OUDERVERENIGING BALANS | JAARGANG 33 | NR.1 | JANUARI 2020
MAGAZINE VOOR OUDERS, ONDERWIJS- EN ZORGPROFESSIONALS
DOSS I ER
ADHD De zorg anno 2020 (Vanaf pag. 26)
‘DYSLEXIE 360’: Leren omgaan met verschillen
Thuiszitter
spreekt met staatssecretaris
BALANSOUDERPOWER:
‘Ouders van tieners empoweren, daar gaat het om’
wij-
ven ook
oor
.
Suzanne Agterberg-Rouwhorst
Vind je eigen weg met jouw autisme
pica 25/09/2019 15:00
Als je heel jong bent, bepalen volwassenen wat jij nodig hebt om met je autisme om te gaan, maar zeker als je eenmaal op het voortgezet onderwijs zit is het belangrijk dat je dat zélf weet. Dit boek helpt daarbij: je leert meer over autisme in het algemeen, maar ook over jouw specifieke signalen, wegwijzers en stopborden. Het helpt je, kortom, om je eigen weg te vinden!
Suzanne Agterberg-Rouwhorst | paperback 156 pagina’s | ISBN 9789492525802 | € 17,50
Jongeren en hun emoties K.D. Buron en M. Curtis
De geweldige 5-puntsschaal
Ondersteun kinderen en jongeren in het sociale verkeer en met hun emoties
1
54 2 3
De 5-puntsschaal is ontwikkeld om kinderen en jongeren te helpen hun emoties bij en reacties op allerlei gebeurtenissen beter te begrijpen. De schaal, die zijn waarde inmiddels ruimschoots heeft bewezen, kan worden gebruikt als monitor voor obsessie, spanning, angst, woede enzovoort, maar ook om aan te geven wanneer welke sociale codes toegepast moeten worden.
Hoe ontwikkelen leerlingen de kennis en vaardigheden die ze in de toekomst nodig hebben? En hoe kunnen ze hun talenten ontplooien en gemotiveerd blijven? De praktische handvatten in dit handboek helpen leraren om leerlingen optimaal te laten leren. Het bevat actuele theorieën en praktische inspiratiebladen en formats, en is te gebruiken door alle leraren in alle vakgebieden.
Inge Verstraete & Karin Nijman
‘Voor je ligt een boek waar je als leraar helemaal blij van wordt. De auteurs nemen je mee in de wonderlijke wereld van het leren, hoe het brein werkt en hoe je
deze kennis het beste kunt toepassen in de klas. Dit boek bewijst dat bevlogen, deskundige leraren het leerproces van hun leerlingen het sterkst activeren.’ Uit het voorwoord door Myriam Lieskamp
‘...een zeer waardevolle gids over leren en leerprocessen voor het voortgezet
Inge Verstraete is specialist leren & gedrag, autismespecialist voortgezet onderwijs en consulent passend onderwijs. Vanuit haar eigen onderneming edu-support biedt zij teamtrainingen en lezingen op maat, ontwikkelt zij educatieve methodes en geeft zij consultatie en advies in het vo, mbo en hbo op het gebied van leren leren, leren en gedrag en leerprocessen.
onderwijs. In dit rijke en goed gedocumenteerde handboek zijn in begrijpelijk
Nederlands de belangrijkste theoretische en wetenschappelijke inzichten over
leren verzameld, om leerlingen voldoende toe te kunnen rusten op “een leven lang leren” en 21e-eeuwse vaardigheden.’ Juryrapport NRO-onderwijsprijs 2016
Het Handboek leren leren bevat actuele
De praktische handvatten in dit boek
theorieën, praktische inspiratiebladen en
kunnen leraren helpen om leerlingen op-
direct inzetbare formats die door alle le-
timaal te laten leren. Hiermee kan tevens
raren in alle vakgebieden kunnen worden
het risico op afstromen van beloftevolle
gebruikt. De auteurs onderstrepen het
leerlingen worden verminderd.
Karin Nijman is een bevlogen, pragmatische professional. Ze houdt zich oplossingsgericht bezig met ondersteunen van het leerproces van leerlingen met dyslexie, ASS en ADHD, onderpresteren en (faal-) angst. Ze adviseert ouders en school, verzorgt lezingen over o.a. educatief partnerschap en huiswerkaanpak. Ze heeft zowel ervaring voor de klas (als docent Engels) als met beleidszaken. Ze werkt als zorgcoördinator en remedial teacher.
• Zelfregulatie
leren tot stand komt, voor vakdocenten
• Metacognitie
die het proces van leren optimaler willen
• Leerstrategieën
begeleiden én voor schooldirecties die
• Leermeesters
schoolbreed aan de slag willen met leren
• Rijke leeromgeving
leren.
‘Aanschaffen dit boek en verplicht stellen op opleidingen voor docenten.’
l e e r s t r a t e g i e ë n
voldoende kunne
bieden wij de do
Nettie Kramer, LBBO
Leren Leren voor het voortgezet onderwijs
pica
Karin Nijman en Inge Verstraete | paperback 288 pagina’s | ISBN 9789491806568 | € 29,95
omslag Leren leren 2018.indd 1
Positief leren denken Mindsets, denk- en gedragspatronen, kunnen uiteenlopen van een vaste tot een groeimindset. Het is mogelijk om bewust te werken aan een groeimindset, waarbij je ervan uitgaat dat er sprake kan zijn van ontwikkeling en verbetering. De uitleg en vragen op deze kaarten sporen leerlingen in het basisonderwijs aan om actief te werken aan een groeimindset.
Hoogsensitieve kinderen
OF ANDERE DINGEN WAAR JE OVER PIEKERT
Over hoogsensitiviteit bestaan veel misvattingen. Daarom geeft deze hulpwaaier allereerst antwoord op de vragen: Wat ís hoogsensitiviteit neurologisch gezien? En wanneer is er wetenschappelijk gezien sprake van? Verder bevat hij praktische tips en tools (voor thuis en op school) over hoe je hoogsensitiviteit bij kinderen en jongeren herkent, en hoe je voorkomt dat ze uit balans raken.
PICA
Adinda de Vreede | paperback 56 pagina’s | ISBN 9789077671863 | € 19,95
Voor meer info of bestellen: www.uitgeverijpica.nl
hier vorm aan te
de dagelijkse on
praktische handv
jonge talenten in
zodat zij zich opt
Anderzijds is het
docent en leerlin flectie op leren.
de docent te bez
te laten verrasse
kijk op de wereld
weer nieuwe m
samen leren en g
Inge Verstraete e
5 krachtige leerprincipes vertaald naar de praktijk
Begeleiding van faalangst
over faalangst
komst. Met dit h
oretische inzicht
Tamara Luijer | illustrator Barbara Mulderink | 45 kaarten met handleiding in doos | ISBN 9789492525543 | € 19,90
TEKEN JE GESPREK
staan, ontstaat d
r i j k e l e e r o M g e v i n g
K.D. Buron & M. Curtis | paperback 100 pagina’s | ISBN 9789491806230 | € 19,95
Teken je gesprek® is een interactieve, visuele gespreksmethode voor begeleiders. Samen maak je een kernachtig, logisch en visueel overzicht, waardoor de probleemdrager zelf tot inzichten en passende oplossingen kan komen. De methode is bij verschillende problemen en uitdagingen te gebruiken; in dit boek komen specifiek faalangst, angst en piekeren aan de orde.
ren’ en 21e-eeuw
l e e r M e e s t e r s
pica
Adinda de Vreede
In dit tijdperk w
over leren en leer
Handboek leren leren is geschreven voor leraren in opleiding die willen weten hoe
M e t a c o g n i t i e
handboek
belang van vijf krachtige leerprincipes die ze uitvoerig behandelen, te weten:
Z e l f r e g u l a t i e
Enerzijds is dit
Leren
Vind je eigen weg met jouw autisme
rin
Leervaardigheden ontwikkelen Inge Verstraete & Karin Nijman
oor
van Met
Nu al 2e druk Suzanne Agterberg-Rouwhorst
e
ADVERTENTIE
Marianne Voetee-Dibbink | stevige waaier 68 pagina’s | ISBN 9789492525208 | € 14,95
Gratis verzending vanaf 20 euro! (Alleen binnen Nederland)
WIJ ZIJN BALANS
Word nu lid
en krijg GRATIS het boek LEERRECHT? van Balans Magazinecolumniste en onderwijsjurist Katinka Slump
OUDERVERENIGING BALANS versterkt de positie van ouders van kinderen en jongeren met ondersteuningsbehoeften bij leren en/of gedrag. Dit doet Balans door belangenbehartiging, uitwisseling van kennis én ervaringen tussen ouders, onderwijs, zorg en wetenschap. Perspectief voor ieder kind, dat is waar wij voor staan.
Word lid van BALANS via balansdigitaal.nl/lid-worden Als lid van Balans krijgt u: • Balans Magazine • Ondersteuning via BalansAdvieslijn • Contact met actieve BalansVertegenwoordigers in uw regio • Belangenbehartiging, landelijk en regionaal • Voordelig afsluiten van een abonnement op BalansKIDS
• BalansNieuwsbrief (digitaal) • Toegang tot BalansForum • Gratis of met korting naar bijeenkomsten en/of oudercursussen van Balans bij u in de buurt • Een stem in de Algemene Ledenvergadering • Sommige zorgverzekeraars geven kortingen op premies en/of vergoeden het lidmaatschap van Balans
Landelijke vereniging voor ouders van kinderen met ondersteuningsbehoeften bij leren en/of gedrag. Weltevreden 4A • 3731 AL De Bilt • T +31 (0)30 225 50 50 • E info@balansdigitaal.nl • W balansdigitaal.nl
BALANSKIDS
Hét tijdschrift voor kinderen die ondersteuning nodig hebben bij leren en/of gedrag En hun broers, zussen en vrienden! Bent u lid van BALANS? Dan kunt u voor € 18,- per jaar een combi-abonnement afsluiten. U ontvangt BalansKIDS bij Balans Magazine. Aanmelden: balansdigitaal.nl of stuur een mail naar: info@balansdigitaal.nl
januari 2020 | BALANS MAGAZINE 01 | 3
INHOUD Balans Magazine 01 • 2020
24 KINDEREN/JONGEREN
OUDERS
‘Opeens spraken Sebastiaan (17) en ik met de staatssecretaris’
Fygo (17) woont sinds kort in een gesloten instelling
THUISZITTERS
24
JONGVOLWASSENEN 46 Ivan (34) is oprichter van AutiRoze: ‘Het reizen heeft me veel geleerd’
20
12 BIJ ONS THUIS
12
BALANSOUDERPOWER 18 ‘Ouders van tieners empoweren, daar gaat het om’
PROFESSIONALS DYSLEXIE
20
TOS
50
Dyslexie is leren omgaan met verschillen Een taalontwikkelingsstoornis die verder gaat dan taal alleen
BM0 1•2 020
DOSS I ER
ADHD 26 - 44
BM01 • 2020 Pagina 26 - 44 DOSSIER: ADHD
4 | BALANS MAGAZINE 01 | januari 2020
WETENSCHAP 28 Hoogleraar Barbara van den Hoofdakker in gesprek met Balans over ADHD anno 2020 SOCIALE UITSLUITING 33 Laura Batstra’s idee tegen uitsluiting: nodig de hele klas uit voor partijtjes!
GEZIN 34 ‘Ik merk dat de omgeving anders reageert op ADHD dan op autisme’ OPINIE 38 Betty Veenman: ‘Écht naar elkaar luisteren, daar draait het om’ REPORTAGE 40 De methode Druk in de klas: ‘Alle kinderen hebben er voordeel van’
Dilemma
EN VERDER COLUMNS
Ervaringsdeskundige Francine Postma Onderwijsjurist Katinka Slump Docent Anton Horeweg Politicus Jan Paternotte
17 23 44 49
BALANS IN ACTIE!
Balansvrijwilligers aan het woord 6 Kom ook naar het BalansSymposium 8 BalansAdvies, een verhaal uit 9 de praktijk BalansLobby: huisartsen en 11 de Jeugdwet Balans in ’t Land: 54 activiteiten en contactinfo
ELKE MAAND
Word lid van Balans! Voorwoord Suzanne Boomsma Q&A: non-verbale leerproblemen Info 18+, over verslaving Uitgetest! Boek&Beeld Gepland, service & colofon
GRATIS! Voor nieuwe leden
Word nu lid en krijg GRATIS het boek LEERRECHT? van Balans Magazine-columnist en onderwijsjurist Katinka Slump.
3 5 45 53 55 56 58
Dit themanummer over de laatste onderzoeksresultaten voor passend aanbod voor kinderen met ADHD, is een mooi voorbeeld waar ouders in deze tijd mee te maken krijgen als hun kind vastloopt in de zorg of het onderwijs. In Nederland heeft een kind vaak een classificatie (ADHD) nodig om aanvullende ondersteuning te krijgen op school. Het gaat om kenmerken van ADHD zoals te druk of ongeconcentreerd gedrag. Maar wat is te druk gedrag? Daarbij kunnen omgevingsfactoren en de manier waarop met het kind wordt omgegaan, druk gedrag juist verergeren, of zelfs veroorzaken. Opvallend is dat de ene leerkracht het drukke gedrag waarneemt en vervolgens zorgt dat 'Adje' tien keer koffie mag halen of een rondje mag lopen door de school. En dat de andere leerkracht constateert dat hier sprake is van ADHD en dat medicatie nodig is. Hoe moet je als ouders omgaan met deze visieverschillen tussen leerkrachten? Zeker nu steeds meer onderzoek aangeeft wat de schadelijke gevolgen zijn van een classificatie op jonge leeftijd, voor de identiteitsvorming: kind wordt bekeken vanuit de classificatie en gaat zich ernaar gedragen. En voor de sociale ontwikkeling: het niet meer gewoon mee kunnen doen, nu en later. Jan Buitelaar pleit in zijn afscheidsrede (in 2019) als alternatief voor classificaties, voor het benoemen van de 'P factor'. Waarbij de uitdaging ligt voor de ggz-professional om die kwetsbaarheid voor elk kind specifiek in te vullen. Het laatste woord is hierover nog niet gezegd. De onderzoekers en experts die in dit themanummer over ADHD aan het woord komen, bepleiten ook voor terughoudendheid als het gaat om classificeren. En in plaats daarvan om brede diagnostiek van het ‘onbegrepen’ gedrag waar juist ook de omgevingsinvloeden worden meegenomen. Wordt een kind bijvoorbeeld niet overvraagd? De oplossing voor druk gedrag ligt eerder in pedagogische aspecten in de klas zoals 'echt naar elkaar luisteren'; het ‘voorkomen van uitsluiting’ door verjaarsfeestjes voor de hele klas te organiseren; door methodisch met druk gedrag aan de gang te gaan, en dan niet alleen voor dat ene ADHD-kind, maar met de hele klas. En dit geldt ook voor een druk kind thuis: het vraagt van ouders om ook te reflecteren op hun eigen gedrag en opvoedstijl om met hun kind om te kunnen gaan. Elke dag weer. Ook in dit magazine zijn er weer ouders die dat op een indrukwekkende en liefdevolle manier doen. Maatschappelijk zien we dat het doorgaan met classificeren van kinderen bij gedrag- of leerproblemen op steeds meer verzet stuit: zowel bij wetenschappers, professionals als bij ouders en ervaringsdeskundigen zelf. Intussen is een classificatie bij een kind ook helpend voor ouders en professionals in hun zoektochten in de omgang met een kind. En vormt classificatie nog steeds een ingang voor financiering van maatwerk in de zorg en het onderwijs. Een groot dilemma dus en voor u als lezer van deze editie van Balans Magazine vast herkenbaar. In 2020 wil Balans met leden en niet-leden uitgebreid in gesprek gaan over dit dilemma, en daar in deze tijd van transformatie graag met u samen een standpunt in gaan bepalen.
Suzanne Boomsma, directeur Oudervereniging Balans februari 2019 januari | BALANS 2020 | BALANS MAGAZINE MAGAZINE 01 | 5 01 | 5
©J osephine van Bonzel
VOORWOORD
REGIO RIJNLAND & ZWARTEWATERLAND / STEENWIJKERLAND
ACTIVITEITEN �
BALANSVRI AN HET A
Balans met haar activiteiten die door het hele land haar vrijwilligers. In deze rubriek vertellen telkens twee hun Balansafdeling wordt georganiseerd. Met een grote
Albertien Oppenheimer, Balans Rijnland
Het vrijwilligerswerk geeft ons energie
6 | BALANS MAGAZINE 01 | januari 2020
Drie jaar geleden haakte Albertien aan bij Balans Rijnland. ‘Ik kwam bij het regionale bestuur in een warm bad terecht. Een groep vrijwilligers die bij elkaar zo’n dertig jaar ervaring bij Balans hadden. Hier heb ik de kneepjes van het vrijwilligerswerk geleerd. De afgelopen twee jaar heeft dit ervaren bestuur haar werkzaamheden afgebouwd en zijn we achter de schermen bezig geweest een nieuw team te bouwen. Met trots kan ik zeggen dat we daarin heel goed zijn geslaagd. Naast dit team kunnen we rekenen op ondersteuning van verschillende vaste vrijwilligers die ons helpen met de organisatie op de Balansavonden.’ Bij Balans Rijnland zijn vijf kartrekkers, ervaringsdeskundige ouders die ieder een ander netwerk en zakelijke achtergrond meenemen. ‘Door het bouwen van een nieuw team zijn we wat minder zichtbaar geweest dan de jaren ervoor. Wat we wel hebben georganiseerd is een inloopavond voor ouders met het thema ‘Help mijn kind loopt vast’. Met een beeldmerk waarin in één oogopslag duidelijk werd bij welke lokale partijen door ouders of door school kan worden aangehaakt wanneer een kind dreigt vast te lopen. Op de avond zelf konden geïnteresseerde ouders in gesprek met onder meer het CJG, JGT, AED en het Samenwerkingsverband PPO Leiden. Daarnaast hebben we de goedbezochte thema-avonden Leerrecht & Zorgplicht en de avond Prikkelverwerking bij kinderen georganiseerd, waar gemiddeld zo’n zestig belangstellenden op afkwamen.’ Plannen voor het nieuwe jaar liggen er ook al. ‘In januari start een nieuwe BalansOuderpower-training in de omgeving Leiden/Leiderdorp, met twee bijzonder goede ervaringsdeskundige trainers. Op woensdagmiddag 4 maart komt de landelijke Dyslexietour naar de Leidse bibliotheek Stevenshof en we verwachten daarnaast nog ongeveer drie mooie thema-avonden te organiseren.’ Balans Rijnland wordt op het moment voornamelijk bediend vanuit Balans Leiden. ‘Voor nu een bewuste keuze, zodat we onze bezigheden voor Balans goed kunnen combineren met onze gezinnen en drukke banen. Het vrijwilligerswerk voor Balans geeft ons energie en het biedt ons de mogelijkheid om onze ervaring, kennis en netwerk in te zetten om Balansouders te ondersteunen. We zijn van plan om nauwer samen te werken met lokale partijen en het informeren en communiceren via sociale media uit te bouwen. We zijn nu nog het makkelijkst te vinden via de Facebooksite van Balans Rijnland. In de toekomst komen daar vast nog andere kanalen bij.’
� IN HET LAND
JWILLIGERS WOORD worden georganiseerd, zou niet kunnen bestaan zonder Balansvrijwilligers over wat hen motiveert, en wat er door dank hierbij aan álle vrijwilligers, betrokken bij Balans.
INTERVIEWS: MARJON LABORDUS
Ook vrijwilliger worden bij Balans? Neem contact op met een Balansafdeling bij jou in de buurt via: balansdigitaal.nl/contact
Toen de middelste dochter van Daniëlle op de basisschool zat, kreeg ze te horen dat ze ADHD/ADD had. ‘We kregen de classificatie mee en verder moesten we het maar uitzoeken, ze lieten ons gewoon ‘zwemmen’. Dus zijn we online gaan zoeken naar instanties die ons verder konden helpen. We vonden Balans en die organisatie trok ons meteen aan. Er was brede informatie beschikbaar van mensen die wisten waar ze het over hadden, top! Precies wat ouders nodig hebben op dat moment. Ik werkte toen zelf bij een andere organisatie, waar ik chathulp aan jongeren en volwassenen verleende. Mijn eerste bijdragen voor Balans twaalf jaar geleden, bestonden dan ook uit online-adviezen. Nadat ik verhuisd was naar Hasselt (Zwartewaterland) raakte ik ook betrokken bij koffie-ochtenden in de bieb en daardoor kreeg ik de behoefte om meer te doen. Dus meldde ik me aan als vrijwilliger. Ik mocht cursussen volgen en mede daardoor ben ik uiteindelijk mijn eigen bedrijf begonnen als coach/ counselor voor gezinnen onder het motto: ‘Ontdek je kracht en kleur in je leven’. Dat helpt me ook weer bij mijn vrijwilligerswerk voor Balans. Want we streven ernaar ouders die net een diagnose voor hun kind hebben gekregen, een soort ‘warm pakketje’ mee te geven met hoe ze bijvoorbeeld goede contactpersonen kunnen vinden. En hoe ze de eerste stappen kunnen zetten binnen het doolhof van informatie dat er dan op je af komt. Want je wilt toch dat je kind alles uit zijn of haar leven kan halen wat erin zit. De drijfveer begon destijds dus bij mijn eigen gezin, dat heeft me strijdbaar gemaakt. En omdat ik nu weet hoe belangrijk het is dat je wordt geholpen, wil ik op mijn beurt graag anderen op weg helpen. Want ik weet nog dat wij met onze dochter - ze was toen een jaar of zeven/acht - bij een hulpverlener zaten en dat die doodleuk tegen haar zei: ‘Je kunt niet zoveel worden, maar gelukkig zijn er ook makkelijke baantjes’. Daar hebben we thuis nog veel en vaak over gepraat en het sterkte ons nóg meer in onze drive om haar zo goed mogelijk te begeleiden. En samen met een goede kindercoach hebben we veel weten te bereiken. Onze dochter is inmiddels negentien jaar en volgt een opleiding voor mediavormgever/animatie. Haar grote droom is om ooit wat voor of bij Disney of Pixar te mogen doen. Ze redt het prima zelfstandig. Dat geeft een goed gevoel en dat gun ik andere ouders ook!’
Daniëlle Bartels, Balans Zwartewaterland & Steenwijkerland
Je hoeft het niet alleen te doen
januari 2020 | BALANS MAGAZINE 01 | 7
BALANS SYMPOSIUM Ouderbetrokkenheid in het Onderwijs Na deze avond weet je meer over de rechten en zorgplicht van scholen. En je hebt handvatten voor de communicatie tussen ouders en school.
KENNIS IS MACHT KATINKA SLUMP
GZ-psycholoog en expert Onderwijs bij Balans
Onderwijsjurist, Stichting Leerrecht, columnist Balans Magazine
INTERACTIEVE LEZING Hoe bereid je een gesprek met school goed voor, wat kun je zeggen, wat kun je vragen en hoe? We wisselen
Foto©MIRIAMVDHOEK
DELEN IS KRACHT NOËLLE PAMEIJER
do’s en don’ts uit met elkaar.
