Dit is een bijlage bij dagblad de telegraaf. de inhoud van deze bijlage valt niet onder de hoofdredactionele verantwoordelijkheid
Agri & Food de groene motor van Nederland
januari 2014
Succes
Steeds meer vraag naar Nederlandse kennis
Bestrijden Grip op gewasbescherming Bewust Eten met geweten
Boer Martin
‘Het moet naast werk ook een flink deel liefhebberij zijn, anders houd je het niet vol’ Expertpanel
‘Meer met minder, daar gaat het om’
Inspiratie
Exportprducten om trots op te zijn
EET VERSTANDIG, EET MET KUNSTMEST Waarom is kunstmest nodig voor de productie van ons dagelijks voedsel? Er is steeds minder landbouwgrond voor onze groenten, aardappelen en granen. Om de stijgende consumptie bij te benen, moeten boeren steeds effici nter produceren. Dat kan met kunstmest. Zo draagt kunstmestproducent OCI Nitrogen bij aan een leefbare wereld.
WWW.OCINITROGEN.COM OCI0090_AD_telegraaf_262x50_W1.indd 1
08-01-14 14:34
2
e d ito r ia l
Van technologische innovatie naar creatieve hutspot Nederland staat bekend om zijn toonaangevende rol in de wereldwijde land- en tuinbouw. Deze technologische koppositie alleen is echter niet genoeg. Het echte onderscheidende vermogen van onze land- en tuinbouw ligt in het samenspel tussen technologische, economische en sociale vernieuwing. Een uitdaging die Nederland perfect past.
“Steeds vaker hoor ik mensen vragen naar de herkomst van voeding, de veiligheid van voedsel en de ecologische footprint van de producten die zij op hun bord of in de supermarkt vinden. De afgelopen jaren heeft LEI Wageningen UR voor de Nederlandse vlees-, vis- en zuivelketens dit soort vragen inzichtelijk gemaakt en beantwoord. De antwoorden op sectorniveau zijn echter niet voldoende. Voor de consument is het juist van belang om inzicht te hebben in hoe zijn malse biefstuk of zalmmoot op zijn bord is gekomen en of dat op een duurzame manier is gegaan. Bedrijven zullen steeds meer door de consument worden gedwongen om dit inzicht te geven. Hiervoor is ketentransparantie noodzakelijk. Deze transparantie moet gebaseerd zijn op onafhankelijke en specialistische kennis. Het LEI zal vaker een rol gaan spelen in het objectief beoordelen van de footprint. Het zogenoemde greenwashing – groener of duurzamer voordoen dan het daadwerkelijk is – van bedrijven wordt hiermee ook voorkomen. en technische innovatie zijn we er echter nog niet. De sector zal de consument moeten verrassen en uitdagen. Verrassen door toegevoegde waarde te geven aan het basisproduct. Verrassing die ook
Met ketentransparantie
Laan van Staalduinen, Algemeen directeur LEI Wageningen UR
verwacht mag worden van Nederland. In ons kleine land ligt tenslotte niet alleen het epicentrum van de land- en tuinbouw, Nederland staat ook bekend als creatieve bakermat. Daarnaast zorgen de verschillende universiteiten ervoor dat er een continue aanwas is van nieuw talent. Talent dat weet hoe creatieve ideeën in de praktijk gebracht kunnen worden.
‘De sector zal de consument moeten verrassen en uitdagen’ een eigen koe tot de ‘ei-worst’ die voor gelijke plakjes zorgt op het broodje gezond. Van aardappellikeur tot zeewierburger. Zomaar wat voorbeelden die zouden kunnen werken. Welke impact hebben deze ontwikkelingen op de maatschappij, op het verdienmodel van bedrijven en op duurzaamheid? Ook daar is kennis van de markt voor nodig. Als de Nederlandse land- en tuinbouw internationaal zijn leidende en vernieuwende positie op het gebied van duurzaamheid en toegevoegde Van de adoptie van
waarde wil vasthouden en uitbouwen, dan is kennis van de keten en de consument essentieel. Zelfs essentiëler dan ooit. Deze kennis wordt ook market intelligence genoemd. Intelligentie die ervoor zorgt dat sectorspelers sneller kunnen inhaken op de ontwikkelingen in de markt. Intelligentie met als basis wetenschappelijk onderzoek; de combinatie van kennis en data. Hiermee ontstaat zelfs de mogelijkheid om houding en gedrag van consumenten, producenten en overige stakeholders wat betreft voedsel vroegtijdig te signaleren. Om vervolgens betere keuzes te maken in welke waarde je aan een product toevoegt. Gebaseerd op feiten, ondersteund met technologische vernieuwing en in samenwerking met andere sectoren ontstaat zo een ‘creatieve hutspot’. Een oer-Nederlandse aanpak, die de rol van Nederland als voorloper in de agrarische sector wederom bevestigt en waardoor Nederland wereldwijd als het agrarisch centrum gezien blijft worden. Iets om voor te gaan lijkt me, want het Nederlandse agrocomplex is goed voor ongeveer 10 procent van de werkgelegenheid en 10 procent van het Bruto Nationaal Product in Nederland.”
06
10
12
18
04 ‘Meer met minder, daar gaat het om’ 05 Verpakkingen met een slimme neus 06 Exportproducten om trots op te zijn 08 Eten met geweten 10 Profielinterview: Boer Martin 12 Steeds meer vraag naar Nederlandse kennis 14 Grip op gewasbescherming 16 Personeelstekort ondanks crisis 18 De toekomst is nu
Colofon
Over Smart Media
Project Manager: Jet Bouwman, jet.bouwman@smartmediapublishing.com Productieleider: Salar Roshandel Hoofdredactie: Jerry Huinder, redactie@smartmediapublishing.com Tekst: Stéphanie Albicher, Jasper van Vugt, Pamela Wilhelmus, Malini Witlox Coverbeeld: Peter Elenbaas Grafische vormgeving: Leon Mooijer Drukkerij: Drukkerij NoordHolland
Smart Media ontwikkelt, produceert en financiert themabijlagen die via landelijke, gerenommeerde kranten worden verspreid. Elke themabijlage wordt gemaakt door zorgvuldig samengestelde redactieteams. De grafische productie wordt verzorgd door creatieve vormgevers met gevoel voor de productie van moderne tijdschriften. Onze basisgedachte is een sterke onderwerpgerichtheid. Door zichtbaar te zijn in onze themabijlagen bereiken onze klanten alle lezers van de randstedelijke editie van de krant. En selecteren ze automatisch de doelgroep die in de markt is voor de producten en diensten van het bedrijf. Smart Media is een jonge en dynamische onderneming met hoge doelstellingen. Wij ontwikkelen ons snel en onze planning is erop gericht een van de toonaangevende bedrijven van Europa in ons vakgebied te worden. Op dit moment zijn we vertegenwoordigd in Zweden, Noorwegen, Zwitserland, België en Nederland.
Voor meer informatie kunt u een e-mail sturen naar info.nl@smartmediapublishing.com Smart Media Publishing Holland B.V. Prins Hendrikkade 164C, 1011 TB Amsterdam, The Netherlands. Tel +31 20 79 600 80, www.smartmediapublishing.com
Volg ons
Dit is een bijlage bij dagblad de telegraaf. de inhoud van deze bijlage valt niet onder de hoofdredactionele verantwoordelijkheid.
Groen! Wat past bij jou? Vind op www.aeresconnect.nl jouw groene opleiding.
De instellingen van de Aeres Groep staan voor uitstekend groen onderwijs op hbo, mbo, vmbo niveau, praktijkonderwijs en cursus- en contractonderwijs. Via www.aeresconnect.nl vind je altijd de juiste opleiding waarmee je in de groene sector (en daarbuiten) uitstekend aan de slag kan. Vilentum Hogeschool, Faculteiten CAH Dronten/Almere en STOAS/Wageningen, Groenhorst, PTC+ en Aeres Contract vormen samen de Aeres Groep.
advertorial
Eet verstandig, eet met kunstmest
Ook haar koeien produceren jaarlijks voldoende melk dankzij kunstmest.
W
: wereldspeler
at hebt u gegeten gisteravond? Hollandse pot, Italiaanse pasta, Indiase curry of een smakelijke hamburger? Keuze te over in Nederland. Maar heeft u zich wel eens afgevraagd waar al dat eten vandaan komt? Die malse runderlapjes, de verse boontjes, die frisse salade? Al dat lekkere en gezonde voedsel komt uiteindelijk van de boer en is afhankelijk van zijn zorg voor vruchtbare grond, zaden, licht en water. Wereldwijd is het de dagelijkse uitdaging van miljoenen boeren om voor voldoende voedsel te zorgen. En dat kan niet zonder kunstmest.
OCI Nitrogen is onderdeel van het beursgenoteerde OCI, een wereldwijde producent van kunstmest en methanol en een constructiebedrijf. Sinds 2013 staat OCI genoteerd als AMX-fonds aan de NYSE Euronext in Amsterdam. OCI telt ongeveer 75.000 medewerkers in 35 landen. Ondernemend De constructietak van OCI behoort tot ‘s werelds top bouwbedrijven en is actief in de industriële en infrastructurele bouw met projecten in de Verenigde Staten, Europa, het Midden Oosten, Noord Afrika en Centraal Azië. Zo heeft het bouwbedrijf Besix in Nederland de Maastoren in Rotterdam gebouwd en de overkapping van de A2 ter hoogte van Leidsche Rijn.
Meer voedsel op minder grond In 1960 moesten in Nederland 11 miljoen monden gevoed worden. Anno 2013 zijn dat er bijna 17 miljoen. Tegelijkertijd hebben de weilanden van de jaren zeventig plaatsgemaakt voor woonwijken, bedrijventerreinen en natuur. De hoeveelheid landbouwgrond is dus alleen maar afgenomen. Onze boeren moeten steeds
”In 50 jaar is de Nederlandse bevolking met 50% gegroeid. Zij eten allemaal voldoende, gezond en lekker“ zorgvuldiger met de beschikbare grond omgaan. En gelukkig kunnen ze dat. Dankzij efficiënte landbouwmethodes en onze kunstmest wordt er meer graan, meer groenten, meer vlees en meer fruit geproduceerd op minder grond. Met verstandig kunstmestgebruik is Nederland een voorbeeld voor de wereld geworden.
Met vruchtbare grond, kunstmest, licht en water hebben uw kinderen ook in de toekomst voldoende, gezond en lekker eten.
En onze kinderen? Natuurlijk willen wij dat onze kinderen in de toekomst ook gezond én voldoende eten, net zoals ouders aan de andere kant van de wereld dat willen. De verwachting is dat de wereldbevolking in 2050 stijgt naar zo’n 9 miljard mensen en dat de welvaart wereldwijd toeneemt. De uitdaging is al die monden te voeden. Daarvoor moet de opbrengst uit de landbouw met 70% stijgen. Dat betekent dat er meer graan verbouwd moet worden, meer soja, meer rijst en meer groenten. Terwijl de beschikbare landbouwgrond afneemt.Voor de opkomende landen betekent dit dat zij hun landbouwmethodes efficiënter moeten maken, net zoals dat in Nederland gebeurd is.Verantwoord kunstmestgebruik – in de juiste hoeveelheid, op het juiste moment en op de juiste plaats – is en blijft noodzakelijk om de wereldbevolking te voeden. Wat schaft de pot morgen?
Groei Het chemie segment – waar OCI Nitrogen deel vanuit maakt – produceert kunstmest, methanol en andere op aardgas gebaseerde producten. OCI is één van de grotere producenten van minerale meststoffen ter wereld met productielocaties in de Verenigde Staten, Nederland, Egypte en Algerije. OCI Nitrogen is gevestigd in Geleen en bedient met name de Europese markt. Hierdoor is voor Europese boeren kwalitatieve goede en betaalbare kunstmest beschikbaar. Milieuprijzen OCI ondersteunt een efficiënte landbouw en streeft naar een duurzame wijze van produceren. Zowel in 2008 als 2013 ontving OCI Nitrogen de ’Responsible Care‘-prijs van de VNCI (Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie). In 2008 werd het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen tijdens de productie van kunstmest beloond. In 2013 werd de prijs verdiend omdat de uitstoot van (fijn)stof naar nul werd teruggebracht. Onze kunstmest uit Geleen heeft de laagste CO2- footprint in de wereld.
Responsible Care
OUR COMMITMENT TO SUSTAINABILITY
®
4
e x p e r tpa n e l
d u u r zaam h e i d
‘Meer met minder, daar gaat het om’ Duurzaamheid wordt steeds belangrijker in de Agri en Food sector. In sommige branches is een toekomst zonder niet eens meer denkbaar. “Niet alleen particulieren, maar ook hotelketens, zorginstellingen en restaurants accepteren vaak alleen nog maar duurzame producten.” Tekst Stéphanie Albicher
Wat houdt duurzaamheid binnen uw branche in?
