Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samensteller:
Louis De Bondt
Research:
Louis De Bondt
Gedrukt bij:
Create My Books
Samengezocht door Louis De Bondt
Overname is vanzelfsprekend toegestaan maar het zou wel eerlijk zijn om de titel van dit boek en de naam van samensteller en uitgever te vermelden. Het opzoeken heeft namelijk veel tijd en energie gekost en in de vertalingen zijn heel misschien wat foutjes geslopen. D/2021/Louis De Bondt.
2
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
OUDE KRANTEN OVER LONDERZEEL, MALDEREN EN STEENHUFFEL 1689-1970 bijeengezocht door Louis De Bondt
Toen de samensteller van deze bloemlezing in de periode 1994-1996 onderzoek verrichtte naar de geschiedenis van Leireken – de beruchte spoorlijn 61 van Antwerpen, over Londerzeel, Steenhuffel en Aalst naar Douai – is het grote krantenarchief van de stad Aalst daarbij een hulp van onschatbare waarde geweest. Intussen werd een groot stuk van dat archief op de website http://aalst.courant.nu/ gezet. Aalst, bedankt, ook voor onze gemeenten is dit een grandioze bron van vergeten informatie. Een groot deel van de volgende artikelen is dan ook uit de Aalsterse kranten van de voorbije 170 jaar afkomstig. We hebben ze aangevuld met wat we elders vonden... en ieder jaar werd dat wat meer. Op dit ogenblik (2021) zijn ook de meeste nationale kranten gedigitaliseerd en (meestal gratis) online te consulteren. Een overzicht:
België: 112 Nationale kranten (1814-1970): https://www.belgicapress.be// Regionale pers van Aalst: http://aalst.courant.nu/ Regionale pers van het Kempenland: https://www.kempenserfgoed.be/ Regionale pers Kortrijk: Historische krantencollectie Kortrijk online | Vlaamse ...
Nederland 15 miljoen pag. uit nationale en regionale kranten: https://www.delpher.nl/nl/kranten Een ook: https://www.kb.nl/
Frankrijk: https://www.retronews.fr/
Groot-Brittannië: https://www.britishnewspaperarchive.co.uk/
Duitsland: https://staatsbibliothek-berlin.de/die-staatsbibliothek/abteilungen/zeitungen/recherche-und-ressourcen/zeitungen https://www.worldwidearchives.de/pressearchive-zeitungen-zeitschriften.html
Er is nog veel meer online te vinden, en er komt nog altijd bij, maar ik denk dat ik in de geciteerde bronnen toch een mooi en vrij volledig overzicht (voetbal-, koers-, kaats- en verkiezingsuitslagen uitgezonderd) gevonden heb van wat zich in de voorbije 3 eeuwen in groot-Londerzeel heeft afgespeeld en dat de moeite waard was om het wereldkundig te maken. Veel miserie uiteraard... Sommige artikelen zijn identiek (of zo goed als), maar het interessante schuilt soms in de minieme verschillen. Een aantal dingen worden verduidelijkt met gegevens die van elders afkomstig zijn.
3
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
En ook nog dit. De meeste Nederlandstalige krantenartikelen werden vanaf een digitale scan door een OCR Optical Character Recognition) tekstherkenningsprogramma overgezet naar Microsoft Word. OCR is een fantastisch hulpmiddel maar uiteraard niet volmaakt. Vooral wanneer van oude en al wat ‘versleten’ bronnen vertrokken wordt zijn verkeerde interpretaties niet te vermijden. Ofschoon alle teksten nagelezen en manueel verbeterd werden, zullen de volgende bladzijden nog wel wat foutjes bevatten. Anderstalige teksten werden doorgaans door mij vertaald. Daatrbij heb ik mij zoveel mogelijk aan de oorspronkelijke zinsconstructie gehouden ook als dat ten koste van de grammaticale correctheid gaat. Bij de samenstelling van dit overzicht ben ik van de zoektermen ‘Londerzeel’, ‘Malderen’ en ‘Steenhuffel’ uitgegaan. Vanzelfsprekend is er met andere zoektermen over individuele gebeurtenissen en personen nog meer te vinden.
4
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Oprechte Haerlemsche Courant 1 oktober 1689. Brussel den 28 september. De 4 à 5000 Fransse, op de vaert na Antwerpen geweest, meenden 18 dorpen te verbranden maer hebben alleen Capelle-op-den-Bosch behalven 2 huysen, Humbeeck, Steenhuffel, Ham en noch een dorp in d’asse gelegd en te Grimbergen de boeren gewapent en de passage beset gevonden. Een partij, na Capelle St. Ulrique westende, is door 30 onser Dragonders betrapt, 11 ter nedergemaeckt en 17 hier ongebracht... Oprechte Haerlemsche Courant 25/7/1697 en 27/7/1697. Gent den 31 july. Maendag vertrok den Ceurvorst naer Brussel. Dien ochtent quamen de Fransse aen geen zijde Aelst camperen, besloegen de Posten en stelden hun Brantwacht tot in de soo genaemde Nieustraet aen dese zijde der Stad uyt. Brussel den 31 July. De Fransse Armeen camperen tusschen Assche en Dendermonde; strecken sig van Assche tot voorby Lebbeke, alwaer Bouflers sijn Hooftquartier heeft, uyt; houden hun groote Wacht te Steenhuffel, en ruineren de Landen van Aelst en Dendermonde aen dese zijde de Schelde: Villeroy legt op d'Abdye vanAfflegem; Een afgesonde Corps te Paert van de Catinatse Armee vertoeft by Ninove. Een Vyantlijck Detachement lichte te Nacht tusschen Lippelo en WiÏÏebroeck 3 à 400 Koeyen uyt de Weyden, in welcke de Boeren gevlucht waren. Echter gelooft men dat niets meer van belang in dit Gewest zal voorvallen. Den Grave van Essex heeft met 6 Regimenten Dragonders, evenveel Engelsse Battaillons en 10 Stucken Geschut de Post van de Verbrande Brug by Vilvoorden versekert: Een Hollantse Brigade staet te Humbeeck en andere Troupen langste Veert tot aen Willebroeck... (Over deze oorlogsomstandigheden is meer te lezen in “Groot-Londerzeel en de oorlogen van het Ancien Regime, deel 1, Londerzeel, Malderen en Steenhuffel en de oorlog, 1689-1697 – Zeker 6 burgerdoden tijdens de 9-jarige oorlog van Louis XIV.)
La Chronique Universelle, Frankrijk, 8 november 1798. (Vertaald) Brussel, 13 brumaire – De brigadegeneraal, commandant van het departement van de Dijle, Jemappes en de Twee Nethes, schreef zonet het volgende rapport. Op de 12de deden diverse kolonnes een aanval naar Oudenaarde, Geraardsbergen, Ronse en Ninove; de brigands werden overal uitgeroeid en de publieke orde werd op al deze plaatsen hersteld. Te Ninove werden de rebellen van twee kanten onder vuur genomen; er zijn er maar zeer weinig kunnen ontsnappen; hun aanvoeder werd gewond en gearresteerd. Gedurende de nacht van 12 op 13 is een kolonne naar Londerzeel gegaan waar de rebellen waren heen gevlucht; zij werden daar verrast en hebben er 100 man, zowel doden als gewonden, verloren. Derby Mercury, Engeland, donderdag 29 november 1798 Chester Chronicle, Engeland, 30 november 1798 (Vertaald) Brussel, 8 november – Volgens een officieel document van generaal Beguinot, werd op 2 november laatstleden een algemene aanval uitgevoerd op brigands (er staat Insurgents) zoals ze genoemd worden, bij Oudenaarde, Geraardsbergen, Ronse en Ninove en ze werden overal verslagen. De volgende nacht werden 100 rebellen gedood in Londerzeel. Er komen dagelijks troepen aan ...
5
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
La Clef du cabinet des souverains, Frankrijk, 20 maart 1802 (Vertaald) – Claire Debie, dagloonster, geboren in Londerzeel, weduwe van Pierre Gillard, is in Brussel gestorven in de ouderdom van 102 jaar. Opmerking: niet gevonden in de parochieregisters van Londerzeel. Zou misschien Joanna, geboren in 1701, kunnen zijn. Dank zij Luc Annaert (tussen Dender en Dijle) weten we dat een Clara De Bie op 31/3/1743 in Brussel-St.-Niklaas trouwde met Petrus Gellard.
Oprechte Haerlemsche Courant 28/7/1814–30/7/1814– 96/8/1814-11/8/1814–13/8/1814 La TERRE DE LIPPELOO, MALDEREN et LIEZELE, située dans le Departement des deux Nethes a Vendre. Le Notaire J.M. CATOIR, residant à Bruxelles, rue de l’Etuve, Sec.8 N° 1390, vendra incessamment publiqueinient, au plus offrant, la belle TERRE et SEIGNEURIE DE LIPPELOO, MALDEREN et LIEZELE, située dans le Departement des deux Nethes, a trois lieues de Malines, et de Bruxelles, et d'Anvers, et 2,5 de Termonde, et d'Alost, et a une lieue du Canal à Tisselt, conduisant de Bruxelles à Willebrouck. Cette propriété est une des plus belles et des plus agréables de la Belgique, tout par son site, que par ses eaux, ses belles et nombreuses plantations. Cette propriété étant un Bien patrimonial de libre disposition, consiste en un tres beau et vaste Château, bati à la moderne, située a Lippeloo, en grande partie Tapissé, avec Glaces et Cheminées de marbre, avec avant Cour, Écuries, Remises et autres batimens, deux Jardins legumiers, un grand Jardin anglais, en forme de Parc, avec belle grotte et 5 reservoirs, le tout entouré de grands Étanges et superbes avenues, a deux et quatre rangées de beaux Hêtres, plus une belle Ferme y Contigue et tous les Biens, Terres, Prés, Bois, Étangs et pepinières dependant de la dite terre, situés tant sous la dite Commune de Lippeloo, que sous Malderen et Liezele, tous ces dits Biens à l’exception des quelques petites parties detachées, ne forment qu'un seul gazon et contiennent ensemble 73 Hectares ou 60 Bonniers, salvo justo, mesure en 20 pieds ½ de Bruxelles à la verge (grande mesure). Plus les belles et nombreuses plantations, qui se trouvent dans un grand nombre de rues, dreves, grandes routes et terrains, sous les dites Communes de Lippeloo, Malderen et Liezele, sur lesquels le propriétaire des dits Biens a le droit de planter. La vente publique de cette propriété sera annoncée incessamment, avec indication du jour et lieu de la vente. Entretems les amateurs peuvent s'adresser au dit Notaire Catoir, pour prendre connaissance des conditions et inspection des Cartes figuratives. Il est aussi chargé de traiter avec les amateurs de gré à gré. Op 11/8/1814 en 13/8/1814: L'adjudication préparatoire aura lieu Lundi 29 aout et l'adjudication definitive Lundi 12 septembre 18 à midi, .en la Commune de Tisselt, à l’auberge nommée le St. Esprit. Nederlandsche Staatscourant, Nederland, 1 april 1820. Liquidattie van den Franschen achterstand. ... 10367 - J. Vanacken, ex soldaat, te Malderen Nederlandsche Staatscourant, Nederland, 11 januari 1821. Brusel, den 12 january – Gedurende de laatste verloopen drie maanden zijn Z.M. gedaan onderscheiden benoemingen, als: ... Tot lid der commissie van Landbouw in Zuid Brabant, de heer J. de Laet, te Malderen, in plaats van wijlen den heer A. van Nuffel. Nederlandsche Staatscourant, Nederland, 7 juli 1821 en 23 juli 1821. Wij WILLEM, bij de gratie Gods, koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Groothertog van Luxemburg, enz. enz. enz. Allen die deze zullen zien of hooren lezen, .....
6
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Gaat over de grenswijzigingen tussen de provincies Zuid-Brabant en Antwerpen in Malderen en Lippelo (detailbeschrijving)
Bredasche Courant, 30/8/1823 Het onweder in den nacht van den 19 op den 20, heeft voornamelijk in de rigting van Alost en Mechelen verwoestingen veroorzaakt. Te Mazenzeele is een groot aantal hutten vernield, te Mechelen is geen glas heel gebleven in de huizen, die naar den wind gekeerd waren. Men rekent, dat tusschen Mazenzeele en Steenhuffel verscheiden duizende boomen zijn nedergerukt of van hunne takken beroofd. Overal zijn de vruchten door de hagelsteenen, waarvan sommige de groote van een hoenderei hadden, vernield. London Star, Engeland, 30 augustus 1823. The Statesman, London, Engeland, 30 augustus 1823. Morning Post, Engeland, 2 september 1823 The Cambridge Chronicle and Journal, Engeland, 2 september 1823. Saunders’s News-letter, Ierland, 2 september 1823 Waterhoos en Hagelstorm. (Vertaald) Brussel 21 augustus – In de nacht van 19 op 20 augustus raasde een verschrikkelijke storm over onze stad die grote schade aanrichtte rond Zellik en elders. De waterhoos die hem vergezelde brak 20 grote bomen af tot 6 voet boven de grond; die blokkeerden de weg en de postkoets van Antwerpen. De storm bewoog zich vooral richting Aalst en vandaar naar Mechelen. Tussen Mazenzele en Steenhuffel werden vele duizenden bomen, van alle soorten en afmetingen, geveld of van hun bladerdak ontdaan. Uitertaard is alles in de velden en de tuinen vernield, en het koren zal als vanop een dorsvloer opgeraapt moeten worden. Er vielen hagelstenen zo groot als eende-eieren en stukken ijs van een duim dik en vele duimen lang. Bredasche Courant, 30 augustus 1823 Brussel den 24 augustus. Het onweder in den nacht van den 19 op den 20, heeft voornamelijk in de richting van Alost en Mechelen verwoestingen veroorzaakt. Te Mazenzeele is een groot aantal hutten vernield, te Mechelen is geen glas heel gebleven in de huizen, die naar den wind gekeerd waren. Men rekent, dat tusschen Mazenzeele en Steenhuffel verscheiden duizende boomen zijn nedergerukt of van hunne takken beroofd. Overal zijn de vruchten door de hagelsteenen, waarvan sommige de grootte van een hoenderei hadden, vernield. Nederlandsche Staatscourant 16/12/1825 's Gravenhage, den 15 december. Tweede kamer der Staten-Generaal. Zitting van woensdag den 14den december. ...Zoo werd, op de regelmatig gedane voordragten van de plaatselijke en gewestelijke besturen, door den Koning, de vergunning verleend, om te Doetichem in Gelderland, en te Malderen, in Zuid-Braband, eene schooltaks te heffen. Omtrent den uitslag van deze gemeentelijke maatregelen zal bij een volgend verslag, bet gunstige bericht kunnen worden gegeven. Deze schooltaksen, onder den naam van schoolfondsen, in eenige provinciën algemeen, en verder in verscheidene enkele gemeenten ingevoerd, hebben ten doel, om, of de ingezetenen zonder onderscheid , of die ouders alleen, die kinderen hebben van de jaren om school te kunnen gaan, te verpligten om, in evenredigheid van hun vermogen, de gelden op te brengen, welke tot bezoldiging van den onderwijzer en tot aanschaffing van de schoolbeboeften vereischt worden. Dezelve leveren een vermogend middel op, om, in vele gemeenten, het verbeterd schoolwezen op vaste grondslagen te vestigen en om alle ingezetenen, ook de armsten, de weldaden van hetzelve te doen genieten.
7
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
(Zie verder – Over het overal tot voorbeeld gestelde Schoolfonds van Malderen is meer te vinden in ‘Onderwijs en Onderwijzers in Londerzeel, Malderen en Steenhuffel’.)
Le Belge, 20 maart 1826 (vertaald) In Malderen zijn een huis en een stal afgebrand. Le Courrier des Pays-Bas, 6 november 1826 (Vertaald) In de nacht van 27 op 28 oktober is in het dorp Londerzeel, bij Brussel, een huis waarin zich een oliepletterij bevond in de as gelegd. De stallen en een schuur met 300 zakken ongeslagen graan, 500 balen stro, 2000 ponden hooi, kar en kruiwagen, 1 koe, voor een waarde van 500 guldens aan ‘gateaux de navette’, de gereedschappen van de oliemolen, een grote hoeveelheid meubelen en andere voorwerpen zijn vernield. De oorzaak van de brand is niet gekend maar gelukkig was de eigendom verzekerd bij de Antwerpse Maatschappij voor een bedrag van 8.000 guldens Nederlandsche Staatscourant, 1 juni 1827 Dagblad van ’s Gravenhage 22/6/1827 Te Brussel verdient vermeld te worden een gezelschap van onderwijzeressen , onder de leiding van den schoolopziener. Dit gezelschap, zoo wel als het in die stad reeds bestaande voor onderwijzers, gingen voort te werken. In de gemeente Malderen had de invoering van een schoolfonds de gelukkigste uitkomst: op de school aldaar zag men meer kinderen, dan op eenige andere van het 5de district. De invoering van die schoolfonds is nu nader als vaste maatregel bevestigd. In Limburg werden niet alleen verscheidene nieuwe schoolhuizen gebouwd, maar zag men vooral eene verbeterde leerwijs en schoolinrichting veld winnen... Journal de la province de Limbourg, 11/1/1828. Bruxelles, le 9 janvier. On vient de conduire dans les prisons de cette ville le nommé François Cleirbout, de Londerzeel, prévenu d'avoir mis le feu à l'habitation de son voisin, avec lequel il vivait en inimitié. Journal de la Belgue, 4 februari 1828 (Vertaald) Men heeft onlangs in Londerzeel het lijkje van een pasgeboren kind gevonden en nog een ander op de oever van nhet kanaal Vilvoorde-Grimbergen. Men hoopt de schuldigen te kunnen vinden en te straffen. Journal de la Province de Limbourg, 8/7/1828 Messager des Chambres, 10 juli 1828 L’Echo du Midi, 15 juli 1828 Un ouragan terrible a plané le 5 juillet à une heure après midi sur la ville de Bruxelles et ses environs; le vent soufflait avec une telle impétuosité, que les vitres étaient brisées par sa violence; des débris de cheminées et de plâtres qui tombaient dans les rues, ajoutaient au désordre qui était extrême; la poussière épaisse, soulevée en tourbillons, empêchait de distinguer les objets les pins voisins. Aucun accident en cette ville n'est cependant parvenu à notre connaissance. Dans les campagnes environnantes on a été moins heureux: l’impétuosité du vent enlevait les foins en tas, les dispersait au loin et ils retombaient comme une pluie à de grandes distances. Au faubourg de St.-Gilles une toiture en pannes toute neuve a été enlevée; des arbres très forts ont élé déracinés dans le voisinage de la forêt de Soignes. La tempête accompagnée de violons coups de tonnère n'a fait que passer, mais elle a particulièrement porté
8
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
ses ravages au grand village de Londerzeel ou les dommages considérables qu'elle a causés aux habitations et aux récoltes n'ont pas encore été calculées. (C. des P.-B.) Journal de la Province de Limbourg, 9/7/1828. Le terrible ouragan et la grêle du 5 ont causé des dégâts dans diverses communes des environs de Bruxelles parmi lesquelles ont cite comme ayant le plus souffert celles de Merchtem , Maxenzeele, Steenhuffel, Londerzeel et Boom; dans ces deux dernières sur-tout le dommage est considérable; à Boom aucune maison n'a été épargnée, plusieurs toits ont été emportés, des maisons nouvellement construites n'offrent, pour ainsi dire, plus qu'un tas de décombres; des centaines d'arbres ont été arrachés de terre. Jusqu'ici on n'a pas appris que personne eût péri. L'ouragan a duré près de trois quarts d'heure. Pendant l'orage, vers deux heures, le feu était à une maison de Koekelberg, près de cette ville, et Ia force du vent faisait craindre qu'il ne s'étendît à quelques maisons voisines, mais grâce aux prompts secours, aux soins des autorités et au zèle de M. le vicaire de Wert, qui donnait l'exemple du travail aux assistant, le dommage s'est borné à une partie de la toiture. Middelburgsche Courant, 10/7/1828 Brussel den 6 julij. — Gisteren namiddag had hier en in den omtrek eenl zwaar onweder, met hevigen storm en hagel, plaats. In de nabijheid van het bosch van Soignes zijn vrij zware boomen ontworteld. Het groote dorp Londerzeel heeft bijzonder in de schade, zoo aan woningen als aan te veld staande vruchten, gedeeld. Ook in den omtrek van Antwerpen, voornamelijk te Boom en Lierre, zijn aanmerkelijke schaden aangerigt. Te Merxem is de bliksem in twee huizen geslagen. Le Catholique des Pays-Bas, 17 juli 1828 Journal de la Belgique, 18 juli 1828 Journal de la Province de Limbourg, 19/7/1828 Le 5 de ce mois une trombe a ravagé les communes de Steenuffel, Merchtem, Opwyk et Malderen (Flandre orientale). La campagne est entièrement dévastée; plus de 10.000 arbres ont été arrachés ou brisés. Dans le seul bois de Buggenhout (district de Termonde), appartenant à Mr. le comte de Mérode, on évalue à 20.000 florins le dommage causé par cette bourasque. Plus de 700 maison, écuries ou granges ont été renversées ou considérablemt endommagées. A Londerzeel, un homme a été écrasé dans sa grange par la chute d'une poutre. (Le Catholique). Le Catholique des Pays-Bas, 12 september 1828 Journal de la Province de Limbourg, 14/9/1828 La commission, nommée pour évaluer le dommage qu'a causé la trombe du 5 juillet, dans quelques communes du Brabant méridional et de la Flandre orientale, a trouvé que le canton de Wolverthem (Brabant méridional) a le plus souffert. Le dommage est évalué à 180,000 fl. des Pays-Bas pour Londerseel, à 50,000 pour Steenhuffel, à 3800 pour Maldere et à 5,200 pour Buggenhout ( Flandre orientale ). On a conslaté que l'ouragan a déraciné ou brisé plus de 100,000 arbres. Nederlandsche Staatscourant, 29/8/1828 Door Zijne Maj. zijn gedaan de navolgende benoemingen in Noord-Braband: Tot sekretaris der gemeente Capellen op den Bosch, Ramsdonck en Steenhuffel, Jan Frans Lodewyk Follez.
9
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Le Catholique des Pays-Bas, 3 december 1828 (Vertaald) In Malderen werd een meisje aangehouden dat verdacht wordt van het doden van haar kind dat in deze gemeente, begraven in een bos, gevonden werd. Nederlandsche Staatscourant, 16/7/1829 Zuid-Braband - Het schoolwezen ging in deze provincie hier en daar en in verschillende opzigten aanmerkelijk voorwaarts. Bijzondere melding verdient te worden gemaakt van de besluiten door meerdere gemeente-raden genomen ten aanzien der schoolgelden, in navolging van het vroeger door het plaatselijk bestuur van Malderen gegeven voorbeeld. Door de naleving der hieromtrent vastgestelde bepalingen, zullen de schoolgelden geregeld worden geïnd en het bestaan van den openbaren onderwijzer meer verzekerd zijn. Bredasche Courant, 25/7/1829 In de provincie Zuid-Braband ging het schoolwezen, hier en daar in verschillende opzigten , aanmerkelijk voorwaarts. Het voorbeeld van het gemeente-bestuur van Malderen, opzigtelijk het geregeld innen der schoolgelden en het bestaan van eenen openbaren onderwijzer aldaar verdient navolging. Opregte Haarlemsche Courant, 22/7/1830. Te Koop, op het Kasteel Londerzeel, bij Willebroek, vier uren van Brussel: Vier honderd schoone Annanas-planten, waarvan circa 100 vrucht gevende van nu tot April aanstaande. L’Indépendance Belge, 8 mei 1833 Le Lynx, 10 mei 1833. (Vertaald) Op 2 dezer werd in de putten van de weduwe Daelemans in Liezele het lichaam gevonden van Charles Reyniers, geboren in Malderen en 20 jaar oud. Deze zelfmoord zou te maken hebben met de afwijzing door zijn moeder van het jonge meisje dat hij ten huwelijk had gevraagd. Le Belge, 5 juni 1833 (Vertaald) Een kind van 11 jaar, zoon van een herbergier uit Londerzeel, dat uit het ouderlijk huis gaan lopen was uit schrik om een ranseling te krijgen, heeft zich ’s nachts onder een ton weggestopt. Het werd de volgende dag dood gevonden, gestikt bij gebrek aan lucht. Journal de Paris, Frankrijk, 27 augustus 1834. (Vertaald) Men schrijft uit Dendermonde op 22 augustus. Een individu uit Malderen, die terug thuis kwam nadat hij een gevangenisstraf had uitgezeten, heeft er één der personen gedood die tegen hem hadden getuigd en aan wie hij zijn veroordeling verweet. Le Messager de Gand, 20 oktober 1835 (Vertaald) Men schrijft uit Tisselt om te klagen over de duisternis aan de randen van de sluis. Enkele dagen geleden is de heer Poelmans uit Londerzeel er verdronken. Het is niet de eerste keer dat er zo’n ongeluk gebeurde; twee jaar geleden hebben twee andere personen… l’Indépendance Belge, 23 april 1836 Le Propagateur – 27/4/1836 Malderen - L'un de messieurs les juges du tribunal de 1re instance de cette ville, accompagné de trois experts, vient de faire une descente de lieux, pour l'expropriation de deux maisons situées à Malderen. sur la ligne du chemin de fer de Malines a Termonde, on remarque, a cette occasion, que les travaux sur cette section sont en pleine activité; une masse d'ouvriers
10
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
sont occupés aux travaux de terrassemens pour la construction de quatre tunnels. On pense que le chemin sera livré a la circulation pour le mois d'août prochain. Een rechter van de rechtbank van eerste aanleg is samen met drie experten ter plaatse afgestapt voor de onteigening van twee huizen te Malderen op de spoorweglijn van Mechelen naar Dendermonde. De werken zijn er volop bezig, een massa werkvolk is bezig met grondwerken voor de bouw van vier tunnels. Men denkt dat de spoorweg tegen augustus in gebruik zal worden genomen. Messager de Gand, 25 juli 1836 (Vertaald) M. Caluwaert, architect en meester-metser uit Londerzeel, die belast is met de vergrotingswerken van de kerk van Ramsdonk, heeft zich voorgenomen om de torenspits, 38 meters hoog en 1,15 meters uit het lood bij gebrek aan een solide fundering, niet alleen herop te bouwen, zoals in de opdracht stond, maar om hem ook met al het onmogelijk te wegen metselwerk recht te zetten. Dat is wat deze handige architect op 12 juli heeft gedaan, onder zijn eigen verantwoordelijkheid en bij middel van schroeven en andere machines. Zonder het minste ongeluk en onder grote bewondering van de enkele honderden toegesnelde toeschouwers die wilden zien hoe deze enorme massa opgetild werd. Tot grote voldoening van de inwoners ook... De heer Spaak, architect van de regering, die de werken de volgende dag kwam inspecteren, heeft M. Caluwaert in de meest flatterende bewoordingen geprezen. L’Indépendance Belge, 5 januari 1837 (Vertaald en sterk ingekort) Inhuldiging van de IJzeren weg van Mechelen naar Dendermonde. Op maandag 2 januari werd de sectie van de spoorlijn van Mechelen naar Dendermonde ingehuldigd. Niets werd door het bestuur verwaarloosd om luister aan deze plechtigheid te verlenen. Het stadsbestuur van Dendermonde had de hogere overheden, de kamerleden, de plaatselijke machthebbers en een groot aantal notabelen uit Brussel en Antwerpen uitgenodigd. Het nieuws dat ook de koning, de prinses en de neefjes deze inhuldiging zouden bijwonen had het volk met blijdschap vervuld en er waren grote voorbereidselen getroffen om de koning waardig te ontvangen. Zijne Majestgeit, vergezeld van de prinses van Saxen-Coburg en generaal Nypels, één van zijn adjudanten, vertrok ’s morgens uit Brussel en is om 1 uur onder het gebulder van 21 kanonschoten in Dendermonde aangekomen. Een erewacht van jonge Dendermondenaren in schitterende uniformen nam plaats voor de koning. Baron Vandenbroucke de Terbecq, burgemeester, de schepenen en een deel van het stadsbestuur hebben de koning aan de stadspoort ontvangen ... ... Drie konvooien hebben zich dan over de nieuwe spoorlijn in de richting van Mechelen in gang gezet, het konvooi van Dendermonde met het stadsbestuur, notabelen, de schuttersgilden en de fanfare van de burgerwacht voorop. Het volk van de boerenbuiten stond langs beide kanten van het spoor, op de kerktorens van de dorpen en gehuchten waar de lijn passeerde wapperde de nationale vlag.... ... Halverwege bliezen enkele boeren op de hoorn. De machinist van het middenste konvooi dacht dat het een alarmsein was, deed zijn trein stoppen, zodat die door de derde aangereden werd en redelijk ernstig door mekaar geschud maar er vielen geen gewonden. De konvooien zijn dan, ter hoogte van Malderen, onder een zeer elegante viaduct gepasseerd... enz., enz. Le Moniteur industriel, 19 februari 1837 (Vertaald) Openbare Werken – Op 15 maart, te 11 uur, zal in het overheidsgebouw van de provincie Brabant , rue du Chêne, Brussel, overgegaan worden tot de openbare aanbesteding
11
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
van het aanleggen van de verlenging van de Provinciale baan van Brussel naar Wolvertem tot aan de grens met de provincie Antwerpen over de Wolf en Temse, via Londerzeel, en dat over een lengte van ongeveer 12 kilometers. Deze aanbesteding zal bij veiling gebeuren in 1 enkel lot na intekening op gezegeld papier en dat op 2 manieren: a) bij middel van een concessie voor tolheffing, b) bij forfait. De veiling zal beginnen met het aanbieden, ten gunste van de concessiehouder, van de opbrengst van de tolheffing aan 2 barelen die op het nieuwe deel zullen geplaatst worden gedurernde een termijn van maximaal 24 jaren... L’Indépendance belge, 7 maart 1837. (Vertaald) Wij vernemen dat handelaars en notabelen van het kanton Puurs de minister van binnenlandse zaken een petitie overhandigd hebben met de vraag om op de spoorlijn tussen Mechelen en Dendermonde, een station te krijgen te Malderen, als centraal punt voor hun kanton en voor nog andere omliggende gemeenten. Het publiek klaagt dat dit station, dat zo hard gewenst is en evenveel reizigers zal bedienen als dat van Dendermonde zelf, nog niet werd verwezenlijkt in het algemeen belang van de staat en van de burgers. Het klaagt des te meer omdat de postkoetsdienst tussen Dendermonde en Mechelen werd opgeheven sedert het spoor er ligt. L’Indépendance belge, 25 maart 1837. (Vertaald) Sectie Mechelen-Dendermonde – Brussel, 23 maart 1837. De minister van openbare werken laat weten dat, naast het Station van Kapelle, dat behouden blijft, voor de sectie Mechelen-Dendermonde een tweede tussenstation werd ingericht te Malderen op de Heide. Vanaf 27 maart dezer zullen de konvooien er stoppen. Le Belge, 5 april 1837 (Vertaald) Men schrijft vanuit Mechelen op 2 april: De handel in onze stad heeft veel gewonnen met de opening van het tussenstation in Malderen, nu enkele dagen geleden. Onze linnenmarkt werd zowel in kwaliteit als kwantiteit goed voorzien en de doorstroming van de handelswaar ging vlot zonder dat de prijzen verhoogden. Le Belge, 4 december 1837 (Vertaald) MM Pierre Vandenperren, CH.-Phil. Slachmuylders en Ant. Debont waren op 8 september in Malderen op jacht en raakten door onachtzaamheid het minderjarige meisje Vanschoren dat door een geweerschot het linkeroog is kwijtgeraakt. Eergisteren heeft de rechtbank hen tot 6 dagen gevang, 16 fr. boete en 1500 f. schadevergoeding aan het meisje Vanschoren, dat zich burgerlijke partij had gesteld, veroordeeld. Ze hebben beroep aangetekend. Notaris Crick uit Asse, die als getuige bijgeroepen werd, weigerde de eed af te leggen en te getuigen. Hij kreeg een boete van 100 frank. Ook hij ging in beroep. Le Belge, 7 januari 1838 (Vertaald) Het Hof van beroep heeft de veroordeling bevestigd van notaris Crickx uit Londerzeel, die in 1ste aanleg een boete van 100 fr. had gekregen, omdat hij tijdens een zaak waarin hij moest getuigen weigerde om de eed af te leggen. Journal de la Belgique, 13 februari 1838 (Vertaald) Omdat de locomotief van het konvooi, dat om 3uur ’s namiddags uit Mechelen naar Gent vertrok, in Malderen een ongeluk had gehad werd vanuit Mechelen een hulpmachine gestuurd en dat heeft het eerste konvooi tot in Dendermonde geduwd. Daar is het gelijk met
12
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
het om 5 uur vertrokken konvooi aangekomen. De twee konvooien werden samengevoegd en zijn in Gent om 7u30 ’s avonds gearriveerrd. Noord-Brabander, Nederland, 8/6/1839 Journal de la Haye, Nederland, 8 juni 1839 Gazette de France, 9 juni 1839. Omtrent het onweder dat in den nacht van den 4 op den 5 dezer alhier en omstreken gewoed beeft, (zie boven) verneemt men nog nader de volgende ongelukken. Het gehucht du Bourg onder Grimbergen, vijf minuten van Vilvorden, is geweldig door de overstroomingen en het verschrikkelijkste tempeest geteisterd: dit gehucht telt 200 woningen, waarvan ongeveer een derde is vernield en ingestort. Men ziet niets dan puinhopen; noch het getal personen noch dat der beesten is bekend, welke verdronken of onder de puinhopen begraven liggen. Gisteren had men 42 lijken reeds gevonden en men dacht dat er wel 40 of 100 menschen zouden omgekomen zijn, Te Molenbeek is gisteren nog een buis ingestort en een mensch heeft daarbij het leven verloren. Te Leuven en Omstreken heeft dit tempeest hetwelk met aardbeving schijnt vergezeld te zijn geweest, insgelijks groote verwoestingen aangerigt. De rivier de Dijle is uit hare oevers gegaan, waardoor groote overstroomingen en aanzienelijke schade is veroorzaakt , doch men kende nog geene bijzonderheden. Te Tisselt is een dijk doorgebroken, waardoor het dorp en (een deel van) de gemeente Londerzeel is overstroomd. Te Hal zijn de sluizen door het water opengerukt. Te Dieghem is eene kudde van 150 schapen verdronken... Journal de la Haye, 8/6/1839 ... La nuit du 4 au 5 juin , le hameau du Bourg sous Grimberghen à 15 minutes de Vilvorde, a été frappé d'un malheur qui n'a peut-être pas d'exemple: une inondation affreuse, accompagnée de la tempête la plus horrible, a renversé, détruit, rasé, le tiers environ des constructions de ce hameau composé de deuxcents demeures; les bâtimens sont écroulés de fond en comble, on ne voit plus que des débris; ni le nombre des personnes, ni le nombre des bestiaux qui ont péri, ne sont connus jusqu'à ce moment. Ce spectacle navre le cœur; l'accident tient tout à la fois de la submersion et d'une secousse de tremblement de terre, car une partie des décombres est ensevelie. Je vais, autant que l'inondation qui dure encore me le permettra, procéder à ma mission; je vous transmettrai les résultats. L'aspect que présente le hameau de Borght ou du Bourg (commune de Grimberghen) est épouvantable: seize maisons ont été complètement détruites et plusieurs fortement endommagées. Hier à 4 heures, on avait retrouvé 42 cadavres et l'on avait lieu de croire que le nombre des victimes pouvait s'élever de 50 à 60. M. le gouverneur, qu'une blessure à la jambe retient toujours au lit, envoya sur les lieux un de ses chefs de division en l'absence du commissaire d'arrondissement qui se trouvait en tournée. M. le chevalier de Burtin d'Esschenbeek, juge-de-paix, et les deux échevins de Grimberghen ont fait preuve de beaucoup de zèle, dans cette circonstance, ainsi que M. le commandant de Vilvorde. M. l'ingénieur-en-chef est allé sur le champ constater l'état des dégradations. Nous apprenons qu'une commission va se former pour diriger une collecte dans toute la province, en faveur des familles que ce malheureux événement laisse sans ressources et sans habitation. Aussitôt que M. le gouverneur put craindre la hausse des eaux à Hal, il s'empressa d'envoyer en amont et en aval de Bruxelles, pour veiller à ce que les vannes des moulins fussent levées partout. M. le ministre des travaux publics avait, de son côté , donné de semblables instructions. M. Spaak, architecte-voyer, fut dirigé sur Dieghem, Woluwe et Saventhem où les désastres ont été très-considérables…
13
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
…Dans les environs de Bruxelles les campagnes ont beaucoup souffert. Il faut espérer que cette espèce de trombe n'aura pas étendu au loin ses ravages. Les écluses sont levées partout et l'on nous assure que M. le ministre des travaux publics s'est empressé de donner les ordres les plus sévères pour empêcher que la moindre entrave soit apportée au libre cours des eaux. C'est à ces manoeuvres qu'on doit attribuer, en grande partie, les inondations précédentes. A Thisselt, la rupture d'une digue a inondé le village et une partie de la commune de Londerzeel. Le chemin de fer de Bruxelles à Gand est intercepté. Dans certains endroits, les billes flottent à la surface de l'eau… Journal de la Belgique, 9 juni 1839 Le Messager de Gand, 10 juni 1839 (Vertaald) In Londerzeel heeft de burgemeester de brandklok laten luiden. Vergezeld van zijn geadministreerden heeft hij zich naar de spoorlijn bij de grens met Malderen begeven en bevolen om de berm te doorsteken en de lijn te onderbreken. Op die manier heeft hij het overstromen van zijn gemeente vermeden. l’Organe des Flandres, 14 november 1840 Volgende woensdag 2 december, om 11 uur in de voormiddag, zal in het Provinciehuis, Rue du Chêne, te Brussel, overgegaan worden tot de openbare aanbesteding voor de levering van het hout dat nodig is voor de aanleg van het tweede spoor van de spoorlijn Mechelen-Dendermonde, deel tussen Kapelle-op-den-Bos en Malderen. Opmerking: de openbare aanbesteding voor de aanleg van het 2de spoor gebeurde pas op 17 december 1840 (zelfde krant, editie van 26 november)
Le Constitutionnel, Frankrijk, 26 december 1840 (Vertaald) De Commerce belge schrijft: De dag van 18 december was rampzalig voor de konvooien van de ijzeren weg. Allemaal verliepen ze nog regelmatig gedurernde de ochtend en de voormiddag, maar omsteeks 3 uur ontstond er eensklaps een dikke laag ijzel. Het konvooi, dat een half uur na de noen in Luik vertrokken was en dat maar uit 5 wagons bestond, heeft in Tienen een tweede locomotief moeten vragen en is desondanks maar om 7u15 in Brussel aangekomen. Het konvooi van 1h15 uit Gent werd in Malderen door de ijzel verrast en bereikte Mechelen maar om 6 uur... Messager de Gand, 5 mei 1841 (Vertaald) Het volgende artikel werd meegedeeld aan het Journal de Bruxelles: Een in de 19 de eeuw niet te geloven voorval heeft in Londerzeel plaats gevonden. In de nacht van 24 op 25 april hebben booswichten het hek van één van de 14 kapellen van de kruisweg verwrongen, en hebben er de beelden weggenomen om ze in het veld te gooien. De nacht voordien werd uit een andere kapel het beeld van de Heilige Maagd gestolen. Het is nog niet geweten wie de daders van deze vandalenstreken zijn maar men hoopt ze door een grondig onderzoek te vinden. Journal de la Belgique, 19 augustus 1841 (Vertaald) Een redelijk merkwaardig feit, dat zeker verdient om hier vermeld te worden, deed zich voor op 14 augustus, tijdens de zitting van de Oorlogsraad van Brabant, voorgezeten door majoor Vander Burgh. De genaamde Rotraert, milicien met onbepaald verlof, werd voorgeleid onder de betichting van de burgemeester van Londerzeel, Jean François Verheyden, met woorden en gebaren
14
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
beledigd te hebben. Er werden verschillende getuigen verhoord maar daaruit bleek dat de beschuldigde, wiens goed gedrag door de meest lovende attesten bewezen werd, de burgemeester absoluut niet beledigd had maar, integendeel, door dezelfde uiterst gewelddadig was aangepakt. De burgemeester had hem bij de keel gegrepen, gekneveld, hem in de kelder van een herberg laten opsluiten, en hem daar 2 dagen laten zitten zonder hem te ondervragen. Uit de debatten bleek ook dat de burgemeester van deze gemeente met 5.000 inwoners volkomen ongeletterd is en derhalve niet in staat was om een proces-verbaal te schrijven. Daarom had hij dat door de secretaris van een vreemde gemeente laten doen. De militaire auditeur Bourdeau verklaarde de beschuldiging niet langer aan te houden. De advokaten Defrenne en Scholaert lieten de mogelijkheid open om de burgemeester voor laster en willekeurige arrestatie te laten vervolgen. Na een korte deliberatie heeft de oorlogsraad de betichte volledig onschuldig verklaard en de klacht als onontvankerlijk verworpen. Le Belge, 11 september 1841 (Vertaald) – In de voorbije maanden mei, juni en juli hebben heidense dieven in de gemeenten Halle, Anderlecht, St-Agatha-Berchem, Steenhuffel, Londerzeel en Ruisbroek heiligenbeelden en beelden van de maagd Maria in diverse kapellen en op de kerkhoven gestolen. Het grootse deel van deze beelden, merkwaardig vanwege hun ouderdom, werden aan voddenmannen en aan 2 Brusselse antiekhandelaren verkocht. Gisteren verschenen, als verdachten van deze diefstallen, Jan Baptist Steyaert en zijn vrouw Livine Audenaert, voor de rechter. In de hal van de rechtbank, tegenover het bureel van de rechters, stonden 14 Heiligen- en Mariabeelden: o.a. Sint Joannes, Sint Guido, Sint Francicus, de heilige Genoveva en een zeer antieke mater dolorosa. De verdachten verklaarden tot hun verdediging dat ze de meeste van die beelden gevonden hadden; anders konden ze het bezit van deze voorwerpen niet verklaren. Steyaert werd tot 15 maanden opsluiting veroordeeld, zijn vrouw werd vrijgesproken. Dagblad van ’s Gravenhage, Nederland, 20 september 1841 Bredasche courant, 21/9/1841 Middelburgsche Courant, 23/9/1841 Leeuwarder Courant, 24/9/1841 Zierikzeesche Courant, 24/9/1841. De dampkring is in het begin dezer maand meestal zoo helder geweest, dat men den 12 dezer, onder anderen, te Aken, bij helderen dag de planeet Venus aan den hemel gezien heeft, iets waarop zich tot nog toe slechts de Italianen, wegens de gewone reinheid der lucht in hun land, hadden kunnen beroemen. (Hetzelfde verschijnsel is dezer dagen te Malderen, in België waargenomen.) Le Commerce, Frankrijk, 26 november 1842. Courrier de la Côte-d’Or, Frankrijk, 1 december 1842. (Vertaald) Men schrijft uit Gent op 23 dezer. Deze ochtend is er bijna een verschrikelijk ongeluk gebeurd met de trein die om 7 uur uit Brussel met bestemming Gent vertrok. Tussen Malderen en Dendermonde brak de as van een wagon met daarin 30 personen wat de wagon bijna geheel deed openbreken. De passagiers slaakten wilde kreten en iedereen voelde zich bedreigd door een zekere dood. Meerdere mensen wilden op de grond springen maar werden door de anderen tegern gehouden. Tenslotte hielden allen elkander krampachtig vast.
15
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
In deze verschrikkelijke houding werden ze over een lengte van ongeveer 60 meter meegesleurd. Ze gingen onder de volgende wagons verbrijzeld worden toen hun wanhopige kreten door de treinwachters werden gehoord en die het konvooi lieten stoppen. Men gooide de gebroken wagon in de gracht langs het spoor, de passagiers werden in de andere wagons ontvangen en het konvooi kon de reis verder zetten. Behalve enkele licht gekneusden werd niemand gewond. Een jonge vrouw met twee kleine kinderen wilde hen op het talud gooien; gelukkig heeft een passagier haar tegen gehouden. l’ Organe des Flandres, 23 oktober 1843 (Vertaald) Algemeen Handelsblad, 26/10/1843 Journal de la Haye, 27/10/1843 (vertaald) Provinciale Geldersche en Nijmeegsche courant, 28/10/1843 Belgische Post. Brussel, dinsdag 24 October. De minister van openbare werken heeft heden bekend gemaakt, dat op de spoorwegen gedurende het gure weder geene opene waggons meer zullen gebruikt worden. Men weet dat in de dagbladen reeds lang op deze verandering, in het belang van den gemeenen man, aangedrongen was. Men wil dat er thans weder ernstig sprake van is om Brussel tot de centrale station der spoorwegen te maken. Deze uitkomst zou verkregen worden door den aanleg van twee kleine rit-banen die de oostelijke en westelijke liniën der hoofdstad aan elkander verbinden, zullende de eene van Vilvorde naar Vespelier (= Wespelaar) en de andere van Vilvorde naar Malderen loopen. Op deze wijze zou de weg over Mechelen vermeden worden, en alle reizigers van Engeland of Frankrijk naar Duitschland of omgekeerd zullen dus noodwendig te Brussel moeten aankomen. Men gelooft dat deze wijziging, die overigens niet zeer kostbaar is, tot gevolg zal hebben dat vele vreemdelingen, die anders slechts doorreizen zouden, thans eenige dagen in België doorbrengen zullen Algemeen Handelsblad, 12/1/1844 Groninger Courant, 12/1/1844 Arnhemse Courant, 13/1/1844 Brussel, Woensdag 10 januarij - Gisteren is op den spoorweg tusschen Malderen en Capelle een ongeluk voorgevallen! Door het breken van den ijzeren rand aan een der raderen van de locomotief, zijn de beide locomotiven uit het spoor geraakt, de stoker gedood en de twee machinisten alsmede de baanwachter ligt gekneusd. Voor de reizigers heeft het voorval geen ander gevolg dan een zware schok en een oponthoud van anderhalf uur gehad. Journal des débats politiques et littéraires, Frankrijk, 12 januari 1844. (Vertaald) We lezen in l’Indépendance van 10 januari: Gisterenavond gebeurde een ernstig spoorwegongeluk. Hier volgt wat we hierover vernamen. Gisteren, rond 6u30 ‘s avonds, is te Kapelle-op-den-Bos de locomotief van het laatste konvooi uit Gent ontploft. Men schrijft dit ongeluk toe aan een schok die door een door de vorst gebroken rail veroorzaakt werd. De stoker werd dodelijk gewond Geen enkele andere persoon liep enig letsel op. Het konvooi is pas om 10u30 in het Noordstation aangekomen. (Daarna dezelfde tekst als die in Le Globe, zie hierna).
