Carmel Magazine april 2014

Page 1

JAARGANG 11 NUMMER 26 APRIL 2014

IN DIT MAGAZINE:

DEZELFDE ICT, OVERAL UIT DE MUUR STIMULEREN BELANGSTELLING TECHNIEK GELD OVERHOUDEN VOOR DE INHOUD COLLEGIALE VISITATIE: DOEN!

1


In dit nummer

4

DEZELFDE ICT, OVERAL UIT DE MUUR

STIMULEREN STIM BELANGSTELLING TECHNIEK

8

@ s t g ca r m e l

c @Ca rm e lVa

at u re s

Vo lg o n s ! o p Twitte r

GELD OVERHOUDEN VOOR DE INHOUD

16

ANDERE RUBRIEKEN STANDPUNT VAN EEN SCHOOLLEIDER BELPANEL

...........

3

...................................................

6

MIJN PASSIE

...............................................

7

COLUMN ROMAIN RIJK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 THE VOICE OF PIUS X IN BEELD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 KORT

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14

HOE GING HET VERDER MET

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15

COLUMN JOS BAACK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 OPMERKELIJK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22

LAYAR Dit nummer van Carmel Magazine heeft een heel leuk extraatje: Layar. Met je smartphone of tablet heb je nu nog meer plezier van dit papieren magazine! Bij de artikelen op pagina 10, 12 en 22 zie je het Layar-logo.

2

COLLEGIALE VISITATIE: DOEN!

STICHTING CARMELCOLLEGE omvat 12 instellingen voor bijzonder voortgezet onderwijs. Op ruim 50 locaties verzorgen we een breed onderwijsaanbod in een kleinschalige en veilige omgeving. Zo begeleiden we onze leerlingen. Elke dag opnieuw. Onderstaande - voornamelijk brede - scholengemeenschappen zijn aan Carmel verbonden: ◗ Almelo, Pius X College, Canisius ◗ Deventer, Etty Hillesum Lyceum ◗ Eindhoven, Augustinianum ◗ Emmen, Carmelcollege Emmen ◗ Enschede, Bonhoeffer College ◗ Gouda, Carmelcollege Gouda ◗ Groenlo, Marianum ◗ Haren, Maartenscollege, International School Groningen ◗ Hengelo, Scholengroep Carmel Hengelo ◗ Oldenzaal, Twents Carmel College ◗ Oss, Het Hooghuis ◗ Raalte, Carmel College Salland

Hoe werkt Layar? ◗ Zoek met je smartphone of tablet de applicatie Layar en download deze (gratis) applicatie (app). ◗ Houd je smartphone of tablet boven de pagina met het Layar-logo. ◗ Volg de instructies op het scherm en beleef de extra ervaring!

18


APRIL 2014

Standpunt van een schoolleider In plaats van een schoolleider, in deze editie het woord aan de voorzitter Managementteam bestuursbureau. Bij het schrijven van deze bijdrage staan we voor gemeenteraadsverkiezingen. Die gaan natuurlijk over gemeenten maar dat niet alleen. Ze gaan ook over “Het Land”, zo mogen we afleiden uit verkiezingsdebatten. Waarin partijen stellingen betrekken, tegenover elkaar want dat maakt het duidelijk. Vaak zijn ze het oneens, behalve waar het gaat om bureaucratie. Daar wil men in het algemeen vanaf, “het” tenminste verminderen. In de zorg bijvoorbeeld, of bij uitkeringsinstanties, in ziekenhuizen, bij gemeenten. En natuurlijk ook in het onderwijs. Minder maken, want het gaat ten koste van... En wat kost dat allemaal wel niet... Tegengeluidje, niet politiek correct misschien: ik heb er wel wat mee. Met procedures en vastgelegde

verantwoordelijkheden in een administratieve organisatie, door wetgeving ingegeven maar ook door eigen standaarden en onderlinge afspraak. Een goed ding denk ik dan maar, want op deze manier worden salarissen correct berekend en uitbetaald en zijn ze dus geen maandelijks terugkerende verrassing, worden facturen verrekend, worden begrotingen ingericht en verantwoordingen afgelegd. En worden besluiten genomen, voorzien van gevalideerde en ook achteraf inzichtelijke argumentatie. Een goed ding, ook kijkend naar de overheid die niet zonder omvangrijke administratieve regeldruk kan, alle politieke voornemens om ze te verminderen ten spijt. Van instellingen in het publieke domein, zoals Carmel, wordt iets verwacht. Dat ze hun opdracht professioneel uitvoeren en dat ze besturen volgens “good governance”. Dat ze middelen doelmatig besteden en zich transparant verantwoorden. Dat ze zich legitimeren. En dat ze resultaten boeken: opbrengsten in het onderwijs. Het Rijk ziet erop toe, toetst en checkt, schrijft voor en regelt.

Vanuit het bestuursbureau werken we met collega’s in de scholen nauw samen aan het verder inrichten van de Carmelbrede administratieve organisatie. We zien dat Carmelscholen elkaar steeds vaker vinden: in visitaties, in projecten, in geautomatiseerde systemen. En we zien hoe daarbij vaak ontmoeting en het inhoudelijke gesprek plaatsvindt op allerlei niveaus. Van docenten en bureaumedewerkers, van toezichthouders, bestuurders en schoolleiders: Carmel dus. Veelal in het bestuursbureau, “huis van Carmel”.

‘We zien dat Carmelscholen elkaar steeds vaker vinden’

Deze stichting is opgebouwd vanuit waardenoriëntatie en zo ook de scholen aan wie zoveel leerlingen zijn toevertrouwd. Met onze bureaucratie bedienen we de overheid en andere belanghebbenden. Maar vooral is ze ervoor bedoeld om onze Carmelscholen in positie te houden, in het belang van hun leerlingen. Rentmeesters die we ook zijn, gaan we dan natuurlijk netjes om met de middelen die ons zijn gegeven en hoeden we onze talenten. Politiek kan men daar wellicht niet zoveel mee, ieder z’n vak... ◗

TOM MORSKIEFT Voorzitter Managementteam bestuursbureau

STANDPUNT 3


Dezelfde ICT, overal uit de muur Ongewild heeft de datum 1 januari 2016 iets magisch. Vanaf die dag werken de bij Stichting Carmelcollege aangesloten scholen vanuit een overeenkomstige ICT-infrastructuur met dezelfde software. ‘Het moet gewoon uit de muur komen, net als energie’, vindt Bas Oldemans, rector van Carmelcollege Gouda. Paul Slegers, lid Centrale Directie

ICT-INFRASTRUCTUUR

van Het Hooghuis in Oss, sluit zich hierbij aan: ‘Dat is ook ontzorgen en inspelen op vergrijzing en bevolkingskrimp.’

4


APRIL 2014

Het doet denken aan een herhalingsoefening. De grote scholengemeenschappen van nu zijn gevormd aan het einde van de vorige eeuw. Tijdens het integratieproces hebben ze allemaal een eigen ICT-platform gecreëerd. Maar: elk naar eigen inzichten, met eigen ICT’ers. Op 1 januari 2016 worden die “eilanden” aan elkaar gekoppeld. ‘Een logische volgende stap naar verdere professionalisering’, meent Bas Oldemans, die net als Slegers lid is van de Carmelbrede stuurgroep ICT. Hij grijpt terug naar zijn eigen verleden als schoolleider in Capelle aan den IJssel. ‘Daar hebben we zeven locaties gecentraliseerd en later door omstandigheden het ICT-beheer bij een externe partij ondergebracht. Van zo’n proces leer je veel. Toen hier in Gouda onze systeembeheerder vertrok, moesten we iets. Ik hoorde dat ze bij het Twents Carmel College bezig waren met de ICT-integratie van de verschillende locaties, en dat met andere Carmelscholen in die regio werd gesproken over iets gemeenschappelijks. Daarbij mocht ik aanschuiven. Dat heeft er later toe geleid dat we samen met het Twents Carmel College “Carmel ICT Shared Services” (CISS) hebben gevormd. Een gecentraliseerd platform dat beide scholen bedient.’

nodig hebben, ICT moet leveren. Vergelijk het met energie. Dat komt gewoon uit de muur. Zo moet het ook met ICT.’ Hier spreken Slegers en Oldemans beide over ontzorgen. ‘Het gaat erom de dingen gemakkelijker te maken’, benadrukt Slegers. ‘Met een Carmelbrede ICT-infrastructuur zetten we onze docenten verder in hun kracht. We bieden grotere bedrijfszekerheid en continuïteit, zodat de docent zich nog meer op de leerlingen en het onderwijs kan richten.’ Oldemans kijkt nog verder: ‘De docent wordt meer en meer van kennismonopolist tot kennismakelaar. Internet, apps en e-mail spelen daarbij een belangrijke rol. Dan moet dat allemaal probleemloos werken. Zeker op het meest kritische moment van de examens en de uitslagen. Zo ontstaan tegelijkertijd mogelijkheden voor meer gepersonaliseerde vormen van onderwijs. Wij doen daarmee ervaring op, omdat we onze leerlingen in de bovenbouw van onze locatie Antoniuscollege anders niet alles kunnen aanbieden. Noem het vingeroefeningen voor dat meer gepersonaliseerde onderwijs. Dat vereist ICT die bedrijfszeker én toekomstbestendig is.’

