Haspengouw publicatie preview

Page 1

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW



MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW


Publicatie

De mooiste dorpen van Haspengouw Redactie: Oswald Devisch, Sarah Martens, Peter Bongaerts, Hannelore Goyens, coverfoto: Franky Larousselle m.m.v. Koen Dirix, Leadersecretariaat, Provincie Limburg

V.U. ISBN Met steun van:

9789089130334

Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: “Europa investeert in zijn platteland�


INHOUD Voorwoord

5

I. Over omgaan met spontante ruimtelijke transformatieprocessen

11

II. Haspengouw in lagen

27

III. Mooiste dorpen van Haspengouw Voorstelling van het Leaderproject Mooie projecten

45 47 73

. Haspenwood . Maak het Dorp! . Guigoven speelt! . Onderzoek kerkenplan Kortessem . Scenario’s voor herbestemming religieus erfgoed . Riemst voor iedereen . Puur Limburg . Het fort van Jonkholt . Ssss(Stilte)! Haspengouw Spreekt

91 97 103 109 115 121 127 133 139

IV. Call for projects

145



VOORWOORD Haspengouw wordt van oudsher gekenmerkt door zijn vele dorpen met prachtige vergezichten in een glooiend landschap. De schaarste van de gronden en de maatschappelijke veranderingen zorgen ook voor heel wat veranderingen in onze dorpen. De typische dorpsschool, het rijke sociale en culturele verenigingsleven die belangrijk zijn voor de vitaliteit en leefbaarheid van onze dorpen komen meer en meer onder druk te staan. Invulling van woonuitbreidingsgebieden zorgt weliswaar voor zuurstof in de dorpen maar wijzigt ook de structuur van dorpen. Economische functies zoals de bakker, de slager, de landbouwer vinden we minder en minder terug in de dorpen. Dorpen krijgen hierdoor meer een sterke en recreatieve woonfunctie toegewezen. De typische en streekgebonden plattelandsidentiteit dreigt hierdoor verloren te gaan. De afbrokkeling van identiteit en het verdwijnen van functies verzwakt de leefbaarheid van het platteland. Nochtans beschikt de leefomgeving van Haspengouw vandaag de dag nog zeker over bijzondere kwaliteiten, die het karakter en de identiteit van het dorp kunnen bepalen. Het is daarom van groot belang ons te richten op het behoud en waar nodig het opwaarderen en versterken van deze kwaliteiten. Het plattelandsprogramma Leader biedt via zijn wervendheid en gedragenheid kansen om in te zetten op die regiospecifieke waarden en opportuniteiten. Via een bottom-up benadering schept dit Europese initiatief ruimte voor projecten en initiatieven die een nieuwe dynamiek kunnen geven aan een regio en die tegelijk de samenwerking tussen de publieke sector en de plattelandsactoren stimuleert. “De mooiste dorpen van Haspengouw� fungeert binnen die context dan ook als een waar hefboomproject om het woonklimaat in Zuid-Limburg te versterken. Door bewoners van Haspengouw bewust te maken van de ruimtelijke


veranderingsprocessen die plaatsgrijpen in hun regio en de rol die zij kunnen spelen in deze processen, zet het project burgerparticipatie in om de kwaliteit van de woonomgeving in plattelandsdorpen te versterken. De opzet om vanuit een veelheid aan sectoren tot een gedeelde visie te komen maken dat dit project niet alleen een sterk ge誰ntegreerd karakter heeft. Laat het nu deze integratie van sectoren zijn die plattelandsdorpen heden ten dage nodig hebben om hun leefbaarheid te verhogen en te versterken. Inge Moors Gedeputeerde van Landbouw en Platteland




I.INLEIDING


12

INLEIDING


OVER OMGAAN MET SPONTANE RUIMTELIJKE TRANSFORMATIEPROCESSEN Oswald Devisch 1. EEN UNIEKE REGIO IN EUROPA Haspengouw is een landschapsregio verspreid over vijf Belgische provincies. De regio is gekend voor haar cultureel erfgoed, met prehistorische silex exploitaties; tumuli, heirbanen en villa’s uit de periode van de GalloRomeinen; religieuze elementen en nederzettingen uit de Middeleeuwen; steden, kastelen, burchten en vierkantshoeves uit de periode van het Graafschap Loon (11e tot 18e eeuw); en industriële relicten en treinsporen uit de 19e eeuw. Daarnaast is de regio ook gekend voor haar open landschap van weides en fruitboomgaarden, in het Noorden en akkers in het Zuiden. Dit erfgoed en dit landschap leven in een sterke symbiose. Factoren zoals topografie, waterhuishouding en bodemsamenstelling bepaalden waar nederzettingen opgericht werden en hoe deze doorheen de tijd transformeerden. En omgekeerd, kasteelheren, landbouwers en ondernemers introduceerden nieuwe landschapselementen zoals monumentale lanen, bossen, en fruitboomgaarden. Het unieke aan Haspengouw is dat deze symbiose erg tastbaar aanwezig is. Een tweede bijzonder element is de grote consistentie tussen de erfgoedelementen, en dit ondanks de bewogen geschiedenis die een aantal van hen doorgemaakt hebben. Al deze zaken samen -het groot aantal erfgoedelementen, het open landschap, de duidelijke relatie tussen beiden en de grote coherentie maken dat Haspengouw een unieke regio is in Europa1. 2. SPONTANE TRANSFORMATIEPROCESSEN De geschiedenis van Haspengouw is er één van geïsoleerde en kleinschalige transformaties. Een landbouwer die een schuur bijbouwt, de zoon en de dochter die het perceel 1 Deze stelling komt uit ‘Alle tijd in Haspengouw van alle tijden. Het masterplan voor de ruimtelijke ontsluiting van het cultuurhistorisch erfgoed van Haspengouw’ opgesteld door Bureau Bongaerts en Stramien in 2002 in opdracht van het Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed van de Provincie Limburg.

I. INLEIDING

13


naast de ouders erven, een laagstamboomgaard die een hoogstam vervangt, en kleine boerderijen die plaats maken voor vrijstaande woningen. Deze transformaties zijn niet gestuurd vanuit een overheid, maar zijn het werk van een hele reeks individuele actoren. Het zijn, met andere woorden ‘spontane transformatieprocessen’. Dit is heel anders dan, bijvoorbeeld, in centraal Limburg, waar de ontdekking van steenkool in het begin van de twintigste eeuw tot een reeks grootschalige en geplande transformaties heeft geleid met de bouw van volledig nieuwe tuinwijken. De ruilverkaveling is misschien de enige uitzondering. Deze operatie heeft in een aantal delen van Haspengouw een schaalvergroting in de landbouw geïntroduceerd en het landschap op een korte tijd radicaal hertekend. Voor de rest is elke orkestratie afwezig. Om de impact van spontane transformatieprocessen te schetsen, zijn deze voor twee dorpen in Haspengouw gereconstrueerd2, namelijk Rosmeer(een deelgemeente van Bilzen) en Horpmaal (een deelgemeente van Heers). In Rosmeer zijn volgens het gemeentearchief tussen 1990 en 2005, 143 bouwaanvragen ingediend. En dit zowel voor afbraak, verbouwingen als voor nieuwbouw. Op een totaal van 300 woningen is dit een wel erg hoog aantal. In een periode van 15 jaar heeft de helft van de woningen één of andere transformatie ondergaan. Tel hier nog eens 15 jaar bij en alle woningen van het dorp zijn aangepakt. Ten minste, in theorie. In Horpmaal zijn de bouwaanvragen tussen 1980 en 2005 geanalyseerd. In deze periode zijn 188 bouwaanvragen ingediend, op een totaal van 200 woningen. Net zoals in Rosmeer, heeft Horpmaal een volledige make-over gekregen, in een tijdspanne van 25 a 30 jaar. En dit opnieuw zonder sturing van de overheid. Wat deze twee reconstructies duidelijk maken is dat de impact van afzonderlijke ingrepen misschien wel beperkt is, maar dat deze, samengeteld en over de periode van een 2 Deze reconstructies zijn gemaakt door Oswald Devisch en An Dreesen in het kader van het PDPO As3-project ‘Naar interactieve dorpsontwikkelingsvisies voor Haspengouw’

14

INLEIDING


Rosmeer 1990-2005 1990-2005 (eigen kaart) Rosmeer (donkergroen = nieuwbouw, lichtgroen = verbouwing, lichtste groen = afbraak)

Horpmaal 1980-2005 (donkergroen = nieuwbouw, lichtgroen = Horpmaal 1980-2005 (eigen kaart) verbouwing, lichtste groen = afbraak)

I. INLEIDING

15


generatie, wel degelijk een grote, en zelfs regionale impact hebben. Zo lijken dorpen in Haspengouw meer en meer op elkaar. Niet alleen omdat alle nieuwbouw woningen uit één en dezelfde sleutel-op-de-deur catalogus lijken te komen, maar ook omdat renovaties regionale en zelfs ruimere trends lijken te volgen. Daarnaast trekken woningen zich meer en meer terug achter hagen en automatische poorten, waardoor het openbaar domein transformeert van verblijfsruimte tot doorgangsruimte. En blijft lintbebouwing toenemen, wat dan weer zorgt voor een verdere versnippering van het landschap. Maar, zoals we eerder aanhaalden, knagen deze transformaties nog niet aan het unieke karakter van Haspengouw. De vraag is echter hoe lang nog3. Een dorp kan immers zo generiek worden, dat het haar eigenheid verliest en zo haar aantrekkingskracht voor nieuwe bewoners. Woningen kunnen zich zo ver terugtrekken van het openbaar domein, dat dorpelingen elkaar niet meer tegenkomen en de sociale cohesie onder druk komt te staan. Het landschap kan zo versnipperd raken dat ecosystemen uiteenvallen en verdwijnen. Tel daarbij nog de hoge maatschappelijke kost van wonen in lage dichtheid, als gevolg van dure nutsleidingen, onbetaalbare dienstverlening, toenemende autogebruik, enz.4, en het unieke karakter van Haspengouw komt onder druk te staan. De vraag is dan ook hoe spontane transformatieprocessen gestuurd kunnen worden zodat de unieke symbiose tussen landschap en (historische) bebouwing tastbaar blijft.

3 Het Vlaams Plattelandsbeleidsplan 2013-2015 schetst een aantal plattelandsproblematieken en formuleert doelstellingen om deze aan te pakken. 4 In ‘In de ban van het lint – lintbebouwing in Vlaanderen’ beschrijft Kim Wouters een aantal van de problematieken eigen aan lintbebouwing. Deze zijn ook toepasbaar op verspreide bebouwing in het algemeen.

16

INLEIDING


3. RUIMTELIJKE CAPACITEITSOPBOUW Als je aan een inwoner van Horpmaal of Rosmeer vraagt of er veel veranderd is in zijn dorp, is het antwoord steevast: ‘Ja, er is veel veranderd, maar alles is hetzelfde gebleven.’ De boomgaard is weg, maar het hek staat er nog. De school is toe, maar de nieuwe eigenaars hebben het gebouw wel mooi gerenoveerd. Mijn zicht op het landschap is verdwenen, maar het is hier nog altijd rustig. En er zijn heel wat bewoners bijgekomen, maar mijn buren zijn gebleven en mijn ouders wonen nog altijd om de hoek. Het tempo van het transformatieproces is juist traag genoeg, voor bewoners om dit telkens te kunnen verwerken. Tegelijkertijd, bij wat dieper doorvragen, blijkt er achter dit standaard antwoord ook een gevoel van onmacht en berusting te zitten. Bewoners zijn het niet altijd eens met de veranderingen. Ze ervaren de regionale impact en beseffen dat het unieke karakter van Haspengouw niet eindeloos rekbaar is. Maar, ze zien niet in wat zij hier zelf, als individuele inwoner, aan kunnen doen. ‘De mensen leven nu eenmaal anders dan vroeger’. En: ‘Iedereen moet op zijn perceel toch kunnen doen wat hij wil’. Tijdens een tweede gesprek, al wandelend doorheen het dorp, en met beelden van andere projecten in de hand, sneuvelen echter meestal ook deze argumenten. En komen bewoners zelf met voorstellen over hoe het anders zou kunnen. Hoe een nieuwe wijk zo georganiseerd kan worden dat de boomgaard misschien toch niet volledig gekapt moet worden. Hoe een trage weg misschien toch nog, onder bepaalde voorwaarden open kan blijven. Hoe een nieuwbouw woning misschien zo vormgegeven kan worden dat het zicht op het landschap toch bewaard kan blijven. Enzoverder. Met andere woorden, omgaan met spontane transformatieprocessen vraagt om capaciteitsopbouw. Capaciteit staat hier voor het vermogen van een persoon, een organisatie of een instelling om een vooropgesteld doel te bereiken. Capaciteitsopbouw verwijst dan naar het proces om dit vermogen te verbeteren. Toegepast op spontane ruimtelijke transformatieprocessen is dit het vermogen van bewoners, regionale actoren en lokale overheden om

I. INLEIDING

17


(1) deze processen te herkennen, de impact van hun eigen beslissingen en deze van anderen op deze processen in te schatten, en alternatieve toekomsten te verbeelden, en om (2) - al dan niet gezamenlijk - actie te ondernemen om deze toekomsten daadwerkelijk vorm te geven. Het is een proces waar we in de rest van de tekst naar verwijzen als ‘ruimtelijke capaciteitsopbouw’. 4. EEN STADSDEBAT VOOR HASPENGOUW? Het Witboek Stedenbeleid5 heeft een gelijkaardige ambitie, namelijk, het verhogen van de capaciteit van burgers, organisaties en overheden om deel te nemen aan het proces van stadsvernieuwing. De auteurs introduceren hiervoor het principe van het stadsdebat. Het uitgangspunt is het organiseren van een wisselwerking tussen het formuleren van lange termijn visies voor een stad en het uitvoeren van projecten voor een concrete locatie. Deze wisselwerking moet vervolgens een debat op gang trekken over de concrete projecten (vb. de bouw van een nieuwe school) maar ook, over ruimere maatschappelijke dynamieken of transformatieprocessen (vb. de rol van een school in een multiculturele samenleving). De centrale stelling achter het stadsdebat is dat participatie niet ten dienste staat van het formuleren van visies en het realiseren van projecten, maar dat deze visies en projecten juist ten dienste staan van het participatieproces. Met andere woorden, het coproduceren van projecten als insteek voor ruimtelijke capaciteitsopbouw. “Nu is het stadsproject een doel, de participatie één van de middelen. Beter zou zijn de projecten te zien als middelen, als hefbomen tot betere stedelijke participatie”6. Het organiseren van ruimtelijke capaciteitsopbouw in Haspengouw vraagt dus om een stadsdebat. Maar hoe realistisch is dit? In tegenstelling tot de grote centrumsteden zijn er in dorpen als Rosmeer en Horpmaal amper investeringen in openbare ruimten of publieke voorzieningen. 5 Boudry, L. e.a. (ed.), 2003. De eeuw van de stad. Over stadsrepublieken en rastersteden. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Brussel. 6 Corijn, E., 2006. Deelnemen is belangrijker dan winnen. In: Boudry, L. (eds.), Inzet, Opzet, aanzet: stadsprojecten in Vlaanderen. Garant, Antwerpen, pp. 164-173.

18

INLEIDING


Het aantal projecten is er, met andere woorden, erg beperkt. En zonder projecten valt het debat stil. Dus, hoe doe je aan ruimtelijke capaciteitsopbouw als er geen projecten zijn? Wat volgt zijn twee experimenten. 5. EERSTE EXPERIMENT: DORPSONTWIKKELINGSVISIES Les plus beaux villages de Wallonie7 werkt met een kwaliteitslabel. Elk dorp dat aan een lijst criteria voldoet, wordt opgenomen in een netwerk van mooiste dorpen. Deze criteria zijn vooral gericht op erfgoed, maar ook op de relatie tussen het eigen perceel en het openbaar domein, op het openstellen van het eigen perceel, enz. In het Verenigd Koninkrijk wordt dan weer met Village Design Statements8 gewerkt, documenten die de typische elementen van een dorp beschrijven en vastleggen hoe inwoners hier in de toekomst mee moeten omgaan. Het uitwerken van een Village Design Statement gebeurt in samenspraak met inwoners. Ondertussen vormen deze documenten een vast onderdeel van het planningsapparaat. Het principe van de Village Design Statements vormde de inspiratie voor een eerste experiment9. Het opzet was het uitwerken van een dorpsontwikkelingsvisie voor Horpmaal en Rosmeer, en dit in samenspraak met de inwoners van beide dorpen. Elke visie bestaat uit een reeks stellingen gericht aan de (toekomstige) inwoners en aan de besturen van beide gemeenten. Zo moeten Horpmalers die gaan bouwen of verbouwen rekening houden met de typische bouwstijl van het dorp. En moeten bestaande bermen en doorzichten behouden blijven. Naast deze dorpsontwikkelingsvisie is ook een wandelkaart uitgewerkt die de wandelaar langs de typische kenmerken van beide dorpen voert. En een draaiboek voor het coproduceren van een dorpsontwikkelingsvisie, zodat het mogelijk wordt om dit proces ook in andere dorpen te herhalen. Belangrijk om te vermelden is dat dit experiment op eigen initiatief uitgevoerd is, en niet op vraag van een overheid. 7 www.beauxvillages.be 8 http://publications.naturalengland.org.uk/publication/2134081 9 Een experiment gefinancierd binnen PDPO Vlaanderen 2007-2013, As 3 gebiedsgerichte werking

I. INLEIDING

19


Het experiment is ten dele geslaagd. De capaciteit van de deelnemers om de ruimtelijke eigenheid van hun dorp te lezen nam duidelijk toe doorheen het proces. Aanvankelijk was het antwoord op de vraag wat nu typisch was voor hun dorp steevast ‘landbouw’. Als gevraagd werd wat ze hier concreet mee bedoelden bleef dit beperkt tot ‘vierkantshoeves’. Na een aantal ontmoetingsmomenten spraken deelnemers ook over de topografie, de zichten, de bermen, het stratenpatroon, de relatie tot het openbaar domein, enz. Ook het vermogen om de impact van spontane transformatieprocessen in te schatten, nam toe en leidde uiteindelijk tot de stellingen van de dorpsontwikkelingsvisie. Maar toen liep het experiment af en viel het proces stil. De visie hangt nu ergens ingekaderd aan een muur en de wandelkaart ligt hoogstwaarschijnlijk ergens in een kast. Dat is ook begrijpelijk want capaciteitsopbouw vraagt om tijd. Gedrag verander je immers niet zomaar. En al zeker niet als het gaat over gedrag dat te maken heeft met het gebruik, het beheer of het beleid van zoiets onwrikbaars als privaat eigendom. Eigendommen die samen het unieke landschap van Haspengouw maken.

Bewoners ondertekenen charter voor levenslang wonen in Horpmaal, september 2008 (rechts) Wandelkaart met typische kenmerken Horpmaal 20

INLEIDING




 

De topografie maakt dat het niet overal even makkelijk is om te bouwen. Hierdoor zijn er nog een groot aantal groene bermen binnen in het dorp. Deze brengen het omringende landschap in het dorp en bepalen zo mee het groene karakter van het dorp. Daarnaast versterken ze samen met het grillige stratenpatroon ook het gevoel van beslotenheid. Daar waar bermen wel bebouwd worden, moeten er dikwijls erg veel trappen en hellingen voorzien worden. 

