andere klassen doen met hem mee. Even stoeien. Ja, Sven is stoer! Sven heeft tijdens een gezamenlijke schoolviering van het Michaelsfeest de draak verslagen! Sven is ook bij de meeste ouders bekend. Op donderdag bakt hij met juf lekkere koekjes of muffins die hij op vrijdag in de ouderhal verkoopt aan ouders voor bij de koffie. Sven heeft al heel wat geld verdiend voor keukenmaterialen voor de instapklas. Veel moeders zijn vaste klant. De juf van de derde klas luidt de bel en de kinderen uit die klas rennen naar de rij. Ze gaan klappen en stampen en Aaron rent er naar toe om te kijken en mee te klappen. Dat gaat goed! 1, 2, 3, 4, klap klap stamp stamp! Dan is het weer voorbij en kinderen roepen: ‘Dag Aaron!’ ‘Dag’, zegt Aaron zachtjes terug. Hij rent weer naar meester. ‘Ja, Aaron, we gaan samen nog even op de driewieler rijden.’ Aaron: ‘Nee!’ ‘Jawel .. Aaron stap maar op.’ Samen rijden we een rondje waarbij Aaron een glimlach op zijn gezicht tovert. Meester Joop moet zich wel aan het handelingsplan houden waarin staat dat Aaron twee à driemaal in de week even het trappen op de driewieler oefent. Gelukkig dat we er allebei plezier in hebben. Meester Ger van de eerste klas gaat ook naar binnen. Ach…nu moet Stijn afscheid nemen van zijn speelvriendjes maar gelukkig zijn ze er morgen weer en kan Stijn nog even met Elise uit zijn eigen instapklas spelen. Samen lekker liggen in de grote schommel. Meester Ger roept nog even naar Aaron en Sven: ‘Tot straks jongens.’ Aaron en Sven gaan deze ochtend naar de muziekles in de eerste klas. Ze lopen er al zelfstandig naar toe en komen vaak nog zingend en marcherend terug. Elise doet mee aan de schilderles in de vierde klas. ‘Gaat het goed Elise? Kun je er zelf naar toe lopen?’ ‘Ja hoor! Tot straks!’ Elise wuift en lacht lief als ze op weg gaat naar de vierde klas. Het is een grote klas en Elise moet goed opletten. Gelukkig wordt ze ook een beetje op weg geholpen door andere kinderen. Verder doet ze goed mee. Ze is het gewend. Na de schilderles komt ze weer terug naar de instapklas. Ze laat trots haar schildering zien Mooi! Als het tijd is om te gaan eten en de kinderen net klaar zijn met hun taakjes voor het tafeldekken, wordt er op de deur geklopt. Het zijn de meiden van de zesde klas die vragen of ze na het eten weer mogen optreden met hun groep Boogie. Bijna iedere week komen de meiden met twee jongens uit de zesde en 6

leren de kinderen uit de instapklas de liedjes en danspasjes van K3. Meester Joop probeert het ook maar is: ‘Niet door!’ . ‘Mama se mama sa…‘ De kinderen van de instapklas genieten en zijn vol aandacht. De meester heeft het nakijken. Wat leren de kinderen veel van elkaar. Als vanzelf wordt er naar de grote meiden en jongens geluisterd, met hen gemusiceerd en gedanst. Lotte is ‘s ochtends in de instapklas en integreert ‘s middags in de derde klas. Lotte is helemaal aan gewend aan de structuur en volgt die vanzelfsprekend. Ze profiteert volop van de rust en individuele aandacht die geboden kunnen worden in de instapklas en daarnaast ontwikkelt ze haar sociale contacten en zelfredzaamheid door te integreren in de derde klas. Lotte gedraagt zich zelfverzekerd. De individuele aandacht in de instapklas tezamen met de integratie in de derde klas dragen hieraan bij. Ook buiten school werkt het steunend wanneer in school al geleerd is met verschillende kinderen om te gaan. Dat geldt voor alle kinderen. Wel wordt Lotte in de middag een beetje gemist in de instapklas. Gelukkig komen op vrijdagmiddag altijd twee leerlingen uit de vijfde klas de kinderen helpen bij een werkje of doen mee met een spel naar keuze. De instapkinderen vinden het heerlijk wanneer ze komen helpen. De vijfdeklassers maken er bijna ruzie om wie er weer aan de beurt is naar de instapklas te gaan. Ook zij leren veel! Leren van kinderen die anders zijn. Over en weer! Allemaal zijn we anders en wat een rijkdom elkaar te leren kennen en aan te vullen. Instapklas …..ideaal en passend! 7


Ze kreeg af en toe hulp van een remedial teacher om haar te stimuleren in haar ontwikkeling. Verder draaide ze gewoon mee met haar klasgenoten. Na twee en een half jaar kleuteren ging Lotte naar de eerste klas (groep 3). Ze maakte echt deel uit van de klas en ze heeft een begin gemaakt met leren lezen, schrijven en rekenen. Een paar keer per week kreeg ze individuele begeleiding, gefinancierd uit de rugzak. Dit was een goede uitgangspositie om ook de tweede klas (groep 4) op dezelfde ingeslagen weg verder te gaan. Wel werd het voor Lotje steeds moeilijker om het niveau van de klas bij te houden. Ze kreeg meer en meer haar eigen taken en kwam op een eilandje binnen de klas te zitten. Overigens bleef ze altijd met ontzettend veel plezier naar school en haar klas gaan. Na veel overleg met de ambulant begeleidster, de juf en de intern begeleidster hebben we de keuze gemaakt om in het nieuwe schooljaar Lotje mee te laten draaien in de instapklas en van daaruit haar integratiemomenten te hebben in haar oude klas (inmiddels klas 3 / groep 5). Voor ons is dit ook een reële afspiegeling van hoe Lotte in het dagelijks leven functioneert: ze draait zo normaal mogelijk mee binnen ons gezin, gaat naar haar balletklasje en heeft haar zwemdiploma gehaald, maar ze heeft daar wel speciale of extra aandacht bij nodig. Op school krijgt ze dit in de vorm van de instapklas en daarnaast draait ze gewoon mee met de rest van de school. Doordat ze deel uitmaakt van een gewone basisschool zien we ook dat ze veel leert van de andere kinderen om haar heen, imiteren kan ze namelijk als de beste. Dit komt bijvoorbeeld ten goede aan het beter leren praten, waardoor ze zich beter verstaanbaar kan maken, maar we zien het ook bij andere -wellicht simpelezaken als stilzitten en luisteren. Daarom past deze omgeving zo goed bij haar.

Lotje gaat elke dag met ontzettend veel plezier naar school. Door Leontine Penterman en Remco Boonstra, ouders van Lotte uit de instapklas Onze dochter Lotte is een pittig, vrolijk en bijdehand meisje van negen jaar, met het syndroom van Down. Lotje is geworden wie ze is, mede door de Vrije School Parcival. In de manier van lesgeven op deze school klinken rust, ritme en regelmaat door, voor Lotte heel belangrijk. De kinderen wordt enthousiasme om te leren bijgebracht, en om te luisteren en open te staan voor anderen. De leraren geven met toewijding les. Wij wisten weinig van de vrijeschool. Toen we voor de schoolkeuze kwamen te staan, zijn wij bij meerdere soorten scholen geweest binnen het basisonderwijs (katholiek en openbaar), de vrijeschool en ook het zmlk-onderwijs. De sfeer op de Vrije School Parcival en de mogelijkheid van het instapklasje overtuigde ons ervan dat dit de perfecte school voor Lotje zou zijn. Lotje begon als vierjarige in de kleuterklas. Al snel vond ze haar draai en ze doorliep de kleuterjaren zonder al te veel strubbelingen. 8

Het was voor ons best even slikken toen we hoorden dat Lotte haar oude klas moest verruilen voor de instapklas. De afgelopen jaren hadden we eigenlijk weinig te maken met de instapklas, en het leek voor Lotte toch een stap terug. Na zelf een keer te hebben meegekeken in de instapklas waren we onder de indruk van wat we daar zagen. De leerkrachten en de klassenbegeleiders hebben samen met de intern begeleidster de juiste vorm en structuur gevonden om de kinderen zich zo goed mogelijk te laten ontplooien. Lotte is op haar plaats in de instapklas, mét haar integratiemomenten in haar oude klas. En er komen ook leerlingen van de reguliere klassen met haar lezen in de instapklas. Wij vinden het geweldig dat er ook integratie vanuit de andere richting plaatsvindt. Vrijeschool-onderwijs met elementen uit het zmlk-onderwijs is voor onze dochter de optimale combinatie. Als Lotje op een school had gezeten zonder instapklas, dan had ze nu al moeten afhaken in de gewone klas en naar een zmlk-school zijn gegaan. Nu krijgt ze, door het instapklasje, toch passend onderwijs, op haar bekende school. In deze vertrouwde omgeving heeft ze vriendschappen gesloten en maakt ze geregeld speelafspraken. Dit sociale aspect zou veel moeilijker te realiseren zijn als ze buiten de regio op een zmlk-school zou zitten. Wij zijn er van overtuigd, dat -zowel voor het kind als de leraar- instapklassen uiteindelijk een grotere toegevoegde waarde hebben, 9