CLUSTERS Vanuit Oss legt Paul Slegers een ander deel van de puzzel. Hij noemt Het Hooghuis lachend “een buitenbeentje” binnen Carmel. ‘We hebben de meeste medewerkers en zijn wel eens eigenwijs. Bij de centralisatie van onze ICT hebben we indertijd eigen keuzes gemaakt. Geen Microsoft, maar open source, zonder licenties. Heel innovatief, maar soms dus ook lastig. Het bredere Carmelperspectief verlangt een zekere standaardisatie, temeer omdat wij een platform zullen vormen met het Augustinianum in Eindhoven. Daarom zoeken we een standaard als Microsoft.’ Dat ligt gevoelig, Slegers weet het. Nuchter: ‘Ik heb vijftien jaar bij Fontys gewerkt. Daar deden we alles met Microsoft en dat is uitermate betrouwbaar en van een hoog niveau gebleken.’

CARMELZENUW Impliciet raken Oldemans en Slegers aan een Carmelzenuw: het spanningsveld tussen bestuursbureau (kortweg als “Carmel” of “Hengelo” aangeduid) en de autonomie van de aangesloten scholen. ‘Daarvan zijn we ons bewust’, erkent Slegers. ‘Maar we hebben binnen Carmel te maken met zowel vergrijzing als ontgroening. Veel collega’s staan voor hun pensioen en door de bevolkingskrimp zullen leerlingaantallen dalen. Dat betekent dat grotere instellingen, zoals Het Hooghuis, de kleinere moeten vasthouden. Het is in niemands belang dat een kleinere instelling omvalt. De gevolgen daarvan zouden we ook in Oss merken.’ Oldemans wijst op nog iets anders: ‘De kracht van Carmelscholen zit in hun eigenheid en sfeer, in hun onderwijs en het klimaat daaromheen. Die moeten we versterken, uitbouwen. Dan is onderwijs leidend. Ook ten aanzien van ICT. Wij bepalen wat we

Vanaf 1 januari 2016 zijn Carmelscholen in clusters met elkaar verbonden. Zo ontstaan drie tot vijf platforms. ‘Daarin werkt iedereen met dezelfde infrastructuur, met Office, Exact, Outlook en SOM. Dat maakt het beheer veel gemakkelijker’, legt Oldemans uit. Hij had wel de stap naar één Carmelplatform willen zetten. ‘Dat was aanvankelijk het voorstel, maar dan zijn de verbindingskosten te hoog’, weet Slegers. ‘De externe projectleider begeleidt ons nu naar drie tot vijf platforms. Uiteindelijk, verwacht ik, groeien we naar één platform, misschien zelfs wel naar uitbesteding. Intern moeten we dan bepalen wie daarover gaat. Wie stuurt aan? Is dit de eerste schooldirecteur zonder school? Maar dat is later. Bas zei al dat het onderwijs vooropstaat. Door die Carmelbrede ICT-infrastructuur versterken we zowel het onderwijs als het Carmelgeheel. We kunnen nog veel meer aan elkaar hebben, veel meer kennis delen en veel besparen. Dan moeten we elkaar beter leren kennen. Dat is gemakkelijker als we vanuit dezelfde ICTinfrastructuur werken.’ ◗

5


Belpanel Dertig tot zestig uur op de hele schoolloopbaan. Zolang duurt de maatschappelijke stage, waarin leerlingen actief de samenleving intrekken. Ze gaan onbetaald aan de slag in zorginstellingen, bij sportverenigingen en tal van andere organisaties. Al doende leren ze hoe belangrijk het is actief bij te dragen aan de wereld om ons heen. En om verantwoordelijkheid te nemen voor elkaar. Sinds het schooljaar 2011-2012 was die stage verplicht. Maar vanaf het schooljaar 2015-2016 maken scholen zelf de keuze of ze hiermee doorgaan. Dat geldt dus ook voor de scholen van Stichting Carmelcollege. Daarom fungeren de leden van het belpanel deze keer vrijwillig als adviesorgaan voor schoolleiders, door hun reactie te geven op de stelling:

De maatschappelijke stage hoort bij Carmelscholen! NOURA FAWZY, LEERLING 5 HAVO CANISIUS, ALMELO

DAAN VAN OS, LEERLING 5 GYMNASIUM AUGUSTINIANUM, EINDHOVEN

‘Ik vind dat het gewoon een verplichte stage moet blijven. En dan op álle scholen. Zelf heb ik indertijd drie weken op De Eeshof in Tubbergen gewerkt. Ik moest helpen met koffieschenken, eten serveren en dat soort dingen. Het was erg leuk, vooral door de contacten met andere mensen. Zo maak je kennis met zaken die je op school niet tegenkomt. Het kan je bovendien helpen met je beroepskeuze, al speelt dat voor mij niet. Ik ga straks naar de pabo. Het was zinvol, ook door de begeleiding vanuit school en De Eeshof. Daarom zou die stage verplicht moeten blijven. Iedereen heeft er iets aan: wij als leerlingen én de instellingen waar we komen werken.’ ◗

‘Ik heb zelf stage gelopen bij de bibliotheek. Afgezien van een paar saaie uren waarin ik boeken in de kasten moest terugzetten, was het een leuke tijd. We hebben ook voorgelezen in bejaardenhuizen en een spel ontwikkeld dat brugklassers vertrouwd maakt met de bieb. Ik vond het zinvol en leerzaam, omdat het heel anders is dan school. Je leert je kennis toepassen en je ziet hoe binnen organisaties in groepsverband wordt gewerkt. Het is geen theorie maar praktijk, waarbij je bovendien andere mensen helpt. Daarom verbaas ik me over de afschaffing van de verplichte stage. Dat bespaart de overheid misschien geld, maar de maatschappelijke opbrengst gaat verloren. Dus, als ik de rector mag adviseren: dóórgaan!’ ◗

CONNIE VAN DER VEGT, OUDER ETTY HILLESUM LYCEUM, LOCATIE HET STORMINK, DEVENTER

MARIANNE VAN DIJK, DOCENT KLASSIEKE TALEN HET HOOGHUIS, LOCATIE TITUS BRANDSMALYCEUM, OSS

‘Het is jammer dat het geld de doorslag geeft. Ik zou liever de verplichting in stand houden. Zeker in deze tijd van verregaande individualisering is het belangrijk dat leerlingen een beeld krijgen van het reilen en zeilen van de samenleving en leren iets voor een ander te doen. Dat heeft grote toegevoegde waarde. Voor alle leerlingen en alle scholen, niet specifiek die van Carmel. Ik denk wel dat het goed is om leerlingen en instanties het doel van de stage goed uit te leggen. Uit mijn omgeving hoor ik dat daarover soms onduidelijkheid bestaat. Dat is jammer, dan schiet de stage aan het doel voorbij. Maar nu de verplichting eraf gaat: laat Carmel ermee doorgaan.’ ◗

‘Eén van mijn leerlingen zou stage lopen bij een instelling voor gehandicapten. Ze had er niet veel zin in. Achteraf vond ze het echter wel degelijk interessant. Ze bracht de waarde goed onder woorden: je leert de samenleving kennen en krijgt een indruk hoe vermoeiend werk en verantwoordelijkheid kunnen zijn. Dat las ik ook in andere verslagen. Ik denk dat Titus Brandsma, de naamgever van onze locatie, de maatschappelijke stage een warm hart zou hebben toegedragen. Het ideaal dat iedereen erbij hoort, dat iedereen er mag zijn, dat we moeten omzien naar zwakkeren. Ik veronderstel dat dat ook past in de visie van andere Carmelscholen, en eigenlijk van alle scholen.’ ◗

