Dorpsblad 'Op de Milsbèk' nr. 2-2020

Page 15

Toon Kusters Toen het gezin Kösters half oktober 1944 Milsbeek moest verlaten, was vader net daarvòòr opgepakt. “Niemand wist waar hij was. Moeder was hoogzwanger en is met de oudste twee naar Norbertus in Gennep gegaan. Daar ben ik geboren”, vertelt Toon. “Een week later… volgde de tocht naar Maarssen (Utrecht). Rond juni was vader daar ook ineens. Hij zag mij toen voor het eerst. Over de oorlog hebben mijn ouders nooit gesproken. We vroegen er wel naar, maar dan zei moeder: het was verschrikkelijk, dat vertel ik nog wel. Dat heeft ze nooit gedaan, helaas.” Hun keuterij op de hoek Kanonskamp/Langstraat had flinke schade. Vader, timmerman van beroep, knapte de boel op en het leven ging verder… Toon trouwde met Gerda; zij woonden een tijdje in ‘t Ven, sinds eind jaren ‘70 terug in Milsbeek, nu wonende aan de Langstraat.

Gerrie Franken Gerrie is in januari 1945 op het evacuatieadres in Werkhoven (Utrecht) geboren. Na terugkomst aan de Zwarteweg werkte vader bij de verzinkerij in Mook. Hij stierf in 1948. Moeder moest alleen verder met zes kinderen, waarvan drie jonger dan 7 jaar. De oudste zonen Jan en Lambert verdienden de kost voor het gezin bij De Olde Kruyk en in de mijnen in Zuid-Limburg (Lambert). Toentertijd was er vanuit de overheid nog geen steun, zoals nabestaandenuitkering. Gerrie is altijd op de Milsbeek gebleven, trouwde met Leny en woont sinds kort aan de Ringeloor.

Riet Theunissen Riet vertelt: “Ik ben in februari 1945 op het evacuatieadres in Vleuten (Utrecht) geboren. “Na terugkomst aan de Langstraat was alles weg. Gelukkig had mijn broer Lambert, die eerder terug was in Milsbeek, het huis al lekdicht gemaakt. Daardoor konden andere Milsbekenaren bij ons slapen totdat hun eigen huis ‘droog’ was.” Op de akkers werden de gaten van granaatinslagen gedicht. “Als je dit zelf deed, kreeg je daar geld voor,

dat konden we goed gebruiken”, aldus Riet. “Ook snoeide vader voor de PLEM op het traject Mook-Venlo boomtakken die tegen de stroomkabels aankwamen.” Toen Riet met Sjaak trouwde had dit gevolgen voor haar werk als juf. “In die tijd, ook in de jaren ‘60, werd je automatisch ontslagen als je trouwde, invallen mocht wel.” Sinds 1983 wonen Riet en Sjaak weer in haar ouderlijk huis aan de Langstraat.

Frans Cobussen Frans is enkele dagen voor de bevrijding als 8e kind in het gezin in Benschop (Utrecht) geboren. Bij terugkomst was hun huis aan de Langstraat zwaar beschadigd. “Vader dichtte de gaten, zette zijn meel- en oliehandel weer op, werkte via de werkverschaffing aan het kanaal in Middelaar, hielp de boeren met dorsen en gaf onderdak aan dorpsgenoten,” aldus Frans. “Geen armoede, wel altijd hard werken.” Frans werd als baby ondergebracht bij tante Nel in Maastricht, waar hij vier jaar woonde. Daarna even thuis, maar een goede band met zijn moeder heeft hij nooit kunnen opbouwen. Later in z’n jeugd woonde hij bij familie in Milsbeek en vertrok naar elders. Sinds 1996 samen met zijn vrouw Marry - weer terug in Milsbeek, nu wonende in de Potkuilen.

Wederopbouw

nep Ottersum) bij o.a: Hoenselaar Langstraat, Van Benthum Bloemenstraat, Laemers De Drie Kronen. Gerrie weet zich te herinneren dat bij hun thuis een trap van munitiekisten was gemaakt en dat munitiekisten gebruikt werden als muren van hun aardappelkelder. Theo spreekt over de grote saamhorigheid, elkaar helpen en de ruilhandel. “We zaten allemaal in hetzelfde schui�tje, de een had wat meer van dit en de ander van dat.” Riet vult aan: “Wij schilden appeltjes en brachten die naar de bakkerij waar ze gedroogd werden. Daar konden wij de hele winter van eten.” In de oorlog werden vele eigendommen en inmaak verstopt in de grond. “Bij het verbouwen van de woning 20 jaar na de oorlog, hebben we nog potten inmaak uit de grond gehaald. Wat het was en of het nog eetbaar was, durf ik niet te zeggen,” glimlacht Jan. Het trouwpak van Wim Cobussen kwam ongeschonden uit de grond. “Moeder heeft daar later een nieuw kostuum van gemaakt,” vertelt Frans. “Wel jammer dat de zak rogge door de Duitsers is gevonden. De achtergebleven roggekorrels groeiden bij terugkomst nog net niet door de vloer heen.” In 1948 werd de 1e bewaarschool (kleuterschool) opgericht in de leegstaande noodwoning van Hoenselaar. Dochter Dora stond voor de klas. Toon merkt op: “Ik was de buurjongen van juffrouw Hoenselaar en nog te jong voor school, maar moest erheen, anders was haar klas te klein.” Riet herinnert zich de priklap, een van de weinige leermaterialen op de bewaarschool.

De overheid zorgde voor noodwoningen in o.a. de Schoolstraat, Kerkstraat en Langstraat en bij diverse boerderijen. “Eigenlijk waren het verblijven voor legerkampen, gemaakt van hercolietplaten”, zegt Piet. Enkele staan er nu nog, uiteraard gemoderniseerd en ommuurd: o.a. bij Weijers Zwarteweg, vd Berg Oudebaan, Tinus van Nölleke Potkuilen. Wederopbouwboerderijen werden gebouwd door CAGO (Combinatie Aannemers Gen-

Noodwoningen in de Kerkstraat, zijstraat links is huidige Schoolstraat.

bron: historische foto’s - St. Cultuurbehoud Milsbeek, met dank. boek Leven in Milsbeek (2006) - St. Cultuurbehoud Milsbeek boek Oorlogsherinneringen (2011) - St. Cultuurbehoud Milsbeek


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.