INTERACTIEVE LEZING Hoe kun je als ouder je wettelijke zorgplicht nakomen tijdens de uren dat je kind verplicht naar school gaat?
GRATIS BOEK VOOR IEDERE BEZOEKER! Iedere bezoeker ontvangt een gratis exemplaar van het nieuwe boek van Katinka Slump, Leerrecht? (245 blz.) - een bundeling van tien jaar columns uit Balans Magazine.
TWEE SYMPOSIA: 27 FEBRUARI 2020 THEATER DE BINDING, ZUID-SCHARWOUDE (NH) 17 MAART 2020 STIP VSO UTRECHT 19.00 - 22.00 u. (inloop vanaf 18.30 u.)
8 | BALANS MAGAZINE 01 | januari 2020
ENTREEKOSTEN Voor Balans-leden € 10,00 en niet-leden € 25,00*
* Een steun-lidmaatschap van Balans is
(desgewenst) bij de prijs inbegrepen.
AANMELDEN & MEER INFO balansdigitaal.nl/agenda
ACTIVITEITEN � IN HET LAND
Een vraag over onderwijs of zorg? Bel BalansAdvies! TEKST: KARIN VAN OOIJEN
BalansAdvies 030-2255050 (keuzeoptie 3) Elke werkdag van 10.00 tot 13.00 uur Buiten openingstijden inspreken of via contactformulier:
balansdigitaal.nl/ balansadvies-2
Veel ouders van kinderen met ondersteuningsbehoeften hebben vragen over zorg en onderwijs. Daarmee kunnen zij terecht bij BalansAdvies. Elke werkdag van 10.00 tot 13.00 uur staan (ervarings)deskundige vrijwilligers voor u klaar. Buiten de openingstijden kunnen schriftelijk vragen worden gesteld of vragen worden ingesproken. De berichten worden dagelijks beluisterd. Voor leerlingen met beperkingen zijn allerlei aanpassingen mogelijk op de Citotoets
Vaak worden vragen gesteld door bezorgde moeders. Goed om te constateren dat ook vaders de weg naar BalansAdvies weten te vinden. Zo was er onlangs een vader van een zoon met een ondersteuningsbehoefte op school, die belde met een vraag over de Citotoetsen. Hij was door een professional naar ons verwezen. Mooi!
De vader vroeg zich af of het onderwijzend personeel wel voldoende kennis had over de problematiek in de klas. De jongen was gevraagd zich meer aan te passen aan de drukte in de klas. Maar kon hij dat wel? En zag school dan niet in dat dat niet vanzelfsprekend zou gaan? En dat zij daar zelf een actieve rol in zouden moeten spelen door de juiste randvoorwaarden voor deze jongen te creëren? Met de Citotoetsen in het vooruitzicht, wilde deze vader proactief op zoek naar de regelingen hieromheen. Zodat zijn zoon deze zo goed mogelijk zal kunnen maken. Daaruit sprak ook al een zorg voor het soort vervolgonderwijs wat het meest passend zou kunnen zijn. Vanuit BalansAdvies hebben we vader laten weten dat de school verschillende mogelijkheden heeft om ook de
Citotoets passend te maken voor de ondersteuningsbehoefte van zijn zoon. Zoals de mogelijkheid om die in een aparte, rustige ruimte te maken, een zwart/witversie te printen voor leerlingen die snel afgeleid worden door kleuren, extra afnametijd toe te staan of de toets af te nemen in meerdere delen. Ook is aan vader het advies gegeven om te kijken wat er eventueel in het ondersteuningsplan van de school staat. Balans hoopt natuurlijk dat het niveau van deze leerling goed naar voren komt vanuit de Cito, zodat een goede keuze kan worden gemaakt voor het vervolgonderwijs. Uiteraard mag vader daarover als het nodig is altijd weer bellen met de BalansAdvieslijn.
Ben je (ervarings)deskundige en heb je gelegenheid om minstens één dagdeel per week naar De Bilt te komen? Beschik je over kennis en ervaring waar andere ouders hun voordeel mee kunnen doen? Dan zoeken wij jou voor het versterken van ons Adviesteam. Mail naar afdelingen@balansdigitaal.nl
januari 2020 | BALANS MAGAZINE 01 | 9
ADVERTENTIES
Met Superboek wordt lezen leuk! Lezen is leuk. Maar voor jongeren met een leesbeperking is lezen vooral lastig. Passend Lezen helpt het lezen makkelijker te maken. Bijvoorbeeld met de speciale Superboek-collectie. Dit zijn boeken en tijdschriften in o.a. gesproken vorm of karaoke. En tot 18 jaar is lid worden gratis!
Meer weten? Ga naar www.passendlezen.nl/balans Passend Lezen is exclusief toegankelijk voor mensen met een leesbeperking, zoals bijvoorbeeld slechtziendheid, adhd of dyslexie.
PL_adv_174x114_32-2-Ad-J_def.indd 1
32-2-Ad-J
10-10-2019 08:48
Roger voor onderwijs TM
De brug naar beter verstaan
Om op de hoogte te blijven van de snelle veranderingen in de leeromgeving, biedt de nieuwe portfolio van Roger voor onderwijs verschillende intuĂŻtieve oplossingen die gemakkelijk te gebruiken zijn en die speciaal zijn ontworpen voor iedere soort les. Dankzij producten zoals de intuĂŻtieve Touchscreen Mic voor leerkrachten, de handige Pass-around-microfoon voor medeleerlingen en de veelzijdige Multimedia Hub wordt het eenvoudiger dan ooit voor slechthorende kinderen om zich te concentreren op wat daadwerkelijk van belang is. Hiermee kunnen zij beter verstaan, volledig deelnemen aan activiteiten en meer leren. Kijk voor meer informatie op www.phonaksolo.nl
10 | BALANS MAGAZINE 01 | januari 2020
ACTUEEL LOBBY
HUISARTSEN EN DE JEUGDWET de plaatselijke regels die de gemeente Sinds 1 januari 2015 zijn gemeenten heeft opgesteld voor de uitvoering van verantwoordelijk voor de Jeugdhulp. HUISARTS de Jeugdwet. In de Jeugdwet staat hierover dat VERWIJST DOOR, gemeenten moeten voorzien in een GEMEENTE Oudervereniging Balans maakt zich hier kwalitatief en kwantitatief toereikend grote zorgen over. Bij de invoering van aanbod. En zij moeten zoveel als mogelijk WIJST AF… de Jeugdwet in 2015 heeft Balans zich keuzevrijheid bieden. De gemeenten samen met andere belangenorganisaties niet voor niets hebben tegelijkertijd een rol in de regie bij de toegang hard gemaakt voor de mogelijkheid in de wet dat een tot Jeugdhulp. Zij maken afspraken met zorgaanbieders huisarts rechtstreeks mag doorverwijzen naar Jeugdover de zorg die wordt geboden en wat de zorgaanhulp. Het hoort bij de uitoefening van het beroep huisarts bieder hiervoor betaald krijgt. Door de gemeenten om een inschatting te maken van de problematiek van geformeerde wijkteams beoordelen welke hulp nodig is, jongeren, en door te verwijzen naar passende zorg. voor hoe lang en door wie. Daarbij is een bezoek aan de huisarts laagdrempelig, en deze kent de jongere en de gezinssituatie vaak al jaren. In de Jeugdwet staat ook dat huisartsen direct mogen Balans vindt dat ook de doorverwijsbevoegdheid van doorverwijzen naar iedere vorm van Jeugdhulp (artikel de huisarts moet worden gehandhaafd. 2.3 vijfde lid en artikel 2.6 eerste lid, onder a en g). Ook als deze niet door de gemeente is ingekocht. De arts Nu blijkt dat steeds meer gemeenten de rechtstreekse kan van oordeel zijn dat de inzet van Jeugdhulp door doorverwijsmogelijkheid van de huisarts bemoeilijken, een specifieke jeugdhulpaanbieder noodzakelijk is. De is het voor Balans reden om aan de bel te trekken. arts mag over de doorverwijzing autonoom beslissen. Steeds vaker horen we voorbeelden van huisartsen die zeggen niet door te kunnen verwijzen of horen we dat Ondanks dat deze mogelijkheid van de huisarts duidena een verzoek om doorverwijzing de gemeente de lijk in de Jeugdwet staat, zijn er steeds meer voorbeeldoorverwijzing naar passende zorg alsnog niet toeden van gemeenten die de verwijsbevoegdheid van de staat. Schrijnende verhalen van kinderen die hierhuisarts beperken. Bijvoorbeeld door met huisartsen af door niet de hulp krijgen die nodig is. Daarom is het te spreken dat ouders na een verwijzing alsnog naar het belangrijk dat ouders op de hoogte zijn van de wettejeugdteam moeten om te beoordelen of de verwijzing lijke doorverwijsbevoegdheid van huisartsen. Balans van de huisarts wel noodzakelijk is. Deze afspraken die gaat hierover met de huisartsen in gesprek en uiteraard het direct en autonoom doorverwijzen van de huisarts met de gemeenten. bemoeilijken, zijn vaak terug te vinden in de Verordening Jeugdhulp van een gemeente. In zo’n verordening staan
©BIANCA TOEPS
balansdigitaal.nl word lid
Lobbyen voor goede voorzieningen en erkenning voor de problematiek van gezinnen met kinderen met ondersteuningsbehoeften. Balans zet zich er al drie decennia voor in. Vaak gebeurt de belangenbehartiging achter de schermen. Op deze plek krijgt u in elke editie een inkijkje in de Balanslobby, door Balanscollega Joli Luijckx.
ACTUEEL LOBBY
Hoe meer leden Balans heeft, hoe krachtiger onze stem in de lobby. Bent u nog geen lid? Word dan (steun)lid van Oudervereniging Balans!
Wilt u deze lobby en ander lobbywerk van Balans volgen? Kijk dan regelmatig op onze website balansdigitaal.nl, abonneer u op onze gratis nieuwsbrief en volg ons op Facebook, Twitter en Instagram.
januari 2020 | BALANS MAGAZINE 01 | 11
BIJ ONS THUIS
PORTRET VAN EEN BALANSGEZIN
‘VOOR MIJ IS FYGO DE MOOISTE, LIEFSTE EN KNAPSTE KEREL’ Karin van Ginhoven (49) vormt een samengesteld gezin met Arjan (52), zijn dochters Michelle (25) en Dorrit (20) en haar eigen kinderen Dewi (22) en Fygo (17). Fygo heeft McDD (zie kader). Hij woont sinds kort in een gesloten instelling. Karin en Fygo INTERVIEW: NICOLETTE KUIJLAARS FOTOGRAFIE: JORIS DEN BLAAUWEN
H
et huis van Karin is groot, opgeruimd en stil. Die stilte, daar moet ze nog aan wennen. En aan nog veel meer dingen. Die stilte maakt het zo voelbaar dat Fygo niet meer thuis woont. Sinds half augustus verblijft hij in een gesloten instelling. Het voorlopige sluitstuk van zeventien turbulente jaren vol strijd, verdriet en teleurstellingen. Waarin een e-mail aan minister Hugo de Jonge voor een keerpunt zorgde. Karins schreeuw om hulp werd opgepikt door zijn ministerie. Dat stuurde een kordate medewerkster, die alles vanuit een nieuw perspectief kon bekijken en die ook mogelijkheden zag. Vanaf dat moment is alles de goede kant opgerold. Nou ja, zo goed als mogelijk. Want helemaal goed zal het nooit zijn. Daarvoor zijn de problemen die Fygo heeft te groot, en is zijn toekomstperspectief te wankel. 12 | Balans Magazine 01 | januari 2020
DENKEN DAT JE ALLES KUNT Het was voor Karin geen verrassing dat er ‘iets’ was met haar jongste kind. Als je vanaf je geboorte anderhalf jaar lang huilt, zit je niet goed in je vel. Daarbij was Fygo druk, onrustig, onhandelbaar en was hij altijd zoek. Hij liep weg, maar kwam ook altijd weer terug. Op de kleuterschool zat hij vaker op de gang dan in de klas. Daarna volgde speciaal basisonderwijs, ook geen succes. Toen hij werd opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis, was er sprake van autisme. Karin weet nog dat ze dacht: autisme? Net als Rainman? Kom op! Maar Google maakte veel duidelijk. Als Fygo íéts had, dan was het McDD. Overgevoelig voor prikkels, je beter voordoen dan je bent, denken dat je alles kunt. Het klopte allemaal.
Karin: ‘Ineens snapte ik waarom het tijdens vakanties wél goed ging. Dan had Fygo de hele dag twee begeleiders om zich heen: Arjan en mij. Wij vermaakten hem van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Duiken, wandelen, zwemmen, spelletjes doen. Fygo hoefde zich geen moment zelf te vermaken, hij had niet eens tijd om gekke, gevaarlijke dingen te bedenken. Dat Arjan en ik op die manier eigenlijk geen rust kregen, voelde ik toen niet zo. Gek misschien, maar ik denk met veel plezier terug aan onze vakanties met Fygo. Misschien juist omdat dat korte periodes waren van betrekkelijke rust.’ PRATEN OVER ALLES Zijn aanleg zorgt ervoor dat Fygo heel makkelijk is te beïnvloeden én dat hij denkt dat hij alles kan. Karin: ‘Een slechte
combinatie. We hebben zoveel met hem meegemaakt. Foute keuzes die hij maakte, voortkomend uit contacten met verkeerde vrienden en gevaarlijke dingen, zoals stunten op de fiets hangend aan een scooter. Hij had zijn nek kunnen breken. Bij elke ambulance of politieauto die ik hoorde, dacht ik: het is zover. Toen hij jonger was, ging het nog wel, maar in de puberteit werd het almaar erger. Als Dewi iets had
Die e-mail aan minister De Jonge zorgde voor een keerpunt januari 2020 | Balans Magazine 01 | 13
BIJ ONS THUIS
McDD McDD is de afkorting van de Engelse term Multiple complex Developmental Disorder. In het Nederlands: meervoudige complexe ontwikkelingsstoornis. McDD wordt beschouwd als een variant van autisme. De kern van de problematiek ligt echter minder op het terrein van de sociale contacten; voor een kind met McDD is vooral het reguleren van gedachten en emoties een probleem. Het kind is minder goed in staat zijn innerlijke gemoedsgesteldheid in evenwicht te houden en onderscheid te maken tussen fantasie en werkelijkheid. De benaming McDD komt in de DSM-5 (een internationaal erkend classificatiesysteem van stoornissen) niet voor, maar de afkorting wordt nog wel steeds gebruikt.
gedaan wat niet mocht, dacht zij de volgende ochtend: dát ga ik niet meer doen. Fygo dacht dan: dát was leuk, dat doe ik nog een keer.’
Twaalf jaar en op geen enkele school terecht kunnen. Walgelijk.
14 | Balans Magazine 01 | januari 2020
Na de scheiding van de vader van Dewi en Fygo leerde Karin Arjan kennen. Ze besloten samen te gaan wonen en dus ook samen voor Fygo te zorgen. Karin: ‘Dat was moeilijk in het begin. Arjan begreep het gedrag van Fygo niet altijd. Logisch. En ook voor zijn dochters was het wennen. Wat ons heeft geholpen, is dat we altijd alles hebben opengegooid. Iedereen mocht altijd praten over alles. Dingen werden gewoon benoemd, ook als ze vervelend waren. Ik denk dat dat ons heeft geholpen. En het karakter van Arjan. Hij is zo liefdevol, naar mij en naar Fygo.’
PORTRET VAN EEN BALANSGEZIN
Voor het eerst ben ik geen hulpverlener en politieagent, maar gewoon moeder ONTHEFFING VAN DE LEERPLICHT Toen Fygo twaalf jaar was, kwam hij terecht op het speciaal voortgezet onderwijs. Karin: ‘Ik vroeg nog: weten jullie het zeker? Durven jullie het aan? Ja, dat durfden ze. Meteen na de eerste ochtend moest ik op gesprek komen. Het was toch moeilijker dan ze dachten. Als Fygo eens zou starten met één uur per dag naar school? Hij zou dan langer in het schoolbusje zitten dan dat hij in de klas zat. Toen na een tijd bleek dat ze Fygo niet meer dan twee uur per dag school konden bieden, heb ik hem van school gehaald. Twaalf jaar en nergens terecht kunnen. Walgelijk. Hij kreeg meteen ontheffing van de leerplicht. Dat stond voor mij gelijk aan: we hebben geen zin om moeite te doen voor uw zoon.’ Vanaf dat moment is Karin het leven van Fygo zelf gaan regelen. Dankzij het pgb en haar uitgebreide netwerk lukte dat redelijk. Ze zorgde ervoor dat Fygo de hele week onder de pannen was. Op een zorgboerderij, op de dagbesteding, bij een vriendin en bij haar ouders. Het ging allemaal nét, maar het ging. Totdat het ergens weer helemaal misging. Karin: ‘Toen was het op. Huilend heb ik Jeugdhulp gebeld: zorg alsjeblieft voor een crisisbed. Midden in de nacht heb ik Fygo naar de andere kant van het land gereden. Afscheid nemen in het donker, na uren weer thuiskomen en meteen weer worden gebeld: Fygo is weggelopen. Er volgden nog heel veel telefoontjes. Maar je kunt het niemand kwalijk nemen, ook de medewerkers van instellingen niet. Het is zo ingewikkeld om met iemand om te gaan die McDD heeft.’ Fygo kwam weer thuis. Karin: ‘Dat was het moment waarop ik de e-mail naar minister De Jonge heb gestuurd. Ik was inmiddels machteloos, overspannen en bang voor elk telefoontje.’ EEN GEWOON GEZIN Al die tijd was er ook nog het gezin met drie opgroeiende meiden die ook aandacht wilden. Gelukkig maar, zegt Karin. Want al die vakanties, feestdagen, friet-op-vrijdag en vrienden die aanwaaiden, zorgden ervoor dat het ook een gewoon gezin was, met heel veel plezierige momenten. Met Dewi probeert Karin de schade in te halen. Dat kan,
nu ze meer ruimte heeft in haar hoofd. Karin: ‘Dewi heb ik tekortgedaan. Alle aandacht ging naar Fygo. Ik heb onlangs tegen Dewi gezegd dat dat me spijt. Ze begon te huilen: mam, daar kon je ook niks aan doen. Ik wilde haar erbij betrekken, maar ik wilde haar ook beschermen. Voor de dochters van Arjan was het ook niet makkelijk, maar zij zijn Fygo steeds beter gaan begrijpen, gingen beseffen dat Fygo een bepaalde aanleg heeft waar hij niets aan kan doen.’ NIET MEER BANG Na het eerste crisisbed aan de andere kant van het land, volgden er meer plekken. Maar nergens ging het goed. Tot de Raad voor de Kinderbescherming zei: deze mensen moeten worden geholpen en de enige manier waarop dat kan, is Fygo opnemen in een gesloten instelling. Dat is nu ruim twee maanden geleden. Een definitieve stap, want Fygo komt niet meer thuis wonen. Voor het eerst hoeft Karin niet meer bang te zijn dat Fygo wegloopt of dat hij weer op straat wordt gezet. En voor het eerst is ze moeder, in plaats van mantelzorger, jeugdhulpverlener, politieagent, coach en entertainer. Karin: ‘De eerste twee weken moest ik afkicken, loslaten en mezelf steeds maar weer laten weten: er zijn nu anderen die voor Fygo zorgen. Ik heb een coach voor mezelf gezocht en ik ben, voor het eerst in dertig jaar, weer gaan sporten. Ik móést voor mezelf gaan zorgen, ik was vijftien kilo afgevallen van de stress, ik had hartritmestoornissen. Nee, ik ben niet depressief, zoals de ggz opperde. Ik ben verdrietig. Zeven maanden ben ik thuis geweest met een burn-out. Langzamerhand pak ik mijn werk weer op. En dat is goed.’ Karin bezoekt Fygo één keer in de week. Is dat genoeg? Karin: ‘Je wil je kind altíjd zien, dus het is niet genoeg. Maar wel nodig. Voor mij is Fygo de mooiste, liefste en knapste kerel. Maar wij waren zo verweven, we moesten uit elkaar. Ik weet dat als ik hem nu niet loslaat, het zo weer mis kan gaan. Maar het druist in tegen alles wat een moeder wil zijn: iemand die dag en nacht voor haar kind zorgt en dat kan ik niet meer. Daar moet ik nog aan wennen. Dat is eigenlijk de stilte die ik hoor.’ januari 2020 | Balans Magazine 01 | 15
Lezen is wel leuk !
www.decoolekikker.nl
Nieuwe methode!
Ik b
Dyslexie? Lees met klankhulp!
Leer je kind omgaan met een beetje pech
en
ee
n ..
Gebruik de Taal in Blokjes Reader software om beter te leren lezen
.
KIKKERKAMPIOEN!
Speciale korting voor BM-lezers
taalinblokjes.nl/balans
tentie Balans Magazine 2019-12-09.indd -- 09/12/19 ADVERTENTIES
advertentie8_Balans_cmyk.indd 1
Een vraag over onderwijs of zorg? Bel BalansAdvies!
23-01-19 10:48
BalansAdvies 030-2255050 (keuzeoptie 3)
Elke werkdag van 10.00 tot 13.00 uur. Buiten openingstijden inspreken of via contactformulier: balansdigitaal.nl/balansadvies-2
16 | BALANS MAGAZINE 01 | januari 2020
“Formula slui
t naadloos aa
n op onze lesm
ethode.”
Formula is het educatieve rekenspel voor in de klas, thuis en op vakantie!
naars r goede reke de wat minde n elkaar!” én va e k ed oo go , de en leerden zo ar ka “Alle kinderen el n pe mee, hiel deden actief Bestel nu op www.formulagames.nl Ontvang 10% korting tot 1 april 2020 met de code BALANS10
BalansMagazine-FormulaGames191810.indd 1
23-10-19 11:37
COLUMN ERVARINGSDESKUNDIGE FRANCINE POSTMA
Zelfkritiek ‘Misschien moet je weer eens meedoen aan onze mindfulness-groep,’ suggereerde mijn therapeute. Uitgeblust zat ik bij haar op de bank, na een vakantie met de kinderen die van tevoren heel leuk had geleken. ‘Als je wat minder streng voor jezelf bent, kun je misschien ook weer eens een beetje genieten.’ Dat was genoeg - ik begon te huilen. Wanneer had ik voor het laatst écht ergens van genoten? Ik kon het me niet herinneren. Meteen daarna voelde ik me schuldig. Want ik heb zoveel om dankbaar voor te zijn: een lieve, begripvolle man. Twee prachtige zoons. Een dak boven mijn hoofd, stromend water, een ijskast vol eten. En ik was net een week in Italië geweest; wie wil dat nou niet? ‘Sommige mensen hebben nu eenmaal een sombere onderstroom,’ zei mijn psychiater een week later. Hij tekende het: een vrolijk dansend lijntje, met een donkere ‘baslijn’ eronder. Die baslijn was me al een poosje niet meer opgevallen - resultaat van structureel antidepressiva slikken. Maar de laatste maanden hoorde ik hem weer vaker, diep en klagend, boven de rest van het orkest uit. Tijd om eens iets nieuws te proberen, vond ook mijn psychiater. Dus slik ik sinds kort dezelfde pillen als mijn oudste zoon: aripiprazol, door ons kortweg ‘ari’ genoemd. Een antipsychoticum, dat in lage dosering helpt tegen stemmingswisselingen. Mijn zoon werd er van de ene op de andere dag minder agressief van. Zelf merkte ik na een week dat ik minder snel last had van een vol hoofd. Maar de somberheid en de zelfkritiek bleven, helaas.
