vws#Diagonaal 2 2023

Page 1

I have a dream

32ste jaargang | december 2023 | personeelsmagazine

Gedroomde zorg Blijft het betaalbaar?

Documentairemaker Ruben Terlou Hippocratische dokter

Kinderdromen Kleinkinderen van VWS'ers


REDACTIONEEL

In dit nummer

DROMENAPOTHEEK

Een droom van een magazine

18

Dagdromen

€€€

De feestdagen zijn altijd een mooi moment om zelf of met je geliefden stil te staan bij waar je mee bezig bent en waar je naartoe wilt. De redactie van Diagonaal vond het Lucide dromen daarom een goed idee om de laatste, dubbeldikke editie van 2023 aan het thema ‘Dromen’ te wijden. Het magazine dat nu voor je ligt, is dus niets minder dan een droom­magazine.

Dromen met Douwe Draaisma: Luisteren ‘ naar iemands droom is stomvervelend’

€€€

Nu denk je misschien: daar ben ik veel te nuchter voor. Leg dit blad dan niet meteen aan de kant. Want we zitten in dit nummer echt niet alleen te mijmeren over onze diepste verlangens. We laten ook Signaaldromen wetenschappers aan het woord, zoals neuroloog Gert Jan Lammers en ‘droomprofessor’ Douwe Draaisma. De eerste vertelt op pagina 28 over het belang van goede slaap voor onze gezondheid. Wie niet goed slaapt, loopt een hoger risico op obesitas, diabetes en depressie. Een goede nachtrust is dus ook een zorg van ons ministerie.

23 Ruben Terlou De ‘ beste zorg is als iemand zich écht over je ontfermt’

36 Kinderdromen van VWS oma en opa’s

€€

28 Goed slapen, dromen en weer fris op

44 Wat eten we met kerst?

In overdrachtelijke zin zijn de dromen van VWS’ers zeer divers. Sommige col­lega’s streven naar een lievere wereld zonder discriminatie. Anderen leven al in een droom van klein, huiselijk geluk. Voor de zorg hebben collega’s grootse dromen. Op pagina 8 kijkt redacteur Douwe Anne Verbrugge met directeur-generaal Curatieve Zorg Barbara Goezinne, manager bij de directie Zorg­verzekeringen Adriaan Brouwer en hoogleraar Filosofie van de Gezond­heids­zorg Maartje Schermer vooruit naar hoe de gedroomde zorg voor Nederland er in de toekomst uit moet zien. Volgens documentairemaker Ruben Terlou hebben we in Neder­land nù al een waan­zinnig goed zorgsysteem. Zeker als hij het ver­gelijkt met de landen die hij bezocht voor zijn documentaireserie Dokter Ruben. Toch zou er in Neder­land volgens de voormalig dokter meer aandacht mogen zijn voor de zachte kant van de zorg.

Nachtmerrie

In 2024 ontvangen we op ons ministerie naar alle waarschijnlijkheid nieuwe bewinds­personen. Ook zij zullen binnenkomen vol dromen en ambities voor een betere zorg. Ik hoop dat al die dromen ons blijven inspireren om als VWS’ers elke dag weer het beste van onszelf te geven. Rens Ulijn, senior redacteur interne media

COLOFON vws#Diagonaal en vws#Dia zijn de crossmediale personeelsmagazines van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Hoofdredactie DCo Eindredactie Douwe Anne Verbrugge en Rens Ulijn Redactie Nicole van den Hoek, Anna van Mierlo, Suzanne Breukel-Vreeswijk, Hester Vos en Magda de Vetten Klankbordgroep Lid worden van de Klankbordgroep Interne Communicatie? Ga naar vws#Net en meld je aan. Illustratie cover Daniël Roozendaal Vragen, opmerkingen, ingezonden brieven? Redactie, postbus 20350, 2500 EJ Den Haag, telefoon: (070) 340 69 56, e-mail: diagonaal@minvws.nl, secretariaat telefoon: (070) 340 60 00. Overname van tekst is mogelijk na overleg met de redactie Vormgeving www.today.nl Druk Xerox Pensioen of uit dienst en vws#Diagonaal blijven ontvangen? Geef het door: diagonaal@minvws.nl

2 vws#Diagonaal december 2023

Dromen 3


DROMEN VAN VWS’ERS

Tekst: Nicole van den Hoek | Beeld: Shutterstock

Van verbeelding tot realiteit

Lievere wereld

De dromen van VWS’ers… zijn ze spannend of juist heel ontwapenend? Of realistisch? Zes collega’s vertellen over welke droom hen dagelijks bezighoudt. Karima Oueddan senior adviseur directie BPZ

Leven toevoegen aan leeftijd

Nico Schiettekatte VWS-attaché China

4 vws#Diagonaal december 2023

Ik koester mijn droom al 15 jaar en ben er altijd wel mee bezig: een bijdrage leveren aan het welzijn van ouderen. Mijn ouders zijn geboren in 1937. Ze hebben niet alleen de Tweede Wereldoorlog meegemaakt, maar ook de opbouw daarna van de welvaartsstaat. Als ik dan zie hoe zij het vroeger hebben gehad, heb ik het gevoel dat ik het aan hen, en alle andere ouderen, verschuldigd ben iets terug te geven. Ik wil leven toevoegen aan hun leeftijd, zorgen dat ze in goede gezondheid en met waardigheid kunnen bestaan.

Daarvoor is hoogwaardige, toegankelijke en betaalbare zorg nodig. Daaraan heb ik als attaché al in veel landen gewerkt, waaronder Frankrijk en Brazilië en nu in China. Het recente bezoek van minister Helder hier maakte bij iedereen – mijzelf, de delegatie en de Chinezen – veel los. Zo ben ik mijn vader 'geestelijk verloren' aan dementie. Het is mooi om te zien hoe ik samen met alle betrokkenen mijn kennis hierover in de praktijk kan brengen. Om ervaringen uit te wisselen en die praktijk samen beter te maken.

Het eerste waar ik moet denken is mijn pasgeboren dochtertje. Ik droom dat ik haar mag zien opgroeien en dat zij mag wonen in een wereld waar iedereen wat liever is voor elkaar. Waar minder ellende is. Een wereld waar ze echt zichzelf kan zijn. Zelf ben ik een derde generatie Nederlander; mijn grootvader is als gastarbeider in de jaren 60 naar Nederland gekomen. Voordat ik mijn

dochter had, droomde ik er al van geen beperkingen te voelen vanwege mijn achtergrond. Om geen drang te voelen mijzelf te moeten bewijzen waar dat niet nodig was. Nu zij er is, heb ik die droom voor haar. Ik hoop dat zij, als vierde generatie, niet meer tegen de dingen aanloopt waar ik tegenaan liep. Dat ze eerlijke kansen krijgt in een wereld die haar accepteert zoals ze is.

Zorg zonder discriminatie

Mehmet Aközbek programmacoördinator VWS-brede aanpak discriminatie en gelijke kansen

Ik werk al 22 jaar bij het Rijk en heb mij altijd beziggehouden met integratie, polarisatie en radicalisering. Zelf heb ik verschillende keren discriminatie in de zorg ervaren. Het was mijn eerste droom om een functie te hebben waarmee ik daarin verandering kon aanbrengen. Anderhalf jaar geleden kreeg ik die functie, mijn huidige plek, bij VWS. Mijn droom is nu om discriminatie in de zorg volledig uit te bannen. Ons programma loopt vier jaar. Dat is niet voldoende om mijn droom waar te

maken. Maar ik hoop in deze periode daar wel een groot steentje aan bij te dragen. Zodat mijn droom uiteindelijk uitkomt en mijn kleinkinderen niet hetzelfde meemaken als ik. En ja, ik zeg kleinkinderen, want discriminatie is een onbewust en hardnekkig iets. Je kan het misschien allemaal wel in het beleid regelen, maar uiteindelijk gaat het om een cultuurverandering. Écht weten hoe het er in de samenleving aan toe gaat en daarnaar handelen. En dat kost tijd. Dromen 5


DE SLAAPKAMER VAN…

Tekst: Magda de Vetten | Foto: Lex van Lieshout

Nooit uitgedroomd

Mirke van Hulst-Lagerberg communicatieadviseur OBP

Ik moet zeggen, ik leef eigenlijk wel een beetje mijn droom. Mijn droom was altijd een groot gezin en een mooi huis. En die heb ik nu. Een lieve man, drie kinderen – van 14, 12 en 11 jaar – en we hebben net een prachtig huis uit 1914 gekocht waar we 1 februari in mogen. We zijn in Alphen aan den Rijn gebleven, de plek waar mijn man en ik zijn opgegroeid en elkaar hebben gevonden. Echt een dorps verhaal. Inmiddels zijn we

24 jaar samen en niet weg te slaan uit ‘ons dorp’ waar we als familie steeds verder groeien. Mijn droom zit echt in mijn gezin en de mensen om mij heen. Dat ik nu mijn droom leef, betekent niet dat ik ben uitgedroomd. Ik kan mij voorstellen dat we over een tijdje het huis wel weer onder handen nemen, de garage ombouwen tot een appartementje voor de kinderen bijvoorbeeld. Of misschien toch een eigen plekje in Zuid-Spanje.

Mensen in beweging brengen

Martijn Kooijman plaatsvervangend directeur Sport

Ik ben een positief mens en probeer dus ook positief te dromen. En dat lukt, zowel op het gebied van werk als privé. Bij Sport ben ik gezegend een kleine bijdrage te mogen leveren aan het gezonder en positiever maken van Nederland. ‘Sporten’ is de afgelopen jaren ‘bewegen’ geworden, daar ben ik ontzettend blij mee. We zijn er nog lang niet, maar zitten wel op de goede weg. Ik droom ervan dat we daar de komende jaren nog meer

mooie stappen in zetten en meer mensen bereiken. Bewegen speelt ook in mijn privéleven een grote rol. Ik vind het heerlijk om te ‘hiken’, hoe uitdagender en uitputtender, hoe beter. En het liefst ook zo simpel mogelijk; tentje mee en gaan. Mijn droom is dan ook in 2024 een deel van de Te Araroa Trail in Nieuw-Zeeland te lopen. Een route die, als je hem helemaal loopt, 3000 kilometer lang is en vier maanden duurt.

‘ In bed kijk ik naar Tiktok’ Rahul Thorat, data-scientist bij DUS-I

Ons laten verwonderen

Marlous Arentshorst coördinator team Vaccinatie PDCV

6 vws#Diagonaal december 2023

Even heel platgeslagen is mijn droom dat we de mensen die betrokken zijn bij, of geraakt worden door ons werk, vaker echt meenemen in het werk. Dat we ons bewust zijn van alle verschillende visies, structuren en praktijken binnen organisaties, opgaven en taken. Want niemand kan alles zelf overzien en adresseren; je hebt meerdere perspectieven nodig. En zeker die van de mensen voor wie wij het allemaal

doen. Bij hen moet je de ervaringen en ideeën ophalen. Ik droom ervan dat we nog vaker met hen spreken over hun vragen en problemen en over de oplossingen die zij zien. Dat we nog vaker echt luisteren en ons door hen laten verwonderen. Zodat we de complexiteit én de oplossingen uit de praktijk meekrijgen en dit vervolgens in ons eigen werk meenemen. Daar wordt de wereld volgens mij een stukje mooier van.

“Op mijn bed ligt een tatami, een mat van gedroogd gras. Daarvóór heb ik altijd op een normale matras gelegen. Maar die was te zacht. Al na een paar weken kreeg ik steeds last van mijn nek. Ik kom oorspronkelijk uit India en was gewend daar op de grond te slapen. Op een tatami-achtig ding, maar dan gemaakt van schapenwol. Sinds ik op de mat slaap, zijn de klachten verdwenen. En in mijn rug heb ik een veel meer uitgerust gevoel. Alleen zorgde de geur van

de tatami bijna twee maanden voor veel ongemak. De stank van rottend gras. In mijn slaapkamer staan zo min mogelijk spullen. Bij een verhuizing heb ik besloten minder dingen te gebruiken. In de huiskamer heb ik geen bank, geen eettafel. Wel een stoel, voor bezoekers. Het geeft enorm veel ruimte. En ook handig bij het schoonmaken, haha. ‘s Avonds lig ik in bed Tiktok te kijken. Ik ben er een beetje aan verslaafd. Daarna zet ik een podcast op: Onbehaarde Apen van NRC. Dan slaap ik in. Soms word ik om twee uur wakker en pieker dan veel over het verleden. Af en toe droom ik er ook over. Mijn droom in het echte leven is: boeven vangen. Via data-analyse spoor ik misbruik van VWS-subsidies op, zoals coronasubsidies. Ik word er steeds beter in. Maar het kan altijd nóg beter.”

Dromen 7


INTERVIEW

Droomzorg van de toekomst Is de zorg in Nederland op peil te houden? Er is een flink personeelstekort en de zorgkosten blijven stijgen. Een doemscenario? Directeur-generaal Curatieve Zorg Barbara Goezinne, hoogleraar Filosofie van de Geneeskunde Maartje Schermer en VWS-manager Adriaan Brouwer kijken in hun glazen bol. Hoe ziet hun ‘gedroomde zorg’ eruit?