Wat levert het op?
Heeft duurzaamheid de toekomst?
Henk Heinhuis
Lars van Pelt
Kees Groenenboom
Directeur stichting Veldleeuwerik
Directeur catering en retail food bij Center Parcs Europe
Manager logistics Schmidt Zeevis
“Onze stichting helpt verschillende partijen om samen te komen tot een meer duurzame landbouwproductie. Van boer tot multinational. Meer met minder, daar gaat het om. Meer producten van betere kwaliteit en met gebruik van zo weinig mogelijk grondstoffen zoals water en energie. Maar ook: hoe zorgen we voor een betere bodemkwaliteit en biodiversiteit?”
“We werken letterlijk middenin de natuur en proberen die ook met respect te behandelen. Dat betekent geen auto’s in het park, tenzij het om elektrische voertuigen gaat. En in onze zwembaden wordt zo min mogelijk chloor gebruikt. Op het gebied van catering liggen binnen onze branche uiteraard uitstekende mogelijkheden om met duurzaamheid aan de slag te gaan. Denk dan bijvoorbeeld aan het aanbieden van lokale en biologische seizoensproducten. En bij kinderen kan duurzaamheid via magazines of speciale restaurantformules op een speelse manier onder de aandacht worden gebracht.”
“Duurzaamheid heeft in de eerste plaats betrekking op de manier waarop vis gevangen wordt. Een voorbeeld daarvan is de flyshoot methode. Daarbij wordt een groot net vlak boven de zeebodem afgezet, zodat het ecosysteem zo min mogelijk wordt verstoord. Duurzaam gevangen vis is onder andere te herkennen aan het MSC-certificaat. Maar duurzaamheid kan je natuurlijk doortrekken in je hele bedrijfsvoering. Zo kan je klanten stimuleren om vooral vissen van het seizoen in te kopen. En ook het transport kan duurzaam, door waar mogelijk gebruik te maken van elektrische auto’s.”
“Duurzaamheid loont, omdat er vraag is naar duurzaam geproduceerd voedsel van betere kwaliteit. En een betere kwaliteit levert meer geld op. Het zuiniger omgaan met grondstoffen levert op den duur ook besparingen op. Verder zorgt het verduurzamen van de productie ervoor dat bedrijven toekomstbestendig worden. Zo heeft een boer nu eenmaal een gezonde bodem nodig om te kunnen blijven produceren.”
“Consequent bezig zijn met het verminderen van afval en energieverbruik is natuurlijk beter voor het milieu. Maar wij merken ook nog eens dat een sterke focus op duurzaamheid voor meer tevreden gasten zorgt. Dat is eigenlijk niet meer dan logisch, want je geeft op deze manier aan dat je begaan bent met het welzijn en de gezondheid van je gasten en medewerkers.”
“Duurzaam vis vangen voorkomt overbevissing en onherstelbare schade aan het leven in de zee. Daarin speelt dierenwelzijn zeker een belangrijke rol. Een duurzaam gevangen vis is dan ook gezonder en minder beschadigd. En door rekening te houden met het seizoen behoud je gezonde visstanden.”
“Duurzaamheid is vanwege de schaarste in grondstoffen niet eens een issue meer. En reken maar dat niet alleen boeren daarvan doordrongen zijn. Ook multinationals realiseren zich al enige tijd dat het verduurzamen van de hele productieketen nodig is om de wereld te kunnen blijven voeden. De band tussen grote bedrijven en de boerensector wordt dan ook steeds hechter. Logisch natuurlijk, want multinationals willen zekerheid als het om de aanvoer van grondstoffen gaat.”
“Dat is al helemaal geen vraag meer. Duurzaamheid is echt niet meer alleen een trend. Het is een integraal onderdeel van ons dagelijkse leven geworden. Mensen verwachten nu simpelweg dat er aandacht voor is. Thuis, maar ook op vakantie. Wie de gast geen duurzaamheid kan bieden, redt het in deze branche echt niet meer.”
“Absoluut. Als je je niet wapent tegen overbevissing is de zee zo leeg. Hoe vaak hebben we wel niet gezien dat een soort met uitsterven werd bedreigd? Maar we gaan de goede kant op. In mijn beleving is de visserij in de afgelopen vijf jaar namelijk echt veel duurzamer geworden. Politieke en maatschappelijke druk heeft daar zeker toe bijgedragen. En ik merk ook dat de verschillende partijen in de keten elkaar stimuleren in het bevorderen van duurzaamheid. Niet alleen particulieren, maar ook hotelketens, zorginstellingen en restaurants accepteren vaak alleen nog maar duurzame producten.”
Seizoenskampioenen! R47V • Variabele rijsnelheid • 47 cm maaibreedte • Briggs & Stratton ready start motor Van: € 1229,00 (incl. BTW) Voor: € 949,00 (incl. BTW)*
R43 • 43 cm maaibreedte • Briggs & Stratton ready start motor Van: € 742,00 (incl. BTW) Voor: € 599,00 (incl. BTW)*
Z235 • Snelle en wendbare zero-turn maaier • Edge X-tra maaidek • Briggs & Stratton V-Twin motor • Premium stoel met hoge rugleuning Van: € 5002,00 (incl. BTW) Voor: € 4299,00 (incl. BTW)*
X155R
X125
• Standaard grasopvang 300 liter • Edge X-tra maaidek • Briggs & Stratton V-Twin motor • Premium stoel met hoge rugleuning • Standaard geïntegreerde bumper
• Edge X-tra maaidek • Briggs & Stratton OHV 1-cilindermotor • Standaard geïntegreerde bumper
Van: € 5053,00 (incl. BTW) Voor: € 4299,00 (incl. BTW)*
Van: € 3456,00 (incl. BTW) Voor: € 2999,00 (incl. BTW)*
Profiteer nu al van deze seizoensaanbiedingen! Voor meer informatie raadpleeg uw John Deere dealer. Bezoek www.JohnDeere.nl/dealerlocator voor uw dichtstbijzijnde officiële John Deere dealer! * Prijzen aanbiedingen zijn inclusief BTW, de aanbiedingen zijn geldig t/m 30-06-2014 bij alle deelnemende officiële John Deere dealers.
JohnDeere.com
ve r s
actu e e l
Verpakkingen met een slimme neus Jaarlijks gooien Nederlanders voor honderden euro’s weg aan voedsel. Verpakkingen kunnen helpen om de verspilling tegen te gaan. Tekst Malini Witlox
sensor die wat water bevat, waarin de geur oplost. De hoeveelheid TMA in het water van de sensor wordt vertaald in een electronisch signaal. Met een smartphone zou je dan kunnen aflezen of de vers nog vers is. “Je kunt het ook koppelen met kassasystemen, waardoor je meteen korting kunt geven bij vissen met een hoog TMA-gehalte.” wel wat haken en ogen aan de ontwikkeling van een slimme visverpakking. Zo werkt het alleen bij zoutwatervis, zoetwatervis scheidt geen TMA af. Ook is alleen getest met een glazen verpakking en niet met echte visverpakkingen. Daarnaast wordt dus vaak gas in de visverpakkingen ingebracht om de houdbaarheid te verlengen, maar bij haar onderzoek gebruikte Heising dit gas niet. “Maar de wiskundige modellen hebben we nu. Je zou dus voor elke verpakking kunnen doorrekenen wat het sensorsignaal zegt over de kwaliteit van de vis en welke invloed het gas heeft.”
Er zitten nog
Het is zes uur ’s avonds, in de plaatselijke supermarkt. Een jonge vrouw kijkt kritisch naar een stukje kipfilet in een geel schaaltje. Ze legt het vlees terug en pakt wat andere kipverpakkingen, die ze allemaal nauwlettend onderzoekt. Uiteindelijk ziet ze een stukje kipfilet met een houdbaarheidsdatum die haar bevalt en het artikel verdwijnt in de boodschappenkar. Consumenten hebben hun groente, fruit, vlees en vis het liefste zo vers mogelijk. In de koelkast thuis ligt het immers vaak ook nog wel een paar dagen. Hoe kan de levensduur van een stukje kipfilet verlengd worden, zodat het vers bij de consument op tafel komt? Producenten doen hun uiterste best om salades, vlees en vis zo lang mogelijk vers te houden. Zo worden gassen als argon of butaan toegevoegd in de verpakking, wat de houdbaarheid verlengt. Het vertraagt het proces, maar stelt het bederf niet eeuwig uit. zijn, zie je ook niet altijd aan de buitenkant. Zo merk je bij vis soms pas dat het bedorven is als je de verpakking openmaakt. De Wageningse promovenda Jenneke Heising werkt aan een oplossing voor dit probleem: een slimme verpakking met een ingebouwde neus, die ruikt hoe vers de vis is. Ze wil in april promoveren op het onderzoek, waar vanuit de branche veel belangstelling voor is. “We maken gebruik van de geur van de vis. Als vis ouder wordt komt er meer trimethylamine (TMA) vrij en verergert de visgeur. Ik heb testen gedaan met kabeljauw, waarbij ik de hoeveelheid TMA meet.” Bij de test zit in de verpakking van de vis ook een
de oplossing van Heising of andere verpakkingsinnovaties zal een product uiteindelijk zijn uiterste houdbaarheidsdatum bereiken. Supermarkten zijn momenteel veel geld kwijt aan producten die
Maar ook met
niet verkocht worden, omdat de houdbaarheidsdatum is overschreden. Sommige supermarkten werken met kortingsstickers, maar dat is erg arbeidsintensief. Een oplossing hiervoor is nabij. In 2012 besloot Albert Heijn om de nieuwe barcode GS1 DataBar in haar vestigingen te gaan introduceren. Het gaat om een slimme barcode op de verpakking, waar informatie mee kan worden opgeslagen over de houdbaar-
‘Alle producten in supermarkten taggen is niet te doen’ Toon de Jong
heidsdatum. De kassa kan dan bij het scannen van de verpakking automatisch de korting berekenen voor producten die tegen de houdbaarheidsdatum aanzitten. Op een stukje kipfilet dat alleen die dag nog gegeten kan worden, geef je zo bijvoorbeeld automatisch veertig procent korting. Kip die een dag later nog gegeten kan worden gaat weg met bijvoorbeeld dertig procent korting.
Of producten vers
‘We maken gebruik van de geur van de vis’
supermarkten die experimenteren met rfid-tags. Deze slimme tags die gebruik maken van radiogolven kunnen onder meer registreren of de producten tijdens het transport of in de opslag wel op de juiste temperatuur zijn bewaard. Verse melk is dan misschien drie dagen houdbaar, de melk is dat niet als hij buiten de koelcel is bewaard. Vijf jaar geleden voerde C1000 al een proef uit met rfid-tags op de bekende zwarte kratten waar de versproducten in geleverd werden. Als de kratten per ongeluk buiten de koeling stonden, kreeg de supermarktmanager een digitaal seintje. Ook vereenvoudigde dit het voorraadbeheer. Technisch een succes, maar het vervolg liep stuk op logistieke problemen.
Er zijn ook
Technisch zijn de rfid-tags de laatste jaren flink verbeterd. Volgens sommige trendwatchers zullen de rfid-tags binnen nu en vijf jaar ook op alle losse verpakkingen van producten zitten. Consumenten hoeven hun producten dan bij de kassa niet meer uit te laden, maar kunnen door een poortje lopen waarbij meteen de totaalrekening wordt opgemaakt. Er zijn echter wel praktische belemmeringen zegt Toon de Jong, algemeen directeur van Interaxi. “Technisch kan het, maar je moet dan echt ieder product bij de producent al van een tag voorzien, bijvoorbeeld op de groenteverpakking. Dat is niet te doen bij zoveel artikelen.” De Jong weet waar hij over praat. Zijn bedrijf is gespecialiseerd in rfid-oplossingen. Zo begeleidde het drie jaar geleden een proefproject met onder meer een grote plantenexporteur op het terrein FloraHolland Naaldwijk (zie kadertje) waarbij de transportkarren van planten werden voorzien van rfid-tags op de karren en fusten. “Dat project wordt binnenkort uitgebreid. De grote plantenexporteur die toen meedeed, is gaan samenwerken met andere plantenexporteurs waardoor schaalvoordeel is ontstaan. Er wordt nu gewerkt aan een business model.”
Jenneke Heising
5
Langer houdbaar is ook duurzamer Bijna de helft van het voedsel dat wereldwijd geproduceerd wordt, wordt weggegooid, becijferde het Britse Institution of Mechanical Engineers recentelijk. Dat is niet alleen slecht voor de portemonnee, maar ook voor het milieu. De productie van melk kost bijvoorbeeld ruimte en energie. Dat leidt tot broeikasgassen, fosfaat en ammoniak. Volgens een rapport van de Food & Agriculture Organization uit 2013 gebruiken we ongeveer 28 procent van de landbouwgrond in de wereld om weggegooid voedsel te verbouwen. Langer houdbaar is dus ook duurzamer.
