Markant 2015, nummer 6

Page 16

opmerken. Een gedragswetenschapper van dezelfde instelling, Sharina Grefelman, laat filmbeelden zien van de methode Urlings: eigenlijk een ‘koffertje’ met allerlei methoden. Belangrijk is dat je mensen in hun waarde laat. Als iemand een verhaal vertelt over zijn echtgenote, hoef je er niet per se direct op te wijzen dat die al lang is overleden. Aanwezige begeleiders wijzen op het belang van goede observatie. Vaak blijken begeleiders die werken met mensen met ernstige verstandelijke beperkingen daar beter in te zijn getraind dan begeleiders van mensen met Down.

RECENSIE

DOOR FIET VAN BEEK

Een positieve benadering

DOWNPOLI’S

Familieleden hebben vragen over de downpoli’s. Eén van hen heeft er goede ervaringen mee, maar hier in het noorden blijkt er maar één te bestaan, van NOVO. En deze staat financieel onder druk. Naast mij zitten een man en zijn dochter die een neef van 37 hebben, met syndroom van Down. Sinds vorig jaar gaat hij zo hard ach-

‘Dat moeten dus heel knappe hersenen zijn’

teruit dat ze hem niet meer mee op vakantie durven nemen. Volgens de begeleiding kan dat niet door Alzheimer komen, maar omdat hij een laag zzp heeft kan dat niet worden onderzocht. Van Dreumel antwoordt dat de kans op dementie op die leeftijd heel klein is, maar dat een laag zzp niet betekent dat er geen onderzoek kan plaatsvinden. Ze adviseert hen de begeleiding nogmaals te wijzen op wat zij waarnemen. En dan is er het vreemde verhaal dat vrouwen die voor hun 35ste een kind met syndroom van Down krijgen een grotere kans hebben om zelf Alzheimer te krijgen. Op de informatietafel achterin de zaal ligt een folder waar dat in staat. Dekker antwoordt dat het verhaal terug gaat op twee kleine onderzoeken door dezelfde onderzoekers in de jaren negentig, waarvan de resultaten sindsdien niet bevestigd zijn. Voorzichtigheid is wat hem betreft geboden. ‘Vaak gaat men in de literatuur op zoek naar informatie om die folders te vullen’, zegt hij enigszins sceptisch, waarna gelach opklinkt. Wilma grijpt in: ‘Alain is een lieve jongen hoor’, zegt ze, ‘hij heeft alleen soms wat • praatjes.’

16

MARKANT OKTOBER 2015

V

ijftien jaar praktijkervaring vormt de basis van het handboek van kenniscentrum Community Support. Het is een lekker leesbaar boek met voorbeelden en tips in een verhalende stijl. Zo komt de lezer niet alleen veel te weten over de methode, maar ook over het ontstaan en de doorontwikkeling van deze manier van werken. En dat alles in slechts 116 ruim opgemaakte pagina’s waar de praktijk vanaf spat. Community Support begeleidt mensen met een beperkte zelfredzaamheid. Kenmerkend voor de methode is: werken op basis van wat de klant echt wil; stellen en voortdurend bijstellen van doelen; samenwerken met mensen uit het netwerk; vieren van successen; en richten op wat de klant wél kan. Tips als ‘Doe je telefoon uit als je bij een cliënt zit’ en ‘Als je iemand belt over de cliënt doe dat dan waar de cliënt bij is’, maken zichtbaar hoe nauw het luistert in het contact tussen cliënt en ‘supportmedewerker’. Herhaaldelijk wordt benadrukt dat de klant regie houdt. Jammer dat er niets in staat over de nieuwe wetgeving op dit punt. Sinds 1 januari 2015 wordt eigen regievoering wettelijk gestimuleerd door de invoering van het persoonlijk plan in de Wmo en het familiegroepsplan in de Jeugdwet. Die plannen worden door mensen zèlf gemaakt, zonder tussenkomst of aanwezigheid van een hulpverlener. Dat lijkt een stap verder te gaan dan het opstellen van een samenwerkingsplan onder begeleiding van de supportmedewerker. Hoe zou de auteur dat zien? Een vraagteken plaats ik ook bij de mededeling dat de methode bewezen effectief is. In de databank van Movisie waarnaar verwezen wordt, kan ik die beoordeling niet vinden. Wel een beschrijving van de methode en een vijftal werkzame

elementen. Loopt de auteur op de feiten vooruit, is de website achter, of is er iets anders aan de hand? Ik vond het een verademing om eens een methodiekboek te lezen dat zo consequent blijft uitgaan van een positieve benadering en de krachten van de mensen waar het om draait. Het zou mij niet verbazen als studenten van sociale opleidingen en werkers in wijkteams dat met me eens zijn. Daar wil men graag vanuit het perspectief van de cliënt (leren) werken, maar hoe dat gekantelde werken eruitziet • blijft een zoektocht. Fiet van Beek is coördinator van de onderzoekslijn Inclusie van het Lectoraat Klantenperspectief in ondersteuning en zorg van Windesheim Flevoland. Luuk Mur, Handboek Community Support. Leuker.nu 2015. Prijs 29,95. ISBN 978 94 62543 86 7.