2018 - 10 - Vzw - Health Community Paper

Page 1

HEALTH COMMUNITY

PAPER

Een uitgave van Voka Shared Services | Koningsstraat 154 - 158, 1000 Brussel

OKTOBER 2018

ANDERS EN BETER INNOVEREN DE ZORG TRANSFORMEREN


ANDERS EN BETER INNOVEREN DE ESSENTIE

ANDERS EN BETER INNOVEREN DE ZORG TRANSFORMEREN

De essentie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Hefbomen binnen een nieuw paradigma als gamechanger . . . . . . 4 Waar staan Vlaanderen en België vandaag? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 12 aanbevelingen voor een werkelijke paradigmashift . . . . . . . . . 14 Besluit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18

colofon Voka Health Community Ria Binst | projectmanager Health Community Pieter Van Herck | senior adviseur welzijns- en gezondheidsbeleid

Eindredactie Joke Verbeke

Druk INNI Group, Heule

Foto’s Shutterstock

‘Anders en beter innoveren’ is een brochure van Voka ­Health Community. De overname of het citeren van tekst uit deze Health Community paper wordt aangemoedigd, mits bronvermelding.

Concept Propaganda, Zaventem Vormgeving Capone

2 HEALTH COMMUNITY PAPER OKTOBER 2018

Verantwoordelijke uitgever Patrice Bakeroot i.o.v. Voka Shared Services Blauwhuisstraat 12 - 8978 Watou info@voka.be - www.voka.be


VOKA.BE/HEALTHCOMMUNITY

De essentie Voka formuleerde onlangs 4 taboes in de gezondheidszorg die we moeten doorbreken om onze zorg goed, innovatief en toegankelijk te houden (zie de Voka Paper van april 2018). Die taboes omvatten het afstappen van een dominant systeem van betaling per prestatie in de zorg, het afschaffen van deconventionering, de introductie van remgeld volgens meerwaarde en van een zorgfranchise. Zo komen we tot de juiste financiële prikkels en de responsabilisering van zorgaanbieders en -gebruikers. Enkel door een aanpassing van die drivers kunnen we werkelijk hervormen en zo de nodige middelen vrijmaken om een antwoord te bieden op de stijgende zorgbehoeften, met betere uitkomsten en meer in plaats van minder kwaliteit. In deze paper focussen we op zorginnovatie als één van de belangrijkste sleutels die daarvoor nodig zijn, via technologie, nieuwe zorgmogelijkheden en disruptie. We beschrijven hoe het anders en beter kan en wat daarvoor nodig is. Innovatie betekent de implementatie van een effectieve oplossing voor een reëel, actueel probleem met een toegevoegde waarde voor de burger (zorggebruiker), de ontwikkelaar, zorgaanbieders en/of ruimere samenleving. Toegevoegde waarde is gelijk aan het positief effect op de zorguitkomst x de ervaren uitkomst, in verhouding tot de kosten. We voegen bijkomend het effect op het welbevinden van de zorgprofessional toe, gezien de sterke onderlinge relatie. De grote uitdaging is niet om toegevoegde waarde tot stand te brengen bij één van die invalshoeken, maar wel om de toegevoegde waarde te realiseren op het geheel van alle invalshoeken samen. Bij wijze van voorbeeld: een goede revalidatieapplicatie met coaching en monitoring op afstand leidt bij de zorggebruiker tot beter afgestemde oefeningen, meer engagement en een hogere tevredenheid. Met als gevolg betere zorguitkomsten en (soms) lagere kosten (sneller herstel en het voorkomen van complicaties). Ook de zorgprofessional ziet de voordelen, voor zover zo’n toepassing en de ruimere zorgorganisatie op elkaar afgestemd zijn. Ook als de kosten hoger uitvallen in vergelijking met de bestaande zorg kan het effect op de uitkomst groot genoeg zijn om van waardevolle innovatie te kunnen spreken (kosteneffectiviteit). Maar de creatie van toegevoegde waarde doorheen het

“Zonder een paradigmashift zullen we er in de volgende jaren niet komen.”

geheel van alle invalshoeken is het streefdoel van zorginnovatie. Dat is allerminst evident binnen de huidige context, zoals we verder zullen bespreken. De doelstelling van deze paper is tweevoudig in wat we beogen: (1) Zorginnovatie: Ervoor zorgen dat onze gezondheidszorg in al haar vormen, inclusief welzijn, voor 100% innovatie omarmt en continu de beste meerwaarde voor de burger realiseert, op basis van de recentste mogelijkheden. Het instrumentarium van het nieuw paradigma is onmisbaar als we dat engagement serieus willen blijven opnemen. (2) Internationaal: Ons eigen ecosysteem binnen een internationale context juist zetten, zodat het ondernemerschap in innovatieve zorgdiensten en -producten optimaal kan groeien. Unieke, nieuwe hefbomen in het zorglandschap bieden veel potentieel om de zorg op een positieve manier te transformeren. Op basis daarvan stellen we 12 beleidsaanbevelingen voor die cruciaal zijn om dat op korte termijn waar te maken. Ze zijn opgesteld in samenwerking met kenniscentra, innovatieplatformen, sectorfederaties, zorgactoren, industrie en zorggebruikers. Graag willen we onze bijzondere dank uitdrukken aan Agoria, BeMedTech, BlueHealth Innovation Center, DSP Valley, Huis Vandecruys, imec, lifetech.brussels, InnovAge, KU Leuven, Leuven Mindgate, LiCalab, LifeTechValley, Medtech Flanders, Start it@KBC, Thomas More Kempen, UAntwerpen, UGent, UHasselt, Vrije Universiteit Brussel en aan experten uit de farmaceutische sector.

OKTOBER 2018 HEALTH COMMUNITY PAPER 3


ANDERS EN BETER INNOVEREN HEFBOMEN ALS GAMECHANGER

1. Hefbomen binnen een nieuw paradigma als gamechanger Technologie en digitalisering zullen de zorg fundamenteel en disruptief veranderen en verbeteren. Dat bevestigen ook meta-analyses en systematische literatuurstudies die dat potentieel wetenschappelijk onderbouwen. Daarnaast zijn er verschillende initiatieven om de klinische implementatie van digitale innovaties te evalueren en de nodige randvoorwaarden uit te werken, bijvoorbeeld de ‘mhealth-’ en de ‘geïntegreerde zorg voor chronisch zieken’-pilootprojecten. We geven hieronder een overzicht van het potentieel en illustreren met enkele voorbeelden.

W

e delen zorginnovatie in op basis van het al dan niet technologisch karakter. ‘Health tech’ omvat ‘connected care’ (digital health, mobile health, smart health) en ‘medtech’ (medical devices, biotech en in-vitrodiagnostiek). Bij niet-technologische zorginnovatie ligt de nadruk op nieuwe zorgmodellen, kwaliteitsverbetering en ‘health in all policies’. Connected care Innovaties uit de IT-wereld kunnen de zorg beter en efficiënter maken. Digital health in de vorm van websites, games, sociale media, e-mails, sms,… motiveert jongeren om gezond te eten, meer te bewegen, persoonlijke doelstellingen te formuleren en zichzelf te monitoren (Rose et al, 2017; J Adolescent Health, Frederix et al, 2017; Cardiology). Digital versterkt engagement, gedrag en levensstijl. Ruim 80% van de studies zijn daarover positief (Sawesi et al, 2016; JMIR). Ook digitale munten en andere beloningssystemen zorgen voor overtuigende resultaten (vb. Fotcoin, Sobercoin, Sweatcoin). Soms komt de meerwaarde uit een onverwachte hoek. Wie had kunnen denken dat het spel Pokemon Go, met augmented reality in, mensen in zo’n grote mate zou aanzetten om buitenshuis te bewegen? Een nieuwe evolutie is de opkomst van digitale deelplatformen in de zorg (vb. Helpper, Dytter,…) die de klassieke zorg wat ‘kietelt’ en uitdaagt, maar ook complementair is voor langetermijnsamenwerking. De Papa-applicatie matcht bijvoorbeeld ouderen met studenten. Het spreekt voor zich dat ook e-distributie in de zorg haar intrede doet. In het Xealth-project worden medische hulpmiddelen geleverd door Amazon. Uberhealth helpt je om een griepvaccin snel tot bij jou te krijgen. Een ander voorbeeld is Iggbo, dat eender waar en wanneer bloedafnames organiseert.

