R I C H T G E V E N D
• • • • • •
D E E L
3.3.
overstromingsgevoelig gebied) Molenveldstraat (effectief overstromingsgevoelig gebied) Pastoor Goossenslaan (van Uikhoverstraat richting ZuidWillemsvaart) (niet-overstromingsgevoelig gebied) Sint-Laurentiusstraat (ten noorden van het Maasdorp Meeswijk) (effectief overstromingsgevoelig gebied) Sint-Pietersstraat (van Eisdenweg richting natuurgebied Maaswinkel) (niet-overstromingsgevoelig gebied) Steenakkerstraat (niet-overstromingsgevoelig gebied) Windmolenweg (niet-overstromingsgevoelig gebied)
1. 2.
3.
Verbindingswoonlinten Het verbindingswoonlint verbindt de ruimtelijk vergroeide Maasdorpen Boorsem-Kotem en Uikhoven. Binnen het verbindingswoonlint komt binnen de bestaande ruimtelijke structuur reeds tal van woonondersteunende functies (horecazaken, banken, bakker, …) voor. Het verbindingswoonlint is een ruimtelijke continuering van de hoofdstraten van de ruimtelijk vergroeide Maasdorpen. De gewestplanbestemming betreft woongebied met landelijk karakter en de bebouwingsstructuur bestaat voornamelijk uit open bebouwing.
4.
In de verbindingswoonlinten worden volgende beleidselementen gehanteerd: • De invulling binnen het bestaande juridische aanbod is mogelijk. Bij de invulling van het verbindingswoonlint wordt een open bebouwingsstructuur nagestreefd ten einde zichtrelaties met het achterliggende landschap te bewaren. In tegenstelling tot de woonlinten wordt in een verbindingswoonlint geen bredere perceelsbreedte nagestreefd. De verbindingswoonlinten maken deel uit van de ruimtelijke kernstructuur van de kernen. • Bestaande functies in woonlinten (handel, bedrijvigheid, diensten…) kunnen blijven bestaan. Nieuwe woonondersteunende voorzieningen worden bij voorkeur opgevangen in het centrumgebied van de Maasdorpen.
5. 6.
Tot deze categorie behoren: • •
De gemeente stemt haar natuur- en milieubeleid af op de gewenste ruimtelijke structuur De gemeente maakt een stedenbouwkundige verordening op voor de inrichting van gebouwen in het mijnverzakkingsgebied zodat bij calamiteiten voorkomen kan worden dat er vervuiling van het grondwater optreedt en dat elke individuele woning over voldoende evacuatiemogelijkheden beschikt. Prioritair aan te snijden gebieden voor wonen: - 1e fase Kerkeveld te Meeswijk (2e fase pas na planperiode 2013 te ontwikkelen); - inbreidingsgebied Kannegatstraat-Genackerstraat-Op de Kampstraat te Boorsem; - inbreidingsgebied gevormd door het kwadrant Heirstraat-Brugstraat-Dorpsstraat-Gratumstraat te Vucht. - inbreidingsgebied Grotestraat-Bampstraat te Boorsem- Kotem - inbreidingsgebied Hegstraat-Grotestraat te Kotem - BPA Uikhoven Opmaak RUP voor de omzetting van landbouwgrond naar zone voor openbaar nut t.h.v. de Steinstraat in Kotem Specifieke woon-zorgvoorzieningen kunnen gerealiseerd worden door kleinschalige projecten in de kernen van de Maasdorpen. Opmaak RUP voor de uitbreiding van de dorpsschool (Stekkoel).
3.4. 1.
Grotestraat als verbinding tussen de woonkernen BoorsemKotem (effectief overstromingsgevoelig gebied) Schoorstraat als verbinding tussen de woonkern Uikhoven (niet-overstromingsgevoelig gebied).
2.
Figuur 18: Principe invulling verbindingswoonlint Te bewaren dijken In het mijnverzakkingsgebied ter hoogte van Eisden-Dorp werden in het verleden bijkomende dijken geconstrueerd om het gebied te beschermen tegen mogelijke overstromingen gezien heel deze zone verzakt is ten gevolge van de instorting van de mijngangen. Deze dijken maken deel uit van het specifieke karakter van de Maasvallei ter hoogte van het voormalige mijngebied en zorgen tevens voor bescherming van overstroming of vertraging van het overstromen van de dorpen bij accidentele wateroverlast. De dijken moeten daarom worden bewaard.
93
Maatregelen en acties
Suggesties naar de hogere overheden
De gemeente staat achter de selectie van de provincie Limburg om de gebieden die in het provinciaal ruimtelijk structuurplan Limburg worden aangeduid als grote aaneengesloten gebieden van ten minste provinciaal belang aan te duiden als ‘te herbevestigen landbouwgebieden volgens het gewestplan’. De gemeente wil aan het Vlaams Gewest vragen om bij de herbevestiging van deze gebieden de verlaten grindgroeven in de ontginningsgebieden uit te sluiten uit deze ‘te herbevestigen landbouwgebieden’. De gemeente suggereert aan het Vlaamse Gewest om de verlaten grindgroeven in de ontginningsgebieden in de Maasvallei niet op te vullen ten einde de spontane natuurontwikkeling te kunnen behouden en versterken.