Po e zine 10 | Vrij

Page 1

2


Lieve Po-e-zine'ers, Dank jullie wel voor al het goeds wat jullie brengen! Ik houd van jullie! Er liggen inmiddels wat maanden tussen po-e-zine nr. 9 en 10 onze jubileum-uitgave. Het liefst zou ik zeggen dat alles okĂŠ ging, er niks aan de hand is geweest maar het tegendeel is de waarheid. Drukte heeft namelijk hoogtij gevierd. Boekpresentaties, optredens, een tournee met diverse dichters, podia organiseren, radiointerview, werken aan lim. edit. ter uitgave en ook nog een festival georganiseerd. PFFFUUUUU, voor mijn gevoel heb ik recht op een winterslaap te gaan houden. Het zal er wel niet van gaan komen. Echter genoeg gewauwel over mij. In ieder geval Po-e-zine nr. 10 is nu een feit. Deze uitgave is wederom propje vol met poĂŤzie, kunst en proza. Zelfs recensies staan er in van diverse mooie uitgaven door geweldige dichters en schrijvers. Dus ik zal zeggen, "kom op mensen .... begin met lezen!" En voor dit jaar staan er weer 4 op de kalender om uitgegeven te gaan worden. Nummer 11 staat gepland voor juli. Je kan insturen tot en met zondag 31 mei 2015 naar het inmiddels gebruikelijke en bekende adres derrelniemeijer@hotmail.com In uitgave nr. 11 wil ik lezen: hoe geweldig jullie al het werk vonden in onze "Jubileum-editie", veren in de reet voor het vakteam, Vincent Jongman & Bert Waber, wat wonderen verricht en uiteraard net zo veel mooie en fantastische bijdragen.

Met hoogachting, Derrel Niemeijer

3


ee: m n n, kte a r e iel m w g m a n e Jo diti e, C t s e n s e dez ince lex Bru V n a , A ber ssen, A s a t W arijni homa r e B F. M agda T s n Ha en M s t Aar

er |D

rel

r eije m Nie

4


Wat niet loog in mij was de slag van moeders bloed in elke ader en de klop van haar hart. Haar kreet, die van vader, en mijn snak naar adem net boven water ons eerste lied samen en apart. Alles werd gewist, onbevlekte dader. Later raakten alle woorden dagelijks vager in taal verward. Nog spartel ik terug, stroomopwaarts in mijn geheugen, en raak ik dieper, dichter en nader tot die start. | Hans F. Marijnissen

Zondagochtend concessiemuziek / dan heb je nog wat aan de dag Door de kieren van mijn wimpers zie ik jou met ijver werken in de keuken. De croissantjes zijn klaar

Wat ben je stil? Bevroren op een venster----bank zat ze, verstard in de tijd, Ik begon als huisdichter. niet reagerend toen ik haar riep, Rozen bogen door in de ondergaande zon. onder het gewicht van haar glim- Pas in volle duisternis lach; draaide ze om, wolken vluchtten als ganzen zwijgend. voor de zon in haar ogen "Hm?" een verwarrende dwarreling Haar ogen verdwaalden van eerste indrukken, in de horizon achter mij. vallende bladeren Zij verdween. toen de herfst ademde. Steigerend standbeeld, Als een forel smeltende druiptreurwilg; tegen de stroom op zwemmend, ik zocht mijn naam springend richting bron, tussen het stof in de zondronk ik haar. lichtbanen tot op de plavuizen. De winter was een groot wit huis waarin wij paraat bleven, Ik werd straatdichter. startklaar op doorreis. We negeerden de schaduwhoe- - - - - - ken, galmende trappenhuizen, Ik ben niet stil: leeggebloede kamers ik probeer met zwijgen en het roepen op straat. een storm te bedwingen.

Ik zeg jou dat ik mij niet zo goed voel en jij maakt voor mij een ontbijtje Klaar Jouw ogen zoeken de mijne, ik sluit mijn kieren toe. En jij gaat verder met jouw ijver. Want ik ben veel te moe. Zuchtend en kreunend kom ik overeind Met mijn laatste kracht schuif ik de stoel aan Op de radio klinkt concessiemuziek en ik ben slechts een schim van mijn bestaan De croissantjes zijn hard geworden De appelsap is zuur | Niels Terhalle

| Hans F. Marijnissen

5


Hallo Po-e-zine, Allereerst gefeliciteerd met de prachtige uitgave van je magazine!! - Het is ontzettend mooi geworden. Ik heb geboeid zitten lezen, al duurde het lang om het uit te lezen. Commentaar n.a.v. deze uitgave: Deze editie van het magazine Po-e-zine is uiterste zorgvuldig samengesteld met bijdragen die divers, uiteenlopend en niet samenhangend zijn maar toch samen een geheel vormen door het goed gekozen hoofdthema Aanzet door de beheerder van het magazine. De gedichten zijn bijna verhalend en voeren je in de gedachten van de dichter en zijn (binnen)wereld. Vol retrospectieve, filosofische inslag en rauwe pijn en verdriet dat erin beschreven staat raken de gedichten het hart van de lezen. De vormgeving van de editie is verrassend, esthetisch ... erg fijngevoelig, een prikkeling voor ogen. Het prikkelt ze en nodigt uit om verder te lezen. De editie is heel dik en vergde veel werk en inspanning vanuit het po-e-zine vakteam, dat het een liefdeswerk is zichtbaar aan elk goed uitgewerkt detail. De plaatsing van de gedichten ten opzichte van elkaar en de afstanden er tussen zijn heel bedachtzaam uitgekozen. De vermelde namen van de dichters die bijgedragen hebben aan de editie die als een dansend geheel om elkaar heen ''vliegen'' is heel origineel bedacht. Ten slotte wil ik opmerken dat de winnende gedichten terecht uitgekozen zijn tot de beste bijdragen, ze waren ook het meest oprecht en lieten de lezer een inkijk nemen in de ziel van de dichter en zijn diepste gedachten, wensen en gevoelens. De afbeeldingen bij de gedichten spreken tot de verbeelding omdat ze breed uit te leggen zijn en dromerig en fantasierijk zijn! Ik voel mij vereerd dat ik door Po-e-zine gevraagd was om een recensie te schrijven n.a.v. deze editie en ik heb dit met alle plezier gedaan! De prijsvraag is leuk bedacht en de feitjes, historisch en qua amusement hebben mij erg vermaakt en wijzer gemaakt. Mijn voorstel voor een thema voor editie 10: Wat is creativiteit voor jou?

Groetjes, Alma Selimovic

6


Op het water van papier vaar ik onervaren door de hoge golven van woorden verdrinkingsloos met stormen van vergeten dromen met luchten van verborgen diepten uitzichtloos wel om in te verdwalen kom ik toch tot een goed eind. | Thgk

na 'n telefoontje vol paniek over 't kwijt zijn van haar pinpas haast ik mij naar het huis van negentig plus

Er zijn plekken op de wereld waar ik nooit ben geweest jij droeg ze met je mee naar een haven onderweg een moederschip, een vrouw Je kon je niet verstoppen voor dat achter je ogen, maar tekende eroverheen langs muren van huizen omhoog jezelf richting wolkendek, tenslotte je evenwicht verliezen

daar vlij ik neer op de bank vind het boek ' PoĂŤzie op Pootjes' met daarin mijn naam 'zal ik je mijn gedicht voordragen ' vraag ik aandachtig luisterend wordt ze weer rustig nu belt ze mij iedere dag om te vertellen dat ze zo'n interessante vriendin heeft | Marjon van der Vegt

Het regent verf en tranen ik zoek tot ik haar vind prinses en regenboog, haar kleuren zijn jouw kleuren, die geven blijvend af, die blijven altijd afgeven | Irene Siekman

7


8


Allen Ginsberg in Nederland / 1983 Revisited Een muzikaal-literair event m.m.v. het Mondriaan Kwartet, Jacq & Bert Palinckx, Han Buhrs, Eddie Woods en Joep Bremmers. (in samenwerking met MuziekPodium Zeeland) Zo. 19 april 2015 / Ginsberg in Middelburg / Schuttershof / www.muziekpodiumzeeland.nl Wo. 22 april 2015 / Ginsberg in Maastricht / Intro-In Situ / www.introinsitu.nl Vr. 24 april 2015 /Ginsberg in Amsterdam / BimHuis / www.bimhuis.nl

De internationaal gevierde Amerikaanse beat-dichter Allen Ginsberg (1926-1997) was rond nieuwjaar 1983 op tournee door Nederland, waar hij onder andere Vlissingen aandeed. Hoewel hij nauwelijks vierentwintig uur in de Scheldestad verbleef, gaf hij er een kleurrijk optreden in Hotel Britannia, schreef de volgende dag een gedicht op het Badstrand en bereidde zich ondertussen voor op een opnamesessie met het Mondriaan Kwartet, welke de avond na vertrek uit Vlissingen plaatsvond. Dat resulteerde in een album met het even memorabele als ontroerende ‘September On Jessore Road’ als zwaartepunt. Om nog maar te zwijgen van het gedicht What the sea throws up at Vlissingen, dat toch een puur Nederlandse inspiratiebron kent, of eigenlijk en beter, een Vlissingse.

Van deze tour, waarin Ginsberg en gevolg (o.a. Simon Vinkenoog, de eerste vertaler van Ginsberg en diens Amsterdamse gastheer) diverse Nederlandse steden aandeden, is een reconstructie gemaakt, of eigenlijk beter, deze legendarische tour heeft bij deze een eigentijdse muzikaal-literaire versie gekregen. In samenspraak overigens met de literator Joep Bremmers, de huidige vertaler van Ginsberg, en componist Jacq Palinckx, Centraal daarbij staat het vermaarde Mondriaan Kwartet, toen net opgericht, nu een gevestigde grootheid.

Net als toen zal de Ginsberg-klassieker, het buitengewoon mooie ‘September On Jessore Road’ tot klinken gebracht worden, maar er is meer, veel meer. Zo krijgt Ginsbergs beroemdste werk ‘Howl’ een nieuwe, Nederlandstalige vertolking, met vocalist Han Buhrs als drijvende kracht.

En uiteraard mag het Vlissingse gedicht ‘Wat de zee uitbraakt in Vlissingen’ niet ontbreken. Speciaal voor deze gelegenheid heeft componist Jacques Palinckx nieuwe muziek geschreven voor deze werken, op het grensvlak van nieuwe muziek, jazz en geluidskunst. Tevens hanteert hij de (electrische) gitaar, terwijl zijn broer Bert de contrabas bespeelt. Samen met Han Buhrs vormden zij de harde kern van de formatie ‘Palinckx’, die voor deze gelegenheid een bescheiden wedergeboorte doormaakt, en en passant samen met het Mondriaan Kwartet een geducht veelzijdig ensemble vormt, een samenwerkingsverband dat zich in het recente verleden bewezen heeft.

Joep Bremmers voorziet op een prettige en bondige manier het concert van context en brengt samen met performer Eddie Woods, notabene een vriend van Ginsberg, zelfs nog enige Ginsberg-poëzie voor het voetlicht.

Dit concert is een eerbetoon aan Allen Ginsberg en de beat-generatie van de jaren veertig en vijftig, Jack Kerouac en William Burroughs niet in de laatste plaats, grondleggers van de tegencultuur van de jaren zestig en zeventig, in Nederland bloemrijk vertegenwoordigd door dichter Simon Vinkenoog.

Deze beat-achtige vrijheidsdrang kan ook uitstekend geproefd worden in het boekwerk dat Joep Bremmers over deze tour liet verschijnen, getiteld Ik en mijn Plasje, een boekwerk waarin ook een tamelijk boeiende c.d. opgenomen is met de actuele muziek en teksten van Ginsberg, het Mondriaan Kwartet en Palinckx en dat voor een schappelijke prijs tijdens de concerten aangeboden zal worden.

9


Ik lispel in je oor, ook al heb je dat niet door, wat ik voor je voel of meestal daarmee bedoel. De woorden stromen als vanzelf, als water uit een val. Geen twijfel en geen behoud; we worden samen oud, dat lispel ik in je oor en nog steeds heb je niets door. Het geeft een vaag gevoel of je weet wat ik bedoel of je slaapt in geveins, praat ik daarom tegen een grijns van oor tot oor en lispel ik maar door. Ik weet hoe het voelt als iemand zegt wat ie bedoelt maar niet uit de woorden kan komen omdat je lijkt te dromen en lispelt: ga zo door, vertel het maar in mijn oor, dan komt het bij je binnen waar mijn liefde lijkt te winnen. Ik stop even en kus je wang. Van binnen brand ik en verlang naar meer van jou en mij en de passie waarmee ik vrij. Maar iets weerhoudt mij van de pijn van de hoop en de schijn.

Ik stap bij je vandaan en doe de lampen aan, zie de tranen in je ogen. Je borsten, waaraan ik heb gezogen, hangen hunkerend over het dekbed. Ik weet niet wat mij belet je te nemen, vol van vuur en geil, de schaamte onder zeil. Had je dan niet door dat de wind in je oor niet, zoals het was bedoeld, onze liefde bijna had bekoeld maar nu niet meer is dan verraderlijk gesis vergiftigd van mijn lippen dat uit een drain lijkt te glippen, over het bed drapeert en in jouw schoot afmeert. Ik kan het niet meer alles wat ik probeer is je naam onthouden, als ik lispel bijna als een kankergezwel de naam die het meest blijft hangen de motor van mijn verlangen. Ik grijns tenslotte en dim het licht ook al word ik van domheid beticht ik fantaseer me door de nacht zo heb ik al menig liefde verkracht ik neem je hard en meedogenloos en laat je tenslotte krachteloos hangen over de rand van het bed mijn beige rubberen opblaasslet. | Ephraim de Rooij

10


Eens in komende tijden, Voor slangen zijn gezien, Leefde een nimfenprinses, Je droomt haar ooit misschien.

Al neuk ik duizend satyrs, Toch blijf ik jong en fris. Ik word alleen maar mooier, Hoe groot hun lul ook is.’

Ze neuken ook heel anders Dan alles wat jij kent. Ze zijn gemeen en vunzig, Terwijl jij lieflijk bent.

De satyrs waren treurig, Maar groetten haar in koor, Want nu de mens ging komen, Moest zij er echt vandoor.

Als pik zuigen zo fijn is Voor meisjes zoals ik, Dan is zo’n lul voor jullie Vast ook een geile kick.

Met lange blonde haren En ogen helder blauw, Met lippen vol en teder En borsten fris als dauw

Zo hield ze hen gelukkig Op velerlei manier Met mond en kut en billen Schonk z’eindeloos plezier.

Ze zweren bij de hersens, Sex is er voor één doel: Om kerk en staat te steunen Met mens’lijk gekrioel.’

‘Wij kunnen nu niet meegaan,’ Zo riepen ze vol spijt. ‘De mens zullen wij kwellen Met zorgen, smart en nijd.

Dus neem je broeders penis In je gulzige mond, Die zo vaak zoet begeren Tussen mijn benen vond.

Dartelde ze door ‘t bosland Twaalf maanden van het jaar En alle geile satyrs Zongen de lof van haar.

Ze zogen aan haar kutje En speelden met haar kont. De een volgde de ander, Wat ze heel prettig vond.

‘Hebben ze dan geen wijzen,’ Vroeg zij geïnteresseerd. ‘Die weten dat de Aarde De Hemel reflekteert?’

Maar in je nieuwe wereld Plant daar het liefdeszaad, Dan komen wij je wensen Vervullen vroeg of laat.

“O heerlijk sappig meisje’ Kweelden ze met elkaar, ‘Uw schoonheid blijft ons boeien, Steeds staan wij voor je klaar.