6


MIJN PASSIE

APRIL 2014

JEROEN VAN GOOR (32), DECAAN EN DOCENT MAATSCHAPPIJLEER EN MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN, TWENTS CARMEL COLLEGE, LOCATIE DE THIJ, OLDENZAAL ‘Een inburgeringscursus voor mensen die uit Nederland komen. Zo leggen m’n collega en ik vaak uit wat maatschappijleer inhoudt. Wat vandaag op het journaal is, gebruik ik morgen in de les. Saai is het dus zelden. Maar het is niet altijd één groot feest; sommige dingen moet je gewoon leren, over hoe het werkt in onze maatschappij. Het is net Monopoly: als je de regels niet kent, kun je niet meedoen, laat staan winnen. Dat ik lesgeven leuk vind, heb ik ontdekt toen ik graffitiworkshops gaf aan jongeren. In het dagelijks leven was ik assistent-bedrijfsleider bij een winkelketen. Die baan heb ik opgezegd en ik ben mijn onderwijsbevoegdheid gaan halen. Het werd maatschappijleer en maatschappijwetenschappen omdat dit goed aansluit op mijn eerdere master Toegepaste Communicatiewetenschap. Na één jaar hard werken was ik bevoegd. Mijn beste loopbaankeuze tot nu toe! Sinds augustus 2011 werk ik bij het Twents Carmel College. Een schot in de roos. Iedereen mag hier zichzelf zijn, zichzelf ontwikkelen. Ik werk met een collega, dat is bij maatschappijleer lang niet altijd zo. Heel prettig: we kunnen alles uitwisselen. Sinds anderhalf jaar ben ik ook decaan. Ik werk dus voornamelijk in de bovenbouw, ook dat past bij mij. Vijftien-plus is een mooie leeftijd. In de vierde komen ze als het ware als kuddedieren binnen en in drie jaar zíe je hun identiteit groeien. Geweldig vind ik dat.’ ◗

‘Mijn beste loopbaankeuze tot nu toe’

7


Carmelscholen stimuleren belangstelling voor techniek

‘Nog leuker dan ik dacht’ Tien jaar geleden kreeg Nederland er een onderwijstype bij: het technasium. Sindsdien is de belangstelling alleen maar gegroeid. Ook op het Bonhoeffer College, dat onlangs een nieuwe werkplaats opende, en het Carmelcollege Gouda, dat sinds oktober 2013 officieel een technasium heeft.

In de technasiumwerkplaats van het Bonhoeffer College aan de Bruggertstraat in Enschede turen Diann en Cindy uit 1HV1 geconcentreerd naar de laptop. Hun presentatie voor Twence moet vandaag af. Over een paar dagen komen de mensen van dit afvalverwerkingsbedrijf op school om het reclamefilmpje te bekijken dat Diann en Cindy samen met Stan en Dominique hebben gemaakt. Het filmpje moet duidelijk maken hoe Twence afval verwerkt tot nuttige producten. Een leuke opdracht, vindt Diann, die enthousiast is over het technasiumvak onderzoeken & ontwerpen. ‘Ik ben heel erg van samen oplossingen bedenken en dat kan bij dit vak. Het gaat niet alleen over techniek, je moet vooral ook anders leren denken. Ik vind het nog leuker dan ik had gedacht.’

DOENERS In een aangrenzende vergaderruimte gaat het gesprek toevallig ook over de meerwaarde van het technasium. Elke technasiumschool maakt deel uit van een regionaal netwerk en uitgerekend vandaag is een afvaardiging van de Thorbecke Scholengemeenschap uit Zwolle op bezoek voor een collegiale visitatie. Of de Bonhoefferdocenten hun leerlingen achteraf vragen wat ze van de opdrachten vonden, wil de delegatie uit Zwolle weten. Monique Böhm, een van de twee technatoren van het Bonhoeffer, bevestigt dat. ‘Daarbij valt ons op dat er veel doeners tussen zitten, die zeker in het begin meer affiniteit hebben met het “ontwerpdeel” dan het “onderzoeksdeel” van het vak. We moeten ze echt leren dat het twee kanten van de weegschaal zijn.’

technasiumgroepen. ‘We groeiden echt uit ons ‘Het is mooi dat jasje’, zegt locatiedirecteur technasiumscholen Helena Verwer-Toledo. ‘Er moest een nieuwe in netwerken van werkplaats komen.’ En dus werd afgelopen zomer in krap elkaar leren’ drie maanden tijd een weinig gebruikte gymzaal omgebouwd tot een ruime, state of the art werkplaats, die in oktober werd geopend.

GECERTIFICEERD Negen jaar geleden hoorde het Bonhoeffer College tot de tweede lichting technasiumscholen in Nederland. In al die tijd is aan het technasiumconcept weinig veranderd. Wel wordt er vanuit de landelijke Stichting Technasium hard gewerkt aan kwaliteitsborging. Nieuwe scholen mogen zich pas na jaren voorbereiding “technasium” noemen. Ook Carmelcollege Gouda heeft een lang traject doorlopen voordat minister Hennis-Plasschaert (oud-leerling van de school) in oktober 2013 het technasium officieel kon komen openen. Locatiedirecteur Ank Brent vindt het goed dat de eisen hoog zijn. ‘Het technasium is een gecertificeerde opleiding en dat spreekt mij aan. Je kunt zelf werken aan kwaliteit, maar zo’n

TECHNASIUM In de loop van de vijf of zes jaar die het technasium duurt, maken de leerlingen op dat punt grote vorderingen, vertelt collega-technator Benno Berendsen even later. ‘Het mooie is dat de praktijkopdrachten binnen het technasium de leerlingen echt aan hun toekomstige beroepen laten ruiken. Vooral in de examenjaren bereiken de opdrachten een flinke diepgang. Als je ziet wat leerlingen voor hun afsluitende meesterproef maken - dat zou zo in het eerste of tweede jaar op de universiteit passen.’ In Enschede draait het technasium inmiddels al negen jaar. Leerlingen kunnen het vak van de eerste klas tot het eindexamen volgen. En de belangstelling neemt nog altijd toe: van de zes havo/vwo-klassen die dit jaar op de Bruggertstraat begonnen, waren er vier

8

Op het technasium maken havo- en vwoleerlingen kennis met technische beroepen door op een praktische manier met techniek en technologie bezig te zijn. In het vak onderzoeken & ontwerpen werken ze in vier projecten (elk zeven weken lang, vier uur per week) in groepjes aan levensechte opdrachten. Sinds enige jaren kunnen leerlingen het vak onderzoeken & ontwerpen in onder- én bovenbouw volgen en er ook eindexamen in doen. Stichting Technasium coördineert alle landelijke ontwikkelingen. Meer informatie op www.technasium.nl.


APRIL 2014

voortdurende, externe kwaliteitscontrole brengt je toch een stap verder. Ik vind het ook mooi dat technasiumscholen in netwerken van elkaar leren. Samenwerking, creativiteit, leergierigheid - dat vragen we immers ook van onze technasiumleerlingen.’

Een half jaar na de start slaat het technasium goed aan bij de leerlingen, docenten en ouders in Gouda. ‘We hebben een goede keuze gemaakt’, concludeert Brent. ‘We kunnen eigenlijk niet wachten tot we het vak onderzoeken & ontwerpen ook in de bovenbouw kunnen aanbieden.’ ◗

9


‘De beroepsbeelden, daar gaat het om’ Technasium is natuurlijk niet de enige manier om leerlingen enthousiast te maken voor techniek. Het Twents Carmel College en Pius X College locatie Van Renneslaan vertellen hoe zij het aanpakken.

