Bestuurlijke transitie
Bestuurlijke transitie
benadering ontwikkeld zijn, zijn gericht op een
onderzoeksteam rond de Nederlandse prof
brengen. Daartoe worden in samenspraak
opentrekken van de blik, een herdefinitie van
Jan Rotmans verbonden aan DRIFT van de
“transitie-experimenten” geformuleerd en
het probleem, een vernieuwing van aannames
Erasmus Universiteit Rotterdam.13 TM is het
naar coalities gezocht om die uit te voeren.
en interpretatiekaders, een herformulering
meest toegepast en meest bekend, maar
Het is de bedoeling zowel de experimenten
van de rol van stakeholders, het betrekken
heeft ook behoorlijk wat kritiek gekregen.
als het transitieproces van nabij op te volgen,
van nieuwe actoren in verruimde netwerken
zodat er lessen getrokken kunnen worden
tegelijk mag er geen twijfel over bestaan dat zonder de dynamiek in de samenleving en de betrokkenheid van vele actoren een transitie niet op gang komt.”
en platforms, het experimenteren met duur-
Enkele jaren geleden besliste de Vlaamse
over wat wel en niet werkt op het terrein,
zamere praktijken en technologieën. Zo wordt
regering — mede op advies van de Sociaal-
maar zodat ook het proces eventueel bij-
met gezamenlijk uitgewerkte toekomstvisies
Economische Raad van Vlaanderen (SERV)
gestuurd kan worden. Wat er in feite gebeurt,
Deze TM-aanpak is zowel door DuWoBo als
en scenario’s geprobeerd de contouren van
en de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen
is dat met de visie en de transitiepaden een
Plan C vrij strikt gevolgd. Binnen DuWoBo
het debat te verleggen, ambitieniveaus te
(Minaraad) — in haar milieubeleid te experi-
langetermijnkader gecreëerd wordt waartegen
werd begin 2005 eerst een systeemanalyse
verhogen, en de agenda’s van veranderings-
menteren met transitiemanagement. In 2004
kortetermijnacties afgewogen kunnen worden.
uitgewerkt.14 Die wijst op een aantal belang-
gezinde spelers met elkaar te verbinden.
startte een eerste proces rond duurzaam
Die acties kunnen praktijkexperimenten zijn,
rijke knelpunten zoals een individualistische
Experimenten met nieuwe technologieën
wonen en bouwen (DuWoBo), in 2006 een
maar het kan ook gaan om beleidsmaatregelen
en starre wooncultuur; een tekort aan betaal-
en praktijken dienen dan weer om de korte
tweede rond duurzaam materialenbeheer
ter ondersteuning van de transitiepaden.
bare kwaliteitsvolle, gezonde en veilige
en de lange termijn met elkaar te verbinden
(Plan C). De eerste fase in transitiemanage-
Naarmate de steun voor de transitievisie groeit,
woningen; beperkte flexibiliteit in de bouw-
en in de praktijk te leren over gewenste
ment bestaat doorgaans uit bijeenkomsten
kan ze evolueren naar een inspiratiebron
cultuur; eindigheid aan de beschikbaarheid
uitkomsten.
van voorlopers (nichespelers en veranderings-
en strategische oriëntatie voor het reguliere
van ruimte voor wonen; een woon- en bouw-
gezinde regimespelers) in zogenaamde
beleid dat gericht is op korte en middellange
cultuur die niet is afgestemd op de draagkracht
Afhankelijk van de visie op de rol van actoren,
“transitiearena’s”, waarin gezamenlijk gewerkt
termijn.
van het milieu; geen homogeen overheids-
de mate van stuurbaarheid en het belang van
wordt aan een definiëring van de hardnekkige
soorten netwerken worden verschillende
problemen waarop het systeem botst en,
benaderingen naar voren geschoven. Sommige
vooral, aan de uitwerking van een toekomst-
daarvan focussen vooral op de versterking
visie voor het systeem voor de volgende
11
van niches en nicheactoren, andere vertrekken
vijfentwintig tot vijftig jaar. Die visie dient
vanuit specifieke knopen in het systeem of
dan als basis voor de formulering van een
12
vanuit de rol van consumenten.
Transitie-
aantal “transitiepaden”, de hoofdlijnen van
management vertrekt vanuit een gezamenlijke
verandering waarlangs de transitie zou kunnen
systeemanalyse en visievorming met een
verlopen. De transitiearena gebruikt de visie
beperkte groep van vooruitstrevende niche-
en de transitiepaden tevens om het netwerk
en regimespelers en probeert daarmee aan
uit te breiden en op zoek te gaan naar
agendasetting te doen voor langetermijnbeleid.
geïnteresseerde bedrijven, organisaties en
De TM-aanpak werd ontwikkeld door een
individuen om de ideeën in de praktijk te
108
beleid. In een volgende fase worden zeven
“Bij een transitieaanpak krijgt de overheid een vernieuwde invulling: faciliteren van processen, richting geven aan langetermijnoriëntaties, voorwaarden creëren om transitieprocessen te versoepelen, verbindingen leggen tussen processen en actoren. De overheid is dus wel een belangrijke speler, maar
leidende principes gedefinieerd voor een duurzame ontwikkeling van wonen en bouwen in Vlaanderen: een geïntegreerde benadering van de ontwikkeling en management van de sector; gedeelde verantwoordelijkheid en transparante besluitvorming; hoge kwaliteit van het gebouw en de leefomgeving; toegankelijke en sociaal rechtvaardige huisvesting; balans tussen privaat en collectief gebruik; gesloten kringlopen van stoffen en materialen; economisch gezonde en maatschappelijk verantwoorde bouwsector. Vanaf
109