Pretpark Poëzie 7

Page 56

Inbreker De inbreker kwam vragen hoe ik mij voelde. Hij hoorde mij huilen onder de trap. Mijn vader zat in ‘het zonneke’. Mijn moeder was met haar vriendin van de tennis, maar eigenlijk haar vriend. De inbreker zette de stereo weg, legde de autosleutels terug. Pakte eieren. Bakte pannenkoeken. Stal mij.

Bove De jongen boven het hoofd, hoor je zijn stem en zijn stemmingen? Het vegend slepen met de dingen, een lichaam en een bed. De vriendin wordt nu uit huis gezet.

Hij zei, ik steel alleen de dingen die niemand zal missen.

Daaronder jij, in huis gehaald, uitgekleed, in bed gelegd, het licht gaat uit, je lome huid, blijft, want we beginnen net.

Rik Bakx

Rik Bakx

56


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.