Wij zijn blij dat onze kinderen opgroeien in een school waar ‘anders zijn’ tot de dagelijkse realiteit hoort. dan volledige integratie binnen het basisonderwijs. De praktijk leert dat de meeste kinderen na de tweede of derde klas (groep 4/5) het niveau niet meer aankunnen en uit het regulier onderwijs verdwijnen naar zmlk-onderwijs. De instapklas biedt onze kinderen de zo nodige structuur en speciale expertise. De leraar in de gewone klas wordt niet overbelast en hoeft zich niet te verdiepen in andere lesstof. De instapklas is Lotte’s solide basis, van waaruit bekeken wordt met welke lessen ze kan meedraaien in haar oude klas, zonder haar, haar juf en haar oude klasgenootjes te veel te belasten, zodat het voor iedereen verrijkend kan zijn. Lotje gaat iedere dag met ontzettend veel plezier naar school, zelfs in de vakanties vraagt ze wanneer ze weer naar school mag. We hopen dat dit soort klassen in de nabije toekomst steeds meer vorm kunnen gaan krijgen, zodat kinderen als Lotte zoveel mogelijk kunnen integreren binnen het reguliere basisonderwijs, en daarmee ook een plek krijgen middenin de samenleving, in plaats van aan de rand. Passender onderwijs dan dit bestaat er volgens ons niet!

10

Door Maartje Oosterhof, moeder van drie leerlingen van de Vrije School Parcival De vrijeschool is een school waar je bewust voor kiest, dat geldt althans voor de meeste ouders. Oog voor kwaliteit is een van de aspecten die voor ons van doorslaggevend belang waren bij de keuze voor de vrijeschool. Kwaliteit van de materialen waar de kinderen mee werken, kwaliteit in de inrichting van de lokalen, kwaliteit in wat de kinderen maken en leren en kwaliteit in de manier waarop door het jaar heen met muziek en in beeld vorm gegeven wordt aan de jaarfeesten die elk seizoen met zich meebrengt. Toen onze kinderen begonnen op de Vrije School Parcival bestond de instapklas nog niet. Als we als ouders bij een jaarfeest aanwezig waren en er werd door de leerlingen gezongen, dan klonken de kinderstemmen zo zuiver en prachtig dat wij er kippenvel van kregen. Een aantal jaar later, de instapklas was inmiddels onderdeel van de school, was er iets veranderd tijdens het zingen. Met de heldere kinderstemmen klonken nu ook stemmen die vol hartstocht en uit volle borst wellicht iets minder zuiver zongen. De ontroering was er des te groter door: de overgave en oprechtheid waarmee de instappers hun lied ten gehore brachten, gaven de liedjes een schoonheid die boven het gewone uitsteeg. Wij zijn blij dat onze kinderen opgroeien in een school waar ‘anders zijn’ tot de dagelijkse realiteit hoort, en een volwaardige plaats krijgt. De instapklas scharen wij rechtstreeks onder het rijtje bijzondere en onmisbare kwaliteiten van de Vrije School Parcival.

11


We hebben een jaar lang gevochten om een instapklas op de Vrije School Parcival voor elkaar te krijgen.

Daarnaast vond ik het heerlijk om Sam en zijn zusje Juna, die een jaar jonger is, samen naar school te kunnen brengen. Ik kon het idee niet verkroppen dat Sam met een busje naar school zou gaan en dat ik Juna alleen naar school moest brengen. Dat ik geen contact met zijn school zou hebben en via een schriftje berichten zou moeten overbrengen. Van de zmlk-school hoorde ik dat alle kinderen met een busje gebracht worden en dat daardoor weinig ouders betrokken zijn bij zo’n school.

Sam heeft vanaf zijn derde jaar op de Vrije School Parcival gezeten, eerst bij de peuters, daarna bij de kleuters. Toen Sam zeven jaar was werd het tijd voor verandering en moesten we op zoek naar een andere school. Hij heeft cognitief niet zo’n hoog niveau en het was uitgesloten dat Sam zou doorstromen naar de eerste klas. We bezochten verschillende zmlk-scholen in Amsterdam en elke keer werd ik verdrietig bij het idee dat ik Sam daar naartoe moest brengen.

Van de Vrije School Parcival was ik juist gewend, dat de school mede dankzij de ouders draaiende werd gehouden. Ik heb dat altijd als heel prettig ervaren, als een klein dorp waar men elkaar ondersteunt en waar je vrienden maakt. Een vriendin uit Wijk bij Duurstede was bezig om voor haar zwaar gehandicapte dochter een instapklas te realiseren bij haar om de hoek. Ik was meteen enthousiast over dit plan en ik kreeg een ‘boost’ om hier ook iets mee te gaan doen. Mijn vriendin Lydia heeft een zoon, Joshi, die net als Sam met Downsyndroom geboren is. Samen hebben we, met een heel team van enthousiaste mensen van school en daarbuiten, een jaar lang gevochten om een instapklas op de Vrije School Parcival voor elkaar te krijgen. Het was het steeds erop of eronder, het was een boeiend en spannend proces, maar het is ons gelukt.

Niet dat het daar zo vreselijk was, want ik voelde heel veel warmte van de begeleiders, maar ik vond het zo jammer dat mensen zoals Sam weggestopt worden bij elkaar, waardoor er zo weinig contact is met de ‘gewone’ wereld. Van verschillende kanten hoorde ik ook dat ouders het zo waardevol vonden, dat Sam in de kleuterklas van hun kind zat, dat ze elkaar ‘bestoven’. Dat je zo klein al leert dat het leven vele vormen kent.

Het is nu bijna twee jaar geleden dat Sam, die nu dertien jaar is, van school moest veranderen omdat ook de instapklas voor hem te moeilijk was. Nu wordt hij door een busje naar een antroposofisch kinderdagopvang voor gehandicapten gebracht. Het is een perfecte plek voor Sam, maar elke keer als ik daar kom, mis ik de gewone wereld en huilt mijn hart een beetje.

12

13

Door Angéla Kramers, mede-oprichter van de instapklas en moeder van Sam, oud-leerling van de instapklas


Een kind als Elise biedt zonder terughoudendheid troost

De instappers zijn anders en dat maakt het zo bijzonder.

Door Laura en Thomas Jonker, ouders van Elise uit de instapklas

Door Nienke van Gemeren, leerling uit klas 4

Elise is negen jaar. Ze heeft het syndroom van Down. Elise is begonnen in de kleuterklas bij juffie Lonneke. Haar zus Jessie ging ook naar de Vrije School Parcival. Onze kinderen samen op één school, dat was voor ons perfect! Toen Elise in de instapklas begon was ze het enige meisje tussen zes jongens. Dat ging heel goed. Ze is bepaald niet op haar mondje gevallen en ze kon het al gauw heel goed vinden met Stijn, nog steeds zijn ze dikke vrienden.

Als de juf ziek is, ga ik naar de instapklas. Ik heb gezegd dat ik dat graag wil. Ik kan ook naar de zesde klas of naar de vijfde, maar ik kies voor de instapklas. Waarom? Ik heb daar allemaal vriendjes. Je hebt daar meester Joop en de juffen Leonie, Sylvia en Nicol. Ik vind hen heel aardig, zij gaan heel fijn met de instapklassers om. De sfeer is heel gezellig.

De verdeling tussen jongens en meisjes is nu meer in evenwicht: drie om drie. Met Elise gaat het heel goed in de klas. Ze kan goed picto lezen, leert letters en kan al bijna haar eigen naam schrijven. Wij zien haar elk jaar vooruit gaan. Ze gaat met heel veel plezier naar school. Elise kent heel veel kinderen uit andere klassen, ze weet zelfs hun namen. Het is heel leuk om te zien dat de andere kinderen heel spontaan en lief en zelfs oplettend naar Elise toe zijn. Dan komen ze naar ons toe om te zeggen dat ze bij Jessie in de klas is. Of ze houden haar in de gaten als ze er vandoor wil. Kinderen met Down zijn vaak heel gevoelig voor de gemoedstoestand van anderen. Een kind als Elise biedt zonder terughoudendheid troost en slaat haar armen om iemand heen als ze ziet dat diegene verdriet heeft. Sommige mensen zouden dat misschien gek of zelfs eng vinden, maar op onze school wordt het gewaardeerd.

