CITY EMBASSY BERLIN
Konsensus Politik
PRINZESSINNENGARTEN Prinzessinnengarten is een stadslandbouwproject met een oppervlakte van 6000 m² in hartje Berlijn. Een initiatief van historicus Marco Clausen en filmmaker Robert Shaw, die geïnspireerd door de stadslandbouw in Havanna (Cuba) een plek midden in de stad wilden creëren om voedsel te verbouwen, kennis over te dragen en te relaxen. Er wordt veel gebruik van gemaakt: op zonnige dagen zijn er zo’n 6000 bezoekers per dag en worden er 300 couverts verkocht. Voor de exploitatie van Prizessinnengarten richtten Clausen en Shaw Nomadisch Grün op, een organisatie zonder winstoogmerk. Het land is overheidsbezit, de afgelopen vier jaar werd er telkens voor twaaf maanden toestemming verleend, met een maandelijkse huur van 2300 euro. Inmiddels is er toezegging voor de komende vier jaar.
prinzessinnengarten.net
>> In Amsterdam wordt momenteel door burgerinitiatieven
een sociaal contract voor samenwerking met de overheid ontwikkeld. In Berlijn is partnerschap met het hiërarchische stadsbestuur voor veel initiatieven ondenkbaar. Dit werd duidelijk in een gesprek met Marco Clausen van de Prinzessinnengarten. ‘Het concept van de tuin is mobiel, alle gewassen staan in bakken en zijn verplaatsbaar. Nu rukt het grote geld op maar er is geen geschikte nieuwe plek gevonden. Bovendien, Prinzessinnengarten wil blijven.’ De Amsterdammers vroegen Clausen of het aantonen van de waardecreatie voor de buurt - zoals vastgoedwaardestijging en tevredener buurtbewoners - zou helpen. Onbegrip volgde. Dat was voor Clausen helemaal niet de manier waarop hij naar zijn project keek. ‘De overheid moet gewoon inzien dat het waardevol is en zich er verder niet mee bemoeien.’ Maar er komt langzaam verandering in. In Berlijnse ontwikkelgebieden zijn quartiermanagementteams opgericht waar bewoners samen met professionals en ambtenaren ideeën uitvoeren in hun buurt, bijvoorbeeld Markthallen Neun. En binnen de lokale collectieven wordt allang Konsensus Politik gemaakt. Beemster: ‘Wij doen in Nederland alsof we de koning van het poldermodel zijn, maar wat ik bijzonder vond is de inzet voor het collectief, zoals je zag bij Baugruppe aan de Spree. Maandelijks wordt
door alle deelnemers vergaderd met vertrouwen in een bouwbestuur dat uiteindelijk de besluiten neemt. Je weet niet van te voren in welke woning je terechtkomt. Inzet dus voor een collectiviteit die als het er op aan komt niet per se democratisch is. Daar moet je bij Nederlanders maar eens om komen.’ Beemster vervolgt: ‘Het wantrouwen jegens overheid en grote-geld-denken gecombineerd met het vertrouwen in onderlinge netwerken en kleinschalige collectieve oplossingen maakt dat veel mensen in Berlijn een enorme vrijheid ervaren.’ Een kweekkas van creativiteit. Zo heeft Berlijn volgens Karssenberg ‘een jaloersmakende rijkdom aan clubs’. Je hebt alleen wel pech als je in een Plattebauflat woont waar zo’n nachtclub zich vestigt. Waar ga je bij geluidsoverlast verhaal halen? Stadsdeel Neukölln heeft op een bevolking van 250.000 inwoners vier handhavers. Nee, dan Amsterdam, daar worden zitzakboetes uitgedeeld, zoals onlangs bij Hannekes Boom het geval was. Op een terras mogen immers wel stoelen, maar geen zitzakken staan! >>
111