           

                               



        

                                                  

      

 

                               









         

       

        

                                             

 

                                

      

         

                                                 

          

      

         

                                              



 

 





 

      

                                        

                     

                                 

                                               

                                 




6. TWEEDE EXPERIMENT: MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW Het tweede experiment11 speelt expliciet in op het aspect ‘tijd’. Het opzet was het ontwikkelen van een platform dat ruimte biedt voor netwerkvorming, kennisuitwisseling en debat tussen actoren die op een bewuste manier omgaan met het unieke karakter van Haspengouw. In tegenstelling tot het eerste experiment, is hier ingezet op twee schaalniveaus: opnieuw het niveau van lokale actoren, maar ook het niveau van regionale actoren. Deze laatste zijn organisaties die actief zijn op schaal van de regio Haspengouw. Ze zijn bij het project betrokken om tegemoet te komen aan de zwakke punten van het eerste experiment. Deze actoren hebben elk immers een eigen netwerk, waar ze actief mee communiceren, en ze zullen ook in de regio actief blijven eens het experiment afgelopen is. Via een reeks interventies is getracht om deze regionale actoren samen te laten reflecteren over de impact van ruimtelijke transformatieprocessen, en hun (potentiële) rol in het sturen van deze processen. Het niveau van de lokale actoren bestaat uit individuele burgers en organisaties die actief zijn in één dorp. Deze zijn benaderd in één dorp, namelijk Hoepertingen. Anders dan Rosmeer en Horpmaal is hier vertrokken zonder a priori doelstellingen (zoals het uitwerken van een dorpsontwikkelingsvisie), zonder beeld van een eindresultaat (zoals een draaiboek), en zonder einddatum. Het proces liep/loopt ongeveer als volgt: (1) via gesprekken met sleutelactoren werden de (spontane) transformatieprocessen en huidige dynamieken in kaart gebracht; (2) vervolgens werd met een brede groep gezocht naar mogelijke antwoorden op deze processen en dynamieken en werd expliciet gevraagd naar de rol die iedereen zou willen opnemen in deze antwoorden. Deze gesprekken vonden plaats al wandelend doorheen het dorp; (3) tenslotte werden deze antwoorden met elkaar geconfronteerd op zoek naar nieuwe dynamieken en synergiën tussen de actoren. Deze confrontatie gebeurde in de vorm van een debat waarop ook het lokale beleidsniveau 11 Een experiment gefinancierd binnen Leader As 4 – Maatregel 2 - Het verhogen en versterken van de leefbaarheid van plattelandsdorpen.

22

INLEIDING


aanwezig was. Een reeks parallelle initiatieven, zoals tijdelijke ingrepen in de publieke ruimte, en deelname aan lokale activiteiten (vb. De dag van het Park), zorgde ervoor dat er voortdurend nieuwe actoren bij het proces betrokken werden, en dat het engagement van de deelnemers op pijl bleef.

Deelnemers tijdens opdracht eerste spelversie ‘Maak het dorp, Hoepertingen!’ op 1 juni 2013

I. INLEIDING

23


7. EEN VERTRAAGD DEBAT Naar analogie met het stadsdebat, verwijzen we naar het tweede experiment als een ‘vertraagd debat’. Ook dit debat moet aanzetten tot (ruimtelijke) capaciteitsopbouw en uiteindelijk tot nieuwe dynamieken en synergiën. Het debat is (ver)traag(d) omdat het sleutelen aan capaciteiten nu eenmaal tijd vraagt. Met intense momenten, maar soms ook met lange stiltes. De ene keer met een grote groep actoren, de andere keer met drie enthousiastelingen. Meestal rond een lokale problematiek, maar af en toe ook rond regionale uitdagingen. Soms via debat, soms via een evenement. Enzoverder. De tempowisselingen, de veelheid aan instrumenten, de lange termijn en de herhaling laten toe dat iedereen onder zijn/haar eigen voorwaarden kan deelnemen, in het format dat hem/haar past en binnen dat medium waarbinnen hij/zij zich goed voelt. Laat ons, om de zaken scherp te krijgen, het principe van het vertraagd debat vergelijken met dat van het stadsdebat. Beiden streven naar ruimtelijke capaciteitsopbouw. Maar waar het stadsdebat van projecten vertrekt, zet het vertraagd debat in op interventies. In beide gevallen moeten deze een debat op gang trekken, en de kiemen zaaien van nieuwe dynamieken en synergiën. Waar verschilt een project dan precies van een interventie? Ten eerste, de projecten uit het stadsdebat passen in een beleidskader. De burger wordt uitgenodigd om deel te nemen aan een geregisseerd coproductieproces. Bij een interventie ligt het vertrekpunt heel anders. Er is geen agenda, geen vooropgesteld doel (project) dat bereikt moet worden, geen procedure die gevolgd moet worden en geen deadline die gehaald moet worden. Ten tweede, de projecten vormen de inzet van het debat en domineren dit dan ook helemaal. Het gaat dan over zaken als de materialisatie van het project, de hinder die het veroorzaakt, de impact op het eigen perceel, enz. Een interventie, daarentegen, is tijdelijk, en loopt meestal zonder een overheid. Het gaat daardoor veel sneller over de potentiële meerwaarde van de interventie, over het gebruiken van de aanwezige dynamiek en over de positieve

24

INLEIDING


kracht die een project zou kunnen hebben. Ten derde is het stadsdebat, zoals eerder aangegeven, afhankelijk van projecten, van aanwezige middelen en vaardigheden. En deze zijn er niet altijd en overal. Interventies spelen daarentegen in op sociale dynamieken. En deze zijn er zelfs in het kleinste dorp. Het vertraagd debat lijkt zo meer op maat van spontane ruimtelijke transformatieprocessen in een regio zoals Haspengouw. Het richt de focus op de kracht van aanwezige dynamieken. Om dan pas te kijken naar wat deze -al dan niet- voor het individu zouden kunnen betekenen. Kort nog iets over de opbouw van de publicatie. Deel twee is een kennismaking met Haspengouw en haar ruimtelijke eigenheid. Deel drie beschrijft het project ‘Mooiste Dorpen van Haspengouw’: de aanleiding, doelstellingen, aanpak en resultaten (deel 3.1), en enkele cases van ruimtelijke capaciteitsopbouw (deel 3.2). Deel vier sluit af met een oproep voor nieuwe projecten.

I. INLEIDING

25



II. HASPENGOUW IN LAGEN


28

HASPENGOUW IN LAGEN


O God! I could be bounded in a nutshell, and count myself a King of infinite space ... Hamlet, Act II, scene 2 line 1354 (geciteerd in ‘De Aleph’ Jorge L. Borges) HASPENGOUW IN LAGEN Peter Bongaerts In de beleving is Haspengouw klein en groots tegelijk: mooie ontvangende plekjes, opgenomen in het grote omvattende landschap. Dat geeft een voldaan gevoel van eenheid, harmonie en rust, ver weg van het hectische en gefragmenteerde netwerkgedoe. Laat dit de romantische kant van Haspengouw zijn; een landschap badend in bloesems, blije fietstoeristen en knusse dorpjes met vriendelijke B&B’s. Maar het Haspengouwse landschap is ook productie zoals fruit, graan, suikerbieten en melkvee, en om het land te bewerken, steeds grotere machines, die bredere wegen nodig hebben en moderne landbouwbedrijven, die geen plaats meer vinden in de dorpen. Haspengouw is ook bedrijvigheid in steden en gemeenten die concurrentieel op de markt willen verschijnen, die goed bereikbaar willen zijn. Haspengouw, dat zijn ook de mensen die er willen wonen en bouwen, liefst in het groen van dat mooie landschap. Hoe kunnen die romantische en realistische benadering samengaan? 1. HASPENGOUW; HET LANDSCHAP ALS LEIDRAAD Haspengouw dat is een oud en tegelijkertijd een actueel verhaal. Water, reliëf en bodem of het substraat, is het basisgegeven, dat mensen steeds geïnterpreteerd hebben, altijd geactualiseerd, aangepast en ten dienste gesteld van de steeds wisselende noden en behoeften. Het landschap is daardoor altijd een actueel landschap, het is telkens het antwoord op de vragen en noden die er op dat moment leven. Het landschap is de optelsom van tijd en ruimte, zoals die vandaag waarneembaar is.

II. HASPENGOUW IN LAGEN

29


De interpretaties en ingrepen of de verschillende tijdslagen volgen elkaar op en worden op elkaar gelegd. Soms leidt dit tot vernietiging of op zijn minst vervaging van wat vooraf ging. De nieuwe tijdslaag bedekt de voorgaande. Maar veelal blijven er sporen zichtbaar, zoals bij een palimpsest, een afgeschraapt en hergebruikt perkament, waarop nog vage inktsporen van vroegere teksten te zien zijn. Neem bijvoorbeeld de Romeinse weg Tongeren - Tienen. De lijn is door de tijd vervaagd, soms zelfs lichtjes verschoven, maar op kaart en luchtfoto is ze nog steeds duidelijk afleesbaar. De vernieuwde aandacht voor de weg heeft zelfs tot een betere leesbaarheid en een hergebruik geleid1.

Afb. 1. Romeinse weg – Borgloon

1 ‘Masterplan Romeinse weg’ Stramien-Bongaerts – Provinciebestuur Limburg 2007/ Kastanjeproject

30

HASPENGOUW IN LAGEN


Het Haspengouws landschap van vandaag verschilt wel degelijk van dat van 50 jaar geleden. Laagstam ‘fruitakkers’ hebben veelal de plaats ingenomen van de hoogstam boomgaarden. De bloesems zijn dezelfde, maar het zicht op het landschap is totaal verschillend. De hoogstamboomgaarden met koeien in de wei, omzoomden de dorpen en lieten een diffuus en overschaduwd zicht open op de omgeving. De laagstamboomgaarden sluiten het zicht af, de zachte overgang tussen dorp en open landschap is er niet meer. Maar ook een recente teelt zoals maïs, beïnvloedt de visuele waarneming van het landschap. De industrialisatie van de landbouw brengt met nieuwe teelten, gebouwen en machines ook nieuwe beelden, vooruitgang heeft een eigen taal en drukt zich ruimtelijk uit.

Afb. 2. boomgaard versus fruitakker

II. HASPENGOUW IN LAGEN

31


De boerderijen in de dorpen verdwijnen jaar na jaar, een modern landbouwbedrijf heeft nu eenmaal meer ruimte nodig en moet ook aan tal van nieuwe voorschriften voldoen. Landbouwbedrijven zijn nu grote clusters van gebouwen die ge誰soleerd liggen in het open landschap, weg van de dorpskern. De oorspronkelijke vierkantshoeve is immers niet geschikt als hedendaags landbouwbedrijf. Niet alleen akkers en gebouwen veranderen. Voor de seizoensarbeid wordt de familie niet meer ingezet, maar wordt de klus nu geklaard door Oost-Europeanen en Sikhs. De kleurrijke tulbanden in de aardbeienvelden horen bij de nieuwe verscheidenheid. Het landschap verandert, maar Haspengouw was nog nooit zo in trek bij de toerist als vandaag. De overrompeling bij bloesemfeesten en meivieringen, illustreert dit duidelijk. In wat volgt bespreken we de kenmerken die Haspengouw typeren op drie schaalniveaus: (1) op schaal van het landschap kijken we naar de verschillende landschapstypes en de landschappelijke structuur; (2) op schaal van het dorp gaan we in op hoe een dorp wordt opgebouwd; en tot slot (3) bespreken we kort de typologie van gebouwen die Haspengouw kenmerken. (1) landschap Haspengouw in Limburg omvat twee onderscheiden streken of landschapstypes. Beide hebben een vruchtbare leemlaag als afdekking, maar de ondergrond verschilt, waardoor de landschappen wezenlijk verschillend zijn en een totaal ander uitzicht en karakter hebben. Vochtig Haspengouw, is nat en groen, omdat de ondergrond van klei nauwelijks water doorlaat. De fijn vertakte beek- en riviervalleien van Demer en Herk voeren het overtollige water af. De beken worden afgezoomd door natte weiden of beemden en aanplant van canadapopulieren, die parallel aan de waterstromen lange groene lijnen in het landschap aftekenen. Hier minder akkers maar wel veeteelt en fruit. Want dit was oorspronkelijk de fruitstreek bij uitstek, met siroopfabrieken, verschillende veilingen en aan de zuidkant het zogenoemde Fruitspoor, dat Tongeren met Sint-Truiden

32

HASPENGOUW IN LAGEN


verbond. Het landschap is minder open, meer gefragmenteerd met houtwallen, hagen, bosjes, boomgaarden en kleinere akkers. De dorpen ontwikkelden zich veelal parallel aan de beekvalleien en op een zekere afstand ervan. Typisch zijn dan ook de langwerpige straatdorpen met het groen tot in het kerngebied. Dit basispatroon heeft zich met de lintbebouwing verder uitgespreid langs de oorspronkelijke landbouwwegen. De bebouwing is in dit deel van Haspengouw meer verspreid, zonder echter in een onherkenbare ‘sprawl’ of eindeloze versnippering te verzanden, zoals elders in Vlaanderen wel gebeurde. Droog Haspengouw, met leem op een waterdoorlatende krijt- en zandondergrond, is zeer vruchtbaar. De weidse landschappen zijn open en glooiend, met hier en daar een bos, een kasteelpark, een tumulus en uiteraard dorpen en

Afb. 3. Vochtig Haspengouw - Kortessem

II. HASPENGOUW IN LAGEN

33


boerderijen. De dorpen zijn meestal kern- of hoopdorpen, waar de huizen en boerderijen geconcentreerd liggen rond de kerk, het schooltje, het voormalig gemeentehuis en een hoofdstraat met enkele verbrede plekken of pleintjes. De verspreiding van de bebouwing is nog matig, maar generieke verkavelingen met een veel te lage densiteit, verstoren meer en meer het oorspronkelijke karakter van landschap en dorp. Naarmate men meer naar het zuiden gaat, naar de taalgrens en het mergelland van Riemst, worden de landschappen nog grootser en indrukwekkender. Dit is het landschap van verre einders en van het grote gebaar, met honderden hectaren graangewas, suikerbieten, boomgaarden en zelfs vlas. In de verte de trotse toren van de Tongerse basiliek, de SintPietersberg en de schouwen van de cement- en suikerfabrieken. Zouden windmolens in een strakke lijn echt misstaan in dit landschap of een veld met zonnepanelen, afgezoomd met struiken en hagen? Het landschap is al eeuwenlang ingezet voor productie, dat is één van zijn essentiële functies. Waarom geen energieproductie?

Afb. 4. Droog Haspengouw - Overrepen

34

HASPENGOUW IN LAGEN


(2) Dorpen De steden worden in dit verhaal slechts ter zijde meegenomen. Ze horen onmiskenbaar bij het landschap, maar de ruimtelijke problematiek is er anders en complexer. De Haspengouwse nederzettingen, steden en dorpen, liggen in een quasi volmaakt Christallermodel2, als veelhoeken op ongeveer gelijke afstand van elkaar op de kaart. Het landschap was al in de tijd van de eerste nederzettingen overal vruchtbaar, elk dorp was omgeven door boomgaarden en akkers, bewerkt vanuit de boerderijen in het dorp. Dit heeft geleid tot een gelijkmatige ruimtelijke spreiding van kernen, die vooral in Droog Haspengouw zeer typerend is voor het landschap. De dorpen liggen er bijna altijd los van elkaar, met de open ruimte van akkers en boomgaarden als tussenruimte. Het gewestplan laat helaas op vele plaatsen toe dat woonlinten aan elkaar groeien, waardoor de open tussenruimte, essentieel voor de dorpseigenheid, verdwijnt. Elk dorp heeft een uniek karakter. Toch zijn er een aantal gemeenschappelijke kenmerken die een dorp eigenheid geven en die bepalend zijn voor dorpen in Haspengouw. Alle dorpen hebben in hun oorspronkelijk kerngebied een zekere beslotenheid. De gevelwand die door de huizen gevormd wordt omvat de ruimte van de straat en het plein. Doorkijken zijn er, maar ze zijn secundair. De oorspronkelijke straten zijn ook in hun lengterichting besloten, telkens is er een bocht, een vernauwing, een vooruitspringend gebouw of een boom die het zicht sluit. Dat geeft geborgenheid. Het dorp is gradueel en bijna hiërarchisch opgebouwd, maar niet concentrisch zoals oude steden. De voornaamste gebouwen, de kerk, de boerderijen en de school vormen de kern. Daarop sluiten de andere straten aan met ook minder belangrijke en meer recente woningen. In de dorpsstraat sluiten muurtjes, bijgebouwen, poorten, hekken en hagen met mondjesmaat alles aan elkaar. Samen met de in- en uit2 Walter Christallen ‘Theorie der centralen Orten’ 1933 - Christaller stelde vast dat de steden en dorpen in een gelijkmatig landschap een patroon vormen van zeshoeken (isopolygonen) omdat kernen van eenzelfde niveau op een quasi gelijke afstand van elkaar liggen. Dit is het gevolg van het noodzakelijke landbouwareaal dat elk dorp nodig heeft; het hinterland en van de voetgangersafstanden die Middeleeuwse mensen op een dag, heen en terug, konden afleggen.

II. HASPENGOUW IN LAGEN

35


sprongen, de open en gesloten delen, geeft dit de straten een pittoreske nuancering. EĂŠn boom op de juiste plaats is voldoende om een plek te vatten (Piringen). De grote boerderijen hebben huisweiden, waardoor groen tot in de kern komt. De boomgaarden en de beemden vormen de overgang naar het open landschap of de beekvallei. Doorheen de hoogstamboomgaarden zie je de omgevende akkers, dit geeft een diffuse overgang tussen dorp en omgeving. Hoe anders is dit met laagstamboomgaarden? En hoe anders is dit alles in actuele verkavelingen? Geen enkele van de opgesomde kenmerken is er aanwezig. Als deze verkavlingen

Afb. 5. Boom - Piringen

36

HASPENGOUW IN LAGEN

Afb. 6. dorpsstraat - Heks


stap voor stap het dorp innemen en de bestaande gebouwen vervangen, dan verdwijnt het Haspengouwse dorp om plaats te maken voor een generieke woonvorm die vandaag overal in Vlaanderen en zelfs in een deel van West-Europa de toon aangeeft. ‘Een banale verkaveling met ergens tussen de verspreide huizen een kerk’, dat zou een spookbeeld voor Haspengouw kunnen zijn. (3) Typologie van gebouwen. De basisvorm van de gebouwen is het breedhuis. Breedhuizen richten hun langste gevel met de kroonlijst of regengoot meestal naar de straat of binnenkoer en hebben hun toegang en raamopeningen in de brede gevel. Dit in tegenstelling tot de diephuizen zoals in Amsterdam of Brugge, met hun typerende smalle trapgeveltjes waarin de toegangen en raamopeningen zijn uitgespaard. De ontwikkeling van de typologie van gebouwen is een lang verhaal van gebouwen die voor wonen en werken de best mogelijke vorm creëerden, nauw afhankelijk van middelen en materialen. Het is ook een verhaal van invloeden van elders en beïnvloeding van het ene type door het andere. Zonder verder in detail te treden onderscheiden we voor dorpen in Droog Haspengouw vijf basistypes: (1) de vierkantshoeve, (2) de koerwoning of het daglonershuis, (3) het lijstgevelhuis of rijhuis als invloed vanuit de stad, (4) de meer vrijstaande woning en (5) het vrij liggende landbouwbedrijf. De twee laatste zijn van recentere datum en zijn niet typerend voor het traditionele dorp. In Vochtig Haspengouw onderscheiden we dezelfde types, maar is er een toevoeging en beïnvloeding door het meer noordelijke langgeveltype. Huizen vormen straten, de straten vormen het dorp. De relatie van een type met de straat en het dorp wordt in belangrijke mate bepaald door de inplanting op het perceel: op de rand of losstaand, met de bouwlijn op de rooilijn of terug liggend. Maar ook detaillering en kleine bouwelementen zoals muren, afschermingen en poorten zijn in hun veelvoud bepalend. Alle oorspronkelijke types hebben een overeenstemmende en eenvoudige materiaalkeuze, dit geeft een grote eenheid.