4 HEALTH COMMUNITY PAPER OKTOBER 2018

Het potentieel van digital health wordt tegelijk in sterke mate bepaald door de densiteit van het digitale gebruik, wat sterk doelgroepafhankelijk is. Een patiënt in een ziekenhuis bijvoorbeeld is vandaag gemiddeld 78 jaar en heeft thuis geen internet. Het potentieel van digital health zal dus nog sterk toenemen doorheen de jaren. Gezondheidsinformatiesystemen en elektronische dossiers verbeteren gepaste zorg (33% verhoging), veiligheid (met de helft minder fouten) en de continuïteit van zorg (Campanella et al, 2015; Eur J Public Health, Kruse et al, 2018; JMIR, Reis et al, 2017; JMIR).

30

Gebruikers kunnen bij Mercy Virtual Hospital binnen de 30 minuten een e-consult aanvragen, 24 uur per dag.

Patiëntenportalen zoals Patients know best in het Verenigd Koninkrijk hebben een positief effect op zorguitkomsten, zorgbeleving en gedrag (Otte-Trojel et al, 2014; J Am Med Inform Assoc). Blockchain is een ideale manier om data te traceren, de kwaliteit van data te verhogen, dataoptimalisatie te bevorderen en allerlei data van verschillende bronnen op een veilige manier


VOKA.BE/HEALTHCOMMUNITY

aan elkaar te linken. Blockchain als digitaal vertrouwensmiddel kennen we reeds bij portalen, dossiers (Mijn Zorg Log, MedRec) en labo’s (Labchain). Zorg op afstand (telehealth) heeft positieve effecten bij diabetes en hartaandoeningen, inclusief een lagere hospitalisatie- en sterftegraad (Arnonow et al, 2018; JAMDA). Zorg op afstand bevordert ook pijnreductie, het omgaan met depressie en de kwaliteit van leven. Het potentieel van zorg op afstand is heel groot. Hypertensie bijvoorbeeld is één van de belangrijkste redenen voor een doktersbezoek. Als je geavanceerde thuismonitoring toepast, wordt een groot deel van die raadplegingen overbodig, met aanzienlijke efficiëntiewinsten voor alle actoren tot gevolg (Steinhubl et al, 2015; Sci Transl Med). Hetzelfde geldt voor de opvolging van hoogrisicozwangerschappen, revalidatie van hartpatiënten,… (Frederix et al, 2015; Eur J Prev Cardiol, Lanssens et al, 2018; JMIR). Studies bewijzen dat assistieve technologie thuis de kwaliteit van leven, functioneren, empowerment en veiligheid versterkt (Siegel et al, 2017; Int J Med Inform). Dat geldt ook voor de behandeling van angststoornissen, de revalidatie na een CVA, opvolging van ouderen thuis met slimme sensoren,... In het HealthBeacon-project is de wegwerpdoos voor injectienaalden thuis tegelijk ook een remindertool ter ondersteuning van therapietrouw. De US ParkinsonCoach biedt niet enkel thuismonitoring, maar stelt ook on-/off-periodes van medicatiegebruik vast. Het gebruik van een slimme medicatiedoos verhoogt de therapietrouw voor orale anticoagulantia (Desteghe et al, 2018; Eur Heart J). Propeller ondersteunt COPD- en astmamanagement. Diabeter kan excellente resultaten voorleggen. We verwijzen ook naar Revalution in het kader van het postrevalidatieprogramma To Walk Again. Ook die toepassingen zijn slim, dankzij sensoren en big data van en voor oefeningen en revalidatieschema’s (Procare, Lode, HUR, moveUP,…). Het project BLAID van Toyota verbetert de mobiliteit van blinden via de identificatie van objecten in de omgeving. Mobile health verbetert preventieparameters, vooral om langdurige aandoeningen onder controle te houden, met minder hospitalisatie, betere psychosociale ondersteuning en een hogere levenskwaliteit (Marcolino et al, 2018; JMIR, Rathbone et al, 2017; JMIR). De voorbeelden van mhealth zijn legio, ook in eigen land: het E-men-project met wearables in de geestelijke gezondheidszorg, SMART 4MD dat therapietrouw monitort bij personen met milde dementie, met meting van kwaliteit van leven bij de gebrui-

ker en familie en gegevensdeling met de huisarts. Denk ook maar aan de detectie en opvolging van voorkamerfibrillatie (Fibricheck) en complicaties tijdens de zwangerschap (Bloomlife). Bovenstaande vertaalt zich in virtuele zorgorganisaties en een hernieuwde aandacht voor zorgcentrales. Mercy Virtual Hospital heeft geen bedden, maar geeft patiënten thuis zorgtablets en monitoringapparatuur, alles gekoppeld aan een patiëntenportaal. Gebruikers kunnen binnen de 30 minuten een e-consult aanvragen, 24 uur per dag. De resultaten worden automatisch in het elektronisch dossier geïntegreerd. Dat resulteert in meer vroegdetectie, 33% minder spoedgevallen en hospitalisaties, en minder onverwachte sterfgevallen. Daarnaast leidt de verschuiving in technologie ook meer en meer tot thuishospitalisatie, denk maar aan thuisdialyse en de behandeling van hartfalen. Niet enkel de gegevens van mobile health, maar ook die van de ‘healthcare internet of things’ (sensoren in kledij, wagens, woningen,…) OKTOBER 2018 HEALTH COMMUNITY PAPER 5


ANDERS EN BETER INNOVEREN HEFBOMEN ALS GAMECHANGER

voeden de weg naar de meest optimale zorg. Ook de auto-industrie zit niet stil, met glucosemonitoring, allergenendetectie en astmamanagement in ontwikkeling bij Ford, de opvolging van alertheid van de bestuurder door Jaguar en programma’s zoals Audi Fit driver. Technologie wordt niet enkel meer digitaal en mobiel, maar ook slim (smart health). Decision support tools verbeteren gepaste zorg (medische beeldvorming, antibiotica,…), helpen bij preventie (fysieke activiteit, glucosemonitoring, het voorkomen van fysieke achteruitgang, nierfalen, trombosevorming en doorligwonden) en bieden meer veiligheid (minder medicatiefouten en 12% lagere mortaliteit op intensieve zorgen, bloedtransfusie) (Curtis et al, 2017; Plos One, Prgomet et al, 2017; JAMIA, Smeets et al, 2018; JMIR Cardio). We denken bijvoorbeeld aan Pacmed voor gepersonaliseerde decision support bij huisartsen en medisch specialisten, Quantib voor radiologen en de blijvende inzet van IBM Watson voor complexe diagnosestelling en behandelingsadvies. Gelijkaardige mogelijkheden ontstaan er in de backoffice van de zorg, bijvoorbeeld met chatbots (Gyant, Florence, HealthTap, Your.MD,…) die de gebruiker bevragen, eerste aanbevelingen

“AI wordt succesvol toegepast in de analyse van beeldvorming, met een snelheid en accuraatheid van diagnoses die de capaciteit van medische professionals overtreft.” 6 HEALTH COMMUNITY PAPER OKTOBER 2018

formuleren en papierwerk vervangen. Woebot ondersteunt vroegdetectie van angst en depressie. Augmedix via Google Glass zorgt ervoor dat een officemanager tijdens een consultatie in real time papierwerk kan invullen. MyLifeMyWay voorziet dan weer in een virtuele persoonlijke assistent voor beter maatwerk als het gaat over de afstemming van zorg. Big data en artificiële intelligentie (AI) hebben een groot potentieel voor betere preventie en personalisatie (afstemming op maat) als het gaat om detectie, diagnose en behandeling. En naast populatiemanagement liggen er met die instrumenten ook kansen op het vlak van de kwaliteit en veiligheid van zorg (Kruse et al, 2016; JMIR). AI wordt bijvoorbeeld succesvol toegepast in de analyse van beeldvorming bij radiologie, pathologie en dermatologie, met een snelheid en accuraatheid van diagnoses die de capaciteit van medische professionals evenaart. Technologie herkent oogaandoeningen net zo goed als de arts. Zo kennen we bijvoorbeeld Aidence en Nuance voor radiologen; CancerLinQ voor oncologen; Arterys, met een door de FDA goedgekeurd deep learning-platform voor medische beeldvorming dat cardiologen helpt om een diagnose te stellen. Het Cardio Explorer-platform van Exploris viel recent ook in de prijzen. Aan dergelijke platformen wordt decennialang gebouwd. AI assisteert zorgprofessionals steeds meer via de voorspelling van uitkomsten om de aangewezen types van chirurgie en/of transplantatie te selecteren. In een heel ander domein bouwt Facebook vandaag een AI-preventietool voor zelfdoding. Mercy Virtual (cf. supra) voorspelt op basis van data-analyse welke gebruikers wanneer een e-consult nodig hebben. Corti in Kopenhagen is