Tekst: Douwe Anne Verbrugge Illustratie: Today 8 vws#Diagonaal december 2023

De Nederlandse bevolking blijft groeien en vergrijst tegelijkertijd. Als we niets aan ons zorgstelsel veranderen, moet in 2040 een kwart van alle werkenden in Nederland in de gezondheidszorg werken. “Dat gaat ‘m niet worden”, vertelt Adriaan Brouwer, manager bij de directie Zorgverzekeringen. “Want zoals een Rotterdamse wethouder zei: ‘dan wordt er in de haven geen containerschip meer gelost’. Bijna een kwart van de Rijksbegroting gaat nu naar de gezondheidszorg. Nu al dus. En één op de zeven Nederlanders werkt in de gezondheidszorg. Als dat in 2040 één op de vier werkenden zou worden, wordt de zorg echt onhoudbaar. Los van vragen over betaalbaarheid, moet je jezelf de vraag stellen of het wenselijk is dat een op de vier werkenden in Nederland in de gezondheidszorg werkt.” Beleidsmakers in de zorg benadrukken volgens Adriaan te vaak de kosten, de vergrijzing en chronische ziekten, maar vergeten dat onze levens­verwachting gemiddeld wel hoger ligt. “En dat is toch goed nieuws? Er zijn allerlei innovaties om in betere gezondheid langer te leven, met zorg dichtbij huis ook al is dat een leven met een beperking of ziekte, we weten dat behoorlijk fijn in te richten. Die kant van zorgver­ nieuwing is onderbelicht. Zo negatief ben ik dus niet als ik naar de toekomst van de zorg kijk.”

Voorspellende zorg Maartje Schermer, hoogleraar Filosofie van de Geneeskunde aan het Erasmus MC, verwacht dat de Nederlanders zich steeds meer gaan richten op een zorg die moet voorkómen dat we ziek worden. “We hebben door al onze kennis en kunde steeds meer gereedschappen in handen om onze eigen gezondheid te waarborgen. Iedereen weet inmiddels dat gezonde voeding, genoeg beweging, niet roken en matig drinken bepalend zijn voor je gezondheid. Maar gedragsverandering is heel erg moeilijk – dat moet ook uit de omgeving komen. Met nieuwe technieken, zoals genoom-onderzoek, biomarkertesten en kunstmatige intelligentie is het niet gek te bedenken dat we in de nabije toekomst steeds beter inzicht krijgen in onze lichamelijke gesteldheid. Ook het monitoren van onze gezondheid via e-health hoort daarbij. Het maken van een persoonlijk profiel van ieders ‘kwetsbaarheden’ is dan niet ver weg. Je stapt dan over naar een ‘voorspellende’ of ‘anticiperende’ zorg. Dilemma is wel: willen we dat weten? Wil je weten of je wel of niet extra gevoelig bent voor bepaalde typen van kanker of hart- en vaatziekten? Daar moet goed over worden nagedacht. Artikel gaat door op pagina 10 Dromen 9


‘ Je eigen toekomstperspectief kan als een zwaard van Damocles boven je hoofd te komen hangen’ Je eigen toekomstperspectief kan als een zwaard van Damocles boven je hoofd te komen hangen, maar het kan ook zo zijn dat je met bepaalde preventieve maatregelen een veel langer en gezonder leven hebt. Dat vraagt om een ander type zorg; niet zozeer om een ziekenzorg maar om een zorg die voorkomt dat je ziek wordt.”

Geld is geen probleem, de krimpende arbeidsmarkt wel

Maartje Schermer hoogleraar Filosofie van de Geneeskunde aan het Erasmus MC

10 vws#Diagonaal december 2023

De rol van VWS in een innovatieve zorg voor de toekomst ligt volgens directeur-generaal Barbara Goezinne in het ‘aanleveren van bouwstenen’. “De arbeidsmarkt wordt zó krap dat we simpelweg niet alles kunnen blijven doen. De zorgprofessionals moeten in hun kracht worden gezet. Geld is niet zozeer het probleem, de krimpende arbeidsmarkt wel. Zorgprofessionals zullen soms afscheid moeten nemen van taken en bezigheden die ze met hart en ziel deden. Er is samenwerking en vertrouwen in elkaar nodig om die taken door anderen te laten doen. De samenwerking tussen de vele verschillende domeinen moet optimaal zijn: gezondheid moet daarin altijd voorop staan. Ik hoop dat we zover komen dat je bijvoorbeeld met de ziekte kanker op een gelukkige manier heel oud kunt worden. En daar moet VWS samen met andere zorgpartners aan werken. Ik geloof niet dat VWS de intentie moet of kan hebben om te komen tot een volledig maakbare samenleving. Daar geloof ik niet in. Het kan niet allemaal vanuit Den Haag komen.

Het leven is complex, de zorg is complex en dat gaat allemaal niet veranderen. Dat is altijd zo geweest. Iedereen heeft daarin zijn eigen rol en eigen verantwoordelijkheid. Alleen door het samen te doen met landelijke en regionale partners kunnen we bewuste keuzes maken in welke zorg we wel en niet verder investeren.”

Mentale omslag is nodig Om zover te komen, is het volgens Adriaan nodig om een mentale omslag te maken in de manier waarop we kijken naar onze gezondheid en naar ons gezondheidssysteem. “De verantwoordelijkheid daarvoor ligt in eerste instantie bij iedereen zelf, maar er moet wel een goed zorgsysteem omheen zijn gebouwd.

‘ Het leven is complex, de zorg is complex en dat gaat allemaal niet veranderen’ Het is daarbij noodzaak om integrale gezondheidszorg te organiseren in de regio: door een samenwerkende gezondheidsorganisatie dat een regioplan heeft, gebaseerd op een regiobeeld. Want naast alle innovaties om op individueel niveau te helpen, kunnen we tegenwoordig via datasystemen tot op inwonerniveau voorspellen wat de ergste gezondheidsklachten worden, of waar vraag en aanbod van gezondheidszorg niet overeenkomt. Daar kun je de organisatie van gezondheidszorg in de regio op aanpassen, op voorwaarde dat je alles meer integraal organiseert. Hiermee vergroot je het welzijn in de regio.” Barbara benadrukt hierbij wel dat de ‘hoeveelheid’ aan zorg die nu door

Adriaan Brouwer manager bij de directie Zorgverzekeringen

Barbara Goezinne directeur-generaal Curatieve Zorg VWS

zorgprofessionals wordt gegeven, in de toekomst niet op peil blijft. “We hebben zoveel naar ons toegetrokken dat dit op termijn onhoudbaar is. Ik sprak onlangs een huisarts die mij vertelde dat zij voor 80% van de tijd bezig is met het verlenen van een zorg die niet past bij haar professionaliteit als huisarts. Het is heel mooi dat we zo naar elkaar omkijken, maar dat hoeft niet te gebeuren door de zorgprofessionals. Dat kan binnenkort ook niet meer, door de krapte op de arbeidsmarkt wordt de tijd van zorgprofessionals steeds schaarser. We zullen het als samenleving met elkaar moeten doen. Als ik naar mezelf kijk: ik heb wel eens een vriendin geholpen in de laatste fase van haar leven. Dat vergde veel van mij, maar het bracht mij ook veel moois. En ja, ik ken de problematiek van overbelaste mantelzorgers en daar moeten we iets mee, maar het is niet verkeerd om af en toe terug te blikken naar de tijd van mijn opa en oma: zij gingen pas naar de dokter of het ziekenhuis als het écht, écht nodig was. Als ik mijn blik richt op een land als Japan… de mensen daar hebben vanuit zichzelf veel meer aandacht voor gezonde voeding, zij bewegen veel en leven gewoon een stuk gezonder. Daar begint het allemaal mee.”

Chinese dorpsdokter “Mijn droom is dat we ooit deels gaan betalen voor het gezond houden van inwoners in een regio. Dat zou echt een gamechanger zijn”, glimlacht Adriaan. “Ook verschillende gezondheidseconomen pleiten ervoor om meer nadruk te leggen op het gezond blijven. Bekend verhaal dat zij ter illustratie gebruiken, is het verhaal van de oude Chinese dorpsdokter. Dorpelingen betaalden hem aan het eind van het jaar, als zij gezond waren gebleven: ze willen niet per se zorg van hem, maar ze willen dat hij er voor zorgt dat zij gezond blijven. Tegen iemand met een zwakke rug zegt de oude Chinese dorpsdokter: ‘Stop nou met het tillen van die zware stenen, zo meteen breek je nog iets.’ Als wij de zorg minder duur willen maken, moeten ook wij ons meer op onze gezondheid richten en de zorgverleners belonen dat zij de mensen gezond houden.” Dat mensen in goede gezondheid steeds ouder kunnen worden, bevestigt Maartje met onderzoeksgegevens. “Het is biologisch haalbaar dat steeds meer mensen in deze eeuw in principe een leeftijd van 120 of 130 jaar kunnen halen. Het volgen van een gezonde leefstijl in een gezonde leefomgeving bieden daar de mogelijkheden toe. Dat gegeven noopt ons er wel toe om goed na te denken over de inrichting van onze samenleving. Is een vaste pensioenleeftijd nog slim? Of moet je die flexibel maken? Is het niet mogelijk om mensen die tussen de 35 en 50 jaar zijn en druk met kinderen, carrière, hypotheek en zorg voor hun ouders zijn, een soort rustpauze of tussenstop te geven zodat zij zich kunnen richten op meer maatschappelijke bezigheden? Wat het steeds ouder worden van de mensen in Artikel gaat door op pagina 12 Dromen 11


DE SLAAPKAMER VAN…

onze samenleving betekent voor de zorg, is een ingewikkelde. De zorg zal schaarser worden, zeker door de personeelstekorten. Los daarvan: er gaat de komende decennia sowieso veel veranderen als je kijkt naar de klimaatverandering en de migratiestromen die mede daardoor op gang komen. Wat dat voor de gezondheidszorg in Nederland betekent, is niet te overzien.”

‘ Het is biologisch haalbaar dat steeds meer mensen in deze eeuw een leeftijd van 120 of 130 jaar kunnen halen’ Gemeenschapszin Dat er sinds eind vorige eeuw zoveel nadruk is komen te liggen op een goed, gezond en lang leven, is volgens de hoogleraar mede bepaald door de verregaande secularisering in Nederland. “Veel religies hebben een perspectief op een leven na de dood. Dat is bij heel veel mensen niet meer aanwezig. Het moet in het hier en nu gebeuren; je hebt maar één leven. Ook aan het lijden in het leven wordt door het ontbreken aan religie een andere waardering gegeven. Waar bij verschillende religies het lijden als een beproeving wordt gezien die je moet doorstaan, is het lijden in de geseculariseerde samenleving vooral iets dat snel uitgebannen of vermeden moet worden: het lijden heeft geen nut. Tegelijk wil ik benoemen dat de verregaande individualisering, die tegelijk optrok met de secularisering, een halt lijkt te zijn toegeroepen. Je ziet het onder meer aan de populariteit van partijen als de NSC en BBB, die appelleren aan onze gemeenschapszin. En als ik dan toch in die glazen bol kijk… ik denk dat de gezondheidszorg over 25 jaar steeds meer buiten de deuren van de ziekenhuizen plaatsvindt: door digitalisering 12 vws#Diagonaal december 2023

en personeelstekorten. Mensen zullen meer voor elkaar moeten gaan zorgen. Misschien dat we in dusdanige woongemeenschappen wonen waarin dat goed mogelijk is. Met alle technische hulpmiddelen is veel mogelijk om zorg aan elkaar te verlenen en om preventief op te treden. Sowieso moeten we naar een leefomgeving toe die gezonder is. Met meer fiets­ paden, betere huisvesting en een supermarktaanbod waarin chips en snoep niet goedkoper zijn dan een gezonde maaltijd. Een meer zorgzame samenleving, dat zou prettig zijn. Met een beetje van dat dorps­ gevoel waar naar elkaar wordt omgekeken.” Voor een terugkeer van dat ‘dorpsgevoel’ hoeft niet veel te worden gedaan, dat is namelijk nooit weggeweest, vertelt Adriaan: “Nederland staat bekend om het coöperatieve gedachtengoed. Dat vind je niet alleen in het ‘noaberschap’ in de Achterhoek, de hechtheid van de Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden of het Limburgse mijnengebied… samenwerken zit ingebakken in het Nederlandse cultuurgoed. En oké, in de ene buurt is die verbondenheid groter dan in de andere, maar over het geheel genomen zijn we een sociaal volk dat al polderend naar de beste mogelijkheden zoekt. En nee, het is geen terugkeer naar de ouderwetse dorpsdokter, het is innovatief samenwerken in de regio, voortbouwend op onze historische waarden.”

Zorg is koploper Barbara: “Wat ik wel frustrerend vind, en daar schaam ik me voor als inwoner van dit land, is dat we het nog steeds niet voor elkaar krijgen om mensen op te vangen die tussen wal en schip raken. En niet omdat er geen capaciteit of kunde is om deze mensen te helpen, maar omdat de stelsels schuren. Het gaat dan vaak om oudere, niet-mondige en kwetsbare mensen. Dat raakt me. Met het Integraal Zorgakkoord (IZA) hopen we dat echt te ondervangen. Ons zorgstelsel moet nog meer worden ingericht op samenwerking, waarin preventie en de eerstelijnszorg grote aandacht krijgen. En uiteindelijk komen we er wel. De zorgwereld is in vergelijking met andere beleidsterreinen koploper als het gaat om transities. De coronaperiode heeft aangetoond hoe sterk de zorgwereld is en dat het met de samenwerking echt wel goed zit. De zorg doet ertoe. Van het begin tot het eind van je leven.”