Etikettering bij bloemen De logistiek van bloemen en planten is ingewikkeld. Voordat ze bij de consument in de huiskamer staan, zijn de bloemen al bij de kweker geweest, bij de veiling, bij de bloemist en soms bij meerdere distributiecentra. Overal moet handmatig geregistreerd zijn welke bloemen binnen zijn gekomen. Het etiketje overschrijven is straks echter niet meer nodig. Door RFID toe te passen, kan tijd worden bespaard. Bij het project ‘Van plant tot klant’ wordt dit getest. Met poortjes en handscanners wordt direct geregistreerd welke bloemen een vrachtwagen of pand verlaten en waar ze zijn.
LEVERWORST, SMEER LEVERWORST, PEPER PATÉ, BOTERHAMWORST, JAVAANSE GEHAKTBALLETJES, THEEWORST, GRILWORST, COCKTAILWORSTEN, ROOM PATÉ, KNAKWORSTEN, KLEINTJE SMEER LEVERWORST, ITALIAANSE GEHAKTBALLETJES, TEXAANSE GEHAKTBALLETJES… s-‐ of gewoon bij de bor rel. Met de vlee Op de boterham, tijdens een feestje ebreide uitg ons voor Ga er. lekk echt het pas waren en snacks van Kips wordt t. ark erm sup de r naa ent assortim
6
i n s p i rati e
s u c c es
Kaas
Groenten
Vlees
Kaas is een exportproduct bij uitstek, en niet alleen in Nederland. Waar zuivelproducten in de wereldhandel in de eerste negen maanden van 2013 achterbleven bij het voorafgaande jaar, gold dat niet voor kaas. Het product werd wereldwijd 4,5 procent meer verhandeld dan in 2012. De Europese export van kaas neemt de komende jaren met bijna een kwart toe, is de verwachting van de Europese Commissie. In Nederland doet kaas het ook erg goed: de kaasprijs is gestegen als gevolg van een krappe aanbodsituatie door lage voorraden en een hoge vraag.
Nederlandse groenten zijn gewild in de wereld, vooral in Duitsland. Met afstand exporteren we het meest naar onze oosterburen. In 2012 bedroeg de export van verse en verwerkte groenten naar Duitsland 1,727 miljard euro, blijkt uit cijfers van het Productschap Tuinbouw. Nederland hoort bij de wereldtop van groente-exporteurs. Hoewel in de eerste helft van 2013 een afname te zien was, groeide de export van uien juist weer sterk. Ook was een groei te zien in de export van tomaat, peen en witlof.
In de intensieve vleesindustrie is Nederland een grote speler op exportgebied. Al jaren achtereen laat de export een gestage groei zien. In 2010 bedroeg de export krap 6,7 miljard euro, in 2011 was dat gegroeid naar 7,6 miljard. In 2012 werd er voor ruim 8,1 miljard euro aan vlees en vleesproducten geëxporteerd en in oktober 2013, blijkt uit cijfers van het CBS, stond de teller al op 6,9 miljard euro. De export van varkensvlees en pluiveevlees steeg in 2013, die van rundvlees nam iets af.
Bron: Productschap Tuinbouw, Visie op Agrarisch/ABN AMRO
Bron: De Internationale Grüne Woche
Bron: Productschap zuivel
Exportproducten om trots op te zijn Melk
Crisis of niet, 2013 was een goed jaar voor de agrarische export uit Nederland, die steeg naar een recordhoogte van 79 miljard euro. Dat is een stijging van vijf procent ten opzichte van 2012. Deze cijfers werden in januari bekendgemaakt op de landbouwbeurs Grüne Woche in Berlijn. De stand van zaken van enkele succesvolle Nederlandse exportproducten uit de agrarische sector.
Melk is goed voor elk. En zeker voor Nederland. Als exportproduct doet melk het heel goed, met name de export van magere melkpoeder en volle melkpoeder. In 2012 groeide de export van gecondenseerde melk met 11,5 procent ten opzichte van een jaar eerder. In totaal werd er in 2012 bijna 2,3 miljard ton melkproducten geëxporteerd.
Tekst Pamela Wilhelmus
Bron: Productschap zuivel
Aardappelen
Bloembollen
Bloemen
Hollandse aardappelen, in het buitenland lusten ze er wel pap van, maar dit seizoen zitten we even in een dipje. In december 2013 kwam de export sinds de nieuwe oogst in de zomer van afgelopen jaar uit op 340.000 ton, terwijl dat een jaar eerder in december al op 431.000 ton zat. Dit had vooral te maken met Groot Brittannië, dat vorig seizoen vanwege een mislukte oogst extra aardappels uit Nederland importeerde, evenals Afrika. Maar dipje of niet, Nederland is de grootste pootaardappel exporteur van de wereld. Een nieuwe markt die nu aangeboord gaat worden is China, waar vooral kennis over aardappelen wordt gevraagd.
De buitenlanders die Nederland niet met hasj en housemuziek associëren, doen dat bijna zonder uitzondering met klompen, molens, en… bloembollen. Niet verwonderlijk dan ook dat bloembollen een favoriet exportproduct van Nederland zijn. In 2010 exporteerde Nederland nog 3,6 miljard bloembollen. In 2011 was de export van bloembollen goed voor 686 miljoen euro. De grootste afnemer van bloembollen zijn de Verenigde Staten. Groeimarkt voor bloembollen, met name lelies, is China. Opmerkelijk: een van de landen waarnaar Nederland bloembollen exporteert is Noord-Korea.
In 2013 bedroeg de export van bloemen en planten 5,2 miljard euro, een afname van 3 procent ten opzichte van het jaar ervoor. Duitsland is met 30 procent verreweg de belangrijkste markt voor bloemen en planten uit Nederland, gevolgd door het Verenigd Koninkrijk (15 procent). Trend in de branche is het ontstaan van een intensievere samenwerking tussen groothandelaren en kwekers van bloemen en planten. De groeipotentie kan door deze intensivering van samenwerking worden verzilverd, meent het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel Bloemen en Planten (HBAG).
Bron: Nieuweoogst.nu en Trouw
Bron: CBS , Visie op Agrarisch/ABN AMRO
Bron: HBAG
Kwaliteit begint bij de OORSPRONG 127 jaar geleden werd Verstegen opgericht in Rotterdam. Het familiebedrijf heeft nu al de vierde generatie aan het roer. Altijd met liefde voor mooie producten. En de missie om met de beste kwaliteit meer inspiratie, smaak en variatie in de Nederlandse keuken te brengen. Duurzaamheid speelt daarbij een belangrijke rol. De kracht van Verstegen is met de hele keten werken aan een product waarin kwaliteit en duurzaamheid samen komen. In 2012 heeft dat geleid tot het certificaat MVO prestatieladder niveau 4.
Scan de QR Code Hoe EERLIJKER hoe lekkerder Kruiden en specerijen maken alles lekkerder. En daar geniet je nog meer van als je weet dat ze puur natuur zijn en ook nog een bescheiden bijdrage leveren aan een betere wereld. Bij Verstegen zitten duurzaamheid en fair trade in de genen. Van het ondersteunen van boeren in Azië tot en met het ontwerpen van de verpakkingen.
EEN PLANT drie pepers Peper heeft drie verschillende hoofdsoorten, de zwarte, witte en groene peper. Groene peper wordt eerst gekookt waardoor de kleur bewaard blijft. De zwarte peper wordt gedroogd in de zon. De witte peper wordt een aantal dagen in stromend water geweekt. Daarna wordt de schil weggewassen en komt de witte peper korrel te voorschijn.
NOOTMUSKAAT uit de
bomen van Rajab
Abdul Rajab vertroetelt zijn nootmuskaatbomen.
SUPERIOR white diamond De kwaliteit van witte peper wordt onder andere bepaald door de hoeveelheid donkere korrels die nog in het mengsel zitten. De twee keer gewassen variant heet ‘Double Washed’. Een kwaliteit beter heet ‘Handpicked Select’. Daarbij worden de donkere besjes met de hand verwijderd. Verstegen gaat dikwijls nog een stapje verder; alleen de goede besjes, die aan alle eisen voldoen, worden uit het mengsel gehaald. Dit proces noemen wij ‘Positive Picking’. Zo ontstaat de beste kwaliteit peper; de Superior White Diamond. kaat
Kijk voor meer informatie op verstegen.nl
In het oude dorp Hila in Indonesië vertroetelt Abdul Rajab Asawalda 140 nootmuskaatbomen. Sinds Verstegen in het dorp een nootmuskaatbedrijf heeft gevestigd, hoeft hij niet meer naar Ambon om zijn noten te verkopen en krijgt hij een betere prijs. Het bedrijf brengt bovendien werkgelegenheid in het dorp. Zo brengt de nootmuskaat niet alleen een verfijnde smaak aan onze gerechten, maar ook nieuwe kansen voor een gemeenschap duizenden kilometers ver weg.
Nootmus wordt al sinds de 16e eeuw gebruikt in Europese keukens.
Lekker voor Van
n e e r e i ed
het land zo snel mogelijk naar de klant
DEEN is een regionale supermarktketen en sinds 1933 actief in Noord-Holland. Dhr. Deen sr. opende toen zijn eerste kruidenierswinkel in Hoorn. Inmiddels heeft DEEN 66 winkels verspreid over Noord-Holland, Flevoland en Zuid-Holland. Dankzij onze grootschalige en scherpe inkoop weten wij de prijs altijd laag te houden. Wij streven er naar zoveel mogelijk producten in te kopen bij Nederlandse telers en bedrijven. Dat is vers op z’n best.
Witlof uit Nibbixwoud Deze week staat de witlof van de familie Spruit uit Nibbixwoud centraal. Wij vinden het belangrijk dat u weet waar het product vandaan komt en laten met trots zien dat de lekkerste groenten gewoon bij ons om de hoek geteeld worden.
Boerenkool uit Broek op Langedijk Wat dacht u bijvoorbeeld van boerenkool en spruiten? Al ruim 70 jaar werken wij samen met Henk Glas uit Broek op Langedijk. Al deze producten herkent u aan het predicaat: Puur Hollands. Hoe puurder, hoe beter de kwaliteit!
De kwaliteit en de passie voor ambacht proeft u ook terug in de verse maaltijden van DEEN. Dagelijks worden deze om 5.00 uur ’s ochtends bereid en dezelfde dag nog naar de winkels gereden. Uitgangspunt voor deze maaltijden is de groenten van het seizoen. Zo van het land, vers in uw maaltijd. Vervolgens worden de maaltijden aangevuld met een heerlijk stukje vlees bereid door vakslagers in de eigen slagerij van DEEN. Vanzelfsprekend bevatten onze verse maaltijden alleen natuurlijke kleur- en smaakstoffen.
Bij Deen staa n a mbacht en kwaliteit centraal en dat proeft u !
www.deen.nl
Verse maaltijden uit eigen keuken
8
ve r d i e p i n g
b ewust
3 vragen aan...
‘Uit meerdere studies blijkt dat biologische groenten en fruit meer vitamines en antioxidanten bevatten’ Geertje Schlaman
Eten met geweten Bewust omgaan met voedsel wordt steeds belangrijker voor de consument. Eerlijke en oorspronkelijke producten die met respect voor de natuur worden geproduceerd. Het liefst biologisch en streekgebonden. Tekst Stéphanie Albicher
‘Tok, tok, tok. Jaja, één hele kip vijf euro! Nergens goedkoper, komt u maar!’ Een marktkoopman die zo zijn waar aanprijst, zal vandaag de dag een hoop wenkbrauwen doen fronsen: dat moeten wel plofkippen zijn. En dat kan natuurlijk niet meer, want vandaag de dag is het biologisch dat telt. Maar wat is dat nou eigenlijk, biologisch? Biologische (ook wel: ecologische) landbouw is een milieu- en diervriendelijke landbouwmethode. Het belangrijkste verschil met reguliere landbouw is dat het gebruik van kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen in de biologische landbouw verboden zijn. Verder geldt in de biologische landbouw een verbod op genetisch gemodificeerde gewassen. Dit zijn planten waarvan de genen worden aangepast om ze weerbaar te maken tegen ziektes en insecticiden. “Een biologische boer stelt de natuurlijke kringloop centraal en streeft naar een zo goed mogelijk evenwicht binnen het hele systeem”, vertelt Geertje Schlaman van het Centrum voor Biologische Landbouw. Om de natuur zijn werk te laten doen is allereerst een gezonde, weerbare en vruchtbare bodem nodig. Maar dat gaat niet zomaar. “Die creëer je onder andere door een regelmatige vruchtwisseling en door een specifieke volgorde waarin gewassen worden
verbouwd. En met behulp van natuurlijke bemesting wordt de kwaliteit van het bodemleven verder verrijkt en versterkt.” Ziekten en plagen worden in de biologisch landbouw bestreden door gebruik te maken van natuurlijke vijanden. Bijvoorbeeld door de aanleg van bloemrijke akkerranden waarin insecten zorgen voor een natuurlijke bestrijding van bladluis. Biologische landbouw is in het algemeen beter voor bodem en biodiversiteit, maar zijn biologische producten nu ook echt gezonder voor de mens? Over het antwoord op die vraag bestaat volgens Schlaman veel discussie. “Echt wetenschappelijk bewijs ontbreekt, omdat de langetermijneffecten nauwelijks te onderzoeken zijn. Daarvoor zijn bijvoorbeeld proefpersonen nodig die vanaf de geboorte voor minimaal tachtig procent biologisch hebben gegeten. Wat overigens wél uit meerdere studies blijkt, is dat biologische groenten en fruit meer vitamines en antioxidanten bevatten.”