Ik help de kinderen daar met tekenen en soms met lezen. Vooral donderdag is leuk, dan gaan zij koken en dan gaan wij het samen opeten! Ik voel mij daar heel erg op mijn gemak. Het is heel anders dan met mijn eigen klasgenoten. Niet dat ik mij in mijn eigen klas niet op mijn gemak voel, maar de instapklas is gewoon bijzonder. De instappers zijn anders en dat maakt het zo bijzonder. Ik leer met de instappers omgaan. Hoewel, veel gaat vanzelf. De instappers leren echt heel veel. Zij hebben een druk programma. Zij hebben zelfs een lange dag. Het mooie is dat dat op onze school kan. Zij horen erbij. De instappers, gewoon anders en zo moet het blijven.

Het gaat allemaal heel gemoedelijk. Wij zijn reuze blij dat Elise hier op school zit, met zo’n geweldige meester en juffies.

14

15


(zoals de luizenmama’s dat ook doen) zonder dat een ander verstoord wordt. Ondertussen zit Feline bovenin het speelhuis en laat de houten dieren vrolijk naar beneden glijden. En ik voel dat het klopt, daardoor stoort het niemand. Zij hebben me dubbel en dik geleerd hoe subtiel het innerlijke gemoed van de volwassene werkt op het kind. Op ieder kind! Kinderen zien meer van ons dan wij uiterlijk laten zien. Daar bewegen ze op mee, of daar vallen ze over. De nabootsing bij Zorra en Feline ligt in die zin nog explicieter dan veel ander kind. Het scherpt mijn groeien vanuit de vraag: hoe nabootsingswaardig ben ik? Want daarbinnen ligt het grote terrein van de veiligheid. Daarbinnen ligt ook een werkterrein: welke tonen laat ik bij me klinken zodat de kinderen zich veilig voelen.

Zij hebben me dubbel en dik geleerd hoe subtiel het innerlijke gemoed van de volwassene werkt op het kind. Door Katrijn Debroey, kleuterjuf Twee jaar geleden kwam Zorra in onze klas, Feline volgde zomer 2009. Twee meisjes met het syndroom van Down. Wat heeft dat betekend voor de klas en voor mij?

Zorra en Feline hebben mijn scala aan tonen enorm uitgebreid. De dames weten me uit te dagen. Heerlijk! En niets van wat we samen leren is geisoleerd, het voedt alles en iedereen. Heen en weer gaat het.Graag noem ik ook dat kinderen zich vormen aan de fysieke omgeving rondom hen. Die hebben zij nodig bij het boetseren van hun eigen fysieke gegeven. Daar is veel aan gelegen. Feline zit nog sterk in het aftasten van die omgeving. Mijn ogen gingen open! Doordat zij daar nog zo duidelijk mee omgaat, kon ik meer aflezen dan ooit tevoren en kon ik beter begrijpen wat soms bedoeld wordt in pedagogische begrippen. Geen enkel begrip dat hoort bij de basis van onze kleuterklassen heeft nog dezelfde lading als voorheen. En dat is geweldig natuurlijk! Zo mocht ik bijvoorbeeld leren dat symmetrie in een lokaal kan helpen bij het jonge kind. Er viel te zien dat Feline het tasten naar een nieuw plan kon heffen wanneer haar hetzelfde in symmetrie werd aangeboden. Het past nu eenmaal bij de kleuter en kan evenzo een dialoog aangaan omdat het binnen in het kind herkenning vindt. Zo kon zij, maar ook ik groeien.

Eerst blijkt er meer angst in een mens dan scherp in het bewustzijn zit, en dat staat de dialoog in de weg. Het belemmert het aangaan en dus alle mogelijkheden. Dat heb ik zonder pijn mogen zien oplossen in geen tijd! Dat dragen beide meisjes namelijk bij zich: zoveel mag en kan. En plots draagt blijkbaar elk kind dat bij zich, als is het vaak iets minder onbevangen dan bij Zorra en Feline. Mogelijk al wat gesluierd door ons. Een wereld aan geestdrift ging plots open. De puurheid hebben zij versterkt meegebracht in de klas. Met elkaar hebben we dat kunnen uitvergroten. Die puurheid is een merkwaardige kracht: als wat de ander doet puur is en echt is, blijft een kind opvallend bij zichzelf, in contact met die ander. Tijdens een verhaal kan Zorra rondom de kring wandelen en de kinderhoofden onderzoeken op luisjes

Zo ook kwam het gegeven rond de kring weer speels in de kijker: Zorra en Feline gaan uitdrukkelijker om met dit gegeven. Zij bewegen explicieter uit de kring, rond de kring en in de kring. Daar drukken zij zich helder mee uit en dat vraagt om andere acties. Dat roept bovendien extra zorgvuldigheid op naar elk kind: hoe helder is dat wat ik vraag bij het kind? Wat drukt een al dan niet bewegen eigenlijk uit? Wat past of klopt bij het kind? En wat is opgeroepen vanuit de volwassen wereld maar raakt het kind niet of nog niet?

16

17

Wat heeft de komst van Zorra en Feline betekend voor de klas en voor mij: veel dus, en veel vreugde dus!


een zmlk-school te gaan. Er bleken maar een paar van dit soort scholen te zijn in Amsterdam. Toen gaf iemand ons de tip om eens in Hilversum te gaan kijken- vanuit de Bijlmer een prachtige rit naar een fijne school met een prachtige speelplaats, deels in het bos. De mogelijkheden daar waren onuitputtelijk: veel activiteiten, vieringen, themafeesten, logopedie, fysiotherapie, zwemmen en een moestuin: alles onder één dak. Er was één maar…Iedereen was op dezelfde manier anders en niet zoals op het kinderdagverblijf waar de een wit was en de ander bruin, een ander stoer of juist verlegen. Hier had je Downsyndroom, of was je autistisch. Aaron ging met een busje naar school, daar genoot hij van, dus dat was een geruststelling. Maar op school had hij veel tijd nodig om z’n draai te vinden, hij was altijd in de buurt van de juf. Hij voelde zich onveilig, de omgeving was te onberekenbaar. Bij de naschoolse opvang vlakbij huis spraken de kinderen over Aaron als een ‘alien’. Kwalijk konden we het hen niet nemen: ‘onbekend maakt onbemind’. We wisten te regelen dat Aaron ook daar welkom was om tweemaal per week te komen spelen na schooltijd. Al snel had hij weer stoere vrienden die het leuk vonden te ontdekken wat hij wél kon in plaats van te zien wat hij niet kon. Aaron voelde zich daar altijd op zijn gemak en speelde zijn eigen spel naast dat van de andere kinderen. Na ongeveer twee jaar kregen we van zijn zmlk-school het bericht dat Aaron erg angstig was. Aaron, die thuis vrolijk en zonder angst rondrende, bleek op school een heel angstig jongetje te zijn geworden.

Een veilige omgeving voor Aaron Door Hanny Vis, moeder van Aaron uit de instapklas Met drie maanden ging Aaron naar het kinderdagverblijf dat wij al voor zijn geboorte hadden uitgekozen. De locatie was praktisch, het lag tussen ons huis en mijn werk. De sfeer was er goed, fijne leidsters en een leuke mix van kinderen uit alle windstreken… maar het belangrijkste: Aaron was er welkom! Met wat steun van buitenaf kregen de leidsters extra training om Aaron speciale hulp te geven. Verder was ons kleine kwetsbare mannetje altijd omringd door de meest stoere jongens en meisjes uit de groep, die voor hem opkwamen.

Blij waren we dan ook met het telefoontje dat ons informeerde over de Vrije School Parcival, met een speciale klas binnen een gewone school, dat klonk ons als muziek in de oren. De vrijeschool kende ik via mijn oppaskinderen. Heerlijk, zo’n veilige omgeving voor Aaron. Na een paar bezoekjes mocht Aaron beginnen. Ik herinner me nog die eerste wendag. Aaron stond vol interesse te kijken naar wat grote meisjes die aan het touwtjespringen waren. Opeens stopten ze en zwaaiden naar Aaron. En hij zwaaide enthousiast terug! Zo begon een nieuwe periode, hier voelde het goed.

Na vier jaar was het ook voor Aaron tijd om naar de ‘grote’ school te gaan. Veel keus bleek er niet te zijn, want Aaron was geen hoogvlieger. Hij sprak nauwelijks, kon sinds een jaar een beetje lopen, at en dronk niet zelf en zelf naar de wc gaan kon hij ook niet. Na een aantal testjes bleek hij wel voldoende leerbaar om naar

Nu, vijf jaar verder, heeft Aaron een stevige basis ontwikkeld. Hij zit op gewone judo in onze wijk. We worden regelmatig gegroet als we in de wijk fietsen, hij heeft vele vrienden. Binnenkort moeten we voor Aaron op zoek naar vervolgonderwijs, maar net als toen hij vier was is hij ook nu nog net te kwetsbaar voor de ‘grote’ school. Hij ontwikkelt zich zo goed de laatste maanden, hij wordt steeds weerbaarder. In de gang van de school groet hij de andere kinderen die hij kent van de integratiemomenten of het spelen op het plein. Wij staan inmiddels opnieuw voor een moeilijke keuze. Welke vervolgopleiding past bij Aaron? We hopen dat we in alle rust een nieuwe plek voor Aron kunnen vinden.

