inhoud
Inhoud HOOFDSTUK 1 Inleiding
15
1
17
Plannen en budgetteren
1.1 Plannen
17
1.2 Budgetteren
17
1.3 Knelpuntfactoren
18
1.3.1
Externe knelpuntfactoren
18
1.3.2
Interne knelpuntfactoren
19
2
Wettelijke vereisten met betrekking tot budgetteren
20
3
Voorwaarden voor een goed budget
21
3.1
Een bekwaam management
21
3.2
Een goede kostencalculatie
22
3.3
Een duidelijke organisatiestructuur
22
3.4
Een degelijk marktonderzoek
23
3.5
Een haalbaar budget
23
3.6
Flexibiliteit in de budgettering
23
4
Gevaren verbonden aan budgettering
24
4.1
Onnodige details in het budget
24
4.2
Budget enkel op basis van historische gegevens
24
5
De fasen van het budgetteringsproces in de onderneming
24
5.1 Planning
24
5.2 Coördinatie
24
5.3 Controle
24
6 Conclusie
25
HOOFDSTUK 2 Budget en budgetcontrole
27
1
Het financieel managementrapport als controle-instrument
29
1.1
Algemene criteria
29
1.2
Het financieel managementrapport van kosten en opbrengsten
30
1.3
Het financieel managementrapport van de jaarrekening
33
2
De balanced scorecard
37
2.1 Definitie
37
2.2
39
Financieel perspectief
2.3 Afnemersperspectief
40
2.4 Interneprocessenperspectief
40
2.5
Leer- en groeiperspectief
40
2.6
De BSC als strategisch managementproces
41 7
inhoud 3 Benchmarking
42
3.1
Soorten benchmarking
43
3.2
De vier stappen van een benchmarkingproces
43
3.2.1 Planning
43
3.2.2 Analyse
44
3.2.3 Integratie
44
3.2.4 Actie
44
4 Conclusie
45
5 Oefeningen
45
HOOFDSTUK 3 Soorten budgetten
49
1
Budgetten naargelang de aard van de onderneming
51
2
Functionele indeling van budgetten
52
3
Statische en flexibele budgetten
53
4
Activity based budgetten
54
4.1
Het begrip
54
4.2
Activity based budgettering in de dienstensector
55
5
Budgetten voor discretionaire kosten
55
5.1
Zero based budgeting
55
5.1.1
Identificatie van beslissingseenheden
56
5.1.2
Analyse van de beslissingsmethode
56
5.1.3
Toewijzing van schaarse middelen aan de activiteiten
56
5.1.4
Opstellen van gedetailleerde budgetten
56
5.2
Incrementele budgettering
58
5.3
Project funding
58
6 Conclusie
HOOFDSTUK 4 Het verkoopbudget
8
59
61
1
Opstelling van het verkoopbudget
63
2
Coördinatie van het verkoopbudget
64
3
Controle van het verkoopbudget
64
4 Cases
69
4.1
Case Tevalux
69
4.2
Case Compuserv
69
5 Conclusie
70
6 Oefeningen
71
inhoud
HOOFDSTUK 5 Het verkoopkostenbudget
73
1
Kosten inherent aan de verkoop
75
2
Verkoopstimulerende kosten
77
3
Coördinatie van het verkoopkostenbudget
78
4
Controle op het verkoopkostenbudget
78
5 Cases
81
5.1
Case Tevalux
81
5.2
Case Compuserv
81
6 Conclusie
81
7 Oefeningen
82
HOOFDSTUK 6 Het productiebudget en voorraadbudget afgewerkt product
87
1
Opstellen van het productiebudget en het voorraadbudget afgewerkt product
89
2
Coördinatie van het productie- en voorraadbudget
89
3
Controle op het productie- en voorraadbudget
90
4
Dienstenondernemingen en voorraad
91
5 Cases
92
5.1
Case Tevalux
92
5.2
Case Compuserv
93
6 Conclusie
94
7 Oefeningen
94
HOOFDSTUK 7 Het investeringsbudget
99
1
Het belang van investeringsbudgetten
101
2
Raming van de investeringswaarde
103
3
Raming van de nettomeerinkomsten of -besparingen en raming van de nettomeeruitgaven 104
3.1 Btw
104
3.2 Overheidssubsidies
104
3.3 Vennootschapsbelasting
104
4
Raming van het tijdspatroon
105
5
Raming van de minimale rendementseis (cut-off rate)
105
6
Incalculeren van risico’s
106
9
inhoud 7
Onderzoek en selectie van investeringsvoorstellen
7.1
Pay-backmethode of terugverdientijd
107
7.2
Return on investment – het gemiddeld rendement (ROI)
109
7.3
Accounting rate of return – gemiddeld boekhoudkundig rendement
110
7.4
Net present value methode (NPV) – methode van netto huidige waarde (NHW)
111
7.4.1
Het begrip
111
7.4.2
NPV met behulp van een spreadsheet
113
7.4.3
NPV met behulp van tabellen
114
7.4.4
NPV en risico
114
7.5
Discounted payback
115
7.6
Internal rate of return (IRR) - methode van gedisconteerde rendementsvoet
115
7.6.1
Het begrip
115
7.6.2