VOKA.BE/HEALTHCOMMUNITY

een AI-toepassing om de ER-dispatch klinisch te ondersteunen, door analyse van signalen uit conversaties. Het WAVE-platform beoogt om met behulp van knipperlichten enkele uren voordien plotse sterfte te voorkomen en is door de FDA goedgekeurd. AI wordt mobieler (denk maar aan huidkankerdetectie via een iPhone en netvliesbeoordelingen bij cardiologie en diabetes). AI zit ook meer en meer vervat in de tools en e-coaching voor de zorggebruikers zelf (Sananet-coach voor COPD, X² AI Tess voor psychische ondersteuning, het Glow-platform voor vruchtbaarheid en zwangerschap…). Ook de automatische verwerking van alle informatie uit zorgdossiers en de snel toenemende wetenschappelijke literatuur maken het mogelijk om zorgtrajecten te optimaliseren, preciezer afgestemde behandelingen voor complexe ziekten voor te stellen (soms versterkt via biomarkers in personalised medicine), fouten te reduceren en rekrutering voor trials te automatiseren (Miller et al, 2018; Am J Med, Krittanawong et al, 2017; J Am Coll Cardiol). Vandaag baseren zorgprofessionals behandeling, begeleiding en ondersteuning op direct contact, onderzoek, eventueel testscores en de voorgeschiedenis van 1 individuele zorggebruiker. AI daarentegen zal zich in de nabije toekomst baseren op complexe algoritmen, met gebruik van honderden biomarkers, onderzoeksresultaten van miljoenen personen, duizenden notities van zorgprofessionals in dossiers en de samengevoegde adviezen van alle wetenschappelijke literatuur (Krittanawong, 2018; Eur J Intern Med, Mazzanti et al, 2018; Curr Cardiol Rep). Voorbeelden dicht bij huis zijn de toepassingen van Lynxcare en het platform DISQOVER, een semantisch zoekplatform dat data van uiteenlopende life sciences integreert. Onderzoeksmogelijkheden worden steeds preciezer en persoonsgerichter (versus populatiegericht). Dat geldt ook bij beeldvormingstechnieken met simulatie van functioneren, bijvoorbeeld van de doorstroming van de longen. Medtech-toepassingen Innovatie zet zich verder door bij medical devices en 3D-printing (vb. het geneesmiddel Spritam voor epilepsie, Exovite-spalken op maat, het printen van orthesen in Afrika in samenwerking met Handicap International,…), robotassistentie bij operaties (Da Vinci, Senhance,…) en robotische zorg in de ruimere zin van het woord (Mabu, Miro,…). Hyundai ondersteunt zorg met exoskeletten. In eigen land onderzoekt men in de logistieke wereld of exoskeletten geen preventieve meerwaarde kennen, om rugklachten te voorkomen. Elon Musk investeert met Neuralink

in implanteerbare hersen-computer-interfaces. En nu al worden bij mensen de eerste chips ingeplant om toegang te krijgen tot gebouwen of als toegangsbewijs voor een treinrit, zoals in Zweden. Point of care testing en DIY-diagnostica zijn aan een opmars bezig met behulp van dezelfde draagbare realtimetechnologie. Dankzij de combinatie van biosensoren, lab-on-chip en de verwerkingskracht en connectiviteit van smartphones zijn de analysetechnieken veel eenvoudiger en volledig geautomatiseerd. Klassieke labotechnieken worden voorbijgestoken in zowel snelheid, sensitiviteit als specificiteit. Men kan cellen en weefsels ‘lezen’, tot zelfs afzonderlijke DNA-moleculen. Vooral de combinatie van microvloeistoffen en micro-elektronica laat de ‘digitalisatie’ van zweet, bloed, speeksel, urine, tranen en ademlucht toe (Hernandez Neuta et al, 2018; J Intern Med). OKTOBER 2018 HEALTH COMMUNITY PAPER 7


ANDERS EN BETER INNOVEREN HEFBOMEN ALS GAMECHANGER

In het GRAIL-project (Amazon, Microsoft) werd in 2018 de eerste bloedtest geïntroduceerd die op basis van DNA-partikels vroegtijdig tumoren kan opsporen. Men kan een bevolking op de aanwezigheid van infectieuze ziekten testen of screenen (Steinhubl et al, 2015; Sci Transl Med). CRISPR-Cas-systemen bestaan nog maar een zestal jaar, maar leiden vandaag al tot een biotechnologische revolutie. Enzymes laten toe om biologische functies in het genoom van cellen, planten, dieren en mensen op een vlotte manier te detecteren en te wijzigen en targets voor nieuwe geneesmiddelen te identificeren. Vandaag werkt men bijvoorbeeld aan de correctie van mutaties bij sommige spierziekten (Duchenne musculaire dystrofie) met reeds geslaagde dierproeven, het inactiveren van defecte genen bij neurologische ziekten (ALS, Huntington), het creëren en modificeren van stamcellen (vb. tot kankervaccins), het deactiveren van virussen (geslaagd bij dieren), het uitroeien van schadelijke invasieve soorten (malariamuggen) en het versterken van bloedcellen binnen het afweersysteem in de strijd tegen kanker. Dankzij CRISPR-Cas heeft men de nodige protocollen kunnen vormgeven om bij sikkelcelanemie (bloedarmoede) de genetische defecten te corrigeren. Ook correcties van afwijkingen voor de geboorte worden op die manier mogelijk (Knott et al, 2018; Science). Er is ook de nieuwe wereld van whole genome sequencing (WGS) (KCE, 2018), die volledig nieuwe horizonten biedt op het vlak van predictie, preventie en diagnostiek. We stappen geleidelijk over van genetische testen naar volledige genoomanalyse, met nieuwe mogelijkheden voor perinatale testen (om en rond de geboorte) en de behandeling van typisch erfelijke en/of vele zeldzame ziekten. Dat reduceert ook ‘medical shopping’ bij onduidelijke diagnoses. WGS leidt immers tot een verbetering in diagnostiek van 20 tot 40% (gemiddeld 6 jaar eerder en 10 maal goedkoper), verbeterde werkzaamheid (farmacogenetica) en exponentieel dalende kosten in gebruik. Binnen dat nieuwe paradigma wordt het genoom geanalyseerd in rechtstreekse interactie met levensstijl en omgeving. Niet-technologische zorginnovatie Vaak stopt hier het lijstje van innovatie in de zorg. Maar als we de paradigmashift juist willen zetten, zijn ook nieuwe zorgmodellen en veranderingsmanagement cruciaal, met of zonder technologie. Te evalueren zorgmodellen zijn bijvoorbeeld het Tubbemodel bij langdurige zorg (meer participatief met de zorggebruikers, meer budgettair zeggenschap, intern ondernemerschap van werkne8 HEALTH COMMUNITY PAPER OKTOBER 2018

20-40% Whole genome sequencing leidt tot een verbetering in diagnostiek van 20 tot 40%.

mers en meer zorg op maat), Way to Welville, een voorloper van populatiemanagement binnen 5 regio’s in de VS (vb. het belang van ouderschapsondersteuning) en het Cityblock-project van Alphabet (Google) gericht op de ondersteuning van mensen met lagere inkomens, met een focus op teams per lid en gezamenlijke actieplanning. Veranderingsmanagement en procesverbetering zijn mogelijk, bijvoorbeeld anders omgaan met antipsychotica bij ouderen, rekening houden met de ervaringen van de zorggebruiker (PROMs), benchmarking (vergelijking) van resultaten, waardoor ziekenhuisnetwerken erin slagen om outliers in mortaliteit te corrigeren. We denken hierbij ook aan het OpenNotes-deelplatform om dossiers te delen en MakerNurse, een platform waarmee verpleegkundigen kunnen samenwerken aan continue verbetering. Amino is dan weer een toepassing die de transparantie bij zorgkeuzes ondersteunt. Daarbij wordt in het innovatielandschap veel breder gekeken dan enkel naar zorg op zich (health in all policies). Zo stippelt Geisinger Health System in de VS bijvoorbeeld een formule uit van Fresh Food Farmacies in Scranton, Pennsylvania. Dichter bij huis focust het Vital living environment-project op de ruimere lokale omgeving als bron van ondersteuning.

