aan- en afvoer van water, wordt hierdoor het wallichaam van de dykswâl langzamerhand ondermijnd. Het is daarom beter te kiezen voor de oplossing waarbij tussen de dykswâl en de waterloop een strookje grond wordt gespaard. In de praktijk wordt hierover een smal wandel paadje aangelegd. Een uitstekende gelegenheid voor rustzoekers om van het dykswâlenlandschap te genieten.
Versterkte dykswâlen Soms wordt de dykswâl versterkt met aan één of twee zijden een afrastering aan de landzijde van de greppel. Vaak wordt de greppel voordien nog extra uitgegraven en daarmee eigenlijk omgevormd tot een sloot. De dykswâl wordt vervolgens ook op de taluds van het wal lichaam volledig beplant met bomen en struiken. Door het afrasteren en uitgraven van de greppels zal daarlangs spontaan een singel opslaan. In de eerste jaren zal deze vooral bestaan uit Zwarte els, Boswilg, Grauwe wilg, Geoorde wilg, Zachte berk, Brem en Esp. Hiermee wordt de dykswâl eigenlijk een boswal. Vooral de typerende schrale en droge vegetatie van de zuidzijde van de dykswâl zal hierdoor in korte tijd zijn verdwenen. In plaats daarvan ontstaan dan vegetaties van schaduwrijke en vochtige omstandigheden. Het beste beheer van dit soort boswallen bestaat uit het verder onge stoord laten ontwikkelen van de spontaan gegroeide singels langs de nieuw gegraven sloot. Later kan het geheel in een cyclisch beheer wor den opgenomen zoals dat voor de normale dykswâlen gebruikelijk is. Vooral waar nog goed ontwikkelde vegetaties van de zuidzijde van de dykswâl voorkomen, moet men zeer terughoudend zijn in het versterken hiervan. Wanneer versterking toch wordt overwogen, is het aan te raden om hierin alleen de noordzijde te betrekken en de zuid zijde vanwege de typische situatie ongemoeid te laten. Een aan de noordzijde aangebrachte versterking zal uiteraard het beeld van de dykswâl beïnvloeden, maar veroorzaakt op zich geen scha de aan de kenmerkende vegetatie. Bij een goed beheer – dat bestaat uit het met rust laten van de spontane opslag langs de hier nieuw gegraven sloot – zal zich op het noordelijke talud van het wallichaam mogelijk zelfs een soortenrijkere varenvegetatie gaan ontwikkelen.
74
Massale opslag van Ratelpopulier ▲
❚ Gesloten bramenmantel ▼
75