Journal de Bruxelles, 11 januari 1844 Le Globe, Frankrijk, 12 januari 1844. (Vertaald). In l’Emancipation van 11 januari staat te lezen. We vernemen op dit ogenblik dat de breuk van de wielband van een locomotief gisteren avond tussen Malderen en Kapelle-op16
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
den-Bos een hevige schok maar zonder erg voor de reizigers veroorzaakt heeft aan het konvooi dat om 5 uur 15 in Gent vertrok. De twee locomotieven ontspoorden, een stoker werd gedood en de twee machinisten en een baanwachter werden licht gewond. Het konvooi heeft een vertraging van anderhalf uur opgelopen. Bedienden van de administie hebben zich onmiddellijk ter plekke begeven om onderzoek te verrichten. l’Organe des Flandres, 12 januari 1844 Journal de Belgique, 12 januari 1844 Journal xde bruxelles, 12 januari 1844 Le Globe, Frankrijk, 13 januari 1844. L’Indépendance Belge, 12 januari 1844 (Vertaald). De Moniteur Belge schrijft het volgende over het spoorwegongeluk waarover we het gisteren hebben gehad. Het konvooi, in Gent vertrokken om 5u30 ’s avonds, bestond uit 18 wagons die getrokken werden door 2 locomotieven. Iets voorbij Malderen brak de band van het rechterwiel van de eerste locomotief, raakte los, en de kracht van de impuls veroorzaakte dus een ontsporing met een harde schok. De locomotief sprong op het dubbel spoor, reed er overheen en beschadigde het redelijk ernstig. Maar door verlies aan kracht kwam hij in de gracht terecht zonder zijn tender mee te sleuren. De tweede locomotief heeft, door met de verbindingsketting weerstand te bieden, het konvooi voor een ernstig ongeluk behoed. De ketting die de tweede locomotief met de tender van de eerste verbond brak zonder een brutale schok want de reizigers hebben amper iets gevoeld. Maar, door weerstand te bieden, werd de tweede locomotief aan de linkerkant teveel belast, ontspoorde en is ongeveer 40 meters verder ook gekanteld. Een stoker, gevat tussen de locomotief en de tender, werd gedood. De machinisten werden maar licht gekwetst en kunnen vanaf vandaag al weer aan het werk. Niemand van de reizigers werd gewond. Deze gebeurtenis doet ons het volgende bedenken, vervolgt de Moniteur: In Meudon verergerde de aanwezigheid van een tweede locomotief de ernst van de katastrofe. In Malderen heeft de tweede locomotief het konvooi gered. In Meudon waren veel personen aan de dood kunnen ontsnappen als de wagons niet met de sleutel afgesloten waren. In Malderen hebben enkele personen daarentegen toch wat blutsen gekregen omdat ze open waren. Deze tegengestelde gevolgen kunnen ons doen besluiten dat, wat spoorwegen betreft, er nog veel ervaring nodig is om de superioriteit van het ene of andere systeem te kunnen bewijzen en het voorbarig is om nu al van absolute principes uit te gaan. La Presse, Frankrijk, 13 januari 1844. (Vertaald) De Gentse kranten publiceren de volgende details over een ernstig ongeluk op de spoorlijn tussen Malderen en Kapelle-op-den-Bos. Het konvooi dat gisteren, woensdag, om 4u45 ’s avond uit Gent naar Brussel vertrok, had een ongeluk met funeste gevolgen. Het was zwaar geladen en werd getrokken door 2 locomotieven. In Londerzeel, waar het konvooi om 6u30 aankwam, sprong de band van een wiel van de voorste locomotief die rechts van het spoor terechtkwam. De ketting van de tweede tender brak door de schok en de aanhangwagen waar die mee verbonden was werd links van de spoorbaan geworpen. De wagons die alzo als bij mirakel ontkoppeld waren kwamen tot stilstand zonder onheil voor de reizigers; maar
17
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
de stoker, Verschuere uit Kortrijk, pas drie maanden geleden getrouwd, werd op slag gedood. Machinist Heyndrickx vertoonde meerdere kneuzingen maar zonder erg. De rails waren gebroken en het konvooi dat om 6 uur uit Brussel vertrok en rond 9 uur in het station van Gent moest arriveren, moest uiteraard stoppen en is pas om 2u30 ter bestemming geraakt. Le Constitutionel, Frankrijk, 1 april 1844. (Vertaald). Evenals in Frankrijk doet de onverdraagzaamheid van de geestelijkheid zich ook in België gevoelen. De Observateur uit Brussel schrijft dat enkele dagen geleden een pachter uit Steenhuffel in Merchtem plotseling overleed tengevolge van een acute beroerte. Het lichaam werd in een schuur gelegd en men stuurde iemand naar Steenhuffel om er te vragen of de overledene in 1843 zijn pasen had gehouden. Het antwoord was negatief en hij werd buiten het kerkhof begraven. De volgende zondag klom een priester op de preekstoel en na de gelovigen gevraagd te hebben om voor verschillende overledenen te bidden, verbood hij hen formeel om dat ook voor de boer uit Steenhuffel te doen aangezien die in 1843 zijn pasen niet gehouden had. Le Messager de Gand, 1 april 1844 Méphistophélès, 11 april 1844 (Vertaald) Een begrafenis geweigerd – De onverdraagzaamheid en kwaadwilligheid van de priesters, begunstigd door de medewerkling van de regering, wordt in België verschikkelijk groter. Enkele dagen geleden werd een pachter uit Steenhuffel (Brabant) op het grondgebied van Merchtem getroffen door eenn acute beroerte. Het lijk werd voorlopig in een schuur gelegd. Alvorens hem te mogen begraven moesten er bij de kerkelijke autoriteiten van Steenhuffel inlichtingen ingewonnen worden. De ongelukkig pachter bleek in 1843 zijn Pasen niet te hebben gehouden. Zonder enig ander motief werd hem een plaats op het kerkhof geweigerd. Men begroef hem aan de voet van de haag. De zondag daarop besteeg een priester de preekstoel. Hij verbood de aanwezigen formeel om voor de pachter te bidden. Gebeden van gelovigen, aldus deze onwaardige priester, zijn nutteloos want de overledene heeft in 1843 zijn Pasen niet gehouden. Aan dergelijke mannen is België momenteel overgeleverd. l’Indépendance Belge, 19 april 1844. Een meid, in dienst in de gemeente Steenhuffel, die door haar meesters was afgedankt, heeft zich dinsdagnacht aan een boom opgehangen. Zij was dood toen men haar vond. Ze werd naar het lijkenhuis van Londerzeel overgebracht. Messager de Gand, 14 maart 1845 (Vertaald) Ziehier een overzicht van de ongelukken op de IJzeren Wegen gedurendce de voorbije 2 jaren: ... 1844: 1 Stoker gedood toen hij bij de ontsporing van een locomotief tussen Londerzeel en Malderen ten gronde viel... Samen op 2 jaar tijd: 21 doden waarbij 5 spoorwegbedienden, 7 reizigers en 9 passerende voetgangers.
18
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Journal de la Belgique, 27 maart 1845
l’Organe des Flandres, 10 november 1845 l’Indépendance belge, 11 november 1845 (Vertaald) Vorige vrijdag is op de spoorlijn te Malderen een ongeluk gebeurd. De genaamde Geerts, konvooiwachter voor goederentreinen, wilde een wagon loskoppelen van het konvooi dat om 5u45 in Gent vertrokken was toen dat nog in beweging was. Hij verloor het evenwicht en een zwaar beladen wagon is over zijn lichaam gereden. Hij werd in een verschrikkelijke toestand weggebracht. Men verwacht het ergste. (alleen in l’Indépendance belge) Hij is eergisteren in de loop van de avond bezweken. Le Messager de Gand, 12 november 1845 (Vertaald) De ongelukkige konvooiwachter, de heer Geerts, die vorige vrijdag in het station van Malderen een ongeluk heeft gehad, is gisteren aan zijn verwondingen bezweken. Toen hij een lege wagon van een goederenkonvooi wilde loskoppelen werd hij omver geworpen en hebben de wielen van de wagons hem letterlijk de armen en een been afgesneden. Geerts is huisvader en was bovendien de steun van zijn oude vader. Journal de la Belgique, 9 juni 1846 (Vertaald) Op 5 deze maand heeft een brand het huis in Steenhuffel vernield dat bewoond werd door de landbouwers Brusselmans en J.B. Blazer. Het huis was verzekerd bij de Compagnie d’assurances mutuelles en was de eigendom van M. Ed. Van Zeebroeck. De Denderbode, Aalst 11 oktober 1846 Den besmettelijken buikloop, welken zich in sommige kantons heeft verklaerd, woed ook te St. Amands, en heeft zich in korten tijd uytgebreid tot de dorpen Baesrode, Mariakerke, Buggenhout, Lippeloo, Malderen, Opdorp, Breendonck, Londerzeel nen Wolverthem Le Courrier de l’Escaut, 15 oktober 1846 (zelfde inhoud in het Frans) Den Denderbode, Aalst, zondag 18/10/1846 De Gazette Médicale Belge behelst een berigt omtrent den rooden loop, die zich in sommige gemeenten van het arrondissement Mechelen heeft verklaerd; de kwael schijnt daer uiterst fel te woeden. “Men zal er zich een denkbeeld van maecken,” zegt dit blad, “wanneer men zal
19
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
weeten, dat te Lippeloogemeente van ruim 500 zielen, meer dan een vijfde der bevolking (109 inwooners) is weggerukt. Te St.-Amands is den burgemeester en vier bij hem inwoonende persoonen in weynige dagen overleeden. Ook te Londerzeel rigt den rooden loop verwoesting aen.” Dagblad van ’s Gravenhage, 23/10/1846 en Zierikzeesche Nieuwsbode 26-10-1846 De buikloop heerscht op eene ontzettende wijs in de gemeenten van het arrondissement Mechelen. Er zijn geene geneesheeren genoeg. Men zal zich van de sterfte een denkbeeld kunnen maken, wanneer men verneemt, dat te Lippeloo, eene gemeemte welke slechts 500 zielen telt, meer dan een vijfde gedeelte der bevolking gestorven, is, namelijk 109 personen. Te St. Amand zijn de burgemeester en vier personen, die bij hem inwoonden, met eenige dagen tussochenruimte overleden. Te Londerzeel rigt deze ziekte diezelfde verwoestingen aan. Verduidelijking: meer informatie over deze epidemie is te vinden in het boek “Gezondheidszorg in Londerzeel, Malderen en Steenhuffel, 1525-1914”.
Messager de Gand, 25 oktober 1846 Bevolking: - Londerzeel: 4.630 - Malderen: 1.780 Méphistophélès, 27 oktober 1846 (Vertaald) Wat de Pastoor van Steenhuffel onder liefdadigheid en graanhandel verstaat. Bij het begin van de voorbije winter, die voor de armen zo beangstigend is geweest, achtte M. Van Zeebroeck, pastoor van Steenhuffel, het moment gekomen om voor zijn parochianen een godvruchtig werk te verrrichten en tegelijk voor zichzelf een goede slag te slaan. Goed beseffend dat de administratie van de armencommissie (waar hij zonder twijfel lid deel van is) hem – als hij dat vroeg - zeker een som geld zou geven om graan voor de armen te kopen, repte hij zich om met zijn eigen centen al een redelijk grote graanvoorraad aan te leggen. Hij hield de mogelijkheid open om deze goederen te verkopen als hun prijs zou stijgen en alzo, ten laste van de armen van zijn parochie, een eerlijke winst te realiseren die hij dan ongetwijfeld tot meerdere glorie van God zou kunnen besteden. De filantropische pastoor kocht dus 35 zakken rogge en stapelde ze op in zijn magazijn in afwachting van het geschikte moment om ze ten gunste van de armen te kunnen gebruiken. Ofwel hadden de armen van Steenhuffel geen last van de duurte van de levensmiddelen in het algemeen en van de bedorven aardappelen in het bezonder, ofwel was de eerwaarde heer pastoor van gedacht dat de roggeprijs het gewenste niveau nog niet bereikte, in ieder geval verstreek de winter zonder dat de pastorele voorraad aangesproken werd. Pas enkele dagen voor Pinksteren besloot hij om eindelijk van zijn graan gebruik te maken. Maar toen hij dat wilde verzetten merkte hij dat het bedorven was! Wat een miserie en ontgoocheling... De pastoor kon toch zijn investering in 35 zakken rogge niet verliezen? Wat kon hij doen? Hij wendde zich tot de molenaar van het dorp, legde hem zijn geval uit, en vroeg hem of hij het graan toch niet wilde malen in de staat als hij het kreeg. De molenaar vertelde de pastoor dat met dat meel geen fatsoenlijk brood te bakken was en dat het bovendien zijn molenstenen zou kunnen vergiftigen en zijn commerce zou kunnen schaden. “Maar,” zei de pastoor, “Als je nu eens een beetje van dit graan met gezond graan zou mengen, dan zal dat toch door niemand worden opgemerkt en mijn armen zouden alleen maar wel varen bij een volume van 35 zakken meer.”
20
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
“Het lot van de armen beroert mij zeer,” antwoordde de molenaar, “maar wat u mij vraagt, kan ik niet doen.” “Dus,” replikeerde de pastoor, “maak dan bloem van het graan zoals het is en ik zal er dan wel mijn plan mee trekken.” De molenaar weerstond niet langer aan de vraag van de pastoor en maalde het bedorven graan. De volgende dag, Pinksteren, verrichtte de filantropische priester een eerste uitdeling van brood aan de armen. Het spreekt voor zich dat alleen de ‘praktiserende’ gelovigen hiervan konden genieten. Maar zie nu wat er gebeurde. De dag nà de brooduitdeling zijn al de beste parochianen van Steenhuffel, degenen die het brood van de pastoor gegeten hadden, erg onpasselijk geworden, net alsof ze de dag voordien giftige paddenstoelen hadden gesoepeerd. Grote beroering in het dorp, want wat kon hiervan de oorzaak zijn, en waarom waren alleen de beschermelingen van de pastoor hierdoor geviseerd? Uiteindelijk werd de bron voor dit incident gevonden en besefte men dat de filantropie van mijnheer pastoor het leven van zijn meest dierbare parochianen had kunnen kosten. En de slecht genoteerde armen, zij die de erediensten niet volgden, wel, die spotten van harte met degenenen die door de vrijgevigheid van de pastoor bevoordeeld waren. Wat er met de overschot van het bedorven meel gedaan werd is niet geweten. L’Indépendance Belge,14 november 1846 (Vertaald) Koninklijke Besluiten van 27 oktober geven aan volgende gemeentebesturen volgende bedragen om hulp te bieden aan arme families die door de epidemie getroffen zijn: - Lippelo: 200 fr. - Malderen: 400 fr. - Steenhuffel: 400 fr. - Sint-Stevens-Woluwe: 400 fr. Het Handelsblad, 30 december 1846 Wy hebben wéér een nieuw ongeval op den yzeren weg, tusschen Capellen en Malderen, aen te stippen. Het laetste konvooi met koopwaren van Gent vertrokken, was op liet genoemd punt aengekomen, toen er plotseling een rail gebroken is. De locomotief werd opgeheven, gelyk een peerd dat steigert, en vloog uit het spoor; hel is noodeloos Ie zeggen, dat hetzelve beschadigd is. De machinist en stoker zyn gekwetst, de eene aen de zyde, de andere aen den arm; vier wagons zyn verbryzeld en de koopwaren op den weg verstrooid. De laetste konvooijen van Gent en Brussel, bestemd voor het vervoer van reizigers hebben te Capellen en Malderen moeten ophouden, waer zy van rytuigen hebben moeten veranderen. Dit ongeval veroorzaekte twee uren vertraging. L’Indépendance Belge, 25 december 1846 Gazette nationale ou le Moniteur Universel, Frankrijk, 28 december 1846. Le Constitutionnel, Frankrijk, 28 december 1846. Journal des villes et des campagnes, Frankrijk, 29 december 1846. (Vertaald). We moeten melding maken van een nieuw spoorwegongeluk, voorgevallen vorige dinsdagavond tussen Kapelle-op-den-Bos en Malderen. Het laatste goederenkonvooi uit Gent reed daar toen de locomotief plotseling steigerde als een paard over een gebroken rail, ontspoorde en de hele breedte van de ijzeren weg overschreed. Het spreekt voor zich dat de locomotief beschadigd werd. Machinist en stoker werden gewond, de ene in de zij, de andere aan de arm. 4 Wagons braken en de goederen werden verstrooid over de baan. De laatste
21
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
reizigerstreinen uit Gent en Brussel, zijn tussen Kapelle en Malderen moeten stoppen en hebben daar moeten wisselen van wagon om, met een vertraging van 2 uur, hun bestemming te kunnen bereiken. Nieuwe Rotterdamsche courant, 13/2/1847 Le Messager de Gand, 14 februari 1847 (in ’t Frans) Eergisteren avond, op het oogenblik dat de trein tusschen Capelle en Malderen was, zag men eene pachthoeve aan den spoorweg gelegen in brand staan; eenige reizigers verzochten dat de trein zoude ophouden ten einde hulp aan te brengen; maar men heeft hun verzoek niet kunnen inwilligen. Den Denderbode, Aalst, zondag 21/2/1847 Zijn door de policie deezer stad aengehouden en voor den heer prokureur des koning gezonden: P.J. Van Schel, oud 32 jaeren, winkelier, en Victor De Smet, oud 27 jaeren, baerdscheerder, beyde woonende ter gemeente Londerzeel, verdagt van valsche stukken van 1 frank te hebben uytgegeven. Het Handelsblad, 30 juni 1847 Wy lezen in den Vlaming de volgende tydingen: Pieter Van Schel, winkelier e Londerzeel, had gepoogd in verscheidene herbergen valsche stukken van eenen frank uit te geven, maer dit werd ontdekt door de persooncn welke hy wilde bedriegen, en zyn bedrog werd aen de justitie bekend gemaekt. Voor de correction-nele regtbank van Dendermonde gebragt zynde, werd hy tot 3 maendcn gevangenis en 16 franks boete veroordeeld, krachtens het artikel 405 van het strafwetboek, vermits de tribunael de zaek als aftroggelary beschouwde; maer de beschuldigde zich tegen dit vonnis in beroep voorzien hebbende, heeft de verdediger voor het hof van appel beweerd, dat po'ogingen doen om valsch geld uit te geven, door geene strafwet voorzien was, dat deze slechts de daed straft wanneer men weet dat het geld valsch is, maer niet de pooging van deze daed. Hel hof heeft by arrest van den 22 juny het stelsel van den verdediger aengenomen en den beschuldigden van alle vervolg vrygcsproken. L’Indépendance Belge, 28 augustus 1847 (vertaald) Wij ontvangen met de electrische telegraaf het nieuws dat het konvooi dat deze ochtend uit Oostende vertrokken is, om 10u 154 nabij Malderen ontspoord is . De locomotief is gekanteld, de machinist is er boven op gebleven. De conducteur werd licht gekneusd. Gelukkig waren er geen andere ongelukken. Het konvooi is rond 4 uur te Mechelen aangekomen. Algemeen Handelsblad, 30/8/1847 Groninger courant, 31/8/1847 Brussel, Zaterdag 28 Augustus. De gisteren morgen van Ostende vertrokken spoortrein is nabij Malderen uit het spoor geraakt. De locomotief is omgeworpen, de machinist er boven op gebleven. De conducteur van den trein werd ligt gekwetst. Gelukkiglijk had men geene andere ongelukken te betreuren. Ten 4 ure kwam de trein te Mechelen aan. Journal de la Belgique, 29 augustus 1847 (in het Frans) Het Handelsblad, 1 september 1847 Gisteren is men op het punt geweest van een groot onheil te moeten beweenen. Dank aen den moed en aen de tegenwoordigheid van geest der bedienden van den yzeren weg, is men
22
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
het nog met den schrik onstaen. Zie hier de zaek: Het konvooi was om I uer 20 minuten uit Dendermonde naer Mechelen vertrokken, en was ter hoogte van Malderen gekomen, toen de machinist vermeende van den goeden weg te zyn; en, inderdaed hy bedroog zich niet. Het excentriek had zyne werking niet gedaen, en men was aen een vreeslyk onheil blootgesteld. De machinist liet de alarmschuiffeling hooren en oogenblikkelyk werden de freins gedraeid en kon men gelukkig den geweldigen gang van het konvooi byna volkomen beteugelen. Het was hoogen tyd dat men het konvooi stilhield, want reeds liepen de locomolieve, de tender en een waggon met koopmanschappen van de rayls, en deze sleepten zeven rytuigcn met reizigers buiten het spoor. De machinist en de chef van het konvooi werden gekwetst , maer niet een der reizigers ontving eene kneuzing. Spoedig zyn er teekenen gegeven om hulp uit andere statien aen te brengen, en, in afwachting dat deze kwamen, hebben de reizigers moedig met de bedienden gewerkt, om de rytuigen weder op de rayls te brengen; zoo is het niet geweest met de bewooners van Malderen, die zich zeer weinig behulpzaem hebben getoond. Men is het eens om te bekennen, dat het slecht plaetsen of draeijen van hel excentriek de oorzaek van dit onheil is. Een onderzoek is begonnen. Den Denderbode, Aalst 5/9/1847 Den treyn zaterdag morgend van Oostende vertrokken, is te Malderen buyten spoor geloopen. Den stoomsleeper is omgevallen; maar buyten den oppertreyn-wagter, die eenige kneuzingen heeft bekomen, is er niemand gekwetst geworden. l’Indépendance belge, 10 december 1847 (Vertaald) Kamer van Volksvertegenwoordigers, 9 december 1847 – Petitie: De gemeenteraad van Buggenhout vraagt de tussenkomst van de Kamer om het station op de spoorlijn te Malderen naar Buggenhout te verplaatsen. Wordt doorverwezen naar de commissie der petities. Journal de Bruxelles, 1 juni 1850. (Vertaald) Een groot aantal inwoners van Merchtem, Opwijk, Steenhuffel en Londerzeel, waar men nog sterk gelooft, is vorig jaar op bedevaart naar Scherpenheuvel geweest om er door bemiddeling van de heilige maagd aan God de snelle terugkeer van zijne heiligheid de paus in Vatikaanstad te vragen. Enkele dagen geleden hebben zij dezelfde bedevaart herhaald, deze keer om de hemel te danken dat hun gebeden werden verhoord. L’Indépendance belge, 14 januari 1851 (Vertaald) De Correctionele Rechtbank van Brussel heeft tijdens de zitting van vorige zaterdag, de genaamde Joseph Van Roo, dagloner te Londerzeel, veroordeeld tot ... maanden opsluiting voor de diefstal van 20 .... ten nadele van de heer Dedonder uit Laken. Het Handelsblad, 4 februari 1851 Den Denderbode, Aalst 9/2/1851 Men schrijft uyt Malderen: Den heer Frans Meert, deezer gemeente, die sinds 1829, aen de samenstelling van een buytengewoon en zeldzaem machien werkt, heeft hetzelve dit jaer voltrokken. Dit mekaniek-samenstelsel, hetwelk men te regt geen uerwerk kan noemen, alhoewel hetzelve door twee horlogiën in beweeging wordt gebracht, is een der volledigste welke wij ooyt gezien hebben. Het wijst de seconden, de minueten, de ueren, de dagen en nagten op alle plaetsen der wereld, de maenden en saisoenen, de jaeren, den op- en afgang van zon en maen
23
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
met den loop deezer laetste, de beweeging der verschillende planeeten rond de zon, de plaets der zon tusschen de keerkringen, de teekens van den dierkring, de tijden van den equinoxe, het hoog en leeg water in de verschillige havens van Belgiën, alsook het afneemende en groeyende verschillige beweeging der tijen, het schrikkeljaer, het gulden getal en epacta, de zondag-letter, een deel der passie van Onzen Heere, het lijden van O.L. Vrouw, enz. Van onder aen de kas in een bijzonder deel, ziet men alle morgenden eene mis celebreeren, het luyd, het klipt en het belt op de behoorlijke stonden. Dit bewonderensweerdig machien staet te zien aen de statie van den ijzeren weg te Malderen, in de herberg van joffrouw de weduwe Verstegen. (Verduidelijking: het is niet zeker over welke Frans Meert het hier gaat. Wellicht was hij de zoon van Jacobus en Catharina Van Bever en werd hij in Malderen geboren op 11/2/1803. Herbergierster Joanna Mailly was de weduwe van Guillielmus Verstegen. Zij waren de ouders van Maria Theresia Verstegen en waren hun dochter naar Malderen gevolgd toen diens echtgenoot, Andreas Josephus Hendrickx, in 1842 overste van het station van Malderen werd. Wat er met de merkwaardige “automatiek” van Frans Meert gebeurd is, weten we niet.) Deze Frans Meert is ook de auteur van vollgende nogham eigenaardige sollicitatiebrief.
Het Handelsblad 27 maart 1860 De Gazet van Dendermonde bevat eene annonce, die al te merkwerdig is om niet kosteloos door middel van ons blad meerdere ruchtbaerbeid te bekomen. De geleerdheid van al de professors van hooger, middenbaer en lager onderwys, moet de vlag stryken voor de alwetendheid van magister Meert Wy laten hier letterlyk zyne aenkondiging volgen: Berigt aen de Ongeleerden. Ik ondergeteekende FRANCISCuS MEERT, laet weten, aen groot en klein, arm en ryk, !’t is al gelyk, dat ik hun gratis zal leeren, zoo wyd als myn verstand bereikt, te beginnen van den 2 april 1860, alle dagen van 9 tot 11 ure voormiddag, namiddag van 2 tot 4 ure en 's avonds van 7 tot 8 ure, al het volgende: spellen, leezen, schryven, dicteeren, rymen en dichten, brieven nieuwe en oude van over 200 tot 300 jaren, almanakken en gazetten, nieuwe en oude historiën, de redictie en rekenboek en de wyd vermaerde cyffering. Ik beloof aen een ieder, als zy hunne tafel kennen, dat ze op den lyd van 48 ure de cyffering zoodanig zullen verstaen, dat zy voor alle koopmanschappen zullen bekwaem zyn, daërvan heb ik reeds vele blykens; ik zal hun de tyd-rekening leeren, den cirkel van de zon, het Gulde getal, den Epacia, de geographie waer zy op eenige oogenblikken in al de steden van de wereld kunnen zien hoe laet het aldaer is, den Mappemonde, waerop zy zullen zien dat op den vollen loop van den zodiak, de zon al de deelen van de wereld even veel beschynt, daer zoo veel onnoozele menschen zeggen dat in den noorden het maer dry maenden op een jaer klaer wordt, — de twee ampt lieden, de uerstonden, de seven kinders der planeeten, ook de tafels van de zeven meesters Albumazar, Anthidon, Pitagoras, enz., van twee echte lieden W... Physiognomie, de 12 straten des Hemels, met figucr, de 36 beelden des Hemels met haer sparsibiles, — de sterrekunde, de poolen, de spilkringen, de keerkringen, den Equinoxtiael, de zichteinder, de horizon, de graden van lengte en breedtc en ook de ronde van de eklipsen; de eklipsen zyn rond op 6S85 dagen en 8 uren, op 223 maenschyncn; op die 223 maenschynen komen 10 eklipsen, 29 aen de maen en 41 aen de zon. De groote liefde die ik gekregen heb om gratis te leeren, is voortsgekomen om dat myne geleerdheid my geenen centiem kost en ook omdat myn leven byna geëïndigd is, en dat ik eenige liefhebberij wil voorzetten. De lieden mogen met alle boeken en
24
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
schriften te leeren komen, uitgenomen, die, tegenstrydig aen den godsdienst. Myne groote liefde is nog voorts gekomen van eene persoon die my om 15 centiemen vriendschap betoond heeft, en nog eenen persoon die my eene drydobbele liefde betoond heeft, van 3 fr. 28c. – Al die naer myn onderwys komen zyn myne vrienden, en niet komen blyven myne vrienden, ik beveel my in ieders gunst— gratis. Malderen (statie) 21 maert. Franciskus Meert. L’Indépendance Belge, 4 april 1851. (Vertaald) De leden van het Parket van Brussel zijn dinsdag naar Londerzeel en de omliggende gemeenten gegaan in de hoop daar de afschuwelijke daders te vinden van de moordpoging, gevolgd door diefstal, gepleegd te Beigem in de woonst van weduwe Vermoesen. Jornal de la Belgique, 11 juni 1851 (Vertaald) Het assisenhof van Antwerpen heeft gisteren uitspraak gedaan in een zaak, die de voorbije twee zitdagen in beslag genomen heeft, met 6 beschuldigden waarbij een meisje - Jan Frans Teugels, 19 jaar, - Frans Jozef Teugels, 17 jaar - Louis Teugels, 27 jaar, - Jan Baptist Lernous, 25 jaar, - Charles Louis Blommaerts, 26 jaar, - Marie Jeanne Vleminkcx, 19 jaar, Zij waren beschuldigd: a) van op 1 december 1850, gedurende de nacht, gewapend, met gebruik van geweld en met achterlating van enkele sporen van blessures in Ruisbroek hoofddeksele en een bedrag van ongeveer 6 frank gstolen te hebben, b) van een zekere Lenaerts geslagen en verwond te hebben met meer dan 20 dagen werkonbekwaamheid als gevolg. Frans Teugels bovendien: c) van op dezelfde dag gedurende de nacht, gewapend, met gebruik van geweld en met achterlating van sporen van blessures, een gouden hart te hebben willen stelen ten nadele van Petronella Huysmans. Het lag niet aan de dader maar aan onvoorziene omstandigheden dat deze poging is mislukt. Jan Frans Teugels en Louis Teugels werden veroordeeld tot 5 jaar opsluiting; Jozef Teugels tot 4 jaar, Jan Baptist Lernaus en Charles Louis Blommaerts ieder tot 3 jaar gevang. De drie broers Teugels werden daarenboven 5 jaar onder politietoezicht geplaatst. Het meisje Marie Jeanne Vlemincx werd vrijgesproken. De jury moest 53 vragen beantwoorden. Opmerking: als bewijs dat appels meestal niet ver van de boom vallen, ook dit.
Journal de la Belgique, 26 april 1845. (Vertaald) Gisteren verschenen (voor de rechter): 1° L. Lernous, 45 jaar, lompenkoopman, geboren in Steenokkerzeel, wonend in Londerzeel, en 2° H. Teugels, 43 jaar, winkelier, geboren en wonend in Londerzeel; beschuldigd van diefstal met inbraak in een bewoond huis en op 11 maart 1845 door het assisenthof vann Braban veroordeeld tot 5 jaar dwangarbeid, het betalen van de gerechtskosten en tot 5 jaar speciaal politietoezicht na het verstrijken van hun straf. Hendrik Teugels was de vader van o.m. Jan Frans, Frans Jozef en Louis Teugels. Jan Baptist Lernous was de zoon van Louis Lernous (eigenlijk uit Humelgem).
25
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Journal de la Belgique, 26 augustus 1851 L’Indépendance belge, 27 augustus 1851 (Vertaald) Rechtbanken – Gisteren verschenen voor het Assisenhof van Brabant, voorgezeten door de raadsheer van Mons, Pierre Antoine Scheers, dagloner, 27 jaar oud, en Guillaume Scheers, zijn broer, 22 jaar oud, allebei geboren in Humbeek en gedomicilieerd in Londerzeel. Ze werden er van beschuldigd in de nacht van 15 op 16 mei laatstleden, gewapend en bij middel van beklimming, in Meise huisraad, toiletartikelen en meubilair ontvreemd te hebben ten nadele van de echtgenoten Cornelis Verbruggen. Toen ze door een patrouille van de nachtwacht, terwijl ze hun buit transporteerden, verrast werden, hebben de beschuldigden op de wachters geschoten, maar zonder iemand ter raken, en zijn ze gevlucht. Bij hun arrestatie de volgende dag hebben ze hun misdrijf niet proberen te ontkennen. De hoofdbeklaagde, Guillaume Scheers, heeft alleen geprobeerd om zijn staat van komplete dronkenschap in te roepen als bewijs dat hij zonder voorbedachtheid gehandeld had. De jury heeft de beklaagden schuldig bevonden en ze werden beiden tot 8 jaar dwangarbeid, 10 jaar surveillance en tot het betalen van de proceskosten veroordeeld. L’Indépendance Belge, 12 september 1851. (Vertaald) – Vorige maandag was er in Londerzeel een ruzie tussen 2 personen. Eén van hen was amper 17 jaar oud. Deze kreeg verschillende stokslagen op het hoofd die zijn schedel braken en zijn dood veroorzaakten. De gerechtelijke autoriteiten zijn ter plaatse gegaan en hebben de schuldige opgesloten. La Nation, 12 september 1851 Messager de Gand, 13 september 1851 (vertaald) Ziehier enkele details over de misdaad waarvoor het parket gisteren voormiddag naar Londerzeel is gegaan. Twee personen reisden samen toen ze een derde ontmoetten die ruzie zocht. De nieuweling stortte zich toen op één van de twee kompanen en sloeg hem zo hard en verwondde hem zozeer dat hij even later niet meer bestond. De dader heeft de vlucht genomen. l’Indépendance Belge, 31 december 1851 (Vertaald) De correctionele rechtbank heeft de genaamde Egide De Maerschalck, veldwachter van Steenhuffel, veroordeeld tot 1 maand opsluiting en een boete van 16 frank omdat hij zonder ernstig motief, tijdens de voorbije verkiezingen, de herbergier Pierre Jean Aerts in diens herberg geslagen en ernstig verwond had. Het Handelsblad, 21 december 1851 Hof van assisen - Moord. - Seedert een paer dagen is eene zaek voor het hof van Brabant verschenen, ten laste van Jan Baptist Verhasselt oud 29 jaren, herbergier, geboren te Liezele, gedomicilieerd te Londerzeel. Ziehier de feiten : De eerste zondag van de maend september had de kermis van Liezele in de herberg van den genaemden Goens, gezegd de Klodder, een aental inwoners van Londerzeel vereenigd, ónder ander Clymans, De Jonghe, Frans Verhasselt, zyn lief Isabel van Eeckhout, Hendrik Schellemans, Hendrik Lauwers en Jan-Baptist Verhasselt.
26
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Er kwam rusie tusschcn Clymans en Verhasselt. Dit echter was niet erg en de herbergierster gelukte er in, met Hendrik Lauwers, Verhasselt tot bedaren te brengen. Om naer Sneppelaer te gaen moest Verhasselt denzelfden weg gaen als Clymans en Dejonghe. Uit vrees van onrust, raedde Lauwers Verhasselt aen eenen anderen weg te kiezen. Hy beloofdedit; maer nauw had men de herberg verlaten of Verhasselt greep eenen boomstaek, maekte er eenen stok van en vervolgde de twee bovengenoemden. Schillemnans kwam hem halfloopend tegen, en toen hy vroeg waerheen hy ging, antwoordde hy: Laet my begaen; ik kan mijne kwaedheid niet bedaren. Schillemans wilde meegaen maer Verhasselt bedreigde hem als hy hem opvolgde. Frans Verhasselt geleidde het meisje Van Eeckhout en Clymans en Dejonghe volgden hem op. Aen huis gekomen, zag hy iemand zich achter eenen boum verbergen. Dejonghe zegde tot Clymans: Ik ga zien wat het is, men moet zich voor ons niet verbergen. Hy naderde, maer plotseling sprong de verborgen kerel uit zynen schuilhoek, bracht Dejonghe twee slagen toe en Clymans zag hem ter aerde vallen. Hy herkende nu Verhasselt, en zónder op de vraeg van Clymanis te antwoorden, waerom hy dat geweld pleegde, bragt hy Clymans insgelyks twee slagen toe. Deze gelukte er in hem te ontwapenen. Verhasselt trok zyn mes en daegde een ieder uit, hem te naderen. Het meisje Eeckhout en Frans Verhasselt bragten Dejonghe hulp toe, doch hy stierf in het huis van den laetsten ten gevolge der wonde. Het Handelsblad, 16 maart 1852. Gent, 15 maert - Men leest in de ‘Broedermin’: Over eenige dagen is een wachter vanden yzeren weg teMalderen door eenen trein de twee beenen afgereden, waerdoor hy des anderendaegs overleden is. L’Indépendance Belge, 17 maart 1852. Journal de la Belgique, 17 maart 1852 (Vertaald) Enkele dagen geleden werd een spoorwachter in Malderen door een trein de benen verpletterd. Hij overleed de volgende dag. L’Inépendance belge, 25 maart 1852 (Vertaald) Rechtbanken – Tijdens de zitting van gisteren heeft de Correctionele rechtbank Louis Van Muylder, blokmaker uit Londerzeel, veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 maanden, voor slagen en verwondingen toegebracht aan zijn tante en zijn moeder tijdens de eerste dagen van januari van dit jaar. De Noord-Brabander: staat- en letterkundig dagblad, 31/7/1852 Eene treffende plegtigheid had den 19 te Londerzeel plaats. Eene jonge Engelsche protestante, kostschool jufvrouw op het instituut der Ursulinen heeft hare plegtige afzwering in de kapel van dat gesticht gedaan. Het doopsel werd haar toegediend door den abt Peeters, directeur van hel huis: peeter was de eerwaarde heer Peeters, pastoor der parochie, en meter mevrouw de gravin van Spoelbergh. Na de plegtigheden van het doopsel hief de abt Peeters het Veni Creator aan, dat met een plegtige mis besloten werd, welke door onderscheidene priesters werd bijgewoond, en in welke de godvruchtige nieuw bekeerde hare eerste H. Communie deed. Journal de la Belgique, 13 augustus 1852 (Vertaald) In zitting van 12 augustus heeft de correctionele rechtbank Marie-Thérèse Vleminckx, Pierre Blommaerts en Ferdinand Blommaerts tot 7 maanden opsluiting veroordeeld
27
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
wegens diefstal van 24 kippen en 3 zakken lijnwaad, in de nacht van 25 op 26 mei 1852, in Steenhuffel en ten nadele van Guillaume De Maerschalck. Twee andere verdachten, Jan en Jozef Verhoeven, respectievelijk 8 en 14 jaar oud, werden vrijgesproken vanwege hun gebrek aan onderscheidingsvermogen. De jongste werd terug naar zijn ouders gestuurd en de andere voor 7 maanden naar een verbeteringsgesticht. l’Etoile Belge, 17 september 1852 (Vertaald) M. Van Zeebroeck, pastoor van Steenhuffel, heeft op zijn eigen kosten naast de dorpskerk, niet ver van het station van Londerzeel, een ruim gebouw laten zetten dat moet dienen voor hospitaal en atelier voor arme kinderen. Dat is een van zijn daden van liefdadigheid die we niet genoeg kunnen loven. l’Indépendance belge, 6 april 1853 (Vertaald) Het gemeentebestuur van Malderen (Oost-Vlaanderen) heeft besloten om een uitdeling van brood en vlees te doen. In Paturages, Lessines, Archennes, Waasmunster en Peer staan er bals, dorpsverlichting en uitdelingen op het programma. Opmerking: op zaterdag 9 april 1853 werd Leopold, hertog van Brabant en de latere Leopold II, 18 jaar. Dat moest (toen nog) overal gevierd worden.
l’Indépendance belge, 19 juni 1853 (Vertaald) Rechtbanken – Ongeveer een jaar geleden veroordeelde de correctionele rechtbank van Brussel Josse Demuylder uit Londerzeel tot 7 maanden gevangenisstraf en dat voor slagen en geweldpleging op de persoon van zijn moeder, in de 70 en gebrekkelijk. Deze veroordeling heeft Demuylder niet veel geholpen. Gisteren verscheen hij voor de rechter voor hetzelfde misdrijf. Deze keer werd hij tot 10 maanden opsluiting veroordeeld. l’Indépendance belge, 19 juni 1853
La Nation, 23 februari 1854 (Vertaald) Zaterdag is het parket van Brussel naar Londerzeel gegaan en heeft er de genaamde Demeyer gearresteerd. Ziehier waarom: Verschillende jongeren hadden aan de militieloting deelgenomen en hadden zich in een café verzameld. Zo bevonden zich in een zeer vergevorderde staat van dronkenschap. Er ontstond een ruzie en de herbergier wilde hen aan de deur zetten. Demeyer, die zich eveneens in de herberg bevond, nam het op voor de herbergier en heeft in een moment van woede met het stoofdeksel zeer hard op het hoofd van een zekere De Nedecker geslagen. De blessure is dodelijk naar men zegt. Den Denderbode, Aalst, zondag 10/6/1855 De kapel van O.L.V. tusschen Malderen en Opdorp, is over eenige dagen bestolen. Den mantel van het O.L.V. beeld en de kopere kandelaers zijn door de dieven medegenomen. 28
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
(Verduidelijking: Het gaat hier over de nu verdwenen kapel op het kruispunt van de Holstraat en de Opdorpstraat, waar men ging beewegen tegen het bedplassen en die dan ook toepasselijk en op zijn Malders “het berrezeikerskapelleke” werd genoemd.)
Journal de Charleroi, 4 juni 1855 Le Courrier de l’Escaut, 7 juni 1855 (Vertaald) Het onweer van 31 mei is met razernij boven Londerzeel losgebarsten. In enkele ogenblikken heeft de hagel de oogst op meerdere honderden hectaren letterlijk afgemaaid. Het is niet mogelijk om de smart van de landbouwers te beschrijven. In een tijd waarin de levensmiddelen, in volle zomer en zelfs op den buiten, buitensporig duur zijn, worden ze in de meest afschuwelijke ellende gedompeld. Bij een dergelijke ramp meent de burgemeester van deze gemeente een beroep op de openbare liefdadigheid te moeten doen en hij heeft een inschrijving geopend. Als enkele van onze lezers een bijdrage willen leveren, dan engageren wij ons om hun gift rechtstreeks naar de heer Hermans, burgemeestert van Londerzeel, op te sturen. Den Denderbode, Aalst, zondag 10/6/1855 Uyt Londerzeel, in Braband, heeft men de droevige tijding vernomen, dat op honderd bunderen land, den oogst en alle vruchten, ten gevolge van den geweldigen hagel die het onweder van den 31 mey vergezelde, vernield zijn. Eene inschrijving is geopend om de geruïneerde boeren ter hulp te komen. (Verduidelijking: hoewel hagelschade in onze gemeentelijke archieven regelmatig ter sprake komt, is van deze ramp haast niets terug te vinden. Londerzeel schrijft wel dat in 1855 de oogst 2 keer door een hagelbui werd vernield, maar zet er geen data bij. Malderen is dit jaar blijkbaar aan het ergste ontsnapt want rept met geen woord over deze zaak. Steenhuffel daarentegen verwijst zelfs jaren later nog naar de vreselijke hagelbui in de nacht van 23 op 24 augustus 1855 om zijn belabberde financiële toestand uit te leggen.) De Denderbode, Aalst, 5 augustus 1855 Zondag, om zeven uren van den avond, is den bliksem op den toren van de kerk, te Londerzeel gevallen, en heeft aen den zelve groote schade veroorzaekt.
29
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
l’Etoile Belge, 4 augustus 1855 Nieuwsblad van Geel - 11/8/1855 Londerzeel – Men schrijft uit Londerzeel, 4 augusty “ Het was laetstleden zondag, omtrent 5 ure ’s avonds, toen het bliksemvuer op den toren onzer kerk gevallen is. Ongelukkiglijk is de brand gansch op het toppunt van den toren begonnen, zoodat het onmogelijk was het vuer van in den beginnen te overmeesteren. Hiertoe werd echter eene wanhopige pooging gedaen door den heer Croes, bijgenaemd ‘de Koperen’. Die man, wiens onverschrokkenheid in het dorp algemeen gekend is, is langs de buitenhaken tot hoog op den toren geklommen; maer digtbij het vuer gekomen, werd hij door de hevigheid der hitte en door het afdruppen van gesmolten lood, gedwongen beneden te komen, bij de toejuichingen der menigte, die van schrik en tevens van bewondering te beven stond. Op weinige uren, en in weerwil van de poogingen der blusschers, zijn de toren en heel het dak der kerk de prooi der vlammen geworden. De pompiers van Mechelen en die van Puers, verdienen den grootsten lof voor het bevrijden van de omliggende huizen die in het grootste gevaer zijn geweest. Ook verscheidene inwooners van Londerzeel en van Puers hebben bij het blusschen eenen buitengewoonen moed betoond en zijn allen lof weerdig.” (Alleen in l’Etoile Belge) Bij de personen die zich het meest onderscheiden hebben noemen we J. Verspreet, de zoon Croes, D. Broothaerts, F. Herrebaut, F. Broothaerts, B. Debuyser, Ph. Tullen, J. Hermans en J. Van Ruysevelt, allemaal inwoners van Londerzeel, evenals Van Nieuwenhuyzen en Coeckelberghs, pompiers van de stad Mechelen, en M. Cloostermans, chef van de pompiers, vergezeld van D. Maes, secretaris, F. Janssens, champetter, P.J. Aerts, beenhouwer, F. Van Assche, metser, J.B. Janssens, dagloner, J.G. Sleebus, landbouwer, Jan en Jozef Debruyn, beenhouwers, en J. Van Audenrode, landbouwer, allemaal inwoners van Puurs. Den Denderbode, Aalst, zondag 5/8/1855 Zondag, om zeven uren van den avond, is den bliksem op den toren van de kerk te Londerzeel gevallen, en heeft aen denzelven groote schade veroorzaekt. (Verduidelijking. Hierna een ooggetuigenverslag van onderpastoor Geboers: “28 Juli ’s Zondags met Kermis,’s avonds om half vijf, is de bliksem op den toren gevallen. Er was geen middel om het vuur te blusschen. De schoone spil brandde langzaam op gelijk een keers. Om 2 uren ’s nachts begon de kerk te branden en op minder dan een uur lag zij gansch in assen. De gewelven der drie beuken tot aan het kruis en koor zijn staande gebleven, het kruis en koor niet gewelfd zijnde zijn ingestort.”
Le Courrier de l’Escaut, 6 augustus 1855. (Vertaald) Wij vernemen dat de kerk van Londerzeel, die vorige zondag bijna volledig door de bliksem vernield werd, bij de maatschappij Securitas te Antwerpen verzekerd was voor een bedrag van 110.000 frank. Het grootste deel van de inboedel van de kerk is, samen met de ornamenten, de prooi der vlammen geworden. Tekening met als onderschrift “Incendie de l’église de la Commune de Londerzeel. Causée par la foudre le 29 juillet 1855. Environ cinq heures du Soir (petite Kermesse).
