Degeus 07september13

Page 6

Actua

Pleidooi voor een uitbreiding van de euthanasiewet naar minderjarigen Onlangs gaf Peter Deconinck, kinderchirurg en em. hoogleraar (VUB), in de Senaat een pleidooi voor de uitbreiding van de euthanasiewet. Door de negatieve houding van CD&V en cdH is de stemming echter opnieuw op de lange baan geschoven. Deconinck licht hieronder zijn standpunt toe. De problematiek rond het levenseinde van minderjarigen houdt me al bezig sinds ik er tijdens mijn chirurgische opleiding in de Verenigde Staten van Amerika en Canada mee geconfronteerd werd, een goede 40 jaar geleden. Medische ethiek heeft vanaf toen mijn aandacht getrokken. Na mijn terugkeer naar België ben ik er actief mee bezig geweest, onder meer in commissies medische ethiek. Op dit ogenblik kan de behandelende kinderarts een of andere medische beslissing rond het levenseinde van zijn of haar patiëntje nemen als hij of zij denkt dat dit medisch de meest verantwoorde beslissing is. Zo kan beslist worden geen behandeling op te starten (bijvoorbeeld bij een patiëntje zonder hersenen), of af te zien van het voortzetten van de behandeling (deze af te breken dus, bijvoorbeeld na meerdere hersenbloedingen met zware hersenbeschadiging). Iedereen begrijpt dat het leven dan wellicht verkort wordt. Uiteraard worden pijn en symptomen steeds zo goed mogelijk onder controle gehouden, maar soms is het nodig de medicamenteuze dosissen op te drijven, wat meestal ook levensverkortend zal zijn.

6  >  september 2013

Deze verschillende handelwijzen worden algemeen beschouwd als behorend tot wat good medical practice genoemd wordt, in overeenstemming met de huidige medische deontologie. Als zowel de ouders als het medisch team tot het besluit zijn gekomen dat verder lijden zinloos is geworden, kan besloten worden het leven te verkorten door middel van terminale sedatie of door het toedienen van een letaal middel. Maar zeker dit laatste is nu verboden.

Minderjarigen lijden minstens even erg als volwassenen en ouderen die ongeneeslijk ziek zijn De noodzakelijkheid van rechtszekerheid Als kinderchirurg zijn het vooral de gelukkig zeldzame neonatale gevallen – maar elk geval is er één teveel – die me overtuigd hebben dat ook in ons land rechtszekerheid nodig is voor neonatologen, kinderartsen, kinderchirurgen en anesthesisten die rond het levenseinde van die patiëntjes een medische beslissing

moeten nemen. Deze beslissingen hebben op de een of andere manier bijna altijd het verkorten of beëindigen van het leven tot gevolg. Je neemt dergelijke beslissingen niet alleen, maar pas na bespreking met collega’s en teamleden enerzijds, en met de ouders anderzijds. Per definitie kan het voor deze schrijnende gevallen niet gaan om euthanasie: baby’tjes kunnen er niet zelf om verzoeken, ook de ouders niet. De bespreking van deze neonatale problematiek past dan ook niet in de discussie over een eventuele uitbreiding van de euthanasiewet naar minderjarigen toe. Dit belet niet dat ik er wil op wijzen dat de behandeling van onmondige patiëntjes ook onze aandacht vergt en, in het kader van een andere regelgeving, verdient om onderzocht te worden. We kunnen ons daarbij wellicht laten inspireren door het protocol van Groningen, los van de wet betreffende euthanasie. Ik kan er in het kader van dit artikel niet verder op ingaan en zal het in wat volgt hebben over kinderen die wel over de nodige maturiteit beschikken om met voldoende inzicht een eigen

degeus


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.