NCMagazine Nationaal ComitĂŠ 4 en 5 mei, najaar 2020
Ov e r h e r d e n k e n , v i e r e n e n h e r i n n e r e n
Herdenken in coronatijd 2020 in beeld Diederik Ebbinge en Mei Li Vos in gesprek over hun familiegeschiedenis De betekenisvolle speeches van 75 jaar vrijheid
01-cover.indd 1
09-11-20 13:33
Ho ofdredactioneel
Herdenken en vieren in tijden van corona De viering van 75 jaar vrijheid verliep door de coronacrisis anders dan gepland. Dankzij de inventiviteit en het doorzettingsvermogen van velen is er toch op tal van manieren herdacht en gevierd dat er 75 jaar geleden een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog. NC Magazine sprak met diverse organisatoren over hoe je in coronatijd een herdenking op touw zet (p. 18). 2020 was ook het jaar van de betekenisvolle speeches. Ilse Raaijmakers analyseerde de meest in het oog springende toespraken (p. 25) en komt tot de conclusie dat het onder ogen zien van de zwarte bladzijden van het verleden de rode draad door veel speeches is. Daarmee klagen de sprekers de generaties voor ons niet aan, “maar laten ze zien hoe dat verleden ons nu nog beroert.” Dat geldt ook voor de 4 mei-voordracht van Arnon Grunberg. Hij blikt zelf terug op zijn toespraak en op de soms heftige reacties die zijn woorden opriepen in de samenleving (p. 34): “Ik denk dat de oorlog nog altijd iedereen aangaat, maar ik hoop vooral dat ik mensen heb kunnen overtuigen dat haat en rancune jegens bevolkingsgroepen een doodlopende en gevaarlijke weg zijn.” In het generatiegesprek (p. 13) gaan Diederik Ebbinge en Mei Li Vos in op hun beider familiegeschiedenis en de invloed van de Tweede Wereldoorlog daarop. Ze komen tot de conclusie dat je in een oorlog maar beter een God kunt hebben. Ebbinge: “Dat heeft mijn opa er doorheen gesleept.” Scheidend directeur Jan van Kooten blikt terug op vijftien intensieve en enerverende jaren bij het Nationaal Comité 4 en 5 mei (p. 31). Als prominent lid van de redactie was hij een drijvende kracht achter NC Magazine. De redactie wil hem ook op deze plek bedanken voor zijn inspiratie.
02-hoofdredactioneel-2-30.10.indd 2
Colofon Jaargang 10, nr. 18, najaar 2020 Hoofdredacteur: Gerben van den Berg Bureauredacteur: Irene de Roos Redactie: Jan van Kooten, Nienke Majoor, Niels Weitkamp Eindredactie: Joyce van Galen Last Technische eindredactie: Sophie van den Bergh Beeldredactie: Rutger van Krieken Art direction & vormgeving: Remco Tonino Redactieadres: Nieuwe Prinsengracht 89, 1018 VR Amsterdam Tel: 020 718 3500 Mail: info@4en5mei.nl Aan dit nummer werkten mee: Yasmina Aboutaleb, Esther van Amstel, Rinus van Baak, Alex Bakker, Martijn Beekman, Beeldbank WO2 – NIOD, Mark de Blok, Sacha de Boer, Jan Boeve / De Balie, British Embassy The Hague, Bundesarchive, Levi Clancy op Wikimedia Commons (CC BY-SA 4.0), Iris Cohen, Floris van Dijk, Peter van Dongen, Leonie Durlinger, Bram de Ferrante / Werkplaats Walhalla, Flip Franssen, Rene Hendriks, Monique van Hoogstraten, Ben Houdijk, Chris van Houts, Linda Huijsmans, Vincent Jannink / ANP, Sabine Joosten / Hollandse Hoogte, Chris Mokken / Scratch Books, Bart Nijs / Hollandse Hoogte, Ilvy Njiokiktjien, Noordhoff, NPO 3FM, Raymond van Olphen / ANP, Leonard Ornstein, Larissa Pans, Ilse Raaijmakers, Josef Rabara, Hajo de Reijger, Marga Renkema / Drents Archief, Arnoud Roelofsz, Royal Airforce museum, Sebastiaan de Ruiter, Mark Rulison / Defiant Requiem, Julia Sarbo, Charlotte Schuurs/ Vrijheidsmuseum, Shaded Dome Technologies, Geert Snoeijer, Eric Somers, Anita van Stel, Marcia Tap / RTV Rijnmond, Udo Thijssen, Laurien Vastenhout, Marieke van der Velden, Remko de Waal / ANP, Timo Waarsenburg, Martha Wagteveld-Osborn, Natascha van Weezel, Robert J. Williams, Wesley de Wit.
Drukkerij: Drukkerij Roelofs Copyright 2020 Nationaal Comité 4 en 5 mei. Overname van artikelen en informatie uit dit magazine is toegestaan voor niet-commercieel gebruik met vermelding van de auteur en de bron.
09-11-20 13:34
Het NCMagazine najaar 2020 Over herdenken, vieren en herinneren
18 34 46 50 04 25 31 38 52 60 70
HERDENKEN Herdenken in coronatijd: voorbeelden van lokale initiatieven Arnon Grunberg over zijn 4 mei-voordracht: “Ik had niet verwacht dat mensen die vol haat zitten, de moeite zouden nemen mij te mailen” Nationale Herdenking 15 augustus: persoonlijke speech Rutte Winnaar Compliment voor een oorlogsmonument 2020
13
HERDENKEN EN VIEREN
62
2020 in beeld Ilse Raaijmakers over de betekenisvolle toespraken 75 jaar na de oorlog Directeur Jan van Kooten zwaait af na 15 jaar Nationaal Comité Terugblik op de laatste activiteiten van 75 jaar vrijheid: Nationale Herdenking 15 augustus en 75 jaar Verenigde Naties Nieuwe bestuursleden Nikki Sterkenburg en Yvonne Burger4 en 5 mei Susi Zijderveld: nieuwe voorzitter van het Nationaal Fonds 4 en 5 mei Stand van zaken
28 58 64 67
36 54 56 12 42
HERINNEREN Diederik Ebbinge en Mei Li Vos in gesprek over hun familiegeschiedenis Het Vrijheidsmuseum in Groesbeek Noodsteun voor de oorlogsmusea Sultan in de Maan, Oorlogsdagboek van Drenthe en De Joodse Bruiloft Film: De Slag om de Schelde
EDUCATIE Lessen over oorlog en vrijheid, wat kan er binnen het vak burgerschap?
ONDERZOEK Vrijheid door de ogen van Nederlanders uit Irak en Bosnië
INTERNATIONAAL Alderney: concentratiekampen op Britse bodem Antisemitisme en COVID-19
INSPIRATIE De keuze van Marcel Wendrich De Tweede Wereldoorlog in 100 foto’s Cover Mei Li Vos en Diederik Ebbinge Foto Geert Snoeijer
02-hoofdredactioneel-2-30.10.indd 3
09-11-20 15:20
16 januari
Tijdens de Nationale Holocaust Herdenking op zondag 26 januari in Amsterdam bood minister-president Mark Rutte in zijn toespraak excuses aan namens de Nederlandse regering voor het handelen van de Nederlandse overheid tijdens de Tweede Wereldoorlog. “Toen het gezag een bedreiging werd, zijn onze overheidsinstanties tekortgeschoten, als hoeders van recht en veiligheid”, aldus de minister-president. “Nu de laatste overlevenden nog onder ons zijn, bied ik vandaag namens de regering excuses aan voor het overheidshandelen van toen.”
Sabine Joosten / Hollandse Hoogte
2020 in beeld
26 januari
Corné Sparidaens / ANP
Het tijdelijke lichtmonument LEVENSLICHT, ontworpen door Studio Roosegaarde in opdracht van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, werd gepresenteerd in Rotterdam. De 104.000 lichtgevende herdenkingsstenen – gelijk aan het aantal Holocaustslachtoffers uit Nederland – waren één avond samen te zien. Daarna werd het lichtmonument verspreid naar 170 Nederlandse gemeenten waar Joden, Roma en Sinti woonden en zijn gedeporteerd. Het kunstwerk was daar te zien voorafgaand en tijdens de Nationale Holocaust Herdenking op 26 januari.
04 NCMagazine | najaar 2020
03-jaaroverzicht-25.10.indd 4
09-11-20 13:36
Herdenken en vieren
5 maart
Arnoud Roelofsz
Sabine Joosten / Hollandse Hoogte
Op 5 maart werd het onderzoek Constant en in beweging – Vorm en betekenis van herdenkingsrituelen gepresenteerd. Het Nationaal ComitÊ 4 en 5 mei onderzocht in samenwerking met ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum de rituelen van herdenken en vieren met als doel antwoord te geven op de vraag hoe deze rituelen in de toekomst betekenisvol kunnen blijven.
7 maart
Geert Snoeijer
Op 7 maart won Eva Pronk (16) uit Den Haag in Alpen aan den Rijn de finale van Dichter bij 4 mei.
| 05
03-jaaroverzicht-25.10.indd 5
09-11-20 13:37
Op 20 maart verscheen De Bosatlas van de Tweede Wereldoorlog. Niet alleen de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog en de oorlogsperiode zelf komen daarin aan bod, ook de doorwerking in politiek en maatschappij tot op de dag van vandaag worden belicht. De Bosatlas is een uitgave van Noordhoff, in samenwerking met het Nationaal Comité 4 en 5 mei ter gelegenheid van de viering van 75 jaar vrijheid. Het vfonds maakte het met steun van de Nationale Postcode Loterij mogelijk dat 10.000 exemplaren van de Bosatlas gratis werden verspreid onder alle scholen in het voortgezet onderwijs in Nederland.
21 april
Noordhoff
20 maart
Op 21 april verscheen de bundel De stand van vrijheid. Vrijheid in Nederland 75 jaar na de bevrijding, waarin wordt verkend hoe de Nederlandse bevolking vrijheid beleeft en hoe men er in de dagelijkse praktijk vorm aan geeft. In deze bundel, een gezamenlijke uitgave van het Nationaal Comité 4 en 5 mei en het Sociaal en Cultureel Planbureau, is ook expliciet oog voor mogelijke spanningsvelden of dilemma’s in het heden en de nabije toekomst.
06 NCMagazine | najaar 2020
03-jaaroverzicht-25.10.indd 6
09-11-20 13:37
Het Mission Belle B-17G Memorial in Nieuw-Lekkerland ontving het Compliment voor een oorlogsmonument 2020. André Hoogendoorn en Kees Stam van de Mission Belle Stichting B-17G Memorial ontvingen het kunstwerk ‘Dansante’ en 1.000 euro ter ondersteuning van activiteiten die het monument ‘levend’ houden.
Bart Nijs / Hollandse Hoogte
Herdenken en vieren
30 april
2 mei
Marcia Tap / RTV Rijnmond
Het Nationaal Comité 4 en 5 mei heeft op initiatief van het Centraal Joods Overleg (CJO) een poster gemaakt waarmee iedereen kon laten zien dat hij of zij stilstaat bij 4 en 5 mei. Op 30 april en 2 mei is de poster afgedrukt in alle landelijke en regionale dagbladen.
| 07
03-jaaroverzicht-25.10.indd 7
09-11-20 13:37
Voorafgaand aan de herdenkingsplechtigheid op de Dam hield Arnon Grunberg zijn 4 mei-voordracht Nee in De Nieuwe Kerk: “Herdenken gaat uit van de vaststelling dat het verleden niet voltooid is, van het besef dat de buik die het Derde Rijk baarde nog vruchtbaar is.”
Martijn Beekman
Herdenken en vieren
4 mei
Wesley de Wit
Na het gedicht werden vijf kransen gelegd voor de omgekomen verzetsmensen, de vervolgde en vermoorde Joden, Roma en Sinti, de burgerslachtoffers, de omgekomen burgers in Azië en voor de omgekomen militairen en het koopvaardijpersoneel, gevolgd door de kranslegging namens de Nederlandse autoriteiten.
Martijn Beekman
Direct na de twee minuten stilte droeg de 16-jarige Eva Pronk uit Den Haag haar gedicht ‘Vrijheid’ voor.
Ben Houdijk
Voor het eerst hield het staatshoofd een toespraak tijdens de Nationale Herdenking. Koning Willem-Alexander ging in op de bijzondere omstandigheden in verband met het coronavirus: “Het voelt vreemd op een bijna lege Dam. Maar ik weet dat u, dat jij, deze Nationale Herdenking meebeleeft en dat we hier samen staan.” Hij benadrukte dat oorlog generaties lang doorwerkt: “Nu, 75 jaar na onze bevrijding, zit de oorlog nog steeds in ons. Het minste wat we kunnen doen is: niet wegkijken. Niet goedpraten. Niet uitwissen. Niet apart zetten. Niet ‘normaal’ maken wat niet normaal is.” Onze vrije, democratische rechtsstaat moeten we koesteren en verdedigen, zo stelde koning Willem-Alexander. “Want alleen die biedt bescherming tegen willekeur en waanzin.”
08 NCMagazine | najaar 2020
03-jaaroverzicht-25.10.indd 8
09-11-20 13:38
De ambassadeurs van Australië, België, Canada, Duitsland, Frankrijk, NieuwZeeland, Noorwegen, Polen, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten hebben in een videoboodschap aan de Nederlandse bevolking stilgestaan bij 75 jaar vrijheid. Alle ambassadeurs sloten af in het Nederlands met de zin “opdat wij nooit vergeten”.
Raymond van Olphen / ANP
Nederland heeft op 5 mei vooral online en voor de televisie stilgestaan bij 75 jaar vrijheid. In verband met de coronamaatregelen werd Bevrijdingsdag op een alternatieve manier zonder publiek gevierd.
en Snelle, lieten op 3FM van zich horen met een alternatief Bevrijdingsfestival. In Haarlem speelden zij voor een leeg veld, op de plek waar ieder jaar het Bevrijdingsfestival wordt georganiseerd. Om 16.55 uur – 5 voor 5 – werd op initiatief van Claudia de Breij op verschillende radiostations Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder van Ramses Shaffy gespeeld. Ambassadeur van de Vrijheid Roxeanne Hazes speelde een eigen interpretatie van het nummer op 3FM. Ook werd het lied gespeeld door meer dan dertig beiaardiers vanuit klokkentorens door heel Nederland. Het 5 mei-concert vond zonder publiek plaats in de foyer van Koninklijk Theater Carré. Simone Kleinsma, Roel van Velzen, mezzosopraan Maria Fiselier en violiste Noa Wildschut maakten hun opwachting, onder begeleiding van muzikanten van het Metropole Orkest. Het concert werd afgesloten met een speciale uitvoering van We’ll Meet Again: op acht schermen zongen bekende Nederlanders onder wie Maan, Nick & Simon, Femke Halsema en Gerdi Verbeet het refrein mee. De NOS zond het concert live uit op NPO 1.
NPO3FM
5 mei
Martijn Beekman
Wesley de Wit
De Ambassadeurs van de Vrijheid, Lucas & Steve, Kris Kross Amsterdam, Roxeanne Hazes
Vincent Jannink / ANP
In de 14 steden waar normaal gesproken een Bevrijdingsfestival plaatsvindt, brandde de hele dag het Vrijheidsvuur. Dit vuur werd op 4 mei ’s avonds vanuit Wageningen naar de steden gebracht. Vanuit verschillende steden werd via de regionale omroepen een best of uitgezonden van de Bevrijdingsfestivals van de afgelopen jaren.
| 09
03-jaaroverzicht-25.10.indd 9
09-11-20 13:39
2 juni
Martijn Beekman
Minister-president Mark Rutte hield een toespraak tijdens de Nationale Herdenking 15 augustus 1945 bij het Indisch Monument in Den Haag, waarin hij zei dat herdenken niet alleen terugkijken is maar ook erkennen. “Het erkennen, ieder jaar weer, van het leed van de burgers, militairen en verzetsstrijders uit alle bevolkingsgroepen die de Tweede Wereldoorlog in Indië doormaakten. Erkennen dat dit hoofdstuk van de Tweede Wereldoorlog onlosmakelijk onderdeel is van onze gezamenlijke geschiedenis.” Later die avond zond de NOS het speciale programma Van Jakarta naar Rotterdam uit, over voormalig Nederlands-Indië, migratie en dekolonisatie.
15 augustus
Esther van Amstel
Nationaal Comité 4 en 5 mei
Ter gelegenheid van 75 jaar vrijheid konden alle basisscholen in Nederland een gratis Vrijheid-spel bestellen. Het Vrijheid-spel is een extra groot bordspel over vrijheid en onvrijheid, voor 2 tot 8 spelers vanaf 8 jaar.
10
NCMagazine | najaar 2020
03-jaaroverzicht-25.10.indd 10
09-11-20 13:39
In het kader van de Airborne Herdenkingen werd de Slag om Arnhem herdacht. Gerdi Verbeet hield een toespraak tijdens de herdenkingsbijeenkomst in de Eusebiuskerk, waarin zij inging op het belang van herdenken:. “En daarom is ook dát herdenken: die verantwoordelijkheid voelen. Leren van het verleden, waakzaam zijn. Bij onrecht in verzet komen. Compassie tonen met mensen die nu meemaken wat Nederland meemaakte in de oorlogsjaren. Ons bewust zijn van de kwetsbaarheid van onze manier van leven, van onze vrijheid.”
Rinus van Baak
Herdenken en vieren
5 september 18 september 24 oktober Op 24 oktober 2020 werd stilgestaan bij het 75-jarige jubileum van de Verenigde Naties. 75 persoonlijke verhalen over vrede, veiligheid of een daad van medemenselijkheid en (internationale) solidariteit kwamen tot leven in een tentoonstelling op het Lange Voorhout in Den Haag. Op 23 oktober zond de NOS een themauitzending uit, opgenomen in het Vredespaleis in Den Haag.
Martijn Beekman
Op 5 september vond de jaarlijkse herdenking plaats in het Oranjehotel waar de voorzitter van het Nationaal Comité, Gerdi Verbeet, de herdenkingsrede hield: “Meer dan 25.000 mensen zaten hier tijdens de bezetting gevangen. Velen van hen hebben hun leven voor vrijheid en recht gegeven. 75 jaar na de bevrijding is het aan ons om hun strijd voort te zetten.”
| 11
03-jaaroverzicht-25.10.indd 11
09-11-20 13:40
Insp iratie
Het Requiem van Theresienstadt
De Weimarrepubliek
Deze cartoon toont de opkomst van
door Anita van Stel
Hitler over de ruggen van de leiders van
Een eerdere uitvoering van het requiem
voorvechter van het humanisme, vooral
foto Marcel Wendrich
de democratische landen.
in Praag, 2013.
bekend van het vormingsideaal.
David Low
Door wie en door wat worden mensen geïnspireerd? In deze serie ditmaal Marcel Wendrich, nationaal coördinator van Stichting 75 Jaar Vrijheid. Corona zorgde voor een enorme domper: activiteiten gingen niet of slechts in aangepaste vorm door. “Ik ben heel trots op alle activiteiten die wel door zijn gegaan. Er zit veel energie en betrokkenheid in de samenleving.” Wendrich noemt zichzelf een democraat pur sang. Over de Weimarrepubliek, het humanisme en het Requiem van Theresienstadt.
Ik voel me humanist. Ik geloof dat mensen ‘goed’ geboren worden en dat vooral omstandigheden en onwetendheid tot slechtheid kunnen aanzetten. Het humanisme gaat uit van kritisch denken en bewijs boven aannames. Mensen zijn verantwoordelijk voor hun eigen daden en ontwikkeling, en voor de zorg voor hun omgeving en de planeet. Ik ben wars van dogma’s, zeker ook binnen religies. Als tiener reisde ik al liftend door prachtige landen als Afghanistan en Iran. Ik ontmoette er inspirerende mensen en vergaapte me aan de landschappen, de eeuwenoude gebouwen en tradities. Fundamentalisten hebben daar de afgelopen decennia het licht uitgedaan. Intussen wonen wij in zo’n beetje het beste land ter wereld. Dat beseffen we vaak te weinig. Wij kunnen ons niet meer voorstellen dat er géén vrijheid van meningsuiting zou zijn. Maar pas op: de Nederlandse democratie en vrijheid zijn niet vanzelfsprekend. Je ziet de schreeuwers en roeptoeters overal opduiken. We moeten daar samen heel alert op blijven, want we hebben iets heel kostbaars te verdedigen. Wilhelm von Humboldt was een
Deutsches Historisches Museum Berlin
Marcel Wendrich
Josef Rabara
De keuze van:
12
Het humanisme
Ik vind het heerlijk om muziek te maken en te luisteren. Muziek verbindt. Mede daarom heb ik me met hart en ziel ingezet voor een van de onderdelen van 75 jaar vrijheid: de uitvoering van het concertdrama Requiem van Theresienstadt, een initiatief van Julie-Marthe Cohen, conservator bij het Joods Historisch Museum. Het is het verhaal van de Joodse gevangenen van het concentratiekamp Theresienstadt, die daar de Messa da Requiem van Giuseppe Verdi zestien keer uitvoerden. Als daad van verzet. De laatste, onvrijwillige voorstelling was op 23 juni 1944 voor het Rode Kruis en hoge SS’ers. Aan het eind richtten de musici zich tot de nazi’s met een ‘Libera me’ wanhoopskreet. Tevergeefs. Ze werden allen gedeporteerd en vermoord. Het Requiem van Theresienstadt zou afgelopen 3 mei voor het eerst in Nederland worden uitgevoerd met acteurs en musici uit meerdere landen. Met de uitvoering zouden we de vermoorde gevangenen van Theresienstadt respectvol eer betuigen. Door corona ging ook dit niet door. Hopelijk krijgen we op 3 mei 2021 een herkansing. Ik zou dat mooi en ontroerend vinden.