30
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
l’Emancipation, 18 augustus 1855 l’Indépendance Belge, 21 augustus 1855 (Vertaald) Het Assisenhof van Antwerpen heeft in zitting van 16 dezer Christine Jacobs uit Malderen, 25 jaar oud, ter dood veroordeeld voor kindermoord. Toen deze onfortuinlijke het vonnis vernam is ze flauw gevallen. l’Indépendance Belge, 23 september 1855 l’Etoile Belge, 24 september 1855 (Vertaald) Het Hof van Cassatie heeft het beroep verworpen van Christiana Jacobs, 25 jaar oud, geboren te Puurs en wonend in Malderen, die door het assisenhof van Antwerpen ter dood veroordeeld is voor kindermoord, gepleegd op 9 juni laatstleden. Gemeente-archief Malderen – 15 juni 1855 - Proces-Verbael van in beslagneming van bedde en kledingstukken (zegge voorwerpen aengaende de zoo gezegde baring) van Christina Jacobs. Het jaer duizend acht honderd vijf en vijftig den vijftiende juny te vier uren namiddag, wij Emmanuel Verdoodt, schepen gedelegueerden ambtenaer van politie der gemeente Malderen, arrondissement Brussel, vergezelt van Josephus De Bondt, veldwachter dezer gemeente, hebbe ingevolge brief van den heer vrederegter van dit kanton, gedagteekend op gisteren n° 250, ons begeven ten woonhuize van de gehuisschen Henri De Block, pagter woonende alhier in de Blomstraet, ten einde in beslag te nemen alle de te bevindene kleedingstukken toehoorende aan Christina Jacobs, gedomicilieerd te Puers, betigt van kindermoord en alhier bij deze gehuisschen De Block als dienstmeid verbleven hebbende, alwaer zij schijnt te hebben gebaerd; alsook om op te zoeken en in beslag te nemen alle hoegenaemde kleedingseffecten of lijnwaden aen de gehuisschen De Block behoorende en welke zouden schijnen tot de baering of kindermoord te zijn gebruikt geweest. Gekomen ten woonhuize der gehuisschen De Block hebben zij ons de slaepkamer der dienstmeiden getoond en, het bedde gekeerd, bevonden: 1) eene katoene sargie, 2) een lijnwaden laken, 3) een lijnwaeden blauw gestreept bedde, allen met bloed beplekt, welke voorwerpen aen de gehuisschen De Block behooren. Op dezelfde kamer bevonden een meubel, gezegd kommode, welke de gehuisschen De Block ons aentoond verklaren toebehooren aen voornoemde Christina Jacobs, en daer dit meubel slotvast zijnde, ons vermoedens bijbragt, hebben wij, in onze hoedanigheid als ambtenaer van politie, genaemden Petrus Franciscus Rombouts, hoefsmid te Malderen, gerequireerd het zelve te openen en open zijnde hebben wij op den eerste oogslag in hetzelve bemerkt een ineengerolde grof lijnwaad, schijnende van een lijnwaden zak te zijn gesneeden, dik bebloeit, twee hemdens en een stuk papier, onder de voorschreven opgerolde lijnwaedstuk-zak liggende, met een weinig bloed beplekt, alsook een soort van corset en een wit borzeken inhoudende twee honderd tachentig francs in stukken van vijf francs. Alle welke voorschreven beddegoed, lijnwaed en voorwerpen door ons in beslag is genomen voor met het tegenwoordig proces verbael aen den heer vrederegter van het kanton Wolverthem te worden overgemaekt, na de beschreven borze met de geldspeciën hiervooren, aengehaeld in bewaernis aen den gehuisschen De Block te hebben overhandigd. Waervan proces verbael opgemaekt en gesloten te voorschreven plaets te Malderen den vijftienden Juny achttien honderd vijf en vijftig. E. Verdoodt. Gemeente-archief Malderen – 16 juni 1855 - Proces verbael van in beslagneming van eenen ijzeren hamer met houten steel bij Henricius De Block te Malderen. Het jaer duizend acht honderd vijf en vijftig den zestienden Juny hebben wij Emanuel Verdoodt, schepen gedelegueerden ambtenaer van politie der gemeente Malderen,
31
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
arrondissement Brussel, vergezeld van Josephus De Bondt, veldwachter dezer gemeente, ons begeven ingevolge brief van den heer vrederegter van dit kanton, gedagteekend op heden n° 257, ten woonhuize van Henricus De Block, pagter woonende alhier in de Blomstraet, en hebben aldaer in beslag genomen eenen ijzeren hamer met houten steel, welke hamer door de genaemde Justina Croes, dienstmeid bij gemelden De Block, van de kamer der dienstmeiden, in dewelke Christina Jacobs was gelogeerd en hare slaeprust nam, is genomen geweest op zondag laetst en welken zij voor dusdanig is erkennende aen ons ambtenaer van politie. Daer er (zich) op de voorbeschreven kamer geene andere kwetsende voorwerpen bevinden hebben wij onze opzoekingen omtrent dies gestaekt. Waervan en van alle welke wij het tegenwoordig proces verbael hebben opgemaekt, om met den in beslag genomen hamer aen den heer vrederegter van het kanton te worden overgemaekt. Te Malderen dag, maend en jaer als boven. E. Verdoodt. Over de doodstraf. – Sedert de onafhankelijkheid heeft België de doodstraf 309 maal effectief uitgevoerd. Tot 1863 gebeurde dat altijd (55 keer) met de guillotine. Vanaf 1863 werd de doodstraf automatisch omgezet in levenslang ( de laatste Belgische executie in vredestijd vond plaats in juli 1863). Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de doodstraf opnieuw ingevoerd. Twaalf soldaten, vier burgers en vier Duitsers zijn toen voor het vuurpeloton verschenen. Alleen voor een soldaat uit Veurne die zijn vriendin had vermoord werd in Rijsel een guillotine mét staatsbeul gehuurd. Na de Eerste Wereldoorlog werd de doodstraf automatisch weer omgezet in levenslang. Maar na de Tweede Wereldoorlog werden 242 personen voor het vuurpeloton gezet
L’Indépendance Belge, 22 januari 1856
De Denderbode, Aalst, 16 maart 1856 Wij hebben, zegt ‘de Schelde’ in zijn nummer van 18 february van eenen stouten aenslag, gepleegd te Lippeloo, in den nagt van den 10 dier maend melding gemaekt. Vier mannen
32
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
namelijk hadden gepoogd in de wooning van pagter Jacobs te breken; den zoon had zijn geweer op hun gelost en eenen van hun gekwetst. De dieven hadden hunnen gekwetsten makker weggedragen vooraleer men den tijd had gehad de geburen te verwittigen. Ziet hier nu het vervolg dezer gebeurtenis: Des anderendaegs in den morgens, kwam er bij den doctor te Londerzeel eenen man die eene geweerscheut in den arm en schouder had ontvangen, om er het lood te doen uythalen. Doch daer hij geene voldoende antwoord op de vragen van den doctor kon geven, verwittigde dezen aenstonds de policie, en den gekwetsten wierd in hechtenis gehouden, en in geregtshanden overgeleverd. Naer wij vernemen, is men verpligt geweest den gevangenen den arm af te zetten, doch hij heeft tot hiertoe zijne medepligtigen niet willen kenbaer maken. Wat den armen Jacobs aengaet, dien droevigen voorval heeft op hem eenen dusdanigen indruk gedaen, dat men hem, vier dagen later, op zijn bed heeft dood gevonden. La Nation, 21 juli 1856 (Vertaald) Deze week zijn er zowel in Brussel als in de omtrek enkele sinistere min of meer erge branden geweest. In Londerzeel zijn drie huizen de prooi der vlammen geworden. De Denderbode, Aalst – 3/8/1856 Te Steenhuffel is den knecht van pachter Moortgat door het berijden van een jong peerd, op de straet verongelukt; des anderendaegs is hy in de bitterste pynen overleden. Den schrynwerker Parys is insgelyks aldaer van eenen bouw gevallen, doch dezen is er met eenige kneuzingen van onstaen. Nederlandsche staatscourant, 9 april en 19 april 1856 Staat van nalatenschappen en gelden, welke onder beheer der Weeskamer te Macassar zijn gekomen, op ultimo December 1853 meer dan 5 jaren ter genoemde kamer berustende waren, en bij die kamer, door of namens de daarop regt hebbende, onder overlegging van de noodige bewijzen van erfregt, behooren te worden gereclameerd. Namen der erflaters of te wiens behoeve Namen der Datum en plaats Sedert wanneer onder de beheer Geldelijk bedrag bij de Weeskamer overgebragt erfgenamen van overlijden van de Weeskamer gekomen Lemmens J.B. te Malderen S. Lemmens Onbekend 20 october 1832 439,43 te Malderen
Den Denderbode, Aalst 2/12/1855 Verkooping van zeer schoone zware en hoogstammige Eyke boomen te Steenhuffel. Den notaris Wambacq, te Humbeek residerende, zal ten verzoeke van den heer Mertens, burgemeester der gemeente van Steenhuffel, in de zelve gemeente, ten herberge van Petrus De Mesmaecker, den Donderdag 6 December, om 12 uren ’s middags, openbaerlijk verkoopen: 25 koopen zeer schoone en hoogstammige eyke boomen, waer onder verscheyde van 2 tot 2 ½ meters dikte, dienstig voor moleborsten, moleroeden, scheepmaekers en zwaeren timmer, staende in het bosch, op de Meir te Steenhuffel, 20 minuten van de statie van den ijzeren weg te Malderen. Den veldwagter der gemeente en den bijzonderen wagter Charles Holbrechts woonende digt bij den bosch, zullen de boomen aen de liefhebbers aanwijzen. Nieuwsblad van Geel - 31/10/1856 Drij valsche geldstukken, met de beeltenis van koning Leopold, zijn dezer dagen in eene naburige gemeente in omloop gebragt. Men denkt dat een gewezen veroordeelde, woonende te Londerzeel, aen de uitgave niet vreemd is.
33
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Nieuwsblad van Geel - 15/11/1856 Donderdag morgen zijn voor het hof verschenen: Jozef Blommaerts, oud 19 jaren, een tweede Jozef Blommaerts, oud 12 jaren, en Maria Theresia Vleminckx, echtgenoote van Karel Blommaerts, allen te Londerzeel gehuisvest. Zij zijn beschuldigd: 1° Van op 5 april laetstleden, ten nadeele van Frans Pateet 200 kilogrammen aerdappelen, bedrieglijk ontvreemd te hebben, of daertoe poogingen te hebben aengewend met inwendige braek; 2° Van in den nacht tusschen 5 en 6 april, te Puers, ten nadeele van Jan de Wachter, twee lijnwaedzakken en kleergoederen gestolen te hebben; 3° Van in den nacht tusschen 13 en 14 april, ook te Puers, 4 kiekens te hebben gestolen. 4° Van in den nacht tusschen 18 e,n 19 april, alsmede te Puers, bij middel van uitwendige braek, ontvreemd te hebben, ten nadeele van Jacobus De Laet, omtrent 500 kilos aerdappelen. De Denderbode, Aalst 14 november 1858 ... Groote en zeer behuysde gemeenten en kantonale hoofdplaetsen, wie zou het geloven, zijn niet van brandspuyten voorzien. Zoo beeft men opgemerkt dat, bij het branden der dorpkerk van Londerzeel, die gemeente de hulp van Mechelen beeft moeten inroepen; St. QuintensLennick die van Brussel en Anderlecht; Steenhuffel de spuyten van Merchtem, en Wolverthem, insgelijks die van Merchtem, alsoo die van den graef de Beaufort te Meysse. Algemeen Handelsblad, 16/11/1858 Leydse Courant, 17/11/1858 Nieuw Amsterdamsch handels- en effectenblad, 17/11/1858. Brussel, Zondag 14 November. De baron Jacques van Brienen, die in 27-jarigen ouderdom is overleden, had een jaarlijksch inkomen van omstreeks 700,000 frs. Bij zijn testament heeft hij, met voorbijgang van zijnen broeder en sijne zusters, tot erfgenamen benoemd, den baron van Brienen, den eerstgeborene uit het huwelijk van zynen broeder Dirk van Brienen met wijlen Jonkvr. Selby, en den Prins van Alzas een kind van drie jaren, oudsten zoon van zijne zuster en van dan Prins HeninLietard van Alzas. De baron J. van Brienen was op het punt een huwelijk aan te gaan met Jonkvr. Spoelberg van Londerzeel zijne nicht, toen de dood een einde aan zijn leven maakte. Hij heeft aan deze nicht, welke nauwelijks den ouderdom van 17 jaren heeft bereikt, eene lijfrente gemaakt van 100,000 fr. De andere kinderen van den baron Dirk (Diederik) van Brienen, die van zijne zuster, de gravin de Mercy d'Argenteau, de andere kinderen van de Prinses van Alzas en van wijlen zijnen broeder, die met jonkvr. Leon d'Hoogvoorst was gehuwd, zullen ieder ontvangen, vóór eens, eene som van 200,000 frs. De burggraaf van Spoelbergh, die zijn schoonbroeder zou geworden zijn, ontvangt 150,000 frs. De Heer van Brienen heeft overigens eenige aanzienlyke legaten gemaakt voor godsdienstige doeleinden, en tevens de personen, die in zyne dienst stonden, rijkelijk bedacht. (Alleen in Nieuw Amsterdamsch handels- en effectenblad) De familie van Brienen is zoo rijk, dat een andere broeder, die verleden jaar gestorven is, baron Charles van Brienen, na het grootste gedeelte van zijn vermogen aan den prins van Alzas vermaakt te hebben, aan zijn neef, den oudsten zoon van baron Diederik van Brienen, als eene herinnering, de helft geschonken heeft van eene visscherij, die hij bezat, welke helft jaarlijks Fl. 40,000 opbragt. Opmerking: dit bericht, met dezelfde inhoud, want uit de Nederlandse kranten overgenomen stond ook in talloze Franse en Engelse kranten, zoals: La Gazette, 17 november 1858
34
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Den Denderbode, Aalst, zondag 21/11/1858 Den baron Jacob Van Brienen, die laetst in de hoofdstad overleden is in en ouderdom van 23 jaren, heeft eene fortuyn achtergelaten van ongeveer 700.000 franks inkomsten. Hij heeft bij testament voor zijne algemeene erfgenamen herkend den baron Van Brienen, eerstgeboren kind uit het huwelijk van zijnen broeder baron Thiery Van Brienen met wijlen mej. de Silby, en den erfprins van Elzas, kind van 3 jaren oud, oudsten zoon van zijne zuster en van prins Hénin-Liétard van Elzas. Den J. Van Brienen moest op het oogenblik dat hij door de dood wierd weggerukt, in huwelijk treden met mejufv. de Spoelbergh van Londerzeel zijne eigene regtsweer. Hij laet aen deze juffer die slechts 17 jaren oud is, eene lijfrent achter van 100.000 franks. De andere kinderen van M. den baron Thierry Van Brienen, degene zijner zuster, mev. de prinses van Elzas en van zijnen overleden broeder M. Van Brienen, die getrouwd was geweest met mej. Leon d’Hoogvorst, zullen elk 100.000 nederlandsche guldens ontvangen, in een mael betaeld. Aan M. den burggraef de Spoelbergh, die zijn zwager ging worden, is er een bezet gedaen van 150.000 franks. M. Van Brienen heeft bovendien verscheijdene godsdienstige bezettingen van zekere aengelegenheijd gedaen, en is mildadiglijk de persoonen van zijnen dienst indachtig geweest. De fortuyn der familie Van Brienen is zoo kolossaal, dat eenen anderen broeder, voorleden jaer overleden bij gevolg eener kwijnende ziekte, gelijk dengenen van wien wij spreken, den baron Karel Van Brienen, na het grootste deel zijner onmeetbare fortuyn aen mev. de prinses van Elzas en aen zijnen broeder Jacob bezet te hebben, als enkele gedenkgift aen zijnen neef, den oudsten zoon van baron Thierry Van Brienen, de helft gaf van eene visscherij in Holland, welke helft jaerlijks rond de 40.000 nederlandsche guldens opbrengt. Den oud-grootvader van M. Van Brienen heeft langen tijd te Amsterdam de bank gedaen. De grootvader was, onde de fransche regering, meyer van Amsterdam; hij deed zich te Parijs onderscheijden door het groot bestaen dat hij voerde. Morning Advertiser, Engeland, donderdag 18 november 1858 London Daily News, Engeland, vrijdag 19 november 1858 Wolverhampton Chronicle, Engeland, woensdag 24 november 1858 Staffordshire Advertiser, Engeland, zaterdag 27 november 1858. Norfolk News, Engeland, 27 november 1858. Armagh Guardian, N. Ierland, 3 december 1858 (Vertaald) De Echo uit den Haag meldt het overlijden van baron Jacques Van Brienen, in de jonge ouderdom van 23 jaren. Zijn inkomsten lopen op tot 700.000 guldens per jaar. Op het moment van zijn dood stond hij op het punt om te trouwen met zijn nicht juffrouw de Spoelberg uit Londerzeel, 17 jaar oud. Hij heeft haar een jaarlijkse lijfrente van 100.000 gulden nagelaten; aan burggraaf de Spoelberg, haar broer, eveneens een lijfrente van 150.000 gulden. Ook aan liefdadige instellingen heeft hij grote bedragen geschonken. Nieuwsblad van Geel - 19/2/1859 Op 8 dezer had er een schoon feest plaets in het dorp Londerzeel. Iedereen weet hoe op 29 july 1855 aldaer de kerk met schoonen toren en klokken jammerlijk door het hemel-vuer vernield werden. Drij jaren zijn er noodig geweest om dit onheil te herstellen, en nu is de nieuwe kerk met vier schoone klokken plegtig gewijd. De nieuwe kerk, die ook merkelijk is vergroot, is zonder twijfel eene der schoonste dorpskerken van België. De wijding werd gedaen door den eerw. heer Mangelschots, deken van Wolverthem, geassisteerd door 28 priesters. De eerw. heer Mertens, deken te Wilrijck, bijgestaen
35
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
door acht andere Londerzeelenaren, zong de plegtige mis. De toeloop van volk was zoo groot, dat de kerk opgepropt was. L’Indépendance belge, 24 februari 1859 (Vertaald) Op 21 dezer heeft het in Londerzeel hevig gebrand. Een huis, eigendom van de heer Callewaerts, landbouwer, is samen met de inboedel de prooi der vlammen geworden. Het Handelsblad, 20 augustus 1859 Den Denderbode, Aalst 28/8/1859 Men schrijft ons uyt Steenhuffel: Nauwelijks is het tien dagen geleden of wij hebben hier te Steenhuffel (Braband) wederom eenen ijsselijken brand te onderstaen gehad. Drij huizen zijn er tot den grond toe afgebrand en een vierde gedeeltelijk beschadigd. Zonder de ons toegebragte spuyt uyt Merchtem, waren de kerk, de pastorij, het klooster, de hoeven en andere wooningen van den dorpkring insgelijks verslonden. Het ware beter te wenschen dat elke gemeente van eene spuyt voorzien ware. Men heeft in onzen provintialen raed van Braband de inrigting van omnibusdiensten voorgedragen; maer beter ware het subdidiën te geven gelijk men het zeer wel in den provintie raed van Henegauwen dees jaer voorstelde, aen gemeenten welke geene bluschtuygen bezitten, zoo als met Steenhuffel, Wolverthem, Lennick en andere gemeenten het geval is. De omnibussen dienen alleen voor de rijcken; de brandspuyten integendeel zouden dienen tot nut van ’t algemeen, dat is voor rijk en arm. (Verduidelijking: of de brandspuit uit Merchtem echt grote diensten bewezen heeft valt toch wel te betwijfelen. In het archief van de gemeente Steenhuffel vonden we volgend document: UC 494 – Steenhuffel den 30 september 1859 - Het collegie van burgemeester en schepenen Aen de heeren borgemeester en schepenen der gemeente te Merchtem. Bij brief in dato 17 augustus laatstleden nr. 3718, hebben ue ons te kennen gegeven dat de brandspruit en andere voorwerpen dat ue ter onze beschikking hadden gesteld om den brand te overweldigen die alhier was ontstaen op den 14 derzelfde maend, op haere terugkomst beschadigt is geworden en dat ue verpligt zijt dezelve onmiddellijk te doen herstellen en dat vervolgens (be)tamelijk is dat de voorhandige herstellingskosten door onze gemeente gedraegen worden. Het is bij misgrijp dat ue beweert dat uwe brandspruit is beschadigd geworden gedurende den voorschreven brand daer het kan bewezen worden door getuigen dat zij in eenen zeer slechten staet alhier is aengebracht geweest, zoodaenig dat zij schiers buiten dienst was, doch zijn wij niet te buiten van voor een weinig in haere herstellingskosten te deelen.)
L’Indépendance belge, 21 september 1859 Opmerking; dit gaat over de Robbroekhoeve.
36
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
La Meuse, 28 februari 1860 Den Denderbode, Aalst, zondag 4/3/1860 Den moordenaer van den ongelukkigen veldwachter van Ramsdonck is aengehouden en zaterdag laetst met de gendarmen naer Brussel gebragt, alwaer hij, na onderhoord geweest te zijn door M. den instruktieregter, in het gevang der kleyne Karmelieten is opgesloten geworden. De agenten van der openbare macht hebben op de griffie de kleren van het slachtoffer gedeponeerd en de karabijn waarmee de misdaad gebeurde. De stroper is eenen jongeling van 21 jaren Frans Van Schelle genaemd, bakker te Londerzeel. Men verzekert dat de hoogere overheyd onderstand zal verleenen aen het ongelukkig huysgezin van den veldwagter van Ramsdonck, die het slachtoffer is geworden der uytoefening zijner bediening. Le Peuple, 3 maart 1860 Journal de Charleroi, 4 maart 1860 (Vertaald) De stroper Van Schelle, verdacht van de moord op de heer Sollie, champetter van Ramsdonk, gedood tijdens het uitoefenen van zijn ambt, heeft een alibi aangebracht en werd daarom donderdag, vergezeld van de Bruselse parketmagistraten, naar de plaats gebracht waar hij op het moment van het gebeuren zou geweest zijn. De beschuldigde houdt staan dat hij met zijn kozijn in een Londerzeel café, waar er een pensenkermis was, aan het kaarten was L’Echo Du Parlement, 2 februari 1861 (Vertaald) In de gemeente Steenhuffel is er een moord gepleegd. Vorige woensdag, 30 januari, werd de pachteres Van Steen, die alleen in huis was, overdag aangevallen door criminelen die, na haar dodelijk verwond te hebben, er met 200 frank zijn vandoor gegaan. Toen de man van het slachtoffer rond 5 uur ’s avonds thuis kwam, vond hij de ongelukkige die nog ademde met 2 grote wonden aan de keel en achter een oor. Ze gaf snel de geest. Onmiddellijk van deze gruwelijke misdaad op de hoogte gebracht hebben de onderzoeksmagistraten, een griffier en een wetsdokter zich naar de plaats van de misdaad begeven en zijn er lang gebleven om de eerste informatie in te winnen. De procureur des konings, baron Hody, en de heer Vleminckx, onderzoeksrechter, zijn pas vandaag terug gekomen. Er wordt over arrestaties gesproken. Deze ongelooflijk stoutmoedige aanslag, in volle dag, heeft consternatie en ontsteltenis in deze en de buurgemeenten veroorzaakt. Men hoopt dat de schuldigen snel in de handen van het gerecht zullen zijn . P.S. Tot onze spijt vernemen wij dat de dader of de daders van de moord op pachteres Van Steen te Steenhuffel nog niet gekend zijn. Nieuwe details leren ons dat de misdaad tussen 3 en 4 uur in de namiddag moet gepleegd zijn. De deur van de woning was zoals gewoonlijk overdag niet gesloten. Het slachtoffer moet onmiddellijk in de voorplaats aangevallen zijn terwijl ze er aan het naaien was. Ze bekwam een slag in de hals met een scherp en snijdend voorwerp en daarna drong het wapen verder tot bijna aan haar oor. Naar de achterkamer gevlucht kreeg ze daar nog een harde klap op het hoofd en werd een deel van haar oor afgesneden. De ongelukkige viel achterover om niet meer recht te staan. De meubelen werden doorzocht en in de achterkamer werd alles grondig overhoop gehaald. Het bedrag van 200 fr. dat gestolen werd bestond uit gouden en zilveren munten. Vrouw Van Steen was nog maar 6 maanden getrouwd De Denderbode, Aalst, 10 februari 1861. Men schrijft uit Merchtem, den 31 january.
37
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Ziehier eenige omstandigheden in de welke eene schrikkelyke moord, den 30 january, gepleegd is op de genoemde Catharina Vanderperren, vrouw Meeus pachter te Steenhuffel. De vermoorde pachteresse is de dochter van Ambrosius Vanderperren, pachter te Merchtem. Het schelmstuk is gepleegd tusschen drij en vier uren namiddag. Den pachter was met zijne dienstboden uytgegaen om kruyd te trekken. Den koeywachter was ter zelfder tijd met een kleyn kind in den geburen gegaen. Dezen jongeling was het eerste terug in de wooning gekomen, en zag dat een hemd en een kleed in het midden van het huys lagen, waerop hij zich inbeeldde dat er een gevecht moest plaets gehad hebben; hij riep op zijne meesteresse, die niet antwoordde. Vol schrik is hij terug gegaen. De meyd te gemoet komende, vertelde hij haer het voorval. Deze haestte zich binnen te komen, nam het hemd en het kleed en legde het op eenen stoel; maer wanneer zij de kamer binnen trad vertoonde zich een droevig schouwspel aen hare oogen. De pachteresse lag daer uytgestrekt in een bad van bloed. De meyd liep naer buyten en riep om hulp, waerop de buren aenstonds in het huys aenkwamen. De vrouw gaf nog eenige teekens van leven. Zij had eenen slag op het voorhoofd, haere oogen hingen op haere wangen, de regter oor was verbrijzeld; daerenboven had zij eenen messteek in de keel, waerdoor het vlees gansch verbrokkeld was. De kisten en doozen waren opengebroken. Omtrent 200 fr. zijn er gestolen. Men heeft vermoedens op eenen vremdeling dien den pachter van zijn hof had zien komen en het veld doorkruyste. Opmerking: Het slachtoffer is Maria Catharina Vanden Perre, geboren te Merchtem in 1822, dochter van Joannes Ludovicus Ambrosius en Monica Moortgat. Sedert 1859 was zij weduwe van Carolus Ludovicus Meeus en op 7 augustus 1860 (dus nog geen 6 maanden voor haar dood) was ze in Steenhuffel hertrouwd met Petrus Van Steen (° Opdorp 3/4/1831, zoon van Joannes Franciscus en Francisca Beyntens).
L’Echo Du Parlement, 10 februari 1861 (Vertaald) Na een verhoor bij de onderzoeksrechter werd pachter Van Steen uit Steenhuffel in de gevangenis van de Kleine Karmelieten te Brussel opgesloten, onder verdenking van moord op zijn vrouw, gevolgd door diefstal, op 30 januari laatstleden. Het Handelsblad, 10 februari 1861 Wy hebben over een 10 tal dagen gemeld dat er te Steenhuffel eene pachteres was vermoord; er drukken zware vermoedens op den man van het slagtoffer en gisteren is denzelve aangehouden. Journal de Bruxelles, 5 februari 1861 (Vertaald) Inzake de moord op de pachteres te Steenhuffel, viel de verdenking op een persoon die uit voorzorg aangehouden werd en voor de instructierechter geleid. Na de ondervraging werd hij op bevel van de rechter vrijgelaten. Het onderzoek aangaande deze ernstige en moeilijke zaak gaat onverdroten verder. Journal de Bruxelles, 10 februari 1861 Le Courrier de l’Escaut, 11 februari 1861 (Vertaald) Wij vernemen dat de vermoedelijke moordenaar van de vrouw uit Steenhuffel in handen is van het gerecht. De zwaarste aanwijzingen wezen naar de man van het slachtoffer. Na een ondervraging en na een huiszoeking waarbij men, verstopt achter een meubel, zijn met bloed besmeurde klederen en het wapen van de misdaad zou gevonden hebben, werd hij aangehouden.
38
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Het Handelsblad, 12 februari 1861 Wy hebben opzigtens de moord der pachteres Van Steen, te Steenhuffel gepleegd, gemeld dat de man van het slagtoffer was aengehouden. Er zyn een 20tal getuigen gehoord, hetwelk ten gevolge heeft gehad dat men den man onnoozel heeft bevonden en in vryheid gesteld. L’Echo Du Parlement, 13 februari 1861 Le Bien Public, 15 februari 1861 (Vertaald) De onderzoeksmagistraten van het parket van Brussel zijn opnieuw naar Steenhuffel getrokken en hebben daar zaterdag en zondag meer dan 20 getuigen in verband met de mysterieuze moord op pachteres Van Steen, ondervraagd. Na dit laatste onderzoek werd de man van het slachtoffer vrijgelaten. (Alleen in Le Bien Public) Deze (de man) was sedert enkele dagen preventief aangehouden. Het was gisteren dat hij vrijgelaten werd. Dat is dus de tweede persoon die ernstig verdacht werd en die men toch moeten loslaten heeft. Journal de Bruxelles, 20 maart 1861. (Vertaald) Tot nu toe is het gerecht al 9 keer in Steenhuffel afgestapt en werden meerdere dagen besteed aan de ondervraging van meer dan 100 getuigen. Dat in verband met het onderzoek naar de moord op pachteres Van Steen. Maar dit verschrikkelijk drama, waarover we onze lezers al verschillende keren berichten, blijft in het grootste mysterie gehuld. Ondanks alle toewijding, inzet en wijsheid van onze onderzoeksmagistraten, is de dader of zijn de daders van dit dubbel misdrijf, moord en diefstal, nog altijd niet in handen van het gerecht. Het Handelsblad, 21 maart 1861 BRUSSEL, 20 meert. — De moord der pachteres Van Steen, te Steenhuffel, blyft nog immer met veel geheimzinnigheid omringd: Er zyn reeds meer dan 100 getuigen gehoord en de justitie is reeds negenmael ter plaetse geweest, doch opzigtens de daders is nog niets bekend. Opmerking: Ik weet niet of deze zaak ooit werd opgelost. In verband hiermee zit in het archief van de gemeente Steenhuffel een brief die burgemeester Mertens op 7 februari 1861 aan de vrederechter schreef. Hij zegt veel over de ‘omerta’ die in Steenhuffel regeerde.
Steenhuffel den 7 february 1861. Mijnheer den vrederegter. In antwoord aen ue brief in dato 4 dezer nr. 1771, heb ik de eer ter ue kennis te brengen dat ik de adviesen die er aengevoegd waeren tijdig heb doen behandigen aen de persoonen voor welke zij waeren bestemd. Ik ken geen andere inwooners die over de moord van de vrouw Van Steen inlichtingen zouden kunnen geven opdat zij al stilzwijgende zijn. Daer is geen andere meid bij Van Steen dan Joanna Van den Broeck die reeds aenhoord is geweest. Eene omstandigheid die misschien licht over de moord aen den dag zou kunnen brengen is dat er eenen reiziger die woont te Geeraertsberg (Grammont) of daer omtrent en wiens naem nog is onbekend, zou gezeid hebben dat hij in het huis van Van Steen een gesnork heeft gehoord den zelven namiddag dat de vrouw Van Steen vermoord is geweest, doch vermeyn ik niet dat hij de dader van de moord is terwijl hij verscheide jaeren alhier zijn waeren koopt en doorgaens aenzien is als eenen eerlijken en
39
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
deugdzaemen man. Maar hij zal waerschijnlijk heden (donderdag) des avonds hier aenkomen om te vernachten bij zekeren Van Campenhout, en dan, en zoo gij het goed vindt, zou u hem eene assignatie kunnen doen bestellen om voor ue te verschijnen. Den zoon van den heer Van Ranst, schepen, gelast met de politie dezer gemeente, heeft twee of drijmael bij de vrouw Van Steen geweest, terwijl zij weduwe was, om met haer te verkeeren, en is vanzelver weggebleven, zoo dat op hem geen de minste verdachten kunnen bestaen terwijl hij eenen zeer deugdzaemen persoon is. De opzoekingen ter ontdekking van den chale (sjaal) en het geld zijn vrugteloos. Ik moet aen ue getrouwelijk bekennen dat het algemeen gevoelen der inwooners is dat die man Van Steen zelver den dader is van de moord zijner vrouw, maer alzoo ieder bevreest is hieromtrent opentlijk (zijn mening) te kennen te geven …. gerugt soms uit het welke ik geen genoegzaeme stof kan trekken om degene die van dat gevoelen zijn voor u te doen verschijnen. Daerom zou het noodig zijn van Van Steen te onderwerpen aen een streng onderzoek van wegens ue of den heer regter van instructie en wel naementlijk hem te doen rekening geven van alle zijne actiën van dien dag der maend en de redenen van de afwezigheid van zijn dienstmeid, zijn dienstbode en zijn voorkind, terwijl dezelve is geschied. En waer het zaeken dat hij pligtig zijnde eenigzints zijne pligtigheid belede, dan zou het misschien kunnen gebeuren dat er inwooners die alsnu stilzwijgen alsdan zouden spreken en veel licht over deze zaek kunnen geven, want ue weet zeer wel hoe moeyelijk het is van inlichtingen te bekomen in diergelijke zaeken alvorens dat den dader eenigzints bekend is. De burgemeester. P.A. Mertens Nieuwsblad van Geel - 11/5/1861 Een jongeling van Londerzeel, Jan Van den Driessche genaemd, was dezer dagen naer Brussel gekomen om zich bij den revisieraed als substituant aen te bieden. De doctoors raedden hem aen van spoedig naer huis te keeren. Op weg werd hij genoodzaekt bij eenen pachter te SintAgatha-Berchem den intrek voor den nacht te verzoeken. Des morgends vond men hem dood aen den voet van zijn bed, in de houding van iemand die bidt. Hij was aen eene keel ontsteking overleden. Journal de Bruxelles, 14 juni 1861 (Vertaald) Een oude boer, een zeventiger, die een zeer schoon fortuintje had bijeen gekregen, werd voor de correctionele rechtbank van Brussel geleid. Hij werd beschuldigd van illegale uitoefening van de geneeskunde omdat hij in Steenhuffel en Beigem, zonder diploma, veterinaire geneeskundige activeiten had verricht. De beschuldigde had, naar het schijnt, met zekere remedies waarvan hij het geheim niet wil verklappen, meerdere koeien genezen die door een heersende besmettelijke ziekte waren aangetast. Tot zijn verdediging argumenteerde hij voor de rechtbank dat, toen hij pachter was, geen enkele van zijn koeien ooit een veearts heeft nodig gehad en dat er geen enkele van ziekte is gestorven. Het heeft niet mogen baten en de rechtbank veroordeelde hem tot een boete van 25 francs of, bij niet betaling, tot 8 dagen gevang. Na die uitspraak, vroeg de grijsaard aan de rechters – onder algemeen gelach van het publiek, wat de voorgeleide scheen te verbazen - het voorrecht om ogenblikkelijk voor experten een
40
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
examen af te mogen leggen. Hij voegde er aan toe dat hij daarin zeker met de grootste onderscheiding zou slagen. Men heeft hem aangeraden maar zelf iemand te zoeken. Le Temps, Frankrijk, 19 juni 1861 (Vertaald) Necrologie – Te Londerzeel overleed M. Pieters, directeur van het klooster van de zusters Ursulinen, geboren in 1811. Het Handelsblad, 22 juni 1861 Nieuwsblad van Geel - 29/6/1861 Het onweder, dat verleden donderdag, tusschen 12 en 1 uer, te Londerzeel is losgebarsten, heeft aldaer een slagtoffer gemaekt: de genaamde Van As, die in zijne deur het onweder stond na te zien, werd door den bliksem getroffen, met het ongelukkig gevolg, dat hij op den slag dood bleef en noch tael noch teeken meer gaf. Op zijn lichaem heeft men een drijtal blauwe plekken gevonden en eene kleine kneuzing boven zijn rechter-oog. Dit ongelukkig geval heeft de gemeente Londerzeel in verslagenheid gebragt. Het Handelsblad, 25 juni 1861 Uitlslag van den pryskamp, met oude duiven, van Cahors (Lot, France), van wege de maetschappy l'Espérance, gevestigd by Seghers, te Londerzeel. De duiven zyn zaterdag om 4 ure 's morgens losgelaten: Eereprys, De Roos, Dendermonde. 1. Verdickt, Londerzeel, 2. Merckxpoel, Mechelen 3. Pirens, Moerseke, 4. Simons, Buggenhout, 5. De Buyzer, Londerzeel, 6. Van Ruysevelt, Londerzeel, 7. Toevoet, Waelhem, 8. Verbruggen, Klein Willebroek, 9. De Cupper, Mechelen, 10. Boogaert, Capelle, 11. Koekelberghs, Mechelen, 12. Van der Perre, Merchtem, Overduif: De Buyzer, Londerzeel North British Agriculturist, Schotland – 1 januari 1862 Vaccinatie (vertaald). De heer Devleeschouwer heeft in deze materie geëxperimenteerd. Hij vaccineerde in 3 stallen waar pleura-pneumonia was uitgebroken, maar raporteert maar over het resultaat van één. De twee andere resultaten reserveert hij voor het volgende trimester. In een stal in Steenhuffel werd de 10de augustus een koe ziek. De symptomen waren die van dominante pleura-pneumonia. Een tweede geval, dat van een ziek dik beest dat naar de slachters was gevoerd, deed zich voor op de 25ste. Van dit dier onttrok hij de materie waarmee hij de koeien in de besmette stal inoculeerde en nog 5 kalveren elders. Op 2 september kreeg één van de ingeënte koeien een aanval en werd geslacht. Op 11 september verloren 4 koeien een deel van hun staart; twee anderen vertoonden een lichte zwelling. In 3 gevallen, het op 11 september gestorven dier inbegrepen, was er geen reactie. 2 Kalveren vertoonden een 41
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
lichte zwelling. Het is de eerste keer, zegt de auteur, dat hij na vaccinatie met ernstige gevolgen ter maken had. Een gangreenachtige tumor zette zich in twee gevallen over op de geslachtsorganen, de uier en de gewrichten, en alleen met veel moeite heeft hij het leven van die dieren kunnen redden. De ziekte is in deze stal niet meer aanwezig en heeft al de ingeënte dieren, ook zij die geen reactie vertoonden, gespaard. L’Indépendance Belge, 28 augustus 1850 (Vertaald) M. De Vleeschouwer, veearts van de Staat in Londerzeel, werd voorlopig belast met de bewaking van de sanitaire diensrt in het kanton Asse. De Kempenaar - 1/8/1863 Zie hier de lijst der kriminele zaken zoo als dezelve zullen worden gebragt voor de assisen deser provincie, welke op maendag aenstaende zullen worden geopend: den 3 e augustus, J. Callaerts, van Londerzeel, diefstal van geld en kleederen. Het Handelsblad, 18 december 1863 Er is te Londerzeel eene afschuwelyke misdaed gepleegd. Een monster van een zoon, zou zyne moeder, by middel van verworging om het leven hebben gebragt. De policie heeft den persoon aangehouden, op wien deze schrikkelyke beschuldiging drukt. Le Courrier de l’Escaut, 19 december 1863 (Vertaald) Een erge misdaad, een moedermoord, heeft de gemoederen van de inwoners van Londerzeel en van het ganse kanton in beroering gebacht. Een ontaarde zoon zou zijn moeder door wurging om het leven gebracht hebben. De openbare afkeuring voor dergelijke feiten is zo natuurlijk dat we niet verbaasd moeten zijn over de verbitterde houding van de vreedzame buitenmensen toen ze het nieuws van deze monsterlijke aanslag vernamen... De autoriteiten hebben de verdachte van deze verschrikkelijke beschuldiging kunnen arresteren en hebben hem naar Brussel gevoerd waar hij, na een langdurig verhoor, opgesloten werd. Het onderzoek over deze kapitale misdaad is onmiddellijk begonnen en wordt aktief voortgezet. Den Denderbode, Aalst, zondag 7/2/1864 Onder de nieuwe koncessie-vragen voor spoorwegen, bemerken wij de twee volgende: MM. den ingenieur Splingard vraegt eenen ijzeren weg van Jette naer Dendermonde, langs Wemmel, Brussegem, Merchtem, Londerzeele, Willebroek, Boom, Schelle en Hemixem. De borgtogten liggen gereed en de studien zijn zoover gevorderd dat de werken van dezen zomer af zouden kunnen beginnen indien de wetten zonder uytstel gestemd wierden. MM. Splingard en Sano brengen nieuwe hulpmiddelen aen den Staet zonder hem iets te vragen. De Koophandel, 25 februari 1864 Pooging tot Moord. - Het Assisenhof van Braband zal zich heden bezig te houden hebben met eene erge beschuldiging, gerigt tegen Frans Van Schel, oud 23 jaer, landbouwer, geboren en woonende te Londeraeel. De misdaed waervan hy betigt wordt is eene moordpooging. In den nacht van 22-23 november 1863, tusschen middernacht en 2 ure, trad Bernard Schellemans in de herberg van Fiessens, te Londerzeel, in gezelschap van Frederik Boonen, J. B. De Bondt en drie andere kameraden; de beschuldigde Frans Van Schel bevond er zich reeds met zyn vader; weldra ontstond er een twist tusschen Van Schel en Boonen, betreffende een huis, toebehoorende aen de eersten en bewoond door den laetsten; daer zy tot dadelykheden
42
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
overgingen, kwam de herbergier er tusschen om hen te stillen, en zyne vrouw liep de echtgenoote van Van Schel verwittigen, die in de geburen woonde en dadelyk haren man en haren zoon kwam halen. In de woeling hoorde men vader en zoon Van Schel aen Boonen zeggen: Ik zal u wel krygen. De Van Schel's keerden weer naer hun huis. Schellemans en zyne makkers bleven nog een kwaert uers by Fiessens, toen gingen zy naer huis met hun zessen; zy stapten op eene lyn, een hunner die dronken was ondersteunende. 0p 't einde van een koornveld, scheidende Van Schel's wooning van den weg dien zy volgden, liet zich een geweerschot hooren op 25 stappen afstand. Eenige projectielen drongen door den kiel en de broek van Boonen, en Bernard Schellemans werd ligt gewond in de regter zyde, doch vry gevaerlyk in de regter scheen. Men zag een man loopen in de rigting van Van Schel's huis; de mannen waren overtuigd dat het Frans Van Schel was en De Bondt riep hem zelfs toe: Loop maer weg, Van Schel, ik heb u wel herkend. De genaemde Reyniers, die de Van Schel's, by 't verlaten der herberg naer hunne wooning gevolgd was, heeft ,verklaerd, dat Frans, kort na hunne te huiskomst, uit de kamer verdwenen was. Toen men het schot hoorde nam vader Van Schel, de afwezigheid zyns zoons bemerkende, een lantaern, ging naer den zolder, om te zien of Frans in zyn bed lag, maer hem er niet vindende, begaf hy zich naer den stal, waer men hem in het bed zyns broeders vond liggen. Reyniers heeft bestatigd dat hy toen laerzen aen had. Daegs nadien vond de schepen van Londerzeel op het veld voetslappen, weg en weer het huis der Van Schel's, en alleen de laerzenvan Frans pastten juist in de voetsporen. Den zelfden dag haelde de doctor, die Schellemans verzorgde, een stuk tin van 5 millimeters uit de wonde, dat stellig moest voortkomen van een lepel, en eenige dagen later vond de onderzoeksregter een ander stuk tusschen de stof en de voering van Boonens broek. Welnu, den 23 novemher vond men in den kelder van Van Schel een in stukken gekapten lepel en eene scheikundige ontleding bewees dat een en ander van den zelfden lepel moest komen. Enkel heeft men het wapen niet kunnen terugvinden. De beschuldigde ontkent alles en zegt dat hy in den avond 23 november zoo dronken was, dat hy van niets meer weet. Van Schel wordt verdedigd door de heeren De Ryckman en Swartebroeckx. Het Handelsblad, 25 februari 1864 Regterlyke Kronyk - ASSISENHOF VAN BRABAND. Voor het assisenhof van Braband is gisteren de zaek opgeroepen van Frans Van Schel, oud 32 jaren(elders 23), landbouwer, geboren en woonende te Londerzeel, beschuldigd van moordpooging. In den nacht van 22 en 23 november, kwam de genaemde Bernard Schellemans, met Frederik Boonen en J.B. De Bondt, tusschen 12 en 2 ure in de herberg van baes Fiessens, te Londerzeel. Er ontstond eene diskussie tusschen Boonen en Van Schel, welke leste met zynen vader ook in de herberg was. Om een einde aen den twist te stellen deed de baes vrouw Van Schel verwittigen, die haren man en haren zoon kwam halen. Deze laetste zegden in 't uitgaen tot Boonen: “Ik zal u wel krygen.” Toen de andere een kwartier nadien de herberg verlieten, werd er op 25 meters afstand een geweer, geladen met stukjes van een tinnen lepel, afgeschoten, waerdoor Schellemans ligteljk in de regterzyde, doch zwaer aen den regterknoesel werd gewond. By Boonen waren de brokjes tin door broek en kiel gevlogen, zonder hem te treffen.
43
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Zy zagen eenen man vluchten in de rigling van Van Schel's wooning. Zyn vader het schot hoorende, ontstak eene lanteern en ging naer den zolder, om te zien of hy niet in zyn bed lag, doch hem niet vindende, ging hy in den stal, waer by hem op het bed zyns broeders liggen vond. Hy had zyne leerzen nog aen. By eene huiszoeking vond men by Van Schel, in den kelder, het overschot van een tinnen lepel, waervan, zoo men vermoedt, de stukjes gesneden waren, waer mee het geweer was geladen geweest. Het geweer heeft men nergens kunnen vinden. De beschuldigde beweert onnoozel te zyn; in de vroegere ondervragingen heeft hy bekend van in den nacht van 22 en 23 november laestleden, zoo dronken geweest te zyn, dat hy zich niets meer van al het gebeurde herinnert. De Koophandel, 1 maart 1864 De genaemde Van Schel, van Londerzeel, beschuldigd van pooging tot moord, is door het assisenhof der provincie Braband, wegens het toebrengen van slagen en verwondingen, waertoe de jury de beschuldiging had gebragt, veroordeeld tot 10 jaren dwangarbeid, te pronkstelling, 10 jaren waekzaemheid der policie en de kosten van het proces. Het Handelsblad, 4 maart 1864 De Koopphandel, 4 maart 1864 (zelfde verhaal maar minder volledig) Le Courrier de L’Escaut, 6 maart 1864 (in ’t Frans) ASSISENHOF VAN BRABAND. Moedermoord De genaemde Jaek Verbruggen, oud 25 jaren, dagloonerr, geboren en woonende te Londerzeel, is gisteren voor het assisenhof van Braband verschenen, onder beschuldiging van in den nacht van 13 en 14 december laestleden, zyne natuurlijke moeder Maria-Josepha Verbruggen, vermoord te hebben. Wy laten hier de voornaemste feiten uit den beschüldigingsakt volgen: Omtrent een jaer geleden, trouwde de beschuldigde met Maria Franciska Roelants en ging met haer by zyne moeder te Londerzeel woonen. Welhaest ontstond er oneenigheid in het huishouden en de jonge echtelingen vestigden zich met der woon te Willebroeck. Welhaest werd de jonge vrouw door haren man mishandeld en Verbruggen werd daervoor door de korrectionneele regtbank tot eene maend gevangzitting veroordeeld. Toen hy losgelaten werd, keerde by naer Londerzeel terug, en liet zyne vrouw by hare familie. Hy ging by zyne oude moeder woonen, doch hy was een even slecht zoon als echtgenoot. Van een opvliegend en hevig karakter zynde, leverde hy zich dikwyls aen de meest strafweerdige daden over, en dikwyls hoorde men de ongelukkige vrouw de bitterste klagten doen. Verbruggen, aen de luijaerdy overgegeven en niet levende dan van stroopery, was kwaed omdat zyne vrouw, welke zyne mishandelingen moede was, niet by hem wilde terugkomen. Op zekeren dag dat hy naer Willebroeck gegaen was om haer van gedacht te doen veranderen, hoorde men hem over haren wederstand klagen en zeggen, dat die toestand geen jaer meer zou duren zonder dat hy een ongeluk gedaen had. Het was niet alleen het slecht gedrag van haren man dat haer belette van opnieuw by hem te gaen woonen. Op zondag, 13 december, zegde zy aen haren man, die haer nogmaels was komen vragen om by hem te woonen, dat zy er niet zou in toestemmen zoolang zyne moeder leefde. Hare moeder bevestigde dit gezegde. Dit zyn de verklaringen welke de weduwe Roelants en hare dochter aen den brigadier der gendarmen zouden gedaen hebben; maer voor den instruktieregter loochenden zy die gezegden. 44
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
By zyne terugkomst te Willebroeck 's zondags avonds, ging de beschuldigde - byaldien men hem gelooven moet - na met zyne moeder gesoupeerd te hebben, slapen. Hy beweert dat hy in den nacht gewekt zynde door het gerucht uit eene naburige herberg, hy zyne moeder over maegpyn hoorde klagen. Dit kwam, volgens hem waerschynlyk voort, omdat ze de aerdappelen en de peeren die ze geëten had, slecht verteeren kon. Daerna was hy opnieuw ingeslapen en eerst 's morgens wakker geworden. Ten 5 ure stond hy op om naer zyn werk te gaen. Hy waerschuwde zyne moeder van zyn vertrek; maer geen antwoord ontvangende, ging hy in hare kamer en vond haer dood in haer bed en reeds byna koud. De instruktie beweert, dat dit verhael maer eene aeneenschakeling van leugens is. Het lyk draegt duidelyke teekens van verworging, en de wetsdoktors verklaren dat zy kort na haer avondmael is versmacht geworden. Volgens de beschuldigingsakte is het klaerblykend dat de moordenaer niemand anders is dan de zoon der weduwe. Deze heeft op de mogelykheid van eenen zelfmoord gezinspeeld; maer dit is onmogelyk bevonden. Al de getuigenissen spreken tegen hem. De genaemde Van Riet door den beschuldigde verwittigd zynde, is het lyk gaen zien; het lag te bed even als iemand die sliep. Hy moet dus het lyk naarmate geschikt hebben om aen een natuerlyken dood te doen gelooven. 's Anderendags 's morgens ging hy op eene zonderlinge manier te werk. Zyne betoogingen van droefheid waren zoo luidruchtig, dat men hem verzocht er wat minder overdryving by te doen. Hy schreeuwde alsof hy poogde te weenen, en hy scheen groote haest te hebben om tot de begrafenis te doen overgaen. Deze zaek zal waerschynlyk verscheidene zittingen duren. Er moet een groot getal getuigen gehoord worden. De beschuldigde, wiens gelaet hoegenaemd niets belangwekkend oplevert, blyft hardnekkig al de hem tenlaste gelegde feiten loochenen. Verleden woensdag is men te Londerzeel overgegaen tot de ontgraving van de ongelukkige moeder; doch dewyl de begrafenis reeds van over dry maenden heeft plaets gehad, kon men moeijelyk hare lykkist vinden, na eenige grafsteeden geopend te hebben. Dit schrikwekkende tooneel, dat eerst in den avond eindigde, werd nog yzingwekkender door het somber gelui der klokken, welke tegen 's morgens eene lykdienst aenkondigden. Het lyk van Verbruggen’s moeder is na de opgraving door de deskundigen onderzocht en het hemd heeft men er af gedaen om tot overtuigingstuk te dienen. Uit de lykschouwing zyn byzonderheden gebleken, die wy tot eere van het menschdom, liefst achterwege laten. De wetsdoctors verklaren dat de dood het gevolg is van geweld, uitgeoefend op het slagtoffer. De beschuldigde spreekt vlaemsch en men is verpligt al de debatten te vertalen. Wy zullen den uitslag van het proces doen kennen. De Koophandel, 6 maart 1864 Den Denderbode, Aalst, zondag 13/3/1864 Het hof van assisen van Braband heeft in zijn verhoor van zaterdag laetst tot de doodstraf der vadermoorders verwezen den genaemden Jacob Verbruggen, oud 25 jaren, geboren en woonende te Londerzeele, om vrijwillig de dood gegeven te hebben aen zijne natuerlijke moeder, in den nacht van den 13 tot 14 december laetstleden. Verbruggen was zeer neerslagtig en weende geweldig op het oogenblik zijner veroordeeling. Volgens het vonnis, gebiedt het hof dat de halsregting zal geschieden op eene der openbare plaetsen van Brussel. Den jury heeft eene vraeg tot verandering van straffe ten voordeele van den veroordeelden ondersteund.