Maar op een gure herftsdag — De wolken hingen laag — Klonk in de wind een geeststem: ‘Vertrek, liefst nog vandaag!

‘Een paar kan je er vinden,’ Zeiden de geesten haar, ‘Hun hart is vol verlangen, Een strak gespannen snaar.

Dan laten wij ‘t hier over Aan dienaars van het Brein, Die wijsheid van de Ouden Totaal vergeten zijn.

Voorwaar mijn sterke satyrs, Wij zien elkander weer, Nu moet ik echt vertrekken Naar ‘t land Nog-NietWanneer.’

Je bent de een’ge vrouw hier in ons zoet geurend land. Zonder jouw heerlijk lichaam Rest ons slechts eigen hand.’

De boze Mens zal komen Die het Verstand aanbidt Blijf niet,’ zeiden de geesten, ‘Want anders krijg je shit.

Zij houden van de Aarde, Verlangen naar de Bron. Ooit zollen zij je vinden Ergens onder de Zon,

Ze noemen lusten zondig De Rede is de top En doordat zij zo denken Lijkt het daar steeds meer op.

‘Wees maar niet bang mijn lieverds,’ Sprak zij geheel verrukt, ‘Jullie mogen mij neuken, Zo vaak het jullie lukt.

In ‘t web van hun gedachten, Een vloek, best onbekend, Gaan zij je ziel verkrachten Tot je hun voetveeg bent.

Ja, ver voorbij de grenzen Van wat verstand verstaat, Waar niet meer de gedachte, Maar ècht gevoel bestaat.

Vaarwel prinses zo heerlijk Wij wensen u geluk. Zonder uw zalig kutje Gaan onze harten stuk.’

Mijn lichaam wordt nooit ouder, Ik heb de eeuwigheid; Omdat ik jullie liefheb, Is ‘t geen perversiteit.

Ze koest’ren niet je lichaam Zoals een satyr doet, Maar laten je hard werken En nooit doe je iets goed.

Maar velen zijn te gretig Voor ‘t paradijs Natuur, Ze maken er een hel van, Een levend vagevuur.’

‘Ga lekker sámen stoeien,’ Gaf zij hun toen als raad, ‘En leer zó dat de liefde Naar vele kanten gaat.

Ze vloog in zijden schaduw Langs velden als een droom Naar streken van Verbeelding Op een geilwitte stroom. Haar schip bestond uit bloemen De wind stond aan het roer, Terwijl zij zich ontspande En God als lust ervoer. Want God, wist zij, is kosmisch, Groot Minnaar bovendien, Die ‘t Eeuwig Vrouwelijke Met Hem vereend wil zien.

11


Het leven één Orgasme, Vol neuken en genot En wie dit diep kon voelen, Was altijd dicht bij God.

Toen eindelijk de nacht viel Vol schijnsel van de maan, Riep een veilige haven: ‘Leg hier uw vaartuig aan.’

De koningin gaf weerwerk Met kusjes heet en zacht En alle zoete kutjes Schonk zij haar liefdeskracht.

‘Kom nu maar bij mij liggen,’ Sprak de vorstin toen zacht, ‘Dan doen we als de satyrs, Wat jij voor hen bedacht.

Er is slechts Overgave Aan vrije Levenskracht, Aan de lokroep der lusten Die de Natuur ons bracht.

‘Kom, lieve Nimfenprinses,’ Zo riep men van de wal, ‘De koningin wacht op u Met een groot festival.’

Kijkend naar deze orgie Kreeg de prinses een kick En ging zich masturberen, Op ‘t zelfde ogenblik.

Het wemelt van de wijfjes die, zonder zo’n geil beest, Vol van hun lijf genieten Op een groots Sapphisch feest.

Ze zei toen vol verwond’ring Een schietgebed dat vloog Door ‘t off’ren van haar lichaam Aan geesten van omhoog.

En kleine, naakte vrouwen, Elk van het nimfenras, Voerden haar diep het woud in Een vreemd, nieuw struikgewas.

Een warm en harig wezen, Een krolse kat was het, Sloop heel zachtjes het bos uit Hopend op wulpse pret

Want pas als elke satyr Respect voelt en plezier Voor mannelijke schoonheid, Komen de satyrs hier.

Haar tepels en haar kutje Streelden haar vingers zwoel En zij dreef masturberend Heel langzaam naar haar doel.

De bomen vol met snoepgoed, Hun takken nat van wijn En kleine snelle eekhoorns Snoepend van marsepein.

Met al die sexy elven — Die deden dat heel graag. Toen kwamen vele dieren Uit schuilplaats, hol en haag

We bonwen met z’n allen,

De dag was warm en broeiend De zon straalde vol Lust. Toen spreidde ze haar dijen En werd door God gekust.

Ze kwamen bij een grasveld Waar liggend op haar bed De koningin bezwijmde. Kreunend van minnepret.

Om met een nimf te stoeien Op velerlei manier, Zelfs vogels kwamen meedoen En vreeën vol plezier.

De hete zonnestralen Stoeiden over haar heen. Ze voelde dat ze klaarkwam En smolt van top tot teen.

Rondom haar wulpse naaktheid Zwermden ook elven bloot, Zij werd totaal betoverd Door wat men hier ontsloot.

Ze stoeiden tot zonsopgang Het klonk door ‘t hele bos. De bomen grijnsden heidens, De remmen gingen los.

De oeverbossen lachten De bomen ruisten luid, Vissen dansten met mussen, Natuur leefde zich uit.

Eén elf streelde haar borsten, Zo stevig en zo rond, Eén elf likte haar kutje, Weer anderen haar kont.

De ochtend kwam vol loomheid De koningin zocht rust. Zo ook de nimfenprinses, Nog duizelig van lust.

En tot in onze dagen Heerst louter LIEFDE daar, En niemand vindt het zondig, Al kom je daag’lijks klaar. Maar mag een mens daar komen? Vraag jij je af misschien. Jazeker, beste lezer, Jou heb ik daar gezien. The Faerie Princess © Eddie Woods 1977, 2011 Translation © Hans Plomp 1994, 2004

Vol geile ENERGIE Een androgyne wereld Met seksuanarchie!’ Later kwamen de satyrs Ook naar dit zalig land, ‘Kijk daar,’ riepen de elven, ‘Ze komen naar de kant!’ Hoor de gehoornden brullen Bij ‘t naderen der kust: ‘Hier zijn uw stijve lullen, Wij neuken u vol lust!’

12


Jij in de regen en ik even nat niet bezweken onder de druk naargeestige platte gepluk de immer aanwezige regel die roept om verstandig de weg Het schoonschrift van de rede de branding richting westen te volgen met wind aan de rug Maar de storm bleek een zege trok sporen zonder pauze vloekend vluchtend onder een hoek van 90 graden bracht de weerstand tot rust In een krachtige stilte verenigd hebben we elkaar onbeschrijflijk gekust | Gemma Elisabeth

The bass and the walkin’ trumpet of Chet Baker, painting a poem. The piano supports with Debussy chords and I imagine the tower of St. Niklaas.

| poem and photo: alexander eduard

13


Kaal is de STRAAT , geen BOOM, geen GROEN, geen LICHT. Aan het EIND van de straat zijn twee cafés. Er zit altijd volk uit de haven en Russen. ‘s MIDDAGS speel ik SAXOFOON. In de TOLSTOISTRAAT worden de FORD MUSTANGS en AUSTIN MARTINS opgelapt. De papagaai van APPIE schreeuwt op het BALKON. BUURMAN KEF slaat met de SCHUTTINGDEUR. PAPA verft een BOOT GROEN. THEO luister naar ARETHA FRANKLIN. IK zeg een klein GEBED VOOR JOU. MAMA kookt MACARONI. Het is ZATERDAG. DRIE PAKJES CABALLERO en DE TELEGRAAF haal ik voor MIJN VADER. ASTERIX DE RODE KATER streelt langs een enkel van MIJN MOEDER. De BALKONDEUREN staan open. We eten MACARONI met MELK, ROZIJNEN en SUIKER en ook de RESTJES VAN GISTEREN. DE TOLSTOISTRAAT aan de slootkant VALT NOG wel MEE. BRUNO DE BEER, EEN GEBREIDE KABOUTER, EEN EZEL van OPA HARLINGEN zijn de knuffels van THEO. KNECHT noemen ze me in DE ZAANSTREEK en BRILLEJOOD. Op de ZEEDIJK om de hoek kun je biljarten en dansen in WESTEIND. Af n toe brand een HOUTEN HUIS af. We zoeken in DE AS de resten. En tellen de DODEN.

| Alexander Eduard 16.11.14

14


Hij denkt misschien dat het liefde is, zij weet wel beter, ze staat daar op veilige afstand van het bed waaruit hij maar niet ontwaken kan, ze heeft een kam in haar hand en een flauw glimlachje daarboven en ze wil dat de verpleegster nu ingrijpt in plaats van dat zorgvuldige ‘nou, nou’ en het opschudden van zijn kussen zodat die haren nog verwarder raken. Daar blijft ze staan tot hij dan eindelijk met zijn voeten zwaait, dronken naar haar toe komt, zij op haar tenen fatsoeneert zijn grijs hoofd en knikt dan naar de zuster.

| Alja Spaan

ik ben nooit bepaald en veel te uitgestrekt je kunt vergaand lopen over mij ik sta dat toe ik heb geen omlijning en zet niemand uit je kunt overal gaan liggen in mij zie maar hoe ik ben ruim van hart niet bepaald verkleind je kunt onbeperkt nemen van mij het doet er niet toe ik heb jou lief sluit alleen mijn ogen voor de roofbouw op mij zolang ik voldoe na jouw vertrek lig ik daar weer languit als opgebruikt land bied ik doorlopend passe-partout

| Janine Jongsma

15


Het is nacht, ik zie jouw lichaam door mijn gesloten ogen een herhaling in weerspiegelingen in de ruiten zelfs het plafond lijkt jou in zich op te willen nemen en de muren braken hun gezwam met luidruchtigheid uit achter die muren ligt verborgen een nakend landschap gevuld met onbedorven groen en blauwe luchten te wachten op betoverende wolken, die hun magie over alles wat ademt uitstrooit en ik lig op mijn rug enkel op een kale grond terwijl ik met verbazing om me heen kijk en ik probeer zoveel woorden te vinden maar ik vind er geen.

| Thgk

De nacht valt in, de zon wordt niet meer weerspiegeld, de maan staat hoog en is nog lang niet uitgegiecheld. Dan schuift de donkerte het raam binnen en verblindt ons beider zicht. In ieder van ons schuilt iets anders zoals ieder van ons daar ligt. Ik kijk naar de spiegel en kijk naar jouw gezicht die langzaam verdwijnt in de donkerte van de nacht.

| Thgk

Ik liefde eens een tovenaar torenhoog boven mij bestrooide mijn perceptie vertroebelde mijn blik hij stond in mijn focus ik heb mijn ogen verbrand nog rollende tranen zijn lichte toverstaf kluisterde mij bond mij rond hij kon niet los toveren was eeuwen gevangen met de trouwe maat gooi de staf maar weg! nutteloze krachten indien het tovenaarshol door toverkol bewaakte sloten, nooit ontsluit reflecteer O tovenaar ontworstel aan zelfgekozen machten ik behoef geen magie want de kracht van zuiver, puur en echt sterker dan toverstof ontovert hem maar slechts indien zelf gewenst | Mattie Goedgebuur

16


Het gaat over hen zelf, hoe er drijfzand ligt als je over de dijk komt en eigenlijk de zeehondjes wilt aaien of hoe er buizen scheef lopen van toilet naar buiten maar dat het in vroeger tijd ook behelpen was, dat er

mogelijkheden te over zijn elkaar tegenwoordig te spreken, het scherm is immers overal hetzelfde en dan met

aarzelende ogen een beetje vorsen hoe wij daar tegenaan kijken, ach ja, herinneringen

De dood heeft het koud onder je ruime huid hij slaat je vel begerig om zich heen verstijfd zie ik hoe ze jou weghalen Alleen je afdruk blijft achter in ons bed het kussen nog warm, de dekens lauw wacht ik wanhopig in je geur Op het nachtkastje je mok nog halfvol het washandje waarmee ik je mond voor het laatst voorzichtig afveegde Waarom gebeurt er niets? de zon schijnt vrolijk in de kamer beneden hangt je jas aan de kapstok Paddenstoelen zouden uit het washandje moeten schieten, je mok zou moeten splijten er zouden motten uit je jas moeten vliegen

zegt de een, dat | Janine Jongsma beleven we toch allemaal weer anders. Als vroeger mijn ouders op visite waren geweest, zette ik de muziek luidkeels

omdat Mr. Jones van niets wist en zij allemaal die naam hadden en ik de enige was die

(Because something is happening here But you don’t know what it is Do you, Mister Jones?

anders heette, ook nu. Bob Dylan: Ballad Of A Thin Man) | Alja Spaan

17


O, lief klein kindje ik vertelde het je moeder en tegen mijzelf dat wat ik aanschouwd heb het mooiste en het liefste is wat ik ooit gezien heb.

Vleugels krijg je Niet Vleugels heb je Vliegen doe je Niet Vliegen kan je

O, lief klein kindje je weet niet wat ik denk ik geef je duizenden knuffels ik omarm je met honderd armen en vertel je dat je het mooiste en liefste bent die ik ooit heb gekend.

Uit vrije wil geboren Kan niemand ze bekoren

| Foto: Alexander Eduard | Thgk in elke vorm waarin ik water kan verzinnen in alles begerende vingergolven op het puntje van mijn tong oorspronkelijk gesijpeld uit mijn mond in kronkels tussen oevers langs glooien glijdend door laagland slepend vertakkend tot delta vervlochten worden met de zee in dit water zit alles tot het einde van alles vaar ik mee | Noning http://tinteltong.wordpress.com/

Je kan ze niet verliezen Evenmin kunnen ze gestolen Kapotgemaakt Verloren Groot en stevig Buiten tijd Geplaatst In eeuwigheid

Brengen ze je waar je wil Voeren ze je genadeloos Oneindig ver en oeverloos Laat je drijven op hun kracht Zie je liefde in hun pracht Nooit of nimmer Meegebracht Gekregen of gekocht Een deel van jouw Onzichtbaarheid Ze zijn er wel Je ziet ze niet Net traag genoeg En vliegensvlug. Laat je meevoeren Vogelvrij.........

| chantal.de.breyne

18


Inleiding Hoe wijs is het vingertje? Klink ik gek, klink ik goed, klink ik te mooi om waar te zijn? Vaak krijg ik ze ervan, die vragen. De grootste gekken stellen ze eerst. Moet je gek zijn om dergelijke vragen te stellen? Ik weet het soms niet, laat staan beter. Heel wat beter echter klonk de vraag, indertijd, het was 1986, vanwege de universiteit van Leiden. Of ik als gastschrijver niet een bijdrage wilde schrijven voor een themanummer van het tijdschrift Decorum van de faculteit van de kunstgeschiedenis. Het thema was de gekte. Ik heb het ooit aangeboden ter publicatie in het Vlaams letterkundig tijdschrift 'De brakke hond'. Het is niet doorgegaan omdat ik uit eigen werk citeer. Dit is een voorrecht dat enkel redacteurs van dat tijdschrift toekomt. Te gek. Hier komt het. Ik wijk hier en daar af van de oorspronkelijke tekst, onder meer om rekening te houden met de inmiddels gewijzigde spelling.

