Spui44

Page 5

05 tekst • Albert Goutbeek beeld • Daniël Rommens / Folia

‘LEVEN LANG LEREN: DAARIN HEEFT DE UNIVERSITEIT ALUMNI VEEL TE BIEDEN’ Sinds 1 juni heeft de Universiteit van Amsterdam twee nieuwe bestuurders. Geert ten Dam is voorzitter van het College van Bestuur, Karen Maex is rector magnificus en lid van het CvB.

ER IS AL LANGER EEN DEBAT GAANDE, OOK INTERNATIONAAL, OVER WAT NU EIGENLIJK DE TAAK IS VAN DE UNIVERSITEIT. WAAR STAAT DE UNIVERSITEIT IN UW OGEN VOOR?

Maex: ‘De twee kerntaken van de universiteit zijn onderwijs en onderzoek. De universiteit voert deze niet uit vanuit een isolement, maar in relatie tot de maatschappij. De studenten die we opleiden, worden de waardedragers en de architecten van de maatschappij van de toekomst. Dat gaat verder dan kennisoverdracht. We moeten hen vaardigheden bijbrengen die zij straks nodig hebben om hun rol te kunnen oppakken: inzicht verwerven, analytisch denken, risico’s op waarde schatten en er verstandig mee omgaan, creativiteit inbrengen, durven vernieuwen. En, heel belangrijk, je verbeeldingskracht ontwikkelen en het vermogen om betekenis te geven en die tot uitdrukking te brengen. Dat zijn kwaliteiten die alle studenten nodig hebben, zowel alfa’s als bèta’s en gamma’s, en die je juist in een brede universiteit als de Universiteit van Amsterdam goed kunt vormgeven. Daarnaast zorgt de universiteit voor een kennisbasis, met fundamenteel en maatschappijgericht onderzoek van hoog niveau. Dat is een taak die het nationaal belang overstijgt: de wetenschap kent per definitie een internationaal speelveld.’ Ten Dam: ‘De universiteit vervult een cruciale functie in de persoonlijke en intellectuele vorming van individuen en heeft een belangrijke maatschappelijke functie in de productie en circulatie van kennis. Die kennisfunctie heeft naast een economische een veel bredere, maatschappelijke component. De afgelopen jaren heeft in het beleid de economische component gedomineerd. Het is niet goed ons alleen daarop te richten, op de lange termijn zou je daarmee zelfs de kenniseconomie tekort doen. Je kunt de verschillende functies van de universiteit nooit los van elkaar zien.’ IN HET GESPREK OVER DE TAKEN VAN DE UNIVERSITEIT EN HOE ZIJ DIE UITOEFENT, GAAT HET OOK OVER SAMENWERKING EN SCHAALGROOTTE. MOET DE UVA WEL OF NIET SAMEN MET DE VU, EN AL DAN NIET DOOR SAMEN MET DE HVA? HOE STAAT U DAARIN?

Maex: ‘Die vraag moet je anders stellen: zijn onderzoek en onderwijs gebaat bij een samenwerking en is er een strategische meerwaarde die onze internationale positie versterkt? Het antwoord hierop moet in de eerste plaats komen van de wetenschappelijke staf, de onderzoeksinstituten en de opleidingen. Zij zetten de strategische lijnen uit voor hun disciplines. Als je kiest voor samenwerking, dan doe je dat vanuit de inhoud. Pas als de samenwerking een goede start heeft gemaakt, is het zaak de besturing daarop aan te passen.’ Ten Dam: ‘De UvA, HvA en de VU liggen op een steenworp afstand van elkaar. Ik ben erg voor samenwerking op de punten waar je elkaar kunt versterken. Dat varieert van soepele studieloopbanen tot gezamenlijke onderzoeksprojecten.

De instellingen worden allemaal met publiek geld bekostigd en moeten elkaar dus niet gaan beconcurreren. De inhoudelijke samenwerking is wat telt, die moet leidend zijn. De vorm volgt daaruit en die kan voor de ene faculteit anders zijn dan voor de andere. De samenwerking tussen UvA en HvA gaan we evalueren, we wachten af wat daaruit komt en bepalen dan welke stappen we zetten. Ook in de samenwerking met de VU draait het om de inhoud, niet om de vorm, niet om een fusie. Kijk altijd eerst naar de inhoud en staar je niet blind op de governance, dat is niet hetgeen waartoe wij op aarde zijn.’ U VORMT EEN NIEUW BESTUUR NA EEN BEWOGEN PERIODE AAN DE UVA, MET DE BEZETTING VAN HET MAAGDENHUIS EN DE ROEP OM HERVORMINGEN. WAT IS UW GROOTSTE UITDAGING?

Ten Dam: ‘Er zijn afgelopen jaar belangrijke thema’s aan de orde gesteld. Soms wat scherp verwoord, maar ik herken uit de Faculteit der Maatschappij- en Gedrags­ wetenschappen waar ik vandaan kom dat het thema’s zijn die breed leven onder studenten en medewerkers. Twee daarvan hoorde ik steeds terugkomen: de roep om meer professionele ruimte voor medewerkers, en om gelijke waardering van de kerntaken onderzoek en onderwijs. Als we deze twee dingen goed met elkaar oppakken – er zijn trouwens al stappen gezet – dan helpt dat om rust en vertrouwen terug te brengen in de organisatie.’ Maex: ‘Mensen moeten de rust ervaren en de inspiratie vinden om de ambitie waarvoor ze naar de universiteit zijn gekomen ten volle te kunnen waarmaken. Dat kan alleen in een creatieve omgeving waar ruimte is voor eigen initiatief. Ik wil daarom onderzoeken hoe we meer verantwoordelijkheid kunnen leggen bij kleinere een­ heden, dichter bij het primaire proces en met ingebouwde checks and balances. Het bevorderen van creativiteit staat immers haaks op de regeldruk, die vaak als controle wordt ervaren, en dat soms ook werkelijk is. Die regeldruk is een breder maatschappelijk probleem dat ook de universiteit in de kern raakt.’ WAT ZIJN VERDER DE SPEERPUNTEN VOOR DE KOMENDE PERIODE?

Ten Dam: ‘Het is zaak dat we het personeelsbeleid ontwikkelen, zoals dat past bij de universiteit. We hebben een mix nodig van vast en tijdelijk personeel. Voor onderwijsverbetering en onderzoeksontwikkeling moet je kunnen steunen op een vaste academische staf. Tijdelijk personeel is er voor tijdelijk werk, zoals tweede-geldstroomprojecten en het opvangen van een grotere studenteninstroom. We moeten ook meer werk maken van loopbaanperspectieven en daarbij passende scholings­ mogelijkheden. Niet alleen voor onze vaste medewerkers, maar juist ook voor het tijdelijk personeel. Sterk en sociaal hrm-beleid is een belangrijke randvoorwaarde voor een sterke kwaliteitscultuur.’


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.