Inbreng gezamenlijke luchtvaartvakbonden op het Cie. Debat Luchtvaart - 6 oktober 2022 Op 6 oktober staat het CD Luchtvaart in de Tweede Kamercommissie IenW gepland. Op de agenda staat de Hoofdlijnenbrief Schiphol over het besluit van de Nederlandse regering om de capaciteit op Schiphol te verminderen. Namens de werknemersorganisaties CNV, De Unie, NVLT, VKP, VNV, FNV Cabine en VNC informeren wij u graag over onze zorgen die wij bij dit besluit hebben. Proportionaliteit besluit • Als werknemersvertegenwoordigers in de luchtvaart vinden wij een gezonde Nederlandse luchtvaart in balans met haar omgeving van groot belang. Wij onderschrijven en stimuleren dan ook initiatieven om de sector schoner en stiller te maken. • De reductie van sec het aantal vliegbewegingen herkennen wij echter niet als middel om doelen uit het gesloten coalitieakkoord of luchtvaartnota te bereiken. Ook lijkt geen rekening gehouden met de geplande investeringen van de KLM Groep (goed voor circa 60% van de vliegbewegingen op Schiphol) die moeten leiden tot 50% geluids- en 25% CO2-reductie. • Er is dus (nog) onvoldoende gemotiveerd dat met een combinatie van (andere) maatregelen niet een soortgelijke opbrengst kan worden gerealiseerd. In het PwC rapport is alleen een oppervlakkige verkenning gedaan naar andere keuzes, maar deze zijn niet verder uitgewerkt. De vakbonden vragen zich af of de overheid aantoonbaar kan maken dat dat alleen door beperking van het aantal vliegbewegingen (nog niet vastgestelde) milieu-/geluidsdoel haalbaar is. • Zo had met een daadkrachtiger optreden van de overheid bijvoorbeeld met de luchtruimherziening al veel milieuwinst en geluidsreductie kunnen worden behaald. Op 13 januari 2021 informeerde de overheid de Kamer dat een andere wijze van afwikkeling van het luchtverkeer kan leiden tot beperking van het geluidsprofiel op de grond (ordegrootte 20%), vermindering van CO2- en stikstofemissies (circa 8% minder brandstofverbruik per vlucht) en reductie van de vliegtijd (circa 9%) in combinatie met een verruiming van de capaciteit in het luchtruim. We zijn nu 10 jaar verder sinds de totstandkoming van de Luchtruimvisie. De Luchtruimherziening borduurt voort op de Luchtruimvisie. Van de modernisering van het operationeel concept en de optimalisering van het luchtruim is nauwelijks iets terecht gekomen. • Het is voor de vakbonden dan ook de vraag of de reductie van het aantal vliegbewegingen proportioneel is in relatie tot de impact op werkgelegenheid, de Nederlandse economie en verbondenheid met de wereld. Gevolgen voor de werkgelegenheid Duizenden mensen in Nederland zijn voor hun levensonderhoud direct of indirect afhankelijk van de Nederlandse luchtvaart. • KLM als netwerkcarrier, met circa 28.000 werknemers, en Schiphol als belangrijke Europese hub, met ongeveer 115.000 directe banen (en 300.000 als de overige werkgelegenheid in de regio wordt meegerekend[1]), zullen door dit besluit zwaar worden getroffen. • Uit SEO-onderzoek “Het economisch belang van de hubfunctie van Schiphol” (i.o. van het ministerie IenW, EZ en Financiën, 2015) blijkt dat in het minst negatieve krimpscenario het verlies aan toegevoegde waarde ruim 1 miljard euro per jaar bedraagt en ruim 14.000 banen verlorengaan. Hoewel een deel daarvan op termijn een nieuwe baanzal vinden, is die mogelijk minder productief en wordt eengemiddelde zoekduur verwacht tussen de 1 en 5 jaar,afhankelijk van leeftijd, werkervaring, opleidingsniveau en de sector. Dat brengt werkloosheidskosten voor de samenleving met zich mee. • Wij constateren dat de Nederlandse regering onvoldoende onderzocht heeft wat de directe en indirecte gevolgen zijn voor de werkgelegenheid in Nederland. Het ontbreekt aan kwantitatief inzicht in de impact op werkgelegenheid, in de sector, aanverwante sectoren in de regio en de kosten voor de samenleving. • In antwoord op Kamervragen stelt de minister dat het effect op de werkgelegenheid niet precies is uit te drukken én dathet PwC-onderzoek aangeeft dat op lange termijn geen effect merkbaar zal zijn. Dit lijkt een tegenstrijdige conclusie. Bovendien is dit onderscheid tussen bruto en netto werkloosheid een macroeconomische theorie. Het zegt niets over de enorme gevolgen voor getroffen gezinnen. Wij vinden de veronderstelde ‘beperkte’ impact op werkgelegenheid dan ook onjuist en ongegrond, omdat: 1. ook zogenaamde tijdelijke werkloosheid grote impact heeft op deze werknemers en hun gezinnen; 2. hard onderscheid (in jaren en aantal) tussen bruto en netto niet mogelijk is. Dat weer een baan gevonden wordt zegt niets over het niveau van de baan, de productiviteit en na hoeveel jaar van werkloosheid; 3. het gaat gepaard met (directe) kosten voor de overheid en potentieel blijvende verminderde productiviteit (indirecte kosten) – dat is niet onderzocht; 4. onduidelijk is op basis van welke arbeidsmarktvooruitzichten die ‘beperkte’ blijvende impact wordt verondersteld;
•