“Ook veranderingsmanagement en nieuwe zorgmodellen zijn cruciaal.” Een onmisbare sleutel Digitalisering en transformatie in al hun vormen zijn een onmisbare sleutel om de uitdagingen van de zorg het hoofd te bieden en het zorgsysteem op meerwaarde te richten. De grootste efficiëntiewinst in de zorg voorzien we door meer preventie, gepaste zorg, veiligheid van zorg, nieuwe zorgmodellen, het onmogelijk maken van fraude,... Die ambitie is onmogelijk te realiseren als we bovenstaande mogelijkheden niet benutten. Want ziek zijn is niet meer zoals vroeger. We moeten ons concentreren op preventie en op het actief leven met gezondheidsproblemen. Zelfmanagement via e-health, decision support, coördinatie en gegevensdeling, zorg op afstand en vroegtijdige monitoring zijn essentieel om bijvoorbeeld beter om te gaan met de toenemende polypathologie


VOKA.BE/HEALTHCOMMUNITY

(Barbabella et al, 2017; NIVEL rapport in opdracht van de EU en WHO).

Landen zoals Singapore, Zweden en Nederland zijn momenteel voortrekkers op het vlak van de meer geconnecteerde, digitale dimensie met diepgaande databenutting en daadwerkelijke, brede integratie van de mogelijkheden in de zorgpraktijk.

De middelen die een dergelijke paradigmashift zou vrijmaken om te herinvesteren in zorg, spreken tot de verbeelding. Therapieontrouw is goed voor zo’n 10% van alle zorguitgaven. Door het inzetten van mobile health-toepassingen is er volgens de EU op termijn een besparingspotentieel van 15%. Bij big data spreekt men over 12 tot 17%... Zulke cijfers zijn uiteraard niet cumulatief, maar zelfs als we slechts een fractie ervan kunnen realiseren, blijft het potentieel groot. Van elke 100 euro aan zorg besteden we 90 euro aan onze 2 laatste levensjaren. En uit studies blijkt dat minder dan 1 op 3 patiënten levensstijladvies ontvangen van hun huisarts. De omvang van de besparingsmogelijkheden hoeft dus niet te verbazen.

15%

Mobile health kan op termijn een besparingspotentieel van 15% betekenen, aldus de EU.

In diezelfde zin gelden Catalonië en Estland als voorbeeldregio’s, omdat ze inzetten op directe dataextractie en gegevensdeling doorheen alle schakels. Maar tegelijk kunnen we leren van het Verenigd Koninkrijk, dat heel expliciet inzet op de analyse en het breed gebruik van genomics (100.000 Genomes-project, Socialising the genome,… van Genomics England). Japan is dan weer een voortrekker als het gaat over robotica en preventie (Blue Zone voor optimale preventie inclusief zingeving, sociaal leven, voeding en beweging).

OKTOBER 2018 HEALTH COMMUNITY PAPER 9


ANDERS EN BETER INNOVEREN WAAR STAAN WE VANDAAG?

2. Waar staan Vlaanderen en België vandaag? We kennen een sterk innovatieve gezondheidszorg en ons land is een wereldwijde voorloper als het gaat over onderzoek en ontwikkeling op het vlak van farma, devices, biotech,… en de export daarvan. Het segment van Belgische zorgproducten is van wereldklasse. Tal van start-ups en spin-offs zijn actief in de sector en digitale zorginnovatie wint aan belang. Zorg is in ons land vandaag al de op één na meest innovatieve sector.

B

elgië heeft wereldwijd een excellente reputatie als innovatief testland. Zeker voor de hightech worden we beschouwd als een toegangspoort die nadien deuren opent in de ruimere internationale markt. Ook niet-technologische zorginnovatie kent een lange traditie, waarbij we inzetten op innovatieve diensten en processen (re-engineering, organisatiemodellen, samenwerkingsmodellen,… in welzijn en zorg).

en zorg worden zelfs elektronische dossiers nog maar sporadisch benut. Via de introductie van patroondetectie en decision support kan de verstopping van katheters worden voorkomen en aangepakt. Idealiter integreert het bedrijfsleven dat in zijn aanbod voor de zorg. Maar wat is het businessmodel voor het bedrijf als vandaag geen enkele actor zo’n investering wil doen, ondanks de overduidelijke meerwaarde?

Maar we zitten met een toenemend probleem: op vandaag is de overdracht van innovatie naar de praktijk nog altijd gestoeld op het bestaande zorgsysteem. Sterk bepalend voor succes blijft de vraag: “past deze innovatie in de huidige praktijk, de huidige structuren, financiële drivers en budgetten?” in plaats van omgekeerd: “hoe moeten we ons zorgsysteem aanpassen om die meerwaarde volop te benutten?”.

“Op vandaag is de overdracht van innovatie op de praktijk nog altijd gestoeld op het bestaande zorgsysteem.” Iedereen die nadenkt over bovenstaande hefbomen van een paradigmashift, ziet hoe ze logischerwijze complementair op elkaar inhaken om gezamenlijk het zorgsysteem te transformeren. Maar hoeveel Vlamingen worden er vandaag al geholpen met preventieve digital health, decision support, zorg op afstand, assistieve technologie, health in all policies, mobile health, virtuele zorgorganisaties, healthcare Internet of Things, patiëntenportalen, deelplatformen, big data, AI, personalised medicine, point of care testing, DIY-diagnostica, CRISPR-Cas, whole genome sequencing, blockchain, chatbots,... in verhouding tot het aantal Vlamingen dat daarvan meerwaarde zou ondervinden? Dat blijft zeer beperkt. In veel subsectoren binnen welzijn 10 HEALTH COMMUNITY PAPER OKTOBER 2018

Voor innovatieve elementen die passen binnen het huidige zorgsysteem is er geen probleem. En niet alle ontwikkelingen zijn rijp voor een directe, brede implementatie (vb. CRISPR-Cas). We willen ook geen afbreuk doen aan tijdelijke projecten en de vooroplopende bottom-upinitiatieven uit de zorg die wel degelijk nieuwe grensverleggende mogelijkheden inzetten voor specifieke doelgroepen. Maar de innovatieve drivers worden nog onvoldoende omarmd om de gezamenlijke ambitie van een werkelijke paradigmashift waar te maken. Dat heeft gevolgen voor kwaliteit, veiligheid, service en efficiëntie, wat begint te wegen op onze internationale rankings en reputatie. Het probleem kent een fundamentele, structurele oorzaak. Binnen het Vlaamse beleidsdomein van welzijn, volksgezondheid en gezinsondersteuning zijn er weinig of geen systematische, transparante procedures om innovatie toegang te verlenen tot de zorg, tenzij via adoptie door de zorgaanbieders zelf, de verzekeringsinstellingen of met private middelen. Hetzelfde geldt op federaal niveau, behalve voor klassieke geneesmiddelen en implantaten, die wel een procedure kennen. Men kan uiteraard ad hoc aankloppen bij de overheid, maar zonder regelgeving, termijnen, objectieve en transparante criteria worden beslissingen over innovatieve mogelijkheden al snel een lot in de loterij. Zo is het momenteel voor ontwikkelaars van mhealth-toepassingen onduidelijk welke procedures ze moeten volgen wanneer ze hun digitale technologie willen testen in een zorgomgeving,


VOKA.BE/HEALTHCOMMUNITY

al dan niet in afstemming met het FAGG, ethische commissies,... De projectfinanciering die de overheid voorziet blijft bestaan uit eilandjes en daarmee zorgt ze niet voor grotere meerwaarde bij iedereen. De brede inbedding en het gebruik van innovaties in de zorg komen niet of veel te laat tot stand.

