)
1 1
dat men ze met de hand gemakkelijk kon vangen. Zo heb
Pensioen voor vadertje Havik
ben in mijn tijd de inwoners van het dorp tot tien wagens vissen toe met de hand gevancen."
"Geloofwaardige vogelaars uit boven-Duitsland, uit Zwaben, vertelden ons het volgende. Op de jacht naar haviken waren ze diep in het woud doorgedrongen.
J
Duur vonden
ze
een grote, zeer oude huvik, die bijna
wit zaf, van ouderdom. Hij zat temidden van het dichtste struikgewas. Toen zn naderbij k.vamen vlooe; hij niet op. Ze zagen dat hij van ouderdom blind ge worden was. Ze stelden zich verdekt op, om uit te maken hoe hij aan de kost kwam. Al kort daarop streken twee jonge vogels neer met een buit, trok ken het in stukken en voederden daarmee de oude
De valk en de mens
havik." ( I)
"In mijn tijd heb ik iets eelijkaardigs opfemerkt. Altijd als ik met de vofelhonden (�jachLhondcn) over
( f,lc L
het veld ginc, begeleidden er mij valken in de JuchL.
De honden joegen de vogels (=patrijzen o.i.d.) van de
dunk
U!Ul:)
Stefaan llublou
aarde op, maar de valken stootten op hen neer en dre ven ze terug naar de grond. In hun angst lieten de vogels zich met de hand grijpen. Na de jacht gaven we iedere valk een vogel. Dan verlieten ze ons."
(I) Zie: Albertus �agnus, Ausstellung zum 700. Todesdag, Keulen, 1980, p.145.
�t\��
���� ���It�. ""
���
,•'< � .,, .... ( ,1,, �,,:�·. �'(}"" ,";'' ·'·•�'" :;_-,:t::� 1.
..
. "� .-' . t.
:;���.Pj/JF
·),"
,. •
llCC th:
"�
:J1::a;r'"