II. HASPENGOUW IN LAGEN

37


Bouw je appartementen in Haspengouwse dorpen? Ja, dat kan, maar niet met een stedelijk type van drie tot vier hoog gestapeld. Stapelen van bouwlagen en functies komt in een landelijke omgeving zelden voor, maar het type vierkantshoeve kan inspirerend zijn voor vormen van collectief wonen. In het traditionele dorp liggen de voornaamste woningen en boerderijen in de hoofdstraat (o.m. in Gutshoven) en ook afgelegen, zoals bijvoorbeeld in Horpmaal. De tussenruimtes en zijstraten worden ingenomen door de koerwoningen, destijds de kleinere woningen van het dienstpersoneel. Omstreeks de wisseling naar de twintigste eeuw kwamen hier de lijstgevelwoningen bij. Essentieel voor het besloten karakter van de dorpskern is de bouwlijn. Al de oorspronkelijke woningtypes werden op de rand van de straat gebouwd of hadden een muur en hek op de rooilijn met aansluitend de koer.

type 1

type 3

type 2

type 4

Afb. 7. Typologie

38

HASPENGOUW IN LAGEN


II. HET LANDSCHAP IS DE LEIDRAAD, DE MENSEN MAKEN DE WEG De verscheidenheid aan landschappen met grote ruimtelijke structuren, de typerende eigenheid van de dorpen en de specifieke typologie van de woningen en boerderijen vormen de vaste waarden of ‘het terroir’ van Haspengouw. Net zoals een goede wijn, die het unieke product is van een lange traditie van wijn maken en van de druiven die de smaak meekrijgen van de aarde en de gesteenten waarop ze groeien. Dat is streekeigenheid. Dit zijn de kwaliteiten waarom men Haspengouw bijna lyrisch het ‘Toscane van het noorden’ noemt. Dit is wat toeristen aantrekt en wat ook bewoners waarderen. Maar dit landschap is geen vast en onveranderbaar gegeven. Het evolueert en verandert veel meer dan we kunnen waarnemen, dat zie je al meteen op oude postkaarten en zelfs op foto’s van nog maar enkele decennia geleden. In de inleiding werd de invloed van de industrialisatie in de landbouw aangehaald, maar de voornaamste wijzigingen sluipen bijna onzichtbaar binnen, stap voor stap, woning na woning, die anders wordt. Dit landschap wordt permanent en overal bedreigd. (1) Stille transformaties – de onzichtbare stedenbouw Een paars geschilderd huis in een straat is een fait divers. Tien paarse huizen vormen een paarse straat. Eén huis terug liggend gebouwd in het midden van het perceel is geen probleem, maar als elk huis in de voorheen gesloten dorpsstraat zo gebouwd wordt, dan ontstaat er een ander dorp, dat niet meer de ruimtelijke kwaliteiten heeft van het oorspronkelijke. Zoals in verkavelingen met enkel open bebouwing wordt de ruimte tussen de huizen enorm breed, alle nuances van in- en uitsprongen, van verholen zichten; het dorpseigen pittoreske is weg. Omdat ze overal en veelvuldig opduiken tasten ze het traditionele beeld van Haspengouw meer aan dan op zichzelf staande eenmalige grote ingrepen. Het lijkt misschien onschuldig, maar dit is een weid om zich heen grijpende algemene verprutsing.

II. HASPENGOUW IN LAGEN

39


De kleintjes eten de groten ... stap voor stap verdwijnt het dorp en transformeert tot een banale generieke woonwijk of verkaveling. En het gaat snel, veel sneller dan men in een dorp zou verwachten. In Horpmaal bijvoorbeeld, een dorp met 190 woningen, waren er tussen 1985 en 2005, 185 aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning3. Voor het landschap is de overal om zich heen grijpende lintbebouwing erger dan enkele windmolens. Het landschap is maar zo kunnen blijven omdat er eeuwenlang volgens verwante principes werd gewerkt. Nu worden grenzen overschreden. De vrijstaande ‘modernette’ met gele of zwarte baksteen, de enorme Vlaamse pastorijwoning op de helling, grote huizen met oud gemaakte kleine bakstenen, hoge ramen met grijze luiken en het lagere dak afgedekt met een dik pak stro zijn allemaal ‘invasieve soorten’ in het traditionele Haspengouwse landschap. Bewoners kiezen voor ‘een stijl die in het dorp past’ al hebben dergelijke ‘opgetutte’ huizen nauwelijks iets met Vlaamse eigenheid te maken en al zeker niet in Haspengouw. Het is echter niet de stijl die fout zit, het gaat eerder om de inplanting: hoe het huis op het perceel straat, hoe het zich verhoudt tot de straat. Stijl is niet belangrijk.

3 Universiteit Hasselt, Faculteit Architectuur en Kunst. Seminarie stedenbouw – studie transformatieprocessen en scriptie Elke Mouha ‘Transformatieprocessen in Vechmaal’. 2009

40

HASPENGOUW IN LAGEN


(2) Beleid en betrokkenheid Hoe bouwen in Haspengouw? Weten we dat nog? Weet een gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar nog met welke criteria een aanvraag voor stedenbouwkundige vergunning moet beoordeeld worden? Er zijn natuurlijk de bestemmingsplannen met o.m. het gewestplan als houvast en er is de inventaris van bouwkundig erfgoed. Is er overeenstemming met de regeltjes, ‌ dan wordt de vergunning verleend. Het resultaat is overal zichtbaar en maakt duidelijk dat bouwen volgens de bestaande regels absoluut onvoldoende is. De taak van ruimte ordenen wordt steeds complexer. Misschien moeten we alle bestaande regels durven opzij zetten en vertrekken van een aantal zeer eenvoudige uitgangspunten. Zo is de locatie van het gebouw, de plaats in het landschap of het dorp van primordiaal belang. De oplossing zit verder in een vernieuwde en hedendaagse interpretatie van het bestaande, maar als het bestaande te weinig gekend is en gebruikt wordt dan blijven de nieuwe voorstellen eerder irrelevant, schraal en oneigen.Ook bewoners en architecten zien te weinig hoe het bestaande een bron van inspiratie kan zijn. Nadenken over hoe we willen wonen, vertrekt bij het leren kennen en zien van wat er is, wat leeft en verandert. Wat betekent wonen in een Haspengouws dorp? Hoe moeten dorpen in de toekomst ontwikkelen? Welke landschappelijke en dorpseigen waarden erkennen we en welke willen we behouden en verderzetten? Wie beslist hierover? Beleidsverantwoordelijken Ên bewoners dragen hierin verantwoordelijkheid. Een tweesporenbenadering is noodzakelijk: de grote lijnen van bovenaf, de persoonlijke invulling van onderuit, met meer verantwoordelijkheid en ook meer bewust van het gemeenschappelijke resultaat. De overheid moet de landschappelijke waarden en de sociaal-ruimtelijke eigenheid van woonkernen bestuderen en documenteren. Weten hoe dorpen veranderen en zullen evolueren bij ongewijzigd beleid. Samen met de bewoners kan men kwaliteiten van het dorp kunnen kennen, begrijpen wat er verandert en wat wie hierover denkt en wie hier welke rol in kan spelen. Samen moet we meer bewust worden van de meer- of

II. HASPENGOUW IN LAGEN

41


minwaarde van individuele ingrepen op wat collectief is. Een dorp lijkt een voor de hand liggende collectiviteit, waar men samen kan instaan voor bijvoorbeeld energiebeheer, zorgvoorziening, autodelen, spelvoorzieningen en andere basisbehoeften en waar men samen verantwoordelijkheid kan nemen voor het uitzicht van het dorp; kleine paadjes, de zichten, overgang tussen tuin en publieke ruimte, een gemeenschappelijk moestuin, …. (3) een streekeigen karakter Is streekeigen bouwen een must? De gemeente Noorbeek in Zuid-Limburg (NL) maakt er alvast een punt van; de authenticiteit van het dorp is enkel maar gediend met het bouwen naar historisch model, met een authentiek materiaalgebruik, uitgedrukt in vakwerk met houten stijlen en regels en wit gevulde vlakken. Dit is een keuze, maar ze gaat erg ver. Ook de eigen tijd heeft het recht om zich ruimtelijk uit te drukken, om met straataanleg, woningbouw, tuinaanleg en de omgeving aan te geven wat wonen vandaag betekent. Geen historiserende benadering, maar wat dan wel? De absolute vrijheid ‘het is mijn grond en ik bouw wat ik wil’? Het wordt een moeilijke evenwichtsoefening om het dorp als eigenheid te behouden en toch alle kansen te geven aan hedendaagse woonwensen. De kenmerkende ruimtelijke structuur van het landschap, van het dorp en de typologie van gebouwen kunnen de leidraad zijn. Voor het landschap; geen angst voor vernieuwing, het landschap was altijd al productie. Zo zouden we moeten bouwen met het landschap en niet tegen het landschap. Als we graafmachines nu eens enkel bij uitzondering zouden inzetten? Voor het dorpsbeeld; groen is meer dan een kleur. Een ferme boom kan een straat of plein bepalen en structureren. Groen kan veel onheil verbergen, kijk maar naar het effect van hagen als perceelscheiding in de mijncités; tuinhokken en rommel, het stoort niet.

42

HASPENGOUW IN LAGEN


Voor de gebouwen; stijl is ondergeschikt aan type inplanting. Het belang van de bouwlijn, de wandvorming, het subtiele spel van open en gesloten, de zichten op het landschap, de beslotenheid van het straatbeeld en de graduele opbouw van het dorp zijn belangrijk. Dorpen hebben nood aan eenvoudige voorschriften en inspirerende hedendaagse voorbeelden en het is verder aan de dorpsgemeenschap zelf om met kennis van zaken te onderzoeken wat kan en wat niet. Ook erfgoed moet met een bredere bril bekeken worden. Het gaat uiteindelijk niet om een inventarisering van afzonderlijke gebouwen, maar om wat die gebouwen samen doen. Wat er in een gebouw mag of niet mag is nauwelijks relevant. Functies of bestemmingen van gebouwen zijn tijdelijk en zijn minder permanent dan het bouwvolume zelf. Erfgoed is meer dan een kamer vol herinneringen en snuisterijen uit een ver verleden, erfgoed is actueel. Niet het bouwen of renoveren van een woning, maar wat er aan kwalitatieve gemeenschappelijke ruimte overblijft is belangrijk. Het mooie dorp krijgt maar een kans als het van iedereen is, dat is romantisch en toch realistisch. ‘And the essential basis of all village character is true simplicity’ Thomas Sharp4

Alle foto’s: Peter Bongaerts 4 Thomas SHARP, ‘The Anatomy of the village’ uitg. Penguin Books 1946

II. HASPENGOUW IN LAGEN

43



III. MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW



III.1 LEADERPROJECT


1.Verkennen dynamiek / gespreksronde

2011 Aug. - Nov. 2012

2.Vormgeven label / workshoptraject

Feb. - Sept.

2013

3.Uitvoering / Spel, Maak het Dorp! Hoepertingen

Apr. - Okt.

2014 4.Collage en debat / Projectmarktdag

5. Collectieve actie

Febr.

...

2015

48

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW


MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW Sarah Martens Haspengouw verandert. In het LEADER1-project ‘Mooiste dorpen van Haspengouw’ zochten we hoe we met verschillende actoren hierover een gesprek kunnen aangaan. Wat betekenen deze veranderingen voor wie, in welke rol, op welke schaal - voor het dorp dan wel voor de regio -, en op welke termijn? In dit hoofdstuk lichtten we toe hoe we dit aanpakten: we stelden voor een label te maken, gaven dit vorm, zetten vervolgens een meer concreet initiatief op dat dit label zou kunnen verdienen, en brachten alles terug samen. 1. HET LABEL Het label is een noemer voor activiteiten waarbij we inzicht willen opbouwen in de verschillende uitdagingen waar Haspengouw voor staat; kennis willen maken met de verschillende perspectieven en projecten; en op zoek gaan naar mogelijke samenwerkingen, nieuwe projecten of leren van een gedeelde aanpak. Het label wil initiatieven verzamelen waarmee met bewoners of andere actoren een gesprek wordt aangegaan over de eigenheid van hun dorp of de streek, en antwoorden zoekt hoe men er wil wonen, leven en werken. Onder de noemer van het label willen we de diversiteit en dynamiek van dergelijke initiatieven in de kijker zetten en er van leren. Zo wordt er al gewandeld, gekookt, erfgoed verzorgd, natuur onderhouden, enz. Het label beloont bestaande ‘goede praktijken’ niet vanuit een afgebakende lijst van criteria, maar vanuit een debat. Op basis van concrete initiatieven proberen we veranderingen te lezen vanuit het perspectief van de streek, of als uitdaging van verschillende dorpen. Zo kan het debat worden opengetrokken.

1 Leader is een zelfstandig plattelandsontwikkelingsprogramma van de Europese Unie dat staat voor Liaison Entre Actions de Developpement de l’Economie Rurale. Leader wordt beschouwd als een aanvulling op de programma’s voor plattelandsontwikkeling en beoogt de ontwikkeling en ondersteuning van kwalitatief hoogstaande, geïntegreerde en duurzame strategieën voor regiogebonden plattelandsontwikkeling.

III.1 VOORSTELLING LEADERPROJECT

49


Het label zet in op verschillende schaalniveau’s in ruimte en in tijd. We willen actoren samenbrengen over de hele regio, en in de lokale en concrete context van een dorp. Op beide niveau’s is het doel het ondersteunen van bestaande acties. Zo willen we een effect beogen op langere termijn en aansluiten bij de aanwezige dynamiek. Door samen te werken met bestaande organisaties of lokale actoren, is de kans groter dat er een netwerk uit voortkomt, dat blijft bestaan na afloop van de activiteit, of nadat onze rol is uitgespeeld. 2. AANPAK Het label werd tijdens dit leader-project participatief vormgegeven. We kunnen vijf stappen onderscheiden, waarbij de eerste en laatste stap voornamelijk uitgaan van de aanwezige context of dynamiek, dat wat er momenteel gebeurt (stap 1) of gaat gebeuren (stap 5) in het dorp of in de regio. In stap 2, 3 en 4 proberen we hier al ontwerpend op aan te haken en grijpen we in, of proberen we iets te veranderen in het dorp of voor de regio. Gecombineerd zullen deze stappen veranderingen initiëren of sturen, zoals ieder ruimtelijk ontwerp dat wil doen. Anders dan bij de opmaak van een plan gaat het echter niet om het ontwerpen van een welbepaalde oplossing voor een specifiek probleem, maar om het creëren van een ruimte waar meningen, ideeën, conflicten en breuklijnen zichtbaar kunnen worden. Om zowel problemen als actoren te leren kennen en begrijpen en inzicht te krijgen in hoe de veranderingen in die bepaalde context in mekaar zitten: hoe ermee wordt omgaan, hoe ze bepaalde synergiën tegenhouden of versterken en een nieuwe dynamiek kunnen doen opstarten. Deze vijf stappen pasten we toe zowel op schaal van het de regio voor het ontwerp van het label, als op de schaal van het dorp voor het ontwerp van het spel. In wat volgt bespreken we de stappen meer in detail.

50

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW


plattelandsbeleving

academie haspengouw agro aanneming

boerenbond

RESOC

streektafel

plattelandsloket

Provincie Limburg

leadersecretariaat

Z��

provinciaal informatieloket wonen

Sint-Truiden, Tongeren, Voeren, Wellen

Bilzen, Borgloon, Halen, Gingelom, Hasselt, Heers, Herk de Stad, Herstappe, Hoeselt,

Kortessem, Nieuwerkerken, Riemst,

actie-onderzoek

bestaande realiteit

streektafel

Bilzen, Borgloon, Halen, Gingelom, Hasselt, Heers, Herk de Stad, Herstappe, Hoeselt,

Kortessem, Nieuwerkerken, Riemst,

Vlaamse Landmaatschappij

vzw Stebo vzw Rimo steunpunt groene zorg CAW sonar

boerenbond toerisme Limburg vzw unizo Limburg

vzw AKSI scholen jeugdbewegingen sociaal-culturele verenigingen de pastorie

plattelandsloket

Provincie Limburg

RESOC

Sint-Truiden, Tongeren, Voeren, Wellen

Z��

provinciaal informatieloket wonen

ruimte

vzw stebo

boerenbond

toerisme

natuurpunt

groenwerk

��� vrijwilligers

vzw rimo

toerisme Limburg vzw

erfgoed

econom landbouwie

locale

kasteel mariagaarde

landelijke gilden

beleidsdomeinen

vrijwilligers

project

beleid

actoren

de wroeter

regionaal landschap

ruimte

toerisme

natuurpunt

Samenvatting tijdstraject van het LEADER-project

III.1 VOORSTELLING LEADERPROJECT

51

kasteel mariagaarde

landelijke gilden

andere actoren

ontstaan van samenwerkingsverbanden, nieuwe projecten onderzoeker vanuit netwerk, platform en kennisuitwisseling

groenwerk

��� vrijwilligers

5. collectieve actie

Projectmarktdag, Mooiste dorpen van Haspengouw, 2014 (posters: Sarah Martens)

DE MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW

vrijwilligers

project

beleid

actoren

de wroeter

regionaal landschap

projectmarktdag, eerste toekenning van label

gecoro lokaal woonoverleg

beleidsdomeinen

4. collage en debat

actoren ontmoet in dit leaderproject

PHL ArcK.

Provinciaal centrum voor cultureel erfgoed

erfgoedcel haspengouw

dienst ruimtelijke planning en beleid

POM

ERSV Limburg

DE MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW

leadersecretariaat

PUUR Limburg lisro

landelijke gilden KVLV

kasteel mariagaarde cultuur Borgloon vzw convivere vzw

regionaal landschap natuurpunt nationale boomgaarden

de wroeter groenwerk natuur - en landschapsbeheer ter engelen

vzw rimo

erfgoed

cultuur

uitwerken van actie in Hoepertingen

ILVO - L&M j.oor alias platteland platform

VVP - platteland ipo interbestuurlijk plattelandsoverleg VVSG platteland VLM - plattelandsbeleid

vzw Trage Wegen CERA foundation

vzw stebo

toerisme Limburg vzw

econom landbouwie

plattelan ontwik ds keling -

platform/ tool

locale

welzijn

3. uitvoeren

onderzoek

publiek

middenveld

actoren ontmoet in dit leaderproject

PHL ArcK.

Provinciaal centrum voor cultureel erfgoed

erfgoedcel haspengouw

dienst ruimtelijke planning en beleid

POM

ERSV Limburg gecoro lokaal woonoverleg

workshoptraject: ontwerpen van label: Hoe kan wie het label verdienen?

plaatselijke groep

2. vormgeven

ILVO - L&M j.oor alias platteland platform

VVP - platteland ipo interbestuurlijk plattelandsoverleg VVSG platteland VLM - plattelandsbeleid

Vlaamse Landmaatschappij

vzw Stebo vzw Rimo steunpunt groene zorg CAW sonar

boerenbond toerisme Limburg vzw unizo Limburg

vzw AKSI scholen jeugdbewegingen sociaal-culturele verenigingen de pastorie

plaatselijke groep

in kaart brengen dynamiek in Haspengouw

agro aanneming

welzijn

1. dynamiek

onderzoek

publiek

landelijke gilden KVLV

kasteel mariagaarde cultuur Borgloon vzw convivere vzw

regionaal landschap natuurpunt nationale boomgaarden

de wroeter groenwerk natuur - en landschapsbeheer ter engelen

PUUR Limburg lisro

academie haspengouw

welzijn economie

sociale economie cultuur natuur

vzw Trage Wegen CERA foundation

plattelandsbeleving sociale economie cultuur

Vlaams natuur

middenveld

regionaal

acties

lokaal

stap

lokaal plattelan ontwik ds keling -

regionaal welzijn

cultuur

Vlaams wonen

wonen

economie

natuur natuur


(1) leren kennen van de dynamiek Er vonden gesprekken plaats met verschillende actoren, te vertrekken van de leden van de LAG (of Plaatselijke Groep1) van Haspengouw. In deze gesprekken werden de krijtlijnen van het project toegelicht en afgetoetst. Het bestaande netwerk van Haspengouw werd als volgt in kaart gebracht: 1) de actoren, welke organisaties, verenigingen (zowel bestuurlijk, middenveld, …) en 2) welke initiatieven worden genomen, welke beleidsinstrumenten worden ingezet. Deze stap werd herhaald, met voornamelijk publieke actoren, met als doel de bestaande beleidsstructuren in kaart te brengen en de zin en onzin van een label hier tegen af te toetsen. Deze ‘kaart’ liet ons toe om in een volgende stap het workshoptraject met een concreet en realistisch beeld van het bestaande netwerk in Haspengouw te starten. De bestaande dynamiek rond ‘plattelandsontwikkeling’ in Haspengouw vatten we samen in enkele schema’s. Hiervoor deden we beroep op het theoretisch kader rond sociaal kapitaal dat eveneens de ruggensteun vormt van de evaluatie van de LEADER-methodiek. In deze schema’s probeerden we volgende dimensies van sociaal kapitaal1 te visualiseren: (1) de structurele dimensie: in dit schema brachten we in kaart welke actoren we ontmoetten gelinkt aan plattelandsontwikkeling. (2) de relationele dimensie: we visualiseerden de link die de verschillende actoren met elkaar hebben op basis van samenwerkingsverbanden in lopende projecten. Door de link te leggen naar het subsidiërende beleidsdomein en contactpersoon werden ook de ‘resources’ in kaart gebracht. Samenvattend bracht dit schema de actoren, projecten en resources weer. (3) de cognitieve dimensie ten slotte verwijst naar de gedeelde visie die onder actoren heerst.