Mijn oma had als weduwe met vier jonge kinderen een onderduiker in huis. De woning van mijn andere grootouders in Enschede werd zwaar gebombardeerd. Ik kon er niet bij dat er onder ieders ogen zes miljoen Joodse burgers werden vermoord. Als middelbare scholier schreef ik al een scriptie over de Weimarrepubliek. Vanuit een soortgelijke verbijstering: hoe kon het dat in een buurland als Duitsland de democratie een totalitaire nazidictatuur werd, binnen enkele jaren en nota bene via verkiezingen, en dat de bevolking dit liet gebeuren? De omvang van de gruwelijkheden in de periode 1939-1945 is nog steeds onvoorstelbaar. Ik ben heel fel op mensen die dit bagatelliseren. Wij hebben de morele plicht alle Nederlanders, met welke achtergrond dan ook, te onderwijzen over de Holocaust. Samen met het Nationaal Comité hebben we uiteindelijk 175 gemeenten, waaruit in de oorlogsjaren Joden, Roma en Sinti zijn gedeporteerd, weten te overtuigen bij te dragen aan LEVENSLICHT, het tijdelijk Holocaust-lichtmonument, dat op ons voorstel is ontworpen door Daan Roosegaarde. Daar ben ik trots op.
NCMagazine | najaar 2020
23-keuzevanMarcel-1-21.10.indd 12
09-11-20 14:21
Herinneren
‘ In een oorlog kun je maar beter een God hebben’ NC Magazine publiceert elk nummer een gesprek tussen twee mensen over verschillende generaties. Een dubbelgesprek tussen Diederik Ebbinge en Mei Li Vos over ‘gijzelaarstroost’ en boeken drukken uit idealisme. door Leonard Ornstein en Larissa Pans foto’s Geert Snoeijer
| 13
15-tweegesprek-5-20.10.indd 13
09-11-20 13:59
14
Diederik Ebbinge (1969), acteur, cabaretier en niet te vergeten ‘meester Anton’ uit De Luizenmoeder in gesprek met PvdA-senator en politicoloog Mei Li Vos (1970) over hun beider familiegeschiedenis en de invloed van de Tweede Wereldoorlog daarop. De een komt uit een maatschappelijk geëngageerd nest in Enschede, de ander groeide op in een idealistische leefgemeenschap in Veldhoven, beiden hadden grootouders in het verzet. Maar voor de grootouders van Mei Li, die Nederlanders hielpen in Nederlands-Indië en na de oorlog als verraders werden gezien, pakte dat heel anders uit dan voor Diederiks grootouders in Nederland.
tegen Mei Li: “Weet je het niet meer, we speelden samen een stomende seksscène? Maar die is eruit geknipt.” Luid gelach. Hij vervolgt: “Nee, ik had een minimaal rolletje, speelde een opportunistisch Kamerlid.” Mei Li: “En ik was een stewardess die een affairetje had met Johnny de Mol, maar uiteindelijk is de enige scène die in de film overeind bleef die waarbij ik van een trap af loop en naar Johnny knipoog.” Ze zagen elkaar weleens in het voorbijgaan, tot een echte ontmoeting kwam het nooit. “Ik ken Diederik natuurlijk van De Luizenmoeder en al die leuke kinderfilms waar hij in speelde. Ik heb hem wel duizend keer gezien.” Diederik: “Een heerlijk idee.”
Verborgen verleden
God
“Laten we die Tweede Wereldoorlog er snel doorheen jassen, dan hebben we dat maar gehad en kunnen we gaan kletsen en drinken”, roept Diederik Ebbinge bij binnenkomst in het Lloyd Hotel in Amsterdam. Geintje. Hij heeft zich juist recentelijk ondergedompeld in zijn eigen familiegeschiedenis voor het televisieprogramma Verborgen Verleden en liep de week voor dit interview nog rond in het voormalige gijzelaarskamp Sint Michielsgestel, om te zien waar zijn grootvader heeft gezeten. Zijn gesprekspartner is Mei Li Vos, met haar Indisch-Chinese achtergrond ook al eens hoofdfiguur geweest in Verborgen Verleden, maar dan tien jaar eerder. We staan aan de vooravond van de tweede lockdown, de dreiging van mogelijk gesloten horeca en aangescherpte maatregelen hangt al in de lucht. De sfeer is ontspannen, bijna uitgelaten te noemen, want we prijzen ons gelukkig dat we nog ‘gewoon’ in een restaurant kunnen zitten, weliswaar tot stipt 21.50 uur. Daarna wacht voor alle gasten de kletterende regen op de Oostelijke Handelskade. Ze speelden ooit samen in de film Vox Populi van Eddy Terstall, maar hebben elkaar daar op de set niet ontmoet. Diederik
Beiden komen uit christelijke gezinnen en zijn het er ook al snel over eens dat je “in een oorlog beter een God kunt hebben”. Ebbinge groeide op in Baarn, met ouders die “in eindeloos veel besturen zaten, en dan was mijn vader ook nog voorzitter van Amnesty International.” Mei Li vertelt op een rationele, bijna onbewogen manier over haar jeugd die toch bepaald niet saai te noemen was. “Mijn ouders waren heel christelijke mensen die altijd in de weer waren om zielige mensen te helpen. Ondertussen gingen ze er zelf bijna aan onderdoor. Wat wil je ook, als je met het hele gezin in een commune gaat wonen. Ik groeide op met vijf broers. Het was een zeer idealistische leefgemeenschap, waarin we mensen opvingen die net uit de gevangenis kwamen en die ook ‘gevallen’ (ongewenst zwangere) meisjes opnamen. Je wordt er heel egoïstisch van als je alles moet delen als kind. Nog een wonder dat ik links ben geworden.” Diederik: “Mag ik ook vragen stellen? Hoe erg vond je het dat aandacht, die eigenlijk voor jou bestemd was, naar mensen toe ging die niks met jou te maken hadden?” Mei Li: “Mijn vroegste jeugdherinnering is dat ik altijd achter mijn moeder aan liep in de hoop dat
ze een keertje naar me omkeek.” Diederik: “Ooh...” Mei Li: “Maar goed, mijn moeder had natuurlijk ook al mijn broertjes voor wie ze moest zorgen en ze was kostwinner. Mijn vader was de charismatische man, de leider van het hele spul. Mijn dochter Reva van negen zei gisteren tegen me: ‘Mama, had jij vroeger ook van die moeder-dochtermomentjes?’” Op onderkoelde toon: “Ik zei tegen haar: ‘Ik had ze wel, maar niet zo vaak als jij.’ Mei Li’s moeder was ‘de man in huis’: ze had een drukkerij en deed het zware werk. “Zij timmerde alles, was altijd in de weer met inkt. Ze heeft zichzelf offsetdrukken geleerd en spaarde voor zo’n enorm apparaat waarmee ze boeken kon drukken.” Mei Li’s vader bestierde de boekhandel-uitgeverij. “Hij verspreidde dan die christelijke lectuur die mijn moeder drukte. Ze sloegen soms door. Het werd dogmatisch. “Ik herken sektarisme van kilometers afstand. Al die mensen die nu achter Willem Engel (de charismatische voorman van de anticoronabeweging) aanlopen hebben enorme behoefte aan leiding en duiding. Er komt iemand die ze vertelt wat ze moeten geloven, héérlijk natuurlijk.” Om het thema ‘Tweede Wereldoorlog’ werd met een grote boog heen gelopen. Mei Li zegt het met Indisch accent, doet haar moeder en grootmoeder na: “Ah, kind, niet over praten ja, makan doeloe (‘eerst eten’).”
Rangorde Mei Li weegt haar woorden, als Diederik een tirade over het populisme begint, kijkt ze even naar de interviewers en houdt ze een beschermende hand boven het meelopende recordertje. Ebbinge zit nog midden in de ontdekkingen over zijn verleden, de historische surprise-eieren die hij mag uitpakken. Haar familiegeschiedenis is tragischer, die pakte negatief uit voor haar grootouders en maakte Vos zeer bewust van racisme en rangen en standen in de samenleving. Haar grootouders,
NCMagazine | najaar 2020
15-tweegesprek-5-20.10.indd 14
09-11-20 13:59
Herinneren
klopte er een soort skelet op de deur. Mijn oma deed open, ze herkende haar man amper. Mijn grootvader was heel gelovig, ik heb gehoord dat hij in die gruwelijke gevangenis nog aan Nederlanders geestelijke bijstand heeft verleend. God is heel prettig als je in nood bent. Hij maakt je geestelijk heel sterk.” “Ja”, zegt Diederik. “Inderdaad. Ik ben erachter gekomen dat je in een oorlog maar beter een God kunt hebben. Dat heeft mijn opa er doorheen gesleept. Ik hoorde ook van medewerkers in Sint Michielsgestel dat mensen die een sterk geloof hadden, steun vonden in God. Zij vervielen vaak niet in een kamppsychose of depressie. Ik ben vrijzinnig opgevoed, doe daar niks meer mee. Ik geef het ook niet door aan mijn zonen Lodewijk en Gilles, maar ik voel wel weerstand tegen het bijna activistische atheïsme dat er nu heerst.” Mei Li, knikkend: “Laat mensen toch lekker geloven. Ik ben gelovig gebleven, ik ga nog naar de Engelse kerk. Ik snap heel goed hoe die troost je door moeilijke tijden heen kan helpen.”
Gijzelaarskamp Helene Baay en Ong Tjay Bo, groeiden op Oost-Java op. Eerst was daar die onmogelijke liefde tussen een Chinees (haar grootvader) en een Indonesisch meisje (haar grootmoeder). “Beide families waren daar fel op tegen. Chinezen werden gezien als de Joden van Azië, daar werd op neergekeken. En mijn grootmoeder stond als Indonesische ook onderaan in die rangorde van volken. Mijn oma had de pech dat ze net wat donkerder was uitgevallen dan haar broertjes en zusjes, die ‘mooi licht’ waren. Ze werd beschouwd als het sociale buitenbeentje en werd achtergesteld. Haar enige ontsnapping was trouwen op haar zestiende met een Chinees. Mijn grootouders werden verliefd op elkaar en trouwden voor de oorlog. Het zou de enige gelukkige periode uit hun leven blijken.” Mei Li schetst haar opa: ”Een onderne-
mende Chinees. Hij was uit de familie gezet vanwege zijn huwelijk met mijn oma, kon geen aanspraak meer maken op het familiekapitaal maar had binnen de kortste keren weer een eigen fabriek en het ging hem goed. Hij identificeerde zich met de Nederlanders, hij kwam net als mijn oma uit de gegoede middenklasse, ze waren allebei naar de Nederlandse school geweest.” Ze raakten in het verzet verzeild, Mei Li’s grootouders vingen samen veel Nederlandse weeskinderen in huis op, van wie de ouders door de Japanners vermoord waren. Mei Li: “Maar mijn grootvader werd na de oorlog niet gezien als een verzetsheld, maar als NSB’er. Mijn grootvader weigerde in oorlogstijd te buigen voor de Japanners, hij is toen naar een gevangenis gestuurd en is daar vreselijk gemarteld. Hij was bijna doodgemarteld. Na de oorlog
Ook Ebbinge komt uit een christelijk gezin, maar hij heeft dat als “heel prettig” ervaren, het was een warm, liefdevol gezin. De meest markante figuur – daar is Ebbinge eigenlijk pas net achter – bleek zijn grootvader van moederskant, Herman Götzen, die hij amper heeft gekend. Hij was bankier in Amsterdam, had op de Herengracht zijn eigen bank. Ebbinge: “Hij was nogal een meneer geweest in de oorlog, dus daar was ik nieuwsgierig naar. Mijn moeder wuifde mijn vragen weg met de woorden: ‘Hij was goed, hij zat in het verzet’. Nu hoorde ik dat van hem als bankier in de oorlog werd verwacht dat hij Nederlandse bedrijven zou ’ariseren’, Arisch maken, dus de Joodse werknemers eruit zou gooien. Na onderzoek van de Duitsers bleek hij dat ariseren niet te doen, sterker nog, hij bleek ‘te heulen met de
| 15
15-tweegesprek-5-20.10.indd 15
09-11-20 14:00
Mei Li Vos (1970) is politicoloog en PvdA-politicus. Ze was Tweede Kamerlid en is nu senator en fractievoorzitter voor de PvdA in de Eerste Kamer. Ze richtte het Alternatief voor Vakbond op om de positie van zzp’ers en zelfstandigen te verstevigen. Ze startte dit jaar het initiatief om de HEMA “terug te kopen van de roofkapitalisten” door kleine en grote investeerders ‘volksaandelen’ te laten kopen. Zij is getrouwd en heeft een dochter (9). Haar grootouders zijn van Chinese en Indische afkomst en deden verzetswerk in voormalig Nederlands-Indië.
Joden’. Mijn opa werd naar Sint Michielsgestel gestuurd. Hij werd meer dan een jaar vastgehouden in dat gijzelaarskamp. Ze pakten vooraanstaande mannen op en zetten die in dat kamp. Die mensen werden als een schild voor de Duitsers gebruikt. Dan werd bijvoorbeeld de burgemeester van Leeuwarden daar vastgezet en als er dan een verzetsdaad in Leeuwarden werd gepleegd, werd hij in het kamp van zijn bed gelicht, kreeg een nekschot op de hei en de volgende dag stond dat dan in de krant.” Mei Li: “Verschrikkelijk. Maar daar is de STAR (voorloper van de SER) opgericht. Ons polderen is daar ontstaan. De vakbondsmannen, communisten, bankiers en burgemeesters hebben daar natuurlijk eindeloos zitten kaarten en met elkaar zitten praten. Is er toch nog iets moois uit gekomen.” Met die grote angst leefde mijn grootvader dus, realiseerde Ebbinge zich toen hij in het gijzelaarskamp rondliep. “Continu die angst dat je van je bed kon worden gelicht en zou worden gefusilleerd.” Diederiks grootmoeder zat met drie kleine kindjes thuis, “wel in een kast van een huis met een paar dienstmeisjes, maar toch.” Ze maakte iets bijzonders voor haar man: ze borduurde een lap met daarop de
16
Bijbelse spreuk: Werpt al uw bekommernis op Hem want Hij zorgt voor u. “Dat hing boven zijn bed in Sint Michielsgestel. Onder zijn bed lag een albumpje met foto’s van zijn jonge gezin. Mijn oma had een fotograaf laten komen en die had mooie foto’s van haar en de kinderen laten maken. Op de kaft had ze geborduurd: gijzelaarstroost. Dan kon hij ’s avonds naar zijn gezinnetje kijken.” Het leven van Ebbinges grootvader zou zo verfilmd kunnen worden. Herman Götzen bleek op veel verzetszaken grote invloed te hebben gehad. Ebbinge somt het op: het smokkelen van Joodse kinderen uit de Hollandsche Schouwburg? Grootvader Ebbinge financierde het uit eigen zak en coördineerde het. “Maar op een gegeven moment werd het toch een beetje te veel en is hij een fonds gaan zoeken. Hij kwam bij zijn goede vriend de bankier Walraven van Hall terecht en die sluisde geld naar hem door voor dit levensgevaarlijke project. Vakgroep J noemden ze het. In het diepste geheim was mijn grootvader voorzitter van Vakgroep J. Door een futiliteit is hij opgepakt door de Duitsers. Wat was die futiliteit? Mijn grootouders hadden een feestje, na afloop liepen ze met een bevriend echtpaar over straat
Diederik Ebbinge (1969) is cabaretier, acteur en filmregisseur. Hij vormde samen met Remko Vrijdag en Rutger Bekkers jarenlang het cabarettrio De Vliegende Panters. Hij speelde in verschillende films en tv-series (o.a. Sien van Sellingen, Alles is Liefde, Soof) en kreeg grote bekendheid als coauteur van De Luizenmoeder, waarin hij ‘meester Anton’ speelde. Zijn satirische talkshow Promenade werd een culthit. Begin 2021 is Ebbinge te zien in Verborgen Verleden. Ebbinge is getrouwd en heeft twee zoons (13 en 11). Zijn grootvader was bankier in Amsterdam en zat in het verzet.
in Amsterdam, ze waren dronken. Ze kwamen Duitse soldaten tegen en hebben toen die soldaten recht in hun gezicht anti-Duitse liederen toegeschreeuwd, op de wijs van het Engelse volkslied. Ze werden alle vier gearresteerd en hebben allemaal anderhalve maand in het huis van bewaring vastgezeten.” Mei Li: “Nee! Terwijl ondertussen die operatie dus ook nog gaande gehouden moest worden?” Diederik: “Toen hij vrijkwam kon hij zich niet meer bemoeien met die vakgroep. Hij was veel te verdacht geworden.”
Entertainment Zijn illustere grootvader richtte ook het zogenaamde Entertainment Committee op. “Dat raakt mij natuurlijk als theaterman.” Götzen zette entertainment op voor de geallieerde soldaten. “Ik heb affiches gezien met revues en cabaret-acts in het Engels met Hetty Blok en Wim Ibo! Hij heeft zijn comité opgericht in Theater Bellevue, waar ik ooit met de Vliegende Panters mijn eerste theaterprijs won! Allemaal net pas ontdekt.” Ook was Götzen het brein achter een naoorlogs fonds waarin hij ook veel van zijn eigen kapitaal stopte. Dat fonds financierde voor Amerikaanse ouders de vliegreis naar Nederland zodat ze het graf
NCMagazine | najaar 2020
15-tweegesprek-5-20.10.indd 16
09-11-20 14:00
H erinn e re n
van hun omgekomen kind konden bezoeken. “Hij voelde het als zijn plicht om dat te regelen voor de ouders van gevallen geallieerde soldaten die geen geld hadden voor een vliegticket. Dat fonds heeft hij tot 1969 geleid en mijn grootvader is twee jaar later overleden. Het fonds bestaat nog steeds en er zijn nog altijd mensen die het graf van hun grootvader daardoor kunnen bezoeken. Dat is toch een verhaal, hè. Het ontroert me heel erg. Ergens voel ik toch een morele druk. De speech van de koning op 4 mei op de lege Dam raakte me zeer. Dat niks doen niet kan en toekijken ook niet. Ik dacht: dat zal mij niet gebeuren, het zal niet langs mij heen gaan. Ik weet niet goed waar mijn engagement vandaan komt. Ik ben geen politicus, eerder een pathetische artiest, maar mijn werk heeft wel met urgentie te maken.” Mei Li: “Dit
jaar heb ik echt zitten huilen bij de speech van de koning. Ik was zo geroerd: die helemaal lege Dam en dat verhaal dat echt uit zijn tenen kwam. Veel zaken zijn aan het kantelen. Neem hoe er nu over het koloniale verleden wordt gedacht. Wat we hier lang de ‘politionele acties’ noemden, heet in Indonesië ‘de koloniale agressie 1 en 2’. Over framing gesproken. Dat we het nu over de misdaden hebben en zaken willen rechtzetten, is omdat het nu kan.” Cynisch: ”Nu zijn de meeste Indonesische nabestaanden dood, nu kost het Nederland niks meer. Eigenlijk schandalig.”
Engagement De Vliegende Panters, de Luizenmoeder, Promenade: satire op de werkelijkheid. Ebbinge neemt de maatschappij op de hak, je zou het engagement op een kunstzinnige
manier kunnen noemen. Mei Li is als sociaaldemocraat ook geëngageerd, heeft zich nu in een project gestort om de HEMA ‘terug te kopen’ met een groep particuliere en professionele beleggers en ze maakt zich al lang hard voor de rechten van zzp’ers en freelancers. Onvermijdelijk komen we gedurende de avond op de samenleving van nu uit. Als twee dokters trachten ze de temperatuur van de maatschappij te meten en tot een diagnose te komen. Het gaat over racisme, je niet meer kunnen verhouden tot elkaar. Mei Li’s grootouders werden na de oorlog ‘weggepest’ uit Nederlands-Indië en kwamen als politieke vluchtelingen aan in Nederland. “En daar waren ze ook weer gewoon ‘zwartjes’. Dat racisme daar en in Nederland... en nu gebeurt dat ook weer rustig. Ja, daar kan ik heel boos om worden. Het racisme heeft zo’n lieve vrouw als mijn oma ook zo getekend.” Diederik luistert aandachtig mee, knikt: “Ja, jouw boosheid en betrokkenheid herken ik wel. Het is een soort alertheid op de bewegingen die er zijn. Het is moeilijk of dat is vanwege de invloed van de oorlog op mij of dat het gewoon is hoe je in elkaar zit en de moraliteit waarmee je bent grootgebracht. Ik ben zeer bezig met de maatschappelijke tendensen en voel ergens dat ik klaarsta om in te grijpen. Als ik de beelden van het verregende vluchtelingenkamp in Moria zie, dan breekt mijn hart. Dan word ik woedend vanwege het feit dat wij hier niet in staat zijn om 500 kinderen op te nemen. Daar praat ik over met mijn kinderen. Het ‘over de dingen hebben’, mijn zonen engagement meegeven.” Mei Li: “Als je in deze tijd vindt dat we vluchtelingenkinderen moeten opnemen, ben je meteen hartstikke links. En de paar VVD’ers die de oproep steunen, zijn gelijk helden. Terwijl, het Vluchtelingenverdrag is niet links of rechts. Het is er na de Tweede Wereldoorlog gekomen omdat we met zijn allen nooit meer mensen aan hun lot wilden overlaten.”
| 17
15-tweegesprek-5-20.10.indd 17
09-11-20 14:00
Shira Waage
Herdenken in coronatijd ComitÊs en organisaties die zich bezighouden met 4 en 5 mei en andere herdenkingsdagen stonden dit jaar voor een grote uitdaging: hoe organiseer je een herdenking in coronatijd? Een paar voorbeelden. door Iris Cohen foto’s Ben Houdijk
18
NCMagazine | najaar 2020
08-herdenke&vieren-7-14.10.indd 18
09-11-20 13:50
Herdenken
‘ We hebben echt herdenkingstelevisie gemaakt’ Ze hoopten er nog even vurig op dat de jaarlijkse herdenking, net als ieder ander jaar, gewoon bij monument De Dolfijn kon plaatsvinden. Het monument herinnert inwoners van Almere aan de Tweede Wereldoorlog, en ieder jaar op 4 mei komen ze hier fysiek bijeen om de slachtoffers ervan te herdenken. Shira Waage en Gerry Baljet van de Stichting 4/5 mei Comité Almere moesten dan ook even slikken toen in het voorjaar duidelijk werd dat de traditie dit jaar een andere vorm zou krijgen. “Gelukkig zijn we erg innovatief als comité”, zegt bestuurslid Gerry Baljet. “En hebben we direct besloten: we houden dit jaar een kleinschaligere herdenking die we volledig online gaan streamen. We riepen mensen op om thuis te blijven – ook op die manier kan je heel mooi samen herdenken, al ben je niet fysiek bij elkaar.” De organisatie had daarin al een kleine voorsprong: de afgelopen vijf jaren was de herdenking steevast te volgen via internet. Het was dus maar een kleine stap voor het comité om dit jaar het oorspronkelijke programma virtueel te maken. Waage: “We hebben gekozen voor een programma in het stadhuis, waarbij onder andere de burgemeester een toespraak hield, het Taptoe-signaal te horen was en uiteraard twee minuten stilte werd gehouden. Dat alles zonder publiek. Uiteindelijk maakte dat het ook weer heel intiem en indrukwekkend.” De online livestream werd afgewisseld met fragmenten die al eerder opgenomen waren, zoals een speciaal herdenkingslied dat werd gezongen door een Nederlandse zanger in Bosnië. “Die
combinatie was heel mooi. Als ik erop terugkijk hebben we echt herdenkingstelevisie gemaakt”, zegt Baljet. “Dat zagen we ook aan het feit dat er in twaalf, dertien landen naar de stream gekeken is. Malta, Spanje, Engeland… Zelfs Marokko stond ertussen.” Een opsteker waar ze alleen maar tevreden op terug kunnen kijken, vertelt Waage. De reacties waren positief en daarmee is het comité dat ook. En hoewel de organisatie de komende jaren zal blijven inzetten op een virtuele beleving, hoopt Waage van harte dat fysiek samenkomen en herdenken op den duur weer mogelijk wordt. “Het belang van een dodenherdenking is enorm voor heel veel mensen. Dat merken we elk jaar weer, het verdriet is groot. Daarnaast wil je de herinnering levend houden, ook bij de jongere generatie. Dan is het toch heel fijn als je samen, hand in hand, naast elkaar kunt staan.”