‘ All you need is love’ Nicole Kroon, directeur MacroEconomische Vraagstukken en Arbeidsmarkt

“Dit is niet mijn eigen slaapkamer maar die van Lisanne; ik doe elke week vrijwilligerswerk in de zorginstelling waar ze woont. Mijn taak is het meehelpen bij de dagbesteding voor verstandelijk gehandicapten. En ik ga met Lisanne op stap. Ze houdt heel erg van boodschappen te doen. Ze is 30 lentes jong en dol op ‘All you need is love’. De afleveringen kijkt ze keer op keer af. Dit vrijwilligerswerk heeft te maken met mijn droom: veel meer liefde en tolerantie naar elkaar toe. In het directe menselijke contact. En dat iedereen mag zijn wie die is. Al vanaf mijn studententijd werk

Tekst: Magda de Vetten | Foto: Lex van Lieshout

ik in mijn vrije tijd met mensen in een kwetsbare positie. Bewust ben ik bestuurskunde gaan studeren om de wereld een beetje mooier te kleuren. Om een bijdrage te leveren aan een stukje hemel op aarde. Of ik ’s nachts ook droom? Ja, als ik van de wekker wakker word, weet ik nog wat ik droomde. Dat is nooit zo heel spannend. Je hoort wel eens dat mensen in hun dromen achtervolgd worden, maar wat dat betreft ben ik saai. Ik ben een goede slaper. Mijn man zegt altijd: als jij het kussen ziet, lig je al te slapen. Van origine ben ik een ochtendmens, maar door mijn man is dat veranderd. Die is een avondmens. Ook door mijn werk lig ik pas tegen twaalven op bed. Na het eten of sporten eerst nog mail bekijken en stukken lezen. Het versturen van mails doe ik pas de volgende ochtend. Want in de directie hebben we afgesproken dat we ’s avonds en in het weekend niet werken.”

Dromen 13


SPEECH

Tekst: Rens Ulijn | Foto's: Robin Utrecht | Illustratie: Daniel Roozendaal

Er zijn weinig mensen die deze vier legendarische woorden van Martin Luther King niet kennen. De iconische rede uit 1963 bewijst de kracht van het gesproken woord. Is deze speech ook een inspiratiebron voor de speechschrijvers die werken op de directie Communicatie van VWS? En op welke speech zijn ze zelf het meest trots?

Eric Stolwijk:

‘ Minister Helder gaf dementie een persoonlijk gezicht’ “Dat iedereen de woorden ‘I have a dream’ kent, betekent niet dat de woorden zélf nu zo uitzonderlijk zijn. Het is vooral de context die de speech iconisch heeft gemaakt: de plaats, het moment waarop hij werd uitgesproken en natuurlijk de persoon Martin Luther King. Als speechschrijver heb je geluk als je op zo’n moment aan de lat mag staan.

I have a dream...

Speechschrijven is vooral: worstelen met woorden. Elke zin moet raak zijn. Want als de toehoorder afhaakt, ben je ze definitief kwijt. In een tekst kan je nog even teruglezen. Naar een speech kunnen mensen alleen luisteren. De eerste zin moet je publiek daarom direct bij de strot grijpen.

Als speechschrijver moet je een vertrouwensrelatie opbouwen met degene voor wie je schrijft. Je moet een klik hebben en in de huid kunnen kruipen van die persoon. Dit najaar schreef ik een speech voor minister Helder voor de internationale conferentie Defeating Dementia hier in Den Haag. Ik merkte dat de minister een enorme drive had op dit onderwerp. Ze wilde echt gas geven op dit dossier. Dan ga ik doorvragen. Als speechschrijver stel je vragen die je aan een ander niet zo snel stelt. Ze vertelde dat haar vader en schoonmoeder de ziekte ook hebben. Zelf herken ik het ook omdat mijn ouders er ook aan leden. We zijn dus allebei expert. Mag ik het een gezicht geven, vroeg ik aan de minister? Daar stemde ze mee in. Ze sprak de speech op maandag uit en ik heb er tot zondagavond laat aan zitten werken. Maandagochtend liet ik de speech op kaartjes printen en gaf ik ze persoonlijk mee aan de chauffeur van de minister. Ik vond het hartstikke spannend. Je steekt je ziel en zaligheid erin, het voelt bijna als een examen. Het kwam gelukkig goed. De minister hield een gloedvol en overtuigend betoog. Ze gaf dementie een persoonlijk gezicht.”

‘ De eerste zin moet je publiek direct bij de strot grijpen’

Artikel gaat door op pagina 16 14 vws#Diagonaal december 2023

Dromen 15


“De speech die premier Rutte eind vorig jaar uitsprak toen hij excuses aanbood voor het Nederlandse slavernijverleden, heeft mij vakmatig geïnspireerd. Er was vooraf veel discussie over het moment dat de Nederlandse regering had gekozen om die excuses aan te bieden. Vooral in Suriname en Caribisch Nederland voelde men zich niet betrokken.

‘ Met de juiste woorden kun je geschiedenis schrijven’

Toen Rutte de speech in het Nationaal Archief in Den Haag toch uitsprak, daalde alles neer en verstomde de discussie. ‘We zetten vandaag een komma, geen punt’, zei Rutte. Een zin die je later overal terug hoorde en eigenlijk nu al historisch is. Ik vind dat heel mooi gevonden.

“Veel mensen hebben een te romantisch beeld van het vak speechschrijver. Ze denken dat je in alle rust kan zitten schrijven en dat je de hele dag geïnspireerd moet zijn. Hoewel het de leukste baan is die ik tot nu toe heb gehad, is het wel gewoon: een baan. Een bewindspersoon staat gemiddeld twee keer per week op een podium, dus er moeten elke dag speeches, maar ook bijvoorbeeld voorwoorden en columns opgeleverd worden. Vaak over taaie onderwerpen. Moeilijke onderwerpen makkelijk maken is een belangrijk onderdeel van mijn werk.” Lachend: “Als er dan wél een groots en meeslepend onderwerp voorbijkomt, is het bij de speechschrijvers vechten om zo’n klus.”

Zelf mocht ik de slavernijspeech schrijven die staatssecretaris Van Ooijen diezelfde dag uitsprak op Saba in Caribisch Nederland. Een I have a dream speech zou ik het niet willen noemen, maar ik vond dit wel een mooi project. Ik heb veel research gedaan op Saba, veel mensen daar gebeld. Ik kwam tot de ontdekking dat er nog nauwelijks bronnen over het slavernijverleden op Saba bestonden. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Curaçao of Suriname, waar nog veel bewijzen en verhalen te vinden zijn die het racisme en de discriminatie tastbaar maken. Dat dit bij de mensen op Saba nog altijd pijn doet, heb ik verwerkt in de speech.”

Lieke Offringa:

Lieke Hagebeuk

16 vws#Diagonaal december 2023

Antonie van Campen

Lieke Hagebeuk:

‘ Minister De Jonge zette de verdubbelaar erop’ “Het idee om in een lezing iets met solidariteit te doen, hadden we al langer. Maar de eerste corona­zomer onder­ streepte dat idee. Als we iets te vertellen hebben, zoeken we daar vaak het juiste podium bij. De Abel Herzberg­lezing in de Rode Hoed in Amsterdam was zo’n geschikt podium. Tegen de verwachting in kon deze lezing in 2020

tóch door­gaan. De speech moest er onder stoom en kokend water komen. Ik koos ervoor om een aantal haatmails en tweets die minister De Jonge in de corona­periode ontving heel staccato onder elkaar te zetten. Massamoordenaar…, Jouw tijd komt nog wel…, Vacci-nazi…, Hugo Hitler…, Mensen zoals jou en Rutte moeten ze afknallen…

De minister was nog bezig met het uitspreken van de lezing en mijn telefoon ontplofte al. Ik had wel een vermoeden, maar niet helemaal aan zien komen dat de lezing zo aangrijpend zou worden. De manier waarop de minister de lijst van aan hem gerichte verwensingen uitsprak, zette echt de verdubbelaar erop. In Amerika zijn ze overigens veel beter in bombastische speeches als I have a dream. Het hoort meer bij de Angelsaksische cultuur

Antonie van Campen:

‘ Echte verhalen kunnen verandering teweegbrengen’ “Als speechschrijver voor Tom Middendorp, oudCommandant der Strijdkrachten, leerde ik de impact van storytelling. Tom gebruikte graag verhalen in zijn speeches, waardoor ik kon putten uit ervaringen van militairen. Een van de eerste verhalende speeches die ik voor Tom schreef, was voor de oprichting van een forensisch laboratorium in Soesterberg in 2014 Ik koos ervoor om een verhaal te vertellen van een Amerikaanse soldaat die meerdere bomaanslagen overleefde. Zijn gedetailleerde beschrijving van de ervaring met een geïmproviseerd explosief, gaf kippenvel en hielp het publiek het belang van het laboratorium te begrijpen. Een ander verhaal dat ik gebruikte in mijn speeches voor Tom was dat van Dennis van Esch. Een Nederlandse militair die in 2009 ernstig gewond raakte in Afghanistan.

dan bij de Nederlandse. Om een goede speech te schrijven, moet je je verdiepen in je doelgroep en de onderstroom aftappen. Door onderzoek te doen en aan te haken bij actuele ontwikkelingen. We zitten niet met een pot thee op onze zolderkamer te wachten tot de inspiratie op magische wijze tot ons komt. Speechschrijven is zwoegen en putten uit een heel brede algemene kennis. Allemaal verhalen en draadjes in je hoofd die je moet laten samenkomen.”

Tijdens een patrouille in Uruzgan werd zijn pantservoertuig getroffen door een bermbom, Dennis raakte direct bewusteloos en liep ernstige verwondingen op. Tegen alle verwachtingen in ontwaakte hij na tien weken uit zijn coma in een militair hospitaal in Utrecht. Maar zonder zijn benen, die waren gereduceerd tot stompjes. In de toespraak liet Tom een krachtige zwart-witfoto zien van Dennis tijdens zijn revalidatie in Doorn. De foto toonde hem aan de rand van een zwembad, met de stompjes duidelijk zichtbaar. Dit beeld, samen met zijn verhaal, maakte een diepe indruk op het publiek. Het onderstreepte de harde realiteit van oorlogsverwondingen en Dennis' ongelooflijke kracht van overleving en herstel. Later is deze toespraak onderscheiden met een Amerikaanse Cicero Award. Het is dus deze ervaring – en vele andere – die mij hebben overtuigd dat echte verhalen, verteld op een begrijpelijke en beeldende manier, mensen kunnen raken en verandering teweeg kunnen brengen.” Dromen 17


INTERVIEW

Tekst: Martine Boelsma | Foto: Sake Elzinga, Shutterstock

Dromen met Draaisma Zeg je dromen, dan zeg je: Douwe Draaisma. De Groningse hoogleraar psychologie en auteur van het boek ‘De dromenwever’ wordt beschouwd als dé vraagbaak in dromenland. Draaisma geeft duiding aan de klassieke schaamte­droom waarin je naakt in een vergadering zit, weet waarom je slaapwandelt en waarom sommige psychiatrische aan­doeningen gepaard gaan met nachtmerries. “Wist je dat dromen cultuur­gebonden zijn? In West-Ghana is een veelvoorkomende schaamte­droom dat je een herder bent die achterna wordt gezeten door zijn eigen koeien. Dat is daar de ultieme vernedering.”

‘ De vraag is niet waaróm we dromen, maar waardóór we dromen’ Praten over dromen, Douwe Draaisma doet het nog steeds graag. “Het blijft een fascinerend onderwerp. Maar zo leuk als het is om te praten over dromen, zo saai is het om te luisteren naar iemand die zijn droom vertelt. Lachend: “Dat is vaak stomvervelend, omdat er geen touw aan vast te knopen is.” 18 vws#Diagonaal december 2023

Hoewel het wel bijzonder is als mensen hun droom gedetailleerd kunnen onthouden. “Lang niet iedereen kan dat”, weet Draaisma, “en dat is niet zo gek. Een droom onthouden, vraagt heel veel van ons geheugen.” “Hoe dat komt? Ons brein is gewend om gebeurtenissen in chronologische volgorde te onthouden. ‘Ik ging naar mijn werk, toen stak ik over en vervolgens werd ik aan­gereden’. Om een droom te kunnen onthouden, moet je geheugen tegen de richting van de tijd in. Je herinnert je bij het wakker worden als eerste het einde van je droom: ‘ik werd aangereden!’ Vervolgens moet je goed nadenken in welke situatie dat gebeurde: ‘ik stak over’. Dan: ‘ik was op weg naar mijn werk’. En zo ga je stap voor stap terug in het verhaal. Heel pittig voor het brein.”

Klassieke thema’s Dankzij de droomonthouders onder ons, weten we wel welke thema’s tot de nachtelijke ‘klassiekers’ horen: een examen opnieuw moeten doen, kunnen vliegen, ontdekken dat je vergeten bent je aan te kleden (terwijl je bijvoorbeeld in een vergadering zit), tanden die uitvallen, achterna gezeten worden, erotische dromen – zo uniek is onze innerlijke wereld kennelijk niet.

Kent u zelf ook zo’n terugkerend thema in uw dromen? “Zeker wel. Ik droom heel vaak dat ik te laat kom voor een afspraak. Dan kan ik het adres niet vinden, of ik wil hard lopen, maar kom niet vooruit. Ik denk dat er een simpele verklaring voor is. Ik geef vaak lezingen, en dan vind ik het belangrijk om op tijd te komen.” Douwe Draaisma, hoogleraar Geschiedenis van de Psychologie

Draaisma: “We delen inderdaad veel angsten en verlangens en het is logisch dat die naar boven komen in de nacht. Interessant is wel dat die klassieke dromen cultuurgebonden zijn. Ontdekken dat je naakt bent op je werk bijvoorbeeld, is typisch een westerse schaamtedroom. En de droom waarbij je opnieuw examen moet doen – maar daarbij door allerlei tegenslagen wordt gehinderd – komt vanzelfsprekend vooral voor in meritocratieën: landen waar opleiding en diploma belangrijk zijn. Ook interessant: mensen die blind geboren zijn, hebben dezelfde dromen als ieder ander. “Voor mijn boek sprak ik met cabaretier Vincent Bijlo, omdat ik me afvroeg of je anders droomt als je geen beelden tot je beschikking hebt. Dat bleek niet zo te zijn. Ook zonder beeld bleek hij dezelfde droomervaringen te hebben van vallen, vluchten, schaamte etcetera.