TWENTS CARMEL COLLEGE TECHYOURFUTURE Het Twents Carmel College kiest bewust voor een andere weg dan het technasium. De school - aangesloten bij de WON-Akademie (Wetenschaps Oriëntatie Nederland) wil over de hele breedte een kritische, onderzoekende houding bij leerlingen ontwikkelen. Dat staat aandacht voor techniekpromotie bepaald niet in de weg, vertelt adjunct-directeur havo-bovenbouw Carel Vaneker. ‘Het gaat ons erom dat alle leerlingen op de plek terechtkomen waar zij hun talenten kunnen ontwikkelen. En er lopen bij ons heel wat leerlingen rond die naar ons idee wel aanleg hebben voor techniek, maar daar in de vervolgopleiding toch niet voor kiezen. Daar komt bij dat de regio Twente een techniekambitie heeft geformuleerd en wij als school de opdracht en de wil hebben om onderwijs te geven dat betekenisvol is in onze regio.’

naar 60% natuur en 40% maatschappij. ‘De volgende stap is dat een flink deel van die leerlingen ook echt een technische vervolgopleiding kiest’, zegt adjunctdirecteur Vaneker. ‘Daar werken we nu aan. Omdat uit enquêtes onder oud-leerlingen, maar ook uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat ouders een grote rol spelen bij studiekeuze, hebben we onlangs bijvoorbeeld voor de tweede keer een techniekavond voor ouders georganiseerd. Met succes: er waren 250 mensen!

SCAN MET

KIJK OP PAGINA 2

Ook hebben twaalf examenkandidaten havo meegedaan aan een internationale projectweek techniek op Saxion. Zo ervaren ze dat bouwkunde echt geen opleiding voor bouwvakkers is. Want die beroepsbeelden, daar gaat het om. Techniek heeft zich ontwikkeld tot een sector met creatieve, ontwerpende, speelse beroepen. Dat beeld hebben ouders en leerlingen nog niet altijd.’

Het Twents Carmel College werkt hiervoor samen met TechYourFuture (www.techyourfuture.nl), een samenwerkingsverband van de Universiteit Twente en de hogescholen Saxion en Windesheim. De drie onderwijsinstellingen beseffen hoe belangrijk het is om leerlingen juist tussen hun negende en vijftiende jaar een goed beeld van techniek te laten ontwikkelen, zegt Jos Brunninkhuis. Hij is lid van de ouderraad en centrale medezeggenschapsraad van het Twents Carmel College en vanuit Saxion directeur van TechYourFuture. ‘In die gevoelige jaren vormen leerlingen de beroepsbeelden waarop ze later, samen met hun ouders en omgeving, hun keuze voor een profiel en een vervolgopleiding gaan baseren’, vervolgt Brunninkhuis. ‘Dus moet je ze op allerlei manieren techniek laten erváren. TechYourFuture ondersteunt scholen bij het ontwikkelen van nieuwe praktijkgerichte onderwijs- en leeromgevingen. Het Twents Carmel College is niet de enige Carmelschool die meedoet: met het Carmel College Salland in Raalte bijvoorbeeld hebben we in een proeftuin een LOBmethodiek (Loopbaanoriëntatie en ‘Je ziet die jongens -begeleiding) ontwikkeld waarin de focus kijken: whoa!’ ligt op techniek.’ Op het Twents Carmel College heeft de brede aandacht voor techniek er de afgelopen jaren al toe geleid dat de profielkeuzes van de leerlingen zijn opgeschoven van 60% maatschappijprofielen en 40% natuurprofielen

10

filmpjendvan bekijk hecht nie vo de te ouka rs de voor


APRIL 2014

Heidie Wesselink-Vleerbos is praktijkdocent toegepaste techniek op Pius X College Van Renneslaan. Op deze locatie is van alle leerlingen in technische vmbo-richtingen 30% meisje. Landelijk ligt dat gemiddelde op nog niet eens 5%. Wat is het geheim? ‘Daar doe ik in het kader van een opleiding momenteel onderzoek naar’, zegt Heidie Wesselink. ‘Ik denk dat het vooral een andere benadering is. Voor meiden - en nu generaliseer ik - is het proces vaak belangrijker dan het product. Vinden veel jongens het prettig als je ze een bouwtekening geeft die ze precies moeten namaken, bij meiden is de creatieve en ontwerpkant belangrijk. Ze vinden het leuk als ze ruimte voor een eigen invulling krijgen en een opdracht zelf kunnen verfijnen. Het is een misverstand dat dit alleen zou kunnen bij een breed programma zoals ons intersectorale programma Techniek en Dienstverlening. Beeld en Media is ook heel populair. En er zijn bij ons steeds meer meiden die in andere technische afdelingen gaan kijken. Dat loopt eigenlijk veel gemakkelijker dan ik had gedacht. Je ziet wel verschillen. Maakt zo’n meisje in de afdeling Fijn Hout een kastje, dan ziet dat kastje er echt anders uit. Persoonlijker, minder standaard. Je ziet die jongens kijken: whoa! Dat is een leuke wisselwerking. De afgelopen tijd heb ik alle meiden die bij ons een technische opleiding volgen gevraagd waarom ze daarvoor hebben gekozen. Zit dat in de manier waarop wij ze in leerjaar 2 met de opleidingen laten kennismaken (de voorlichting, het speeddaten)? Spelen de keuzes van vriendinnen een rol? Of de stimulans van ouders? Dat ga ik nu op een rij zetten.’ ◗

COLUMN

PIUS X COLLEGE VAN RENNESLAAN 30% MEISJES BIJ TECHNIEK

CARMELALLIANTIE Wie onze Carmelclub een beetje volgt, ziet de laatste jaren een gestage verandering. Carmel als instituut werd vroeger op de eerste plaats toch vooral gezien als “Hengelo”, “CvB” of “bestuursbureau”. Viel een voornemen of besluit niet helemaal in goede aarde, dan werd al snel gezegd: ‘Dat hebben ze in Hengelo zo besloten.’ Samen optrekken, samen van elkaar leren, goede praktijken met elkaar uitwisselen, het kwam mondjesmaat voor. Als je nu kijkt, zie je bijvoorbeeld een gemeenschappelijk project rond opbrengstgericht werken samen met de Universiteit Twente. Daarnaast zijn alle scholen betrokken bij een onderling visitatietraject in groepjes van drie. Twee scholen bezoeken samen een derde school of locatie. En het mooie ervan is dat ook leraren erbij betrokken zijn. Half april is de eerste cyclus van bezoeken rond, de carrousel heeft eenmaal helemaal gedraaid. Natuurlijk zijn we benieuwd wat deze visitaties aan inspiratie en verbeterpunten hebben opgeleverd. En wat een kijkje buiten de eigen school aan nieuwe inzichten heeft opgeleverd. Het lijkt altijd zo vanzelfsprekend wat we doen, maar dat is het niet altijd. Niet voor niets is “Keep asking questions” het adagium van Tias Nimbas. Ook de Schoolleidingendag van 17 april werd verzorgd door ruim twintig presentaties vanuit onze eigen scholen! Een prachtige ontwikkeling. Carmel zet de komende tijd nadrukkelijk in op het versterken van onderlinge verbanden. Om te leren van elkaar en ervaringen uit te wisselen. Niet alleen op het niveau van schoolleiders, maar juist ook voor leraren en ondersteunende medewerkers. Kleine leergemeenschappen die aansluiten bij wat er al leeft. Niet alleen omdat “Hengelo” dat belangrijk vindt, maar juist omdat we aansluiten bij wat er in de praktijk of als behoefte “op de werkvloer” leeft. Want de Stichting is geen abstracte organisatie en al helemaal niet “zij”, maar Carmel zijn we allemaal zelf. Elke dag weer. ◗

ROMAIN RIJK Voorzitter College van Bestuur, Stichting Carmelcollege

11


The Voice of Pius X Zingen kan iedereen, vond muziekdocent Ton Annink in 1993, en organiseerde op het Pius X College in Rijssen een variant op de toenmalige Soundmixshow. Tien jaar en twee naamswisselingen later (van Soundmixshow naar Idols naar The Voice) doen naast álle Pius X-locaties ook drie andere Almelose scholen mee. Wie de grote finale wil winnen, moet eerst de audities, voorrondes en finale op zijn eigen school overleven. En dus streden vijf leerlingen op 19 februari 2014 in de schoolfinale om de titel The Voice of Pius X.

Daar zijn ze, de beste stemmen van Rijssen in 2014. Vanaf links: Melvin Flamand, Lynn van der Wel, Sarah Langkamp, Jamie Machielsen en Juwell Wolterink. In “The Green Room” kijken ze nog snel even wat de fans op Facebook zeggen, voordat het spektakel losbarst.

Inzingen maar! Ton Annink begeleidt zijn finalisten vol enthousiasme op de piano. Alleen Lynn ontbreekt: zij zwoegt nog op een wiskundetoets. School blijft school.

And The Voice of Pius X is… De talenten van locatie Rijssen hebben niet gewonnen, maar wel Sofie Timmerij van locatie Aalderinkshoek. Van harte gefeliciteerd!

