Carmel Magazine september 2022

Page 9

Carmel Magazine » jaargang 19 » nummer 51 » september 2022 #koers Kwaliteit door verbinding In gesprek met leerlingen ‘Kennis is écht maar de helft’

2

Ruimte voor onzewereldwijsleerlingen:enklaarvoordetoekomst

’ #Koers2025

»

3 186

Het Carmelbrede programma gaat experimenteren in een proeftuin.

»

Kwaliteit door verbinding gaat het om de vraag hoe we de leerling kunnen helpen bij het leren leren’, verduidelijkt programmamanager Christel Wolterinck.

Samen een slimmere bedrijfsvoering

Oss »

4 Standpunt 5 #stelling 10 Vertel! 15 Passie! 16 Hoe ging het verder met... 17 What's up? 21 College van Bestuur: Fridse Mobach 26 Opmerkelijk Rubrieken

Even gewoon jong zijn

Stichting Carmelcollege omvat 12 instellingen voor bijzonder voortgezet onderwijs. Op ruim 50 locaties verzorgen we een breed onderwijsaanbod in een kleinschalige en veilige omgeving. Zo begeleiden we onze leerlingen. Elke dag opnieuw. Onderstaande - voornamelijk brede - scholengemeenschappen zijn aan Carmel verbonden:

»

»

‘Eigenlijk

»

»

Wij zijn Carmel écht

Almelo » Pius X College, Canisius Deventer » Etty Hillesum Lyceum Eindhoven Augustinianum Emmen Carmelcollege Emmen Enschede Bonhoeffer College Gouda Carmelcollege Gouda Groenlo Marianum Haren Maartenscollege, International School Groningen Hengelo Scholengroep Carmel Hengelo Oldenzaal Twents Carmel College Het Hooghuis Raalte Carmel College Salland

‘Kennis is

»

Drie Carmelscholen geven sinds dit voorjaar onderwijs aan leerlingen uit Oekraïne. 22

maar de helft’ Leerlingen van het Twents Carmel College in Oldenzaal gingen hierover in gesprek en formuleerden vijf praktische adviezen voor hun school. 12

»

»

Les Marlein houdt van veel afwisseling in de les. Zij wil het liefst verschillende dingen doen. Het helpt haar om samen met de docent opdrachten te maken. Jonah geeft aan geen moeite te hebben met 45 minuten heldere uitleg. En als je het snapt, dan kun je de les overslaan. Soms kunnen projecten ook nuttig en aantrekkelijk zijn volgens Cüneyt. De drie vwo’ers raden docenten aan om regelmatig naar de mening van de leerlingen te vragen om zo hun lessen nog beter op hen af te stemmen. Als leerlingen merken dat ze echt invloed hebben, neemt hun betrokkenheid toe. Daarnaast is het van belang om leerlingen bij levensbeschouwing en maatschappijleer na te laten denken over maatschappelijke thema’s en politieke vraagstukken.

Scholengroep Cüneyt en Marlein zijn beide lid van de centrale medezeggenschapsraad. Zij vinden het interessant om mee te praten over beleidsvorming binnen onze scholengemeenschap en behartigen op die wijze de belangen van leerlingen. Best ingewikkeld werk, maar ook heel leerzaam.

School

»

Rector Scholengroep Carmel Hengelo

"Leerlingen naar hun mening vragen en dat vertalen naar concrete actie." Dat is de belangrijkste boodschap van de drie vwo-bovenbouwleerlingen Cüneyt, Jonah en Marlein tijdens een gesprek met mij over leerlingenparticipatie. Het nieuwe leerlingenstatuut van Scholengroep Carmel Hengelo is zojuist vastgesteld. Mooi dat de rechten en plichten van leerlingen zijn vastgelegd. Maar er is meer nodig: geen woorden maar daden. Ik besloot voor mijn Standpunt in gesprek te gaan met drie leerlingen.

WERK MAKEN ENLEERLINGENPARTICIPATIEVANBURGERSCHAP

Leerlingenparticipatie is wat mij betreft een ervaringsonderdeel van burgerschap: leerlingen ervaren hoe inspraak en besluitvorming in de dagelijkse schoolpraktijk werkt. Hoe ver staat het daarmee binnen onze scholengroep? Cüneyt en Jonah zijn zeer positief over Lyceum de Grundel en Marlein is dat ook over Twickel College Hengelo. Ze zijn blij met hun gemaakte schoolkeuze en denken graag positief-kritisch mee om de betrokkenheid van leerlingen te vergroten bij de lessen, de scholen en de scholengroep.

Johan Supèr

Betrokkenheid vergroten

Binnen de scholen zijn leerlingenraden actief. Deze houden zich onder andere bezig met activiteiten voor leerlingen, Standpunt

Tips bevordering leerlingenparticipatie De drie vwo’ers hebben een aantal tips voor mij: maak het leerlingenstatuut bekend bij alle leerlingen, stimuleer leerlingen om mee te denken en hun mening te geven, ga als schoolleiding en directie regelmatig in gesprek met leerlingen en zorg voor vervolgacties, en nodig leerlingen actief uit om mee te doen in leerling- en Fijnmedezeggenschapsraden.omvandezeleerlingen alvast een voorproefje te horen van onze opdracht voor 2022-2023: werk maken van burgerschap en leerlingenparticipatie.

4 zoals Valentijnsdag en Sinterklaas. De leerlingenraad wordt nog onvoldoende gebruikt om leerlingen mee te laten debatteren over ideeën die in de school leven. Hier ligt volgens de drie vwo’ers een mooie kans.

‘Hier ben ik het wel mee eens. Onze school heeft ons goed opgevangen en begeleid tijdens de coronalockdowns en de terugkeer naar school. Al ben ik die periode zelf goed doorgekomen, bij verschillende klasgenoten zijn de motivatie en de discipline door de onlinelessen weggelekt. Dat tekent het belang van goede begeleiding, die overigens positieve en negatieve effecten kan hebben. Positief is dat je meer zelfvertrouwen krijgt en een stevige basis om verder te gaan. Dat kan stress verminderen. Maar het risico is dat je van die begeleiding afhankelijk wordt. Wat als die wegvalt? Je moet dus steeds ook leren zelfredzaam te zijn, en je eigen verantwoordelijkheid te kennen en nemen.’

#stelling

Erni Oostendorp » lid ouderraad, Lichtenvoorde/GroenloMarianum,

Rinze Jacobs » docent economie, Twents Carmel College OldenzaalPotskampstraat,

‘Liever zou ik deze stelling omdraaien: een goed cijfer begint bij goede begeleiding. Ik ben een zij-instromer, heb zeventien jaar in de retail gewerkt. Vanuit dat perspectief zou ik hebben gezegd dat je in je beroep altijd te maken krijgt met afspraken, doelen, prestaties en deadlines. Daar moeten we op voorbereiden, ook omdat onze leerlingen op stage gaan. Maar als docent zeg ik er nu wel iets bij: goede begeleiding is essentieel. Meer kijken naar wat de leerling nodig heeft, meer uitleg, hulp bij het leren leren, coaching om na twee coronajaren weer op school mee te draaien. Daar ligt voor ons een belangrijke taak. Maar niet vrijblijvend, de samenleving vraagt nu eenmaal om diploma’s.’

5

‘School is voor veel leerlingen echt een stressfactor. Sommige docenten maken het ons niet gemakkelijk. Ik heb soms het gevoel dat ze vinden dat we 24/7 met school bezig moeten zijn. Dat geeft druk. Een voorbeeld: wij hebben een halfjaar geen rekenen gehad. Nu moet dat opeens versneld, met elke week een toets. Wij moeten dus voor de gevolgen opdraaien. Het zou beter zijn als beide partijen elkaar vaker opzoeken. Als een leerling stress ervaart, kijk dan als school ook naar de persoon om het vak of het cijfer heen. Voor ons als leerlingen geldt: trek aan de bel als je stress ervaart. Dat doen velen niet. Als je niet durft, vraag het dan je ouders. Zo kun je er zelf ook iets aan doen.’

Nolan Dekker » leerling vwo 6, EindhovenAugustinianum,

Het blijkt uit onderzoeken: jongeren ervaren steeds meer stress. Vaak wijzen ze school aan als één van de oorzaken. Ze noemen bijvoorbeeld de nadruk op presteren en diploma’s, wat eerder faalangst oproept dan stimuleert. Wat kan het onderwijs hiervan leren? Dat vragen we het vernieuwde Carmelpanel, dat reageert op de stelling:

‘Ik heb mijn kinderen gevraagd wat ze van deze stelling vinden. Daar kwamen uiteenlopende antwoorden op, het verschilt per kind. Ik heb meegemaakt dat ze elke week wel iets van school hadden. Dan hadden ze echt het gevoel voortdurend achter de feiten aan te lopen en voor niets anders nog tijd te hebben. Er valt volgens mij veel te verbeteren als verschillende secties hun planningen onderling afstemmen, zodat niet alle toetsen op elkaar volgen. En met goede begeleiding kan de stress verder afnemen. Dat betekent nog meer aandacht voor de leerling en wat die nodig heeft. En meer oog voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling. Een cijfer is soms nodig, maar het is een momentopname.’