1 De Plaatselijke Groep staat in voor de uitvoering van de ontwikkelingsstrategie voor het Leadergebied en wordt voorgezeten door gedeputeerde voor landbouw en plattelandsontwikkeling. Ze organiseert projectoproepen in het gebied en is verantwoordelijk voor de beoordeling en selectie van projectaanvragen.

52

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW


De schema’s werden met de deelnemers teruggekoppeld en bijgestuurd. Er werden ook schema’s gemaakt over de inzet en capaciteit van de organisaties, waarmee we de intensiteit visualiseren waarmee de organisaties inzetten op verschillende beleidsdomeinen. Deze schema’s werden gemaakt op basis van wat de contactpersoon zelf als speerpunten naar voorschoof en zijn dus enkel op die manier representatief. Deze visualisaties zijn eerder een experiment om de dynamiek in Haspengouw weer te geven en zijn geen correcte representatie. (2) vormgeven label In de volgende stap gaven we het label vorm. Hiertoe zetten we drie workshops op waarin een vijftal gemeentes en een tiental organisaties betrokken werden. Workshop 1 (17 november ‘11): kennismaken en project aflijnen in werkthema’s en -gebieden Workshop 2 (14 maart ‘12): ontwerpen: concrete en collectieve acties om het label te verdienen Workshop 3 (5 september ‘12): ontwerpen van het label: stimulans, ondersteuning, bepalen van (evaluatie)criteria Tijdens de eerste workshop werd het project afgelijnd. De verschillende organisaties stelden zichzelf voor door hun visie en actieplannen te linken aan enkele uitdagingen waar Haspengouw voor staat. Na deze kennismaking werden samen twee werkthema’s en -gebieden geselecteerd. In de volgende twee workshops werkten we volgens de Mapit methode (ZIE kader) en dachten we verder na hoe je dan dat label zou kunnen verdienen. Een eerste vraag die hier bij komt kijken is: wat zou je er voor moeten doen? (workshop 2) Of welke initiatieven kan je nemen om met bewoners in gesprek te gaan over hun dorp of streek. Niet door mensen samen te brengen als in een klassieke hoorzitting of vergadering, maar wel door actie te ondernemen. In deze sessie kwamen we tot een 10-tal ideeën, gaande van een bongobon voor streekverkenning tot nadenken over agrarische bedrijvenzones, waarvan er enkele verder werden uitgewerkt en ingediend als projectconcept binnen een LEADER oproep. III.1 VOORSTELLING LEADERPROJECT

53


MAP-it werd ontwikkeld door de onderzoeksgroep Social Spaces van de Media en Design Academie. De toolkit bestaat uit een open en uitbreidbare set van iconen en ‘spelregels’ die deelnemers ondersteunt om hun ideeën visueel in kaart te brengen. In een eerste ronde wordt er gezocht naar kernwaarden, of vertrekposities. Hiertoe kiest iedere deelnemer voor zichzelf en in stilte drie waarden uit de tagcloud op het stickervel. Deze tagcloud werd nu samengesteld op basis van de resultaten van de gesprekronde (reeks van interviews die voorafging aan het workshoptraject) en de resultaten van workshop 1. In een tweede ronde worden er minimum vijf ideeën verzameld rond allerlei mogelijke acties om het label te behalen. En aangevuld met: (1) sleutelactoren, (2) sleutelinstrumenten en (3) randvoorwaarden. Als afsluitende stap wordt de kaart vervolgens toegelicht aan de andere groep, die nu ideeën of actoren ‘bombarderen’. Er volgt een discussie over kansen en valkuilen. Een tweede vraag (workshop 3) die hier bij komt kijken is dan: hoe kan je dergelijke initiatieven versterken, aanmoedigen of erkennen? Hoe willen we het label toekennen? Op basis van criteria, een evaluatie- of stimuleringssysteem? Hoe kan het label de initiatieven een extra hefboomeffect geven, of bijdragen aan de zichtbaarheid van de vele initiatieven. Ook in deze sessie kwamen we tot verschillende ideeën waarvan er enkele werden uitgewerkt: een netwerk en opleiding voor ambassadeurs, een projectmarktdag en een prijs voor trekkers. (3) uitvoeren In de laatste workshop onderschreven de verschillende actoren de zin en doelstelling van het label, maar benadrukten hierbij de nood aan dragers en trekkers die het label structureel willen ondersteunen. Er worden al heel wat initiatieven genomen met aandacht voor landschapsbehoud en -herstel, natuur, welzijn, het voorzieningenniveau, etc. Anderzijds komen zowel in de gespreksrondes en workshops als in verschillende beleidsdocumenten knelpunten naar voor die

54

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW


te maken hebben met bepaalde ruimtelijke tansformatieprocessen: woonuitbreidingsgebieden, appartementisering, voortzettende verlinting. Vanuit de betrokken actoren en binnen deze dynamiek van plattelandsontwikkeling worden rond deze knelpunten minder acties en initiatieven opgezet. Om in het vormgeven van het label niet enkel in ‘abstracte termen’ te spreken over initiatieven waarin we met bewoners in gesprek gaan over de veranderingen (al dan niet meer specifiek de ruimtelijke impact ervan), gaan we in deze uitvoeringsfase concreet aan de slag in een Haspengouws dorp. In Hoepertingen, deelgemeente van Borgloon wandelden we met bewoners onder de noemer van ‘Maak het dorp!’. Op die manier probeerden we de ideeën uit de workshops in praktijk te brengen. In het hoofstuk 3 p. 61) lichten we toe hoe deze wandelingen en spel werden opgezet. (4) collage en debat In deze stap organiseerden we een projectenmarktdag waar via een debat met de regio-actoren een eerste maal een label wordt toegekend. Doorheen het proces van dit leaderproject werd duidelijk dat het label niet ingevuld zal worden als een limitatieve lijst van toekenningscriteria en een strikte gunningsprocedure. Het debat om tot de toekenning van het label te komen en het aanzetten tot initiatief is even belangrijk. Op basis van concrete projecten leerden we in dit debat over de uitdagingen waar Haspengouw voor staat, over de diversiteit aan perspectieven en methodes en over samenwerkingen. Vanuit deze activiteit wilden we komen tot een netwerkvorming op niveau van Haspengouw, tot nieuwe samenwerkingsverbanden en een voortdurend debat over streekidentiteit, gedeelde uitdagingen en waarden. De projectenmarktdag bestond uit een postersessie, en een map-it sessie. De map-it sessie werd opnieuw begeleid door Social Spaces op initiatief van de dienst plattelandsontwikkeling van de Provincie Limburg. Ze zetten deelnemers aan het werk rond de vraag “Hoe kunnen en willen Limburgs lokale besturen burgers betrekken in initiatieven rond de invulling van ruimte?”

III.1 VOORSTELLING LEADERPROJECT

55


In de postersessie werden de projecten gezamenlijk besproken en bediscussieerd met als doel op zoek te gaan naar gedeelde uitdagingen, knelpunten en te leren van elkaars aanpak. Deelnemers werden hier in bijgestaan door enkele externe deskundigen op vlak van participatie, landschapsontwerp en ruimtelijke planning. Samen zochten ze de verbanden tussen de projecten en naar nieuwe samenwerkingsvormen. De projecten werden samengevat in posters op basis van enkele criteria en een interview met de trekker. De posters werden verder verwerkt in deze publicatie. De discussie tijdens de postersessie bleek op verschillende manieren leerrijk. Het opzet om dat te doen op basis van concrete projecten, nemen we verder op om een ‘lerend netwerk’ uit te bouwen. (5) collectieve actie In deze laatste fase kunnen we de initiatieven onderbrengen die ontstonden in de loop van het project. Alle activiteiten hadden immers tot doel nieuwe acties te initiëren. Zowel op het niveau van de regio als van het dorp. Enkele van de projecten die verder in deze publicatie zijn opgenomen kunnen in dit licht gelezen worden, als resultaat van één van de workshops. Of de samenwerkingen en nieuwe initiatieven die als gevolg van de projectenmarktdag werden opgezet. Ook het spel ‘Maak het dorp! leidde in het dorp Hoepertingen tot nieuwe acties en kan op haar beurt als methodiek voor andere dorpen inspirerend zijn. In een volgende hoofdstuk gaan we meer uitgebreid in op de opbouw en resultaten. Het label ‘Mooiste dorpen van Haspengouw’ is zo de noemer van enkele activiteiten om een lerend netwerk uit te bouwen. Dit netwerk wil verschillende actoren (bewoners, ambtenaren, organisaties, ... ) samenbrengen rond de vraag hoe te wonen, leven en werken in Haspengouwse dorpen. Concrete activiteiten zijn een tentoonstelling, een projectendebat, een publicatie rond goede praktijken, het delen van kennis via workshops, masterclasses, studiedagen, ... en tot slot, met de ondersteuning van een ‘Mooiste dorpen van Haspengouw’-trekker. Detail uit het tijdstraject van het LEADER-project 56

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW


2011

jun

voorbereidend gesprek Stebo

23/06/2011 jul natuur

e econ landboomie uw

plattel ontw ands ikkeli ng

aug

lokaal

regionaal

Vlaams

local

PUUR Limburg lisro

ruimte beleidsdomeinen

toerism e

d

erfgoe

agro aanneming

wonen

landelijke gilden KVLV

regionaal landschap natuurpunt nationale boomgaarden

welzijn

boerenbond toerisme Limburg vzw unizo Limburg

vzw AKSI scholen jeugdbewegingen sociaal-culturele verenigingen de pastorie

economie

natuur

vzw Stebo vzw Rimo steunpunt groene zorg CAW sonar

kasteel mariagaarde cultuur Borgloon vzw convivere vzw

boerenbond

Vlaamse Landmaatschappij leadersecretariaat

Bilzen, Borgloon, Halen, Gingelom, Hasselt, Heers, Herk de Stad, Herstappe, Hoeselt,

streektafel

Kortessem, Nieuwerkerken, Riemst,

ERSV Limburg

publiek

VVP - platteland ipo interbestuurlijk plattelandsoverleg VVSG platteland VLM - plattelandsbeleid

Sint-Truiden, Tongeren, Voeren, Wellen

Provincie Limburg

POM

sept

plaatselijke groep

cultuur

sociale economie

de wroeter groenwerk natuur - en landschapsbeheer ter engelen

welzijn

vzw Trage Wegen CERA foundation

cultuu

plattelandsbeleving

r

academie haspengouw

middenveld

toerisme Limburg vzw

regionaal landschap

natuurpunt

landelijke gilden

gecoro lokaal woonoverleg

plattelandsloket

��� vrijwilligers

provinciaal informatieloket wonen

RESOC

dienst ruimtelijke planning en beleid Z��

erfgoedcel haspengouw

Provinciaal centrum voor cultureel erfgoed vzw stebo

vzw rimo de wroeter

onderzoek

ILVO - L&M j.oor alias platteland platform

PHL ArcK.

Nieuwsbrief 1, november 2011 Haspengouw ondergaat, net als verscheidene andere landelijke regio’s, belangrijke demografische, ruimtelijke en economische veranderingen. Deze veranderingen brengen nieuwe uitdagingen mee. Zo wordt de open ruimte, die zo kenmerkend is voor Haspengouw, al maar meer belast met belangen en claims vanuit recreatie, landbouw, natuur, woonuitbreiding, enz. Niet alleen de open ruimte, maar ook de bebouwde structuur staat voor nieuwe uitdagingen zoals appartementisering, inbreiding, schaalvergroting, enz. Het gevolg is dat het streekgebonden karakter van dorpen in Haspengouw onder druk komt te staan. Zo volgen renovaties en nieuwbouw generieke (inter)nationale trends zonder rekening te houden met de lokale eigenheid waardoor landelijke dorpen meer en meer op elkaar beginnen te lijken.

Wat maakt dit project anders?

de pastorie

academie Haspengouw

plattelands klassen

Uitgaande van deze uitdagingen, gaan we met dit project op zoek naar de kansen en mogelijkheden die Haspengouw biedt. Het streekgebonden karakter is hierbij een waarde die vele actoren bindt en zo een antwoord kan bieden op de heersende veranderingsprocessen. Eén van die dragers van dit karakter is de beeldwaarde van Haspengouwse dorpen, het authentieke patrimonium, de geconcentreerde dorpskernen. Een andere drager van die eigenheid op het platteland is het informele en sociale netwerk. In dit project willen we het label “Mooiste dorpen van Haspengouw” introduceren, dat zowel ingaat op die beeldwaarde als op het engagement, de lokale dynamiek die inspeelt op dit karakter. Om dorpen te helpen om dit label te verkrijgen worden in het project twee instrumenten ontwikkeld: 1) een ‘levend netwerk’ opgebouwd rond verenigingen en organisaties die zich vandaag al inzetten voor Haspengouw en activiteiten organiseren rond de eigenheid van hun regio en 2) een ‘beeldkwaliteitsplan’ dat, vertrekkende van bestaande kwaliteiten en concrete troeven, een strategie wil zoeken hoe om te gaan met nieuwe ontwikkelingen. Een beeldkwaliteitsplan geeft de aanzet tot scenario’s voor concrete projecten.

dec

Wat willen we doen?

DE MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW

actoren beleid project vrijwilligers

nov

Nieuwsbrief 1

Workshop 1 17/11/2011

Mooiste dorpen van Haspengouw

Stimuleren van langdurig engagement rond het versterken van het streekgebonden karakter van dorpen in Haspengouw Een Leaderproject van de PHL

okt

actoren ontmoet in dit leaderproject

10/2011

Gespreksronde I: ERSV-streektafel, Landelijke Gilden,vzwConvivere, gemeente Wellen, Kortessem, Gingelom, Voeren, Riemst, Kasteel Mar

academie Haspengouw academie Haspengouw

Halen academie Haspengouw

Herk-De-Stad

IGS wonen

lage bescherming gebieden

interlokale atrium ZuidLimburg

IGS wonen

Z-OUT

Hasselt

projecten

plattelands loket

kastanje

dorps restaurant

green spot

dorps restaurant

dorp met toekomst dag van de landbouw

dag van de landbouw

academie Haspengouw

green spot

lage bescherming gebieden

boerderij winkel landschaps park Haspengouw

hoge bescherming gebieden

open monumenten dag

woon lokaal beleidsplan woonoverleg

dorps conciërge

open streek monumenten producten dag stiltegebied

fruitspoor toeristisch infopunt

brug van Vroenhoven

toeristisch infopunt

green spot

Riemst

fruitspoor toeristisch infopunt

Borgloon hoge bescherming gebieden

leader secretariaat

erfgoedcel Haspengouw

dorps restaurant

Tongeren groen onderhoud

dorps management

erfgoedcel Haspengouw

plattelands klassen

wandeling dorp in de kijker ����

woon lokaal beleidsplan woonoverleg

dorp met toekomst

Voeren op weg

wandeling wandeling

verborgen moois

zin in Z-OUT

Voeren woon lokaal beleidsplan woonoverleg

wandeling

erfgoedcel Haspengouw wandeling

Herstappe

actoren

feb

Mooiste dorpen van Haspengouw

Stimuleren van langdurig engagement rond het versterken van het streekgebonden karakter van dorpen in Haspengouw

welzijn

plattela ontwi nds kkelin g

econo landbo mie uw

ruimte beleidsdomeinen

toerism

erfgoed

e

cultuur

plattelandsbeleving

sociale economie

locale

Nieuwsbrief 3

vzw AKSI scholen jeugdbewegingen sociaal-culturele verenigingen de pastorie

natuur

economie

landschap boerenbond voor Op 14 maart waren we te gastregionaal innatuurpunt het Kasteel Mariagaarde toerisme Limburg vzw nationale Limburg een tweede stap in het workshoptraject. topografische boomgaarden Rond eenunizo kaart van de twee gekozen casegebieden; Riemst en de regio Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: “Europa zijn platteland” Tongeren-Borgloon, gingen we aan de slag met deinvesteert MAP-it intoolkit. De toolkit bestaat uit een open en uitbreidbare set van iconen en ‘spelregels’ die deelnemers ondersteunt om hun ideeën visueel in Vlaamse Landmaatschappij kaart te brengen. Vooraleer na te denken over concrete, collectieve acties; het doel van deze sessie, zochten we naar kernwaarden of leadersecretariaat Bilzen, Borgloon, Halen, vertrekposities van waaruit we verder aan de slagGingelom konden. , Hasselt, Heers, plaatselijke groep

met steun van

vzw Rimo steunpunt groene zorg CAW sonar

cultuur

Nieuwsbrief 3, april 2012

workshop 2

kasteel mariagaarde cultuur Borgloon vzw convivere vzw

streektafel Herk de Stad, Herstappe, Hoeselt, Landelijke regio’s ondergaan heel wat veranderingen staan voor Kortessem,en Nieuwerkerken, Riemst, ERSV Limburg Sint-Truiden,betrekken Tongeren, allerlei uitdagingen. In Haspengouw willen we bewoners Voeren, Wellen het karakter van deze bijzondere VVP -om platteland Provincie streek Limburg in die veranderingen te versterken en op een duurzame manier de uitdagingen aan te gaan. ipo interbestuurlijk plattelandsoverleg VVSGHierbij platteland staat de leefbaarheid van de dorpen centraal. En vertrekken POM plattelandsloket VLM - plattelandsbeleid we van het authentieke patrimonium; niet enkel de gebouwen, maar provinciaal informatieloket wonen RESOC evenzeer de boomgaarden, de dorpzichten, de open ruimte, ... . Het

toerisme Limburg vzw

boerenbond

regionaal landschap

apr

natuur - en landschapsbeheer ter engelen

welzijn

Mooiste dorpen van Haspengouw

vzw Trage Wegen CERA foundation

wonen

middenveld

natuur

Momenteel loopt er een workshoptraject waarin we als een eerste stap het project aflijnen, het label zullen vormgeven en enkele acties initiëren. In een zaaltje van het Klokhuis van vzw Gors in GorsOpleeuw brachten we organisaties en gemeenten voor een eerste keer samen om te kijken op welke uitdagingen zij, specifiek voor Haspengouw en vanuit hun dagelijkse werking, inzetten. Vervolgens werden er casegebieden geslecteerd netPUUR als Limburg enkele ruimtelijke uitdagingen die de deelnemende actoren samenlisrowillen aanpakken. academie haspengouw aanneming en In een eerste groep viel de consensus op ‘leefbareagro landbouw’ de (ruimtelijke) impact van de groei of veranderingsprocessen die landelijke gilden hiermee gepaard gaan. De engagement organisaties rond de tafel zijn vooral in de Stimuleren van langdurig rond KVLVhet versterken van Zuidelijke gemeentenkarakter van Haspengouw actief. Als casegebied werd het streekgebonden van dorpen in Haspengouw de wroeterTongeren, Gingelom. gekozen voor de regio Borgloon, vzw Stebo groenwerk

Workshop 2 14/03/2012 lokaal

regionaal

Vlaams

Workshop 1

In het Leader-project ‘De mooiste dorpen van Haspengouw’ willen we bewoners engageren om het streekgebonden karakter van hun dorp te versterken. We zoeken met lokale actoren, ambtenaren en verenigingen naar concrete collectieve acties; nieuwe initiatieven of bestaande acties die we samen kunnen opzetten. Samen staan deze actoren voor de uitdaging bewoners te engageren en betrekken in hun visie, dagelijkse werking en projecten. De mogelijkheden en kansen die Haspengouw biedt, net als het streekeigen karakter is een waarde die deze actoren bindt. Eén van die dragers van dit karakter is de beeldwaarde van Haspengouwse dorpen, het authentieke patrimonium, de geconcentreerde dorpskernen. Een andere drager van die eigenheid op het platteland zijn de bewoners. In dit project willen we het label “Mooiste dorpen van Haspengouw” introduceren, dat zowel ingaat op die beeldwaarde als op het engagement, de lokale dynamiek van de bewoners die inspeelt op dit karakter. We willen een ‘levend netwerk’ uitbouwen rond verenigingen en organisaties om samen dit label uit te werken en dorpen te helpen dit label te verdienen.

maa

Nieuwsbrief 2

Nieuwsbrief 2, maart 2012

Wat willen we doen?

landelijke gilden

natuurpunt

vertrekwaarden

gecoro lokaal woonoverleg ��� vrijwilligers

‘verruimde erfgoed’ zoals doorplanning deelnemers dienst het ruimtelijke en beleid werd benoemd. Het versterken of behoud van dit erfgoed mag een dynamiekZ��niet in de weg staan en moet ruimteerfgoedcel laten aan ondernemen en initiatief. Met haspengouw aandacht voor het zoeken naar een harmonie tussen actoren, tussen sectoren en beleidsdomeinen, tussen encultureel vernieuwing. Provinciaalbehoud centrum voor erfgoed Open ruimte kent veel claims en belangen. Willen we acties nemen die de ‘leefbaarheid’ ten goede komen, dan wordt deze bepaald door de kwaliteiten van mensen onder elkaar. Acties moeten geborgen zijn, gedragen in een duurzaam perspectief.