SCAN MET

KIJK OP PAGINA 2

bekijk hentsoopfietreden va

TALENT OP PIUS X 12


APRIL 2014

De finaleplaatsen zijn dit jaar bezet door vier derdeklassers en één tweedeklasser. Maar vorig jaar ging de eerste plaats naar brugklasser Chjairima Pattipelohy. Zij won niet alleen The Voice of Pius X, maar ook de grote finale in Almelo.

Jamie zet Sarah alvast in de make-up. Wie wil er nou bleek zien in het felle licht van de theaterlampen?

Melvin pingelt nog even op de gitaar. Een carrière als singer-songwriter, zou dat wat zijn? Die jurystoelen zitten best lekker.

Intussen is het een drukte van belang op het podium in het Parkgebouw, toneel van de finale van vanavond. Voor oud-leerling Chiel Kamphuis (midden) is het een déjà-vu. Ook hij won ooit de Pius X-Soundmixshow. Nu is hij zanger en theatertechnicus.

‘Cause all of me…, loves all of you…’ Met nog vier uur te gaan tot de finale zingt Juwell tijdens de soundcheck de sterren van de hemel. Wordt zij de Voice of Pius X 2014?

13


Kort NIEUWBOUW AUGUSTINIANUM

De winnaars van de Carmel Award 2014 zijn bekend. Bij het verschijnen van dit magazine vindt u de uitslag op onze website www.carmel.nl onder “Publicaties”.

Nominatieprocedure Met hetzelfde enthousiasme dat uit de profielwerkstukken sprak, zijn de leden van de nominatiecommissies havo en vwo in maart vol energie aan de slag gegaan. Erg waardevol, omdat de betekenis van het profielwerkstuk expliciet onderwerp van gesprek was. Het woord “talent” viel daarbij regelmatig. Finale en finalisten Tijdens de finale op vrijdag 11 april 2014 vertelden twee oud-Carmelleerlingen over de rol die hun middelbare schooltijd heeft gehad voor de ontwikkeling van hun talenten. Zoals onderstaande titels al aangeven zijn de onderwerpen van dit jaar heel breed. Geen onderwerp is te gek. Niet alleen onderzoeksvragen werden ingezonden, maar ook een aantal ontwerpvragen. Onze felicitaties gaan uit naar de genomineerde leerlingen: Havo • Muziek verrijkt de hersenen, door Annefloor Robijn, Céline van Schaik en Danique Wagemans, Etty Hillesum Lyceum • Geschiedenis van Chinezen in Nederland en Oss, door Shirley Cui en Eline Cui, Het Hooghuis • Labyrinth, door Paul Danielse, Tarn Joosting Bunk en Javid Ladhani, Etty Hillesum Lyceum Vwo • De Herbestemming van het Seahorseterrein, Sterre Schiemer, Leanne Meurs en Mara Groenveld, De Grundel • Positieve discriminatie, Tessel Klunder, Rixanne Quartero en Willemijn Vermeij, Etty Hillesum Lyceum • Temperatuuradaptatie van de sluipwesp Nasonia Vitripennis, Sander Nijhof, Sjors Beukeboom en Jente Boonstra, Maartenscollege • Hoogwaardige epoxyharsen die uitharden onder milde omstandigheden, Kelvin W.P. Suppers en Wessel Groenewegen, Het Hooghuis. ◗

14

Het Augustinianum krijgt aan de Geldropseweg in Eindhoven een nieuw schoolgebouw. De nieuwe school komt op het (sport)terrein naast het huidige gebouw. Vrijdag 21 maart 2014 tekenden de verschillende partijen de overeenkomst. Het nieuwbouwproject wordt bekostigd door de gemeente Eindhoven en het bestuur van Stichting Carmelcollege. Met de nieuwbouw wil de school voldoen aan de eisen die het moderne onderwijs stelt, zoals: meer ruimtes waar leerlingen zelfstandig kunnen werken en een betere klimaatbeheersing. Het ontwerp bevat ook elementen uit het huidige schoolgebouw, dus de typische “Augustinianumsfeer en -uitstraling” blijft. Met ruim 1.000 leerlingen en circa 120 medewerkers hoopt rector Maarten de Veth in 2016 het nieuwe gebouw te betrekken. ◗

VERBOUWING BESTUURSBUREAU Het Hengelose pand waarin het bestuursbureau is gehuisvest, is toe aan een flinke opknapbeurt. Met behoud van de karakteristieke uitstraling wordt het pand vooral van binnen grondig aangepakt. De bouwactiviteiten starten in april en duren met tussenpozen tot ongeveer het einde van het jaar 2014. Het pand is na de verbouwing beter ingericht voor ontvangst van externen, sluit beter aan bij de activiteiten die op het bestuursbureau plaatsvinden en voldoet weer aan de criteria die gelden voor klimaatbeheersing, IT-infrastructuur en dergelijke. Het bestuursbureau blijft gedurende de verbouwing bereikbaar. De werkzaamheden vinden zoveel mogelijk plaats in de schoolvakanties, zodat overlast voor medewerkers (van scholen en bestuursbureau) tot een minimum beperkt blijft.


APRIL 2014

Hoe ging het verder met...

Youforce Voor digitale ondersteuning van HR-processen werkt Carmel met de portal van Raet Online, door de makers onlangs omgedoopt tot Youforce. Het nieuws zit niet in de naamswijziging, maar in de extra modules die Carmelscholen tot hun beschikking krijgen. Consultant Arjan Dorrepaal (UmanID) begeleidt Carmel bij de invoering ervan. Hij geeft een overzicht.

VERZUIMMANAGER EN SELF SERVICE Alle Carmelscholen werken al langere tijd met Verzuimmanager, een module die teamleiders helpt bij de begeleiding van zieke medewerkers. Ook de module Self Service is vanaf half april op alle scholen beschikbaar. Medewerkers kunnen in deze module hun eigen persoonsgegevens controleren en aanpassen.

‘Eén druk op de knop en alle afgewezen kandidaten krijgen bericht’

WERVING & SELECTIE In de eerste week van februari is hier voor alle scholen de module Werving & Selectie bijgekomen. Arjan Dorrepaal legt uit wat er handig aan is: ‘De module verzorgt de publicatie, de administratieve ondersteuning en afhandeling van vacatures. Voortaan hebben alle vacaturehouders toegang tot het systeem, zodat ze alle reacties op “hun” vacatures kunnen zien. Er kan niets kwijtraken en met de formulieren vorm je snel een beeld. Je kunt de reacties ook categoriseren: deze kandidaat uitnodigen, die misschien, die niet. Per e-mail verstuur je uitnodigingen en afwijzingen. Met één druk op de knop krijgen alle afgewezen kandidaten bericht. Soms zijn er driehonderd sollicitanten, dan scheelt dat veel tijd.’ Op dit moment worden de eerste ervaringen met de module Werving & Selectie geëvalueerd en wordt zo nodig bijgestuurd.

PERFORMANCE MANAGEMENT Ook nieuw is de module ‘Performance management’ (medewerkerontwikkeling). Deze module ondersteunt leidinggevenden en medewerkers bij de gesprekscyclus. Dat werkt, zeggen teamleiders die meededen aan een kleinschalige pilot op het Twents Carmel College en Canisius: dankzij de module kwamen zij in gesprekken sneller to the point. Lastig is wél dat het systeem vraagt om gedetailleerde functieprofielen. En hoewel alle Carmelscholen dezelfde functiebeschrijvingen hanteren, leggen scholen bij LC- en LD-functies eigen accenten. Dorrepaal: ‘Als we al die variaties inbouwen, wordt het systeem onbeheersbaar. Daarom onderzoeken we nu in een tweede, grotere pilot of we meer lijn kunnen brengen in die accenten.’

DIGITAAL PERSONEELSDOSSIER De laatste uitbreiding betreft de uitrol van het digitale personeelsdossier. De voorbereiding hiervan is in volle gang. Zo lopen er gesprekken met bedrijven die de papieren personeelsdossiers op het bestuursbureau kunnen digitaliseren. Is dat voor elkaar, dan kunnen de scholen de dossiers van “hun” mensen aanvullen, bijvoorbeeld met verslagen van functioneringsgesprekken. Dorrepaal: ‘Het bestuursbureau gaat tegelijkertijd nieuwe documenten digitaal archiveren. Het is de bedoeling dat we dit kalenderjaar nog op deze manier gaan werken.’ ◗

15


Het Beraad Bedrijfsvoering

Geld overhouden voor de inhoud Het Beraad Bedrijfsvoering is een nieuw fenomeen in de wereld van Carmel. Schoolleiders en medewerkers van het bestuursbureau benoemen hier knelpunten in de bedrijfsvoering en dragen oplossingen aan. Jan Bruil (teamleider Formatie & Financiën bestuursbureau) en Peter Dooijeweerd (lid Centrale Directie Scholengroep Carmel Hengelo) lichten het doel toe. Ze breken een lans voor verdergaande samenwerking: ‘Als we professioneler werken, houden we geld over voor de inhoud.’