18

19


De sfeer en de waarden van onze Vrije School Parcival komen ook ten goede aan die bonte, tere schaar instappers. Door Marguerite Samama, moeder van 2 leerlingen van de Vrije School Parcival Shira is acht jaar en zit in de derde klas. Lotte uit de instapklas is daar regelmatig te vinden. Laatst liep Lotte zomaar de klas uit. Shira ging haar achterna en vond haar in de instapklas. Daar was niemand omdat de meester ziek was. ‘Lotte ga je mee, we gaan terug naar de klas’, zei Shira. Lotte bleef onbeweeglijk zitten. ‘Versteend’, noemde Shira dat. ‘Ga je met me mee terug naar onze klas?’ Lotte was niet in beweging te krijgen. Toen moest Shira inventief zijn: ze ging juffie Lonneke om hulp vragen, dat is in de dichtsbijzijnde kleuterklas. Lonneke wilde wel helpen, als Shira ondertussen een oogje op Aron hield, die was bij haar in de klas. Toen Lotte eenmaal uit de instapklas was, liep ze samen met Shira naar de trap. Daar bleef ze heel duidelijk stil staan, aan de grond genageld. ‘Kom Lot, we gaan naar boven.’ Lotte was er niet voor te porren. Gelukkig kwamen er op dat moment net wat zesdeklassers aan. ‘Willen jullie me helpen om Lotte mee naar boven te krijgen?’, vroeg dappere Shira, die erg opkijkt tegen zulke grote kinderen. ‘Weet je wat, ga jij juffie maar halen, dan wachten wij hier bij Lotte.’ En zo is het gegaan. Wat een teamwork! Shira heeft al vanaf de kleuterklas kinderen met downsyndroom om zich heen. Toen was het Elise, de laatste jaren is het Lotte. Ze is daar lang niet altijd blij mee! Nee want Lotte kan wel eens zo een veeg verf door haar kunstwerk smeren, meestal als het net af is! Dat is flink balen natuurlijk. Maar Shira vindt een weg in situaties en raakte eraan gewend in te springen als de dingen anders lopen dan ze had verwacht. Ze vindt het heel gewoon dat kinderen uit de instapklas ook hun plek hebben op school. Zo’n situatie als die ik aan het begin van dit stukje schetste is heus niet elke dag aan de orde: ik vind het gewoon een goed voorbeeld van samen leren, samen werken en samen leven. Mooi dat mijn kinderen dit op zo’n natuurlijke manier meekrijgen! Ik ben blij dat de sfeer en de waarden van onze Vrije School Parcival ook ten goede komen aan die bonte, tere schaar instappers; stuk voor stuk kinderen met een eigen verhaal, net als de onze. 20

De instapklas is voorbij de kinderschoenen gegroeid Door Lydia Koudijs- Looije, mede-oprichter van de instapklas en moeder van Joshi, oud-leerling van de instapklas Natuurlijk ging Joshi naar de vrijeschool! Mijn andere twee jongens zaten daar ook. Ik kende de gedegen, wel onderbouwde structuur, de warme veiligheid, het volgen van het jaarritme doorgetrokken naar het ritme in de klas in een week, maar ook in een dag. De rust die uitstraalt in de klassen door de kleuren van de muren, het houten speelgoed, de natuurlijke materialen waarmee wordt gewerkt. Geen schreeuwerige, drukke omgeving. Het zingen, dagelijks, tot en met de zesde klas (groep 8). De gedachte dat elk kind echt kind mag zijn en mag worden wie hij werkelijk is, gesteund door de filosofie van Rudolf Steiner en in elke leerkracht gedragen. Niet dat het heilig was, natuurlijk was er hier op school ook af en toe gedoe. Toen Joshi drie jaar werd, mocht hij naar Peuterspeelzaal ‘Aan Moeders Rok’ op de Vrije School Parcival. Het was heerlijk voor hem. De indeling van de ochtend die elke dag hetzelfde was, de rust en het ritme waren werkelijk een steun voor hem en brachten hem veiligheid. Hij genoot en dat gaf óns rust. 21


Toen de tijd daar kwam dat hij naar de kleuterschool mocht, was dat niet zo vanzelfsprekend als bij de andere jongens. Als ouder met een kind met het syndroom van Down, zoals dat bij Joshi het geval is, weet je dat de wereld om ons heen nog niet echt toe is aan werkelijke integratie, ook al doen sommigen hun best dat niet te laten merken. Hoewel ik dat goed kan begrijpen blijft het pijnlijk de angst bij mensen te zien, werkelijk contact met ons kind aan te gaan. Het begin van de kleuterklas was een heftige overgang van een juffie die er helemaal kon zijn voor Joshi, naar een juf die het heel eng vond. Het geluk was met ons, want binnen een zeer korte tijd kwam er een nieuwe juffie die het nog nooit had ervaren, maar wel de zin en capaciteit had om hem met open armen te ontvangen en zij werd bijgestaan door een klasse-assistente die af en toe in de klas kwam. Geweldig! Toen Joshi naar de eerste klas (groep 3) kon gaan, gebeurde er veel in ons als ouders. We zijn gaan kijken in scholen voor speciaal onderwijs, maar hoe lief de mensen daar ook waren met de expertise die ze hadden, de lokalen waren kaal of schreeuwerig, ik voelde me er niet op mijn gemak, ondanks alle voorzieningen. Ik kon dat waar we aan gewend waren niet loslaten. Kon het echt niet anders?

Sven is stoer en ook heel gevoelig. Daarin is hij een voorbeeld en hulp voor anderen. Door Joop van Sluis

Vanuit de regering werd geroepen dat kinderen zoals Joshi mee moesten gaan draaien op de gewone scholen. Ook de Stichting Down Syndroom sprong daarvoor op de bres. De gedachte dat Joshi in de reguliere klassen zou meedraaien gaf mij geen goed gevoel. Als schooljuf had ik wel ervaring met downkinderen in de klassen. Dat was heel speciaal en bijzonder. Het gaf veel extra’s in de klas. En toch bleven het altijd buitenbeentjes in die zin dat ze niet werkelijk mee kunnen doen met de andere kinderen, zeker in de hogere klassen van de basisschool. Zo zag ik Joshi niet groot worden. Waar doe je als ouder goed aan, die vragen bezorgden ons wel slapeloze nachten. Allerlei ideeën ontsproten aan ons brein, maar hoe zet je die om in werkelijkheid? Totdat ik Angéla sprak, vriendin en moeder van Joshi’s grote vriend Sam, die ook in een kleuterklas zat. Zij worstelde met hetzelfde. Wij dachten dat het toch moest kunnen om de know how van de vrijeschool en die van het speciaal onderwijs bij elkaar te krijgen ter ondersteuning van de integratie binnen de Vrije School Parcival. Angéla had van haar ideeën al plannen gemaakt en toen ze die met me deelde hebben we samen onze schouders eronder gezet. Terugkijkend, nu Joshi 13 jaar en van school af is, zie ik een klas, de instapklas, die door de jaren heen voorbij de kinderschoenen is gegroeid en nu een meer dan volwaardig bestaansrecht heeft waar veel scholen, inclusief het speciaalonderwijs, een puntje aan kunnen zuigen. 22

Sven is ’s ochtends vaak als eerste op school. Samen met Aaron komt hij met de taxi. Nieuwsgierig en met een blik vol verwachting komt hij in de klas naar binnen. Sven is een jongen die als geen ander stemmingen aanvoelt. Hij heeft het nodig eerst af te stemmen op de leerkracht en de assistent om daarna lekker aan de slag te gaan en zijn weggetje in de klas te vervolgen. Hij weet zich heel goed te vermaken. Knutselen is een grote hobby van hem en in het bijzonder het maken van riemen van karton en papier. Hij is geïnspireerd door Misterio, een grote fantasieheld in de gevechtssport. Wanneer Sven zijn zelfgemaakte riem af heeft, loopt hij heel stoer door de klas! Eerder heeft Sven met de gezamenlijke viering van het Michaelfeest al eens de grote draak verslagen met zijn zwaard. Ja, Sven is stoer en ook heel gevoelig. Daarin is hij een voorbeeld en hulp voor anderen. Soms zijn de ‘grote’ mensen zo goed in het verbergen en verstoppen van gevoelens. Sven merkt het direct wanneer iemand niet werkelijk betrokken is. Hij kijkt er met zijn blik vol innerlijke wijsheid doorheen. Wanneer je ‘echt’ bent kun je heel ver met Sven komen en kan er een grote vriendschap ontstaan. Er valt dan over en weer veel te leren en er is er ruimte voor fantasie en creativiteit. Echt verbinden. Wat zijn we dat in onze moderne maatschappij toch vaak vergeten, en hoe ontstaan dan soms domme fouten. Sven, je bent een held! 23


Ik kom nog steeds graag in de instapklas kijken. Door Sophia Onstein, ambulant begeleider cluster 3 van de instapklas, verbonden aan de De Heldringschool Amsterdam

De kinderen van de instapklas lijken een beroep te doen op mijn vermogen tot vragen. Door Godelieve Meijer, euritmieleerkracht In het middeleeuwse verhaal van Parcival wordt verteld hoe de hoofdpersoon, de jonge, naïeve Parcival, op weg gaat om ridder te worden, graalsridder. Na veel omzwervingen en belevenissen komt hij aan bij de Graalsburcht waar hij zijn zieke oom Amfortas aantreft. Hij begrijpt niet dat hij zijn oom de vraag moet stellen wat hem scheelt, waardoor deze zou zijn genezen …Hij verslaapt het moment, ziet de graal aan zich voorbij gaan en verzuimt ook daar te vragen. Graalskoning kan hij op dat moment daardoor nog niet worden. Het stellen van de vraag is de kern van het Parcivalverhaal.

