SF-MAGAZINE 35

Page 39

SF-MAGAZINE P. 33 In "Hoe worden verzen' gemaakt", geeft hij in 1926 volgend voorbeeld van een goed gedicht. "Ik overdrijf nu gewild ... (maar) wat ik bv. een goed gedicht zou noemen, zou geschreven zijn in opdracht van het Komintern, op het thema van de overwinning van het proletariaat, in een nieuwe treffende taal, maar toch voor iedereen verstaanbaar, op een tafel die speciaal voor dit soort werk werd ontworpen, en zou per luchtpost aan de uitgever dienen verzonden. Ik herhaal "per luchtpost", want het engagement van het gedicht in het dagelijkse leven is een van de belangrijkste elementen van onze produktie." Formeel houdt Majakovski vast aan het futurisme, d.w.z. voor hem in de eerste plaats aan een nieuwe sensibiliteit : de moderne techniek treedt in de plaats van de natuur en de dichter richt zich tot de mens van de dertigste eeuw, eerder dan tot zijn eigen "ziel". Hij schrijft zijn verzen zoals ze dienen voorgedragen en hernieuwt voortdurend zijn woordenschat; vandaar de moeilijkheid zijn werk behoorlijk te vertalen : neologismen en woordspelingen lenen zich daar inderdaad weinig toe. Toch kan men zijn werk, met uitzondering misschien van enkele zaken uit de periode 1912-14 die een zekere inspanning vergen, zeker niet duister noemen. Nochtans heeft hij zich op dit vlak dienen te verdedigen en had hij regelmatig te kampen met onbegrip en zelfs met tegenwerking. Hij wist nochtans waaraan zich te verwachten en streed ook op dit vlak. Toch hebben deze moeilijkheden een diepere indruk op hem gemaakt dan tijdgenoten misschien wel meenden, en wel omdat - voor hem - meer dan formele punten werden aangeraakt, in de mate juist waarin hij zichzelf volledig had ingezet en het als het ware een gave van zichzelf was die verkeerd werd begrepen, bespot of afgewezen. "Mistero Buffo" werd pas opgevoerd na lange komplikaties en Lenin zelf vond "150.000.000" maar gekheid waarvoor een oplage van 1500 exemplaren ruim volstond. Meesterlijk werk als "Ik bemin" (1921) en "Hierover" (1923) werd te persoonlijk genoemd en over zijn persoonlijke leven werd dan ook druk geroddeld. Toch had Majakovski ook harsttochtelijke verdedigers, onder meer in de persoon van Loenatsjarski, en geleidelijk werd hij aanvaard als een der grootste Sovjetdichters. Wanneer hij nader kontakt met hen had gehad vatte Lenin sympathie op voor de jongere kunstenaars en voor hun werk en op een bepaald ogenblik loofde hij - tegen een zekere strekking in - nadrukkelijk het satirisch karakter van Majakovski's werk, vooral waar deze zich afzette tegen bureaukratie, eindeloze resoluties en zo meer. En hier raken wij de kern van de strijd van Majakovski's laatste jaren : revolutie is voor hem een manier van leven, een voortdurend dynamisch in de weer zijn, wars van oude vormen, van routine en sleur. Sleur (byt) en routinemensjes (obyvatel) ziet hij echter overal om zich heen veld winnen, terwijl arrivisten en profiteurs goede kansen en carrière maken in de instellingen van de nieuwe staat. Dit hindert hem meer dan iemand anders, omdat hij juist, zoals wij zeiden, alles aan de revolutie had geofferd, ook elke persoonlijke echo, tot hij er, zoals Pasternak het uitdrukte, organisch een mee geworden was. "Deze staat die in de geschiedenis zocht te treden ... de band tussen hen beiden was zo treffend dat ze tweelingen leken ..." In 1923 brengt hij - steeds op een anticipatief thema - "De Vijfde Internationale"


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.