Over de gemiddelde gektegraad in de moderne poëzie "..Maar is de mens zo dom dat hij kan helpen dat dichters dikwijls vreemd doen dat één een vers begint met SUBALTERNE DIEVEN wanneer hij zich wat ongemakkelijk voelt? Een kok voelt zich misschien niet anders maar gaat naar zijn werk en neemt een aspirine". (Jan G. Elburg, uit: Laag Tibet, 1952) Kan Elburgs vers een antwoord bieden op de vraag naar de gektegraad van pakweg de dichter? Als vertrekpunt alvast zo meegenomen. In vroegere, zogenaamd duistere tijden dienden dichters zich te verdedigen tegen aantijgingen van de Inquisitie. Theresa van Avilla en San Juan de la Cruz bijvoorbeeld werden ervan verdacht omgang te hebben met de duivel. In onze huidige, zogenaamd (neon)verlichte tijd, krijgt de dichter te horen dat hij vreemd doet, gek is. Welnu, die heren van de Inquisitie waren allicht dichter bij de kern dan de twintigeeuwse volksmond. Hoe gek het ook mag klinken zal ik dit als dichter proberen aan te tonen, op heldere wijze, meteen de volksmond - zo dom - snoerend. Ik zal beginnen bij de gemakkelijkste opgave: het snoeren van de hedendaagse volksmond, om dan het moeilijkere aan te snijden, datgene wat precies de kern van de kunstzaak uitmaakt. "How mad can we get?" of het (on)gemak der dichters In tegenstelling tot de zielenknijpers - de psychiaters, hield dr. Freud (Wenen) zijn handen meestal thuis en legde hij veeleer zijn oor te luisteren. Deze eenvoudige verwoording staat voor een revolutie in de benadering der mensenziel. Of: naar een aspirine grijpen of naar de pen grijpen? Freud stelde vast dat het individu in zijn droom zichzelf bezig zag, zeg maar: zich kan ontdubbelen. Dat zelf dat hij zo ziet, wat is me dat? Wat zie ik? Dr. Lacan (Parijs) antwoordde gevat op deze vraag waar Freud bleef mee zitten: ik die me zie, kijk naar een beeld, een imago. Ik kan dat beeld met afgrijzen of met mildheid, of nog met humor bekijken: blijkbaar ben ik dat niet helemaal. Tot zover is er niets aan de hand. Werk is er voor deze doktoren psychoanalytici pas als blijkt dat een individu zichzelf ernstig neemt, en meent dat beeld te zijn. In de psychoanalyse komt het dan erop aan voor het individu dat beeld als beeld te (laten) onderkennen, als slechts een beeld. Wanneer dit niet lukt, dan is het individu gek.

19


Zelf gaat dr. Lacan zo ver te stellen dat de mens zich van het dier onderscheidt doordat hij, onvolkomen ter wereld gekomen, een beeld van zichzelf nodig heeft om iemand te worden. Dat beeld komt onder meer van de taal. Elke zin die je uitspreekt betreffende jezelf of je omgeving - waarin je je zelfbeeld projecteert - is zo'n beeldvorming. Zeggen "ik eet", terwijl je aan tafel zit. Of: "ik vreet"; of nog: "ik nuttig, schrans of vier bot", enz. Je kunt dus zonder meer stellen dat deze mogelijkheid tot ontdubbeling aan elke, niet-gekke mens gegeven is. Let wel: gegeven, niet aangeboren. Tot hier de medische beschouwingen. Nu dan de dichters aan het woord. Als de hele zaak zou te herleiden zijn tot: zie hier de domme mens en daar de vreemde dichter, dan zou ik kunnen volstaan met Elburg opnieuw aan te halen. Doch waar sta je dan: hier noch daar. Zeer ver, te ver voor een dichter, die ook een mens is. Elburg zelf ondervond al dat sociale duiding geen antwoord gaf. Hij ging de Provençaalse toer op, terug naar de Middeleeuwen, het midden van de zaak. Ik neem hier liever mijn toevlucht tot Henri Michaux. Waarom? Allereerst omdat hij ter zake zeer verregaand was en er bovendien notities op nahield. Op zijn reis naar de innige afgrond. Doch eerst wat toelichting over werk en persoon. Het was veeleer bij toeval dat ik in een der dagboekvolumes van Anaïs Nin (Spaans-Cubaanse dichteres en schoonschrijfster) vernam dat Henri Michaux bestond. Nin wilde hem opzoeken in Parijs. Ik weet zelfs niet meer of ze daarin slaagde: Michaux was bijster weinig gesteld op belangstelling. Toen hij in het voorjaar van 1985 stierf, werd dit pas enkele dagen nadien bekend gemaakt. Hij werd in het begin van de twintigste eeuw geboren te Namur (België) en week al vroeg uit naar Parijs, nam later de Franse nationaliteit aan. Hij ging reizen, tekende, schilderde, speelde muziek en schreef. Onder meer schreef hij dat hij reizen vervelend vond. Daarop begon hij een reis naar het binnenste van zichzelf. Niet per boot, maar met mescaline, een hallucinerend extract van een bepaalde cactus. Zijn reis had in het begin geen doel. Slechts na vele trips kwam hij ertoe vast te stellen dat hij in ontmoeting kwam met het turbulente oneindige (l'infini turbulent, ook de titel van het boek waarin reisverslag van acht trips). In de inleiding tot dit reisverslag stelt hij vast dat de tekeningen die hij onder invloed, in de zelfontdubbeling, maakte, helemaal verschillen van die van pakweg schizofrenen. De laatste zitten vol verstarring, de eersten zijn een en al verrukking, passie in vloeiende lijnen en gevarieerde vormen. Ik laat hem daarover zelf aan het woord, maar eerst dit: hiermee staan we voorbij de volksmond: het ongemak van de dichter is omgekeerd evenredig aan het gemak waarmee hij zich ontdubbelt.

"How to get there so far" of: far east, far west, thuis best Voor zover de lezer nog niet heeft afgehaakt met de benepen verontschuldiging uit de Nederlandse volksmond: "Doe maar gewoon, dan…", heten we hem of haar hier welkom aan boord. Reisleider Michaux heeft het over de demon: hij ontmoet zichzelf in de ontdubbeling als iemand die aangekeken wordt door een grimmig lachende duivel, die hij in angstzweet weet te ontmaskeren als … zichzelf. Ter herinnering, Michaux begon zijn trips uit onvrede en verveling, dus uit onvoldane passie. Dat is dan ook de beweegreden. Zijn ontmoeting, onderweg, met de demon, is niet meer dan verbeelding die hem parten speelt. Daarom beeldt hij een en ander uit in tekeningen. Laten we hem daarover nu zelf aan het woord (pp. 128 en volgende): "De tekeningen van mensen die de proef van de mescaline hebben ondergaan, vertonen een groot verschil- met die van schizofrenen. De trekken van de eerste zijn meestal vereenvoudigd, geworpen naar omhoog, zeer hoog gedragen, tegenstrijdig. (Als er verf bij komt, zijn de kleuren uiterst lichtgevend, zeer zuiver, of in zeer contrasterende tonen over elkaar, onaangenaam, vulgair). Als de hevigheid toeneemt, worden de trekken helemaal kladwerk, de vormen doorstreept, geweld aangedaan, doorkruist, onleesbaar en ze wekken de indruk van algehele vermenging (soms van een draaikolk). Op verschillende ogenblikken (…) zie je parallellen verschijnen als onder golven van verademing (soms zacht naar binnen gebogen en ongewoon herhaald), lijnen van spiritualiteit, van bijval (…). De enige gemeenschappelijke elementen van heel wat tekeningen gemaakt onder invloed van mescaline, LSD of in de schizofrenie: de parallelle trekken en de stereotypie. (..) Geheel verschillend zijn de tekeningen van schizofrenen. Zij drukken uit: Stroefheid, Onbuigzaamheid, Onbeweeglijkheid. Geleid evenzeer als getekend. Zonder decoratief te zijn, gemaakt uit decoratieve elementen, met eentonige, gestereotypeerde versieringen, van een 'morbide meetkundigheid'. Lijnen aangebracht zonder elan, eentonig, pijnlijk desolaat, leven en tijd stopgezet. Trage zeldzame of afwezige bewegingen. De tekening van de ware stompzinnige of schizofreen is er een van geslotenheid en halt. Vaak vertolken ze: 'Ik ben alleen. Ik leef niet meer. Nu is alles gedaan. Voor mij is de wereld stopgezet'. Ze beelden het organisch mopperen uit van degene die niet langer met de anderen opstapt, met de gevoelens, de menselijke bewogenheid, de elans. Met de tijd zelf". [In een voetnoot merkt Michaux op dat leken die gekken ontmoeten, vaak getroffen worden door het gebrek aan talent voor het innerlijk leven - bij de schizofreen - zoals de grootheidswaanzinnige weinig talent heeft voor grootheden. En hij besluit:] "Bij elke vorm van waanzin, om het even waarvan die het gevolg is, hoort steeds een vorm van mentale koorts".

20


Nou goed, wat geldt voor tekeningen, hoeft daarom nog niet voor de taal. Zullen de volhouders opwerpen. Het zou te gemakkelijk zijn. Dan maar terug naar Wenen, bij dr. Freud, en die passage uit punt 1 over de mens en zijn beeld, en hoe dr. Lacan daarin de taal werkzaam weet. Hoe komt Lacan daar bij? Het beeld waarmee elk mens zich in eerste instantie identificeert, is het spiegelbeeld. Een speculatieve identificatie, waarvan alle latere vormen afleidingen zijn. Elke identificatie is bijaldien imaginair: ver-spiegel-beelding, en begoocheling. Iets dergelijks doet zich voor bij het spreken, en in mindere mate bij het schrijven. "C'est le monde des mots qui crÊe le monde des choses", aldus Lacan. Bij de woorden die we uitspreken, beelden we ons iets in wat we (nog) niet zijn. Of die woorden nu ik, mij, jij of zij, of andere zijn. Of wanneer iemand ons zegt: "Jij bent eigenlijk‌.". Bij elk van dit soort uitspraken ervaren we gemengde gevoelens: vreugde om wat we kunnen worden en tegelijk teleurstelling om wat we nog maar zijn. Welnu, de gek kent niet dergelijke gemengde gevoelens. Hij schijnt het allemaal wel te weten, want hij verlangt er niet naar wie of wat dan ook te worden. Hij is voorgoed zichzelf: onbeweeglijk, stroef. Als we dit gegeven nader willen uitleggen, kan dit aan de hand van wat Lacan de imaginaire en de symbolische orde noemt. In de eerste overheerst de inbeelding, de identificatie met het beeld, met een gebrek aan gemengde gevoelens, en een overvloed aan verwarde gevoelens. De overgang tussen de gevoelens verloopt bruusk: teleurstelling is al vaak woede, en vreugde is van korte duur. Het eerste gevoel overheerst, kwaadgeks. Wanneer we de vreugde echter weten overheersen, dan zijn we er: goedgeks. Dat is de motor van de dichter, en tenslotte van elk mens. Dan kunnen we pas de symbolische orde betreden. "How glad can we get?" Eerst een overstapje met een gedicht, uit de cyclus 'Ik had het geweten doorboord, de nerven doorkerfd', die ik eind 1985 schreef:

De trap ligt en stijgt hangt en daalt breeduit onder de roodloper vast roe voor roe stapt alles en nog wat aan zijn eigen tijd voorbij en of hij het haalt vuurkool gezicht bladwit onderlijnt het heeft zijn tijd geduurd hoogovennodig om gestalte aan te nemen potloodkegelvormig weg van onder naar boven ligt ondermijnd de knepen van het bekken leden gaan hun gang kantel stapvoets driest en dartel rap randen wijzen tekst terecht gevecht duurt lang wie korter wil hij neme de brandtrap ter hand.

21


Elke letterkunde die zichzelf eerbiedigt, kent inwijdingen. De Voodoo in Haïti of de psychoanalyse bij ons. De allereerste inwijding is voor alle culturen gelijk: de inwijding in de (moeder)taal, de symbolische orde. De overgang van de imaginaire naar de symbolische orde vergt tijd en is nooit definitief. Steeds loert de verleiding tot regressie. In de inwijding krijg je in een notendop te zien, horen, enz. wat er op elke trede van de trap te beleven valt. In de taal bestaat dus de kwaadgekke val van de inbeelding. Aan dit kwaad valt pas te ontsnappen door de taal als symbool te onderkennen: spel van betekenaars waarvan het betekende ons keer op keer ontglipt. Met taal wordt niet bedoeld een zakje letters waarmee we woorden scrabbelen, bijeenscharrelen. Het spel van betekenaars is geen gegrabbel om de meest waardevolle woorden met Haagse klemtoon op de duurste plaatsen te leggen. Taal spreken is zinnen vormen. Zelfs met twee woorden: "mag niet", spreekt een kleuter een zin uit, waarvan een deel 'sous-entendu' is, bijvoorbeeld in bed plassen. In zijn inbeelding stelt het kind zich voor als het voorwerp van verlangen van de moeder (phallus). Om tot de symbolische orde te kunnen overgaan, dient het kind af te zien van dit verlangen en te aanvaarden dat het de naam van de vader draagt, dit is staat voor een ander. De gek nu verwerpt kwaadschiks de naam van de vader en zweert bij de phallus van de moeder die hij waant te zijn. De ander ziet af van het ingebeelde alleenrecht op de moeder en aanvaardt de scheiding. Er is iets wat hij niet meer is (phallus) en dat wat hij nog worden kan: zoon of dochter van de vader. Eenmaal dit 'achter de rug', ontdekt het kind stilaan de regels van de symbolische orde: de spraakkunst. Dat is de eerste trede. Bij elke trede hogerop komt een nieuw scheidingsproces voor, maar wie de eerste haalde, heeft er al minder moeite mee. Wat doet nu de dichter? In het beste geval probeert hij zich de eindbestemming van de trap voor te stellen (de dood). Minor poets do it slowly. Trap voor trap. De meer gedrevene, wie korter wil neme de brandtrap ter hand. Hoe doet de dichter dat? Op deze vraag werden reeds tientallen meters boeken geschreven. Octavio Paz' De boog en de lier (Meulenhoff 1984) is wel het meest genuanceerde dat ik tot nu toe onder ogen heb gehad. Ik geef het hier uiterst beknopt weer. In een roes van pakweg vreugde begint hij te zingen: de spraakkunst verheven tot lyriek, waar alweer andere regels gelden. De dichter negeert daarbij geenszins de regels van de spraakkunst: hij breidt ze uit of buigt ze om. Wie lyriek bedrijft, is doorgaans meer bedreven in de spraakkunst maar heeft niet het ongemak van de doorsnee-taalgebruiker, die schrik heeft zich in de taal te verwarren.

Neem nu twee illustere voorbeelden: Von Beethoven en James Joyce. De spraakkundigen ruziën om de nationaliteit van de eerste, terwijl de tweede de eerste tot de Ierse nationaliteit verheft; kwestie van Joy(ce), die op twee centimeter boven de spraakverwarring toeslaat. Of met Erasmus zou je kunnen stellen dat wie schrik heeft van de verwarring, niet rijp is voor de lof der zotheid.