Werkvergadering: projectconcepten 09/05/2012 vzw stebo

actoren ontmoet in dit leaderproject

PUUR Limburg lisro

boerenbond toerisme Limburg vzw unizo Limburg

welzijn

sociale economie cultuur natuur

vzw Stebo vzw Rimo steunpunt groene zorg CAW sonar

econo landbo mie uw

ruimte beleidsdomeinen

project

toerism

erfgoed

vrijwilligers

e

vzw AKSI scholen jeugdbewegingen sociaal-culturele verenigingen de pastorie

boerenbond

Vlaamse Landmaatschappij

toerisme Limburg vzw

regionaal landschap

natuurpunt

jun

plaatselijke groep

kasteel mariagaarde cultuur Borgloon vzw convivere vzw

regionaal landschap natuurpunt nationale boomgaarden

locale

actoren beleid

agro aanneming

welzijn

de wroeter groenwerk natuur - en landschapsbeheer ter engelen

wonen

plattelandsbeleving

academie haspengouw

vzw Trage Wegen CERA foundation

plattela ontwi nds kkelin g

stimuleren van een langdurig engagement rond het versterken van het streekgebonden karakter van dorpen in Haspengouw Hoe kan je bewoners betrekken in een sociaal, duurzaam en ruimtelijk beleid? landelijke gildennaar dorp, naar streek, ... ...van erf, naar straat, naar buurt, KVLV

middenveld

natuur

Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: “Europa investeert in zijn platteland”

kasteel mariagaarde

groenwerk

lokaal

landelijke gilden

LEADER project LEADER project Gingelom DEvan MOOISTE DORPEN Kortessem RiemstVAN HASPENGOUW ERSV Limburg Mooiste dorpen Haspengouw Mooiste dorpen van Haspengouw leadersecretariaat

Bilzen, Borgloon, Halen, , Hasselt, Heers, streektafel Herk de Stad, Herstappe, Hoeselt, Europees Landbouwfonds voor, Plattelandsontwikkeling: “Europa investeert in zijn platteland” Nieuwerkerken, , Sint-Truiden, Tongeren, Voeren, Wellen

Provincie Limburg

gecoro lokaal woonoverleg

��� vrijwilligers

erfgoed

dorpen

regionaal landschap

Z��

mooiste

VLM

mooiste

natuurpunt

natuurpu

nt

erfgoed

vzw vzw Limburg Limburg

boerenbond VLM

mooiste dorpen stebo vzwvzwstebo

kasteel kasteel

wonen

mooiste

rimo

groenwerk

de wroeter

de wroeter

de wroeter

PHL ArcK.

mariagaard e

dorpen

vzw

vzw

vzw

kasteel

mariagaarde

groenwerk

dorpen

groenwerk

mooiste

vzw stebo

mariagaarde

rimo

kasteel mariagaarde

gilden

toerisme gilden boerenbond boerenbond

groenwerk

vzw Limburg toerisme

landelijke toerisme

landelijke

vzw rimo

unt

dorpen

mooiste dorpen

vzw stebo

de wroeter

ILVO - L&M j.oor alias platteland platform

natuurp

dorpen

mooiste

Hoe kan je bewoners betrekken eenerfgoed sociaal, duurzaam en ruimtelijk beleid? Provinciaal centrumin voor cultureel ...van erf, naar straat, naar buurt, naar dorp, naar streek, ...

onderzoek

rimo

Z��

erfgoedcel haspengouw

VLM

VVP - platteland ipo interbestuurlijk plattelandsoverleg VVSG platteland

POM langdurig plattelandsloketengagement rond het versterken van het VLM - plattelandsbeleid van een stimuleren provinciaal informatieloket wonen RESOC streekgebonden karakter van dorpen in Haspengouw dienst ruimtelijke planning en beleid

regionaal landschap regionaal landschap

met steun van

publiek

erfgoed

dorpen

mooiste

mooiste

ERSV

WLM

dorpen

mooiste dorpen

extra actoren

met steun van

regionaal

Vlaams

LEADER project LEADER project Mooiste dorpen van van Haspengouw Mooiste dorpen Haspengouw

cultuur

het label ‘Mooiste dorpen van Haspengouw’ te behalen. Welke PHL ArcK. j.oor initiatieven kan je nemen om bewoners te betrekken en te werken alias platteland platform aan ‘leefbare landbouw’ en ‘leefbaar wonen’ in een landelijke dorp, in een landelijke omgeving en in de streek Haspengouw? Als eerste manier om deze acties te stimuleren willen we ze laten aansluiten op de eigen ambities en speerpunten van de verschillende organisaties aan de tafel. We willen ze dus samen bedenken en niet ontwerpen binnen vastomlijnde of aangereikte (beleids)instrumenten.

vzw rimo

de wroeter

verzamelden we ideeën rond mogelijke acties om acties ILVOVervolgens - L&M

mei

onderzoek

economie

publiek

externe relaties

Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: “Europa investeert in zijn platteland”

actoren beleid

project

vrijwilligers

sept

Workshop 3 05/09/2012

aug

DE MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW

07-08/2012

actoren ontmoet in dit leaderproject

Gespreksronde II: vzw Stebo, Regionaal Landschap, vzw Toerisme Limburg, Provinciale Dienst Ruimte & Planing, dienst Wonen, Provinciaal Centrum Cultureel Erfgoed, VLM, gemeente Riemst

jul

planning

Z��

eleid

ERSV

VLM

wonen

ruimtelijke

plattelandsb

met steun van

erfgoed

steunpunt hoeveproducten LISRO agro-aanneming CERA-foundation Koning Boudewijn nationale Stichting boomgaardens samenlevings Toerisme opbouw tichting VMSW Vlaanderen Vlaamse Trage Bouwmees Wegen ter

externe relaties

2012

hoge bescherming gebieden

jan

woon lokaal beleidsplan woonoverleg kunst op het hof haspengouw toscane

academie Haspengouw

Gingelom

toeristisch infopunt

verborgen moois

green spot

open monumenten dag

Heers

erfgoedcel Haspengouw

erfgoedcel Haspengouw

PIT

masterplan Loons verleden

infocentrum wonen Hanspengouw

academie Haspengouw verborgen moois

erfgoedcel Haspengouw

woon lokaal beleidsplan woonoverleg

green spot

open monumenten dag

woon lokaal beleidsplan woonoverleg

green spot

verborgen moois

dorps restaurant

dag van de landbouw

hoge erfgoedcel Haspengouw bescherming gebieden

ruilverkaveling Jesseren vzw gors

hoge bescherming gebieden

academie Haspengouw

dorp met toekomst

Hoeselt

green spot

ruilverkaveling Wellen

verborgen moois

Sint-Truiden

met steun van

erfgoedcel Haspengouw dorps punt

groen onderhoud

dorps restaurant

Wellen

obos onder ons

erfgoedcel Haspengouw

landschap herstel

woon lokaal beleidsplan woonoverleg

woon lokaal beleidsplan woonoverleg ons optrekje

academie Haspengouw

Bilzen

landschaps loket

Kortessem

green spot

In een leefbare omgeving hebben bewoners ook greep op deze omgeving. Met dit project willen we bewoners bewust maken van de ruimtelijke veranderingsprocessen die plaatsgrijpen in hun omgeving en van de rol die ze kunnen spelen in het sturen van deze processen.

dag van de landbouw

dag van de landbouw

verborgen moois

Nieuwerkerken erfgoedcel Haspengouw

groenwerk

kasteel mariagaarde

okt n


v dec 2013

jan

Mooiste dorpen van Haspengouw

Stimuleren van langdurig engagement rond het versterken van het streekgebonden karakter van dorpen in Haspengouw Nieuwsbrief 4, maart 2013

Haspengouw verandert

Haspengouw verandert zowel sociaal als ruimtelijk en staat voor enkele uitdagingen die vragen om nieuwe en andere vormen van gebruik en beheer van onze ruimte. We moeten op zoek naar andere vormen om de verschillende noden en verwachtingen een plaats te geven. Waar ontmoeten we elkaar? Hoe gaan we om met verschillende claims en belangen? Welke ruimte krijgt natuur, water, landbouw?

platform voor debat

met steun van

feb

Het dorp blijft hiervoor een belangrijk vertrekpunt: de dichtheid van een dorpskern kan een troef zijn om op zoek te gaan naar nieuwe vormen van samenwerken en leven. Een goed beheer van de (semi) publieke ruimte lijkt hiervoor een goede aanzet te zijn. In dorpen is dit goede beheer in grote mate afhankelijk van particuliere initiatieven. De beperkte draagkracht van ambtenaren maakt dat niet alles vanuit de gemeente gestuurd en gesteund kan worden. Er is nood aan initiatief van onderuit.

Mooiste Dorpen

Met het label ‘Mooiste dorpen van Haspengouw’ nodigen we bewoners uit om mee te werken aan het ruimtelijk beheer van hun dorp. Het label beloont initiatieven die uitnodigen tot een breed debat en aanzetten tot actie. Op die manier bouwen we niet alleen een inzicht op in de ruimtelijke veranderingsprocessen: “Wat verandert er allemaal in het dorp, in de streek?”. We leren ook de verschillende standpunten kennen: de meningen en verwachtingen. We zoeken samen hoe we er mee kunnen omgaan. Het label beloont goede praktijken: zowel het engagement als de acties om het streekgebonden karakter van Haspengouw te versterken. Door het label participatief vorm te geven ontstaat er een platform voor kennisuitwisseling en debat. In de zoektocht naar een gedeelde visie kwamen de prioriteiten van de verschillende organisaties voor de streek naar boven. Het betrekken van bewoners is voor de organisaties rond de tafel een startpositie. Vanuit die positie willen ze werken aan een kwaliteitsverhoging van de leefbaarheid, van een goed beleid. Op die manier wordt duidelijk dat het label niet ingevuld zal worden als een limitatieve lijst van toekenningscriteria

maa

Nieuwsbrief 4

Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: “Europa investeert in zijn platteland”

apr

04-05/2013

Veldwerk Hoepertingen

mei jun

hoepertingen by kids, dag v/h park 26/05/2013 Spel-Wandeling 1 01/06/2013

jul aug sept

Spel-Wandeling 2 23/08/2013 Spel-Wandeling 3 26/08/2013 Spel-Wandeling 4 01/09/2013

okt

Mooiste dorpen van Haspengouw

Oproep Projectmarktdag

nov

Finale: maak het dorp, 27/10/2013 Hoepertingen Stel een project voor dat het streekgebonden karakter van je dorp versterkt. projectmarktdag 28 februari 2014

Uitnodiging aan alle Haspengouwse dorpen:

We willen de diversiteit en dynamiek van deze initiatieven in de kijker zetten om van elkaar te leren. Stel je kandidaat en kom je meest geslaagde initiatief voorstellen op onze projectmarktdag. Je project kan er rekenen op een boeiende reflectie van experts, academici, en andere enthousiaste trekkers. De verschillende projecten worden door ons in posters samengevat, belicht vanuit een aantal criteria (vb. duurzaamheid, betrokkenheid, meervoudig gebruik, ...) en gebundeld in een publicatie.

dec

leren, reflectie en netwerk

In Haspengouw worden allerlei initiatieven genomen die het streekgebonden karakter versterken. Er wordt gewandeld, gekookt, erfgoed verzorgd, natuur onderhouden, ... en in tal van deze activiteiten spelen bewoners en vrijwilligers een rol.

Met je deelname word je bovendien lid van het lerend netwerk ‘De Mooiste Dorpen van Haspengouw’ en kan het ‘mooiste’ project rekenen op onze ondersteuning tot aan de volgende projectmarktdag (februari 2016).

Voor wie, welke projecten en hoe deelnemen?

Zowel organisaties, verenigingen, buren, als lokale ambtenaren mogen zich kandidaat stellen met een initiatief dat op elke mogelijke manier bijdraagt aan de de streekeigenheid van hun dorp. Waarbij het in de eerste plaats gaat om het creëren van een platform waar ideeën worden uitgewisseld over wat mensen bezig houdt. Over wat verloren ging en behouden bleef, over wat er bij kwam en welke mogelijkheden er nu zijn voor het dorp als plek en lokale samenleving. Dus: 1. stel je kandidaat voor 31 december 2013 via mail 2. in de loop van januari, nemen we contact op en brengen we je project in beeld 3. stel je project voor op de projectmarktdag op 28 februari 2014

Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: “Europa investeert in zijn platteland”

feb

Cross-Overstudio Hoepertingen

01-02/2014

interview project-trekkers als voorbereiding voor opmaak projectmarktdag werden alle projecten voorgesteld op een poster

Projectmarktdag 28/02/2014 maa apr mei jun

Projectmarktdag, Mooiste dorpen van Haspengouw, 2014 (posters: Sarah Martens)

2014

met steun van

jan

blog http://mooiste-dorpen-haspengouw.blogspot.com/ contact Sarah Martens: sarah.martens@uhasselt.be, Tel. 0479 93 54 22


3. MAAK HET DORP! HOEPERTINGEN Hoepertingen, een deelgemeente van Borgloon werd het ‘case-dorp’ waar van januari tot eind oktober 2013 enkele acties werden uitgewerkt en getest. Samen met lokale organisaties, verenigingen en bewoners gingen we op zoek naar een manier om de specifieke ruimtelijke en sociale identiteit van het dorp te leren kennen. We keken hierbij zowel naar aspecten van samenleven (voorzieningen, ontmoeten, nieuwe inwoners) als aspecten van ruimtelijke eigenheid (patrimonium, open ruimte, tuinen, groen, …). In de eerste plaats werd er een inzicht opgebouwd in wat er nu precies verandert, wat de verschillende plannen en ambities zijn, en wat wie hierover denkt. Met deze acties werkten we niet aan aanbevelingen of aan het structureren van richtlijnen zoals in een masterplan of structuurplan. We stelden geen charter of ‘dorpsontwikkelingsvisie’ op en evenmin een beeldkwaliteitsplan. Het spel werd in de eerste plaats opgezet als een platform voor actie en debat. Het gaat hierbij dus niet om het ontwerpen van een oplossing voor een bepaald probleem, maar om het creëren van een ruimte voor het zichtbaar maken van meningen en ideeën, van conflicten en breuklijnen. Om zowel problemen als actoren te leren kennen, te begrijpen en inzicht te krijgen in hoe de veranderingen in die bepaalde context in mekaar zitten. Hier ontstaat participatie en dit creëert mogelijkheden. Van hieruit kan een ontwerpbenadering groeien, kunnen nieuwe samenwerkingsverbanden ontstaan en worden op die manier veranderingsprocessen gestuurd. Om tot het spel ‘Maak het Dorp’ vorm te geven, volgden we in grote lijnen dezelfde methode of stappen die we namen bij het label van het label (cf. 2. aanpak). Waarbij we opnieuw in de eerste en de laatst stap voornamelijk uitgaan van de aanwezige context of dynamiek, dat wat er momenteel gebeurt (stap 1) of gaat gebeuren (stap 5) in het dorp. In stap 2, 3 en 4 proberen we hier al ontwerpend op aan te haken en grijpen we in, of proberen we iets te veranderen in het dorp. In wat volgt bespreken we de stappen opnieuw meer in detail.