Francine Postma (47) is journalist, getrouwd met Maarten (43) en moeder van Coen (13) en Jan (9). Beide jongens hebben ASS en ADHD. Zelf weet Francine sinds een paar jaar dat ze ADD heeft. Lees ook het interview met Francine in ons ADHD-dossier vanaf pagina 34.
Dus zat ik weer een week later in een kring met mijn ogen dicht, me te concentreren op mijn ademhaling. Al drie keer eerder had ik zo’n mindfulnesscursus gedaan. Waarom lukte het me dan steeds maar niet om het in praktijk te brengen? Nou zat ik hier weer, elke woensdagochtend, tussen allemaal jonge meiden, de helft zonder kinderen. Wat had ik hier te zoeken?
HOE VOORKOM JE DAT JE JEZELF VOORBIJ RENT?
Toch merkte ik na een paar woensdagochtenden dat de cursus me goed deed. Ook al hoorde ik alles voor de derde keer, ik haalde er toch weer iets nieuws uit. De jonge meiden bleken stuk voor stuk erg aardig en uiteindelijk bleken we, kinderen of geen kinderen, allemaal te worstelen met hetzelfde. Hoe voorkom je dat je jezelf voorbij rent, in een wereld die voortdurend van alles van je lijkt te eisen? Hoe blijf je mild voor jezelf, als je een fout hebt gemaakt? Sommige dingen moet je blijven oefenen.
januari 2020 | BALANS MAGAZINE 01 | 17
BALANSOUDERPOWER
‘VAAK SCHIETEN OUDERS De cursus BalansOuderpower geeft ouders van tieners met ondersteuningsbehoeften handvatten om beter met hun kind om te gaan. Plus talloze tips & tricks om probleemsituaties het hoofd te bieden. Corinne Vinks is de vrouw achter de cursus. ‘Na afloop staan ouders er veel rustiger en sterker in.’ INTERVIEWS: RENATE VAN DER ZEE
Het is belangrijk dat ouders energie opdoen om situaties aan te kunnen
18 | BALANS MAGAZINE 01 | januari 2020
‘Ouders empoweren, dat is de bedoeling,’ zegt Corinne Vinks. Zij is de drijvende kracht achter de cursus BalansOuderpower. ‘De grote kracht van de cursus is dat ouders elkaar ontmoeten,’ zegt Vinks. ‘Lotgenoten kunnen ervaringen uitwisselen en ouders weten dat ze niet alleen staan. De cursusleiders zijn ervaringsdeskundige ouders die dit vrijwillig doen. Dus die hebben veel begrip voor de situatie en kunnen prima meepraten over de problematiek.’ De cursus bestaat uit zes avonden met elk een eigen thema. Vinks: ‘Het begint met het puberbrein. We leggen uit hoe dat werkt en wat je wel en niet kunt verwachten van je kind. We gaan ook in op wat het betekent om een kind met ontwikkelingsproblemen of ondersteuningsbehoeften te hebben, wat die problemen inhouden, wat de positieve en de negatieve kanten zijn. Vervolgens gaan we in gesprek met elkaar om te horen waar iedereen tegenaan loopt en bespreken we de problematiek thuis.’ ONMACHT Tijdens de cursus is ook aandacht voor wat er eventueel in de puberteit nog bij kan komen aan andere problemen, want vaak komt een stoornis niet alleen. Ouders leren wat ze kunnen doen om hun puber te begeleiden, bijvoorbeeld als het gaat om vriendschappen en seksualiteit. Dat jongeren soms in de criminaliteit komen, komt ook aan bod en er wordt gepraat over verslaving, zoals drugs, drank en gokken - want kinderen met ontwikkelingsproblemen zijn verslavingsgevoelig. ‘We eindigen met: hoe nu verder? Dan praten we met de ouders over wat de cursus hen heeft opgeleverd. We bespreken ook hoe ze kunnen werken aan balans in hun leven. Want vaak schieten ouders er zelf bij in. Het is zo belangrijk dat ze energie opdoen om situaties aan te kunnen. Dat vergeten ze weleens.’ Vinks vertelt dat ze vaak mede-ouders op de cursus ziet van wie het kind niet meer naar school gaat, omdat de problematiek zo heftig is geworden dat er geen oplossing meer lijkt te zijn. ‘We leggen dan uit hoe je kunt communiceren met school en organisaties. Wat de rechten en de plichten van de school zijn. Je hoeft het als ouder niet te accepteren
BALANSOUDERPOWER
ER ZELF BIJ IN…’ als een school handelingsonbekwaamheid als excuus gebruikt om je kind van school te verwijderen. Passend onderwijs houdt in dat scholen hun uiterste best moeten doen om een kind in zijn zorgbehoefte tegemoet te komen en verwijdering is een uiterste redmiddel als blijkt dat een kind echt gebaat is bij een speciale school. We vertellen wat ze kunnen vragen van diverse organisaties. En hoe ze hun puber kunnen stimuleren om toch deel te nemen aan bepaalde dingen. We horen ook vaak dat kinderen geen vrienden hebben en veel achter de computer zitten. Ouders weten niet of ze daar grenzen aan moeten stellen. We zien veel onmacht. Soms ontbreekt de kennis om een kind adequaat te begeleiden. Wij bieden die kennis, vanuit andere ouders. We proberen ouders meer kracht te geven zodat ze zich niet meer zo machteloos voelen.’ COMMUNICATIE Tijdens de cursus krijgen ouders ook praktische tips. Hoe ze een Wajong-uitkering of een persoonsgebonden budget aanvragen of hoe ze leerlingenvervoer kunnen regelen. ‘Maar de belangrijkste tools zijn richtlijnen om beter met je kind te communiceren,’ zegt Vinks. ‘De ouders krijgen opdrachten mee voor thuis en de volgende cursusavond wordt daarover gesproken. Heeft het geholpen in het gezin?’ Ze vertelt dat ouders over het algemeen heel enthousiast zijn over de cursus. ‘Want ze kunnen hun problemen kwijt, ze kunnen er met anderen over praten en ze hebben er wat aan in hun thuissituatie. Na afloop staan ze er veel sterker en rustiger in,’ zegt ze. ‘Ouders zijn zo dankbaar dat ze geholpen zijn door de cursus, dat ze die kennis graag willen doorgeven aan anderen. Daarom zijn veel ouders enthousiast om als vrijwilliger zelf een training te gaan geven.’ GÊNE Ze vertelt dat er onder haar cursisten vaak een diepe gêne leeft. ‘Ze denken: waarom gaat het bij mij thuis niet zoals bij de buurvrouw? Meestal leggen ze de schuld bij zichzelf. Want er wordt altijd gezegd: ‘Geef mij hem een weekje,
Je voelt je verbonden, het is alsof je in een warm bad terechtkomt
dan krijg ik hem wel weer in het gareel.’ Met andere woorden: jij kunt niet opvoeden en het ligt aan jou. Maar dat is helemaal niet waar. Je hebt ouders die boeken lezen over de problematiek en er wat beter mee om weten te gaan, maar er zijn ook ouders die dat niet doen en een drempel ervaren om erover te praten. Maar als je mensen om je heen hebt die allemaal met hetzelfde probleem zitten, is die drempel niet meer zo hoog. Dan voel je je verbonden. Het is alsof je in een warm bad terechtkomt. Ik heb dat zelf ook nog steeds. Dat hebben ouders gewoon nodig en dat is de grote kracht van BalansOuderpower.’
Corinne Vinks is nu bezig met het ontwikkelen van OudersForever, een vervolgcursus voor de 18+ problematiek. De lancering is in april 2020.
Meer informatie over de reguliere BalansOuderpowercursussen, data/locaties en aanmelden: balansdigitaal.nl (zoek op: ouderpower).
januari 2020 | BALANS MAGAZINE 01 | 19
DYSLEXIE
Dyslexie is leren omgaan
V.l.n.r. Nel Hofmeester, Rod Nicolson & Irene Besnard-van Baaren.
De meeste wetenschappers beschrijven leerlingen met dyslexie als kinderen met problemen op gedragsniveau (lezen en spelling), en problemen op cognitief niveau (geheugen, concentratie en fonologische vaardigheden: het herkennen van de klanken binnen woorden).
Niet alle kinderen zijn op hetzelfde moment toe aan dezelfde lees- of spellingles
20 | BALANS MAGAZINE 01 | januari 2020
Een aangename verrassing noemt Irene Besnard-van Baaren de resultaten van het wetenschappelijk onderzoek naar dyslexie van de Engelse wetenschapper Rod Nicolson. Ze herkende in wat hij beschrijft de kinderen met dyslexie die ze zelf sinds 1984 in haar praktijk had leren kennen. Besnard werkte dan ook graag mee aan een Nederlandse vertaling en bewerking van zijn werk. Dyslexie 360 Een totaalplaatje beschrijft dyslexie in al haar aspecten. INTERVIEW: JOLI LUIJCKX Nicolson noemt dit de versmalde visie. Met Dyslexie 360 wordt het totale plaatje van dyslexie bedoeld. Het hele plaatje met de sterke en zwakke kanten van een kind met dyslexie, de vertraagde neurologische ontwikkeling, de andere manier van informatie verwerken en wat dit betekent voor zowel het leren op school als voor de verdere levensloop. Ook beschrijft Nicolson in zijn werk wat te doen om een kind wel te laten slagen met leren lezen en schrijven. En heel belangrijk, hoe het zijn of haar talenten kan ontwikkelen. Besnard: ‘Dit totale plaatje van dyslexie is van grote waarde omdat het ons nieuwe informatie geeft over de oorzaken
van dyslexie en de wijze waarop we een kind met dyslexie beter kunnen helpen.’ STERKE EN ZWAKKE KANTEN In de beschrijvingen van Nicolson herkent Besnard de grote diversiteit aan problemen die ze al jaren bij haar leerlingen met dyslexie ziet. Het valt haar op hoe de kinderen naast hun leerprobleem ook mooie kwaliteiten hebben. Ze ziet vooral lieve, zachtmoedige, creatieve, gevoelige kinderen, vaak met een goede intelligentie. Eigenschappen die Nicolson beschrijft als de sterke kanten of talenten van mensen met dyslexie. Maar ze ziet ook dat kinderen met dyslexie meer dan gemiddeld
DYSLEXIE
met verschillen moeilijkheden hebben op andere gebieden. Moeite met het ordenen van informatie bijvoorbeeld, een minder goed besef van tijd, het verwarren van links en rechts. En ook problemen met het automatiseren van kennis en vaardigheden. Denk bijvoorbeeld aan het aanleren van de tafels en klank-tekenkoppeling. Daarnaast ziet Besnard vaak problemen met de grove en fijne motoriek. Het leren fietsen, zwemmen, veters strikken, een bal vangen en later het leren schrijven verlopen niet probleemloos. Nicolson noemt dit de dieperliggende oorzaken van dyslexie op neurobiologisch niveau. Deze zwakke kanten van kinderen met dyslexie ontstaan door een verminderde activiteit in verschillende delen van de linkerhelft van de hersenen. Het betreft juist de delen van de linker hersenhelft die betrokken zijn bij het leren lezen. Maar Nicolson ziet met zijn hersenonderzoek meer. Juist op jonge leeftijd ziet hij grote onderlinge verschillen tussen kinderen in de ontwikkeling van de hersenen en de rijping van neurale verbindingen. Hoe meer die verbindingen worden gebruikt, hoe effectiever ze gaan werken. Onze hersenen kunnen ook worden gestimuleerd om vertraagde neurale verbindingen alsnog te activeren. Dat kun je dus ook doen bij kinderen met dyslexie, door ze ‘onder te dom-
pelen’ met verrijkende taal, rijm en allerlei taalspelletjes. Maar wel op een manier die aansluit bij de ontwikkelingsfase van de hersenen van het kind op dat moment. MAATWERK Besnard: ‘Daarom is het belangrijk goed te kijken hoe ver een kind in zijn ontwikkeling is. Maatwerk dus. In groep 3 leren alle kinderen in ons onderwijssysteem lezen en spellen met dezelfde oefeningen op hetzelfde moment. Je moet je realiseren dat in groep 3 kinderen zitten die in kalenderleeftijd van elkaar verschillen. De een moet nog zes worden, de ander is al bijna zeven. Alleen al dit verschil in kalenderleeftijd maakt een groot verschil voor de ontwikkelingsfase van de hersenen. En dan zijn er ook nog grote individuele verschillen bij kinderen in de ontwikkeling en rijping van het brein. Vooral de jongere, zachtmoedige, lieve kinderen bij wie die rijping wat trager tot stand komt, hebben het lastig in het onderwijs. Het is dus niet verwonderlijk dat ik juist deze kinderen terugzie in mijn praktijk.’ Besnard zou graag zien dat het onderwijs meer rekening houdt met de onderlinge verschillen tussen kinderen. Ze heeft zelf voor ze haar praktijk startte in het onderwijs gewerkt en zag dat in een groep 3 niet alle kinderen op
ISBN: 9789463711647, € 30,-
Dyslexie 360 Een totaalplaatje, beschrijft twintig jaar wetenschappelijk onderzoek van Rod Nicolson waarin hij concludeert dat dyslexie een talentdiversiteit is. De Nederlandse vertalers-bewerkers Irene Besnard-van Baaren, Nel Hofmeester en Kees van de Bos volgen hem daarin. Besnard-van Baaren werkte in het speciaal onderwijs, was schoolbegeleider bij het CED (Centrum Educatieve Dienstverlening) en oprichter van praktijk Blom voor begeleiding op leer- en sociaal gebied. Hofmeester was verbonden aan de Hogeschool Rotterdam en is nu directeur van coaching- en scholingscentrum Verborgen Schatten, met specialisatie dyslexie en neurodiversiteit. Kees van den Bos is emeritus hoogleraar aan de vakgroep Orthopedagogiek van de Rijksuniversiteit Groningen. Op dit moment werken de drie vertalers-bewerkers aan een vervolg op Dyslexie 360 Een totaalplaatje. Begin oktober verschijnt Dyslexie 360 De praktijk waarin de volgende uitspraak van Nicolson wordt uitgewerkt: ‘Als kinderen niet leren zoals wij ze onderwijzen, moeten wij ze onderwijzen zoals ze leren.’ Voor alle levensfasen wordt beschreven hoe ouders, leerkrachten, docenten en werkgevers ervoor kunnen zorgen dat de talenten van dyslexie worden herkend, zich kunnen ontwikkelen en tot bloei kunnen komen.
januari 2020 | BALANS MAGAZINE 01 | 21
DYSLEXIE
Het zijn vooral lieve, zachtmoedige, creatieve, gevoelige kinderen, vaak met een goede intelligentie hetzelfde moment toe zijn aan dezelfde lees- of spellingles. ‘Het is nodig dat ieder kind wordt gestimuleerd in het lezen en spellen op een manier die aansluit bij de ontwikkelingsfase van zijn brein. Voor de een is dat het werken met bijvoorbeeld klanken en rijmen en een kind onderdompelen in verrijkende taal, terwijl een ander kind al woordjes of zinnen leest. UITGEBREID OUDERGESPREK Ook in haar dyslexiepraktijk houdt Besnard altijd rekening met onderlinge verschillen en voorkeuren van kinderen. ‘Ik begin mijn onderzoek altijd met een heel uitgebreid oudergesprek. Ouders hebben zoveel waardevols te vertellen over hun kind. Een goed oudergesprek is je halve onderzoek. Het geeft mij veel informatie over hoe ik een kind kan helpen. En dat is niet door alleen te behandelen op het gebied van lezen en spellen. Ik doe bijvoorbeeld ook, indien nodig, visueel motorische en spraak-motorische oefeningen. Trampolinespringen bijvoorbeeld en daarbij een woord hardop spellen of een tafel van vermenigvuldiging opzeggen. Door bij 22 | BALANS MAGAZINE 01 | januari 2020
de behandeling meer zintuigen in te schakelen en kinderen te laten bewegen, stimuleer je de ontwikkeling van de neurale verbindingen in de hersenen.’ TALENTEN Besnard ziet in haar praktijk veel kinderen binnenkomen die stijf staan van de nervositeit. Kinderen die al veel faalervaringen hebben opgedaan. Ook dat beschrijft Nicolson. Wanneer het onderwijs dat een kind krijgt niet aansluit bij de ontwikkelingsfase van de hersenen, wanneer we overhaasten en overvragen in plaats van stimuleren, doet een kind constant faalervaringen op. Faalervaringen die zich herhalen, maken een wond die steeds groter wordt en uiteindelijk een abces vormt. Nicolson noemt zo’n groot ernstig abces wat is ontstaan toxic learning. Besnard pleit dan ook net als Nicolson voor meer kind-volgend onderwijs. En daarnaast aandacht voor ontwikkeling van de vele talenten die Nicolson beschrijft bij mensen met dyslexie. De sociale sterktes van mensen met dyslexie, zoals goed zijn in teamwork, invoelend en communicatief zijn. De cognitieve sterktes, zoals het
overzien van het totale plaatje, visueel ingesteld zijn, creatief en innovatief. En sterktes op het werkgebied, zoals vastberadenheid, veerkracht, pro-activiteit en flexibiliteit. Deze talenten van mensen met dyslexie zijn belangrijk en moeten worden ontwikkeld en versterkt. Want bij een sollicitatie word je niet aangenomen vanwege het feit dat je zo hard gewerkt hebt aan werkwoordspelling op school. Maar wel vanwege je ontwikkelde kwaliteiten en talenten. Nicolson noemt dyslexie dan ook geen stoornis, maar een talentdiversiteit. De gezamenlijke talenten die Nicolson in zijn onderzoek vindt en die volgens hem kenmerkend zijn voor mensen met dyslexie noemt hij de Dyslexie Tienkamp. Besnard: ‘Juist deze talenten en de bijbehorende manier van denken hebben we zo hard nodig in onze huidige maatschappij. Dat het bestaan van dyslexie door sommigen ter discussie wordt gesteld vind ik heel erg. Het onderwijssysteem moet om. Want hoe kunnen de talenten van kinderen met dyslexie bloeien als het systeem ze de kans niet geeft?’
COLUMN ONDERWIJSJURIST KATINKA SLUMP
Het zou een gesprek worden ‘met het mes op tafel…’ Een oudergesprek met de school over een leerling die blokkeert. Aan de ene kant de ongeruste ouders die zien hoe kun kind tussen hun vingers door glipt en hoe de onderwijsachterstand van hun kind met de dag groter wordt. Aan de andere kant een school die handelingsverlegen is zoals dat nog steeds, ook na invoering van de Wet passend onderwijs, nog te vaak het geval is. School en ouders die niet langer on speaking terms zijn met elkaar, is een lastige patstelling die moet worden doorbroken. Het is meestal in die situatie dat ik aan tafel aanschuif. Vaak komt dan ook het schoolbestuur erbij, als het bevoegd gezag van de school. Lastig is daarbij dat schoolbesturen vaak wantrouwend staan tegenover juristen of advocaten die ouders bijstaan. Men vreest dat het conflict daardoor verder zal escaleren. Maar ook advocaten moeten voor ogen houden dat een regeling in der minne veelal de voorkeur verdient boven een proces, zo luidt namelijk regel 5 van de Gedragsregels voor advocaten. Voordat ik op weg ga naar het overleg met de school, het schoolbestuur en de ouders, open ik mijn mail. Op de valreep lees ik een e-mailbericht van de ouders aan het schoolbestuur waar de frustratie vanaf druipt en waarin de ouders fikse kritiek leveren op de handelwijze van de school. Dat is olie op het vuur en de kans is groot dat dit e-mailbericht het overleg er niet makkelijker op zal maken. Het loopt echter anders… De schoolbestuurder opende het gesprek. ‘Ik heb een mail ontvangen van de moeder,’ zo sprak hij. Oké, nu komt het, dacht ik. De schoolbestuurder sprak verder: ‘Ik zag dat het bericht vannacht om 2.00 uur aan mij is verzonden. Dat vind ik heel erg. Want, hoe wanhopig ben je als ouder als je midden in de nacht berichten naar school stuurt voor onderwijs aan je kind… Daarom wil ik dat wij dit probleem vandaag met elkaar oplossen!’ En die oplossing kwam… De bestuurder slaagde erin om ondanks de grote onderlinge verdeeldheid de partijen te verbinden.
Foto©MIRIAMVDHOEK
‘Kennis is macht en delen is kracht’!
Onderwijsjurist Katinka Slump geeft in haar columns inzicht in de complexe wet- en regelgeving van het Onderwijsrecht en wat die regels voor gevolgen hebben voor het recht op onderwijs van leerlingen en de rol daarbij van ouders.
HOE WANHOPIG BEN JE ALS JE MIDDEN IN DE NACHT BERICHTEN NAAR SCHOOL STUURT?