45
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Het Handelsblad, 15 maart 1864 Een Vlaemsche Beschuldigde. Deze week, zegt de Lierenaer, is er weer voor het assisenhof van Braband een proces afgeloopen, dat bewyst hoe het vlaemsch hier behandeld wordt. Een man van moedermoord beschuldigd zat voor het hof te regt. Het was een landbouwer van Londerzeel en verstond geen woord fransch. Niettegenstaende dit, gebeurden al de debatten in het fransch, zoodat hy geen woord begrepen heeft, dan als wanneer de president hem heeft doen kennen, dat de jury tegen hem de straf der moordenaars uitgesproken had. Is dit geen wraekroepend schouwspel ? En dit belet de gazetten niet, met veel ernst te schryven: “de beschuldigde aenhoorde de debatten zonder eenige ontroering te toonen.” Wy zouden wel willen zien welke gezigten die heeren zouden zetten indien men hen eens voor een hof stelde, waer eene tael gesproken werd, die zy niet verstaen, of hun aenzigt iets anders zoude uitdrukken dan het gevoel van een doofstommen die eene komedie zoude bywoonen, waervan zyn hoofd het voorwerp zoude zyn. Het is toch niet in dien zin, dat de wet de aanwezigheid van den verdachte by de debatten eischt en hunne openbaerheid voorschryft. Wat de vlaemscbe beschuldigden aengaet, die zoude men even goed na de ondervragingen naer de gevangenis kunnen terug brengen; voor hem zyn toch al de wettelyke waerborgen eene doode letter. De Koophandel, 30 april 1864 Byzondere Briefwisseling. Londerzeel, 29 april 1864. Mynheer de Opsteller van den Koophandel. Over omtrent 50 jaren, wierden 2 gebroeders dezer gemeente beschuldigd voor een doodslag in een gevecht begaen. Een der beide beweerde dat hy onpligtig was; de andere, integendeel bekende zyne misdaed maer protesteerde ter zelvertyd tegen de onnoozelheid zyns broeders. Niettegenstaende werden beide ter dood veroordeeld, en weinigen tyd later onthalst, alhoewel volgens het algemeen gevoelen er eene onschuldig stierf. Ik wil hier niet aenhalen wat hartschreeuwend tooneel dit verwekte, wanneer de eene der veroordeelden zyn broeder op 't schavot omhelzende, hem aen ‘t publiek als het slachtoffer eener dwaling van het gerecht aenduidde. Laten wy dit in stilzwygen voorbygaen, eenieder zal het veel beter by zyn zelven gevoelen dan ik het hier zou kunnen beschryven. Hoe die dwaling door de justitie begaen werd dient hier ook niet gemeld Ie worden, ik zal my enkel bepalen te zeggen dat het slagtoffer daer iets of wat zelf de oorzaek van was, met zynen broeder te willen redden en dat hier niemand aen zyne onnoozelheid twyfelt. Myn doel is slechts een voorbeeld te voegen by al degene welke reeds aengehaeld zyn door de bestryders dier barbaersche straf welke de beul het regt geeft zynen evenmensch namens de sociëteit in het publiek om den hals te brengen; en met daedzaken die nog in eenieders geheugen geprint slaen te bewyzen de betreurenswaerdige gevolgen, welke daer uit voortspruiten. Indien, zoo als de verdedigers van de doodstraf het staende houden, dezelve een heilzaem voorbeeld is, dan zou het wel geoorloofd zyn te hopen dat er binnen onze gemeente binnen eeuwen geene moord meer moest begaen worden. 46
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Helaes, men heeft maer al te wel ondervonden hoeverre deze beweering van de waerheid af is. Zie liever. Over eenige maenden werd alhier eene vrouw vermoord. En wie was die vrouw? De zuster der beide vroeger onthalsden! En door wie is zy vermoord? Door haren eigen zoon! Jacobus Verbruggen die den 5 Maert jl. door het assisenhof van Braband voor deze wandaed tot de straf der vadermoorders veroordeeld is, en waervan men de vraeg van verbreking in een der laetste zittingen van het kassatie hof verworpen heeft. Deze feiten spreken veel hooger dan al de uitleggingen welke men er zou kunnen byvoegen. Ik moet nogtans dees aenhalen dat die laetste veroordeeling opnieuw slechte gevolgen schynt te hebben. Byna op hetzelve oogenblik is een ander jongeling van Londerzeel voor mishandelingen tot 10 jaren dwangarbeid verwezen en sedert eenige weken heeft men byna dagelyks de schandigste mishandelingen te betreuren. Zeker is dit alles het gevolg niet van de laetste ter dood verwyzingen en men moet dat ook aen eene andere oorzaek toewyten. Indien onze geestelyken zich op hunnen predikstoel wat minder met politiek bezig hielden, indien zy wat min verwytingen tegen de liberalen uitbraekten en indien zy en de witheeren, die zy hier doen komen prediken, de parochianen wat meer over zedelykheid en menschenliefde spraken, dan zouden eenigen dezer, die dit nog noodig hebben, ook wel wat beschaefder kunnen worden. ‘t Is waer, wat doet hun dit al, als zy maer kunnen domineren; en dat men dan ook al iemand dood slaet als zy het lyk maer naer hunne gezindheid mogen begraven; (en hel gansche land weet hoe zy dit doen, al de dagbladen hebben het bekend gemaekt.) Maer indien een liberael durfde zeggen dat hy van dezelfde gezindheid is als de broeder van Mr. pastoor een geëerd man en kandidaet eener liberale vereeniging, dan zou men wel des zondags op den stoel der waerheid dit komen logenstraffen. Ik moet bekennen dat eenige mishandelde persooncn beweeren dat hunne wonden door geene menschen zyn toegebragt maer wel door een wild dier dat zich gewoonlyk in den beemd ophoudt. 't Is misschien daerom dat mr. pastoor laet slagen. Toch een beetje duiding: In deze brief wordt tussen de lijnen verwezen naar de toestand van het kerkhof rond de kerk. Dat was overvol en verklaart wellicht waarom men 3 graven moest openbreken voor men het lijk van moeder Verbruggen kon ontgraven. Dit kerkhof was door de overheid al voor 1864 afgekeurd maar het heeft nog tot 1865 geduurd voor de Londerzeelse clerus zich naar die beslissing willen schikken heeft.
Den Denderbode, Aalst, zondag 1/5/1864 Het hof van Cassatie komt te voorziening te verwerpen van den genaemden Jacob Verbruggen, oud 25 jaren, daglooner, geboren en woonende te Londerzeel, den 5 maert lestleden door het assisenhof van Braband veroordeeld tot de straffe der vadermoorders, om te Londerzeel, in den nacht van den 13-14 december 1863, vrijwillig zijne natuerlijke moeder door verworging vermoord te hebben. Men weet dat, na de veroordeeling van Verbruggen, den jury een rekwest tot genadevraeg aen de koninglijke goedertierendheyd ondersteund heeft. Den Denderbode, Aalst, zondag 15/5/1864 De voorziening in gratie van den genaemden Jacob Verbrugghen, daglooner, oud 25 jaren, geboren te Londerzeel, veroordeeld tot de straffe der oudermoorders, is
47
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
aengenomen. Een koninklijk besluit van 3 mey veranderd de doodstraf tegen Verbrugghen uytgesproken, in levenslangen dwangarbeyd. Den Denderbode, Aalst 15/5/1864 Bij koninklijk besluit van 8 mey is het ontslag van den heer D. Bocklandt van zijn ambt van notaris ter verblijfplaets te Malderen aenveerd. Den Denderbode, Aalst 4/6/1864 Men weet dat het ministerie, ten eynde het princiep van de ondereenmenging der begravingen te doen doorgaen het catholijk kerkhof van Londerzeel heeft doen sluyten. Het schijnt dat sedert eenigen tijd, men opgehouden heeft daer te begraven, maer ook dat geen eene familie tot hiertoe erin heeft willen toestemmen zijne bloedverwanten te laten begraven op het nieuw kerkhof dat de zegening der kerk niet heeft ontvangen. De lichamen worden allen weggevoerd om op de kerkhoven der naburige gemeente ter aerde besteld te worden. Het Handelsblad, 11 februari 1865 Hierin een uitgebreid verslag van de zitting van 10 februari 1865 van de Kamer van Volsvertegenwoordigers met een discussie over de sluiting van het kerkhof van Londerzeel. Tot 24 maart werd in de Kamernog regelmatig gedebatteerd (zie Het Handelsblad)
De Koophandel, 11 februari 1885 Kamer der Volksvertegenwoordigers Voorzitterschap van M. Ern. VANDEN PEEREBOOM. Zitting van 10 february. Aenvang der zittting om 2 ¼ ure. M. VLEMINCKX interpelleert den minister van binnenlandsche zaken om te weten waerom men nog begravingen doet op het ongezond kerkhof van Londerzeel. M. A.VANDENPEEREBOOM zegt dat deze zaek dagteekcnt van 1857, ten gevolge eener petitie der inwooners die neven het gemeld kerkhof woonen. De Gemeenteraed van Londerzeel erkende dat het kerkhof ongezond is en besloot het te verplaetsen. Het voorstel werd door het voorgaende ministerie goedgekeurd en een terrein werd gekocht. Tot dan ging alles goed. De Raed besliste dat het nieuw kerkhof van 1 jan. 1864 zou geopend worden, maer de geestelijkheid weigerde het nieuw gemeentelijk kerkhof te wyden, zoo als blykt uit een brief van den aerstbisschop van Mechelen, en die tot rede opgeeft dat het kerkhof in het geheel niet ongezond is. Welnu, mynheeren, ik vraeg u eens of de geestelijkheid het recht heeft te spreken en te oordeelen over den gezondheidstoestand van een kerkhof, wanneer de kwestie door de bevoegde overheid besloten is. De raed besloot de afschaffing des kerkhofs uit te stellen tol 31 december 1864. Ik had er my misschien moeien tegen verzetten. M. BOUVIER. Niet misshien, gij moést u er tegen verzet hebben. M. VANDENPEEREBOOM. Ik heb aen den Gemeenteraed geschreven om te weten welke maetregelcn te nemen zyn, en die ik zal ten uitvoer brengen wanneer het noodig is. M. MULLER vraegl of men de Kamer zou laten weten welke maelregelen er genomen zullen worden. Van heden af man er geen enkel lyk meer op dit kerkhof begraven worden. Ik begryp niet waerom de gemeenteraed het koninklyk besluit niet heeft uitgevoerd, op de enkele weigering des aertsbisschop van Mechelen. Benoem een buitengewoon kommissaris. M. A. VANDENPEEREBOOM. Ik weet niet welke maetregelen zullen genomen worden, maer kost wat kost is het noodig dat het koninklyk besluit worde geëerbiedigd. 48
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
M. WASSEIGE hoopt dat men de wet van prairial jaer XII zal eerbiedigen. M. VLEMINCKX doet aen M. Woelmont opmerken dat fr geestelijkheid hare macht te buiten gaet, door het behoud van dit kerkhof te vragen, zonder zich te bekreunen om de gezondheid der bewooners van Londerzeel. M. DE THEUX beweert dat de rechten der geestelijkhezid gekrenkt zyn geworden. M. FRÊRE-ORBAN antwoordt dat men alleenlyk de rechten der burgerlyke overheid heeft willen doen eerbiedigen. Ten andere men zal de kweslie der kerkhoven in den grond kunnen bespreken, wanneer ze ter tafels zal gebracht worden. Het incident is gesloten. De Koophandel, 11 februari 1885 In den aenvang van de zitting van de Kamer van gisteren heeft M. Veminckx den heer minister der binnenlandsche zaken opnieuw ondervraegd over het kerkhof van Londerzeel. Men weet, dat het volgens het verslag van al de bestuurlijke overheden bewezen is dat het kerkhof van Londerzeel onder betrek van openbare gezondheid veel te klein is. Het gemeentebestuer van dit dorp heeft eenen grond aengekocht, hem door eenen muer omringd en ingericht volgens de wet van 't jaer XII. Hy heeft aen de geestelykheid gevraegd om het te zegenen, doch de bisschop van Mechelen heeft zulkdanige voorwaerden aen die wyding gesteld, dat ze de gemeenteraed niet kan aennemen. Daerna heeft de prelaet van Mechelen verboden op de nieuwe begraefplaets te begraven en geboden van op de oude voort te gaen. Hoe moet men die handelwijze van den bisschop noemen? Is dat geene schending der burgerlyke wetten? Vruchteloos heeft het goevernement de Regencie tot haren plicht geroepen: zy gehoorzaemt aen Mechelen. M. de minister der binnenlansche zaken heeft verklaerd dat de toestand dezelfde blyf't en dat zyn geduld ten einde is: dat hy bevelen geven zal om de besluiten van het goevernement te doen uitvoeren. M. de Theux heeft het woord daerop genomen niet om den bisschop te verdedigen, maer om te verklaren dat de tyd nog niet gekomen is waerop hy de wet over de begraefplaetsen zal bepleiten, die volgens hem alle dagen geschonden wordt. — Door wien? De kamer heeft akte genomen van de verklaring van den heer mininster der binnenlandsche zaken. Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage, 17/3/1865 Van onzen eigen correspondent. Brussel, 15 Maart. De door den heer Osy, lid van den Senaat voor Antwerpen, aangekondigde interpellatie over het besluit van den Mechelschen gemeenteraad om, in strijd met het decreet van Prairial jaar XII eene algemeene begraafplaats in te rigten, met voorbijziening van de tot hem gerigte uitnoodiging door de permanente deputatie van Antwerpen, heeft heden plaats gehad. Daar de Gouverneur van Brabant niet van art. 86 der gemeentewet schijnt te willen gebruik maken tegen genoemden gemeenteraad, rigtte de heer Osy tot het Ministerie de vraag of de Regering niet gebruik zou maken van het regt, haar bij art. 87 der gemeentewet toegekend. Als gij de wet niet weet te doen eerbiedigen, zeide hij ten slotte, dan zal het land weldra tot barbaarsehheid vervallen.
49
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
De heer van Schoor, lid der linkerzijde, rigtte daarop eene interpellatie tot den Minister van Binnenlandsche Zaken, nopens de begraafplaats van Londerzeel, waarin de geestelijkheid wil blijven begraven, niettegenstaande alle mannen van wetenschap op de sluiting aandringen. De heer van den Peereboom, Minister vau Binnenlandsche Zaken, beantwoordde het eerst den heer van Schoor, en gaf hem de verzekering dat in die quaestie de wet zou worden gehandhaafd. Ten aanzien der door den heer Osy besproken quaestie gaf de Minister te kennen, dat de Antwerpsche permanente deputatie zijne regten is te buiten gegaan, door tusschen beiden te treden in de policie-reglementen, welke de Mechelsche gemeenteraad met volledig regt heeft vastgesteld. De Koophandel, 24 maart 1865 Kerkhofkwestie. Men herinnert zich, dat de gemeenteraad vanLonderzeel, na in belang der openbare gezondheid, verboden te hebben dat er nog begravingen gedaen werden op de begraefplaets die rond de kerk ligt, zich door de protestatien van den aertsbisschop van Mechelen had laten evenhalen en gedacht heeft op zyne beslissing te moeien terug keeren. Deze tweede beslissing van den gemeenteraed is door den koning vernietigd. Men verzekert ons, dat het gouvernement, indien het noodig is, een byzonderen kommissaris naer Londerzeel zal zenden, gelast te waken, dat er geene begravingen op het kerkhof rond de kerk worden gedaen en opdat hetl nieuw kerkhof, dat geopend is voor dat de gemeenteraed aen de onwettelyke drukking van de geeslelyke overheid had toegegeven, tot zyne bestemming worde gebruikt. L’Indépendance Belge, 10 mei 1865 (Vertaald) Rechtbanken. Maandag 8 mei begon, onder voorzitterschap van M. Mockel, de tweede sessie van het Assisenhof van Brabant. De eerste criminele zaak betrof een aanslag op de goede zeden door een man uit Wilsele. De man werd in een zitting onder gesloten deuren vrijgesproken en onmiddellijk vrijgelaten. De tweede zaak, aangepakt op heden dinsdag 9 mei, wordt eveneens onder gesloten deuren behandeld en is veel zwaarder dan de eerste. De genaamde Jozef Van Steen, 45 jaar, slachter, wordt er van beschuldigd op 3 januari 1865 het meest verfoeielijke te hebben gedaan wat men een vader kan verwijten... Archief Gemeente Steenhuffel: 9 mei 1865. - Van Steen Joseph, 45 jaar, slachter, Steenhuffel. Aanslag op de zeden, met geweld, op zijn minderjarige dochter (3 januari 1865). Aangehouden op 9 mei. Veroordeeld tot dwangarbeid. In hetzelfde archief van de gemeente Steenhuffel bevindt zich nog een brief van deze Van Steen aan zijn familie. Hij werd geschreven 13 jaar na dit proces en bevat veel informatie voor wie tussen de lijnen kan lezen.
Gent den 7 april 1878 - Centraal tuchthuis te Gent Beminde broeders en kinderen en vrienden, Ik laet u eenige woorden schrijven om u te laeten weeten als dat ik noch altijd daer omtrent in gezondheid ben en verhoope van u lieden hetzelve.
50
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Beminde broeders, het heeft mij eenen grooten troost geweest als ik uwen brief ontvangen hebt al hoe wel ik er niet veel en heb kunnen van verneemen om dat het geene gij geschreven hebt uyt gedaen was in den brief. Maer het is toch eenen troost voor mij in het ongeluk waer ik mij bevind van te zien dat ik van u lieden niet verlaeten en ben. Maer het meeste verdriet dat ik maeke dat is dat ik zie dat mijn lijden en verdriet niet heerder een heinde en kan neemen om zoo veel te spoediger met u lieden te moogen verheeningd zijn. Dit zijn de wenschen welke ik dagelijks aen God in mijne gebeden vraege en het ware te hoopen dat ze wel haest zouden verhoord worden. Het verwondert mij ook dat ik zie dat Marie zoo weinig doet voor haere misdaed te herstellen al hoe wel ik het uyt den grond van mijn hart vergeve. (2 regels gecensureerd) … en verhoop dat Nelle en Threse mij zouden koomen bezoeken gelijk of zij beloofd had; daer voor zal God (h)aer loonen voor dat liefde werk van eenen ongelukkigen te troosten. Ik verlange ook te weeten hoe het met mijn broeder Petrus en zijn huyshouden al gaet en kan ook niet laeten van bijzonderlijk de complimenten te doen aen H. Deridder en aen geheel de familie want er en zijn geene dagen dat ik voor het welzijn van allen niet en bid en dat God hun van alle ongelukken zoude beschermen. Daer mede blijve ik in afwachting met de hoope dat gij mij het nieuws zult laeten weeten die er onder de familie is. Uwen broeder, Joseph Van Steen. En aengezien mijne dochter Catrijn mij heeft koomen vraegen voor te trouwen geeft ik mij volle toestemming. Nog uit het gemeentearchief. Jozef van Steen was in 1879 op vrije voeten maar werd onder politietoezicht geplaatst. Dat betekent dat hij zich regelmatig op het gemeentehuis moest presenteren. Voor 1880 woonde hij in Kapelle-op-den-Bos, begin 1880 was hij terug in Steenhuffel. Hij overleed te Wolvertem op 28 november 1885
Nederlandsche Staatscourant, 2/6/1865. Nieuwe Rotterdamsche Courant, Nederland, 4/6/1865 Telegraaf kantoren zijn geopend te Neutitschein en Ruma in Oostenrijk; te Braunsberg in Pruissen; te Teinach in Wurttemberg ; te Ensival en Londerzeel in België; te Cordes, Stenay en St. Vallier in Frankrijk; te Butschwyl, Fahrwangen, Kusnacht, Laufen, Mühlberg, Seengen en Versoix in Zwitserland; te Amalfi, S. Marco in Lamis, Marsiconuovo en Nicotera in Italie en te Casabianda op het eiland Corsika. Het Handelsblad, 9 juli 1865 Kerkelijk nieuws – De eerw. heer F. Cotermans, te Brusseghem, gaat in deze hoedanigheid over naar Londerzeel. L’Indépendance Belge, 29 augustus 1865. L’Echo Du Parlement, 29 augustus 1865. (Vertaald). Op 26 dezer heeft zich een wreed ongeluk in de gemeente Steenhuffel voorgedaan. Een kind van 2,5 jaar, Marie-Elisabeth Bellens, werd volledig door de boerenkar van pachter François Lamens, bestuurd door zijn zoon Henri, verpletterd. Opmerking: De naam Bellens is verkeerd. Uit het parochie-archief: Maria-Elisabeth Bettens, dochtertje van Carolus Ludovicus en Amelia Amelberga Leemans, 2 jaar en 5 maanden oud, gestorven op 25 (en niet 26) augustus 1865. Lamens moet Ermens zijn.
Uit het gemeente-archief van Steenhuffel: Steenhuffel le 26 août 1865. (Vertaald) Mijnheer de gouverneur. Ik laat u weten dat gisteren, omtrent 4u30 in de namiddag, Marie Elisabeth Bettens, oud 2 jaar en 5 maanden, per ongeluk verpletterd 51
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
werd onder de kar van pachter François Ermens uit Steenhuffel die gemend werd door zijn zoon Henri. Het kind was op slag dood. Ik heb proces-verbaal opgemaakt en het naar de procureur des konings gezonden. De schepen, ambtenaar van politie, P.J. Van Ranst - Inlichtingenformulier. - Naam en voornamen: Bettens Marie Elisabeth - Ouderdom: 2 jaar en 5 maanden - Geboren te: Steenhuffel - Woonplaats: Steenhuffel - Doodsoorzaak: verpletterd onder het wiel van een kar - Datum van het ongeluk: 25 augustus 1865, 4u30 namiddag - Tijd die verliep tussen ongeval en eerste hulp: het kind werd onmiddellijk gevonden en geholpen maar het werd op slag gedood. - Waren er nog tekenen van leven na het ongeval: ja, maar ze bezweek op het moment dat men haar oppakte - Aard en duur van de geboden hulp: alle hulp was vruchteloos L’Indépendance belge, 30 oktober 1865 (Vertaald) Een Koninklijk Besluit van 23 oktober staat de oprichting toe van de NV “Compagnie du chemin de fer d’Anvers à Tournai” en keurt de statuten goed zoals die staan in een notariële akte van 14 oktober opgemaakt door notaris Marthe te Brussel. Deze maatschappij heeft voor maatschappelijk doel: De aanleg en exploitatie van een spoorlijn van Antwerpen naar Doornik, met - een aftakking van Malderen naar Aalst en een verbinding met het station van de Belgische Staat te Denderleeuw, - een aftakking van aan het geplande station van Kontich naar het station van de belgische staat van Kontich... Field, Engeland, zaterdag 25 november 1865 Illustrated Sporting News and Theatrical and Musical Review, Engeland, 2 december 1865. (Vertaald) De Sussex Spaniel - De Spaniel wordt al vele jaren als een aparte variëteit erkend: zeer waarschijnlijk was hij in Engeland al lang voor de Rozenoorlogen welbekend. Omstreeks het jaar 1555 werd er een door de hertog van Northumberland getraind om vogels in het net te jagen en kort daarna ontstond de Setter, ofwel door selectie ofwel door de Talbot hond met de spaniel te kruisen. In het “Book of Dogs” van Berjeau, uitgegeven door Mr. Hotten van Piccadily, vinden we facsimile’s van etsen van Israel van Meckenen (1482) en van Urs Graf, beter gekend onder de naam van Gamberlein (1507 Immustrated Sporting News), later van Martin de Vos (1579). Daaruit leren we dat de Spaniel goed gekend was en in hun dagen werd gefokt; en Londerzeel (1586) levert ons een bewijs dat men zijn tijd het ‘zetten’ of ‘pointen’ kende, en dat men daarvoor de grotere Spaniel of Setter gebruikte. Inderdaad, voordien werden honden getraind om te ‘zetten’ en die waren van het Spaniel ras... Opmerking 1 - Uit https://nl.point.pet/ Setter-rassen kregen hun naam en hun bekendheid als jachthonden vanwege hun instinctieve neiging om te hurken of te ‘zetten’ wanneer ze hun steengroeve vinden. Doorgaans neemt een setter een lage houding aan, waarbij zijn lichaam de grond bijna raakt en de aandacht stevig op het spel is gericht. Deze positie stelde jagers van vroeger in staat om een net over de vogels te werpen zonder te worden gehinderd door het lichaam van de hond. Vandaag is het niet zo nodig met het gebruik van vuurwapens bij de jacht, maar het blijft niettemin een karakteristiek kenmerk van setter-rassen. 52
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Opmerking 2 – Die 16de eeuwse mijnheer Londerzeel, waar ik elders niet over gevonden heb, moet toch belangrijk geweest zijn want in het midden van de 20ste eeuw hebben Engelse honden nog zijn naam gekregen. Als bewijs daarvan: Uit Yorkshire Post and Leeds Intelligencer, zaterdag 16 december 1950
Uit Bradford Observer, Engeland, maandag 2 november 1953
De Tijd: godsdienstig-staatkundig dagblad, Nederland, 19/1/1866 De aandacht der Ouders wordt gevestigd op het zoo aanmerkelijk succes welk de geestelijken zusters van de Orde der Ursulinnen in België, ten opzichte van de opvoeding der Jeugd verkregen hebben. Inzonderheid wordt, aanbevolen het Etablissement te Londerzeel (tusschen Mechelen en Dendermonde) zijnde eene uitgestrekte localiteit, omringd met ruime pleinen en tuinen, in de nabijheid van het spoorweg-station. De Zusters, die over dit uitmuntend Pensionnaat het bestuur hebben, ontzien geen opoffering om aan hare Kweekelingen eene zoo gedistingueerde als christelijke opvoeding te geven. Leerlingen van iederen ouderdom worden er in opgenomen, voor 400 francs of 189 gulden ‘s jaars, bij drie maandelijksche vooruitbetaling. Beddegoed en bewassching zijn daaronder begrepen. Men onderwijst er het Fransch (hetwelk er doorloopend gesproken wordt), Vlaamseh, Hollandsch, Engelsch, Hoogduitsch, Italiaansch, Teekenen, Schilderen, Muzijk, alle soorten van Vrouwelijke Handwerken en wat verder tot eene volledige opvoeding behoort. Prospectussen op franco aanvraag verkrijgbaar. Den Denderbode, Aalst 1/4/1866 Een schrikkelijk ongeluk heeft woensdag avond binnen de gemeente Malderen plaets gehad. De echtgenoten Seghers waren dien namiddag samen naer hun werk gegaen, eenen 10 jarigen zoon te huys latende, die gedurende hunne afwezigheyd rapen sneed voor het vee, hetgeen hij onder de buys der stoof verrigte. Den kleynen was in slaep gevallen en eene genster vuer zijne kleederen vattende, ontwaekte hij eerst wanneer hij in volle vlam stond. Men zegt dat zijne kleederen van zijn lijf gebrand zijn tot aen den halsdoek, waervan insgelijk een groot deel van verbrand is. Alvorens de ouders t’huys waren, was den Eerw. heer onderpastoor bezig met den ongelukkigen jongen de H. Olie toe te dienen, die ’s anderendaegs vroeg in den morgend in de grootste pijnen bezweken is.
53
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
(Verduidelijking: Segers Franciscus, geboren op 9 augustus 1856, zoon van Didacus en Coleta Van Riet, gestorven in Malderen op 22 maart 1866.)
De Kempenaar - 12/5/1866 Dezer dagen is te Wolverthem een paard dat in den ploeg gespannen was doodgesteken, door bieën die een boer uit Londerzeel daar op een stuk koolzaad gebracht had. Het is de eerste maal niet dat iets dergelijks plaets heeft; als de bieën woedend worden, vallen zij bij voorkeur op de paarden. De Denderbode - 13/05/1866 Peerd dood gestoken De verledene week is te Wolverthem een peerd, toebehoorende aen den heer De Rijck, op het veld waerop het de ploeg trok, doodgestoken door de bieën van eenen landbouwer van Londerzeel, die in een koolzaedveld gebragt waren. Het is de eerste mael niet, dat een dergelijk feit gebeurt. De bieën, woedend geworden randen het paerd bij voorkeur boven al ander dier aen. Het Handelsblad, 29 mei 1866 Kerkelijk Nieuws. Z. Em. de kardinaal-aartsbisschop heeft de volgende benoemingen gedaan: de eerwaarde heer De Vel, van Schoonbroeck, priester in 't seminarie, tot onderpastoor te I.onderzeel; de eerw. heer Cotermans, onderpastoor te Londerzeel, tot onderpastoor te Raevets, in vervanging van den eerw. heer Thys, die zich bestemt voor de belgische missie in Mongolië. Opmerking: In het Handelsblad (van Antwerpen) zijn onder de rubriek ‘Kerkelijk Nieuws’ veel meer benoemingen van pastoors en onderpastoors te vinden.
Het Handelsblad, 28 september 1866 Den Denderbode, Aalst, zondag 30/9/1866 Tusschen Londerzeel en Steenhuffel, ten huyze van pachter Van Hoemiseen, heeft den genaemden Damiaen Keyrens, metser te Merchtem, voorleden zaterdag, bij het uytkappen van eenen balk boven de kamerdeur, eene beurs gevonden, inhoudende 60 zilveren muntstukken van keyzerin Maria-Theresia. Den eerlijken vinder overhandigde dezelve onmiddellijk aen den eygenaer, die hem 2 kroonen schonk. Wij twijfelen of Keyrens, volgens de wet, geen regt op de helft dier gevonden som heeft. L’Echo du Parlement, 24 oktober 1866 (Vertaald) Josse Biesemans, 19 jaar oud, nachtwachter te Malderen, wilde aan het station van deze gemeente de spoorweg oversteken en werd door een konvooi uit Gent geraakt. De ongelukkige werd in een alarmerende toestand weggedragen. Hij had een gebroken arm en zware verwondingen aan het hoofd. Parochieregister: Biesemans Judocus, 19 jaar, zoon van Petrus Joannes en Joanna Catharina Lauwers, overleden te Malderen op 7 november 1866.
Journal de Bruxelles, 15 februari 1867 L’Indépendance Belge, 15 februari 1867 (Vertaald) Maandagavond 11 dezer werd het huis, eigendom van de heer Clymans uit Elsene en bewoond door notaris Kips, te Malderen, samen met de inboedel en de juwelen door een brand volledig in de as gelegd. Gelukkig konden alle notariële documenten worden gered. De eigendom was verzekerd bij de Compagnie St.-Michel voor een bedrag van 16.500 fr.
54
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Le Bien Public, 22 februari 1867 Le Courrier de l’Escaut, 4 maart 1867 (Vertaald) De politiek heeft soms plezante kanten en levert onverwachte oplossingen die het lezen van het officiële deel van de “Moniteur” wat interessanter maken. Of dat zo is kan men aan de hand van het volgende ware verhaal beoordelen. De gemeente Malderen zat zonder burgemeester omdat de kiezers tijdens de laatste verkiezingen het opportuun gevonden hadden om de vroegere burgemeester vrijaf te geven. Het zou makkelijk geweest zijn om hem fatsoenlijk te vervangen want in de gemeenteraad zaten verschillende geleerde, bekwame en onafhankelijke mannen, maar onze regeerders zagen dat anders. Als enige in de gemeenteraad had de barbier van het dorp de afgezette burgemeester gesteund; alleen hij kon bekwaam genoeg geacht worden om hem op te volgen. Hij werd bij K.B. van 13 februari in zijn functies benoemd. ’t Is waar dat de nieuwe titularis zijn bescheiden maar nuttige beroep combineert met dat van herbergier en schenker van alcoholische dranken, zodat zijn onderdanen, in zijn stek op de hoek van het dorpsplein, tussen twee pinten door, hun kin kunnen laten scheren terwijl ze over de belangen van de gemeente converseren. Wanneer de minister van binnenlandse zaken deze intelligente benoeming ter ondertekening aan de koning zal presenteren zal hij zich waarschijnlijk de woorden herinneren die hij op 1 februari in de Kamer heeft uitgesproken: “Ik stel vast dat overal waar een goede burgemeester is er ook een goede school bestaat.” Door een man, die amper kan lezen en schrijven, een belangrijke gemeente in het arrondissement Brussel te laten besturen, heeft hij vast en zeker voor altijd de ontwikkeling van het onderwijs willen garanderen. Ziedaar waarom Figaro de burgemeesterssjerp zal mogen omgorden. Gelukkige gemeente Malderen! Welke schitterende toekomst is er voor u weggelegd! Welke hoge en onvergelijkbare lotsbestemming kunt u niet beögen onder het vaderlijke bestuur van uw barbier (Journal de Bruxelles). Opmerrking: In februari 1867 werd de niet herverkozen Charles J. Désiré Slachmuylders als burgemeester opgevolgd door Charles Louis Hofmans die voordien al schepen was. Bij de verkiezingen van 30 oktober 1866 had hij de tweede meeste voorkeurstemmen (113) behaald. Ik weet niet of hij barbier was, maar lezen en schrijven kon hij vast en zeker. Hij bleef burgemeester tot aan zijn dood; dat was al op 4 oktober 1868.
Den Denderbode, Aalst 3/3/1867 (uit een lang politiek pamflet dat eigenlijk over de situatie in Ninove gaat) ... De ministers hebben voor de gemeente Malderen als burgemeester genoemd den baerdscheerder van de prochie!... Dit is waerschijnlijk ook om Malderen, dat wat te klerikaal is, te verlichten... Moest een catholijk ministerie zulke perten uytsteken, g’heel de liberhatersfrancmassonspers zou het vermaledijden tot in ’t diepste der hel. Maer nu, omdat den barbier van Malderen liberael is, is alles wel... Zal daer in de kamer niemand over spreken? (Verduidelijking: de bedoelde “baerscheerder” was Charles Louis Hofmans, getrouwd met Francisca De Wijs. Hij was al eerder gemeenteraadslid en had bij de gemeenteraadsverkiezingen van 30 oktober 1866 113 voorkeursstemmen gekregen; dat waren er 3 minder dan Henri De Block. Hofmans bleef burgemeester tot aan zijn dood op 4 oktober 1868.)
55
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Nieuwsblad van Geel - 28/12/1867 Men schrijft uit Hasselt, 23 december. Gisteren zijn er 26 jongelingen uit onze stad vertrokken, om te Rome bij de pauselijke Souaven dienst te nemen. Uit de gemeente Malderen (Brabant), welke slechts 1800 zielen telt, zijn dezer dagen 3 jongelingen naar Rome vertrokken, om dienst in ’t pauselijk leger te nemen. Het zijn: Ch. De Schryver, Joseph van Linthout en August Horincx.
Hiernaast een pauselijke zouaaf in uniform,, in dit geval Jan Frans Van Nuffel uit Roosdaal-Pamel. Helaas bezitten we geen prentje van de hier genoemde mensen uit Malderen. Van de Steenhuffelse Zouaaf Jan Edmond Roger (eigenlijk Jan van Parijs, geboren in Sint-Joost-ten-Node op 13 juli 1847), hebben we dat wel. Hij komt aan bod op 21 oktober 1931 toen hij werd gevierd.
Den Denderbode, Aalst, zondag 15/3/1868 Het lijnzaedmeel vervult in veel hofsteden eene groote rol in de spijzing der dieren. Dit meel wordt gezocht en is dan ook duer geworden; het word daerenboven vervalscht. Den heer Vleeschhouwer, ’s rijks veearts, te Londerzeel, heeft zulks ontdekt. Bij verschillende koeyen, die met lijnzaedmeel wierden gevoed, ontsteltenis in de verteringsbuis ontwaerd hebbende, heeft hij zulks geweten aen de vervalsching van het meel. Alleenlijk zijn de zelfstandigheden, waarmee de vervalsching geschied, niet klaer aengeduyd. Den heer Vleeschhouwer denkt, dat het op beschadigde zaedkoeken aenloopt. Nieuwsblad van Geel - 26/9/1868 Het hof van beroep van Brussel, kamer van in beschuldigingstelling, heeft voor het hof van assisen van Antwerpen verzonden: J. Carpentier, oud 38 jaren, herbergier, geboren te Santvliet, wonende te Antwerpen, beschuldigd van negen diefstallen en poging tot diefstal van geld en andere voorwerpen, begaan gedurende den nacht met beklimming en braak in de gebouwen der staties van den ijzeren weg te Ouden-God, Duffel, Wareghem, Forest, Eppeghem, Malderen, Sint-Truiden, Rossoux, Goyer, Cortenberg en Dieghem. Deze verschillende diefstallen beloopen tot fr. 1.300.
56
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Journal de Bruxelles, 31 juli 1870 (Vertaald) In la Cloche publiceert de katholieke publicist M. Hector de Condé, een biografie over de kandidaten voor de Association constitutionnelle conservatrice de Bruxelles: - Luitenant-kolonel graaf Capiaumont... - Eugène Erèbe, redactiechef van Journal de Bruxelles... - M. Woeste, advokaat bij de Brusselse balie... - Frédéric Delmer... - M. Jorez, dokter... - M. Goemaere... - P. de Cartier, baron... - Palmaert, kolonel... - MM Van Mons en Decordes... - M. de Penaranda behoort tot een aristocratische familie die zich volledig aan katholieke werken en het welzijn van de minderbedeelden heeft gewijd. Overal waar onze instelling en de armen inzet en steun nodig hebben zijn we zeker op deze kandidaat te mogen reken. M. de Penaranda weet dat ‘noblesse oblige’ en zal dat oude spreekwoord niet beschamen. Hij is doctor in de rechten, doctor in de politieke en bestuurlijke wetenschappen, was toezichter bij de Rekenkamer en is momenteel gemeenteraadslid te Malderen. Onze belangen zullen door deze eervolle kandidaat, die de sociale kwesties van onze tijd zeer goed kent, goed verdedigd worden. Opmerking: de Association constitutionnelle conservatrice de Bruxelles was een katholieke conservatieve partij die vanaf 1863 opkwam in Brussel. Enkele voorzitters (zoals Beernaert en Nothomb) hebben op het einde van de 19de eeuw wel belangrijke posten in de Belgische regering ingenomen maar niet onder der naam van deze partij. Kandidaat de Penaranda is in 1871 wellicht niet verkozen.
L’Indépendance Belge, 29 november 1870 (Vertaald) Onlangs heeft het tamelijk erg gebrand te Steenhuffel in het gehucht Bosch Kant, op de hoeve van de heer Charles Demol. De brand begon omstreeks 6 uur ’s morgens in de paardenstal en verspreidde zich snel naar de andere stallen, de schuur, enz. Een rund en kippen zijn omgekomen in de brand die ook de oogst heeft vernield, een deel van de gebouwen en gereedschap om de grond te bewerken. De schade wordt geschat op 10.000 fr. Men weet absoluut niet hoe de brand is ontstaan, maar men meent toch te mogen geloven dat het per ongeluk was. De schade wordt gedekt door een Antwerpse verzekeringsmaatschappij. Journal de Bruxelles, 12 januari 1871 (Vertaald) Men schrijft ons uit Merchtem op 9 januari: Vandaag is een aanzienlijk aantal pelgrims het heiligdom van Onze Lieve Vrouw in Merchtem komen bezoeken. Londerzeel, Steenhuffel, Malderen en Rossem waren sterk vertegenwoordigd. Meer dan 5.000 gelovigen, begeleid door leden van de clerus, zijn aan de moeder der smarten de re-integratie van de soevereine paus in zijn heiligste rechten komen vragen. Vanaf 9u30 ’s morgens kondigde het gelui der grote klok de aankomst van de bedevaarders aan. De enen zongen canticums, de anderen reciteerden gebeden. Allemaal begaven ze zich direct naar de parochiekerk. Om 10 uur werd daar een plechtige mis opgedragen gedurende dewelke door de heer Luyten, pastoor van Merchtem, een toespraak werd gehouden die alle harten beroerde. Na afloop vormde de stoet van pelgrims zich opnieuw en verliet Merchtem, de herinnering aan een pakkende manifestatie bij de bevolking achterlatend.
57
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
et Handelsblad, 11 maart 1871 Nieuwsblad van Geel - 18/3/1871 Men schrijft uit Londerzeel: De dagbladen hebben ten onrechte gemeld dat de eerw. heer Vermeylen, onderpastoor van Sempst, pastoor benoemd was van Londerzeel (Heyde). De eerw. heer Vermeylen is, zoo het schijnt, van hooger hand gelast geweest om voor het oprichten eener voorloopige kapel te zorgen en verdere maatregelen te nemen voor het tot stand brengen eener nieuwe parochie, welke den naam zal dragen van St.-Joseph’s Londerzeel, doch deze oprichting is nog niet geschied, onder het wereldlijk zoo min als onder het kerkelijk opzicht; maar men koestert de hoop dat het welhaast zal gebeuren. Men kan dus gemakkelijk denken, dat de pogingen aangewend door den eerw. heer Vermeylen, een grooten stoot aan zijne benoeming zullen geven, indien de parochie opgericht wordt. Nieuwsblad van Geel - 5/8/1871 De plechtige prijsuitdeeling van het kollegie van Gheel zal, zooals wij reeds gemeld hebben, plaats hebben op donderdag aanstaande, 10 augusti, om 10 ure voormiddag. Deze prijsduitdeeling zal voorafgegaan worden door het volgende programma: ... 4) La Paix, fransch tooneelstuk met zang, door MM P. Verbesselt van Londerzeel, A. Verwimp van Gheel, F. Vennekens va,n Meerhout-Gestel... (en nog 20 anderen) Het Handelsblad van Antwerpen, 29 december1871 Men schrijft uit Malderen, 28 december: Onze gemeente heeft gisteren eene plechtigheid bijgewoond, die ieders verwachting volkomen overtroffen heeft. Ik wil spreken van de opening eener katholieke volksbibliotheek, ingericht door den eerw. heer L. Depré, onderpastoor, met medewerking van den zeer eerw. heer G. De Marré, pastoor, van M. de Penaranda-de Beughem en van eenige andere liefdadige personen. Onze pas ontstane boekzaal bevat reeds 521 nummers of bij de 700 deelen; zij is samengesteld uit: 1° geloofsverhandelingen; 2° geschiedenis; 3° godvruchtige en zedelijke werken; 4° letterkunde en mengelingen; 5° dichtkunde; 6° reisbeschrijving en aardrijkskunde; 7° natuurkunde en landbouw, in een woord, zij beslaat eene stof zoo rijk als verscheiden. Zij wordt bestuurd door de leden van het genootschap van den H. Vincentius-a-Paulo en is geplaatst onder de bescherming van den H. Amandus, patroon van Malderen. Te dezer gelegenheid deed de eerw. heer Bausart, onderpastoor te Brussel en hoogst verdienstelijk redenaar, een welgepast sermoen, waarin hij aantoonde wat al goed de nieuwe bibliotheek stichten kan. 350 boeken werden bij de opening der zaal door de bewoners ter lezing uitgehaald. Het Handelsblad, 5 januari 1872 l’Emancipation, 9 januari 1872 Men schrijft ons uit St-Amands. M. E. Servaes-Vermeir, boterkoper en herbergier uit ons dorp, ging dezer dagen naar de statie van Malderen en verloor daar een bankbriefje van 1.000 francs, dat in een papier gerold was. M. de Kerckhoven, statie-overste dier plaats, vond dit en haastte zich hetzelve aan den eigenaar weer te geven, zonder hiervoor de minste belooning te willen aanvaarden. De Kempenaar - 13/1/1872 Mechelen. – Eenige dagen geleden verloor de genaamde E. Servaes Vermeir, boterkoopman te Saint-Amand, een bankbriefje van 1.000 francs (sic) dat hij heel onbedachtzaam in een papier had gewikkeld en aldus in zijn zak had gestoken. Gelukkig kwam dit briefje in handen van
58
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
een persoon van buitengewone eerlijkheid, den heer Van den Kerkhove, statie-overste te Malderen, die zich gelukkig achtte ’t briefje aan zijnen wettigen eigenaar terug te kunnen bezorgen. Het Handelsblad, 3 februari 1872 La Meuse, 5 februari 1872 Nieuwsblad van Geel - 10/2/1872 Het parket van Brussel heeft een onderzoek te Londerzeel gedaan, over eenen onlangs daar gepleegden moord, waarvan de dader aangehouden en door de gendarmerie naar Brussel overgebracht is, waar hij, na een eerste verhoor, in de gevangenis der Kleine Karmelieten, opgesloten werd. Het Handelsblad, 26 april 1872 ASSISENHOF VAN BRABANT - Zaak De Bondt. In zijne twee laatste zittingen heeft het assisenhof van Braband zich bezig gehouden met eene beschuldiging van moord, of ten minste van gewelddadigheden welke den dood veroorzaakt hebben. De beschuldigde heet Jan-Frans De Bondt, 19 jaren oud, landbouwer geboren en wonende te Londerzeel. Op 24 december laatstleden, rond 10 ure ’s avonds, zat de beschuldigde met zijnen neef in eene herberg te Londerzeel, toen er eenige jongelingen van Willebroeck binnen kwamen. Onder hen was de genaamde Vleminckx, die eenen haring bestelde, waarvan De Bondt zich, bij eene oogenblikkelljke afwezigheid, meester maakte. Daaruit ontstond een lichte twist, welke bleef duren, tot men de herberg verliet. De jongelingen van Willebroeck vertrokken al zingende, terwijl De Bondt met zijnen neef hen met steenen achterna wierpen. Om zich aan dien aanval te onttrekken, stelden zij het op een loopen. Vleminckx was over eene gracht gesprongen, om door het veld te vluchten. De Bondt haalde hem in en bracht hem eenen messteek toe, waaraan Vleminckx acht dagen nadien overleed; een stuk van het mes was in de wonde blijven steken. Het assisenhof, verzachtende omstandigheden in aanmerking nemende, heeft De Bondt tot 4 jaren gevangenisstraf en de kosten veroordeeld. Nieuwsblad van Geel - 12/7/1873 Provinciale raad Antwerpen. Zitting van 8 juli. Aan de dagorde heeft men eene vraag, om bij den minister van openbare werken aan te dringen, tot het doen leggen der spoorwegsektie van Antwerpen langs Boom tot Malderen. Na eenige opmerkingen en redewisselingen wordt de kwestie naar de bestendige deputatie verzonden. Nederlandsche staatscourant, 31 oktober 1873 Rijkstelegraaf – Telegraafkantoren zijn geopend te ,... Malderen De Denderbode, Aalst, 16 november 1873 Het Handelsblad, 18 november 1873 De Gazet van Aalst 23 november 1873. Ijzerenweg Antwerpen-Douai. Met ’t innigste genoegen hebben wij vernomen dat men kort na dezen winter, zoohaest het weder zal gunstig zijn, de werken voor de legging van den ijzerenweg Antwerpen-Douai, langst
59
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Aelst, zal aenvangen. De plans van de sektie van Malderen naer Burst, zijn eindelijk goedgekeurd en aengenomen, en men moet slechts de handen aen 't werk slaen. De aenkoop der benoodigde gronden zal welhaest beginnen; verscheidene onderhandelingen zijn ten dezen doele aengeknoopt. Naer men verzekert, zouden er aen de plans der sektie van Malderen naer Antwerpen verscheidene veranderingen toegebracht worden. De te leggen ijzerenweg zou alsdan onze stad nog rechtstreekser aen Antwerpen verbinden: van Malderen zou men in rechte lijn naar onze koophandelshoofdstad trekken. Eerlang zullen dus onze zoo nijverige en handeldrijvende stad en arrondissement eenen ijzerenweg bezitten, die, voor koophandel en nijverheud, van het hoogste nut en belangrijk zal wezen. De Gazet van Aalst, 26 april 1874. Zoo wij vernemen zou de heer minister van openbare werken, veranderingen aan de rigting van de sektie van Aelst naer Malderen, ijzerenweg van Antwerpen naer Douai, laten verrigten. Onze heeren volksvertegenwoordigers dit vernomen hebbende, hebben zich onmiddellijk tot den heer minister gewend, om een einde aen deze verschillige plannen te stellen. De Gemeenteraerd bij dringendheid vergaderd, heeft woensdag laetst besloten, van eene deputatie van den Gemeenteraed naer Brussel te zenden, dewelke gezamentlijk met de heeren Burgemeesters van Moorsel, Baerdegem, Meldert en Herdersem en de heeren Provintiale Raedsleden van het kanton, de noodige voetstappen zullen doen, om de richting, welke reeds sedert lang vastgesteld was, te behouden. Wat aengaet de rigting der sektie van Aelst naer Burst, deze gaet onmiddellijk aengevangen worden en zal op het einde van het jaer voltrokken zijn. Verdere artikelen over de aanleg van deze spoorlijn worden niet veel meer overgenomen; deze zijn te vinden in het boek “Leireken, de Geschiedenis van Lijn 61” van Louis De Bondt en Philip Callaert. De Denderbode, Aalst, 21 juni 1874 De heer De Vleeschouwer, rijk-veearts te Londerzeel, heeft den goeverneur van Brabant medegedeeld dat er in zijne sectie eene gansch ongewone smetziekte onder de paerden is ontstaen, welke huh beschrijft, en die zeer moorddadig schijnt te zijn. De goeverneur heeft eenen omzendbrief aen de gemeentebesturen zijner provintie gezonden, ten einde de noodige maetregelen tot wering der ziekte te nemen. De werkman, Aalst 12/6/1874 Men schrijft ons uit Malderen: Ik laat u weten dat Zondag, 8 Juni, het huis, stal en schuur is afgebrand van den landbouwer François Van Opstal, wonende te Lippeloo; de brand is ontstaan in de schuur om 3 uren des namiddags; alles is er in verbrand uitgenomen twee koeien; het kind is er uitgehaald door een werkman, Verbruggen genaamd, alsook de koeien; niets is verzekerd. Het huis is meer dan 600 jaren oud. Le Messager de Paris, Frankrijk, 27 april 1875. (Vertaald) Het ministerie van openbare werken heeft in het Belgische Parlement een wetsvoorstel gepresenteerd waardoor verschillende wijzigingen worden aangebracht aan de conventie van 25 april 1870 tussen de Staat enerzijds en de Société des chemins de fer des Bassins houiller du Hainaut en de Société d’Exploitation des Chemins de fer anderzijds. Na deze wijzigingen zal de Société des chemins de fer des Bassins houiller du Hainaut aan de staat meer spoorlijnen mogen leveren, en dat vanwege:
60
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
1. De vervanging van de secties van Boom naar Baasrode en van Londerzeel naar Aalst door die van Boom via Malderen naar Aalst (een verlenging van 8,5 km), 2. Een aftakking in Kontich (3,5 km) 3. De verlening tot in Antwerpen van de aftakking van Boom naar Schelle (10,5 km) Samen 22,5 km dus. Le Courrier de l’Escaut, 15 januari 1876 (Vertaald) Hoe dikwijls hebben onze tegenstanders al niet in de pers en op de tribune hun beklag gemaakt over het lot van de onfortuinlijke boeren die, onder de despotische leiding van mijnheer pastoor, als lelijk vee naar het kieshokje worden geleid. Recentelijk nog hebben hun grote en kleine gazetten de panische jacht van de geestelijkheid op de gemeentekiezers van Londerzeel gesignaleerd. Londerzeel is één van die mooie Brantse dorpen waar de bestuurlijke scepter, na een dubbele en fel betwiste kiezing, aan onze politieke vrienden is toegekomen. Het spreekt voor zich dat de overwonnenen hun nederlaag aan de niet te verantwoorden druk van de aristocratie en de geestelijkheid hebben toegeschreven. Maar zie hoe vrouwe Justitia een geschil heeft aangepakt dat duidelijk laat zien hoe onze tegenstrevers de leken- en stemplicht begrijpen. Een brave boer uit Londerzeel, huurder van de gasthuizen van Mechelen, krijgt op 22 oktober 1875 een brief met de woorden: “u wordt verzocht om onmiddellijk uw stembrief voor de verkiezing van volgende dinsdag bij de heer De Vleeschouwer, veearts in Londerzeel, te gaan halen”. Getekend: de ontvanger van de gasthuizen, Fr. Vereecken. Daaronder de officiële stempel van de gasthuizen van Mechelen. De onfortuinlijke huurder, die niet kiesgerechtigd is, meende toch aan een dermate formeel bevel van zijn meesters en heren te moeten gehoorzamen, presenteerde zich voor de urne en deponeerde er zijn bulletin... en kreeg onmiddelllijk een proces-verbaal voor overtreding van artikel 137 paragraaf 3 van de wet van 18 mei 1872 (waardoor het bedrog werd ontdekt). Wij vragen door welk manifest misbruik van vertrouwen de burelen van weldadigheid de middelen die ze alleen voor een liefdadig doel mogen gebruiken, tot profijt van de politieke passies van hun leden laten dienen (J. de Br.) Le Courrier de L’Escaut, 31 oktober 1878. (Vertaald) Gemeente-verkiezingen van 29 oktober – Londerzeel: Overwinning van de katholieken. De laatste liberalen zijn uit de gemeenteraad verdwenen. Onze vrienden hebben met 50 stemmen de meerderheid. Het Handelsblad, 8 april 1876 De Kempenaar - 15/4/1876 Men schrijft ons uit Leuven: Ook het stedeke Malderen heeft eene afdeeling van het Davidsfonds gevormd. Daaraan mogen zich sommige groote steden spiegelen, waar talentvolle en katholieke mannen wonen, doch waar sedert een jaar te vergeefs aan de definitieve inrichting eener afdeeling wordt gewerkt. Le Français, Frankrijk, 29 juni 1876 (Vertaald) De enkele dagen geleden aangekondigde duivenlossing (ongeveer 480) is zondag om 6 uur ’s morgens gebeurd in het Noordstation (Parijs). Al deze duiven hadden België als bestemming: Leuven, Luttre, Londerzeel, Soissons, Duffel, Antwerpen, Boom, Dinant, Beaume en Brussel. Naarmate de stationchef ze vrij liet vlogen ze in noordelijke richting, dan beschreven ze een cirkel en vertrokken ze vervolgens naar hun land. Niet samen, zoals men zou kunnen denken, maar afzonderlijk, elke duiif volgens haar eigen instinct. Wat het gebruiksnut van
61
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
de duiven vermindert is het feit dat ze zich amper op het zuiden richten. Het is zeer zeldzaam dat er een terugkeert naar haar duivenhok als dat ten ten noorden (?!) van het vertrekpunt ligt. Daarom zal men in Parijs nooit duiven lossen voor Bordeaux, Marseille of een andere plek in het zuiden. Bij gunstig weer maken deze reisduiven een snelheid van 880 meters per minuut; op 3 uur vliegen ze van Parijs naar Antwerpen, 310 kilometers verder. Het Handelsblad, 2 juli 1876 De expresstrein van Dendermonde is gisteren avond omtrent 9 ure, te Londerzeel ontriggeld; de machinist brak den arm bij dit ongeval. Andere ongelukken zijn er niet te betreuren. De trein heeft eene vertraging van 2 ½ ure ondergaan. La Meuse, 10 augustus 1876 (Vertaald) De expresstrein die om 3h10 in de namiddag te Oostende vertrekt is gisteren bij het station van Londerzeel ontspoord. Dat is de 2de keer sedert een maand dat dezelfde trein op deze plaatst ontspoort. Gelukkig werd geen enkele reiziger gekwetst op enkele lichte kneuzingen na. De twee sporen zijn geblokkeerd. Een ernstig onderzoek moet onmiddellijk gebeuren. De Denderbode, Aalst, 25 maart 1877 Ik zou insgelyks van den heer Minister willen weten of den yzerenweg van Aelst naer Moorsel of var» Aelst naer Londerzeel gaet gelegd worden. De plans zyn vastgesteld zy zyn door den achtbaren heer 25 maart 1877 doet verslag van zo een parlementaire vraag. Van Wambeke: "Ik zou insgelijks van den heer Minister willen weten of den ijzerenweg van Aelst naar Moorsel of van Aelst naar Londerzeel gaet gelegd worden. De plans zijn vastgesteld; zij zijn door den achtbaren heer Minister onderzocht geweest. Ik hoop dus dat men het niet langer zal uitstellen dit werk uit te voeren, 't welk door gansch de bevolking met zoo veel ongeduld verwacht wordt en waarvan het aanvangen reeds zo lang is aangekondigd. De Werkman, Aalst, 20 juli 1877 De vlasoogst. - ...Wat de provincie Antwerpen aangaat, is het gewas ook geheel goed onder Duffel, Contich en Put, alsook Thisselt, alwaar er veel gezaaid is. Het valt af in Brabant onder Londerzëel en Merchtem, waar men toch ook op een goed half gewas rekent. Le Bien Public, 3 november 1877 Journal de Bruxelles, 5 november 1877 L’Emancipation, 5 november 1877 (Vertaald) De algemene vergadering van de sectie van het Davidsfonds van Malderen was grandioos door inzet en enthousiasme. Meer dan 660 personen deden er aan mee. M. Jules Plancquaert, advokaat uit Leuven, gaf er een mooie voordracht over de Waalse stakingen. Hij stigmatiseerde, zeer terecht, het zingen van ‘de Internationale’. De Denderbode, Aalst 10 maart 1878 Van Wambeke: Wij houden veel aen de linie van Aelst naer Opwyck, Londerzeel en Antwerpen, welke de linie van Dendermonde naer Brussel moet ontmoeten, der wijze Aelst niet alleen met Antwerpen, maer ook met de gemeenten van Brabant en der provincie Antwerpen, Willebroeck, Boom, Londerzeel, Merrchtem en Opwyck te verbinden. Ik vraeg aen ’t achtbaer opperhoofd des ministeries van openbare werken, of wij mogen hopen dat, ten minste in 1878, een deel dezer linie zal aengevangen en voltrokken worden...