III.1 VOORSTELLING LEADERPROJECT

59


actie-onderzoek bestaande realiteit

60

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW

acties

vertrekken van aanwezige dynamiek en netwerk van actoren

veldwerk, analyse van kaarten, ontwikkelingsvisie, interviews, kinderworkshop, ... vertalen naar spelopzet (1) inzicht opbouwen in ruimtelijke veranderingen, (2) in elkaars standpunt en (3) formuleren van voorstellen samenbrengen van ideeĂŤn, meningen, bezwaren, bewoners, regiodeskundigen, ambtenaren, beleidsmakers, organisaties, ...

ontstaan van samenwerkingsverbanden

fase

1. dynamiek

2. vormgeven

3. uitvoeren

4. collage en debat

5. collectieve actie

andere actoren

onderzoeker

platform/ tool


(1) leren kennen van de dynamiek In het workshoptraject (waar het label werd vormgegeven, zie p. 55) reikten de betrokken actoren verschillende aanleidingen aan die ons lieten landen in Hoepertingen. Zo werd er vanuit de vzw Stebo een studie gemaakt in kader van de opmaak van een gemeentelijk woonbeleidsplan. De Vlaamse Landmaatschappij bereidde een ruilverkaveling voor met plannen voor een toeristische fietsontsluiting en inrichting van hoogstamboomgaarden. De vzw Kasteel Mariagaarde, een lokale culturele organisatie trok het project ‘Dorpskasteel, Kasteeldorp’ met financiering van de Koning Boudewijnstichting om de verbinding tussen het kasteel en dorp te versterken. Hiernaast zetten de ambities van de gemeente om Hoepertingen uit te breiden als woondorp, vergeten of in onbruik geraakte karakteristieke landschapselementen en verborgen binnengebieden onder druk. Als eerste stap maakten we een ruimtelijke analyse van het dorp op basis van beleidsdocumenten, veldwerk, studie van kaartmateriaal, interviews met bewoners, een fotoetnografische wandeling met kinderen, en een focusgroep met regiodeskundigen waar de eerste sociaal-ruimtelijke hypotheses over het dorp werden afgetoetst.

kaart ‘Hoepertingen by kids’ gemaakt op dag van het Park op 26 mei 2013 III.1 VOORSTELLING LEADERPROJECT

61


1771-1777

1847-1853

1934

1847-1853 Vandermaelekaart

1771-1777 Ferrariskaart

tijdslijn, evolutie Hoepertingen in kaarten

voetbalterrein speelterrein school en naschoolse opvang kerk en kerkhof Kasteel Mariagaarde landbouwbedrijven bedrijven Ter Heide en Intesa horeca, winkels en diensten

voorzieningen

62

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW

1879 FRUITSPOOR


1960

1976

2005

1934 topografische kaart

1960 topografische kaart

groene binnengebieden

boomgaarden

fruitspoor

trage wegen

1976 topografische kaart

III.1 VOORSTELLING LEADERPROJECT

63

2005 topografische kaart


(2) vormgeven van het spel We baseerden ons op ‘The Making of’ van Hans Venhuizen (2010). Dit spelopzet heeft tot doel om de spelers zelf de rol van ontwerper toe te kennen. In dat opzet maakten we een spelbord met verschillende elementen uit de analyse. Dit spelbord geeft een overzicht van de huidige situatie in Hoepertingen. Aan de ene kant plaatsen we de ambities. Deze zullen in de toekomst gaan zorgen voor de veranderingen, bv.: inrichten van ontmoetingsplekken, woonuitbreiding, ... . Aan de andere kant staan de fenomenen, die geven richting en kleur aan de verandering, bv. een mentaliteitsverandering, rekening houden met water, ... . Op het kruispunt van de twee krijgen we een opdracht. We combineerden deze opdrachten vervolgens met concrete locaties, waartussen de deelnemers een route moesten zoeken. Op die manier voegden we het dorp als speelvlak en de activiteit van het wandelen toe aan het spelopzet ‘The Making of’. Alle ‘inhoud’ van het spelbord werd geformuleerd op basis van de interviews en analyse en afgetoetst met VLM in kader van het ontwerp ruilverkaveling, met Stebo naar het woonbeleidsplan, met Kasteel Mariagaarde als lokale actor en met PCCE (Provincial Centrum Cultureel Erfgoed) in kader van de ontsluiting van het ‘fruitspoor’. De gedeelde ambities werden op volgende punten geformuleerd: - versterken van landschapselementen - versterken sociale structuur - woningverdichting - verbeteren doorwaadbaarheid

Eén van de parcourskaarten van een ‘Maak het Dorp’ wandeling.

64

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW


Dambord met ambities, fenomenen, raakt ingevuld met collages van ideeĂŤn en voorstellen gemaakt door de bewoners tijdens de wandelingen.

III.1 VOORSTELLING LEADERPROJECT

65


(3) uitvoeren We wandelden in de zomer van 2013 met verschillende teams van bewoners, maar ook met actoren uit regionale organisaties en lokale ambtenaren. Per wandeling maakten we twee routes met telkens drie verschillende locaties met onderling vergelijkbare sociaal-ruimtelijk karakteristieken. Tussen de verschillende wandelingen werden zowel het speelvlak, de plekken en routes, als de opdrachten aangepast naar nieuwe thema’s die aan bod kwamen tijdens de wandelingen. Het spelparcours werd afgelegd met bewoners op 1 juni, 23 augustus en 1 september. Op 28 augustus wandelden we het parcours met twee teams van ‘regio-deskundigen’ of ‘openruimte-partners’. (Vlaamse Landmaatschappij, Regionaal Landschap, Landelijke Gilden, Boerenbond, Stebo, Toerisme Limburg, Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed, stedenbouwkundig ambtenaren). Alle voorstellen die tijdens deze wandelingen werden gemaakt, kregen een plaats op het spelbord. Ze werden in visuele leesbare collages verwerkt en spelers konden op die manier reageren op voorstellen gemaakt in andere spelrondes. Kasteelpark

Snede

Pijpenkop wordt verhard plein

Afsluitbare parktoegang

Verbinding fruitspoor en kasteelpark

BRIKHOF, kasteel

collages Jente Luts 66

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW


Het zoet spoor

Markt met streekproducten en braderie 2 x per jaar Sihks betrekken bij het feest

Ingesloten (hogere haag) Speeltuigen voor de buurt

Zacht voetpad door Hoepertingen

Ingesloten (hogere haag) Picknick plaatsen

Schoofs-fruitspoor Situatieschets

Weg achter huizen

Gemeenschappelijk en autovrij binnengebied Pad naar kerk

Begijnhof-typologie

poel op het laagste punt van de wei

binnengebied daalhofstraat-beekstraat Locatie Kerstconcert

Uitbating en opbrengst voor verenigingen

Startpunt Wandelingen

Afsluitbare zelfplukweide

Terras

bOOMGAARD sT. JOB

III.1 VOORSTELLING LEADERPROJECT

67


(4) collage en debat Op 27 oktober werd het spel afgesloten in een feestelijke ‘debat-finale’, waarbij de verschillende voorstellen werden samengebracht. In deze stap werden ook de lokale beleidsmakers betrokken. Tijdens de finale ‘won’ er één voorstel: eigenlijk het voorstel met de minste weerstand of bezwaren, dus niet noodzakelijk het meest vernieuwende voorstel. Het gaat in essentie ook niet om dat ene, of het meest ‘populaire’ voorstel, maar om alle ideeën die in het debat worden gegenereerd. Met die ideeën kan er in volgende projecten concreet aan de slag worden gegaan. De wandelingen kunnen we beschouwen als de voorbereiding op dit debat, dat in feite het eigenlijke spel was, opnieuw naar het concept van Hans Venhuizen. Zes teams verdedigen ieder een voorstel, dat we selecteerden uit de oogst aan ideeën uit de wandelingen. Elk team krijgt 5 minuten om een voorstel voor een bepaalde plek te presenteren. De moderator vat kort samen, en formuleert een duidelijke slagzin. Zo kan het publiek duidelijk zien wie waar voor staat. De moderator moedigt iedereen in het publiek aan om bij elk voorstel bedenkingen te formuleren, zonder echt in discussie te gaan. Per voorstel nodigt hij één (of max twee) deelnemers uit het publiek uit om mee aan tafel bij de ‘voorstellers’ te gaan zitten. Per tafel volgt dan een kort debat tussen ‘voorstellers’ en ‘bezwaarmakers’. Het publiek kijkt gewoon toe. Na een 5 à 10 tal minuten debat volgt er een stemming door het publiek. Ze evalueren de mate waarin het voorstel het debat doorstond, of er misschien sterker door werd. Na deze debatronde krijgt het publiek de tijd om lobbykaarten uit te delen aan de ‘voorstellers’ en zo wordt het winnende voorstel bepaald. Het belangrijkste van deze stap is het samenvoegen van verschillende ideeën, om zo inzicht op te bouwen in wat verandert, wat de plannen en ambities zijn. Die op die manier tegen mekaar worden afgewogen of kunnen bijdragen in een open debat over de toekomst van het dorp, eerder dan dat één welbepaald project wordt beoordeeld.

68

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW


Nu willen we de bevindingen en ideeën uit de wandelingen, de spelfinale en de verschillende interviews terug naar de straat brengen in Hoepertingen: op de gevels, stoepen, op die plekken die we hierboven bespraken. Op die manier willen we dit debat dat geïnitieerd werd met de wandelingen en de spelfinale verderzetten en faciliteren als een ‘vertraagd debat’. In tegenstelling tot een infosessie of hoorzitting gericht op klassieke beleidsparticipatie, gaan verschillende actoren niet rechtstreeks met elkaar in debat. We zoeken naar andere en meer diverse manieren om met mensen in dialoog te gaan, o.a. door deelnemers te laten reageren op voorstellen van vorige wandelingen. Als zodanig willen we niet enkel bewoners betrekken in het lokale of regionale (ruimtelijke) beleid, maar alle actoren stimuleren om stil te staan bij de rol die ze opnemen in het ruimtelijke beheer van het dorp. Vanuit ieders agenda en engagement wordt de ruimte anders ervaren, gebruikt of toegeëigend. Doorheen het vertraagde debat trachten we opportuniteiten te creëren waarin diverse actoren elkaar kunnen vinden. (5) collectieve actie De uiteindelijke doelstelling van het spel is (1) bewoners inzicht geven in wat er (ruimtelijk) verandert in het dorp, (2) in mekaars standpunt hier tegenover om zo (3) te komen tot nieuwe acties. Er zijn nu al een aantal acties die genomen worden naar aanleiding van de wandeling. Ter Heide een verblijfscentrum voor mensen met een beperking, werkt een project uit om het fruitspoor te betrekken bij hun terrein. Ze zoeken naar mogelijkheden om er een wandelpad aan te leggen en te onderhouden. Naar aanleiding van de Maak het dorp wandelingen willen ze de kinderen en bewoners van de nabijgelegen verkaveling hier in betrekken en zo wordt hun terrein een groene speelschakel tussen dit spoor en de wijk. De Vlaamse Landmaatschappij (VLM) nam ideeën mee in het voorontwerp voor het ruilverkavelingsplan dat enkele maanden na de debatfinale werd ingediend. Initieel planden ze om in kader van deze ruilverkaveling het fruitspoor in te richten als een bovenlokaal en functioneel fietspad. Een dergelijk plan werd echter door bewoners

III.1 VOORSTELLING LEADERPROJECT

69


niet voorgesteld. Tijdens de wandelingen werden wel verschillende voorstellen geformuleerd om deze zone een lokale betekenis te geven. VLM nam deze ideeën mee bij de finale indiening van het plan. Hetzelfde deden ze met de voorstellen die tijdens de wandelingen gemaakt werden voor de hoogstamboomgaarden. In al deze voorstellen valt op dat bewoners denken vanuit de schaal van het dorp en verschillende plekken ten opzichte van mekaar afwegen. Ook de vzw Kasteel Mariagaarde wil een rol opnemen in het beheer van deze boomgaarden en de link leggen met de schoolmoestuin die ze reeds een plaats geven in hun park. In samenwerking met de Landelijke Gilden willen ze met een nieuw ‘plattelandspad’ bovendien meer aandacht geven aan het hele trage weefsel in het dorp en de nodige knooppunten, en niet enkel stil staan bij de ‘didactische’ ontsluiting van dit pad. Kasteel Mariagaarde werkt hiernaast vanaf het voorjaar 2014 aan een musical met de bewoners. Op die manier willen ze het kasteel terug een baken laten zijn in zowel het lokale dorpsweefsel als in de regio Haspengouw. De lokale ambtenaren (jeugd, ruimte en cultuur) tot slot vinden in de verschillende ideeën, bedenkingen en deze initiatieven argumenten voor het lokale beleid. En kijken anders naar het betrekken van bewoners in hun beleidsdomein.

Spelfinale ‘Maak het dorp’

70

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW


III.1 VOORSTELLING LEADERPROJECT

71



III.2 MOOIE PROJECTEN


In dit hoofdstuk stellen we de projecten voor die werden toegelicht op de eerste projectenmarktdag op 28 februari 2014. De projecten werden er samengevat in posters op basis van enkele criteria en een interview met de trekker. Vooraleer we de posters hier zelf tonen, situeren we eerst de verschillende trekkers als organisatie. We gaan in op volgende elementen: 1. Situering binnen de beleidsomeinen van Leader In een taartschema stellen we per trekker visueel voor waar ze zich als organisatie zelf zouden situeren in de 7 beleidsdomeinen die LEADER-werking naar voor schuift (i.e. economie, landbouw, sociale economie, natuur, welzijn, plattelandsbeleving en tot slot cultuur). 2. Geografische situering van het project Uit deze kaart valt onmiddellijk op dat de projecten zich concentreren in Borgloon (4) Kortessem (3), Riemst (1) en Bilzen (1). Eén project is bestrijkt heel Haspengouw. 3. Impuls Verder situeren we ieder project nog op een ‘roos’ met 4 kwadranten waar het project een impuls aan wil geven in volgende categorieën: 1. ruimte of landschap, 2. ontmoeten, 3. betrokkenheid en partnerschap, en 4. ecologische duurzaamheid.

74

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW


VOORSTELLING TREKKERS

Cultivating Communities

Arck

Kind & Samenleving

Centraal Kerkbestuur Kortessem

Stebo

Jeugddienst Riemst

De Wroeter

ZOLAD+

Kasteel Mariagaarde

III.2 MOOIE PROJECTEN

75


SECTOREN

sectoren

beleid project vrijwilligers

76

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW


SECTOREN TOEGEPAST OP TREKKER

economie

Cultivating Communities

cu

s bele

la

ur

nd

bo

uw

sociale

ving

econom ie

natu

we

ur

lzij n

land platte

ltu

10

economie

Arck

cu

nd

bo

uw

sociale

ng

econom ie

natu

n

belevi

ur

lzij

lands

la

ur

we

platte

ltu

III.2 MOOIE PROJECTEN

77


SECTOREN TOEGEPAST OP TREKKER

economie

Kind & Samenleving

cu ltu u

s bele

bo

uw

sociale

econom ie

natu

we

ur

economie

Centraal Kerkbestuur Kortessem cu ltu u

lands

belevi

la

r

nd

bo

uw

sociale

ng

lzij we

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW

ur

8

natu

n

platte

78

nd

ving

lzij n

land platte

la

r

econom ie


SECTOREN TOEGEPAST OP TREKKER

economie

Stebo

cu

s bele

la

ur

nd

ving

bo

uw

sociale

econom

ie

natu

we

ur

lzij n

land platte

ltu

economie

Jeugddienst Riemst

cu

nd

bo

uw

sociale

ng

econom ie

natu

n

belevi

ur

lzij

lands

la

ur

we

platte

ltu

III.2 MOOIE PROJECTEN

79


SECTOREN TOEGEPAST OP TREKKER

economie

De Wroeter

cu ltu u

{

bo

uw

sociale

ving

econom ie

we

ur

lzij n

s bele

nd

natu

economie

ZOLAD+

cu ltu u

lands

belevi

lzij

ur

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW

natu

80

nd

bo

uw

sociale

ng

n

platte

la

r

we

141

land platte

la

r

econom ie


SECTOREN TOEGEPAST OP TREKKER

economie

Kasteel Mariagaarde

cu

nd

bo

uw

sociale

ving

econom ie

natu ur

lzij n

s bele

la

ur

we

land platte

ltu

Buurtbewoners

III.2 MOOIE PROJECTEN

81


82

LOCATIE

project

Haspengouw

Haspenwood

Hoepertingen

Maak het dorp!

Guigoven

Guigoven Speelt!

6 kerken in Kortessem

Onderzoek Kerkenplan Kortessem

Guigoven Kuttekoven Borgloon

Scenario’s voor herbestemming religieus erfgoed

Millen Genoelselderen

Riemst voor iedereen

Borgloon

Puur Limburg

Hoelbeek

Het Ford van Jonkholt

Hoepertingen Borgloon

SSSS(Stilte)! Haspengouw Spreekt

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW


III.2 MOOIE PROJECTEN

83


IMPULS opbouw schema

We situeren ieder project tenslotte in een schema dat toont aan welke van de vier thema’s: duurzaamheid, ruimte, ontmoeting en betrokkenheid, het project vooral een impuls wil geven. De trekkers kenden een waarde toe aan deze thema’s, op een schaal van 0 tot 4. Waarbij we met 0 uiteraard vertrekken als: binnen dit thema wordt geen impuls verwacht, dit is niet belangrijk voor dit project; 1 kunnen we dan lezen als: het is geen onderdeel van doelstelling van het project, maar er wordt wel een impuls verwacht; 2: een subdoelstelling van het project; 3: één van de hoofddoelstellingen van het project en er wordt een impuls verwacht (bv. omdat er tijdens project samenwerkingsverband ontstaat met partner), en een impuls van 4 tenslotte geeft de hoofdoelstelling aan van van het project.

Ecologische Duurzaamheid

Ruimte/Landschap

Ontmoeten

Betrokkenheid

84

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW


er s

nd

ta a

rs

ge

illi

s ie

at is

ns

s

er

on

ijw

w

Vr

an rg O

Bu ite

uw

bo

Be in g

n

pe

O im te

ru

rs

de

s

er

on

w

be

ps

or

D

an

ta

ns

ite

Bu

s ie

at

tie uc

be

rs

ge

illi

ijw

Vr

is

an

rg

O

n

ne

on Br

od

ps

O

n

pe

g

uw in

bo

Be

tie

Pr

or

n

ne te

im

ru

on

Br

uc

od

Pr

D

IMPULS

Cultivating Communities

Haspenwood

Arck

Maak het dorp!

III.2 MOOIE PROJECTEN

85


IMPULS

g uw in

O

rs

be

de

ps

an

or ite

s ie

ns

at

ta

D

is

an

rg

rs

O

ge

illi

w

on

ijw

er

Vr

s

Be

tie

bo

uc

od

Pr

n

ne

pe

n

on

ru

Br

im

te

Kind & Samenleving

Bu

Guigoven speelt!

ru i n

ite Bu

g s ie

ns ta an

de r

s

ps be or D

rs

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW

at is

86

an rg O

Onderzoek Kerkenplan Kortessem

ge

illi

w

on

ijw

er

Vr

s

Be

tie

bo

uc

od

uw

in

n

ne

on Pr

O pe

Br

m

te

Centraal Kerkbestuur Kortessem


IMPULS

ru n

g

pe

uw in

O

rs

be

de

ps

an

or Bu

ite

s ie

ns

at

ta

D

is

an

rg

rs

O

ge

illi

w

on

ijw

er

Vr

s

Be

tie

bo

uc

od

Pr

n

ne

on

Br

im

te

Stebo

n

ite

g

Bu

s ie

at is

ns ta an

de r

s

ps be or

rs

an rg O

ge

illi

w

on

ijw

er

Vr

s

Be

tie

bo

uc

od

uw

in

n

ne

on

ru i

m

te

Jeugddienst Riemst

O pe

Br Pr D

Scenario’s voor herbestemming religieus erfgoed

Riemst voor iedereen

III.2 MOOIE PROJECTEN

87


de r

ns ta an

ite

s tie

sa ni

a rg

s

s er

w

g illi

s

er

on

ijw Vr

O

Bu

in g

uw

bo

Be

n

pe

O te

im

ru

rs

de

s

er

on

w

be

ps

or

D

an

ta

ns

ite

Bu

s ie

at

ps be

rs

ge

illi

ijw

Vr

is

an

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW rg

88 O

tie uc

Het Fort van Jonkholt n

ne

on Br

od

Pr

or

O

n

pe

g

uw in

bo

Be

tie

Puur Limburg n

ne

te

im

ru

on

Br

uc

od

Pr

D

IMPULS

De Wroeter

ZOLAD+


IMPULS

ru n

g

pe

uw in

O

rs

be

de

ps

an

or ite

ns

ta

D Bu

s ie

at

is

an

rg

rs

O

ge

illi

w

on

ijw

er

Vr

s

Be

tie

bo

uc

od

Pr

n

ne

on

Br

im

te

Kasteel Mariagaarde

III.2 MOOIE PROJECTEN

SSSS(Stilte)! Haspengouw Spreekt

89



Cultivating Communities

HASPENWOOD


HASPENWOOD lokale grondstoffen

Cultivating Communities Haspengouw is een designonderzoek dat streeft naar het opzetten van een duurzaam productiesysteem gebaseerd op lokale grondstoffen en kennis uit Haspengouw. Via een reeks workshops en experimenten werd het ecosysteem van actoren, artefacten en settingen -gerelateerd aan fruitproductie in Haspengouwin kaart gebracht. Dit proces bracht verschillende uitdagingen en opportuniteiten aan het licht. Elk jaar worden er in de regio Haspengouw 800.000 appelbomen gerooid. Deze materiaalstroom wordt momenteel als afval verwerkt door het te versnipperen of verbranden. Naast het appelhout komt er jaarlijks ook een grote stroom fruit vrij die momenteel haast niet gevaloriseerd wordt. Fruit van hoogstamboomgaarden blijft bijvoorbeeld te vaak liggen en ook rebusfruit wordt aan bodemprijzen verkocht. Het ontwerpen van een duurzame oplossing voor deze case studie vereist de expertise van diverse lokale actoren, zoals de fruitboeren, wijnbouwers, wetenschappers, milieuorganisaties, sociale tewerkstellingsorganisaties, ontwerpers, ... .

duurzaam productieproces

Om de samenwerking tussen actoren met diverse achtergrond te faciliteren ontwikkelde Social Spaces de Make-&-Tell toolkit. Een ontwerpinstrument om de betrokken actoren te ondersteunen in het expliciet maken van; (1) hun persoonlijke perspectief ten opzichte van de fruitindustrie in Haspengouw, (2) de rol die ze willen opnemen binnen een toekomstscenario van een productiesysteem voor Haspengouw en (3) hoe ze zich verhouden ten opzichte van andere actoren, artefacten en settingen. Via deze participatieve ontwerpmethode werd een blauwdruk ontwikkeld voor een productiesysteem gebaseerd op fruitbomen uit Haspengouw. Een staalkaart van de mogelijke toepassingen en karakteristieken van appelhout en verschillende prototypes gebaseerd op materialen uit de regio Haspengouw zoals een smaakfilter, een fruitwijn en herbruikbare verpakking. In de volgende fase van het onderzoek zal een piloot project opgestart worden van een productiesysteem en businessmodel gebaseerd op appelhout en op maat van de regio Haspengouw.