‘Goede begeleiding doet meer dan een goed cijfer’

Anneroos Veenendaal » leerling vmbo 4, Etty Hillesum Lyceum De Marke, Deventer

SAMEN BEDRIJFSVOERINGSLIMMEREEEN

» BedrijfsvoeringToekomstbestendige(TBB)

6

Kernvraag

Het Carmelbrede programma Toekomstbestendige Bedrijfsvoering begint aan een volgende fase. Drie scholen, Twents Carmel College (Oldenzaal, Losser en Denekamp), Carmelcollege Gouda en Marianum (Groenlo en Lichtenvoorde), vormen een cluster om te experimenteren met samenwerken in de bedrijfsvoering en met bedrijfsvoeringsprocessen.nieuwe

Toekomstbestendige Bedrijfsvoering (TBB) kwam hier eerder aan de orde. Toen vooral gericht op de implementatie van de bedrijfsvoeringsapplicaties AFAS en Proactis. Maar eerst nog even terug naar het ‘waarom’ van TBB. Veel Carmelscholen zien het aantal leerlingen dalen door de demografische ontwikkelingen. Om het in cijfers uit te drukken: in 2016 hadden alle Carmelscholen samen 38.000 leerlingen, in 2025 zijn dat er omstreeks 29.000. Naar verwachting zet die terugloop zich voort tot 2032.

Maar hoe houd je de kwaliteit van de bedrijfsvoering op peil als de inkomsten dalen? Op die kernvraag heeft het “programma TBB” antwoorden geformuleerd. Het sluit aan bij eerdere ontwikkelingen om meer en vaker vanuit het collectief te werken. Slimmer samenwerken dus. Denk bijvoorbeeld aan de gezamenlijke inkoop van energie en schoolboeken. Hierdoor hebben Carmelscholen grote prijs- en efficiëntievoordelen kunnen behalen.

TBB gaat een stap verder: het neemt verschillende bedrijfsvoeringsprocessen onder de loep, zodat het onderwijs zoveel mogelijk ongemoeid blijft. In 2016 hebben College van Bestuur en Convent van Schoolleiders hiertoe opdracht gegeven, waarna een kerngroep verschillende opties heeft uitgewerkt. Met de Carmelwaarden in gedachten is ervoor gekozen in te zetten op kwaliteitsverbetering, onder meer door krachtenbundeling en kennisdeling. ‘Toekomstbestendig’ betekent immers méér dan besparing van kosten. Het gaat om samen slimmer organiseren en samenwerken om beter en sneller op veranderende omstandigheden in te spelen. Of beter nog: veranderingen gebruiken om sterker te worden. ‘Wat we willen bereiken is een hogere kwaliteit van een efficiëntere dienstverlening,’ vat Margreet Rave, directeur bedrijfsvoering van Marianum, de doelstellingen samen. Ofwel: meer kwaliteit voor minder geld. Door meer en slimmer samen te werken en elkaar te helpen. Niet twaalf keer hetzelfde wiel uitvinden, maar nog meer samen optrekken, en al die ervaring en kennis binnen Carmel met elkaar delen.

Margreet Rave, Kees Siemann en Harm Peters. Fotograaf: Masja Stolk

Zo kán een knelsituatie ontstaan. Minder leerlingen betekent immers minder inkomsten, terwijl de kosten voor gebouwen, energie en noodzakelijke materialen zullen toenemen. Daarom moeten we de kosten van onze bedrijfsvoering verlagen. Dat lukt als we slimmer gaan samenwerken. Alleen dan kunnen we goed onderwijs blijven verzorgen, 'in een aansprekende, inspirerende en veilige onderwijsomgeving', aldus Koers 2025.

Eerst experimenteren in een ‘proeftuin’

Clustervorming in een ‘proeftuin’

worden expertise en capaciteit gebundeld: collega’s van de aangesloten instellingen werken samen en delen ervaring en kennis. Met haar collega’s Kees Siemann (CCG) en Harm Peters (TCC) vormt Margreet een soort vooruitgeschoven post. Dit schooljaar fungeert het cluster als ‘proeftuin’, om uit te vinden of de nieuw ontworpen bedrijfsvoeringsprocessen inderdaad het beoogde resultaat opleveren. Ook wordt duidelijk wat de gevolgen zijn voor de medewerkers en de taken die ze uitvoeren. Hierbij staat voorop staat dat er oor en oog is voor de kwaliteiten en voorkeuren van medewerkers, en dat we die benutten.

Achter de schermen hebben Margreet en een aantal collega’s uit de instellingen en het bestuursbureau samen al voortvarend gewerkt. Processen en manieren van werken zijn opnieuw ontworpen. Zo groeien we er naar dat alle instellingen van Carmel op dezelfde manier gaan werken, waardoor we kennis en capaciteit gemakkelijker met elkaar kunnen delen. Niet door hogerhand bedacht, maar juist door de mensen die elke dag het werk ook doen. Dus bedacht vanuit de kracht van eigen professionals en deskundigen, de zogeheten expertbenadering. ‘Neem de wijze van bestellen’, verduidelijkt Margreet. ‘Twaalf instellingen hadden daarvoor twaalf verschillende manieren. We proberen straks overal op dezelfde manier te gaan werken. Deels omdat het moet als gevolg van wet- en regelgeving, maar ook om efficiencyvoordelen te behalen.’

Harm licht dit nader toe: ‘De bedrijfsvoering in onze drie scholen heeft nu al veel overeenkomsten. Binnen het scholencluster van de proeftuin leren we van en met elkaar bij de invoering van de nieuwe bedrijfsvoeringsprocessen. We staan elkaar bij en kijken naar opbrengsten en eventuele knelpunten. Daarnaast willen we inzicht krijgen in wat dit betekent voor onze collega’s. Die kennis kunnen we dan weer delen met andere Carmelscholen.’ Kees vult aan: Bij de ingebruikname van bijvoorbeeld AFAS en ProActis keken we ook al over de grenzen van de eigen school. Dit is een volgende stap.’ >>

&NIEUWSBLOGS nieuws-en-publicatiescarmel.nl/nieuws/ 7

‘We’ omvat hier meer dan enkel Marianum. Met ingang van dit nieuwe schooljaar werken Marianum, Carmelcollege Gouda (CCG) en Twents Carmel College (TCC) als cluster samen op het gebied van de bedrijfsvoering. In zo’n cluster

geeftbedrijfsvoering‘Slimmeruimtevoorgoedonderwijs’

Ambitie en opgave

‘Deze stap zal ook op gebied van inkoop een voordeel hebben’, legt Margreet uit. Ze verwijst naar een van de nieuw ontwikkelde rollen, die van tactisch inkoper. Kees: ‘Deze collega maakt vooral concrete acties van het stichtingsbrede inkoopbeleid en voert die ook uit. De tactisch inkoper adviseert bijvoorbeeld de bestellers op de scholen over aanbestedingen, en over de kwaliteit en kosten. De functie wordt bij een van de scholen ondergebracht, we maken daar binnen het cluster echter allemaal gebruik van.’ Uiteraard op basis van wederkerigheid: zo hebben de drie scholen allemaal verschillende expertise in huis die de anderen graag benutten. ‘In de proeftuin spreken we af wie binnen het cluster welke portefeuille heeft’, legt hij uit. En dat heeft dan meteen weer een ander effect, benadrukt Margreet: ‘Carmelcollege Gouda en Marianum zijn relatief klein en daardoor op plekken kwetsbaar. Wat als iemand plotseling wegvalt? In het cluster vangen we dat op. Als wij zo’n probleem hebben, kunnen collega’s van de andere twee scholen dat opvangen, en omgekeerd. Zo waarborgen we de continuïteit.’

In zogenaamde ‘werkateliers’ is met collega's bedacht hoe de vakgroepen vorm kunnen krijgen. ‘Een belangrijk aandachtspunt daarbij is hoe bedrijfsvoering verbinding houdt met het onderwijs’, weet Margreet Rave. ‘Want dat is uiteraard essentieel. Alles wat we doen in de bedrijfsvoering , doen we voor het onderwijs. Dat staat voorop, daarvoor bestaan en werken we.’

Samen Slimmer

Daarbij kijken Margreet, Harm en Kees kritisch naar hun eigen functies. ‘Want wat is straks onze rol als directeur bedrijfsvoering, ook gelet op de aanstelling van een directeur bedrijfsvoering op het niveau van Carmel Collectief?’, vraagt Harm. Margreet scherpt aan: ‘Heb je in een cluster van drie scholen wel drie directeuren bedrijfsvoering nodig? Die kwestie komt onvermijdelijk ook aan de orde.’