Drie jaar geleden werd ik ambulant begeleider en kwam ik voor het eerst, via mijn collega Corrie Loogman, in contact met de instapklas van de Vrije School Parcival in Amstelveen. Eind december 2006 liep ik namelijk samen met haar de Vrije School Parcival binnen. Op dat moment liepen de kinderen van de instapklas in een lange sliert al zingend door de gang op weg naar de grote zaal. Ook de andere klassen liepen richting grote zaal om met de weekopening te beginnen. Elke groep had een vaste plek in de zaal. De kinderen van de instapklas hoorden daar ook echt bij. Het was mooi om te zien. Corrie is actief betrokken geweest bij de oprichting van de instapklas. Zij vertelde mij dat het initiatief is ontstaan door twee ouders en verschillende personeelsleden van de Vrije School Parcival. De instapklas is in nauwe samenwerking tot stand gekomen met medewerking van: het SPIOS, de Heldringschool (zmlk) Amsterdam, de Joriskring Amsterdam, de Ita Wegman Stichting, Het R.E.C, M.E.E. Amstel en Zaan en de Stichting Down Syndroom. Corrie was de ambulant begeleidster in de periode 2004 t/m juli 2007. Ikzelf heb de ambulante begeleiding van de instapklas in augustus 2007 van haar overgenomen. De instapklas heeft schooljaar 2009-2010 één leerkracht en één onderwijsassistent dagelijks in de groep met 6 leerlingen. Totaal zijn er twee leerkrachten (één voor één dag en één voor 4 dagen per week) en twee onderwijsassistenten (één voor twee dagen en één voor drie dagen per week). Er is extra ondersteuning door interne begeleiding en ambulante begeleiding.

Dit verhaal komt bij mij boven als ik denk aan de kinderen van de instapklas. Zij lijken een beroep te doen op mijn vermogen tot vragen. Doordat zij zijn zoals zij zijn, hebben ze mijn zorg nodig, dat vragen zij van mij. Vervolgens moet ik mijzelf de vraag stellen hoe die zorg eruit moet zien, alleen werkelijke interesse geeft mij de kans een antwoord te vinden.

Er zijn verschillende vormen van integratie op de Parcival. De kinderen integreren bij het buitenspel en tijdens de activiteiten in de grote zaal. daarnaast heeft elk kind een eigen rooster voor integratie in een vaste reguliere groep. Er is ook sprake van de omgekeerde integratie waarbij kinderen van een reguliere groep op een vast tijdstip integreren in de instapklas.

Als ik kijk naar de manier waarop niet alleen ik als leerkracht, maar ook alle kinderen van de school iets geschonken krijgen van de instapkinderen in de wederzijdse ontmoeting, dan zie ik iets heel vreugdevols! Wij maken ruimte voor de instapklas en de instapklas maakt plaats voor ons! Tijd voor de juiste vraag..?

Nu, drie jaar later, kom ik nog steeds graag in de instapklas kijken. Er is warmte, liefde, belangstelling en betrokkenheid naar de kinderen toe door ouders, kinderen en het personeel van de Vrije School Parcival. Met het passend onderwijs in het vooruitzicht, is dit ook een goede vorm.

24

25


School Parcival kregen we groen licht. De REC-3 indicatie liet langer op zich wachten. Uiteindelijk mocht Charlotte eind september 2008 komen. We voelden ons stikgelukkig dat ons kind die kans kreeg. Een nieuwe uitdaging! Met een heel lieve dame als privétaxichauffeur vertrok ons meisje ’s ochtends naar ‘een stuk verder’ bij ons vandaan! ’s Middags rolde ze als een trotse leerling uit de auto. Het wennen aan de nieuwe omgeving ging haar redelijk gemakkelijk af. Als vrij snel raakte ze gewend aan alle onbekende dingen van de klas. En zo’n broodtrommel en beker melk mee in je tas was natuurlijk ook erg spannend. Zo spannend dat ze de eerste tijd op school vergat te eten! Meester Ger ervoeren wij als een zeer betrokken en bevlogen leerkracht ook al gaf hij zelf aan dat hij soms niet wist hoe met deze ‘zml’ kinderen om te gaan. Uit de manier waarop hij samen met de klassenassistenten de groep draaide sprak veel warmte en aandacht.

In Amstelveen kan het wel! Door André van Hamond, vader van Charlotte uit de instapklas Na een periode van zeven jaar op het kinderdagverblijf ‘Joriskring’ in Amsterdam voelden we dat onze dochter Charlotte toe was aan verandering. In de zomervakantie van 2007 waren we in Frankrijk Aaron met zijn broer en ouders tegengekomen. Zij vertelden enthousiast over de instapklas en zij vroegen ons waarom Charlotte niet naar een vorm van onderwijs ging. ‘Behoefte aan veiligheid’, vertelden we. ‘Bang voor een nieuwe stap.’ Een grote zmlk-school was totaal ongeschikt voor die muis van ons. Dat wisten we. Na de vakantie legden wij het eerste contact met de instapklas. We wilden graag kijken en bezien of dit misschien een nieuwe mogelijkheid was voor Charlotte. Na de hartelijke ontvangst en rondleiding door Greet en kennismaking met het klasje zelf reden we opgetogen naar huis: wat een rust, wat een licht en wat een ruimte! Een fijn groot lokaal, overzichtelijk ingericht. Keurige kastjes met materiaal. Eigen hoekjes om rustig te kunnen werken. Véél materiaal. Mooie planborden en picto’s aan de muur. Zachte kleuren. En wat een fijne, kleine groep kinderen. Alles lijkt aanwezig wat voor de dagelijkse structuur voor Charlotte van belang is. Een hele prettige omgeving voor ons type kind. We grepen de kans en wilden niets liever dan dat ons kind snel zou verhuizen naar de Vrije School Parcival. Dit hadden we veel eerder moeten doen. Zo snel ging dat echter niet. Er volgden nog een serie van verdere gesprekken en de procedure voor de REC-3 indicatie moest gestart worden. Daarnaast moest vervoer geregeld worden. Na een zorgvuldige aannameprocedure van de kant van de Vrije 26

Een paar maanden later keerde meester Joop terug. Voor Charlotte geen moment om uit haar doen te raken, zo bleek. Het verliep heel natuurlijk. Joop herwon zijn plek. We zagen (en zien) hem met z’n hele ziel en zaligheid de groep draaien. Vol overtuiging, altijd aandacht. Zíjn kinderen! Op een schoonmaakmiddag, na schooltijd, ervaren we hoe hij en Leonie met grote zorgvuldigheid de dingen voor de volgende dag voorbereiden. De goede structuur in de klas, de duidelijkheid van de dagindeling en de wijze waarop er met de kinderen gewerkt wordt, maken dat Charlotte rustiger is geworden. Doordat haar omgeving anders is dan op het kinderdagverblijf, -gewoner- blijven rare aanvallen en gekdoenerij uit. Daar is nu geen aanleiding meer voor. Charlotte vaart goed in de klas. Ze groeit. Ze leert met gewone kinderen om te gaan. Hun aanwezigheid is voor haar reuze interessant. Er komt verdieping van sommige zaken. Ze leert langzaamaan nieuwe dingen, meer letters, meer cijfers. Vormen onderscheiden. Boodschappen doen, koken, muziekles, euritmie. Alles in een mooi vast schema. Een nieuw opgezet leerlingvolgsysteem registreert alles nauwgezet. De speciale momenten in het jaar zijn ons dierbaar geworden. De kerstopvoering, Joris en de draak, de meiboom. Er wordt hard gewerkt met de kinderen om een toneelspel te maken. Als ouders van een gehandicapt kind vinden wij de instapklas een prachtig initiatief: werken met een groep kinderen binnen een ‘gewone’ basisschool, een veilige inbedding in een groter geheel. In de stad hebben we er tevergeefs naar gezocht. De meeste scholen hebben geen extra plek en geen open ruimte om zich heen om dit te ontwikkelen. In Amstelveen kan het wel! Een eigen plek, maar toch steeds weer even momenten waarin geproefd mag worden van het gewone leven. Het deelnemen aan zo’n groep leert de andere kinderen dat ‘die’ van ons helemaal zo eng nog niet zijn, sterker nog, eigenlijk zijn ze heel gewoon! Deze manier van integreren leert kinderen respect te hebben voor anderen. Voor kinderen die net iets minder hersenen hebben meegekregen. En dat ze af en toe een beetje gek doen is eigenlijk best leuk. Een project dat altijd, en wat ons betreft ook op iedere andere basisschool moet blijven bestaan. 27