92

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW


TIJDSLIJN

2011 2012

Start Project Workshop C-mine

Mrt.

Workshop UHasselt

Jul.

Workshop Borgloon Stroopfabriek

Okt. 2013 Dec. - Mrt.

Tentoonstelling Conflict & Design

indien subsidiedossier CiCi

2014

start project CiCi ‘de tafel van Haspengouw’

2015

III.2 MOOIE PROJECTEN

93


AANLEIDING

PROCES

2. REBUSFRUIT

1. SOCIALE WIN-WIN lokaal produceren, lokaal consumeren

RESULTATEN

1. BLAUWDRUK productiesysteem 2. STAALKAART mogelijke toepassingen en karakteristieken van appelhout 3. PROTOTYPES smaakfilter, fruitwijn, herbruikbare verpakking

94

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW

Workshop

DUURZAAM PRODUCTIESYSTEEM

Labwerk

Workshop

Veldwerk

Vraagstelling

2. CULTIVATING COMMUNITIES

Probleemstelling

AANPAK

1. 800 000 APPELBOMEN / JAAR waar niets mee gebeurd


TOEKOMST

Systeemkaart System map Stroopfabriek Coöperatie

GRONDSTOFFEN a. Hoogstam boomgaard b. Particuliere boomgaard c. Laagstam boomgaard PRODUCTIE/DISTRIBUTIE d. Sapmobiel e. Smaaklabo f. Stoomstroopfabriek g. Fruitveiling h. Streekproductenwinkel VERKOOP i. Horeca j. Supermarkt RESOURCES a. High stem orchard b. Private orchard c. Low stem orchard PRODUCTIE/DISTRIBUTIE d. Juice mobile e. Taste lab f. Syrup factory g. Fruit Auction h. Regional product shop VERKOOP i. Local restaurants j. Supermarkets

Een interdisciplinair team van wijntelers, lokale sociale organisaties, wetenschappers en ontwerpers ontwikkelde samen het toekomstscenario ‘de stroopfabriek coöperatie’, een blauwdruk voor een lokaal ecosysteem gebaseerd op de lokale grondstoffen en kennis uit de regio Haspengouw.

ACTOREN PROJECT A. Social Spaces, MAD-faculty B. Haspenwood C. UHasselt D. De Wroeter

(onderzoekstraject) (initatiefnemer) (smaaklabo) (verdelen ijswijn)

Met steun van LRM, in kader van doctoraatsproject

III.2 MOOIE PROJECTEN

95



Arck

MAAK HET DORP!


MAAK HET DORP! betrekken bewoners

In het dorp Hoepertingen gingen we op zoek naar een manier om bewoners te betrekken in het ruimtelijk beheer van hun dorp. Het spel vertrok van zowel een lokale als regionale dynamiek. Zo werd er vanuit de vzw Stebo een studie gemaakt in kader van de opmaak van een gemeentelijk woonbeleidsplan. De Vlaamse Landmaatschappij bereidde een ruilverkaveling voor met o/a plannen voor een toeristische fietsontsluiting en inrichting van hoogstamboomgaarden. De vzw Kasteel Mariagaarde, trok verschillende projecten om de verbinding tussen het kasteel en dorp te versterken. Hiernaast zijn er de ambities van de gemeente om Hoepertingen uit te breiden als woondorp, en raken vergeten of in onbruik geraakte karakteristieke landschapselementen en verborgen binnengebieden onder druk. Na een eerste fase van veldwerk en interviews werden vanuit al deze initiatieven en ambities enkele stellingen geformuleerd over het dorp en werd alles samengebracht in een spelopzet.

spel / wandeling

Het spel kent de spelers zelf de rol van ontwerper toe, door de complexiteit van veranderingsprocessen op te breken in kleinere en meer handelbare opdrachten. Die opdrachten worden vervolgens gecombineerd met concrete locaties, waartussen de deelnemers een route zoeken. We wandelden in de zomer van 2013 met verschillende teams van bewoners, maar ook met actoren uit regionale organisaties en lokale ambtenaren. Tussen de verschillende wandelingen werden zowel het speelvlak, de plekken en routes, als de opdrachten aangepast naar nieuwe thema’s die aan bod kwamen tijdens de wandelingen. We visualiseerden de verschillende voorstellen in collages om de teams te confronteren met de diverse mogelijkheden. Alle voorstellen, ideeÍn en meningen werden tenslotte samengebracht in een afsluitend debat. Op dat moment kwamen de beleidsmakers er bij. Vanuit dit spelopzet werd er niet gewerkt naar een gericht eindresultaat, wel werden thema’s en uitdagingen verkend, die aanleiding geven tot het opzetten van concrete initiatieven.

98

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW


TIJDSLIJN

2011 2012

In kaart brengen dynamiek Haspengouw

Aug. - Jan. 2013

Voorbereiding veldwerk Veldwerk Ontwerp spelbord

Mrt. Apr. Mei.

Spelen/Wandelen

Jul. - Aug.

Spelfinale

Okt. 2014 Feb.

Terug naar de straat: Cross-over studio

2015 Terug naar de straat: Terugkoppelen bewoners

III.2 MOOIE PROJECTEN

Mei

99


AANLEIDING

PROCES

1. HASPENGOUWSE VERANDERT typische kerkdorpen open omliggend landschap 2. HOE BEWONERS BETREKKEN BIJ RUIMTELIJKE ONTWIKKELING VAN HUN DORP?

AANPAK

1. SPELBORD in kaart brengen verschillende veranderingen, agenda’s en verwachtingen 2. WANDELEN inzicht in veranderingen + formuleren voorstellen 3. SPELFINALE collage en debat

100

1. INZICHT IN WAT ER NU SPEELT IN HET DORP: (zoals een andere rol voor publieke of gedeelde plekken, een veranderende benadering van het centrum tegenover het open omliggende landschap, beheer en eigendom, ... .) 2. WAAR HET DORP NAAR TOE WIL EN GAAT met nieuwe samenwerkingsverbanden, kleine acties, andere projecten

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW

BETROKKENHEID EN DEBAT

RESULTATEN

4. TERUG NAAR DE STRAAT samen met bewoners ‘resultaten’ van het spel zichtbaar in de straat, niet in een plan


TOEKOMST

Dit is het winnende voorstel waar in het omliggende, open en typische landschap terug ruimte gegeven wordt aan ontmoeten en spel.

ACTOREN PROJECT A. Bewoners B. Lokale Verenigingen C. Kasteel Mariagaarde D. VLM E. Stebo F. Regio-actoren G. Stad Borgloon

(spelers, interviews) (lokale kennis) (co-creatie spel, ondersteuning) (co-creatie spel) (co-creatie spel) (spelers) (finale (jury)publiek)

met financiering van LEADER, Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling

III.2 MOOIE PROJECTEN

101



Kind & Samenleving

GUIGOVEN SPEELT


GUIGOVEN SPEELT woonuitbreiding

In de kern van het dorp Guigoven vind je een uitgestrekt en verruigd binnengebied. Het is een informele, maar favoriete speelplek. Eerstdaags starten hier wegeniswerken voor een nieuwe sociale woonwijk die nagenoeg het volledige binnengebied zal invullen. De nieuwe woningen brengen nieuwe jonge gezinnen met kinderen, maar tegelijk valt ook een groot deel van de bestaande speelruimte weg.

begeleidingsinspraaktraject

Begin 2013 lanceerde de vzw Kind & Samenleving een projectoproep, vijf gemeenten kwamen in aanmerking voor een begeleidings- en inspraaktraject om het speelweefsel in een landelijke woonkern te onderzoeken en uit te werken. Een speelweefsel is een samenhangend geheel van alle plekken die betekenis hebben voor kinderen en jongeren als verblijfsof als passageplek.

speelweefsel

Onder begeleiding van Kind&Samenleving kreeg de gemeente Kortessem een genuanceerd beeld van het ruimtegebruik, de beleving en de betekenis die kinderen en jongeren er aan geven in het dorp Guigoven. Op een speelse en creatieve manier (her)ontdekten de kinderen bijzondere en spannende plekken in het dorp, en formuleerden ze hun noden en wensen. IdeeÍn die naar boven kwamen waren bv. een speelboomgaard, een zelf te sjorren ontmoetingsplek, een avontuurlijke groene speelplek met klimbomen en holle struiken, een speelse moeraszone,‌ . De lokale chiro blijkt een belangrijke trekker en is bereid om zelf de handen uit de mouwen te. Tot slot blijken er veel informele speelplekken te zijn in het dorp, waar het niet altijd duidelijk is of je er wel mag spelen. Dit werd allemaal samengevoegd in een speelweefsel synthese kaart en een actieplan dat inspeelt en aanhaakt op andere projecten, zoals de herlocatie van het chiroheem en een (boog)schietbaan. Door de integrale en participatieve benadering kunnen de speelweefsel-oplossingen een belangrijke maatschappelijk gedragen en ruimtelijke schakel worden tussen verschillende lopende projecten.

104

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW


TIJDSLIJN 2011 2012

2013 Jan. Mrt.

Projectoproep Kind&Samenleving Eerste ooverleg Inspraak met jeugd

Apr. - Okt.

Synthese in speelweefselkaart Beleidseminarie: maken van actieplan Uitvoering acties

Sept. Nov. Dec. 2014

plan volksboomgaard

Mei

engamement peterschap volksboomgaard

Jul.

2015

III.2 MOOIE PROJECTEN

105


AANLEIDING

PROCES

1. OPROEP KIND & SAMENLEVING

2. WOONUITBREIDING OP BESTAANDE SPEELRUIMTE

3. INRICHTING OPENBAAR DOMEIN

106

ruimtelijke screening publieke ruimtenetwerk inspraakrondes: a. waar-is-wally fotokwis b. foto-opdrachten: bestaande kwaliteiten c. collageopdracht: noden en wensen

a. c.

b.

2. (SPEEL)WEEFSELKAART

3. ZOEKEN NAAR OPLOSSINGEN

1. SPEELWEEFSEL communicatie: waar mag gespeeld worden

2. ACTIEPLAN = lijst van dingen waarvan de gemeente zegt dat ze die gaan doen

diversiteit aan speelkansen eigenaarsschap naar landschap: volksboomgaard avontuurlijke speelplek op straat spelen

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW

SPEELWEEFSEL

RESULTATEN

AANPAK

1. IN KAART BRENGEN SPEEL- EN DORPSBE LEVING


TOEKOMST

EĂŠn van de resultaten of ideeĂŤn uit het inspraaktraject haakt aan en wordt verder uitgewerkt in interactie met andere projecten: zo wordt er een volksboomgaard als speelzone ingericht achter de kerk waar verschillende organisaties de verantwoordelijkheid nemen voor het beheer inspelend op hun noden en wensen, zoals een park-barbeque, petanquebaan en schietstand. ACTOREN PROJECT A. Gemeente Kortessem (ondersteuning) B. Kind&Samenleving (ondersteuning participatie) C. Chiro (steekt handen uit de mouwen) D. Jeugdraad (kenners) E. Kinderen & Jongeren (kenners) met financiering van de Vlaamse Overheid

III.2 MOOIE PROJECTEN

107



Centraal Kerkbestuur Kortessem

ONDERZOEK KERKENPLAN KORTESSEM


ONDERZOEK KERKENPLAN KORTESSEM toekomstvisie

Door de nota van minister Bourgeois over de toekomst van de Vlaamse parochiekerken (2011) komt de voorzitter van het centraal kerkbestuur (CKB) van Kortessem in actie. Bourgeois vraagt aan elk centraal kerkbestuur om een toekomstvisie te ontwikkelen. De voorzitter van het Kortessemse CKB neemt die vraag ter harte en roept de hulp in van Roel De Ridder en Sylvain de Bleeckere (ArcK, UHasselt). Het onderzoek vanuit ArcK vindt plaats tussen december 2013 en juli 2014.

onderzoek

Het onderzoek vertrekt telkens vanuit de lokale confrontatie van (1) de performance van het kerkgebouw (het effect ervan op de lokale gemeenschap), (2) het -eventueel impliciete of potentiÍle- draagvlak waarover de gebouwen beschikken, en (3) concrete lokale noden en vragen om ruimte van lokale verenigingen of organisaties. Het onderzoek zweert kerkgebruik niet af, maar zoekt integendeel naar een versterking ervan op schaal van het dorp in kwestie. Het traject biedt omwonenden diverse inspraakmogelijkheden. Een stuurgroep met daarin afgevaardigden van het CKB, de kerkraden, het pastoraal team, het bisdom en de gemeente stemt het onderzoek af op de eigenheid van de zes kerkdorpen. Naast interviews en gesprekken met lokale actoren vinden er zes dorpsvergaderingen plaats. De resultaten worden verwerkt in functie van (architecturale) voorstellen voor de kerken. In een forumsetting (verenigingen stellen hun werking voor in de kerken, amateurkunstenaars presenteren hun productie,‌) reageren diverse passanten op de voorstellen. Het gaat niet om definitieve plannen; de voorstellen zijn instrumenten in het onderzoek naar het lokale draagvlak en de mogelijkheden die de kerken bieden voor de dorpen. De forumsetting is tegelijkertijd een opportuniteit om te experimenteren met tijdelijk gebruik. Doorheen het traject trachten de onderzoekers bij te dragen aan een gedeeld eigenaarschap van de gebouwen. Na het kerkenforum volgt een kerkkrant (verdeeld over heel Kortessem) en een Staten-Generaal in het cultureel centrum. Het onderzoek resulteert in een rapport.

110

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW


TIJDSLIJN 2011 2012

2013

Start

Dec. 2014

Dorpsvergaderingen Onderzoeksactie

Feb. - Mrt. Apr.

Afronden rapport

Eind Jul.

2015

III.2 MOOIE PROJECTEN

111


1. STUURGROEP 2. DESKONDERZOEK 3. INTERVIEWS 4. STUDIETRIP 5. DORPSVERGADERING 6. ONTWERPEND ONDERZOEK 7. PRESENTATIE IN 6 KERKEN

(... 1. RAPPORT

112

2. OVERLEG MET ARCK

2. OPEN

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW

3.

3. OVERLEG GEMEENTE KORTESSEM

4.

5.

2. 6. 7.

HET KERKGEBOUW ALS PUBLIEKE RUIMTE

1. OPROEP TOT VISIEVORMING GEERT BOURGEOIS

RESULTATEN

AANPAK

AANLEIDING

PROCES


TOEKOMST

Het kerkgebouw is nog steeds een ruimtelijk baken in het dorp, als herkenningspunt, als vast onderdeel van het ‘dorpszicht’. Het kerkgebouw kan ook een publiek baken zijn in het dorp, als hefboom in het weefsel, als vrijplaats voor een vorm van engagement. Wat betekent het kerkgebouw dan voor deze lokale gemeenschap: voor gelovigen, nietgelovigen, voor twijfelaars, … ? Wie beroert het, wie beheert het, tot wie behoort het, wat gebeurt er, …? BETROKKEN ACTOREN A. Bewoners B. Kerkfabrieken

(maken de gemeenschap) (ondersteunen, openstellen kerkgebouwen) C. Pastoraal Federatieteam (pastorale en maatschappelijke noden) D. Organisaties, verenigingen (betrekken vrijwilligers) E. Arck, Universiteit Hasselt (coördinatie, onderzoek) met financiering van de gemeente Kortessem

III.2 MOOIE PROJECTEN

113



Stebo

SCENARIO’S VOOR HERBESTEMMING RELIGIEUS ERFGOED

III.2 MOOIE PROJECTEN

115


SCENARIO’S VOOR HERBESTEMMING religieuze sites

Religieuze erfgoedsites zijn vaak bakens in het ruimtelijke of sociale dorps- of stadsnetwerk. Bisdommen, kerkbesturen en gemeentelijke overheden staan echter voor de moeilijke opgave deze gebouwen te onderhouden. Het is dan ook niet vreemd dat een rondvraag van Stebo onder gemeente besturen naar potentieel te herbestemmen sites, verschillende kerken aanduidt. De Faculteit Architectuur en Kunst van de Universiteit Hasselt gaat samen met Stebo de uitdaging aan om sterke herbestemmingsscenario’s te ontwikkelen via een ontwerpoefening. Studenten gaan op zoek naar een evenwicht tussen mogelijke (neven-)functies en de bewaarde eredienst.

originele bestemming

De vraag is of het meer openstellen van de kerken hun originele functie niet net beter kan bewaren. We mogen ons niet enkel concentreren op voor de hand liggende aspecten zoals voorschriften vanuit de erfgoedsector en economische motieven. Het sociale en ruimtelijke veranderingsproces van kleine dorpen kan hier het vertrekpunt zijn. In de ontwerpstudio starten we een denkoefening waarbij ruimtelijke en spirituele kwaliteiten van de gebouwen het uitgangspunt vormen. De context of omgeving kan doorslaggevende invalshoeken aangeven. Verder hebben omwonenden ook bijzondere herinneringen aan kerken omdat ze geassocieerd worden met belangrijke momenten in het leven. Hieruit kan een engagement ontstaan ten voordele van de te onderhouden site. Een verlies op ruimtelijk en sociaal vlak kan omgezet worden in een kans: een gebouw dat vraagt om nieuwe gebruikers kan aansluiting vinden bij functies die op zoek zijn naar een site.

inspireren en aanreiken

Via een toon- en publieksmoment willen we deze zoektocht naar herbestemmingsprogramma’s onder de aandacht brengen. En starten zo een mogelijk proces ter determinering en visualisatie van deze opportuniteiten. Vervolgens wordt afgestemd welke suggesties aan wereldlijke en kerkelijke beleidsmakers kunnen worden doorgegeven voor toekomstige instrumenten en regelgeving. Het proces, visualisaties en suggesties worden gebundeld in een digitale brochure.

116

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW


TIJDSLIJN 2011 2012

Verkennend gesprek Arck en Stebo

Dec. 2013

Projectsubsidie PCCE goedgekeurd

Jul.

Eerste samenkomst stuurgroep

Okt. 2014

Uitwerking programma en ontwerp

Feb. - Mei

Jury ontwerpoefening

Eind Mei.

