Auschwitz Bulletin, 1982, nr. 01 Januari

Page 9

Bevrijders in Washington Dr. L. de Jong leidde de Nederlandse delegatie naar de Internationale Bevrijdersconferentie te Washington (26-28 oktober 1981). Hier volgt, enigszins verkort, zijn verslag. Na de uitzending van de televisieserie 'The Holocaust' is in de Verenigde Staten besloten meer aandacht te vragen voor de uitroeiing van een groot deel van het Europese Jodendom in de jaren 1941-1945. Daartoe is op 7 oktober 1980 door het Congres met algemene stemmen bij wetsbesluit de United States Holocaust Memorial Council in ht leven geroepen, de VS-raad ter nagedachtenis van de Holocaust. Voorzitter is prof. Elie Wiesel. Wiesel, geboren in Polen, heeft in Auschwitz gevangen gezeten, heeft enkele jaren lang gepubliceerd in Frankrijk, is nadien naar de Verenigde Staten geëmigreerd, is daar thans hoogleraar in Harvard en is doorzijn publikaties en lezingen in de Verenigde Staten een bekende figuur geworden. De Council geeft zich vooral moeite om te bevorderen dat bij het onderwijs meer aandacht besteed wordt aan de uitroeiing van het Europese Jodendom en verzet zich (terecht) met kracht tegen diegenen die de kwalijke opvatting propageren dat de systematische uitroeiing van het Europese Jodendom in de jaren '41-'45 een fabeltje is en dat er bijvoorbeeld in Auschwitz-Birkenau geen gaskamers zijn geweest. Het denkbeeld om een Liberators Conference te houden, is afkomstig van Wiesel die in 1979 in Moskou een ontmoeting had met de Russische luitenant-generaal Petrenko, die als bataljonscommandant in januari 1945 met zijn troepen het concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau heeft bevrijd. Het was het State Department dat uitnodigingen richtte tot de regeringen van alle landen die met eigen strijdkrachten aan de veldtocht tegen Duitsland hadden deelgenomen, om zich op de conferentie te Washington te doen vertegenwoordigen; wat Israël betrof, dat tijdens de tweede wereldoorlog nog niet bestond, werd de uitnodiging gericht tot de Jewish Brigade die onder Brits opperbevel aan de veldtocht in Europa heeft deelgenomen. Uit Israël waren aanwezig o.m. prof. Jehuda Bauer, hoogleraar aan de Hebrew University te Jeruzalem, Gideon Hausner, van het Yad Vashem Instituut en Jitschak Arad, directeur van dit instituut. Officiële delegaties waren afgevaardigd door België, Canada, Denemarken, Frankrijk, Groot-Brittannië, Israël, Joegoslavië, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Polen, de Sowjet-Unie en de Verenigde Staten. In totaal telde de conferentie omstreeks vijfhonderd deelnemers, onder wie een groot aantal overlevenden van de concentratie-

en vernietigingskampen; veruit de meesten uit de Verenigde Staten. De Nederlandse delegatie bestond uit twee vertegenwoordigers van de ambassade te Washington, mevrouw A. S. Fels-Kupferschmidt, oud-gevangene van AuschwitzBirkenau en voorzitster van het Nederlands Auschwitz Comité, drs. A. A. Paape, van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie en drs. C. J. F. Stuldreher, directeur, de gewezen kolonel der mariniers A. F. van Velsen, oud-gevangene van Auschwitz-Birkenau en lid van de verzetsgroep aldaar, en uit mijzelf. Ik trad als hoofd van de delegatie op. De conferentie werd op maandagavond 26 oktober in het State Department geopend. Bij die gelegenheid werden toespraken gehouden door de minister van Buitenlandse Zaken, Alexander M. Haig, Jr. en door prof. Wiesel. Vervolgens werden de vlaggen van de officieel vertegenwoordigde landen in de zittingszaal geplaatst en daarna werden nog korte toespraken gehouden namens Frankrijk, Groot-Brittannië en de Sowjet-Unie. Op dinsdag 27 oktober werden in een plenaire ochtendzitting verslagen van ooggetuigen gegeven. Des middags vonden sectievergaderingen plaats. Op woensdag 28 oktober werden sectievergaderingen gewijd aan de berechting van oorlogsmisdadigers, verslagen van overlevenden en opstanden in de kampen; een plenaire zitting vond plaats over het aspect 'discovering the Final Solution', het ontdekken van de Endlösung. Des middags vond de sluiting van de conferentie plaats bij welke gelegenheid oorkonden en gouden medailles werden aangeboden. Het werd door de Nederlandse delegatie als een nadeel ervaren dat uitsluitend het woord gevoerd werd door tevoren door de organisatoren aangewezen panel-leden, en dat geen ruimte was gelaten voor discussie of opmerkingen uit de zaal. De Nederlandse delegatie heeft op zondag een inleidende bespreking gehouden en op maandag nader van gedachten gewisseld onder leiding van de ambassadeur dr. J. H. Lubbers. Tijdens de conferentie hebben de leden van de delegatie in talrijke gesprekken nadere mededelingen verstrekt over het lot van de uit Nederland gedeporteerde Joden. Mevrouw Fels-Kupferschmidt heeft speciaal de aandacht gevestigd op het werk van het Nederlands Auschwitz Comité en zij en anderen hebben voorts gewezen op de werking van de Wet Buitengewoon Pensioen en de Wet Uitkeringen Vervolgingsslachtoffers 1940-1945. Onderwerp van een aantal door de heren Paape en Stuldreher gevoerde gesprekken vormden de publikaties van 'revisionistische' zijde waarin de vernietiging van het Europese Jodendom tijdens de tweede wereldoorlog ontkend wordt; alsmede de