“Men kan ad hoc aankloppen bij de overheid, maar zonder objectieve, transparante criteria worden beslissingen over innovatieve mogelijkheden al snel een lot in de loterij.” Dat is onder meer het gevolg van verouderde (of afwezige) structuren voor markttoegang, een gebetonneerde taakverdeling in de zorg (KB78) en financiële prikkels die preventie en gepaste zorg eerder afremmen dan bevorderen (zie de Voka Paper van april 2018). We kennen zelfs nog geen structurele financiering voor het inzetten van zorg op afstand (telemonitoring). Ons beleid en onze structuren (en gebrek aan duidelijke systematiek) houden vandaag de silo’s tussen de actoren in stand. Wanneer we die silo’s overstijgen, gebeurt dat vaak tijdelijk en projectgedreven (met studies, demonstraties, proeftuinen,…), zonder brede verankering in het hele werkveld.

brede, geïntegreerde aanpak van zo’n innovatie in de richting van een nieuw paradigma. Mobile health moet bijvoorbeeld samengaan met knipperlichtsystemen om data-overload te voorkomen en om klinische interpretatie en integratie in de praktijk mogelijk te maken. Daarvoor zijn correcte onderliggende algoritmes van dataanalyse nodig, die op hun beurt afhankelijk zijn van de beschikbaarheid van massa’s gegevens van hoge kwaliteit. Maar er zijn geen incentives om data te delen (eerder het omgekeerde) en de kwaliteit van gegevens staat vaak niet op punt. Dus botsen we op het gebrek aan big data en de gebrekkige toegang tot hoogkwalitatieve zorggegevens. Het is duidelijk: een totaalbenadering is dus een absolute must. Uiteraard zijn er wetenschappelijke, technische en praktische uitdagingen die uniek en anders kunnen zijn voor de verschillende toepassingen. Bijvoorbeeld point-of-care testing versus blockchain: veiligheid van gebruik, privacy en databescherming, het respect voor evidence-based standaarden, aansprakelijkheid, databeheer (vb. bij big data), onderlinge interconnectiviteit, classificatie van meerwaarde,... Dezelfde nood aan randvoorwaarden treffen we nu ook aan bij AI (Jiang et al, 2017; Stroke & Vasc Neur). Zonder randvoorwaarden (zoals vandaag het geval is) hebben we een aanbod in vele deelsegmenten met een vacuüm aan kwaliteitsbewaking en mogelijk een opbod van niet altijd even evidence-based claims.

Digitale systemen in de zorg zijn vandaag log, gesloten en niet flexibel. Gegevens zijn up-todate binnen de eigen, gesloten systemen en veel minder naar externe zorgpartners of de overheid toe. Dat zet de praktische bruikbaarheid van Vaccinnet, de Personal Health Viewer,… onder druk, gezien de vertraging op de gegevens en het gebrek aan automatisme. We slagen er zelfs niet in om de meest evidente elektronische gegevensdeling breed toe te passen. De overheid wacht voor zulke stappen ‘tot de burger dat zelf eist’. Een pluspunt is dat de beleidsmaker wel initiatief neemt voor sommige zaken, zoals het uitdenken van een eerste werkingskader en getrapte criteria van meerwaarde en financiering voor mobile health. Als de regelgeving volgt, zetten we een werkelijke stap vooruit. Daarvoor moet het hele ecosysteem kloppen. Vaak slagen we niet in de OKTOBER 2018 HEALTH COMMUNITY PAPER 11


ANDERS EN BETER INNOVEREN WAAR STAAN WE VANDAAG?

Het KCE wijst op een illustratief voorbeeld van onze huidige aanpak bij whole genome sequencing: artsen kunnen in alle vrijheid genetische analyses benutten, zonder enige check van meerwaarde, in één deel van de nomenclatuur. Voor dezelfde analyse via een ander deel in de nomenclatuur moet daarentegen goedkeuring gevraagd worden aan een centrum voor menselijke erfelijkheid, wat dan weer overdreven is. We slagen er ook voor innovatie moeilijk in om systemen voor gepast gebruik op poten te zetten.

Heel wat plannen, projecten en ook strategische besluitvoering van overheid, zorgorganisaties en/ of industrie miskennen de continue meerwaarde van co-creatie. Dat is één van de fundamentele verschillen in onze aanpak in vergelijking met best practice-landen. De overheid moet zich ook bezinnen over het feit dat beleidsplannen voor zorginnovatie nog steeds in een silo met schotten tussen zorgsector en industrie worden vormgegeven (vb. gegevensdeling en projecten geïntegreerde zorg gedomineerd door zorgsector versus big data en innovatieclusterbeleid gedomineerd door industrie). In de begeleiding en ondersteuning van de ruimere paradigmashift blijft de rol van kenniscentra vandaag te beperkt. Participatie van en cobeheer met zorgprofessionals (vb. artsen binnen een ziekenhuiscontext) is en blijft een permanente uitdaging die zorginnovatie kan maken of kraken.

De transformatie naar een nieuw zorgparadigma kan preventie en veilige en gepaste zorg versnellen, op voorwaarde dat we hier geen nieuwe versnippering in volumefinanciering aan koppelen en dat we goed bewaken of de indicaties in lijn liggen met de evoluerende evidence. Het is ook cruciaal om in al de schakels van het nieuwe paradigma een opwaartse dynamiek te ontwikkelen naar maximale validiteit en betrouwbaarheid van metingen en maximale effectiviteit, met een regelmatige check van kosteneffectiviteit. Naast grootschalige hervormingen moet de overheid ook oog hebben voor het creëren van meer ruimte voor verbetering doorheen de fases van zorginnovatie: 1. Co-creatie kan en moet beter. De behoefteanalyse en focus van prioriteiten in zorginnovatie komen vandaag onvoldoende samen vanuit vraag en aanbod en vanuit bottom-up- en top-down-input om behoeften te kunnen capteren. Zorggebruikers worden onvoldoende rechtstreeks betrokken. 12 HEALTH COMMUNITY PAPER OKTOBER 2018

4

Dat men éénzelfde aanvraag in 4 verschillende templates bij 4 verschillende instanties moet indienen, is momenteel geen uitzondering.

Het probleem zit ook in het innovatielandschap zelf, waarbij de relevante actoren elkaar onvoldoende kennen, informatie uitwisselen, samenwerken en doorverwijzen. Er worden onvoldoende pogingen gedaan om overzicht en coördinatie te creëren. Iedereen wil expert zijn in alles of alles claimen, wat leidt tot suboptimale uitkomsten. 2. Regelgeving in en buiten de zorg vormt vaak een obstakel bij open en innovatieve co-creatie. ‘Regelluwte’ blijft meestal beperkt tot een marketingterm, hoewel het mogelijk zou kunnen zijn om meer outputgestuurde vrijheid te geven op het vlak van zorgfinanciering, inputnormering, programmatie, infrastructuur, bestuurswetgeving, mul-


VOKA.BE/HEALTHCOMMUNITY

tisectorale verandering, wonen, ruimtelijke ordening,… om op die manier vooruitgang te realiseren. Schakels die evident gestroomlijnd zouden moeten zijn, zoals het bekomen van ethische goedkeuring van een studie of project, zorgen voor hoge kosten, een berg administratie en grote vertragingen binnen een vacuüm van advies of informatie voor de aanvrager. Dat men éénzelfde aanvraag in 4 verschillende templates bij 4 verschillende instanties moet indienen, is geen uitzondering. Regelluwte kent ook een bredere betekenis: leidinggevenden in de zorg benoemen een tsunami van nieuwe regelgeving als één van de voornaamste obstakels voor innovatie. Het voortdurend opvolgen van de frequent wijzigende regelgeving eist immers zoveel tijd op dat er nauwelijks ruimte overblijft voor innovatie. 3. We leren onvoldoende uit succes en falen, omdat we de barrières, facilitatoren en resultaten bij projecten en innovatie in de reguliere zorg onvoldoende onderbouwd documenteren en we de leerpunten onvoldoende delen en verspreiden. Een onderbouwde, state-of-the-art-evaluatie is vaak niet voorzien.