En zo komen we uit bij het thema dat ik hier wilde behandelen. Sinds Erasmus heeft de volksmond de zotheid verloren, zo lijkt het wel, als je hem de dichter voor gek hoort uitmaken. Na dit essay lijkt de strijd wel voorgoed beslecht. In werkelijkheid beseft de dichter meer dan de volksmond hoe broos de grens is tussen goed- en kwaadgeks. Het volk kent geen onderscheid ter zake tussen goed en kwaad en beseft in de verste verte niet hoe moeilijk de dichter het heeft om zichzelf, en met zichzelf de hele mensheid, twee centimeter of meer te verheffen. Met welke kwade of goede bedoeling zou wie dan ook hem uitschelden voor gek, heks of moeilijk? En om te besluiten een zang:

"Toute analogie est une amorce de rêve" (Henri Michaux) hoe het ook komt het ook komen mag we gaan er overeen meer heen dan weer in den beginne aanloopjes nemen tot we heengegaan er weer op terugkomen Zo gaat het op de vraag hoe gaat het in Op de graat na zuiveren de voet tenen uiteen waaiert ons aan zeg niet te gek als je nog kleeft aan woorden die je voor veel waar neemt en meent stof uit de ogen wrijft zich tot antwoord grondstof zakt onder de voeten weg spring erop in ten voeten uit antwoord.

| Marc Tiefental

22


Zoals met de tekst op het ansichtkaartje: je twijfelt aan de omschrijving maar het adres klopt, je hebt je handtekening geoefend, ze zien meteen dat jij het bent en ze zullen blij zijn, de post doet de ronde, wordt geschoven onder het lichtknopje naast de deur zodat elke keer als de deur open gaat, er even gekeken kan worden. Je komt een keer thuis, dat ook en je zult verhalen van je reis, je vertelt alleen niet alles zoals je nu niet alles opschrijft. Het weer was zonnig, er vielen vogels uit de lucht, je ving ze allemaal.

| Alja Spaan

Wespen in het afgevallen fruit, groente onder de composthoop, lachende mannen op hun knieën in de aarde, een radiostem meldt een datum van jaren terug en een gebeurtenis die we al vergeten zijn, het nu herhaalt de feiten. Hondjes schieten vanuit het niets en cirkelen rond mijn kuiten, een vrouw fluit, verzamelt haar kinderen in de fietsmand, strikt een roze sjaal, regen hangt boven de velden, de bomen nog zilver nu maar zwart later, de jongen wacht met open mond en volgt de wolken, een konijn in zijn gedachten.

| Alja Spaan

Tussen vergeelde foto’s vind ik een man Met vrouwenogen en dat is gek Ik ken jou niet, een verkreukeld plaatje Mooie kop wel, karakteristiek Ik geloof niet dat ik je mag Volgens mij denk je nogal veel van jezelf Welwillend omgaan met lage klasse Maar ondertussen snobistisch, zoiets Eigenlijk zwak en overdreven gevoelig Je bent ook klein en tenger, lag het daaraan? Ging je dat compenseren met een grote bek? Zo’n type lijk je me wel, pocherig Met je vrouwenogen Zou ik wel een kleurenfoto willen zien Want je hebt de ogen van mijn moeder En die van mij en dat is gek Mijn moeder was dol op jou Haar vader die ze verafgoodde Ik geloof niet dat ik je mag Verwoed probeer ik je recht te strijken

| Janine Jongsma

23


Ik heb niets met dichten in hoogdravendheid Pleur op, met je weeïge zeegezicht Je uiten in elitaire verhevenheid Bij de eerste zin raak je me kwijt

ik ga roerloos liggen in je hart als ik ’s nachts tegen je aankruip tot de slaap jou heeft overmand en ik stiekem naar boven sluip

Schei uit, met golven die weemoedig kolken In wind op jouw zielenklanken van viool Zich zoet neervlijen op grijzende wolken Mistige metaforen volkomen uitgemolken

om jouw geheugen te ontdoen van nieuwe vrouwen in het bestand brutaal geschreven op de muur van je hersenen aan de gevoelskant

Ik wil door echte jongens worden bemind Schaamteloos bij de strot worden gegrepen Puur en rauw in één klap worden vastgepind Door datgene wat mij met de dichter verbindt

hebben zij in goud glanzende krullen opzichtig hun naam sierlijk gespeld trekken uiterst verleidelijk de aandacht kirren haast om te worden voorgesteld

Dus rot op, met je wazige woordgebruik De toverhazelaar plant gewoon regelrecht Zonder geurende bloemenknopjes in ontluik Een snoeiharde struik in je onderbuik

woest kras ik al hun namen door met mijn dikke zwarte watervaste stift kerf in blokletters bloedrood mijn naam met mijn blote vingers gedoopt in drift

in elke vorm waarin ik water kan verzinnen in alles begerende vingergolven op het puntje van mijn tong oorspronkelijk gesijpeld uit mijn mond in kronkels tussen oevers langs glooien glijdend door laagland slepend vertakkend tot delta vervlochten worden met de zee in dit water zit alles tot het einde van alles vaar ik mee | Noning

| Janine Jongsma

| Janine Jongsma De Vesuvius? Ja dat zegt me iets, zegt: gooi je in mijn vuur. Zo veeg mijn lijf, zo weggeveegd en verteerd, behoudt het dan nog de begeerte? Of treedt Vesuvius' eeuwige vrede dan in? | Marc Tiefental

24


zij is water beweegt zonder reden klotsend ritmisch golvend omdat ze eenmaal, tweemaal in de maat geschapen is mama & papa; zomer en hagel op de drums zij; de koelte in ‘t vuur de whisky on the rocks die aandacht rinkelt in een glas zo cool als de maan schijnt geeft niets om shaken of stirred mengt kabaal met melodie muziek die rolt met stenen zij is roerige jaren twintig de drooglegging, die Al Capone doet smeken: “Mama, geef me alsjeblieft wat water? Ben zelfs door de nacht verlaten, in de woestijn levend begraven. Er valt niets meer te raken met de kogels uit mijn gun. Behalve sterren in het deksel, jij de lucht tussen de gaten, mama, geef me water?”

zij is vanillesmaak die pas na 12 jaar uit zwart geblakerd eikenhout haar liefde lekt caramel met wolkje smoke verhemelt haar bedwelmend branden in je keel ze smaakt naar aan haar lippen zingen naar zelfs vergeten dat er niets te zingen viel zij is ijskrakend met de spirit van een steen zij is puur vuurwater… . .. …Zij is… ….Zij is Rock ‘n’ Roll baby

| Noning http://tinteltong.wordpress.com/

Rond haar wervelt een storm En niemand die De reden De overbelichte Woorden stroom Geloof en Baken Topt Bruidsoffer verkruimelt tot Een dolle strijd De wortels Zoek geraakt Verblinde roven Mortieren Naakte Tijd Waar roept wellicht vergeefs Haar schoonheid Het leven De bloedende Geur van bloemen Wit en zuiver Gedicht Terug Zal dat de fantasie gegeven In lichtbeelden Gevlucht Schreiende Zucht onze goden Zachte sluier Tot troost Zijn

| G.H. Foto Michael Chan

handelen tegen beter weten in het is als wandelen tegen weer en wind verdichten dat jij mij onverminderd bemint schoppen tegen alles wat ik onderweg vind koesteren van het in ons kop opstekende kind het wil zich maar niet ontworstelen aan jou aan mij het voelt zich gevangen tegelijkertijd vrij | Wouter Veldboer

25


Het waren niet haar getekende wenkbrauwen haar zwart omlijnde ogen noch haar donkere wimpers haar met zorg uitgekozen neusring haar prachtige boezem, waarin ik graag zou willen verdwalen, haar geil getuite lippen die mij eventueel zouden kunnen verleiden Nee, het waren haar haren die zorgvuldig verborgen zouden blijven achter haar tijgerdoek die mij wel eens de das om zouden kunnen doen

| Marjon van der Vegt

Afijn, ik ben maar zo vrij to be happy go lucky ben ik blij dat niet alleen mijn neus van voren zit en niet opzij maar ook mijn tepels en de toppen van mijn tenen, dat gevoel dat hangt er niet bij. Afijn alle -sels die uitsteken en mijn lijf versieren, aan mijn lichaam hangen in de schaduw van mijn neus maar nie heus | Ferry Dutch

Inspiratie heb ik niet alleen een blauwe lucht met wolken om zelf in te kleuren, de lucht van vers gebakken geuren waartussen de dromen verwaaien, hoop ingepakt in kartelrandjes en verstrooide regendruppels die zoeken naar vuur. Empathie heb ik niet alleen een groene stoel met zwalkbenen en pijn in de leuning, armen die zwaar en gebroken hangen langs wederzijdes en oranje franjes die, verstikt in ego誰sme, voldaan beneveld voor medeleven, maar minder voor medelijden zullen gaan. Sympathie heb ik voor regen in de drup fragmentarisch gevangen op een zolder. Dat vol herinneringen, bereikbaar in falend bezinning, een zuinige zon toelaat door gaten en kieren, geperst en verdrongen als bloed op een arm, zwart en geronnen, de pijn voorbij.

| Ephraim de Rooij

26


wat doe je? wat ik doe? ik wacht tot je weggaat hij keek naar haar en zag alles dat onzichtbaar was hoe de wind om haar heen golfde zij was moeder van allemaal draaikolkjes wind verwekte wind, waaide haar verder weg zij keek naar hem en zag ook hélemaal niets je mag mijn ijskristallen eten als je koud bent moet je liggen blijven en weg zijn levende cellen kan je niet beschermen ik hoop dat je bevriest ik wil je niet dat je mij vergeet pak alles wat ik ben en leg me onder een steen de wind waaide haar mee samen zijn ze verdwenen hij heeft haar nooit meer gezien

| Noning http://tinteltong.wordpress.com/

ik kan de woorden niet binnenhouden ze schieten langs de hor voor mijn gehemelte ze prikken als wespensteken voor de kinderen bouw ik ze tot hijskranen van lego ze begrijpen de kleur, de hardheid ervan dat het griezelig is om op grote hoogte te balanceren dat het gevaarlijk is om te zweefvliegen dat een braamstruik even fluwelig als een rozenbed aanvoelen kan als je de juiste dromen hebt in het rietje van de directeur zit genoeg realiteitszin om niet te breken uit zijn mond vliegen diagnoses en waarde-oordelen gekken paraderen maar kinderen lopen in het gareel als je wilt spelen dan met de schlemielen die zijn te ver heen om tafels te leren het rietje trilt richting dokterskamer als we je hoofd reconstrueren rijst er een knoestige juf op met handen als takken om oneffenheden vlak te slaan en een hart als een rekencentrum ik trek schielijk mijn angel in maar er gonzen enkel horzels in mijn nek de woorden kunnen niet terug in een kinderhand soms noemt een veldwachter mij dichter

| Sanja Simunic

ene Vrije Dichter zijn klep wijd-open elke oprisping van hem boert goed zijn brabbelzinnen bejubelt men als het eerste woordje van een kind warrige woorden aaneengebreid als door een blinde oma worden verguld terwijl hij soms af en toe onder invloed van enkel uit zijn nek …. tot oogstbaar goed ………. vroegrijpe vruchten worden geoogst door allesetende Vrije Lezers | Gerda Hulsebos

27


Ik heb alles geprobeerd sprak ze likte haar lippen schoon keek schuin wulpse zee waarop een uitnodiging lag met verende hulpeloze stap Meestal kijk ik toe hoe de sensatie er als de kippen bij is hoe ik zelf hijgend ploeg andermans golvende ongenoegen zomerse graantjes pik Uitbundig spartel ik nabij losbandig kunstzinnige aandrang te vaak gewacht magisch moment van onzichtbare omarming met ogen geheimzinnig gesloten mijn adem te vondeling minnares zonder meester | G.H. Foto Iva Troj

Verloren, In een hoek getrapt, Vertrapt en verstoten. Als gevonden voorwerpen, Uitgestald, ten toon gesteld, Valse noten kraken. Vergeten, Uit het hoofd, Het hart, Dat bonkt en raast, Door haast en tijd te kort, Gedreven. Ogen flitsen, Langs elkaar heen. Geen levende ziel, Zielloos, doelloos… Zwerfvuil, afval, afvoerput, Tot het gaatje. En daar in de verte, De zwalkende gestalte, Uitgemergeld, uitgeput… De doodgraver, Met zijn holle ogen, Valt er bij neer. “En dan wat? WATT? Mag dan het licht, Aan het eind van de tunnel, Nu eindelijk eens uit? Met een grote klap graag. Een trap na. Dank u.” | Johan Visschers egoecho.nl

28


waarom we zinken het is niet stil woorden drijven oren zijn ijs de lucht bevroren de schreeuw die niemand wil horen de echo stolt abstract een schots ijs stilstaand in poolzee van tijd …discussie

Voor vandaag op een enkel zangerig vogeltje na, vonkte mijn snelle blik naar binnen een gelegenheidsvoordeel om andere mimische toestand te zien Merkwaardige is, dat een dergelijke samenhang het fluiten en die ingeving de welgemeende aandacht voor dat ogenblik veel tranen bracht Die ervaring vocht met alles al bedacht draaide rondjes zoals een speen de kindermond Na verloop van tijd liep het weer lachend rond en voelde de wereld verrukkelijk Dit wenen om een ander in mij verborgen

| Noning http://tinteltong.wordpress.com/

Wie vroeg zich af of mist de pointe, voor wie voor welk onzichtbaar voorrecht schreven we antwoorden in onrustig avondlicht Onder de voornaam kringelen lege pennestreepjes We missen en nemen slokjes thee staren verzonken als levende met de dode hopen dat ze een beetje meegeven en fantaseren vakantie ontbijtje voor twee Nadrukkelijk vergewissen dat er geen hand een warme buik …..onze monden De kruik ververst brandt onverwacht open, in die vreemde toegankelijke seconde | G.H. Foto Ana Nave

In de nacht is alles in evenwicht. Mijn gedachten, mijn verlangens. Het schip van slaap vaart statig over zee, veel kan er mee. Elke nacht vaart het droomschip uit de haven van waken, langs continenten van verlangens tot aan de poolzee. Aan boord zijn alle liefdes van ’77 zowel als ’92. Het droomschip is geladen met lief en leed en kan niet stranden. In het nachtelijk evenwicht vaart het schip van slaap, langs gedachten en verlangens. Aan het stuur zit ik. Soms doe ik de haven van waken aan. Dan sluimer ik nog en moet worden wakker gemaakt. Het droomschip moet varen. Elke nacht een wereldreis.

| Alexander Eduard

fly electric bird create your modern music sing songs from heaven | Foto: Alexander Eduard haiku van alexander eduard 14 10 2014

29


Hier zit een verzameling, Mensen. Zij nemen plaats in de grote ruimte, Hier naar links en dan rechtdoor. Zij wachten in stilte, De ogen naar beneden: Dit is waar de losers zich verzamelen. Ja, achterin naar links, U kunt daar plaatsnemen en gratis koffie of the e pakken. Gratis. Want de losers hebben geen geld. Met het schaamrood op de vingers, Maken zij hun keuze op de tiptoetsautomaat, Gratis. En voor niets. U wordt zo opgehaald, neemt u plaats, dan wo rdt u zo geroepen. Samen met de andere mensen. De stilte is doordringend, tergend, Terwijl de koffie te heet wordt gedronken. Gelukkig bezitten wij allemaal een smartphone, Geen geld. Wel een schermpje op krediet.

In Jip en Janneketaal worden wij toegesproken, Terwijl de altijd onwillige Powerpointpresentati e de boel vertraagt. Wij zien allang wat er komen gaat: de slides zijn al verklapt. Toch doen wij of wij het niet zien, Met onze ogen naar beneden, En dat zeurende gevoel dat je hier niet thuis hoort. Hier zijn wij: de verzameling mensen, De kansarmen, De uitzichtlozen, De losers. Allemaal in hetzelfde schuitje. Schuitje varen, Theetje drinken: Samen naar de overkant. Samen in die grote ruimte, Hier naar links, U wordt zo opgehaald.