Vakgroepen

Menselijke kant

samenbedrijfsvoering‘Medewerkersgaanhunvakgebiedverderontwikkelen’

In de ‘proeftuin’ wordt geëxperimenteerd met toekomstbestendige bedrijfsvoering, ofwel bedrijfsvoering 2.0, door samen te werken in een cluster van drie instellingen. Daarin wordt ook verkend hoe medewerkers beter en slimmer kunnen samenwerken in vakgroepen. Dit houdt in dat medewerkers bedrijfsvoering van alle instellingen en het bestuursbureau, die werkzaam zijn in hetzelfde vakgebied, samen de vakinhoud en zichzelf verder gaan ontwikkelen. Vanuit eigen kracht delen en zetten deze professionals hun kennis en expertise Carmelbreed dus in. Ze werken dan bijvoorbeeld samen aan de verbetering van processen en applicaties in hun vakgebied en aan de verdergaande professionalisering van hun rol. De medewerkers bedrijfsvoering blijven daarnaast lid van hun eigen team. Voor bedrijfsvoering gaat het om de vakgroepen HR/P&O, Formatie & Financiën, Huisvesting & Facilitair en ICT. Voortrekkers zijn de teamleiders van de bestaande afdelingen op het bestuursbureau.

Vooralsnog ligt in de proeftuin het accent op het samenwerken volgens de nieuw ontworpen werkprocessen in de operationele inkoop en de servicedesk. In het eerste geval gaat het om nieuwe spelregels voor het bestellen, in het tweede om een fysiek en digitaal punt waar collega’s meldingen en wensen kunnen doorgeven. Dat vraagt meer dan nu om duidelijke omschrijving van de hierbij betrokken rollen. Hier komt het menselijke aspect aan de orde: werkzaamheden van collega’s zullen veranderen. Wat is straks de rol van, bijvoorbeeld, de directeur bedrijfsvoering? Hoe ziet de samenwerking eruit in clusterverband en hoe zijn die bevindingen te benutten in andere clusters?

Continuïteit

Achter de schermen wordt al een tijdje gewerkt aan Toekomstbestendige Bedrijfsvoering met het gelijknamige programma (Programma TBB). Vanaf dit schooljaar worden de ontwikkelingen concreter en zichtbaarder. De hoofden en directeuren bedrijfsvoering van de scholen zullen de collega's regelmatig informeren over de voortgang en ontwikkelingen, en waar nodig en mogelijk betrekken. Dat gebeurt onder de noemer ‘Samen Slimmer –Bedrijfsvoering 2.0'. Want: we gaan immers onze krachten bundelen om de bedrijfsvoering slimmer te maken, voor nu en voor de toekomst!

8

9

Vinkjes tellen

Privileges

Het ambacht van docent Meer dan ooit realiseer ik me dat het om jonge mensen gaat en dat ze allemaal, ongeacht het niveau, hun strijd leveren om niet kopje onder te gaan. Sommigen zijn meer geprivilegieerd dan anderen en het beloofde succes in hun toekomst is misschien vanzelfsprekender dan bij andere leerlingen. Onze taak is om die weg ernaartoe iets meer te plaveien, obstakels weg te nemen, vergezichten te bieden en vooral om hen zelfvertrouwen op te laten doen. Dat doen we door écht naar ze te kijken, als jonge individuen in plaats van als hele klassen/clusters. Door hun kwaliteiten te benoemen en ze in hun uitdagingen te begeleiden. Het hernieuwd kennismaken met kaderleerlingen heeft me opnieuw doen inzien dat het ambacht van docent gewaardeerd wordt, als het gedreven is door oprechte aandacht voor de jonge mens.

Docent Engels en mentor op Etty Hillesum Lyceum

Kaderklassen vs. havo en vwo Op de vmbo-school waar ik een paar kaderklassen tijdelijk overneem, zie ik leerlingen ook hun strijd leveren. Ik zie voor het eerst in jaren weer leerlingen op dit niveau hun strijd voeren om het hoofd boven water te houden. Ik had me van tevoren allerlei situaties voorgesteld, van chaos tot geschreeuw en desinteresse, en van brutale opmerkingen tot rollende ogen. Wat blijkt? In 3- en 4-kader zitten leerlingen die net zo gemotiveerd (of gedemotiveerd) zijn als sommige havo- en vwo-leerlingen (uiteraard, hoe kon ik dat zijn vergeten), en ook net zo lief en braaf. Wel krijg ik eerder primaire reacties. Toen ik een onwelwillende leerling zei: “Óf je pakt een pen en doet mee, óf je verlaat het lokaal", bedacht de leerling zich geen moment. Ze pakte haar spullen en verliet het lokaal. Dat zie je dan niet zo gauw in de bovenbouw havo/vwo.

Ik mag niet klagen; ik ben man, wit, hetero, niet gehandicapt en heb een fijn inkomen. Ik mag een boel vinkjes zetten. Hoewel ik wel het gevoel heb dat ik in mijn jeugd, toen ik worstelde met mijn studies, nauwelijks gestimuleerd werd. Ik moest het helemaal zelf uitzoeken en ben zeker tegen een paar muren aangelopen. Uiteindelijk heeft het me sterker gemaakt, zoals dat bij iedereen werkt met tegenslagen. Na de universiteit heb ik nog de eerstegraads (postuniversitaire) lerarenopleiding gedaan en sindsdien ben ik werkzaam als eerstegraads docent in de bovenbouw havo/vwo.

In deze tijd van ‘vinkjes turven’ (zoals Joris Luyendijk beschrijft in zijn boek “De Zeven Vinkjes ”) beseffen we dat achtergrond er wel degelijk toe doet. Niet alleen het uitgangspunt van autochtoon of allochtoon, culturele achtergrond, religie of zelfs intelligentie, maar ook gaat het hier om de vraag in hoeverre we geprivilegieerd zijn als individu in de Nederlandse maatschappij. Heb je thuis een warm gezin, met ouders die je motiveren om het beste uit jezelf te halen? Is daar ruimte voor, letterlijk en figuurlijk? Doe je je anders voor als je op school bent? Moet je je accent verbergen, je kleding aanpassen, je denkbeelden voor je houden als je je klasgenoten spreekt? Lach je mee als ze iemand ‘homo’ noemen, maar zou je het eigenlijk uit willen schreeuwen dat je seksualiteit niet volgens ‘de norm’ is? Dan loop je achter op je medeleerlingen die deze last niet hoeven te dragen, die meer vinkjes kunnen zetten.

» Vertel!

SPECIALSCARMEL specials/vertelcarmel.nl/

10

Eigen strijd

Deel ook jouw verhaal! Scan de QR-codebovenstaandeendeeljouwervaringmetons!

Olaf Koot

Verhalen over bijvoorbeeld spontane reacties van leerlingen, een gedicht van een collega of een impressie van een gesprek tussen docent en leerling. Betrokken collega’s geven je graag een kijkje in het leven op hun school. Waar lopen zij tegenaan in hun onderwijsbaan of wat maakt ze juist blij? Lees mee!

De leerling werkelijk zien Inmiddels tientallen jaren in die sector werkend, realiseer ik me dat onze leerlingen ook hun eigen strijd hebben te leveren. Misschien lopen ze tegen muren aan zoals hierboven genoemd. Misschien leveren ze een strijd die niemand anders ziet. Houden ze hun hoofd omhoog, komen ze zelfverzekerd over, bezigen ze grof taalgebruik om hun onzekerheid te verbloemen. Wat is het dan belangrijk om hen werkelijk te zien, wat is het waardevol om te weten dat wij, docenten en onderwijsondersteunend personeel, hen een klein beetje mogen steunen in die strijd, hen een stukje op weg mogen helpen.

Legendarische Carmel Impact Challenge

Carmel College Salland

Etty Hillesum Lyceum Bonhoeffer Pius/CanisiusCollegeMaartenscollegeAugustinianumCarmelcollege Emmen Marianum Het Hooghuis

Scholengroep Carmel Hengelo

Twents Carmel College

#Carmel100: highlights jubileum op alle Carmelscholen

Met een brede glimlach kijken we terug op ons 100-jarig jubileum op 30 mei 2022. Binnen heel Carmel was het feest voor collega's en leerlingen. Een beeld zegt meer dan duizend woorden, maar in dit geval vinden wij beelden zelfs tekortschieten. Bekijk onderstaande impressie en geniet mee!

11

Carmelcollege Gouda

Fura Grol

Taras, Masha, Bairam en Leo

Drie Carmelscholen geven sinds dit voorjaar onderwijs aan leerlingen uit Oekraïne.

12 » Onderwijs aan leerlingen uit Oekraïne

‘Als jongere heb je het nodig om naar school te gaan. Anders ga je alleen maar zitten piekeren over thuis, over de oorlog, over de familie die je hebt achtergelaten.’

EVEN GEWOON JONG ZIJN

Samen zijn Syrisch, Oekraïens of anders: voor alle vluchtelingjongeren is het van groot belang dat ze naar school kunnen, zegt Fura Grol. ‘Als jongere heb je het nodig om met andere jongeren samen te zijn en leuke dingen te doen in de pauze. Anders ga je alleen maar zitten piekeren over thuis, over de oorlog, over de familie die je hebt achtergelaten. Zeker als je, zoals veel Oekraïense jongeren, in een opvangsituatie zit en woont in een gebouw vol met mensen die allemaal stress hebben.’ Zowel in Deventer als in Oss zijn de kennis en ervaring van de ISK de afgelopen tijd van grote waarde geweest. >>

‘Hoeveel leerlingen uit Oekraïne gaan bij jullie naar school?’ Het is halverwege juni als we Fura Grol (Etty Hillesum Lyceum) en Pieter Eijkhout (Het Hooghuis) deze vraag stellen. Hun wedervraag is veelzeggend: ‘Vandáág, bedoel je?’.

