RifRaf januari 2012

Page 14

14

homegrown (on cd ) Babils

Dan San

‘QTAB’

‘Domino’

Eigen Beheer

JauneOrange/PIAS

Het is alweer van 2007 geleden dat het Brusselse avant-gardecollectief Babils nog eens in dit blad opdook. We hadden het toen over een “intense geluidssoep”. Anno 2012 blijft die beschrijving zijn waarde houden voor ‘QTAB’, een 45 minuten durende improvisatie die achteloos tussen ambient, extatische psychedelica, klassiek, jazz, krautrock, noise en zelfs psychfolk slalomt. Zot en heerlijk gerief! U wilt ook wel eens proeven? Snel mailen naar babilscontact@mail.be want er zijn maar 150 exemplaren van deze onwereldse schijfjes in omloop. (eb)

De band speelde al in het voorprogramma van Beirut en Bat For Lashes en de ep ‘Pillow’ had iets. De Luikse band Dan San gaat muzikaal echter meer dan een bank vooruit met ‘Domino’. Een nimmer oubollig folky debuutalbum (de Fleet Foxes-factor) met geslaagde meerstemmigheid (denk een beetje aan Midlake), een zachte vibe (Kings Of Convenience-sfeertjes), uitgekiende arrangementen en sobere percussie. Mooi werk van onze Waalse vrienden. (bvm)

Dans Dans ‘Dans Dans’, vinyl+cd

Bali Murphy ‘La Déroute’ Sam Records/AMG

Door de taalbarrière blijven heel wat Franstalige pareltjes onder de radar in Vlaanderen. Neem nu de Brusselse groep Bali Murphy. Van bij de oprichting slaagt dit gezelschap er in om een steeds uitgebreidere fanbasis te blijven boeien. Live maar ook met cd’s als ‘L’Homme Descend Du Tram’ (2005) en ‘Poussière’ (2008). Voor ‘La Déroute’ opteerden de vijf heren ervoor om Kris Dane (Ghinzu, dEUS) de rol van producer toe te vertrouwen. Het resultaat is verrassend ingetogen. Minder (folk)rock en wereldmuziek maar eerder gesublimeerde intimiteit. De invloeden van Manu Chao en Les Têtes Raides zijn bijna verdwenen. De groep treedt nu vooral in het spoor van zingende poëten als Gerard Manset en Yves Simon met duidelijke knipogen naar Georges Brassens en Jacques Dutronc. In de teksten vinden we nog altijd de filosofische gedrevenheid van in het begin. Bali Murphy biedt geen oplossingen maar stelt wel de juiste vragen en maakt een aantal rake opmerkingen. Hoog tijd dat deze groep ook in het Vlaamse landgedeelte de nodige aandacht krijgt. Te ontdekken op 16 februari in het Koninklijk Circus. (gtb)

Bestov

Het ruikt niet naar een eindexamen van een conservatorium-combo en zelfbevredigende showing-off-muziekjes van jazzcatpuristen hoor je gelukkig ook niet. Het debuutalbum van Dans Dans (een vinyl only release met bijgevoegde cd) is vooral een heel artistiek en dynamisch live on tape opgenomen werkstukje van drie rasmuzikanten die buiten de lijnen durven kleuren. Gitarist Bert Dockx (Flying Horseman), bassist Fred Jacques (Lyenn) en drummer Steven Cassiers (Dez Mona) vormen samen een superband die zich naast een zelfgeschreven compositie ook waagt aan levendige bewerkingen (psychelische jazz met een scheut blues) van werk van Sun Ra (‘El Is A Sound Of Joy’, ‘Lanquidity’), Thelonious Monk (‘Freedom Suite’), Sonny Rollins (‘Misterioso’) én Nick Drake: de Dans Dans-versie van ‘River Man’ mag naast die van Brad Mehldau staan. Goed gedaan, heren. (bvm)

Pauwel De Meyer ‘What Do They Do With Boys Like Us’ Eigen Beheer

The Band Of Willies ‘Revolution’ Eigen Beheer

Eerst even vooraf: de vier gasten van The Band Of Willies kunnen spelen. En ze zijn er ook in geslaagd om in eigen beheer een plaat te maken die niet klinkt alsof hij opgenomen is in een windtunnel. Nu nog afleveren om afleggertjes te spelen en we zijn er. ‘Coming Home’ klinkt immers als Red Hot Chili Peppers met saxofoon, meermaals duiken echo’s van The Black Keys op en één maal werd (oh horror) een solo waargenomen (in een verder best draaglijk ‘Red Eyed Lady’) die van Mark Knopfler afkomstig kon zijn. Hier zit véél potentieel in, maar een eerste voorwaarde om dat te verzilveren, is het vinden van een eigen smoel. (jvb)