Kom mee, zegt hij negeer je natte voeten het grauwe grind dit is onze weg. Plens over deze parallelle paden overstijg de werkelijkheid val samen als regen in de drop. Weet we zijn gek geboren en zijn het gebleven. Nu rest ons enkel door het vuur te waden als anderen door het gras.

| Ingeborg DaniĂŤls, 15 januari 2010

30


Mijn paard bereed ik zonder zadel in Bosch en Duin. Het was heerlijk. Zelfs toen we in het ravijn gleden was er geen paniek. Ik duwde haar gemakkelijk met wat klopjes omhoog. Het was een mooie zomerdag. Nee een lentedag. Alles stond in bloei. Telkens nieste ik en hield me aan de manen vast. Zargetta en ik, we hadden duidelijk een goede verhouding. Ze volgde al mijn aanwijzingen, zwenkte en galoppeerde. Ik voelde me als een centaur, man en paard. Ik studeerde theologie en kerkmuziek in Utrecht en was omringd door vrienden, organisten, priesters, dominees, theologiestudenten. De sfeer was gemoedelijk. Geen verhitte discussies. Vaak zat ik te paard, dat gaf meer overwicht. Niemand stoorde zich aan Zargetta. We speelden elkaar de laatste composities voor en de woordkunstenaars formuleerden teksten. Er sloten zich geroutineerd sprekers aan, die vertelden over de betekenissen van doop en andere plechtigheden. De kneepjes van het vak. En als maar werd er in het Huis van de Kunsten en Wetenschappen geïmproviseerd. De zaal aan de Mariaplaats werd te klein.

De conciërge begon zich te ergeren aan al het vreemde volk. De directeur bemoeide zich er mee en maakte al snel deel uit van het gezelschap. Hij gaf er een impressionistisch, filosofisch tintje aan, speelde vleugel, draaide plaatjes en vertelde over 20e eeuwse muziek. Hij had een eigen radio programma en had ideeën voor een nieuw: kerkmuziek door de eeuwen heen- ontmoetingen met priesters, predikanten en kerkmusici. Met de directeur kwamen de journalisten en de beterweters. Het vrijblijvende van het gezelschap verdween. Er m o e s t e n kunsten worden gemaakt. Nieuwe composities mochten geen improvisaties meer zijn. Met het radioprogramma kwamen de tijdslimieten. De gemoedelijke sfeer verdween. De priesters bevochten nu de protestanten. Het koor van het conservatorium moest ook deelnemen. (Epiloog) Dat was urenlang repeteren. En vierstemmige zettingen maken. ‘t Is goed zoals ‘t is vandaag genoeg gefeest Het betekende ook succes en dat stemde me blij. is het genoeg geweest wat we van elkaar Te paard zat ik niet meer. onder ogen zagen in hart en handen namen wat de liefde bood en toeliet | Alexander Eduard Foto: Alexander Eduard en altijd kijkers om ons heen koortsige kapers die je eer willen roven hoe ze in afgunst achter de rug hoop en trouw te grabbel gooien er zijn zoveel monden die gevoed willen hoeveel vingers niet naar ons wijzen teveel ogen die ons platvloers zien gaan we ondergronds laten daar elkaar de ruimte in glazen kamers van verdwijnen waakt klop op klop het groot rood hart | Frans Terken

31


een in memorie Ik zie een schim met mijn contouren een schaduw van de overkant een schemer die met koude hand behoedzaam tracht mij te beroeren

vrijheid kun je nergens kopen even lenen lekker leasen stiekem huren

de schaduw kruipt nog dichterbij tot in mijn lijf, ik ben verward ik voel zijn kilte in mijn hart en hoe hij zoekt naar angst in mij

vrijheid kent geen kortingsbonnen ook geen koopjes, voordeelprijs

de schaduw beeft, net zoals ik en lijkt steeds meer op wat ik ben hij zegt : ‘Ik ben jouw reisgenoot, en wie ben jij ?’ – waarna ik schrik omdat ik niet het antwoord ken

vrijheid is gigantisch kostbaar onbetaalbaar bovendien vrijheid kun je niemand geven vrijheid krijg je niet cadeau | Jan Bontje 2014

| Bert Deben Antwerpen, Stadspark, middernacht, 11-12 augustus 1997.

Je danste de merengue miraculeus en je observaties waren bijzonder. Nu zit je niet meer op je vaste kruk in Het Zaut der Aarde. Je ziel is al lang terug op survival in Suriname. Nooit zing je meer met diep bas in een middeleeuwse kelder. Nooit verschijn je meer onverwachts op mijn verjaardag. Of hebben wij een lang gesprek over de kwaliteit van het leven, de politiek of in het bijzonder: de schoonheid van de vrouw. Voor altijd ben je in de hemel.

ik vlucht over het water en voel de spetters van de zee kletsen tegen mijn kuiten maar het deert mij niet, want in neem de zon in mijn rug achter mij mee het is de maan die mij verduistert in een landschap vol van zand en het water tussen de tenen geeft mij het gevoel van land

| Alexander Eduard dat ik betreed maar hoor hier niet alles wat je voelt en ruikt is alles wat je hier ook ziet IK HEB WEER EEN ALT SAX OEFEN IN HET DAL DENK AAN EEN COME BACK HOUD MIJN TRAINIGSUREN BIJ DENK AAN PIET, VOEL ZIJN ADEM IN MIJN NEK BEWEEG MIJN VINGERS, MIJN OGEN DICHT BLAAS BLOEDZUIVER DENK AAN MIJN VADER HUIL DE BLUES…

-

de eenzaamheid stilte genot van de zee alle winden waaien mijn gedachten weg en nemen alle nare dingen mee zomaar weg van mij, weg van het land zomaar verdronken in de zee en ik blijf gevangen in mijn dromenland. | Leny Kruis

32


De New Yorker Eddie Woods die al jaren verblijft in A'dam, is bekend vanwege zijn betrekkingen met "The Beat-generation" maar bovenal vanwege zijn geweldige poĂŤzie!

Voor een gesigneerd exemplaar (op dag van presentatie) van zijn 1ste nederlandstalige roman neem contact op met: Boekhandel Vrolijk Paleisstraat 135, 1012 ZL Amsterdam 020 623 5142

(http://speakeasy.nl/ winkel/bangkokconfidential/)

33


Sommige dichters moet je nooit gesproken hebben want dan kloppen de 'tegelwijsheden' niet . Ze kunnen beter. Sommige teksten zijn zo mooi en krachtig en zelfs naardachtig. Ik miste je diepte. Bij sommige denk je gooi ze op een cd dan koop ik meteen er twee. ik houd van rock. Bij een ander denk je doe jezelf niet te niet. Je mag er zijn en jouw ziel ook.

En waar is Rimbaud gebleven? Ik zocht hem in je woorden, vond jouw wellustige woorden ... niet zijn Franse vernieuwende romantiek. En dan nu eindelijk de laatste soms zijn vlekken gewoon vlekken ook al bevat de tekst woorden op rijm, maar ja ik ben geen zeikerd dus zeg; "Rijm mag er zijn, het liefst doodgereden door een trein! " M. Ooms, van wat voor altijd was L. Paard, Paardkracht '65 J.L. Versmissen, Hondenziel X. de Busser, Dichter bij de clown E. Bootsma, Vlekken ding en dichtboekje

I mention you to her. I mention to her. Caress through your hair, detangle them with my fingers as if fingers are a comb. Push you against me and think to smell her. Place a kiss in the neck. Rub your leg ... Softly and tenderly. I love you and mention you to her. You do not respond, it makes you not matter for I am with you and in you and also in you. I get frustrated because I mention you to her and you do not respond. Pull hair out of your head. Stop fingers in your clit. Crush you Smell my seed in you.

Place a pillow on your face. bite you where the carotid artery should be. Hitting your legs black and blue. She deteriorates I did not mention you because only you I mention to her. I thank the shaman who gave me a lifelike inflatable voodoodoll in its own image. Order a new because you're broke and she is not yet. The upcoming lifelike inflatable voodoodoll -------------------------------beide vertalingen zijn gemaakt door bert waber nav door hem gevonden handgeschreven gedichten in de franse taal die hij vond in een 2de hands boek over rimbaud | Bert Waber

Noot van een v.d. redactieleden; niet getreurd als je bundel, roman, boek, et cetera nog niet behandeld is .... er gaat ook nog een po -e-zine nr. 11 verschijnen.

-

34


Het woord is vrij, de daad is stom, de gehoorzaamheid is blind. (Friedrich von Schiller, dichter) Het woord is vrij. Daar mee te beginnen zegt eigenlijk alles als het gaat om het thema voor de tiende editie van Poëzine: Vrij. Het woord van de dichter is vrij. Als dichter ben je volledig vrij om met woorden te zeggen wat je wil zeggen. Jij bepaalt hoe een gedicht eruit gaat zien. En of dat nu in een vaste versvorm is of in een vrije vorm, de inhoud, de woorden bepaalt de dichter en hij of zij is daarmee in feite volledig vrij. Of toch niet? Op mijn blog http://www.woutervanheiningen.wordpress.com schreef ik onlangs over Jang Jin-sung, één van de hofdichters van de Noord Koreaanse despoot Kim Jong-il. In zijn tijd als hofdichter was Jang Jin-sung allesbehalve vrij om te dichten met de woorden die hij wilde, over het onderwerp dat hij wilde. Zijn dichtkunst stond volledig in het teken van de verheerlijking van Kim-Jong-il, de vorm, de woorden, de onderwerpen, alles werd met een zeer strenge censuur bekeken. Waar dat toe leidt kun je hieronder lezen.

Dus dit is het Wapen dat in handen van een minderwaardige man alleen een moord kan plegen maar, gehanteerd door een groot man, alles kan overwinnen. Zoals de geschiedenis heeft geleerd, behoren oorlogen en bloedvergieten, bij de zwakken. Generaal Kim Jong-il, de Generaal alleen, is heer van het Wapen, Heer van de gerechtigheid, Heer van de vrede, Heer van de Eenwoording, O, de ware Leider van het Koreaanse Volk!

Nadat Jang Jin-sun, als onderdeel van de elite van het land zag hoe het volk geknecht en onderdrukt werd ontvluchtte hij Noord Korea en schreef later, in vrijheid, de gedichten over hoe het werkelijk toeging in het land.

Uitgeput stond ze midden op het marktplein Voor 100 won* verkoop ik mijn dochter het karton hing om haar nek Naast haar het kleine meisje uitgeput stond ze midden op het marktplein De moeder, doofstom, staarde naar de grond en negeerde de verwensingen van voorbijgangers die woedend naar haar keken omdat ze haar moederschap verkocht ze had geen tranen meer Het meisje wist dat haar moeder ging sterven en begroef haar gezicht in de lange rok van haar moeder en brulde, maar de moeder stond onbewogen alleen haar lippen trilden Een soldaat stopte 100 won in haar hand Ze was niet in staat hem te danken ‘Ik koop je dochter niet, maar je moederliefde’ De vrouw pakte het geld en rende weg Voor de 100 won kocht ze brood En rende zo snel ze kon naar haar dochter terug en propte het brood in de mond van haar dochter ‘Vergeef me, m’n kind’ Midden op het marktplein huilde ze . *Honderd won is nog geen 50 eurocent Vrij zijn of vrijheid hebben moet dus nogal eens bevochten worden. In de poëzie zijn tal van voorbeelden te vinden van dichters die zich hebben ingezet met hun werk voor (het verkrijgen van meer) vrijheid. Denk aan Breyten Breytenbach (Apartheid), Wilfred Owen (Eerste Wereldoorlog), Jan Campert (Tweede wereldoorlog) en Erich Arendt (Communisme). In de categorie ‘Dichter in verzet’ op mijn blog lees je over vele voorbeelden van dichters in verzet. Van Olga Sedakova, die in vrijheid middels Samizdat haar gedichten schreef ondanks dat het communistische regime ze verbood, het gedicht ‘Code’

35


Dichter is hij die wil, wat allen wensen willen. Als een eekhoorn in een molentje draait hij zijn verbeelde noodlot rond. Maar zijn stijl, hoog als een dorpel, voert van een verlicht bordes in een eindeloos gebied voorbij de polen, waar hij blijft sjirpen vanaf een speerpunt als een krekel in het gras van het nietzijnde. . En als we daar een steelse blik op werpenis de klank zelf toevallig, als een traan.

En ik dan? Ben ik vrij om te schrijven wat ik wil? Natuurlijk voel ik me volledig vrij om te schrijven wat ik wil. Of ik ook alles publiceer wat ik schrijf is een ander verhaal. Soms censureer ik mezelf. Niet omdat mijn poëzie mij in de problemen kan brengen maar omdat niet al mijn gedichten goed genoeg zijn (in mijn ogen) om ze te publiceren. Die vrijheid heb ik dan weer wel. Schrijf ik zelf over vrij zijn of vrijheid? Hieronder een gedicht van mijn hand over het onderwerp ‘De angst voorbij’. In dit geval dus: vrij van angsten.

Mijn angsten heb ik geparkeerd ze brachten mij te weinig zaaiden verwarring, groeven valkuilen, wierpen barrières op te groot om te slechten, steiler dan goed voor me was Nu staan ze daar, duidelijk omlijnd op een zijweg als verlaten bewijzen van een plaats delict in een richting die ik niet op hoef

Kom dokter, dans met mij het leven is mijn weiland vol gras, zo pas gemaaid geurend naar ledervet van bezadelde paarden -

Ik ben bekend met mijn richting mijn route, begeef me naar mijn doel ik laat de afslagen voor wat ze zijn bekend maar ongewenst

leg uw theorieën weg in diepe donkere laden leg af het kruis dat op u drukt dat zo benauwd uw horizon beperkt openheid wordt nu vereist, verlangd, door mij dan toch

Tot slot mijn gedicht ‘Open brief aan professor Rümke’. Ik was ooit op bezoek in het Dolhuis in Haarlem, het museum voor de psychiatrie in Nederland. Daar las ik een uitspraak van Professor Rümke: “In tegenstelling tot wat Freud en anderen voor en na hem beweerden, meent Rümke op grond van zijn ervaringen als psychiater dat ‘het zogenaamde ongeloof veel sterker verwantschap vertoont met de neurose dan echt geloof’.” Ik heb deze uitspraak toen opgeschreven en eenmaal thuis het volgende gedicht erover geschreven. Over het vrij zijn van religie.

| Wouter van Heiningen

Ongeloof is geen neurose, geen dwaling van de geest zij brengt mij wolkeloze luchten en dubbelzoute regen een wind die waait door mijn hoofd komt van alle streken zij heeft geen huis, kent geen god laat mij met mij gelukkig zijn alleen met mij en soms heel soms ook met een ander