‘Op school hoef je niet continu bezig te zijn met alle zorgen, maar mag je je als leerling gedragen’

Om toch een indruk te geven: halverwege juni had de internationale schakelklas (ISK) van het Etty Hillesum Lyceum 3 klassen voor Oekraïense leerlingen, waar in totaal 66 leerlingen gebruik van maakten. Het Hooghuis had op dat moment 27 Oekraïense leerlingen ingeschreven, waarvan 22 in een aparte ISK-klas en 5 Engelssprekende leerlingen in een tweetalige stroom op een naburige school. Die aantallen waren iets lager dan vroeg in het voorjaar werd verwacht. Maar bij het verschijnen van dit magazine zijn de cijfers allang weer achterhaald. Waarschijnlijk is in Deventer inmiddels een nieuwe vluchtelingenopvang geopend en zijn in Oss de aparte Oekraïneklassen geïntegreerd in de internationale schakelklassen.

Eijkhout stond niet alleen in dat gevoel. De bereidheid om vluchtelingen uit Oekraïne te helpen is overweldigend geweest sinds de start van de Russische invasie. Gastgezinnen, sportclubs, serviceclubs: alles en iedereen wil iets betekenen. Grol en Eijkhout zijn er blij mee; niemand die het de Oekraïense vluchtelingen misgunt. Wel is het verschil opmerkelijk met de gemiddelde ontvangst die vluchtelingen ten deel valt. Opmerkelijk. Fura Grol, die al 27 jaar met vluchtelingjongeren werkt, gunt álle vluchtelingjongeren een hartelijk welkom. ‘Waarom staan we voor mensen uit Oekraïne klaar, maar voor vluchtelingen uit Syrië veel minder?’ ‘Die vraag heb ik mezelf ook gesteld’, reageert Pieter Eijkhout. ‘Wat maakte dat ik in dit geval meteen wilde helpen? Een cultureel-antropologische verklaring is dat mensen sneller geneigd zijn anderen te helpen naarmate deze cultureel en uiterlijk meer op hen lijken. Maar dat is een verklaring, geen argument. Mijn levensdoel is dat ik iets wil bijdragen aan het geluk van anderen, in het bijzonder aan het geluk van jongeren die een beetje ‘zijwindgevoelig’ zijn. Dan doet nationaliteit er niet toe. Het gaat om de uniciteit van iedere jongere.’

Sinds dit voorjaar verzorgen het Etty Hillesum Lyceum in Deventer, Het Hooghuis in Oss en Carmelcollege Gouda onderwijs aan leerlingen uit Oekraïne. Het is één grote oefening in flexibiliteit, want alles verandert met de dag: het aantal leerlingen en dus ook de benodigde docenten, ruimte, leermiddelen, noem maar op. Komt er in een stad een nieuwe vluchtelingenopvang, dan kan het aantal Oekraïense leerlingen in de vo-leeftijd zomaar verdubbelen. ‘Je moet snel kunnen schakelen’, zegt Fura Grol.

13

Klaar staan Hoe organiseer je op heel korte termijn goed onderwijs voor een aanzienlijke groep vluchtelingjongeren? Het is geen ongewone vraag voor Fura Grol, die al jaren ISKcoördinator in Deventer is. Wel voor teamleider Pieter Eijkhout, die tot aan de zomer kwartiermaker was van het ‘Oekraïne-onderwijs’ in Oss. ‘Ik voelde de drang om iets voor de mensen uit Oekraïne te doen’, zegt hij. ‘Ik had bij wijze van spreken ook kinderbedjes in elkaar willen zetten.’

‘Je kunt in een korte tijd veel bereiken, als je er maar met zijn allen voor wilt gaan’

‘Bij de ISK zijn we gewend aan snelle krimp en groei’, zegt Fura Grol. ‘We hebben een goede basis voor onderwijs aan jongeren met uiteenlopende achtergronden. Wij kijken er echt niet van op als we een leerling in de klas krijgen die het Latijnse schrift niet kan lezen – in Oekraïne wordt Cyrillisch schrift gebruikt, red. – of als een leerling zonder enig onderwijsdossier bij ons komt. Ook bij grotere aantallen leerlingen kunnen we dat aan, dat is nu wel gebleken.’ De verschillen tussen de Oekraïense leerlingen zijn groot. De een is al in een vroeg stadium van de oorlog gevlucht, de ander heeft traumatische dingen meegemaakt. De een heeft hoogwaardig onderwijs gevolgd, de ander niet. Enkelen willen graag leren, anderen liever werken. Maar voor allemaal is het fijn om even jong te mogen zijn, zegt Pieter Eijkhout. ‘Op school hoef je niet continu bezig te zijn met alle zorgen, maar mag je je als leerling gedragen.’

‘Het gaat om de uniciteit van iedere jongere’

14

Samen naar school Zowel in Deventer als in Oss is het onderwijs aan Oekraïense leerlingen na de zomer een nieuwe fase ingegaan. Nu het eerste stof is neergedaald, is er ruimte om aansluiting te zoeken bij de reguliere ISK. ‘In Nederland vinden we het belangrijk dat jongeren zoveel mogelijk sámen naar school gaan, zodat ze begrip krijgen voor elkaars achtergronden en waarden’, zegt Fura Grol. ‘Dat kan nergens beter dan in de ISK, want daar heb je de hele wereld in de klas. Door een spoedwet is het mogelijk om in het onderwijs aanpassingen te doen, die Oekraïense leerlingen in hun situatie nodig hebben. Maar verder zou ik het liefst zien dat alle Oekraïense leerlingen regulier ISK-onderwijs volgen.’ In Oss is dat inmiddels een feit. Kwartiermaker Pieter Eijkhout heeft zijn taken overgedragen aan de ISK-coördinator van Het Hooghuis en is zelf het schooljaar begonnen in een nieuwe functie als teamleider gymnasium. Maar de ervaring van de afgelopen maanden zal hem nog lang bijblijven. ‘Wat ik vooral nooit meer ga vergeten, is hoeveel je in korte tijd voor leerlingen kunt bereiken als je er maar met zijn allen voor wilt gaan. De roostermaker regelt in een handomdraai een rooster, de ICT-medewerker de benodigde laptops, de conciërge de pasjes en de kluisjes, en de leerlingen kunnen aan de slag. Het is ongelooflijk hoeveel positiviteit en wilskracht er in zo’n situatie loskomen.’

Bekijk de blog van Fura op lowan.nl, de website voor onderwijs aan nieuwkomers of scan de QR-code.

Oekraïense collega’s Het basisrooster van de ISK is zowel in Deventer als in Oss het vertrekpunt voor het onderwijs aan Oekraïense leerlingen. Zij gaan gemiddeld vijf tot zeven uur per dag naar school en krijgen dan les in het vak Nederlands als Tweede Taal en in vakken zoals sport, techniek, verzorging en drama. Een verschil met de reguliere ISK is dat veel Oekraïense jongeren daarnaast afstandsonderwijs volgen bij de AllUkranian Online School, een initiatief van het Oekraïense ministerie van Onderwijs en wetenschappen, of bij hun eigen school in Oekraïne. Velen hopen nog altijd snel terug te kunnen keren naar Oekraïne en dan is continuïteit van belang. Een ander verschil met de reguliere ISK is dat zowel in Deventer als in Oss speciaal voor het Oekraïne-onderwijs Oekraïense medewerkers zijn aangenomen. ‘In reguliere ISK-klassen zitten doorgaans leerlingen van verschillende culturen en herkomst’, zegt Fura Grol. ‘Maar in de Oekraïneklassen ontstond de gekke situatie dat alle leerlingen met elkaar konden praten, terwijl de docent hen niet verstond. Dat is niet goed voor de sfeer. Dan maakt het een groot verschil als je een Oekraïense collega in de klas hebt die in het Engels kan tolken. Dus daar zijn we naar op zoek gegaan. Het gevolg is wel dat de hele ISK nu soms in het Engels vergadert, want de Oekraïense medewerkers spreken

natuurlijk nog geen Nederlands.’ De drie Carmelscholen, die Oekraïense leerlingen opvangen hebben de afgelopen tijd veel aan elkaar en aan Carmel gehad. ‘Het is fijn dat de bestuurders van Carmel zo geïnteresseerd zijn’, zegt Fura Grol. ‘Het College van Bestuur heeft bijvoorbeeld een crisisoverleg geïnitieerd waarin we als scholen samen op konden trekken.’ Pieter Eijkhout: ‘Voor mij persoonlijk was het heel fijn om in dat overleg te merken dat we met onze aanpak in Oss op de goede weg waren. Ik voelde me gesteund. Om een klein voorbeeld te geven: we hadden ontdekt dat alle medewerkers die voor het Oekraïneonderwijs ingeschakeld worden, een ‘Verklaring Omtrent het Gedrag’ (VOG) moeten hebben. In het overleg straalde het CvB uit: wat nodig is, gaan we regelen.’

