Het Register 2011 nr. 12: Harde noten te kraken in belastingjaar 2012

Page 21

■ ■ ■ ■

Belastingplan 2012

Te ontvangen belastingrente Wordt een aanslag na 1 juli volgend op het belastingjaar vastgesteld met een te ontvangen bedrag, dan wordt alleen belastingrente vergoed als de Belastingdienst traag heeft gereageerd op een wijzigingsverzoek of op de ingediende aangifte. De Belastingdienst is traag als een wijzigingsverzoek niet binnen acht weken is afgerond of als een aangifte niet binnen dertien weken is gevolgd door een (voorlopige of definitieve) aanslag. Alleen in die situaties wordt nog belastingrente vergoed en wel over de periode gelegen tussen het moment van indienen van het wijzigingsverzoek of de aangifte en zes weken na de dagtekening van de uiteindelijke aanslag, te verminderen met de genoemde termijnen van acht en dertien weken. Ook in dit geval wordt dus rente berekend over zes weken extra, ondanks tijdige betaling door de Belastingdienst (meestal vóór of omstreeks de dagtekening van de aanslag). Opgemerkt moet echter worden dat dit alleen geldt als de aanslag na 1 juli wordt vastgesteld en aanvullend de Belastingdienst traag heeft gehandeld. Met de huidige automatiseringsmogelijkheden lijkt dit scenario niet goed denkbaar. Verschillen en onevenwichtigheden Per saldo nauwelijks vergoeding van belastingrente De praktijk zal waarschijnlijk uitwijzen dat vrijwel elke teruggaaf na 1 juli volgend op het belastingjaar binnen de gestelde acht respectievelijk dertien weken zal worden geëf-

Bij ambtshalve vermindering geen rentevergoeding fectueerd, waardoor belastingplichtigen in de regel geen belastingrente meer vergoed krijgen. Dit is in schril contrast met de belastingrenteregeling voor aanslagen met een te betalen bedrag die vanaf 1 juli zijn vastgesteld en waarover belastingplichtigen dan altijd belastingrente moeten betalen. Onevenwichtigheid bij herziening van de aanslag Een ander belangrijk verschil met de huidige regeling is aanwezig bij verzoeken tot ambtshalve vermindering (bijvoorbeeld in verband met een vergeten aftrekpost). Aangezien de definitieve aanslag al is opgelegd, zal dit verzoek altijd leiden tot een teruggaaf. Hierover wordt echter geen rente meer vergoed, ook niet als dit na 1 juli is en de Belastingdienst het verzoek traag afwikkelt. In de omgekeerde situatie – de vrijwillige verbetering leidend tot een te betalen belastingbedrag – wordt wel weer belastingrente berekend vanaf 1 juli tot maximaal twaalf weken na de indiening van de vrijwillige verbetering. Onevenwichtigheid bij afwijkingen van aangifte of wijzigingsverzoek Een tweede belangrijk verschilpunt is de situatie waarin een aanslag in afwijking van de aangifte (of een wijzigingsverzoek) wordt vastgesteld. Als uit de aangifte een te-

22

Het Register | december 2011 | nummer 12

ruggaaf voortvloeit en bij de aanslagregeling een correctie wordt doorgevoerd die leidt tot een te betalen bedrag, zal belastingrente worden berekend volgens de hoofdregel (dus vanaf 1 juli). Als aan het tegen de aanslag gerichte bezwaar tegemoet wordt gekomen, wordt slechts de eerder in rekening gebrachte belastingrente verminderd. Over de aanvullende teruggaaf wordt echter geen belastingrente meer vergoed, terwijl de teruggaaf veel later heeft plaatsgevonden door de correctie en het hierdoor noodzakelijke bezwaar. Was er geen correctie doorgevoerd bij de definitieve aanslagregeling, dan zou op basis van de hoofdregel belastingrente zijn vergoed als de Belastingdienst traag was. De correctie zal dan plaatsvinden middels een navorderingsaanslag. De te betalen belastingrente wordt hierbij berekend vanaf 1 juli. Als aan het bezwaar tegen deze navorderingsaanslag wordt tegemoetgekomen, zal de in rekening gebrachte belastingrente ook in dat geval worden verminderd tot nihil. Echter in deze situatie heeft belanghebbende wel belastingrente genoten als de Belastingdienst traag was bij het opleggen van de definitieve aanslag. Uit het voorgaande blijkt dat als een aangifte waaruit een teruggave volgt niet snel genoeg wordt afgewikkeld middels een aanslag, de Belastingdienst door het corrigeren van de aanslag tot een te betalen bedrag de vergoeding van belastingrente kan voorkomen. Belastingrente is wettelijke rente voor niethandelstransacties Opmerkelijk in de nieuwe regeling is ook dat de hoogte van het percentage van de belastingrente wordt gebaseerd op de wettelijke rente voor niet-handelstransacties. De hoogte van deze rente wordt vastgesteld middels Algemene Maatregel van Bestuur en wordt halfjaarlijks op 1 juli en 1 januari vastgesteld. De hoogte van de wettelijke rente bedraagt op dit moment 4%, dus 1 procentpunt hoger dan het huidige heffingsrentepercentage. Uit het verloop van deze wettelijke rente van de afgelopen jaren blijkt dat deze meestal hoger was dan het heffingsrentepercentage. Vóór de invoering van de heffingsrente werd bij het opleggen van belastingaanslagen ook de rente berekend op basis van de wettelijke rente. De hoogte hiervan leidde ertoe dat er veel bij de Belastingdienst werd ‘gespaard’.3 Ik vermoed dat de overheid het nu weer aandurft een hogere rente te hanteren, omdat sparen bij de Belastingdienst in de nieuwe belastingrenteregeling vrijwel onmogelijk is gemaakt. In de nieuwe regeling heeft dan ook alleen de overheid baat bij een hoger rentepercentage. Ontvanger krijgt meer tijd voor renteloze terugbetaling Een volgend punt van aandacht is de regeling voor uit te betalen bedragen. Als een belastingplichtige recht heeft op een teruggaaf, wordt deze normaliter tijdig uitbetaald op of omstreeks de dagtekening van de aanslag of beschikking. De ontvanger krijgt in de nieuwe regeling een periode van zes weken na de dagtekening om tot uitbetaling over te gaan zonder dat een rentevergoeding aan de orde komt. Dit is met name zuur als de teruggaaf voortvloeit uit een verliesverrekening, middelingsverzoek of ambtshalve teruggaaf. Deze worden namelijk al vastgesteld zon-


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.