62
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Antwoord: ... Want reeds den Dinsdag morgend, 5 Maart ll., heeft men de handen aan 't werk geslagen voor de legging der sectie van Aalst naar Opwijck. 't Werk is aangevangen te AalstMijlbeek, op den Bergenkauter, omtrent het kasteel van de heer De Schaepdryver-Gheeraerdts. Heden zijn slechts een tiental werklieden aan 't arbeiden, doch zohaast het nodig materiaal zal aangekomen zijn, zal het werk met meer spoed voortgezet worden. De ondernemer der werken is het huis L. Brisons en Cie, te Mont-sur-Marchienne (Henegauwen). Volgens de verzekeringen door den heer ingenieur aan een onzer vrienden gegeven, zal de sectie van Aalst naar Opwijck met Oktober aanstaande gans voltrokken zijn. Hopen wij dat hij de waarheid gesproken heeft en eindelijk de legging van enen ijzerenweg zal verwezenlijkt zijn, welke aan den handel, aan de nijverheid en aan den landbouw onzer stad en van de naburige gemeenten Moorsel, Baerdegem en Meldert, hoogst voordelig zal wezen. Wij zullen deze gelegenheid tebaatnemen om nogmaals te erinneren dat het aan den val van het liberaal ministerie in 1870, is dat wij dezen ijzerenweg te danken hebben. Het liberaal ministerie Frère-Bara had, op voorstel van de minister van openbare werken, Jamar, besloten den ijzerenweg Antwerpen-Douai langs Denderleeuw te leggen, en aldus, Aalst, Erpe, Meire, Moorsel, Baardegem, enz. in den hoed te laten. 't Arrondissement Aalst zendt immers Catholyke Leden naar 't Senaat en de Volkskamer en dat kon heerschap Jamar niet verkroppen. 't Is aan 't catholyk ministerie van 1870 en bezonderlijk aan den heer Wasseige, thans minister van openbare werken, dat wij dien ijzerenweg grotelijks verschuldigd zijn. De heer Wasseige begreep de billijkheid der onophoudende eisen onzer achtbaren Senateurs en Volksvertegenwoordigers. Zij legden hem voor de ogen de schreeuwende onrechtveerdigheid van 't besluit door minister Jamar, tegen de belangen van gans 't arrondissement Aalst genomen, en overtuigd door de menigvuldige feiten en omstandigheden die de legging van den ijzerenweg langs Aalst en Moorsel vereisten, zegde hij: neen, ik wil niet dat de belangen van de stad en 't arrondissement Aalst aan den afkeurlijken partijgeest der liberhaterij geslachtofferd worden; neen, ik zal bevelen dat deze linie langs Aalst zal gelegd worden!... De Denderbode, Aalst 17 maart 1878 De Volkskamer heeft zich deze week bij voortduring onledig gehouden met het onderzoek van 't budget des ministeries van openbare werken. De achtbare heer Minister heeft geantwoord op een groot deel vragen en eisen welke, door verscheidene leden, ten voordele hunner wederzijdse arrondissementen, waren gedaan geweest. Wat ons arrondissement betreft, heeft het achtbaar Opperhoofd des ministeries van openbare werken op de redevoering van onzen vertegenwoordiger, M. Van Wambeke, geantwoord: 1e Dat het ministerie van openbare werken, zal medewerken zo veel het in zijne macht is, aan de afbraak der huizen welke de intrede der statie van Aalst gevaarlijk maken. 2e Dat de werken van den ijzerenweg Antwerpen-Douai reeds aangevangen zijn en alles laat verhopen dat de sectie van Aalst naar Opwijck in den loop van 1878 zal voltrokken zijn. Het Handelsblad, 26 juli 1879 Le Courrier de l’Escaut, 28 juli 1879 Te Londerzeel is een komiteit gesticht voor katholieke scholen, onder het eere-voorzitterschap van Mevr. de burggravin de Spoelberch. Dank aan eene edelmoedige gift der eere-voorzitster zullen beide paroohiën dezer gemeente weldra katholieke scholen hebben. Het Handelsblad, 1 oktober 1879 Nieuwsblad van Geel- 4/10/1879 Brussel, 30 sept. - Het parket van Brussel heeft zich dinsdag naar Steenhuffel begeven om een onderzoek in te stellen, betreffende een moord, zondag avond gepleegd op den landbouwer
63
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
E. Demol, oud 30 jaar en ongehuwd. Demol werd omtrent 11 ure ’s avonds toen hij de herberg verliet, aangevallen en bekwam verscheidene messteken. De dood was bijna oogenblikkelijk. Twee betichten zijn aangehouden en in de gevangenis te Brussel opgesloten. Het lijk is naar het St-Pietersgasthuis gebracht om aan eene lijkschouwing onderworpen te worden. Het Handelsblad,1 oktober 1879 Le Courrier de l’Escaut, 3 oktober 1879 Den Denderbode, Aalst 5/10/1879 Het parket van Brussel heeft zich maendag naer Steenhuffel begeven om een onderzoek in te stellen, betreffende een moord, zondag avond gepleegd op den landbouwer E. Demol, oud 30 jaren en ongehuwd. Demol werd omtrent 11 ure ’s avonds, toen hij de herberg verliet, aengevallen en bekwam verscheidene messteken. De dood was bijna oogenblikkelijk. Twee betichten zijn aengehouden en in de gevangenis te Brussel opgesloten. Het lijk is naer het St-Pietersgasthuis gebragt om aen eene lijkschouwing onderworpen te worden. Verduidelijking: Het gemeentearchief zegt dat de moord gebeurde op 29 september 1879. Het slachtoffer was Edouard De Mol, zoon van Carolus en Anna Maria De Wachter, 35 jaar oud en ongehuwd. Er waren eerst eigenlijk 4 verdachten: Jacques Aerts, die volgens burgemeester De Ridder van Steenhuffel (in een brief van 7 oktober) eigenlijk een brave jongen was, Charles Benoit Heymans, waarover niets werd gepreciseerd en tenslotte de twee hoofdverdachten François Leemans en Pierre Josse Heyvaert. Het gedrag van de laatste twee liet - volgens dezelfde bron – af en toe een beetje te wensen over. De vier genoemden en Edouard Demol waren in feite vrienden die nogal eens op de vuist gingen, soms zelfs met elkaar.
L’Echo Du Parlement, 27 november 1879 (Vertaald) De 4de Kamer van de rechtbank van 1ste aanleg te Brussel, heeft maandag een bevel tot ‘prise de corps’ overgemaakt ten laste van François Heymans, 32 jaar, landbouwer, geboren en wonend in Steenhuffel, momenteel in de gevangenis omdat hij in de nacht van 28 op 29 september 1879, vrijwillig en met de bedoeling om te doden, Edouard Demol heeft vermoord. De mede-verdachte Robert Vastenavond werd buiten vervolging gesteld. Journal de Bruxelles, 24 december 1879 (Vertaald) Assisenhof van Brabant – Zaak Heymans – Van moord beschuldigd – Het drama van Steenhuffel. François Xavier Heymans, 32 jaar, landbouwer, geboren en wonend in Steenhuffel, verscheen voor de rechter onder de zware beschuldiging ofwel a) van vrijwillige moord, met de intentie om te doden, gepleegd in deze gemeente in de nacht van 28 op 29 september laatstleden, op de persoon van Edouard Demol, ofwel b) op zijn minst van vrijwillige slagen en verwondingen aan het slachtoffer, dat aan die wonden overleden is, te hebben toegebracht, maar zonder het inzicht om te doden. Op 28 september, tussen 11 uur en middernacht, bevonden Edouard De Mol en Josse Heyvaert zich in de herberg van Van den Eede. Gezien het late uur was de deur van de herberg gesloten. Vier andere jongemannen uit het dorp waren nog op straat. Twee van hen bonkten met dubbele kracht op de deur ofschoon de herbergierster formeel weigerde om hen binnen ter laten. Die twee waren de beschuldigde en zijn kompaan Fr. Leemans. Binnen had Demol de stem van deze laatste herkend, vroeg hem te kalmeren en al snel werden scheldwoorden uitgewisseld. Een zekere Robert Vastenavond schijnt even betrokken te zijn geweest bij de agressie waarvan het slachtoffer toen het voorwerp werd. Hij heeft toegegeven Demol een duw
64
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
gegeven te hebben en op dat moment zelf een messteek boven zijn rechterpols te hebben ontvangen. Gezien die omstandigheid en omdat hij dat eerst had willen verdoezelen werd ook Vastenavond aanvankelijk vervolgd maar zijn zaak werd gesloten terwijl Fr. Heymans naar de kamer van inbeschuldigingstelling werd verwezen. Omdat de betrokkenen de enige getuigen zijn in deze affaire is het onderzoek nogal gecompliceerd. Er moest een beroep gedaan worden op expertises. De hoofdbetichte houdt vol onschuldig te zijn en werpt de schuld op zijn kompanen. Hij wordt verdedigd door M. A. Tambour, een beginneling bij de jonge Brusselse balie. De aanklager is M. Staes, substituut van de procureur-generaal. De zaak zal 2 zittingen duren. Journal de Bruxelles, 27 december 1879 Assisenhof van Brabant – Zaak Heymans – Het drama van Steenhuffel – Verdict. (Vertaald) Na 3 sessies en zeer geanimeerde debatten is er gisteren een uitspraak gekomen. De jury is ingegaan op het pleidooi van M. Tambour, heeft de beschuldiging van vrijwillige moord afgewezen en alleen de beschuldiging van het toebrengen van slagen en verwondingen weerhouden, waarvoor François-Xavier Heymans uit Steenhuffel maar 6 maanden gevangenisstraf en een boete van 100 fr. gekregen heeft. Voor dit resultaat heeft de jonge en briljante verdediger warme gelukwensen van zijn collega’s van de balie ontvangen. Het Handelsblad, 8 oktober 1879 De Denderbode, Aalst, 12 oktober 1879 Ijzerenweg Antwerpen-Douai - Opening der sektie Aelst-Londerzeel. De Moniteur van woensdag 8 oktober heden bevat een bericht, waarin gezegd wordt dat de spoorweglinie van Aalst naar Londerzeel zal in exploitatie zyn, te rekenen van 12 dezer. Deze linie zal de nieuwe statie van Moorsel bedienen, die voor allen dienst zal geopend zijn. De statie, welke reeds te Londerzeel bestaat, op de linie van Dendermonde naar Mechelen, niet dienende voor de treinen der nieuwe linie, is er voor deze een voorloopig gebouw opgericht, ten dienste van reizigers en bagagie.
65
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Het Handelsblad, 10 oktober 1879 De katholieke school van Malderen, arrondissement Brussel, telt 195 leerlingen. De drie officiëele onderwijzers hebnen te samen 17 leerlingen. De Denderbode, Aalst, 2 november 1879 Feesten te Moorsel - De gemeente Moorsel heeft zondag ll. de opening van den nieuwen yzerenweg en statie aldaer op eene luisterryke wyze gevierd. Ter dezer gelegenheid had zy eene muzikale feest aen de muziekmaetschappyen van Londerzeel, Opwyck, Baerdegem, Herdersem, Wieze alsook aen onze Koninklyke Harmonie aengeboden. Deze feest is ten volle gelukt. De maetschappyen wierden op de geestdriftigste wyze toegejuicht, doch den geestdrift der aenhoorders steeg ten toppe, zoo onze Koninklyke Harmonie, met haer gekend talent, het fraei openingstuk van Suppé, "Poéte et Paysan" liet hooren. Het Banket aen 't welk de Gemeenteraedsleden van Londerzeel, Opwyck, Aelst en Moorsel alsook de Vertegenwoordigers Van Wambeke en Woeste deelnamen, was overheerlyk en werd opgediend door den heer Crombez van Aelst. Aen het dessert stelde de heer Van Wambeke een heildronk voor aen 't welgelukken van den nieuwen railway en aen de broederlykheid der gemeenten welke hy doorloopt. De heer Van Wambeke bewees dat het aen 't catholyk ministerie en byzonderlyk aen M. Wasseige is dat wy den nieuwen yzerenweg verschuldigd zyn. Verder sprak de Redenaer over de eendracht der catholyke Gemeentebesturen welke heden zoo noodzakelyk is, om onze rechten en gemeentevryheden te verdedigen. Verdedigen wy haer riep den heer Van Wambeke uit, overal en altyd tegen deze die ze zouden willen verminken of ons ontrooven! Deze heildronk werd met de levendigste toejuichingen begroet. M. Reyntens, Burgemeester van Moorsel, stelde op zyne beurt een heildronk aen M. Van Wambeke voor welken men terecht als den vader van dezen yzerenweg mag aenschouwen. Ik aerzel het niet te verklaren, ging de heer Reyntens voort, 't is aen zyne onvermoeibare voetstappen, aen zyne onophoudende protestatiën, gedurende tien jaren, dat wy den yzeren weg die Moorsel en omstreken uit den vergetelhoek trekt, verschuldigd zyn!.. De geestdriftigste toejuichingen kwamen deze woorden bevestigen. Eindelyk nam onze achtbare Vertegenwoordiger, M. Woeste, het woord, welke in eene tael, hem alleen eigen, de vlaemsche Gemeentebesturen aenwakkerde om uit al hunne krachten onze rechten en de gemeentevryheden te verdedigen. Luidruchtige bravogeroepen en een oorverdoovend handgeklap vielen den achtbaren spreker te beurt. Een schitterend vuerwerk kwam de feestelykheden, zoo wonderbaer door den heer Reyntens, Burgemeester van Moorsel ingericht, bekroonen. Onnoodig byna te zeggen dat deze feesten eene ontzaglyke menigte vreemdelingen naer Moorsel had gelokt, en alles in de beste orde is afgeloopen. Het Handelsblad, 24 maart 1880 Den Denderbode, Aalst, zondag 28/3/1880 Het Land van Aelst, 28/3/1880) Een landbouwer van Londerzeel, de genaemde Verspecht, oud 30 jaer, en die aen eene ongeneesbare ziekte leed, leverde zich reeds sedert langen tijd aen de dronkenschap over. Dezer dagen keerde hij in dronken toestand weer naer het huys van zijne zuster en schoonbroeder, 66
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
bij welken hij inwoonde; zooals het zijne gewoonte was, begon hij twist te zoeken en leverde hij zich aen gewelddaden over. De zuster, de schoonbroeder en hun zoon, door die handelwijze verbitterd, vielen den dronkaerd aen en brachten hem geweldige slagen toe, bij middel van hunne holleblokken. Verspecht werd erg gewond en bezweek drij dagen later aen de gevolgen der mishandelingen. Het parket van Brussel heeft zich ter plaetse begeven; uyt de lijkschouwing van Verspecht blijkt, dat de dood veroorzaekt is door de slagen, welke hem zijn toegebracht. Tot nu toe echter zijn geene aenhoudingen gedaen. Nieuwsblad van Geel - 28/3/1880 De Koophandel, 24 maart 1880 Een landbouwer van Londerzeel, de genaamde Verspecht, oud 30 jaar, en die aan eene ongeneesbare ziekte leed, leverde zich reeds sedert langen tijd aan de dronkenschap over. Dezer dagen keerde hij in dronken toestand weer naar het huis van zijne zuster en schoonbroeder, bij welke hij inwoonde; zooals het zijne gewoonte was begon hij twist te zoeken en leverde hij zich aan gewelddaden over. De zuster, de schoonbroeder en hun zoon, door die handelwijze verbitterd, vielen de dronkaard aan en brachten hem geweldige slagen toe, bij middel van hunne holleblokken. Verspecht werd erg gewond en bezweek drij dagen later aan de gevolgen der mishandelingen. Het parket van Brussel heeft zich ter plaatse begeven; uit de lijkschouwing van Verspecht blijkt, dat de dood veroorzaakt is door de slagen, welke hem zijn toegebracht. Tot nu toe echter zijn geene aanhoudingen gedaan. La Meuse, 24 maart 1880 Le Courrier de l’Escaut 26 maart 1880 Gazet van Temsche, 28/03/1880 Bloedig drama te Londerzeel. Een bloedig drama heeft te Londerzeel, kanton Wolverthem plaats gehad: Een landbouwer, de genaamde Verspecht, oud 30 jaren, aangedaan van een ongeneesbare ziekte en wiens dagen om zoo te zeggen bijna geteld waren, had de ongelukkige gewoonte zich aan den drank over te geven, hetgeen natuurlijk zijnen droevigen toestand verergde; daarbij was hij alsdan zeer boosaardig. Het was in deze gesteltenis dat hij dezer dagen bij zijn zuster en zijnen schoonbroeder binnen trad, bij wien hij logeerde en met wie hij, volgens gewoonte, begon twist te zoeken en eindigde met zich aan gewelddaden over te leveren. Maar ditmaal kwam hij er slecht van af: de zuster van Verspecht, zijn schoonbroeder en een jongeling van 15 jaren, zoon van dezen laatste, brachten hem drie groote slagen met hunne holleblokken toe; hij werd vervolgens nog zoodanig mishandeld, dat het slachtoffer ten gevolge van bekomen wonden aan het hoofd, na drie dagen schrikkelijk lijden overleed. De heeren Slinghlamber, onderzoekrechter. Servais, substituut van den prokereur des Konings, vergezeld van den heer Stielen, griffier en van eenen wetsdokter, den heer Laroche. hebben ter plaats de eerste inlichtingen genomen. Geheel den dag hebben de magistraten de drie betichten en talrijke getuigen ondervraagd maar niet eene aanhouding is gedaan. De lijkschouwing van het slachtoffer heeft vastgesteld dat de dood was veroorzaakt door de schrikkelijke slagen op het lichaam en het hoofd bekomen. Journal de Bruxelles, 13 april 1880. (Vertaald) Op zondag 4 april heeft M. Dhanis, pastoor-deken te Wolvertem, de lokalen van de katholieke school van Malderen ingezegend. Deze school telt 230 leerlingen die aan de zorgen van M. Oelen, onderwijzer, werden toevertrouwd.
67
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Het Handelsblad, 29 juli 1881 De Grondwet, Nederland, 31 juli 1881 Eergister heeft men te Londerzeel een jachtopzichter vermoord gevonden. Het parket heeft zich ter plaatse begeven. De Koophandel, 30 juli 1881 De misdaad van Londerzeel. De anders zoo vreedzame gemeente Londerzeel, is sinds een paar dagen in opschudding gebracht door een afschuwelijk drama. Even als verleden jaar te Peuthy is hier nogmaals kwestie van eene bloedige botsing tusschen eenen jachtwachter en eenen wildstrooper; de eerste, een braaf en algemeen geacht jongeling, is lafhartig vermoord, gedurende de uitoefening zyner functie door eenen strooper van Londerzeel voor wien de stroopery geene geheimen meer had. Ziehier in welke omstandigheden deze gebeurtenis heeft plaats gehad. Woensdag morgen rond 4 ure, verliet Karel Slebus, jachtwachter in dienst van M. Kammans de Lippeloo zijne ouderlijke woning gelegen in het gehucht Sneppelaer onder Londerzeel om bij een zijner geburen te gaen werken aan het vlasrooten. De jongeling, welke nog geen dertig jaar oud was, beloofde aan zijne moeder weldra terug te keeren en verliet opgeruimd de woning. Onderwege moet hij iets op het veld gezien hebben waarin hij veel belang stelde, want hij richtte terstond zyne stappen daarheen. Hij werd niet teruggezien in de ouderlijke woning. Zijne ouders werden zeer ongerust en rond 10 ure gingen verscheidene bewoners van het gehucht op zoek naar den jachtwachter. De opzoekingen duurden voort tot 's avonds, zonder dat men iets vernomen had; eindelijk, eergisteren donderdag, rond half twaalf ontdekte de bevelhebber der gendarmerie van Wolverthem het lijk van den jongeling in eene gracht op ongeveer 400 meters afstand van zijne ouderlijke woning, op eene afgelegene plaats. Het lijk lag met het aangezicht op den grond in de moddergracht uitgestrekt. De moordenaar had den kiel van het slachtoffer over het hoofd getrokken; de rug van den ongelukkigen was gedeeltelijk met groezen bedekt. De grond in de nabijheid der gracht duidde voldoende aan dat eene worsteling had plaats gegrepen. Toen het lijk opgehaald was, bestatigden de aanwezigen eene breede wonde aan het hoofd, toegebracht met een stomp werktuig, waarvan men den aard nog niet heeft kunnen vaststellen. Het bloed had overvloedig gestroomd. Men oordeele over de droefheid der ongelukkige ouders toen zij den dood van hunnen zoon vernamen, die door heel het dorp bemind werd. Het parket van Brussel, onmiddellijk verwittigd, kwam drij uren daarna ter plaats. Na het vaststellen der misdaad viel de aandacht van het gerecht terstond op eenen kerel, welke gekend was voor eenen vijand van het slachtoffer, den genaamden Desiré Steenackers. Het slachtoffer was meer dan eens genoodzaakt geweest proces-verbaal tegen dien kerel op te maken voor jachtovertreding. Steenackers had tegen hem meer dan eens bedreigingen geuit en gezegd dat, indien hij hem onder vier oogen kon krijgen, hij hem het hoofd zou verbrijzelen. Er was een aanhoudingsbevel tegen Steenackers uitgeleverd voor eene veroordeeling tot drij maanden gevangenisstraf voor jachtovertreding. De vermoedelijke moordenaar is een brutaal en gevreesd man, van buitengewone lichaamskracht. Hij is metser van stiel, doch werkte weinig en leefde van wildslrooperij; hij heeft ten minste een dertigtal veroordeelingen opgeloopen voor wildstrooperij en mishandelingen. De gendarmerie van Wolverthem werd terstond gelast Steenackers aan te houden; twee gendarmen en de veldwachters van Londerzeel werden naar eene herberg gezonden van 68
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Sneppelaer, dragende voor uithangbord “In Blankenberghe” en gehouden door zekeren Peeters, waar Steenackers op dit oogenblik werkzaam was. Het was omtrent 7 ure ‘s avonds. Terwijl de veldwachters de uitgangen bewaakten, gingen de twee gendarmen binnen en stapton op den metser af die bezig was plaveien te leggen in de herbergzaal; toen hij verzocht werd de gendarmen te volgen, vroeg hij om voorafgaandelijk zijne twee laatste plaveien te leggen; dan stond hij eensklaps recht met zijnen hamer in de hand. Een der gendarmen, welke deze beweging niet uit het oog verloren had, deed door eene vlugge beweging den hamer uit zijne handen vallen. Hij wilde met de hulp van zijnen makker Steenackers bij den kraag vatten, toen deze eensklaps in de richting van het venster liep. Doch toen hij bemerkte dat hij langs daar geen uitweg kon vinden, keerde bij zich als een razende naar de gendarmen. Eene schrikkelijke worsteling ving aan. Steenackers vocht als een tijger tegen de vier vertegenwoordigers der openbare macht. Alles werd in de herberg omvergeworpen. Men gelukte er in den woestaard op den grond te werpen; doch hij gaf zich nog niet over; hij schopte en beet zijne tegenstrevers als een wilde; de worsteling duurde drij kwaart uurs en de gendarmen waren genoodzaakt zich van hunne wapens te bedienen. Hij werd het aangezicht en de handen ten bloede geslagen met de kolven der pistolen; toen hij uitgeput was en zijne kleederen in flarden hingen gaf hij zich over en liet de aanboeien aandoen. De uniformen der gendarmen waren langs alle kanten verscheurd en hunne koorden afgerukt. Toen hij in tegenwoordigheid gebracht werd van den onderzoeksrechter loochende hij alle deelneming aan de misdaad, niettegenstaande men verpletterende bewijzen tegen hem in handen had. In zijne woning werd namelijk een paar bottinen gevonden, die letterlijk overeenkomen met de voetstappen op de plaats der misdaad aangetroffen. Wat meer in de nabijheid van het lijk werd eenen gilettrekker met gesp gevonden. Welnu, men heeft in de woning van Steenackers eene gilet gevonden, waar de trekker aan ontbreekt: deze voorwerpen passen volkomen met elkander. Een tweeloop, waarvan nog een schot geladen was werd in zijne woning in beslag genomen. In zijn zakken vond men een pak kapsuls overeenkomende met het nummer van het wapen. In alle geval is het niet door een geweerschot dat Steenackers gedood werd. Toen hij 's anderendags met het lijk geconfronteerd werd, hield hij hardnekkig staande geen plicht aan den moord te hebben. De lijkschouwing heeft vastgesteld dat het slachtoffer niet bezweken is ten gevolge van de wonde aan het hoofd, maar wel door verwurging. Steenackers is slechts 23 jaar oud. Hij is gisteren te Brussel aangebracht en in de gevangenis der Kleine Karmelieten opgesloten. La Meuse, 1 augustus 1881 Le Petit Journal, Frankrijk, 2 augustus 1881 Le Français, Frankrijk, 3 augustus 1881 (Vertaald) – Vorige woensdag werd in Londerzeel (België) een misdaad gepleegd. Charles Slebus, jachtwachter van de heer Kammans uit Lippelo, werd vermoord en de vermoedelijke dader werd aangehouden. Hier volgen de details die l’Etoile over deze betreurenswaardige gebeurtenis verzameld heeft. Woensdag dus, verliet Slebus rond 4 uur zijn woning om op het gehucht Sneppelaar, dicht bij Londerzeel, vlas te gaan roten. Toen hij vertrok zei hij tegen zijn moeder dat hij thuis zou komen ontbijten en tegen die tijd ging hij inderdaad terug naar huis. Hij is er niet aangekomen
69
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
en vanaf 10 uur begonnen zijn ongeruste ouders, geholpen door de buren, naar hem te zoeken. Pas de volgende dag werd hij gevonden. Hij was dood en lag met zijn gezicht naar de grond in een gracht op ongeveer een halve kilometer van het ouderlijke huis. Men had zijn hemd over zijn hoofd getrokken en toen men dat terugtrok merkte men dat zijn schedel gebarsten was. Men verwittigde dadelijk het parket van Brussel dat een delegatie naar Londerzeel zond en met het onderzoek begon. Het openbaar gerucht beschuldigde een slecht befaamde man, door iedereen gevreesd, metser van beroep maar vooral een onverbeterlijke stroper. Zijn naam was Steinackers. Hij had het gemunt op de jachtwachter die hem al meerdere processen-verbaal had gegeven en menigmaal had hij hem al met de dood bedreigd. Zijn arrestatie werd bevolen. Twee rijkswachters van de brigade van Wolvertem, vergezeld door de Londerzeelse champetters, begaven zich naar de herberg van de heer Peeters op Sneppelaar, waar Steinackers werkte. Het was toen bijna 7 uur in de avond. Terwijl de champetters de uitgangen bewaakten gingen de gendarmes naar binnen en stapten ze recht op Steinackers af die in de zaal van de herberg aan het vloeren was. Toen hij gevraagd werd om de wetsdienaars te volgen antwoordde Steinackers dat men hem eerst zijn werk moest laten afmaken en hem de twee laatste tegels laten leggen. Dan sprong hij eensklaps recht, de metsershamer in de hand. Eén van de rijkswachters die hem niet uit het oog verloor, maakte een handige beweging waardoor de hamer, die in handen van een ervaren metser een geducht wapen kon worden, viel, en legde samen met zijn collega de hand op de schouders van Steinackers die, snel als de bliksem naar de venster rende. Maar, zoals we al zegden, waren de uitgangen bewaakt. Dronken van woede richtte de stroper zich terug op de gendarmes. Er volgde een vreselijke scene. Alleen tegen vier vocht Steinackers als een tijger, boksend met de vuisten, schoppend met de voeten en zijn tegenstanders bijtend. De scherven vlogen door de zaal, tafels en stoelen werden omver geworpen, glazen braken op de tegels en de toog, en de geweldenaar weerstond nog altijd met een wilde energie. Er kwam een moment dat Steinackers op de grond geworpen werd. Daar waren 2 mannen voor nodig maar nog steeds gaf hij zich niet over. Sterk als een stier spartelde hij wanhopig tegen. Dat duurde drie kwartier en op een gegeven moment moesten de rijkswachters hun wapen gebruiken. Neergeslagen met pistoolkolven en bloedend, met een open aangezicht, met vermorzelde vingers en gescheurde kleren gaf hij het tenslotte op en liet hij zich de handen samenbinden. De uniformen van de gendarmes waren aan flarden en hun insignes afgetrokken. Voor de magistraten gebracht ontkende Steinackers elke betrokkenheid bij de misdaad en dat ofschoon enkele bezwarende omstandigheden tegen hem getuigden. Tijdens een huiszoeking bij hem thuis vond men immers een paar bottines die precies overeen kwamen met de sporen die men op de plaats van de misdaad had gevonden en daar door de moordenaar achtergelaten waren. Bovendien werd bij het lijk een lap stof van een vest met een knoop gevonden en bij de beschuldigde een vest waar een stuk ontbrak. Het paste precies. Alleen in Le Petit Journal:
Na tot 8 uur ’s avonds ter plaatse gebleven te zijn keerde het parket terug naar Brussel. Vrijdagoctend kwam het nog eens terug. Steinackers had de nacht in de amigo van het gemeentehuis doorgebracht. Toen men hem om 9 uur kwam halen om hem met het lijk te confronteren, sliep hij met gebalde vuisten. Daar ontkende hij opnieuw formeel de misdaad gepleegd te hebben. Désiré Steinackers werd geëscorteerd door Brusselse rijkswachters naar de hoofdstad gevoerd. Steinackers is 23 jaar oud. Het is een redelijk mooie jongen. Hij is groot, heeft rosblond haar en een blozend figuur. Maar zijn blik heeft iets slechts, het oog ligt diep in de
70
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
oogkas. Ongewoon sterk en geoefend is het niet verwonderlijk dat hij zo lang aan zijn arresteerders heeft kunnen weerstaan. Wat Slebus betreft. Dat was een uitstekende jongen met een onberispelijk gedrag, door iedereen geliefd en gerespecteerd. Hij werd zaterdagmorgen begraven. Heel het dorp en een groot aantal boeren uit de omtrek waren daarbij. De Werkman, Aalst 5/8/1881 (idem in het Land van Aelst van zondag 7/8/1881) Londerzeel – Een Gardechasse vermoord. Woensdag van d’ander week ging de jachtwachter Karel Slebus, van 4 ure ’s morgends eenige geburen helpen om ’t vlas te rooien. Men zag hem niet meer terug; er werden opzoekingen gedaen en ’s anderendaags vond de brigadier der gendarms van Wolverthem hem in ‘ne gracht liggen, dood, ’t hoofd ingestampt, gansch vertrappeld en met bloed bemorst. Aanstonds vielen de vermoedens op zekeren wildstrooper Steinackers, die schrikkelijk koleirig was op den gardechasse. De gendarms schoten er achter en vonden hem ten 7 ure ’s avonds, te Sneppelaer in d’herberg Blankenbergh. Steinackers werkte daar, hij plaveide den vloer, en er begon een razend gevecht; de gendarms sloegen erop met den kolf hunner geweeren en hij scheurde hunne kleederen in stukken. Steinacker werd voor den Juge gebracht en loochende alles, doch in zijn huis vond men een paar bottinnen die juist pasten met voetstappen op de plaats der misdaad; ook was nevens ’t lijk den trekker van een gilet gevonden en bij den betichte vond men een gilet zonder trekker. Er bestaat dus weinigen twijfel of hij is de moordenaar. Steinacker is gevangen meegevoerd naar Brussel. Nieuwsblad van Geel - 6/8/1881 De anders zoo vreedzame gemeente Londerzeel, is in opschudding gebracht door een afschuwelijk drama. Men heeft over eenige dagen aldaer het lijk gevonden van een jachtwachter, door een wildstrooper vermoord. Het slachtoffer is de genaamde Karel Slebus, jachtwachter van M. Kammans uit Lippeloo. Voorlaatsten woensdag morgend, ten 4 ure, verliet hij de ouderlijke woning, om eenige geburen te helpen, bij het vlasrooien. Hij had beloofd spoedig naar huis te komen. Ten 10 ure voormiddag was hij echter nog niet teruggekeerd. Men ging op zoek, doch men vond hem niet. Eerst donderdag morgend, ontdekte M. Candaele, kommandant der brigade gendarmen van Wolverthem, het lijk van den ongelukkigen jachtwachter in een gracht, op ongeveer 400 meters van zijne woning, op een afgezonderde plaats. De kiel van het slachtoffer was over het hoofd getrokken. Slebus had aan het hoofd eene groote wonde bekomen, toegebracht bij middel van een stomp werktuig. De plaats waar ’t lijk lag, was gansch vertrappeld en met bloed bedekt. De vermoedens vielen aanstonds op eenen wildstrooper, Desiré Steinackers, die reeds verscheidene malen doodsbedreigingen tegen den jachtwachter had uitgesproken. Het parket gaf aanstonds bevel Steinackers aan te houden. Omtrent 7 ure ’s avonds begaven de gendarmen zich naar eene herberg van Sneppelaer, in Blankenberghe, waar de betichte werkte. Toen de gendarmen hem wilden aanhouden,, hief Steinackers, die bezig was den vloer der herberg te plaveien, zijnen hamer tegen hem op, doch zij gelukten erin dit wapen uit zijne handen te rukken. Een hevig gevecht ontstond daarop tusschen den misdadiger en de gendarmen. Het duurde 3 kwart uurs eer deze laatsten den wildstrooper konden meester worden; hunne uniformen waren gansch in stukken gescheurd. Het Handelsblad, 7 augustus 1881 De vermoedelijke moordenaar van den jachtwachter van Londerzeel, is zaterdag voor de korrektionneele rechtbank van Brussel verschenen, beschuldigd van tegenstand
71
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
aan de gendarmen, die gelast waren hem aan te houden. Zooals men weet, hadden de gendarmen ongeveer drie kwart uurs met hem moeten vechten, vooraleer zij hem konden meester worden. Daar men nieuwe gewelddadigheden van den betichte vreesde, was deze voor de rechtbank gebracht, met de handen geboeid. De wet zegt echter, dat een betichte vrij voor zijne rechters moet verschijnen, en de voorzitter der rechtbank gaf dan ook bevel zijne boeien los te maken. De gendarmen, de bajonnet op 't geweer, hielden echter goed de wacht en verlieten hem geen oogenblik. De betichte is tot een jaar gevangenis veroordeeld. Le Clairon, Frankrijk, 14 augustus 1881 (Vertaald) een ander bizar geval deed zich onlangs voor in Londerzeel. Een stroper vermoordde een jachtwachter. Snel door het openbaar gerucht aangewezen, werd de moordenaar gearresteerd, maar, op het moment dat de gendarmes zich van hem wilden meester maken bood Steinackers – zo heet hij – wanhopig weerstand. Toen hij aan de magistraten overgeleverd werd, beschuldigden de rijkswachters hem van rebellie. Dat misdrijf van rebellie werd een afzonderlijk feit en gisteren heeft de correctionele rechtbank de man die voor het assisenhof waarschijnlijk de doodstraf zal krijgen, tot één jaar opsluiting veroordeeld. Dat is kinderachtig recht spreken. Noteer dat het proces-verbaal vermeldde dat “Steinackers zich had laten vastbinden nadat hij er toe gedwongen was omdat hij met de kolf van een pistool geslagen was, bloedde, zijn gezicht open lag en zijn vingers verbrijzeld waren. Het Handelsblad, 16 september 1881 Men zal zich nog herinneren dat op 27 augusti laatstleden een wildstrooper van Londerzeel, zekere Sleenackers, aangehouden werd onder de beschuldiging van moord, gepleegd op den jachtwachter K. Slebus, in dienst van M. Kammans, van Lippeloo. Al de getuigen in die zaak gehoord, zijn thans voor den onderzoeksrechter teruggeroepen. Naar men verzekert, zou een inwoner van Londerzeel bekend hebben dat hij de vrijwillige of onvrijwillige dader was van den moord op Slebus gepleegd, en dat de betichte Steenackers onschuldig is. Wij deelen dit gerucht slechts onder alle voorbehouding mee. Wij moeten nogtans opmerken, dat Steenackers, op wien erge vermoedens wegen, niet opgehouden heeft van zijn onschuld te protesteeren. De Koophandel, 16 september 1881 De misdaad van Londerzeel. Wij hebben, eenige weken geleden, de aanhouding gemeld van den genaamden Steenackers, eenen beruchten en gevreesden wildstrooper, beschuldigd van den moordaanslag te Londerzeel gepleegd, op den persoon van den bijzonderen jachtwachter Karel Slebus, in dienst van M. Kamermans de Lippeloo. Een zonderling gerucnt is in omloop gekomen, ten gevolge van het terugroepen van al de getuigen, welken reeds door den onderzoeksrechter gehoord werden, betrekkelijk deze bloedige zaak. Er werd gisteren in het gerechtshof te Brussel verzekerd, dat een kerel van Londerzeel openbaarlijk zou verklaard hebben de onvrijwillige of vrijwillige dader te zijn van den dood des ongelukkigen jachtwachter Karel Slebus, en dat de beschuldigde Steenackers geene hoegenaamde schuld aan de misdaad zou hebben. Het is onder alle voorbehouding zegt de ‘Echo du Parlement’, dat wij dit gerucht mededeelen, hetwelk op dit oogenblik veel opschudding verwekt.
72
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Men zal zich herinneren dat Steenackers, op wien zware vermoedens wogen, niet opgehouden heeft krachtdadig te protesteeren tegen alle deelneming aan de misdaad. Alles doet veronderstellen dat men weldra de volle waarheid zal kennen. Het Handelsblad, 20 april 1882 Steinackers, de dader van den moord in juli laatstleden te Londerzeel gepleegd, op M. Slebus, bijzondere jachtwachter van M. Cammaert-de Lippeloo, wordt vandaag door M. Delecourt, voorzitler van den aanstaanden zittijd der assisen, ondervraagd. Steinackers zal toekomende maand voor 't assisenhof verschijnen. Het Handelsblad, 4 mei 1882 ASS1SENHOF VAN BRABANT - Moord -van een Jachtwachter. Vandaag werdt voor het assisenhof van Brabant de zaak opgeroepen van den moord, in de maand juli 1881 te Londerzeel gepleegd, op Karel Sleebus, jachtwachter van M. Cammaert. De beschuldigde is Désiré Steenackers, 24 jaar oud, metser, geboren en woonachtig te Londerzeel. Den 27 juli, 's morgends ten 4 ure, ging Karel Sleebus, die bij zijne ouders te Londerzeel woonde, bij zijn gebuur Van Camp. Een weinig daarna begaf hij zich terug naar huis, doch onderweg werd zijne aandacht opgewekt door geweerschoten, die omtrent de woning van Verhasselt gelost werden. Karel Sleebus begaf zich daarheen. Jan Sleebus, zijn zoon niet ziende weerkeeren, begon ongerust te worden, en onderzocht met eenige geburen gansch den omtrek. Niemand had zijn zoon gezien, niemand kon inlichtingen geven. De gendarmerie werd 's anderdags verwittigd, en deze begon een nauwkeurig onderzoek. Omtrent den middag ontdekte zij bij eenen rootput, de sporen van een gevecht dat daar had plaats gehad. Op den boord van het daarnaast liggende haverveld, waren verscheidene planten vertrapt, en eenigen met bloed besmeurd. Nabij den put vond men sporen van bottinnen, en op een aardappelveld vond men ze ook geprent. Ook vond men ter plaatse een gesp van eene ondervest, met een stuk van den band. De rootput werd onderzocht, en men vond er het lijk in van den jachtwachter Sleebus, het aangezicht in den modder geduwd. Om te beletten dat het lichaam zou bovendrijven, had de moordenaar op den rug van zijn slachtoffer eene groote graszode gelegd. De sporen op het lijk duiden aan dat men Sleebus had willen verwurgen, en na een hevig gevecht hem in den put geworpen heeft, waarin hij verdronk. De vermoedens vielen terstond op Désiré Steenackers, een onverbeterlijk wildstrooper, met een zeer slecht voorgaande. Sleebus had, in zijne hoedanigheid van jachtwachter, reeds verscheidene malen proces-verbaal tegen Steenackers moeten opmaken en deze haatte hem daarvoor. Hij had zelfs aan zekeren L. De Buiser gezegd: “Indien ik hem tusschen vier oogen ontmoet, zal het een man minder zijn.” De onderzoeksrechters, die te Londerzeel waren, deden terstond Steenackers aanhouden. Deze bevond zich aan het werk en weigerde de gendarmen te volgen. hij greep eenen hamer en viel de gendarmen aan. Met groote moeite konden de gendarmen zich van hem meester maken en voor den onderzoeksrechter brengen. Steenackers werd aan een geneeskundig onderzoek onderworpen, en de geneesheeren verklaarden dat hij schrammen en verwondingen bekomen had, op het tijdstip dat den móord gepleegd was. Deze wonden moet hij in het gevecht met Sleebus ontvangen hebben.