15

‘Wij…n in het onderwijs’, zo heet de podcast van docenten Anna Vermeer en Kim Groothuis van Etty Hillesum Lyceum De Marke. Ze bespreken hun passie voor onderwijs graag bij een goed glas wijn.

Anna Vermeer en Kim Groothuis »

Wij…n in het onderwijs’

&NIEUWSVLOGS nieuws-en-publicatiescarmel.nl/nieuws/

Leeftijd » 40 jaar Werkzaam bij Carmel sinds » 2010 Passies » Triathlons lopen Anna Vermeer » docent biologie, docent-coach en teamcoördinator

Leeftijd » 26 jaar Werkzaam bij Carmel sinds » 2018 Passies » Basketballen en boeken lezen Kim Groothuis » docent Nederlands

Passie!

Anna Vermeer (links op de foto): ‘”Er moet een leuke onderwijspodcast komen.” Dat schoot door mijn hoofd toen ik op een vrijdagochtend in december naar school fietste, koptelefoon op en podcast aan. Om kwart voor acht heb ik Kim geappt: “Wij gaan een onderwijspodcast maken.” De week erna zijn we begonnen.

We gebruiken de studio van onze ICT-collega, die naast zijn werk op school een eigen bedrijf heeft. “Als je het doet, doe het dan goed”, zei hij toen hij van onze plannen hoorde. Dus nu zitten we bij hem. Het is echt een totaal uit de hand gelopen hobby. In een half jaar tijd hadden we meer dan 500 vaste volgers, merchandise, een kledingsponsor en een wijnsponsor. En plannen voor seizoen 2, met de eerste nieuwe aflevering op 15 september. In de gesprekken met onze gasten laten we zien hoe mooi het is om in het onderwijs te werken.

‘Wij…n in het onderwijs’ is te beluisteren op Spotify, Podimo en YouTube, en te volgen op Instagram (wijn_inhetonderwijs) en Facebook (Wijn in het onderwijs).

We willen onze passie overbrengen, ook aan nieuwe docenten en zij-instromers. In het onderwijs is geen enkel jaar hetzelfde, je kunt je voortdurend blijven ontwikkelen. En de leerlingen, ja, voor hen ga je naar school. De mooiste les is er één waarbij je van het ene onderwerp op het andere komt, terwijl de leerlingen aan je lippen hangen. Je wijkt compleet van je lesdoel af, maar je bent samen vol overgave bezig met je vak. Na zo’n les sta ik even te stuiteren. Het is zó’n mooi beroep.’

Het Alma College is in twee jaar tijd van tekentafel naar operationele school gegaan. Dat is vooral gelukt doordat er niet is getornd aan de bestuurlijke constructie, zegt Judith Gast-Hagen, vorig jaar teamleider bovenbouw vmbo van het Pius X College en nu van het Alma College. ‘Aan de voorkant is het Alma College één school: dat is wat leerlingen en ouders merken. Maar aan de achterkant zijn het gewoon drie besturen: daar blijven leerlingen ingeschreven, daar blijven personeelsleden in dienst. Dat maakt het makkelijker. Ook hoeven de licenties voor vmbo-afdelingen niet opnieuw verdeeld te worden.’

Ontwerpteams

Wat ook heeft bijgedragen aan de vlotte start, is dat veel docenten hun schouders onder het onderwijsconcept hebben gezet. In totaal hebben van de drie vmbo-scholen minstens negentig docenten in ontwerpteams meegedacht en met hun achterban overlegd. ‘Daardoor hebben we de sterke punten van alle scholen kunnen combineren’, zegt Judith. Het maatwerk van Pius X College bijvoorbeeld, maar ook de dagelijkse coachmomenten van Het Noordik en Het Erasmus.

Trots

Aanvankelijke onwennigheid heeft bij veel docenten plaatsgemaakt voor wederzijdse nieuwsgierigheid. ‘Als je elkaar eenmaal kent, denk je: waar heb ik me druk om gemaakt?’, zegt Teun. ‘We hebben allemaal hetzelfde doel, we doen het voor de leerling.’ Judith is trots op de open houding van al haar oude en nieuwe collega’s: ‘We gaan samen aan de slag. Komend jaar aan de Sluiskade, daarna in ons definitieve gebouw aan de Van Renneslaan, dat tegen die tijd grondig is verbouwd.’

plaatsonwennigheid‘Aanvankelijkemaaktvoorwederzijdsenieuwsgierigheid’

Voor de vmbo-leerlingen en -medewerkers van het Pius X College was het de afgelopen weken even wennen: niet meer dagelijks naar de Van Renneslaan, maar naar de Sluiskade. De verhuizing hangt samen met hun overgang naar het Alma College, de nieuwe vmbo-school van Almelo. ‘Overal in Nederland krimpt de bevolking, ook hier. En door het praktijkgerichte karakter lopen de kosten in het vmbo relatief snel op’, zegt docent en voorzitter van de nieuwe bovenbestuurlijke medezeggenschapsraad Teun Weerman. ‘Door in het Alma College de krachten te bundelen, kunnen we in Almelo acht van de tien vmbo-profielen blijven aanbieden. Zoveel, dat is best zeldzaam.’

Het vmbo van het Pius X College in Almelo is met ingang van dit schooljaar onderdeel van het Alma College, de nieuwe vmbo-school waarin Stichting Carmelcollege, Het Noordik en het Erasmus samenwerken.

Voor- en achterkant

Voordelen

Voor de betrokken Carmelmedewerkers verandert er arbeidsrechtelijk niets: ze blijven in dienst bij Carmel, met alle bijbehorende voordelen. ‘Het enige verschil is dat ik nu ook leerlingen in de klas heb die bij Het Erasmus of het Noordik zijn ingeschreven’, zegt Teun. ‘Ik kan niet zien wie dat zijn. Ze hebben echt geen ander t-shirt aan en ik zie het ook niet in Somtoday.’ Verschillen in identiteit verwacht Teun evenmin te merken. ‘Het gaat vooral om de normen en waarden waarmee je in het leven staat en daarop kunnen we elkaar goed vinden.’

16 » naam artikel HET VMBO IN ALMELO » Hoe ging het verder met...

Van alle inzendingen kwamen er drie als winnaar uit de bus. Hieronder de winnaars in de drie verschillende categorieën:

We proberen altijd de verbinding te zoeken tussen al onze scholen en we geven ruimte aan alle talenten van onze leerlingen. Op vrijdag 10 juni was het daarom tijd voor de grote finale en liveshow van de Carmel Awards: een Carmelbrede wedstrijd waarbij onze leerlingen uit heel Nederland, van alle niveaus en leerjaren, een creatief idee konden inzenden. Vanwege ons 100-jarig jubileum was er extra groot uitgepakt door de organisatie. Presentatoren Lakshmi en Jefferson mochten onderstaande leerlingen enorm blij maken. Daar willen we graag nog even bij stilstaan.

Op 30 mei 2022 startte de jubileumweek van Carmel, onder de noemers: “Carmel geeft/we doen de kleine dingen op grootse wijze”. Natuurlijk ging het om ons 100-jarig bestaan, maar bij Carmel draait het óók om de omgeving. Scholen en bestuursbureau zamelden daarom geld in voor Stichting Kinderen Kankervrij (KiKa) via allerlei inzamelingsacties op al onze scholen én de Carmelbrede estafette Carmel Impact Challenge. Het was een fantastische ervaring, waarbij er in totaal maar liefst 40.000 euro is opgehaald voor KiKa! Dank aan alle deelnemende collega’s en leerlingen, en natuurlijk alle sponsors.

Scan dan de QR-code en bekijk de video!

Carmel geeft en haalt 40.000 euro op voor KiKa

Wil je de lesbrief bekijkenen gebruiken in je les?

• Do It Yourself (DIY): Guus van Het Hooghuis met zijn zelfgemaakte gitaar.

Carmel geeft: jubileumkunstwerk

• Spotlight: Kim van Carmelcollege Gouda met een video tegen social haat.

• Omdenken: Chiara, Danielia, Jason, Jesse-Lynn, Damian, Deni, Naomi & Rachel van Bonhoeffer College met de hulphond.

Van harte gefeliciteerd met deze felbegeerde Carmel Awards en natuurlijk eeuwige roem!

De kracht van Carmel

Ter gelegenheid van ons 100-jarig jubileum ging het College van Bestuur naar de roots van Carmel: het Karmelietenklooster in Zenderen. In deze video vertellen zij waarom Carmel na 100 jaar nog steeds relevant is. Wil je weten wat de kracht van Carmel is?

Gefeliciteerd!

Scan dan deze pagina met de QR-code (alleen toegankelijk Carmelmedewerkers).voor

17 #Carmel100 stichtingstgcarmelstgcarmel@CarmelVacatures@stgcarmelcarmelcollege Volg ons op Social Media

» What’s up?

Om het 100-jarige bestaan van Carmel te markeren, ontwierp Annemiek Punt een glaskunstwerk voor alle Carmelinstellingen. De eerste kunstwerken zijn zelfs al in ontvangst genomen. Het werk geeft uitdrukking aan de grondwaarden van Carmel verwoord in de voor Carmel kenmerkende termen ‘ruimte in verbinding’ en ‘zorg voor elke mens, heel de mens en alle mensen’. Met een lesbrief worden docenten uitgedaagd om met leerlingen in gesprek te gaan over het glaskunstwerk en haar onderliggende waarden. Het verhaal van Carmel wordt hiermee doorverteld.