IRR met behulp van een spreadsheet
116
7.6.3
IRR met behulp van tabellen
116
7.6.3.1 Gelijke kasstromen na belasting per jaar
116
7.6.3.2 Verschillende kasstromen na belasting per jaar
117
8
Investeringen met effect op het werkkapitaal
119
9
Investeringen met een restwaarde
120
9.1
Restwaarde bij leasing
120
9.2
Restwaarde als investeringen worden verkocht vóór het einde van de geplande levensduur
120
9.3
Meer- of minderwaarde bij verkoop van een investering op het einde van haar levensduur
126
10
Coördinatie van het investeringsbudget
128
11
Controle op het investeringsbudget
128
12
Het R, D & E-budget
129
13 Cases
130
13.1
Case Tevalux
130
13.2
Case Compuserv
130
14 Conclusie
130
15 Oefeningen
131
HOOFDSTUK 8 Kostenbudgetten
139
1 Algemeen
141
1.1
Variabele en vaste kosten
141
1.2
Directe en indirecte kosten
142
2
Indirecte kostenbudgetten
143
2.1
Vaste of geprogrammeerde kostenbudgetten
143
2.2
Het budgetteren van semi-variabele kosten
143
2.2.1
Directe schattingsmethode
143
2.2.2
Methode van het hoogste en laagste punt (high point, low point method)
144
2.2.3 Correlatiemethode 10
107
145
inhoud 3 Conclusie
145
4 Oefeningen
146
HOOFDSTUK 9 Materiaalbudgetten
149
1 Materiaalverbruikbudget
151
2 Materiaalvoorraadbudget
151
3 Materiaalaankoopbudget
152
3.1
Frequentie van de bestelling
152
3.2
Grootte van de bestelling
153
3.2.1
De bestelkosten (B)
155
3.2.2
De voorraadkosten (O %)
155
3.2.2.1 Kapitaalkost
155
3.2.2.2 Opslagkost
156
3.2.2.3 Handling kost
156
3.2.2.4 Verouderingskost
156
3.2.2.5 Overige kosten
157
4 Materiaalkostenbudget
157
5
Coördinatie van het materiaalbudget
157
6
Controle op het materiaalbudget
158
7 Cases
159
7.1
Case Tevalux
159
7.2
Case Compuserv
161
8 Conclusie
161
9 Oefeningen
162
HOOFDSTUK 10 Personeelsbudgetten
165
1
Bepalen van de behoefte aan arbeid
167
2
Samenstellen en aanpassen van het personeelsbestand
167
3
Bepalen van het loonniveau
168
4
Budgettering van de arbeidskosten
168
5
Coördinatie van het personeelsbudget
170
6
Controle op het personeelsbudget
170
7 Cases
171
7.1
Case Tevalux
171
7.2
Case Compuserv
172
8 Conclusie
173
9 Oefeningen
174 11
inhoud
HOOFDSTUK 11 Budget van de indirecte productiekosten 1
Coördinatie van het indirecte productiekostenbudget
179
2
Controle van het indirecte productiekostenbudget
179
3 Cases
180
3.1
Case Tevalux
180
3.2
Case Compuserv
183
4 Oefeningen
184
HOOFDSTUK 12 Budget van de beheers- en administratiekosten en de kosten van kwaliteit
189
1
Beheers- en administratiekosten
191
2
Kosten van kwaliteit
191
3
Coördinatie van het beheers- en kwaliteitskostenbudget
192
4
Controle van het beheers- en kwaliteitskostenbudget
192
5 Cases
193
5.1
Case Tevalux
193
5.2
Case Compuserv
193
6 Oefeningen
194
HOOFDSTUK 13 Het liquiditeitsbudget
195
1
De kasplanning
197
1.1
Planning van de ontvangsten
198
1.2
Planning van de uitgaven
198
2
Case Tevalux: Ontvangsten uit verkopen
200
3
De vermogensstromentabel
202
4
Evenwicht tussen ontvangsten en uitgaven
204
4.1
Beheer van het werkkapitaal
204
4.2
Beleggings- en financieringsmogelijkheden
205
5
Coördinatie van het liquiditeitsbudget
205
6
Controle op het liquiditeitsbudget
205
7 Cases
12
177
206
7.1
Case Tevalux
206
7.2
Case Compuserv
207
8 Conclusie
208
9 Oefeningen
209
inhoud
HOOFDSTUK 14 De gebudgetteerde jaarrekening en het financieel plan
219
1 Algemeen
221
2
Uitwerking van een financieel plan van een handelsonderneming bij oprichting
221
3
De gebudgetteerde jaarrekening
227
3.1
Case Tevalux
227
3.2
Case Compuserv
229
4
Coördinatie en controle van de gebudgetteerde jaarrekening
4.1
Case Tevalux
233
4.2
Case Compuserv
235
232
5 Oefeningen
236
HOOFDSTUK 15 Budgetteren met software
245
Bibliografie 249 Bijlagen 253 Bijlage 1: Actuele waarde van 1 EUR na (n) periodes bij een intrest van (i) %
255
Bijlage 2: Actuele waarde van 1 EUR gedurende (n) opeenvolgende periodes bij een intrest van (i) %
256
Bijlage 3: Case Tevalux
257
Bijlage 4: Case Compuserv
271
13