Opmaak-Handlijnkunde-V2 06-06-2013 14:45 Pagina 26
ADDENDUM De hand en mythologische archetypen In de oude handleeskunde, zoals deze destijds door de Assyriërs, Chaldeeën en Babyloniërs werd uitgeoefend, ging men ervan uit dat de goden het lot van de mensen bestuurden. En ook dat deze goden dat lot in de handen van die mensen hadden geschreven. In de oudheid onderscheidde men al verschillende typen mensen of archetypen, die elk naar één van de goden genoemd werden overeenkomstig de karaktereigenschappen ervan. In oude culturen, waar veel aandacht geschonken werd aan intuïtieve ervaringen, werden deze archetypen feilloos aangevoeld. In de oude handleeskunde werden de verschillende delen van de handpalm en ook de vingers aanvankelijk naar Griekse goden genoemd. Toen de handleeskunde de weg naar Rome vond werden deze Griekse namen veranderd in die van Romeinse goden en godinnen. In de moderne handleeskunde worden de namen van Romeinse goden nog steeds gebruikt. Deze symboliseren daarbij een archetype of karaktereigenschap waarbij iedere berg of vinger met die naam de overeenkomstige karaktereigenschap weergeeft. In de vorige eeuw zijn er in de handleeskunde nog nieuwe bergen toegevoegd die de namen gekregen hebben van de goden Uranus, Neptunus en Pluto. Recent zijn de Proserpinaberg en de Ceresberg hieraan toegevoegd die in het onderbewuste gedeelte van de hand liggen. Zolang de mensheid bestaat, bestaan er verhalen waarin volken vormgeven aan hun opvattingen over de godenwereld, over het ontstaan van de aarde en de mensheid, en over andere ingrijpende gebeurtenissen in de oertijd. Archeologische vondsten bieden ons de mogelijkheid meer te weten te komen over de oeroude geloofsvormen en mythen van onze voorvaderen. Deze ‘oerbelevingswereld’ met haar zinnebeelden, rituelen en symbolische voorstellingen is ook nu nog bij primitieve volkeren te vinden. Deze belevingswerelden of beelden, die voor iedereen dezelfde betekenis hebben, zijn psychische verworvenheden die de geschiedenis van de mensheid sinds de oertijd weerspiegelen. Deze werden vroeger gepersonifieerd of vermenselijkt tot goden met een typische eigen persoonlijkheid. In de moderne wereld was Carl Jung de eerste psychiater die daar aandacht aan besteedde. Hij gebruikte de term ‘collectief onderbewustzijn’ en noemde de beelden die erin besloten lagen ‘archetypen’. In onze eeuw is het vooral de onderzoeker Mircea Eliade geweest die het verband tussen archetypen en archeologische vondsten, primitieve volkeren en mythen wist te leggen. Het belang van zijn werk is dat we niet alleen de oerhistorie leerden kennen maar ook dat we deze gevoelsmatig vanuit onze eigen psyche kunnen begrijpen en daarmee ook onze diepste drijfveren. Elke Romeinse god cq archetype stelt een essentiële beleving voor die we in ons dagelijks leven kunnen herkennen. De betekenis van de vingers en de bergen in de handleeskunde worden voor een deel bepaald door deze archetypen en daarom hebben ze in de handleeskunde de overeenkomstige mythologische namen gekregen. Tegenwoordig spreken we liever van een soort energie dan van een archetype.Wanneer iemand een sterke Jupiter-energie vertoont zullen de kenmerken ook duidelijk in de hand aanwezig zijn.
26
STANDAARDWERK UNIVERSELE HANDLEESKUNDE