Carmel Awards: and the winner is...

18

Christel Wolterinck

Programma Versterking Kwaliteit Onderwijs. Achter de naam gaat het streven schuil om de Carmelscholen en andere relevante partijen meer te laten samenwerken, ook op het gebied van onderwijsontwikkeling en -innovatie. ‘Eigenlijk gaat het om de vraag hoe we de leerling kunnen helpen bij het leren leren’, verduidelijkt programmamanager Christel Wolterinck. ‘Dus willen we het klein houden: de kwaliteit zit in de scholen’, vindt Greetje Sulimma, lid centrale directie van het Bonhoeffer College in Enschede.

VERBINDINGDOORKWALITEIT

De bron van het programma is verwondering, vertelt Marjan Weekhout. Naast rector van het Twents Carmel College in Oldenzaal is ze voorzitter van het Convent van Schoolleiders en het Beraad Onderwijs. ‘We zien dat er veel gebeurt rond het programma Toekomstbestendige Bedrijfsvoering’, legt ze uit. ‘Dat gaat over de ondersteunende processen terwijl onderwijs toch onze core business is. We vroegen ons af waarom we nooit zo'n programma voor het onderwijs in het leven hebben geroepen. Dat hebben we nu gedaan.

Als programmamanager is Christel Wolterinck aangezocht, zij is conrector Onderwijs en Onderzoek aan het Marianum in Groenlo. Ooit begon ze als docent scheikunde en na een slecht gemaakt proefwerk vroeg ze zich af wat ze daaraan zélf had bijgedragen. Dat zette haar op het spoor van het formatief toetsen, waarop ze in december promoveert aan de Universiteit Twente (UT). ‘Mijn studie gaat over docentprofessionalisering in formatief toetsen, een complexe vaardigheid. Daarvoor hebben we een training ontworpen en de effecten bekeken. Als programmamanager wil ik me bewegen op het snijvlak van wetenschap en praktijk, om actuele wetenschappelijke inzichten in te zetten in de praktijk van het onderwijs; voor het leren van de leerling en het handelen van de docent’, licht ze toe. Ze is dan de kennismakelaar die alle verschillende partijen bij elkaar brengt: de scholen, de kwaliteitsmedewerkers van de scholen (verenigd in het netwerk kwaliteitszorg), partners uit de onderwijsketen en externe partijen als Universiteit Twente en Cito. >>

» Programma Versterking Kwaliteit Onderwijs

19

Ze noemt nog andere onderwerpen die aan de orde komen, zoals recent de borging van de kwaliteit van toetsing en examinering, waarvan de training toetsbekwaamheid voor docenten een onderdeel is. Actueel is de monitoring van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO), dat scholen van de middelen voorziet om achterstanden in te lopen als gevolg van de recente lockdowns. ‘Daar gaat het om de vraag naar de impact van de gekozen interventies. Heb je het probleem opgelost? Je praat over ambities, maar we weten nog niet goed hoe die te monitoren. We willen daarover het gesprek voeren, om een handreiking ‘De kwaliteit van de kwaliteit’ te kunnen samenstellen.’

‘Er zijn binnen de scholen veel initiatieven voor onderwijsontwikkeling en -innovatie’, weet Christel. ‘Toch trekken we slechts mondjesmaat samen op. Door mensen, initiatieven en nieuwe wetenschappelijke inzichten met elkaar te verbinden en door elkaar te voeden, willen we de kwaliteit versterken en de opbrengsten van projecten verduurzamen en borgen.’ Zonder een nieuwe organisatie in het leven te roepen: ‘Het is een programma, dat opereert binnen de bestaande structuur van Carmel. We streven naar een professionele leergemeenschap. Dat is een veelbelovende manier, weten we uit de wetenschap.’

Speerpunten

20

Binnen het programma Versterking Kwaliteit Onderwijs geldt leerlingfeedback overigens al als een van de speerpunten. Christel: ‘We willen veel meer met de leerlingen in gesprek gaan over ons onderwijs. Hoe ervaren zij dat? Wat zou beter kunnen, wat hebben zij nog meer van ons nodig? Dan gaat het ook over het handelen van de docent en het didactisch repertoire. Leerlingfeedback helpt om zaken scherper te krijgen.’

Veel initiatieven

‘We streven naar een leergemeenschap’professionele

En gaat de leerling daarvan iets merken? Christel antwoordt bedachtzaam. Niet onmiddellijk, het programma is immers net gestart. Op de langere termijn wel: ‘We verzamelen informatie over het leerproces van leerlingen en hoe we daarop kunnen inspelen.’ Greetje Sulimma ziet ernaar uit: ‘Het zou mooi zijn als we elke dag bewust met kwaliteit bezig zijn; elke dag reflecteren. Hoe kunnen we de leerling toerusten voor de volgende stap? Wat hebben wij daar zelf voor nodig?’ ‘Als we daar een systematiek voor ontwikkelen, kunnen we nog meer betekenen.’

‘Hoe help ik de leerling verder en wat heb ik daarbij nodig?’

Bezoeken… Het klinkt als op visite gaan, terwijl ik als bestuurder ook lid ben van de Carmelcommunity. Hoe dan ook was ik te gast op een aantal Carmelschoollocaties om de wereld in de school te mogen ervaren. Het is een vorm van aanschouwelijk onderwijs en geeft kleur aan mijn werk. Ik ontmoette leden van de examencommissie, die vol passie spraken over hun rol op school, ik sprak met betrokken mentoren, leerlingen lichtten toe waarom ze juist voor deze school kozen en of de verwachtingen zijn ingelost door de school. Ook verrassend was de ontmoeting met enkele jeugdige pensionado’s die als vrijwilliger aan de school zijn verbonden. Ze voelen zich nauw betrokken en de school kan de ervaren hulp goed gebruiken. Vooruitkijkend naar het moment dat dit magazine uitkomt, waart mogelijk het C-spook weer rond. Met alle risico’s van dien op de school als bruisende gemeenschap. Wat zou het goed zijn als we de mores op school minder laten bepalen door dat spook en zélf de regie pakken. Het belang van de school als plek voor leerlingen om te leren dat zij onderdeel van een gemeenschap zijn, waar zij de weg naar hun toekomst bewandelen en vriendschappen voor het leven opdoen. Dat grote belang vraagt van ons om voorbereid te zijn op de mogelijke scenario’s die zich aandienen. De ervaring van de afgelopen twee jaar kunnen we daarbij benutten. Ik wens onszelf een bruisend schooljaar toe, met volop ruimte voor ontmoeting en de nodige onderwijsontwikkeling.

De evaluatieve cyclus die ook het formatieve leren kenmerkt staat aan de basis van alles wat Christel en de andere betrokkenen (‘We doen dit samen, het is niet van mij’) onderzoeken. Dat betekent werken vanuit heldere doelen, het benoemen van wat als succes mag worden beschouwd en op basis van verzamelde informatie gericht vervolgacties ondernemen. Daar begint de beweging, die onderweg geregelde momenten van evaluatie en reflectie kent. Zo nodig, kan dan de koers worden bijgesteld. Deze trits (Feedback, Feed Up en Feed Forward) maakt de leerling in de klas meer tot eigenaar van zijn leerproces, maar is ook voor andere processen waardevol.

In juni mocht ik weer volop schoolbezoeken afleggen. Maar klopt die term wel?

Evaluatieve cyclus

Daar wordt naar uitgezien. ‘Als schoolleider verwacht ik dat het programma ons helpt om de kwaliteit professioneler in te richten. Christel staat garant voor de verbinding met recente evidence based wetenschappelijke inzichten. Het is leren van en met elkaar en ervoor zorgen dat in alle lagen het eigenaarschap van de kwaliteitszorg wordt gevoeld’, verwoordt Marjan Weekhout. ‘We streven naar een echte kwaliteitscultuur, op alle niveaus. Professionele doelen stellen en dan monitoren: is het gelukt? En reflecteren: wat is er nog nodig, wat moet onze volgende stap zijn? Zodat we het gesprek daarover blijven voeren.’

21 » CvB BLOGSMEER nieuws-en-publicatiescarmel.nl/nieuws/

Professioneler

Op bezoek

Greetje Sulimma, ook betrokken bij de monitoring van het NPO, en bij de zelfevaluaties en collegiale visitaties, uit een overeenkomstige wens: ‘Ik hoop dat dit programma eraan bijdraagt dat we allemaal weten wat kwaliteit inhoudt, wat het betekent en welke functie het heeft. Van binnenuit, dat het iets is waarmee we elke dag vanzelfsprekend bezig zijn. Dat we voortdurend stilstaan bij de vraag: hoe help ik de leerling verder en wat heb ik daarbij nodig? Want goed onderwijs maakt het verschil, en dat sluit weer aan bij het emancipatoire karakter van Carmel. Die leerlingen voorbereiden en toerusten, daar gaat het om. En dan is het beste niet goed genoeg.’

