The French Connection

Page 8

006_GPV1QU_20091114_VMGBI

12-11-2009

20:48

Pagina 6

ACTUA

Dixit Europese Commissie: de verkeerde producten, naar de verkeerde landen

Wat is er mis met onze export? 2 Vorig jaar vertrok amper 4,4 procent van de totale Belgische export naar de zogenaamde BRIIC-landen: Brazilië, Rusland, India, Indonesië en China. Blijven we niet te veel onder de Europese kerktoren? Of exporteren we de verkeerde producten naar de verkeerde landen? Het rapport van de Belgische export.

1% van alle ondernemingen is verantwoordelijk voor bijna de helft van onze export. 10% van de bedrijven realiseert liefst 85% van de export. (Bron: Flanders DC, Vlerick Leuven Gent Management School, 2008)

“De verkeerde producten naar de verkeerde landen”. Deze onrustwekkende diagnose van de Belgische export door de Europese Commissie verdween geruisloos tussen de plooien van onze media. Overstemd door het gehakketak over voetballersbillen en Mexicaanse griep, of dubieuze argumenten van tennissers over niet ingevulde ‘whereabouts’. Nochtans gaat er onder die diagnose een hardnekkige Mexicaanse griep schuil die onze economie al langer infecteert. Onze bedrijven blijven te veel onder de Europese kerktoren (75% van de export naar EU-27), terwijl de échte groeilanden en dus exportbestemmingen met potentieel zich de volgende decennia een pak verderop situeren. Bijkomend euvel: we voeren te veel halfafgewerkte producten met weinig toegevoegde waarde uit naar grootmachten als Frankrijk of Duitsland. Precies op die producten woedt een scherpe prijzenslag. Precies op die producten weegt de fel bediscussieerde Belgische loonhandicap het zwaarst. Met andere woorden: als ons economisch weefsel niet snel een facelift ondergaat én als we niet even gezwind meer exporteren naar groeilanden buiten Europa, zitten we in de nabije toekomst met een torenhoog probleem. Professor Leo Sleuwaegen, professor aan de faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen van de K.U.Leuven en decaan onderzoek Vlerick Leuven Gent Management School: “We zitten met een kleine, grotendeels verzadigde binnenlandse markt én verliezen tegelijk marktaandeel op de buitenlandse markten waar we al aanwezig zijn. Daar moeten we ons toch ernstige zorgen over maken.” Johan Cruijff zei het al: ‘elk voordeel heb zijn nadeel’. Ons

havennetwerk en centrale ligging in Europa lokten in het verleden heel wat grote buitenlandse spelers in de chemie, automobiel en farma naar België. Bulkgoederen komen via die havens goedkoop ons land binnen. “Dat comparatieve voordeel heeft België heel nadrukkelijk geduwd in de richting van de export van halfafgewerkte producten naar grote industrieën in de buurlanden.” Langzaam maar zeker zijn we met zijn allen in slaap gewiegd. “Perifere landen als Ierland en de Scandinavische landen hebben uit pure noodzaak veel sneller geïnvesteerd in de productie en export van innovatieve producten en diensten. Wij niet. Vijf voor twaalf? Dat is het al een hele tijd.” Heel wat Aziatische en Amerikaanse bedrijven gebruiken ons logistiek netwerk als doorgeefluik om hun producten elders op de Europese markt te slijten. Die ‘wederuitvoer’, waar België amper aan verdient, is goed voor één derde van onze totale uitvoer. Sleuwaegen: “Het lijkt verwonderlijk en tegelijk paradoxaal dat we geëvolueerd zijn naar een kennis- en diensteneconomie, maar vooral uitvoeren in erg competitieve kapitaalintensieve activiteiten. Heel wat dienstensectoren, waaronder onderwijs, en in grote mate de zorgsector, zijn sterk afgeschermd van concurrentie. Omdat die grotendeels met belastinggeld worden gefinancierd, zijn er geen stimuli om die kennis te vermarkten en uit te voeren.” Onderzoek moet goedkoper Wilson De Pril, directeur-generaal van Agoria Vlaanderen, de federatie van technologische bedrijven,


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.