Codasync ‘Akronise’, ep Grovgast Enterprises

We vroegen ons al af waar de nieuwe Codasync bleef, want sinds het debuut ‘Mows Arred’ uit 2008 leverden Antwerpens interessantste instrumentalen elk jaar een release af. Deze op de valreep van 2011 uitgebrachte 4-track ep, verschuift daarom naar de eerste RifRaf van 2012. De band wist op voorgaande releases steeds verrassend uit de cd-speler te komen mits veranderingen in geluid én aanpak. ‘Akronise’ opent met wederom een nieuw geluid; de sequence, met daarover een killer drumgroove, méér moet dat dikwijls niet zijn, dat heeft Trans-Am al bewezen. In ‘Fredbout Lackmaes’ (waar blijven ze die titels halen) komen dan de eerste vertrouwde gitaren en psychedelica bovendrijven die ‘Snacycod’ zo kenmerkte. Nu we toch patronen aan het zoeken zijn, 4 platen, 4 songs die ernaar kunnen refereren. Hebben de Codasync-leden ons een beknopt overzicht van hun fascinerende leefwereld willen voorschotelen? Dan kijken we nu al uit naar de logischerwijs dit jaar nog te verschijnen vijfde plaat, gewoon al om te zien hoe deze saga zich verderzet. (boo)

Support acts van Devendra Banhart, The Veils, Tom Brosseau, Scott Matthew, Allo Darlin en The Bony King Of Nowhere waren goed voor de naambekendheid, ‘Will There Be Enough Wind To Set Sail’ was een geslaagde ep en nu is er het ingehouden debuutalbum ‘What Do They Do With Boys Like Us’. Een treurwilgplaatje met spaarzame arrangementen waarvoor iemand ooit het begrip lofi heeft uitgevonden. Soms wat tranerig maar sowieso een puur werkstukje voor wie net als (bvm) vindt dat de laatste plaat van Bright Eyes een sof was.

Dirty Vicky ‘The Never Ending Album: Roadkill’ Eigen Beheer

Dirty Vicky combineert enkele goed bedachte en uitgewerkte concepten. Al de muziek wervelt rond de imaginaire muze, Dirty Vicky, een kruising tussen een circusfreak en een pornoster. Een beetje een Hot Marijke avant la lettre. Daarnaast bundelt de band al de songs die het maakt, in een op iTunes gestationeerd album. Dat album groeit stelselmatig, zeker nu de boys er opnieuw 5 lappen rootsrock tegenaan gooien. Rootsrock is een wat te enge term om deze southernrock-achtige combinatie van rock, blues, folk, circusmuziek en wriemelende, rusteloze gitaarriffs te benoemen. Live zijn ze blijkbaar ook de moeite! (dg)

Falling Man ‘Hordes Of The Battered’, ep el NEGOCITO Records

Schuimbekkende rochels en snedige smerigheid. Daarmee associëren we de debuut-ep van Falling Man, de Gentse band rond Sam Louwyck (de windman uit Tom Barmans film Any Way The Wind Blows die ook te zien was in Rundskop). ‘Hordes Of The Battered’ werd conform de geest van de compromisloze muziek live opgenomen in de alternatieve muziektempel 4AD en vervolgens in Eindhoven geproducet en gemixt door twee survivors die het klappen van de zweep kennen: Peter Van Elderen (Peter Pan Speedrock) en voormalig Rollins Band-lid Theo ‘Von Rock’ Van Eenbergen, die ook al samenwerkte met Urban Dance Squad, Sonic Youth en Tool. Vettig en prettig. Play loud! (bvm)

Cowboys & Aliens ‘Sandpaper Blues Knockout’ Dice Industries

Een stonerlegende, dat is Cowboys & Aliens in bepaalde WestVlaamse milieus. Tot ze er vijf jaar geleden genoeg van hadden. Maar zie, hier staat de band opnieuw met vier groovende, luide liedjes die lieden die al hun Kyuss-platen uitgeleend hebben zonder nog te weten aan wie, mogelijks zullen kunnen pruimen. Wie die platen echter niét uitgeleend heeft, kan beter Kyuss nog eens van stal halen. Want zoals het cliché het wil, het origineel is altijd net iets beter. (jvb)

Hadron Highway ‘Hadron Highway’, ep Eigen Beheer

Deze band brengt een kleine twintig minuten indrukwekkende donkere rockmuziek. Hadron Highway weet wel weg met de drie gitaren, er wordt een behoorlijk effectieve wall of sound opgetrokken. De invloeden die de bandleden aanhalen, zoals Tool, Queens Of The Stone Age, Fugazi en Nine Inch Nails, worden niet simpelweg verknipt en als puzzelstukjes aaneengelijmd. Ze worden verwerkt in een authentiek klinkend geheel dat hier lekker sleept, daar lekker rockt en dus over het algemeen lekker te noemen is. (dg)