De instapklas is een statement naar onze samenleving. Door Rosalie Talstra, moeder van 2 leerlingen van de Vrije School Parcival Ik was negen jaar toen mijn neef werd geboren. Toen er gebeld werd met het nieuws dat hij geboren was, zag ik het gezicht van mijn vader betrekken en zorgelijk worden. Het kindje had het syndroom van Down…. Wat nu? In de jaren die volgden werd deze neef langzaam maar zeker mijn lievelingsneef. Tot op de dag van vandaag, meer dan dertig jaar later, heeft hij de eer deze plek in mijn hart te bezitten. Van hem heb ik geleerd dat ‘anders zijn’ of ‘anders geboren worden’ niet alleen maar een probleem hoeft te zijn. Het kan ook een uitnodiging zijn om je eigen vooroordelen en angsten voor dat wat anders is eens onder ogen te zien en het ‘anders zijn’ te verwelkomen. Het zou nu verleidelijk zijn in allerlei clichés te schieten over mensen met het syndroom van Down. Die clichés, ze zijn vaak waar. Maar waar het nu over gaat is: wat hebben de kinderen met een verstandelijke beperking die op onze Vrije School Parcival in de instapklas zitten te bieden aan mijn twee kinderen, beide zonder verstandelijke beperking? En aan de andere kinderen op onze school? Door het samen kunnen spelen, elkaar gewoon tegenkomen op het schoolplein, elkaar meemaken in het dagelijks leven zijn de vooroordelen over kinderen met een handicap een stuk minder aanwezig. De kinderen gaan gewoon met elkaar om, en als ze heel jong zijn vallen de verschillen niet eens op. Later gaat het verschil wel spelen, maar omdat je elkaar kent is het veel minder beladen. Dit is iets wat de kinderen zonder verstandelijke beperking voor hun leven meekrijgen doordat de aanwezigheid van de instapklas zo normaal is. En dat is gewoon pure winst voor onze kinderen. Het zal ze hun hele leven helpen niet of minder argwanend te zijn tegenover mensen met een verstandelijke beperking.

Zo veel zingende kinderen maken toch wel erg veel indruk, waardoor Aaron en Sven zelf vergeten mee te zingen. Door Ger Augustus, meester van klas 1, in het schooljaar 2007/2008 vervanger van de zieke meester van de instapklas De kinderen van de instapklas brengen de meeste tijd door in hun eigen lokaal met hun eigen meester en onderwijsassistent. Maar …eenmaal in de week komt Charlotte uit de instapklas op visite in de eerste klas (groep 3). Ze komt hier eten. Charlotte is vooral gefocust op de meester. Het liefst zit ze naast hem met haar boterham in de hand. Af en toe neemt ze een hap en tussen de happen door stelt ze allerlei vragen. Ze wil vooral weten wie er in de klas zit. Ze weet het ook wel, maar ze stelt nu eenmaal haar vragen. Daarna ruimen we alles op en gaan naar buiten. De meester heeft pauzewacht en Charlotte loopt gearmd mee.

Ik ben heel blij met het feit dat de instapklas op onze school er is. Het geeft voor mij een gouden randje aan een school die ik sowieso al heel fijn vind. Maar dat er plek is voor kinderen die met minder kansen zijn geboren, ja, dat maakt het echt een goede school voor mij. Dat is ook een statement naar onze samenleving, dat we kunnen kiezen als school voor deze groep die in de maatschappij weinig tot geen plek heeft. Dat we niet bang zijn ons daarmee te identificeren, omdat alle mensen gewoon mens mogen zijn. Met of zonder verstandelijke beperking.

Hier en daar moet de meester wat probleempjes oplossen, maar als het rustig is weet Charlotte altijd wel een kind te noemen dat vervelend doet. Hoewel … ik zie en ik merk het niet! Later op deze woensdagmorgen vereren Aaron en Sven de klas met een bezoek. Ze komen luisteren naar ons zingen en fluit spelen. Zo veel zingende kinderen maken toch wel erg veel indruk, waardoor Aaron en Sven zelf vergeten mee te zingen. Bij vrolijke liedjes verschijnen er vrolijke glimlachjes op hun gezichten en zie ik een steeds duidelijker meebewegen. Als de les voorbij is, stappen Aaron en Sven monter over de trap naar beneden, op weg naar hun eigen lokaal. Het is tijd voor de lunch.

28

29


Door Judith Huizinga, moeder van Feline, kleuter op de Vrije School Parival

Ook bij een school voor speciaal onderwijs kon ze terecht. Een prachtige locatie met allerlei faciliteiten bij de hand. Wat ons echter tegenhield, was het feit dat ze van haar klasgenoten weinig zou leren, omdat die kinderen zelf ook extra zorg en aandacht nodig hebben. Kinderen met het syndroom van Down imiteren nogal graag, dan kan je maar beter een ‘goed’ voorbeeld krijgen, zolang dat mogelijk is, zo dachten wij. Bij de Vrije School Parcival hadden wij direct het gevoel dat dit wel eens een goede plek voor Feline zou zijn. De antroposofische manier van onderwijs geven en de bijbehorende warme sfeer zouden wel eens goed bij Feline kunnen passen. Daarnaast speelde het feit dat de school een instapklas heeft, een belangrijke rol in onze beslissing. Dat gaf namelijk perspectief op een lang verblijf op deze school. Mocht het op een gegeven moment niet meer gaan in de gewone klassen dankan ze toch op dezelfde school blijven. Voor haar wel zo rustig en daarbij het grote voordeel dat ze tussen de ‘gewone’ kinderen kan blijven.

Feline zit sinds augustus 2009 in de kleuterklas op de Vrije School Parcival. Voordat wij besloten dat we haar op deze school gingen aanmelden zijn we ook bij andere scholen gaan praten en rondkijken. Bij de openbare basisschool in Ouderkerk aan de Amstel, waar onze zoon Luuk op school zit, stond men open voor de komst van Feline. Wel gaf men aan niet veel ervaring met kinderen met Downsyndroom te hebben, Feline zou het enige kind met het Downsyndroomzijn op deze school. Hoewel we zeer tevreden zijn over deze school voor Luuk, konden we ons geen voorstelling maken van Feline op deze school . De belangrijkste redenen waren: de omvang van de kleuterklassen (groot en druk!), het feit dat ze het enige ‘ander’ kind zou zijn en het gebrek aan ervaring bij de schoolleiding. Dat laatste was overigens geen verwijt maar een constatering.

Voor ons was het ook prettig dat de school ervaring heeft met kinderen met het syndroom van Down, dat Feline er niet als enig ‘ander’ kind rondloopt en dat men min of meer weet wat men kan verwachten. Tot nu toe hebben we nog geen moment spijt gehad van deze keuze. Logistiek is het voor ons als ouders absoluut een uitdaging, met kinderen op verschillende scholen (en ook nog in verschillende plaatsen…) maar dat hebben we er graag voor over. Hartverwarmend is het om te zien hoe ze in de klas is opgenomen en hoe snel ze dingen oppakt. Ook bijzonder vinden wij dat andere ouders aangeven het leuk te vinden voor hun eigen kind om een meisje als Feline in de klas te hebben. Daarnaast heeft Feline geweldige juffies, die haar een fijne leeromgeving bieden. Al met al een goede plek voor haar, hopelijk voor de gehele basisschoolperiode!

30

31

Kinderen met het syndroom van Down imiteren nogal graag, dan kan je maar beter een ‘goed’ voorbeeld krijgen.


Op geheel natuurlijke wijze leren onze kinderen dat er verschillende mensen op de aarde zijn.

Zorra zingt dagelijks de sterren van de hemel!

Door Heleen van der Werf , moeder van twee leerlingen van de Vrije School Parcival

Door Floor Wolf, moeder van Zorra, kleuter op de Vrije School Parcival

Een paar dagen geleden zei mijn dochter Floor voor het slapen gaan, toen ze al in bed lag: ‘Waarom noemen mensen Lotje gehandicapt? Dat is ze toch helemaal niet? Ze is gewoon een mens. Een ander mens.’ Floor was oprecht verbolgen en van slag. Sinds Floor in de kleuterklas van de Vrije School Parcivalzit, kent ze Lotte. Al snel raakte ze bevriend met haar, en noemt zij haar ‘mijn beste vriendin’. Na de kleuterklas gingen Lotte en Floor samen naar de eerste klas. Lotte is na de tweede klas naar de instapklas gegaan, ze zitten dus niet meer de hele week bij elkaar in de klas, maar de vriendschap blijft.

