BOSK Magazine 2007 #4

Page 26

Column

Klein leed door de heer Van Gastel

Ik heb de afgelopen weken weer verschrikkelijk geleden. Was in den verre op congres. Een groot gezondheidscongres met toppers als sprekers. Ik werd daar sessie na sessie getrakteerd op nieuwe wetenswaardigheden en maakte druk aantekeningen voor thuis. Maar in de pauzes en tijdens de lunch was het niet zo’n succes. Ik voelde me daar eerlijk gezegd erg alleen. Vreemde omgeving met allemaal onbekenden die elkaar erg goed leken te kennen. Ik kende daar helemaal niemand en aangezien ik een verlegen karakter heb, werd elke pauze steeds een grotere hel. Bij de buffetlunch ging ik maar met mijn broodje in de hand buiten wandelen. Maar het ergste moest nog komen: het afsluitend diner met tussen de gangen door nog meer topsprekers. Bij wie kom je aan tafel en lukt het om een goed gesprek te krijgen en aan de gang te houden? Eten met mijn familie is voor mij al een intieme aangelegenheid, laat staan dat ik graag voedsel verscheur en kauw in het bijzijn van wildvreemden. Gerard Reve zei ooit dat hij met de medemens altijd makkelijker sekste dan at. Met andere mannen plassen op herentoiletten zonder tussenschotten is ook zoiets. Dinertime brak aan. Reusachtige zaal, ronde tafels, très chique. Ik was als een van de eersten binnen. Ik koos een lege tafel uit, ging zitten en trok het gezicht van een charmante tafeleigenaar. De mensen die binnenstroomden liepen allemaal naar de andere tafels en ik bleef alsmaar alleen. Zeer pijnlijk. Mijn lege tafel leek steeds groter te worden en minuten duurden uren. Maar god bestaat en dus kwamen er ineens vanachteren drie mensen opdagen om naast mij aan mijn tafel te gaan zitten. We schudden handen en stelden ons voor. Maar nog voordat ik een openingszin had kunnen bedenken, keerde het drietal zich aan tafel naar elkaar toe om hun gesprek voort te zetten. Ik kon niet eens verstaan waar ze het over hadden, laat staan dat ik in dat gesprek in zou kunnen breken. Alle andere tafels werden voller en voller, men schonk daar voor elkaar water in en er werd luid gelachen. Maar god bestaat en dus verscheen aan mijn tafel een goddelijke engel. Een aantrekkelijke vrouw, stijlvol Frans type, een veertigster met een nauwsluitend mantelpakje met

26

Magazine 4 - 2007

panterstippen. Nee, geen tijgerprint, panterstippen. En ja, Pantertje wilde aan mijn tafel komen zitten. Na het handen schudden schoof ze helaas aan de andere kant van het tussenzittende drietal aan. Ik moest iets bedenken om te zeggen want anders was mijn contactkans voorbij. Ik zag haar dorstig naar het water kijken. Ik pakte de karaf bij mij op en liep naar haar toe om haar in te schenken. Ze bedankte me lachend en ik ging naast haar zitten. En we begonnen te praten, ik weet niet wie begon, maar het gesprek liep vanzelf, ze rook ook heel lekker, en ze lachte tussendoor naar me. Ze was een topper bij een farmaceut, ja ze had vandaag goede dingen gehoord, was ik ook bij die sessie van...? Maar dan verscheen aan mijn andere kant een man die vroeg of hij naast me mocht komen zitten. Zonder hem aan te kijken zei ik ja en praatte door met Pantertje, maar zij wou anders, zij stak beleefd haar hand uit naar mijn nieuwe buurman. Ik volgde en zag nu pas dat het een zeer knappe man is, tien jaar jonger dan ik, in zeer mooi pak, met een stralend duivelse lach. Hij heette Max. En in het half uur dat volgde, leverde hij het bewijs dat hij veel leuker was dan ik, ik probeerde af en toe een grap waar ze beiden pijnlijk beleefd om lachten, maar de ogen van Pantertje stonden wijd opengesperd als Max haar iets vroeg of haar brood toestak, ik raakte meer en meer ingeklemd tussen twee hongerige beesten met maar één verlangen. Er kwam een spreker en we mochten daarna vragen stellen. Ik deed mijn best en stelde een vraag die hout sneed. Kreeg een nietszeggend antwoord van de spreker terug. Toen stond Max op en hij richtte zich tot de spreker. Max begon met een verhandeling over The Tempest van Shakespeare en stelde vandaar uit een geniale vraag die de spreker en de rumoerige zaal met stomheid sloegen. Hij ging zitten en Pantertje kroop zowat over mij heen om Max te complimenteren met zijn belezenheid. Op dat moment verdween mijn laatste hoop. Ik verexcuseerde me mompelend en kneep hem er tussen uit. In de lege bar van mijn hotel bleek een pianist op mij te wachten met Strangers in the night. Heb ik u al eens verteld dat ik heel erg van pianomuziek houd? ■


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.