Publieksmoment

26 Juni

Voorstelling brochure

20 Nov. 2015

III.2 MOOIE PROJECTEN

117


AANLEIDING

PROCES

1. ONTKERKELIJKING zoektoch naar duurzame, flexible, hybride programma’s 2. NOOD AAN CONTEXT belang van concrete cases bij ontwerpoefening herbestemming

1. GEMEENTEBEVRAGING

3. KEUZE CASES 4. ONTWERPEND ONDERZOEK

RESULTATEN

surroundings

users

1. PROGRAMMA’S door studenten

heritage

economy

3. PUBLICATIE

118

2. TOON- EN/OF PUBLIEKSMOMENT Gekoppeld aan interessante lezingen, waarop diverse betrokken stakeholders worden uitgenodigd

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW

SCENARIO’S VOOR HERBESTEMMING

AANPAK

2. PROJECTSTUURGROEP


TOEKOMST

BETROKKEN ACTOREN A. zolad+ B. centrum voor religieuze kunst en cultuur C. erfgoed haspengouw D. bisdom hasselt E. kerkbestuur F. bewoners G. gemeente /ocmw H. Universiteit Hasselt I. STEBO

(expert) (expert) (expert) (expert, vertegenwoordiging gebruikers) (beheerder) (gebruikers, maken de gemeenschap) (eigenaar) (ontwerpend onderzoek) (procebegeleiding, coรถrdinatie project)

Met financiering van Provincie Limburg, PCCE

III.2 MOOIE PROJECTEN

119



Jeugddienst Riemst

RIEMST VOOR IEDEREEN


RIEMST VOOR IEDEREEN luisteren en kijken

Met ‘Ruimte voor Iedereen’ wil het gemeentebestuur van Riemst het dorp bekijken en beleven vanuit de mensen zelf. Zoveel mogelijk bewoners met een variërend referentiekader (kinderen en jongeren, volwassenen, senioren, toeristen, …) worden betrokken bij een inspraakproces dat leidt naar een specifieke dorpsvisie. Dit proces leert de gemeente wat de belangrijkste plekken zijn in het dorp en waar de pijnpunten liggen. Al deze vergaarde kennis moet het gemeentebestuur helpen om in de toekomst juiste en gedragen prioriteiten te stellen voor dat bepaald dorp en om problemen beter en integraal aan te pakken. Dit vergt ook een inspanning van de interne gemeentelijke diensten om beter samen te werken.

publieke plekken

Op twee concrete plekken in de dorpjes Millen en Genoelselderen, zal de publieke ruimte anders worden ingericht. Om te komen tot kwalitatieve ontmoetingsplekken die een heel dorp kunnen verbinden. Als samenleving, maar ook ruimtelijk, als ‘knoop’ in een weefsel van trage wegen of veilige speelplekken. Op basis van het inspraakproces zal de gemeente kiezen waar en wat er zal gebeuren. Het is niet ongewoon om bij het inrichten van een openbare ruimte de buurt te betrekken. Vanuit dit idee en het feit dat ‘bruikbare’ openbare ruimte op het platteland schaars is, wil men in Riemst nog een stap verder gaan door alle potentiële gebruikers van deze plekken te betrekken. Samen met al deze groepen bepalen ze een visie, stellen een concrete aanbesteding op en zoeken hierna en bij de uitvoering hoe alle mogelijke gebruikers blijvend betrokken kunnen worden bij de inrichting en het beheer van deze plekken.

122

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW


TIJDSLIJN 2011 2012

2013

Afspraak met Kind & Samenleving

Okt. 2014

Ontwerpproces

Feb.

Participatiemomenten

Mrt. - Apr.

Bespreking resultaten

Mei. - Jul.

Voorstelling

Sept. - Okt.

Keuze

Nov. 2015

Uitvoering

III.2 MOOIE PROJECTEN

123


AANPAK

AANLEIDING

PROCES

1. GEBREK AAN KWALITATIEVE PUBLIEKE RUIMTE

2. VEILIGHEID: VERBLIJVEN EN BEWEGEN

3. DORPSWEEFSEL: STERKTEN EN KANSEN

1. DOELGROEPGERICHT a.foto’s van vroeger en nu b. verhalen c. wandelen 2. SOCIO-CULTURELE muziekvereniging, VERENIGINGEN parochiale werkgroep, jeugdbeweging, … 3. ERFGOED waterburcht Millen wijnkasteel Genoelselderen

1. VISIEDOCUMENT VOOR MILLEN EN GENOELSELDEREN

124

2. EEN PLAN

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW

VERBINDEN ONTMOETINGSRUIMTES

RESULTATEN

F

3. REALISATIE


TOEKOMST

10u00: markt 22u00: feest

15u00

20u30

16u30

Open en (semi)publieke ruimte wordt toegeeigend en gebruikt door diverse groepen op diverse tijdstippen. ACTOREN PROJECT A. Bewoners (schetsen van de dorpssituatie) B. Middenstanders en (schetsen van de dorpssituatie) landbouwers C. Rusthuis (favoriete wandelroutes) D. School (schetsen favoriete plekken, behoeften) E. Rimo (begeleiden van participatieproces) F. Stebo (inventarisatie, opmaak visiedocument) G. Millerse Gazet (communicatie) H. Gemeentelijke diensten (uitvoering) I. Zolad + (erfgoed een rol laten spelen) met financiering van LEADER

III.2 MOOIE PROJECTEN

125



De Wroeter

PUUR LIMBURG


PUUR LIMBURG lokale producten

Puur Limburg is een overkoepelend merk voor producten van Limburgse bodem. Maar wat zijn nu precies ‘Limburgse producten’? Het gaat om producten die een duidelijke relatie met Limburg hebben, via ingrediënten die uit de provincie komen, doordat de productie ervan plaatsvindt in Limburg of omdat het product verweven is met tradities uit de regio. Het gaat om houdbare en verse producten, producten voor dagelijks gebruik en cadeauproducten. Kortom, Puur Limburg bundelt al het goede van de regio.

open samenwerking

Sleutelwoorden voor Puur Limburg zijn kennis en transparantie. Puur Limburg ondersteunt de producent, verzorgt de communicatie met de klant en overbrugt zo de kloof tussen boer en consument. Het merk zorgt voor een goed uitgebouwde logistiek, zodat Limburgse producten gemakkelijk verkrijgbaar zijn voor de consument. Puur Limburg houdt sterk aan openheid en authenticiteit. Dat gebeurt door de mens of het bedrijf achter een product te tonen, met zijn persoonlijke verhalen, drijfveren, idealen en passies, op verpakkingen, of via reclamecampagnes.

stroopsite

Verder richt de Wroeter de leegstaande garages in het nietgeklasseerde deel van de stroopsite van Borgloon in als depot en frigoruimte voor bewaarbare en verse producten. Dit betekent ook dat er meer werkgelegenheid voor sociale economie op de stroopsite ondergebracht wordt. Bijkomend zal er ook ingezet worden op een productie- en werkruimte waar afwerking en verpakking van de producten kan plaatsvinden. Op die manier wordt dit leegstaande patrimonium functioneel hergebruikt. Dit initiatief moet doelbewust leiden tot een verdere exploitatie en uitbouw van de stroopsite en handhaving van de stroopstokerij.

128

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW


TIJDSLIJN 2011 2012

2013

2014 Jan. Feb.

Start Project Ontruiming gebouwen

Productieruimte

Najaar

2015

Tewerkstelling op de site

III.2 MOOIE PROJECTEN

Medio zomer

129


1. HOOGSTAM

3. STROOPSITE

RESULTATEN

2. SOCIALE ECONOMIE / ARBEID

4. VERGROTEN MAATSCHAPPELIJK DRAAGVLAK STREEKPRODUCTEN

1. ONTRUIMING GEBOUWEN / VERBOUWINGSWERKEN

2. PRODUCENTENBIJEENKOMSTEN

3 OVERLEG > SAMENWERKINGSMODELLEN

1. OP DE SITE

2. TEWERKSTELLING VOLLE PLOEG

3. COOPERATIE PRODUCENTEN

a.

130

+

b.

c. d. a. PRODUCTIERUIMTE: VERPAKKING, PRODUCTIE IJSWIJN b. VOORTZETTING STROOPSTOKERIJ c. LOUNGE: EVENEMENTEN, WERKING d. STREEKPRODUCTENWINKEL

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW

VERZELFSTANDIGEN PUUR LIMBURG

AANPAK

AANLEIDING

PROCES PROCES


TOEKOMST

K

De renovatie van dit stukje stroopsite, moet een hefboom zijn en zuurstof geven voor de renovatie van de rest van de site. ACTOREN PROJECT A. Producenten

(lokale ondernemer, verwerken lokale producten) B. Eindgebruiker: (houden bestaan streekpoducten, u en ik producenten mogelijk) C. Winkels (verbinding stad en platteland) D. Kasteel Mariagaarde (partner in streekproductenwinkel) E. Loonse bevolking (aandacht voor Hartenboer-model en lokale producten) F. AGB Borgloon (toekomst en exploitatie site) G. Jeugdhuis Bieke (lounge, evenementen) H. Toerisme Borgloon (rondleidingen site, streekwinkel) I. Professor Houben (productie ijswijn) J. Universiteit Hasselt (samenwerkingsmodellen voor Puur Limburg) K. Provincie Limburg (ondersteunen en stimuleren lokaal ondernemerschap) met financiering van LEADER III.2 MOOIE PROJECTEN

131



ZOLAD+

HET FORT VAN JONKHOLT


HET FORT VAN JONKHOLT boek en lesmap

De intergemeentelijke onroerenderfgoeddienst Zolad+ kreeg van de stad Bilzen een toelage om een historischarcheologische studie over de ruïne van Jonkholt uit te voeren en een lesmap voor het basisonderwijs over de vijf Bilzerse kastelen te realiseren. Het fort van Jonkholt was destijds een leengoed van het graafschap Loon. Dankzij archeologisch onderzoek is het grondplan van dit postmiddeleeuws fort nog steeds te bewonderen.

mythes

Het fort van Jonkholt had een uniek dubbel grachtensysteem uit de periode van de eerste vuurwapens. De mergelstenen fundamenten van de muren en de vier robuuste hoektorens kwamen haast onbeschadigd uit de moerassige bodem. De ruïne ligt verscholen in de Hoelbeekse bossen en beemden. Heel weinig mensen kennen het verhaal achter deze historische site. Omdat het belangrijk is dat de inwoners van deze streek de geschiedenis van hun woonplaats meekrijgen, werd het boek ‘Loonse ridders of Spaanse soldaten?’ uitgewerkt. Mensen komen zo vaak voorbij de ruïne, maar weten er veel te weinig over. Met het boek voor een eerder volwassen publiek en de lesmap voor de toekomstige generatie wil Zolad+ daar absoluut verandering in brengen.

ontsluiting

Met deze initiatieven wordt er gewerkt aan een nieuwe verhaal voor Jonkholt. Door de site te ontsluiten, letterlijk en fysiek, maar ook in de hoofden: als verhaal, als mythe, als misterie, als iets van het dorp ..., kan deze site een bijzondere plaats innemenen.

134

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW


TIJDSLIJN 2011 Voorstel dieptestudie

Sept. 2012

Goedkeuring aanpak en financiĂŤle middelen

2013

Historisch onderzoek : herinterpretatie archeologische data Redactie van het boek

2014

Publicatie van het boek Redactie en uitgave lesmap Ontsluiting

2015

III.2 MOOIE PROJECTEN

135


136

1. ARCHEOLOGISCHE SITE “JONKHOLT” KENNIS OPBOUWEN

2. ‘VERBORGEN MOOIS’ SITE OPENSTELLEN

1. VOORSTUDIE inventarisatie bronnen, data verzameling + lokale (indianen) verhalen

2. DIEPTESTUDIE + DISCUSSIE data bronnenstudie, analyse van data: historische <> archeologische

3. PUBLICATIE

4. ONTSLUITING SITE

C 1. LESPAKKET VOOR 2DE GRAAD ASO

2. PUBLICATIE: ‘LOONSE RIDDERS OF SPAANSE SOLDATEN?’

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW

3. VERBORGENMOOIS-WANDELING

EEN NIEUW VERHAAL VOOR JONKHOLT

RESULTATEN

AANPAK

AANLEIDING

PROCES


TOEKOMST

Het Fort van Jonkholt wordt verbonden met het weefsel van het dorp, en verbonden in het landschap, in een weefsel van fiets- en wandelwegen.

ACTOREN PROJECT A. Regionaal Landschap B. vzw Toerisme Limburg C. lokale jeugd en Bilzerse scholen D. Erfgoedcel Haspengouw

(inrichting en beheer wandeling) (verkoop wandeling) (doelgroep lesmap) (ondersteuning lesmap)

met financiering van LEADER en de gemeente BILZEN

III.2 MOOIE PROJECTEN

137



Kasteel Mariagaarde

SSSS(STILTE)! HASPENGOUW SPREEKT


SSSS(STILTE)! HASPENGOUW SPREEKT verbinding

Kasteel Mariagaarde Hoepertingen (KMH) herontdekt zichzelf als een unieke stilteplek. De traditie van adel, onderwijs en bezinning (en parochiaal werk) wordt vandaag vertaald in een centrum dat vooral verbindingen wil leggen. De fysieke verbinding met dorpsbewoners, met de stad Borgloon en met de hele regio van Haspengouw geeft een belangrijke impuls aan bewoners, bezoekers en organisaties om de meerwaarde te ontdekken van alle streekeigen troeven. Die troeven worden in het project voluit uitgespeeld. Naast de fysieke verbinding (sociaal) is ook de verbinding met stilte als metafoor (en spirituele/metafysische taal) een nieuwe impuls.

format

Erfgoed (kasteel), natuur (park, tuin en moestuin), economie (streekproducten en verblijfscentrum), kunst en spiritualiteit (beeldende kunst, workshops, bezinning en stiltedagen) zijn het format waarmee KMH zich met dit nieuwe project duidelijk wil profileren.

musical

Het organiseren van een musical mobiliseert bewoners van de hele regio in een evenement dat de geschiedenis van het graafschap met de actualiteit verbindt. De installatie van een kunstproject met Frederic Geurts op basis van een socratische dialoog over de waardering van de eigen regio en de stilte als taal, is een ander herkenbaar resultaat van ‘Haspengouw spreekt’.

stilte

Alle troeven en elementen van dit bijzondere format worden samengebracht in een uitzonderlijk feest. Daarin staat ontmoeting centraal. Het dorp, de stad, de regio zijn levende gemeenschappen niet het minst op het platte land van Haspengouw waarin de antipool van de verstedelijking in de meerwaarde van erfgoed, gemeenschapszin en gezond levensgenieten andere ‘waarden’ promoot. Stilte, rust – verlangzaming en verstilling- hebben de ambitie de vermenselijking van de samenleving op een duurzame wijze te herstellen. Die ambitie is tevens een overtuiging.

140

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW


TIJDSLIJN 2011 2012

2013

Aanzet Project vanuit finale ‘Maak het Dorp’

Okt.

overleg gemeentelijke partners

Dec. 2014

Afspraken Music Factory / Frederic Geurts

Jan.

Scenario Musical / Conceptuitwerking kunstwerk socratische gesprekken Auditie Musical / Conceptbespreking kunstwerd

Mrt. - Apr. Mei. Jun.

Repetitie Musical / uitvoering kunstwerk

Sept. - Mrt. 2015 Jan.

Start promotie / uitvoering kunstwerk Voorstellingen Musical Slothappening / inauguratie kunstwerk

III.2 MOOIE PROJECTEN

Apr. - Mei. 31 Mei.

141


AANLEIDING

PROCES

1. TROEF VAN DE PLEK: STILTE

2. DORPSBEWONERS <> KASTEEL – bij uitbreiding stad Borgloon en deelgemeentes

AANPAK

3. KASTEEL ALS UITVALSBASIS VOOR STREEKVERKENNING (en zelfreflectie over streek)

aantal ‘socratische gesprekken 1. DIALOOG verschillende werkvormen: met deel-groepen musical als ‘dialogaal’ format 2. KUNST als taal, format, evocatie, meta-fysische da-Stellung

2. KUNSTWERK

3. FEEST (dorp - stad - Zuid Limburg Regio - ...)

142

MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW

VERHOGEN VAN BETROKKENHEID

RESULTATEN

1. EVENEMENT: musical


TOEKOMST

foto: Kristof Vranken

BETROKKEN ACTOREN

A. dorpsbewoners B. buurten, wijken en individuen C. verenigingen (van sport tot cultuur) D. kunstenaar E. bestuur van stad Borgloon F. betrokken Leaderpartners

(deelnemers) (gesprekspartners) (vorm geven/maken) (ondersteuning) (ondersteuning)

met financiering van LEADER

III.2 MOOIE PROJECTEN

143



IV.CALL FOR PROJECTS


146

CALL FOR PROJECTS


TOEKOMST Het label is een noemer voor activiteiten om een lerend netwerk uit te bouwen in en voor Haspengouw. Vanuit de onderzoekgsgroep Arck (Faculteit Architectuur en Kunst, Universiteit Hasselt) willen we volgende initiatieven nemen: een projectendebat, zoals we organiseerden in febuari 2014, zullen we opnieuw vormgeven in februari 2016. Het project ‘Ruimte voor Riemst’ werd erkend als de ‘Mooiste dorpen van Haspengouw’ trekker, in het voorjaar van 2015 werken we samen met de gemeente Riemst en vzw Stebo aan een project waarin we samen met bewoners de handen uit te mouwen steken en experimenteren met ‘uitvoeringsparticipatie’. Wordt vervolgd. Hiernaast gaan we in de toekomst met studenten in ‘live project’ aan de slag. Enkele live project zullen doorgaan in Haspengouw. Hieronder lees je meer in de oproep naar voorstellen.

CALL FOR PROJECTS Dit is een oproep voor concrete, te realiseren projecten in Haspengouw en kadert binnen het opstarten van ‘live projects’ in de opleiding architectuur van de Universiteit Hasselt. BOUWEN AAN GEDEELDE RUIMTE In september 2015 gaan we samen met studenten en lokale betrokkenen aan de slag in één Haspengouws dorp. We willen een concrete plek vormgeven en letterlijk bouwen aan een gedeelde ruimte waar plaats is voor gezamenlijk initiatief, voor actie, voor ontmoeten, zorg en spel, … . Op deze plek kunnen de grenzen tussen privé en publiek vervagen, maar ook tussen eigendom, beheer en gebruik (van wie is de ruimte, wie zorgt er voor en wie gebruikt ze?).

IV CALL FOR PROJECTS

147


WAT IS EEN LIVE PROJECT? Het is een methodiek die stoelt op het inzetten van studenten en onderzoekers bij het uitvoeren van fysieke ruimtelijke projecten. De projecten komen er op vraag van een lokale actor en worden in samenwerking met deze trekker ontworpen, uitgewerkt en gerealiseerd. In een internationale summerschool gaan we met een 20-tal studenten twee weken aan de slag in één (of enkele) Haspengouws dorp(en). Parallel gaat er een summerschool door in de University of East London die reeds jarenlang ervaring heeft met het organiseren van LIVE projects. En is er een uitwisseling van docenten. VOOR WIE EN HOE DEELNEMEN? Alle trekkers uit ieder Haspengouws dorp kunnen een voorstel doen. Net als binnen het netwerk ‘Mooiste dorpen van Haspengouw’ kunnen zowel organisaties, verenigingen, buren, als lokale ambtenaren trekker zijn, en bepalen jullie zelf wat een dorp is. Haspengouw is de regio onder de Demer. Het dorp is niet enkel de locatie, maar ook de gemeenschap waarmee we het project willen bouwen. Trekkers worden betrokken in alle fases, zoals het uiteenzetten, maken en concretiseren van keuzes en materialisering. We kiezen voor een participatief ontwerpproces en streven naar een optimale toeëigening van het initiatief op lange termijn. Dus: 1. stel je kandidaat voor 1 maart 2015 via sarah.martens@uhasselt.be 2. stel je project voor in tekst en beeld in maximum 3 pagina’s Van de trekkers verwachten we samenwerking in de logistieke ondersteuning: bouwmateriaal, huisvesting, transport (bv. fietsen) en catering studenten.

148

CALL FOR PROJECTS


IV CALL FOR PROJECTS

149


Met steun van:

Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: “Europa investeert in zijn platteland�


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.