Er is een voortdurende mismatch in visie over de mate waarin Vitalink al dan niet voldoende ‘open’ is voor gebruik bij nieuwe toepassingen. Stel dat je een (overduidelijk waardevolle) onlinemodule wil ontwikkelen om vanop afstand mensen te begeleiden bij hun revalidatie-oefeningen thuis, inclusief analysemogelijkheden van de data om de therapie verder op punt te stellen. Dat kan je vandaag niet integreren in de opgelegde platformen voor gegevensdeling en -bescherming. Voor het delen van data en onderlinge compatibiliteit is ‘e-health compliance’ vereist. Maar wat dat exact wil zeggen voor heel wat innovatieve toepassingen, is vaag en staat nog in de kinderschoenen. Die zaken zijn ook weinig internationaal afgestemd. 4. Zorgondernemers lopen vaak vast op het kluwen van het versnipperde innovatielandschap en spelregels. Bij wie moet men waarvoor terecht? Welke zijn de aanspreekpunten en regels op de verschillende beleidsniveaus? Hoe capteert men systematisch de informatie over doelstellingen, pilots, calls,…? Hoe verhoudt het innovatielandschap zich tegenover ruimere hervormingen in zorg en innovatie? Waar kan men terecht voor gespecialiseerde kennis (legaal, privacy, IP, ethisch,...)? Dat alles is momenteel een wespennest, tenzij men zich in een historisch sterk verankerd deeldomein bevindt (bv. een klassieke klinische trial). Dat leidt tot een voortdurende mismatch over prioriteiten en twijfels over wat wel of niet al mogelijk is. De overheid wacht op de invulling van specifieke innovatiebehoeften, die dan niet of veel te traag volgt. De industrie biedt tegelijk heel wat innovatie aan die niet als prioriteit wordt beschouwd. Het versnipperde landschap en onduidelijke regelgeving schrikken potentiële buitenlandse partners en investeerders af en jagen succesvolle zorgondernemingen van eigen bodem weg. 5. Vandaag is er een te lang vacuüm, met onzekerheid over al dan niet market-access en/of publieke terugbetaling. Dat brengt zorgondernemers in de problemen (time to market). Ondanks de veelheid aan initiatieven is ons ecosysteem van zorginnovatie vandaag niet genoeg een enabler voor de transformatie van de zorg. Daarvoor is er te veel sprake van ad hoc-beslissingen, geslotenheid, fragmentatie, disconnectie, projectfocus, onvoldoende investeringsfocus, een gebrek aan een gepast juridisch kader en afremmende financiële prikkels. Vandaag staat het inpluggen van bestaande actoren op nieuwe activiteiten te vaak centraal, ten koste van de meerwaarde die meer fundamentele transformaties kunnen creëren (“NT + OO = OEO” of “New Technology + Old Organization = Old Expensive Organization”). We zijn sterk innovatief en mogen daar trots op zijn, maar laten een veel groter potentieel onderbenut.

OKTOBER 2018 HEALTH COMMUNITY PAPER 13


ANDERS EN BETER INNOVEREN 12 AANBEVELINGEN

3. 12 aanbevelingen voor een werkelijke paradigmashift In samenwerking met kenniscentra, innovatieplatformen, sectorfederaties, zorgactoren, industrie en zorggebruikers formuleren we de volgende aanbevelingen. 1. We gaan voor een eenduidig, transparant en duidelijk kader. Voor optimale zorginnovatie moeten we de doelstellingen kennen waarop de samenleving inzet, de criteria die worden afgetoetst, de systematiek doorheen relevante beleidsniveaus en het stappenplan of draaiboek. Dat is niet mogelijk zonder kennis van de visie, beleidsplannen en de ‘fit’ van innovatie met hervormingen. We brengen samen in kaart waar het misloopt en creëren nieuwe regelgeving en oplossingen voor bestaande hiaten (bv. disseminatieregels voor innovatievormen die niet passen binnen het huidige kader). Performante innovatie vereist een betere wederzijdse communicatie tussen alle betrokken actoren, tot op het laagst mogelijke bottom-upniveau, zowel gecentraliseerd (bv. via een unieke, gedeelde loketfunctie, waarbij iedereen kan inpluggen) als gedecentraliseerd, via de diverse bestaande kanalen. Die informatie wordt actief gepusht naar alle relevante actoren. We investeren veel massaler in die gedeelde communicatie.

“We brengen samen in kaart waar het misloopt en creëren nieuwe regelgeving en oplossingen voor bestaande hiaten.” 2. Output in meerwaarde staat voorop. De burger verdient state-of-the-art-toepassingen, met internationale onafhankelijke, universele accreditatie op basis van geharmoniseerde standaarden, gevalideerde indicaties en output. Daarvoor worden in de toekomst de noodzakelijke, massale validatiedata automatisch verzameld en aangeleverd vanuit de dagelijkse zorg. Evidence-based algoritmes, knipperlichten en het daadkrachtig toepassen van guidelines voor de bijhorende klinische follow-up zijn onmisbaar. Vooral de integratie van die diverse onderdelen is een must. Transformatie wordt de prioritaire subsidie- en investeringsfocus, aangedreven vanuit diezelfde 14 HEALTH COMMUNITY PAPER OKTOBER 2018

outputnormering. Dat streven helpt om ondernemingen als trusted actoren te zien, met vertrouwen in partners die oplossingen aanreiken. 3. We verbeteren continu op basis van een kwaliteitslabel, opwaartse ‘meaningful use’ en continue evaluatie. We documenteren altijd op een onderbouwde manier de barrières, facilitatoren en resultaten en we leren uit succes en falen. Wat betreft de resultaten roepen we een onafhankelijk kwaliteitslabel in het leven, afhankelijk van de aangetoonde meerwaarde en het respecteren van gouden standaarden (accreditatie). Zo’n label, in lijn met de internationale state-of-the-art-voorbeelden, is een actieve communicatievorm naar eindgebruikers, zorgorganisaties en investeerders toe. Opwaartse (financiële) meaningful usecriteria, met een stapsgewijze, maar tegelijk ook


VOKA.BE/HEALTHCOMMUNITY

voldoende ambitieuze verhoging in standaarden, belonen best practices. 4. Vanuit een intersectorale bril responsabiliseren en investeren we volgens meerwaarde. De noodzakelijke responsabilisering gaat uit van een financiering die meerwaarde stimuleert op het vlak van kosteneffectiviteit, kwaliteit en performantie, waardoor tegenwerkende prikkels voor waardevolle zorginnovatie juist gezet worden in de vergoeding van zorgaanbieders. Daardoor krijgt het werkveld meer tijd vrij om deel te nemen aan innovatie, zonder een voortdurend verlies van inkomen. We gaan dus van een volumeprikkel naar een meerwaardeprikkel. Met kwaliteitsprikkels, bundled payment, shared savings en risksharing stimuleren we kwaliteit, efficiëntie en dus ook innovatie en partnerschappen (coöperatieve businessmodellen). Ook bij de rechtstreekse vergoeding van technologie (geneesmiddelen, devices,…) maken we de overstap naar value based, met meer continue evidence development (aantonen van meerwaarde) en de dynamische bijsturing van terugbetaling in prijs, volume en indicaties (doelgroepen). Ook de overheid zelf moet voldoende inzetten op haar meerwaarde in innovatieondersteuning en niet eenzijdig op volume en kost. Zo verviervoudigde de overheid recentelijk haar tarief voor het uittesten van innovatie zonder duidelijke reden of extra meerwaarde. Een bedrag per test van 9.000 euro vormt een belemmering van de groei in start-ups in zorginnovatie. Als we een pacemaker in 1 dag tijd vervangen en zo hospitalisatie vermijden, besparen we 2,4 miljoen euro. Maar zo’n besparing bevindt zich in de huidige sectorale silofocus binnen een ander budget en wordt dus niet mee in rekening gebracht. Dat is uiteraard absurd. Het illustreert de dringende nood aan transversale beoordelingsmethodes en financiering. Daarbij bevorderen we de samenwerking tussen bedrijven en zorgorganisaties doorheen de waardeketen. De overheid voorziet daarvoor bijkomende kapitaalinjecties, in de vorm van aandelen met ROI. Erkende investeerders worden geaccrediteerd, met automatische mechanismen van co-investering. De overheid doet bij de industriezijde expliciet aan exit, met de verkoop van haar aandelen met winst om de publieke middelen te recupereren. Investeringsfondsen worden op die manier versterkt, in de fase voor de product-market-fit. Het kader wordt juist gezet, met coördinatie van middelen vanuit Flanders’ Care, LRM,