Het tweetal maakt nog niet zo lang deel uit van de Carmelorganisatie. Bruil noch Dooijeweerd is opgegroeid in de tradities en gebruiken van de Stichting. Dat leidt soms tot een kritische kijk op de zaken. Die gevoeligheden zoals de autonomie van de aangesloten scholen en de Carmelcultuur niet ontziet. ‘We zijn sterk in intermenselijke relaties’, constateert Bruil. ‘Dat is een groot goed, maar brengt het gevaar

mee dat we niet altijd scherp zijn. “Het komt wel goed”, zeggen we dan, en vervolgens vragen we niet door.’ En dat kan niet meer, meent Dooijeweerd: ‘We hebben het veel over de professionalisering en de kwaliteit van ons onderwijs. Daar hoort professionalisering van administratie en bedrijfsvoering bij. Nu zeker, vanwege de financiële situatie. We moeten scherp aan de wind zeilen.’

KRITISCHE KIJK

Peter Dooijeweerd en Jan Bruil

16


APRIL 2014

Bruil wijst daarnaast op het maatschappelijke klimaat. Instellingen die met publiek geld werken, liggen - terecht snel onder het vergrootglas van media en parlement. De Amarantis-affaire heeft daaraan nog verder bijgedragen. ‘Het is een extra reden om scherp te zijn. We hebben bovendien te maken met steeds strakkere wet- en regelgeving, met een strikt sanctiebeleid. Als onze omgeving zó verandert, moeten we mee. Dat is niet trouwens erg, het levert veel op.’

KETENBENADERING De professionalisering waarvan Bruil en Dooijeweerd spreken, rust op een meer uitgewerkte ketenbenadering. ‘Ik zie het zo: in de bedrijfsvoering zijn de scholen de eerste lijn. Het bestuursbureau is de tweede lijn, terwijl je bij de derde lijn moet denken aan externe deskundigheid, zoals van accountants. Tussen al die niveaus moet een goed samenspel bestaan met bijvoorbeeld tijdige uitwisseling van relevante informatie’, legt Dooijeweerd uit. ‘Daartoe moeten we op alle niveaus de gewenste expertise goed organiseren. Dan krijg je dat samenspel, die wisselwerking. Alleen, ik noem dat wel eens de achilleshiel van Carmel: onze scholen verschillen sterk in omvang en daardoor in mogelijkheden.’ Grote instellingen hebben immers de massa om veel deskundigheid in eigen huis te halen. Kleinere scholen zijn daartoe niet in staat en doen daarom een groter beroep op het bestuursbureau. Bruil: ‘Het verschil in omvang tussen het Augustinianum in Eindhoven en het Twents Carmel College in Oldenzaal kun je uitdrukken in factor 5. Oldenzaal heeft daardoor om begrijpelijke redenen meer bestuurs- en beleidskracht. Als je het samenspel dat Peter noemt goed wilt organiseren, zul je de professionaliteit aan de basis moeten versterken. In de scholen dus.’ Meer en vooral intensievere samenwerking tussen de scholen ligt dan voor de hand. ‘Je kunt de kleinere scholen en eenpitters clusteren’, licht Dooijeweerd toe. ‘Je kunt ook overwegen om die kleineren te verbinden met grotere scholen in de nabije omgeving. Dan is de ondersteuning altijd dichtbij en kun je verder professionaliseren. Het bestuursbureau heeft dan de ruimte om daar eveneens werk van te maken. Want dat moet ook, gelet op de complexiteit van de omgeving waarin we werken.’

CARMEL-DNA De overeenkomsten met de beweging naar een Carmelbrede ICT-infrastructuur (zie pagina 4 in dit Carmel Magazine) dienen zich aan. Geen wonder, want het Beraad Bedrijfsvoering is hierbij eveneens betrokken. Het zal daarom niet verbazen dat ook nu de autonomie van de Carmelscholen ter sprake komt. ‘Die zit diep in het DNA van Carmel. Dat heeft zowel scholen als Stichting veel gebracht’, beseft Dooijeweerd. ‘Maar we komen er niet altijd meer mee weg. Vanzelfsprekend draait het allemaal om de klas met leerlingen die we verder willen

helpen, op de best denkbare manier. De kwaliteit en professionaliteit die we daar brengen, vereist evenveel kwaliteit en professionaliteit van ondersteuning en bedrijfsvoering. Je kunt het zien als een verdere taakverdeling: de scholen concentreren zich helemaal op het onderwijs, wij stellen hen daartoe in staat.’ Dat gaat niet in één keer. Het Beraad Bedrijfsvoering werkt volgens de beste Carmeltradities. Het signaleert en analyseert knelpunten en voedt vervolgens College van Bestuur en Convent van Schoolleiders met oplossingen. ‘Zo bouw je draagvlak. Carmel heeft al een scherpe visie op onderwijs en werkgeverschap, we maken nu de beweging naar een net zo sterke visie op onderwijsondersteuning en bedrijfsvoering. Zo laten we de meerwaarde van een groot samenwerkingsverband beter zien’, zegt Dooijeweerd. En Bruil: ‘We redden het altijd door de grote onderlinge betrokkenheid. Daardoor scoren we altijd wel een 7 of een 7,5. Maar wat scoren we als we deze verbeteringsslag goed maken? Als we de samenwerking verbinden met grotere deskundigheid? Dan gaan we van een 7 naar een 9. En, belangrijker: dan houden we geld over dat meteen naar het onderwijs kan.’

SCHOOLBOEKEN ALS VOORBEELD Jaarlijks besteedt Stichting Carmelcollege ongeveer 8 miljoen euro aan de inkoop van schoolboeken. Peter Dooijeweerd gebruikt het bedrag om te laten zien wat nauwere samenwerking kan opleveren. ‘Ik weet dat het gevoelig ligt, maar ik wil dit toch noemen. Gewoon als voorbeeld. Niet meer dan dat, zet dat er wel bij. Gewoon even hardop denken.’ Dan begint hij te rekenen. ‘Stel dat we door meer afstemming over de te gebruiken methodes een kwart van dit bedrag vrijspelen. Twee miljoen euro. Dat is 25 fte, ofwel 125 docenten die één dag per week aan de ontwikkeling van nieuwe methoden en nieuw lesmateriaal kunnen besteden. Verdeeld over alle scholen, groot en klein. Op die manier kunnen we op termijn nog meer geld vrijmaken. Dat gaat dan naar de klas en niet naar de uitgeverijen. Volgens mij is dat wat we allemaal willen. Zo maken we het onderwijs sterker en kunnen we nog meer kwaliteit bieden.’ Hij herhaalt met nadruk de gevoeligheid van dit onderwerp te onderkennen. ‘Toch wil ik het noemen. Er zijn bovendien andere voorbeelden denkbaar. Waar het mij om gaat: als we de samenwerking versterken, houden we meer geld over voor ons onderwijs.’ ◗

17


Ronald Pater

Leren van elkaar geeft extra dimensie

Collegiale visitatie: doen! De derde en laatste ronde collegiale visitaties binnen Carmel zit er min of meer op. Hoe kijken deelnemers terug? ‘Het is verrassend hoeveel zo’n groepje buitenstaanders in één dag boven tafel krijgt.’

Met collegiale visitatie waren veel Carmelscholen al bekend voordat in 2012 een Carmelbreed visitatietraject van start ging, vertelt Margreet ten Holder, adviseur Advies & Support op het bestuursbureau. Twents Carmel College, locatie De Thij, had in 2003 de primeur. Andere TCC-locaties volgden, evenals het Bonhoeffer College, Carmel College Salland en Het Twickel College in Delden. Ten Holder: ‘Iedereen vindt het leerzaam en leuk om eens met collega’s de diepte in te gaan. Dat komt er anders vaak niet van. Er is ook veel herkenbaarheid: we zijn niet de enigen met dit of dat probleem.’