73
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Uit het onderzoek blijkt dat de gesp en het stuk van den band, op de plaats der misdaad gevonden, aan de ondervest van Steenackers toebehoord hadden, doch er met geweld afgescheurd waren. De bottinnen van den betichte werden geplaatst in de voetsporen op de plaats der misdaad en het aanpalend aardappelveld, en men bestatigde dat ze er juist in pasten. Volgens de doktor werd eene wonde, welke het lijk op het voorhoofd droeg, door een der hielen van die bottinnen toegebracht. Toen men de kleéren van Steenackers onderzocht vond men er bloedvlekken op. De kleéren waren ook beslijkt, en men bevond dat dit slijk uit een rootput moest voortkomen. Steenackers beweerde die kleeren in geen tien dagen meer aangehad te hebben, doch dit werd door zijne eigene ouders gelogenstraft. De betichte loochent alles, niettegenstaande de verpletterendste bewijzen ten zijnen laste. Men denkt dat Steenackers in jachtovertreding betrapt werd door Sleebus, welke ongewapend was. Steenackers zijn haat op Sleebus willende koelen, heeft dan getracht hem te verwurgen, waarna hij hem geslagen en in den put geworpen heeft, waarin de ongelukkige verdronk. Wij zullen den uitslag dier zaak meêdeelen. La Meuse, 5 mei 1882 (in ’t Frans) L’Estafette, Frankrijk, 6 mei 1882 (Vertaal De zaak Steenackers (moord) Direct na de affaire Sturbelle, waarvoor 4 zittingen nodig geweest zijn, zal het assisenhof van Brabant zich bezig houden met de moordaanklacht ten laste van Désiré Steenackers, een 24 jaar oude metser uit Londerzeel. Ziehier, kort samengevat, de acte van inbeschuldigingstelling. Op 28 juli laatstleden vond de rijkswacht, na lang zoeken, het lijk van de jachtwachter Charles Sleebus, liggend in een gracht. Overal daarrond vond men onweerlegbare sporen van een gevecht. De verdenking viel direct op Steenackers die, naar het schijnt rancuneus was omdat Sleebus hem voordien enkele keren had beboet. Men moet weten dat hij een stroper-emeritus is die al verschillende keren veroordeeld werd. Bij zijn arrestatie verzette hij zich desperaat tegen de rijkswachters. Die moesten geweld gebruiken om hem te kunnen overmeesteren. Daarbij sloeg men hem op het hoofd met de kolf van een pistool. Steenackers had ook met het slachtoffer gevochten zoals sporen van bloeduitstortingen en wonden aan zijn linkerhand, zijn schouders en de borst bewezen. Op de plaats van de misdaad, maar enkele stappen van het lijk verwijderd, vond met een lap stof van een vest die na grondig onderzoek door de wetsdokters van een vest van Steenackers kwam. Het onderzoek bracht nog andere bezwarende dingen voor de beschuldigde aan het licht. Die had nog geprobeerd om een alibi te verzinnen maar het was hem niet gelukt. Hij zal door de heer Schoenfeld verdedigd worden. (Alleen in La Meuse) Het onderzoek heeft nog andere bezwarende dingen aan het licht gebracht. Bij de bewijsstukken die aan het hof zullen voorgelegd worden bevinden zich een stuk kaak en een stuk oor van het slachtoffer. Deze dingen, anatomisch geprepareerd door dokter Stiénon, zijn vastgehecht op een Luikse plaat. L’Estafette, Frankrijk, 6 mei 1882 (Vertaald) Assisenhof van Brabant, zaak Steenackers, moord – Het verhoor van de getuigen gaat traag en pijnlijk verder en de pleidooien zullen pas begin volgende week kunnen gehouden worden.
74
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
De beschuldigde Désiré Steenackers behoudt zijn zelfverzekerdheid en zijn vertrouwen in de goede afloop van het proces. De meest ontstellende getuigenissen, zoals de meest bezwarende veronderstellingen, wijst hij onveranderlijk af zonder moeite te doen om ze veel te bediscussiëren. De hele houding van de beklaagde, die in de tenlastelegging in de somberste kleuren wordt beschreven, getuigt van een grote karaktersterkte. Niets raakt hem, hij sluit zich op in zijn verdedigingssysteem om te ondersteunen dat hij de ongelukkige jachtwachter Sleebus niet naar het leven stond en dat hij ook geen ernstig motief had om dat te doen. Een expert-landmeter, M. Peereboom, was belast om de voetsporen op de plaats van de misdaad te onderzoeken en die sporen komen perfekt met het schoeisel van Steenackers overeen. Desondanks blijft de beschuldigde alles ontkennen en daarbij maakt hij gebruik van een alibi dat echter weinig sluitend is. De vader van het slachtoffer, Jan Sleebus, verklaart dat zijn zoon thuis rond 4 uur ’s morgens zonder eten vertrokken was. Hij had geen wapens bij en dat was nog nooit gebeurd. Hij ontmoette zelden de beklaagde; ’s zondag vermeed hij de herbergen waar dat had kunnen gebeuren. Clotilde Sleebus, zuster van de ongelukkige vermoorde jachtwachter, verklaart dat Steenackers ongeveer 5 jaar geleden voor hun huis van zijn oren was komen maken. Hij zei toen dat hij, de dag dat hij Sleebus eens onder vier ogen zou zien, hij hem wel zou liggen hebben. Sleebus had dat ook gehoord; een inwoner van Londerzeel had hem zelfs aangeraden om klacht neer te leggen. Een knecht van boer van Camp vertelt dat hij op 27 juli, dag van de moord, om 4 uur in de ochtend is opgestaan en het geluid van een geweerschot heeft gehoord. De boerderij Van Camp ligt niet ver van de plaats waar het lijk van Sleebus gevonden werd. Op zeggen van Van Camp, is de jachtwachter rond 4 uur bij hem in huis gekomen; hij is maar enkele minuten gebleven. Deze getuige heeft geen schot gehoord. De vrouw van Van Camp heeft Sleebus, toen hij haar huis verliet, zien halt houden en naar het veld zien kijken in de richting waar later zijn lijk gevonden werd. Het was toen 4 uur ’s morgens. Dat is wel heel vroeg, merkt de voorzitter op. Oh! niet voor de mensen van den buiten, antwoordt de getuige (algemene hilariteit). Verhasselt, landbouwer, heeft Steenackers soms zien jagen. Deze getuige lijkt zich te generen. Hij spreekt niet helemaal vrijuit. De voorzitter herinnert hem aan de ernst van de eed die hij heeft afgelegd. Het Handelsblad, 10 mei 1882 Het assisenhof van Brabant heeft eergisteren uitspraak gedaan in de zaak Steenackers. De jury heeft de betichte Steenackers schuldig verklaard aan vrijwilligen moord met voorbedachtheid op den jachtwachter Sleebus, te Londerzeel. Steenackers werd door de rechtbank tot eeuwigdurende dwangarbeid veroordeeld. Nieuws- en Advertentieblad van Herenthals - 8/7/1882 Het hof van kassatie heeft maandag het beroep verworpen der volgende veroordeelden door het assisenhof van Brabant: 2° Désiré Steenackers, 24 jaar, metser en wildstrooper te Londerzeel, veroordeeld tot eeuwigdurenden dwangarbeid en de bijhoorige straffen (arrest 9 mei) voor eenen moord, gepleegd te hebben op den 27 juli 1881, op den jachtwachter Karel Slebus te Londerzeel.
75
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
La Meuse, 29 oktober 1885 (Vertaald) een mysterie – Men leest in La Nation: We ontvinngen dinsdag een reeks inlichtingen die ons perplex hebben doen staan. Een brief van de heer Joseph Steenackers uit Londerzeel wees als dader van de moord op jachtwachter Charles Sleebus formeel een inwoner van Londerzeel aan. De misdaad gebeurde 4 jaar geleden. Sleebus werd onder afschuwelijke omstandigheden vermoord. Zijn lijk werd gevonden in een met water gevulde gracht; een kogel had zijn schedel doorboord en daarna werd het stervende slachtoffer in het water geworpen. Het assisenhof van Brabant veroordeelde een metser uit Londerzeel, Désiré Steenackers, hiervoor tot levenslange dwangarbeid. Steenackers was een onverbeterlijke stroper die reeds in het openbaar Sleebus had bedreigd. Het oordeel werd pas na een langdurig en noest onderzoek, met sterk uiteenlopende getuigenverklaringen, uitgesproken. Maar, volgens de brief die we ontvangen hebben, zou Steenackers niet de dader zijn maar een persoon met de naam Baptiste D., die momenteel voor doodslag een straf uitzit van 4 jaar gevang. Désiré Steenackers zou dus het slachtoffer van een infaam komplot geworden zijn, en Baptiste D. zou aan één van zijn kameraden verteld hebben dat hij de echte dader was. In deze sinistere affaire is volgens velen het laatste woord nog niet gezegd. Den Denderbode, Aalst, zondag 8 november 1885 Rechterlijke dwaling. Een Brusselsch blad wil dat een metser onplichtig tot levenslangen dwangarbeid zou veroordeeld zijn door het assisenhof van Brabant, voor moordaanslag op eenen jachtwachter. Men weet dat over vier jaar te Londerzeel, de jachtwachter Sleebus in de wreedste omstandigheden werd vermoord. Zijn lijk werd in eenen gracht gevonden. Door het assisenhof plichtig verklaard, werd een metser van Londerzeel, een onverbeterlijken wildstrooper, die in het openbaar gedreigd had Sleebus “te zullen vinden” tot levenslangen dwangarbeid veroordeeld. Dit vonnis werd uitgebracht na een langdurig onderzoek, waarin de verklaringen der getuigen nogal tegenstrijdig waren. Welnu, volgens een brief aan La Nation zou Désiré Steenackers onschuldig veroordeeld zijn. De ware plichtige zou een zekere Baptist D. zijn, die nu eene straf van 4 jaar gevang ondergaat. Steenackers zou het slachtoffer geweest zijn van een eerloos komplot, en D. zou zelfs aan een zijner vrienden verklaard hebben dat hij en niemand anders de dader der misdaad was... Het Handelsblad, 31 oktober 1885 Nieuwsblad van Geel - 7/11/1885 Vlaardingsche Courant, Nederland, 11/11/1885 De Denderbode Aalst 15/11/1885 Rechterlijke dwaling. Wij treffen in een Brusselsch blad eenige inlichtingen aan, over het feit dat een metser, onplichtig tot levenslangen dwangarbeid zou veroordeeld zijn, door het assisenhof van Brabant, voor moordaanslag op eenen jachtwachter. Men weet dat vier jaar geleden eenen moord werd gepleegd te Londerzeel. Een jachtwachter, Sleebus genaamd, werd in de wreedste omstandigheden vermoord. Zijn lijk
76
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
werd in eene gracht met water gevuld, aangetroffen; de hoofdschedel was door eenen kogel doorboord en het stervende slachtoffer was daarna in de gracht geworpen. Door het assisenhof plichtig verklaard, werd een metser van Londerzeel, een onverbeterlijke wildstrooper, die in het openbaar gedreigd had Sleebus te zullen vinden, tot levenslangen dwangarbeid veroordeeld. Dit verdikt werd uitgebracht, na langdurig onderzoek, waarin de verklaringen nog al tegenstrijdig waren. Welnu, volgens eenen brief aan la Nation gezonden, zou Désiré Steenackers onschuldig veroordeeld en de ware plichtige een kerel zijn, Baptist D... genaamd, welke op dit oogenblik eene gevangenisstraf van 4 jaar ondergaat, voor vrijwilligen manslag op den genaamden d’Herteleid. Desideer Steenackers zou het slachtoffer geweest zijn van een eerloos komplot en Baptist D... zou zelfs aan een zijn er vrienden verklaard hebben, dat hij de dader was der misdaad, die zulke zware veroordeeling voor gevolg had. Een opsteller van la Nation heeft zich naar Londerzeel begeven; hij heeft er met den vader van Steenackers gesproken, die hem snikkend verklaarde dat hij nooit aan de onschuld van zijnen zoon getwijfeld had. Deze leste, beweert hij, bevond zich op zijn werk toen de misdaad gepleegd werd. Het is noodig dat er licht in die zaak kome, en indien het gerecht zich bedrogen heeft, moet de dwaling dadelijk hersteld worden door de invrijheidstelling van den ongelukkige, die sedert vier jaar voor eene misdaad boet, waaraan hij geen plicht heeft. De Kempenaar - 26/6/1886 Vier jaren geleden werd eenen moord gepleegd te Londerzeel. Een jachtwachter, Sleebus genaamd, werd in de wreedste omstandigheden vermoord. Zijn lijk werd in eene gracht met water gevuld, aangetroffen; de hoofdschedel was door eenen kogel doorboord en het stervende slachtoffer was daarna in de gracht geworpen. Door het assisenhof plichtig verklaard, werd een zekere Steenackers, een metser van Londerzeel, tot levenslangen dwangarbeid veroordeeld. Dit verdikt werd uitgebracht, na langdurig onderzoek, waarin de verklaringen der getuigen nog al tegenstrijdig waren. Welnu, volgens eenen brief aan la Nation gezonden, zou Désiré Steenackers onschuldig veroordeeld en de ware plichtige een kerel zijn, Baptist D... genaamd, welke op dit oogenblik eene gevangenisstraf van 4 jaar ondergaat, voor vrijwilligen manslag op den genaamden d’Herteleid. Desideer Steenackers zou het slachtoffer geweest zijn van een eerloos komplot en Baptist D... zou zelfs aan een zijner vrienden verklaard hebben, dat hij de dader was der misdaad, die zulke zware veroordeeling voor gevolg had. Het is noodig dat er licht in die zaak kome, en indien het gerecht zich bedrogen heeft, moet die dwaling dadelijk hersteld worden door de invrijheidstelling van den ongelukkige, die sedert vier jaar boet voor eene misdaad, waaraan hij geen plicht heeft. Den Denderbode, Aalst, zondag 7 november 1897 Jacht op gevangenen. De Corte en Steenackers, twee veroordeelden tot eeuwigdurenden dwangarbeid, hebben woensdag morgend gepoogd uit de gevangenis van Gent te ontsnappen. Zij zijn zooverre in hunne poging gelukt dat zij reeds den muur naast de Akkergemstraat
77
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
overgeklommen waren, vooraleer de waker hen bemerkte. Deze zette hen seffens achterna en zag twee in het wit gekleede mannen langs de Coupure wegvluchten. Op kleinen afstand van de gevangenis gelukte het den waker Steenackers, hen in te halen, doch deze sloeg met een brood dat hij meegenomen had in het gelaat van zijnen vervolger en gelukte er in weer los te geraken. Weer herbegon de eigenaardige jacht. Op het einde der Coupure waren de twee vluchtelingen gedwongen den oever af te dalen om niet in de handen te vallen van de werklieden, welke op het geblaas van den gevangeniswaker kwamen toegesneld. Na eenigen tijd vruchteloos gepoogd te hebben weder boven te komen sprongen zij eindelijk in het water. Ontsnappen was onmogelijk. Dit zagen ook de twee veroordeelden en Steenackers riep uit: “Liever mij te laten verdrinken dan weer in de gevangenis te komen”, en hij verdween onder het water. De Corte kwam terug aan den oever en werd doornat terug naar het centraal boethuis gebracht. Aangaande de ontvluchting der twee gevangenen, lezen wij nog in ’t Fondsenblad: Het lijk van Steenackers is opgevischt; Steenackers was gelast met het aansteken der kachels in de gevangenis. Hij was sedert 17 jaren achter slot. De Corte was helper in de keuken. Beide waren ter dood veroordeelden, doch hunne straf werd in levenslangen dwangarbeid veranderd. Het Handelsblad 14 november 1897 Den Denderbode, donderdag 18/11/1897 Was hij wel schuldig? De ontvluchting uit de gevangenis van Gent, waarover in de laatste dagen zooveel gesproken werd, geeft aanleiding tot het volgende verhaal, dat wij in het Fondsenblad vinden: Steenackers die bij zijne ontvluchting uit de gevangenis in de Lei verdronk, was in 1880 door het assisenhof van Brabant ter dood veroordeeld, wegens moord op eenen jachtwaker van Londerzeel, op gruwzame wijze bedreven. Hij heeft altijd met krachtdadigheid geloochend. Het voornaamste, zoo niet het eenige bewijs te zijnen laste, was een knop, niet ver van het tooneel der misdaad gevonden. Zulk een knop ontbrak aan de ondervest van Steenackers. Deze genoot ten andere eene goede faam; niettemin werd hij verwezen. Eenige tijd daarna liet een strooper en slechte kerel van Londerzeel verstaan dat hij den moord had bedreven, waarvoor Steenackers werd veroordeeld. Niemand echter durfde spreken. Het was maar over drie jaren, toen de kerel in kwestie wegens andere misdrijven op de vlucht was gegaan dat de tongen los gingen. Doch de booswicht kon niet gevat worden en de waarheid zijner gezegden niet vastgesteld. Steenackers bleef in de gevangenis. Den Denderbode, Aalst, zondag 26/12/1897 Twee schildwachten. Men weet dat de twee schildwachten Everaert en Van Coppenolle, die de wacht hadden toen De Corte en Steenackers uit de gevangenis van Gent ontvluchten, vervolgd werden. Beiden kregen 15 dagen gevangenis, en Van Coppenolle daarbij een jaar correctie, omdat hij zijnen post verlaten had. De veroordeelden gingen in beroep. Het hooger krijgsgerecht heeft bevonden dat de feiten niet bewezen waren en heeft beiden vrijgesproken.
78
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
(Verduidelijkingen: Désiré Steenackers, geboren omstreeks 1858, een zoon van Jozef (Chouppe), woonde op Sneppelaar en volgens de Londerzeelse klachtenboeken was zijn beroep“brakkenier”. Jachtwachter Frans Steenackers was zijn broer. Op 3 april 1884 – terwijl Désiré in de gevangenis had moeten zitten - werd hij in Londerzeel bij het stropen betrapt. Ergens moet dus een identiteitsverwisseling zijn opgetreden. Minder twijfel bestaat er over de identiteit van jachtwachter Karel (Lodewijk) Sleebus. Hij was geboren in Londerzeel op 21 juni 1851. Zoon van Guilielmus en D’Hondt Joanna Catharina. Op 25 augustus 1875 trouwde hij in Londerzeel met Cleirbout Clara Francisca. In 1881 werd hij jachtwachter van Cammaert in Londerzeel. Baptist D. is mogelijk (Jan) Baptist Deckx die op 2 mei 1883 door de correctionele rechtbank van Brussel veroordeeld werd voor onvrijwillige doodslag op Dominique d’Hertefelt. Zie ook De Denderbode van 18/3/1883). Het hele verhaal is na te lezen in het boek ‘Misdaad en Misdaadbestrijding in Londerzeel, Malderen en Steenhuffel.’
Het Handelsblad, 21 november 1882 Het gouvernement heeft besloten eene tweede linie tusschen Antwerpen en Brussel, langs Boom en Londerzeel, in te richten. Doch wat zien wij nu gebeuren? Een deel der linie — van Antwerpen naar Boom en Londerzeel — is sedert lang voltooid, doch van dien tijd af, geeft het gouvernement geen teekem van leven meer. Het deel vanl Londerzeel naar Brussel is nog altijd onvoltrokken. Te Antwerpen en te Brussel wordt er hevig geklaagd, alsook onder de personen die in de nabijheid dezer halfvoltooide linie wonen en waarvan zij geen gebruik kunnen maken, omdat deze gewichtige spoorbaan niet voltooid wordt. Het Handelsblad, 29 november 1882 M. Leemans, meulder te Malderen, vraagt eene vergoeding voor de schade aan zijnen molen toegebracht. L’Indépendance Belge, 29 november 1882 (Vertaald) Een nieuw station zal geopend worden op 1 december te Steenhuffel, tussen deze van Opwijk en Londerzeel-Oost. Vooruit, Aalst, 7 december 1882 Te beginnen met 1 December zal er eene nieuwe statie geopend worden op den ijzeren weg van Londcrzeel naar Aalst, te weten te Steenhuffel. De Werkman, Aalst 19/1/1883 Bij de brugge van Malbeek, is zekeren Karel Vanderrede, van Malderen, door den expres van Duitschland, den arm vermorzeld. Den Denderbode, Aalst, zondag 18/3/1883 Het parket van Brussel heeft zich dinsdag naar Londerzeele begeven, waar daags te voren eene misdaad in eene herberg gepleegd werd. Ten gevolge van een twist heeft zekeren Deckx welke slechts eenige dagen de gevangenis verlaten had, M. D’Hertevelde, bij middel van een stoofdeksel, op het hoofd geslagen. De ongelukkige werd met verbrijzelden schedel opgenomen. De plichtige werd naar de gevangenis gebracht. (Verduidelijking: Het slachtoffer Dominique D’Hertefelt, is kort erna aan zijn verwondingen overleden. Jan Baptist Deckx werd op 2 mei 1883 door de correctionele rechtbank van Brussel voor onvrijwillige doodslag veroordeeld tot 4 jaar cel.)
79
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
L’Etoile Belge, 4 mei 1883 (Vertaald) De affaire van Londerzeel werd vorige woensdag door de 6de kamer van de Brusselse rechtbank naar de correctionele rechtbank doorverwezen. Men herinnert zich het drama in de gemeente Londerzeel van 11 maart 1883. J.B. Decx, 30 jaar, dagloner, beschuldigd van de moord op een oude man, die hem er aan herinnerde dat er nog een oude schuld openstond die hij niet wilde betalen, werd naar de correctionele verwezen voor het vrijwillig toebrengen van verwondingen aan de persoon van Dominique Hertveld, met de dood als gevolg, maar zonder de intentie om te doden. Na het openbaar ministerie en de verdediging van meester Hemeleers gehoord te hebben, heeft het tribunaal Deckx veroordeeld tot een opsluiting van 4 jaar en de kosten van het proces. De Schelde, 15/04/1883 Diefstallen. Wij vernemen dat men er in gelukt is de daders aan te houden van de diefstallen, welke in de papierfabriek van M. De Naeyer en C° te Willebroek gepleegd werden. Zoo men zegt, zijn de dieven, personen van Breendonck en Londerzeel. Le Messager de Paris, 7 juni 1883 (Vertaald) – Belgische Staatsspoorwegen – Men kondigt de opening aan van de volgende stations: 1) Steenhuffel, tussen Opwijk en Londerzeel, voor de dienst van reizigers, bagage, waardepapieren, post- en andere paketten, paketten van meer dan 200 kg. uitgezonderd. Nieuwsblad van Geel - 22/9/1883 Nieuws- en Advertentieblad van Herenthals - 22/9/1883 Men meldt uit Puers: Maandag nacht, omtrent 1 uur, heeft op het grondgebied der gemeente Lippeloo, op de grenzen der provincie Antwerpen en Braband, een ontmoeting plaats gehad tusschen jachtwachters van den graaf de Beughem-de Lippeloo en vier wildstroopers. Een dezer loste een schot op de jachtwachters, doch gelukkig zonder hen te treffen. Een der wachters, de genaamde P. Seghers, van Malderen, gaf vuur op den wildstrooper, die geschoten had en trof hem in den rug. De wildstroopers namen de vlucht en men kon hen niet inhalen. De gekwetste, die zoodra hij getroffen was, zijn geweer had laten vallen, heeft onderweg veel bloed verloren: een kwartier ver heeft men die bloedsporen kunnen volgen. De wildstroopers zijn tot nu toe niet ontdekt. Den Denderbode, Aalst 23/9/1883 Wildstroopers – Men meldt ons uit Puers: Maandag nacht, omtrent 4 uur, heeft op het grondgebied der gemeente Lippeloo, op de grenzen der provinciën Antwerpen en Braband, eene ontmoeting plaats gehad tusschen jachtwachters van den graaf de Beughem-de Lippeloo en vier wildstroopers. Een deze loste een schot op de jachtwachters, doch gelukkig zonder hen te treffen. Een der wachters, de genaamde P. Seghers, van Malderen, gaf vuur op den wildstrooper, die geschoten had, en trof hem in den rug. De wildstroopers namen de vlucht en men kon hen niet inhalen. De gekwetste, die zoodra hij getroffen was, zijn geweer had laten vallen, heeft onderweg 80
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
veel bloed verloren: een kwartier ver heeft men die bloedsporen kunnen volgen. De wildstroopers zijn tot nu toe niet ontdekt. (Verduidelijking: de genoemde jachtwachter is Petrus Josephus Seghers. De familie de Beughem had al voor 1840 jachtwachter met de naam Seghers in dienst.)
Le Clairon, Frankrijk, 22 september 1883. (Vertaald) Brussel – Als gevolg van een bloedige ontmoeting tussen een talrijke bende stropers en de jachtwachters van graaf de Beughem, burgemeester van Malderen, op de grens van de provincies Antwerpen en Brabant, zijn de parketten van Mechelen en Brussel ter plaatse gegaan om een onderzoek te verrichten. Drie gendarmeriebrigades stonden hen bij. Huiszoekingen bij de verdachte inwoners hebben niet tot arrestaties geleid maar er werd wel een heel arsenaal van jachtwapens en verboden zaken in beslag genomen. Journal de Bruxelles, 21 september 1883 L’Indépendance Belge, 21 september 1883 L’Echo du Parlement, 21 september 1883 Le XIXe siecle, Frankrijk, 23 september 1883. La Justice, Frankrijk, 23 september 1883. (Vertaald). Men schrijft op 20 september uit Mechelen. Gisteren is het parket van ons arrondissement, vertegenwoordigd door de heren Varlet, procureur des konings, Aerts, onderzoeksrechter, Gezalen, griffier, naar Malderen (bijna op de grens van de provincies Antwerpen en Brabant) gegaan. Terzelfdertijd en –plaats heeft ook het parket van Brussel, vertegenwoordigd door de heren Servais, substituut procureur des konings, Hippert, onderzoeksrechter, en Stiélen, griffier, dat van Mechelen ontmoet. Deze ontmoeting was nodig om informatie in te winnen over een nieuw geval van stroperij dat zich de dag voordien aan de rand van een bos van graaf de Beughem, burgemeester van Malderen, had voorgedaan. Drie rijkswachtbrigades, gekomen uit Mechelen, Puurs en Wolvertem bevonden zich reeds in Malderen om de magistraten bij hun onderzoek samen met de plaatselijke autoriteiten (onder leiding van de genoemde burgemeester) te helpen. Men kan zich de beroering indenken die de onverwachte verschijning van dit hele gerechtelijke apparaat bij de landelijke bevolking veroorzaakte. De feiten die zich de vorige nacht hadden voorgedaan rechtvaardigden deze maatregelen meer dan voldoende. De jachtwachters van de heer de Beughem waren immers aangevallen en hadden bloedig moeten vechten toen ze een grote bende stropers betrapten. Die waren op één plek bij het bos samengekomen. Toen een fluittoon weerklonk om hen voor de aanwezigheid der wachters te waarschuwen losten ze meteen een aantal geweerschoten die gelukkig niemand raakten. Met de aanvallers, die zich verspreidden en het langs alle kanten hals over kop op een lopen zetten, was dat niet het geval toen de jachtwachters riposteerden. Verschillende stropers moeten ernstig gekwetst geweest zijn gezien de bloedsporen in het veld waar één der vluchtelingen zelfs zijn geweer had laten vallen. De magistraten, vergezeld door de gendarmes, hebben bij de van stroperij verdachte en als zodanig aangewezen personen nauwgezette huiszoekingen verricht. De gewonde of gewonden, die door hun kompanen meegenomen en verborgen waren, werden echter nog niet gevonden, maar de opzoekingen gaan verder.
81
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
De huiszoekingen hebben daarentegen een heel arsenaal van voor het stropen gebruikte jachtwapens opgeleverd: wapens, munitie en een hoeveelheid verboden dingen. Na een lange en gevulde dag zijn de vertegenwoordigers van de twee juridische arrondissementen naar Mechelen en Brussel weergekeerd. Er werd geen enkele arrestatie verricht maar men zou op het spoor zijn van de personen die het meest betrokken waren bij deze aanval op jachtwachters, midden in de nacht en bij magnifieke maneschijn. Nieuwsblad van Geel - 1/3/1884 Kamer der Volksvertegenwoordigers. M. de Decker vraagt de lijn van Brussel naar Antwerpen, langs Londerzeel. Le Messager de Paris, Frankrijk, 14 mei 1884. (Vertaald) België – De regering heeft een wetsvoorstel ingediend om de concessie voor de aanleg van drie secties spoorlijnen aan de Banque de Belgique in te trekken: die voor de sectie Brussel-Londerzeel over Zellik, die voor de sectie Brussel-Terkamerenbos, en die voor de sectie van Chimay tot de Belgische grens. De aannemer zou recht hebben op een schadevergoeding wegens gedeeltelijke verbreking van zijn contract. L’Echo du Parlement, 19 juni 1884 (Vertaald) Men schrijft uit Malderen: De klerikalen van Malderen hebben zich eergisteren avond bijzonder onderscheiden. Ze hebben de triomf van de katholieken met talrijke plengoffers gevierd maar daar zijn hun exploten niet bij gebleven. Gedurende de nacht heeft men op een weg een jonge man van ongeveer 20 jaar, die de liberale strekking aanhangt, met stokslagen neergeknuppeld gevonden. De autoriteiten werden meteen verwittigd maar men kon de burgemeester en de secretaris, twee militante katholieken, niet bereiken. Op het moment dat ik dit schrijf schijnt de toestand van dit ongelukkige slachtoffer van religieus fanatisme hopeloos te zijn. Journal de Bruxelles, 20 juni 1884 L’Indépendance Belge, 20 juni 1884 L’Echo du Parlement, ,20 juni 1884 Het Handelsblad, 20 juni 1884 De Koophandel, 20 juni 1884 Drama te Malderen. Terwijl het gerecht bezig was met een onderzoek betreffende de gewelddaden waervan het dorp Huysingen het tooneel geweest is, ten gevolge der kiezingen van 10 juni, had een nog droeviger tooneel plaats, uitgelokt door den politieken drift, in eene andere gemeente van het arrondissement Brussel. Het is te Malderen, gemeente gelegen nabij de grens van de drie provinciën Brabant, Oost-Vlaanderen en Antwerpen, dat de ongelukkige gebeurtenis geschied is. Verleden maandag was een jonge landbouwer, Jan Van Schoor genaamd, oud 24 jaar, geboren en wonende te Malderen, in eene herberg dezer gemeente met de kaart aan spelen en terzelver tijd met zijn speelmakkers aan 't spreken over de kiezingen. Twee andere landbouwers der gemeente, de genaamden D. vader en zoon, kwamen de herberg binnen. Op een gegeven oogenblik vroeg Van Schoor aan de nieuw binnengekomenen of ten minste aan D. vader, welke van de twee bloemen hij verkoos: de koornbloem of de kollebloem. - Ik begrijp niet wat gij zeggen wilt, door deze vraag, antwoordde vader D. Van Schoor drong aan op zijne vraag en om beter begrepen te worden, vroeg hij: 82
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
- Zijt gij katholiek of liberaal? - Ik ben noch het een noch het ander, antwoordde vader D. Daarop riep Van Schoor uit: - Welnu, dan zijt gij geenen mensch! Een twist ontstond, die van oogenblik tot oogenblik heviger werd. Vader D. vroeg aan Van Schoor of hij hem buiten nog zou durven herhalen, wat hij hem publiek in de herberg verweten had. Jan Van Schoor ging buiten, gevolgd van de genaamden D. vader en zoon, en na eene korte woordenwissling werd Van Schoor getroffen door twee slagen van eenen casse-tête (= een loden kan). Hij viel ten gronde, terwijl vader en zoon D. zich schielijk verwijderden. Van Schoor werd stervend opgenomen door de personen die zich in de herberg bevonden en toegesneld waren op het gerucht van het tooneel dat slechts eenige sekonden geduurd had. Men bracht de ongelukkige naar zijne moeder,eene zestigjarige weduwe. Woensdag werd het parket van Brussel eerst van de gebeurtenis verwittigd. MM. Edm. Jamssens, substituut van den prokureur des konings, Hippert, onderzoeksrechter en Stielen, griffier, vergezeld van de wetsdoktors MM. Vleminckx en Lebrun, begaven zich onmiddellijk naar Malderen. Toen de magistraten in de kamer kwamen waar de gekwetste zich bevond , in de hoop zijne verklaringen te kunnen hooren, kon Jan Van Schoor niets anders meer doen dan nog een leste blik werpen op de personen die hem omringden; hij deed nog eene leste krachtinspanning om te spreken, doch helaas, het was slechts om den geest te geven. De twee betichten vader en zoon D. zijn de gemeente ontvlucht. Men denkt dat zij zich in een bosch verscholen houden. De wetsdoktors hebben de lijkschouwing gedaan van het slachtoffer. P.S. – De daders van den moord gepleegd op Jan Van Schoor, van Malderen, zijn aangehouden. De eerste, Deschrijver, vader, oud 70 jaar, is alleen onder aanhoudingsmandaat opgesloten. Den zoon heeft men voorloopig in vrijheid gesteld. La Meuse, 21 juni 1884 (Vertaald) Het drama van Malderen. Wij ontvangen nieuwe informatie. Er gaan geruchten in de gemeente volgens de welke de ongelukkige Van Schoor niet tijdens een ruzie zou neergeslagen zijn maar door zijn laffe moordenaars zou neergeknuppeld zijn toen hij thuis kwam. Als gevolg van een onderzoek door het parket van Brussel werden twee bij deze zaak sterk betrokken individuën in Elsene gearresteerd. Rotterdamsch nieuwsblad, 21/6/1884 In het arrondissement Brussel zijn de gemoederen, naar aanleiding der verkiezingen in gisting gebracht, nog lang niet tot kalmte gekomen. Te Huyssingen hadden groote ongeregeldheden plaats nabij het kasteel van den heer Vaucamps, liberaal-lid van den Senaat, die met het lossen van een revolverschot eindigden, waardoor een jongmensch werd gekwetst. Den volgenden avond werden de ongeregeldheden herhaald, doch toen had de heer Vaucamps voor een sterke politiemacht gezorgd die de onruststokers met het bajonet op het geweer uiteendreef. Vijf personen werden ernstig gekwetst, alsmede een paard. De heer Vaucamps is den volgenden dag naar Italië vertrokken. Te Malderen, ook in het arrondissement van Brussel, kregen drie mannen twist, omdat een van hen niet wilde verklaren of hij liberaal of katholiek was. Toen de andere daarop verklaarde, dat hij dan geen man was, werd de twist zoo hoog dat men tot een gevecht overging, waarbij een jongmensch, de eenige steun zijner bejaarde moeder, een stokslag op het hoofd kreeg, tengevolge waarvan hij overleed. De moordenaars, een man van 70 jaar en zijn zoon, zijn gearresteerd. De zoon is later voorloopig in vrijheid gesteld.
83
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
De Tijd: godsdienstig-staatkundig dagblad, 23/6/1884 De jongste belgische verkiezingen hebben, behalve vele ongeregeldheden op verschillende plaatsen, ook aanleiding gegeven tot een moord. Zekere Verschoor zat in een herberg der gemeente Malderen kaart te spelen, toen twee andere landbouwers binnentraden, de zeventigjarjee Deschrjjver en zijn zoon. Tot eerstgenoemde richtte Verschoor op een gegeven oogenblik de vraag, welke van de twee bloemen bjj verkoos, de korenbloem (het zinnebeeld der liberalen) of de kollebloem (het symbool der katholieke partij). Deschrjjver zeide, niet de vraag te vatten, en werd nu meer op den man af gevraagd of hij katholiek was of liberaal. “Noch het een noch het ander”, luidde thans het antwoord, waarop Verschoor hem toevoegde: “Dan zijt gij geen mensch”. Die uitdrukking gaf aanleiding tot twist, uitdaging én gevecht, dat met een zware, doodeljjk gebleken, verwonding van Verschoor door een casse-tête eindigde. De daders hielden zich eenigen tijd schuil, doch werden weldra in arrest genomen. De zoon echter is weder op vrije voeten gesteld. (Parochieregistes Malderen: Van Schoor Jan Baptist, overleden op 18 juni 1884, 25 jaar oud.)
L’Indépendance Belge, 23 juni 1884 L’Emanipation, 23 juni 1884 L’Echo du Parlement, 25 juni 1884 (Vertaald) De Raadkamer heeft zaterdag het aanhoudingsmandaat bevestigd dat door de onderzoeksrechter Hippert was uitgeschreven ten laste van vader De Schrijver voor vrijwillige moord op de persoon van landbouwer van Schoor, gebeurd te Malderen op de avond van 16 dezer. L’Echo du Parlement, 2 augustus 1884 (Vertaald) Het schijnt dat de beenhouwer De Schrijver uit Malderen, die een goedaardige liberaal heeft vermoord, zopas puur en simpel werd vrijgelaten. L’Indépendance Belge, 13 augustus 1884 La Meuse, 13 augustus 1884 Journal de Bruxelles, 15 augustus 1884 (Vertaald) Door een vergetelheid of nogal uitzonderlijke procedurefout, naar het schijnt, heeft men 2 criminele opgesloten beschuldigden in de loop van de voorbije dagen moeten vrijlaten. De raadkamer had het arrestatiebevel niet op tijd verlengd. Dat had conform art. 5 van de wet van 20 april 1874 binnen de maand moeten gebeuren. De procureur-generaal heeft dus deze vrijlating bevolen. De eerste is steenbakkerswerkman Benoit Detroyer, 26 jaar uit Grimbergen, beschuldigd van moord op Nicolas Piron te Vilvoorde op 21 juni laatstleden. Der andere is vader Deschryver, 70 jaar, landbouwer te Malderen, samen met zijn zoon (die reeds voorlopig vrijgelaten was) vervolgd voor de vrijwillige moord, te Malderen, op 16 juni 1884, op de persoon van Jean Van Schoor, 24 jaar, eveneens landbouwer. Men herinnert zich dat deze doodslag gebeurde ten gevolge van een herbergruzie over de verkiezingen van 10 juni. Om deze verdachten opnieuw op te kunnen sluiten is een nieuw opsluitingsbevelnodig. Gil Blas, Frankrijk, 22 juni 1884. (Vertaald) Brussel, 20 juni – Zijn de politieke zeden uit Corsica naar België overgewaaid? Het is inderdaad zo dat, als gevolg van een discussue over de verkiezingen, twee inwoners van Malderen, vader en zoon De Schrijver, met een loden kan op een politieke tegenstander, de
84
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
genaamde Van Schoor, hebben geklopt. Deze is aan de gevolgen van zijn verwondingen gestorven. Zijn moordenaars zijn aangehouwen. L’Echo du Parlement, 29 juni 1884 (Vertaald) De gemeente Malderen ligt in het kanton Wolvertem, arrondissement Brussel. Ziehier hoe de klerikalen hier op zondag 15 dezer de triomf van de lijst ‘Nationale-Indépendante’ hebben gevierd. Een stoet met de volgende samenstelling ging door alle straten van de gemeente: - Een persoon met een bord met karikaturen van de heren Van Humbeeck, Frère, Bara en andere notabelen van de liberale partij, de ene zonder hoofd, de andere zonder of met verminkte benen. Op de achterkant van dat bord stond geschreven “Zij zijn dood”. - De fanfare van Malderen. - De leden van de muziekmaatschappij. - De burgemeester, schepenen en de volledige gemeenteraad. - De leden van de kerkfabriek. - Een menigte vrouwen en jonge meisjes. De stoet, opgewonden door de overwinning, scandeerde alles wat schoon en niet schoon was tegen der liberalen; het lawaai van de fanfares werd overstemd door de geïmproviseerde liederen waarin, onder meer aan het adres van Pierre van Humbeeck werd gezegd: Rust in vrede Peer, En ontwaak niet meer, Peer Van Humbeeck is begraven, Met zijn’ ratten, met zijn’ ratten, Peer Van Humbeeck ligt op ’t strooi, Met zijn luizen, met zijn vlooi. De optocht hield halt voor de deur van de onderpastoor die een ovatie kreeg en zich haastte om te trakteren. De menigte kreeg ook in de klerikale herbergen drank aangeboden. Alvorens er binnen te gaan werd er in cirkels gedanst en het lied over Pierre Van Humbeeck gezongen; en naarmate het aantal plengoffers steeg werden de rondedansen hectischer. Op het einde had men dit een door de burgemeester, gemeenteraadsleden en kerkmeesters geleide dodendans kunnen noemen. Zondag zijn alle buitensporigheden zonder misdrijf geëindigd. Maar maandag is men op dezelfde manier herbegonnen, met dezelfde personages, dezelfde pancarte, dezelfde liederen. Men is aan het station lawaai gaan maken. Opnieuw werden alle straten doorlopen. En ’s avonds eindigde deze schone manifestatie met een moord waarover we het in onze edities van 19 en 20 juni hebben gehad. Ziedaar de klerikale zeden op den buiten waar de drietand regeert. La Réforme, 18 oktober 1884 (Vertaald) De gemeentelijke school van Londerzeel is afgeschaft. De onderwijzer, mijnheer Eugene Keremans, die hierdoor getroffen wordty, telt meer dan 20 jaren dienst.. Eugene Kerremans.
85
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
L’Echo Du Parlement, 17 januari 1885 (Vertaald) In Steenhuffel (Brabant) had men de enige gemeenteschool gesupprimeerd en de nonnenschool geadopteerd. 28 Familievaders stuurden meteen een petitie met de vraag om de gemeenteschool te behouden maar die ongelukkigen werden dermate onder druk gezet dat 9 van hen, het vechten moe, hun handtekening hebben ingetrokken. Toch hebben verschillende van deze familievaders, door wroeging gekweld, een brief aan de goeverneur geschreven om hem te vertellen welke pressiemiddelen en welke dreigementen men tegen hen had gebruikt. Deze huisvaders bevestigden tevens dat zijn hun eerste handtekening aanhielden. Onder deze voorwaarden heeft de Bestendige Deputatie de deliberatie van de gemeenteraad, waarin de gemeenteschool opgeheven werd en die van de nonnen erkend, geannuleerd. Het Handelsblad, 6 juni en 29 juli 1885
La Meuse, 9 september 1885 (Vertaald) Nieuwe misdaad in Malderen. In de nacht van zondag op maandag werd een huisvader aan de deur van een herberg in de Beekstraat vermoord. Een caféruzie ging deze moord vooraf. De publieke opinie van Malderen beweert dat deze zaak, zoals vele andere, voor de schuldigen geen gevolgen zal hebben. Er werd nog geen enkele arrestatie verricht.
86
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Het Handelsblad, 9 september 1885 Het parket van Brussel heeft zich naar Malderen begeven om onderzoek te doen nopens feiten die den dood van eenen man ten gevolge zou gehad hebben. Journal de Bruxelles, 9 september 1885 l’Echo du Parlement, 9 september 1885 (Vertaald) Vorige maandag is het parket, vertegenwoordigd door MM Servais, substituut van de procureur des konings, Charles, onderzoeksrechter, Lefèvre, griffier, en 2 wetsdokters, in Malderen afgestapt. Dat was aangaande ernstige feiten die zich tijdens de nacht van zondag op maandag hadden voorgedaan. In de herberg van de heer Haverlas was een levendige discussie ontstaan tussen de herbergier en de landbouwer Octave Nys, 14 jaar oud. Deze laatste greep de antagonist vast en wierp hem op de grond, maar dermate hard dat de laatste een schedelbreuk had en bijna ogenblikkelijk stierf. Gisteren, nadat de wetsdokters een autopsie hadden uitgevoerd en hun verslag aan de onderzoeksrechters hadden overgemaakt, heeft Octave Nys zich vrijwillig bij het parket aangeboden om ondervraagd te worden. Enkele ogenblikken later heeft de onderzoeksrechter hem laten arresteren voor vrijwillige moord en werd hij onmiddellijk in een huis van bewaring opgesloten. Nys, die meester Paul Janson als raadgever gekozen heeft, beweert dat herbergier Haverlas ruzie met hem zocht en hem had uitgedaagd omdat hij zijn herberg niet meer bezocht. L’Indépendance Belge, 9 september 1885 De Werkman, Aalst 11/9/1885 Malderen – ’t Parket is daar geweest maandag. Er was daar twist geweest in d’herberg van M. Van Haverlas, tusschen hem en den landbouwer Octave Nijs; en Nijs had Haverlas vastgegrepen en tegen den grond gesmeten, met zulk geweld dat de schedel gebroken was en de dood bijna onmiddellijk. Alleen in De Werkman: Zoohaast hij wist dat de Wetsdoctors daar waren met ’t Parket, heeft Nijs zich vrijwillig aangegeven om ondervraagd te worden. Na deze rechtspleging is hij in staat van aanhouding gesteld. Alleen in l’Indépendance (vertaald): Afgaande op het verslag van de wetsdokters hebben de onderzoeksmagistraten de uitleg van Nijs onvoldoende gevonden en hebben ze hem, onder beschuldiging van vrijwillige moord, in het huis van bewaring opgesloten. (Verduidelijking: het slachtoffer was Ferdinand Averals, 54 jaar oud, echtgenoot van Maria Elisabeth De Maeyer. Hij overleed op 7 september 1885.)
Journal de Bruxelles, 11 september 1885 L’Echo du Parlement, 11 september 1885 (Vertaald) De misdaad te Malderen. – Het onderzoek aangaande de moord te Malderen is bijna gedaan. Landbouwer Nys zou niet langer in hechtenis genomen zijn voor vrijwillige moord maar voor het toedienen van slagen en verwondingen, met de dood als gevolg maar zonder intentie om te doden. Waarschijnlijk zal hij in voorlopige vrijheid gesteld worden nadat hij, geassisteerd door meester Maurice Sulzberger, voor de raadkamer zal verschenen zijn. Journal de Bruxelles, 13 september 1885 l’Emancipation, 13 september 1885 (Vertaald) De doodslag te Malderen.