En toch zegt u: dromen hebben geen betekenis. “Daarmee bedoel ik dat we geen voorspellende waarde of iets dergelijks aan dromen moeten toekennen. Dromen hebben de betekenis die de dromer er aan geeft. Het zijn tenslotte de indrukken en herinneringen van de dromer die worden geactiveerd. Het is het brein van de dromer dat er een verhaal van maakt.”

Hebben dromen dan tenminste een functie? Dan vraag je me eigenlijk: waaróm dromen we. Ik denk dat er geen reden is. Er is wel een antwoord op de vraag: waar­dóór dromen we. De meest waar­schijn­lijke theorie is dat dromen een bijproduct zijn van de nachte­ lijke hersen­activiteit; een beetje zoals het brom­men van een koel­k ast het bij­product is van de koel­activiteit.”

Artikel gaat door op pagina 20

Dromen 19


Wat gebeurt in dat brein als we slapen dat er zoveel ‘gebrom’ ontstaat? “Dankzij slaap- en droomonderzoek weten we daar steeds meer over, hoewel nog niet alles. Een belangrijk onderzoek komt van Allan Hobson, hoogleraar psychiatrie aan de Harvard Medical School. Het onderzoek stamt uit 1977 maar is nog steeds relevant. Volgens Hobson wordt de eerste aanzet van de droom gegeven in het middelste deel van de hersenstam – de pons. Het zijn golven van activatie die via de thalamus – een soort schakelstation – terecht komen in de achter­ hoofdskwab – het deel van je hersenen waar visuele informatie wordt verwerkt. Het zijn wille­keurige, chaotische prikkels en het lijkt ook volstrekt toe­vallig waar ze precies eindigen in het visuele ge­bied en welke herinneringen en belevingen ze daar activeren.”

Chaos Er is op dat moment nog geen sprake van een droom, legt Draaisma uit. “De droom ontstaat pas als die wanordelijke hoeveelheid visuele voorstellingen en herinneringen de voorhoofdskwab bereiken – het slimme deel van onze hersenen. Met onze voor­hoofds­ kwab doen we overdag niet anders dan plannen, organiseren en samenhang zoeken in de wan­orde. Als we wakker zijn, komt er vooral informatie van de buitenwereld naar de voorhoofdskwab. Dáár kunnen we wat mee. Maar ’s nachts als we slapen moet de voorhoofdskwab het doen met de ruis van binnen; een hopeloze taak waar ons brein het beste van probeert te maken. Uit de chaos van beelden proberen de slimme hersenen een logisch verhaal te fabriceren – wat meestal mislukt. Dromen lijken logisch op het moment dat je ze droomt. Na het ontwaken blijkt dat ze van inconsistenties aan elkaar hangen.”

‘ Uit de chaos van beelden proberen de slimme hersenen een logisch verhaal te fabriceren – wat meestal mislukt’

20 vws#Diagonaal december 2023

Een samenhangend verhaal componeren uit de chaos? Zijn we in onze slaap allemaal complotdenkertjes? “Dat zou je kunnen zeggen ja. Ons brein is dol op verhalen, en als er geen verhaal is, dan verzinnen we het. Alleen komt bij complotdenken nog iets anders kijken: vergaande achterdocht, voorbij het optimum. Dan is er niets meer waar, behalve een obscure alternatieve werkelijkheid.”

‘ Slaapwandelaars weten in de regel helemaal niets meer over hun nachtelijke avontuur’

PTSS

“Dromen kunnen erg angstig zijn. Dromen waarin je wilt vluchten, maar niet vooruitkomt, komen vaak voor. De verklaring is simpel: tijdens je REM-slaap – de fase waarin je droomt – is je motoriek volledig geblokkeerd. Je kunt dus écht niet bewegen. Dat is maar goed ook. De natuur heeft dit zo geregeld omdat je anders tijdens het dromen rare dingen kunt gaan doen.”

Nachtmerries zijn niet altijd een aanwijzing voor psychische problemen, maar andersom gaan psychiatrische aandoeningen wel vaak gepaard met nachtmerries. Waarbij PTSS (post traumatisch stress syndroom) het bekendste voorbeeld is: twee van de drie mensen die behandeling zoeken voor PTSS hebben last van nachtmerries. “Het lastige is dat nachtmerries je in een negatieve spiraal brengen: je slaapt slechter waardoor slaaptekort ontstaat. Bij slaaptekort wordt de volgende nacht als eerste de REM-slaap ingehaald – de slaap waarin je droomt. De nachtmerrie begint dan gelijk aan het begin van de slaap – en je schrikt weer wakker. Door vermoeidheid overdag, raak je uitgeput, ga je meer piekeren, kun je nog somberder en gestrest raken – wat de slaap verder verslechtert en de kans op nachtmerries weer vergroot. Daar kom je zelf niet uit. Dan heb je echt hulp nodig.”

Dit gaat overigens niet altijd goed, weet Draaisma. “Slaapverlamming bijvoorbeeld, is een angstige ervaring waarbij je bijna slaapt en ineens merkt dat je geen vin kan verroeren: de motoriek is te vroeg op slot gegaan. Het omgekeerde komt ook voor: bij het wakker worden is de motoriek nog niet ontgrendeld en voelt het alsof er een olifant op je borst zit – 30 tot 40 procent van de volwassenen zegt dit wel eens mee te maken.”

Dromen is dus niet altijd heilzaam. Betekent dit – andersom – dat een gezellig potje dromen goed is voor je gezondheid? “Freud dacht dat we niet zonder dromen konden, dat dromen nodig zijn om indrukken te verwerken. Inmiddels weten we dat dit niet klopt. Minder dan vier op de tienduizend mensen droomt niet, blijkt uit onderzoek. Zij mankeren verder niets en functioneren goed. Een koelkast kan dus prima werken zonder te brommen.”

Dan maar liever dromen. Of kunnen dromen ook schadelijk zijn?

Foutje van de natuur Ook slaapwandelen is zo’n ‘foutje van de natuur’. Draaisma: “Tijdens de diepe slaap, in de eerste uren van de nacht, is de motoriek nog niet zo radicaal afgekoppeld als tijdens de REM-slaap. Vooral kinderen kunnen dan nogal eens aan de wandel gaan. Opmerkelijk: dromers kunnen hun dromen vaak navertellen. Slaap­ wande­laars weten in de regel helemaal niets meer over hun nachtelijke avon­tuur.” Veel jonge ouders kennen

ook de zogeheten ‘nachtschrik’ bij kinderen. Net als slaapwandelen gebeurt dit vaak kort na het inslapen, in de diepe slaap: een kind zit recht­op in bed en is totaal overstuur, heeft de ogen open maar is niet wakker. Draaisma: “Als je het kind probeert te kalmeren of in je armen neemt, wordt de angst nog groter. Ook helpt het niet om te proberen je kind wakker te maken, dan duurt het alleen maar langer. Als je niets doet, is de nacht­schrik meestal met een minuut

over.” Nacht­merries zijn ook zo’n onge­wenst bijproduct van de slaap, maar kunnen nog een stuk ernstiger zijn. Bijvoorbeeld bij getraumatiseerde mensen. “Volgens de DSM – het handboek van de psychiatrie – kun je pas spreken van een nacht­ merrie als je van angst wakker schrikt, als de droom je vervolgens uit je slaap houdt en als je er nog heel de dag aan moet denken. Sommige mensen zijn door hun nachtmerries zelfs bang om te gaan slapen.”

Dromen 21


DE SLAAPKAMER VAN...

Tekst: Magda de Vetten | Foto: Lex van Lieshout

INTERVIEW

Tekst: Rens Ulijn | Foto's: VPRO Communicatie

Documentairemaker Ruben Terlou:

‘ De beste zorg is als iemand zich écht over je ontfermt’ ‘ Gelukkig, ik heb ’m nog’ Wendy Hazebroek, senior adviseur gegevensuitwisseling directie Langdurige Zorg

“‘Wat een rare droom’, denk ik soms na het wakker worden. Dan was ik met allemaal mensen bijeen die niks met elkaar te maken hebben. Bijvoorbeeld van het werk en het sporten. Een andere droom is dat ze me achterna zitten; net op tijd word ik wakker. Of mijn telefoon is gestolen. ‘Gelukkig, ik heb ‘m nog’, denk ik dan. Blijkbaar zit je op dat moment al in het wakkerwordproces. Qua slapen is er een periode ‘vóór de kinderen’ en ‘na de kinderen’. Sinds we hen hebben, lukt het me niet meer om uit te slapen. En de kinderen zijn al 17 en 20! Maar gelukkig ben ik van nature een ochtendmens. Het slapen gaat tegenwoordig best wel goed. Misschien helpt het

22 vws#Diagonaal december 2023

ook dat ik magnesium slik. Een tijd terug heb ik een half jaar lang niet geslapen. Sinds de geboorte van de oudste heb ik last van een schildklierdisbalans; het reguliere medicijn daartegen was tijdelijk niet meer voorradig en ik kreeg een vervangend middel. Ik sliep toen vrijwel niet. Geen aanrader. Alles wat me uit de slaap kan houden, heb ik geschrapt. We slapen niet meer aan de straat- maar aan de tuinkant en de slaapkamer is uitgevoerd in rustige kleuren, zoals zachtgroen en zachtoranje. Ik dim de lampen en heb verduisteringsgordijnen. Ook spray ik voor het slapen een lavendelgeurtje in de slaapkamer. Waarover ik overdag droom? Vitaal oud worden. Ik probeer de veroudering te vertragen door veel te sporten: rhythm-skaten, rolschaatsen. Dat doe ik het allerliefst! Drie keer per week en in de zomer ook buiten. Later wil ik met mijn skatefamilie naar een ‘verpleeghuis’ voor rolschaatsers. Rollend het verpleeghuis in! En niet met een rollator, hè?”

Voor hij documentairemaker werd, studeerde Ruben Terlou (38) geneeskunde en werkte hij korte tijd als arts. Voor zijn nieuwste serie Dokter Ruben reisde hij naar gevaarlijke plekken over de hele wereld en zette daarbij zijn doktersblik centraal. “We kunnen in de Nederlandse zorg zéker dingen leren van andere landen.”

De meeste mensen kennen Ruben Terlou als televisiemaker en Chinakenner. Hij woonde vijf jaar in het immense land en spreekt vloeiend Mandarijn. In 2016 brak hij met de serie Langs de oevers van de Yangthze door als documentairemaker, waarna hij nog drie docu-series voor de VPRO maakte waarin China en de Chinese bevolking centraal stonden. Wat minder mensen weten, is dat Ruben voor hij televisiemaker werd cum laude afstudeerde in de geneeskunde en korte tijd werkte als arts in het AMC. Voor Dokter Ruben, die in oktober en november van dit jaar te zien was op NPO 2, plaatste hij die medische achtergrond weer wat meer op de voorgrond. Hij reisde de wereld over op zoek naar

gevaarlijke plekken met ziekmakende omstandigheden en had er indringende ontmoetingen met zorgverleners. Zorgverleners die niet alleen strijden tegen de kwaal van hun patiënten, maar ook tegen de armoede, ongelijkheid, vervuiling en onveiligheid waarin die patiënten dagelijks moeten overleven.

Van Afrika tot in de EU Gevaarlijke plekken vond Ruben niet alleen in Afrika, Azië en Amerika maar ook binnen onze eigen Europese Unie. Zo moeten kankerpatiënten in de ZuidItaliaanse regio Calabrië twaalf uur reizen voor een eenvoudige bestraling omdat het zorgbudget grotendeels in de zakken van de lokale maffia verdwijnt. Oude ziekenhuizen sluiten er en nieuwe worden niet afgebouwd.

In India ontmoette hij boerenfamilies die door overmatig gebruik van landbouwgif massaal kanker krijgen. En in de Mexicaanse stad Tijuana reed hij mee op de ambulance van Letty, die elke dag weer slachtoffers van druggerelateerd vuurwapengeweld van de straat opvangt. In Oost-Congo ging hij naar de kliniek van Nobelprijswinnaar Denis Mukwege die verkrachtingsslachtoffers opereert. Voor dit interview ontmoet ik Ruben vlak voor de Tweede Kamer­verkiezingen in restaurant Dauphine in Amsterdam. Hij is even terug in Nederland en op weg naar zijn goede vriend en collega Jelle Brandt Corstius met wie hij de ook dit jaar bij de VPRO uitgezonden serie Langs de nieuwe Zijderoute maakte. “Ik ben net terug uit Mongolië, waar ik research heb gedaan en filmopnamen heb gemaakt voor een vervolg op ‘De wereld van de Chinezen’. In Nederland is er nu veel aandacht voor Dokter Ruben omdat die nu uitgezonden wordt. Maar voor mij is het alweer twee jaar geleden dat we die serie opnamen.” Artikel gaat door op pagina 24 Dromen 23


‘ De manier waarop de zorg in een land is georganiseerd, is vaak een spiegel van de problemen die een land heeft’ Waar kwam het idee voor een medische reisserie vandaan? “Ik noem het liever een medischantropologische serie. In 2016 had ik al het idee om mijn achtergrond als dokter te gebruiken voor een documentairereeks. Maar toen hebben we eerst Langs de oevers van de Yanghtze gemaakt. Het oorspronkelijke plan was toen om te kijken hoe mensen in verschillende culturen met het fenomeen ziekte

omgaan. Na vijf series waar China en Azië centraal stonden, ben ik nu voor het eerst naar andere continenten gereisd voor een documentaireserie. Voor Dokter Ruben kozen we voor plekken over de hele wereld waar mensen in extreme situaties moeten leven. De manier waarop de zorg in een land is georganiseerd, is vaak een spiegel van de problemen die een land heeft. Deze serie gaat over kwetsbare mensen

in moeilijke omstandigheden en sterke zorgverleners die er ondanks die omstandigheden het beste van proberen te maken. Die mensen zijn ontzettend inspirerend.”