| 19
08-herdenke&vieren-7-14.10.indd 19
09-11-20 13:50
Rocky Tuhuteru en Hélène Oppatja
‘Herdenken kun je overal’ “De geest overwint”, staat er op het Haagse monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de Japanse bezetting van voormalig Nederlands-Indië. Al ruim drie decennia lang wordt hier jaarlijks de Nationale Herdenking 15 augustus 1945 gehouden. Elk jaar op 15 augustus komen eerste generatie oorlogsslachtoffers en hun nazaten in groten getale traditiegetrouw bijeen om – in de brandende zomerzon – stil te staan bij de bevrijding van hun vaderland en om de slachtoffers van een gruwelijke oorlog te herdenken. Maar dit jaar zou het anders lopen, en dat werd al vroeg in het jaar duidelijk. “De herdenkingen zijn de afgelopen jaren alsmaar drukker bezocht”, vertelt Hélène Oppatja, bestuurslid van de Stichting Nationale Herdenking 15 augustus 1945. “In de laatste jaren kwamen er zo’n drieduizend mensen op af. Dat is natuurlijk prachtig. Tegelijkertijd dachten we vóór COVID-19 al na over hoe we de herdenking voor juist de oudere generatie behapbaarder konden maken.” Het idee leefde al langer om naast de herdenking bij het Indisch Monument in de Scheveningse Bosjes, een aanvullend programma te organiseren in Museum Sophiahof. Het vorig jaar geopende museum is gewijd aan de geschiedenis van NederlandsIndië en de Molukkers, en herbergt zelfs een miniatuurversie van het oorspronkelijke Indisch Monument. Toen de pandemie de kop opstak, is er al snel voor gekozen om dat aanvullende, besloten programma in de Sophiahof te organiseren. Oppatja: “We hebben daarmee versneld een ontwikkeling doorgemaakt waar we
anders veel langer naartoe zouden groeien.” Rocky Tuhuteru, directeur van Stichting Pelita, was nauw betrokken bij de alternatieve herdenking in de Sophiahof en kijkt er met volle tevredenheid op terug. De stichting ondersteunt mensen die als gevolg van de Tweede Wereldoorlog NederlandsIndië moesten verlaten. “We hebben mannen en vrouwen kunnen uitnodigen die de oorlog als kind of tiener in Nederlands-Indië hebben meegemaakt. Ze hebben onder andere bloemen kunnen neerleggen bij het mini-monument. In samenwerking met Beeld en Geluid is een visuele tijdreis samengesteld met historische beelden die veel indruk maakten.” Het werd een zeer intiem programma, zegt Tuhuteru. “En dat is ons door de genodigden zeer in dank afgenomen. Ik ben zo enthousiast over dit programma in deze vorm en voor deze specifieke groep – ik denk dat dit het begin kan vormen van een nieuwe traditie.” De jaarlijkse herdenking bij het Indisch Monument ging overigens gewoon door – zij het met 75 personen, in plaats van de verwachte drieduizend. Koning Willem-Alexander en premier Mark Rutte waren onder de aanwezigen. Hoewel de herdenking vele malen kleinschaliger was dan gebruikelijk, was het geheel er niet minder indrukwekkend om. Integendeel zelfs, vertelt Oppatja. “Het Indische is iets dat onder je huid zit, daar heb je geen specifieke plek of aantallen voor nodig. Herdenken kun je overal. De verbinding was sterker dan ooit.”
20 NCMagazine | najaar 2020
08-herdenke&vieren-7-14.10.indd 20
09-11-20 13:51
Herdenken Ien Vinkenburg-Bos en Hans Gramberg
‘ Elkaar ontmoeten in gedeeld verleden’ In de Scheveningse strafgevangenis het Oranjehotel wachtten tussen 1940 en 1945 zo’n 25 duizend mensen – veelal verzetsstrijders en politiek gevangenen – onder erbarmelijke omstandigheden hun proces af. Ze haalden het lang niet allemaal. Wie in ‘Doodencel 601’ terechtkwam, wachtte geen verhoor of berechting. Deze mensen werden vroeg of laat afgevoerd naar de Waalsdorpervlakte, waar ze vervolgens werden gefusilleerd. De jaarlijkse herdenking van het Oranjehotel, die altijd in het najaar valt, kreeg al snel de functie van reünie. “Na de bevrijding werd de herdenking een manier voor oud-gevangenen om elkaar te ontmoeten”, vertelt Ien Vinkenburg-Bos, al vanaf 1989 betrokken bij de organisatie van de jaarlijkse herdenking. “Na het ceremoniële gedeelte waarbij onder andere een rede werd voorgedragen en er gezamenlijk een zogenaamde ‘Stille Gang’ door het complex werd gemaakt, verplaatste de groep zich dan ook steevast naar bijvoorbeeld het Kurhaus of de dierentuin in Wassenaar. Een plek om samen te zijn en na te praten.” Later werd het moeilijker om de herdenkingen te organiseren. Het Oranjehotel werd in 1949 immers weer in gebruik genomen als huis van bewaring – pas 60 jaar later in 2009 kwam daar een einde aan. “Dat maakte de organisatie ingewikkeld. Maar het karakter van de herdenkingen bleef altijd overeind”, aldus Vinkenburg-Bos. “Ook tweede en derde generaties van oud-gevangenen komen jaarlijks naar de herdenking om stil te staan bij wat hier gebeurde, maar met name om elkaar weer te ontmoeten in dat gedeelde verleden.”
En dat maakte de uitdaging om de herdenking dit jaar te organiseren des te groter, zegt Hans Gramberg. Gramberg is werkzaam voor het Oranjehotel, dat sinds vorig jaar een herinneringscentrum is geworden. “We hebben gekeken naar hoe we de essentie van de herdenking zo goed mogelijk konden behouden. De Stille Gang, waarbij iedereen langs Doodencel 601 loopt, is sinds de eerste herdenking in 1946 een onmisbaar onderdeel van de ceremonie. Dat hebben we ook dit jaar kunnen doen – met veel minder mensen natuurlijk, en op een veilige manier. Maar het beklemmende gevoel was er nog steeds.” Omroep West legde de herdenking – die naast de Stille Gang onder andere bestond uit een rede van de voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, Gerdi Verbeet – vast, en zond in aanloop ernaartoe een documentaire uit over het Oranjehotel. “Het was absoluut anders dan voorgaande jaren. Maar niet minder indrukwekkend”, zegt Vinkenburg-Bos en Gramberg is het volkomen met haar eens. Toch hopen ze volgend jaar meer mensen te kunnen ontvangen. Gramberg: “Voor de groep die deze herdenking bijwoont, is juist dat fysieke samenzijn zo belangrijk. Families uit de Verenigde Staten, Engeland, noem maar op, reizen vaak speciaal naar Nederland af voor deze jaarlijkse herdenking. Gelukkig zijn we sinds een jaar zes dagen per week open en kan er heel het jaar door herdacht worden.”
| 21
08-herdenke&vieren-7-14.10.indd 21
09-11-20 13:51
Rian Marsman en Adriaan Ferf
22
NCMagazine | najaar 2020
08-herdenke&vieren-7-14.10.indd 22
09-11-20 13:52
Herdenken
‘ Een nieuwe vorm van verbinding’ Op 13 april 1945 reden de Canadezen het Drentse dorp EeldePaterswolde binnen, waarmee de bevrijding van het dorp na vijf lange oorlogsjaren een feit werd. Nog steeds viert het dorp iedere vijf jaar op die exacte datum de bevrijding, en herdenkt het de slachtoffers van de zware bezettingsjaren. Toen premier Rutte dit jaar krap een maand voor die historische datum de eerste coronamaatregelen aankondigde, wisten alle betrokkenen vrijwel direct: we moeten de plannen dit jaar omgooien. Adriaan Ferf en Rian Marsman, respectievelijk voorzitter en bestuurslid van Stichting Herdenkingscomité Eelde, hadden samen met een groot aantal lokale organisaties in aanloop naar die 13e april allerlei activiteiten opgezet. “Van de jaarlijkse herdenking in de kerk tot een jeugdtheatervoorstelling, bijeenkomsten en estafettewandelingen”, aldus Ferf. “Maar weet je wat het mooie was? Een deel van die activiteiten kon op de een op andere manier wel doorgang vinden, zij het in een andere vorm. En door veel in te zetten op digitaal, konden we uiteindelijk meer mensen bereiken dan gehoopt, waardoor we iedereen op een nieuwe manier konden samenbrengen.” Zo noemt Marsman het voorbeeld van de herdenkingsdienst in de kerk, die normaal gesproken door zo’n 150 man wordt bijgewoond. “Maar naar de gestreamde dienst hebben uiteindelijk wel 400 mensen gekeken”, zegt ze. De beperkingen die golden
wegens de uitbraak van COVID-19 maakten ook de inwoners van het dorp creatief in het bedenken van alternatieve manieren om te herdenken. Zo kwam een Eeldenaar op het idee om een tijdelijk vlaggenmonument op te tuigen, pal naast de rotonde waar men het dorp binnenrijdt. Marsman: “De gemeente speelde erop in door een flinke hoeveelheid steigerpalen neer te zetten. Inwoners werd gevraagd hun vlag te komen brengen. Daar werd direct gehoor aan gegeven.” Het resultaat: een stuk of veertig vlaggen, fier wapperend in windkracht 5, op die 13e april. Het was een prachtig gezicht, volgens Ferf en Marsman. Als ander hoogtepunt noemen ze de nagebootste bevrijdingstocht die door het dorp voerde. Twee legervoertuigen reden de route na zoals de Canadezen die 75 jaar geleden aflegden. De voertuigen stopten zo nu en dan bij bijzondere historische plekken, waar werd stilgestaan bij een gebeurtenis die daar had plaatsgevonden. De route werd zonder publiek gereden, maar de rit werd live gestreamd zodat inwoners als het ware mee konden rijden. De gestreamde beelden werden afgewisseld door eerder opgenomen fragmenten, zoals een kranslegging, die verdieping boden bij het bevrijdingsverhaal. Ferf: “Natuurlijk is het jammer dat we veel activiteiten hebben moeten uitstellen. Maar er ontstond dit jaar een heel nieuwe vorm van verbinding, en daar kunnen we alleen maar positief op terugkijken.”
| 23
08-herdenke&vieren-7-14.10.indd 23
09-11-20 13:52
Truus Lockhorn en Susanne Boerhof
‘ Stilte gaf herdenking nieuwe dimensie’ De jaarlijkse Airborne herdenkingen – waarbij de Slag om Arnhem in september 1944 in vier gemeenten wordt herdacht – trekken ieder jaar enorm veel publiek. Zo komt er tussen de veertigen vijftigduizend man af op de herdenking bij de Ginkelse Heide, en staan er zeker twintigduizend mensen op de kade bij de John Frostbrug in Arnhem, waar een spectaculair herdenkingsevenement plaatsvindt. Dat het dit jaar een uitdaging werd om de grootse herdenkingen te organiseren, is dan ook zacht uitgedrukt. Toch kijken de betrokkenen er met trots en tevredenheid op terug. “We werden eigenlijk gedwongen om de herdenking terug te brengen naar de kern”, vertelt Truus Lockhorn van de gemeente Ede. “Op de Ginkelse Heide hebben we normaal gesproken naast de herdenking zelf ook een uitgebreid publieksprogramma. Luchtlandingen, muziek, veel activiteiten voor kinderen. Dat kon dit jaar natuurlijk niet. Hoe richt je het dan zo in dat de ziel van de herdenking intact blijft?” Dat deden ze in Ede door het publieksevenement dit jaar te schrappen en slechts een select aantal gasten uit te nodigen voor de herdenking. “Zonder Tweede Wereldoorlog-veteranen, maar wel met jonge veteranen van nu, ambassadeurs, en ook een aantal kinderen dat een gedicht over vrijheid ten gehore bracht en bloemen legde”, aldus Lockhorn. “Dat laatste hadden we niet eerder gedaan, maar het voelde echt of we de generaties zo samenbrachten. Iets wat we in volgende jaren zeker willen voortzetten.” Het
24
was nooit eerder zo stil op de heide, zegt Lockhorn. “Die stilte gaf de herdenking echt een nieuwe dimensie, op een positieve manier.” Ook de gemeente Arnhem zocht naar een nieuwe manier om de Bridge to Liberation Experience – een herdenkingsevenement aan de kade bij de befaamde John Frostbrug, waar in andere jaren muzikale optredens plaatsvinden en een film wordt vertoond – in te richten. “De herdenking in de Eusebiuskerk, de kranslegging bij het Airborne-monument en de minuut stilte konden we met allerlei maatregelen en minder mensen goed laten doorgaan”, zegt Susanne Boerhof van de gemeente Arnhem. “Maar voor het evenement bij de brug moesten we een alternatief bedenken dat op een andere manier dezelfde beleving zou oproepen.” “We hebben een digitale versie gemaakt van de experience, die mensen online konden bekijken. Daarnaast hebben we een aantal locaties in de stad – denk aan concertgebouw Musis en het provinciehuis – veilig kunnen inrichten zodat we hier toch kleine groepen konden ontvangen. Ze keken daar samen naar de film, en per locatie was er nog een aanvullende activiteit zoals een lezing. Zo konden we mensen toch die beleving bieden, op een kleinschalige en daardoor intieme manier. We kregen van iedereen terug dat ze het als heel waardevol hebben ervaren.”
NCMagazine | najaar 2020
08-herdenke&vieren-7-14.10.indd 24
09-11-20 13:53
Herdenken en vieren
In het lustrum 75 jaar vrijheid zijn heel wat betekenisvolle speeches voorbij gekomen. Hoe kunnen we deze speeches duiden? door Ilse Raaijmakers
Martijn Beekman
De oorlog laat ons niet los
05-speeches-3-13.10.indd 25
Over de betekenis van toespraken 75 jaar na de oorlog | 25
09-11-20 13:42
Rechts: Minister-president Mark Rutte omhelst na zijn toespraak tijdens de Nationale Holocaust Herdenking Jacques Grishaver, voorzitter van het Nederlands Auschwitz Comité.
Het herdenken en vieren van 75 jaar bevrijding is heel anders verlopen dan gepland. Het jubileumherdenkingsjaar was volop bezig toen de coronacrisis uitbrak. Veel herdenkingen en festiviteiten konden niet doorgaan of kregen een andere vorm. De lege Dam is daar een sprekend voorbeeld van. Samenkomen was niet mogelijk, maar er waren wel woorden van troost. Toespraken zijn al sinds lange tijd een belangrijk onderdeel van veel herdenkingen. Ze geven betekenis aan het verleden en vaak ook richting aan de toekomst door de toehoorder een boodschap mee te geven. Wie de grote toespraken uit dit jubileumjaar naast elkaar legt, ziet een aantal opvallende trends.
Excuses 2020 is namelijk het jaar van de betekenisvolle speeches. In januari bood Mark Rutte geheel onverwacht excuses aan voor de houding van de regering ten aanzien van de Holocaust. Verrassend waren ook de haperend uitgesproken excuses van koning Willem-Alexander tijdens zijn staatsbezoek aan Indonesië in
26
Sabine Joosten / Hollandse Hoogte
Martijn Beekman
Links: Koning Willem-Alexander spreekt op een lege Dam tijdens de Nationale Herdenking op 4 mei.
maart. Toen bood hij excuses aan “voor geweldsontsporingen aan Nederlandse zijde” ten tijde van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd. Veelbesproken was eveneens de 4 mei-voordracht van Arnon Grunberg die hij in een lege Nieuwe Kerk uitsprak: “als ze het over Marokkanen hebben, dan hebben ze het over mij.” Diezelfde 4 mei hield de koning op een nagenoeg lege Dam een persoonlijke toespraak waarin hij kritisch was op het oorlogsverleden van zijn familie. Persoonlijk, tot slot, was ook de speech van Rutte tijdens de Nationale Herdenking 15 augustus 1945, al bleven excuses daar achterwege. Een kritische blik op het verleden én een persoonlijke noot, dat zijn de centrale thema’s in de herdenkingstoespraken 75 jaar na de Bevrijding. Zoals gezegd bood Rutte tijdens de Nationale Holocaust Herdenking in Amsterdam zijn excuses aan voor het tekortschieten van de overheid tijdens de Jodenvervolging. De excuses passen in een brede maatschappelijke trend van terugblikken en verantwoording afleggen. Meerdere instellingen nemen in de 21e eeuw hun oorlogsverleden onder de loep: gemeentebesturen, psychiatrische instellingen, het Rode Kruis, de NS – om enkele voorbeelden te noemen. Maar die trend reikt verder dan de Tweede Wereldoorlog alleen. Denk aan de Nederlandse betrokkenheid bij de slavernij of de onafhankelijkheidsstrijd van Indonesië waar de koning dit jaar ook deels excuses voor maakte.
Familie Het andere centrale thema is de persoonlijke toon. “Indië was
NCMagazine | najaar 2020
05-speeches-3-13.10.indd 26
09-11-20 13:42
Sabine Joosten / Hollandse Hoogte
Herdenken en vieren
altijd aanwezig in ons gezin”, aldus Mark Rutte tijdens zijn toespraak op 15 augustus. De minister-president vertelde uitvoerig over de ervaringen van zijn vader en de rol van de oorlog binnen het gezin: “Mijn vader zette mij op zijn knie en vertelde zijn verhalen. Voor een jonge jongen vaak spannend en leerzaam, maar je merkte ook dat je soms niet moest doorvragen. Dat er een donker hoekje bestond met herinneringen die mijn vader liever wilde ontwijken.” Tijdens de Dodenherdenking op 4 mei had koning WillemAlexander al een persoonlijke toespraak gehouden. Opmerkelijk was dat hij een kritische opmerking maakte over de oorlogsgeschiedenis van zijn eigen familie. Hij sprak over medeburgers in nood die zich tijdens de oorlog in de steek gelaten hadden gevoeld. “Ook vanuit Londen, ook door mijn overgrootmoeder, toch standvastig en fel in haar verzet. Het is iets dat me niet loslaat.” Hoe bijzonder zijn deze woorden? Vaststaat dat nooit eerder een oranjetelg zo openlijk kritisch over het oorlogsverleden van de koninklijke familie heeft gesproken. Niettemin passen Willem-Alexanders woorden in een traditie van kritische herdenkingstoespraken die door zijn moeder is ingezet. In het jaar dat Nederland 50 jaar bevrijding vierde, hield Beatrix een reeks opmerkelijke speeches waarin ze het zwart-witbeeld bekritiseerde dat Nederlanders doorgaans hadden van de Tweede Wereldoorlog. “Voor een juiste beeldvorming kan niet worden verhuld dat naast moedig optreden passief gedrag en actieve steun aan de bezetter zijn voorgekomen”, aldus het voormalige staatshoofd op 5 mei
1995. Ze brak een lans voor het “eerlijk onder ogen willen zien” van de eigen geschiedenis.
Zwarte bladzijden Dat advies heeft Willem-Alexander letterlijk ter harte genomen. Hij benoemde beide kanten van zijn familiegeschiedenis: in verzet komen en wegkijken. En hij voegt daar met de woorden “het is iets dat me niet loslaat” nog een derde aspect aan toe: de generatielange impact van oorlog op mensen en families. Het plaatsen van kritische kanttekeningen is ook een verschijningsvorm van die doorwerking van de oorlog. De rode draad in veel toespraken dit jaar is dus naast de persoonlijke noot, het onder ogen zien van de zwarte bladzijden van het verleden. Daarmee klagen de sprekers niet de generaties voor ons aan, maar laten ze zien hoe dat verleden ons nu nog beroert. Of zoals de koning het treffend formuleerde: “Nu, 75 jaar na onze bevrijding, zit de oorlog nog steeds in ons.” Meer toespraken zijn terug te lezen op: 4en5mei.nl/over-het-comite/toespraken
Ilse Raaijmakers is historicus en senior beleidsonderzoeker/ adviseur bij ARQ Kenniscentrum Oorlog, Vervolging en Geweld. Delen van dit artikel zijn eerder verschenen in Impact Magazine (2020, nr. 1 en 3). | 27
05-speeches-3-13.10.indd 27
09-11-20 13:43
Shaded Dome Technologies
Het Vrijheidsmuseum in Groesbeek
Serie Nederland telt vele oorlogsmusea en herinneringscentra. Een deel daarvan werkt sinds 2012 samen via de Stichting Musea en Herinneringscentra 40-45. NC Magazine publiceert elk nummer een reportage over een van deze musea of centra. Dit keer: het Vrijheidsmuseum
28
NCMagazine | najaar 2020
16-museumgroesbeek-3-13.10.indd 28
09-11-20 14:01
Kinderen luisteren aandachtig naar verhalen over de oorlog
Flip Franssen
Het Vrijheidsplein
Flip Franssen
Vrijheidsmuseum
Flip Franssen
Herinneren
Een onderdeel van de vaste tentoonstelling in het Vrijheidsmuseum
In het Vrijheidsmuseum is ook aandacht voor zwarte soldaten
‘ Wie niet over de grens kijkt, begrijpt niets van de oorlogsgeschiedenis’ Op 1 september 2019 opende het gloednieuwe Vrijheidsmuseum zijn deuren voor het grote publiek. Een half jaar later kwam COVID-19. Een gesprek met de directeur, Wiel Lenders. door Yasmina Aboutaleb
| 29
16-museumgroesbeek-3-13.10.indd 29
09-11-20 14:01
Herinneren
“Het loopt weer goed, we hebben nu de zilveren golf”, zegt museumdirecteur Wiel Lenders. De voorman van het Vrijheidsmuseum in Groesbeek lacht en knikt in de richting van de 50-plussers die aan de koffie met gebak zitten in het museumcafé. Een aantal maanden geleden was dat wel anders. Het museum was uitgestorven, door de coronacrisis gesloten op last van de overheid. De touchscreens, de bioscoopstoelen en het servies bleven drie maanden onaangeraakt. Een drama voor het museum dat nog maar zeven maanden in bedrijf was sinds de heropening in september vorig jaar. Het fonkelnieuwe gebouw, de inrichting en de nieuwe naam (voorheen heette het Bevrijdingsmuseum) hadden 6,5 miljoen euro gekost en dat moest ‘terugverdiend’. Maar in plaats daarvan stroomden de telefoontjes binnen van touroperators die hun reizen naar het museum cancelden; vijftigduizend euro aan inkomsten in een middag verdampt. In totaal maakte het museum hierdoor bijna vier ton verlies, maar de directeur heeft goede hoop dat dat door overheidssteun en fondsen wordt opgevangen.