87
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Om de opsluiting van Gustave Nys, vervolgd voor onvrijwillige doodslag, te kunnen verlengen, heeft de raadkamer zich beroepen op de noodzaak dat de beschuldigde niet met de getuigen, die de onderzoeksrechter nog niet heeft kunnen ondervragen, zou mogen communiceren en mogelijk beïnvloeden. De kamer van in beschuldiginstelling zal moeten oordelen in welke mate die vrees terecht is. Algemeen wordt aangenomen dat het besluit van de raadkamer zal vernietigd worden. L’Indépendance Belge, 22 september 1885 La Patrie, Frankrijk, 23 september 1885. (Vertaald) Gerechtelijk nieuws. – De raadkamer van de rechtbank gelast de verlenging van de hechtenis van een serie verdachten. Op de beklaagdenbank zien we rechts 7 goed geklede personen, links 2 dames. .... De laatste van de mannen is Nijs, de boer uit Malderen, beschuldigd van moord. .... Het arrestatiemandaat van Nijs wordt verlengd. Journal de Bruxelles, 10 oktober 1885 (Vertaald) De doodslag te Malderen. De Raadkamer van de rechtbank van 1ste aanleg van Brussel heeft deze morgen Octave Nys, beschuldigd van onvrijwillige doodslag, naar de 6de correctionele kamer doorverwezen. Op vraag van de verdediging zal de zaak op 26 dezer behandeld worden. Journal de Bruxelles, 27 oktober 1885 L’Indépendance Belge, 27 oktober 1885 (Vertaald) De doodslag te Malderen, affaire Nys. De 6de correctionele kamer van de Brusselse rechtbank heeft onder voorzitterschap van rechter Mechelynck gisteren deze zaak behandeld. Landbouwer Nys had zich tijdens de ochtend van 7 september, enkele uren na de doodslag, zelf naar de onderzoeksrechter in Brussel begeven die hem in hechtenis had laten nemen. Het geweld dat een dermate fatale afloop kende was door het slachtoffer uitgelokt. Desondanks heeft de familie van de dode zich tijdens het proces burgerlijke partij willen stellen. Er werd echter een minnelijke schikking getroffen. Die behelsde dat de dader aan de familie 5.000 fr. moest betalen. Landbouwer Nys werd door de rechtbank veroordeeld voor onvrijwillige doodslag tot een gevangenisstraf van 2 jaar en tot het betalen van de kosten van het proces. La Réforme, 27 oktober 1885 (Vertaald) De doodslag te Malderen. De beschuldigde – een landbouwer van een veertigtal jaren – met het meest vreedzame voorkomen ter wereld. Zijn gezette figuur lijkt niet op dat van een vechtersbaas. Octave Nys wordt er van beticht om te Malderen op 6 september slagen en verwondingen te hebben toegebracht aan Ferdinand Haverals, zonder de bedoeling hem te doden maar die toch tot de dood hebben geleid. Het gaat om één van die tussen landbouwers veel voorkomende ruzies waarbij men, na gedronken te hebben, rood aanloopt en voor een schuine blik een mens vermoordt. Nys en de herbergier Haverals hadden eerder om een zeer futiele reden ruzie gekregen. Van dan af wandelde Nys ostentatief voor de deur van de herberg zonder binnen
88
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
te komen. Op 6 september laatstleden, ’s avonds, ontmoetten ze elkander per toeval op café. Tijdens een algemene discussie verklaarde Nys met luide stem dat men een herbergier gemakkelijk op stang kon jagen door ostentatief voor zijn herberg te paraderen en er niet binnen te gaan. Haverals zette zich woedend recht. Wat er daarna gebeurde weet men niet precies, maar een minuut later stuikte Haverals, die Nys bij de keel had vastgegrepen, achterover op de grond en sloeg zijn schedel tegen de stenen schouw. Nys zette zich dan schrijlings op hem en smakte nog 2 keer zijn kop tegen de vloer. Men sleepte Haverals gebroken en happend naar buiten en sloot de deur. Hij stierf in de loop van de nacht. Nys heeft bitter veel spijt dat hij zich door razernij laten meeslepen heeft. Hij heeft spontaan aan de weduwe van zijn slachtoffer 5.000 fr. als schadevergoeding geschonken. Voor de rest is Nys gewoonlijk vreedzaam van karakter, waarover het gerecht alleen maar positieve geluiden heeft gehoord. Vele getuigen komen daarentegen bevestigen dat Haverals dronken en een vechtjas was. De rechtbank heeft Nys tot 2 jaar opsluiting veroordeeld. Den Werkman, Aalst 30/10/1885 Rechtbanken. Nijs, van Malderen, is verwezen tot 2 jaren gevang; hij heeft, zonder vonnis, aan de vrouw van Haverlas 5000 frs. gegeven. Nieuws- en Advertentieblad van Herenthals - 14/11/1885 Twee jonge snaken van Steenhuffel stellen zich aan ’t kijven. De vijftienjarige J.B. Coppens trok een mes uit den zak en stak een oog uit van zijnen tegenstrever. Nieuwsblad van Geel - 10/7/1886 Kamer van Volksvertegenwoordigers. Zitting van 8 juli. Aan de dagorde der zitting staan de volgende punten: b) IJzerenweg Antwerpen-Londerzeel-Brussel. Nieuwsblad van Geel - 17/7/1886 Kamer van Volksvertegenwoordigers. Woensdag 14 juli. De zitting wordt te 10 ½ ure geopend. M. Arm. Janssens ontwikkelt zijn voorstel over de voltrekking van den ijzeren weg AntwerpenBoom-Brussel. Die voltooiing zal de betrekking van Antwerpen met de andere staten van Europa merkelijk uitbreiden. Een groot deel onzer provincie zal er nut uit trekken. M. J. Van den Briel ondersteunt uit al zijne krachten de woorden van M.A. Janssens. Hij doet het groot belang uitschijnen dat deze ijzerenweg aan de nijverheid zal opleveren. De provincie zal een goed en lang gewenscht werk verrichten, met bij het hooger bestuur aan te dringen, opdat de linie Antwerpen-Boom-Londerzeel-Brussel zoo spoedig mogelijk voltrokken worde. Het voorstel van M.A. Janssens wordt met eenparige stemmen aangenomen. Het Land van Aelst 5/9/1886 Te Londerzele is donderdag ten 5 ure ’s morgends verdronken zekere Josef Schellemans, oud 70 jaren.
89
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Den Denderbode, Aalst 26/9/1886 Telefoon – Bij koninklijk besluit van 15 September, worden MM. Leon De Locht-Labye en Maurits Kervyn, koncessiehouders verklaard van een telefoonnet dat verschillende gemeenten aan elkander verbindt. Deze gemeenten zijn: Aalst, Appels, Audegem, Baardegem, Baesrode, Belcele, Berlare, Bornhem, Buggenhout, Calcken, Cherscamp, Dacknam, Denderbelle, Dendermonde, Doel, Elversele, Erembodegem, Erondegem, Erpe, Esschene bij Assche, Exaarde, Grembergen, Gysegem, Haasdonck, Hamme op Durme, Hekelghem, Herdersem, Hofstade (O.Vl.), Impe, Kemseke, Kieldrecht, Clinge, Lebbeke, Lede, Lippeloo, Lokeren, Malderen, Mariakerke, Massenem-Westrem, Maxenzeel, Meerdonck, Meire, Meldert, Merchtem, Mespelaare, Moerbeke, Moerzeke, Molhem, Moorsel, Nieukerken-Waas, Nieuwerkerken bij Aalst, Oordegfem, Opdorp, Oppuurs, Opwijk, Ottergem, Overmeire, Saffelaere, St-Amansdus, St-Gillis bij Dendermonde, St-Gillis-Waas, St-Nicolaas, St-Paulus, Schellebelle, Schoonaarde, Seveneken, Sinay, Smetlede, Steenhuffel, Stekene, Temsche, Thielrode, Uytbergen, Verrebroek, Vleckem, Vracene, Waasmunster, Wanzele, Weert-op-Schelde, Wichelen, Wieze, Zele. Het Handelsblad, 24 juni 1886 Nieuwsblad van Geel - 27/11/1886 Den Denderbode, Aalst, zondag 28/11/1886 Een razend peerd. Men meldt uit Londerzeel: De zandkoopman Verbesselt had sedert eenigen tijd zonderlinge manieren bij zijn peerd opgemerkt en in de loop der verledene week was het zelfs schier geheel wild geworden. Het sloeg en beet rechts en links en rukte met de tanden zijne eigene huid af. De veearts van Wolverthem die er bij geroepen werd, verklaarde dat het dier door razernij was aangedaan en onmiddellijk werden de wettelijke voorschriften uitgevoerd om het onschadelijk te maken. Het stierf den volgenden nacht. Verbesselt zegt niet te weten of het beest door een razenden hond gebeten werd, doch men veronderstelt zulks, daar men weet dat een drietal weken geleden eenige honden, die van razernij verdacht waren, door de gemeente Wolverthem gezworven hebben. De eigenaar van het peerd heeft eenige lichte kneuzingen bekomen, welke onmiddellijk door doktor Van Assche, burgemeester, verzorgd werden. Een razend peerd. Men meldt uit Londerzeel: De zandkoopman Verbesselt had sedert eenigen tijd zonderlinge manieren bij zijn peerd opgemerkt en in den loop der verledene week was het zelfs schier geheel wild geworden. Het sloeg en beet rechts en links en rukte met de tanden zijne eigene huid af. De veearts van Wolverthem die er bij geroepen werd, verklaarde dat het dier door razernij was aangedaan en onmiddellijk werden de wettelijke voorschriften uitgevoerd om het onschadelijk te maken. Het stierf den volgenden nacht. Verbesselt zegt niet te weten of het beest door een razenden hond gebeten werd, doch men veronderstelt zulks, daar men weet dat een drietal weken geleden eenige honden, die van razernij verdacht waren, door de gemeente Wolverthem gezworven hebben. De eigenaar van het peerd heeft eenige lichte kneuzingen bekomen, welke onmiddellijk door doktor Van Assche, burgemeester, verzorgd werden. La Nation, 24 januari 1887 (vertaald) Overspel. – Voor de correctionele rechtbank van Londerzeel. Men leidt de betichte naar voren, een grote sufferd die niet goed schijnt te weten wat men van hem verwacht.
90
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
De medeplichtige: een lelijk dikkertje dat, wanneer ze hem ziet, met open armen naar hem toe schijnt te willen lopen. - Adolphe!... De voorzitter: - Stilte!... Verdachte, ge zijt getrouwd, ge hebt twee kinderen en dat is niet genoeg; ge onderhoudt nog een bijzit onder het echtelijke dak. De beschulgigde: - Als men dat onderhouden wilt noemen, mijnheer de voorzitter. Voor die ene keer dat mevrouw bij mij is geweest! De voorzitter: - De feiten staan vast. De ambtenaar van politie heeft u verrast in het midden van de tederste ontboezemingen. De beschuldigde: - Maar deze vrouw is een ver familielid... De voorzitter: - Ge waart er nochtans zeer dicht bij, medunkt... De beschuldigde: - Ze is ongelukkig, ze heeft me vetrouwelijke dingen verteld en me daarna nieuwjaar gewenst... Het was 1 januari. De voorzitter: - Ze is daar zelfs al op 31 december mee begonnen... Die ontboezemingen hebben lang geduurd! De beschuldigde: - We hadden elkaar al lang niet meer gezien! De voorzitter: - Die confidenties vereisten, lijkt me, niet een dermate... minuscuul kostuum als dat waarin jullie werden aangetroffen. De beschuldigde: - ’t Was de warmte, mijnheer de voorzitter; er brandde een hels vuur bij mij, en omdat mijn vrouw niet thuis was heb ik aan Leocadie gevraagd om het zich gemakkelijk te maken. De voorzitter: - De commissaris weet veel te vertellen over uw manier om u op uw gemak te voelen... De beschuldigde: - Hij is schuldig aan huisvredebreuk... De voorzitter: - Maar wel op bevel van uw vrouw. De beschuldigde: - Mijn vrouw probeert niet anders dan mij dwars te zitten De rechtbank heeft de beschuldigde tot 1 maand gevangenisstraf veroordeeld. Om hem te troosten heeft Leocadie zich om zijn nek geworpen, hem innig omhelsd en hem gezegd: “de volgende keer komt ge naar mij”. Het Land van Aelst, Aalst, zondag 20/3/1887 Rechtbanken - Zeven boeren die in November 86 deel hadden genomen aan de vechtpartij van Londerzeel, waarbij een vechter erg wierd gekwetst, stonden dees week voor ’t gerecht. Vier zijn vrijgesproken. J.B.D. veroordeeld tot 3 maand kot 50 fr. boete en 250 fr. schadevergoeding, twee anderen tot 3 weken en acht dagen kot.
91
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
(Verduidelijkingen: dit incident verwijst naar een vechtpartij in en nabij de herberg van Jan Bogaerts op Sneppelaar. Het gebeurde op 28 november 1886 vanaf 9u30 ’s avonds nà de “uitstap” van de muziekmaatschappij van Sint-Jozef. Het was Petrus Van Delm die de meeste klappen kreeg; Jan Baptist D’Hondt deelde er de meeste uit.) Het Annoncenblad van Moll - 9/4/1887 Uit Breendonck bericht men ons, dat den 2 deser, rond 4 ure ’s morgens een kerel die zich achter eenen boom verscholen had, op den Steenweg van Londerzeel naar Liezele, ter plaats gezegd Blackveld, op het grondgebied van Breendonck, een schot van een vuurwapen gelost heeft op den heer Vital Frans van Delm, koopman in gevogelte te Londerzeel op het oogenblik dat hij met zijne hondekar voorbij de plaats reed. Hij werd gelukkig niet getroffen. De dader dezer moordpoging is niet gekend. La Nation, 15 september 1887 Het Land van Aelst zondag 18/8/1887 Convoy ramp – Zondag, een soldaat uit Brussel, die in verlof ging bij zijn ouders t’Antwerpen, had te Mechelen een verkeerde richting genomen en sprong nabij Londerzele van den trein; eilaas! ’t heeft zijn dood gekost! Maandag morgend is zijn lijk gevonden. Weekly Freeman’s Journal, Engeland, zaterdag 3 september 1887 (Vertaald) U kan proberen te schrijven aan de hoofden van de volgende kloosters: ..... Ursuline Convent, Londerzeel, Brabant, Belgium ... Als u Engels kan onderwijzen zult u makkelijk een klooster naar uw gading vinden. Vooruit, 16 september 1887 Gazet van Mol - 17/9/1887 De Schelde - 17/09/1887 Smartelijk ongeval te Londerzeel De genaamde Van Pas, soldaat bij de Lanciers, in garnizoen te Brussel, was Zaterdag avond in verlof gekomen naar zijne ouders welke Londerzeel bewonen. Men veronderstelt dat de jongeling in den trein in slaap gevallen is, en bij zijn ontwaken ziende dat hij de statie van Londerzeel voorbij was, uit den trein gesprongen is. Op dit oogenblik moet een koopwarentrein in tegenovergestelde richting aangekomen zijn. Wat er ook van zij, men heeft het lijk van den jongeling gansch verminkt op de baan teruggevonden. De droefheid der ouders welke ’s anderendaags den dood van hun kind vernamen, is onbeschrijflijk. Nieuwsblad van Geel - 10/12/1887 Assisenhof van Antwerpen, zitting van 5 December. Beschuldigingsakt. Karel Blommaerts, 22 jaar oud, zonder beroep, geboren te Londerzeel, zonder vaste woonplaats, opgesloten te Antwerpen, en Frans De Clercq, 22 jaar, daglooner, geboren te Woubrechtegemn zijn beschuldigd van misdaad voorzien bij artikels 461, 463, 484, 485,186 van het strafwetboek (diefstal van zilverwerk in den nacht van 3 tot 4 juni in de kerk van Hevere). Ze waren gevlucht uit het bedelaarsgesticht van Hoogstraten. De Clercq werd veroordeeld tot 7 jaar opsluiting en Blommaerts tot 8 jaar opsluiting en beiden tot het verlies der burgerrechten. Gazet van Mol - 21/4/1888 Een smartelijk ongeval is verleden Dinsdag morgend te Steenhuffel gebeurd.
92
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
De genaamde Vergaelen, maalder, oud 72 jaren, begaf zich naar de vroegmis. Hij werd door den trein verrast, verscheidene meters verder in de haag geworpen en bleef op den slag dood. Gansch de familie is door dit schrikkelijk ongeval in de grootsten rouw gedompeld. Het Land van Aelst, 6 mei 1888 Londerzeel. - Zondagnacht is aldaar afgebrand het huis van Jan Bondt en kinderen, rond middernacht. Alles is erin gebleven. Het Handelsblad, 24 juli 1888 Inhaling. — Morgen heeft de inhaling plaats van M. Helsen, als pastoor-deken, te Londerzeel. Die inhaling zal zeer prachtig zijn: wij ontvangen een program, waarop een stoet vermeld is van 41 groepen. Deze wordt geopend door postiljons en trompetters en gesloten door eene eerewacht. 's Avonds heeft er eene algemeene verlichting met bengaalsch vuur plaats en wordt er een prachtig vuurwerk afgestoken. Het Handelsblad, 26 juli 1888 Nieuws uit Londerzeel. (Bijzondere briefwisseling van het Handelsblad) Gisteren heeft de plechtige inhaling plaats gehad van den zeer eerw. h. Helsen, als pastoordeken van Londerzeel. De gemeente had waarlijk een sierlijk aanzien, want elkeen had gewerkt om gevels en straten in feestkleed te steken. De geestdrift was algemeen. Honderden vrienden van den nieuwen herder waren met den middagtrein in de feestvierende parochie aangekomen. In afwachting dat de plechtigheden zouden aanvangen, doorwandelden wij de straten, en lazen de aardige en geestige jaarschriften en versjes, die aan de huizen waren opgehangen. Waarlijk, de Londerzeelenaars zijn lustige mannen. Tot bewijs schrijf ik hier eenige van hunne eenvoudige en aardige rijmkens. Bij den vischverkoopor: Mag Ik LeVeren weinig VIsCh Ik LaCh Vast aLs 't VrIJDag is. Bij den schoenmaker : Ik schoenmaker onbevreesd, Klop zeer dapper op mijn leest, Met draad en H'Elzen ferm steken. Bij den bakker : Cauwenberghs, zijn vrouw en kindren, Bakker in het grof en fijn. ’t Geen den Deken niet zal hindren, Als het in zijn smaak zal zijn. Bij Jan Patat: Welkom hier, Mijnheer den Deken! Dit is den roep van Jan Patat, 'k Zal mijn beste vaan uitsteken, En nog een grooter als ik een had. In de herberg over de kerk: Hier recht over deze kerk, Juicht men hevig voor den Deken, Opdat hij niet al te sterk, Op de herbergen zou preken. 93
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Bij den varkenslachter: Waarom altijd toch maar wenschen? ‘k Wil niet doen als d'andere menschen; 'k Geve liever Mijnheer Pastoor, Van het varken poot en oor. Doch intusschen is de stoet gevormd. Wij gaan naair het kasteel van M. den graaf de Spoelberg alwaar de Z. E. H. deken hartelijk welkom wordt geheeten door den achtbaren burgemeester van Londerzeel. Hoe schoon is toch een feest wanneer wereldlijke en geestelijke overheid samenwerken! De plechtigheid van gisteren gaf er ons een nieuw bewijs van. Na het welgepaste antwoord van den nieuwen herder klinkt het als uit eenen mond: Leve onze deken!, leve onze burgemeester! De prachttrein trekt af van het kasteel naar de kerk. De stoet is waarlijk schoon met veel smaak samengesteld. Eene beschrijving ervan zou ons te ver leiden; 8 groepen waren te peerd, 3 te voet; er waren 7 praalwagens. Eene eerewacht sloot den langen stoet. Wij treden in de kerk, een echt juweeltje, rijk versierd, en dat vandaag zijne muren wijder zou willen uiteenzetten, om de overgroote menigte volks, die zijne poorten wil binnendringen, te kunnen ontvangen. De kerkelijke plechtigheden geschieden volgens de voorschriften van het ritueel. Zij zijn voorgezeten door den zeer eerw. h. deken van Puurs, bijgestaan door de twee getuigen, Mgr Sacré en den eerw. h. L. Helsen, broeder van den nieuwen pastoor, en omringd van 97 priesters van alle kanten aangekomen. Hartroerend is de toespraak, die de Z.E.H. Gebóers, tot de parochianen van Londerzeel richt; tranen doet hij vloeien wanneer hij spreekt van den te vroeg gestorven deken, den Z. E. H, Lambrechts; maar ook balsem stort hij in de harten als hij zegt, en met reden, dat de nieuwe herder, evenalsd zijn voorganger, een man is van rijpe ondervinding, grenzeloozen iever en steeds één doel betrachtend, het welzijn van allen, maar bijzonder genegen om het lot van den lijder te verzachten. Na die plechtigheid had, op de pastorij de ontvangst van overheden, genootschappen en gilden plaats. De fanfaren kwamen hunne schoone stukken uitvoeren en allen waren het eens om Londerzeel geluk te wenscheh met hunnen zoo ieverigen als geleerden nieuwen herder. Jammer dat een stortregen, den zondvloed gelijk, de zoo veel belovende verlichting van 's avonds heeft tegengewerkt. Het Handelsblad, 27 juli 1888 Nieuws uit Londerzeel. (Bijzondere briefwisseling van het Handelsblad) Als vollediging van den brief van gisteren melden wij het volgende over de feesten, bij de inhaling van den nieuwen deken, de eerw. h. Helsen: Ten 5 ure 30 min. gaf de fanfarenmaatschappij Ste-Cecilia eene serenade, alsook korts nadien de fanfaren Union. Terwijl de muziek speelde viel de regen met stroomen neer, waardoor het feest gestoord werd tot rond zeven ure, alsdan maakte men toebereidsels om het vuurwerk te plaatsen, welk ten 9 ure is afgestoken. Na het vuurwerk is er nogmaals een luchtbal opgegaan, verlicht en met de volgende woorden die er doorschenen: Inhuldiging van den eerw. heer Helsen, pastoordeken van St-Christophorus-Londerzeel Al de huizen waren alsdan schoon verlicht.
94
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Het feest zal lang in het geheugen blijven bij al de Londerzeelenaars, alsook bij de Antwerpenaars die het feest hebben bijgewoond, want zij hebben dikwijls bekend dat zij zulks nog nooit gezien hadden op eene buitengemeente. Het Handelsblad, 26 augustus 1888 Uit Ruisbroek. — De eerw. h. Kistemaeckers, van Antwerpen, oud-pastoor van Londerzeel, die verleden dinsdag te Ruisbroek op den Rupel, ter gelegenheid der Gedurige Aanbidding aldaar biecht hoorde en in den biechtstoel door een geraaktheid getroffen werd, is Goddank een weinig gebeterd. Hij bevindt zich nog altijd ter pastorij; zijn toestand laat het vervoer niet toe. Het Handelsblad, 4 september 1888 Nieuws- en Advertentieblad van Herenthals - 7/9/1888 Men meldt uit Londerzeel aan het Handelsblad: Eene bijna ongelooflijke daad van zelfopoffering is over eenige dagen on onze gemeente voorgevallen. Twee kleine kinderen, waarvan het een 7 en het andere 6 ½ jaar oud was, waren aan ’t spelen omtrent een grooten rootput en bemerkten niet dat het gras, welk op het water als eene soort van weide uitmaakte, slechts vlotgras was. De kleine Jos. Van Nieuwenhuyzen, 7 jaar oud, waagde zich op dit gevaarlijk punt en viel tot, over het hoofd in ’t water, ’t welk zoo diep was dat zijn kameraad Frans Verdickt, 6 ½ jaar oud, niets meer zag dan de beide handjes van den kleine. Niets dan zijnen moed raadplegende, sprong hij tot in den hals in het water, vatte zijnen vriend bij de handen, trok hem alzoo boven en redde hem dus van eene onverwachte dood. Alsdan zijn zij in eene weide gegaan, hebben hunnen kleeren uitgewrongen en in de zon laten drogen, zoodanig dat hunne ouders ’s avonds niet bemerkten van hetgene er was voorgevallen. Het is maar ’s anderendaags dat het hun kenbaar werd gemaakt door menschen, die er iets van gezien hadden. Toen, hunne kinderen ondervraagd hebbende, verhaalden deze alles gelijk het gebeurd was. Zulke daad van zelfopoffering mag kenbaar gemaakt worden; die jonge held verdient allen lof. De Dendergalm, 14 oktober 1888 Eene wondere Horlogie. - Onze Confrater De Zelenaar beschrijft een uurwerk waarvan de uitvinder een inwoner van Malderen is, de genaamde Gustaaf De Bruyn, ten wiens huize, in de Mattenstraat men het kunstgewrocht kan gaan bewonderen. De uitvinder is een arme buitenmensch, die nooit ter schole ging dan in zijn dorp. Aan zijne uitvinding werkte hij meer dan 20 jaren. Hij noemt ze te recht Almanak-Horlogie: zij is gansch het werk zijner handen. Buiten de gewone uur-, minuut- en seconwijzer, duidt het uurwerk den tijd aaan met verhouding van de kamer tot verschillende steden van Belgenland en de hoofdplaatsen van het ander werelddeel; - de schijn bare op- en afgaande zonnewenteling om de aarde in 24 uren; - de ware op- en afgaande maanwenteling om de aarde op 23 uren en 12 minuten, en aldus, bij verschil van beide bewegingen, den gang en de betrekkelijke plaats beider hemellichamen met de opeenvolgende maangestalten, aangewezen door eenen koperen bol, die, al naar gelang, geheel of gedeeltelijk zicht-of onzichtbaar wordt. Een andere naald toont hoeveel uren de maan oud is met betrek tot het hoogwatergetij: ebbe en vloed worden zichtbaar biuj middel van schijnbaar op- en afgaand water in glazen buis. Een derde wijzer duidt aan wat dag van de week het is, terwijl zijn gebuur den datum toont der maand.
95
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Nog een priemken wijst aan in welke maand van het jaar wij zijn, terwijl zijn makker in de zelfde ronde tusschen den 21 en 22 van elke maand, verspringt, om aan te toonen dat de zon onder een nieuiw gesternte treedt. Weer eene naald duidt aan onder welk sterreteeken van haren diergordel de mane beweegt. OP een andere ronde draait een wijzer, die; op vier jaar eens rond zijnde, gedurig toont in wat jaargetij we zijn, en meteen, op het laatste vierdeel, het schrikkeljaar aanwijst. Blijven nog drie ronden: de eerste met eenen wijzer, eens rondloopende op 19 jaar en toonende het gulden getal en de Epactra; - de tweede met eene naald, die rond is op 28 jaar en voor altijd de zondagletter wijst, vermits, na 28 jaar, de kring der dagen in dezelfde orde weerkeert; - de derde met eenen wijzer, rondkruipende eens in eene eeuw, en toonende in welk jaar wij zijn. Eene bijgevoegde tafel duidt voor altijd aan wanneer het Passchen is. Is dat niet een hoogst wonder uurwerk? En hadden wij ongelijk, als wij zegden dat het niet de geringste uitvinding is onzer eeuw? Deze Almanak-Horlogie heeft dertien aantooningen meer dan de meest geprezen die tot nog bestaan. Wonder is hoe veelvoudig een werk op kleine plaats bijeenzit; de schild of plaatis maar zoo groot als van onze gewoone hangklokken. Die het uurwerk zagen, verzekerden, dat het treffendste nog de maandwijzer is. Deze gaat nooit geheel rond; telkens de maand ten einde is springt hij terug op den 1e. En, het schoonste van al, de maand mag nu 28, 29, 30 of 31 dagen hebben, ge moet nietn denken dat hij zal missen; neen, dat gaat altijd stipt. Heeft de maand maar 30 dagen, hij zal op 31 niet komen; en is het schrikkeljaar, hij zal den 29e van Februar niet vergeten. Het wonderbaarlijke horloge van Gustaaf De Bruyn is net als dat van Frans Meert (zie 9/2/1851) jammerlijk verloren gegaan. Malderen heeft – anders dan Lier – geen toren gevonden om het in onder te brengen.
De Denderbode, Aalst, 14 oktober 1888 De Staat zou te zijnen laste nemen de verlegging der spoorbaan van 't Land van Waas en de aansluiting van deze baan bij den spoorweg Brussel-Londerzeel.
96
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
De Kempenaar - 10/11/1888 Verleden zondag vertrokken metten eersten trein uit Londerzeel (Brabant) ongeveer 130 bedevaarders naar het heiligdom van O.L.Vrouw van Scherpenheuvel, om de vermaarde keerskensprocessie bij te wonen. Na de processie keerden zij rustig huiswaarts om met den laatsten trein te Londerzeel aan te komen. Toen de trein te Capellen op-den-Bosch was, hoorden de bedevaarders den knal van een schot. De weduwe Hermans werd in het aangezicht gewond. Men kent noch de daders, noch de drijfveer van dien zonderlingen aanslag. De Dendergalm, 24 februari 1889. Weeral zou te Londerzeel een ongeluk gebeurd zijn. Men meldt dat een bareelwachter zaterdag werd getroffen door den reizigerstrein, welke ten 5 ure 13 's morgens van Dendermonde naar Mechelen vertrekt. De ongelukkige moet zeer verminkt zijn. Het Land Van Aelst 9/6/1889 Stormweer en slagregens. Welk grouwelijk onbermhertig weer zondag nacht!... En alles stond zoo schoon te velde... (Frankrijk: champagnevelden veel geleden; Antwerpen: hagelbollen zo dik als een duivenei...) ... Te Malderen, Mattestraat, is ook een huizeken door den bliksem in brand gestoken. Het Handelsblad, 12 juni 1889 Nog het onweer. (Nadere bijzonderheden.) Te Malderen. - Vrijdag, tijdens het onweer, is de bliksem gevallen ten huize van M. Joseph De Boeck. In de keuken sloeg hij bijna alle potten, pannen, kannen, tellooren enz. in gruis. Van daar kwam hij in huis, trof De Boeck, die voor het venster stond, slingerde hem over de tafel en wierp hem in den hoek van zijne herberg. De kinderen riepen: Vader zal dood zijn! Gelukkig is de man er met den schrik van afgekomen. Er is enkel stoffelijke schade. Alles was verzekerd. De Werkman, Aalst 14/6/1889 Het Land van Aelst 16/6/1889 ... Te Malderen, ook op dien wreeden vrijdag, viel de bliksem in ’t huis van M.J. De Boeck en sloeg er in de keuken bijna g’heel den pottekarrie in gruis; dan ging hij verder, sloeg M. De Boeck en wierp hem in eenen hoek der herberg, terwijl de kinders riepen: “Och, vader is dood!...” Maar vader stond op en was ongehinderd! Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant, 14 juni 1889 België – Den bliksem kan rare sprongen maken ... Te Malderen sloeg hij bij zekeren De Boeck in de keuken bijna alle potten, pannen, kannen, borden enz. in gruis. Vandaar kwam hij in huis, trof De Boeck, die voor het venster stond, slingerde hem over de tafel en wierp hem in den hoek van zijne herberg. De man mankeert niets. In Het Land van Aalst, jg 1889 verscheen het vervolgverhaal “Tazida Spinael of de oudste dochter des duivels, een verhaal uit deze eeuw”, geschreven door S. Van der Gucht, kunstschilder te Aalst, met daarin hoofdrollen voor onder andere Joseph, Hendrik en Eugene, de heren van Steenhuffel. Nieuwsblad van Geel - 13/7/1889 Provinciale raad van Antwerpen Zitting van 10 juli
97
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
M. Pry doet eene ordemotie over den spoorweg Antwerpen-Zuid over Londerzeel naar Brussel. Spreker stelt voor dat de raad een verzoekschrift aan de regeering zou zenden. Het voorstel wordt met eenparige stemmen aangenomen. Het bureel noemt eene kommissie voor het opstellen van een verzoekschrift. Le Courrier de l’Escaut, 25 juli 1889 (Vertaald) Op slag dood – In de nacht van zondag op maandag werd een werkman, die het spoor volgde tussen de stations van Londerzeel en Malderen, door een goederentrein gevat en op slag gedood. De Denderbode, Aalst, 2 februari 1890 In de gemeente Malderen is verledene week een Napoleonist overleden, de heer Lieven De Bruyn, de oudste inwoner de gemeente. Hij had den ouderdom van 95 jaar en 4 maanden bereikt. Le Courrier de l’Escaut, 21 maart 1890 De Dendergalm, 23 maart 1890 Gazet van Mol - 29/3/1890 Men meldt uit Londerzeel: Een droevig echtelijk drama is in ons dorp voorgevallen. Zekere Robyn was maandag laat in de herberg blijven zitten, en zijne vrouw kwam hem halen, maar Robyn wilde niet meegaan. Zijne vrouw ging om eenige oogenblikken later terug te komen. Een hevige twist ontstond en Robyn, in razende woede ontstoken, sprong op zijn wederhelft en gaf haar een hevigen slag in het aangezicht. De ongelukkige stortte achterover ten gronde en in den val berstte een harer aders. Zij is aan een hevig bloedverlies bezweken. Het parket van Brussel is verleden Dinsdag ter plaatse geweest. Dit drama gebeurde op maandag 17 maart 1890. In het gemeentelijk archief vond ik daarover het volgende: 18 maart 1890 - (Vertaald uit het Frans) Om te ontdekken hoe vrouw Robbijns aan de kwetsuren geraakt is die zo snel tot haar dood hebben geleid, is het van belang om zonder uitstel volgende personen te ondervragen die bij het gebeuren aanwezig waren: Robbijns Pierre, François Tersago, J. Verrezen, L. Vergaelen, Om de vermoedens van P. Robbijns te behandelen is het best om deze het eerst te verhoren. P. Van Assche 18 maart 1890. Aanhooring der getuigen. Frans Tersago, oud 36 jaren, herbergier te Londerzeel, verklaart: op den avond van 17 Maart, rond 8 ½ ure kwamen in mijne herberg Pieter Robbijns en zijne vrouw Elisabeth Van Haesendonck. Zij vroegen elk een glas bier en brachten elkander verwijtingen toe. De vrouw is twee of wel meer malen buiten gegaan en weder binnen gekomen. Ik heb niet gezien dat Robbijns haar mishandelde. Zij zat stil op een stoel gezeten, toen ik bemerkte dat bloed onder hare kleederen op den grond weg liep, zonder te weten waarom of van waar dit kwam. Alle aangewende pogingen voor stopping waren vruchteloos, zij bloedde immer voort tot dat zij van haren stoel inzakte en daarna stierf. Er waren in mijne herberg 2 of 3 bierglazen gebroken, doch ik weet niet hoe dit gebeurde. Vergaelen Louis, oud 31 jaren, verklaart als volgt: ik was in de herberg bij Tersago op den avond van 17 Maart rond 8 ½ ure. Robbijns was daar ook, toen zijne vrouw daar kwam. Zij brachten elkander eenige verwijtingen toe. De vrouw gebood haren man naar huis te gaan, ging eens tot buiten en kwam weder binnen. De vrouw Robbijns goot met bier over haren man. Geene mishandelingen heb ik door Robbijns aan zijne vrouw
98
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
zien toebrengen. De zoon Boni Robbijns had daar vroeger ook geweest. Ik heb niet gezien dat Robbijns met een glas wierp of heb geen glas zien breken. Robbijns Pierre, oud jaren, herbergier alhier, verklaart: Ik was bij François Tersago op gisteren 17 Meert rond 8 ½ ’s avonds. Mijn zoon Boni was daar ook. Deze is naar huis gegaan en korts daarna is mijne vrouw mij komen zeggen dat ik naar huis moest komen, dat zij Boni, die geld wilde hebben, niet kon bedaren. Ik ben naar huis gegaan, mijne vrouw bij Tersago latende. Mijn zoon is aanstonds terug bij Tersago gekomen, en terwijl hij zich daar met mijne vrouw bevondt, is deze gestorven. Frans Tersago, oud 36 jaren, herbergier te Londerzeel, verklaart: op den avond van 17 Maart, rond 8 ½ ure kwamen in mijne herberg Pieter Robbijns en zijne vrouw Elisabeth Van Haesendonck. Zij vroegen elk een glas bier en brachten elkander verwijtingen toe. De vrouw is twee drij maal uit gegaan en weder binnen gekomen. Ik heb niet gezien dat Robbijns haar mishandelingen toebracht. Zij zat stil op eenen stoel toen ik bemerkte dat bloed onder hare kleederen op den grond weg liep, zonder te weten waarom of van waar dit kwam. Twee of drij bierglazen waren gebroken doch ik weet niet hoe dit gebeurde. Vergaelen Louis, oud 31 jaren, verklaart als volgt: ik was bij Tersago. Robbijns was binnen toen zijne vrouw daar kwam. Deden elkander wat verwijten. De vrouw vroeg dat haren man zou naar huis gaan, ging eens buiten en kwam weer. De vrouw Robbijns goot met bier over haren man. Geene mishandelingen heb ik door Robbijns aan zijne vrouw zien toebrengen. De zoon Boni Robbijns had daar vroeger ook geweest. Ik heb geen glas zien werpen of breken. Robbijns Pierre, oud jaren, herbergier alhier, verklaart: Ik was bij François Tersago op gisteren 17 Meert rond 8 ½ ’s avonds. Mijn zoon Boni was daar ook. Deze is naar huis gegaan en korts daarna is mijne vrouw mij komen zeggen dat ik naar huis moest komen, dat zij Boni, die geld wilde hebben, niet kon bedaren. Ik ben naar huis gegaan, mijne vrouw bij Tersago latende. Mijn zoon is aanstonds terug bij Tersago gekomen, en terwijl hij zich daar met mijne vrouw bevondt, is deze gestorven. Den Denderbode, Aalst 3/7/1890 (ook in de Werkman 4/7/1888, Het Land van Aelst 6/7/1890 en De Dendergalm 6/7/1890) Aalst-Diefstal - Zaterdag rond 11 uren voormiddag kwamen twee vrouwmenschen in den kleer- en mutsenwinkel van Camiel Backaert, Albert Lienartstraat alhier, onder voorwendsel eene muts te koopen. Een dezer vrouwen zegde tot de echtgenote Backaert terwijl zij eene muts aanwees die in de 2de plaats lag: zie zoo eene moest gij voor mij maken. Op eens bemerkte de vrouw Backaert iets zonderlings in de handelwijze dezer vrouwen die alsdan heen gingen in de richting der statie. Eenige oogenblikken nadien ondervondt Backaert dat er een stuk “laine-peignée” van 8 ½ ellen van den toog verdwenen was. Dadelijk ijlde de vrouw Backaert op zoek, vondt de diefegge binnen de statie en ontnam haar de gestolene kleerstof. De vrouw werd op bevel van den heer Costermans, statie-overste, naar het politiebureel overgebracht en daar ving nu een ander spel aan. De agent De Haeck die de wacht had, bemerkte dat de aangehoudene vrouw die op de bank gezeten was, gedurig aan het futselen was in hare zakken, en dat zij iets in hare kousen verborgen had. De agent De Haeck vroeg haar wat er scheelde en wat daar in stak. Nu haalde zij achtereenvolgens nieuwe “porte-monnaies” te voorschijn alsook twee nieuwe pijpen en een mes; in een der porte-monnaies” stak er 250 franks in goud, 15 franks in zilver en 13 centiemen koperen munt.
99
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Deze vrouw zegde zich te noemen Van Doorselaer Marie, echtgenoote Teugels Ferdinand, 25 jaren oud, geboortig van Malderen en woonachtig te Londerzeel. Ondervraagd over de voortkomst van het geld dat zij in haar bezit had, beweerde zij dit gespaard te hebben van eene onderstand van 10 franken per maand, haar verleend door ’t Armbestuur harer gemeente, terwijl haren man in het gevang gezeten had voor het stelen van eene koe of paard. Eerst beweerde zij de vrouw die haar vergezelde niet te kennen, doch later bekende ze dat het zekere echtgenoote Daelemans van Willebroeck was. Denzelfden namiddag ontdekte men ook dat er een koepon kleerstof gestolen was geweest op de Groote Markt van het kraam van M. Jef Wuytens. De tweede vrouw die in den winkel van Backaert was geweest is met den trein vertrokken. Men weet dat zij in de statie van Steenhuffel van den trein is afgestapt met een pak goed en dat een knaap van 13 à 14 jaren haar afwachtte met eenen kruiwagen op 100 meter afstand dezer statie en dat deze het pak goed op zijnen kruiwagen heeft weggevoerd in de richting van Londerzeel. De aangehoudene vrouw is bij den heer prokureur des konings gebracht, en werd daarna in het gevang opgesloten. Maandag morgend is haren man naar zijne vrouw komen vragen, dezen was in gezelschap van eenen anderen manspersoon. Ongetwijfeld heeft men hier eene dievenbende voor handen; het geld komt waarschijnlijk voort van eene tot hiertoe onbekende diefte en het is te hoopen dat het gerecht die zaak wel klaar zal spinnen. De Dendergalm, 6 juli 1890 Diefstal – Verleden Zaterdag rond 11 ure ’s morgens, werd alhiee bij de heer Camiel Backaert, wonende in de Albert Lienartstraat een stuk ‘laine peigné” van 8 ½ ellen gestolen. Twee vrouwen waren in den winkel gekomen onder voorwendsel eene muts te koopen. Na er eenige gezien te hebben wees één der vrouwen eene muts aan die in de 2e plaats lag en zei: zie zoo eene moest ge voor mij maken. Terwijl vrouw Backaert zich naar die plaats begaf ontvreemde eene der vrouwen het stuk “laine peigné”. Beiden verlieten daarop den winkel en namen de richting van de statie. Vrouw Backaert die iets zonderlings in de handelwijze der vrouwen vond bemerkte ras dat het stuk “laine peignéé van haren toog verdwenen was; ijlde de vrouwen achterna en trof de diefegge in de statie aan waar zij haar het gestolene ontnam. Op bevel van den statieoverste werd zij naar het politiebureel gebracht. Daar de diefegge gedurig in hare zakken futselde en iets in hare kousen verborg maakte de agent De Haeck er gebruik van haar te vragen wat er scheelde. Daarop haalde zij nieuwe “porte-monnaies” tevoorschijn, alsook twee nieuwe pijpen en een mes; in een der “porte-monnaies” vond men 260 franks in goud, 15 franks in zilver en 13 centiemen koperen munt. Ondervraagd over de voortkomst van het geld dat zij bezat, vertklaarde zij dit gespaard te hebben van een ondrstand van 10 franken per maand haar verleend door ’t armbestuur harer gemeente terwijl haar man in ’t gevang verbleef. De aangehoudene noemt zich Maria Van Doorselaer geboren te Malderen en woonachtig te Londerzeel. Eerst beweerde zij de vrouw die haar vergezelde niet te kennen doch later heeft ze bekend dat het zekere echtgenote Daelemans van Willebroeck was. De aangehoudene vrouw is in het gevang opgesloten. Haar medeplichtige schijnt te Steenhuffel afgestapt te zijn met een pak goed dat door een jongen van 13 à 14 jaar in de richting van Londerzeel werd gevoerd. (Verduidelijking: Over het gezin Teugels-Van Doorslaer en hun voorouders, valt een boek te schrijven. In januari 1897 werd Ferdinand Teugels in het station van Boom gevat door een trein - zie Den Denderbode van 28/1/1897- Kort voordien was zijn huis op Sint-Jozef door onbekenden in brand gestoken.)
100
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Het Land van Aelst, Aalst zondag 6/7/1890 (idem in den Denderbode van 6/7/1890) Brussel – Eene woedende koe. Dinsdag, ten 6 ure ’s avonds, werd gansch de Lakensche kasseide in opschudding gebracht. Eene koe, door pachter Slagmulders van Londerzeel verkocht, werd geleverd, en toen men aan de Masuistraat kwam, verschrikte zij door ’t aankomen van eenen tram. Zij ontsnapte aan hare geleiders, welke zij ten gronde wierp, ijlde woedend den steenweg op, en liep vrouw Davids omver, die daar met haar kind van 18 maanden op den arm stond. Beiden werden nogal erg gekwetst. De Volksstem, 25/7/1890 De Antwerpsche steenweg te Laken werd Dinsdag namiddag in opschudding gebracht door een erg geval. Eene koe, geleid door een pachter van Londerzeel, verschrikte door het openen van een regenscherm. Het dier rukte zich los en liep in dolle vaart den steenweg af, talrijke personen op haren weg omstootend, en links en rechts met de hoorns stekend. Eene vrouw bekwam een hoornstoot in den buik en werd verscheidene meters ver geslingerd; haar toestand is zeer bedenkelijk. Verder werden twee politie-officiers nog al erg gekwetst. Eerst op de Zennelaan kon het dier tegengehouden worden. De Kempenaar - 26/7/1890 Provinciale Raad van Antwerpen Donderdag werd den zittijd verlengd. M. Vekemans geeft verslag over den ijzeren weg over Londerzeel naar Brussel. De kommissie steunt het ontwerp over Londerzeel. Zij stelt voor eenen wensch te uiten om deze lijn, voor die langs Mechelen, aan te leggen. M. de Brocqueville geeft uitleggingen over de lijn van Londerzeel en protesteert tegen het in twijfel trekken van het aanleggen dier lijn, die lang beloofd is. Hij wijzigt de besluitselen van M. Vekemans, laat de lijn van Mechelen ter zij, en stelt voor dat de raad voor het voltrekken van die lijn, zelfs nog voor die langs Mechelen, eenen wensch zou uitdrukken. M. de Gouverneur vindt ’t voorstel van M. De Brocqueville in den grond juist, maar zou willen dat het niet sprak van die lijn uit te voeren, zelfs voor die, welke thans is overeengekomen. M. Royers legt een ander voorstel neer, waardoor het uitbrengen van een wensch over de lijn Londerzeel uitgesteld wordt, aangezien er eene lijn langs Mechelen wordt aangelegd. Het voorstel van M. Royers wordt verworpen. Dat van M. de Brocqueville wordt met groote meerderheid aangenomen. De raad drukt dus den wensch uit, dat de lijn langs Londerzeel zoo spoedig mogelijk worde aangelegd. De Werkman, Aalst, 15 augustus 1890 Is het dijnsdag niet dat er te Malderen aan de Statie een Gulden Bruiloftsfeest wordt gevierd, dijnsdag? Ons dunkt van ja. De Volksstem, 27/8/1890 Woensdag ten 2 ure is te Londerzeel een schrikkelijke brand uitgebarsten in een pachthof, gelegen aan den steenweg van Steenhuffel. Nauwelijks was de noodkreet aangeheven, toen twee heeren van Dendermonde, zich toevalliglijk met hun gespan in Londerzeel bevindende, ter plaatse snelden. Verpletterend was het schouwspel dat zich voordeed: de gansche hofstede was vuur en vlam, en cene melkkoe stond nog in den stal. Met veel moeite gelukten vermelde heeren: Alfred Noteris en Jaak Vanderheyden, bijgestaan door Mr. H. Pintens, beenhouwer, erin het versmachtende dier uit den stal te trekken. 101
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Aan blusschen viel er niet te denken, daar er geen nabijzijnd water was, en iedereen dacht zijne taak volbracht, toen een noodkreet uit de menigte opsteeg: een kindje van 6 maanden oud lag nog te slapen in zijn wiegje te midden der vlammen. Mr. A. Noteris, niets anders dan zijnen moed en zelfopoffering raadplegende, wierp zich binnen en verscheen weldra met het wichtje in de armen, te midden der toejuichingen van al de aanwezigen. De Volksstem, 17/9/1890 Den 19 dezer is te Malderen met groote plechtigheid de gouden bruiloft gevierd der echtgenooten De Koker-Buys. De Volksstem, 24/12/1890 Overstroomingen in Belgie. Berichten van Maandag, 1 December: De overvloedige regen der laatste dagen heeft de Zenne op verschillende punten doen overstroomen. t'itgestrekte weiden staan onder water. Te Vilvoorde stortte een in opbouw zijnde huis in. Weerde en gansch den omtrek staan onder water; sedert 1880 was er zulke wassing niet te zien geweest. Op sommige plaatsen loopt de Zenne over hare oevers in watervallen, en heeft alzoo reeds boven de 1,000 hectaren bezaaid land overstroomd; ook is de schade, door de ongelukkige landbouwers geleden, onberekenbaar... ... De Maas. de Oürthe en de Vesdre stroomen buiten hare oevers; Vele dorpen van de provincie Luik staan geheel onder water en talrijke huizen zijn niet alleen onbewoonbaar maar zelfs onbereikbaar. Bij Herbestal staat de spoorweg 50 centimeters onder water, en de treinen worden tegengehouden door wrakhout, dat het water op de spoorbanen werpt. Ook in de provincie Antwerpen heeft men fel over het hooge water te klagen, vooral rond Contich, Duffel en Waalhem. De Rupel en de Dijle beloven insgelijks niet veel goeds. Te Steenhuffel heeft men op verscheidene plaatsen veel last van het water. Te Dendermönde is men ook fel bevreesd. On andere landen ziet het er niet beter uit. Den Denderbode, Aalst, zondag 6/3/1892 Londerzeel – Verleden nacht dus tusschen 4 en 5 maart, werden bij M. Geyzen 64 kiekens gestolen.
De B. Geyzen is Jozef Geyzen, afkomstig van Vorst-Limburg. Hij moderniseerde en industrialiseerde de kippenkweek en kippenvetterij in Londerzeel. De 64 kiekens waren er overigens 66 en ze werden gestolen bij vetmester Jan Goovaerts op de Zavel te Malderen. Een deel ervan werd op 9 maart op de vroege markt in Brussel teruggevonden, maar de beesten waren toen al dood.).
102
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
De Werkman, Aalst, donderdag 11/3/1892 Aalst – Door onze Policie is ontdekt dat er onlangs te Londerzele 64 hennen gestolen zijn en te Liedekerke 9 kiekens en 1 haan. Nieuws- en Advertentieblad van Herenthals-30/4/1892 In de gemeente Steenhuffel is een betreurensweerdig ongeluk gebeurd. Een knaap kwam met een tweeloop buiten, en denkende dat hij niet geladen was, mikte hij al spelende op een groep kinderen en trok den haan af. Een schot weerklonk en een der kinderen viel doodelijk gekwetst neder. Men hoopt nochtans het slachtoffer te redden. De Volksstem, 13/7/1892 Nieuws van de Week, eindigende 27 Juni 1892. Zaterdag morgen moest een pachter van Steenhuffel in de statie aldaar een waggon met dakpannen lossen. Om het werk te vergemakkelijken, liet hij den waggon nabij de werkplaats trekken. Ongelukkig werd hij tusschen den waggon en de stuitblokken gevat en zijn hoofd werd verpletterd. De dood was oogenblikkelijk. (In juni 1892 overleed in Steenhuffel alleen Frans Van Hoeymissen, 25 jaar oud, zoon van Antonius Carolus en Anna Catharina De Bondt. Dat was op 17 juni, een vrijdag.)