In 2012 nam het Beraad Onderwijs het initiatief tot een Carmelbreed visitatietraject rond thema’s uit het strategisch beleidsplan Koers 2014. ‘Als eerste het thema opbrengstgericht werken’, zegt Margreet ten Holder, ‘omdat alle scholen daar wel mee bezig zijn, maar het vaak nog wat SMART-er en doelgerichter kan. Het tweede thema is talentoptimalisatie. Alle scholen hebben wel extra’s zoals versterkt Engels of keuze-uren, maar nog niet altijd binnen een samenhangend beleid.’

OVER EN WEER OP BEZOEK Een collegiale visitatie houdt in dat collega’s van andere scholen als relatieve buitenstaanders onderbouwde feedback geven aan een school. Zij baseren hun oordeel op onderzoek van beleidsstukken, (analyses van) cijfers, gesprekken en eigen observaties. Ze lezen dus niet alleen papieren, ze gaan ook daadwerkelijk op bezoek. Aandacht voor de dagelijkse praktijk leidt tot kwaliteitsverbetering, is de gedachte.

18

Tussen maart 2012 en nu hebben alle Carmelscholen over en weer bezoek ontvangen. Steeds gingen twee instellingen samen bij een derde op bezoek. Meedoen was verplicht, maar scholen mochten wel kiezen of ze als geheel of met één of twee locaties meededen. Elk bezoek werd voorafgegaan door een individuele en gezamenlijke voorbereiding. De komende tijd worden de ervaringen samen met het Beraad Onderwijs geëvalueerd. Na de zomer volgt overleg met het Convent van Schoolleiders en het College van Bestuur over een eventueel vervolg. ◗


APRIL 2014

‘JE HAALT HET ER DUBBEL EN DWARS UIT’ Elvera Pennings, teamleider onderbouw havo, Het Hooghuis, locatie Titus Brandsmalyceum (Oss) Kreeg bezoek van: Marianum (Groenlo) en Etty Hillesum Lyceum (Deventer) ‘Wij hadden ons voorbereid op een gesprek rond de tafel waarin we met collega’s zouden delen waar we trots op zijn. Toen bleek het een officiële visitatie... We moesten even schakelen! Al snel bleek dat er door de gesprekken met onze leerlingen en docenten een breder en completer beeld van onze school op tafel kwam. Echt verbaasd waren we toen onze bezoekers uit Deventer het voor elkaar kregen om ons aan het eind van de dag een heel heldere scan van onze locatie te presenteren. Ze legden de vinger precies op een ambitieuze uitdaging: hoe kunnen we de rol van het Titus Brandsmalyceum benutten binnen Het Hooghuis als geheel? Of zelfs breder binnen Oss?’ Ging op bezoek bij: Marianum (Groenlo) ‘Samen met onbekende collega’s in één middag komen tot aandachtspunten waarop we verder wilden doorvragen, dat vond ik bijzonder.

‘EEN HEEL KRACHTIGE BOODSCHAP’ Christel Wolterinck, teamleider Tweede Fase, Marianum (Groenlo) Kreeg bezoek van: Het Hooghuis (Oss) en Etty Hillesum Lyceum (Deventer) ‘Collegiale visitatie is voor ons niet nieuw: in onze tijd als Universumschool hebben we vaker met dit bijltje gehakt. Ook nu lag de focus op vaste thema’s waar bijna alle scholen mee bezig zijn. Dat werkt voor beide kanten goed. Als het thema maar op één school actueel is, leert de andere school toch minder. En juist dat leren van elkaar geeft een extra dimensie. Als zo’n visitatiecommissie je wijst op wat er goed gaat en wat aandacht vraagt, is dat een heel krachtige boodschap. Onze school gaat indringende veranderingen tegemoet, waarin we onze twee locaties meer als een eenheid gaan aansturen. Ook gaan we meer vanuit onderwijsprofielen werken én we zijn bezig met nieuwbouw. De visitatiecommissie gaf ons terug: “Zorg ervoor

De thema’s werkten goed: ze geven wat richting en iedereen is eigenwijs en professioneel ‘Je mág genoeg om daarnaast te vragen wat hij verder nog meedenken over wil weten. Het bezoek de visie, missie leverde ons vooral positieve energie op en herkenning en strategie’ van ieders betrokkenheid. Ideeën voor onze school hebben we niet echt meegenomen, of het moesten de professionele tosti-ijzers in de kantine zijn... Je merkt dat veel invullingen toch wel schoolspecifiek zijn. Het was mooi om te mogen meedenken in de veranderingen die daar op stapel staan. De schoolleiding reageerde heel positief op onze aanbevelingen, zo van: ‘daar gaan we ons voordeel mee doen.’ Eindoordeel ‘Voor jezelf is visiteren goed omdat je er altijd wijzer van wordt. Je leert collega’s kennen en je mág - want zo voelt het - meedenken over de visie, missie en strategie van een andere school. Kost het tijd? Ja, maar je haalt het er dubbel en dwars uit.’

dat je het goede behoudt. Waar andere scholen tien jaar voor nemen, doen jullie in twee, drie jaar. Neem de tijd om je mensen erin mee te nemen.” Dat vond ik heel waardevol, dat heb ik er echt uit meegenomen.’ Ging op bezoek bij: Het Hooghuis (Oss) ‘Nu werk ik nog als teamleider havo/vwo, volgend jaar word ik teamleider onderzoek en onderwijsontwikkeling. Om mijn blik te verbreden, ben ik bewust op bezoek gegaan bij een vmbo-locatie. Ik heb veel geleerd, veel nieuwe dingen gezien. En het verrast me elke keer weer hoeveel een groepje buitenstaanders in een flitsbezoek van één dag boven tafel krijgt.’ Eindoordeel ‘Doen! Van een kijkje in de keuken van een ander leer je zelf ook veel én het maakt je ‘Het maakt je trots op wat er goed gaat op trots op wat er je eigen school.’ goed gaat op je

eigen school’ 19


‘DIT ZOU JE OOK BINNEN EEN SCHOOL KUNNEN ORGANISEREN’ Ronald Pater, docent natuur & techniek, Bonhoeffer College, locatie Van der Waalslaan (Enschede)

VISITATIE

Ging op bezoek bij: Pius X College (Rijssen) ‘Ik vind collegiale visitatie een mooie kans om eens een andere school van binnen te zien. Toen ik anderhalf jaar geleden werd gevraagd mee te denken in een voorbereidingsgroepje, heb ik meteen ja gezegd. Ik kom uit het bedrijfsleven, ben pas zeven jaar docent, heb net mijn master onderwijskunde gehaald. Dan is het heel goed om eens te zien hoe een ander het beroep invult. In de dagelijkse praktijk komt dat er te weinig van. Dat is jammer. Elke keer als iemand in mijn les komt kijken, merk ik dat ik van de terugkoppeling na afloop zelf óók wijzer word.

20

Echt concrete ideeën voor mijn eigen lessen heb ik uit Rijssen niet mee teruggenomen, maar het was wel interessant. Ik vond het prettig dat de focus op een paar thema’s lag. Zeker als het je eerste visitatie is, kun je niet naar alles kijken. Ik vond het bijvoorbeeld nog best lastig om in een lesbezoek de essentie eruit te halen. Dat verandert misschien naarmate je meer ervaring met visitaties opdoet. Ik zou het ook interessant vinden om na een tijdje terug te gaan: wat is er veranderd, heeft de school iets met de aanbevelingen gedaan?’ Eindoordeel ‘De moeite waard! Dit zou je ook best binnen een school kunnen organiseren, al is dat roostertechnisch misschien lastig.’