36


Nanna Dillen is de auteur van het Dark Romance boek Bevroren Landschap en Nine Sisters sprak met haar. Nanna is geboren in 1989 te Eindhoven en gaat door het leven als schrijfster en dichteres. Als kind zijnde had ze al grote interesse in literatuur en op jonge leeftijd begon ze al met het schrijven van korte verhalen, proza, gedichten en songteksten. Haar passie voor schrijven is deels ontstaan doordat ze vaak werd voorgelezen, zoals boeken van Roald Dahl. Het leek haar geweldig om zelf ook een dergelijke fantasiewereld te creëren. Daarnaast vindt ze het prettig om haar gedachten en/of emoties kwijt te kunnen in een gedicht of verhaal. Anderzijds houdt ze ervan om anderen te amuseren met haar poëzie en proza en daarmee gevoelens bij hen los te maken. Het is mooi om men te zien ontspannen tijdens het lezen. Na diverse opleidingen te hebben gevolgd en afgemaakt, ging ze zich steeds meer toeleggen op het schrijven. Haar debuutroman Bevroren Landschapverscheen bij uitgeverij Zilverbron in augustus 2014. Hier zal in 2015 ook het vervolgdeel verschijnen, getiteld Verlaten grondgebied. Dit jaar wordt ook Nanna’s dichtbundel gepubliceerd door uitgeverij Heimdall. Met In jouw armen zet ze een volgende stap in haar schrijverscarrière. Het idee voor Bevroren landschap is onder meer ontstaan doordat Nanna geïnteresseerd is in mythische wezens zoals vampiers, weerwolven en zombies. Maar ze vond dat deze wezens te vaak waren gebruikt in boeken, films en series, en daarom bedacht ze dat het tijd was voor een ander bovennatuurlijk wezen. Daarom besloot ze om geesten een hoofdrol te geven in haar debuutroman. Dit thema komt overigens niet zomaar uit de lucht vallen. Het onverklaarbare en spiritualiteit hebben haar altijd weten te boeien. Velen van ons hebben zich weleens afgevraagd of er meer is na dit leven, en zo ja wat dan? Sommigen kunnen contact hebben met overledenen, en zijn van mening dat zij zich kenbaar kunnen maken door bijvoorbeeld lampen te laten knipperen of spiegels te laten barsten. Ik dacht bij mezelf, wat als we zulke onverklaarbare dingen zouden meemaken en we daar niet aan zouden kunnen ontsnappen? Wat, als we erachter kwamen dat de wereld zoals wij hem kennen werd bewoond door wezens waarvan we hun bestaan onmogelijk achten? Hoe zou ons leven er dan uitzien? Dat is de andere reden dat ik Bevroren landschap heb geschreven Patricia heeft het boek gelezen en gaf het 3 sterren. Wat haar vooral opviel, was dat Rosalie geen aardig personage is, maar toch de hoofdrol heeft gekregen. Nanna gaf toen aan dat ze dat vaker had gehoord: haar lezers mochten Rosalie niet zo graag. Wij vroegen aan Nanna waarom ze haar hoofdpersonage zo onaardig had gemaakt. Daarop gaf ze het antwoord dat ze een niet alledaagse heldin wilde hebben. Rosalie is een jonge, pittige vrouw, die opgegroeid is in rijkdom en door haar opvoeding een gedegen leugenaar is geworden. Ze neigt naar egoïsme en omdat ze graag meer spanning in haar leven wil en haar mannelijke stadsgenoten te burgerlijk vindt, verlangt ze naar een gevaarlijke man. Haar wens om deze man, geest Delmont, te behouden, is zó sterk dat ze daardoor te veel van hem slikt en foute keuzes maakt. Ze verkiest hem haast boven alles en iedereen, hoe slecht hij ook is. Deze fictieve wereld is geplaatst in de fictieve stad Oak Haunt, dat in het zuidwesten van Engeland ligt. Nanna’s eigen fascinatie voor het creëren van niet volledige fictieve werelden, heeft er onder andere voor gezorgd dat Oak Haunt is ontstaan. Daarnaast heeft de auteur inspiratie geput uit herinneringen aan haar vakanties in Engeland en Wales. De fictieve componenten heeft ze gekozen op basis van eigen interesses en – uiteraard – om simpelweg het verhaal een duisterder karakter te geven. Het boek valt immers ook onder het Dark Fantasy genre. Daarnaast vond ik het mooi om een multiculturele samenleving neer te zetten in een stad waar het geloof in een bepaalde mythe heel sterk is. Zo herkent de lezer bepaalde punten in het verhaal, maar weer andere herkennen wij niet en wekken daarom onze interesse.

37


Oak Haunt is een bijzondere plaats en ook dat is niet gek, als we kijken naar andere interesses van de auteur. Ze vindt het namelijk leuk om een wereld te creëren waarin men kan verdwijnen en waarover men zich kan verwonderen. Geef haar een laptop/ PC en het lukt haar direct om te beginnen met schrijven. Ze gelooft erin dat elke auteur onbewust of bewust persoonlijke dingen in zijn verhaal stopt. Ongetwijfeld is dat vast ook gebeurd met haar debuut. Muziek helpt haar tijdens het schrijven om beter in de sfeer te komen van een bepaalde scene, zodat ze deze goed kan uitwerken. Tijdens haar schrijfproces luistert Nanna dan ook naar zeer uiteenlopende muziekgenres en artiesten: van Rammstein en White Lies tot The Chordettes en Agnes Obel. Zodra de auteur een verhaallijn in gedachte heeft, start ze met het schrijven van een synopsis, waarna ze voor ieder hoofdstuk een vrij gedetailleerde samenvatting schrijft. Dat gaat samen met het uitwerken van de personages en setting. Ik zet alle persoonlijke informatie van de personages op papier, waaronder karaktereigenschappen en uiterlijke kenmerken, hun idealen, hun angsten en dromen… Alsof het mensen zijn. Op die manier leer je ze door en door kennen en kun je ze geloofwaardig neerzetten. Ook is het op deze wijze gemakkelijker om de protagonist een antagonist te geven waardoor je verhaal spannender wordt. Na dit alles gaat ze op zoek naar achtergrondinformatie en begint ze vervolgens te werken aan het eerste hoofdstuk. Bevoren landschap was binnen een half jaar voltooid. Op het moment dat wij met Nanna spraken, was ze bezig met het vervolgdeel van haar debuut, getiteld Verlaten grondgebied. Deze zal in het najaar van 2015 verschijnen bij uitgeverij Zilverbron. Volgens de auteur is dat verhaal op veel punten spannender dan zijn voorganger. Het wordt een spannend boek vol actiescènes, mysterie en gepassioneerde relaties. Naast dit boek verschijnt ook Nanna’s dichtenbundel In jouw armen via uitgeverij Heimdall. Hierin staan 27 gedichten met thema’s liefde, leven en dood. De auteur verwoordt haar angsten, liefde voor personen in het hier en nu en ze schrijft over de zoektocht naar – en het kennen van jezelf in dit leven. Ze hoopt vooral dat men geraakt zal worden door haar schrijfsels en dat haar poëzie hen kan helpen bij, bijvoorbeeld, bepaalde verwerkingsprocessen. Hieronder volgt het korte gedicht Als ik ga, welke ook in de bundel staat: Als we gaan, gaan we dan samen? Houd jij mijn hand vast, zelfs wanneer ik tot stof verga? Begeleid jij mij door het duister van de leegte? En eens, als ik je bij me roep, sta jij dan paraat? Overigens op de vraag of ze liever gedichten of verhalen schrijft, vertelt ze dat ze absoluut niet kan kiezen tussen de twee. Voor mij bestaat het een niet zonder het ander. In gedichten staan vaak aangrijpende gevoelens mooi verwoord op papier. Deze zou je kunnen uitwerken tot een verhaal van wel honderden woorden. Elk woord van betekenis uitgediept en verveelvoudigd, om boodschappen nog beter over te laten komen. Bij het schrijven van een verhaal verplaats je je in (meestal) een fictief personage. Bij het dichten, schrijf je veelal vanuit jezelf. Daar kun je jouw eigen gedachten en emoties in kwijt, op de manier zoals jíj ze wil en zou verwoorden. Proza en poëzie zijn beide prachtige literaire kunstvormen. Als afsluiter van dit interview, zegt Nanna het volgende: Tegen degenen die niet lezen, wil ik zeggen: Pak eens een boek! Geniet van een goed verhaal en laat tegelijkertijd je verbeeldingskracht werken en vergroot ook op deze manier je woordenschat. Voor boekenliefhebbers: Blijf vooral lezen! Lees veel, en kijk eens verder dan de naar het Nederlands vertaalde boeken. Oorspronkelijk Nederlandse boeken zijn kwalitatief goed en doen niet onder voor vertaalde en anderstalige romans. Dat is uiteraard ook van toepassing op romans in het fantasygenre. Ook hier geldt dat er voor ieder wat wils is. En voor degenen die nieuwsgierig zijn geworden naar Bevroren landschap: Als je van spanning, romantiek en mysterie houdt… van fantasy gecombineerd met de werkelijkheid in een wereld waar niet iedereen is wie hij zegt dat die is. Als je van geesten houdt, of van een vrouwelijke heldin in de hoofdrol… dan is Bevroren landschap voor jóu het boek om te lezen.

38


39


-

Nanna Dillen - Bevroren Landschap. Op de kaft van 'Bevroren Landschap' staat vermeld dat het verhaal een dark romance is in de stijl van 'True Blood'. Nanna Dillen maakt deze belofte zeker waar. Wanneer je in het boek begint wint de nieuwsgierigheid het van je. Je wil weten welke avonturen je in gaat! Al vrij snel leer je diverse personages kennen uit het plaatsje Oak Haunt, die ieder een eigen rol hebben. Even ben ik bang dat ik personages door elkaar ga halen, omdat het er best- veel zijn. Maar omdat Nanna Dillen haar personages goed heeft uitgewerkt gebeurt dat niet. De schrijfstijl van Nanna Dillen is fijn. Ze omschrijft alles goed uit, zonder dat het langdradig wordt. De spanningsboog had voor mezelf misschien wat hoger mogen zijn. De climax was me soms niet scherp genoeg. Maar dat is een kwestie van smaak. Want spannend is dit boek zeker wel, op het laatst zat ik toch op het puntje van mijn stoel! Nu ik het boek uit heb verlang ik naar een vervolg! Het einde verraad dat de personages nog niet klaar zijn. En dat er nog meer spannende avonturen in Oak Haunt ontstaan. Het wachten hier op is een moeilijke opgave. En dat is alleen maar een dikke compliment, omdat het verhaal goed in elkaar zit! Met dit debuutroman is mijn interesse gewekt in het toekomstige werk van Nanna Dillen! | Camiel Aarts

40


wie trekt aan de touwtjes? het is onbekend eerst werd je geprezen toen gekwetst het is een hard spel want het draait om de macht tentakels, onzichtbaar en grenzeloos lang maakten je schuw, onzeker en bang grimmige geldzucht hield je in hun macht je hebt al die jaren met liefde gediend gezamenlijk werden miljoenen verdiend ze stalen je kennis maar werd hen te duur al ging je jaren voor hen door het vuur je werd dan wel grijs maar wat is nou oud, je werd uitgelachen en uitgejouwd je had je kennis vol vreugde en hartstocht gedeeld maar werd ontslagen, je had hen verveeld het hoofd opgeheven, je rug hield je recht, in hun dienst maar nimmer hun knecht je werk was je liefde, toen was dat voorbij, de poort ging dicht, maar eindelijk vrij!

Haar jurk is als een luipaardvel: van wol. Een kol tot aan haar hals. Ze fotografeert er op los met grote lens. In de kloosterkerk van Diepenveen: Zusters van het gemene leven. Oud zilveren medaillon om haar hals. En een zilveren speld in haar opgestoken haar. Zwarte suède laarzen, muiltjes meer, met een prikkelende hoogte. Blond, was ze natuurlijk en niet meer zo jong. Mijn dochter speelt met de Suzuki klas “Laat me er in”. Applaus voor het strijkorkest. Herfst, de verwarming staat digitaal te laag op 13.3* Celsius. Hier verloor en non, een crucifix van 700 jaren. Glimlach, scherp neus, jukbeenderen, bleke blanke kleur in haar gezicht. Mistige blik, een brutale kin met curven. Ik lees de omtrek van haar volle heupen en verlaat verkleumd met mijn dochter de kerk. | Alexander Eduard

| Jan Bontje 2014

elke korrel in de woestijn is een korrel van het leven dat een ieder in zich heeft dat een elk zo mag beleven stuif het zand omhoog naar de blauwe hemel laat het koest'ren in de warme zon de put van geboorte je vraagt jezelf dan ook af hoe zoiets moois ooit geboren kan worden in een woestijn druppels regen zo van boven geven voeding aan elke zandkorrel in een eindeloze woestijn. | Leny Kruis

41


Het was een les om nooit meer te vergeten. Jouw naam onbekend, we wisten niet eens hoe je zou heten. Van stof was jij gekomen tot stof ben jij ook weer gegaan. In een mum van tijd was jij begonnen met te bestaan. De reis naar het heden is door onbekende toedoen afgebroken. De bloem in de knop gebroken, geen recht meer om te ontluiken. Je bent van ons gegaan zonder ook maar één woord te zeggen. Wie kan weten waarom, wie kan het ons uitleggen? We hadden zoveel van je kunnen houden, veel beter dan wat ook. Maar ja, dat zijn edele gedachten als een olifant in een porseleinkast.

“ Nooit volmaakt “, staat er op het binnenschip Zou de schipper god zijn, of in ieder geval een heilige koers varen? Licht uit de patrijspoorten verraadt een diepgang, die menig schip niet kent…………. In het stuurhuis draait god bedreven aan het stuurwiel, ploegt zijn wereld door het water De lading is onzichtbaar verborgen tussen platen staal en ook de richting geeft niets prijs……….. De vlag op de achtersteven zwaait, alsof het iets kenbaar wil maken en wijst zonder het te weten naar beneden, waar geschreven staat: “ Nooit volmaakt ” | Frank Vingerhoets

|Thgk

42


spreek tot mij, sprak de stem met boze toon laat mij jouw stem eens horen de mijne klinkt zo gewoon ik wil melodie en gezang de stilte hier duurt mij te lang de boze toon werd wat milder en gezwind begon het kleine kind te zingen als een nachtegaal en de boze milde toon viel weg en werd zowaar normaal. | Leny Kruis

Hitte onheilspellend dichterbij ik spring mijn angst voorbij Dat jullie niet beter weten blijkt uit het feit dat jullie mij proberen te vergeten Leven in angst en niet vrij jaren later nog steeds dichtbij Vrijheden worden steeds afgenomen Van mijn vrijheid, kunnen jullie slechts dromen ! | Magda Thomas

Verdrietig staan ze bij elkaar, Groningse grond beefde het is niet meer gewoon, waar men eerst graag leefde een brok in de keel, barsten in het vertrouwde bestaan tranen in de ogen, zal dit in de herhaling verder gaan? Muren die wankelen, het thuis en huizen die schudden men voelt zich ontheemd, als een onbeschermde kudde bouwvakkers dragen hun steentje bij aan huizen herstel ervaren woede, ergernis, onmacht, als niet- dank je wel Zij gaan naar een emotiecursus, de mannen in de bouw Nederland wordt steeds slimmer, blijft krachtig en trouw goed omgaan met gevoelens, dat is vaak een hele klus Uit Limburg wens ik provincie Groningen gemoedsrust! | Marianne Wulms – Hovens

In lengte der dagen groeit vertrouwdheid soms roest oude liefde niet doch de tijd kan ook affectie neersabelen en is er een tweede kans nodig onstuimig en teder is van alle tijden kort of reeds lang geleefd Zijn botten kraken als hij zich uittrekt zij masseert zijn stijve leden al naar believen minder of massiever hij proeft hartstocht met de jaren groeien vaardigheden die hoogtij bepalen zij kussen rimpels één voor één aait zijn grijze bol genietend van traag tempo lieven zij elkaar als zij zich slap lachen herkanst feniks | Mattie Goedgebuur

43


Honderd rouwende ruiters, waarheen gaan ze ? door de neergevallen hemel van de sinaasappelgaard? Nooit bereiken ze Cordoba of Sevilla. En ook Granada niet, Dat smacht naar zee. Die doezelige paarden voeren hen mee naar het labyrint van de kruisen waar het lied huivert. Waarheen gaan ze ? met zeven kreten in hun lijf gespijkerd, de honderd Andalusische ruiters van de sinaasappelgaard ?