‘Niet het reguleren en manipuleren, maar juist het faciliteren van de plant is belangrijk’ Louis Dolmans Biologisch is prachtig , maar voor een aantal consumenten nog niet genoeg. Een speciale vorm van biologische landbouw is biodynamische landbouw. Deze manier van landbouw bedrijven gaat nog een stapje verder dan biologisch door extra strenge eisen te stellen aan dierenwelzijn, gesloten kringlopen en ecologie. Zo wordt gestreefd naar een honderd procent gesloten kringloop waarbij telers en boeren zelfvoorzienend zijn
in voer en mest. Daarnaast is er meer ruimte voor biodiversiteit en meer aandacht voor het individuele karakter van dieren. Dus koeien houden hun hoorns en kippen hun snavels. Verder maken biodynamische boeren onderlinge afspraken over het individueel vervullen van een maatschappelijk verantwoorde rol. Denk daarbij aan zorgboerderijen of bedrijven met een speciale educatieve functie. opvallende kenmerk van de biodynamische landbouw is toch wel de spiritualiteit die eraan ten grondslag ligt. Zo stelde de grondlegger van het systeem, de antroposoof Rudolf Steiner, dat de aarde moet worden gezien als een levend organisme waarin alles draait om de samenhang tussen dieren, planten, bodem en kosmos. “Dat klinkt zweverig, maar in feite komt het neer op een hele oorspronkelijke manier van landbouw bedrijven”, zegt Louis Dolmans, oprichter en eigenaar van de stichting Doornik Natuurakkers. “Niet het reguleren en manipuleren, maar juist het faciliteren van de plant is daarbij belangrijk.” Maar het meest
Erkende biodynamische producten dragen het Demeter-keurmerk, een verwijzing naar de godin van de vruchtbaarheid. Het verzorgen van de bodem krijgt dan ook extra aandacht, bijvoorbeeld door het gebruik van speciale kruiden- en kiezelpreparaten. Hoe die precies werken kan niemand volgens Dolmans goed uitleggen, maar feit is wel dat de meeste biodynamische boeren zweren bij de heilzame werking ervan. “Het hoort allemaal bij de zoektocht naar de perfecte balans van natuurlijke elementen. Welk plantenras is het meest geschikt voor mijn grond en welke technieken passen daarbij? Daar kom je achter door te experimenteren en door nauwgezet waar te nemen. Uiteindelijk is het de kennis over jouw grond en bijbehorende omstandigheden die bepaalt wat je bereikt.”
producten waarbij authenticiteit voorop staat zijn streekproducten. Vlees met oorsprong, we zien het steeds vaker in de supermarkt. Streekproducten zijn populair, want de trend is dat we willen weten waar ons voedsel vandaan komt. Maar wanneer mogen we spreken van een streekproduct? “De term streekproduct is niet beschermd en kan in theorie door iedereen gebruikt worden”, zegt René de Bruin van de stichting Streekeigen Producten Nederland (SPN). Om daar toch enige helderheid en betrouwbaarheid in te verschaffen ontwikkelde de organisatie het landelijke keurmerk ‘erkend streekproduct’. “Wie wil voldoen aan ons keurmerk produceert met grondstoffen uit de streek en verwerkt de producten daar ook. Verder moet maatschappelijk verantwoord geproduceerd worden. Niet per se biologisch, maar wel diervriendelijk, met beperkt gebruik van bestrijdingsmiddelen en met oog voor natuur en landschap.”
Een ander soort
Hoewel de term streekproduct regelmatig wordt misbruikt, benadrukt De Bruin dat streekproducten zonder SPN-logo niet per definitie ‘onecht’ zijn. Omdat er geen wettelijke standaard is, bestaan verschillende kwaliteitssystemen naast elkaar. “Zo hanteren bepaalde winkelketens eigen criteria die misschien niet helemaal overeenkomen met de onze, maar die wel in orde zijn. Het verschil zit dan bijvoorbeeld in minder strenge eisen aan de herkomst van grondstoffen. Voor productie op grote schaal is dat natuurlijk ook best een lastig criterium.” Maar voor welk streekproduct met welk logo we ook kiezen: feit is dat steeds meer consumenten willen weten waar hun voedsel vandaan komt en op welke manier het is geproduceerd. Voor de eigen gezondheid, maar ook voor die van dier en milieu. Eten doen we tegenwoordig met ons geweten.
• • • •
Vraag er naar bij uw warme bakker!
Frank Dales Algemeen directeur Dierenbescherming ■
Op welke manier hebben keurmerken dierenwelzijn verbeterd?
“Tientallen miljoenen dieren hebben er een beter leven door gekregen. Dat is een hele prestatie als je bedenkt dat het verhogen van diervriendelijke eisen voor boeren toch een behoorlijke inkomstenderving betekent. Een voorbeeld van de winst uit de afgelopen jaren is de introductie van de volwaard kip. Dat is geen biologische, maar wel een langzamer groeiende en dus gezondere kip.” ■ Hoe beïnvloeden keurmerken de branche als geheel?
“Keurmerken en de organisaties die ervoor instaan houden de maatschappij en de branche scherp. Voor supermarkten zijn keurmerken inmiddels al een manier geworden om elkaar te beconcurreren.” ■ Wat heeft de consument aan een keurmerk?
“Het geeft ons handvatten om te zien welke diervriendelijke keuzes er bestaan. Het klopt dat er enigszins sprake is van een woud aan keurmerken. Denk aan EKO, SKAL en Max Havelaar maar er is maar een keurmerk die specifiek op het welzijn van dieren in gaat en dat is het Beter Leven kenmerk. Het feit dat er nu verschillende gradaties voor diervriendelijke opties bestaan is volgens mij alleen maar positief. Biologisch is top, maar realistisch gezien niet voor iedereen weggelegd.”
sterke Groei De biologische veehouderij is een relatief kleine, maar nog steeds sterk groeiende sector. “Neem nu biologische kippen”, zegt Jasper Vink van Bionext. “Tien jaar geleden waren dat er in Nederland 300.000, maar inmiddels zijn het er 2,1 miljoen.” De biologische sector blijft zich verder ontwikkelen. Het behoud van hoorns voor alle biologische koeien is bijvoorbeeld nog een uitdaging voor de toekomst. “Maar we merken ook dat de biologische veeteelt inspirerend werkt voor de gangbare veeteelt.”
Lekker & gezond Helpt tegen overgewicht Bron van vezels Langdurige energie
www.hetbestebrood.nl
Hachee met pruimen
De lekkerste streekproducten bij jou aan huis
Al het goede uit Holland!
0 CYAN 50 MAGENTA 20 YELLOW 80 BLACK
Met Streekbox haal je al het
Probeer nu probleemloos
lekkers van Hollandse bodem
Streekbox uit, eenmalig of
makkelijk in huis. Wij helpen
met proefabonnement.
je iedere week met de
Abonnementen zijn altijd
bereiding van de lekkerste
tijdelijk en flexibel opzegbaar,
maaltijden voor in het week-
zonder kosten.
rgd!
isbezo
thu Gratis
end en door de weeks.
180 min.
Vleesgerecht
Bij een Hollandse hachee is de verhouding van het vlees en de uien ongeveer gelijk. Het vlees komt van de hals en is – heel belangrijk – goed doorregen met vet. Het smeltende vet zorgt namelijk voor smaak, binding en een boterzachte garing. Neem voor hachee wel even de tijd, want het moet enkele uren zachtjes stoven! Tip: Snij het vlees altijd met de draad mee.
Ingrediënten
Bereiding:
●
●
● ● ● ●
●
Zelf toevoegen ● ●
Nu tijdelijk Gratis Streekbox Streekbox levert je alle
Fruit ter waarde van 29,95 euro
recepten en ingrediënten
bij een maandabonnement*!
● ● ●
● ●
voor drie heerlijke maaltijden:
●
vlees, groente, fruit,
Kijk op www.streekbox.nl en
aardappelen etc.
kies je favoriete Streekbox.
3 ui 1 streek bockbier 600 gram spruitjes 500 gram hachevlees 250 gram gedroogde pruimen 800 gram aardappels belle de fontenay 1 theelepel rozemarijn peper & zout 3 eetlepels olijfolie 2 laurierblad 1/2 theelepel kruidnagelpoeder 1 bouillonblokje 80 gram boerenboter 2 eetlepels bloem
Benodigd ●
Smelt de boter en de olie in een braadpan. Bak het vlees hieraan aan. ● Snij de uien in halve ringen. ● Voeg de uien toe aan het vlees en bak deze tot ze zacht zijn. ● Roer het bloem door het vlees en laat het geheel doorwarmen. ● Voeg het zout, de peper, de rozemarijn, laurier, het bouillonblokje en de kruidnagel toe en schenk eventueel het bier en zoveel water bij het vlees dat het net onder staat. ● Laat het geheel 3 uur sudderen met de deksel op de pan. Roer af en toe door. ● Halveer de pruimen en laat deze de laatste 30 minuten mee sudderen. ● Maak de aardappels en de spruitjes schoon. Kook de aardappels in 20 minuten gaar. Kook de spruitjes gaar in ca. 12 minuten. Serveer de hachee met de aardappelen en spruitjes.
braadpan met deksel
Aanvullende informatie:
STREEKBOX: LEKKER MAKKELIJK, LEKKER GEZOND, VERRASSEND LEKKER! *Kies bij je bestelling op www.streekbox.nl voor je maandabonnement naar keuze. Wij leveren dan 4 maal de Streekbox naar keuze EN 1 maal gratis de Fruitbox bij jou thuis.
VIVERA E R U T A N E V O L WE VAN LAND NAAR KLANT!
Zoals je vast wel eens hebt ervaren, gaan bij het pellen of snijden van uien je ogen tranen. Je voorkomt dit door de uien eerst een paar uur in de koelkast of een paar minuten in de diepvries te leggen. Een andere mogelijkheid is om uien onder water te snijden of te schillen.
Supermarkt Hoogvliet breidt de samenwerking met de Groene Hart Coöperatie uit. Naast boerenkaas, vers sap en eieren nu ook echte boerenzuivel rechtstreeks uit het Groene Hart! Den Haag
Verkrijgbaar in de winkel of online bestelbaar via www.hoogvliet.com
LetkGkreorene
uit he
Noord Holland
Hart
producten Onze streekr gemaakt ie en h wordAm st
Flevoland
erdam
Abcoude
Hilversum
Oud Ade
Alphen aan den Rijn
Vinkeveen
Zoeterwoude
Gouda
Rotterdam
Utrecht
Streefkerk
Hoogblokland
Hedel
n kt vaan emaaaaakkt ure iss gem atur ve Nat ra We LLoove vera VViive rs. weers boouuw rbo akkkeerb ze eeiiggeen ak nzze n on nee vaan pin lluupi ts, ts geets ugge ls nug oals en zoa ntten ariiaan ke var lijjke eerrllij In hee In n rma een oarm hoa iesjjeess, ssh spie es, sp kjes ksttuukj rrooeerrbbaaks en en witttten vol eeiiwi Boooorrddeevo es. B tjes leetj allet hee bal disscch Indi Ind In n, en, toffffen ppssto ge huulllps mattiige ssttma nstm er kuun nder ellss. ZZoond vveezzeels ar naar nna t. Wiin deerr zoouut. ndde min rs en mi mers mme -nuum er E-n ndder zzoon eer 3! Mee ngg 200113! din di oedin oeddee Voe js Goe vvaan ddee Jaaaarpprriijs n? Kijk op wuusstt etteen? ker & bbeew ekke er lek ten oovver ten weete w -nature www.vivera.com/we-love
Noord Brabant
10
i nt e r vi ew
‘De keuze om boer te worden is onbewust gemaakt’ Als boer in Nederland sta je aan het hoofd van een bedrijf dat constant in beweging is. Dankzij regelgeving die regelmatig verandert, maar ook door trends en technologische ontwikkelingen. Stilstaan is geen optie, aldus Boer Martin. “De politiek bemoeit zich steeds minder met marktregulering.” Tekst Jasper van Vugt
beeld peter elenbaas
Behalve met zijn (inmiddels) vrouw Wilma maakten we in Boer Zoekt Vrouw ook kennis met de melkveehouderij van Martin van der Peet. De vijftigjarige Boer Martin is geboren en getogen op de boerderij onder de rook van Heemstede en nam samen met zijn broer het bedrijf over van zijn vader. Sinds een aantal jaar runt hij de boerderij met zestig koeien en 45 stuks jongvee alleen. Op de afgesproken tijd voor het interview staat hij nog in de stal bij zijn koeien. “Ja, dat kan weleens een paar minuten langer duren”, lacht hij. Boer Martin is een positief mens dat van jongs af aan al wist dat hij het boerenbedrijf van zijn vader wilde overnemen. Als tiener molk hij voor het naar school gaan nog vlug even een paar koeien, om zich na schooltijd ‘het rambam’ te fietsen om sneller dan zijn broer thuis te zijn en op de tractor nog wat klusjes te mogen doen. Martin: “Zo is het enthousiasme begonnen. De keuze om boer te worden is onbewust gemaakt.” Wat betekent het voor je privéleven om agrariër te zijn?