‘Ik vond het best lastig om tijdens een les de essentie eruit te halen’


COLUMN

APRIL 2014

‘IK ZOU ZÓ WEER MEEDOEN’ Wendy van Dijken, docent Nederlands en decaan vwo 5 en 6, Maartenscollege (Haren) Ging op bezoek bij: Pius X College, locatie Aalderinkshoek (Almelo) en Bonhoeffer College, locatie Van der Waalslaan (Enschede) ‘Ik had vooraf niet kunnen bedenken dat je in één dag zoveel van een school kunt zien. Op het eerste gezicht lijkt alles heel anders. Andere entree, andere lokalen. Eenmaal in gesprek met leerlingen en docenten merk je dat er toch veel overeenkomsten zijn. Iets dat je ervaart als een lastig kenmerk van jouw leerlingen, blijkt op een andere school evengoed te spelen. Andere invullingen zijn echt verschillend. De pleinwacht die er bij ons op school nooit is gekomen, kan daar heel gewoon zijn. Het is goed om dat te zien. Als je alleen je eigen school kent, beperkt dat toch je blik. Het eerste beeld vorm je aan de hand van de papieren stukken. Dat heeft me aan het denken gezet: hoe zetten wij de dingen eigenlijk op papier? Wij overleggen veel informeel, zonder notulen. Niet dat ik een fan ben van papierwerk, maar toch: niemand van buiten kan zien dat wij elke maand praten over manieren om de eindexamenresultaten te verbeteren... Ook zoiets: hoe schrijf je dingen op? Van een andere school zie je het meteen: leuk plan hoor, maar hoe ga je het meten, hoe weet je of het geslaagd is? Bij je eigen stukken kun je voor dat soort dingen echt een blinde vlek hebben.’ Eindoordeel ‘Het is ontzettend intensief, aan het eind van de dag ben je echt moe en leeg. Maar je neemt altijd iets mee terug. Vragen ze me morgen of ik nog een rondje wil meedoen, dan zeg ik meteen ja.’

‘Het is intensief, maar je neemt altijd iets mee terug’

PRINSESJE Als je op een boerderij bent geboren waar je de kippen moest voeren en de kachel aanmaken voordat je naar school ging, als je in een klas hebt gezeten met veertig jongens van wie er zes ook Jos heetten, als je in een gezin bent opgegroeid waar eten en aandacht gedeeld moesten worden met tien broers en zussen, dan zijn prinsesjes heel moeilijk te begrijpen. Het prinsesje dat ik nu in de klas heb is een heel bijzonder exemplaar. Ze heeft de school in de afgelopen drie jaar meer tijd en energie gekost dan vijf rugzakleerlingen bij elkaar. Eerst ben je als leraar gewoon verbaasd, iemand is toch niet altijd boos? Vervolgens geïrriteerd, wanneer gaan we nu eens normaal doen? En ten slotte, onvermijdelijk, laat je je een keer gaan. Ik was moe, maandag het zevende uur, en spontaan begon ik dat verongelijkte, agressieve toontje van haar te imiteren. Het ging helemaal vanzelf. De klas vond het erg leuk, maar het kwam natuurlijk niet over bij haar, ze stikte zowat van boosheid. Toen ben ik rustig gaan nadenken. Eén van mijn tactieken is nu om haar te negeren en mijn aandacht op de rest van de klas te richten. Je zou bijna vergeten hoe leuk en vriendelijk en normaal de overige leerlingen zijn. Maar dat gaat lang niet altijd goed. Geen aandacht of een beetje aandacht, prinsesjes houden daar niet van, prinsesjes willen veel aandacht. Ik probeer ook wel eens als een psycholoog naar haar te kijken, van een afstandje, haar volstrekt normaal te behandelen en serieus met haar te praten. Zonder te letten op haar ontevreden mond en haar ongeduldige gespring als ze dwingerig voor me staat. Dat werkt goed, maar het kost veel energie. Alles schreeuwt gewoon om een reactie. Hoe zou het zijn om les te moeten geven in een regio met een hoge prinsessendichtheid, vraag ik me soms af. In ’t Gooi, Wassenaar of Haren. Dat moet een nachtmerrie zijn. ◗

JOS BAACK Docent Frans en CKV, Twents Carmel College, locatie De Thij

21


OPMERKELIJK 22

SCAN MET

KIJK OP PAGINA 2

je van bekijk hetatanfildempme iden onders


APRIL 2014

I LIKE... MARIANUM FILMFESTIVAL

De lancering van een eigen filmfestival en direct door naar het regionale, nationale én het internationale filmfestival in Griekenland. Dit overkwam het Marianum vorig schooljaar. In Ulft leeft het regionale DRU Achterhoeks Film Festival (DAFF) al een aantal jaren. De beste filmpjes van het DAFF worden doorgestuurd naar het Nationale Film Festival voor Scholieren (NFFS). Het Marianum zag zo’n creatief initiatief ook wel zitten en startte in 2013 het Marianum Film Festival (MAFF). Na het grote succes van 2013 vond het MAFF ook dit jaar plaats. Alle derdejaars vmbo-leerlingen met het vak muziek deden mee in de categorie ‘muziekclips’. Om mee te dingen voor de categorieën ‘animaties’ en ‘korte speelfilms’ konden alle leerlingen van de school deelnemen aan de filmproductieweek. Onder begeleiding gingen ze aan de slag met het hele filmproces: brainstorm, script, storybook, foto- of filmopnames en het bewerken van ruw materiaal tot een filmpje. Het thema van dit jaar was “Like”. Creatieve geesten, maar ook leerlingen met interesse in het technische gedeelte gingen de uitdaging aan. ‘Met het MAFF triggeren we leerlingen om out-of-the-box te denken en creatief bezig te zijn’, zegt onderwijsassistent en mede-organisator Ceciel Kolkman. Ook tijdens de première op 20 februari 2014 werd creativiteit van de leerlingen gevraagd. Zo maakte een leerling het affiche en speelde in de pauze het (leerlingen)bandje “Paranoid Bells”. Het thema “Like” kwam terug op een grote fotowand en bezoekers mochten op een zuil de zin “I like...” aanvullen. De première kreeg een chique tintje: de dresscode was gala. Bij binnenkomst werden genomineerden en toeschouwers warm onthaald met een “free hug” en aan het einde van de rode loper opgewacht door de winnaressen van vorig jaar, mét een glas champagne. Alcoholvrij natuurlijk. Alle filmpjes werden vertoond en het lot lag in handen van de jury: Jan Put (rector Marianum), Jorn Snelting (professioneel filmmaker), Heleen Klein Goldewijk (beeldend docent), Thomas ‘Out-of-the-box Sonderen (leerling en deelnemer 2013) en Peter Brasser (TOA en filmtechnisch denken en creatief begeleider productieweek). De allerbeste van bezig zijn’ de drie categorieën in onder- en bovenbouw én de publieksfavoriet gingen ervandoor met een “Gouden Koe”. Ook verdienden ze een inzending voor het Achterhoeks Film Festival op 29 maart 2014. ‘We zijn als school best trots op het succes in 2013. Misschien was het beginnersgeluk maar het is in elk geval zeker een stimulans om hiermee door te gaan’, aldus rector Jan Put. Een schoolvak “film maken” zit er voorlopig nog niet in, maar volgens Ceciel Kolkman zou het leuk zijn als het ooit in de lessen wordt geïntegreerd. ◗

COLOFON Carmel Magazine wordt gemaakt voor medewerkers en relaties van Stichting Carmelcollege en verschijnt drie keer per jaar. REDACTIE Fijke Hoogendijk Daphne Razi (Stichting Carmelcollege) Hans Morssinkhof (Hans Morssinkhof Publicity, Arnhem) Suzanne Visser (Perspect, Baarn) VORMGEVING EN OPMAAK Digidee, Enschede FOTOGRAFIE Marty van Dijken (Van Dijken, Enschede) DRUK Gildeprint, Enschede OPLAGE 4.850

23


GEZIEN EN GEHOORD

Hoe spannend moet het zijn. Een volle zaal, die zich laat horen tot achter de coulissen. Nooit luid genoeg om het bonken van je hart te overstemmen. Nog snel in de make-up. Het liefst zou je rechtsomkeert maken. Terug nu het nog kan. Laat de dromen maar, de anonimiteit voelt veiliger. Dan gaat het doek op. Spotlights itsen aan, het applaus golft naar je toe. Je haalt diep adem en begint.

Het is bijna een universele ervaring. Iedereen staat voor de uitdaging eigen talenten te ontdekken en te ontwikkelen. Te midden van een altijd kritisch publiek: eerst klasgenoten en docenten, later collega’s en anderen.

Dan helpt het als je in je jeugdjaren wordt gezien en gehoord. Als je erkenning en waardering oogst voor wie je bent. Voor wat je kunt. Zodat je groeit en haast vanzelf grenzen leert verleggen. En uiteindelijk het applaus weerklinkt. Voor heel de mens, iedere mens en alle mensen.

Stichting Carmelcollege Drienerparkweg 16 Postbus 864 7550 AW Hengelo (074) 245 55 55 info@carmel.nl www.carmel.nl @stgcarmel 24 @CarmelVacatures