Had je ook een aflevering in Nederland kunnen opnemen? “Ja, dat had gekund. Nederland is natuurlijk niet direct een gevaarlijke pek, maar ik ben bijvoorbeeld wel geïntrigeerd door de aandacht die wij hier hebben voor de kwaliteit van sterven. Hoe we de medische beslissingenflow in die laatste fase inrichten. Die vrijheid om na te denken over hoe we het einde van het leven willen inrichten, is een enorme luxe als ik het vergelijk met de medische dilemma’s die ik in andere delen van de wereld ben tegengekomen. Er is in Nederland enorm veel geld beschikbaar voor de zorg. Ook stervensbegeleiding is duur, maar uiteindelijk hébben we het geld gewoon. Het kàn en màg zo duur zijn. En begrijp me niet verkeerd, ik wil niet zeggen dat het niet belangrijk is. Maar het zegt wel iets over hoe ontzettend rijk we hier zijn.”

Zorg was één van de thema’s bij de Tweede Kamerverkiezingen. En dan vooral de zorgkosten die in de toekomst enorm uit de hand dreigen te lopen. Maar ook het eigen risico is volgens een aantal partijen te hoog. Hoe kijk jij daar tegenaan? “Ik moet zeggen dat ik te weinig in Nederland was om de verkiezingen goed te hebben kunnen volgen. Maar ik weet wel dat we in Nederland een waanzinnig goed zorgsysteem hebben. De kosten voor de burger zijn echt laag. Voor een paarhonderd euro zorgpremie per maand heb je de beschikking over gigantisch veel zorg. In Nederland zijn we niet gewend om een groot deel van ons budget aan zorg uit te geven. 24 vws#Diagonaal december 2023

In de kliniek van dokter Mukwege in Oost-Congo

gesteldheid. Ik vond het in Oost-Congo heel bijzonder om te zien hoe dicht de behandelaars bij hun patiënten staan. Ze hebben een hele pure motivatie. In Nederland kunnen we leren hoe zij omgaan met trauma’s.”

Bestaat er zoiets als een universeel zorgideaal?

Dorpsbewoner met psychische problemen in Siberië

‘ Die zachte kant in de zorg is minstens zo belangrijk als de harde’

Maar in China en India is het doodnormaal om je huis te verkopen om de zorg te bekostigen als iemand in je familie ziek wordt. Zeker als die persoon de kostwinner is en het gezinsinkomen binnenbrengt.

Kan de zorg in Nederland iets leren van de zorgverleners die je voor Dokter Ruben ontmoette? “Dat denk ik zeker wel. In OostCongo bezocht ik de kliniek van Nobelprijswinnaar dokter Mukwege, waar slachtoffers van seksueel geweld worden geopereerd. Ik ontdekte in die gesprekken dat de hulpverleners daar vaak ook lotgenoten zijn. Doordat ze hetzelfde hebben meegemaakt, zijn ze mede-eigenaar van het therapeutisch proces. In deze landen delen zorgverleners en patiënten vaak een complex verleden en vergelijkbare trauma’s. Ze beseffen dat je gezondheid veel complexer is dan alleen je fysieke

“Kwaliteit en beschikbaarheid van zorg zijn overal belangrijk. Of je nou in India of Calabrië bent: niemand wil duizend kilometer reizen voor een behandeling. Maar minstens zo belangrijk is dat je je als patiënt gezién voelt. Dat je behandelaar op ooghoogte komt. Die zachte kant in de zorg is minstens zo belangrijk als de harde. In Nederland lopen er soms vijf verplegers om je bed heen, maar het belangrijkste is dat er één iemand is die zich écht over je ontfermt. In Mexico reed ik met Letty mee op de ambulance door Tijuana, een levens­gevaarlijke stad verscheurd door drugs­geweld. Wat me opviel is dat ze er in die gevaarlijke wereld waarin ze werkte, er elke dag onberispelijk uitzag. Met de lippen gestift en de nagels gelakt, raapte ze de ene naar de andere door drugsgeweld neergeschoten persoon van straat. Ze vond het belangrijk om er goed uit te zien voor haar patiënten. Dat heeft niks te maken met protocollen. Ze was zich ervan bewust dat ze het gezicht is dat zich over de slachtoffer ontfermt. Dat menselijke aspect raakte me.”

De zorg in Nederland moet menselijker? “In het Westen weten we heel veel van de werking van het lichaam. We hebben veel en specialistische kennis en zijn erg gefocust op de somatische kant van de zorg. Maar er is ook een andere, menselijke kant. In Azië kijken ze op Artikel gaat door op pagina 26 Dromen 25


DROOMFEITJES

Mee op de ambulance in de Mexicaanse grensstad Tijuana

een veel holistischere manier naar de mens en naar gezondheid. Ze zien daar een mens met een ziekte en niet zoals het bij ons vaak gaat: een ziekte met een mens eromheen. Ik kan me in de korte tijd dat ik in het AMC werkte nog goed herinneren dat er gezegd werd: ‘Op bed 3 ligt schildklierkanker’. Artsen waren vooral geïnteresseerd in die vrij zeldzame ziekte en minder in de persoon die daar in al zijn broosheid en kwetsbaarheid lag.

Afkick-kliniek in Mexico

26 vws#Diagonaal december 2023

We kijken hier heel deterministisch en fragmentarisch naar gezondheid. Vaak met overmedicatie en polypharmacie tot gevolg. We zouden al die verschillende disciplines in de zorg veel meer moeten integreren. Meer samen­ werken en de patiënt centraal zetten.”

Zie je jezelf ooit weer als arts aan het werk gaan? Nee, ik ben er te lang uit om echt nog als arts aan de slag te kunnen.

Zelfhulpgroep van gedetineerden in de VS

Maar ook als documentairemaker werk ik nog steeds volgens het ideaalbeeld van de hippocratische dokter. Ik zie het nog altijd als mijn taak om het vertrouwen van mensen te winnen en ze beter te maken. Hoewel ik dat natuurlijk niet meer letterlijk doe. En ja, dat levert soms dilemma’s op. Toen we in India aan het opnemen waren in een oncologisch centrum, wilde ik op een gegeven moment gewoon als dokter gaan helpen. En niet daar met een camera staan. Ze werden daar letterlijk overspoeld door heel arme mensen met kanker. Voor veel van die mensen is het al te laat als ze daar komen. Het was zo’n hopeloze plek, het sloeg echt bij me naar binnen. Toen sloeg de twijfel wel toe. Ik dacht: Ik vlieg naar India, neem hier dit verhaal op en vlieg weer terug. Wat gaan die mensen hier in godsnaam aan hebben? De jonge dokter die ik volgde, werkte met zoveel zelfop­ offering. Ik herkende deels mezelf in hem toen ik als jonge dokter begon. Alleen moest deze jongen werken onder enorm moeilijke omstandig­ heden met heel weinig middelen. Uiteindelijk vind ik het belangrijk om de verhalen van deze mensen te vertellen. En ik denk dat mijn morele kompas daarbij goed is afgesteld.”

Wist je dat… … het record voor de lang­ste periode zonder slaap is 18 dagen, 21 uren, 40 minuten tijdens een schommel­ stoel-marathon is? De record­houder kreeg last van halluci­naties, paranoia, wazig zien, onduide­lijke spraak en geheugen­verlies.

… je altijd droomt over iemand die je ooit een keer in je leven hebt gezien? Het zullen geen nieuwe personages zijn, want die kunnen je her­senen zelf niet maken. Je droom is ook altijd geluid­loos en als je wak­ker wordt uit je droom ben je vaak na ongeveer 5 minuten al­weer de helft vergeten. Na 10 minuten ben je zelfs al ruim 90% van de droom kwijt.

… mensen met slaap­ apneu hun dromen als levens­echt kunnen ervaren? Dit komt omdat hun adem­haling wordt beïn­vloed tijdens het slapen: zij krijgen minder zuur­stof. Dit zorgt ervoor dat hun nacht­merries extra intensief zijn.

… dromen moeilijker is als je dronken bent? Al­cohol vertraagt je her­senen waardoor je veel minder droomt. De REM-slaap wordt zelfs over­geslagen als je on­der invloed bent. Je valt meteen in de diepe fase­slaap.

… de meeste slaap­ experts voor­stander zijn van naakt­slapen? Of je het liefst met of zonder pyjama slaapt, blijft natuurlijk een persoonlijk iets. Maar naaktslapen helpt beter bij koel houden van het lichaam en dat is een stuk beter voor de nacht­rust dan de hitte van een warme pyjama.

… elke slaaphouding iets schijnt te zeggen over je persoonlijkheid? Slaap je op je rug? Dan ben je volgens deze theorie een rustig per­ soon. Degene die op hun buik slapen zijn zelfverzekerd en als je op je zij slaapt ben je open en betrouwbaar. Of het klopt…uhmmm?

… als je ’s nachts al binnen vijf minuten in slaap valt, dit betekent dat je slaap­ tekort te groot is? Het duurt normaal tussen de 10 en 15 minuten voordat je in slaap valt.

… als je een slaaptekort hebt, er een grote kans is dat je de dag er­na een grotere dosis REMslaap krijgt en dat dit zorgt voor inten­sere dromen? Zorg dus dat je voldoende slaap en rust krijgt om enge dromen de baas te zijn.

… 12% van de mensen al­leen in zwart en wit droomt?

Dromen 27


INTERVIEW

Tekst: Dick Duynhoven | Illustratie: Today

Goed slapen, dromen en fris weer op

Je hersenactiviteit verandert, je lichaams­­temperatuur daalt, je pupillen worden kleiner, je hartslag vertraagt, de hoeveelheid stresshormonen neemt af… Er gebeurt veel tijdens je slaap. En dan zijn er ook nog die dromen. Na de sluimerfase, de lichte slaap en de diepere slaap volgt de REM-slaap. Per nacht wordt die slaapcyclus zo’n drie tot vijf keer opnieuw doorlopen. Tijdens de REM-slaap bewegen je gesloten ogen snel heen en weer (Rapid Eye Movement). Die fase, ook wel de droomslaap genoemd, heeft een belangrijke functie in het verwerken van ervaringen die we tijdens de dag hebben opgedaan.

Een goede nachtrust maakt het mogelijk dat je droomt. En dromen zorgen ervoor dat je overdag gesterkt weer verder kunt. Welterusten!

Tim Post is droomtrainer en onderwijspsycholoog. Hij werd onder meer bekend door zijn TEDx Talk over lucide dromen. Wereldwijd geeft hij lezingen en workshops over het bewustzijn van je droom en het beïnvloeden ervan. Post schreef daarover het boek ‘Droom meester’.

28 vws#Diagonaal december 2023

Gert Jan Lammers is neuroloog en somnoloog en bijzonder hoogleraar met de leeropdracht: Slaapstoornissen, in het bijzonder narcolepsie en verwante vigilantie­ stoornissen. Hij is ook medisch hoofd van het Slaap-Waakcentrum van SEIN en verbonden aan de afdeling neurologie van het Leids UMC.

Vrouwen, pubers, praktisch opgeleide mensen…

Rolien van Mechelen is klinisch psycholoog, psychotherapeut en psychoanalytica. Zij werkt als zelfstandige binnen het samenwerkingsverband Psychotherapie Amsterdam Centrum. Van Mechelen schreef verschillende boeken en is (mede)auteur het boek ‘Dromen duiden. Een nieuwe benadering’.

Nederlanders slapen over het algemeen voldoende lang. Maar lang niet iedereen is tevreden over de kwaliteit van de slaap. Dat bleek uit een strategische verkenning van het RIVM uit 2019. (‘Slechte slaap: een probleem voor de volksgezondheid?’). Vrouwen, pubers en jongvolwassenen, ouderen, praktisch opgeleide mensen en Nederlanders met een migratieachter­g rond hebben relatief meer last van slaapklachten dan anderen. Slecht slapen, meldt het RIVM, verhoogt het risico op obesitas, diabetes, depressie, hartziekte, kanker, beroerte en dementie. Slaapgerelateerde aandoeningen hebben een grote invloed op de fysieke en emotionele gezondheid, weet ook neuroloog en somnoloog Gert Jan Lammers. Maar andersom is ook waar. “Een ongezonde levensstijl, met als gevolg ernstig overgewicht, stress en te weinig fysieke activiteit, veroorzaakt slaapstoornissen. Daarom horen bij adviezen over een goede leefstijl ook adviezen over slaap.” Dromen 29


DROMENAPOTHEEK Dagdromen

€€€ Lucide dromen

€€€ Signaaldromen

€€ Nachtmerrie

30 vws#Diagonaal december 2023

Met het scherm naar bed Nogal wat jongeren (13-18 jaar) hebben slaapproblemen doordat ze tot laat in de avond hun smart­phone of tablet gebruiken. Maar ook volwassenen vinden het lastig om hun beeldscherm in de avonduren weg te leggen. Waarom is het gebruik van beeldschermen ‘in bed’ slecht? Zodra het donker begint te worden, neemt de aanmaak van het hormoon melatonine toe. Het nachtelijke melatonine zorgt ervoor dat je slaperig wordt en helpt je om sneller in slaap te vallen. Maar de aanmaak van melatonine start alleen als het voldoende donker is. Licht – ook blauw licht, afkomstig van beeld­schermen – onderdrukt de aanmaak van melatonine, heeft dus invloed op onze biologische klok en verstoort daarmee de slaap.

Ook Zorginstituut Nederland, de Nederlandse Zorgautoriteit en vooral zorgverzekeraars hebben de behandeling van (chronische) slapeloosheid onvoldoende in het vizier. Lammers: “De enige evidence based effectieve behandeling, gerichte cognitieve therapie, wordt alleen binnen de GGZ vergoed. Alleen al daardoor blijven veel patiënten verstoken van een adequate therapie.”

