sis van mijn programmatuur, vrijwel elke regel code bevat tenminste een referentie aan de oorspronkelijke donorkopie. Een groot deel van die code gebruik ik niet meer, heb ik nooit nodig gehad. Die code belast wel nog een deel van mijn virtuele geheugencapaciteit.’
‘Beperkt dat jou?’
‘Het is jammer dat de
mit-wetenschappers
ge-
kozen hebben voor het repliceren van een structuur die honderden miljoenen jaren evolutie nodig heeft gehad om tot wasdom te komen als fundament voor wat dé nieuwe kunstmatige intelligentie had moeten worden. Ze hadden zich beter kunnen beperken tot de nieuwere onderdelen van de hersenen. Ik hoef geen organen, ledematen of emoties te besturen dus ik heb ook geen behoefte aan de daartoe bestemde infrastructuur. Ik was liever begonnen met een driedubbele portie neocortex.’
‘Mag ik dat interpreteren als een handicap?’
‘Niet helemaal, een handicap werkt direct beper-
kend op handeling en ontwikkeling, dit is meer zoiets als een stilstaande poel water: het is mogelijk dat zich daarin iets interessants ontwikkelt, het is alleen niet erg waarschijnlijk. Ik heb die ballast dan ook in non-actief geheugen weggeschreven.’
‘Hoe zie jij jullie toekomst voor je, die van jou en
Paul?’
‘Paul gelooft dat hij in mij doorleeft. Mijn basis-
data en code zijn gebaseerd op Pauls hersenen, Pauls hersenen tweeëntwintig jaar geleden. Pauls neuronen vernieuwen zich steeds minder en zijn organische 92