Nederlands Kamerkoor Magazine 7: dec 2017-mei 2018

Page 33

“Het moet zoals ik in mijn hoofd heb, het kan niet anders” ste voorvechter van de eigentijdse kunstmuziek. Zelf naar concerten gaan, daar kwam hij weinig aan toe, en Nederland was inmiddels een aantal specialistische ensembles en orkesten rijker die Bach speelden. Waarom zou De Leeuw zich daaraan wagen? Het veranderde toen hij werd gevraagd om een Matthäus-project te leiden bij het Limburgs Symfonie Orkest. Dat was 2013. Hij nodigde zangers bij hem thuis uit om het stuk door te spreken. Ook de samenwerking met het Nederlands Kamerkoor en Holland Baroque was intensiever dan gebruikelijk. Zoals Judith Steenbrink zegt: “We wilden niet zo’n Matthäus waar iedereen even voor de zaalrepetitie aan komt kakken.” Zo zal het ook nu niet gaan. De Leeuw: “De samenwerking met deze mensen is heerlijk. Die volledige bereidheid om alles te doen wat ik voorstel, zelfs al gaat het in tegen hun natuur, raakt me enorm. Ik heb geen enkel moment wrijving gevoeld. Het bijzondere was dat iedereen deel uitmaakte van het stuk. Ook die ene speler die dan tien minuten niets te doen had voor hij weer moest inzetten, bleef betrokken; de solisten murmelden de koralen mee. Voordat ik aan de Matthäus begon ging het niet zo goed met mij. Na afloop voelde

ik me veel beter.” Ook die Johannes zal hem goed doen. “Al moest ik toen ik begon te studeren wel wennen, hoor. God, wat is dit stuk ánders. We moeten het vooral zoeken in de tekst – het evangelie van Johannes (het door de evangelist Johannes opgetekende Bijbelboek waarin over het leven van Jezus Christus wordt verteld, MK) verschilt ontzettend van de tekst van Matteüs. Bij de laatste is het lijden de grote onderstroom. In het Johannes-evangelie wordt Jezus als de zoon van God verheerlijkt, hij is minder mens dan bij Matteüs, hij staat op een voetstuk. Hij kent geen twijfel en blijft op het arrogante af superieur in zijn dialogen met Pontius Pilatus (de Romeinse prefect die beslist – of, volgens Christus, dénkt te kunnen beslissen – over Jezus’ kruisiging, MK). Nog zo’n verschil hoor je in de slotkoren. In het Ruht wohl van de Johannes zingen we dat we de dood van Christus niet moeten bewenen, het was immers Gods bedoeling, terwijl we de Matthäus eindigen met Wir setzen uns mit Tränen nieder.” Wat hem fascineert aan de Johannes: die drie aria’s na Jezus’ dood, allemaal adagio’s. “Ik ben er nog niet uit waarom dat is. We bezien het sterven vanuit drie ooghoeken, heel interessant.” En dan natuurlijk de vraag waarom Johann Sebastian Bach, toen hij het stuk in 1724 aan

het papier toevertrouwde, ervoor koos om toch wat tekst uit het Matteüs-evangelie toe te voegen. De Leeuw: “Hij leent de scène over Petrus’ verloochening van Jezus. Ik denk dat Bach zich identificeerde met Petrus. Waarom ik dat denk? Bij de Matthäus-Passion zit het zwaartepunt bij de verloochening – Petrus die trouw wil zijn, maar zwakte toont, Erbarme dich. Dat hij juist die geleende woorden ‘und weinete bitterlich’ in de Johannes zo veel ruimte geeft, daaruit blijkt volgens mij dat Bach niet wilde dat het menselijke element ontbrak. Toch dat lijden, Bach kon gewoon niet zonder!” De dirigent blijkt zich wel voorzichtig in te luisteren. Op de salontafel ligt een cd-box met een opname van Frans Brüggen – het Orkest van de Achttiende Eeuw met het Nederlands Kamerkoor. Toen De Leeuw zich voorbereidde op zijn eerste Matthäus, zocht hij Brüggen op om over het stuk te praten. De oudemuziekpionier overleed in 2014. “Natuurlijk zou het mooi zijn geweest als ik nu ook zijn zegen had gekregen, maar ik moet eerlijk zeggen dat ik opnames toch snel uitzet – zelfs die van hem. Ik heb nu eenmaal zulke sterke opvattingen. Het moet zoals ik het in mijn hoofd heb, het kán niet anders.”

31


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.