Sample
Oehoe's ogen waren half gesloten. Foefoe kuchte en vroeg haar beleefd of ze met haar kon praten. De uil sperde haar ogen open en knikte. “Ga zitten, ga zitten... Wat wil je vragen?” Eigenlijk wist Foefoe niet of ze een vraag had. Het was meer een zorg. “Ik maak me zorgen over mijn broer.” “Welke van hen?” “Nou, ik maak me eigenlijk zorgen om mijn beide broers. Tjeety en Kiriki.” zei Foefoe. Ze wachtte even en besloot toen haar droom met de wijze uil te delen. De uil zweeg heel lang. Net toen Foefoe dacht dat ze misschien in slaap was gevallen, sprak ze. “Je broers moeten leren samenwerken.” “Hoe zullen ze dat doen?” “Tsja... eerst moeten ze inzien dát ze dat moeten doen...” antwoordde de uil bedachtzaam. Foefoe trok haar wenkbrauwen op. Dat was niet waar ze op had gehoopt. De uil zou toch wijs zijn en veel dingen moeten weten?! Oehoe keek naar Foefoe en voegde eraan toe: “Vertrouw op je vleugels. Vertrouw op je broers.” En toen sloot ze haar ogen. Waarschijnlijk wilde ze niet meer praten, dacht Foefoe. Een beetje in de war keek ze Oehoe nog een keer aan. Haar ogen waren nog steeds dicht. Foefoe vloog dus maar weer terug naar haar boom. **** De volgende dagen gingen snel voorbij. Ze hadden een ontmoeting met de hele familie om te praten over de aanstaande Grote reis. Nog een paar dagen later waren ze klaar met hun lessen bij Mirmir. “Morgen is de grote dag!” zei Mirmir. “We gaan reizen!” riep Roekoe uit en stak haar vleugels in de lucht. Foefoe en Tjeety tjilpten en kirden. Maar Kiriki was stil. Na de les ging Foefoe naar Kiriki en vertelde hem haar droom. Hij was nog steeds in een onrustige bui. Hoe konden haar broers zo anders zijn? 10
vroeg ze zich af. Waarschijnlijk zat het Kiriki niet lekker dat zij droomde dat hij was verdwenen en maakte hij zich zorgen over de reis. Ze kon het aan zijn gezicht zien. Ze legde een vleugel over haar broer en zo zaten ze een tijdje naast elkaar. Daarna vertrokken ze naar De grote eikenboom, om zich bij de anderen te voegen voor het laatste gesprek over De grote reis.
11
De grote reis begint De grote reis begon de volgende dag. De hele familie verzamelde zich in de lucht. Na een paar uur was het bos achter hen. Ze vlogen dagen achter elkaar. Ze kwamen langs verschillende bossen en meren. Toen ze over een hele bergrug hadden gevlogen en bij een plateau aan kwamen, besloten ze een dag te rusten. “Ik weet niet of ik dit kan... Hoeveel dagen vliegen we nog?” klaagde Kiriki. “We hebben meer dan de helft van de reis gedaan. Morgen voel je je vast beter,” troostte zijn moeder hem. “Oh Kiriki, jij bent zo zwak!” zei Tjeety boos. Hij duwde hem zo hard dat Kiriki omviel. “Tjeety, wat doe je nu?!”riep Foefoe uit. “Als Kiriki er niet was geweest, hadden we hier een dag eerder kunnen zijn! En nu wil hij ons nog meer vertragen!” riep Tjeety. “Dat is geen reden om hem te duwen!” Foefoe sprong op om Kiriki te helpen, die zacht kreunde en nog steeds op de grond lag. Hij had veel pijn en wilde niet opstaan. Er viel een traan uit zijn oog en hij wendde zijn gezicht af van zijn broer en zus. Tjeety snoof van woede en riep: “Ik ga alleen vliegen! Ik zie jullie op onze eindbestemming, wanneer jullie daar eindelijk zijn met die zwakkeling!” **** Roekoe had het gesprek gehoord en probeerde Tjeety in te halen. Maar Tjeety was erg snel. Ze vlogen urenlang. Eindelijk stopte hij toen het helemaal donker was. Gelukkig had Roekoe hem van een afstand kunnen volgen en na een tijdje landde ze naast hem. “Zeg maar niets. Ik zal niet van gedachten veranderen,” snauwde Tjeety. Roekoe knikte. Ze waren een paar minuten stil. “Waarom kwam je achter mij aan? Ik wil zo snel vliegen als ik wil, zonder om iemand iets te geven,” zei Tjeety. 12
13
“Ik wilde je zeggen dat je terug moest komen. Ik weet niet zeker of het veilig is wat je doet,” antwoordde Roekoe. “Pf, ik vertrouw mijn vleugels! Ik wil gewoon niet dat die zwakkeling onze hele groep vertraagt!” snoof Tjeety. Maar elke groep is zo snel als zijn zwakste schakel, dacht Roekoe. En het is onze taak om voor elk familielid te zorgen. Maar als ik dat zeg zal hij niet naar me luisteren. En ze wist niet wat ze dan wel kon zeggen. Ze hoopte dat een nachtje slapen zou helpen. Misschien was hij moe, net als zij, en zou hij de volgende ochtend van gedachten veranderen. **** Ondertussen hadden alle vogels zich verzameld en bespraken ze wat ze moesten doen nu twee familieleden de zwerm, de groep, hadden verlaten. Iedereen had een andere mening. Sommigen wilden net zo lang wachten tot ze terugkwamen. Anderen wilden ze snel proberen te vinden. En weer anderen probeerden te onderhandelen over hoe lang ze moesten wachten voordat ze zouden gaan zoeken. Foefoe irriteerde zich aan het gebrek aan overeenstemming. Ze sliep die nacht niet goed en herinnerde zich haar droom. Dus niet Kiriki was verdwenen, maar Tjeety! En hij had niet alleen zijn broer achtergelaten, maar alle anderen! Ze herinnerde zich de woorden van Oehoe de wijze uil: “Je broers moeten leren samenwerken.” Zo besloot ze dat ze de volgende ochtend zou vertrekken, voordat de anderen wakker zouden worden, om Tjeety en Roekoe te zoeken. Ze liet een kort briefje achter. Daarop legde ze uit dat ze haar broer en zus zou zoeken en dat ze voor donker terug zou zijn. Foefoe hoopte dat het haar zou lukken om alleen de juiste richting te bepalen. Dit was tenslotte niet het bos dat ze zo goed kende. De hele omgeving was nieuw!
14