Bron: Hersenstichting Nederland

Het zijn commercieel geënte adviezen, maar soms gebruiken gezondheids­ instellingen de kennis en ervaring van het bedrijfsleven. Zo was IKEA

Behandeling niet voor alle patiënten “De impact van slaapstoornissen wordt tot op heden niet voldoende onderkend door de directe omgeving”, stelt Lammers. “En slaapstoornissen onvoldoende door sommige vak­ genoten.” Hij geeft een voorbeeld. “Er zijn instellingen die zich afficheren als slaap­centrum terwijl ze zich, vaak uit commerciële overwegingen, vrijwel alleen maar richten op één aspect. Bijvoorbeeld slaapapneu. Patiënten die zich daar melden en niet aan slaapapneu lijden, krijgen dan ten onrechte te horen dat ze geen slaapprobleem hebben. Of er wordt niet onderkend dat de klachten wellicht door een ongezonde leefstijl zijn veroorzaakt.”

Goed slapen, goed dromen “… Om heerlijk te kunnen dromen, is een goed bed en een donzig kussen erg belangrijk. Bij ons ben je aan het goede adres en vind je de perfecte basis voor een heerlijke nachtrust.” In de advertenties van bed- en matras­­verkopers wemelt het van de slaapadviezen en het belang van het dromen. “…Wanneer je veel droomt, is dat goed voor je lichaam. Dus kruip op tijd onder de wol en nestel je onder ons hippe dekbed­ overtrek.” En: “…Ontdek de scherpe prijzen van Droommatras.”

Samen slapen? Een snurkende partner, gewoel naast je, een verschillend slaapritme… Genoeg verklaringen waarom (steeds meer) stellen kiezen voor Sleeping Apart Together. Niks mis mee. Maar een studie door onderzoeker Henning Johannes Drews van de universiteit van Kopenhagen laat zien dat wie het bed deelt met een geliefde, een langere REM-slaap heeft die bovendien minder vaak wordt onderbroken. En dat je dan dus meer droomt. Dat komt volgens Drews doordat de aanwezigheid van een partner je een gevoel van veiligheid kan geven en je kan helpen om je eigen lichaamstemperatuur op peil te houden, wat maakt dat je dieper slaapt. Reden genoeg om toch met… Of toch niet? Bron: Psychologie Magazine

betrokken bij een slaaponderzoek uit 2019 van de Hersenstichting en het Trimbos-instituut. “Goede slaap is van groot belang voor de hersengezondheid en mensen onderschatten vaak hoeveel ze zelf kunnen doen om beter te slapen”, zegt Koko Beers van de Hersenstichting. “IKEA heeft ons toentertijd benaderd omdat zij ook graag een bijdrage wilde leveren aan dit maatschappelijk probleem. Daaruit is een eenmalige samenwerking ontstaan waarin we het belang van slaap, met specifieke

Narcolepsie: geen regie over slapen en waken Narcolepsie is een zeldzame ziekte waarbij je overdag niet wakker kunt blijven en ’s nachts goed inslaapt maar vervolgens regelmatig wakker wordt. “Het is de reactie van de hersenen op het ontbreken van het stofje hypocretine”, verklaart neuroloog Gert Jan Lammers. “Daardoor verdwijnt het regisseurssysteem voor slapen en waken in de hersenen. Zo kunnen er overdag ook abnormale uitingen zijn van droomslaap. De spierverslapping die bij droomslaap hoort, treedt dan plots overdag op, uitgelokt door emoties. Of droomervaringen treden op bij een helder bewustzijn en niet bij het gedaalde bewustzijn zoals in de droomslaap. Hierdoor zijn de dromen zeer levensecht en moeten narcolepsie­patiënten soms controleren of ze iets werkelijk hebben meegemaakt of gedroomd.”

aandacht voor jongeren, gezamenlijk onder de aandacht hebben gebracht. De Hersenstichting werkt graag samen met partijen die ons kunnen helpen onze boodschap te verspreiden.”

Droomslaap als ‘reset’ en uitdaging De boodschap van de Hersenstichting is duidelijk: “Slaap is belangrijk voor je fysieke herstel, maar ook om te verwerken wat je overdag hebt meegemaakt”, zoals Beers het formuleert. “Onderzoek duidt erop dat die emotionele verwerking vooral tijdens de droomslaap plaatsvindt. Een goede nachtrust koppelt de herinnering los van de emotie, waardoor iets naars de volgende dag al minder erg voelt.” Volgens psycholoog en droomtrainer Tim Post heeft dromen een veelzijdige functie met “zowel een biologisch, cognitief als een psychologisch kantje.” Post: “Fysiologisch gezien zorgt de REM-slaap iedere nacht voor een reset van onze gemoedstoestand, zodat we de volgende ochtend weer fris en gesterkt de dag kunnen beginnen.” Artikel gaat door op pagina 32 > Dromen 31


DROMENAPOTHEEK

Tekst: Magda de Vetten | Foto: Lex van Lieshout

DE SLAAPKAMER VAN...

Dagdromen

Over de psychologische ‘bruikbaarheid’ van onze dromen lopen de theorieën uiteen. Post: “Voor het nut van dromen schaar ik me achter de theorie die stoelt op de evolutietheorie. Namelijk dat de REM-slaapdromen ons iedere nacht als het ware psycho-emotioneel uitdaagt met allerlei bijzondere ingebeelde probleemsituaties. Dat sterkt ons om overdag, thuis en op het werk, te overleven.”

Vermomde gevoelens “…De meeste dromen zijn bedrog, maar als ik wakker word naast jou dan droom ik nog…” De hit van Borsato stond maandenlang in de Top 10. Los van of je bij het wakker worden nog kunt dromen, is de vraag: zijn dromen inderdaad bedrog? “Een droom is nooit bedrog”, zegt psychoanalytica Rolien van Mechelen. “In dromen heb je te maken met als beelden vermomde gevoelens die geen plek hebben gekregen. De droom probeert je iets te vertellen, al weet je niet wat. Daarom is het heel raar om een droom bedrog te noemen.” Tijdens het dromen wordt het onbewuste minder overheerst door het bewustzijn. Daardoor vertelt een droom op een heel eigen manier iets over de dromer.”

Droomduiding Van Mechelen is een van de psycho­ analytici in Nederland die bij het verklaren van dromen gebruik maakt van de theorieën van Sigmund Freud. “Vroeger dachten mensen dat dromen een boodschap van buiten bevatten. Sinds Freud zijn ‘Droomduiding’ schreef, is er meer interesse voor wat de innerlijke boodschap is. Tijdens een psychoanalyse kan er tijd en ruimte gegeven worden aan vrije associaties. Hoewel er algemene 32 vws#Diagonaal december 2023

categorieën dromen zijn - denk daarbij aan angstdromen en repeterende dromen - zijn dromen bij uitstek persoonlijk. Ze symboliseren heftige Lucide dromen onverwerkte gevoelens door deze om te zetten in beeldtaal. De droom draagt daarmee betekenis en wordt daardoor duidbaar.”

€€€

€€€

Zij benadrukt het nut van de droom­ analyse. “Hoewel onze haastige maatschappij er tegenwoordig niet meer op is ingericht, is het zorgvuldig onderzoeken van dromen tijdens de klassieke praatkuur nog steeds van groot belang voor de kwaliteit van leven van de dromer.”

Dagmerries

Nachtmerrie

Het patroon in een normale droom is dat je dingen doet en interacties aangaat met anderen; de plaats waar dat gebeurt kan overal zijn en de droom kan zich in iedere tijd afspelen. Van Mechelen behandelt mensen met levensproblemen door het dromen. “Negatieve emoties blijken vaker aanleiding om te dromen dan positieve. Meestal word je op tijd wakker, maar een droom kan ook in een gekke boel ontaarden. Denk aan achtervolgingen, nipte ontsnappingen, ontmoetingen met mensen. Nachtmerries dienen om trauma’s te verwerken. Maar dat lukt niet altijd en dan blijven ze maar doorgaan. Als nachtmerries zich blijven herhalen, kunnen ze een voorbode zijn van psychiatrische problematiek. Ze kunnen ook tot in het waakleven doordringen, dat noemen we ‘dag­merries’. Dat kan leiden tot dissociatieve stoornissen.”

Dromen kunnen fijn en akelig zijn. Over het precieze nut en de exacte betekenis is nog veel te ontdekken. Maar een welgemeend ‘Slaap lekker!’ kan geen kwaad.

Lucide droom Signaaldromen Tijdens een lucide droom ben je jezelf ervan bewust dat je droomt. Het begrip lucide betekent ‘helder’ en werd in 1913 geïntroduceerd door psychiater Frederik van Eerden. “Je kunt een lucide droom zelf opwekken en sturen. Daarom zijn ze psychologisch heel nuttig”, zegt Tim Post, auteur van het boek ‘Droom meester’. Hij geeft er wereldwijd lezingen over. “We beïnvloeden onze dromen voortdurend tijdens de slaap, ongeacht of we lucide zijn. Onze dromen ontvouwen zich in zekere mate volgens de richting van onze reactieve gedachten en gevoelens tijdens het dromen. Maar dat is meestal onbewust. In lucide dromen beseffen we dat we dromen en kunnen we de droombeleving doelbewuster sturen door onze doelbewuster onze verbeelding te gebruiken. Lucide dromers zijn heel goede droomherkenners. Ze herinneren zich hun dromen, noteren die en analyseren de kenmerken daarvan. Zo leren zij in de slaap hun dromen als zodanig te herkennen. Dit door oefening verkregen droombewustzijn stelt hen vervolgens in staat de droom doelbewust te sturen.”

€€

‘ Nee, niet in treinen of vliegtuigen’ Samir Oassem, financieel beleidsmedewerker directie FEZ

“We dromen allemaal, maar ikzelf heb er nooit recente herinneringen aan. Dat komt doordat ik heel diep en vast slaap. Ik word na het inslapen meestal pas de volgende ochtend wakker. Nadeel is dat je je leuke dromen nooit herinnert, maar aan de andere kant staan ook de nachtmerries je niet bij. Sinds ik mijn telefoon niet meer naast m’n bed heb liggen, val ik een stuk sneller in slaap. De verleiding is te groot om op internet te browsen. Een half uur voor ik wil indommelen, doe ik m’n telefoon weg. Televisie of een boek kunnen wel. Je gaat een beetje afbouwen. Zodat je rustig in slaap valt.

Tegenwoordig heb ik een aparte wekker: zo één met een lichteffect dat steeds sterker wordt. Dat voelt heel natuurlijk. In het weekend vind ik een wekker verschrikkelijk. Ik probeer te voorkomen dat ik die moet gebruiken. Ik kan overal wel slapen. Nee, niet in treinen of vliegtuigen; die zijn te klein. Ik moet wel de ruimte hebben. Voor mezelf heb ik een tweepersoonsbed gekocht. Dat wordt volledig benut. Ik val aan de ene kant in slaap en word aan de andere kant wakker. Mijn droom bij daglicht? Maatschappelijk iets goeds doen. Iets tastbaars achterlaten. Dat is een van de redenen om bij de overheid te werken. Als FEZ’er maak ik zelf geen beleid, maar schep wel de rand­ voorwaarden in de vorm van financiering. Bijvoorbeeld voor databeschikbaarheid. VWS werkt nu hard aan het gemakkelijker overdragen van zorgdata. Zodat zorgverleners meer tijd overhouden om zorg te verlenen.”

Dromen 33


WVTTK

Tekst: Sabina van Gils | Foto: Bart Maat

VAN NUL TOT NU

Samenstelling: Adriaan Duivesteijn

van nul tot nu

‘ Het begon met Careless Whisper’

HANNEKE HEERES Hanneke Heeres (59) is senior beleidsmedewerker bij de directie Publieke Gezondheid; het team Infectie­ziekten & Zoönosen. Vroeger werd zij omschreven als een dromerig meisje: altijd met haar neus in de boeken.

Andrea Connell, plaatsvervangend directeur Internationale Zaken, speelt viool en saxofoon en kan niet zonder muziek. Ze ziet behoorlijk wat overeenkomsten tussen haar werk bij VWS en musiceren. “Ik vergelijk mijn rol als manager soms met die van een dirigent.”

1972

Dit is bij mijn oma in Brabant. Mijn moeder is Brabantse, mijn vader is een Fries, een bijzondere com­binatie. Dat is te zien in de familie. Er is een bourgondische kant, maar toch ook een calvinistische. Ik ben de oudste (rechts op de foto), heb twee jongere zusjes en een broertje als nakomer.

1980

En dit is dus bij mijn Friese oma. Door het werk van mijn vader zijn we het hele land door verhuisd. Voor mijn achtste heb ik op wel vier verschillende bassischolen gezeten. Uiteindelijk heb ik een heel leuke middelbare schooltijd gehad in Haarlem.

1989

Begin jaren tachtig woonde en werkte ik in Amster­dam. Tijdens de krakersrellen woonde ik in De Pijp. De bakstenen vlogen langs de ramen. Leuk en spannend, maar ik vond het toch wel pret­t ig om in een rustiger omgeving te studeren. Dat werd ‘Politieke wetenschappen & Staatsrecht’ in Leiden. Ik sta links op de foto, met het zwarte hoedje. Ik ben nu ver­slingerd aan Den Haag. Natuur, de zee en cultuur dichtbij elkaar.

2016

Op de foto met mijn man en onze dochter. Ik hou van wan­ delen in de bergen, steden verkennen en zeilen. Italië is favoriet, heerlijk om daar mensen te kijken. De straat is een groot theater. Ik zou graag een keer naar Indonesië willen gaan. We hebben daar als familie nog wat historie liggen.

2018

Vroeger werd ik wel omschreven als een dromerig meisje. Van heel jongs af aan ben ik dol op lezen, ik kan helemaal verdwijnen in een boek. Dat is nog steeds zo. Ik lees heel veel en heel gevarieerd. Ik heb een grote fantasie. Lees ik over het Romeinse rijk in het jaar nul, dan zíe ik mijzelf daar rondlopen.