“Het is een manier van leven. Het moet naast werk ook een flink deel liefhebberij zijn, anders houd je het niet vol. Ook in deze moderne tijd maak je veel meer arbeidsuren dan bij een gemiddelde baan. Als een koe moet afkalven, moet je er soms ’s nachts uit om te helpen met de bevalling. Het is soms een asociaal bestaan, je bent nooit echt vrij. Vakanties of een vrije dag nemen zijn niet eenvoudig. Dan moet je een vervanger regelen. Het vele uren werken is doorgaans goed te doen, omdat je woont bij je werk. Dat is vrijwel noodzakelijk: als je drie keer op een
dag heen en weer moet om je beesten te controleren dan word je hoorndol.” Is het nog rendabel om boer te zijn in Nederland anno 2014?
“Op dit moment zijn de opbrengsten goed, maar het blijft een punt van aandacht om je kosten in de hand te houden. Momenteel zie je dat je met al die nieuwe ontwikkelingen mee moet. Dat levert extra kosten op; een nieuwe tractor is elk jaar 5 procent duurder.” De overheid ziet graag een integraal duurzame sector in Nederland vanaf 2023.
“Daar is veel discussie over bij de LTO, de Land- en Tuinbouw Organisatie. Wat is duurzaamheid precies en aan welke eisen
‘Het is soms een asociaal bestaan, je bent nooit echt vrij’ moet je dan voldoen? Het is lastig om daar nu al een uitspraak over te doen. De LTO trekt daar een voortrekkersrol in en biedt hun kennis en kunde aan bij de individuele leden.” Hoe vang je prijsschommelingen op?
“Dat kan bijna niet. Je moet altijd kostenbewust bezig zijn. In periodes dat het beter gaat moet je investeringen naar voren halen, in mindere periodes stel je die uit. Verder
blijft het lastig, want veel financiële middelen liggen vast, zoals gebouwen en grond. Daar kan je niet in sturen. Op langere termijn kun je je bedrijf versimpelen. De toekomst van het landbouwbeleid gaat er steeds meer van uit dat de handel en de economie de prijs bepalen. De politiek bemoeit zich steeds minder met marktregulering. Dat is een trend die zich verder door zet.” Is dat een goede ontwikkeling?
“Het is spannend. Je hebt een sterke belangenvereniging nodig. Daarnaast vind ik het belangrijk dat je lid bent van een afzetcoöperatie. Als individueel veehouder heb je weinig invloed op de regelgeving. Met nieuwe regels moet je gaan nadenken over hoe je de regels kunt inpassen. Dat is lastig. Het betekent dat je minder flexibel bent en solide moet zijn, aan de veilige kant moet blijven en niet teveel risico’s kunt nemen. Ik probeer het als een uitdaging te zien.” Maakt dat het minder leuk?
“Je denkt soms wel eens: moet ik nu van elk dier bijhouden wat ik er mee doe? Voor veel Nederlandse boeren voelen die aanvullende eisen qua milieu, hygiëne en dierenwelzijn als beklemmend en lastig. Het is niet altijd makkelijk dat in je bedrijf te implementeren en je kosten worden er hoger door. Maar als er tegenover staat dat je producten beter verkopen dan snap je het nut en de noodzaak van die regels wel. Zo zie je nu dat er mede dankzij die nieuwe regelgeving veel meer export van melkproducten is naar Aziatische landen.”
Vlees, kip of eieren kopen? Let op dit kenmerk!
estafette de biologische eetwinkel
Het beste van Nederlandse bodem
Ontdek Estafette de biologische eetwinkel in: Alkmaar, Amersfoort, Amsterdam (Bos en Lommer, Ceintuurbaan, Zeeburg, Westerpark), Arnhem, Bergen, Breda, Delft, Den Haag (Gaia), Dordrecht, Driebergen, Ede, Maastricht, Nijmegen,........ Utrecht en Zutphen. Meer info: www.estafettewinkel.nl
volg ons op
Hoe meer sterren, hoe diervriendelijker.
3 vragen aan…
‘Voor veel Nederlandse boeren voelen die aanvullende eisen qua milieu, hygiëne en dierenwelzijn als beklemmend en lastig’
Anne Dijk Directeur Groenhorst Emmeloord-Dronten.
Het voordeel bij een nadeel.
“Klopt. De Chinese economie is booming, en ze hadden daar schandalen met melkproducten. Door de strenge eisen en controle op Nederlandse melkproducten zijn deze heel betrouwbaar, daarin staan we wereldwijd heel hoog aangeschreven. De afgelopen paar jaar heb ik geregeld gedacht: waarom moeten we nu zo voorop lopen qua terugdringing in medicijngebruik, streefwaardes en nadrukkelijke registratie? Als je dan ziet dat de verkoop van babyvoeding zo’n enorme impuls krijgt mede daardoor dan snap je het economische
‘Mensen willen weten waar hun voedsel vandaan komt’ belang er van. Dat controlemechanisme kun je nu in klinkende munt omzetten. Zo wordt het invoeren van nieuwe regels voor veel boeren verteerbaar.”
grote investeringen, je moet direct een stap van vijf jaar vooruit zetten.” Een andere trend is dat er in grotere steden steeds meer ecologische en biologische supermarkten komen.
“Mensen willen weten waar hun voedsel vandaan komt. Dat merk je: als ik met mijn beesten in het weiland loop, krijg ik daar vaker reacties op van mensen. Op een pak melk kan je al zien van welke boerderij het komt. Het wordt allemaal helderder en inzichtelijker; je weet steeds beter wat je eet of drinkt.” Heb je eigenlijk zakelijk nog profijt gehad van Boer Zoekt Vrouw?
“Niet echt. Ik heb een paar keer producten gekregen waarvan de afzender hoopte dat ze in beeld zouden komen. Dat waren geen dure producten. Zeker niet als je het afzet tegen de hoeveelheid tijd die ik kwijt was aan het programma en dus niet kon werken.”
Wat voor trends zie je nog meer?
“Er zijn nu veel acties om asbest in stallen te verwijderen en zonnepanelen op het dak te leggen. Dat verduurzaamt het stroomverbruik bij de machines in je stal. Eén van de nieuwe trends is dat tractoren op stroom gaan werken, die zie je al langskomen op vakbeurzen. Dat is momenteel echt een hype. Het is ook mijn volgende project waar ik mee aan de slag wil. Als je zonnepanelen hebt, heb je je eigen stroom. Daarop ben ik mij aan het oriënteren en is waarschijnlijk mijn volgende stap. Het zijn
smart Facts Als Martin geen boer was geworden, dan… “Zou ik iets in de commerciële sector hebben gedaan, maar wel met een link naar de landbouw, bijvoorbeeld advieswerk in de landbouw en ontwikkeling in de sector. Ik praat makkelijk, kan goed met mensen opschieten en heb een grote interesse in het boerenbedrijf.”
■ Waarom zijn agrarische opleidingen belangrijk voor de Agri en Food sector?
“Nederland heeft een mondiale koppositie in de Agri en Food. Om die te behouden is een constante ontwikkeling van kennis nodig. Daarbij gaat het op MBO-niveau vooral om vakmanschap en ondernemerschap en op HBOniveau om management en ondernemerschap.” ■
Welke invloed heeft het op de sector?
“Eigenlijk is sprake van een wederzijdse beïnvloeding. Het bedrijfsleven is nauw betrokken bij de invulling en uitvoering van de opleidingen. Denk daarbij aan het verzorgen van lessen en aan vertegenwoordiging in besturen en examencommissies. Andersom kunnen de uitkomsten van experimenten door studenten vrijwel direct in het bedrijfsleven worden getoetst. Er is daardoor sprake van een grote circulatie in kennis.” ■
Wat is de grootste uitdaging voor het onderwijs?
“Om nog betere producten te ontwikkelen moeten we over sectoren heen durven kijken. Zo is een deel van de precisielandbouw gebaseerd op technieken uit de militaire sector (GPS, doseringstechnieken). Innoveren is vooral ook out-of-the-box denken.”
advertorial
Duurzame bietenteelt De suikerbietenteelt is in een snelle ontwikkeling. De suikerproductie is de afgelopen 25 jaar enorm toegenomen. Jaarlijks wordt in twee fabrieken in Nederland een miljoen ton suiker geproduceerd, afkomstig van 73.000 hectare akkerbouw. Voor dezelfde productie was 25 jaar terug nog 125.000 hectare en tien fabrieken nodig. Ook verduurzaamt de branche. “We krijgen steeds meer grip op verbetering van de suikerbietenteelt,” vertelt Gert Sikken, directeur agrarische zaken van SuikerUnie. “Er komen ieder jaar ook weer nieuwe rassen beschikbaar met een hogere productie per hectare en daarnaast ontwikkelen we
adeqtuatere teeltmethoden. Telers gaan ook steeds bewuster met de teelt om en kijken goed naar de beste tijdstippen om bijvoorbeeld het land zaaiklaar te maken en om te gaan zaaien.” Met de evolutie van de suikerbietenteelt en suikerproductie is ook duurzaamheid van belang geworden. SuikerUnie participeert actief in Stichting Veldleeuwerik, een stichting die zich inspant voor duurzame landbouw. Sikken: “We zijn continu bezig met het verbeteren van de duurzaamheid in het productieproces. Het is ook bedrijfseconomisch interessant, want duurzamer produceren levert een hogere opbrengst, een hogere output bij dezelfde input. Het onderzoeksinstituut voor de suikerbietenteelt waar SuikerUnie ook in participeert doet
allerlei praktijkonderzoek, zoals het testen van rassen. De afdeling diagnostiek is een vraagbaak voor de telers om snel zicht te krijgen op ziekten of plagen. Door gerichte beheersmaatregelen uit te voeren zijn minder gewasbeschermingsmiddelen nodig . Zo is een sms-systeem ontwikkeld waarmee telers op de hoogte gesteld worden wanneer een bepaalde bladziekte zich in welk gebied voordoet, zodat er alleen indien noodzakelijk van gewasbeschemingsmiddelen gebruik gemaakt wordt.” De bietentelers zijn eigenaar van de coöperatie Cosun, waar SuikerUnie onderdeel van uitmaakt. Ze zijn dus gelijktijdig leverancier én aandeelhouder. Sikken: “En zeer gebaat bij innovatie. We werken gezamenlijk aan kennisontwikkeling.” Voorbeeld van kennisontwikkeling is het programma Unitip, een teeltregistratie-
en evaluatiesysteem waar telers vrijwillig aan mee kunnen doen. Door hun teeltactiviteiten te registreren, kunnen ze deze benchmarken met de groep. Sikken: “De resultaten worden geëvalueerd, waarop de werkwijze weer kan worden aangepast om de efficiëntie te verhogen. Het resulteert in bewuster telen, we maken een professionaliseringsslag.” De toekomst ziet er volgens Sikken goed uit voor de bietenteelt. “Tot voor kort hadden we de 3x15 ambitie: in 2015 een productie van 15 ton suiker per hectare met variabele kosten van 15 euro per ton bieten. Inmiddels hebben we die bijgsteld naar 1890, oftewel 90 ton bieten per hectare van 18% suiker, samen 16,2 ton suiker per hectare, in 2018. De suikerbiet heeft nog veel potentie dus een mooie ambitie met realiteitswaarde.”