Parachute
Het wit-bronzen museumgebouw ligt midden in het groene, heuvelachtige landschap van Groesbeek. Lenders is nog altijd blij dat hij instemde met het gewaagde ontwerp voor het duurzame gebouw dat door luchtdruk omhooggehouden wordt. Het heeft wat weg van een parachute. “Prachtig, als je bedenkt dat hier, midden in de weilanden, destijds duizenden geallieerden met hun parachutes neerdaalden”, zegt hij. Ook in het museum hebben de parachutes een plek gekregen, vertelt Lenders tijdens een rondleiding. Hij staat stil bij een museaal poppenstel dat gehuld is in een trouwjurk en een Canadees uniform.
Na de oorlog werd er weer volop getrouwd, maar door de textielschaarste was het maken van een jurk een probleem. De oplossing: parachutestof. Ook doopjurkjes werden ervan gemaakt, ook dat van Lenders – destijds een dreumes. Zijn witte jurkje met de kenmerkende ruches hangt ingelijst naast het poppenstel. In het oude museum werd alleen het nationale verhaal verteld, maar in het nieuwe museum wilde Lenders ook over de grens kijken. “Als je dat niet doet, begrijp je niets van geschiedenis. Daar ben ik van overtuigd”, zegt hij. “Het is belangrijk om te weten wat de oorlog in andere landen heeft betekend en voor welke dilemma’s mensen hebben gestaan.” Dat multiperspectief, zoals Lenders het noemt, staat in Groesbeek centraal. Ook over de periode voor en na de oorlog wordt verteld.
Gewaagd
De Duitse grens ligt op twee minuten rijden van het museum. Duitse vertegenwoordigers zijn elk jaar aanwezig bij de herdenking in Berg en Dal, maar dit jaar legde Lenders voor het eerst ook een krans in Duitsland. “Elk jaar rond de herdenking is er controverse over het gezamenlijk herdenken, maar hier speelt dat helemaal niet. Dat is echt een Randstadprobleem, want hier zijn mensen al generaties lang verweven met de Duitsers. Mensen trouwen over en weer, zowel Duitsers als Nederlanders hebben vaak familie over de grens.” Voor het nieuwe museum werkten de Nederlandse conservatoren samen met Duitse historici en dat leverde interessante perspectieven op. Zo hangt vlak bij de ingang van het museum in vol ornaat een zes meter hoge nazivlag, die tijdens de bezetting aan het Neboklooster in Nijmegen hing. “Onze Duitse collega’s vonden dat heel gewaagd. Dat zou in Duitsland echt niet kunnen, maar wij zijn minder col-
lectief belast en daarom kunnen wij zo’n propagandamiddel laten zien.” Even verderop wijst Lenders op een vitrine met een ander controversieel voorwerp dat werd aangekocht in een vitrine: een Nederlandse vertaling van Mein Kampf. Met in de rug van het boek versneden teksten van de naar de Verenigde Staten gevluchte Duitse schrijver Thomas Mann. Lenders: “Onze theorie is dat de Nijmeegse drukker van de boeken van Mann in de oorlog gedwongen werd Mijn strijd te drukken en dat hij daar toen de boeken van Mann deels voor heeft gebruikt.” Dat is lang niet alles. Onder de nieuwe aankopen van het museum bevinden zich ook een origineel winteruniform van een soldaat van het Rode Leger en Rosie the Riveter, een vrouw in blauwe overall, rode bandana om het hoofd en met gebalde vuist, die symbool staat voor alle vrouwen die in de Tweede Wereldoorlog in de oorlogsindustrie hebben gewerkt. Maar ook werd geïnvesteerd in hightech projecties, een simulatie van een bombardement in een schuilkelder en bewegende, haast levensechte poppen. In de laatste ruimte wordt de bezoeker geconfronteerd met de actualiteit. Een blauwe VN-helm verwijst naar Srebrenica en even verderop ligt een stapel kleine zwemvesten van bootvluchtelingen. Op een groot scherm toont een film iconische nieuwsfoto’s van onder andere de Twin Towers op 9/11, Charlie Hebdo, demonstraties van Black Lives Matter en borden met daarop ‘Wir schaffen das’ en ‘Refugees Welcome’. Het laatste woord is aan de bezoeker aan wie het museum drie vragen stelt. Wat bedreigt vrijheid? Hoe beschermen we vrijheid? Wat is vrijheid? Wie het weet mag het zeggen. Meer informatie: www.vrijheidsmuseum.nl
30 NCMagazine | najaar 2020
16-museumgroesbeek-3-13.10.indd 30
09-11-20 14:02
Herdenken en vieren
‘Je kunt je bij 4 en 5 mei op heel veel fronten geen fouten veroorloven’ Na vijftien intensieve en enerverende jaren bij het Nationaal Comité 4 en 5 mei vertrekt directeur Jan van Kooten. Met als omineus slotspektakel het jaar 2020, het coronajaar waarin het comité alle draaiboeken kon herschrijven. Er zijn zóveel, te veel, bijzondere momenten. Jan van Kooten blikt terug. door Leonard Ornstein foto Chris van Houts
| 31
06-janvankooten-3-13.10.indd 31
09-11-20 13:43
Het begin “Ik stapte in 2006 in een organisatie die volop in ontwikkeling was. De samenleving was aan het veranderen, nieuwe generaties groeien niet meer op met ooggetuigen van de Tweede Wereldoorlog, en er waren wereldwijd alweer zoveel nieuwe oorlogen en rampen bij gekomen. We kregen er taken bij, zoals de ondersteuning bij het organiseren van de Nationale Holocaust Herdenking en de Nationale Herdenking 15 augustus. De club was doorgegroeid. Ik vormde samen met Nine Nooter de directie. We kenden elkaar al jaren, ze was echt mijn maatje.” (Tot 2014 was dit een ‘duobaan’, daarna werd Van Kooten directeur, red.) Na het vertrek van Nine heb ik een afdelingenstructuur met hoofden ingesteld. De verantwoordelijkheid lager in de organisatie gelegd. Dat was ook nodig en heeft goed gewerkt. Het comité staat er nu heel goed voor. Met Gerdi Verbeet hebben we een warme voorzitter gekregen die de samenleving er goed bij heeft betrokken. Ze is herkenbaar voor allerlei generaties en heeft veel goodwill.” 32
Tweede hoogtepunt “Terneuzen, 31 augustus 2019 was het begin van 75 jaar vrijheid. De aftrap was met twee koningsparen: het Nederlandse en het Belgische. Met vanuit beide kanten leden van de regering en commissarissen van de Koning en – on-Nederlands – met een vloot- en vluchtparade.” Nu komt de leraar in hem naar boven: “Kijk, de Slag om de Schelde was na D-day misschien wel de belangrijkste slag aan het Westfront, maar is een beetje vergeten. Toen is de haven van Antwerpen veroverd, dat was de bevoorradingsplek voor de geallieerden. Het evenement in Terneuzen is mega geworden. En het was pre-coronatijd dus we konden het programma in volle glorie uitvoeren, voor een groot publiek en met veteranen erbij.”
De lege Dam “Er is drie jaar aan het programma gewerkt voor dit jubileumjaar. De Vrijheid-express, duizend Vrijheidsmaaltijden, honderden evenementen: alles moest anders. Toen de lockdown eraan kwam, realiseerde ik me: dit gaat enorme repercussies hebben voor 4 en 5 mei. Het werd een radicale keuze, zonder publiek, bij alles. Ik had de koning graag een volle Dam gegund. Zijn toespraak was ongekend, zowel de inhoud als de presentatie. De leegte van de Dam was zo verbonden met de coronatijd. Maar herdenken zonder mensen is niet wat we moeten willen. Herdenken doe je met elkaar, met mensen die verdriet hebben om hun grootouders, ouders, broers en zussen. Dit moet niet het ‘nieuwe normaal’ worden.”
Ben Houdijk
komen naar voren in gesprekken met anderen. Neem de schermen waarop op 4 mei verschillende generaties kort hun oorlogsgeschiedenis uit de doeken doen en uitleggen waarom juist zij een krans leggen, dat deden we voor het eerst in 2016. Het was het idee van mijn collega Nienke Majoor en Peter Blom van IDTV. Je kunt niet meer verwachten dat de samenleving weet wie we herdenken, er moeten beelden tegenover staan. Net als zichtbaarheid: al onze evenementen rond 4 en 5 mei worden nu live op NPO 1 uitgezonden. Dat heeft voor enorm veel draagvlak voor het comité in de samenleving gezorgd. Want denk nu niet dat je als comiteetje de samenleving in je eentje kunt beïnvloeden. Daar heb je de klassieke media – radio, televisie, kranten – hard voor nodig, net zoals we de aandacht van sociale media voor onze evenementen ook keihard nodig hebben. Peter Kloosterhuis van de NOS is altijd een enorme steun voor mij en het comité geweest.”
Ilvy Njiokiktjien
Joachim Gauck, de Duitse Bondspresident, op 5 mei 2012 van de Grote Kerk naar het podium waar Guus Meeuwis toen optrad, nadat Gauck zijn indrukwekkende toespraak had gehouden. Al die mensen langs de straat, die hem een hand wilden geven en zeiden: ‘Willkommen, Herr Gauck’, of: ’Gut dass Sie da sind’. Ik zag hoe diep geroerd hij was door de warmte van het publiek. Hij had tranen in zijn ogen. Ik vond het zo bijzonder dat de Bondspresident daar aanwezig was en om de reacties te zien.”
De schermen “Veel goede ideeën
Ilvy Njiokiktjien
Hoogtepunt “Ik liep in Breda met
ook graag inhoudelijke veranderingen doorvoeren. Jacques Wallage, toen lid van het comité, zei: ‘We moeten de Tweede Wereldoorlog als fundament neerzetten voor de dagen van 4 en 5 mei. We moeten zaken concreet benoemen, bijvoorbeeld durven zeggen dat de Holocaust de zwartste bladzijde uit de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog is’. We vergaten ook een groep bij de Nationale Dodenherdenking. Nederland heeft zichzelf niet bevrijd. We zijn bevrijd door de geallieerden. Tienduizenden jongens hebben hiervoor het leven gelaten. Die waren hélemaal niet in beeld bij de herdenking. Ik vond dat we op 4 mei ook woorden moesten geven aan de dankbaarheid voor de bevrijders en de doden die onder hen gevallen zijn. Ik weet nog dat ik op de Dam stond en de ceremoniemeester deze zin uitsprak en Jacques en ik elkaar met een glimlach aankeken: ‘We herdenken in blijvende dankbaarheid jegens ontelbare velen die waar ook ter wereld voor onze vrijheid het leven hebben gegeven.’ Deze tekst wordt uitgesproken sinds 2015. Daarmee hebben we de bevrijders een plek gegeven. Nog zo’n belangrijke zin: ‘En we leggen een krans voor de meer dan 100.0000 Joden, Roma en Sinti, landgenoten die werden geïsoleerd, gedeporteerd en uiteindelijk vermoord in concentratie- en vernietigingskampen.’ Laten we de woorden zoeken, noem het getal, benoem dat ze werden vermoord.”
Geert Snoeijer
Holocaust en bevrijders “Ik wilde
NCMagazine | najaar 2020
06-janvankooten-3-13.10.indd 32
09-11-20 13:44
Hoog
Twe
De s
Eber
Ilvy Njiokiktjien
Ilvy Njiokiktjien
Ben Houdijk
Geert Snoeijer
Herdenken en vieren
Eberhard van der Laan “Hij was altijd Hoogtepunt
Tweede hoogtepunt
De schermen
Eberhard van der Laan
20.00 uur “Twee minuten stilte, en die mogen geen seconde te laat ingaan. Je kunt je bij 4 en 5 mei op heel veel fronten geen fouten veroorloven. Het moet vlekkeloos en het moet een topproductie zijn. Het comité maakt in samenwerking met de NPO in 24 uur vijf televisieprogramma’s. Als je me vraagt wat nu de kern is van mijn functie, dan zeg ik: programmamaker. De Nieuwe Kerk, de Dam, de 5 mei-lezing, het 5 mei-concert en de Bevrijdingsfestivals zijn allemaal live-tvregistraties. Je kunt niet zomaar wat experimenteren, je moet mensen meenemen in het verhaal van de geschiedenis. Gelukkig hoef ik die twee minuten stilte om acht uur productioneel niet zelf te regelen, want als dat zo zou zijn, dan zouden we pas om tien over acht beginnen.” De Damschreeuwer “Dit kun je wel een dieptepunt noemen. Eigenlijk is die herdenking gered door een paar mensen die het hoofd koel hielden. Die zagen dat het meer een samenspel van omstandigheden was: het waren mensen eromheen die schrokken, die naar voren liepen, de hekken die neerkletterden, de herinnering aan de aanslag op de bus van de koninklijke familie in Apeldoorn was nog vers en veel mensen dachten ook aan zoiets. Die paar mensen hebben ervoor gezorgd dat de koningin met prins Willem-Alexander bleef wachten in het poortje onder de Koninklijke Industrieele Groote Club en men besloot: we gaan weer terug. En men kwam terug. Soms ben je afhankelijk van één persoon die kalm blijft. Wim Kok stond in het vak van de autoriteiten en hij zei: ‘Staan blijven. Wij gaan niet weg.’ Hij straalde daarmee ook rust uit. Drie minuten later stond iedereen er weer. Dat is een topprestatie, dat zo kort na zo’n incident de herdenking gewoon weer doorgaat.”
zeer betrokken bij de Tweede Wereldoorlog, hield in 2017 nog een toespraak op de Dam. Zijn conditie was toen al helemaal niet goed; we hadden ook afgesproken dat als het te zwaar was, hij er niet bij zou zijn. Een dag later was hij ook weer bij het 5 mei-concert. Ik ben verantwoordelijk voor het vertreksignaal van het kleine gezelschap in de directeurskamer van Carré naar het platform op de Amstel. Dat is secondewerk met de NOS, omdat het livetelevisie is. Ik kreeg een signaal: nog twee minuten, dan moet ik iedereen voorzichtig manen te gaan. Op dat moment zei Van der Laan: ‘Ik moet even gaan zitten’, hij voelde zich niet goed. Dat vond ik een bijzonder moeilijk moment, want iedereen had natuurlijk grote compassie met hem, maar we moesten gaan. Eén minuut later zijn we toch maar gaan lopen, Eberhard stond op en ging mee, hoe zwak hij ook was.”
De toekomst “De Nationale Herdenking wordt niet minder betekenisvol, nee, daar ben ik niet bang voor. Het gezamenlijk herdenken is zo in onze haarvaten doorgedrongen, het kan bestaan naast regionale herdenkingen. We brachten dit jubileumjaar het boek 75 verhalen uit, waarvan alle geïnterviewden één ding gemeenschappelijk hebben: ze zijn allemaal in vrijheid geboren. Verhalen over de Tweede Wereldoorlog zijn geen ooggetuigenverhalen meer, maar het zijn familieverhalen geworden. Dit is het kantelmoment. Straks is er op de schermen op de Dam niemand meer van de eerste generatie oorlogsgetroffenen. We komen bij elkaar om gezamenlijk het leed te delen en om gevoelens van verbondenheid te tonen. Dat wordt de opgave: van persoonlijke verhalen naar familieverhalen van mensen die de oorlog niet meer hebben meegemaakt. 4 en 5 mei zullen zich gaan ontwikkelen als dagen van bezinning op vrijheid, onvrijheid, oorlog en vrede.”
| 33
06-janvankooten-3-13.10.indd 33
09-11-20 13:44
Er komen altijd reacties vanuit de samenleving op de 4 mei-voordracht, maar de indringende toespraak van Arnon Grunberg met daarin zijn frase over Marokkanen ontketende een storm van lof, ontroering, verontwaardiging en antisemitisme. Grunberg blikt terug. door Larissa Pans foto Martijn Beekman
‘ Ik had niet verwacht dat mensen die vol haat zitten, de moeite zouden nemen mij te mailen’ De Nieuwe Kerk was leeg, op enkele musici en de technische staf na. Arnon Grunberg vond het wel wat hebben. “Voor volle kerken heb ik vaker gestaan, de lege kerk was misschien net zo indrukwekkend.” Toen hij op 4 mei naar het doorzichtige spreekgestoelte liep, moest hij denken aan het lied ‘Pap kun je me horen’ uit de film Yentl dat Simone Kleinsma zou gaan zingen. “Dat was het lievelingslied van mijn vader.” “Nee. Vaak heb ik me afgevraagd wat het nut is van herdenken. Van bijeenkomsten als deze”, zo begon de schrijver zijn 4 meivoordracht. Om de toehoorder vervolgens in een toespraak van 17 minuten te geselen met de getuigenis van Filip Müller uit Auschwitz-Birkenau, lid van het Sonderkommando, die pijnlijk precies beschreef hoe Oberscharführer Voss een moeder met kind probeerde te doden. Het ongemakkelijke gevoel bij de toehoorder nam daarna alleen maar toe toen Grunberg benoemde wat de gevolgen kunnen zijn van de manier waarop in ons land over sommige bevolkingsgroepen wordt gesproken. En hij ons eraan herinnerde hoe giftig woorden kunnen zijn. “De krachtigste, meest ijzige lezing die ik in jaren heb gehoord”, oordeelde Trouw. NRC Handelsblad had het over ‘een verzengende toespraak’. Maar naast veel lof, waren er ook woedende reacties. In het tv-programma Op1 viel Leefbaar Rotterdam-politicus Joost Eerdmans Grunberg hard aan (“Waarom combineer je die hele Jodenvervolging met hoe mensen met Marokkanen omgaan? Ik vind het ongepast om dat te doen op de dag van nationale een-
34
heid”) en ook antisemitische mails waren zijn deel (“Vergassen die deugkneuzen en die kanker Marrokanen. Ouderwetse groet, Jan Pieterszoon Coen”). De reacties waren óf lyrisch of heel negatief. Had je meer bijval verwacht? “Niemand hoeft mij bij te vallen. Maar ik had onderschat hoe diep de haat tegen Marokkanen zit bij een minderheid van de Nederlandse bevolking, maar kennelijk wel een luidruchtige minderheid. En er waren ook heel veel lieve en ontroerende reacties.” ”De meeste slachtoffers hebben het kamp door de schoorsteen verlaten”, sprak je in De Nieuwe Kerk. Móest het nu zo onbarmhartig? “Het is een uitdrukking die in de kampliteratuur regelmatig terugkomt. Ik weet niet of dat onbarmhartig is, direct misschien, maar zeker niet onbarmhartig. Deze zin beschrijft de feiten. Niet de taal is onbarmhartig, maar de feiten.” Jouw lezing kun je ook zien als oproep om niet te denken: die oorlog gaat mij niet aan. Het is een appel tegen onverschilligheid. Ben je daarin geslaagd? “Dat weet ik niet, en ik heb veel begrip voor onverschilligheid. Meer dan voor haat. Onverschilligheid vind ik een mensenrecht. Het is niet onverschilligheid die mensen gaskamers indrijft, het is niet uit onverschilligheid dat mensen op brandstapels worden gegooid. Je kunt zeggen dat je niet onverschillig mag blijven in het aangezicht van onrecht, misschien, maar daar stel ik tegenover
NCMagazine | najaar 2020
13-grunbergnasleep-2-20.10.indd 34
09-11-20 13:58
Herdenken
dat het ook begrijpelijk is dat mensen laf zijn of onverschillig, of een combinatie van beide. Ik denk dat de oorlog nog altijd iedereen aangaat, maar ik hoop vooral dat ik mensen heb kunnen overtuigen dat haat en rancune jegens bevolkingsgroepen een doodlopende en gevaarlijke weg zijn.” Meest controversiële punt uit je 4 mei-voordracht is deze zin, waarin je Marokkanen vergelijkt met Joden: ”Als ze het over Marokkanen hebben, dan hebben ze het ook over mij.” Met als uitleg erbij een citaat van Primo Levi: “Ik kan niet begrijpen, niet verdragen dat men een mens beoordeelt niet naar wat hij is, maar naar de groep waar hij toevallig toe behoort.” “Ik heb Marokkanen niet vergeleken met Joden. Ik heb gezegd dat het naïef is te denken dat politici of burgers die zich tegen de ene minderheid keren zich niet vroeg of laat ook tegen de andere bevolkingsgroep zullen keren. Daarnaast is het ongepast over een Jodenprobleem te spreken en zou het ook ongepast moeten zijn over een Marokkanenprobleem te spreken. Zo simpel is dat.” ”Ik had niet gedacht dat deze voor mij zo onschuldige zin zoveel haat en zoveel bagger zou oproepen”, zei je in het radioprogramma Nieuwsweekend (10 mei 2020). Had je dat echt niet verwacht in deze toch ook wel erg gepolariseerde en verharde samenleving? “Gepolariseerd zeker, maar ik had niet verwacht dat mensen die vol haat zitten de moeite zouden nemen mij te mailen, ik dacht dat ze iets beters in het leven te doen zouden hebben. Kennelijk niet.”