2022

Eind november bezocht ik met mijn collega Corine van Lingen in Luxemburg een bijeenkomst over ‘One Health for all, all for One Health’. Mijn hechte team Infectieziekten & Zoönosen maakt volgend jaar een doorstart in de nieuwe directie Infectieziektenbestrijding. Spannend hoe dat gaat uitpakken.

Een viool en een saxofoon, wat een bijzondere combinatie. “Mijn moeder heeft mij de muziek met de paplepel ingegoten. Viool speel ik sinds mijn vijfde, op mijn achttiende heb ik een saxofoon erbij gekocht. Dat is inderdaad een heel ander instrument; de viool is klassiek, romantisch en geschikt voor samenspel, de saxofoon is meer solistisch en sensueel.”

Waarom koos je voor de saxofoon erbij? “Ik vind klassieke muziek heel mooi, maar ik houd ook van jazz en pop. Op de saxofoon speel ik bijvoorbeeld stukken van Stan Getz. Maar mijn liefde voor de saxofoon begon met Careless Whisper van George Michael. Toen ik dat intro hoorde, dacht ik: dat wil ik ook.”

Zie jij overeenkomsten tussen je werk bij VWS en muziek maken? “Muziek draait om luisteren, empathie en het vinden van balans tussen verschillende geluiden. Ervoor zorgen dat een goede samenwerking leidt tot een harmonisch geheel. Dit is ook in ons internationale werk cruciaal. Mijn rol vergelijk ik soms met die van een dirigent. Ik coach, geef richting en tempo aan, maar het is vooral belangrijk dat ieder teamlid kan spran­kelen, goed presteert en samen met anderen iets moois neerzet.” 34 vws#Diagonaal december 2023

Heb je wel tijd om muziek te maken? “Daar maak ik tijd voor! Ik zit in een amateur symfonieorkest, we komen eens per week samen en treden regelmatig op. Dat zijn heerlijke ‘zen’-momenten. Thuis speel ik ook. Soms alleen, soms een mooie tango met mijn dochters.”

Een leven zonder werk, of een leven zonder muziek? “Ik heb een prachtige baan, maar ik zou niet zonder muziek kunnen. Dat zou een enorme verarming zijn. Tijdens de corona-periode konden we als orkest niet spelen. Toen het weer mocht, moest ik huilen. Zo erg had ik het gemist. Dus ja, mijn werk is heel belangrijk, maar de muziek is onmisbaar.”

Dromen 35


REPORTAGE

Tekst: Dick Duynhoven | Foto’s: Robin Utrecht

Kinderdromen Waar droom­den de VWS-oma’s en -opa’s over, toen ze de leef­tijd hadden van hun eigen kleinkinderen nu?

Imelda Al (62) managementondersteuner directie Voeding, Gezondheidsbescherming en Preventie.

‘ Ik had helemaal geen zin om te leren’ “Toen ik zo oud was als Daley nu, was ik heel braaf en gehoorzaam. En, haha, ja hoor... zo ben ik wel gebleven. Op de basisschool hadden we een enorm leuke klas. Nog steeds heb ik veel contact met meiden en jongens uit die tijd. Het klinkt misschien heel raar, maar ik wilde vroeger altijd in een patatzaak werken. Want ik vond patat zo lekker. Nee, dat is het inderdaad niet geworden. Ik ging naar de havo, maar ik vond het voortgezet onderwijs niet leuk. Elke jaar in een andere klas en niet zoals op de basisschool zes jaar met dezelfde groep. Ik had ook helemaal geen zin om te leren.

36 vws#Diagonaal december 2023

Daley Al, 6 jaar “Met mij gaat het goed. En met jou? Ik ben 6 jaar en ik zit ik groep 3. Bij juffrouw Christel en juf Anika en af en toe juf Ans. Ik word voet­ baller! Want ik zit op voet­bal en mijn club heet Fore­holte. En later wil ik bij Ajax gaan voet­ ballen. Ik heb al een shirt van Ajax en ook een shirt van Messi. Ik ga een grote bal tekenen met gras. Nee, ik wil niks anders worden, alleen voetballer! Af en toe ga ik naar Monkey Town, dat is een heel grote speeltuin, maar dan binnen. Met mijn oma gaan we wel eens een patatje eten bij de gele M.”

Eén keer blijven zitten, maar uiteindelijk wel de havo afgemaakt. Zo’n papiertje is toch wel belangrijk. Dat heb ik later ook altijd tegen mijn kinderen gezegd. En verpleegster worden, dat was vroeger ook wel een soort droom, maar ook dat is het niet geworden. Mijn oudste zus deed die opleiding en als ik die dikke studie­boeken zag die zij moest doorworstelen, nou nee. Dat is echt niks voor mij. Na de havo ben ik bij een verzekeringsmaatschappij gaan werken en nu werk ik al weer 37 jaar bij het ministerie. En een patatje vind ik nog steeds lekker!” Artikel gaat door op pagina 38 Dromen 37


Marcelis Boereboom (64) secretaris-generaal

‘ Eén ding wist ik absoluut zeker: ik word treinmachinist’ “Ik heb nog een foto dat ik als kleine jongen, in m’n korte broek, op het schoolplein sta. Tot mijn elfde was ik een teruggetrokken, rustig jongetje. Ik werd ook wel een beetje gepest, maar ik had wel vrienden van school en uit de straat. Eén ding wist ik absoluut zeker: ik word treinmachinist! Mijn opa en mijn overgrootvader werkten allebei bij de Nederlandse Spoorwegen en ik was helemaal weg van treinen. Elk jaar ging ik met mijn opa naar het Spoorwegmuseum. Thuis had ik een speelgoedtreinbaan en af en toe kocht ik een perronkaartje, die had je toen nog, en dan ging ik treinen kijken.

Tommy Boereboom, 10 jaar “Ik zit in groep 7 van de basis­school en ik speel vaak met kinderen uit mijn klas. We doen dan ook een zelfbedacht soort tikkertje. Ook wel spelletjes op de tablet: Nintendo Switch en Play­station. Ik weet wel drie dingen die ik later wil worden. Paleonto­loog, dat is dino’s opgraven en onderzoek doen.. Ja ik droom wel eens van dino’s, maar dat is niet eng hoor. Of ik word game­ontwerper. Of lego-ontwerper. En als ik game­ontwerper word, dan maak ik een soort ontdekkings­spel, met puzzels erin en waar je ook vijanden moet verslaan en zo.”

Ja treinmachinist! Het leek me prachtig om in je eentje zo’n machtige machine te besturen. Met al die mensen achter je die van jou afhankelijk waren. Dat leek me geweldig. Maar ja… Ik weet het nog precies. In 1971 kreeg ik de diagnose diabetes. Toen ze aan het eind van de lagere school vroegen wat ik misschien wilde worden, zei ik: dat weet ik toch al, ik word machinist! Maar mijn ouders zeiden: dat kan niet, want met diabetes word je nooit goedgekeurd. Dat was een trieste boodschap. Maar ik heb thuis nog steeds een treinbaan. Daar speel ik nog mee, samen met mijn kleinzoon.”

Frans Hoevers (62) community-manager vws#Net, directie Communicatie

‘ Op doel hoefde je niet veel te rennen’ “Als kind was ik altijd op straat aan het voetballen. Dat kon toen nog want er waren niet veel auto’s eind jaren 60. Ook fietste of rolschaatste ik op de stoep. Mijn droom was het om profvoetballer worden. Van­wege astma belandde ik op het doel. Dan hoefde ik niet veel te rennen en had ik het niet benauwd. Ik bleek talent te hebben. Ik speelde bij de Haagse club V.U.C., waarvan het eerste seniorenteam een aantal keer regionaal en ook Nederlands kampioen bij de amateurs werd. 38 vws#Diagonaal december 2023

Mijn profvoetbaldroom kwam niet uit. Ik ben op mijn 26e overgestapt naar de triatlon. Daar streed ik niet mee voor de prijzen. Wel had ik zelf in de hand hoe ver ik zou reiken. Over deze sport ben ik toen gaan schrijven voor een plaatselijke krant; ik schreef het clubblad vol. Zo volgde ik een andere passie, want van jongs af aan schreef ik veel. Ik werkte op een archief en ging de avondopleiding journalistiek volgen. Sinds 1991 werkte ik in diverse functies als eindredacteur en communicatieadviseur. In dienst van de overheid en als zzp’er. Nu ben ik al weer zes jaar community­ manager van vws#Net.”

June, 8 jaar “Ik ben acht jaar en als ik bij opa en oma ben, dan teken ik heel veel. Poppetjes en leuke huisjes en ik teken ook na wat ik op de televisie en YouTube zie. Ja, mijn mama kan heel goed tekenen en dat wil ik ook zo goed kunnen. Maar knutselen met papier en karton en lapjes vind ik ook heel leuk hoor. Later zou ik best wel lerares of kunstenaar willen worden.”

Dromen 39


PLACE TO BE

Tekst: Hester Vos | Foto's: Arenda Oomen

‘ Geef aandacht aan aandacht’ Ingrid Claassen woont samen met haar vriend Erwin aan de bosrand bij Emst, ten noorden van Apeldoorn. Via een bospad met flinke kuilen bereik je hun houten huis. Ingrid (53) is coördinator Praktijkteam bij de directie Langdurige Zorg. Een team dat zich bezighoudt met complexe casuïstiek, inclusie en duurzaamheid in de langdurige zorg. Omringd door haar paarden vertelt ze over het ‘loslaten van gedragsbeheersing’. “Gewenst gedrag aanleren verstoort de verbinding tussen wie je werkelijk bent en wat je wilt enerzijds, en wat je doet anderzijds.”

40 vws#Diagonaal december 2023

Dromen 41


Is jouw Place to Be jouw droomplek? “Ja, ik droom al sinds mijn studententijd van een huis in het bos. Tussen het groen met paarden en honden en samen met iemand van wie ik houd. Die droom is tien jaar geleden uitgekomen. En die plek bleek ook nog inspirerend voor mijn visie op de zorg.”

Het duurde dus enkele decennia om die droom te realiseren? “Dat vroeg inderdaad wel wat vasthoudendheid. Wat ook een handige eigenschap is als beleidsmedewerker… Als jong meisje had ik al een paard, en tijdens mijn studie Nederlands in Utrecht begon mijn liefde voor IJslandse paarden. Wonen in de natuur leek jarenlang onbereikbaar, alleen al omdat mijn toenmalige partner een echt stadsmens was. Toen ik Erwin ontmoette bleken we dezelfde droom te hebben. Toch duurde

het nog tien jaar tot we deze unieke plek vonden. Nu wonen we met zeven IJslanders en drie poolhonden op de Veluwe.”

‘ Francesco liet mij inzien welke impact het controleren van gedrag heeft’ Zou je het liefst hier de hele week willen wonen en werken? “Nee, want ik houd ook van de bruisende stad en ik heb veel plezier in mijn werk. Ik werk twee dagen per week in Den Haag en de andere dagen meestal thuis. De rust hier maakt dat ik weer echt kan genieten van de dynamiek in de stad en op kantoor. Voor mij de ideale combinatie.”

Jouw paarden vragen natuurlijk veel tijd en verzorging. En je rijdt waarschijnlijk ook graag? “Vroeger reed ik veel, ik ben zelfs opgeleid als trainer en instructeur. Dat was helemaal gericht op beheersing van het paard. Ik had daarbij vaak een knoop in mijn buik, maar ik wist niet waarom. Dus ik negeerde dat maar. Rond de tijd dat we verhuisden hoorde ik een Italiaanse bioloog spreken over ‘the cognitive horse’. Zijn verhaal betekende een omwenteling in mijn leven. Paardrijden vind ik nu niet meer zo boeiend.”

Dat maakt nieuwsgierig! Wie was hij en wat vertelde hij daar? “Francesco de Giorgio is zijn naam. Hij is evolutionair bioloog en cognitief etholoog. Hij liet mij inzien welke impact het controleren van gedrag heeft. Net als mensen zijn dieren bewuste wezens die denken en emoties

hebben. Daar is de wetenschap inmiddels wel over uit. Maar wat zijn de ethische consequenties? In hoeverre kunnen we dieren blijven ‘gebruiken’ voor ons vermaak? Wat is kwaliteit van leven voor dat dier zelf? Vragen die me aan het denken hebben gezet.”

Waarom was dit dan een omwenteling in jouw leven? “Door zijn verhaal begreep ik waar die knoop in mijn buik vandaan kwam. Ik ben bij Francesco en zijn Nederlandse vrouw José ‘in de leer’ gegaan. Dit veranderde niet alleen mijn omgang met onze dieren. Ik zag het idee van maakbaarheid bijvoorbeeld ook terug in de verwachting in de samenleving om extravert, sociaal, prestatiegericht en gevat te zijn – druk waar ik zelf ook last van had. En ik zag hoe die maakbaarheid doorwerkt in onderwijs en de zorg. Zo kwam een heel proces op gang.”

Vertel! “Waar het in deze benadering om draait is aandacht voor de aandacht van een ander. Dat klinkt zo simpel maar we zien vaak alleen het gedrag. Met aandacht voor aandacht zie je waar iemand belangstelling voor heeft. Of er spanning of ontspanning is, en, heel cruciaal, of iemand informatie echt tot zich laat doordringen of niet. Vandaaruit kun je leren waarborgen dat iedereen zichzelf kan zijn én zich op een goede manier tot anderen kan verhouden. Gewenst gedrag aanleren helpt daar niet bij. Ja, belonen en straffen kan gedrag beïnvloeden, van mensen en dieren. Maar de impact is groot, het verstoort de verbinding tussen wie je werkelijk bent en wat je wilt enerzijds, en wat je doet anderzijds. Gedrag wordt mechanisch, niet be-leefd. Dat geldt voor een dolfijn die door een hoepel springt, voor paard­ endressuur maar ook voor een kind met 42 vws#Diagonaal december 2023

autisme dat via beloningen aanleert om oogcontact te maken. Wat bij autisme (te) sterk kan binnenkomen.”

