Fictie zomer 2014

Page 5

J

ullie moeders waren maar al te blij dat de tafel in de grote gemeenschapskamer was gedekt met wasdoek; kregen hun vingers iets om mee te wriemelen en hoefden ze niet openlijk op hun nagels te bijten. Ze deden alsof ze het hele interieur bestudeerden, lachten naar de ongewenste kinderen van een ander die de gewoonte hadden het bezoek aan te gapen, zuchtten, en vroegen vervolgens, men zou bijna aannemen geïnteresseerd: ‘Hoe gaat het?’ Wel ja, hoe zou het zijn gegaan? Hoe ging het om een douche te delen met ontwakende kerels die deze vierkante meter privacy benutten om zich af te rukken? Hoe ging het als je niemand kon vertrouwen en de zeldzame exuberantie van een flesje aftershave na drie dagen reeds werd gejat? Maar jullie verkondigden jullie moeders: ‘Goed!’ Omdat zo’n antwoord veruit het simpelst was. En omdat zij toch niet van plan waren iets te ondernemen tegen datgene wat jullie slecht deed voelen. Dus goed.

5