Ook Balans zoekt de verbinding en trekt het komend jaar het land in. Wij komen ook bij u in de buurt. Tijdens de conferenties van Balans in de regio’s delen onderwijsexpert Noëlle Pameijer en ik onze kennis en ervaring met ouders, docenten, schoolleiding, samenwerkingsverbanden en gemeenten. Onder het motto: ‘Kennis is macht en delen is kracht’! januari 2020 | BALANS MAGAZINE 01 | 23
THUISZITTER
‘OPEENS SPRAKEN SEB EN IK MET DE STAATSS Dat er iets ‘anders’ was met Sebastiaan (17) viel al op in de kraamweek. Door goede afstemming met het kinderdagverblijf bleef hij daar vier jaar welkom. Vanaf zijn kleutertijd ging het mis. Psychoses. Dagbehandeling. Isolement. Wat gedeeltelijk thuiszitten was, werd vanaf groep 5 ‘absoluut verzuim’. Moeder Juliëtte Mutsaers moest haar werk opgeven. In 2015 stonden zij en Sebastiaan opeens in de nationale mediaspotlights. INTERVIEW: GEERT BORS
‘H
et begon, op 27 juni 2015, met een tweet van onderwijsjurist Katinka Slump. ‘Ik heb zoveel thuiszitters in mijn mailbox, wat gaan we doen?’ Ik antwoordde: ‘Met zijn allen op teldatum 1 oktober op het Plein in Den Haag!?’ Daarop kwam veel bijval van ouders: ‘Goed plan. Ik kom! Waar zit de organisatie?’ Toen heb ik ook B gezegd en ben ik erin gedoken: ik werd organisator, en kartrekker voor de ouders. Een paar dagen later - ik had die dag al in een radioprogramma gezeten - reisde ik naar Den Haag, waar een debat over passend onderwijs plaatsvond. Staatssecretaris Sander Dekker had het plan opgevat om samenwerkingsverbanden een sanctie te geven, als zij particulier onderwijs inkochten voor bepaalde leerlingen. Verschillende
Door onmacht en onkunde liep hij onnodig extra trauma’s op 24 | BALANS MAGAZINE 01 | januari 2020
politieke partijen hadden hem die middag al aangesproken: ‘U blokkeert de mogelijkheid voor een kleine groep kinderen om onderwijs te volgen!’ Aan het eind van het debat, terwijl Katinka mijn zoon Sebastiaan (toen 13) onder haar hoede had genomen, ging ik midden in de Tweede Kamer staan. Ik bleef naar Sander Dekker zwaaien tot ik contact had. Toen ik met hem in gesprek raakte, bracht Katinka Sebastiaan naar ons toe. Ik vertelde dat een school bereid was mijn zoon op te nemen, maar dat Sebastiaan niet hele dagen naar school kon en dat zij als aanvulling wilden investeren in afstandsonderwijs, dat hij thuis met mij kon volgen. Maar, legde ik uit: ze deinzen terug voor de voorgestelde sanctie: ‘Uw maatregel gooit roet in het eten.’ Opeens stond een werkelijkheid, die de staatssecretaris alleen van papier kende, voor zijn neus. Het was helemaal niet mijn eerste doel om op dat moment iets voor elkaar te krijgen. Ik wilde mijn onmacht kwijt. Inzicht geven in wat er in een gezin kan spelen. Sebastiaan ging er nog eens boos overheen: ‘Dit komt door jou. Wat jij zegt, kost mama heel veel geld.’ Dekker kreeg er rooie oortjes van. Hij wilde meer weten, vond dat er maatwerk moest komen, vroeg naar de naam van de school.
THUISZITTER
ASTIAAN ECRETARIS’ Al sinds zijn kleutertijd lukte het niet om Sebastiaan een passende plek in het onderwijs te geven. Hoewel er vaak met de beste intenties werd gewerkt, lieten instanties steken vallen. Door onmacht en onkunde liep hij onnodig extra trauma’s op. In de vijf jaar voor 2015 was hij volledig thuiszitter geweest. De eerste anderhalf jaar van Sebastiaans kleutertijd had ik het kunnen combineren met mijn werk in de jeugdzorg, maar uiteindelijk lukte dat niet meer. Hoewel collega’s nog een tijdje contact zochten, gaat hun leven ook verder. Je raakt als ouder snel geïsoleerd, met een inkomensval, een weggenomen groeiperspectief. En ook met altijd wel de institutionele dreiging van drang en dwang boven je hoofd. Na het gesprek met Sander Dekker kwam er vanaf 2015 voor Sebastiaan een oplossing: naar draagkracht volgde Sebastiaan onderwijs op school; de rest was door de school bekostigd thuisonderwijs. Tot het schooljaar 2016/17 ging dat behoorlijk goed. Hij volgde het volledige programma en kon goed meekomen met zijn leeftijdsgenoten. Persoonlijke factoren en een tekort in ondersteuning uit de Jeugdwet maken dat het nu stroef loopt. Op 1 oktober 2015 stonden we met ouders en thuiszitters op het Plein in Den Haag. Daags erna volgde het symposium Het kan wel, over mogelijkheden van maatwerk. Beide met als doel om ouders, overheid en het werkveld met elkaar te verbinden. Ook om ouders te sterken, want thuiszitten heeft óók grote consequenties voor de mensen om het kind heen - emotioneel, sociaal, financieel. In het najaar van 2015 kwam er een kamerbrief ‘Onderwijs op een andere locatie dan school’, waarin het politieke antwoord op ingekocht particulier onderwijs van een categorisch ‘nee’ was veranderd in een ‘nee, tenzij’ - een tenzij met fikse voorwaarden. Er was een deur op een kier
Juliëtte: 'We willen positief naar de toekomst kijken, vandaar de glazen bol als van een waarzegster. Omdat Sebastiaan gek is op vliegtuigen en het liefst piloot wil worden, zit er een vliegtuigje in de bol.
gezet voor ouders en kinderen in dezelfde situatie. Al die inzet van Katinka en ouders begon zijn vruchten af te werpen, maar we zijn er nog lang niet. In april wordt Sebastiaan achttien. Hij begon ooit met een enkelvoudige diagnose. Inmiddels zijn er vijf diagnoses vastgesteld, die heel complex op elkaar inwerken. Omdat dergelijke ontwikkelingen deels omgevingsgerelateerd zijn, weet ik dat hij bepaalde problematiek niet had hoeven ontwikkelen. Als ik terugkijk op zijn kindertijd, heeft hij niet de zorg en het onderwijs gekregen waar hij recht op had. Ondanks beste bedoelingen en heel hard werken van mensen in het onderwijs. Sebastiaan heeft neerslachtige periodes, die mij door merg en been gaan. Zelf kijk ik altijd naar de horizon, voorbij de obstakels. Ondanks diepe dalen, kunnen we samen ook genieten. Van samen vliegtuigspotten of als hij piano speelt of kan fröbelen met smartphones of computers. Wat ik hem gun, is meer stabiliteit, meer het gevoel dat hij kwaliteiten heeft, dat hij er mag zijn en dat er een toekomst voor hem is.’ januari 2020 | BALANS MAGAZINE 01 | 25
DIAGNOSE OF CLASSIFICATIE? Vaak worden de termen classificatie en diagnose door elkaar gebruikt, terwijl deze niet hetzelfde betekenen. Een classificatie, zoals die staat be-
Een diagnose is veel uitgebreider,
schreven in de DSM-5, kun je zien
en is een individuele beschrijving van
als een afspraak over wanneer een
een kind en zijn omgeving, waarbij
verzameling gedragingen of kenmer-
wordt gekeken naar hoe de sociale,
ken een naam krijgt, zoals ADHD.
culturele, psychologische en
Een classificatie zegt verder niets
lichamelijke factoren kunnen
over de oorzaak van gedrag.
hebben bijgedragen aan het ontwikkelen en/of in stand houden van een probleem of klacht.
26 | BALANS MAGAZINE 01 | januari 2020
DOSSIER ADHD
WAAR STAAN WE IN NEDERLAND MET DE ADHD-ZORG IN 2020? Met deze vraag trok Oudervereniging Balans het land in om voor haar leden een zo goed en veelzijdig
BM0 1 2 020
DOSS I ER
ADHD
mogelijk antwoord te verkrijgen. In samenwerking met de Academische Werkplaats ADHD en
woordigd, komen voorbij in dit katern. BM-columnist Francine over ADHD, de aanstellersdiagnose… Juffrouw Noor over haar beloningssysteem; Laura
Batstra bepleit om niemand buiten
Druk Gedrag werd vervolgens besloten
te sluiten bij kinderfeestjes en meester
tot een thema-dossier over dit onder-
Anton begrijpt dat je door wiebelen op
werp. Hierin belichten we uiteenlopende
je stoel júíst je aandacht er beter bij kunt
onderwerpen waaronder zaken waarover
houden. Wetenschappers Betty Veenman
nog geen consensus is: bestaat het label
en Barbara van den Hoofdakker staan
ADHD eigenlijk wel, met haar kenmerken
voor respectievelijk vroegtijdig samen-
druk, hyperactief, ongeconcentreerd en/
werken van alle betrokkenen rondom
of impulsief gedrag? Waarom verdient
een kind met ADHD, en deelname aan
een label wel/geen voorkeur? Welke om-
speciaal ontwikkelde trainingen voor
gevingsfactoren thuis, binnen onderwijs
ouders en onderwijsprofessionals.
en zorg verdienen een kritische blik?
Kortom: een inspirerend dossier dat inzicht geeft in de ADHD-zorg anno nu
Vele organisaties die zich bezighouden
en het denken erover op scherp zet.
met ADHD, waarin wetenschappers, professionals en ouders zijn vertegen-
januari 2020 | BALANS MAGAZINE 01 | 27
WETENSCHAP Met de klok mee: journalist Mariëlle van Bussel (met laptop), Barbara van den Hoofdakker, directeur Balans Suzanne Boomsma, beleidsmedewerkers Balans Karin Horvat en Beatrice Keunen.
‘De Academis alle partijen
Wel of niet classificeren? Wel of geen medicatie? Voor welke behandeling gaan we? Wat is goed onderwijs voor leerlingen met ADHD? Genoeg thema’s rondom ADHD waarover nog lang geen eensgezindheid bestaat. Ook binnen de Academische Werkplaats ADHD en Druk Gedrag worden deze thema’s veel besproken. Waar staan we anno nu met de ADHD-zorg? Een gesprek tussen Balans en hoogleraar Barbara van den Hoofdakker namens de Academische Werkplaats. TEKST: MARIËLLE VAN BUSSEL FOTOGRAFIE: JOSEPHINE VAN BONZEL
‘ADHD blijft een onderwerp dat veel discussie oproept. Ook dit jaar, verwacht ik. We hebben het nog steeds over de noodzaak van classificatie (een label), over het gebruik van medicatie, over de rol van ouders, over de rol van de maatschappij en vooral over de rol
Barbara van den Hoofdakker is werkzaam als psycholoog bij Accare en de Rijksuniversiteit Groningen. Daarnaast is zij actief binnen de Academische Werkplaats ADHD en Druk Gedrag, en het Consortium ADHD en Druk Gedrag.
28 | BALANS MAGAZINE 01 | januari 2020
van het onderwijs. Dan is er nog de impact van de transitie jeugdzorg die het soms moeilijk maakt om de kennis die we hebben over diagnostiek en behandeling van kinderen met druk, hyperactief en impulsief gedrag op de juiste plek te krijgen. Het zijn allemaal onderwerpen die spelen in de zorg rondom ADHD. Een speelveld waarin wetenschappers, zorgverleners, beleidsambtenaren, leerkrachten én ouders hun weg proberen te vinden. Binnen de Academische Werkplaats brengen we deze partijen bij elkaar. Het is belangrijk dat we de termen diagnose en classificatie goed van elkaar
onderscheiden (zie ook kader op pagina 26). Met diagnostiek bedoelen we het proces waarmee we een probleem analyseren; in een diagnose wordt beschreven hoe verschillende kind- en omgevingsfactoren een probleem zouden kunnen verklaren. Een classificatie (het label) is daarvan een (klein) onderdeel. De DSM-5 stelt een scherpe grens: je voldoet wel of niet aan de criteria voor ADHD. Terwijl de werkelijkheid niet zo scherp is; mensen verschillen enorm in de mate waarin ze zich kunnen concentreren en hun gedrag kunnen reguleren.
DOSSIER ADHD
che Werkplaats brengt rond ADHD bij elkaar’
DOS SIER
ADHD ‘SCOREN’ Of je wel of niet voldoet aan de criteria voor ADHD kan veranderen over de tijd en ook tussen contexten. Je kunt bij wijze van spreken elk jaar anders ‘scoren’, afhankelijk van hoe goed je je leven hebt georganiseerd of in welke klas je zit. Heb je een fijne baan, een partner en zit je lekker in je vel, dan voldoe je misschien in die periode niet meer aan de criteria voor ADHD. Maar misschien ben je dan de kwetsbaarheid voor het ontwikkelen van klachten niet kwijt. Als je (net) niet aan die harde DSM-criteria voldoet, wil dat niet zeggen dat je geen problemen kunt ervaren. In die zin maakt wel of niet classificeren niet veel uit. Om te kunnen omgaan met je klachten, thuis, op school of met vrienden, heb je soms simpelweg hulp nodig. Aan de andere kant geeft een classificatie toegang tot kennis: over de oorzaken, de behandeling, de prognose of de risicofactoren. Dus voor het vinden van de juiste kennis is een classificatie wél essentieel. Zelf zei ik jaren terug in mijn praktijk soms tegen ouders dat een classificatie me niet uitmaakte. Het gaat om jullie aanpak thuis. Later kwam ik tot de conclusie
dat classificatie richting kan geven aan je interventie. We weten bijvoorbeeld dat sommige kinderen met ongeconcentreerd, hyperactief en impulsief gedrag vooral goed reageren op directe bekrachtiging, dus op de onmiddellijke beloning van gewenst gedrag, en minder goed op uitgestelde beloningen. Van die kennis wil ik gebruikmaken. Daar kunnen ouders iets mee. Dus ik heb mijn mening bijgesteld, wat niet wil zeggen dat ik vind dat classificaties geen belangrijke nadelen kunnen hebben, zoals stigmatisering. De vraag is misschien meer hoe we moeten omgaan met classificeren. Binnen de Academische Werkplaats voeren we hierover veel discussie, waarbij de meningen trouwens niet heel ver uit elkaar blijken te liggen. MEDICATIEGEBRUIK Het gebruik van medicatie blijft een discussiepunt. Aan de ene kant zijn er ouders die medicatie geven en daarmee klaar denken te zijn, aan de andere kant heb je ouders die hun baan opzeggen om hun kind met ADHD een zo rustig en gestructureerd mogelijk leven te bieden. Het is zoeken naar een evenwicht tussen die twee. Waar de balans precies
zit, weten we nog niet. Kinderen komen vaak in de hulpverlening terecht door hun gedragsproblemen, of, wanneer ze eenmaal op de middelbare school zitten, met moeilijkheden bij het plannen en organiseren van de schoolse taken. De gedragsmatige inter-
Nieuwe dingen ontwikkelen is niet nodig, we zouden meer gebruik moeten maken van wat er al is venties zetten we bij kinderen vaak in om die gedragsproblemen (opstandig gedrag, brutaal zijn, verzet, snel boos worden) te verminderen, en bij jongeren soms om ze beter te leren plannen en organiseren, dus meestal niet zozeer tegen de ADHDkernsymptomen. Medicatie, met name methylfenidaat, en oudertraining zijn relatief goed onderzochte interventies.
januari 2020 | BALANS MAGAZINE 01 | 29
WETENSCHAP
Vaak realiseren leerkrachten zich niet dat ook het optimaliseren van de schoolomgeving een behandeling is Er is in Nederland echter een wildgroei aan niet-medicamenteuze interventies voor ADHD die nooit onderzocht zijn, terwijl ouders, leerkrachten en gemeenten soms denken dat ze werken. Dat is zonde, want die interventies kosten tijd, geld en energie die je beter kunt besteden aan bewezen effectieve behandelin-
gen. In de onlangs verschenen Zorgstandaard ADHD zijn de effectief bewezen behandelingen op een rij gezet (zie kader). We proberen de kennis uit de Zorgstandaard via de Academische Werkplaats goed te verspreiden onder ouders, jongeren, leerkrachten, gemeenten en zorgverleners. OUDER- EN LEERKRACHTTRAINING Gedragstherapeutische trainingen voor ouders en leerkrachten zijn de belangrijkste en meest effectieve niet-medicamenteuze behandelingen voor ADHD bij kinderen. Deze bestaan uit het trainen van ouders en leerkrachten in technieken waarmee ze
gedrag van een kind kunnen beïnvloeden. In de Academische Werkplaats kwamen we erachter dat veel ouders en leerkrachten (maar zeker ook gemeenten) niet op de hoogte zijn van het bestaan van deze trainingen en dat is natuurlijk erg jammer. Vaak realiseren leerkrachten zich niet dat ook het optimaliseren van de schoolomgeving een behandeling is. Bij het woord behandeling wordt meestal alleen gedacht aan de individuele behandeling van een kind. Een goede behandeling begint met psycho-educatie en adviezen voor het aanpassen van de omgeving thuis en op school, en wordt gevolgd door gedragstherapeutische interventies voor ouders en leerkracht en/of
De Academische Werkplaats ADHD en Druk Gedrag In de Academische Werkplaats ADHD en Druk Gedrag werken onderzoekers, zorgverleners, ouders, leerkrachten en gemeenten samen om gepaste hulp te stimuleren door onderzoek, onderwijs, beleid en praktijk bij elkaar te brengen. Met zelf ontwikkelde projecten wil de Academische Werkplaats de hulp zo laagdrempelig mogelijk houden en zo kortdurend als kan. Op dit moment lopen er drie onderzoeksprojecten: • Druk & Dwars: onderzoek naar de effectiviteit van een methode om overdiagnosticering bij kinderen te voorkomen, zonder onderbehandeling te riskeren. Bij deze methode krijgen ouders en leerkrachten van drukke kinderen hulp zonder dat er een diagnose is gesteld. • Laagdrempelige zorg voor druk gedrag en ADHD: onderzoek naar de effectiviteit van Aan de slag met
30 | BALANS MAGAZINE 01 | januari 2020
druk en opstandig gedrag, een zelfhulpprogramma voor ouders, en onderzoek gericht op het bevorderen van het gebruik van Druk in de klas, een zelfhulpprogramma voor basisschoolleerkrachten (zie ook pagina’s 37 en 43). • De Proefstopstudie: onderzoek naar de langetermijneffecten van methylfenidaat. Om onnodig langdurig gebruik van ADHD-medicatie te voorkomen, wordt onderzocht of het haalbaar is jaarlijks een proefstop in te bouwen. Op de website ADHDendrukgedrag.nl is alles te lezen over deze onderzoeksprojecten. Ook lees je meer over de themagroepen, ouderparticipatie, de nieuwste ontwikkelingen en praktijkverhalen. Daarnaast vind je daar ook een hele reeks vlogs waarin experts antwoord geven op vragen uit de praktijk.
DOSSIER ADHD
DOS SIER
ADHD Suzanne Boomsma
ofdakker
n den Ho
a Barbara v
medicatie voor het kind. We zouden toe moeten naar een betere integratie van zorg en school, en weg van de historisch gegroeide scheiding tussen onderwijs en de ggz. Wat leer je zoal in een oudertraining? Ik gebruik daarvoor vaak een mooi voorbeeld van Russell Barkley (Amerikaanse onderzoeker die veel onderzoek heeft verricht naar ADHD). Stel: je kind kan zijn mond niet houden als je aan het bellen bent. Als ouder ben je geneigd om te reageren op het moment dat hij jou onderbreekt. Zo krijgt je kind aandacht voor het onderbreken. Terwijl hij moet leren dat hij aandacht krijgt als hij stil is. Als ouder kun je dat bereiken door vaak aandacht te geven op het moment dat hij even stil is tijdens een telefoongesprek. Je leert als ouder in zo’n training de stap te maken van intuïtief naar bewust opvoeden. Je leert nadenken wat, wanneer en waarom je iets doet. Dat geldt ook
Karin Horva t
voor de training van leerkrachten. Als ik ouders aanraad een oudertraining te gaan volgen, denken ze soms dat dat is omdat zij het niet goed zouden doen. Maar dat is niet zo. Het is onderdeel van de behandeling. We weten nou eenmaal dat bepaalde technieken goed werken bij deze kinderen. Iedereen kan zijn of haar opvoedvaardigheden verbeteren. Opvoeden is nu eenmaal ontzettend moeilijk. WETENSCHAPPELIJKE KENNIS De kloof tussen wetenschappelijke kennis en de praktijk is groot. In de Academische Werkplaats (zie kader) en in de PAINT-studies (zie kader en pagina 42/43) doen we verschillende behandelonderzoeken, maar er is vooral ook al heel veel kennis beschikbaar. De praktijk loopt echter achter en gebruikt deze te weinig. Terwijl die kennis zo noodzakelijk is, bijvoorbeeld voor leerkrachten in het (passend)
& Bea
trice K eunen
De Zorgstandaard ADHD In februari 2019 is de nieuwe Zorgstandaard ADHD verschenen. In de Zorgstandaard is te lezen wat vanuit het patiëntenperspectief goede zorg is voor mensen met ADHD. Dit betekent dat de zorg aansluit op de behoeften en verwachtingen van mensen met ADHD, en dat deze bijdraagt aan hun kwaliteit van leven. Omdat het patiënt- en familieperspectief centraal staan, hebben een ouder vanuit Oudervereniging Balans en een vertegenwoordiger van Impuls en Woortblind meegedacht en meegeschreven aan deze Zorgstandaard. De Zorgstandaard is te vinden op: ggzstandaarden.nl/zorgstandaarden/ adhd/
De kloof tussen wetenschap en praktijk is groot
januari 2020 2019 | BALANS BALANS MAGAZINE MAGAZINE 01 01 || 31 31
WETENSCHAP
Consortium ADHD en Druk Gedrag - de PAINT-studies PAINT is een verzamelnaam voor onderzoek dat wordt uitgevoerd binnen het consortium ADHD en Druk Gedrag. De naam PAINT staat voor Psychosociale ADHD INTerventies. In het consortium, gesubsidieerd door ZonMw, werkt een groot aantal Nederlandse praktijkinstellingen, onderzoeksinstellingen en kenniscentra samen, met als doel de zorg voor kinderen met ADHD en druk gedrag te verbeteren. De PAINTstudies richten zich op verschillende vragen rond psychosociale interventies voor kinderen met ADHD of druk gedrag.
VLOGGEN over ADHD Sanne Bloemink maakte een vlog over de sociale aspecten van ADHD. Waarom vinden we een diagnose zo belangrijk? Herkenning, opluchting, eindelijk de juiste hulp? Maar er zijn ook nadelen, zoals stigmatisering, self fulfilling prophecy en problemen in de ontwikkeling. De vlog is onderdeel van een serie vlogs waarin experts antwoord geven op vragen vanuit de praktijk, en is te zien op adhdendrukgedrag.nl/ categorie/vloggenserie/
32 | BALANS MAGAZINE 01 | januari 2020
Binnen verschillende deelprojecten wordt onderzoek gedaan naar: 1. de praktijk van zorg en onderwijs voor kinderen met hyperactief, impulsief en/of ongeconcentreerd gedrag; 2. de vraag voor welke kinderen, ouders, of leerkrachten bepaalde interventies of technieken beter of juist minder goed werken; 3. werkzame elementen van trainingen voor ouders en leerkrachten. Meer info: paint-studies.nl
onderwijs, of voor gemeenteambtenaren die moeten beslissen over het inkopen van zorg. Experts die de kennis in huis hebben, zijn in sommige regio’s en gemeenten meer op afstand gekomen. Terwijl de expertise aanwezig moet zijn in de wijkteams, bij de centra voor Jeugd en Gezin, op de scholen en in de huisartspraktijken. In de Academische Werkplaats ADHD en Druk Gedrag zijn we hard bezig om de bestaande kennis beter te verspreiden. Het is voorlopig helemaal niet nodig om veel nieuwe dingen te ontwikkelen, we zouden vooral meer gebruik moeten maken van wat er al is. We hebben soms te maken met nieuwe hypes in de behandeling van hyperactief, impulsief en ongeconcentreerd gedrag.