Cien jinetes enlutados, ¿dónde irán, por el cielo yacente del naranjal? Ni a Córdoba ni a Sevilla llegarán. Ni a Granada la que suspira por el mar. Esos caballos soñolientos los llevarán, al laberinto de las cruces donde tiembla el cantar. Con siete ayes clavados, ¿dónde irán los cien jinetes andaluces del naranjal?

| Federico García Lorca Vertaling: Bart Vonck (deze is juist vertaald)

Huis na huis, kamer na kamer bleef ik maar rennen van hot naar her. Waar we reeds lang in woonden, sloeg mijn hart vaak voor niets over. De vrees van of ik jou daar wel zou vinden, was de schrik van mijn leven. Een leeg huis, met lege kamers de waarheid was harder, veel harder dan ik dacht. | Thgk

.....er hangt bloed in de lucht naast de kerk gezang en grafzerken ligt zij tussen aarde en wilde rozen stilte nog steeds onhoorbaar vaart zij op wolken haar armen slaan uit, klapwieken...

-

een einde nadert niet het is een vage stip op een onvaste horizon die jij tegemoet vaart als een schip dat uit zichzelf geen koers houdt hou me dat maar voor in mijn laatste bed met een spiegel je doet het vast niet het maakt immers niet uit hoe mijn haar zit toch vraag nee smeek ik het je helderder zal de stip onwankelbaarder de einder ik niet meer ik Zijn

| Wouter Veldboer

uit: werkdagboek[aantekeningen] - los vel - november 2014 = vers gedicht

| Marijke Hooghwinkel dichter/beeldend kunstenaar/organisator 1m2 podia www.openwanden.nl

44


Zo’n lucht van vroeger die naar corduroybroeken ruikt, hangt daar tussen dijken en polders geklemd Zo’n lucht moet grijs zijn boven de uiterwaarden; dat zijn van die plekken waar de twijfel koning is ……………… en boven de Windwaayhoeve trekt een vlucht vogels zichzelf tot een “ V “, en wiekt naar het oosten over de Duivelsberg Niets is bruiner dan deze klei die het lopen belet en zich smeert als stroop rond schoenen en laarzen

Kubuste haar naam uitverkoren in blauw met witte aandrijfmotor zowaar dit is geen illusie van uiteenspattende zeepbellen die herinneren aan die ene oerknal

traag verloopt de waterlijn aan de smalle sloot zo stil ik kijk met waardigheid naar de waterspin die naar de kant vliegt over het water alle natuur om mij heen de bomen, kleuren, dieren zo mooi en zo sereen

Een motregen prikt op gezichten en een rivierenwind knijpt wangen rood

dwingen de waardigheid van een mens af de ironie van de natuur is de grondslag voor het leven van de mens

Vierkante lichtjes roepen vanuit de verte vanonder lage daken hoe snel de duisternis wel valt

als de mens nu maar eens beter voor de naaste wilde zorgen.

Vlak voor de deur, waar de laatste voetstappen vervallen tot moeheid en de rust zich naar je uitstrekt, is het dat j e je herinnert hoe klein je bent.

| Leny Kruis

slopende woorden en een narrige klank uit de keel geperst door de rook en de drank alle letters verpest kwetsende teksten door mensen geschald is de pijn zoveel erger dan het eeuwig gebral

Kubuste verovert het heelal Een kubus klapt open op het hellende vlak zie en hoor wat zij ontlokt: een open doekje Applaus! | Marianne Wulms-Hovens Winnares Foto wedstrijd (prijs wordt zsm opgestuurd)

van de nietsnut en de vreemde die als onkruid nimmer vergaan zal ik altijd blijven vechten voor een veilig bestaan. | Leny Kruis

| Frank Vingerhoets

45


Heimdall: poëzie uit verdomhoekje halen Heimdall trok de afgelopen maanden landelijk aandacht met toer Dichter bij jou. -

Poëzie onder de aandacht van het grote publiek brengen. Dat is het doel van Uitgeverij Heimdall uit Waalre. In één jaar tijd bracht de uitgeverij negen bundels op de markt. En onlangs toerde een aantal dichters door Nederland. Hoewel Heimdall alle boeken ook verspreidt via het Centraal Boekhuis naar de winkelstraat en internetshops, is dat maar een beperkte inkomstenbron. Acties en andere activiteiten leveren meer op. ,,We proberen te vernieuwen. Zoals met één van onze dichters, doelgroepgericht, op tournee te gaan langs ouderencentra", vertelt Hub Dohmen van Heimdall. ,,Wij hebben proberen poëzie uit het verdomhoekje te halen, te laten zien dat het allerminst elitair is." -

Heimdall Poëzie, zoals het dichtersfonds officieel heet, probeert dan ook een gevarieerd aanbod in de markt te zetten. ,,We kregen laatst nog een compliment van een boekhandelaar uit Gouda vanwege de variatie in werk", zegt Dohmen. ,,Dat is belangrijk. Zeker als je een grote groep wilt aanspreken. Poëzie komt in veel verschillende vormen." Door mond-tot-mondreclame melden zich ondertussen steeds meer dichters bij Heimdall. Voor 2015 staan vooralsnog acht nieuwe bundels, inclusief enkele verzamelwerken, op de planning.

,,Ons doel? Om in het nieuwe jaar een leidinggevend poëziefonds te worden" Dit jaar gepubliceerd: Magda Thomas, Derrel Niemeijer, Hans F. Marijnissen, Auguste van der Molenschot, Jack van Hoek, Mattie Goedegebuur. Volgend jaar in elk geval (in de eerste drie maanden): Nanna Dillen, Willem Adelaar, Theo Smit, Arthur van der Elst en Frans van Hoof. Verder volgend jaar zeker twee themabundels: een over Eindhoven en een over erotiek.

46


Oude man, ik beweeg nu buiten je dromen al gaf je me leven, en voel ik je hand nog aan mijn pen. Dat moest ik erven, wreed en vanzelfsprekend. Jij aanbad, ik nooit meer, jij voorkwam erger, gaf me opwenteling en ging me voor ik bleef dalen en zwerven. Soms in Eindhoven, in wenkende winkelruiten en winderige buitenwijken ga je me voor, rimpels in je glimlach als in bladeren nerven. Ik zie je nog, maar ik negeer je, ik heb haast en angst voor jou. Ik durf nu te sterven, voel nog een bestemming jij ging me voor. (voor Joop Oversteegen)

Ik brand dus ik besta. Boomtakken schudden. In volstrekte paniek en gestrekte draf overvalt de dag me, trappelend huisdier, verminkt door tralies. Bedreven traceer ik tranen, maar ik kan niet troosten. Wat is de taak van de dichter? Ik verga, dus ik besta. Als de storm nu even de boombladeren stilhoudt kan ik ze vastleggen, compleet. | Hans F. Marijnissen

‘Ik ben de zee’, zeg ik. ‘Het land begrenst me. de wind inspireert me.’ En: ‘Alle rivieren stromen naar mij ik moet alles accepteren’, zeg ik. Gisteren en morgen kruisen in vandaag, meer is er niet, en hier zit ik, midden in mijn ontvolking, en zeg: ‘Ik ben de zee. Het weer is het weer, en elke dag stijgt bewust zijn ver boven mezelf uit’, zeg ik, de zee, hier. | Hans F. Marijnissen

| Hans F. Marijnissen

47


De rivier stroomt traag langs de oevers het wil de stad maar niet verlaten als dikke stroop over de rand van de lepel blijft het hangen tussen twijfel en de grond Het spoelt de beeltenis schoon van de spiegels in de stad het neemt de liefde mee op haar reis naar het einder traag maar doelbewust voert het vuil van de straten door de ogen van de tijd er stroomt dood door haar bekken meedogenloos zal zij niet wijken maar stromen blijven van de liefde naar de einder elke schuimkop een lachend gezicht elke druppel een traan van geluk ze strekt zich uit, hangt loom op de kade waar ze fluit naar hoge hakken ze zal ze nooit verlaten ze zal de stad nooit de rug toe keren uit liefde van her tot in den einder Ik zag je eenzaam onder de brug de doos te klein je staarde naar de passerende rivier en vroeg je af waar ze zou eindigen terwijl jij je dagen zou slijten in de nacht zou zij schitteren van liefde op haar weg naar het verre warme einder.

-

it's snowing i can see it Snowing that is what it is doing gray snow from chimneys she points to factoriehalls these are shielded with fences look sweetheart break time emaciated people they can go outside now It is break time an adult hand grabs through chicken wire at a woman how antisocial he tries to grab her food the boss is coming

He hits him he falls and lays down people cry the snow has stopped sweetheart ‌ sweetheart look it is snowing no more look for workers in another suit Friends of the boss person in charge from the factory halls these are shielded with fences look sweetheart they grab him they bring him inside the company doctor has to see him look sweetheart it's snowing i can see it Snowing that is what it is doing gray snow from chimneys she points to factoriehalls these are shielded with fences

-

| Bert Waber

| Ephraim de Rooij, 27-03-2014

48


Magda Thomas - Bevroren landschp afkomstig van van boeklezers.nl Toen ik het boek in handen kreeg was ik al heel nieuwsgierig naar de schrijfstijl van Nanna Dillen, ik ken haar als dichteres en weet dat een boek schrijven heel andere koek is , ik ben zeker onder de indruk van dit debuut van Nanna , het verhaal is goed opgebouwd en tot het einde spannend, de karakters in het boek worden goed uitgebouwd en je wordt een wereld ingetrokken die bekend aanvoelt en tegelijkertijd vervreemdend werkt , de lijn tussen de levenden en de doden wordt wel heel dun met de liefdesrelatie van Rosalie en Delmont en het einde van het boek beantwoord dan ook aan de verwachting dat dit nooit goed kan eindigen , een echte aanrader voor mensen die wel van een goede romance houden met een vleug fantasy.

49


-

-

50


Fluisterende stappen in het rulle zand De vloedlijn overstelpt Mijn watervrees Niet dat ik bang ben Voor de zee Maar voor het verdwijnen Van mijn stappen Die de golven rustig Mee terug trekt Niets is meer over van mijn spoor Ik ben het kwijt En onvermoeid loop ik door In de hoop op wat tijd Dat mijn stappen In het zand Mij sturen naar een stille Duinwand Om daar te treuren over Iets wat ik nimmer meer Zal erkennen als de mijne de liefde was intens maar ach, ook wij waren eens mens en zijn nu met de golven aan het verdwijnen. | Leny Kruis

Als een parfum van de zomer sloom voorbijfietst en als een zon over de as van de hemel rolt en als oude muziek nieuw klinkt, smelten de zinnen Een vluchtige vlaag verloren wind trekt warm aan de huid voorbij; zegt haar zich onder te dompelen in een onbegrensd verlangen, een zoete vrucht, rijp en volmaakt Achteroverliggend op een wolk van veren drijft de wil, heel stil, naar verre oorden Zacht verlangen smeult achter de ogen en brengt het zand van de slaap, strooit een droge regen in het verlaten brein, valt op de binnenplaats van het geheugen En………… blijft daar smeulen in de horizon van het besef, terwijl de zinnen vergeten zijn wie ze waren.

Jouw glimlach brengt mij warmte Binnenin mij Dat zo leeg was Al die dagen Dat ik zonder jou Alleen was met mijn gedachten Die een eindeloze diepte Binnenin mij Losliet Jouw glimlach doet mij In wonderen geloven Binnenin mij zijn de tranen Langzaam aan het drogen Ik geloof weer in het leven Binnenin mij Zit jij zo diep Dat er niets voor nodig is Om mij te laten smelten Van verlangen naar die ene Glimlach van genoegen Binnenin mij Heerst er vrede | Leny Kruis

| Frank Vingerhoets

51


het stille verlangen dat diep in mij worstelt met de intense behoefte alleen te leven voor de liefde en verder dan ook niets weg te geven dan het hart kan doen slaan

-

het stille verlangen van leven en doorgaan met ademen geeft de kracht in mij om verder de liefde een diepere kans te geven om door te gaan met het te beleven van gisteren | Leny Kruis

52


Doe meestal maar gewoon wat en kijk wel hoe het uitpakt. Dit gaat me redelijk af. Niet dat ik maar wat aanklooi ofzo maar die indruk wekt het wel soms. 'Nonchalant' zijn is een vorm van bescheidenheid die siert. Maar de soort teksten die genoteerd worden door mij zijn niet zo zeer ook altijd van mij want geef gehoor aan de frequentie v.d. muze die ik vertaal naar woorden. Besef me dat mijn woorden die van een ander zijn en ik slechts tot schrijfsel mag maken, me geen reden geven om trots te zijn op wat ik doe.

Ben niet meer te redden, ben hulpeloos. Neen,hoor ben wel te redden maar laat het niet toe door eenieder om mijn redder te zijn. Mijn autonoom zijn betekent veel voor mij maar zou liever toch ooit autonoom zijn binnen een relatie. Gaat me ooit lukken een relatie onderhouden die goed is voor haar en mij. Nu nog iemand vinden op zelfde frequentie als mij en alles komt goed." We aten tezamen, keken film en bij de romantische stukken naar elkaar. Geen van beiden had het lef om de vraag te stellen.

Ben slechts een schrijfselmaker.

"Kus me!!!"

Zal me vandaag proberen nuttig te maken. Hopelijk zal dit me lukken en leiden tot het gewenste resultaat.

Wel kwam er van uit jouw kant die lieve opmerking over mijn figuur. Deze schreef ik uit inclusief de gevolgen:

Enkele uren later mocht ik dit noteren:

-Der, je ziet er gezonder uit.

"Het zit erop mijn werkzaamheden en denk mijn best te hebben gedaan. Nu weer gewoon ff niks en thee drinken zo als oude mannekes behoren te doen."

-Wat bedoel je.

Maar ik mocht te horen krijgen dat er bezoek zou komen.

- Het lijkt of je jeweetwel.

Het was hier echter lijkend op alsof er een bom was ontploft. Dit liet me dit noteren:

-Huh.

"Schaam me voor hoe mijn toko er uit ziet maar als ik dan toch bezoek ontvang erin dan zegt dat meteen dat ik je mag anders zou ik niet toe laten dat je ziet dat zelfs ik een rommelpastoor kan zijn. Alles om te doen dat ik beschaving heb en burgerlijk ben ook al is dat slechts schijn ophouden want eenieder weet beter.

-Wat nou ja...uh.

-Gezonder, jeweetwel.

-Nou ja... uh.

-Ben je andere maat kleding gaan krijgen. -Zie je dat dan. Jok 3 maten af van wat ik had voordat ik iets groter werd.

53


-Ja, je bent dik. Val eens af, Der. Wil niet dat je dood valt. Ik wil je kwellen, nog heel lang. In uw zachte aard eren wij de stilte,

-Ok dan, komt in orde. Een goed 1/2 uur later en 4 joints verder, breng je haar goed nieuws. Je zegt de raad te hebben opgevolgd die ze gaf. Je beweert zonder blikken en blozen dat de onderstaande uitgeschreven beweging sport is. "Doe aan sport,

Trok daarom de sleutel v.d. kuisheidsgordel uit de broekzak. Bedacht mezelf ga het buikje ontdoen van overbodige reclame die hij heeft opgegeten. Ligt er een brief in die geschreven is op de manier zoals het hoort. Een zelfgevouwen enveloppe verzegeld met zwarte was, hierin stonden de letters gedrukt, "STN".

Verbrak de zegel op gelijke manier als beschreven word in de openbaring dus met angst voor de gevolgen. Rolde de twee ingesloten documenten uit. Begon te lezen. Het een ging over een ritueel. De ander betrof een tekst in het Latijn die ook nog wat Aramese en Soemerische woorden herbergde. Weet niet precies hoe het ritueel moest want kon het niet volledig vertalen. Maar er stond iets in over eeuwig geluk, roem, rijkdom voor slechts een ziel. Je moest dan ook iets met bloed doen. Kneep de puist uit op mijn been.