Je schrijft in de bundel Als ze het over Marokkanen hebben: “De spoken uit het verleden van de 20e eeuw (totalitarisme, fascisme) zijn niet verslagen.” Worden die waarschijnlijk nooit verslagen? “Mensen zijn betrekkelijk onveranderlijk en ze zijn vatbaar voor verleidingen. Ik denk dat de spoken altijd weer zullen opduiken in een of andere gedaante. Het gaat om de vraag hoeveel schade die spoken kunnen aanrichten, wat je tegenover die spoken kunt zetten zonder meteen de mensen die je vijanden lijken te zijn te vernederen of te kleineren. Dat zijn geen goede en effectieve strategieën. Niet iedereen die op Trump, Baudet of Wilders stemt is een fascist. Ik zou bijna zeggen, integendeel. Een groot deel van die kiezers kan verleid worden op andere, minder schadelijke partijen te stemmen.” Tot slot: na de Tweede Wereldoorlog was er lange tijd het taboe om over rassen te praten, om op een generaliserende manier over bevolkingsgroepen te oordelen. Dat taboe lijkt minder geworden. “Ik denk dat we zo min mogelijk over rassen moeten praten. Bestaat er een wit ras? Een zwart ras? Moeten we huidskleur een ras noemen? Op grond van wat? Zeker, er zijn verschillende bevolkingsgroepen, maar die zijn minder homogeen dan we denken. Ik begrijp de behoefte aan een gemeenschap, maar ik denk dat we die behoefte moeten vervullen door middel van ad hoc-gemeenschappen. Gemeenschappen die zich bewust zijn van hun tijdelijkheid, hun noodzakelijke onzuiverheid en het feit dat lidmaatschap van die gemeenschap ook voor een groot deel uit toeval bestaat.”
| 35
13-grunbergnasleep-2-20.10.indd 35
09-11-20 13:58
Tijdens de Al-Anfal-operatie (1986-1989) werd onder het bewind van Sadam Hoessein de Koerdische bevolking in Irak constant aangevallen. Hierbij werd ook gifgas ingezet. Naar schatting werden ruim 180 duizend Koerden het slachtoffer van terreur. Ter nagedachtenis aan deze operatie is deze muurschildering gemaakt. Elk jaar op 14 april wordt de massamoord herdacht.
Hoe beleven mensen die ooit voor oorlog of onderdrukking naar Nederland vluchtten, vrijheid en onvrijheid? Hoe kijken ze aan tegen de Dodenherdenking op 4 mei en de viering van de Bevrijding op 5 mei? In het onderzoek Vrijheid is een groot begrip geven Nederlandse Bosniërs en Irakezen antwoord op deze vragen. door Anita van Stel illustratie Levi Clancy op Wikimedia Commons (CC BY-SA 4.0)
Vrijheid door de ogen van Nederlanders Het Nationaal Comité 4 en 5 mei gaf de Stichting Bevordering Maatschappelijke Participatie (BMP) opdracht Bosnische en Irakese Nederlanders hierover te interviewen. Froukje Demant, onderzoeker bij het comité en projectleider van het onderzoek, legt uit: “De belangstelling voor 4 en 5 mei in zijn huidige vorm is groot, maar het Nationaal Comité buigt zich continu over een waardevolle invulling van herdenken en vieren in de toekomst, voor zoveel mogelijk en van elkaar verschillende mensen. Voor het onderzoek kozen we voor Bosnische en Irakese Nederlanders. Beide groepen zijn in de jaren negentig naar ons land gevlucht, maar vanuit verschillende regio’s en andere omstandigheden. Ook de manier waarop ze hier ontvangen zijn, verschilde. Omdat zowel de Bosnische als Irakese Nederlanders inmiddels een nieuw leven hebben opgebouwd, zouden ze ook tijd hebben gehad om na te denken over wat een begrip als ‘vrijheid’ in relatie tot hun eigen ervaringen van onvrijheid betekent, veronderstelden wij. De conclusies uit het onderzoek vormen waardevolle
36
input voor de nieuwe beleidsvisie 2021 – 2025 van het Nationaal Comité.”
Waardering voor vrijheid erg groot Saskia Moerbeek is directeur van Stichting BMP en een van de onderzoekers. Moerbeek en collega’s herlazen 34 eerder gehouden interviews met Bosniërs en Irakezen op uitspraken over (on)vrijheid en herdenken. Met zestien personen werd een nieuw interview gehouden, specifiek over de beleving van vrijheid, onvrijheid en herdenken. Moerbeek over haar bevindingen: “Het onderzoek laat zien dat Irakezen teruggrijpen op hun leven in de oorlog. Omdat ze aan den lijve hebben ervaren wat het betekent om constant in onderdrukking en angst te leven, is hun waardering voor de vrijheid en veiligheid in Nederland erg groot. Bosniërs hebben een onverwachte omslag van vrijheid naar oorlog meegemaakt. Zij benadrukken de kwetsbaarheid van onze vrijheid: “Vrijheid blijft alleen bestaan als we ons blijven herinneren dat het heel makkelijk anders
kan lopen.” Vrijheid heeft voor alle geïnterviewden een andere betekenis, vertelt Moerbeek. Ze noemden het vaakst de vrijheid om te reizen met een Nederlands paspoort, het je kunnen uiten en de luxe om eigen keuzes te maken. Maar daarnaast ook dat je openlijk homo mag zijn of dat je als vrouw kunt fietsen met je haar in de wind. Dat je een huis kunt hebben zonder de angst dat iemand dit van je af komt pakken. De vrijheid om het en plein public oneens te zijn over politiek. Velen zetten zich in voor de maatschappij, toont het onderzoek aan. Ze doen vrijwilligerswerk, dragen bij aan de verbinHet onderzoek Vrijheid is een groot begrip is onderdeel van een reeks studies waarin verschillende groepen in de samenleving (zoals kinderen, jongeren met een Turkse of Marokkaanse achtergrond, ouderen die de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt) zijn bevraagd over hun beleving van herdenken en het vieren van en/of stilstaan bij vrijheid. Alle studies zijn te vinden op: www.4en5mei.nl.
NCMagazine | najaar 2020
18-onderzoek.podcast-2-28.10.indd 36
09-11-20 14:04
u
rs
Onderzoek
Vrijheid Volgens
uit Irak en Bosnië ding tussen bevolkingsgroepen en komen in actie als de rechten van mensen onder druk komen te staan. “Sociale binding kan een belangrijk tegenwicht vormen tegen polarisatie en het buitensluiten van bepaalde groepen in onze samenleving”, is een belangrijke motivatie.
Belangrijk en emotioneel moment Zijn de geïnterviewden bekend met de Nederlandse Dodenherdenking en de viering van de Bevrijding op 5 mei? De herdenking op de Dam is voor de Bosniërs een emotioneel moment: “Tijdens de twee minuten stilte denken we ook aan de Joegoslavische slachtoffers van het naziregime.” Sommigen wonen herdenkingen bij. Ook de Irakezen kennen 4 mei, maar hun gedachten gaan dan uit naar alle personen die niet in vrijheid leven. De geïnterviewden vinden het belangrijk dat de Dodenherdenking met alle rituelen blijft voortbestaan, maar ze missen een dag waarop ze hun eigen slachtoffers van de recente oorlogen kunnen herdenken.
“Misschien moet Nederland een manier vinden om oorlogsslachtoffers in het algemeen te herdenken”, stelt een aantal geïnterviewden voor.
Verhalen over de impact van de oorlog Uit het onderzoek komt naar voren dat 5 mei als dag van de bevrijding en vrijheid minder betekenis heeft. De meeste geïnterviewde Irakezen doen niet mee aan de viering op die dag. Tegelijkertijd hebben zij veel ideeën over de toekomst van 4 en 5 mei. Moerbeek: “Net als de Bosniërs pleiten ze op dit moment niet voor een radicale verandering van 4 en 5 mei, maar wel voor het op die dagen delen van hun persoonlijke oorlogsverhalen. Ze willen er zo aan bijdragen dat Nederlanders, en vooral de jongere generaties, beseffen hoe kostbaar vrijheid is en hoe hard je ervoor moet werken om die vrijheid in stand te houden.” De podcastserie Vrijheid Volgens is te beluisteren via je favoriete podcastapp en 4en5mei. nl/podcast.
Op 24 oktober vond het laatste evenement van het lustrumjaar plaats: de viering van 75 jaar Verenigde Naties, met 75 persoonlijke verhalen die inspanningen voor vrede, veiligheid of een daad van medemenselijkheid en solidariteit tot leven brengen. Naar aanleiding daarvan maakte journalist Maarten Dallinga de podcastserie Vrijheid Volgens, waarvoor hij zes Nederlanders met een vluchtachtergrond interviewde die werden geboren in Eritrea, Syrië, Irak en voormalig Joegoslavië. Aan de hand van eigen ervaringen vertellen zij hoe ze vrijheid en onvrijheid beleefden in hun herkomstland, tijdens hun vlucht en in Nederland. De persoonlijke verhalen concretiseren het voor velen abstracte begrip ‘vrijheid’. Dallinga: “In de verhalen zit voor iedereen iets herkenbaars. Uiteindelijk is vrijheid in essentie voor bijna iedereen denk ik namelijk hetzelfde: dat je, rekening houdend met anderen, kunt doen wat je wilt. De verhalen zetten de luisteraar aan het denken, bijvoorbeeld over vooroordelen, en je leert over de – vaak onbekende – geschiedenis in de herkomstlanden. Zo wist ik eerder niet dat de dienstplicht in Eritrea kan oplopen tot meer dan tien jaar. Omdat de geïnterviewden in onvrijheid hebben geleefd en weten wat je kunt verliezen, hebben ze veel recht van spreken, vind ik. Ik merkte ook dat hun herinneringen nog steeds een open wond zijn. Ik ben onder de indruk van hun energie om toch, of misschien wel júist door hun verleden, iets van het leven te maken.”
| 37
18-onderzoek.podcast-2-28.10.indd 37
09-11-20 14:04
Martijn Beekman
Martijn Beekman
Herdenken en vieren
Martijn Beekman
Afsluiting 75 jaar vrijheid 38
NCMagazine | najaar 2020
07-terugblik-4-30.10.indd 38
09-11-20 13:46
Martijn Beekman
door Leonie Durlinger
Leonie Durlinger Leonie Durlinger
Leonie Durlinger
Martijn Beekman
De Nationale Herdenking 15 augustus 1945 en de viering van 75 jaar Verenigde Naties waren de laatste twee nationale activiteiten in het kader van 75 jaar vrijheid. Een terugblik.
In de week voorafgaand aan de Nationale Herdenking 15 augustus verscheen in het kader van 75 jaar vrijheid een 15 augustus-bijlage bij alle dagbladen van DPG-media, waaronder de Volkskrant, Trouw, Het Parool en het Algemeen Dagblad. De bijlage werd in samenwerking met het Nationaal ComitÊ en de Stichting Nationale Herdenking 15 augustus 1945 ontwikkeld. Samen met het Indisch Herinneringscentrum hebben beide partijen ook meegewerkt aan de NOS-uitzending Van Jakarta naar Rotterdam, waarin presentator Winfried Baijens met Indische Nederlanders van verschillende generaties in gesprek ging over onder meer de aankomst in Nederland, over wat we anno 2020 van onze gezamenlijke geschiedenis weten en wat we zouden moeten weten. Deze thema’s stonden ook centraal tijdens de bijeenkomst die voorafgaand aan de live televisie-uitzending werd georganiseerd in de Cruise Terminal in Rotterdam.
| 39
07-terugblik-4-30.10.indd 39
09-11-20 13:47
75 jaar VN
Marieke van der Velden
Martijn Beekman
Martijn Beekman
Herdenken en vieren
Op 23 oktober, aan de vooravond van het jubileum, zond de NOS een thema-uitzending uit, opgenomen in het Vredespaleis in Den Haag. Ook hierin stonden verhalen centraal, ondersteund door muziek van onder meer Jeangu Macrooy, Giovanca en Douwe Bob. Er was een videoboodschap van koning Willem-Alexander en van koningin Máxima. Vanuit het VN-hoofdkwartier in New York leverde VN-secretarisgeneraal António Guterres een bijdrage.
Sacha de Boer
Martijn Beekman
Martijn Beekman
Op 24 oktober 2020 was het 75 jaar geleden dat de Verenigde Naties werden opgericht. 75 persoonlijke verhalen over vrede, veiligheid of een daad van medemenselijkheid en solidariteit stonden centraal tijdens de slotviering van 75 jaar vrijheid, die het Nationaal Comité 4 en 5 mei organiseerde met partners Humanity House, Unicef en Just Peace. De verhalen kwamen onder andere tot leven in een tentoonstelling op het Lange Voorhout in Den Haag. Delen van de tentoonstelling waren ook in de rest van het land te bezoeken: in Maastricht, Zwolle, Leeuwarden, Lelystad, Utrecht, Haarlem, Den Bosch en Middelburg.
40 NCMagazine | najaar 2020
07-terugblik-4-30.10.indd 40
09-11-20 13:47
Marieke van der Velden Sacha de Boer
| 41
07-terugblik-4-30.10.indd 41
09-11-20 13:48
Links: Moeder Kooymans en haar zoontje Hendrik Jan zoeken een schuilplaats in een duiker. De boerderij van de familie Kooymans ligt vlakbij de frontlijn in april 1945 in Markelo, Overijssel.
Willem van de Poll, Anefo / Nationaal Archief
Marinus Hartgerink / PrivĂŠcollectie familie Varenhorst-Kooymans
Onder: Een meisje wacht op verzorging in de in haast opgerichte Rode Kruispost in de lagere school van Ten Boer, Groningen. In april 1945 werd er in het noordoosten en oosten van Groningen nog fel gevochten.
De Tweede Wereldoorlog in 100 foto’s Een terugblik op een succesvol project in het lustrum 75 jaar vrijheid
door Erik Somers en Laurien Vastenhout
42
NCMagazine | najaar 2020
19-100foto's-2-14.10.indd 42
09-11-20 14:05
Inspirat ie
Jan Anthonie Eelsingh / Historisch Centrum Overijssel
Onder: Veertien vrouwen en kinderen lopen in oktober 1942 onder begeleiding van Nederlandse agenten Zwolle uit. De Davidster is nog net zichtbaar op hun kleren. Zij worden naar Westerbork gedeporteerd. Dit is een zeldzame foto van de Jodenvervolging buiten Amsterdam.
Steeds vaker vormt publieksparticipatie een uitgangspunt voor projecten, tentoonstellingen en museuminrichtingen. Hierbij draait het erom het publiek uit te dagen kritisch mee te denken. Maar in de praktijk blijkt het flink ingewikkeld het grote publiek ertoe te bewegen een actieve bijdrage te leveren. Bij het project De Tweede Wereldoorlog in honderd foto’s (www. in100fotos.nl) lukte het wel. Belangstellende burgers bepaalden mede welke 100 foto’s de oorlog in Nederland, NederlandsIndië, Suriname en de Antillen het beste weergeven. In de week van 11 november 2019 ging
de campagne voor De Tweede Wereldoorlog in honderd foto’s van start. Belangrijke invalshoek was dat inwoners uit het hele land persoonlijk betrokken zouden raken bij de zoektocht naar foto’s, om zo meer inzicht te krijgen in de geschiedenis van oorlog en bezetting. Daarnaast wilden we mensen aansporen na te denken over de zeggingskracht van beeld. In een samenleving die steeds meer op visualisering is gericht, spreken foto’s sterk tot de verbeelding. We legden het publiek de vraag voor: met welke foto’s vertel je nu het beste het verhaal van de Tweede Wereldoorlog in Nederland?
Vanuit de gedachte dat omgang met de lokale geschiedenis – ‘de oorlog om de hoek’ – het historisch bewustzijn bevordert en publieksparticipatie stimuleert, kozen we voor een regionale en provinciale benadering. Provinciale werkgroepen vroegen musea, archiefinstellingen en historische verenigingen hun eigen collecties door te nemen en aansprekende oorlogsfoto’s aan te dragen. Daarnaast werd het publiek opgeroepen foto’s uit eigen bezit in te sturen. De verzameling beelden die dit in elke provincie opleverde, werd vervolgens voorgelegd aan het publiek, dat de meest aansprekende foto’s mocht aanwijzen voor
| 43
19-100foto's-2-14.10.indd 43
09-11-20 14:05
Fotograaf onbekend / Particuliere collectie
Beeldbank WO2 / NIOD
inzending op nationaal niveau. Een veelzijdig samengestelde jury, onder leiding van Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib, bepaalde de definitieve keuze van honderd. Vanuit de provincies werd het hele proces met grote betrokkenheid gevolgd. Welke foto’s zouden de honderd halen? De lokale insteek bleek essentieel voor het succes van het project. De zoektocht naar beelden was in feite belangrijker dan het eindresultaat. De vrijheid die de provincies kregen om het project naar eigen inzicht invulling te geven, zorgde voor een effectieve samenwerking en grote betrokkenheid op lokaal niveau. De tientallen
publieksbijeenkomsten op lokaal, regionaal en provinciaal niveau maakten het project tot een succes. Tijdens deze bijeenkomsten, bedoeld om de provinciale keuzes te bepalen, was steevast veel ruimte voor discussie en interactie. Het aanwezige publiek werd aangespoord om samen met een andere aanwezige de foto’s te bekijken en in gesprek te gaan over het belang van beeld. Dit leverde boeiende gesprekken en discussies op. Dankzij de inspanningen van de provinciale werkgroepen en de samenwerking met de regionale omroepen was het mogelijk het publiek deelgenoot te maken van de nationale zoektocht naar beelden.
Wat opviel aan de ingediende foto’s, was dat ‘aangename’ beelden van de bezetting, zoals die van de bevrijding, de boventoon voerden. Foto’s van collaboratie – met uitzondering van het opbrengen van ‘landverraders’ tijdens de bevrijdingsdagen – waren duidelijk ondervertegenwoordigd. Bij de definitieve samenstelling van de uiteindelijke honderd foto’s door de jury viel evenwel op dat de voorkeur vooral uitging naar beelden die onverholen de confronterende en harde gebeurtenissen van de oorlog weergeven. Natuurlijk kwam dat mede doordat deze juryleden, anders dan het publiek op provinciale bijeenkom-
44 NCMagazine | najaar 2020
19-100foto's-2-14.10.indd 44
09-11-20 14:05
Inspirat ie
Linker pagina: Leden van de Surinaamse Schutterij in Paramaribo, 1941. De Schutterij moest Suriname verdedigen tegen een eventuele aanval. Suriname was van groot belang voor de oorlogsindustrie vanwege het vele bauxiet dat het land exporteerde. Links: De burgemeester van Son, Robert Schoepp, was op 31 december 1943 opgepakt als gijzelaar van de bezetter en werd opgesloten in Kamp Vught. Deze foto is vermoedelijk gemaakt op Dolle Dinsdag, 5 september 1944, want normaal gesproken was fotograferen rondom het kamp ten strengste verboden. Robert Schoepp overleefde de oorlog. Het is niet bekend wie de andere mannen op de foto zijn.
Erik Somers en Laurien Vastenhout, beiden werkzaam bij het NIOD, geven leiding aan het project De Tweede Wereldoorlog in honderd foto’s. ’ Dit is een project in het kader van 75 jaar vrijheid, dat op verzoek van Platform WO2 door het NIOD is uitgevoerd en mede mogelijk is gemaakt door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het vfonds.
sten, een totaaloverzicht hadden van de uiteindelijk overgebleven foto’s en vervolgens uitvoerig de gelegenheid kregen met elkaar in discussie te gaan. Zij konden daardoor een afgewogen keuze maken en in samenhang bepalen welke foto’s niet mochten ontbreken. De jury koos uiteindelijk voor maar één feestelijke opname van de bevrijding – een kleurenfoto van de bevrijding in Purmerend – en verder voor foto’s die het geweld tonen dat ermee gepaard ging. Bijzonder is dat de zoektocht naar foto’s die we met dit project aanwakkerden, ook tot opmerkelijk nieuw beeldmateriaal heeft geleid. Met name de foto’s van de
deportatie van Joden búíten Amsterdam zijn in dit opzicht noemenswaardig. De nu opgedoken beelden vormen een belangrijke getuigenis dat de Jodenvervolging in heel bezet Nederland plaatsvond. Met het boek De Tweede Wereldoorlog in honderd foto’s, de pop-uptentoonstellingen in de provincies en de nationale tentoonstelling van de 100 foto’s – die momenteel zowel in de entreehal van de Tweede Kamer als in het Verzetsmuseum Amsterdam te zien is – beoogden wij de blik op de Nederlandse geschiedenis van de oorlog te verruimen. Beelden zijn bij uitstek geschikt als uitgangspunt voor een kritische
reflectie op dit verleden. De vele reacties die dit project inmiddels al heeft opgeroepen, sterken ons in het idee dat een aanpak als deze, waarin de betrokkenheid van het publiek centraal staat en doelgericht aangewakkerd wordt, een aansprekende manier is om de herinnering aan de jaren van oorlog en bezetting levend te houden.
Meer lezen over De Tweede Wereldoorlog in honderd foto’s? In WO2 Onderzoek uitgelicht (jaargang 9, nr. 3) vindt u de langere versie van dit artikel.
| 45
19-100foto's-2-14.10.indd 45
09-11-20 14:06
Persoonlijke toespraak Rutte tijdens Nationale Herdenking 15 augustus Tijdens de Nationale Herdenking 15 augustus 1945 zijn de slachtoffers herdacht van de oorlog tegen Japan en de Japanse bezetting van toenmalig Nederlands-Indië. In aanwezigheid van Z.M. Koning Willem-Alexander hield Aarnout Loudon een ontroerende voordracht over zijn vader die als krijgsgevangene omkwam nadat het Japanse ‘hellship’ Junyo Maru was getorpedeerd. Ook de speech van de 16-jarige Maddy Batelaan, leerlinge van het Vrijzinnig Christelijk Lyceum dat het Indisch Monument in Den Haag heeft geadopteerd, maakte veel indruk op de 75 gasten. Voorafgaand aan de kranslegging door de koning hield minister-president Mark Rutte een persoonlijke voordracht.