‘Zo bereiden we ook de mid-term review van Koers 2025 voor. We zijn bijna halverwege, hoe staan we ervoor, wat staat ons te doen?’, zegt Christel. ‘Je kunt ook denken aan de Carmelambitie ‘Kennis is maar de helft.’ Als je uitspreekt om meer dan alleen cognitieve vaardigheden te willen bijbrengen, heeft dat ook voor docenten consequenties.’ Door de evaluatieve aanpak ontstaat de ruimte om het ook daarover te hebben en doelen te stellen. En om te onderzoeken en te experimenteren. Het programma Versterking Kwaliteit Onderwijs loopt in elk geval tot 2025 en valt daardoor samen met de termijn van Koers 2025. ‘Door de verbinding hopen we leerlingen, instellingen en collega’s het nodige te kunnen bieden’, besluit Christel.

Kennis is maar de helft, zeggen we in Koers 2025 nadrukkelijker dan ooit. Maar erváren leerlingen dat ook? Leerlingen van het Twents Carmel College in Oldenzaal gingen hierover in gesprek en formuleerden vijf praktische adviezen voor hun school. IS ÉCHT MAAR DE HELFT’

In gesprek bij het Twents Carmel College, locatie Lyceumstraat Leerlingen • Morris Damer (5 havo), Laure Olde Damink (6 vwo), Zoë Huisken (3 vwo), Vera Okhuijzen Mulder (5 havo), Romy Rohrink (5 havo), Benthe Spanjer (6 vwo), Lisa Wisselo (6 vwo), Milou Wolbers (6 vwo) Gespreksleiders • Koen Nijhuis (docent levensbeschouwing), Peter Hogenkamp (docent aardrijkskunde) » LIGGEN WE OP KOERS? IN GESPREK MET LEERLINGEN...

‘KENNIS

'Op school moet het niet alleen gaan om wat je goed kunt en waar je goede cijfers voor haalt'

Nieuwe serie: liggen we op Koers?

‘Ik vind dat de school een plek van persoonlijke ontwikkeling moet zijn in plaats van een plek waar we als leerlingen alles doen voor cijfers.’ De stem van Laure Olde Damink (6 vwo) zweeft de ruimte in vanaf het digibord in de kapel van de locatie Lyceumstraat. Een beetje ongemakkelijk is het voor Laure wel, om haar eigen speech voor het vak algemene wetenschappelijke ontwikkeling terug te kijken in het gezelschap van zeven medeleerlingen, twee docenten en twee redactieleden van Carmel Magazine. Maar docent Koen Nijhuis, die deze bijeenkomst heeft voorbereid, heeft gevraagd of hij de speech mag laten horen omdat Laure belangrijke dingen zegt over het gespreksonderwerp van vanochtend: kennis is maar de helft. >>

In deze serie gaan we in elke editie van Carmel Magazine op een Carmelschool met leerlingen in gesprek over één van de drie speerpunten uit de paragraaf ‘De Carmelleerling: wereldwijs en klaar voor de toekomst’ in Koers 2025. Ditmaal praten we op de locatie Lyceumstraat van het Twents Carmel College over ‘Kennis is maar de helft’: in hoeverre merken leerlingen in de praktijk van het onderwijs dat persoonlijke en sociale ontwikkeling net zo belangrijk is als cognitieve ontwikkeling?

&NIEUWSBLOGS nieuws-en-publicatiescarmel.nl/nieuws/

Persoonlijke band

Je vindt ‘m via de (alleenQR-code!toegankelijk Carmelmedewerkers).voor

Ook met leerlingen in gesprek? Bekijk de lesbrief!

Daar blijken de leerlingen genoeg ideeën over te hebben. 'Het zou goed zijn als docenten en leerlingen meer tijd voor elkaar zouden nemen', constateert Milou na de speech van Laure. 'Nu gaat veel tijd op aan het overdragen van de stof. Het is go, go, go, alles moet af.' Dat is niet zo effectief, zegt Lisa: 'Halverwege het leren denk ik soms: wat ben ik aan het doen?! Mijn hoofd is leeg, ik stop er kennis in, ik maak de toets en daarna vergeet ik het weer.

Terwijl leren ook heel leuk kan zijn.' Doorpratend komen de leerlingen erop uit dat leerplezier vooral zit in de mate waarin de leerstof betekenis voor hen heeft. 'Als het leren betekenis heeft, gaat het makkelijk, dan ben je heel anders met de stof bezig', zegt Laure. Dat vindt Romy ook: zij komt bijvoorbeeld regelmatig bij vrienden en familie in Duitsland en is daardoor heel gemotiveerd voor Duits. Zo heeft iedereen in zijn eigen leefwereld andere aanknopingspunten.

Docent Koen Nijhuis van het Twents Carmel College, locatie Lyceumstraat, maakte een handige lesbrief bij het Koers-speerpunt “Kennis is maar de helft”. Aan de hand van vier werkvormen – een socratisch gesprek, het bordspel We Own The School, een brainstormsessie en een eindgesprek – komen leerlingen tot concrete adviezen voor hun eigen school. De lesbrief is voor alle Carmelscholen beschikbaar.

'Als het leren betekenis heeft, dan ben je heel anders met de stof bezig'

Bij vakken waar je die aanknopingspunten niet hebt, is het lastiger. Wat als een vak weinig betekenis voor je heeft? Dan wordt de eerste opmerking van Milou belangrijk, vindt de groep: dat leerlingen en docenten de tijd nemen voor elkaar. Betekenis kan ook ontstaan door persoonlijk contact tussen docenten en leerlingen: ‘Als je een goede band hebt met de leraar en als er over en weer respect is, dan vind je de les meteen interessanter’, zegt Benthe. Het voortgezet onderwijs kan wat dat betreft leren van het basisonderwijs. Daar praten leerkrachten en leerlingen in kringgesprekken met elkaar en leren ze elkaar veel beter kennen. ‘Als je elkaar goed kent, deel je eerder wat er in je omgaat en dat delen is belangrijk voor je persoonlijke ontwikkeling’, zegt Lisa. ‘Delen wat er in je omgaat is ook van belang om uit te vinden waar je toekomst ligt’, vindt Benthe. ‘Op school moet het niet alleen gaan om wat je goed kunt en waar je goede cijfers voor haalt. Het is ook de plaats om

Betekenis

24

Koen en zijn collega Peter Hogenkamp willen weten of leerlingen daar in de dagelijkse praktijk genoeg van merken. Is persoonlijke en sociale ontwikkeling op school écht even belangrijk als cognitieve ontwikkeling? Zo niet, wat zou de school dan beter kunnen doen?

te ontdekken wat je leuk vindt om te doen.’ Vera vult aan: 'Als je eenmaal weet wat je met je leven wil bereiken, heb je meer plezier in leren en dan wordt het voor de leraren ook leuker om les te geven.' En enthousiasme bij docenten werkt weer aanstekelijk voor leerlingen. Minstens zo belangrijk is het dat leerlingen in de les zélf met de leerstof aan de slag kunnen, vindt de groep. Nu gebeurt dat bij veel vakken vooral thuis, bij het huiswerk. Docenten gebruiken dikwijls een groot deel van de les om over de leerstof te vertellen. Dat lijkt misschien efficiënt, 'maar als een docent de hele tijd aan het woord is over een onderwerp dat je niet zo interessant vindt, gaat de helft langs je heen', zegt Lisa. Als je in een groepje zelf aan het werk kunt, komt er misschien minder aan bod, maar blijft de stof wel beter hangen. 'Of behandel een onderwerp via een discussie in de klas', zegt Morris, 'dat is veel leuker dan lesstof in een boek.'

Het is tijd om alle meningen in concrete adviezen om te zetten. Daarvoor doen de leerlingen eerst in groepjes het bordspel ‘We Own The School’. Aan de hand van stellingen over betekenisvol onderwijs en de aandacht voor persoonlijke ontwikkeling op school (de twee onderwerpen die in het gesprek het meest naar voren zijn gekomen) inventariseren de leerlingen eerst hoe het nu gaat op school en vervolgens hoe zij dat graag in de toekomst willen zien. De uitkomsten worden op flipovers gezet en samengevat in vijf adviezen aan de school (zie kader). ‘Het zou vooral fijn zijn als het onderwijs wat persoonlijker wordt’, vat Zoë samen. Op allerlei manieren: meer persoonlijk contact tussen leraren en leerlingen. Geen “u” meer, maar “jij”. Meer tijd om in de klas te praten over wat je bezighoudt in je leven buiten school, bijvoorbeeld op een vast moment aan het begin van de dag. Daarnaast meer tijd voor mentoraat. Een-op-een, zodat het over je leerresultaten kan gaan, maar vooral over je persoonlijke toekomst. En een mentoruur met de hele groep, zodat er een veilige sfeer groeit waarin iedereen zichzelf kan zijn.

2. Begin de dag met een kringgesprek Het is fijn om als groep te praten over wat ons buiten school bezighoudt.

4. Geef leerlingen meer keuzevrijheid We zijn gemotiveerder als we het onderwijsprogramma meer kunnen afstemmen op onze persoonlijke behoeften en interesses.