Begon te eten op de vreetkick.

Begon het gat te melken v.d. verwonding door druk te zetten op de huid. Bij de 1ste paar druppels die vielen in de hexagram gebeurde er niks. Echter na verloop van tijd leek mijn kamer kleiner te worden. Er was niks meer dan ik staande in het hexagram. Het werd heel warm in mijn huis.

Je had me al aan het blowen gebracht door de opmerking.

De geur van zwavel vulde mijn neusgaten. Prevelde toen de tekst op v.d. 2de rol.

Toen kwam na een kilo aan suiker in het lichaam, het besef.

Sinds dat moment voel ik me gelukkig.

Moest nog ff de post weg werken. Inmiddels was het middernacht.

Sinds dat moment vraag ik me af:

ben net de woonkamer ingelopen voor Rizla-blauw want de lange vloei was op."

Stilaan verdwijnt bij mij de aandrang om lelijk te doen. Vooral omdat ik gister in beweging kwam en toen het mocht lezen nadat ik boven was. Probeer zo min mogelijk langs mijn postvak te lopen. Gister echter kon ik het niet laten want de gulzige gleuf had het buikje vol gegeten. Deze stond bol.

- Waar zijn mijn huisdieren, zie er 3 en had er toch 5? - Waarom heb ik zin in bedorven eieren rauw te eten? - Wat doet die dode vrouw in mijn keuken? - Waarom zit er bloed aan mijn handen? - Voel me levenslustig en hoe dat kan?

54


- Hoe komt het dat mijn mondhoeken vol rode smurrie zitten? - Hoe kan het dat mijn roestvrije stalen hakmes aan het roesten is of wat verklaart anders die kleur op het hakdeel?

Gooi een balletje op.

Vragen, vragen maar ik stop met vragen.

Ik,"de dwaas" en "de dood". Hij, 2maal "schoppenaas".

"Voel me goed, voel me gelukkig en dat is wat telt!!!"

Verlies deze ronde en ga geen schaken leren.

"HĂŠ, zin in om te gokken!!!" We gooien elk 2 kaarten op tafel.

"Prijs hem gelukkig met een ongelukkige deal." Maar voel ik me wel goed want wat me overkomt, lijkt het verhaal van "Faust' wel.

Zijn ogen, mijn hart, ze raken elkaar.

Ging op onderzoek uit naar mijn beleving. Schreef dit erover uit:

Zag nooit zo veel duisternis.

**Mephistopheles** Schud het Tarot. Hij schudt de kaarten. Zie zijn klauwerige vingers, (nood)lot omklemmen. In zijn ogen brandt vuur.

Hij wordt ziek.

Zelfs het kwaad bevat licht. De Duvel is oud, God is tot dood versleten en mijn ziel,de nieuwe heerser in hel. **Mephistopheles II** De ziel heerst. Ego afwezig en al wat ik ben slechts omhulsel van vele leegtes.

Passie voor zielen in zijn blik. Hij wil mensen die dood zijn tijdens leven, de dood bieden door ze te laten leven. Probeer een blik te werpen op zijn kaarten. Misschien ben ik beter bedeeld. 'Mag denk ik 184 cm. de lul zijn want ben de lul, nu, en hij heeft 30 cm.'

Toch zo voldaan gevoel. Mijn geest die huilt als een "Bean sĂ­dhe". Alle goedheid weg. De haat, de woede en de vreugde over jou, het slacht-offer. Je ligt zo mooi te wezen in je slaap op het altaar.

55


Voel je energie hangen. Bel je. Zwarte kaarsen verlichten je.

Woorden vol liefde alsof je een engel bent.

Kris, dreigend boven hart.

Je bent een engel, je bent niet gegaan.

In je nek zie ik spieren bewegen, kus deze teder en sla toe.

Ook dit is ook je thuis, mijn adres en mijn hart.

Jouw vocht, mijn muurtekening in woorden; "Helter Skelter".

Ik dacht aan jou en jij belde. Je was snel hier. Vroeg mezelf geeneens af hoe dit je was gelukt maar zag de bezem voor de deur staan.

Ben niet gevaarlijk??? Mijn handen zijn niet van mij maar van Jou, mijn baas en

Zozo, nog ff en ik betwijfel niet meer dat ik blijkbaar ook iets goeds doe.

Jij, behoeder van mijn ziel.

Anders had je wel je tijd genomen.

Je koestert het contract.

Je zei me;

Dit is nummer 13 van mijn goede zielen. Nog 1 te gaan.

"heb dit voor jou geschreven."

In mij groeien die van jou.

**Wij eren de stilte tussen ons**

Verzameling van slechte eigenschappen, elk een persoonlijkheid die manifesteert. Ik ben legio.

Hij stond gelijkend aan Jezus met de demonen nog niet uitgestoten. Hij rook hemels,niet des zwavels, en zijn ogen waren koud als sneeuw.

Dicht zittend tegen aan een goddelijk getal, in onpersoonlijkheden gehuisvest in me, 665. Potver, Omg, ik had mijn ziel verkocht.

Zijn verhaal,mijn verhaal, de mars is die van de eenzame, de opmars van de eenzame.

Ben niet meer te redden, ben hulpeloos. Neen, hoor ben wel te redden maar laat het niet toe door een ieder om mijn redder te zijn. Toen dacht ik aan jou. Jij mag me redden. In mijn ooghoeken zie ik je, nog zitten. Zachtjes de stem van jou op mijn voicemail, bel me als er iets is. Voel je energie hangen. Je bent niet gegaan. Voel je energie hangen.

56


Marcheer Samuel! - Hoe komtniet, het eenzame dat mijn mondhoeken vol rode smurrie zitten? - Hoe roestvrije stalen Kom bij mij, komkan tot het mij,dat kommijn in mij, deel jouw zijn hakmes met me.aan het roesten is of wat verklaart anders die kleur op het hakdeel? De muziek zwengelde aan en hiermee stierf de mars. Vragen, vragen maar ik stop met vragen. De opmars van de eenzame is geweest, de mars van "Voel me goed, voel me gelukkig en dat is wat telt!!!" de eenzame is gedaan. Ja, de mars is die van de eenzame Maar voel iken me wel goed want wat me overkomt, is eenzaam voorbij. lijkt het verhaal van "Faust' wel. Kom bij mij, kom tot mij, in mijn uren vol duisternis. Ging op onderzoek uit naar mijn beleving. Schreef dit O gij, mijn weemoedige, grootmoedige held met het erover uit: grote hart, te groot voor jouw kleine mannen li**Mephistopheles** chaam. Schud het Tarot. Mijn vreemde vreemdeling, pleng voor jou tranen uit mijn klieren inwendig vult hetvingers, bestaan Hij schudt deen kaarten. Zieongerief zijn klauwerige van mij. omklemmen. (nood)lot Je verzwijgt het gevoel In zijn ogen brandt vuur.wat bestaat en jij ontkent het. Tis de kracht en deinwreedheid Passie voor zielen zijn blik. in uw zachte aard. Hij wil mensen die dood zijn tijdens leven, de dood bieden door zeeren te laten leven. tussen onszelf wij de stilte, de stilte tussen onszelf ereneen wij ,blik tussen ons de op stilte wij eren. Probeer te werpen zijndie kaarten. Misschien ik beter bedeeld. Tussenben onszelf,tussen onszelf,tussen onszelf, 'Mag denk ik 184 cm. .................tussen ons!!de lul zijn want ben de lul, nu, en hij heeft 30 cm.'

Begon huilenop. als een kind.Je drukte me tegen je boezem aan. KromGooi eente balletje de de wijsvinger en veegde de tranen hiermee weg. "HĂŠ, zin in om te gokken!!!" Stof bijt de woorden weg. We gooien elk 2 kaarten op tafel. Laat traan inkt glijden door erosiepas van beten. Ik,"de dwaas" en "de dood". Hij, 2maal "schoppenaas". Je knabbelt zo lekker. Verlies deze ronde en ga geen schaken leren. Nu, in gedachten aan mij, zelfs twijfel bijt niet meer, red het gedicht "Prijs hem gelukkig met een ongelukkige deal." wat jij bent en leg je weg want woorden voor jou zijn me kostbaar geZijn ogen, mijn hart, ze raken elkaar. worden. HijBij wordt dezeziek. woorden door jou gesproken tegen mij, voelde ik leven in me komen. Zag nooit zo veel duisternis. Zouhet jij dan mijnbevat frequentiegenoot zijn??? Zelfs kwaad licht. zo zijn dan is deze tekst voor jou! DeMocht Duvel dit is oud, God is tot dood versleten en mijn ziel,de nieuwe heerser in hel. pijl door veren in mij gestoken. Stort neer, vleugellam, **Mephistopheles II** DeBeland ziel heerst. op zand, waan me veilig op drijf, raak op dreef, vaster om te zitten. Ego afwezig en al wat ik ben slechts omhulsel van vele leegtes. Een gewonde raaf in heempark en je dezegevoel. op. Toch zopakt voldaan Waan medie veilig, huis"Bean van snoep en jij zoeter, zo zoet dat je me Mijn geest huiltjouw als een sĂ­dhe". voed in mijn kooi. Alle goedheid weg. De haat, de woede en de vreugde over jou, Stoofpan staat op, werpt dekselse deksel af en het slacht-offer. basisinvoor kippensoep en er is geen kip in de buurt, Jeravenogen ligt zo mooiziende te wezen je slaap op het altaar. strek de vleugels en vlieg je pan in.

57


Ik wil je voeden. Je eet me niet. Neen, je kust me, zacht. Voel je lippen mijn nek overlopen richting de wangen en vanuit hier beweeg je je naar mijn mond. Jouw uiting van liefde, laat al het zwavel uit me lopen.Je red me. Jouw liefde, zo oprecht en puur, ontbond het contract.

| Anoniem

morgen zal ik pauwenveren dragen de zon naar beneden halen een glitterjurk aantrekken en de stoute schoenen morgen zal ik voortgaan ook al draagt elke stap lood in zich lopen benen in beweging vast mokert de hamer op een beurse ziel heeft mijn gezwollen tong mijn mond verstomd morgen zal ik bloesems uit hun knoppen dwingen morgen

| Marije Hendrikx

58


Filosoof, schrijver, spreker, anglicaans priester, hoogleraar en beoefenaar van de vergelijkende godsdienstwetenschappen. Verdiepte zich met name in de filosofie van zen, het boeddhisme en het taoïsme, en heeft met zijn werk een belangrijke bijdrage geleverd aan de popularisering van Aziatische religie en filosofie. Publiceerde meer dan 25 boeken en veel artikelen over identiteit, de uiteindelijke realiteit, hoger bewustzijn, zin en betekenis van het leven, godsbeelden en menselijk geluk. Watts waarschuwde net als Aldous Huxley, Timothy Leary, John Lilly en Gregory Bateson, voor de gevaren van een te radicale reductionistische Westerse werkelijkheid. “Inability to accept the mystic experience is more than an intellectual handicap. Lack of awareness of the basic unity of organism and environment is a serious and dangerous hallucination. For in a civilization equipped with immense technological power, the sense of alienation between man and nature leads to the use of technology in a hostile spirit – to the “conquest” of nature instead of intelligent cooperation with nature.” Alan Watts, Psychedelics and Religious Experience, 1968.

Van Morrison song lyrics from the Poetic Champions Compose album AlanWatts Blues Well I'm taking some time with my quiet friend Well I'm takin' some time on my own. Well I'm makin' some plans for my getaway There'll be blue skies shining up above When I'm cloud hidden Cloud hidden Whereabouts unknown Well I've got to get out of the rat-race now I'm tired of the ways of mice and men And the empires all turning into rust again. Out of everything nothing remains the same That's why I'm cloud hidden Cloud hidden Whereabouts unknown Bridge Sittin' up on the mountain-top in my solitude Where the morning fog comes rollin' in Just might do me some good. Well I'm waiting in the clearing with my motor on Well it's time to get back to the town again Where the air is sweet and fresh in the countryside Well it won't be long before I get back here again.

Same album The Mystery

Let go into the mystery Let yourself go Let go into the mystery There is no other place to be Let yourself go Baby this I know You've got to open up your heart You've got to dance and sing That's all I know And be alive in the mystery Trust what I say and do what And be joyous and give thanks you're told And let yourself go Baby, and all your dirt will turn Into gold I saw the light of ancient Greece Towards the One Let go into the mystery I saw us standing within reach Let yourself go Of the sun And when you open up your Let go into the mystery of life heart Let go into the mystery You get everything you need Let go into the mystery Baby there's a way and a mystic Let yourself go road You've got to have some faith You've got to open up your arms To the sun To carry on You know you've got so many You've got to open up your heart charms To the sun It's just begun You know he's looking out for Trust what I say and do you What you're told 'Cause he's the one And surely all your dirt will turn into gold

59


Eddie Woods (8 mei 1940, in New York) is een Amerikaanse dichter, prozaschrijver, avonturier, redacteur en uitgever. Woods is autodidact. Woonde en reisde in verschillende delen van de wereld, in het Oosten en het Westen. Vestigde zich uiteindelijk in Amsterdam. Begon in 1978 Ins & Outs magazine en twee jaar later Ins & Outs Press. Na de middelbare school die hij niet afmaakte werkte Woods twee jaar in Manhattan als computer programmeur. In 1962 tekende hij voor vier jaar voor de US Air Force, waarvan hij drie jaar in Duitsland doorbracht.In Duitsland trouwde hij twee keer. Woods is vader van twee dochters.Tijdens zijn dienstijd schreef hij essays en korte verhalen. Zijn schrijftalent ontdekte hij al op vijftienjarige leeftijd. In 1968 maakte Woods zijn eerste reis naar het Azie. Woods was restaurant manager in Hong Kong, werkte in Singapore en was schrijver voor de Bangkok Post en bevriend met Tennessee Williams met wie hij vaak ging stappen. Woods reisde naar Singapore, werkte voor zowel The New York Times en ABC News Radio , was disc jockey bij Radio Thailand. Woods runde een homobar in Pattaya , Thailand. In Bali stond hij bekend als " Durian Ed "en" Mushroom Ed ", omdat hij een methode toepaste voor het vloeibaar maken van gifvrije psilocybine paddestoelen. In Laos was hij en ook in Okinawa , de Filippijnen , Macao , Java en Japan . Hij verkende hij een groot deel van Ceylon ( Sri Lanka) en bracht enkele maanden door op een Theravada boeddhistisch eiland. In juni 1973 ontmoette hij in Londen Jane Harvey met wie hij later Ins & Outs magazine startte. Woods is auteur van bijna 30 artikelen voor Edward de Bono 's Eureka, een geĂŻllustreerde geschiedenis over uitvindingen. Hij reisde over land naar AziĂŤ met Jane. Fietste door grote delen van India. Werkte voor de Teheran Journal en doorkruiste een groot deel van het subcontinent. In 1976 bezocht hij na vele jaren van omzwervingen weer de Verenigde Staten, voor het eerst in twaalf jaar en schreef artikelen voor de Berkeley Barb , publiceerde verhalen en gedichten in De Bystander , Odalisque enz. In 1979 scheidde hij van Jane Harvey. In 1981 huurde hij een zolder appartement in het hart van de rosse buurt van Amsterdam en raakte betrokken bij uitgeverijprojecten World Poetry Nieuwsbrief en One World Poetry Festival, samen met o.a. William S. Burroughs. Woods schreef een bijtende kritiek onder het pseudoniem Woodstock Jones, gedistribueerd door Ins & Outs Press. Jane Harvey richtte de Ins & Outs Press Foundation op en opende de Ins & Outs Bookstore.

60


FEATURIN

61


NG

62


63