11
12
i n s p i rati e
e x po rt
‘Des te beter het zaad, des te beter de opbrengst’ Ernst van den Ende
Steeds meer vraag naar Nederlandse kennis Er is in het buitenland niet alleen vraag naar agrarische producten uit Nederland, maar ook naar onze kennis. Zo helpt Wageningen University verschillende ontwikkelingslanden bij de duurzame intensivering van de landbouw. “Je moet wel echt kijken naar de lokale situatie.”
drukken. Maar die kosten zijn in het buitenland zo laag, dat hoeft daar niet.” projecten waar de Plant Sciences Group zich mee bezig houdt is de verbetering van gewassen die in samenwerking met een bacterie in de wortels zelf stikstof kunnen vangen uit de lucht. Daardoor is minder kunstmest nodig, een voedingstof die vaak te duur is voor de arme boeren. De opbrengst van het gewas gaat sterk omhoog. “We proberen een bacterie te isoleren en een symbiose tussen de bacterie en het gewas te creëren, waardoor meer stikstof uit de lucht gevangen kan worden. Je komt dan wel heel dicht bij de millenniumdoelen om armoede de wereld uit te helpen. Het project wordt mede gefinancierd door de Bill Gates Foundation.”
Een van de andere
Tekst Malini Witlox
Een opvallend nieuwsbericht van december 2013. ‘FrieslandCampina, Wageningen UR en de China Agricultural University richten een nieuw onderzoeks- en kenniscentrum op dat gevestigd wordt in Peking.’ De zuivelonderneming investeert miljoenen in het project. Het doel: de Chinese melk veiliger maken. En het is niet het enige buitenlandse project van de coöperatie. Zo heeft het bedrijf het Dairy Development Program waarin wordt samengewerkt met plaatselijke melkveebedrijven uit landen als Vietnam en Nigeria om zo de lokale verse melk productie op te voeren. Toch is het niet verwonderlijk dat FrieslandCampina samenwerkt met de Wageningse universiteit. De hoogleraren helpen vaker Nederlandse bedrijven. “De vraag naar kennis stijgt”, constateert Ernst van den Ende, directeur van de Plant Sciences Group van Wageningen University. Bij zijn divisie komen steeds meer hulpverzoeken binnen van overheden en bedrijven uit opkomende economieën, met de vraag te helpen met duurzame intensivering van de landbouw. “De vraag stijgt, maar financieel gezien heeft het lang de waarde niet van de export van agriproducten.” te over van Nederlandse bedrijven of instellingen die helpen de armoede in Afrika en Azië te bestrijden door kennis te delen. Zo eten Chinezen steeds meer aardappelen. Voor het verbouwen van
Er zijn voorbeelden
van kennisoverdracht die Van den Ende noemt, betreft de zadenindustrie. Het ontwikkelen en produceren van veredelde zaden is een groeiende industrie, waarin Nederland wereldleider is. “Des te beter het zaad, des te beter de opbrengst. In het buitenland hebben daarom steeds meer boeren zich verenigd om zo toegang krijgen tot kwalitatief beter zaad.” Zaadveredeling kost vaak jaren onderzoek. Er moet immers in talloze experimenten stuifmeel op stampertjes gesmeerd worden, in de hoop dat er een gouden combinatie gevonden is. Monnikenwerk, maar financieel de moeite waard. “Bedrijven hebben veel geld over voor de Nederlandse superzaden.”
Een ander voorbeeld
dit zetmeelproduct is minder water nodig dan bij de productie van rijst. De overstap van rijst naar aardappelen werd de Chinese regering ingefluisterd door hun adviseur Rudy Rabbinge, tevens emeritus hoogleraar Duurzame ontwikkeling en Voedselzekerheid aan Wageningen University. In landen als Brazilië, India en China probeert de
‘Financieel gezien heeft het lang de waarde niet van de export van agriproducten’ Ernst van den Ende
overheid in snel tempo de voedselproductie op een hoger niveau te krijgen. Zo kreeg de Plant Sciences Group een vraag van de burgemeester van Beijing. Binnen vijf jaar moet hij de eigen gemeenschap (22 miljoen mensen) van voedsel voorzien. Van den Ende: “Een complexe vraag, waar je niet alleen de kennis van voedingsdeskundigen voor nodig hebt, maar ook van sociologen of van technici. Hoe ga je bijvoorbeeld de emissie-uitstoot beperken?
Wetenschappers van de universiteit en van de Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO) hebben de vraag vanuit verschillende disciplines bekeken en een voorstel gepresenteerd.” verschillende mogelijkheden om de voedselproductie naar een hoger niveau te krijgen. Toch is het volgens de algemeen directeur geen optie om Nederlandse technische innovaties één op één in het buitenland neer te leggen. “Anders krijg je van die verhalen over peperdure kassen die binnen een maand leeg staan, bijvoorbeeld omdat de producten te duur zijn voor de lokale bevolking. Je moet echt kijken naar de lokale situatie. Hoe zit het sociaaleconomisch, hoe zit het klimatologisch.” Zo is de Nederlandse glastuinbouw wereldwijd top of the bill vanwege het lage energieverbruik in een gesloten systeem. In een hightech kas heb je voor de productie van een tomaat vier keer minder water nodig dan in het open veld. Maar in het warme buitenland werkt een plastic tunnelkas misschien veel beter. Van den Ende: “Hetzelfde geldt voor mechanisatie. Daar zijn we hier in Nederland volop mee bezig, om de loonkosten te
Technisch zijn er
Hoeveel euro’s de Nederlandse kennisexport ons land oplevert, kan Van den Ende niet becijferen. Zo studeren er in Wageningen steeds meer buitenlandse promovendi en masterstudenten. Die gaan na hun studie weer terug naar huis en nemen hun kennis mee. Ook werken hoogleraren vaak internationaal samen, daar kun je geen bedragen aanhangen. Wel geeft Van den Ende aan dat vijf procent van de omzet van zijn groep momenteel uit het buitenland komt. “Kennisexport is een groeiende business. En in de toekomst zal de vraag verder stijgen.”
Aardappelen Tussen juli en november 2013 daalde de Nederlandse aardappelenexport met ongeveer tien procent. De redenen zijn divers. Zo werden in België dit seizoen relatief veel aardappelen geoogst. Dat remde de export naar België, normaal één van de grootste afnemers van Nederlandse aardappelen. Ook stelde Rusland een importverbod voor Europese pootaardappelen en consumptieaardappelen in. Volgens Kees van Arendonk, voorzitter van de Nederlandse Aardappel Organisatie werden vorig jaar 700.000 ton pootaardappelen geëxporteerd naar tachtig verschillende landen. De Nederlandse consumptieaardappeloogst bedraagt jaarlijks 3,3 miljoen ton. “2,3 miljoen ton wordt verwerkt als frites, chips of als koelverse producten. De Nederlandse fritesinductie is samen met Belgische de grootste ter wereld. We hebben als het gaat om de prijs van de aardappelen ook geen hinder gehad van de dalende export. Door het late en koude voorjaar en de hete zomer lag de oogst onder het gemiddelde.” De vraag vanuit Rusland mag dan misschien zijn weggevallen, in andere landen stijgt de vraag. “Met name in landen als Egypte, Algerije, China is er meer behoefte aan pootaardappelen. Het is gezonder dan rijst en pasta. Door nieuwe rassen en innovatie neemt de oogst per vierkante meter toe. En je hebt relatief weinig water nodig om het te verbouwen per opgeleverde calorie.”
Dure uien De uien zijn momenteel relatief duur in de supermarkt. Dat komt door de slechte oogst, waardoor ze voor hogere prijzen weggaan dan vorig seizoen. Uientelers kregen het afgelopen seizoen ongeveer 18 euro per honderd kilo voor de grove uien, ongeveer zeven euro meer dan een jaar eerder. Hoewel Nederlanders nog steeds voornamelijk grove uien eten, wint bij onze oosterburen de biologische ui aan populariteit. Het afgelopen seizoen gingen er gemiddeld 19.500 ton uien per week naar het buitenland.
HOE BEDOEL JE, GOUDSE KAAS NIET UIT NEDERLAND?
We horen je al denken: Goudse kaas komt toch altijd uit Nederland? Maar dat is helaas een misverstand. Vreemd genoeg wordt Goudse kaas ook in het buitenland gemaakt en daarna in Nederland verkocht. Daarom heeft Nederlandse Goudse kaas een o ciële bescherming gekregen van de Europese Unie. Gouda Holland kaas écht uit Nederland kun je vanaf nu herkennen aan het Gouda Holland-kwaliteitszegel. Zo ben je er altijd zeker van dat de Goudse kaas die je koopt een 100% Nederlands product is. 100% Nederlandse melk • 100% Nederlands recept • 100% Nederlandse rijping • 100% Nederlands vakmanschap • 100% Nederlandse trots • www.goudaholland-kaas.nl
14
u i t dag i n g
b e st r i j d i n g s m i d d e le n
Grip op gewasbescherming Bestrijdingsmiddelen zorgen voor een hoge landbouwproductie en een constante aanvoer van voedsel. Maar welke gevaren kleven er aan het gebruik en wat kan de landbouwsector doen om mogelijke risico’s te beperken? Tekst Stéphanie Albicher
Sinds de Tweede Wereldoorlog heeft het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen een enorme vlucht genomen. Het bestrijden van onkruid, plagen en ziekten in gewassen werd hierdoor makkelijker. Maar inmiddels weten we dat het gebruik van deze middelen ook een keerzijde heeft. Zo kunnen illegale, maar ook verkeerd of onverstandig gebruikte legale middelen schadelijke gevolgen hebben voor de gezondheid van mens, natuur en milieu. Welke middelen in Europa gebruikt mogen worden, is dan ook wettelijk vastgelegd door de Europese Unie. Daarbij wordt onder meer gekeken naar de milieubelasting en worden maximale residu limieten vastgesteld. Aan elk toegestaan middel worden vervolgens strenge wettelijke gebruiksvoorschriften gehangen. Toezicht op het naleven van de regels gebeurt in ons land door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.
effecten getest. Maar dat zegt nog niets over de omvang van mogelijk nadelige effecten verderop in de keten. Wie weet zijn die wel onaanvaardbaar groot. Om de gevolgen van een middel beter te kunnen overzien, is absoluut meer circulair denken nodig.” Daarnaast is het volgens Erisman goed om te weten dat het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen altijd een schadelijk effect heeft. Het tast namelijk de weerstand van het natuurlijke systeem in de bodem aan. “Ziekten in de bodem voorkom je niet, maar gezonde, weerbare bodems zijn er wel veel minder snel vatbaar voor. Dus draai het om en begin met het verwerven van inzicht in bodemprocessen en met het in stand houden en bevorderen van de natuurlijke weerstand. Lukt dat niet en dreigt de opbrengst werkelijk in gevaar te komen, dan kan je gewasbeschermingsmiddelen als laatste redmiddel overwegen.”
regels met betrekking tot bestrijdingsmiddelen
Hoewel de strenge
directe gezondheidsgevaren voor de mens misschien uitsluiten, zijn er wel degelijk indirecte gevaren. Zo leidt het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen tot resistentie van bacteriën en schimmels. En die kunnen via de voedselketen, lucht of het water ook in
‘Om echt grip op de zaak te krijgen, moet je dus precies weten wat er achter de schermen gebeurt’ Henk Bouman
de mens terecht komen. Erisman: “Ziekenhuizen krijgen steeds vaker te maken met patiënten die besmet raken met moeilijk te behandelen multiresistente schimmels of bacteriën. Herinner je je de paniek rond de EHEC-besmetting nog?”
Volgens Jan Willem Erisman , directeur van het Louis Bolk Instituut, is het besef dat we verstandiger met gewasbeschermingsmiddelen moeten omspringen in de afgelopen decennia al fors gegroeid. Zo is een groot aantal chloorhoudende insecticiden vanwege het hoge gifgehalte en de slechte afbreekbaarheid intussen verboden. Toch kan het altijd nog beter, meent Erisman. “Gewasbeschermingsmiddelen worden enkel per compartiment op toelaatbare schadelijke
3 vragen aan...