Dieet zou een rol kunnen spelen bij de behandeling van ADHD, maar er is nog weinig onderzoek naar gedaan. Gelukkig is er een goede lopende studie die daarover binnenkort meer uitsluitsel kan geven. Dan zijn er cognitieve trainingen (zoals Cogmed en Brain Game Brian) en neurofeedback, waarvan het effect ondanks uitgebreid onderzoek niet overtuigend kon worden aangetoond. De Zorgstandaard raadt deze behandelingen dan ook niet aan, maar in de praktijk wordt er toch nog mee gewerkt. Ik vraag me af waarom een oudertraining of een training voor leerkrachten geen hype wordt? Dat zou een mooi begin zijn van dit nieuwe jaar!’
SOCIALE UITSLUITING
DOSSIER ADHD
Iedereen mag op het feest! Er niet bij horen is één van de ergste dingen die een kind kan overkomen. Universitair hoofddocent Laura Batstra pleit daarom voor meer klassenfeestjes in Nederland. INTERVIEW: NICOLETTE KUIJLAARS FOTOGRAFIE: HESTER DOOVE Batstra: ‘Als we weten dat sociale uitsluiting heel schadelijk is voor een kind, zouden we daar als ouder meer bij stil moeten staan. Liefst op een onopvallende manier. Dus niet kinderen die worden buitengesloten aanwijzen of benoemen, maar uitnodigen op bijvoorbeeld het verjaardagsfeestje van je kind. Ik kwam op het idee voor het project Klassenfeestje door de verjaardag van mijn zoon, alweer een paar jaar geleden. We nodigden de hele klas uit in het buurthuis. Het werd een fantastische verjaardag met allerlei spelletjes. Tegen het einde kwam er een meisje naar me toe dat vertelde hoe blij ze was: dit was haar eerste feestje. Ze was nog nooit ergens uitgenodigd. Hartverscheurend. Dit meisje is me altijd bijgebleven. Ik herkende haar verhaal van mijn werk in de kinderpsychiatrie. In gesprekken met ouders ging het vaak over de afwijzing van hun kind door anderen. Zelfs door mensen van wie je juist hulp zou verwachten: familie, buren, dorpsgenoten, andere ouders… Mensen die dachten: dat kind heeft ADHD, dat nodig ik liever niet uit om te spelen, daar komt drukte van, kattenkwaad. Pijnlijk, voor het kind én voor de ouders.
Oog voor het andere kind Met het door Stichting Kinderpostzegels gefinancierde project Klassen-
feestje beoog ik met mijn vierkoppige team twee dingen: ouders tips geven hoe ze zo’n feest voor de hele klas kunnen organiseren én de boodschap verkondigen dat we met z’n allen sociale uitsluiting in stand houden. Met andere woorden: ouders bewust maken dat ze oog hebben voor kinderen die misschien wat anders zijn. Ik merk te vaak dat ouders met name oog hebben voor het welzijn van hun eigen kind. Dat is logisch, maar niet wenselijk. Jammer genoeg leven we in een maatschappij waarin veel competitie is en waarin het minder wordt gewaardeerd als je sociaal en vriendelijk bent. Ik denk dat ouders meer bij uitsluiting stil zouden staan als ze weten hoe groot de gevolgen kunnen zijn. Kinderen kunnen somber, angstig en onzeker worden.
Draaiboek Het organiseren van een klassenfeest is niet geschikt voor alle ouders en kinderen. En dat hoeft ook niet. Wij zijn er voor ouders die denken: hé, dat willen wij ook een keer proberen. Voor hen hebben we een gratis draaiboek met tips voor spelletjes en antwoord op de vraag hoe je zo’n feest betaalbaar houdt. Bijvoor-
DOS SIER
ADHD
beeld door een feest te houden met meerdere jarigen tegelijk, in een buurthuis. In Groningen zijn al tien locaties die zich kosteloos beschikbaar stellen voor klassenfeestjes. We weten dat er al regelmatig gebruik van wordt gemaakt. Weet je trouwens wat zo’n fijn effect is van ínsluiting? Je eigen kind gaat zien dat iederéén erbij hoort. Mooi toch?’
Laura Batstra is (behandelend) psycholoog, onderzoeker en universitair hoofddocent, en auteur van onder andere ADHD: Macht en Misverstanden.
Wordt uw kind buitengesloten? Misschien wilt u dan de enquête invullen die het team Klassenfeestjes heeft samengesteld. Het team gebruikt de informatie om oplossingen te bedenken voor sociale uitsluiting. klassenfeestjes.nl/
vragenlijst-sociale-uitsluiting
Voor meer informatie en het opvragen van het gratis handboek: klassenfeestjes.nl
januari 2020 | BALANS MAGAZINE 01 | 33
GEZIN
‘ADHD staat toch bekend als een aanstellersdiagnose…’ Ooit droomde ze van een Sound of Music-gezin. Maar het leven liep anders voor Francine Postma (47). Haar zoon Jan (9) heeft ADHD en Coen (13) ASS. Ze hebben allebei een ‘andernis’, zoals zij het thuis benoemen. In plaats van zingend over een alpenweide te dansen, kampt Francine met onzekerheid en eenzaamheid. INTERVIEW: MARIËLLE VAN BUSSEL FOTOGRAFIE: JORIS DEN BLAAUWEN
Francine: ‘Op zijn vierde kreeg Jan steeds vaker last van buik- en hoofdpijn. Hij werd snel boos en was vaak verdrietig. We dachten dat het door de thuissituatie kwam. Zijn vier jaar oudere broer Coen heeft autisme. We hadden onze handen vol aan hem. Hij schopte, sloeg of gooide met stoelen. Ook voor Jan was hij soms bedreigend. Coen behandelde Jan als zijn gelijke en zag niet in dat zijn broertje bijna vier jaar jonger was. Toen we steeds vaker werden gebeld door school met het verzoek Jan op te komen halen, realiseerden we ons dat er ook met Jan iets aan de hand was. Hij kon het op school niet volhouden. Dat uitte zich in fysieke klachten, tot overgeven toe. Thuis ontplofte hij dan, alle stress kwam eruit. Coen zat inmiddels op het speciaal onderwijs en kreeg daar alles wat hij nodig had: rust, aandacht en structuur. Ik vond het heftig om te zien dat Jan doodongelukkig was op een reguliere school, terwijl hij óók meer nodig had. CURLINGMOEDER De juf op school wuifde onze zorgen weg. Want Jan was geen ongeleid projectiel dat het voor de hele klas verpestte. Er zijn zoveel kinderen die druk zijn of zich niet
34 | BALANS MAGAZINE 01 | januari 2020
kunnen concentreren, zei ze dan. Ik werd er onzeker van, ik wilde niet bestempeld worden als een ‘curlingmoeder’, zo’n moeder die alle obstakels voor haar kind uit de weg veegt. Toen ben ik naar een psychiater gestapt. Ik was radeloos, iemand moest me zeggen wat er aan de hand was. Ik vergeet dat bezoek nooit meer. ‘U hebt twee psychiatrische kinderen,’ zei ze vrij snel. Dat was een klap in mijn gezicht, maar tegelijkertijd ook een opluchting. Ik was dus niet gek. En dus ging ook Jan toen naar het speciaal onderwijs. Toen we Jan daarna wilden laten onderzoeken, wilde de volgende psychiater daar niet in mee. Het zou te veel tijd kosten. Ze gaf het een werkhypothese: ADHD/ASS. En voegde daaraan toe: ‘Wat maakt het eigenlijk uit wat hij heeft? Jan zit nu toch op het speciaal onderwijs?’ Ik schrok daarvan. Zulke opmerkingen verwachtte ik te horen op een verjaardagsfeestje. Ik ben iemand die de naad van de kous wil weten. Zelf heb ik op latere leeftijd de classificatie ADD gekregen. Ik weet als geen ander dat het ontzettend veel helpt om te weten wat er precies aan de hand is, zodat je je eigen gedrag beter kunt plaatsen.
DOSSIER ADHD
DOS SIER
ADHD
HOOFD OP POOTJES Jan is nu negen jaar en nog steeds zijn we niet verder dan de werkhypothese. Zelf hebben we er ADHD van gemaakt, omdat hij veel meer kenmerken vertoont van ADHD dan van ASS. Hij is chaotisch, rommelig en snel afgeleid. Eigenlijk kan hij zich alleen focussen met behulp van een externe prikkel, zoals een luisterboek. Ook dan pas kan hij ontspannen. Eigenlijk staat hij de hele dag aan. Een hoofd op pootjes, zegt zijn ď ”
Nog steeds is het mijn grootste angst dat mensen denken dat ik alles heb verzonnen
januari 2020 | BALANS MAGAZINE 01 | 35
GEZIN van ‘gewone’ kinderen. Wat zij gewoon vinden, lukt ons niet. Een etentje in een restaurant, een dagje Efteling of met een paar stellen en kinderen in een huisje? Het is of ondenkbaar, of het kost zoveel voorbereiding dat het vooral heel veel energie kost. EENZAAM Rondom de classificatie van Coen en later die werkhypothese van Jan heb ik een lichte depressie gehad. Ik vond het erg zwaar dat alles zoveel moeite kostte. Toen ik aan kinderen begon, had ik een plaatje in mijn hoofd van een Sound of Music-gezin dat zingend en dansend door het leven zou gaan. Door schade en schande heb ik afscheid moeten nemen van die idealen.
Ik weet als geen ander dat het helpt om precies te weten wat er aan de hand is
Twee jaar geleden ben ik een pelgrimstocht gaan lopen van zes weken. Ik wilde even klaar zijn met het geregel thuis. Met de drukte van twee jongens die elkaar ook nog eens regelmatig in de haren vliegen. Ik had het hard nodig om tot mezelf te komen. Maar hoe heftig was het om weer thuis te komen? Na drie dagen zat ik alweer aan mijn taks. Het voelde alsof ik na die lange stilte weer de loopgraven in moest. Dat kwam hard aan, welcome to reality. De impact van twee jongens met een andernis - zo noemen we het - op mijn persoonlijke leven is best groot. Ik ben minder gaan werken, omdat naschoolse opvang er niet in zit. Daardoor hebben we het financieel niet breed. Omdat de jongens met een busje naar school gaan, kom ik niet meer op het schoolplein. Als thuiswerker heb ik dus weinig sociale contacten. Soms voel ik me best eenzaam. Lotgenotencontact op Facebook helpt, en met het bloggen over mijn ervaringen verwerk ik het een en ander.
begeleidster weleens. Er is nauwelijks contact met zijn lichaam. Ik merk dat de omgeving anders reageert op ADHD dan op autisme. ADHD staat toch een beetje bekend als een aanstellersdiagnose... Geef hem maar een tijdje mee met mij. Of pak hem eens harder aan. Dat soort opmerkingen heb ik regelmatig gehoord. Als moeder word ik daar ontzettend onzeker van. Heb ik het dan bedacht om aandacht te trekken? Nog steeds is het mijn grootste angst dat mensen denken dat ik alles heb verzonnen. Ik voel vaak geen aansluiting met ouders
36 | BALANS MAGAZINE 01 | januari 2020
Ook probeer ik meer rust te nemen. Mindfulness, meditatie, wandelen met de hond. Het helpt een beetje, maar ik blijf kwetsbaar. Als ik me niet op tijd terugtrek uit het gezin, val ik om. Als ik wakker word, lig ik even lekker, totdat de eerste wakker wordt. Vanaf dat moment heb ik het gevoel dat ik me als een sergeant moet melden. Jan moeten we overal bij begeleiden. Van het ontbijt tot het tandenpoetsen en zijn jas aan doen. Elke dag weer. Gelukkig zitten er ook positieve kanten aan een andernis. Beide jongens zijn creatief, taalvaardig en hebben veel humor. Ons leven is nooit saai!’
DOSSIER ADHD
Aan de Slag met Druk en Opstandig Gedrag Betty Veenman, een van de ontwikkelaars van Aan de Slag met Druk en Opstandig Gedrag: ‘Als je als ouder van een kind met druk en opstandig gedrag hulp wilt, betekent dat vaak dat je kind verwezen wordt naar een hulpverleningsorganisatie. Terwijl velen juist behoefte hebben aan hulp die zelfstandig ingezet kan worden. Daarom heeft een onderzoeksteam van de VU in Amsterdam in nauwe samenwerking met onderzoekers en behandelaren van Accare Groningen de oudertraining Aan de Slag met Druk en Opstandig Gedrag ontwikkeld, die ouders thuis zelfstandig kunnen uitvoeren.
lopen. Het doel van deze training is om druk en opstandig gedrag te verminderen en te voorkomen dat mildere gedragsproblemen escaleren. Op een relatief eenvoudige manier krijgen ouders handvatten om thuis de eerste stap te zetten naar gedragsverandering.
Ouders van kinderen tussen de 4 en 12 jaar die hyperactief, impulsief en/of opstandig gedrag laten zien en behoefte hebben aan handvatten in de omgang met dit gedrag, kunnen thuis zelfstandig aan de slag met deze training, met behulp van een werkboek en een online-omgeving. De training is niet alleen voor ouders van kinderen met een classificatie, maar juist ook voor ouders van kinderen zonder classificatie, die wel tegen probleemgedrag van hun kind aan-
Aan de Slag met Druk en Opstandig Gedrag biedt opvoedvaardigheden die ingrediënten zijn van veel bewezen effectieve behandelingen voor ADHD en opstandig gedrag. Ze zijn gebaseerd op gedragstherapeutische technieken. Het gaat dan vooral om het bieden van structuur en voorspelbaarheid, het positief bekrachtigen van gewenst gedrag en het ombuigen van negatief gedrag. Een voorbeeld van positief bekrachtigen: als je met je kind zit te spelen,
kun je op een fijne, rustige manier aandacht geven aan de dingen die wél goed gaan. Zo ontstaat er een positieve interactie, zowel voor de ouder als het kind.
DOS SIER
ADHD
Ook komen er allerlei tips aan bod die de dagelijkse gang van zaken in huis wat eenvoudiger maken. Zoals de kleren van je kind in de juiste volgorde leggen, je huis opruimen of kijken of de huisregels duidelijk genoeg zijn. Dit helpt allemaal om het aantal prikkels voor het kind te verminderen en te verduidelijken welk gedrag je graag van je kind wil zien. Dit lijken misschien voor de hand liggende oplossingen, maar het is voor veel ouders toch lastig om dit consequent in de praktijk te brengen. Ook kan er al frustratie zijn opgebouwd, omdat het al langere tijd niet goed gaat thuis. Met deze training kunnen ouders en kinderen weer in een positieve spiraal terechtkomen. Ouders snappen beter waar het gedrag van hun kind door wordt beïnvloed en kunnen daardoor het gedrag beter bijsturen. Zo ontstaat er meer rust voor ouder én kind.’
Suzanne de Jong is als promovenda/coördinator aan het onderzoek naar het ouderprogramma verbonden. Zij is onderdeel van het onderzoeksteam dat ouders zoekt die het ouderprogramma Aan de Slag met Druk en Opstandig Gedrag willen gebruiken, in het kader van deelname aan een onderzoek naar de effectiviteit van het ouderprogramma. Meer informatie is te vinden op aandeslagmetdrukenopstandiggedrag.nl
januari 2020 | BALANS MAGAZINE 01 | 37
OPINIE
‘Écht naar elkaar luisteren, daar draait het om’
Betty Veenman is coördinator van de Academische Werkplaats ADHD en Druk Gedrag en onderzoeker, gepromoveerd op het zelfhulpprogramma voor leerkrachten: Druk in de Klas. Daarnaast werkt zij drie dagen per week als psycholoog en behandelaar in Zwolle, waarbij zij diagnostiek en behandeling doet van kinderen met allerlei soorten problematiek, waaronder ADHD, ASS en trauma/hechtingsproblematiek. TEKST: BETTY VEENMAN
38 | BALANS MAGAZINE 03 01 | juni januari 2019 2020
‘Een goede samenwerking tussen ouders en leerkrachten is essentieel voor kinderen met ondersteuningsbehoeften op school. Helaas is dat niet altijd vanzelfsprekend. Zo kunnen er strubbelingen in de samenwerking ontstaan als een kind minder goed kan meekomen op school. Het gaat dan om bijvoorbeeld leerlingen met ADHD, die moeite kunnen hebben met opletten, taken afmaken en zelfstandig werken. Als een leerling dit lastig vindt, kan het bij een klassikale instructie eerder geluiden maken of instructies onderbreken. Vaak doet hij of zij dit niet bewust, maar uit impulsiviteit of frustratie. Wordt het kind vaak terechtgewezen, dan kan dit overslaan in boos en/of opstandig gedrag. Door negatieve ervaringen met een leerkracht (en soms ook met klasgenoten), kan de leerling in een negatieve spiraal terechtkomen. Dit kan bijdragen aan een negatiever zelfbeeld. Zeker ook als er minder oog is voor wat wél goed gaat bij deze leerling op school. Als een kind dergelijke problemen ervaart in het onderwijs, wordt de samenwerking tussen ouders en leerkrachten sterk op de proef gesteld.
Vaak heersen er bij ouders en leerkrachten gevoelens van stress, onzekerheid en onmacht over de keuze voor de meest effectieve hulp voor hun kind op school, het organiseren ervan en de financiering. Ouders krijgen soms het gevoel dat niet alles is geprobeerd ten behoeve van hun kind. Leerkrachten ervaren vaak stress door de hoge werkdruk, grote klassen en onvoldoende kennis om alle zorgleerlingen uit hun klas de juiste begeleiding te kunnen bieden. Grote vraag is dan: hoe kunnen ouders en leerkrachten constructief samenwerken ten behoeve van het kind en zijn of haar ontwikkeling op school? Ten eerste dienen er, als het minder goed dreigt te gaan, vroegtijdig gesprekken tussen de leerkracht, intern begeleider en ouders plaats te vinden. Daarbij is het van groot belang dat alle betrokkenen open blijven communiceren, vertrouwen in elkaar houden en het gemeenschappelijke doel voor ogen blijven houden: de ontwikkeling van het kind. Dat is allesbehalve makkelijk, maar essentieel om tot een goede samenwerking te komen én die te behouden. Verwijten maken heeft geen zin. Probeer te focussen op de kern: welke aanpassingen
DOSSIER ADHD kunnen het kind in de klas helpen, zodat het beter met hem of haar gaat? Openstaan voor het verhaal van de ander, écht naar elkaar luisteren en bedenken wat je zelf anders kunt doen. Daar draait het om. Zo moeten leerkrachten openstaan voor tips van ouders in de omgang met hun kind. Ouders moeten daarvoor goed luisteren naar datgene waar de leerkracht bij hun kind tegenaan loopt. Leerkrachten dienen kritisch na te denken wat zij aan hun eigen gedrag kunnen veranderen: hoe kunnen ze het kind nog meer structuur en voorspelbaarheid bieden, en zorgen voor meer focus op het belonen van gewenst gedrag in plaats van bestraffen van ongewenst gedrag? Hiervan weten we immers dat dit effectief werkt voor kinderen met ADHD. Ouders zullen moeten opletten dat ze het gezag van de leerkracht niet (per ongeluk) ondermijnen. Bijvoorbeeld door in het bijzijn van het kind zich negatief uit te laten over deze professional, of negatieve consequenties die de leerkracht heeft opgelegd aan hun kind openlijk te bekritiseren. Ten tweede dient er voldoende en vroegtijdige ondersteuning te zijn voor de leerling én de leerkracht. Bijvoorbeeld door het inschakelen van een onderwijszorgprofessional binnen en/of buiten school, zoals een intern begeleider, schoolmaatschappelijk werker 1
‘VAAK HEERSEN ER BIJ OUDERS EN LEERKRACHTEN GEVOELENS VAN STRESS, ONZEKERHEID EN ONMACHT’ of orthopedagoog. Daarnaast kunnen er effectief-bewezen methoden voor ADHD-gedrag en/ of gedragsproblemen worden ingezet (zie kader). Hier valt nog een grote inhaalslag te maken. Uit een voorstudie van het Consortium ADHD en druk gedrag 1 blijkt dat slechts de helft van alle (reguliere) basisscholen specifieke ondersteuning biedt voor kinderen met ADHD. Daarvan gebruikt de helft methoden die effectief bewezen zijn op basis van onderzoek. Ook blijken leerkrachten zelf behoefte te hebben aan meer kennis over effectieve ADHD-interventies en concrete handvatten om hiermee om te gaan2. Scholen informeren over de ADHD-behandelrichtlijnen is dan ook een belangrijke eerste stap. Kijken naar wat ieder individueel kind vanuit pedagogisch oogpunt nodig heeft - los van een diagnose - is uiteraard ook essentieel. Ten derde dienen scholen en ouders goed te weten welke wegen binnen hun samenwerkingsverband/gemeente moeten worden bewandeld om geschikte ondersteuning te krijgen. Hoe kan
de juiste hulp worden gefinancierd en wie is verantwoordelijk voor welke taken/stappen? Het is aan school om goed op de hoogte te zijn, maar daarbij is goede informatievoorziening vanuit de betrokken gemeente ook essentieel. Bijvoorbeeld door korte lijnen met het Sociaal Wijkteam en Centrum voor Jeugd en Gezin van de betrokken gemeente.
DOS SIER
ADHD
Kortom: een goede samenwerking tussen ouders en leerkracht is goed mogelijk. Verloopt het stroever dan gehoopt, dan is de manier waarop alle betrokkenen met elkaar communiceren van groot belang. Kennis over effectief bewezen ondersteuningsmogelijkheden, en daarnaast kennis over de organisatie en financiering ervan, kunnen verlichting bieden en de relaties soepeler doen verlopen. Alleen zo kunnen constructieve oplossingen worden aangedragen ten behoeve van de leerling, die dan op school kan floreren en daardoor met plezier onderwijs volgt.’ Effectieve ADHD-interventies Gedragstherapeutische trainingen voor ouders en leerkrachten zijn de belangrijkste en meest effectieve niet-medicamenteuze behandelingen voor ADHD bij kinderen. Kijk voor meer informatie hierover elders in dit dossier op pagina 30, 31, 32, 37, 41 en 42. Links: • nji.nl/nl/databank/databank-effectievejeugdinterventies • kenniscentrum-kjp.nl • thuisarts.nl
Joosten, F., Verwoerdt, A., & Smeets, K. (2014). Welk gedrag mag? Een onderzoek naar de manier waarop leraren met probleemgedrag omgaan. Tijdschrift voor orthopedagogiek, 53, 395-408. 2 Grinsven, V. van., & Woud, L. van der (2016). Rapportage Onderzoek Passend Onderwijs. Utrecht: DUO Onderwijsonderzoek. Verkregen via https://www.duo-onderwijsonderzoek.nl/wp-content/uploads/2016/06/Rapportage-Passend-Onderwijs-22-juni-2016.pdf.
januari juni 2020 2019 | BALANS MAGAZINE 03 01 | 39
ONDERWIJS
‘De hele klas heeft er voordeel van’ Meer rust in de klas en zelf energie over hebben in de avond. Het zijn de effecten van de methode Druk in de klas, bedoeld voor leerkrachten die te maken hebben met kinderen met druk en ongecontroleerd gedrag. Een kijkje in de klas van juf Noor. REPORTAGE: MARIËLLE VAN BUSSEL FOTOGRAFIE: MIRIAM VAN DER HOEK Op het speelplein van de Adalbert Basisschool in Mook rennen kinderen uitgelaten rond. Ze voetballen, spelen tikkertje of staan in groepjes te kletsen. Om hen heen een kleurrijk tafereel op de muren van de schoolgebouwen. Graffiti-achtige tekeningen laten zien aan welke regeltjes de kinderen zich moeten houden. ‘Als iemand zegt stop, dan houd ik op’ of ‘Luisteren naar elke juf of meester op het plein’. De blikvanger is een bankje dat onder een geschilderde boom staat: de time-out-bank. De graffitimuur, het bankje en de schoolregels - die ook op de trappen ín het gebouw zijn geschilderd - passen allemaal bij het programma Druk in de klas. Een programma dat zelfstandig door basisschoolleerkrachten doorlopen kan worden als ze te maken hebben met drukke en ongeconcentreerde kinderen in de klas. Na een proefperiode in een paar klassen heeft de Adalbert Basisschool ervoor gekozen om het programma in de hele school in te voeren.
