AcconAvm InfoBulletin Agro nr. 2 2012

Page 3

accon■avm benchmark maakt bedrijfsvergelijking mogelijk

Continu zoeken naar de juiste balans Toen Peter de Nooij in 2000 het melkveebedrijf van zijn ouders overnam, besloot hij tot een overstap naar biologisch boeren. Die beslissing heeft tot nu toe, 12 jaar na dato, nog niet helemaal gebracht wat hij ervan verwachtte. ‘Maar spijt? Nee, bedrijfseconomisch doe ik niet onder voor mijn ‘normale’ collega-melkveehouders.’ Het bedrijf van Peter de Nooij bevindt zich in een kwetsbaar gebied, tussen Ouderkerk aan de Amstel en Amsterdam in en tegen het decor van de Amsterdam Arena. Een gebied dat, tussen de bebouwing in, gezien wordt als uiterst waardevol vanuit recreatief oogpunt. Ontwikkelingen daarin volgt Peter de Nooij wel op de voet, maar bieden hem tot nu toe weinig mogelijkheden. Hij zag na de overname van het bedrijf meer in een bedrijfseconomische keuze voor biologisch boeren: “Ik had natuurlijk kunnen kiezen voor groei met pakweg 20, 30 koeien. Maar op het topje van je leencapaciteit ook nog eens melkquotum aankopen, leek mij toen niet echt handig. Deze stap paste beter. Ik hoefde geen grote investeringen te doen. Ik kon relatief snel mijn omzet vergroten omdat ik meer voor mijn melk kreeg. En, ook niet onbelangrijk, ik kon tegen gunstige voorwaarden ‘groen geld’ lenen. Ideologie? Jawel, maar dat was niet de belangrijkste reden. Uit alle mogelijke berekeningen bleek dat we er vooral economisch mee opschoten.” Op peil Peter de Nooij melkt 75 koeien op 55 hectare. Dat is in aantal koeien en hectares meer dan toen hij het bedrijf overnam van zijn ouders. “Maar de totale melkproductie is nagenoeg gelijk gebleven. Overstappen op biologisch boeren betekent onvermijdelijk een productiedaling. Kunstmest strooien is uit den boze. Daardoor neemt de grasopbrengst af. Om de

productie op peil te houden, heb ik land moeten bijpachten. Kwaliteitsverlies van het gras heeft daarnaast direct gevolgen voor de hoeveelheid liters. Om de terugval daarin te compenseren, heb ik het aantal koeien moeten vergroten. Het heeft uiteindelijk niet helemaal gebracht wat ik ervan verwachtte, het is voortdurend zoeken naar de juiste balans. De melkgift per koe is lager dan vooraf berekend. Daarin is vooral het kwaliteitsverlies van het gras een factor van belang.”

Tegelijkertijd houd ik strak in de gaten hoe mijn bedrijfsvoering zich verhoudt tot die van ‘gangbare’ bedrijven met een vergelijkbare omvang. Samen met mijn accountmanager zet ik daarvoor de benchmark van accon■avm in. Dat werkt prima. Bedrijfseconomisch blijk ik niet onder te doen voor mijn collega-melkveehouders. Sterker nog, op basis van de benchmark doe ik het zelfs nog wat beter. Dat geeft moed.”

Benchmark Spijt heeft hij niet. En opgeven is al helemaal geen optie. Theoretisch gezien zou Peter de Nooij zo kunnen terugschakelen naar de ‘gangbare’ manier van werken. In de praktijk is dat minder eenvoudig: “Ik zit in een bepaald bedrijfsvoeringpatroon, waarin ik verder moet en, voor alle duidelijkheid, ook verder wíl. Daarom zoek ik samenwerkingen met gelijkgestemde biologische akkerbouwers, vooral om een oplossing te vinden voor dat kwaliteitsverlies van het gras. En ben ik samen met mijn accountant heel alert op fiscale mogelijkheden, zoals de milieu-investeringsaftrek.

Peter de Nooij: “ Ik zit in een bepaald bedrijfsvoeringpatroon, waarin ik verder moet en, voor alle duidelijkheid, ook verder wíl.”

InfoBulletin

03


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.