Mark Rutte tijdens de Nationale Herdenking 15 augustus 1945
46 NCMagazine | najaar 2020
11-ruttespeach-3-20.10.indd 46
09-11-20 13:55
Herdenken
Majesteit, dames en heren,
Ilvy Njiokiktjien
Dit jaar vieren we dat we sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog 75 jaar leven in vrede en vrijheid. En vandaag, 15 augustus, is daarin een sleutelmoment. Want op deze dag in 1945 eindigde de Tweede Wereldoorlog ook in Nederlands-Indië, en daarmee in ons hele koninkrijk. 1 koninkrijk, maar met meer dan 1 verhaal. Vandaag staat het verhaal centraal van de mensen die de oorlog in Nederlands-Indië hebben doorgemaakt. Een verhaal dat in Nederland niet altijd werd gehoord, zeker niet in de periode net na de bevrijding. “‘Jullie hebben de oorlog niet meegemaakt’, hoorden ze vaak, hun mond gesnoerd.” Dat zei Marion Bloem, 11 jaar geleden op deze plek over de ervaringen van haar ouders die vanuit Indië in naoorlogs Nederland terechtkwamen. “‘Misschien was onze oorlog zo erg nog niet’, dachten onze ouders. ‘Soedah, laat maar.’” Het is helaas tekenend voor de ervaringen van veel Indische Nederlanders. En herkenbaar voor hun kinderen, de mensen uit de 2e generatie, mijn generatie. Indië was altijd aanwezig in ons gezin. Thuis werd ik omringd door de herinneringen van mijn ouders, zussen en broers aan het leven in Indië, en later Indonesië. Mijn ouderlijk huis was vol geuren en smaken die hen aan die tijd deden denken. De nasi goreng op zaterdagavond, de zelfbereide Indische groenten. Maar het zat ook in woorden: als je bij ons ‘medicijn’ bedoelde dan zei je ‘obat’, en het zonnescherm in ons huis noemden we ‘kree’. En nog steeds ontglippen me weleens Maleise woordjes, zoals ‘mataglap’ of ‘soebatten’, wat tot grote verwarring leidt omdat niemand nog weet wat het betekent. Hoe dan ook, bij ons aan de keukentafel leek die andere wereld van Indië, met de mooie en minder mooie kanten, soms heel dichtbij. Bedrieglijk dichtbij, want uiteindelijk bleef ook veel onuitgesproken, weggestopt. Of om nogmaals met Marion Bloem te spreken: “‘Onze ouders zwegen en legden hun verleden in hutkof-
| 47
11-ruttespeach-3-20.10.indd 47
09-11-20 13:56
Herdenken
fers op zolder.’” Bij mij thuis ging de hutkoffer met herinneringen gelukkig geregeld open. Mijn vader zette mij op zijn knie en vertelde zijn verhalen. Voor een jonge jongen vaak spannend en leerzaam, maar je merkte ook dat je soms niet moest doorvragen. Dat er een donker hoekje bestond met herinneringen die mijn vader liever wilde ontwijken. Niet verwonderlijk, want voor hem was de oorlog in Indië een gitzwart hoofdstuk. Hij werd onder de wapenen geroepen en daarna in krijgsgevangenschap genomen. Gescheiden van zijn 1e vrouw en 3 kinderen – mijn zussen en broer –, die in kamp Tjideng terechtkwamen. Zijn vrouw overleefde het uiteindelijk niet. Zij stierf van uitputting op 20 juli 1945, ruim 2 maanden na de bevrijding van Nederland maar nog bijna een maand voor het einde van de oorlog in Indië. Toen mijn vader eindelijk uit het jappenkamp kwam, bezat hij enkel nog wat hij aan had. Over wat mijn vader in gevangenschap had meegemaakt, vertelde hij slechts mondjesmaat. In 1983 kwam de speelfilm Merry Christmas, Mr. Lawrence uit, waarin op een typische Hollywoodmanier het verhaal van krijgsgevangenen in Japanse kampen werd verteld. Natuurlijk met een sterrencast, en David Bowie in de hoofdrol. Maar toen ik mijn vader vroeg om mee naar de film te gaan, wilde hij niet. Het leidde hem, denk ik, teveel naar het donkere hoekje dat hij juist probeerde te vermijden. In plaats daarvan vertelde mijn vader zijn verhaal op zijn eigen manier: behoedzaam, in flarden, soms zonder woorden. Voor mij indrukwekkender dan een Hollywoodfilm ooit zou kunnen zijn. De verhalen van mijn vader behoren nu tot mijn bagage. Ik heb daar veel van geleerd. Zoals we inmiddels allemaal veel meer weten. Over de jappenkampen waar tienduizenden mannen, vrouwen en kinderen crepeerden. Over de vele buitenkampers die moesten overleven in vijandige en moeilijke omstandigheden. Over Chinezen in Indië die door de Japanners als vijanden werden gezien. Over Molukkers die door hun pro-Nederlandse houding vogelvrij waren.
En over Indonesiërs die in groten getale door het Japanse regime werden ingezet als dwangarbeiders. Het zijn verhalen over uitbuiting en gedwongen arbeid, in Indië en elders in bezet ZuidoostAzië en Japan. Over leed, verlies en opnieuw beginnen. Het verdriet over de mensen die het niet hebben overleefd. Vandaag staan wij daar bij stil. Vandaag herdenken we de slachtoffers die vielen tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië. En dat doen we voor dit monument dat de vele verschrikkingen uit die periode een gezicht geeft. Een monument dat ook zelf symbool staat voor hoe er lange tijd naar dit hoofdstuk van onze geschiedenis is gekeken. Want het kwam er tegen de stroom in, en pas ruim 40 jaar na het einde van de oorlog – ik kan me nog herinneren dat het in aanbouw was. De realiteit was dat het lang onnodig en ongemakkelijk werd gevonden om apart aandacht te geven aan het oorlogsverhaal van Nederlands-Indië. Ook al zijn er rond 350.000 mensen uit Nederlands-Indië en Indonesië naar Nederland gekomen en is het vandaag de dag voor ruim 2 miljoen Nederlanders onderdeel van hun familiegeschiedenis. Uiteindelijk is het Indisch Monument er toch gekomen, de herinneringen in brons gegoten en de bewustwording in steen gebeiteld. En daarom is de jaarlijkse herdenking op deze plek zo belangrijk. Omdat het meer is dan terugkijken. Het is ook erkennen. Het erkennen, ieder jaar weer, van het leed van de burgers, militairen en verzetsstrijders uit alle bevolkingsgroepen die de Tweede Wereldoorlog in Indië doormaakten. Erkennen dat hun ervaringen, hun verhalen en hun trauma’s ertoe doen. Erkennen dat dit hoofdstuk van de Tweede Wereldoorlog onlosmakelijk onderdeel is van onze gezamenlijke geschiedenis. Daarom zijn we hier vandaag, 75 jaar na de Japanse capitulatie. We geven de verhalen door. Van generatie op generatie. Ook de komende 75 jaar. Dank u wel.
48 NCMagazine | najaar 2020
11-ruttespeach-3-20.10.indd 48
09-11-20 13:56
Een podcast van het
Luister nu naar Vrijheid Volgens! De podcast over mensen die ooit voor oorlog of onderdrukking naar Nederland zijn gevlucht. Hoe beleven zij vrijheid en onvrijheid?
Luister via je favoriete podcastapp of op 4en5mei.nl/podcast.
27-werf-1-03.11.indd 49
09-11-20 14:27
Eerbetoon aan een vergeten oorlogscrash
50 NCMagazine | najaar 2020
12-straaljagermonument-2-13.10.indd 50
09-11-20 13:57
Herdenken
Op 2 mei 2014 hoort de burgemeester van Nieuw-Lekkerland toevallig van een in oorlogstijd neergestorte bommenwerper in zijn gemeente en denkt: daar moeten we wat mee. Zes jaar later ontvangt het Mission Belle B-17G Memorial aan de Lek in Nieuw-Lekkerland het Compliment voor een oorlogsmonument. Zo snel kan het gaan. door Timo Waarsenburg foto’s Marcia Tap/RTV Rijnmond
André Hoogendoorn, voorzitter van de stichting die de realisatie van het monument voor elkaar heeft gekregen, is trots. “Dit gedenkteken is echt van iedereen, de hele gemeenschap heeft eraan bijgedragen. En het is ook vóór de hele gemeenschap. Dat dit monument uitgerekend in dit gekke coronajaar het compliment heeft ontvangen, doet ons veel. Het verhaal van de Mission Belle leeft enorm in Nieuw-Lekkerland.”
Bommenwerper Dat verhaal speelt zich af op 1 december 1943 als een Amerikaanse bommenwerper, de Mission Belle, boven Duitsland tijdens een bombardementsvlucht op een fabriek bij Leverkusen geraakt wordt door afweergeschut en zwaar wordt beschoten door Duitse jachtvliegtuigen. Ondanks de forse beschadigingen probeert de piloot zijn kist met tienkoppige bemanning terug naar Engeland te vliegen. Maar met de Noordzee in zicht, crasht de gehavende bommenwerper in de Lek. Drie bemanningsleden komen om. Als burgemeester Van der Borg van Nieuw-Lekkerland in 2014 tijdens een herdenkingsbijeenkomst in een naburige gemeente een Amerikaans boek over dit vergeten verhaal overhandigd krijgt, laat dit hem niet meer los. Al snel blijkt dat verschillende mensen in de regio het verhaal nog kennen én de behoefte hebben om er meer aandacht voor te krijgen. Ze bundelen hun krachten en benaderen Hoogendoorn om hun wilde idee voor een heus gedenkteken uit te werken. Hoogendoorn: “Ik had eigenlijk niks met geschiedenis, maar ik vind het altijd leuk om dingen te regelen.”
Echt verhaal En dat blijkt. Eind 2019 wordt het monument onthuld: pal voor de plek van de crash, op een fundament van basaltblokken en zwerfkeien staan drie ‘afgebroken’ marmeren zuilen met daarop de foto’s en namen van de omgekomen vliegers. Aan de drie zuilen
André Hoogendoorn en Kees Stam van Mission Belle Stichting B-17G Memorial voor het monument
is een silhouet van een B-17G van roestvast staal bevestigd. In het bijzijn van een groot aantal dorpsgenoten, notabelen, schoolkinderen en maar liefst 36 nabestaanden van de bemanningsleden van de Mission Belle die speciaal voor de onthulling vanuit de Verenigde Staten naar Nieuw-Lekkerland zijn gekomen. Sindsdien trekt het monument bussen met Amerikaanse toeristen, is het onderwerp van gesprek voor dorpsgenoten van alle leeftijden en leert het de lokale schooljeugd dat vrijheid niet vanzelfsprekend is. “Dit monument vertelt een echt verhaal dat zich in onze gemeenschap heeft afgespeeld”, zegt Hoogendoorn die de geschiedenis van de Mission Belle en haar bemanning inmiddels ook in zijn hart heeft gesloten. “Daarmee brengen we eigenlijk de hele Tweede Wereldoorlog terug naar de belevingswereld van de jongeren van nu. En dankzij de geldprijs die bij het compliment hoort, kunnen wij het verhaal van de Mission Belle en deze vliegers die de prijs hebben betaald voor onze vrijheid, nog heel lang doorgeven.”
| 51
12-straaljagermonument-2-13.10.indd 51
09-11-20 13:57
Nieuwe bestuursleden: Yvonne Burger en Nikki Sterkenburg Per 1 juni 2020 kent het Nationaal Comité twee nieuwe bestuursleden: Yvonne Burger en Nikki Sterkenburg. Wie zijn zij, wat is hun relatie met het Tweede Wereldoorlog-erfgoed en wat verwachten ze van hun bestuursperiode bij het comité? door Alex Bakker foto’s Geert Snoeijer
Yvonne Burger (1965) is hoogleraar Executive Coaching aan de Vrije Universiteit, lid van de Raad van Toezicht bij Hogeschool Windesheim, bestuurslid van de Vereniging Toezichthouders Hogescholen, zelfstandig organisatieadviseur en executive coach. “Ik zag de advertentie voor nieuwe bestuursleden van het Nationaal Comité en wist meteen: die functie wil ik heel graag bekleden. Vanaf mijn vroege jeugd houdt de Tweede Wereldoorlog mij bezig, destijds vanuit de verhalen van mijn ouders en kinderboeken die ik verslond, zoals Oorlogswinter van Jan Terlouw. Mijn vader is in Amsterdam opgepakt voor de Arbeitseinsatz en mijn moeder woonde in Amsterdam-Oost. Zij heeft de ontstellende deportaties met eigen ogen gezien en vertelde daar met veel emotie over. Nadenken over de oorlog heeft mijn ontwikkeling gekleurd en uiteindelijk zelfs mijn studiekeuze voor politicologie en bestuurskunde bepaald.
Yvonne Burger “ Vanaf mijn vroege jeugd houdt de Tweede Wereldoorlog mij bezig”
52
De grote thema’s vrijheid, veiligheid, democratie en rechtsstaat, direct verbonden aan de Tweede Wereldoorlog, worden in het huidige tijdsgewricht weer beproefd, met wereldleiders als Trump, Poetin en Erdogan. Ook in Nederland moeten we de lessen van de oorlog blijven koesteren. De belangrijkste weg is die van de verbinding; mensen met elkaar in gesprek brengen. Soms wordt de aandacht opgeëist door de onderlinge verschillen, maar ik geloof dat we als mensen uiteindelijk veel op elkaar lijken. In mijn jeugd was de oorlog nog dichtbij, je kende verhalen uit je eigen familie, van je naasten. Dat is nu niet meer zo, dus laten we actief de verhalen opsporen en delen, ook in uitwisseling met migranten en nieuwkomers, bij wie ándere verhalen van onrecht en onderdrukking leven. Het koppelen van oorlogsgetuigen aan anderen met hun eigen verhalen gebeurt bijvoorbeeld bij de Vrijheidsmaaltijden van het Amsterdams 4 en 5 mei comité, dat concept zetten we landelijk in. Inclusiviteit vind ik een belangrijke opgave voor het Nationaal Comité. Mijn rol binnen het bestuur draait voor een deel om educatie. Samen met de bureaumedewerkers wil ik bedenken hoe we bovenstaande educatief kunnen vertalen en daarbij kan ik mijn netwerk in het onderwijsveld inzetten. Verder zal ik mijn expertise binnen organisatieadvies en leiderschapscoaching gebruiken om onszelf een spiegel voor te houden over de kwaliteit van ons eigen functioneren. Ook heb ik de ambitie om te helpen bij reflectie op de rol van het Nationaal Comité in een veranderende samenleving. Hoe goed sluiten we aan bij de wereld om ons heen? Hoe houden we contact met nieuwe generaties, culturen, kortom met een samenleving die in beweging blijft?”
NCMagazine | najaar 2020
04-nieuwebestuursleden-2-29.10.indd 52
09-11-20 13:40
Herdenken en vieren
Nikki Sterkenburg (1984) is journalist en onderzoeker. Ze werkt aan een proefschrift over de huidige radicaal- en extreemrechtse beweging in Nederland. “Ik ben geen typische bestuurder, beschik niet over jarenlang opgebouwde netwerken en ben nog best jong, al zeg ik het zelf. Daarom was ik nogal verrast dat ik werd uitgenodigd om te solliciteren op deze functie. De affiniteit met de erfenis van de Tweede Wereldoorlog ligt deels in het heden, vanuit mijn onderzoek naar het actuele extreemrechtse ideeëngoed. Het komt ook voort uit mijn familiegeschiedenis. Toen mijn oma een jong meisje was, had ze een beste vriendin die Joods was. Mijn oma wist haar ouders ervan te overtuigen dit meisje en haar gezin als onderduikers op te nemen. Zo heeft een gezin van acht mensen drie jaar lang op tien vierkante meter gezeten – met alle spanningen en stress van dien. Ook bij mijn overgrootmoeder, die daar niet goed mee omging. De Joodse familie is na de oorlog naar Canada geëmigreerd, en het verhaal van de moeder is opgetekend door een journalist. Het bestaan van dit boek, Hidden for 1000 days, was een gevoelig thema. Mijn oma wilde er niet over praten. Pas een jaar of vijf geleden ben ik zelf op zoek gegaan naar het boek en het achterliggende verhaal. Ik kwam in contact met de familie en ontdekte dat die kinderen zelf het boek nooit hadden willen lezen. Ook bij een
gezin dat aan de Holocaust is ontsnapt, zijn de trauma’s groot. Dit houdt me sterk bezig, ik wil er nog zelf een boek over schrijven. Maar eerst moet mijn proefschrift af. Ik heb ongeveer veertig mensen geïnterviewd over hun keuze voor radicaal- en extreemrechts. Hun ideologie is tegenwoordig een hyperindividuele mix van verschillende opvattingen: superioriteit van de westerse cultuur, raciale zuiverheid, anti-islam, antisemitisme, etc. Nederland kent momenteel geen grote neonazibeweging of georganiseerde racistische jeugdbeweging meer. Dat lijkt goed nieuws, maar het extreemrechtse denken is normaler, meer sociaal acceptabel geworden. Tegenwoordig zijn mensen openlijker over hun radicale standpunten, waarschijnlijk een gevolg van de toegenomen polarisering en het wij/zij-denken. Wat ik gevaarlijk vind, is wanneer de extreme ideeën doorsijpelen naar het midden. Ik ben bang dat met het wegvallen van de eerste generatie oorlogsgetroffenen het morele kompas, bijvoorbeeld voor antisemitisme, steeds meer zoekraakt. Ik zie het als mijn opdracht voor het Nationaal Comité-bestuur om te zorgen dat deze verhalen levend blijven en niet worden weggezet als ‘iets van vroeger’. Tegelijkertijd ben ik heel optimistisch over de jongeren van nu: die zijn zo geëngageerd en maatschappelijk bewust! Veel meer dan ikzelf toen ik jong was, in de happy-go-lucky jaren negentig.”
Nikki Sterkenburg “ De affiniteit met de erfenis van de TweedeWereldoorlog ligt deels in het heden, vanuit mijn onderzoek naar het actuele extreemrechtse ideeëngoed”
| 53
04-nieuwebestuursleden-2-29.10.indd 53
09-11-20 13:41
Bundesarchive, BIlD 101II-MW-1523-30
Van de Britse Kanaaleilanden ligt Alderney het dichtst bij de Franse kust. Met een oppervlakte van nog geen acht vierkante kilometer is dit een van de meest gemilitariseerde gebieden tijdens de oorlog. door Floris van Dijk
54
meest geavanceerde radarsystemen en batterijen luchtafweergeschut. Alderney krijgt maar liefst dertien StĂźtzpunkte met geschut en er worden 3200 Duitse soldaten gelegerd. Op het nabijgelegen Guernsey wordt zelfs een ondergrondse stad gepland van veertig tunnels, twee kilometer lang, waarvan er zestien worden gerealiseerd. Naar voorbeeld van de Kanaaleilanden wordt de Atlantikwall langs de Atlantische en Noordzeekusten verder gebouwd.
Concentratiekampen Op Alderney worden vanaf januari 1942 vier kampen gebouwd voor de arbeidskrachten. Twee daarvan huisvesten zogenaamde Hilfswillige: in kamp Borkum zitten Europese vrijwillige arbeidskrachten, waaronder Nederlanders, en in Helgoland Russische arbeidskrachten van Organisation Todt. De omstandigheden
in de andere twee kampen zijn veel slechter. Kamp Norderney huisvest Poolse en Russische krijgsgevangenen. In kamp Sylt, dat in 1943 onder de SS kwam te vallen als buitenkamp van Neuengamme, worden onder verschrikkelijke omstandigheden Joodse dwangarbeiders gevangengehouden. In februari 1943 worden de laatste nog aanwezige Joden van de Kanaaleilanden gedeporteerd. De exacte capaciteit van de kampen is nog onduidelijk maar loopt in de vele duizenden. Het aantal mogelijke Joodse slachtoffers is onderwerp van discussie, evenals de mogelijkheid van nog aanwezige massagraven. Onder de Hilfswillige vallen honderden doden, onder andere tijdens zeetransporten.
D-day In de vroege ochtend van 6 juni 1944 zien de Duitse bezetters tot hun verbijstering
Royal Airforce Museum
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog beoordeelt Churchill de Kanaaleilanden als van ondergeschikt belang. Op 23 juni 1940 geven de ongeveer 1500 bewoners van Alderney gehoor aan de oproep tot evacuatie (velen brengen de oorlog door in Glasgow) en op 2 juli 1940 bezetten de Duitsers het eiland. Een handjevol inwoners blijft achter op het eiland. Hitler acht de eilanden van grote strategische en propagandistische waarde en wil er vanwege het prettige klimaat een naoorlogs recreatiegebied maken voor het reisbureau Kraft durch Freude. Vanaf 1941 worden de Kanaaleilanden in hoog tempo met honderdduizenden tonnen beton en staal volgepropt voor wegen, bunkers, zwaar geschut, kazernes en negen observatietorens. Honderdduizenden kubieke meters rots worden uitgehakt voor uitgebreide tunnelstelsels. Alles wordt voorzien van de
Bundesarchiv, Bild 101II-MW-5152-14A
Alderney: concentratiekampen op Britse bodem
NCMagazine | najaar 2020
20-engels.concentratiekamp-2-14.10.indd 54
09-11-20 14:07
Bundesarchive, BIlD 101II-MW-1523-30
Internat i ona al
Bundesarchiv, Bild 101II-MW-5152-14A
Van boven naar beneden: Duitse soldaten van de Luftwaffe lopen door een dorpje op Alderney. Duitse officieren inspecteren de haven bij Fort Albert op Alderney. Overblijfselen van Kamp Sylt na de bevrijding in 1945
dat de geallieerde invasie hen links laat liggen. Op Alderney breekt een periode van honger en tekorten aan. Het Britse slagschip HMS Rodney vuurt zeventig zware granaten af op de Duitse stellingen. Acht dagen na de algemene capitulatie, in mei 1945, geven de Duitsers zich over en op 15 december keren de eilanders van Alderney terug. Het verdriet over de transformatie van hun eiland is groot.
