COLUMN
Herziening partneralimentatie: van twaalf naar vijf jaar? Al jaren gaan er stemmen op voor een verkorting van de maximale termijn van 12 jaar voor partneralimentatie. Misschien herkent u zich hier wel in. Inmiddels lijkt het er op dat de verlaging van de maximale termijn toch enige voet aan de grond begint te krijgen. Op 27 juni 2018 heeft de Tweede Kamer het initiatiefwetsvoorstel Herziening Partneralimentatie van Van Oosten (VVD), Kuiken (PvdA) en Groothuizen (D66) besproken. De betreffende partijen willen de wet aangepast zien in de zin dat de partneralimentatieduur beperkt moet worden tot de helft van het huwelijk, met een maximum van 5 jaar, de hardheidsclausule en enkele uitzonderingsgevallen daargelaten. Als een huwelijk langer dan 15 jaar heeft geduurd en de leeftijd van de alimentatiegerechtigde is ten hoogste 10 jaar lager dan de AOWleeftijd, dan bedraagt de termijn voor partneralimentatie maximaal 10 jaar. Bij huwelijken met kinderen jonger dan 12 jaar is de partneralimentatieduur maximaal 12 jaar. Verder eindigt de alimentatieplicht als de onderhoudsplichtige voormalige echtgenoot de AOW-leeftijd bereikt. De voorgestelde beduidend kortere termijnen sluiten volgens de initiatiefnemers beter aan bij de huidige opvattingen in de maatschappij. Het conservatieve rollenpatroon is tanende, steeds meer vrouwen zijn aan het werk en mensen moeten de kans krijgen om na hun scheiding op korte termijn hun eigen leven te gaan leiden, zonder nog jaren financieel aan elkaar verbonden te blijven. Vanzelfsprekend zijn er ook critici. Zij vrezen dat de initiatiefnemers onvoldoende rekening hebben gehouden met de grote groep vrouwen van ca. 50 jaar en ouder die tijdens hun huwelijk wél een traditionele rolverdeling hanteerden, waardoor zij carrièrekansen gemist hebben en op de arbeidsmarkt vrijwel geen kans van slagen zullen hebben. Deze groep vrouwen zal dan aangewezen zijn op de zogenoemde hardheidsclausule, inhoudende dat zij zullen moeten aantonen dat zij een ‘schrijnend geval’ vormen en dat gezien de omstandigheden afgezien heeft te worden van de maximumtermijn van 5 jaar. Nog niet ingeschat kan worden hoeveel kans van slagen een dergelijk beroep heeft. Ik kan mij zo voorstellen dat het initiatiefwetsvoorstel, ondanks mijn korte toelichting, nog altijd de nodige vragen bij u oproept. Indien deze vragen zijn toegespitst op uw eigen situatie, neemt u dan gerust contact met mij op. Hier op vooruitlopend kan ik u reeds meegeven dat ik de ontwikkelingen op het gebied van het initiatiefwetsvoorstel nauwlettend in de gaten zal (blijven) houden. KIJK OP HET NOORDEN
LEES HET MAGAZINE OOK ONLINE VIA WWW.KIJKOPHETNOORDEN.NL EN VOLG ONS VIA
EN
Mr. M.C. (Marieke) Braak Echtscheidingsadvocaat- en mediator www.braakadvocaten.nl
49