Een van onze regels is dat we het elkaar gunnen om rustig te kunnen werken
40 | BALANS MAGAZINE 01 | januari 2020
‘Ik ben erg enthousiast over deze aanpak,’ vertelt Noor Heutink, leerkracht in groep 6. ‘Het geeft zoveel duidelijkheid en structuur. De kinderen weten waar ze aan toe zijn. Zo heb ik samen met de kinderen zeven regels opgesteld waar ik altijd op terug kan vallen. Toen we deze regels nog niet hadden, was ik altijd ad hoc de orde aan het herstellen. De klassenregels zorgen voor rust.’ WASKNIJPERS Als de kinderen hun boterham op hebben, beginnen de middaglessen. Terwijl de meeste kinderen rustig hun schrijfschrift pakken, beweegt Elena onrustig op haar wiebelkussen en fluit een deuntje. Adam lijkt vooral geïnteresseerd in zijn buurman en staat binnen een paar seconden bij een ander tafeltje. Een paar kinderen gaan de klas uit om op de gang rustig te kunnen werken. ‘Adam, wat is de afspraak ook alweer? We storen niemand tijdens het werken,’ zegt Noor. Zonder morren gaat Adam weer zitten en begint te schrijven. Adam weet dat hij moet opletten, want zijn wasknijper staat op code oranje. Naast het digibord hangen vijf gekleurde kaarten met teksten erop. Aflopend van ‘superdag’ (blauw) tot ‘time out’ (rood). Twee wasknijpers zitten vastgeklemd op de oranje kaart: ‘laatste waarschuwing’. Reza en Adam weten dat er een time-out in de lucht hangt. De rest van de kinderen staat nog veilig op groen (‘klaar om te leren’). Noor: ‘De walk of shame, zo noemen de kinderen het soms grappend als ze zelf
DOSSIER ADHD
DOS SIER
ADHD
de wasknijper naar beneden verplaatsen.’ Met twee time-outs krijgt een kind die dag geen beloning in de vorm van een magneetje. Met vijf magneetjes aan het eind van de week verdien je vijftien minuten ‘vrije tijd’. Dit beloningssysteem is een van de dragers van Druk in de klas. ‘Het mooie van dit systeem is dat kinderen altijd een beloning krijgen, ook als het niet goed is gegaan. Alleen krijgt de één meer minuten dan de ander,’ vertelt Noor. ‘En we blijven positief. Vandaag geen magneet? Morgen gaan we gewoon weer verder.’ RUST EN VEILIGHEID Noor werkt ruim dertig jaar in het onderwijs en heeft alle ontwikkelingen rondom passend onderwijs meegemaakt. Met haar ervaring krijgt ze vaak de pittige klassen onder haar hoede. Zoals deze groep 6, met één ADHD-classificatie en zeker vier kinderen die ADHDkenmerken vertonen. ‘Hoewel ik het altijd ontzettend leuk heb gevonden, kwam ik wel vaak kapot thuis ’s avonds. Nu we de methode Druk in de klas volgen, is dat een stuk minder. Met één waarschuwing - vaak een verwijzing naar een van onze zeven regels - krijg ik de klas weer in het gareel. Dat was vroeger wel anders.’ Ze ziet ook de effecten op de kinderen. ‘De kinderen met ADHD-kenmerken zijn rustiger en voelen zich veiliger. Eén kind is zelfs gaan minderen met medicatie. Ze mogen zijn wie ze zijn en weten dat er rekening wordt gehouden met hen. Zo kunnen ze allemaal groeien. Het
mooie is dat de hele klas er voordeel van heeft. Er is rust en duidelijkheid. Omdat alle leerkrachten de methode volgen, krijgen leerkrachten aan het begin van een nieuw schooljaar een groep voor zich die weet hoe het werkt. Voorheen moest je elk schooljaar opnieuw beginnen met een nieuwe klas, afhankelijk van hoe je voorganger het had aangepakt. Want niet elke leraar kon goed met drukke kinderen overweg.’ MINDER PRIKKELS Vijf minuten voordat de bel gaat, mag Luuk de magneten op het magnetenbord gaan verdelen. Iedereen krijgt vandaag een magneetje. ‘Met de complimenten voor
januari 2020 | BALANS MAGAZINE 01 | 41
ONDERWIJS Met één waarschuwing krijg ik de klas weer in het gareel. Dat was vroeger wel anders
Adam en Reza,’ voegt Noor toe, ‘want het is gelukkig bij een laatste waarschuwing gebleven.’ De twee jongens glunderen, het is hen gelukt. Als de kinderen de klas uit stormen, drentelt Adam nog even rond de juf. ‘Het is goed gegaan, toch, Adam?’ zegt ze bemoedigend. Met Adam gaat het sinds Druk in de klas veel beter. ‘Ik liep soms gewoon van school weg,’ vertelt hij. ‘Of ik sloeg kinderen. Ik wist niet eens waarom. En eigenlijk voelde ik me daar wel vervelend over. Maar wat moest ik dan?’ Noor: ‘Als er te veel prikkels waren - wat vaak zo is in een drukke klas - lukte het Adam niet meer om te focussen. Zijn frustraties daarover uitte hij dan door dingen te gooien of te slaan of te schoppen. Nu doet hij dat bijna nooit meer.’ Wat de succesfactor voor hem is? ‘Er zijn minder prikkels in de klas,’ zegt Noor. ‘Als Adam niet rustig kan werken, zegt hij dat. Vervolgens vraag ik de hele klas om op de eigen stoel te blijven zitten, omdat Adam er last van heeft. Een van onze regels is dat we het elkaar gunnen om rustig te kunnen werken.’ Adam: ‘Ik word niet meer zo boos. En de wasknijpertjes helpen me. Vandaag stond ik op oranje, dan weet ik dat ik echt moet kappen. Eigenlijk zie ik de hele dag vijf bankjes voor me: blauw, groen, geel, oranje en rood. Op die rode wil ik echt niet zitten.’
Onderzoek: PAINT-T Rik heeft het moeilijk op school. Hij is erg druk, heeft moeite met sociale contacten en is daar verdrietig over. Zijn juf Wendy Reitsma vraagt zich af wat zíj kan doen. Ze komt terecht bij Anouck Staff, die samen met een groep onderzoekers onderzoek doet naar twee kortdurende gedragstherapeutische trainingen voor leerkrachten (PAINT-T-studie). Het doel van dit onderzoek is om te achterhalen welke technieken leerkrachten van kinderen met ADHD-kenmerken of gedragsproblemen het beste kunnen gebruiken om probleemgedrag in de klas te verminderen. ‘Ik had altijd het idee dat ik geen invloed had op dit gedrag,’ vertelt Reitsma. ‘Het was een enorme eyeopener om te beseffen dat ik er wél iets aan kan doen. Mijn mindset is veranderd: kinderen als Rik kunnen er ook niets aan doen dat ze zo druk zijn. Ik ben me meer gaan richten op de vraag waar het gedrag vandaan komt, dan alleen maar te constateren dat het storend is.’
42 | BALANS MAGAZINE 01 | januari 2020
Positief stimuleren Samen met Staff is Reitsma het probleemgedrag in detail gaan uitschrijven. Welk gedrag laat Rik zien, op welke momenten en wat houdt het gedrag in stand? Samen kiezen Reitsma en Staff drie gedragingen uit om mee aan de slag te gaan. Een daarvan is het niet meer slaan of schoppen tijdens een voetbalpartijtje. Daarna stellen ze een interventieplan op dat ervoor moet zorgen dat het kind sneller het gewenste gedrag bereikt. Zo blijft Wendy vier weken lang elk voetbalpartijtje langs het veld staan om Rik te coachen als
DOSSIER ADHD
Druk in de klas ‘De methode Druk in de klas is bedoeld voor basisschoolleerkrachten die te maken hebben met kinderen met druk of ongeconcentreerd gedrag in de klas. Mét of zonder classificatie ADHD,’ vertelt Betty Veenman, coördinator van de Academische Werkplaats ADHD en Druk Gedrag en een van de ontwikkelaars van Druk in de klas. ‘De methode kun je zelfstandig gebruiken en bevat technieken afkomstig uit de gedragstherapie.’ De methode bevat een handleiding met veel psycho-educatie, een whiteboard en een online omgeving. De basistechnieken van Druk in de klas zijn gericht op de hele klas. Het gaat dan vooral om
structuur aanbrengen en duidelijk maken wat het gewenste gedrag van de kinderen precies inhoudt. Onderwerpen die aan bod komen: het formuleren van klassenregels, hoe geef je eenduidige instructies en de werking van het beloningssysteem. Voor de kinderen met ADHD zijn er nog specifieke technieken die kunnen worden ingezet. Na zes weken wordt het gedrag van een of twee drukke of ongeconcentreerde leerlingen gemeten. Als er onvoldoende verbetering zichtbaar is, probeert de leerkracht via een analyse van het gedrag het kind beter te begrijpen. Welk gedrag vindt plaats in welke situatie en hoe wordt op het gedrag gereageerd? Daarna maakt de leerkracht met het kind een beloningssysteem (Goed Gedrag Kaart) om gewenst gedrag te evalueren en belonen. Afhankelijk van de mate van
zijn gedrag uit de hand dreigt te lopen. ‘Ook als het misging stimuleerde ik hem positief. Ik riep hem bijvoorbeeld bij me, omdat het uit de hand liep op het veld en complimenteerde hem dan voor het feit dát hij naar me toekwam.’
Inzoomen Deze aanpak is een van de twee varianten van de leerkrachttraining die Staff onderzoekt. ‘In beide varianten werkt de leerkracht - net zoals Wendy - het gedrag in detail uit, bepaalt het gewenste doelgedrag en gaat aan de slag met een interventieplan. In de eerste variant richt dit plan zich op de situatie die voorafgaat aan het gedrag. In het interventieplan kan dan bijvoorbeeld staan dat korte en duidelijke regels en instructies van de leerkracht het kind kunnen helpen om het doelgedrag te laten zien. In de tweede variant past de leerkracht zijn reacties op het probleemgedrag aan, door bijvoorbeeld het gewenste doelgedrag te belonen en ongewenst gedrag te negeren. We hebben geconcludeerd
DOS SIER
ADHD gedragsverbetering bij de leerling, wordt er één of meerdere keren per dag geëvalueerd en/of beloond. De resultaten zijn positief. Veenman: ‘Leerkrachten zien een positief effect op ADHD-kenmerken zoals aandachtstekort en druk gedrag. Ook functioneren deze kinderen socialer richting de leerkracht. De klas als geheel lijkt ook profijt te hebben van de aanpak. Leerkrachten zeggen meer rust in de klas te ervaren, zodat kinderen fijner kunnen werken.’
dat beide varianten werken en vooral dat zo’n korte, individuele training erg effectief blijkt.’ Staff hoopt dat scholen zich er bewust van worden dat het belangrijk is om leerkrachten hierin te trainen. ‘Het komt nog te vaak voor dat er iets wordt geprobeerd, zonder te kijken waarom het kind bepaald gedrag vertoont. Hierdoor worden vaak niet de juiste technieken ingezet, of niet op de juiste manier.’ Met Rik is het helemaal goed gekomen. Wendy: ‘Tijdens de vier weken coaching voelde hij steeds beter aan wanneer het mis zou kunnen gaan. Soms was oogcontact al voldoende. Een paar maanden later had hij de coaching niet meer nodig. Toen een ander jongetje soortgelijk gedrag liet zien, zei hij: ‘Juf, kun je hem niet helpen zoals je bij mij hebt gedaan?’ Meer informatie: paint-studies.nl
januari 2020 | BALANS MAGAZINE 01 | 43
DOSSIER ADHD COLUMN DOCENT ANTON HOREWEG
Doodstil zitten Jesse (11 jaar, ADHD, groep 7), heeft het lastig op school. Het gaat regelmatig mis als de leerkracht en hij elkaar weer niet goed begrijpen. Vandaag geeft de juf uitleg over breuken. Taaie en vooral ook saaie kost vindt Jesse, maar hij doet zijn best om niet af te dwalen met zijn gedachten. Hij wil eigenlijk graag goed leren.
©Foto: Roos Koole
Anton Horeweg is docent en auteur van het boek Gedragsproblemen in de klas. Hij is ook gedragsspecialist en geeft lezingen op scholen en congressen. Voor BM schrijft hij over zijn belevenissen in de klas. Zie: gedragsproblemenindeklas.nl
Jesse luistert ingespannen naar de uitleg. Daarbij zit hij te spelen met zijn pen. Hij kijkt nauwelijks naar het bord. De juf heeft daar al twee keer wat van gezegd. De eerste keer vriendelijk en de tweede keer iets dwingender. Dat heeft geen effect: Jesse wriemelt nog steeds met zijn pen en kijkt nog steeds niet naar het bord. De derde keer is de leerkracht het goed zat. ‘Jesse! Doe nu die pen weg en probeer eindelijk eens op te letten!’ ‘Ik luister heus wel!’ roept Jesse terug. Hij voelt zichzelf boos worden over deze oneerlijke behandeling. Zit hij goed zijn best te doen, krijg je dit weer. ‘Je luistert helemaal niet. Je zit maar te spelen met die stomme pen!’ Jesse springt boos op, stampt naar de deur onder het uitroepen van: ‘Je moet ook altijd mij hebben!’ en knalt de deur achter zich dicht. Boos loopt hij over de gang, kwaad dat het wéér niet is gelukt om het goed te doen.
Zijn verdrietige gedachten tollen door zijn hoofd: Waarom overkomt mij dit telkens? Snapt de juf dan niet dat friemelen en niet naar het bord kijken ervoor zorgen dat hij júíst goed oplet? Waar staat dat je alleen kunt opletten als je doodstil zit? Nijdig geeft hij een schop tegen een tas die onder een kapstok staat. Met weemoed denkt hij terug aan vorig jaar. Juf Simone begreep hem veel beter. Daar mocht hij friemelen en wiebelen en als het echt niet meer ging, mocht hij zelfs vijf keer de trap op en neer rennen. Hij moet glimlachen als hij daaraan denkt. Hij heeft weleens opgevangen dat andere leerkrachten vonden dat juf Simone niet handig bezig was. ‘Wie weet wat die jongen allemaal op de gang uitspookt als jij hem laat gaan,’ had de juf van groep 6 gezegd. Juf Simone had alleen gezegd: ‘Dat doet Jesse niet. En anders praat ik daarover met hem.’ Niet dat het ooit nodig was geweest, Jesse zou wel gek zijn. Hij vond het heerlijk dat de juf zoiets voor hem geregeld had. Misschien kon zijn juf eens met juf Simone gaan praten…
JESSE DOET ZIJN BEST
OM NIET AF TE DWALEN MET ZIJN GEDACHTEN
44 | BALANS MAGAZINE 01 | januari 2020
LEZERSVRAGEN
Q&
A
DE NON-VERBALE LEERSTOORNIS (NLD) langere tijd zijn aandacht op een taak gericht te houden, ook (of misschien wel juist?) als het om auditieve, talige informatie gaat. Dat kan dus ook voorkomen terwijl je woordenschat heel groot is en je duidelijk en makkelijk kan vertellen. Uw vraag laat maar weer eens zien hoe belangrijk het is om ons niet vast te houden aan één term of classificatie om een kind te omschrijven.’
1
Mijn zoon van 11 heeft NLD en heeft het daardoor lastig op school. Hij raakt vooral de weg kwijt in lange teksten, maar ook als hij lang moet luisteren naar de leraar, merken we. Maar NLD is een non-verbale leerstoornis. Dat lijkt elkaar tegen te spreken. Hoe zit dat nou precies? ‘Voor er NLD is vastgesteld is er hopelijk gedegen onderzocht welke cognitieve functies bij uw zoon sterk en minder sterk ontwikkeld zijn. Dit onderzoek hebben we nodig om te begrijpen wat het voor uw zoon nou zo lastig maakt om grote teksten te verwerken of om lang naar zijn leraar te luisteren. Is het lastig voor hem om grip op grotere hoeveelheden informatie te krijgen en om de grote lijn in een tekst te zien? Zoals hij het, passend bij het NLD-beeld, waarschijnlijk ook lastig vindt om grip te krijgen op een grote hoeveelheid visuele informatie? Of is er wat anders aan de hand? Uw beschrijving roept bij mij het beeld op van een jongen die het lastig vindt om
2
Kan NLD ook invloed hebben op andere gebieden behalve school? ‘Jazeker, ik heb van kinderen die moeite hebben met het verwerken van visuele informatie zoveel verhalen gehoord over bijvoorbeeld verdwalen en over de moeite die ze hebben met allerlei praktische taken. Denk bijvoorbeeld aan het opruimen van je kamer, leren koken of het opzetten van een tent.’
3
Moet we nu juist onze zoon veel extra laten oefenen met de dingen die hij moeilijk vindt? Of moeten we eerder focussen op de dingen die hij wél goed kan? ‘Ik ben er erg voor om kinderen te stimuleren om ook die taken aan te gaan waarvan ze wel weten dat ze er niet heel veel talent voor hebben. Zolang er maar goed op wordt gelet dat het niveau van de taak aansluit bij wat het kind al (bijna) kan en er rekening wordt gehouden met wat een kind waarschijnlijk voorlopig nog niet kan.’
Adriaan Kievit is kinder- en jeugdneuropsycholoog en gedragstherapeut. Hij werkte jarenlang in de kinder- en jeugdpsychiatrie en in het speciaal onderwijs. Nu heeft hij zijn eigen praktijk binnen het Lorentzhuis in Haarlem. Voor de boekenreeks Kinderpsychologie in praktijk, schreef hij: NLD bij kinderen, als een kind non-verbale leerproblemen heeft. Speciaal voor jongeren met NLD (12-21 jaar) is er de site hetnldplan.nl, ontwikkeld door drie jongeren met NLD. Zij willen ervoor zorgen dat andere jongeren met NLD zich gehoord en gezien voelen.
Ook een vraag stellen
aan een professional?
Mail naar :
redactie@balansdigitaal.nl
januari 2020 | BALANS MAGAZINE 01 | 45
JONGVOLWASSENEN
‘Laat je niet inti door sociale Ivan (34) heeft tijdens en na zijn studie sociale geografie heel wat afgereisd. De verafgelegen plekken en het alleen reizen hebben hem veel geleerd. Hij is eind 2019 begonnen als beleidsmedewerker bij het ministerie OCW. Hij is daarnaast een van de oprichters van AutiRoze. INTERVIEW: SUZANNE BOOMSMA
Ivan is na zijn middelbare school in Limburg gaan studeren in Utrecht. Hij twijfelde lang tussen filosofie, geschiedenis of sociale geografie. Het werd het laatste, omdat hij toch socialer bleek te zijn dan hij zelf dacht en iets wilde doen wat maatschappelijk relevant was. Zijn ouders maakten zich veel zorgen of hij het in zijn eentje allemaal wel zou redden. Ivan had sinds zijn elfde de classificatie autisme en was in zijn puberteit uit
DOOR HET REIZEN KREEG IK EEN SOCIAAL NETWERK DAT BIJ ME PASTE
46 | BALANS MAGAZINE 01 | januari 2020
de kast gekomen als homo. Ivan: ‘Door de ggz werd mij verteld dat ik veel zaken niet zou kunnen, waaronder studeren, als onderdeel van psycho-educatie en het kweken van probleembesef.’ Maar zelfstandigheid bleek voor Ivan helemaal geen probleem. Het lukte hem om snel een kamer te vinden en voor zichzelf te zorgen. Hij had daar geen speciale voorbereiding voor gekregen vanuit huis: hij deed het gewoon. Tijdens zijn studie was hij vooral bezig met sociale contacten. Hij had in Limburg een hechte groep vrienden en moest nu in Utrecht weer helemaal opnieuw beginnen. Dat was spannend, en hectisch. Hij werd lid van een Europese studentenvereniging en ontdekte het reizen. Sindsdien reist hij regelmatig, bijna altijd alleen, naar verafgelegen plekken in Oost-Europa, Rusland en Azië.
Vrienden maken Ivan: ‘Dat reizen is erg belangrijk geweest, want daardoor kreeg ik een sociaal netwerk dat bij me paste. Overal zitten LHBTI’s die elkaar opzoeken.’ Betrouwbare sociale contacten opdoen, bleef wel een zoektocht: hij ging bijvoorbeeld op reis met een vriend, die dat eenzame reizen niet aankon. Ivan: ‘Ik had dat niet goed ingeschat, ging alleen door en verloor het vertrouwen in deze vriend. Ook ontdekte ik dat veel mensen deze vorm van reizen niet aandurven. Dat mensen niet van de gebaande paden willen afwijken in het buitenland, en juist ‘veilig’ willen reizen.’ In Nederland was het lastiger om vrienden te maken: het moest net klikken, de groepsdruk was groot en je moest meedoen met alcohol. Ivan ontdekte dat hij vaak niet op dezelfde golflengte zat: ‘Ik ben (te) individualistisch… Maar sociale contacten zijn voor mij wel ontzettend belangrijk: het houdt me flexibel, maar ik moet me er wel goed bij voelen.’
mideren druk’ Hoge eisen De eerste jaren stelde Ivan hoge eisen aan zichzelf: hij moest zijn bachelor in drie jaar halen én hij wilde lange reizen maken. Hij raakte overbelast en was constant moe. Toch lukte het allemaal net. Tijdens de studie ging hij ook een tijd in het buitenland studeren in Polen, en later nog een keer een stage doen als tussenjaar in Kirgistan. Daar zag hij veel studenten problemen krijgen - los van hun vertrouwde omgeving - en geen aansluiting vinden. Hij zag stress, angst, machteloosheid, enorme eenzaamheid en naar huis terug willen. Het leerde hem dat hij het met een ‘beperking’ wél redde om op eigen benen te staan, en anderen ‘zonder beperking’ niet. Ivan: ‘Het gaat er vooral om vertrouwen te krijgen in jezelf en in anderen. Doe het vooral op je eigen manier, doe datgene waar je jezelf prettig bij voelt. En laat je niet intimideren door sociale druk.’ Zo heeft Ivan het ook ervaren in het ontdekken van zijn eigen seksualiteit. Doordat hij homo is, vervreemdde hij wel steeds meer van zijn Limburgse hetero-vrienden. Hij ging actief op zoek online, zocht LHBTI-kringen op. Ivan: ‘Ieder moet daar zijn eigen weg in vinden, maar je moet er wel op af. Ga uit van je eigen behoefte. Als je geen behoefte voelt, contacten niet nodig hebt, dan is dat maar zo. En voel je zeker geen loser omdat je niet aan de verwachtingen van de omgeving zou voldoen. Vraag je steeds af: wat wil ik nu eigenlijk zelf? Waar word ik gelukkig van? Stuur af op het doel, niet op het proces.’ Balans zet zich in voor ouders van kinderen met ondersteuningsbehoeften bij leren en/of gedrag, ook boven de 18 jaar. Omdat blijkt dat de weg naar zelfstandigheid voor Balanskinderen en -jongeren een langduriger proces is. De stem van deze jongvolwassenen laten we horen in deze rubriek.