Herinnering
Royal Airforce Museum
De discussie over massagraven met misschien wel 2000 lichamen en over behoud van oorlogserfgoed loopt hoog op. Kamp Norderney is nu een zomerkamp en Sylt is particulier bezit; alleen de toegangspoort is bewaard gebleven. Alderney herdenkt de slachtoffers van de kampen op het Hammond Memorial in Saye en bij een kleine plaquette bij kamp Sylt.
| 55
20-engels.concentratiekamp-2-14.10.indd 55
09-11-20 14:07
Internationaal
Antisemitisme en COVID-19 Door de coronapandemie leven oude antisemitische complottheorieën opnieuw op, zowel online als offline. Robert Williams van het United States Holocaust Memorial Museum verklaart waar deze theorieën vandaan komen en hoe ze zich nu manifesteren. door Robert J. Williams vertaling Martha Wagteveld-Osborn foto René Hendriks
Op het eerste gezicht komt het antisemitisme dat we zien tijdens de coronapandemie ons bekend voor. Al eeuwenlang geven niet-Joden Joodse gemeenschappen de schuld voor de verspreiding van ziektes, zoals in de Middeleeuwen ten tijde van de Zwarte Dood. Zulke beschuldigingen leidden vaak tot antisemitisch geweld. Dit gedachtegoed kwam in de twintigste eeuw ook weer op, vooral in de retoriek van de nazi’s, die Joden als een bedreiging beschouwden voor ‘raszuiverheid’. Dat er ook nu nog mensen zijn die deze vooringenomen denktrant hebben, is schandelijk. Het toont aan hoe groot het belang is van beter onderwijs over burgerschap. Toch zou er met het antisemitisme van vandaag iets onheilspellenders aan de hand kunnen zijn. Het begint erop te lijken dat het antisemitisme dat ontstaat door pandemie-gerelateerde haat ongrijpbaarder en lastiger te snappen is. In maart 2020 werd voor het eerst duidelijk dat het coronavirus aan an-
56
tisemitisme werd gekoppeld. In delen van de islamitische wereld verspreidden geestelijke en politieke leiders geruchten dat Joden het virus hadden ontwikkeld, of in elk geval hoopten te profiteren van de verspreiding ervan. Op vrijwel hetzelfde moment legden extreemrechtse groeperingen in delen van Europa en NoordAmerika verbanden tussen het virus en Joden, op een akelig bekende manier als je terugdenkt aan de twintigste eeuw. Het probleem is sindsdien alleen maar gegroeid.
Samenzweringstheorieën In zijn recente antisemitismerapport heeft het Europees Bureau voor de grondrechten (FRA) vijf van dergelijke samenzweringstheorieën benoemd. Hierbij gaat het om de beweringen dat Joden 1) het virus hebben gemaakt, 2) verantwoordelijk zijn voor de verspreiding ervan, 3) profiteren van COVID-19, 4) plezier scheppen in de dood van niet-Joden en 5) dat de pan-
demie op een of andere manier aantoont dat de Holocaust een leugen is. Daarnaast zijn er religieuze leiders die stellen dat het virus een goddelijke vergelding is tegen de Joden. Ook zijn er demonstranten die op uiterst cynische wijze misbruik maken van Holocaust-afbeeldingen bij hun protest tegen verschillende nationale pandemiebestrijdende maatregelen. Een zeer divers gezelschap aan groepen – van extreemrechts tot extreemlinks – heeft gebruik gemaakt van Holocaust-afbeeldingen om te protesteren tegen hygiënemaatregelen. Hoewel hun onderliggende motivatie vaak verschilt, hebben ze blijkbaar geen van allen moeite met het trekken van valse vergelijkingen met de Shoah, wat de weg vrijmaakt voor agressievere soorten antisemitisme. Het meest beruchte voorbeeld hiervan zijn demonstranten die zichzelf uitdossen met de Jodenster, het merkteken dat de Joden van de nazi’s moesten dragen. Sommige Duitse antivaccinatieactivisten hebben
NCMagazine | najaar 2020
21-ihra-2-21.10.indd 56
09-11-20 14:19
Op 28 april 2020 demonstreren tegenstanders van de coronamaatregelen voor de ingang van de Tweede Kamer in Den Haag. Een van de demonstranten loopt rond met een papieren Jodenster waarop met stift staat geschreven: Ongevaccineerd.
het embleem opgespeld, met het woord ‘ungeimpft’ (niet-ingeënt) erop. In Den Haag verspreidde een lokale politicus de afbeelding van de Jodenster met daarop ‘corona app’, als verwijzing naar de app van de overheid om het aantal coronagevallen te monitoren.
Online Het pandemie-gerelateerd antisemitisme is niet spontaan opgedoken. Extreemrechtse groepen hebben bewust de pandemie en de wereldwijde onrust aangegrepen om nieuwe doelgroepen voor antisemitische haat te bereiken. Verschillende ngo’s (niet-gouvernementele organisaties) hebben online netwerken onthuld van neonazi’s en andere groeperingen die deze retoriek gebruiken. Verder blijkt uit onderzoek van het World Jewish Congress dat in de eerste maanden van de pandemie de online uitingen van antisemitisme met zo’n dertig procent zijn gestegen.
Buitenstaanders als zondebok Het pandemie-gerelateerde antisemitisme staat niet op zichzelf, er zijn in allerlei westerse landen ook veel meer antiAziatische vooroordelen gesignaleerd. Bovendien is het debat rondom Covid-19 een vruchtbare voedingsbodem gebleken voor latent aanwezige anti-Roma vooroordelen in delen van Centraal- en Oost-Europa. Helaas is het zondebokmechanisme er nog altijd; bij een conflict krijgt de buitenstaander de schuld om de heersende meerderheid een gevoel van veiligheid te geven. Alsof dit alles nog niet erg genoeg is, wakkert deze manier van denken spanningen tussen bevolkingsgroepen aan en vergroot het de kans op haatzaaien en desinformatie. Bovendien kunnen hierdoor – om met Gilles de Kerchove, de EU-coördinator voor terrorismebestrijding te spreken – delen van de bevolking radicaliseren. We moeten samen de schouders eronder zetten, voor het te laat is. Stellen
dat ”antisemitisme niet alleen een Joods probleem is”, dat is gemeengoed en natuurlijk waar. Toch is het nodig om in actie te komen. Onderwijs is een oplossing, net als bewustwordingscampagnes, mediawijsheid, Holocaustherdenkingen en een nauwere samenwerking tussen overheden, organisaties en burgers. Het moment is daar: we moeten nu handelen om te voorkomen dat een volgende ramp de verderfelijke haat van het antisemitisme verder laat groeien.
Dr. Robert Williams is adjunct-directeur Internationale Betrekkingen bij het United States Holocaust Memorial Museum en voorzitter van het Committee on Antisemitism and Holocaust Denial bij de IHRA (International Holocaust Remembrance Alliance). Hij werkt op dit moment mee aan een overzichtswerk over de geschiedenis van het antisemitisme voor uitgeverij Routledge Press. | 57
21-ihra-2-21.10.indd 57
09-11-20 14:20
Net als veel andere organisaties worden musea hard geraakt door de coronacrisis. Zo ook de oorlogsmusea en herinneringscentra. Het vfonds en het ministerie van VWS schonken samen 2 miljoen euro aan noodsteun. door Monique van Hoogstraten foto’s Geert Snoeijer
Noodsteun voor oorlogsmusea “Sarah Heijse van het Airborne Museum was een van de eersten die ons belde. Ze zouden die vrijdag officieel heropenen, na een ingrijpende verbouwing van een jaar. Een dag eerder was de persconferentie van minister-president Rutte, die zei dat grootschalige evenementen niet door konden gaan. De buitenlandse veteranen zaten hier al in hun hotel.” Aan het woord is Lisette Mattaar, directeur van het vfonds. Ze heeft in de weken en maanden na dat telefoontje talloze museumdirecteuren en -medewerkers gesproken over de gevolgen van de lockdown voor hun museum, maar dit telefoontje van de geëmotioneerde Heijse staat haar het helderst voor de geest. “Daar werk je dan een jaar naar toe, en ineens sta je met lege handen.”
Noodsteun Het vfonds en het ministerie van VWS schonken samen 2 miljoen euro noodsteun aan de oorlogsmusea en herinneringscentra die zijn aangesloten bij de Stichting Musea en Herinneringscentra ‘40-’45 (SMH). Mattaar: “We realiseren ons dat het probleem groter is dan wat wij kunnen bijdragen, maar het is een eerste serieus doekje voor het bloeden.” Tasnim van den Hoogen, hoofd afdeling Oorlogsgetroffenen en Herinnering WO II van het ministerie van VWS: “De gedwongen sluiting betekende een enorme inkomstenderving voor de musea en herinneringscentra.” De periode april-mei is voor oorlogsmusea de belangrijkste periode om hun verhaal te vertellen, er is dan gewoonlijk veel
58
leerlingenbezoek, er zijn veel groepsreizen ook. Die werden in één klap geannuleerd. “Maar wat het extra cru maakt,” zegt Van den Hoogen, “is dat er vanwege het lustrumjaar in het hele land enorm is geïnvesteerd in verbouwingen, extra evenementen, bijzondere tentoonstellingen. Dat viel door de plotselinge lockdown grotendeels in het water.” Niet kort daarna werd er een brief bezorgd op het ministerie van VWS, een noodkreet van het Platform WO2 namens de hele sector. Van den Hoogen: “Alle inkomsten waren weggevallen: kaartverkoop, museumwinkel, horeca. En alle vaste uitgaven liepen door: huur, personeel.” Een van de museumdirecteuren die de inkomsten zag verschrompelen, is Stef Traas van het Bevrijdingsmuseum Zeeland. “De eerste weken was alles nog een beetje onduidelijk, en ik ben een optimist, maar toen het bericht kwam dat we langere tijd dicht moesten, zakte de moed mij toch wel in de schoenen.”
Beperkingen Na maanden sluiting mocht alles op 1 juni weer open, met beperkingen. Grote musea konden daarmee redelijk uit de voeten, maar in kleine gebouwtjes en historische huizen was het bijna niet te doen met looprichtingen en de anderhalve meter. Annette Schautt, programmadirecteur bij SMH, noemt het voorbeeld van Westerbork. “Het museum zelf heeft een beperkte oppervlakte, daar kan bijna niemand in. En het buitenterrein is gratis, dus dat
NCMagazine | najaar 2020
24-vfonds.corona-2-22.10.indd 58
09-11-20 14:22
Herinneren
De coronamaatregelen in het Verzetsmuseum in Amsterdam
levert niks op.” In het algemeen werd de Randstad, met het wegblijven van buitenlandse toeristen, zwaarder getroffen dan musea daarbuiten, ook omdat het binnenlandse toerisme juist opleefde, zegt Schautt. Een andere factor die van grote invloed was, is hoe goed een museum er de afgelopen jaren in is geslaagd onafhankelijk te worden van subsidie. Schautt: “Wie heeft gedaan wat de overheid wilde en een goeie cultureel ondernemer is geworden, werd het hardst gestraft. Wie van subsidie leeft, was beter af.” Want ga maar na: juist de inkomsten uit een museumwinkel, horeca en andere nevenactiviteiten vielen ineens weg. Stef Traas is zo’n cultureel ondernemer. “Wij hebben heel weinig steun van de overheid. Ons geluk is dat we een groot museum hebben, waar we ruim 200 mensen per dag kunnen ontvangen, maar in ons museumrestaurant mogen maar 30 mensen. En je moet toch de energierekening betalen. Zonder de noodsteun van VWS en vfonds waren we failliet gegaan.”
Duurzaam Het vfonds investeerde de afgelopen jaren 19 miljoen euro in moderniseringen van talloze museumgebouwen en -collecties, met het oog op de 75-jarige herdenking. Mattaar: “We hadden geholpen om iedereen up-to-date te krijgen, alles is nu spic en span. Dat het jubileumjaar zo is verlopen, is al triest. Maar als musea ook nog zouden omvallen, zijn alle investeringen voor niets
geweest.” Voor het ministerie geldt al niet anders: 15 miljoen euro ging er via het Mondriaanfonds afgelopen jaar naar verbouwingen en vernieuwende presentaties, bovenop al eerdere bedragen. Van den Hoogen: “De aanleiding was de viering van 75 jaar vrijheid, maar het was natuurlijk ook bedoeld om duurzaam iets tot stand te brengen, zodat de geschiedenis de komende jaren kan blijven worden verteld.” De musea zijn voor een bankroet behoed, maar het gevaar is niet geweken. De pandemie blijft voorlopig onder ons, het toeristische seizoen – voor zover dat nog bestond – is voorbij, bovendien zijn de reserves van veel musea en herinneringscentra uitgeput. Schautt: “We houden ons hart vast. De afgelopen zomer zijn bij veel musea de tijdelijke contracten niet verlengd en zijn zzp’ers eruit gegaan. Ik ben bang dat er nu ontslagen gaan vallen, en dat daarmee veel specialistische kennis verloren gaat. Ik wil zo graag dat we het collectiebeheer overeind kunnen houden.” Dat is iets wat het ministerie van VWS zich ook realiseert: na de mensen in tijdelijke dienst, komen nu andere functies in gevaar. Van den Hoogen: “De noodsteun was voor de periode van de lockdown. Wat is er nodig voor de langere termijn? Dat willen we nu weten. Daarbij gaat onze aandacht vooral uit naar educatie, de museale infrastructuur en digitalisering. Die kunnen we, misschien juist wel in deze crisis, een boost geven.”
| 59
24-vfonds.corona-2-22.10.indd 59
09-11-20 14:22
‘ Vrijheid is een gezamenlijke onderneming’ Het Nationaal Fonds 4 en 5 mei heeft een nieuwe voorzitter: Susi Zijderveld. Samen met de andere bestuursleden van het fonds gaat zij de komende vier jaar bedrijven nog actiever betrekken bij het in stand houden en versterken van het maatschappelijk draagvlak voor de Nationale Herdenking en de Nationale Viering van de Bevrijding. Hoe gaat de nieuwe voorzitter dit aanpakken? door Natascha van Weezel foto Remko de Waal/ANP
Tussen 2016 en 2019 was Susi Zijderveld directeur risicobeheersing en lid van de raad van bestuur bij NS. In die hoedanigheid zat ze al langer in het bestuur van het Nationaal Fonds 4 en 5 mei. Sinds deze maand is ze voorzitter. Zijderveld vindt het belangrijk dat het bedrijfsleven vanuit een maatschappelijke betrokkenheid en verantwoordelijkheid een bijdrage levert aan 4 en 5 mei. “Als ik het heb over betrokkenheid en verantwoordelijkheid dan doel ik niet alleen op het financiële gedeelte maar ook op het actief betrekken van personeel en klanten bij herdenken en vieren. Het lustrumjaar 75 jaar vrijheid heeft veel mooie voorbeelden opgeleverd wat betreft het engagement van het bedrijfsleven: veel bedrijven, zoals Heineken en het Rotterdamse openbaarvervoerbedrijf RET, stimuleerden hun personeel de vrijheid-pin te dragen. Op 4 mei werden alle treinen door de NS om 20.00 uur twee minuten stilgezet. PostNL ontwikkelde twee verschillende jubileumpostzegels in de stijl van de landelijke publiekscampagne. Wat ik zelf heel mooi vond was de etalage van het Bijenkorffiliaal in Den Haag, waar de kernboodschap van het Nationaal Comité 4 en 5 mei werd overgenomen op de winkelpui. En ruim 300 vestigingen van Albert Heijn vertoonden campagnefilmpjes van het comité op hun digitale schermen. Zo zijn er nog veel meer voorbeelden.”
60 NCMagazine | najaar 2020
22-Susinationaalfonds-2-22.10.indd 60
09-11-20 14:20
Herdenken en vieren
Wat zijn de doelstellingen van het Nationaal Fonds 4 en 5 mei? • Het werven en beheren van fondsen voor de jaarlijkse Nationale Herdenking en de Nationale Viering van de Bevrijding, en het daartoe ter beschikking stellen van gelden aan het Nationaal Comité 4 en 5 mei te Amsterdam. • Het actief betrekken van bedrijven in Nederland bij voornoemde activiteiten. • Het Nationaal Fonds 4 en 5 mei beheert tevens het fonds Adopteer een Monument.
“Natuurlijk liep het lustrumjaar door COVID-19 anders dan gepland. Veel bedrijven hadden Vrijheidsmaaltijden gepland op 5 mei; die konden natuurlijk niet doorgaan. De RET, alsook de HTM in Den Haag, wilden Vrijheidsritten organiseren, maar die moesten ook worden geschrapt. Aan de andere kant was er veel wél mogelijk, kijk naar de voorbeelden die ik net noemde. Waarschijnlijk vinden de activiteiten rondom 4 en 5 mei 2021 nog steeds op kleinere schaal plaats. Daarom gaan we nu onderzoeken of we naast grote, vaak nationale bedrijven ook samenwerkingen kunnen aangaan met het lokale MKB (midden- en kleinbedrijf). Verder zijn er veel bedrijven die nu financieel hard worden geraakt. Daarom gaan we als dat nodig is in gesprek over de mogelijkheid om deel te nemen aan het fonds zonder het geven van een financiële bijdrage. Dit zou kunnen door het delen van kennis, expertise, diensten of producten.”
Innovatie Susi Zijderveld ziet hier een grotere rol voor jonge bedrijven die zich vooral op de nieuwe economie richten. “Tot nu toe hebben vooral de grotere ondernemingen, corporates, de doelstellingen van het Nationaal Fonds 4 en 5 mei ondersteund. Helaas hebben we nog weinig contacten met deze jonge groeibedrijven. En dat
terwijl zij ons juist zo goed zouden kunnen helpen bij bijvoorbeeld marketingcampagnes of andere activiteiten via sociale media.” Zouden deze bedrijven ook voor een link met de jongere doelgroep kunnen zorgen? “Zeker. Het fonds heeft leerboeken voor het mbo mede mogelijk gemaakt. Boeken blijven altijd belangrijk, alleen denk ik dat het tijd wordt om ook projecten te bedenken die aansluiten op de moderne technologie. Je kunt denken aan de 2belminuten stilte-campagne, waarin onder meer door de Vereniging voor Telecomaanbieders wordt opgeroepen om je smartphone op 4 mei twee minuten lang niet te gebruiken. De komende tijd gaan we echt op zoek naar een andere en innovatieve manier van communiceren met nieuwe doelgroepen.” Daarmee bedoelt Zijderveld niet alleen jongeren. De nieuwe beleidsvisie van het Nationaal Comité 4 en 5 mei gaat niet voor niets over diversiteit en verbinden. “Daarom zou ik graag ook nieuwe Nederlanders bij het fonds betrekken, net als bedrijven met een meer diverse samenstelling.” De net aangetreden voorzitter is ervan doordrongen dat de overlevenden van de Tweede Wereldoorlog niet voor altijd onder ons zullen zijn. Ze vindt het daarom des te belangrijker dat hun verhalen worden doorgegeven. Daarom zou Zijderveld onder meer graag willen samenwerken met familiebedrijven, iets waar het Fonds in het verleden misschien niet altijd evenveel aandacht voor had. “Dit soort bedrijven hebben vaak mooie verhalen die doorgegeven kunnen worden aan volgende generaties. Daarvoor moeten we met hen in gesprek om te achterhalen waar hun behoeften liggen. Het is niet de bedoeling dat wij vanuit het fonds gaan vertellen wat ze precies moeten doen; de activiteiten moeten écht voortkomen uit de behoeften van (familie)bedrijven zelf.” Herdenken en vieren zijn misschien wel belangrijker dan ooit. Het is duidelijk hoe groot de ambitie van Susi Zijderveld is om hier samen met haar team aandacht voor te blijven vragen: “Tijdens het lustrumjaar is er veel animo geweest voor deze thema’s. We moeten dit niet als hoogtepunt zien vanwege 75 jaar vrijheid, maar als vertrekpunt voor de komende jaren. Ik voel het als mijn verantwoordelijkheid nog veel meer bedrijven te enthousiasmeren.“
| 61
22-Susinationaalfonds-2-22.10.indd 61
09-11-20 14:21
Lessen over de Tweede Wereldoorlog, herdenken en vieren, vrijheid en democratie passen van oudsher binnen het vak geschiedenis. De laatste jaren is er ook toenemende belangstelling voor deze onderwerpen vanuit het vak burgerschap. Hoe past de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog en leren over vrijheid in dit relatief nieuwe vak? door Julia Sarbo foto Jan Boeve/De Balie
Lessen over oorlog en vrijheid, wat kan er in het vak burgerschap? Minister Slob (Onderwijs) wil dat alle scholen, van primair onderwijs tot mbo, goed burgerschapsonderwijs geven. Hij constateert dat dit op veel scholen nog onder de maat is. Een wetswijziging moet ervoor zorgen dat basis- en middelbare scholieren burgerschap als zelfstandig vak of als schoolproject aangeboden krijgen. In dit wetsvoorstel (2019) staat dat scholen leerlingen kennis over en respect voor de basiswaarden van de democratische rechtsstaat moeten bijbrengen en dat de school een plek is waar leerlingen het goede voorbeeld horen te krijgen. De school fungeert als een oefenplaats, waar leerlingen actief kunnen oefenen met de vaardigheden die ze later nodig hebben om deel te kunnen nemen aan onze samenleving. Bijvoorbeeld naar elkaars mening luisteren en daar respectvol op reageren. Juist op school komen leerlingen met verschillende
62
achtergronden elkaar tegen. Het Nationaal ComitĂŠ 4 en 5 mei richt zich met verschillende educatieve producten op een mix van leren over de oorlog en leren van de oorlog. In het primair onderwijs is het van belang dat kinderen starten met het opdoen van kennis over de Tweede Wereldoorlog, dus met leren over de oorlog. Er is een historisch kader nodig om te kunnen begrijpen wat er vandaag de dag speelt. Het is de bedoeling dat leerlingen daarna, zowel in het primair als in het voortgezet onderwijs en het mbo, nadenken en reflecteren op de historische gebeurtenissen en verhalen, dus leren van de oorlog. Leerlingen maken dan vaak zelf een verbinding met de wereld waarin zij nu leven: wat heeft de geschiedenis met mij te maken? Deze vertaling naar de eigen belevingswereld is belangrijk, omdat het hen laat nadenken over hun
eigen handelen. En hier komt burgerschap om de hoek kijken. Want wat betekent het dan om respect voor elkaar te hebben? En welke vrijheden vinden zij, als individu en als klas, belangrijk? Waar eindigt mijn vrijheid en begint de jouwe? Het nadenken hierover is niet gemakkelijk, het zijn abstracte onderwerpen en er is misschien wel een heel mensenleven voor nodig om je ertoe te leren verhouden. Maar in de klas kan wel veel worden geoefend. Het gaat dan niet direct om de vraag wat je zal doen in een gegeven situatie, als wel om het verkennen van je mogelijkheden of handelingsperspectieven. Wat kan je doen om respectvol te zijn? Wat kan je doen om je eigen vrijheid en die van een ander te waarborgen en te beschermen? Een goed middel om deze gedachtevorming te oefenen is met elkaar in gesprek gaan. Voor het mbo en het voortgezet on-
NCMagazine | najaar 2020
17-4free.educatie-2-14.10.indd 62
09-11-20 14:03
Educati e
Mbo-studenten van het Summa College luisteren naar minister Ingrid van Engelshoven tijdens het Nationaal Gesprek over Vrijheid.
derwijs is hiervoor 4FREE ontwikkeld. Een methodiek die aanmoedigt om in de veilige omgeving van de klas naar hartenlust te oefenen met dialoog. Het oneens zijn met elkaar is geen probleem maar juist de start van een gesprek. Het educatieve materiaal dat het comité aanbiedt, heeft als doelstelling leerlingen te helpen in het vinden van argumenten. Om op een respectvolle manier met elkaar in gesprek te gaan over vrijheid en over welke grenzen er aan die vrijheden zitten. In de Prijs van Vrijheid-films, het digitale lesmateriaal van 4FREE, zijn vier korte clips opgenomen waarin de Four Freedoms centraal staan. De Amerikaanse president Roosevelt verkondigde deze vier vrijheden in het midden van de Tweede Wereldoorlog als de kern van het denken over vrijheid. Van het allergrootste belang zijn de bescherming van de vrijheid van
meningsuiting, de vrijheid van geloof en de vrijwaringen van vrees en gebrek (armoede). In de vier films worden actuele voorbeelden gegeven én bediscussieerd door jongeren. Hun wordt bijvoorbeeld gevraagd of ze zich druk maken over armoede in de wereld, of dat dit hen onverschillig laat. De antwoorden van de jongeren zijn soms scherp en individualistisch, en ze zijn het vaak niet met elkaar eens. De film dient als startpunt voor een gesprek in de klas of thuis. De leerlingen wordt gevraagd met welk standpunt zij het eens zijn. En welk recht volgens hen voorrang heeft. Het helpt jongeren om zich te verhouden tot de complexe materie die onze wetten en rechten vormen. Het comité hoopt met materiaal zoals het magazine 4FREE en de Prijs van Vrijheid-films een bijdrage te leveren aan het versterken van het geschiedenis- en burgerschapsonderwijs.