Gimv, private investeringsfondsen, verzekeraars, ziekenfondsen e.a. Met social impact bonds wordt de focus gelegd op resultaatgerichtheid. 5. We zetten de essentiële bouwstenen van een paradigmashift juist. Tegelijk dienen we voor de transformatie van de zorg veel meer te investeren in de modernisering van essentiële bouwstenen: we pakken op korte termijn de obstakels aan op het vlak van authenticatie, ICT-terminologie, standaarden, cloudtoepassing (versus verplichte servers), mobile, AI, blockchain, API, single input, gestructureerde input, automatische (correcte) data-extractie, decision support, realtimefeedback en closed loopsystemen. We koppelen die evolutie aan een ISO (cfr. Nederland) of accreditatie (cfr. Verenigd Koninkrijk). Om mobile en smart health breed te benutten, zetten we ook in op slimme infrastructuur. En we versterken de ICT-capaciteit en het gespecialiseerde human capital in lijn met de exponentieel groeiende noden (big data, AI, WGS,…). We verspreiden zulke state-of-the-art-functionaliteiten zo snel mogelijk doorheen de zorg en administratie (inclusief vb. bij de verspreiding van belRAI binnen welzijn). We laten verouderde technologie achter ons (met verantwoorde overgangsperiodes), zodat we zelf het voortrekkersland worden in plaats van steeds andere landen te moeten bijbenen. In die zin moeten we de ambitie hebben om Vlaanderen en België volop op de kaart te zetten als innovatieve (test)regio. We maken onze systemen opener, zodat zorgondernemers efficiënter kunnen inpluggen. Openheid en samenwerking zijn grote hefbomen voor transformatie, zoals blijkt uit de digitalisering van de bankensector (verplicht open software; B-Hive), het platform voor havenbedrijven en de open communicatie binnen Flux 50 energie. Iedereen heeft er belang bij. Data-uitwisseling verloopt in de toekomst realtime en automatisch, met zowel verplichtingen (100% GMD-dekking, gegevensdeling, opladen op gebruikersinterface(s),…) als opwaartse incentives. Hand in hand met die beweging moderniseren we het beroepsgeheim van zorgverstrekkers. We moderniseren en digitaliseren ethische goedkeuringsprocedures, met meer aandacht voor onafhankelijkheid. En we benutten blockchain om fraude te voorkomen. 6. We omarmen de hefbomen binnen het reguliere zorgsysteem. We zorgen voor een aangepast kader en de invulling van de randvoorwaarden voor een brede inbedding van preventieve digital health, decision support, zorg op afstand, assistieve technoOKTOBER 2018 HEALTH COMMUNITY PAPER 15


ANDERS EN BETER INNOVEREN 12 AANBEVELINGEN

logie, health in all policies, mobile health, virtuele zorgorganisaties, healthcare Internet of Things, patiëntenportalen, deelplatformen, big data, AI, personalised medicine, point of care testing, DIY-diagnostica, CRISPR-Cas, whole genome sequencing, blockchain, chatbots,…, inclusief de geïntegreerde aanpak samen met nieuwe zorgmodellen, veranderingsmanagement en procesverbeteringen. De interface met de burger wordt een werkelijke interface met hem of haar aan het roer, met de lead over alle centrale en decentrale componenten (dossiers, gegevens,...). We trekken lessen uit de voor- en nadelen van opties zoals opslag van zorggegevens op de eID van elke burger, een afzonderlijke e-card,... en benutten marktwerking om de beste geïntegreerde interfaces te ontwikkelen en te gebruiken. We zetten nieuwe technologische mogelijkheden in voor preventieprikkels (zie sweatcoin, elektronische vouchers,…). Big data wordt hét instrument voor vooruitgang in beleid, kwaliteit, ondernemerschap en innovatie in de zorg, mede ondersteund door verplichte cross-licenties zodat iedereen aan boord de eigen gegevens met anderen deelt. Het is essentieel dat de Vlaamse en federale overheid, de industrie, kenniscentra, zorgaanbieders e.a. samen big data geïntegreerd vormgeven, zodat alle relevante gegevensbronnen worden opgenomen (inclusief preventie, welzijn, gezinsondersteuning, IMAdata en welzijn op het werk). We benutten virtuele data-integratie zonder databanken effectief volledig samen te brengen (bridge broker-methodiek). Naast het gebruik van databanken maken we big data volledig via tekstmining en directe dataextractie uit EPD’s en andere primaire zorgbronnen (zie vb. Lynxcare). Ook de koppeling met outputs is essentieel. We schuiven whole genome sequencing (WGS) en (gen)omicstoepassingen voluit naar voren als cutting edge innovatiefocus, inclusief de integratie in de dagelijkse zorgpraktijk. Ook hier bewaken we het gepast gebruik. Om de beste uitkomsten te bereiken, optimaliseren we de taakverdeling van centra voor menselijke genetica, klinisch biologen, industrie, met goed geïntegreerde samenwerking. WGS wordt opgenomen binnen big data en elektronische dossiers. WGS en next generation sequencing worden een onderdeel van het bredere preventiebeleid en niet (exclusief) van curatieve klinische biologie. We moderniseren de geïnformeerde toestemming en het huidige filterbeleid terzake in de terugkoppeling van bevindingen naar de burger. De burger bepaalt zelf welke informatie hij (niet) wenst te ontvangen.

16 HEALTH COMMUNITY PAPER OKTOBER 2018

We zetten in op een massale cultuurverandering bij de burgers en de zorgprofessionals, zodat ze disruptieve innovatie (digitale contacten, robotica, big data, gebruik van portalen,…) met vertrouwen omarmen. En we zetten daarbij gericht in op de ondersteuning van kwetsbare groepen. Terugbetalingsmechanismen en beslissingsorganen verbreden zich van geneesmiddelen en hulpmiddelen naar het ruimer geheel van technologische en niet-technologische innovatie met meerwaarde in de zorg en worden opgenomen in het innovatiebudget. De overheid staat in voor systematische, transparante procedures die innovatie binnen het kortst mogelijke tijdsvenster evalueren. We hanteren een holistisch evaluatiemodel: “Wat is de meerwaarde (value based), inclusief de psychosociale dimensie en indirecte effecten (absenteïsme e.a.)?”, “Wat kost het?”, “Wat is het persoonlijk aandeel?”,… In-vitrodiagnostica en personalised medicine kennen vandaag geen canvas of vaste systematiek voor beoordeling en al dan niet opname in het reguliere zorgsysteem. De grote weerstand is vooral het gevolg van het feit dat klinisch biologen winst maken op dit type van producten. Zij zien daarin liever geen verandering. Die situatie vergt dus een regelgevend kader met objectieve beoordelingscriteria, een meer onafhankelijk werkingsmechanisme en het loskoppelen van de financiering van medische zorg (klinisch bioloog) versus de vergoeding van een product. Alternatieve afschermingsmechanismen op de markt, via ordes van zorgberoepen e.a., mogen geen impact hebben op de adoptie en verspreiding van waardevolle innovatie. Verder passen we de wetgevende kaders aan op logische efficiëntieverbeteringen, bv. in de logistiek van geneesmiddelen en andere zorgproducten (wie mag waar distribueren en afleveren binnen officina, ziekenhuizen, netwerken, thuis bij de burger en daarbuiten?). 7. We versnellen de terugbetaling van waardevolle innovatie. We versnellen de terugbetaling van waardevolle innovatie, met snelle duidelijkheid over opname in het publieke pakket of niet. We zetten in op een fast track-procedure (gedeeld op federaal en Vlaams niveau) voor veelbelovende innovaties (zie de aanpak van de FDA voor Apple, Samsung, Fitbit,… toegepast op alle innovatievormen). 8. Geïntegreerde zorg vereist geïntegreerde zorginnovatie. De sleutels om het verschil te maken zijn coördinatie en samenwerking tussen beleidsniveaus, administraties, innovatieve actoren en diverse


VOKA.BE/HEALTHCOMMUNITY

beleidsdomeinen. De problemen in de huidige bevoegdheidsverdeling moeten worden opgelost. Wetgeving en financiering moeten ontkokerd worden, zodat intersectorale belangen en barrières in regelgeving geen inertie veroorzaken. We engageren ons formeel en informeel om binnen het innovatielandschap daadwerkelijk samen te werken, met doorverwijzing, gezamenlijke partnerinitiatieven en SLA’s (service level agreements). Dat wordt ook financieel aangemoedigd (zie supra). 9. Voorzie professionele testomgevingen en sandbox-principes. Om voldoende snelheid te maken om uit te testen en te valideren, te falen en te leren, hebben we nood aan goede testomgevingen, maar ook aan sandbox-principes om stapsgewijs te kunnen testen met meer vrijheid om te experimenteren in verhouding tot eventuele risico’s. We implementeren sandbox-principes waar die nu nog ontbreken. We onderzoeken samen hoe zo’n daadwerkelijke regelluwte vorm kan krijgen per type van innovatie (interferentie met andere processen, risicograad,…). Dankzij de technologische mogelijkheden kan dat meer en meer op populatieniveau (doelgroepen en regio’s) in plaats van in beperkte pilootprojecten. 10. Er is geen zorginnovatie zonder co-creatie. Co-creatie moet steeds aanwezig zijn. Er is betrokkenheid nodig van alle actoren uit de quadruple helix, bottom-up en top-down, vraag en aanbod samen: kenniscentra, industrie, zorgorganisaties en -professionals, overheid en de ruimere samenleving, inclusief de burger als zorggebruiker. We moeten nagaan hoe we participatie, co-beheer en gedeeld engagement optimaal op punt kunnen zetten.

