SportProf2014

Page 107

DE BETEKENIS VAN SPORT VOOR DE NEDERLANDSE ECONOMIE. Alle landen van de Europese Unie stellen Nationale Rekeningen op waarin de hele economie van een land wordt beschreven. De Nationale Rekeningen vormen daarmee de basis van het macro-economisch beeld van Nederland. Daarvoor zijn mondiaal richtlijnen vastgesteld op welke manier dit onderzocht moet worden. Om dieper in te zoomen op een bepaalde sector worden satelliet rekeningen opgesteld die onderdeel zijn van de Nationale Rekening. In 2006 heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), de Nederlandse sporteconomie in kaart gebracht volgens internationale afspraken. Hierdoor werd het mogelijk om uitkomsten over verschillende landen met elkaar te vergelijken. Uit het onderzoek blijkt dat de sportgerelateerde bestedingen in 2006 bijna 11,4 miljard euro zijn. Dat is 1,3 procent van de totale bestedingen in de Nederlandse economie. In 2010 bedragen de totale bestedingen aan sportgerelateerde goederen en diensten bijna 13 miljard euro. Dit komt wederom overeen met 1,3 procent van alle bestedingen in de hele Nederlandse economie. Naast Nederland hebben op dit moment Cyprus, Duitsland, Oostenrijk, Polen en het Verenigd Koninkrijk een satellietrekening sport opgesteld. Ondanks dat in de methodiek verschillen zijn geconstateerd kunnen toch een paar opmerkelijke zaken worden benoemd. In vergelijking met Oostenrijk en het Verenigd Koninkrijk steunt de Nederlandse sporteconomie sterk op de overheid. Via het onderwijs wordt een productiewaarde van ruim twee miljard besteed aan leraren lichamelijke opvoeding en het aanbieden van sportgerelateerde studies. De sporteconomie van Oostenrijk daarentegen is grotendeels afhankelijk van de horeca uit wintersport en de helft van het sport-bbp in het Verenigd Koninkrijk wordt gegenereerd in de bedrijfstak sport en recreatie, mede door omvangrijke inkomsten uit sportgerelateerde kansspelen.

omdat ze daar een financiële prikkel voor in handen hebben. Voor de sportprofessional betekent dit dat ze steeds vaker de opdracht

erg effectief te werk gaan, ook omdat er steeds meer op output en outcome zal worden gestuurd.

meekrijgen om met het sportaanbod maatschappelijke doelen te behalen. Denk hierbij aan het verminderen van de overlast van hangjongeren, het realiseren van dagarrangementen voor speciale doelgroepen of het aanbieden van een zinvolle werkomgeving voor langdurig werkzoekenden. De effectiviteit van de sportprofessional neemt enorm toe, wanneer zij niet zelf activiteiten uitvoeren, maar bewoners, verenigingen of andere zelforganisaties bereid vinden om het heft in eigen handen te nemen. Dat laatste vergt niet alleen een goede begeleiding en coaching, maar ook een verankering binnen de bestaande (sociale) infrastructuur in de wijk, zoals sportverenigingen, buurthuizen, welzijnsorganisaties en het zorgnetwerk. De sportprofessional is bij uitstek de persoon die het optimale evenwicht kan vinden binnen dit lokale domein. Cruciaal daarbij is dat de informele netwerken van bewoners en sportverenigingen in de wijk complementair zijn aan de professionele werelden van sport, zorg en welzijn. Knelpunt is dat

Deze ontwikkelingen brengen risico’s én kansen met zich mee met betrekking tot de sportparticipatie, verenigingen en het sociale domein. De sportprofessional die weet te innoveren en ondernemen met nieuwe sportconcepten, heeft de komende jaren een nieuwe markt te ontginnen. Belangrijk is dat hij dit weet in te bedden in de lokale en sociale infrastructuur. Dit vraagt om professionals die de historische en maatschappelijke waarde van sport kunnen combineren met economische en organisatorische principes.

er meer verantwoording komt bij de sport(verenigingen) zelf, maar er minder geld beschikbaar is. De sportprofessional moet daarom

en cursussen op het gebied van sporteconomie op www.HAN.nl/SENECA.

Jelle Schoemaker is als docent en onderzoeker verbonden aan HAN Sport en Bewegen van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), op het expertisegebied Sports Economics & Strategic Sports Management (SESS). HAN Sport en Bewegen leidt sportprofessionals op middels de opleidingen Leraar Lichamelijke Opvoeding (ALO), Sport- en Bewegingseducatie (SBE) en Sport, Gezondheid en Management (SGM). Kijk voor meer informatie over onderzoeken

DE PROFESSIONALISERING VAN DE SPORT- EN BEWEEGBRANCHE

107


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.