5. Versterk het mentoraat Regelmatige begeleiding door de mentor –individueel én in groepsverband – is belangrijk om goed te kunnen leren, en voor persoonlijke en sociale ontwikkeling.

5 adviezen aan de school

Natuurlijk kost dat allemaal tijd, maar die tijd is zó terugverdiend in de vorm van meer leerplezier en motivatie

Vijf adviezen

1. Investeer in een hechte band tussen leerlingen en leraren Als we elkaar kennen en er over en weer respect is, gaat het leren veel makkelijker.

3. Gebruik meer activerende didactiek Er is meer leerplezier als we zelf aan de slag kunnen en minder lang naar de docent hoeven te luisteren.

bij leerlingen en docenten, voorspelt de groep. Zeker als leerlingen ook wat meer individuele keuzemogelijkheden krijgen, zodat ze het programma een beetje kunnen afstemmen op hun persoonlijke behoeften en interesses. 'Flexuren bijvoorbeeld. Dan kun je wat meer tijd besteden aan vakken die je moeilijk vindt en minder aan vakken die je makkelijk vindt', zegt Lisa. Bijkomend voordeel is dat je gaat nadenken over hoe je leerdoelen bereikt en daar keuzes in leert maken. Ook dat geeft het onderwijs betekenis. Eigenlijk is het simpel, zeggen de leerlingen: een investering in de "andere helft" van het onderwijs is ook een investering in de "kennis"-helft.

Dit adviseren leerlingen van het Twents Carmel College:

Terugverdienen

‘Opmerkelijk, zeg dat wel. Soms komen er dingen op je pad die je moet volgen.’ Het lijkt alsof Peter Maatman (53), instructeur groen en metaal op Carmel College Salland (locatie praktijkonderwijs), nooit anders heeft gedaan dan lesgeven en leerlingen begeleiden. Niets is minder waar.

PRAKTIJKONDERWIJSNAARCARRIÈRESWITCHHET Opmerkelijk

“Als je op het praktijkonderwijs zit, dan ben je dom.” Peter merkt dat dit nog veel wordt gedacht over de doelgroep. ‘Als je dit denkt, dan ben je niet meer van deze tijd.

»

Peter Maatman

Vooroordeel ontkracht

toenmalige stagebegeleider hem vroeg of een baan als instructeur niet iets voor hem was. Hij heeft nog geen moment spijt gehad en is dankbaar voor deze onverwachte carrièreswitch.

Pas drie jaar geleden maakte hij de stap om in het onderwijs als zij-instromer aan de slag te gaan. Op dit moment werkt hij nog maar een dag in de week in de fabriek waar hij jaren fulltime heeft gewerkt. Hij mocht daar leerlingen van het praktijkonderwijs begeleiden tijdens hun stage. Deze kinderen in de leeftijdscategorie 12 tot 17 jaar hebben een leerachterstand en/of -problemen. Op de een of andere manier kreeg hij het áltijd voor elkaar om ze te motiveren. Dat deed hij zo leuk, dat een

Ze zijn slim met hun handen en dat is hartstikke belangrijk in deze tijd waarin er een tekort is aan mensen die dit werk willen én kunnen doen. Tien jaar geleden zat niemand op praktijkleerlingen te wachten, tegenwoordig bellen bedrijven ons zelf op om stages aan te bieden. Het is natuurlijk wel een doelgroep apart, maar dit wordt ook deels in stand gehouden door ze letterlijk te scheiden van de rest van het onderwijs’, vertelt Peter. Hij is voorstander van meer samenwerking en stuurt daarom regelmatig vmbo- en praktijkleerlingen samen op pad om een klus te doen. Iedereen krijgt een taak. Zo voelen de praktijkleerlingen zich niet ondergesneeuwd en de vmbo-leerlingen leren dat het praktijkonderwijs er net zo goed bij hoort.

Ontwerp en opmaak Digidee - creating brand love

• NIKI photogrphr

Drukwerk Gildeprint

» Hans Morssinkhof

Oplage 4.250

Fotografie

Nieuwsgierig? Volg dan de verhalen van Peter Maatman op LinkedIn.

Redactie

» Niki Kits-Polman

27

Maatwerk

Praktijkonderwijs op de kaart ‘Mijn doel is om het praktijkonderwijs meer op de kaart te zetten. Via LinkedIn deel ik verhalen over mijn lessen en leg ik contacten met verschillende bedrijven. Ik probeer het belang te laten inzien van het werk dat mijn leerlingen voor ze kunnen doen.’ Het allermooist vindt Peter namelijk wanneer leerlingen in de omgeving “op klus” gaan, zodat ze ook communiceren en verbinden met de buitenwereld. ‘Ik denk dat ze daar het meeste van leren. Je ziet ze gewoon veranderen. Verder hoop ik dat mijn leerlingen over een paar jaar reflecteren op wat ze allemaal hebben geleerd en dat ze positief terugdenken aan mijn lessen.’

schuilt. Je leert verder te kijken. Ik moet op ieder moment luisteren, schakelen en aanvoelen wat er nodig is. De beste tip die ik van een collega kreeg toen ik werd aangenomen, is dat je je moet verplaatsen in de leerling en niet vanuit jezelf moet denken. Deze probeer ik altijd toe te passen.’ Het mooiste vindt hij de puurheid van zijn leerlingen: ze zeggen altijd waar het op staat. ‘Als ze geen zin hebben, dan zeggen ze dat. Als ze het een leuke les vonden, dat zeggen ze het ook. Daar krijg ik soms kippenvel van. Als je in ze investeert, dan krijg je er echt iets moois voor terug.’

» Fijke Hoogendijk

‘Als ik één ding heb geleerd dan is het dat er verhaaliedereenachtereenschuilt’

Carmel Magazine wordt gemaakt voor medewerkers en relaties van carmel.nl.naarStuurofWilkeerenCarmelcollegeStichtingverschijntdrieperjaar.jeietsaanonskwijthebjenogvragen?daneenmailtjecarmelmagazine@

» Daphne Razi

Maatwerk staat voorop. ‘Naast het feit dat de ene leerling sneller door de leerlijn gaat dan de andere, heeft elke leerling een eigen, soms heftig verhaal. Je maakt een planning waarvan vervolgens niks terechtkomt, bijvoorbeeld doordat een leerling niet lekker in z’n vel zit of geen zin heeft. Als ik één ding van ze heb geleerd dan is het dat er achter iedereen een verhaal

Passie, waardering en kansen Peters passie voor zijn werk blijft ook niet onopgemerkt bij zijn collega’s. “Wees trots op wat je hebt bereikt. Al heb je nog 1.000 dromen, zorg dat je af en toe ook kijkt naar hoe ver je bent gekomen”, stuurde een collega eens naar hem. ‘Ik kreeg er tranen van in mijn ogen, die waardering was ik niet gewend. Soms voel ik me nog weleens onzeker of ik het allemaal goed doe, maar dit deed me beseffen dat ik al heel wat heb neergezet. We zijn hier echt één team en zonder mijn collega’s was dit allemaal niet gelukt.

En ik ben nog lang niet klaar! Als ik door het dorp fiets dan zie ik allerlei kansen liggen. Ik bel dan met de betreffende organisatie of de gemeente met de vraag of mijn leerlingen de klus mogen klaren. Van het verzorgen van knotwilgen die er niet meer goed uitzien tot aan het adopteren van een stukje groen voor meer biodiversiteit. Onze zelfverbouwde groenten laat ik ze naar de Voedselbank brengen, we willen nog een blotevoetenpad aanleggen en zo zitten er nog veel meer ideeën in de pijplijn.’

COLOFON

• CarmelcollegeStichting

• Hans PublicityMorssinkhof

• CommunicatiebureauPerspect

» Suzanne Visser

Zouden ze vaak over ‘later’ denken? Waarschijnlijk niet, dat is nog zo aangenaam ver weg. Bovendien vertrouwen ze erop dat anderen, waar nodig, dat voor hen doen. Ouders en verzorgers, allereerst, en uiteraard de school. Die zorgt in het nieuwe schooljaar als vanouds voor een aansprekende en veilige leeromgeving, ook voor leerlingen die hun land hebben moeten ontvluchten. En ze werkt onophoudelijk aan de kwaliteit van het onderwijs. Waar kennis maar de helft is: het leven vraagt immers meer.

De meiden staan er vrolijk bij. Zo kort na de vakantie is stress nog ver weg. Dus is er nog alle tijd en ruimte voor ontmoeting, voor samen lachen en belevenissen uitwisselen. En om zo in het hier en nu met en van elkaar te leren. Want dat houdt nooit op.

Dus blijven we bewegen en verbinden. Voor de toekomst van onze leerlingen is het beste nooit goed genoeg. Dat is de uitdaging die ons weer drijft. Voor elke mens, heel de mens en alle mensen.

»ToekomstbestendigHetlaatstewoord @stgcarmel @CarmelVacatures stgcarmel stgcarmel stichting carmelcollege

Stichting Carmelcollege Drienerparkweg 16 » Postbus 864 » 7550 AW Hengelo (074) 245 55 55 » info@carmel.nl » www.carmel.nl

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.