vraag of en hoe hier van de zijde van de historici tegen opgetreden kan worden. Ik heb zelf op dinsdagmiddag in de aan het verzet gewijde sectie in een kort betoog een beeld gegeven van het Nederlands verzet en daarin o.m. vermeld dat ca. vijf-en-twintigduizend Joden in ons land konden onderduiken. Op dinsdagavond heb ik tijdens het diner in het Smithsonian Institute onderstreept dat men de Holocaust in de recente geschiedenis niet als een uniek gebeuren moet zien: in de eerste wereldoorlog zijn immers meer dan een miljoen Armeniërs uitgeroeid door de Turken. Ik wees er op dat dat gebeuren in de periode tussen de twee wereldoorlogen vrijwel onbekend is gebleven en dat zulks er toe bijdroeg dat aan de berichten over massale uitroeiing van Joden door veruit de meeste mensen geen geloof werd gehecht. Op woensdagochtend heeft de heer Van Velsen in de sectievergadering waarin de overlevenden aan het woord kwamen, in een naar mijn oordeel indrukwekkend betoog onderstreept dat regeringen en kerken in de periode van de Holocaust hebben gefaald en dat er bovendien in zoverre van een echte bevrijding geen sprake is geweest dat talrijke overlevenden zijn blijven lijden onder grote psychische moeilijkheden die uit de vervolging zijn voortgevloeid. Op treffende wijze werd dit betoog onderstreept doordat een in Amerika woonachtige, uit Polen afkomstige Jood die na de heer Van Velsen aan het woord kwam, begon met op te merken dat hij elke nacht nog steeds in het getto van Warschau leefde. Naar het oordeel van de Nederlandse delegatie hebben twee toespraken de meeste indruk gemaakt: van prof. Bauer die op dinsdagmiddag in de sectie historici een beeld gaf van de problemen bij het onderzoek naar de evacuatietransporten uit de concentratie- en vernietigingskampen, en een toespraak op woensdagochtend in de zitting, gewijd aan het thema 'het ontdekken van de Endlösung', gehouden door 'Jan Karski', t.w. de niet-Joodse Pool Jan Kozielewski die als afgevaardigde van het Poolse verzet en van de belangrijkste Joodse organisaties in Polen na een persoonlijk bezoek aan het getto van Warschau en aan „het vernietigingskamp Belzec, uit Europa ontsnapt, eind 1942 en begin 1943 in Londen en Washington vergeefs getracht heeft, bij de hoogste Poolse, Britse en Amerikaanse autoriteiten iets te bereiken ten gunste van de Poolse Joden. Ik merk hierbij op dat Kozielewski mij na afloop van zijn toespraak in een kort persoonlijk gesprek zei dat hij na zijn ontsnapping geen contact heeft gehad met Nederlandse autoriteiten in Engeland of de Verenigde Staten. De historicus en archivaris Robert Wolfe, sprak onder meer over de problemen die


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.