Zorra is geboren op 4 januari 2004, met het syndroom van Down. Al snel blijkt dat de soep niet zo heet wordt gegeten als hij in eerste instantie werd opgediend want ze is gezond, ontwikkelt zich goed en zit vol levensvreugde.

Als ouder ben ik blij dat Floor, maar ook haar broer en wij als ouders, Lotte hebben leren kennen. Op geheel natuurlijke wijze leren onze kinderen dat er verschillende mensen op de aarde zijn. Dit geldt niet alleen voor ons en onze kinderen, maar voor alle kinderen van de Vrije School Parcival. Allemaal hebben ze van dichtbij te maken met de kinderen van de instapklas. Allemaal leren ze dat niet iedereen ‘hetzelfde’ is. Ik denk dat dit waardevol is voor de opvoeding van een kind en voor hoe dit kind later als mens met andere mensen om zal gaan. Het is natuurlijk ook waardevol voor de kinderen in de instapklas.

Zorra is meer dan welkom en start bij Juffie Katrijn in de kleuterklas. Ze groeit en bloeit onder de liefdevolle zorg van Katrijn. Ook de liedjes, spreuken en de viering van de feesten, werpen hun vruchten af, want Zorra zingt dagelijks de sterren van de hemel! Voor het eten zegt ze ook thuis de spreuk. Het is opvallend om te zien hoe de andere kinderen op school met haar omgaan. Ze wordt regelmatig uitgenodigd op een partijtje en heeft een heuse hartsvriendin.

Lotte is altijd heel opgetogen als zij in haar ‘oude’ klas is geweest. Het is voor haar een opsteker en haar niveau op sociaal en cognitief gebied is heel goed, doordat zij twee jaar regulier heeft meegedaan en ook nu nog integreert. Het is een rijkdom voor een school en haar leerlingen om op deze manier met - in volwassen woordenverstandelijk beperkte mensen te kunnen opgroeien. Het is ook niet voor niets dat dit gangbaar zal worden op andere scholen, daar ben ik van overtuigd. 32

Na drie jaar créche, breekt de tijd van het kiezen van een school aan, speciaal of regulier. De moeilijkste keuze tot nu toe. We gaan kijken op de Vrije School Parcival met zijn bijzondere instapklas. Dit is waar ik naar op zoek ben geweest: het beste van twee werelden, niet ‘of/of’ maar ‘en/en’!

Het gaf enorm veel rust dat Zorra voor de komende jaren op de juiste plek zou zitten. Ik zou geen school weten die zo aansluit op wat ik wil voor Zorra, een kind dat als een dankbaar zaadje ontkiemt in deze vruchtbare aarde.

33


zich op als hulp. Een been van Aaron gaat hoog de lucht in. Daarna doet ze haar eigen schoenen aan. Met een lied lopen we naar de zaal waar al een bank voor ons staat gereserveerd. Er worden andere kinderen gedag gezegd, die ze kennen van hun gezamenlijke pauze op het schoolplein en de integratiemomenten die ze hebben in andere klassen. Meester Ger is favoriet bij Charlotte. ‘Hé Ger’, roept ze dan ook in de zaal. ‘Woensdag kom ik naar jou.’ Ger zwaait. ‘Dat is meester Ger’, zegt ze. Ze kijkt mij blij aan: ‘Wat voor dag is het vandaag?’

Kleuters en instappers spanden samen om juf eens heerlijk te bekogelen met sneeuwballen. Door Nicol Geers, juf in de instapklas Ik werkte als invaller in de kleuterklassen van deze school en vond het fijn dat ik een dag in de instapklas kon gaan werken. Mensen vragen mij wel eens: ‘Wat vind je nu leuker, het kleuteronderwijs of het speciaal onderwijs?’, en ik kan in alle eerlijkheid antwoorden, dat het allebei even leuk is. Zowel in het speciaal onderwijs als het kleuteronderwijs bied je de kinderen structuur, regelmaat en voorspelbaarheid in de klas, zodat kinderen zich thuis voelen, goed kunnen functioneren, leren en zich veilig voelen. Op cognitief vlak wordt er in de instapklas echt geleerd. Soms gaat het met een grote stap, dan weer met kleine stapjes. En dan opeens lukt iets na lang herhalen. Dit vind ik altijd een mooi moment. Leuk is het wanneer ik in een kleuterklas inval en de kinderen van de instapklas langskomen met Joop. Opeens zien ze je en ze vinden het dan zo leuk om even te babbelen, je uitgebreid te begroeten en te vertellen waar ze mee bezig zijn. Laatst waren deze beide klassen op het schoolplein toen het net gesneeuwd had. De zon scheen en het werd een sneeuwballenfeest. Kleuters en instappers spanden samen om juf eens heerlijk te bekogelen. Het is mooi om zowel de kleuters als de instappers dichtbij te hebben. Een maandag in de instapklas…. Vandaag mogen de euritmieschoentjes aan want er is weekopening in de zaal. Er volgt wat gerommel. Soms lijkt het of de voeten iedere week groeien. Elise werpt 34

De week wordt geopend en de kinderen zingen liedjes mee van de feesten en seizoenen. Ze zien ook stukjes van de lessen van een andere klas in de school, die deze week aan de beurt is. Op de terugweg naar de klas worden de liedjes nog wat geneuried. Ze waren onder de indruk. ‘Mooi’, zegt Sven. Terug in de klas kijken we of iedereen er is. We zingen. ‘Hé Sven, ben jij op school?’ ‘Ja, juf, ik ben op school.’ We zeggen de spreuk en kijken welke dag van de week het is. Belangrijk zijn de picto’s op het bord bij de kring die een houvast geven aan de dag. ‘Wat gaan we doen vandaag? Wie verplaatst de stip vandaag?’ Elise. We zijn naar de zaal geweest, dat is klaar. Nu zijn we in de kring. Elise verplaatst de stip en zet deze bij de picto met de afbeelding kring erop. De sociale controle hierop is groot, wat al aangeeft hoe belangrijk het voor ze is. Nu volgt het kringgesprek. De kinderen mogen nu, als ze willen, over het weekend vertellen. Er wordt geluisterd en er worden vragen gesteld. ‘Ik wil praten’, zegt Sven. En hij vertelt over het paardrijden en zijn nieuwe riem. Elise heeft chips gekocht in de supermarkt, Aaron pizza gegeten, Stijn vertelt over zijn favoriete dvd, Piet Piraat, Charlotte heeft gelogeerd en Lotte heeft een nieuwe ring. De timetimers (een timetimer is een klok die terugtelt met een rood gekleurd vlak vanaf 60 minuten) worden ingesteld en nu moet er gewerkt worden aan tafel. Er gaat een zucht door de klas. ‘Kom kinderen, aan het werk.’ Een timetimer wordt gesaboteerd. Er staan nog slechts 10 minuten op. De klok wordt weer goed gezet. Er zit iemand heel ondeugend te kijken. Als de tijd op is worden er aan de harde werkers stickers uitgereikt. Iedereen heeft weer hard gewerkt. In de pauze gaan we naar buiten waar ook klas 1, 2 en 3 buitenspelen. Gezamenlijk wordt er geschommeld, tikkertje gespeeld en in de zandbak verrijzen de eerste taarten. Bij terugkomst in de klas hebben we op maandag STIP, een sociale vaardigheidstraining. Vandaag met als thema dat kan ik zelf wel. We maken sterren en plakken ze op verschillende hoogtes op het raam. We gebruiken de ladder of zoeken iemand die lang genoeg is om alles voor elkaar te krijgen. Het resultaat mocht er zijn. Op maandag hebben de kinderen tot 1 uur school. Er is nu nog wat tijd over voor een verhaal en om even de dag door te nemen. We hebben weer veel meegemaakt vandaag. De deur gaat open. De ouders en twee taxichauffeurs staan te wachten. Tot morgen! 35


Noodgedwongen en inmiddels wat wijzer geworden gingen we dus op zoek naar een andere reguliere basisschool. We benaderden er twee in de eigen wijk. Beide waren bij het eerste gesprek (zeer) positief er zouden vervolgens interne besprekingen plaatsvinden en er zou contact worden opgenomen met de vorige school. Van de ene school werd vervolgens ondanks meerde telefoontjes en brieven niets meer vernomen, de tweede liet na twee maanden zonder nadere toelichting weten de plaatsing van Stijn toch niet te zien zitten.