“Er is een ontkokering nodig, zodat sectorale belangen geen inertie veroorzaken.” Co-creatie maakt deel uit van de gouden standaarden die de overheid aftoetst. We benutten elke opportuniteit om via co-creatie zorg te innoveren (ook bij infrastructuur, zorgprocessen, intersectoraal…). We moeten de juiste mensen samebrengen, inclusief internationale voortrekkers en actoren op Europees niveau. De cultuur en mindset moeten ook wijzigen: falen is een opportuniteit en valorisatie in de zorg is geen vies begrip.

11. Publiek-private samenwerking in een onderlinge symbiose is een must. De overheid is er om het regelgevend kader scherp te stellen en voortdurend te verbeteren, om doelstellingen, criteria en standaarden voor kwaliteit, veiligheid en performantie voorop te stellen en om die met voldoende kracht door te duwen. Dat vraagt meer transparantie om gezonde concurrentie te bevorderen. Het is niet de rol van de overheid om in eigen beheer innovatieve toepassingen te ontwikkelen, zonder de marktwerking te laten spelen. Dat geldt voor alle vormen van innovatie, inclusief portalen, applicaties, datacenters & hubs, e-health- & Vitalink-beheer,... Daar waar dat vandaag wel het geval is, moeten we de ruimere markt van onderlinge mededinging introduceren. Waar er sprake is van een erg beperkt aantal aanbieders, dient een overheidsopdracht zo ruim mogelijk te worden opengezet op basis van een recurrente performantietoets om de nadelen van een te langdurig monopolie te voorkomen. Daarnaast is er nood aan een actieve regulator (analoog aan de rol van de VREG in het beleidsdomein energie). 12. Een paradigmashift in zorg gaat hand in hand met een paradigmashift in opleiding, taakverdeling en zorgberoepen. De zorgopleiding moet transformeren (vb. met een verdubbeling van het aantal bio-informatici en een dringende nood aan meer genetische adviesverstrekking in lijn met de uitrol van WGS). Op die manier ontstaat een nieuwe beroepsinvulling. Tegelijk moeten we bestaande zorgberoepen heroriënteren in lijn met de toenemende automatisatie (vb. laboprofessionals). Last but not least: we vervangen KB78 door een veel flexibeler en dynamisch werkingskader van taakverdeling in de zorg, decentraal aangestuurd op niveau van het zorgteam zelf.

OKTOBER 2018 HEALTH COMMUNITY PAPER 17


ANDERS EN BETER INNOVEREN BESLUIT

4. Besluit Het is duidelijk: samen met nieuwe zorgmodellen en procesverbetering zijn digitale en technologische transformatie onmisbare sleutels om het brandende platform van de zorg het hoofd te bieden. Daar waar de grootste efficiëntiewinsten in de zorg liggen bij preventie, gepaste zorg, veiligheid van zorg, nieuwe zorgmodellen, het onmogelijk maken van fraude,..., is die ambitie onmogelijk te realiseren zonder zorginnovatie binnen een paradigmashift.

D

e middelen die vandaag versnipperd besteed worden aan innovatie-ondersteuning in de zorg moeten gebundeld worden om onderstaande 12 aanbevelingen te realiseren. Daarnaast verwijzen we naar de noodzakelijke constante innovatiegroei, in lijn met de afgelopen decennia, en de invoering van bijkomende kwaliteits- en digitaliseringsprikkels als transformatietriggers, inclusief 3% pay for quality. Voka Health Community vraagt samen met kenniscentra, innovatieplatformen, sectorfederaties, zorgactoren, industrie en zorggebruikers dat de Vlaamse en federale overheid: 1. Een eenduidig, transparant en duidelijk kader voor zorginnovatie invoert, met vooropgestelde doelstellingen, criteria, systematiek en stappenplan, in lijn met de ruimere hervormingen in de zorg (geïntegreerde zorg, zorg op maat, verschuiving naar de thuisomgeving,...). Dat kader omarmt het hele spectrum van zorginnovatie (niet enkele projecten) en wordt in communicatie actief gepusht naar de volledige zorgsector, industrie en de burgers als zorggebruikers. 2. Output in meerwaarde vooropstelt. Standaarden, accreditatie, validatie en evidence-based staan centraal. De output heeft betrekking op de geïntegreerde werking van het geheel en niet op één of enkele onderdelen. 3. Inzet op continue verbetering op basis van een kwaliteitslabel, opwaartse meaningful usevereisten en voortdurende evaluatie. 4. De hervorming van het businessmodel in de zorg versnelt en verbreedt, met een focus op responsabiliseren en investeren volgens meerwaarde vanuit een intersectorale bril. Value based contracting, kwaliteitsprikkels, shared savings en bundled payment staan centraal, naast coöperatieve businessmodellen. De overheid zet de investeringsvehikels juist en creëert brede toegang tot investeringsfondsen, prefinanciering, co-financiering (met tijdelijke, publieke ROI op aandelen) en social impact bonds.

18 HEALTH COMMUNITY PAPER OKTOBER 2018

5. Op korte termijn de obstakels aanpakt i.v.m. authenticatie, ICT-terminologie, standaarden, cloud-toepassing, mobile, AI, blockchain, API, single input, gestructureerde input, automatische (correcte) data-extractie, decision support, realtimefeedback en closed loopsystemen. De overheid hanteert verplichtingen en opwaartse incentives voor realtime gegevensdeling, 100% GMD-dekking, opladen op gebruikersinterface(s),… en moderniseert het beroepsgeheim en de ethische goedkeuring. Vlaanderen en België worden dé voortrekkersregio in zorginnovatie, met brede internationale promotie als testregio.


VOKA.BE/HEALTHCOMMUNITY

6. Een aangepast kader en invulling van de randvoorwaarden voorziet voor de brede inbedding van preventieve digital health, decision support, zorg op afstand, assistieve technologie, health in all policies, mobile health, virtuele zorgorganisaties, healthcare Internet of Things, patiëntenportalen, deelplatformen, big data, AI, personalised medicine, point of care testing, DIY-diagnostica, CRISPR-Cas, whole genome sequencing, blockchain, chatbots,…, inclusief de geïntegreerde aanpak samen met nieuwe zorgmodellen, veranderingsmanagement en procesverbeteringen. De overheid verbreedt terugbetalingsmechanismen en beslissingsorganen en legt afscherming via ordes van zorgberoepen e.a. aan banden. 7. De terugbetaling van waardevolle innovatie versnelt, inclusief de invoering van een fast track-procedure voor veelbelovende innovaties. 8. De problemen vanuit de huidige bevoegdheidsverdeling oplost en wetgeving en financiering ontkokert, zodat intersectorale belangen en barrières in regelgeving geen inertie veroorzaken. De overheid benut het gedeelde engagement vanuit het innovatielandschap in de zorg om daadwerkelijk samen te werken, met doorverwijzing, gezamenlijke partnerinitiatieven en SLA’s. 9. Sandbox-principes implementeert via daadwerkelijke regelluwte, geconcretiseerd per type

van innovatie. De overheid doet dat op populatieniveau (doelgroepen en regio’s) in plaats van via beperkte pilootprojecten. Nieuwe regelgeving creëert ruimte in plaats van die te bemoeilijken. 10. Als onderdeel van haar gouden standaard bij elke stap van het innovatietraject co-creatie vereist volgens het quadruple helix-model. We optimaliseren en verruimen het participatiemodel. 11. Zelf inzet op regelgeving en output en transparante marktwerking benut, centrale monopolies doorbreekt en de actieve rol benut van een regulator in ondersteuning van mededinging. 12. De zorgopleiding aligneert en transformaties doorvoert in beroepsverdeling en -invulling in functie van de toekomstige noden. De overheid vervangt KB78 door een veel flexibeler en dynamisch werkingskader van taakverdeling in de zorg, decentraal aangestuurd op het niveau van het zorgteam zelf. Deze aanbevelingen kunnen we enkel via gezamenlijke actie tot stand brengen. Meer geïntegreerde samenwerking in het innovatielandschap van de zorg is een must (Flanders’ Care, HealthTech.Belgium, Flanders Health IBN,…). Zo’n samenwerking zal een boost krijgen naarmate we erin slagen om het zorgsysteem stap voor stap meer op meerwaarde te richten. Kip of ei? Laten we er alvast samen aan beginnen!

OKTOBER 2018 HEALTH COMMUNITY PAPER 19


ANDERS EN BETER INNOVEREN DE ZORG TRANSFORMEREN

20 HEALTH COMMUNITY PAPER OKTOBER 2018


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.