Een ander gevaar van bestrijdingsmiddelen is de vervuiling van het oppervlaktewater. “In Noord-Holland gaat het vooral om de bloembollensector”, zegt Henk Bouman van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. “Hierin worden relatief veel gewasbeschermingsmiddelen gebruikt. Het gaat tenslotte om een heel gevoelig en economisch belangrijk product.” Om de uitstoot van gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlaktewater terug te dringen werden een aantal jaar geleden de regels voor bespuiting aangescherpt. Zo moet nu binnen de eerste veertien meter langs een sloot gewerkt worden met speciale spuitdoppen die ervoor zorgen dat gewasbeschermingsmiddelen recht naar beneden worden gespoten en die het wegwaaien van de middelen beperken. Daarnaast gelden verplichte teelt- en spuitvrije zones en een spuitverbod vanaf windkracht drie. Volgens Bouman leidden deze maatregelen tot het terugdringen van emissies tijdens het spuiten met wel 90 procent. “Dat was al winst, maar wij wilden verder. Daarom begonnen we aan een pilot waarin we samen met bloembollentelers, handelaren en fabrikanten van gewasbeschermingsmiddelen op zoek gingen naar de laatste druppel.” Wat bleek? Door een reeks van kleine onzorgvuldigheden aan te pakken kon de uitstoot naar het oppervlaktewater nog verder worden terug gedrongen. “Denk aan het overdekt wegzetten van spuitmachines tijdens een koffiepauze. Daarmee voorkom je dat tijdens een regenbui bestrijdingsmiddelen via het erf in de sloot terecht komen.” Een ander probleem waren lekkende kisten tijdens het transport. Een simpele opvanggoot bleek voldoende om vervuiling via de openbare weg of het erf tegen te gaan. “Allemaal kinderlijk eenvoudig natuurlijk”, zegt Bouman. “Maar om echt grip op de zaak te krijgen, moet je dus precies weten wat er achter de schermen gebeurt.”
Violette Geissen Senior onderzoeker Alterra Wageningen UR. ■ Wanneer spreken we van een gezonde bodem?
“Een gezonde bodem heeft een rijke en diverse flora en fauna. Zo’n bodem herken je aan een donkere bovenlaag en een goed gevarieerde en luchtige structuur met poriën van verschillende groottes. Dat laatste is belangrijk voor de bodem-, water- en luchthuishouding en voor een goede beschikbaarheid van voedingsstoffen in de grond. Verder mag de pH-waarde niet te hoog of te laag zijn. Zo kunnen zware metalen en aluminium in een te zure grond vrijkomen en bijvoorbeeld door planten worden opgenomen.” ■ Hoe bereik je die? “Door zorgzame grondbewerking. Bij bemesting moet bijvoorbeeld precies bepaald worden hoeveel en welke voedingsstoffen de plant en bodem nodig hebben. Met nauwkeurige organische bemesting bescherm je de organische stof in de grond en daarmee het bodemleven en de bodemstructuur. En gebruik pesticiden alleen als het strikt noodzakelijk is.” ■ Wat levert het op? “In elk geval een hogere productie van planten. Daarnaast zorg je er voor dat de bodem de kwaliteit van zijn filter- en bufferfunctie behoudt. In een gezonde bodem worden potentieel verontreinigende stoffen uit de lucht of het regenwater namelijk geneutraliseerd. En als de filterfunctie niet in orde is, blijft regenwater aan de oppervlakte liggen.”
advertorial
Schone bron Drentsche Aa
Schoon water, we werken er allemaal aan mee! verschillende organisaties werken samen om de waterkwaliteit van de drentsche aa, een bron voor de drinkwatervoorziening in het noorden van Nederland, verder te verbeteren. Provincie drenthe, Waterbedrijf Groningen en Waterschap Hunze en aa’s startten er het project ‘Schone bron drentsche aa’ voor op. Met succes.
“Drenthe is te vergelijken met een grote zandbak, en dus gevoelig voor uitspoeling van stoffen. In combinatie met landbouwteelten die hier plaatsvinden, kan dat een nadelige
invloed hebben op de grond- en oppervlaktewaterkwaliteit. Al jaren zijn we bezig met stimuleringsprojecten om de landbouw te verduurzamen” Aan het woord is Anton Dries, verantwoordelijke voor het gewasbeschermingsmiddelenbeleid bij de provincie Drenthe.
schoon mogelijk houden. Wat er niet in zit, hoef je er ook niet uit te zuiveren. We streven nu naar een volledig schone bron, zonder gewasbeschermingsmiddelen, conform de wetgeving.”
De provincie heeft voor het schoonhouden van de drinkwatervoorziening o.a. de handen ineengeslagen met Waterbedrijf Groningen en Waterschap Hunze en Aa’s. Dries: “Samenwerken is enorm belangrijk in deze keten, juist door het grote aantal verschillende organisaties dat met water te maken heeft.” Theo Vlaar van Waterbedrijf Groningen is verantwoordelijk voor het project. “We willen deze oppervlaktewaterbron voor de drinkwatervoorziening zo
Ieder van ons, vanuit zijn/haar eigen verantwoordelijkheid, probeert de kwaliteit van dit oppervlaktewater te verbeteren.
Het project richt zijn pijlen enerzijds op monitoring, oftewel: hoe groot is het probleem precies en wie zijn de veroorzakers hiervan. En anderzijds op het vergroten van de bewustwording van de risico’s die gewasbeschermingsmiddelen met zich meebrengen.Vlaar: “We meten samen met het waterschap op verschillende locaties in het stroomgebied de waterkwaliteit, want meten is weten. Daarbovenop kunnen we dan gerichter maatregelen treffen. Er zijn vier partijen die we in het bewustwordingsproces benaderen: landbouwers, gemeenten, bedrijven en particulieren. Dries: “We organiseren bijeenkomsten voor landbouwers voor uitwisseling van informatie. Maar uit de onderzoeksresultaten blijkt dat ook burgers verantwoordelijk zijn voor een groot deel van de problematiek. Het gaat hierbij voornamelijk om de
werkzame stof glyfosaat dat o.a. in het middel Roundup zit.” En dus hebben we de website www.zonder-is-gezonder.nl gelanceerd waar we de burger bewust maken van de gevaren van onkruidbestrijdingsmiddelen. De site staat vol tips over milieuvriendelijke alternatieven voor bestrijdingsmiddelen. Dries: “De campagne ‘Verrukkelijk Onkruid’ van afgelopen jaar was een succes. We schreven een receptenwedstrijd uit, waar veel enthousiaste reacties op kwamen. “Onkruid” kun je nl. heel goed verwerken in gerechten. Die bewustwordingscampagnes zijn geweldig, maar uiteindelijk zullen we het toch ook van regelgeving moeten hebben. Ik verwacht dat er voor burgers op korte termijn een verbod op glyfosaat komt; er zijn immers genoeg biologische alternatieven op de markt. Dat zou een groot effect hebben. ” ■
www.degroenevlieg.nl
Natuurlijk verder voor een gezonde toekomst Volg ons op Twitter @KoppertNL
Consumenten hebben uiteenlopende eisen en wensen. Voedselveiligheid staat hierbij voorop. Als wereldmarktleider in biologische gewasbescherming werken we dag in dag uit aan natuurlijke oplossingen voor een vitaal en weerbaar gewas. Zo dragen we maximaal bij aan gezonde producten voor telers, handelsbedrijven, groentespecialisten, retailers en de consument. Voor een gezonde toekomst. Natuurlijk verder met Koppert.
WWW.KOPPERT.NL | info@koppert.nl
16
actu e e l
ar b e i d s m ar kt
‘Specialisten gewasbescherming, teeltspecialisten, plantenveredelaars, plantkundigen: dat zijn nu al echt moeilijk vervulbare vacatures’ Wim Rademaker
Personeelstekort ondanks crisis Crisis of niet, in de agrarische sector is volop werk. Zoveel zelfs dat er de komende jaren een groot tekort aan kwalitatief hoogwaardig personeel in de branche zal zijn. “In de toekomst verwacht ik grote problemen.” Tekst Pamela Wilhelmus
Al bijna zes duurt het, de crisis, en er vallen harde klappen in het bedrijfsleven. Ook de agrarische sector heeft hier mee te maken gekregen. Dat, samen met ontwikkelingen in de markt, heeft geleid tot een structurele afname van de werkgelegenheid in de agrarische beroepen. Maar hoe vreemd het ook moge klinken, ondanks een afname in de werkgelegenheid zijn er niet minder vacatures in de agrarische sector. Integendeel. Voor agrarische beroepen verwacht het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit van Maastricht de komende jaren, in elk geval tot 2018, behoorlijke knelpunten in het vervullen van vacatures. Dat blijkt het uit het onderzoek De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2018 dat het ROA afgelopen december publiceerde. Het klinkt Wim Rademaker niet verrassend in de oren. Rademaker is mede-eigenaar en recruiter bij Horticruitment, een werving&selectiebureau specifiek gericht op de tuinbouw. “Het is crisis in Nederland en bedrijven zijn op dit moment nog wat voorzichtig met het aannemen van mensen. Maar met name vacatures voor technische of specialistische functies invullen is nu al lastig.” Er zijn volgens Rademaker vacatures die met een paar weken ingevuld zijn, maar het is eerder de regel dat het een half jaar duurt. De druk binnen het bedrijf komt dan bij andere werknemers te liggen, of het bedrijf kan niet groeien. “Op dit
Knelpunten dus.
moment vallen de problemen nog mee, of zijn ze nog met veel moeite op te lossen, maar in de toekomst verwacht ik wel grote problemen.” dan, wanneer het aantal banen in de sector afneemt? Heel simpel: de vervangingsvraag. Dit is de vraag naar nieuwe arbeidskrachten als gevolg van het vrijkomen van bestaande arbeidsplaatsen. Van alle beroepsklassen is de vervangingsvraag de komende jaren naar verwachting het hoogst voor de agrarische beroepen. Per jaar moet gemiddeld 3,7 procent van het totaal aantal agrariërs vervangen worden, omdat zij van beroepsgroep wisselen of omdat zij de arbeidsmarkt verlaten, meldt het ROA. Er wordt met name een grote schaarste aan agrarische vakkrachten en landbouwkundigen verwacht. “Specialisten gewasbescherming, teeltspecialisten, plantenveredelaars, plantkundigen: dat zijn nu al echt moeilijk vervulbare vacatures”, weet Rademaker uit de praktijk. “En marketing en salesmensen, die worden ook altijd gevraagd. Met name met sales personeel zitten werkgevers in de sierteelt, de AGF en boomkwekerij al een beetje vast. Die
Maar hoe kan dat
hebben namelijk ook een adviserende functie, dus daar is technische kennis voor nodig.” Maar al ziet Rademaker de problemen langzaam maar zeker ontstaan, er zijn zeker mogelijkheden
‘Werkgevers die met stagiairs werken, moeten deze niet zien als een extra productiemiddel, maar gericht zijn op kennisoverdracht. Dan promoot je de sector’ Wim Rademaker
om erop in te spelen, zodat je als werkgever in de toekomst niet voor onoplosbare problemen komt te staan. Een vooruitziende ondernemer onderneemt volgens de recruiter actie.
“De binding met het personeel moet sterker worden. En dan bedoel ik niet dat het salaris omhoog moet, daar zijn werknemers zo aan gewend. Je moet high-potentials mogelijkheden bieden, een ontwikkelingstraject.” Bij kleine bedrijven kan dat wel wat lastiger zijn, maar er zijn zat bedrijven die ontwikkelingstrajecten kunnen begeleiden. Alleen: directeur-eigenaren van bedrijven die snel zijn gegroeid hebben volgens Rademaker soms moeite met het afstaan van verantwoordelijkheid. “Dan kun je wel een HBO’er binnenhalen, die vertrekt weer als hij geen verantwoordelijkheid krijgt. Je moet functies op niveau bieden. Bij sommige bedrijven zie je dat ze elke drie jaar een nieuwe verkoopmanager, gewasveredelaar of technische man of vrouw in moeten werken. Terwijl het volledig inwerken van goed gekwalificeerd personeel een jaar kan duren. Dan is het dus een slechte investering. Dat soort bedrijven, waar heel veel verloop is, gaat in de toekomst in de problemen komen.” Probleem bij het invullen van vacatures is vaak ook dat werkgevers niet goed voor ogen hebben wat voor
3 vragen aan… Ludo in ’t Zandt Hoofd P&O bij Limgroup, een agrarisch veredelingsbedrijf dat gespecialiseerd is in de veredeling en het onderzoek binnen de gewassen aardbei, asperge en paddenstoelen. ■ Heeft Limgroup ook te maken met lastig vervulbare vacatures?
“Overwegend is hoger opgeleid personeel goed verkrijgbaar en goed inzetbaar. Ook laaggeschoold personeel komt graag bij ons werken. Knelpunten zijn er bij functies waarbij specifieke teeltdeskundigheid wordt gevraagd.” ■ Hoe gaan jullie daarmee om? “We zorgen voor uitstekende arbeidsvoorwaarden en een zeer werknemersgericht HRM-beleid. Limgroup is veel meer gaan doen aan haar regionale naamsbekendheid, onder meer door sponsoring. Ook werken we intensief samen met scholen. We organiseren rondleidingen, bieden gastdocenten aan en er is bij ons een sterke stijging van het aantal stageplaatsen.