Ivan
Autisme is ook diversiteit!
In maart 2015 heeft Ivan samen met anderen in Utrecht AutiRoze opgericht, waar jongeren (achttien jaar en ouder) met autisme en LHBTI+ elkaar kunnen ontmoeten. AutiRoze houdt zich bezig met ontmoeting, belangenbehartiging en zichtbaarheid. Een positieve en open houding zijn daarbij belangrijk, net als het zelf de regie nemen in de emancipatie van LHBTI+’s met autisme. Onder het motto: Autisme is ook diversiteit! In tien steden organiseren AutiRoze-vrijwilligers bijeenkomsten. Het is onderdeel van het COC. Doel is om uiteindelijk in alle twintig steden waar het COC actief is, ook een AutiRoze-afdeling te realiseren. Zie: autiroze.nl Voor jongeren onder de achttien jaar is er ook een mogelijkheid om elkaar te ontmoeten in een veilige omgeving: Jong&Out. De leeftijdsgrens van achttien wordt streng gehanteerd. Jong&Out is een community voor iedereen, wat je seksuele oriëntatie en genderidentiteit ook is en is niet speciaal gericht op jongeren met autisme. Zie: autiroze.nl/autiroze-en/ jongeren-en-ouders Ouders spelen een grote rol in het welzijn van hun kind. Daarnaast is het belangrijk dat ouders het LHBTI-zijn van hun kind een plek kunnen geven. Daarom zijn ook ouders welkom, en kunnen zij via Jong&Out contact hebben met andere ouders. Er is bovendien een besloten Forum. LHBTI staat voor: Lesbisch, Homoseksueel, Biseksueel, Transgender en Intersekse.
januari 2020 | Balans Magazine 01 | 47
ADVERTENTIE
Het AutismeFonds zet al haar middelen in om de participatie van mensen met autisme te stimuleren en mogelijk te maken op school, op het werk en in de vrije tijd. Ook helpen? Steun dan het AutismeFonds!
Steun het AutismeFonds! De Autipas: voor in moeilijke situaties Met financiële ondersteuning van het AutismeFonds heeft de NVA in 2007 de Autipas geïntroduceerd. De Autipas is een pas waarmee iemand met autisme in moeilijke situaties snel en gemakkelijk kan laten zien dat hij of zij autisme heeft. Ook staat op de pas met welke eigenschappen de ander rekening zou moeten houden. Zoals gevoeligheid voor aanrakingen, of dat de persoon in kwestie anderen niet aankijkt in verband met zijn of haar autisme. De Autipas is de afgelopen elf jaar al door zo’n
Geld inzamelen via Facebook
vijftienduizend mensen gebruikt. U kunt de Autipas
Ben je binnenkort jarig of heb je een jubileum? En lijkt het je leuk om
bestellen bij de NVA door het aanmeldformulier in te sturen,
donaties te vragen voor de NVA? Ga dan naar de Facebookpagina
met daarbij een kopie diagnoseverklaring met betrekking
van de NVA: facebook.com/AutismeNVA. Daar kun je eenvoudig
tot de persoon die autisme heeft. Na controle wordt de kopie
een inzamelingsactie aanmaken via het menu. Je kunt jouw familie,
diagnoseverklaring uit privacyoverwegingen vernietigd.
vrienden en kennissen via Facebook vragen om mee te doen.
Leden van de NVA betalen € 12,50 voor de Autipas en
Namens de NVA alvast hartelijk dank! De donaties komen terecht
niet-leden € 29,75. De Autipas blijft levenslang geldig. Voor
bij de projecten waar die het meest nodig zijn.
vragen over de Autipas kunt u mailen naar info@autisme.nl
U kunt het aanmeldformulier en de informatie over de Autipas vinden op autisme.nl
Wat doet u als iemand u de Autipas laat zien?
onder het kopje ‘activiteiten’, of scan de QR-code.
Hoewel iedere persoon met autisme weer anders is, hierbij een aantal tips voor als iemand u een Autipas laat zien: • Neem de Autipas én de pashouder serieus; • Leg eerst uit wat u gaat doen en ga na of u goed begrepen bent voordat u tot actie overgaat; • Stel eenvoudige, eenduidige vragen; • Geef iemand met autisme extra bedenktijd om uw informatie op te nemen; • Raak een persoon met autisme niet onnodig aan; • Vermijd ironie, sarcasme en gebruik geen overdrachtelijke taal of vergelijkingen; • Bedenk dat de persoon met autisme niet onbeleefd wil zijn door u niet aan te kijken; • Vraag om een legitimatie wanneer u twijfelt of
48 | BALANS MAGAZINE 01 | januari 2020
degene die u de Autipas toont de rechtmatige eigenaar is.
COLUMN POLITIEK JAN PATERNOTTE
Passend onderwijs: een bureaucratisch kasteel Sinds de zomer van 2019 ‘doe’ ik in de Tweede Kamer samen met een collega de portefeuille onderwijs. Mijn moeder - Arga Paternotte - zou dat mooi hebben gevonden. Ze overleed krap twee weken nadat ik me kandidaat had gesteld als Kamerlid. Naast dat zij jarenlang hoofdredacteur van Balans Magazine was, kon je haar ook regelmatig in Den Haag vinden. Om aan ambtenaren op een ministerie of aan Tweede Kamerleden uit te leggen waarom een dyslectisch kind meer tijd kan gebruiken bij een examen. Of om uit te leggen waarom ADHD-medicatie die een hele dag werkt, beter is dan vijfmaal daags innemen. Soms had ze succes, soms niet. Ze kon flink foeteren op die wereldvreemde mensen in Den Haag. Dankzij haar kreeg ik mee hoe de politiek het leven van mensen beter kan maken. Hoe je kinderen kunt helpen zich te ontwikkelen, of juist hun ontwikkeling in de weg kunt zitten. Haar doel was nuchtere wetenschap zoveel mogelijk te vertalen naar wat ouders en kinderen eraan hebben. En om ervoor te zorgen dat politici niet om die nuchtere wetenschap heen kunnen als ze besluiten nemen. Over passend onderwijs was ze dan ook kritisch. Voortgekomen uit de wens om geld te besparen had passend onderwijs het doel om ervoor te zorgen dat véél minder kinderen naar speciaal onderwijs gaan. Mijn partij D66 heeft tegen de Wet passend onderwijs gestemd. Onze grote vrees was dat hierdoor een nieuw bureaucratisch kasteel zou worden opgetuigd, waar nieuwe bestuurders en managers voor nodig zijn, zonder dat duidelijk is wat kinderen er nou beter van worden. We hebben deels gelijk gekregen: er ligt inmiddels 230 miljoen euro te verstoffen op de bankrekeningen van de samenwerkingsverbanden1. Dat is geld voor de kinderen, en er is geen enkele reden waarom die honderden miljoenen worden opgepot. Die samenwerkingsverbanden beheren namelijk geen schoolgebouwen, ze horen geen grote kantoren te hebben. Ze moeten alleen zorgen dat het geld terechtkomt bij de scholen en de kinderen.
ER LIGT INMIDDELS 230 MILJOEN EURO TE VERSTOFFEN
Jan Paternotte (1984) is sinds maart 2017 lid van de Tweede Kamer voor D66. Vanaf zijn achttiende was hij al actief bij de jongerenorganisatie van D66, de Jonge Democraten. Zijn moeder, Arga Paternotte, was jarenlang hoofdredacteur van Balans Magazine. Zijn broer volgde speciaal onderwijs in kleine klassen. Nu heeft hij in de Tweede Kamer voor D66 onder meer onderwijs in zijn portefeuille. Ook als raadslid in Amsterdam was hij jarenlang betrokken bij het onderwijs in de stad. Jan geeft het columnstokje door aan Eppo Bruins van de ChristenUnie.
Komend voorjaar verschijnt de Eindevaluatie passend onderwijs. Men kan de borst nat maken. Door de komst van samenwerkingsverbanden die meerdere gemeenten bestrijken, en regio’s die weer over samenwerkingsverbanden heen liggen, kom je op een roc regelmatig het volgende tegen: dat twee studenten met dezelfde classificatie en dezelfde problematiek op dezelfde school, heel andere hulp krijgen. Omdat ze in verschillende gemeenten wonen die weer eigen protocollen en samenwerkingsverbanden hebben. Wat goed bedoeld is als ‘maatwerk dichtbij mensen’ leidt ertoe dat twee kinderen in dezelfde situatie geen gelijke kansen hebben. 1
Staat van het Onderwijs 2017
januari 2020 | BALANS MAGAZINE 01 | 49
TAALONTWIKKELINGSSTOORNIS
‘DE PROBLEMATIEK GAAT ALLEEN DE TAAL’ Kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) hebben vaak ook andere cognitieve stoornissen en gedragsproblemen. Constance Vissers verdiept zich in die complexe problematiek. Ze is als klinisch neuropsycholoog verbonden aan de Kentalis Academie en werd vorig jaar bijzonder hoogleraar taalontwikkelingsstoornissen aan de Radboud Universiteit. ‘Ik durf te stellen dat die bijkomende problemen bij veel kinderen deel uitmaken van de taalontwikkelingsstoornis. Dat het één complex is.’ INTERVIEW: RENATE VAN DER ZEE
Een kind met een taalontwikkelingsstoornis heeft grote moeite met praten en het begrijpen van taal. U kijkt door een neuropsychologische bril naar deze problematiek. Waar komt dat precies op neer? ‘Ik houd me bezig met het ontrafelen van taalontwikkelingsstoornissen. Maar ook met het begrijpen van de sociaal-emotionele problemen en de leerproblemen van de kinderen die zo’n stoornis hebben, en met hun beperkte communicatieve redzaamheid. Dat doe ik op twee manieren, ten eerste door neuropsychologische tests, dus door te kijken naar het functioneren van de hersenen in relatie tot gedrag. Maar ik kijk ook hoe effectief nieuwe behandelmethodes zijn. De problematiek van kinderen met TOS is complex, want het blijft vaak niet alleen bij taalproblemen. We
Je niet goed kunnen uitdrukken, maakt boos en gefrustreerd 50 | BALANS MAGAZINE 01 | januari 2020
weten dat deze kinderen vaak ook moeite hebben zichzelf aan te sturen en met het begrijpen van hun gevoelens en gedachten. De problematiek gaat dus verder dan alleen de taal. Ik probeer de relatie tussen het functioneren van de hersenen, de cognitieve functies en het gedrag van het kind te doorgronden. Want we denken dat als we de relatie tussen die drie niveaus beter snappen, we maatwerk kunnen leveren in diagnostiek en behandeling. En dat is waar ik me op richt: op het ontwikkelen van maatwerk in de diagnostiek en behandeling van kinderen met taalontwikkelingsstoornissen en de daarmee samenhangende andere cognitieve stoornissen en gedragsproblemen. Ik durf te stellen dat die bijkomende problemen deel uitmaken van de TOS. Dat het één complex is van taalstoornissen, cognitieve stoornissen en sociaal-emotionele problemen.’ Kunt u iets meer vertellen over de bijkomende problematiek bij kinderen met TOS? ‘Ze zijn vaak makkelijk afgeleid en hebben moeite hun emoties te reguleren, wat zich kan uiten in boosheid maar ook in angst. Vaak hebben ze moeite met veran-
TAALONTWIKKELINGSSTOORNIS
VERDER DAN deringen en onverwachte gebeurtenissen en het nemen van initiatief. Het vermogen om hun eigen gedachten en gevoelens en die van anderen te begrijpen, is ook vaak verstoord. In mijn onderzoek speelt ‘innerlijke taal’ een centrale rol. Innerlijke taal is de persoonlijke ervaring van taal zonder dat je hardop praat. In jezelf praten dus. Niet alleen kinderen, maar ook volwassenen praten best veel in zichzelf: twintig tot dertig procent van de tijd dat ze praten. Mensen praten in zichzelf om overzicht te houden, evenwicht te vinden, te plannen, problemen op te lossen, te reflecteren en te evalueren. Die zogenoemde innerlijke taal is het resultaat van een ontwikkelingsproces waarbij we taal-interactie met mensen om ons heen verinnerlijken tot een dialoog met onszelf. Doordat het kind de taal van de ouder leert, lukt het hem steeds beter zichzelf te sturen en te begrijpen. De sturing door de ouder maakt dan plaats voor zelfsturing, met behulp van innerlijke taal. Die innerlijke taal is dus belangrijk voor het sociale en emotionele functioneren van het kind. Innerlijke taal is een toegangspoort tot onszelf. Het ondersteunt het sturen van onszelf, maar ook het denken over en het begrijpen van onszelf. Maar kinderen met TOS zijn minder goed in staat met zichzelf te praten. Wij denken dat de taalstoornissen van kinderen met TOS niet alleen grote invloed hebben op hoe ze communiceren met anderen, maar ook op hoe ze met zichzelf communiceren.’ Zo’n taalstoornis heeft dus verstrekkende gevolgen. Wat is de beste aanpak van die problematiek? ‘Dat weten we nog niet zo goed en daarom doen we daar onderzoek naar. We willen gaan kijken of we die innerlijke taalontwikkeling kunnen stimuleren. In de hoop dat kinderen dan beter worden in het reguleren en aansturen van zichzelf. Er gebeurt op het moment van alles als het gaat om de
WAT IS TOS? Taalontwikkelingsstoornissen (TOS) zijn relatief onbekend in onze samenleving. Toch heeft vijf procent van de bevolking ermee te maken. In de hersenen van mensen met TOS lopen verbindingen tussen hersengebieden anders. Daardoor wordt taal minder goed verwerkt. De taalstoornis staat op zichzelf en is dus geen gevolg van een verstandelijke beperking of onvoldoende taalaanbod. Een taalontwikkelingsstoornis is een onzichtbare beperking die soms kan leiden tot onbegrip. Daarbij is een taalontwikkelingsstoornis moeilijk uit te leggen. TOS wordt vaak verward met dyslexie, stotteren, een algemene taalachterstand of een autismespectrumstoornis (ASS). In 2014 is de term ernstige spraak- en taalmoeilijkheden (ESM) officieel vervangen door de term taalontwikkelingsstoornis (TOS).
aanpak van TOS. Er wordt vaak veel aandacht besteed aan de talige ontwikkeling van het kind. Dat is natuurlijk superbelangrijk. Maar ik denk dat er meer nodig is en daar gaat mijn onderzoek over.’ Is er veel variatie in de taalontwikkelingsstoornissen die u bij kinderen ziet? ‘Ja. TOS vormt echt een uitgebreid palet aan stoornissen en problemen. Er zijn tal van uitingsvormen. Bij sommige kinderen staat de taalstoornis echt op de voorgrond. Ze hebben vooral moeite met het produceren en begrijpen van taal. Maar bij andere kinderen is de gedragsproblematiek duidelijker aanwezig, omdat ze zichzelf vanwege hun taalstoornis niet kunnen reguleren. Ze kunnen zich niet goed uitdrukken, en worden daarom sneller boos of gefrustreerd. Bovendien heeft het ontwikkelingsstadium waarin een kind zich bevindt ook grote invloed op hoe de TOS januari 2020 | BALANS MAGAZINE 01 | 51
TAALONTWIKKELINGSSTOORNIS
Constance Vissers
Kinderen met TOS zijn minder goed in staat met zichzelf te praten eruitziet. Naarmate het kind ouder wordt, worden stoornissen in zelfregulatie steeds zichtbaarder en belemmeren ze het functioneren ook steeds meer. Bepaalde stoornissen worden steeds meer belemmerend naarmate het kind opgroeit.’ Als het gaat om het behandelen van ontwikkelingsstoornissen weten we dat het belangrijk is om er vroeg bij te zijn. Hoe zit dat bij TOS? ‘Vroegdiagnose is bij TOS moeilijk. De taalontwikkeling loopt bij jonge kinderen erg uiteen. Dat een kind laat is met praten, wil niet meteen zeggen dat er sprake is van TOS. TOS ontwikkelt zich al in de vroege kindertijd, maar het is moeilijk om het bij jonge kinderen al in kaart te brengen. Terwijl het wel heel belangrijk is. Want hoe vroeger je die TOS kunt vaststellen, des te vroeger je kunt beginnen met behandelen. We weten dat ook de ontwikkeling van de executieve functies vroeg begint. En we weten ook dat kinderen met TOS daar al jong problemen mee hebben. Het is waarschijnlijk dat taalstoornissen aan de ene kant en
52 | BALANS MAGAZINE 01 | januari 2020
executieve stoornissen aan de andere kant vanaf de zeer vroege kindertijd al op elkaar van invloed zijn. Maar we weten nog niet goed hoe dit samenspel eruitziet en hoe het zich ontwikkelt. Om zicht te krijgen op dat samenspel doen we nu onderzoek waarin we kinderen met TOS lange tijd volgen om kleine stapjes in de ontwikkeling op het gebied van taal en executieve functies te monitoren vanaf de peutertijd tot in de volwassenheid. Ik doe nu ook samen met onder anderen psycholoog Lidy Smit onderzoek naar een behandeling van jongeren met TOS. We trainen daarbij hun vermogen om zichzelf en anderen te begrijpen. Daarbij kijken we of en hoe dat de taalontwikkeling beïnvloedt. We kijken ook naar de effecten van deze training op de sociaal-emotionele ontwikkeling van deze jongeren.’ Wat voor training is dat precies? ‘Het is een behandeling die ik samen met klinisch psycholoog Marijcke Honée heb ontwikkeld voor volwassenen met autisme en daar hebben we heel goede resultaten mee geboekt. We passen hem nu toe op jongeren met TOS. Het is een groepsbehandeling. Hij bestaat uit allemaal oefeningen en gesprekken die erop zijn gericht de jongere bewuster te maken van zijn eigen binnenwereld én van de binnenwereld van anderen. We doen dat bijvoorbeeld door samen te zoeken naar woorden voor gevoelens, maar ook door te oefenen in het elkaar bevragen over elkaars gedachten en gevoelens. Daarnaast zetten we verschillende perspectieven op een bepaalde situatie naast elkaar en laten de jongeren zo zien: je kunt op verschillende manieren kijken naar hetzelfde. Zo proberen we het bewustzijn van gedachten en gevoelens te vergroten en de jongeren ook flexibeler te maken. We hebben net de eerste resultaten binnen en het lijkt erop dat deze jongeren in sociaal-emotioneel opzicht echt evenwichtiger zijn nadat ze die behandeling hebben gehad. Dat is hoopgevend. Als het gaat om het kijken naar TOS door een neuropsychologische bril, is het echt pionierswerk wat ik doe. Het is belangrijk om de ideeën die we hebben kritisch te toetsen. TOS is een complex thema, dat maakt onderzoek moeilijk, maar ook heel spannend en belangrijk.’
INFORMATIE
TEKST: ANOUK VAN WESTERLOO
18 +
VERSLAAFD OF NIET? Jongeren experimenteren wat af. Een jointje tijdens het chillen met vrienden, alcohol bij het uitgaan en steeds vaker ook een ballonnetje met lachgas… Experimenteren hoort bij het volwassen worden, maar wanneer slaat incidenteel gebruik om in verslaving? En wat kun je als ouder doen? WANNEER BEN JE VERSLAAFD? Experimenteren met een XTCpilletje op een feest of een keer met een kater wakker worden, betekent niet direct dat je kind verslaafd is. Tussen experimenteren en verslaving zitten nog heel wat stappen, zoals recreatief gebruik, gewoonte gebruik en excessief gebruik. Daarna kan verslaving volgen. Een voorzichtige leidraad is dat de verslaving (aan wat voor middel of activiteit dan ook, denk bijvoorbeeld ook aan gamen) het normale dagelijkse functioneren in de weg gaat zitten.
Informeer jezelf Hoeveel kwaad kunnen ballonnetjes met lachgas? Is wiet roken nou zo slecht? Wat zit er allemaal in een XTC-pil? Hoe lang blijft het effect aanwezig, en kun je dan nog wel bijvoorbeeld fietsen of autorijden? Wat gebeurt er met je als je wiet en alcohol tegelijk gebruikt? Onbekendheid met drugs en de effecten ervan kunnen voor ouders de angst voor middelengebruik van hun kind alleen maar groter maken. Zorg er dan ook voor dat je jezelf informeert. En wees daar open over. Bekijk (liefst samen met je kind) de informatie die er voorhanden is op internet over drugsgebruik. Praat ook met je kind over ‘verantwoord’ gebruik en over de risico’s. Door er open over te zijn en (veilige) grenzen te stellen, kun je in elk geval proberen te voorkomen dat je kind (ongemerkt) verslaafd raakt of in risicovolle situaties terechtkomt.
Verbieden helpt niet (meer) Als je kind eenmaal een bepaalde leeftijd heeft en regelmatig blowt, drinkt of andere middelen gebruikt, is simpelweg verbieden vaak geen optie meer. Wel kun je nog steeds grenzen stellen aan het gebruik. In het weekend mag het, doordeweek niet, bijvoorbeeld. Als je je kind zelf laat meedenken over de grenzen aan het gebruik, is de kans groter dat hij zich daar ook aan houdt. Maak je je echt zorgen en denk je dat je kind hulp nodig heeft? Bel dan bijvoorbeeld met de Drugs Infolijn van het Trimbos-instituut voor persoonlijk advies.
DRUGS ALS ZELFMEDICATIE Jongeren met ontwikkelingsproblematiek, zoals ADHD of autisme, zijn vaak gevoeliger voor verslaving. Sommigen gebruiken ook alcohol of wiet om rustig te worden in hun hoofd, of voelen zich onder invloed minder gestrest of socialer. Eén op de vijf mensen die hulpt zoekt bij verslaving heeft bijvoorbeeld ADHD. De ‘standaard’ methodes die er zijn om verslaving het hoofd te bieden, werken vaak niet of niet voldoende bij deze jongeren. Heeft je kind verslavingszorg nodig? Informeer bijvoorbeeld bij Jellinek of het Trimbos-instituut over behandeling die speciaal is gericht op jongeren met ADHD of autisme.