‘Burgerschap is de manier waarop mensen deelnemen aan de maatschappij. In Nederland is dat met respect voor elkaar, voor de democratie en de rechtsstaat en voor de vrijheden die iedereen heeft. Scholen hebben, naast ouders en verzorgers, een belangrijke rol om deze gemeenschappelijke waarden aan kinderen te leren.’ – Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
| 63
17-4free.educatie-2-14.10.indd 63
09-11-20 14:03
Sultan in de Maan, Oorlogsdagboek van Drenthe en De Joodse Bruiloft In het kader van 75 jaar vrijheid kreeg het vfonds in 2020 een record aantal subsidieaanvragen voor projecten in het hele land. Helaas gooide corona roet in het eten en gingen veel evenementen niet door. Gelukkig betekent uitstel lang niet altijd afstel. Drie projecten die komend jaar alsnog gaan plaatsvinden. door Linda Huijsmans
Sultan in de Maan
Sebastiaan de Ruiter
Wat Jeugdtheaterstuk Waar Rotterdam, Werkplaats Walhalla Wanneer april 2021 Wie schrijver Bram Klein “Veel Joden zijn in de oorlog gered door moslims,” vertelt Bram Klein, “maar daar is bij ons maar weinig over bekend. Toen ik op het verhaal van sultan Mohammed V van Marokko stuitte, was dat een mooie aanleiding om dat onbekende deel van de geschiedenis te belichten.” Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Marokko een protectoraat van Frankrijk, dat officieel samenwerkte met nazi-Duitsland. Maar Mohammed V weigerde de Joodse inwoners van zijn land te laten deporteren. “Hij schijnt gezegd te hebben: ‘In Marokko wonen geen joden of moslims, alleen Marokkanen. En ik ben er voor alle Marokkanen’. Hij heeft woord gehouden. Mohammed V werd na de onafhankelijkheid de eerste koning van Marokko. Er werd gezegd dat als je naar de maan keek, je zijn gezicht daarin kon zien. Daar komt de titel van mijn stuk vandaan”, zegt Bram Klein. In het theaterstuk staat de liefdesgeschiedenis van de joodse Mira en de islamitische Mustafa centraal. Het speelt zich af in het koninklijk paleis in Rabat. Bram Klein is daar op bezoek geweest en heeft met eigen ogen kunnen zien waar zijn verhaal zich afspeelt. “Soms dacht ik even dat ik ze echt zag lopen.” Rondom de theatervoorstelling is ook een schoolproject ontwikkeld waarbij de nodige achtergrondinformatie gegeven wordt. Begin 2020 waren de repetities achter de rug en stond Werkplaats Walhalla op het punt om haar deuren te openen, toen corona iedere voorstelling onmogelijk maakte. “De decors waren af, de muziek was klaar, ik was heel blij met het eindresultaat”, zegt Bram. “Scholieren zijn een ideaal publiek, omdat hun mening nog niet zo rotsvast staat. Ik keek daarom erg uit naar de discussies die we met elkaar zouden voeren.” Gelukkig komt van uitstel geen afstel. In april 2021 gaat de voorstelling alsnog van start en kan iedereen komen kijken. “Er is belangstelling vanuit Marokko én Israël. Dus wie weet wat de toekomst nog gaat brengen.”
64 NCMagazine | najaar 2020
25-75jv.projecten-3-25.10.indd 64
09-11-20 14:23
Herinneren
Oorlogsdagboek van Drenthe Wat Geschiedenis komt tot leven voor scholieren Waar Assen, Drents Archief Wanneer sinds 24 september 2020 Wie Projectcoördinator Marga Renkema
Drents Archief
Hoe komt geschiedenis beter tot leven dan wanneer je er zelf bij bent? Het Drents Archief ontwikkelde een interactief project waarin scholieren in de huid kunnen kruipen van een Joodse jongen wiens familie weggevoerd wordt, een jonge vrouw die last heeft van de vader des huizes in haar onderduikfamilie, een meisje met een NSB-vader, een jongen die onderduikers in huis heeft of een lefgozertje uit Den Haag op de vlucht voor de Hongerwinter. Marga Renkema: “Dit project is het resultaat van onze wens om delen van ons archief voor een groter publiek toegankelijk te maken. Zeker op het gebied van educatie was er eigenlijk te weinig geschikt materiaal en we besloten iets heel nieuws te ontwikkelen. Het project is bedoeld voor de bovenbouw van de basisschool en de onderbouw van de middelbare school. Nadat ze een introductiefilm hebben bekeken, kiezen de leerlingen één van de vijf personages: Benno, Antje, Truus, Jo of Harrie. Met behulp van een iPad gaan ze op zoek naar informatie over hun personage en wat die in de oorlog meemaakte. Marga Renkema: “Daarna kruipen ze, door middel van augmented reality (AR: toegevoegde realiteit, red.), letterlijk in de huid van hun personage. Ze kunnen bepalen
welke houding die aanneemt, hoe die kijkt, en hoe die beweegt.” De vijf personages zijn de hoofdrolspelers in een stripverhaal. De leerlingen kunnen daar tekstballonnetjes bij maken en bepalen welke houding hun personages aannemen, bijvoorbeeld wanneer Benno’s vader wordt opgepakt en naar een kamp afgevoerd: hoe voelt hij zich? Marga: “De personages zijn gebaseerd op dagboeken en andere egodocumenten uit onze collectie. Vragen als: ‘Hoe voelt het als je stad gebombardeerd wordt? Wat voel je als je familie weggevoerd wordt?’, komen opeens heel dichtbij, want ze leren hoe een leeftijdgenoot dat meegemaakt heeft.” Zware en lichte verhalen wisselen elkaar daarbij af. Harry, bijvoorbeeld, werd door zijn vader van Den Haag helemaal naar Drenthe gebracht omdat daar nog voldoende te eten was. “Uit zijn manuscript begrijpen we dat hij hier de tijd van zijn leven heeft gehad”, zegt Marga Renkema. Door gebruik te maken van moderne techniek stelt het Drents Archief leerlingen in staat om mee te leven met de kinderen van hun leeftijd die in de oorlog opgroeiden. Zo vergroot je de betrokkenheid en het begrip voor wat er is gebeurd. Het project zou in april live gaan, maar de officiële start werd uitgesteld tot september 2020. Oorlogsdagboek van Drenthe is overigens zeer coronaproof; klassen kunnen zelf naar het Drents Archief of het Onderduikmuseum in Nieuwelande toekomen, maar de iPads en (kopieën van) de archiefstukken worden op aanvraag ook naar de school zelf toegebracht.
| 65
25-75jv.projecten-3-25.10.indd 65
Artist impression van het nieuwe herdenkings- en educatiecentrum Loenen
09-11-20 14:23
Herinneren
De Joodse Bruiloft Wat Theatervoorstelling Waar Leeuwarden, Zalen Schaaf Wanneer 9 april t/m 4 mei 2021 Wie Regisseur Silvia Andringa van De Jonge Republiek
In januari 2020 heeft Andringa het stuk een paar keer kunnen opvoeren, voordat alles op slot ging. Daardoor weet ze precies wat er aangepast kan worden om de voorstellingen in 2021 coronaproof te kunnen uitvoeren. “We kunnen ons niet meer met z’n allen in het schoolgebouw verzamelen, dus we zullen buiten starten met de wandeling. Maar de feestzaal is groot en hoog en heeft grote deuren. Die kunnen we allemaal tegen elkaar openzetten. Desnoods gaan we aan tafel zitten met onze jassen aan – als we maar kunnen spelen.”
Udo Thijssen
Leeuwarden kende tot de oorlog een kleine, maar bloeiende Joodse gemeenschap. Daar is nog maar weinig van over. Er staat nog een synagoge, een monument en een voormalige Joodse school, maar: “Je voelt dat het leven uit de wijk verdwenen is”, zegt Silvia Andringa. Zij maakte de voorstelling De Joodse Bruiloft, gebaseerd op het gelijknamige boek van Auke Zeldenrust. “Hij kwam een dochter van Barend en Mimi Boers tegen, die hem vertelde dat haar ouders een koffer vol foto’s, documenten en twee nooit ontwikkelde filmrollen hadden nagelaten. Het bleek de film van hun bruiloft in 1939 te zijn. Voor Auke was dat de aanleiding om een boek te schrijven over zowel dit jonge echtpaar als de Joodse gemeenschap in Leeuwarden.” Toen Auke daarna aan Andringa vroeg om er een theaterstuk van te maken, gaf ze hem de rol van verteller. “Het is geen traditioneel stuk geworden. De voorstelling begint in de joodse school,
van waaruit de bezoekers een rondleiding krijgen door de Joodse buurt. Daarna komen ze bij elkaar in de feestzaal achter de synagoge waar Mimi en Barend getrouwd zijn. Ze schuiven aan lange tafels aan, alsof ze zelf genodigden zijn op het feest en ondertussen vertelt Auke, samen met een zangeres, acteur, danseres en zandtekenares, het verhaal.” Het feest wordt afgesloten met een Joods begrafenisritueel. Er wordt ‘kaddisj’ gezongen voor alle 540 Leeuwarder Joden die vermoord zijn. “We bouwen een tijdelijk monument. We noemen de namen en leggen een steen voor elk van hen.”
66 NCMagazine | najaar 2020
25-75jv.projecten-3-25.10.indd 66
09-11-20 14:23
Herinneren
De oorlogsfilm De Slag om de Schelde is een van de grootste en duurste Nederlandse films ooit. De film gaat ondanks de coronacrisis tijdens de Kerstvakantie in première en valt daarmee binnen het herdenkingsprogramma 75 jaar vrijheid. Uitvoerend producent Mark van Eeuwen en producent Alain de Levita leggen uit wat er achter deze blockbuster schuilgaat. door Alex Bakker foto’s Mark de Blok
De Slag om de Schelde op het grote doek
| 67
28-film-3-03.11.indd 67
09-11-20 14:28
Mark van Eeuwen: “Drie jaar geleden werden we benaderd door het vfonds. Het fonds wilde voor de viering van 75 jaar vrijheid de jonge generatie bereiken met een grootschalige speelfilm. De keuze voor een filmthema lag open. Samen met regisseur Matthijs van Heijningen jr. en scenarioschrijfster Paula van der Oest zijn we hierover gaan nadenken.” Alain de Levita: “We zochten een relatief onbekende historische setting die ook visueel en filmisch interessant was. Al snel kwamen we op het verhaal van de Slag om de Schelde, in het bijzonder de bevrijding van Walcheren. Een ware uitputtingsslag voor veel soldaten, die cruciaal voor het verloop en de uitkomst van de Tweede Wereldoorlog is geweest. Om de Sloedam werd zwaar gevochten. Je ziet dat in onze filmscènes terug: bestormingen op een dam van 40 meter breed en 1600 meter lang, in een typisch Nederlands landschap – weidsheid, water, wolkenluchten. Dat unieke water- en modderland is in de film prominent als decor aanwezig.” Van Eeuwen: “De Engelse titel van de film is The Forgotten Battle. Gek genoeg is de Slag om de Schelde vrij onbekend gebleven, terwijl het een van de zwaarste veldslagen uit de oorlog was en er duizenden geallieerde soldaten voor onze vrijheid zijn gesneuveld, merendeels Canadezen. Weinig Nederlanders weten wat daar in Zeeland, in het najaar van 1944, is gebeurd. Naar het schijnt
68
waren de Canadese, Schotse en Poolse geallieerden na de oorlog nogal bescheiden over hun inzet. De Engelsen en Amerikanen hadden dat minder: zie hun grootschalige oorlogsfilms A Bridge Too Far over Market Garden en The Longest Day over D-day.” De Levita: “Volgens mij speelt ook mee dat het niet in de aard ligt van de Zeeuwen om aandacht te vragen voor de gevallen slachtoffers uit het verleden. Dat merkte ik ook bij de productie van de film De Storm over de Watersnoodramp van 1953.” Van Eeuwen: “Het militaire verloop van de slag in de film is historisch correct, met dank aan historicus Tobias van Gent. Voor het plot heeft Paula van der Oest een oorspronkelijk scenario geschreven. De drie hoofdpersonen bevinden zich in tegengestelde posities. Een Engelse gliderpiloot die in de frontlinie belandt, een Nederlandse jongen die aan de Duitse kant vecht en een jonge Zeeuwse vrouw die zich aanvankelijk nergens mee wil bemoeien. Ze verricht haar werk voor een NSB-burgemeester, totdat ze onverwacht wordt geconfronteerd met de naziterreur. De drie jongeren komen uiteindelijk door een ingenieus plot samen in het razende oorlogsgeweld.” De Levita: “De rol van het meisje, Teuntje, symboliseert een groot deel van de Nederlandse bevolking die boven alles ‘gewoon’ wilde doorgaan met hun leven, desnoods met de kop in het zand.
NCMagazine | najaar 2020
28-film-3-03.11.indd 68
09-11-20 14:29
Herinneren
Haar karakterontwikkeling is cruciaal voor de film. We tonen het belang van keuzes maken wanneer de situatie daarom vraagt, het je bewust afvragen wat je doet en waarom. De film is tegelijkertijd een eerbetoon aan de bevrijders die 75 jaar geleden in deze slag hebben gevochten. De hommage is geen belerende in your face boodschap, maar spreekt op een natuurlijke manier uit de film. Het gaat om het besef dat onze vrijheid ooit zwaar is bevochten, door jonge mensen, met hun poten letterlijk in de modder. Er verschijnt straks ook een begeleidend onderwijsprogramma met thematische verdiepingen.” Van Eeuwen: “Deze productie realiseren was een gigantische klus. Een deel van de opnames hebben we in Litouwen gedaan, omdat we daar beter uit de voeten konden met grootschalige oorlogsscènes en special effects. Onze art department draaide overuren. De film is absoluut gemaakt voor het grote doek. De tijd dat oorlogsfilms ongeloofwaardige heroïek vierden en het fysieke geweld verbloemden is voorbij. We wilden het geweld van oorlog zo realistisch mogelijk in beeld brengen, zoals bijvoorbeeld in Saving Private Ryan. De doelgroep is dan ook 16+.” De Levita: “Oorlog is lelijk, zo helder kun je onze boodschap benoemen. Lelijk, heftig, mensonterend en vol van banale willekeur. Het verschil tussen sneuvelen en overleven heb je als
soldaat zelf nauwelijks in de hand. Toch is de film niet cynisch; we tonen juist ook hoe medemenselijkheid kan ontstaan – zelfs midden in de hevigste gevechten rondom de Schelde.” Van Eeuwen: “Het is raar om de bioscooprelease in coronatijd te doen. Anderzijds is het publiek misschien nu iets gevoeliger voor de thematiek van vrijheid, onvrijheid, het vechten voor een collectief belang. Iedereen heeft aan den lijve ondervonden hoe wereldgebeurtenissen je leven binnendringen. Hoe solidair ben je dan, welke keuzes maak je?” De Levita: “Onze ambities zijn hoog, dat hoort ook bij zo’n grote productie. De Slag om de Schelde moet een beeldbepalende film over de Tweede Wereldoorlog in Nederland worden, een klassieker die hopelijk nog jarenlang bekeken zal worden. Kijk naar de impact die Soldaat van Oranje, Schindler’s List en recentelijk 1917 op de collectieve beeldvorming over oorlog hebben gehad. We weten dat jongere generaties hun beeld over de Tweede Wereldoorlog voor een groot deel aan speelfilms ontlenen. Daarom ervaar ik dit filmproject ook als een grote morele verantwoordelijkheid. Alles moet kloppen: historisch, maar ook emotioneel en psychologisch. De kijker moet zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid van toen komen en invoelen hoe complex het was om de juiste keuzes te maken, helemaal binnen de beperkte keuzevrijheid die mensen in de oorlog hadden.”
| 69
28-film-3-03.11.indd 69
09-11-20 14:29
Leerlingen uit de 6e klas van het Vossius Gymnasium in Amsterdam kregen maandag 5 oktober de eerste van 10.000 gratis Bosatlassen van de Tweede Wereldoorlog uitgereikt. De Bosatlas van de Tweede Wereldoorlog is een uitgave van het Nationaal ComitĂŠ 4 en 5 mei en Noordhoff Atlasproducties ter gelegenheid van 75 jaar vrijheid. Dankzij
Geert Snoeijer
Ter gelegenheid van 75 jaar vrijheid konden alle basisscholen in Nederland de afgelopen maanden een gratis Vrijheid-spel bestellen. Het Vrijheid-spel, hĂŠt nationaal geschenk aan het primair onderwijs, is een extra groot bordspel over vrijheid en onvrijheid. Het is te spelen met 2 tot 8 spelers vanaf 8 jaar. Het spel kan het hele jaar door gespeeld worden en is niet speciaal gekoppeld aan 4 en 5 mei. Met ruim 5.500 bestelde exemplaren is de actie een groot succes.
70
een bijdrage van het vfonds in samenwerking met de Nationale Postcode Loterij is het mogelijk dat 10.000 exemplaren van de atlas gratis worden verspreid onder alle scholen in het voortgezet onderwijs in Nederland. De Bosatlas kwam begin dit jaar uit en bereikte al snel de hoogste positie op de non-fictielijst van De Bestseller 60.
Leerlingen van het Vossius Gymnasium aan de slag met de Bosatlas van de Tweede Wereldoorlog
NCMagazine | najaar 2020
10-stavaza-2-30.10.indd 70
09-11-20 13:54
Hajo de Reijger
10.000 Bosatlassen van de Tweede Wereldoorlog naar middelbare scholen
Het Vrijheid-spel
Herdenken en vieren
Stand van zaken
Hajo de Reijger
Jaarthema 2021: ‘Na 75 jaar vrijheid’
Peter van Dongen naar Adriaan van Dis / Scratch Books
door: de redactie
In 2020 zijn door de coronamaatregelen veel projecten die in het kader van 75 jaar vrijheid zijn ontwikkeld, op de plank blijven liggen. Dit geldt zowel voor landelijke als regionale projecten. Om ervoor te zorgen dat lokale comités en organisatoren komend jaar ruimte hebben om deze projecten alsnog in te zetten, voert het Nationaal Comité 4 en 5 mei als jaarthema voor 2021 ‘Na 75 jaar vrijheid’. Vanaf 20 november Nieuwe editie WO2 Onderzoek uitgelicht aanstaande is een bijpassend themadossier beschikbaar op Hoe verhouden Nederlandse herinneringen aan het van het Platform WO2 en wordt gerealiseerd door 4en5mei.nl. het Nationaal Comité 4 en 5 mei, het NIOD Instituut koloniale verleden zich tot die in andere landen? voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies, Hoe ziet een meerstemmige tentoonstelling eruit? Netwerk Oorlogsbronnen en ARQ Nationaal PsyEn hoe ‘reist’ de herinnering aan het koloniale chotrauma Centrum. verleden door strip? Het komt allemaal aan bod in de nieuwste WO2 Onderzoek uitgelicht, te lezen in de Onderzoek uitgelicht-app of op tweedewereldBeleidsvisie oorlog.nl. WO2 Onderzoek uitgelicht is een uitgave Eind dit jaar wordt de nieuwe beleidsvisie Iemand stelt de vraag van het Nationaal Comité 4 en 5 mei aangeboden. De visie is tot stand gekomen in samenspraak met de Nederlandse samenleving en het herinneringsveld en beschrijft de visie en het beleid van het Nationaal Comité 4 en 5 mei tot 2025. Meer informatie volgt op www.4en5mei.nl.
| 71
10-stavaza-2-30.10.indd 71
09-11-20 13:54
Het Nationaal ComitĂŠ 4 en 5 mei bedankt iedereen die heeft meegewerkt aan 26-werf-1-03.11.indd 72
09-11-20 14:26