De begeleiding van nieuwe collega’s is de laatste jaren sterk geïntensiveerd. Daarnaast is er een actief opleidingsbeleid waarbij we in- en externe opleidingen faciliteren voor werknemers, om zo door middel van opleiding en vorming eigen werknemers in de gevraagde richtingen zelf bij te scholen.” ■ Wat is het verschil met vijf jaar geleden?
“Het is een geleidelijke ontwikkeling die al veel langer geleden is gestart. Knelpunten rondom de verkrijgbaarheid van ervaren vakkrachten op teeltgebied nemen toe. Wij koppelen dit verschijnsel aan de maatschappelijke teneur waarbij jongeren consequent gestimuleerd worden om een zo hoog mogelijke theoretische opleiding te volgen, waardoor het zijn van ambachtelijk vakman/vrouw ten onrechte een negatief imago heeft. Inmiddels doen zowel de arbeidsvoorwaarden als toekomstperspectieven voor een ambachtelijk vakman/vrouw niet onder voor die van een theoriebaan.”
iemand ze zoeken. Rademaker gaat als recruiter dan ook altijd langs bij een bedrijf om kennis te maken, sfeer en bedrijfscultuur te proeven en goed uit te vissen wat voor iemand de werkgever nu precies zoekt, wat de functie exact inhoudt. Want als je dan eenmaal gaat zoeken, moet je wel goed weten wát je zoekt. Maar ook voordat een bedrijf zo ver is, kan er wat worden gedaan om het probleem van onvervulbare vacatures tegen te gaan. Agrarische opleidingscentra hebben inmiddels uitgebreide contacten met het regionale bedrijfsleven, gemeenten en maatschappelijke organisaties gelegd om de opleidingen goed aan te laten sluiten op de markt. Universiteiten en Hogescholen bieden incompany trainingen aan, en er is een behoorlijk cursusaanbod om personeel te scholen. De laatste jaren was de agrarische sector niet zo populair als studierichting, weet Rademaker. “Maar dat verandert wel. Het aantal studenten in Wageningen neemt weer toe, en via de brancheorganisatie worden initiatieven ontplooit om de kennis en het imago van de branche op niveau te houden.” is bijvoorbeeld het initiatief Kom in de kas, het jaarlijkse publieksevenement van de Nederlandse glastuinbouw waarbij consumenten kennis kunnen maken met de tuinbouw als economisch topgebied in Nederland. Sinds 2002 behoort dit aanvankelijk kleinschalige en regionale evenement tot de Top 10 van landelijke evenementen. Rademaker vindt dat kleinere bedrijven eveneens een verantwoordelijkheid hebben. “Als je mensen niet alleen laat zien wat een prachtig product je maakt, maar ook wat je doet, en dat het niet alleen keihard werken is van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat, dan werk je mee aan het imago van de branche. Werkgevers die met stagiairs werken, moeten deze niet zien als een extra productiemiddel, maar gericht zijn op kennisoverdracht. Dan promoot je de sector. Samenwerking, daar gaat het om. Want uiteindelijk werken mensen toch gewoon samen met mensen.”
Een daarvan
18
ove r z i c ht
i n n ovat i e s
Energieleverende kassen
Biologische bestrijdingsmiddelen
GPS-applicaties
Het idee achter de energieleverende kas is simpel. De kas vangt zonne-energie op. Het overschot wordt via warmtewisselaars opgeslagen in grondwater, en in koude perioden gebruikt om de kas – en eventueel nabij gelegen woningen of bedrijven – te verwarmen. Daardoor kunnen de energiekosten flink dalen, evenals de co2-uitstoot. Delegaties uit landen als China, Canada en Mexico kwamen al kijken naar de vinding van de Nederlandse tuinder Stef Huisman. Naar verwachting produceert de glastuinbouwsector in 2025 zonder emissies, zo voorspelt de LTO Noord.
Anno 2014 is biologisch het buzzwoord. De consument wil liever geen eten dat met behulp van schadelijke bestrijdingsmiddelen is gekweekt. Bij de teelt van groenten, fruit, bloemen en sierplanten maken tuinders steeds vaker gebruik van biologische bestrijders om plagen zoals schimmel te bestrijden. Voorbeelden van biologische bestrijdingsmiddelen zijn de roofmijt en de sluipwesp. Nadeel is dat de insecten weg kunnen vliegen. Ze worden dan ook voornamelijk ingezet in een gesloten kas.
Hoe groot is mijn akkerbouwperceel precies? En hoe groot is het perceel van de buurman? Boeren hoeven niet langer naar het Kadaster of naar de landmeter voor dat soort informatie. Met een app op hun smartphone is het mogelijk verschillende afstanden, hoeken en oppervlakten van verschillende percelen op te meten. Het opmeten kan realtime via de GPS van hun mobieltje of via Google Earth. Afgelopen jaar was de app met de naam ‘GPS gebied te meten’ van Oceanic Software al één van de meest gedownloade apps onder boeren.
De toekomst is nu
Robots Loonkosten zijn duur. Reden te meer om een deel van het werk door robots uit te laten voeren. In Nederland werken melkveehouders al jaren met melkrobots, machines waarmee een koe volledig automatisch gemolken wordt. Naast de melkrobot is er nu ook een robot om koeien te voeren. Verschillende bedrijven bouwen inmiddels de voerrobots, die de boer uren werk per dag kan besparen, afhankelijk van de hoeveelheid koeien. De voerrobots worden computergestuurd geladen en kunnen onder meer kuilgras, maïs en mineralen en zouten zelfstandig mengen. Met een sensor kan de robot zien of de koeien nog voldoende voer hebben.
De tijd dat de boer met paard en wagen de oogst van het land haalde en handmatig alle koeien melkte is allang voorbij. De technische ontwikkelingen gaan snel. Maar hoe snel? Komt ons eten straks uit de printer? Zeven innovaties die de toekomst gaan bepalen. Tekst Malini Witlox
3D-foodprinting
CO2 neutraal geproduceerde melk
Verwaarding reststromen
Er bestaat al een 3D-printer voor chocolade en in januari 2014 demonstreerde het bedrijf 3D Systems op de beurs CES in Las Vegas twee nieuwe voedselprinters, onder meer een voor het printen van snoepjes. Ook TNO werkt aan een printer waarbij voedsel geproduceerd kan worden. De vinding werd in 2012 gedemonstreerd op een beurs in Eindhoven. Kjeld van Bommel, onderzoeker bij TNO: “Het kan nog wel even duren voordat er een commerciële variant op de markt komt. Wij gebruikten op de beurs een onderzoeksopstelling en dat is niet iets dat je zomaar in je huiskamer zet.”
Koeien eten onder meer gras en hooi en stoten bij de verwerking van dat voer in hun maag schadelijke gassen zoals methaan uit. Maar dat gaat veranderen als het aan melkveeproefboerderij De Marke in Hengelo ligt. Dit bedrijf wil klimaatneutraal melk produceren door het aanpakken van emissies van broeikasgassen. Er is een plan opgesteld om de methaanemissie uit pens en darm terug te dringen. Dat kan door de graskwaliteit te verbeteren. Ook moet het methaan tussen stal en opslag afgevangen worden, wordt het kuilgras gekneusd, wordt de mestscheiding geoptimaliseerd en worden nitraat en sulfaat toegevoegd aan het voer.
Bij de productie van voedsel komen verschillende reststromen vrij. Momenteel worden al die afvalstromen verbrand om energie op te wekken: niet de meest efficiënte vorm. Door scheiding en chemische bewerking kan de reststof ook bewerkt worden tot grondstof. Hoogwaardige grondstoffen die we uit reststromen kunnen winnen zijn onder andere eiwitten, organische zuren en vetzuren. Een goed voorbeeld is de winning van eiwitten uit bietenblad. Bietenblad bestaat voor ongeveer drie procent uit eiwit. Afzetten van het blad als veevoergrondstof levert 15 cent per kilo eiwit op. Afzet voor de humane voeding brengt vijf euro per kilo op.
advertorial
Lang leve de koe Nederland is wereldwijd koploper als het gaat om automatisering in de melkveehouderijsector. Marktleider DeLaval ontwikkelt producten voor de melkveehouderij. “Of het nou om dertig, driehonderd of drieduizend koeien gaat, wij proberen het leven van de melkveehouder gemakkelijker te maken,” zegt Erik Pel, Market Development Manager bij DeLaval. “Maar het gaat verder dan alleen melken. Het gaat om het managen van de veestapel.” Erik Pel - Market Development Manager DeLaval DeLaval focust zich op de veehouderij van de toekomst met sensortechnologie, verdere automatisering en robotisering. Erik Pel: “Een goed voorbeeld is het minilaboratorium dat wij hebben ontwikkeld, de Herd Navigator. Sensortechnologie maakt het mogelijk om hormonen, zoals bijvoorbeeld progesteron, in de melk te analyseren en daarmee de gezondheidsstatus van elke melkkoe individueel te kunnen monitoren. Hiermee kun je zeer proactief werken. Mocht er iets mis zijn dan krijgt de veehouder direct advies. Het heeft dus niet een curatieve, maar een preventieve werking.” Volgens Pel draagt DeLaval als bedrijf een verantwoordelijkheid. Niet alleen als het gaat om voedselveiligheid, maar ook bij de duurzaamheid van de melkveehouderij. “We zijn al meerdere jaren bezig om de melkveehouderij te helpen bij het verduurzamen,” zegt Pel.
“We zijn onlangs gestart met de campagne Lang leve de koe. Het doel van deze campagne is om het voor de melkveehouder zo gemakkelijk mogelijk en voor de koe zo aangenaam mogelijk te maken om zo extra lactaties te realiseren.”
Innovaties
Het aantal melkkoeien per bedrijf groeit in Nederland. Het aantal bedrijven neemt echter af. Pel: “De bedrijven die over blijven worden fors groter. Concreet betekent dit dat er meer koeien gemolken moeten worden met dezelfde arbeidsinzet. Met automatisering, managementtools en robotisering kan dit opgevangen worden.” Het aantal liters melk per vierkante kilometer is nergens zo hoog als in Nederland. Tweederde van de melk die wordt geproduceerd wordt geexporteerd. De sector levert zo een substantiële bijdrage aan de Nederlandse economie.
“Daar mogen we best trots op zijn,” vindt Pel, die constateert dat ook de burger zich bezighoudt met de koe in de wei. “Dat is positief. De burger is gefocust op het beweiden van koeien. Dat vinden wij ook balangrijk, maar je moet ook rekening houden met de koe zelf. We geven de koe liever zelf de keuze.” “Met intelligente selectiemethoden kunnen wij de koe zelf laten kiezen of ze naar buiten wil gaan of niet. Wat je dan ziet is dat de koe soms binnen een uur terugkomt, of pas zes uur later. Terwijl de opinie van het publiek is dat ze tien uur buiten moeten staan, omdat het zo hoort.”
DeLaval BV Steenwijk www.delaval.nl
Agriport A7 Businesspark langs de A7 op 30 minuten vanaf Amsterdam Kavelprijzen vanaf â‚Ź. 85,- per m2 Goedkope energie uit de glastuinbouw Hypermoderne infrastructuur voor energie en dataverkeer
www.agriporta7.nl
BERICAP
Technology
GRENZELOZE VEELZIJDIGHEID.
The plastic closure company committed to your success
Beter kan het niet. www.bericap.com
Onderzoek en ontwikkeling | Matrijs techniek | Wereldwijd actief Technologie en know-how | Innovatie en flexibiliteit
De nieuwe 5 serie van DEUTZ-FAHR biedt een veelvoud aan technische extra’s, waaronder SDD snelstuursysteem, vierwielberemming, Comfortip wendakkermanagement, voorasvering en Agrosky spoorvolgsysteem. De krachtige motoren van 100 tot 130 pk (72,5 - 93 kW) kunnen elke situatie moeiteloos aan. Verder zijn de machines standaard uitgerust met de nieuwe E-class cabine. Deze garandeert het grootst mogelijke comfort. De tractoren uit de 5-serie zijn zowel verkrijgbaar met een powershifttransmissie als ook met een traploze TTV transmissie. Leverbare modellen: 5100-5110-5120 5100-5110-5120-5130 TTV Het gebruik van originele smeer en koelmiddelen wordt aanbevolen DEUTZ-FAHR LUBRICANTS
DEUTZ-FAHR is een merk van 5series.deutz-fahr.com
Agritechnica 2013 onderscheiding voor technische innovatie. Voor meer informatie bezoek onze website.
AXION 850 195 kW/264 pk HEXASHIFT of CMATIC transmissie CLAAS Comfort Concept VAMIL / MIA*
www.kampsdewild.nl * informeer naar de voorwaarden