‘Bent u de vader van Stijn?’, en vervolgens: ‘Stijn is onze vriend.’ Dat moest ik dus even weten. Door Geert Jan Hiddinga, vader van Stijn uit de instapklas Stijn heeft Downsyndroom, en zit al vanaf 2004 in de instapklas van de Vrije School Parcival, hij is er dus vanaf het begin bij geweest. Voor ons was het bij aanvang van Stijn’s schoolcarrière onmogelijk om in te schatten in welke soort onderwijs Stijn zich het best zou ontwikkelen. De keuze voor integratie in het regulier basisonderwijs in plaats van het speciaal onderwijs was dan ook goeddeels gebaseerd op andermans bevindingen, als de onderzoeksresultaten van de Stichting Downsyndroom, daarnaast speelde het gegeven dat van regulier naar speciaal onderwijs overstappen bijna altijd kan en andersom bijna nooit, een grote rol. Stijn bezocht aanvankelijk een reguliere basisschool bij ons in de buurt. Hoewel hij daar in beginsel welkom was, bleek na verloop van tijd dat niet de intentie bestond hem daar langere tijd, laat staan tot de achtste groep, te houden. In onze naïviteit waren wij ervan uitgegaan dat de school de integratie ook tot een succes wilde maken en daarvoor zou willen investeren, de praktijk bleek anders. Na groep 1 is ons meegedeeld dat Stijn zich onvoldoende aan de school kon aanpassen en daarom dus niet op zijn plaats was. Over de inspanningen die de school had geleverd om zich aan Stijn aan te passen werd slechts gezegd dat ze hun best hadden gedaan. 36

Tot ons geluk diende toen het Parcival-initiatief zich aan. Een school waar onze Stijn echt met open armen werd ontvangen en een school die bereid was zich aan te passen aan de mogelijkheden en beperkingen van kinderen als Stijn. Door de jaren heen is het een doorlopende zoektocht geweest naar passende leerdoelen en lesmethodes, en hoewel we ook stevige discussies hebben gevoerd met de leerkrachten, was er nooit die onzekerheid of Stijn het volgende schooljaar nog wel mocht blijven. Stijn heeft -afgezet tegen een reguliere ontwikkeling- bescheiden vorderingen gemaakt, desalniettemin evidente vorderingen, tegelijkertijd gaat hij met plezier naar school, maakt graag grapjes en vertelt op zijn manier aan het eind van de dag wat hij allemaal heeft meegemaakt. De Instapklas biedt per kind de mogelijkheid per periode of zelfs per les te integreren in het reguliere klassikale onderwijs. Daarnaast is er omgekeerde integratie doordat leerlingen uit de reguliere groepen participeren in activiteiten van de instapklas. Aan integratie kan op meerdere manieren inhoud worden gegeven, waarbij het er feitelijk niet toe doet in welke mate geïntegreerd wordt. Integratie in welke vorm en mate dan ook is dan ook niet een doel, maar een manier voor het vinden van een passende leeromgeving. De participatie van Stijn in de reguliere lessen is beperkt, maar hij wordt in en buiten de school begroet door leerlingen uit diverse groepen, waarbij ze aangeven dat ze het leuk vinden dat ze hem kennen en graag door hem gekend willen worden. Stijn werd laatst uitgenodigd voor een verjaardagsfeestje en onlangs werd ik door een leerling uit klas 3 in de gang spontaan aangesproken met de vraag: ‘Bent u de vader van Stijn?’, en vervolgens: ‘Stijn is onze vriend.’ Dat moest ik dus even weten. De zoektocht naar een voor Stijn passende leersituatie zal ook in de toekomst voortduren. Dankzij de instapklas kunnen we deze zoektocht tezamen met de leerkrachten van de Vrije School Parcival doorlopen, en weten we dat Stijn zich tegelijkertijd gewenst en gewaardeerd zal voelen, zoals hij is. 37


Voor mij staat voorop dat een kind het fijn heeft op school. Door Greet Rekelhof-de Rijk, intern begeleider leerlingen met leerlinggebonden budget en remedial teacher

Vanaf 1980 werk ik in het onderwijs. Vanaf de eerste jaren dat ik lesgaf zaten er geregeld van die mooie, moeilijke pareltjes bij die meer van je vragen als lerares. Zorgen dat school een leuke omgeving was waar kinderen graag naar toe kwamen, was ook toen al mijn missie.

Trots vertelt hij hoe goed ze het doet met lezen. Door Monique Kater, moeder van drie kinderen op de Vrije School Parcival Als het lezen je niet zo makkelijk afgaat, zoals bij mijn zoon, dan heb je als je in de vierde klas (groep 6) zit, al heel wat “tutorbegeleiding” van medeleerlingen gehad. Toen kwam de dag dat hij zelf een kind mocht helpen bij het lezen, een heel bijzondere taak. Twee keer in de week gaat hij naar de instapklas om daar een meisje te helpen bij het lezen. Hij kreeg wat aanwijzingen van de juf van de instapklas en ze gingen aan het werk. Hij groeit erdoor, want nu mag hij iemand helpen. Tegelijk vraagt het veel inlevingsvermogen, want hoe doe je dat eigenlijk, helpen bij het lezen? Hij leert speciale kneepjes om het voor haar begrijpelijk te maken. Trots vertelt hij hoe goed ze het doet met lezen. En als hij haar op de gang ziet, groeten ze elkaar voorzichtig. 38

In 2000 gingen mijn dochter en mijn zoon naar de Vrije School Parcival. De toenmalige directeur vroeg mij of ik de remedial teaching kon verzorgen voor Lisa, een meisje met Downsyndroom. Hoewel ik dat niet zo zeker wist, maakte mijn hart een sprongetje. De eerste stap is affiniteit met het kind en die was er zeker. Daarnaast was ik ook gespannen of het wel zou lukken. Het was al snel duidelijk dat Lisa meebewoog op mijn gemoedstoestand. Als ik gespannen reageerde, deed zij dat ook. Dan ging zij letterlijk onder tafel zitten. Daar zat je dan met je goeie gedrag als ervaren leerkracht. Al snel had ik door dat zij er alleen onder vandaan kwam wanneer ik zelf vrolijk en open bleef, mopperen was de slechtste optie. Ik mocht in het directiekamertje lesgeven, bij gebrek aan een andere ruimte. De directeur had een witte tafel. Omdat Lisa niet zo’n verfijnde motoriek had was ik overgegaan op stempelen om haar te leren schrijven en lezen. Ik zette het stempelkussen op tafel. Lisa sloeg in een onbewaakt ogenblik haar hand in het kussen met rode inkt. Daarna keek ze naar haar hand en schrok verschrikkelijk. In paniek sloeg ze de hand op de witte tafel, dat gaf nog meer rood en nog meer paniek. Binnen de kortste keren zaten wij beiden onder de inkt en was de chaos compleet. Ik had er niet aan gedacht dat Lisa een overgevoeligheid had voor vieze handen. Het was een kleine ramp, die overging in een kans om Lisa om te leren gaan met vieze handen. De weken daarna hadden we elke start van de remedial teaching een kwartier knoeiclub. Het was een geweldige ervaring haar te zien groeien in het mogen hebben van vuile handen. De angst keerde om in plezier en dat was zo mooi! Zelf leerde ik de perfectie meer en meer los te laten. Om haar wat aan te leren, moest ik haar tegelijkertijd volgen én voor zijn. Mijn angst en spanning om het niet helemaal goed te doen, keerden ook om in plezier. Ik ben me steeds bewust geweest van de vraag of mijn leeraanbod op een wezenlijke manier bijdroeg aan haar ontwikkeling. Dat was afstemmen en afwegen, steeds weer. Nu, in de instapklas, is dat zo gebleven. Het blijft afstemmen op het individu. De gemene deler van de kinderen is het zeer moeilijk lerend zijn, ieder met zijn eigen kwaliteiten. Voor mij staat voorop dat een kind het fijn heeft op school. Want dat is het uitgangspunt om te kunnen leren. 39


Colofon Dit boekje is een initiatief van een groep ouders van de Vrije School Parcivalte Amstelveen. Voor verdere informatie over de instapklas en de Vrije School Parcival verwijzen wij u naar de website: www.vrijeschoolparcival.nl . Voor meer specifieke informatie en vragen over de instapklas kunt u mailen naar: instapklas@vrijeschoolparcival.nl Voor aanmelding van een leerling voor de instapklas of voor aanmelding van een leerling met een leerlinggebonden budget kunt u ook naar dit adres mailen. Er wordt in alle gevallen contact met u opgenomen door Greet Rekelhof, intern begeleider leerlingen met leerlinggebonden budget. Overige Contactgegevens: Vrije School Parcival Lindenlaan 317 1185 LM Amstelveen T. 020-6438556 F. 020-4412391 Redactie: Maartje Oosterhof Fotografie: Senta de Vries, sentadevries@hetnet.nl Vormgeving: Ruud Licht, Waterloo Producties B.V. Drukwerk: Ecodrukkers, Nieuwkoop, www.ecodrukkers.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.