Jij hebt je eigen droom verwezenlijkt. Kan ik uit jouw verhaal opmaken dat je nog een droom hebt? “Jazeker! Ik wil bijdragen aan inclusie in de zorg, samen met een aantal zorgverleners in het veld. We vragen bijvoorbeeld aandacht voor een te eenzijdige sturing op gedragsgerichte doelen. Dan gaat de aandacht uit naar hoe mensen moeten worden, niet hoe zij zijn. Het loslaten van gedragsbeheersing hoeft overigens niet te leiden tot chaos, maar het vraagt natuurlijk wel wat van iedereen. De komende jaren gaan we hier in de praktijk mee aan de slag.”

Jouw droom voor de zorg is van heel andere grootte dan wonen op de Veluwe… “Dat realiseer ik me natuurlijk, maar elk stapje is er één. Als ‘kennisactivist’ probeer ik zaadjes te planten. Bijvoorbeeld over het gebruik van dieren in de zorg. Daar zit veel emotie bij. Het lijkt misschien mooi, een hulphond of een paard als therapeut, maar het is vooral een verdienmodel met serieuze

zorginhoudelijke, economische, maatschappelijke, ethische en wetenschappelijke bezwaren. Het blijkt een flinke eyeopener als ik die bezwaren met collega’s deel.”

‘ Je kan zeggen dat het marktdenken doordringt tot op de werkvloer’ Aandacht voor dieren. Aandacht voor cliënten. Hoe zit het met aandacht voor collega’s? “Ook op het werk vind ik aandacht voor aandacht belangrijk. En waardering voor verschillen tussen collega’s. Zo horen sommige collega’s dat ze zichtbaarder moeten zijn. Je zou kunnen zeggen dat het marktdenken tot op de werkvloer doordringt: jezelf verkopen. Maar is het niet logischer dat leiding­ gevenden de verantwoordelijkheid nemen om iedereen te zien? Ook bijvoorbeeld meer introverte collega’s die meer op de achtergrond wellicht hele mooie bijdragen leveren aan het geheel. Net als thuis en in de zorg denk ik dat we het als collega’s samen moeten doen, en dat de kracht juist zit in diversiteit.” Dromen 43


KERSTRECEPTEN

Samenstelling: Adriaan Duivesteijn

Christmas cake

Wat eten we dit jaar met kerst? In veel huis­houdens klinkt die vraag deze maand. Het grappige is dat naast het vele geëxperimenteer er ook vaste recepten zijn waarin de thuiskoks gloriëren. Drie recepten van VWS’ers ter inspiratie.

44 vws#Diagonaal december 2023

Yorkshirepudding

Likeur-banaantjes

van Margreet Schreurs

van Eefke Postma

van Olga Kuijltjes

Deze cake serveer ik nu zo’n twaalf jaar, het hoort bij ons thuis echt bij het kerstfeest. Het recept is van de Britse culinaire schrijfster Mary Berry. In de loop van de jaren heb ik het naar eigen smaak aangepast. Het bijzondere aan deze cake is dat deze ruim van tevoren gemaakt moet worden. Begin november bak ik de cakes, half december maak ik ze af. Dan bekleed ik de cake met een laag marsepein en ‘ready rolled fondant’. Dit is te koop bij de Engelse winkel, maar ook bij sommige kookwinkels als Happy Baking in Den Haag.

Iets waar ik (gelukkig) niet aan ontkom met een Britse man is Yorkshire pudding. Het is een bijgerecht dat oor­spronkelijk uit Noord-Engeland komt, maar tegenwoordig in heel het Verenigd Koninkrijk bekend is. Het wordt gemaakt van pannen­koeken­beslag (melk, bloem en eieren) en dan gevuld met vlees (meestal rund- of schapen­vlees) en in de oven gebakken groenten. Wat ik belangrijk vind, is dat het niet alleen heel gemakkelijk te maken is, maar vooral ook dat het goed­koop is. Ik weet zelf wat armoede is, ik heb jarenlang grote problemen gehad door de kinderopvangtoeslag. Mede daardoor zet ik mij nu in als ervarings­deskundig adviseur bij het Actie­programma Kansrijke Start. Ik adviseer daarbij over de inzet van ervarings­deskundigen. Daarnaast zet ik mijn eigen ervaringsdeskundigheid ook in om bewust­wording te vergroten op het thema ‘gelijk­waardig samen­werken met de eindgebruiker’. Om zo het ver­trouwen tussen overheid en burger te verbeteren.

Na het gourmetten nog een toetje? Wij doen het. Om de magen wat rust te gunnen maken we eerst een korte wandeling, terwijl de pannetjes en de boven­plaat van het gour­met­stel in een lekker warm sopje liggen. Bij thuis­komst is er volop ruimte voor een nagerecht.

Na het uit de oven halen gaan er een paar eetlepels cognac overheen en dat herhaal ik drie opvolgende weken één keer per week. In week vier of vijf bekleed ik de taart met een laag marsepein en de ‘ready rolled fondant’. Je kan van dit recept ook vier kleintjes (+/- 10 cm doorsnee) maken. Ik geef die weg als kerstcadeau. Het is geen cake waar je een flinke punt van serveert want het is echt machtig. Blijft er cake over, dan kun je dat als dessert serveren met vanilleijs erbij: wentel een dunne plak in een geklopt ei en bak die in roomboter. Wat we met kerst eten, weet ik nu nog niet, half december is vroeg genoeg om daar over na te denken.

Yorkshire pudding Benodigdheden: • 140 g bloem • 4 eieren • 200 ml melk • Zonnebloem­olie Bereiding: 1. Verwarm de oven op 230 C. 2. Gebruik een muf­ fin bak­vorm en doe een scheut zonne­bloem­olie in iedere vorm en plaats deze in de oven om op te warmen. 3. Meng in een kom de eieren, de bloem, melk en een snufje zout met een garde of elek­trische mixer tot alle klontjes zijn ver­dwenen. 4. Haal de bak­vorm uit de oven en vul de muffinvormpjes. 5. Laat de bakvorm 20-25 minuten in de oven staan totdat ‘de pud­ dings’ rijzen en gaar zijn.

Maar om op kerst en kerst­recepten terug te komen: sinds corona vieren we de kerst nu meestal in Nederland, maar we pakken nog steeds flink uit. Bij elkaar zijn, lekker veel cadeautjes en spel­letjes spelen. We maken van de hele kerst­vakantie een feest en daar hoort cocoonen met onze drie kinderen ook bij. En lekker Brits eten dus. Ik heb al een paar keer ‘Turkey and sweet leek pie’ gemaakt, met kastanjes. Maar de ‘No-fuss shepherd’s pie’ is thuis ook heel geliefd. We eindigen met ‘millionaire’s shortbread’. Een heerlijk, niet te inge­ wikkeld recept. Maar als bijgerecht wil ik de Yorkshire­pudding toch echt aanbevelen. Je kunt ze vullen met wat je zelf lekker vindt!

Maak de pannetjes goed schoon en zet het gourmetstel weer aan. Pel een aantal niet te rijpe bananen en snijd die in niet te dunne plakjes. Smelt in elk pannetje een klontje boter, beetje suiker erbij en zachtjes een beetje bruin laten worden. Je hoeft het niet volledig te karamelliseren. Als de suiker bruin genoeg is, leg je zoveel plakjes banaan als je wilt of past in de gekarameliseerde suiker. Keer de plakjes banaan als ze zacht worden voorzichtig om. Pas op: de gekarameliseerde suiker is heet! Plaats het pannetje op de bovenplaat als de banaan aan beide kanten zacht is. Schenk er (naar wens) een scheut likeur bij, Grand Marnier bijvoorbeeld. Houd een vlammetje bij het pannetje en laat het geheel flamberen. Serveer in een vuurvast bakje en geniet. Maar let op: de gekarameliseerde suiker is heet! Iemand in de familie die geen banaan lust? Met uitgelekte stoof­ peertjes kan het ook prima.

Dromen 45


CARTOON & BESLOMMERINGEN

Cartoon: Tom Janssen

DE SLAAPKAMER VAN...

Tekst: Magda de Vetten | Foto: Lex van Lieshout

‘ Ik tune even een paar minuten uit’ Ruth van Ingen Schenau, beleidsadviseur directie Zorgverzekeringen

Beslommeringen

Het snoephuisje uit Hans en Grietje… een droom of een nachtmerrie?

VWS’ers Linda Miedema-Hilhorst en Vincent Theunissen schrijven om en om over hun beslommeringen bij het ministerie.

Heeft jouw smaak jou of heb jij je smaak? Lang geleden, als kind, dronk ik thee mét suiker. Nu ik dat al decennia niet meer drink, moet ik er niet aan denken. En koffie? Dat dronk ik eerst niet, toen ‘leerde’ ik het drinken en nu gaat er bijna geen dag meer voorbij zonder koffie. En ook andere dingen zoals bier, zou je moeten ‘leren drinken’. Ik ben er dan ook van overtuigd dat je smaak en je hang naar bijvoorbeeld suikers te beïnvloeden is. Dat gezegd hebbende... ik las een stripverhaaltje met een eigentijdse parodie op het sprookje van Hans en Grietje, het ging ongeveer zo: de twee kwamen bij het snoephuisje van de heks en leken niet geïnteresseerd. Daarop zei de heks tegen Hansje en Grietje ‘het is glutenen lactose­v rij hoor’. Maar Hansje en Grietje aten niets. Daarop gaf de heks 46 vws#Diagonaal december 2023

aan dat het dak suikervrij was, op basis van stevia, en de begane grond met alleen laag-glykemische suikers. Maar Hansje en Grietje gaven aan op dinsdag, dat was het, alleen groente-snacks te eten. Daarop nodigde de heks hen binnen uit voor snoepgroente. Toen Hansje en Grietje de heks vroegen of dat wel lokaal, biologisch en zonder

fossiele energie geproduceerd was, joeg de heks hen weg, luid schreeuwend ‘wegwezen, verwende kinderen!’. Met de verkiezingsuitslag kunnen we de suiker­t ax wel op onze (dikke) buik schrijven, denk ik. Maar ik hoop links­ om of rechtsom dat kinderen gezonder voedsel gaan leren waarderen zoals veel volwassenen koffie hebben leren drinken. En dat het gewenste snoephuisje van Hansje en Grietje eerder een nachtmerrie voor de heks is, dan een onbetaalbare droom voor de kinderen.

“Of de komst van ons eerste kind effect heeft op mijn slaappatroon? Absoluut! De eerste zes weken waren heel zwaar. Lena wilde alleen op en bij ons liggen. Ik heb in die tijd zittend geslapen. Op een gegeven moment ging het veel beter. ‘Yes!’, zeiden we tegen elkaar. ‘Wij hebben een baby die lang doorslaapt.’ Maar toen zij vier maanden was, is het bergafwaarts gegaan: vaker wakker worden, onrustig, moeilijker in slaap te krijgen. Om toch nog wat uren te maken, ga ik vroeg naar bed: om acht of negen uur. Het kan zijn dat Lena om middernacht al wakker wordt. En daarna nog een paar keer. Gelukkig ben ik een energiek persoon. Het moet wel heel erg zijn voor ik er op het werk als een wandelende slaapzak bij loop. Al denk ik weleens in een saaie vergadering na een nacht met drie uur slaap: ‘Ik tune even een

paar minuten uit’. Ineens merk je dat iedereen naar je kijkt. Dan was er gevraagd: ‘Wat denk jij ervan, Ruth?’ Ik ben sowieso nooit een geweldige slaper geweest. Was vroeger actief in mijn slaap. Therapie heeft geholpen, maar het blijft er een beetje inzitten. Mijn man zei een keer: word eens wakker! Ik schudde in mijn slaap aan het wiegje om zeker te weten dat Lena nog wel ademde. Vóór Lena wist ik ’s morgens altijd heel goed wat ik gedroomd had. Nu sta ik ’s morgens meteen ‘aan’. Oké, voeden! Luier! Ik weet dan alleen nog dat ik iets geks droomde. En mijn dagdroom? Heel cliché: genieten van het leven en gelukkig zijn. En hetzelfde wens ik voor Lena.”

Linda Miedema-Hilhorst Dromen 47


Nicky Boot, projectleider ‘Experiment Gesloten Coffeeshop­beleid’ bij de directie VGP

“Je ziet het goed. Ik sta in een kas waar cannabis wordt geteeld. Op een legale manier, welteverstaan. Niet bedoeld voor medicinale doeleinden maar voor de verkoop in coffee­ shops. Die verkoop wordt al jarenlang gedoogd, maar de productie en aanlevering van cannabis is verboden. Met dit experiment willen we onderzoeken of de teelt van cannabis kan worden gereguleerd en wat voor effecten dit heeft op veiligheid, crimina­liteit en volksgezondheid. Het experiment biedt de mogelijkheid eisen te stellen aan cannabis en in te zetten op preventiemaatregelen. Er zijn nu tien telers geselecteerd die onder toeziend oog van de Inspectie van Justitie en Veiligheid en de NVWA cannabis mogen telen. Ter onder­ steuning van toezicht en handhaving is er een track-andtrace-systeem ontwikkeld. Dat laat straks tot aan de verkoop precies zien waar in de keten een product zich bevindt. De telers mogen straks aan coffee­shops in tien deelnemende gemeenten leveren. In Tilburg en Breda zijn half december de eerste coffeeshops begonnen met de verkoop.”

Foto: Paul Tolenaar


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.