Regelmatig gebruik Ook als je kind niet verslaafd is, normaal functioneert, naar school gaat of werkt, maar incidenteel wiet rookt, alcohol drinkt of andere middelen gebruikt, kun je je als ouder zorgen maken. Belangrijk is om altijd in gesprek te blijven. En niet alleen over het gebruik van middelen, maar juist ook over andere zaken. Weet wat er speelt in het leven van je kind, ook als hij al wat ouder is. Wie zijn zijn vrienden? Wat doen ze als ze uitgaan? Hoe gaat hij midden in de nacht thuiskomen? Als de band tussen jou en je kind sterk is en geen enkel onderwerp taboe is, neemt je kind jou eerder in vertrouwen als het middelengebruik toch onverhoopt uit de hand dreigt te lopen.
MEER INFORMATIE
• alcoholinfo.nl • drugsenuitgaan.nl • jellinek.nl • novadic-kentron.nl • Drugs infolijn van het Trimbos-instituut: 0900 1995 (€ 0,10 p/m + kosten mobiele telefoon) januari 2020 | BALANS MAGAZINE 01 | 53
SAMENSTELLING: JURGEN BREEMAN
ACTIVITEITEN � IN HET LAND
BALANS IN HET LAND Een greep uit het aanbod van activiteiten georganiseerd door vrijwilligers van de regionale afdelingen van Balans. Kijk voor meer activiteiten op balansdigitaal.nl
BALANSOUDERPOWER
BalansOuderpower Enschede
BalansOuderpower is een cursus voor en door ouders van pubers met een ontwikkelingsprobleem, zoals ADHD of autisme.
Data: 4 maart, 18 maart, 1 april, 15 april, 15 mei, 27 mei 2020 Locatie: SBO de Spinaker, Poolmansweg 245, Enschede
Gratis bijeenkomsten voor ouders en hun kinderen met lees- en spellingproblemen of dyslexie, en andere geïnteresseerden.
In zes cursusavonden gaan we met elkaar na waarom deze pubers zich gedragen zoals ze zich gedragen en hoe we daar als ouders mee kunnen omgaan. Met o.a. aandacht voor: ‘het puberbrein’, ‘communicatie’, ‘school’ en ‘vriendschap, relaties en seksualiteit’. De cursus is al op een aantal plaatsen in Nederland gegeven en start binnenkort in Zwolle, Enschede en Drenthe.
BalansOuderpower Drenthe
BalansOuderpower Zwolle
Ouderbetrokkenheid in het Onderwijs Data: 27 februari (Zuid-Scharwoude), 17 maart (Utrecht). balansdigitaal.nl/agenda
Dinsdag 28 januari van 18.45 tot 21.00 uur in Helmond (Bibliotheek Helmond, Watermolenwal 11) Zondag 16 februari van 13.00 tot 14.30 uur in Tilburg (Bibliotheek LocHal, Brokxlaan 1000, Tilburg) Woensdag 4 maart van 14.00 tot 16.30 uur in Leiden (BplusC Stevenshof, Trix Terwindtstraat 6, Leiden) Dinsdag 14 april van 18.45 tot 21.00 uur in Someren (Bibliotheek Someren, Molenstraat 12)
Data: 29 januari, 12 februari, 26 februari, 11 maart, 25 maart, 8 april 2020 Locatie: Cultuurhuis Stadshagen, Werkerlaan 1, Zwolle
Data: 1 april, 15 april, 6 mei, 20 mei, 3 juni, 17 juni 2020 Kijk voor de locatie op balansdigitaal.nl/agenda
Tijd: 19.30 - 22.00 uur Kosten: € 150,- voor leden van Balans; € 250,- voor niet-leden (tenzij anders aangegeven)
BALANS SYMPOSIUM
BALANS DYSLEXIETOUR
Later in 2020 volgen nog diverse bijeenkomsten op andere plaatsen in Nederland. Kijk voor meer informatie en aanmelding op balansdigitaal.nl/ agenda
CONTACTPERSONEN VAN BALANS IN DE REGIO GRONINGEN Geertje Karstens, geertje-karstens2@ kpnmail.nl FRIESLAND Theresa Visser, t.visser94@kpnplanet.nl 0517 - 231 522 DRENTHE Balans regio Drenthe, ouderverenigingbalans@ gmail.com OVERIJSSEL • Kerngroep Twente Erna Dogger, ernadogger@ziggo.nl
54 | BALANS MAGAZINE 01 | januari 2020
Facebook: Oudervereniging Balans Regio Twente • Kerngroep Zwolle-Salland Janny Hovenkamp, hovenkampjanny@icloud.com 06 - 251 001 56 • Kerngroep Zwartewaterland/Steenwijkerland Daniëlle Bartels, balanszwartewaterlandsteenwijk@gmail.com 06 - 462 389 57 GELDERLAND • Kerngroep Veluwe Facebook: BalansVeluwe UTRECHT/FLEVOLAND balansutrecht@gmail.com balansflevoland@gmail.com
NOORD-HOLLAND • Kerngroep Kennemerland Henny Dankelman, hennydankelman@live.nl 06 - 292 007 86 • Kerngroep Amsterdam Jovita Bos, balans.groot.amsterdam@ gmail.com ZUID-HOLLAND • Kerngroep Rijnland Tineke Volkers, info@balansrijnland.nl Facebook: balans-afdeling-rijnland • Kerngroep Den Haag vacature
• Kerngroep Rotterdam Corinne Vinks, corinnevinks@outlook.com NOORD-BRABANT/ ZEELAND • Kerngroep Tilburg balanskerngroeptilburg@ gmail.com. Facebook: BalansMiddenBrabant • West-Brabant/Zeeland Hannie van de Goorbergh, hannie44@icloud.com LIMBURG Gertie van Rhee, gertievanrhee@gmail.com 045 - 531 18 70
UITGETEST
In deze rubriek test Annonay Andersson telkens een aantal producten of artikelen die handig, leuk of passend kunnen zijn voor kinderen en jongeren met ontwikkelingsproblemen. Annonay Andersson is kinderpsycholoog, hoofdredacteur bij het kind.org en boekrecensent bij Balans Magazine.
TOVERTAFEL SPROUT
sprout.tovertafel.nl
PASSEND LEZEN
passendlezen.nl superboek.nl (de jeugdcollectie)
Via de online Bibliotheekservice is het mogelijk om gesproken boeken te luisteren op de website van Passend Lezen. Het verschil met luisterboeken is een rustiger voorleestempo en minder intonatie, rekening houdend met leesproblemen. Voor mensen tot 18 jaar die blind, slechtziend of dyslectisch zijn, is de service helemaal gratis. Persoonlijk zou ik het nog mooier vinden als kinderen die geen classificatie hebben het ook mogen gebruiken (voor degenen die bijvoorbeeld snel afgeleid zijn bij het lezen), wie weet worden de eisen ooit versoepeld. Er is een keuze uit meer dan tienduizend gesproken boeken voor jeugdigen plus 246 zogenaamde ‘karaokeboeken’, boeken waarbij je ook digitaal mee kunt lezen (via superboek.nl). De karaokeboeken zijn natuurlijk ideaal voor kinderen of jongeren met dyslexie. De boeken zijn ingedeeld in verschillende leeftijdsgroepen. De website vraagt voor kinderen en jonge tieners waarschijnlijk wel even dat een volwassene ze helpt wegwijs te maken, maar na een paar keer zullen de meesten hun weg wel kennen. De boeken kunnen rechtstreeks worden beluisterd op de website, gedownload of beluisterd via de Daisylezer-app of een Daisyspeler. Handig voor in de klas, maar ook voor thuis heel fijn om leesmeters mee te maken.
Gesproken boeken in rustig tempo
Als we denken aan het speels inzetten van moderne technieken voor educatieve doeleinden, komen spellen als Kahoot waarschijnlijk meteen bovendrijven. Maar Tovertafel Sprout is iets heel anders, en voor veel mensen nieuw op spellengebied. De makers noemen het ‘serious games in de vorm van interactieve lichtprojecties’. Lichtprojecties dus, geprojecteerd op bijvoorbeeld de vloer of een tafel, in allerlei kleuren en in allerlei soorten spellen. De projecties reageren op beweging (ook de allerkleinste beweging) waardoor het dus een interactief spel wordt. De diverse modules maken dat het aansluit bij verschillende ontwikkelingsniveaus en belevingswerelden (moeilijk voor te stellen? Kijk op de site naar het voorbeeldfilmpje). De makers hebben gemerkt dat De Tovertafel bijdraagt aan de sociale interactie en samenspel, maar ook aan de fysieke (fijne en grove motoriek) en cognitieve ontwikkeling (spelling, rekenen). De Tovertafel is ontstaan vanuit een promotie-onderzoek van ingenieur Hester Le Riche en wordt tot nu toe vooral gebruikt en ingezet in het speciaal (basis)onderwijs. Tovertafel is altijd in ontwikkeling (om nog meer waarde toe te voegen), daarom zoeken de makers basisscholen in het speciaal en regulier onderwijs die interesse hebben om de spellen samen met hen te co-ontwerpen. Kortom: vrolijke, leerzame innovatie waar we nog wel meer van zullen gaan horen.
Spelend leren met lichtprojectie
januari 2020 | BALANS MAGAZINE 01 | 55
Cognitieve gedragstherapie bij angst
Auteurs: Cathy Creswell, Monika Parkinson, Kerstin Thirlwall & Lucy Willetts (2018) Uitgeverij: SWP Prijs: € 31,- / 1e druk Pagina’s: 264 ISBN: 9789088507717
Angststoornissen komen onder kinderen die in de geestelijke gezondheidszorg worden behandeld relatief vaak voor en cognitieve gedragstherapieën (CGT) worden daarbij het vaakst ingezet. In Angststoornissen bij kinderen wordt er ingezoomd op het effect van ouderbegeleiding bij CGT. Het doel is ‘met ouders samen te werken om hen te helpen het vertrouwen en de vaardigheden te ontwikkelen die ze nodig hebben om hun kind te kunnen helpen bij zijn of haar angstgerelateerde problemen’. De auteurs (drie psychologen en een hoogleraar) bedoelen hiermee dat ouders elementen uit de therapie krijgen aangeleerd om in te zetten bij het angstige
gedrag van hun kind. De therapie kan daarmee een stuk effectiever worden en de werkzame delen kunnen op een meer natuurlijke manier worden ingezet. Het boek beschrijft nauwgezet hoe een uitgebreid assessment kan worden gedaan, hoe duidelijke doelen kunnen worden gesteld, hoe de zelfstandigheid en het flexibel denken kunnen worden bevorderd, maar gaat ook in op slaapproblemen en schoolweigering. Het boek is vooral bedoeld (en interessant en relevant) voor behandelaars/ hulpverleners die angstproblemen (al) behandelen en bij voorkeur al CGT hebben gegeven. Het (professionele) taalgebruik in het boek sluit hierbij aan.
Laten we veel van onze kinderen houden
©Bron: VPRO
IDFA-documentaire: Rotjochies Regie: Maasja Ooms Productie: Cerutti Film in coproductie met VPRO Duur: 90 minuten Te zien via vpro.nl
56 | BALANS MAGAZINE 01 | januari 2020
Ze roken allemaal, de ‘rotjochies’ in de gelijknamige documentaire, ook het enige ‘rotmeisje’. Dat en de vraag ‘Hoe komt het dat je x gedrag hebt vertoond?’ zijn de vaste elementen op de oude boerderij in Frankrijk, waar ‘heropvoeder’ Petra het vijftal jongeren begeleidt. Ze zijn in Nederland in aanraking gekomen met justitie en hebben dit verblijf als maatregel opgelegd gekregen. De meesten lijken een paar maanden te verblijven op de boerderij, waar ze onder meer oude ruimtes opknappen en de kippen verzorgen. Centraal in de docu staat Mitchel, wiens vader ook tweemaal op bezoek komt tijdens zijn verblijf. Mitchel heeft zijn moeder verloren, en was er getuige van dat zijn broer zijn moeder sloeg. Misschien is het makkelijker om iemand in je hart te sluiten als je niet weet welke misdaden die heeft begaan en als de camera heel dichtbij de gezichtsuitdrukking komt, want dat is wel wat de docu oproept: medeleven. Petra probeert de jongeren met vragen tot zelfinzicht te krijgen - en slaagt daarin ook vaak - maar de problemen liggen meestal dieper dan alleen bij de jongeren. Lang verhaal, korte conclusie: laten we veel van onze kinderen houden, ook, of juist degenen die zeggen niemand nodig te hebben.
RECENSIES: ANNONAY ANDERSSON & KARIN VAN OOIJEN
Moed, nieuwsgierigheid en veerkracht stimuleren Moed, nieuwsgierigheid en veerkracht bij je kind stimuleren is de ondertitel van Het Ja-brein. Voor een nieuwbakken moeder zoals jullie recensent genoeg om meteen verder te lezen. Maar eerst even de feiten op een rij: hoogleraar klinische psychiatrie Daniel Siegel (met al een trits opvoedboeken op zijn naam) en kinderpsychotherapeute Tina Payne Bryson buigen zich in Het Ja-brein over hoe je je kind een ‘open’ levenshouding kunt aanleren (open voor nieuwe uitdagingen,
kansen, voor wie het kind al is en voor alles wat het nog kan worden). Het boek is ingedeeld in hoofdstukken over evenwicht, veerkracht, (zelf)inzicht en empathie en geschreven in een vlotte stijl. De schrijvers gebruiken veel voorkomende opvoedsituaties en -adviezen en ‘ondertitelen’ deze met wetenschappelijke onderzoeken. Voor ouders die zich al verdiepen in verschillende opvoedmethodes, zitten er herkenbare strekkingen in Het Ja-brein. Echter, deze keer wordt er ‘bewijs’
geleverd vanuit de breinontwikkeling (wat het voor deze recensent niet méér ‘echt’ maakt overigens, maar sommigen zullen het een prettige aanvulling vinden). De auteurs blijven op sommige punten wat algemeen (zijn ze nou wel of niet voor (bepaalde) vormen van straffen?), maar de positieve kernboodschap van Het Ja-brein is vooral wat blijft hangen, dus - ja! - voor veel opvoeders een fijne instapklare inspiratie.
Auteurs: Daniel J. Siegel & Tina Payne Bryson (2019) Vertaling: Marie-Christine Ruijs Uitgeverij: Scriptum Prijs: € 20,99 / 1e druk Pagina’s: 197 ISBN: 9789463190992
Een grimmige strijd voor passend onderwijs Sas Boot richtte een schooltje op - Acato voor haar dochter met autisme, voor wie geen passend onderwijs bestond. Onder andere door krantenartikelen volgden meer aanmeldingen voor Acato. Gaandeweg werd het schooltje groter. Sas Boot beschrijft prachtig waar deze kinderen in het onderwijs tegenaan lopen. Hoe ze beschadigd raken door uitsluiting, niet kunnen voldoen aan de verwachtingen van dagelijks schoolbezoek en geen aansluiting vinden bij het onderwijsaanbod. Hoe alles erop is gericht (deze) kinderen ‘passend’ te maken, in plaats van andersom. Wat ook vooral naar voren komt, is hoe het wél kan. Wat (deze) kinde-
ren nodig hebben om zich - op hun eigen wijze en tempo - te kunnen ontwikkelen. De talenten en mooie eigenschappen, die ondergesneeuwd raakten in het onderwijs. Het boek wordt grimmiger als Sas vertelt over de ‘strijd’ met gemeente en schoolbesturen, wanneer zij op zoek gaat naar een school die met haar samen wil werken, een ‘hogehoedschool’, zoals ze het zelf noemt. De weerstand die het onderwijs (nog) heeft met het doen van aanpassingen om het onderwijs werkelijk passend te maken, komt in het boek duidelijk naar voren. Mooi afgewisseld door verhalen over haar eigen gezin en levenswijze.
Auteur: Sas Boot-Ton Uitgeverij: Gopher B.V. Prijs: € 17,50 / 1e druk Pagina’s: 196 ISBN: 9789493172173
januari 2020 | BALANS MAGAZINE 01 | 57
VOLGEND NUMMER
SERVICE
02 (onderwerpen onder voorbehoud) VOOR OUDERS, ONDERWIJS- EN ZORGPROFESSIONALS
Balans is de landelijke vereniging voor ouders van kinderen met ondersteuningsbehoeften bij leren en/of gedrag. Balans biedt ouders informatie, contact en belangenbehartiging bij de overheid en partijen binnen zorg en onderwijs.
LID WORDEN?
Via balansdigitaal.nl Als lid van Balans krijgt u: • Balans Magazine • Ondersteuning via BalansAdvieslijn • Contact met actieve BalansVertegenwoordigers in uw regio • Belangenbehartiging, landelijk en regionaal • Voordelig afsluiten van een abonnement op BalansKIDS • BalansNieuwsbrief (digitaal) • Toegang tot BalansForum • Gratis of met korting naar bijeenkomsten en/of oudercursussen van Balans bij u in de buurt • Een stem in de Algemene Ledenvergadering • Sommige zorgverzekeraars geven kortingen op premies en/of vergoeden het lidmaatschap van Balans
BM02
Verschijnt in april 2020
Het lidmaatschap wordt jaarlijks automatisch verlengd. Op de website kunt u inloggen via ‘Mijn Balans’. Hier kunt u uw persoonlijke gegevens beheren.
EVALUATIE PASSEND ONDERWIJS •Komt inclusief onderwijs nu dan ein-de-lijk in zicht? Over de zwakke kanten én verbeterpunten van passend onderwijs
SCHOOLTRAUMA’S DOOR ONDERWIJS DAT NÍÉT PAST •Anton Horeweg over de impact ervan op leerlingen en gezinnen
VEILIG THUIS-MELDINGEN •Door het ontbreken van passend onderwijs. Wat doet Balans hiermee?
58 | BALANS MAGAZINE 01 05 | november januari 2020 2019
GOED ONDERWIJS •Maar liefst drie scholen ontvingen de Balans Award voor goed onderwijs. Hoe maken zij het verschil?
GEDULD IN SNELLE TIJDEN •Zonder geduld gaan opvoeding en onderwijs niet. Pedagoog Joop Berding schreef er een boek over.
ADJE DOET HEEL DRUK •Adriaan van Dis schreef zijn eerste kinderboek: Adje Doet Heel Druk. Waarom dit boek? En waarom nu?
Opzeggen lidmaatschap: per e-mail: info@balansdigitaal.nl of schriftelijk en uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van het lidmaatschapsjaar: Oudervereniging Balans, Antwoordnummer 3312, 3720 VB, De Bilt.
TARIEVEN
Kosten lidmaatschap - jaarlijks tot wederopzegging: Ouders (€ 60,-); minima (€ 30,-); student (€ 34,-); steunlid (€ 25,-); school/ instelling (€ 100,-). Bent u al lid van Impuls & Woortblind, of de NVA, dan krijgt u als nieuw lid of abonnee korting. Abonnement op Balans KIDS (€ 18,-) en/of Impuls & Woortblind Magazine (€ 18,-).
UW PRIVACY & DE ALGEMENE VERORDENING GEGEVENSBESCHERMING (AVG)
Wij registreren uw gegevens als lid of abonnee conform de AVG-richtlijnen. Zie onze privacyverklaring waarin o.a. uw rechten zijn opgenomen, bijvoorbeeld om uw toestemming voor verzending in
te trekken (balansdigitaal.nl/ privacyverklaring). Bij vragen hierover, mail: info@balansdigitaal.nl
VRAGEN
Heeft u als lid van Balans een inhoudelijke vraag over ondersteuningsbehoeften bij leren en/of gedrag of over (passend) onderwijs, en kunt u deze informatie niet op onze website vinden? Neem dan contact met ons op via het speciale contactformulier van Balans Advies op de contactpagina. Uw vraag wordt dan beantwoord door de deskundige medewerkers van het mailteam. Voor telefonisch consult: kijk op balansdigitaal.nl voor de laatste informatie.
ADRESGEGEVENS
Post- en bezoekadres: Weltevreden 4A, 3731 AL De Bilt, Telefoon: 030 225 50 50. E-mail: info@balansdigitaal.nl Website: balansdigitaal.nl
COLOFON
Redactieteam: Suzanne Boomsma, Jurgen Breeman, Beatrice Keunen, Anouk van Westerloo Aan dit nummer werkten mee: Annonay Andersson, Geert Bors, Mariëlle van Bussel, Anton Horeweg, Nicolette Kuijlaars, Marjon Labordus, Joli Luijckx, Karin van Ooijen, Jan Paternotte, Francine Postma, Katinka Slump, Betty Veenman, Renate van der Zee. Fotografie: Joris den Blaauwen, Miriam van der Hoek Vormgeving: Nicolien van der Gugten Communicatie, Utrecht Vragen, opmerkingen en/of tips voor de redactie? redactie@balansdigitaal.nl
DRUK
Senefelder Misset, Doetinchem.
ADVERTENTIES
Meer informatie over adverteren: Bureau Van Vliet B.V. E-mail: zandvoort@ bureauvanvliet.com Telefoon: 023-5714745 Wij benadrukken dat Balans geen verantwoordelijkheid draagt voor de inhoud van de - afgedrukte en bijgesloten - advertenties. Het feit dat wij reclame afdrukken of bijsluiten voor bepaalde producten of diensten, betekent niet dat wij deze bij u aanbevelen. © Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder uitdrukkelijke toestemming van de redactie. ISSN 1872-0560
ADVERTENTIE
Structuur, rust en tijdsbesef met de Pictogenda en Pictogenda Kalender 2020
Weekagenda 17 x 23 cm € 37,70
Iedereen ziet wat de dag brengt! • Agenda en kalender met pictogramstickers • Namen van dagen, maanden en seizoenen herkenbaar aan pictogram en kleur • Optie: print eigen pictogrammen en foto’s op blanco pictogramstickers
KALENDER 2020
• Betere oriëntatie in de tijd • Afspraken en gebeurtenissen worden beter onthouden • Pictogrammen helpen bij het voeren van gesprekken • Vergroot zelfstandigheid.
Met verschuifbare dagmarkering
Wandmaandkalender 48 x 66 cm € 25,45 Voor: • kinderen met ADHD • kinderen met autisme / PDD-NOS • kinderen met leermoeilijkheden • kinderen met taal- en spraakmoeilijkheden
Bestel op www.pictogenda.nl Volg ons op Facebook @Pictogenda
ADVERTENTIE
Omdat een lees- of spellingprobleem talent nooit in de weg mag staan!
compenseren
remediëren preventie Lexima Academie cursussen masterclasses Nationale Dyslexie Conferentie
Wilt u kansen creëren voor leerlingen bij wie lezen en/of spellen een uitdaging vormen? Neem dan contact met ons op!
Onderwijsadvies consultancy projectmanagement
Kastanjelaan 6 · 3833 AN Leusden Telefoonnummer 033 - 434 80 00 info@lexima.nl · www.lexima.nl
8