L’Indépendance Belge, 28 juli 1892 (Vertaald) Banditisme op den buiten. - Het parket, vertegenwoordigd door M. Nagels, substituut van de procureur des konings, en M. Lecocq, onderzoeksrechter, is dinsdag in Malderen afgestapt om een moordpoging te onderzoeken. Ziehier de feiten: Drie individuën zijn bij middel van beklimming en inbraak het huis van mevrouw D. binnengedrongen toen deze sliep. Deze mevrouw van in de zeventig werd laffelijk aangevallen en met stokslagen overladen door de schurken die, na haar half bewusteloos te hebben geslagen, er met haar spaarcenten, ongeveer 1000 frank, zijn vandoor gegaan en hun slachtoffer in haar bloed hebben achtergelaten. Twee uur na de aanranding heeft mevrouw D. zich op kunnen richten en zich tot bij een buur kunnen slepen. De gendarmerie verrichtte een eerste onderzoek maar dat leverde geen elementen op om de daders te kunnen vinden. Derhalve zal het parket deze kwestie verder onderzoeken. Le Soir, 22 september 1892
De Volksstem, 19/10/1892 Dinsdag avond heeft het onweder bijzonder gewoed tusschen Dendermonde en Aalst. Te Gyseghem werden twee notenboomen van den bliksem doorsneden en nog vele andere werden ontworteld. Ook werden vele huizen en daken erg beschadigd. Ook te Baasrode, Mespelaere en Wïeze heeft het er erg gespookt. De weg naar Buggenhout en Malderen was 500 meters ver overstroomd. Te Opwijck (Langevelde) en Merchten (Galgestraat) zijn dondersteenen gevallen.
103
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Het Land van Aelst, Aalst, 25/12/1892 Londerzeel – Diefstal. In het klooster van Londerzeel hebben onbekende dieven ingebroken en er eene partij kleergoed en eetwaren gestolen. De schelmen moeten met vier of vijf geweest zijn. Men denkt te doen te hebben met eene bende dieven, die zinnens zijn dezen winter hun misdadig bedrijf in de buitengemeenten uit te oefenen. De Volksstem, 4/1/1893 In den nacht van 29 tot 30 Januari 1892, werd er met geweld ingebroken bij de juffers De Hertog, oud 60 jaar, wonende te Humbeek. De dieven zetten het mes op de keel van de bewoonsters en dwongen mej. De Hertog eene som van 200 fr. af te geven. De daders van dien diefstal werden niet ontdekt. Onlangs heeft eene vrouw van Londerzeel aan den onderzoeksrechter verklaard dat de plichtigen van dien diefstal haar man, dezes broeder en een derde slechte kerel zijn, dien zij insgelijks noemde. De mannen, die reeds voor andere goede werken achter slot zitten, zijn ondervraagd geworden. Den Denderbode, Aalst, zondag 12 februari 1893. Vreeselijk ongeluk te Steenhuffel. Dinsdag morgend, rond 8 ure, is hier een smartelijk ongeluk voorgevallen. Een meisje van 9 jaar oud, ging eten dragen naar haren oom, die op de plaats de Lekkestraat bij het dorp bezig was met hout te kappen. Zij moest eenen boom voorbij gaan, die gereed stond om te vallen. De houtkappers verwittigden haar, doch zij ging door. Haar blok bleef ongelukkiglijk in den modder steken, een hevig gekraak deed zich hooren en de boom viel. Het arm kind werd verpletterd. De dood was oogenblikkelijk. (Verduidelijking: het gaat hier over Maria Leonia Francisca Van Geel, geboren op 18 oktober 1883, dochtertje van Jan Baptist Van Geel en Maria Ludovica Petronella Van Zeebroeck.)
Volksstem, 15-2-1893 Men schrijft uit Londerzeel: Zaterdag namiddag is de windmolen van Westrode omgestort. Eenige werklieden waren bezig met een herstelling te doen aan den molen, toen het ongeluk voorviel. Verscheidene personen zijn gekwetst, waartusschen een zoo gevaarlijk, dat men het noodig geoordeeld heeft er een geestelijke bij te roepen. De beide geneesheeren van Londerzeel waren ter plaatse gesneld om de noodige zorgen aan de gekwetsten toe te dienen. De molen is gansch verbrijzeld. De genaamde,Louis Vergaelen is moeten bediend worden; men vreest voor zijn leven De Volksstem, 15/3/1893 In Juli, 1892, werd door drie kerels ingebroken bij eene 70jarige vrouw te Malderen en 600 fr. gestolen. De onlangs aangehoudenen voor diefstal bij pachter Maetens, te Malderen, zijn in tegenwoordigheid der vrouw gesteld geweest, en deze heeft een harer aanvallers herkend. Zoo zal alles aan 't licht komen! Le Messager de Paris, Frankrijk, 12 april 1893 (Vertaald) Belgische Buurtspoorwegen – Bij Besluit van 20 maart 1893, krijgt de Société nationale des Chemins de Fer vicinaux de concessie voor de aanleg van een buurtspoorweg van Grimbergen naar Londerzeel. De staat zal tussenkomen voor een bedrag van 369.000 fr. in de vorming van het nodige kapitaal en dat in 90 annuïteiten van 12.915 fr. elk. De uitvoeringstermijn werd vastgelegd op 1 jaar.
104
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
De Volksstem, 28/6/1893 Verleden Maandag morgen is op den Donkeren Ham te Londerzeel een huis afgebrand. London Evening Standard, Engeland, maandag 3 juli 1893
Le Soir, 16 augustus 1893
Het Nieuws van den Dag, 17 augustus 1893 Steenhuffel — Vrijdag morgend, om 9 1/2 ure, is een hevige brand uitgebroken op de Heide, alhier, bij den werkman Jan Van de Voorden. Gelukkig heeft men de meubels gedeeltelijk kunnen redden. In minder dan een half uur lag gansch het gebouw in puinen. Het gebouw was vroeger verzekerd, doch de premie was in geen 2 jaar meer betaald geweest, en bijgevolg zal de maatschappij de schade niet betalen. Het laatste Nieuws, 21 augustus 1893 BOOM — Kiekendieven. — Op de markt alhier werden verleden donderdag twee kiekendieven aangehouden die kiekens te koop aanboden, welke te Steenhuffel ontvreemd waren. De daders zijn gekende kerels die aan hun proefstuk niet zijn. Vrijdag morgend zijn zij door de gendarmen naar de celgevangenis van Antwerpen overgebracht. Het Laatste Nieuws, 22 augustus 1893 L’Indépendance Belge, 22 augustus 1892 (in ’t Frans) LONDERZEEL — Groote brand. — Zaterdag avond heeft een hevige brand drij woningen te Malderen in asch gelegd. Het vuur sloeg eerst uit bijden blikslager Deumelinckx en verwoestte de twee aanpalende huizen bewoond door M. Dierickx en Weduwe Snackaerts. Een vierde huis begon te vlammen, doch de pompiers konden het vuur meester worden. De schade is aanzienlijk. De Volksstem, Nederland, 13/9/1893 (en 20/9/1893) Vrijdag avond zijn te Malderen 3 huizen afgebrand. Het vuur, uitgebroken bij den blikslager Duimelinckx, deelde zich mede aan de aanpalende huizen, bewoond door M. Dierickx en de weduwe Snackaert, die alle drie vernield werden. Ook de schuur van weduwe Hermans is beschadigd, en op zeker oogenblik heeft het gemeentehuis, palende aan de woning van Wed. Snackaerts, groot gevaar geloopen. Vrouw Duimelinckx is van schrik ziek geworden en berecht. De schade is zeer groot.
105
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
De Volksstem, 4/10/1893 Brussel. — Steenhuffel en de omliggende gemeenten verkeeren in de grootste spanning, ten gevolge van de ontdekking eener Zwarte Bende. Verleden Woensdag zijn twee kerels te Brussel aangehouden, die in eene herberg, op den hoek der Komediantenstraat, een zilveren kelk te koop boden voor 400 fr. Zij zegden van Antwerpen te zijn en te heeten Seghers en Devries. De eene is van Maldercn uit de Beekstraat en de andere waarschijnlijk uit den omtrek van Merchtem. De kelk dien zij tot koop boden, was gestolen in de kapel van Impde-Wolverthem. In den kelk stond de naam van Wolverthem gegraveerd. De broeder van een der aangehoudenen zit, naar men zegt, te Antwerpen gevangen. Hij was op de Markt van Boom door de gendarmen aangehouden geweest, toen hij er kiekens te koop bood te Londerzeel gestolen.
Het Laatste Nieuws, 15 januari 1894 De kerkdieven van Wolverthem. — De twee kerels, die in september ll in de Komediantenstraat te Brussel werden aangehouden waar zij trachtten gestolen kelken uit de kerk van Wolverthem te verkoopen, een Antwerpsche sjachelaar, gewoond hebbende Korte Nieuwstraat te Antwerpen, waar hij zich als juwelier uitgaf en een genaamde Seghers van Londerzeel, verschenen voor de boetstraffelijke rechtbank. De kerels beweerden dat een derde heerschap den diefstal had bedreven en dat zij slechts verhelers waren. Ingevolge werden Seghers en den ex-juwelier respectievelijk tot twee jaar gevang en de andere tot zes maanden opsluiting veroordeeld. De onmiddellijke aanhouding van Seghers werd bevolen. Het Nieuws Van Den Dag, 28 november 1893
106
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Vrijdag voormiddag is er brand ontstaan in het huis bewoond door De Caluwé, blokmaker, op de Elst te Steenhuffel. Het gebouw is gansch in asch gelegd. Den Denderbode, Aalst, donderdag 7/12/1893. De gemeente Willebroeck, bij Mechelen, is zondag nacht in opschudding gebracht door een bloedigen aanslag gepleegd op de echtgenooten Kegels die eene herberg open houden. Rond 12 ure ontwaakten eensklaps de twee lieden en bemerkten niet zonder schrik, door de spleet der deur, dat er licht in huis was. De vrouw sprong spoedig het bed uit om te zien wat er gaande was, toen zij, buiten de deur der kamer gekomen, aangevallen werd door een kerel wiens aangezicht was zwart gemaakt. De arme vrouw werd bij de keel gegrepen en ten gronde geslagen, terwijl de booswicht haar met een werktuig zware wonden aan het hoofd toebracht. Een tweede kerel, insgelijks zwart gemaakt, drong bliksemsnel de slaapkamer binnen. Kegels had den tijd niet meer om op te staan. De tweede misdadiger die eene waskeers in de hand hield, sprong op hem toe en begon hem met een onbekend werktuig het aangezicht en het hoofd hardnekkig te doorkerven, terwijl hij riep: uw geld of uw leven! Kegels, niettegenstaande zijnen 60-jarigen ouderdom gelukte er in de waskeers uit de handen van den schelm te rukken en zijn stok te grijpen, die zich naast het bed bevond, en er ontstond weldra tusschen misdadiger en slachtoffer zulk eene bloedige worsteling dat gansch het hemd van den ouderling maar eene bloedvlek meer uitmaakte. Van eene uiterste poging gebruik makende gelukte hij er in den misdadiger tegen een koffer te werpen en hem eenige goede stokslagen toe te brengen. Het bloed stroomde geweldig uit de wonden, die Kegels had bekomen, en hij was op het punt zijn leven te verliezen toen zijne vrouw tot het bewustzijn gekomen zijnde er in gelukte zich buiten te slepen, waar zij luidkeels riep: Hulp menschen, hulp! Men is bezig met mijnen man te vermoorden! De schelmen hadden intusschen de vlucht genomen, zonder iets mee te nemen, en de man kon zich nog gansch bebloed aan de deur slepen, tot zijne vrouw roepende: Ach Truike, ik leef nog! De geburen snelden spoedig toe om de aangevallen ouderlingen alle mogelijke hulp toe te dienen. ’t Was hoog tijd dat Kegels en zijne vrouw verzorging ontvingen; hun toestand was afgrijselijk om zien en men kon niet begrijpen hoe het mogelijk was, na zulk een schrikkelijken aanval te hebben onderstaan, nog het leven te bezitten. De daders zijn onbekend. Een booswicht van Londerzeel is aangehouden. Le Guetteur de Saint-Quentin et de l’Aisne, Frankrijk, 12 december 1893. (Vertaald) Wielrijders en dorpelingen – De wegen worden minder en minder veilig voor de wielrijders die langs de rechteroever van het kanaal van Willebroek naar Antwerpen willen fietsen. De nachtelijke aanvallen vermenigvuldigen zich. Een maand geleden vertelden wij dat twee fieters, geheten D en V, rustig langs de rechteroever terugkwamen en tussen Drie Fonteinen en de Marly neergeslagen werden door een bende gekke slechterikken die hen, na hun uurwerk en portemonnee afgepakt te hebben, in het kanaal wilden gooien. Er onstond een lijf- aan lijfgevecht en uiteindelijk konden de wielrijders de onverlaten, die het onmiddellijk op een lopen zetten, overmeesteren. Iets vergelijkbaars gebeurde enkele dagen later. De betrokken slachtoffers spraken dan af omnooit meer ongewapend uit te gaan. Deze voorzorg bleek niet onnuttig te zijn. Vorige nacht keerden 4 Brusselse wielrijders terug van Antwerpen langs, zoals gewoonlijk, de rechteroever van het kanaal. Tussen Tisselt en Breendonk merkten, ze, op de weg naar Londerzeel een bende verdachte individuën naar zich toekomen om hen te beroven.
107
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Maar deze keer lieten de fietsers het zover niet komen en schoten in het wilde weg naar hen terwijl ze snel verder fietsten. De misdadigers vluchtten weg over het veld. Nederlandsch landbouw weekblad, 6 januari 1894 Bij het Belgische ministerie van landbouw is eene nieuwe afdeeling ingericht onder den titel: Belgische handel der hofsteevoortbrengselen. Aldaar worden inlichtingen verschaft omtrent de teelt van gevogelte, groenten en ooft, bijen enz., alsmede omtrent de wijze van verpakken voor de markten in het buitenland, waarheen België kan verzenden. Evenals bij de afdeeling voor de voortbrengselen van nijverheid zullen in bijzondere zalen verzamelingen van gevogelte worden tentoongesteld, medegebracht van de Engelsche markten door den heer Janmart de Brouillant, van staatswege naar Engeland gezonden om aldaar de manieren van teelt en van vetmesting door de Engelschen gebezigd, te gaan bestudeeren. De pogingen van den Belgischen Minister hebben voor doel in België den vooruitgang van de teelt van het gevogelte aan te moedigen; deze handelstak, tot nu toe zeer verwaarloosd, biedt groote voordeelen aan, en alleen te Londerzeel, niet ver van Brussel, wordt het vetmesten van gevogelte op eenigszins groote schaal in toepassing gebracht. Door 30 fokkers wordt aldaar voor ongeveer 2 millioen fr. ingezet. Men hoopt nu, dat zich meer daarop zullen toeleggen en, de beste methode in Engeland en Italië volgende, velen daarin de bron van rijkdom zullen vinden. Het Laatste Nieuws, 5 januari 1894 Kerkdieven van Wolverthem. — De twee kerels, die in september l.l. n de Komedianten-straat te Brussel werden aangehouden waar zij trachtten gestolen kelken uit de kerk van Wolverthem te verkoopen, een Antwerpsche sjachelaar, gewoond hebbende Korte Nieuwstraat te Antwerpen, waar bij zich als juwelier uitgaf en een genaamde Seghers van Londerzeel, verschenen voor de boetstraffelijke rechtbank. De kerels beweerden dat een derde heerschap den diefstal had bedreven en dat zij slechts verhelers waren. Ingevolge werden Seghers en den ex-juwelier respectievelijk tot twee jaar gevang en de andere tot zes maanden opsluiting veroordeeld. De onmiddellijke aanhouding van Seghers werd bevolen. De Volksstem, Nederland, 10/1/1894 Provinciale Noordbrabantsche en s’Hertogenbossche courant, Nederland, 15 jaénuari 1891 Tusschen Maandag en Dinsdag nacht poogden een viertal kwaaddoeners te Malderen, Mattestraat, langs het dak in de stalling te breken van geringe lieden, om er de kiekens en konijnen te rooven. De nachtwacht dit bemerkende, gaf vuur, met het gevolg, dat een der daders getroffen ten gronde vier en kon aangehouden worden. Het is de genaamde Benoit De M., woonachtig in de Ravenstraat, onder Buggenhout. Hij is naar Brussel vervoerd worden. Den Denderbode, Aalst, donderdag 18/1/1894 Rechterlijke kroniek - Jood en kerkdief. Op 6 september laatstleden zaten in eene herberg der Comediantenstraat, te Brussel, drie personen de weerde van eenige kerksieraden te schatten. Een hunner was een jood. Een agent der rechterlijke policie, voorgevende een liefhebber van oudheden te zijn, vroeg den prijs van eenen kelk. De jood vroeg 10 frank. “Ik kan u slechts 3 fr. op afkorting geven,” zegde de agent, “doch wilt gij mij naar huis volgen, dan zal ik u het overige ter hand stellen.” Nauwelijks waren zij buiten gekomen of de agent, die een zijner collega’s ontmoette, maakte zich meester van den jood en eenen der anderen, zekeren Segers van Londerzeel. De derde 108
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
kon de vlucht nemen. Een onderzoek had plaats, waaruit bleek dat de voorwerpen in de kerk van Wolverthem gestolen waren. De rechtbank heeft Segers veroordeeld tot 2 jaar gevangenis en den jood tot 6 maanden voor verheeling. Nieuwsblad van Geel - 20/1/1894 Jood en kerkdief. Op 6 september laatstleden zaten in eene herberg der Comediantenstraat, te Brussel, drie personen de weerde van eenige kerksieraden te schatten. Een hunner was een jood. Een agent der rechterlijke policie, voorgevende een liefhebber van oudheden te zijn, vroeg den prijs van eenen kelk. De jood vroeg 10 fr. Ik kan u slechts 3 fr. op afkorting geven, zegde de agent, doch wilt gij mij naar huis volgen, dan zal ik u het overige ter hand stellen. Nauwelijks waren zij buitengekomen of de agent, die een zijner collegas ontmoette, maakte zich meester van den jood en eenen der anderen, zekere Segers, van Londerzeel. De derde kon de vlucht nemen. In het policiebureel verklaarde de jood – een gefailleerd juweelier te Antwerpen, zegt de Courrier – dat hij slechts geroepen was, door de twee anderen, om de voorwerpen te schatten. Een onderzoek had plaats, waaruit bleek dat de voorwerpen gestolen waren in de kerk van Wolverthem. De rechtbank heeft Segers veroordeeld tot 2 jaar gevangenis en den jood tot 6 maanden voor verheeling. La Réforme, 31 januari 1894 (Vertaald) De gewonde van Malderen. – Eind december vertelden we dat een persoon met naam Demeyer, die verdacht werd lid van een bende dieven te zijn, in Malderen tijdens de nacht was geraakt door een geweerschot van een burger die met zijn kameraden patrouilleerde om de daders van de vele diefstallen in de gemeente en in de omtrek te kunnen vatten. Het parket is maandag namiddag in Malderen afgestapt en de magistraten hebben de nog altijd bedlegerige Demeyer ondervraagd. Hij houdt zijn onschuld staande. De Volksstem, 7/3/1894 Nieuws van de Week, eindigende 18 Februari, 1894. Malderen - De baanwachter Lemmens, dezer gemeente, is in den nacht van Zaterdag tot Zondag door den exprestrein verrast geworden en in stukken gereden. (Dit is Pieter Jan Lemmens, 43 jaar oud, overleden op zondag 4 februari 1894).
Het Handelsblad, 16 maart 1894 Het parket heeft zich naar Malderen begeven, om onderzoek te doen nopens een gevecht, dat daar tusschen wildstroopers en jachtwachters plaats had. Verscheidene geweerschoten werden gelost. Een der stroopers en een der wachters hebben zooveel wonden bekomen, dat beider leven in gevaar is. La Meuse, 16 maart 1894 (Vertaald) Een stropersdrama. Het parket, vertegenwoordigd door M. Mechelynckx, onderzoeksrechter, M. Dieudonné, substituut van de procureur des konings, en M. Lebrun, wetsdokter, is in Malderen afgestapt in verband met een stropersdrama dat zich de nacht voordien hier in de buurt had afgespeeld. Twee jachtwachters van de heer De Gendt, die op nachtronde waren, betrapten de stropers op heterdaad. De stropers hebben verschillende schoten gelost. Eén van de wachters,
109
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Spissens, werd dodelijk in het hoofd getroffen. Zijn makker, die hem zag vallen, heeft dan op zijn beurt naar de op de vlucht geslagen stropers geschoten. Hij moet één der vluchtelingen verwond hebben want men vond bloedsporen in het veld. De onderzoeksmagistraten hebben de twee jachtwachters langdurig ondervraagd. Spissens heeft ondanks zijn zwakke toestand alle vragen kunnen beantwoorden. Hij bevindt zich aan het eind van zijn Latijn. Journal de Bruxelles, 16 maart 1894 L’Indépendance Belge, 17 maart 1894 (Vertaald) Stropersdrama in Malderen . Het parket, vertegenwoordigd door M. Mechelynckx, onderzoeksrechter, M. Dieudonné, substituut van de procureur des konings, en M. Lebrun, wetsdokter, is woensdagnamiddag in Malderen afgestapt waar de dag voordien een treffen tussen 2 jachtwachters en stropers had plaats gehad. Er werden vele schoten gelost. Eén de jachtwachters, Spiessens, werd dodelijk geraakt. Eén de stropers werd zwaar gekwetst. Opmerking: In de overlijdensregisters van Malderen zijn geen overlijdens te vinden die met deze zaak in verband kunnen worden gebracht. Mogelijk waren de betrokkenen niet van hier.
Journal de Bruxelles, 23 mei 1894 L’Emancipation, 24 mei 1894 Gazet van Temsche, 27/05/1894 Ingebroken te Malderen - Zondag nacht, rond 12 ure, zijn te Malderen 4 schurken ingebroken bij de echtgenooten Van Dam, twee ouderlingen van einde de 60 jaren, die eene kleine hoeve bewonen. (Alleen in Journal de Bruxelles en l’Emancipation, vertaald: M. en Mme Van Dam sliepen. Ineens werden ze gewekt en voelden ze de greep van twee dieven die hen op hun bed vastgekluisterd hielden en die zegden: als ge roept, zult ge met ons te maken krijgen). Twee der schelmen sprongen voor de echtgenooten en bedreigden hen met eenen revolver. De twee anderen doorzochten midderwijl de meubels; zij namen alle juweelen mede alsook voor 10.000 fr. papierwaarden (8.000 fr. volgens Journal de Bruxelles) en omtrent 200 fr. in geld. 's Anderendaags werden de gendarmen zeer vroeg verwittigd: de bestolenen konden de persoonsbeschrijving der dieven niet opgeven. De vrouw verklaarde den schurk, die haar vasthield, in het gelaat geschramd te hebben. Het parket heeft zich maandag naar Malderen begeven en eenen persoon die eene schram in het aangezicht had, een zekere Benoit de M. aangehouden. Deze verklaart onschuldig te zijn, doch onlangs werd hij gekwetst door een geweerschot toen hij aan het stelen was op eene hoeve der gemeente. Le Courrier de l’Escaut, 24 mei 1894 La Meuse, 25 mei 1894 Journal de Bruxelles, 25 mei 1894 (Vertaald) Verfoeilijke aanslag in Malderen. Eergisteren nacht zijn 4 individuën ingebroken in de kleine boerderij van de echtgenoten Vandam, allebei meer dan 60 jaar oud, in Malderen. Twee der schurken sprongen op mijnheer en mevrouw Vandam, duwden een revolver tegen hun neus en dreigden hun hersenen uiteen te doen spatten als ze zouden bewegen. De anderen begonnen de meubelen te doorzoeken. Zij namen alle juwelen, waardepapieren voor een bedrag van ongeveer 10.000 fr. en 200 fr. in goud. Na hun misdaad zetten de boeven het op een lopen en lieten ze de echtgenoten Vandam meer dood dan levend achter. De volgende ochtend werd zo vroeg mogelijk de rijkswacht
110
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
verwittigd. De slachtoffers waren niet in staat om een signalemant van de dieven te geven, maar één van hen verklaarde de man die hen vasthield gekrabd te hebben. MM de Cambry de Beaudimont, onderzoeksrechter, en M. Drion, substituut van de procureur des konings, hebben zich naar Malderen begeven. Een individu met de naam M. werd aangehouden. Hij heeft schrammen in het gezicht. Hij houdt echter ferm zijn onschuld staande. Het is dezelfde man die onlangs door een geweerschot verwond werd toen men hem op heterdaad op een diefstal in aan andere boederij van Malderen betrapte Het Nieuws van den Dag, 8 mei 1894 De Volksstem, 30/5/1894 Het huis toebehoorende aan Jozef Teugels, koopman in kiekens, te St-Jozef-Londerzeel, is in de nacht van Vrijdag op Zaterdag door brand vernield. 3 juni 1894 | De Gazet van Aalst | pagina 3 Londerzeel. - Woensdag is 't parket van Brussel naar Londerzeel St-Josef gekomen om een onderzoek in te stellen over eenen stoutmoedigen diefstal bij de wed. V.D.B., in de Patattenstraat gepleegd. Over twee weken werd bij de weduwe Van den Bergh de som van 700 fr. in klaren dag gestolen. De twee vermoedelijke daders werden bijna onmiddllijk aangehouden. De Volksstem, 6/6/1894 , 8/7/1896, 2/6/1897 Ziehier de officiële bevolking der volgende gemeenten Op 31 december 1893 Op 31 december 1895 Op 31 december 1896 Londerzeel 4684 4784 4832 Malderen 1983 2070 2091 Steenhuffel 2022 2062 2101 De Volksstem, Nederland, 13/6/1894 Maandag rond middernacht zijn te Malderen dieven binnengedrongen in de woning van de echtgenooten Vandam, 60 jarige ouderlingen, die eene kleine hoeve in gebruik hebben. Twee der dieven hielden man en vrouw in hun bed vast, terwijl twee andere de kassen doorzochten. Zij zijn vertrokken, voor ongeveer 8000 fr. geld, juweelen en titels meenemend. De echtgenooten Vandam hadden de dieven niet herkend, doch een dezer was door Vandam in het aangezicht gekrabt geweest. Het parket is naar Malderen gekomen, en heeft zekeren M... aangehouden, wiens aangezicht opengekrabt was. M... protesteert van zijne onschuld. Le Peuple, 10 juli 1894 (Vertaald) Dinsdag ochtend om 6 uur is de bliksem ingeslagen op de stro- en steenkoolmagazijnen van weduwe J. Hermans te Londerzeel. In een oogwenk stond heel het gebouw in brand. Het vuur sprong over naar het huis van de kinderen De Pams. Dank zij de snelle interventie van de pompiers kon de brand omschreven worden. Als dit ’s nachts was gebeurd had het hele dorp kunnen branden De Volksstem, 1/8/1894 Zaterdag morgen, ten 6 ure, is de bliksem gevallen op het stroo- en kolenmagazijn der weduwe Jozef Hermans, te Londerzeel. In een oogwenk stond gansch het gebouw in brand. Het vuur heeft zich meedegedeeld aan de woning der kinderen De Pams, dank aan de spoedige hulp der pompiers kon de brand beperkt worden.
111
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Het Nieuws van den Dag, 16 september 1894 De Volksstem, Nederland, 3/10/1894 Donderdag namiddag heeft men in Buggenhout-bosch, langs den kant van Malderen, verhangen gevonden zekere Willocx, 24 jaar, orgeldraaier, geboren en woonachtig te Malderen. De ongelukkige was nog maar 4 weken getrouwd en het is tengevolge van een huiselijken twist dat hij zijn wanhopig besluit volbracht. Het lijk was nog warm toen men het vond. Het Laatste Nieuws, 13 oktober 1894 De pastoors en onderpastoors vanWolverthem, Londerzeel en Steenhuffel dragen zelf omzendbrieven uit aan de kiezers en gaan van deur tot deur om hunne parochianen te leeren hoe zij tegen zondag moeten stemmen. Het laatste Nieuws, 1 december 1895 Het regent reclamatiën tegen de kiezingen van 17 November... In Brabant wordt de vernietiging gevraagd der kiezingen in de volgende gemeenten: ... (40 gemeenten, waarbij) Malderen en Steenhuffel. La Meuse, 21 januari 1895 Le Peuple, 22 januari 1895 (Vertaald) Ernstig ongeluk op het spoor – Zaterdagavond werd een jong meisje van 25 jaar uit Opdorp het slachtoffer van een verschrikkellijk ongeluk in het station van Malderen. Ze had zich op de sporen gewaagd toen ze plots door een trein omver geworpen werd. Het arme meisje werd beide benen afgereden. Den Denderbode, Aalst 23/5/1895 Men schrijft uit Malderen, 19 mei aan “Het Handelsblad”. Gauwdieven – Dat de gauwdieven soms maar van eene kale reis komen, bewijst het volgende tooneel, dat gisteren zaterdag op de wekelijksche markt plaats had. Twee kerels, van verdacht voorkomen en die bij het gerecht niet zuiver te boek staan, stonden voor een kraam met voorwendsel er eene broek te koopen. Na gepast en gemeten te hebben maakte een van beiden gebruik van een oogenblik onachtzaamheid om bliksemsnel eene broek weg te foefelen. Doch eenige personen hadden zulks bemerkt en verwittigden den koopman. Deze zonder verdere uitlegging aan de dieven te vragen greep er eenen bij de keel en gaf hem eene zoo duchtige rammeling dat men voor ongelukken vreesde. De medeplichtige kreeg van hetzelfde laken een broek. De twee dieven werden naar het gemeentehuis geleid alwaar proces-verbaal tegen hen werd opgemaakt. Bericht dus aan de gauwdieven die soms lust hebben te Malderen zaken te komen maken. Het Nieuws van den Dag, 13 juni 1895 Het Laatste Nieuws, 14 juni 1895 LONDERZEEL. — Dinsdag morgen rond 6 ure kwam M. Lambrechts, koopman in elle-goederen te Sint-Amands, naar de markt van Londerzeel gereden met een geladen kamion. Aan den omdraai van den steenweg, aan het kasteel van den graaf van Spoelberg, verschrikte het paard, deinsde achteruit en tuimelde met gansch de vracht in de gracht van den hof van pachter Moyersons. Men maakte het paard, al het getuig doorsnijdend, met moeite los en het bevreesde dier, eensklaps rechtspringend liep hollend den steenweg af tot aan den barreel van den spoorweg, aan de herberg De drij torens. Juist reden de laatste wagens van een langen warentrein voorbij en het paard, de bareellat in stukken springend, bonsde met den kop tegen een der spoorwagens. Het dier werd den kop
112
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
ingestooten en verscheidene meters ver geslingerd waar het stervend neerviel. Men maakte het onmiddellijk af en sleurde het van de spoorbaan. De kamion, die in de gracht gerold was, werd er erg beschadigd uitgehaald. Journal de Bruxelles, 9 juli 1895 Le XXe Siècle, 10 juli 1895 Le Soir, 10 juli 1895 (Vertaald) Hevige brand – Men schrijft ons uit Steenhuffel op 8 juli: Deze nacht heeft een brand 2 boerderijen met de hele inboedel vernield, deze van De Mayer en Verbesselt. Helaas is er niet alleen materiële schade. Toen de bewoners wakker werden hadden ze amper de tijd om zich te redden. Voor mevrouw De Mayer was het te laat; zij heeft over het hele lichaam vreselijke brandwonden opgelopen. De inderhaast bijgeroepen dokter uit Londerzeel kan over de overlevingskansen van het slachtoffer niets vertellen. Naar de oorzaak van de brand kan men slechts gissen. In de buurt van de afgebrande huizen werd enkele dagen geleden een diefstal gepleegd en daar hadden de dieven op de plaats van de misdaad lucifers achtergelaten. Mogelijk hebben dezelfde boeven het vuur aangestoken. In ieder geval heeft deze ramp 2 dappere boeren in de grootste armoede gestort. Opmerking: In de parochieregisters van Steenhuffel is geen overlijden te vinden dat met deze brand in verband kan worden gebracht.
L’Indépendance Belge, 24 oktober 1895
113
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Het Laatste Nieuws, 30 november 1895 Steenhuffel – Het drama van 17 November – Tijdens dezen kiesdag ontstonden groote gevechten te Steenhuflel, in dewelke zekere De Smedt verscheidene messteken ontving. Dezer dagen lag de gewonde in stervensnood, en het parket van Brussel werd verwittigd. De broeders X..., eene naburige gemeente bewonende, worden als de vermoedelijke daders aangeklaagd. Zij worden bewaakt door de gendarmen. Le XXe Siècle, 1 december 1895 Le Courrier de l’Escaut, 1 December 1895 Le Peuple, 1 december 1895 Journal de Bruxelles, 13 januari 1896 (Vertaald) De gevolgen van de kiesstrijd in Steenhuffel. Op 17 november laatstleden, dag van de gemeenteraadsverkiezingen, werd de gemeente Steenhuffel opgeschrikt door een bloedige twist waarbij een jonge arbeider uit die plaats, M. Desmedt, meerdere messteken bekwam. De volgende ochtend werd hij door een hevige koorts bevangen en gedurende meerdere dagen bleef zijn toestand stabiel. Plotseling, 2 dagen geleden, verslechterde zijn ziekte dermate dat men een slechte afloop begon te vrezen. Het parket werd met dringendheid verwittigd en beval de gendarmerie van Wolvertem een nauwgezet onderzoek te verrichten. Vele getuigen werden ondervraagd en vrijdagochtend werd het proces-verbaal aan het parket van Brussel overgemaakt. De getuigen hebben eenparig de broers V uit een buurgemeente als de daders aangewezen. Uiteraard ontkennen dezen maar in afwachting van een gerechtelijke beslissing worden ze in de gaten gehouden. Opmerking; in 1896 is in Steenhuffel niemand met de naam De Smedt (of variante) gestorven.
Le XXe Siècle, 28 december 1895 L’Indépendance Belge, 28 december 1895 Le Soir, 28 december 1895 Le Courrier de l’Escaut, 29 december 1895 (Vertaald) Een mysterieuze ontsporing. Ongeveer 3 weken geleden ontspoorde, omstreeks 6u30 ’s avonds, tussen de stations van Steenhuffel en Londerzeel, de trein van Aalst naar Antwerpen. De schade was gelukkig maar klein en alleen materieel. De rijkswacht van Wolvertem verrichtte een onderzoek in opdracht van het parket. De ontsporing was in feite een criminele daad. De misdadigers hadden balken en een enorm luik op de sporen gelegd. Als gevolg van geduldig onderzoek vernamen de gendarmes dat, op de avond van de aanslag, 4 jonge boeren uit Steenhuffel waren gezien terwijl ze met zware objecten zeulden waarvan men de aard noch de vorm kon onderscheiden. Deze 4 jonge gasten werden vrijdagochtend naar het justitiepaleis geleid waar ze door de onderzoeksrechter Vandenborren langdurig werden ondervraagd. Allen ontkenden met klem de hen ten laste gelegde feiten en verschaften een alibi waarvan het gerecht de juistheid zal onderzoeken. Het Handelsblad, 29 december 1895 Paris, Frankrijk, 30 december 1895. Den Denderbode, Aalst, woensdag 1/1/1896 Aalst, 30 dec. - Over eene week of drie ontriggelde eenen trein, die naar Antwerpen reed, in de nabijheid van Londerzeel. Een onderzoek deed ontdekken, dat eene misdadige hand de
114
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
ontriggeling had veroorzaakt. De gendarmerie heeft thans vier jonge boeren aangehouden, doch allen loochenen plichtig te zijn . De Volksstem, Aalst, 18 januari 1896. Uit Steenhuffel - Vrijdag laatst is 't kasteel hier 's nachts door dieven bezocht geweest; noch goud noch juweelen vindende, hebben ze den helft van 't mobulier in stukken geslagen. Het Laatste Nieuws, 16 maart 1896 Diefstallen op den buiten. — Door de politie en de gendarmerie verontrust, schijnen de dieven besloten te hebben hunnen werkkring uit te breiden. Zij doen thans meer van zich spreken in gemeenten op eenigen afstand van Brussl gelegen: Strombeek, Wolverlhem, Steenhuffel, Grimbergen, enz. Geen voorhof of hij wordt door de schelmen onderzocht en geplunderd. Gisteren nog werden bij den pachter De Boeck te Steenhuffel twee en vijftig kiekens gestolen. En de schelmen legden het zoo fijn aan boord, dat dit alles gebeurt zonder het minste gerucht. Hanen en hennen worden in eenen zak gestoken zonder dat zij den tijd hebben een enkelen schreeuw te laten hooron. Buitenlieden. woest op uw hoede ! Het Nieuws van den Dag, 30 mei 1895 Londerzeel. — Het parket van Brussel is donderdag namiddag te Londerzeel afgestapt teneinde een onderzoek te openen aangaande eene moordpoging waarvan een inwoner der gemeente, zekere V., het slachtoffer geworden is. V... keerde woensdag rond 11 ure 's avonds van Buggenhout huiswaarts toen hij onverwachts door twee kerels aangevallen werd. De ongelukkige werd door verscheidene dolksteken in de borst getroffen. Het slachtoffer kon alleen zijne woning bereiken; niettemin is zijn toestand uiterst gevaarlijk. De magistraten begaven zich vervolgens naar Steenhuflel waar daags te voren een bloedig drama plaats greep. Eenige mannen der streek waren handgemeen geworden en de messen werden getrokken. Een landbouwerswerkman, zekere D..., 29 jaar oud, heeft eene doodelijke wonde bekomen. De Volksstem 1/7/1896 Nieuws van de Week, Eindigende 13 Juni, 1896. Malderen - August Demaeyer, 40 jaar oud, landbouw werkman, werd Maandagavond op een eenzamen weg door twee kerels aangevallen, mishandeld en uitgeplunderd. De toestand van het slachtoffer is erg. Hij denkt zijne aanvallers herkend te hebben. Het parket is ter plaatse geweest. De Volksstem, 8/7/1896 Belgie’s Bevolking. Den 31 December bedroeg de bevolking in de volgende gemeenten: Assche 7457; Beyghem 645; Brusseghem 2215; Brussel 190,- 313; Capelleop-deu-Bosch 1909; Cobbeghem 330; Grimberghen 3815; Hamme 199; Humbeek 1852; Eisene 52,456; Jette 7706; Koekelberg 7532; Laeken 28,211; Londerzeel 4784; Malderen 2070; Maxenzeel 959; Merchtem 4984; Meysse 1811; Sint-Jans-Molenbeek 53.230; Molhem 1018; Nieuwenrode 1060; Opwijck 5017, Ramsdonck 696; Releghem 489; St-Gillis 46,450; St-Joost-ten- Noode 31,166; Schaarbeek 58,- 886; Steenhuffel 2062; Strombeek-Bever 1458; Ternath 2429; Vilvoorde 12,258; Wemmel 1521; Wolverthem 3742; Zellick 960.
115
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Baardegem 1265; Meldert 2290; Moorsel 3514; Baasrode 4138; Buggenhout 5493; Lebbeke 6929; Opdorp 1228; Dendermonde 9982. De bevolking van geheel het land beliep tot 6,410,783 zielen. Het Nieuws van den Dag, 26 juli 1896 Londerzeel. — Vrijdag nacht, rond 11 ure was Frans Vos, kabienwachter te Londerzeel, niet weinig verwonderd toen hij doortocht verleende aan den trein n. 3138 te zien dat het machien losgeraakt was en alleen voorbijstoomde; op ongeveer 100 meters volgden de wagons in voll e snelheid. eene groote ramp was te verwachten, doch wachter Vos verloor de tegenwoordigheid van geest niet en gaf het noodsein. Het geval werd bemerkt en de bedienden van den trein deden al het mogelijke om de freins te sluiten. Drie honderd meters verder had eene kleine botsing plaats, doch gelukkig heeft men noch ongelukken noch stoffelijke schade te betreuren. De kabienwachter die het noodsein gegeven heeft is een oppassend bediende; men hoopt dat zijne daad niet onbeloond zal blijven. Le Petit bleu du matin, 12 augustus 1896 (Vertaald) Epiloog van een drama – Enkele dagen geleden schreven we dat het parket van Brussel in Londerzeel was afgestapt om er een moordpoging te onderzoeken, gepleegd door een landbouwer van deze gemeente, de genaamde D. Wij vernemen dat het slachtoffer gisteren aan de gevolgen van zijn blessures bezweken is. Het Laatste Nieuws, 19 augustus 1896 L’Indépendance Belge, 19 augustus 1896 (ongeveer hetzelfde in het Frans) Malderen – Bloedig drama – Twee slachtoffers – Ter gelegenheid der kermis had er hier zondag een gevecht plaats tusschen twee jongelingen dezer gemeente en drie andere van Steenhuffel met de namen L., D. en M. De messen speelden de hoofdrol en weldra werd er bloed vergoten bij stroomen. V... en S... van Malderen ontvingen een tiental steken welke hun leven in gevaar brengen. De daders, allen van Steenhuffel, zijn gekend; voorlopig werden zij in vrijheid gelaten. Het parket is Maandag namiddag ter plaatse geweest om een onderzoek in te stellen. Opmerking: V en S overleefden dit avontuur.
Le Petit Parisien, 20 augustus 1896 (Vertaald) Brussel 19 augustus – Het parket van Brussel onderzoekt een verschikkelijke en bloederige scene die zich afspeelde in Malderen, een gemeente bij Brussel. Naar aanleiding van een bal zijn verschillende jongelingen op de openbare weg met elkaar slaags geraakt. De verwarring was verschrikkelijk. De vechters, gewapend met messen en dolken wierpen zich, de één op de ander, op elkander. Er waren vele gewonden. Van twee jongeren is de toestand hopeloos. De toegesnelde gendarmes hebben meerdere aanhoudingen verricht. Nieuwsblad van Geel - 22/8/1896 Kermisgevecht – De kleine gemeente Malderen, bij Wolverthem, is na een dansfeest het tooneel geweest van een bloedig gevecht tusschen jonge boeren van Malderen en van Steenhuffel. De messen speelden eene groote rol. Verscheidene vechters hebben gevaarlijke wonden bekomen. Drij verdachten zijn aangehouden op last van het parket dat een onderzoek ter plaatse heeft gedaan.
116
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Het Handelsblad, 21 augustus 1896 Het parket van Brussel heeft zich naar Malderen begeven, om onderzoek te doen, in zake eene moordpoging, gepleegd door eenen metser op zijne ontrouwe echtgenoote. De pleger is voorloopig aangehouden. Journal de Bruxelles, 21 augustus 1896 (Vertaald) – Een vrouw gedood door haar man. Men schrijft ons: Het parket van Brussel, vertegenwoordigd door MM Bollie, onderzoeksrechter, en Paridaens, substituut van de procureur des konings, is gisteren namiddag in Malderen afgestapt om een afschuwelijk echtelijk drama te onderzoeken dat zich daar vorige dinsdag heeft afgespeeld. Op een halve mijl afstand van het Dorp, in de Beekstraat, wonen al meerdere jaren Désiré Van den Broeck en zijn vrouw Colette Averals. De man is metser en een eerlijke werkman; zijn vrouw was aanvankelijk een goede moeder en hielp haar man moedig om in het onderhoud van de kroostrijke familie te kunnen voorzien. Maar de laatste tijd liet haar gedrag te wensen over. Ze was dikwijls zonder reden afwezig. Na nog een keer het echtelijke dak verlaten te hebben keerde de schuldige echtenote terug naar huis. Van den Broeck liep woedend naar de slaapkamer, nam zijn jachtgeweer en zette de achtervolging in op zijn ontrouwe vrouw die zich over het veld probeerde te redden. Van achter een struik merkte Colette plots haar met een geweer gewapende man. Ze gilde van schrik en liet zich in het gras vallen op het moment dat de metser schoot. Door enkele korrels in de arm getroffen had ze nog de kracht om op te staan en het weer op een lopen te zetten. Van den Broeck schouderde opnieuw zijn geweer en loste een tweede schot. Colette kreeg de hagel in de rechterzij, deed nog enkele stappen, strompelde en rolde in de gracht langs de straat. Na zijn misdaad vluchtte de moordenaar naar zijn woning om zich in de slaapkamer op te sluiten. Intussen namen passanten de gekwetse op en droegen haar met de nodige voorzichtigheid naar haar huis. De dorpsdokter, de heer Weytens, die er door de buren onmiddellijk bijgeroepen was, stelde vast dat de wonden dodelijk waren en weinig hoop lieten om haar leven te kunnen redden. De burgemeester, de heer De Block, de gemeentesecretaris, de heer Weymans, en de veldwachter hebben de eerste wettelijke vaststellingen gedaan. Van den Broeck werd lang ondervraagd door het parket. Hij beweert veel spijt te hebben en zijn vrouw niet te hebben willen doden maar haar een lesje te hebben willen leren door haar wat lood in de rug te schieten. Van den Broeck werd aangehouden en door de gendarmerie van Wolvertem naar de gevangenis van Sint-Gillis weggevoerd. Deze arrestatie heeft een grote opschudding veroorzaakt bij de bevolking die de verantwoordelijkheid voor de misdaad op het slachtoffer en nog meer op haar onwaardige verleider schuift. Colette Averals heeft gisteravond de laatste sacramenten ontvangen. L’Indépendance Belge, 21 augustus 1896 Le Soir, 21 augustus 1896 (Vertaald) – Een vrouw gedood door haar man. Het parket van Brussel, vertegenwoordigd door MM Bolly, onderzoeksrechter, en Paridaens, substituut van de procureur des konings, is gisteren namiddag in Malderen afgestapt om een afschuwelijk echtelijk drama te onderzoeken dat zich daar vorige dinsdag heeft afgespeeld. Op een halve mijl afstand van het Dorp, in de Beekstraat, wonen al vele jaren Désiré Van den
117
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Broeck en zijn vrouw Colette Averpoels. De man is metser en een eerlijke werkman; zijn vrouw was aanvankelijk een goede moeder en hielp haar man dapper om in het onderhoud van het grote gezin te voorzien. De vrede en de eendracht regeerde altijd in het huishouden tot, enkele maanden geleden, de vrouw het ongeluk had om een individu te leren kennen die haar minnaar werd. Van dan af was er veelvuldig ruzie in huis en het vroegere relatieve geluk ruimde plaats voor afschuwelijke miserie. Een paar maanden geleden verliet Colette het echtelijk dak en nam haar jongste kind, 5 maanden oud, met zich mee. Enkele dagen later, toen het beetje geld dat ze eveneens had meegenomen op was, keerde ze terug naar huis. Haar man geloofde de spijtbetuigingen van zijn vrouw en vergaf haar grootmoedig nadat ze hem formeel had beloofd om de schuldige relatie af te breken. Maar als de spijt van Colette oprecht was dan hield ze niet lang stand. Nauwelijks terug thuis nam ze alweer de vlucht terwijl haar man aan het werken was. 8 Dagen geleden, toen ze opnieuw in verkort zat, had ze de ongelooflijke stoutmoedigheid om voor een tweede keer terug naar huis te komen en haar man om vergiffenis te vragen. Die was naïef genoeg om haar nog een keer te geloven. De huiselijke vrede leek zich te herstellen tot, vorige dinsdag, rond 7 uur ’s avonds, de ontrouwe echtgenote voor haar man, die terugkeerde van zijn werk, ging staan en riep: “Désiré, ik moet je opnieuw verlaten, en dezer keer voorgoed. A.D. heeft gezworen mij te vermoorden als ik bij jou zou blijven.” Na deze woorden liep ze over een dwarsweg in de richting van het station. Vanden Broeck, door deze nieuwe vlucht in razernij ontvlamd, liep naar de slaapkamer, pakte zijn jachtgeweer en zette de achtervolging in . Van achter een struik merkte Colette plots haar met een geweer gewapende man. Ze gilde van schrik en liet zich in het gras vallen op het moment dat de metser schoot. Door enkele korrels in de arm getroffen had ze nog de kracht om op te staan en het weer op een lopen te zetten. Van den Broeck schouderde opnieuw zijn geweer en loste een tweede schot. Colette kreeg de hagel in de rechterzij, deed nog enkele stappen, strompelde en rolde in de gracht langs de straat. Na zijn misdaad vluchtte de moordenaar naar zijn woning om zich in de slaapkamer op te sluiten. Intussen namen passanten de gekwetse op en droegen haar met de nodige voorzichtigheid naar haar huis. De dorpsdokter, de heer Weytens, die er door de buren onmiddellijk bijgeroepen was, stelde vast dat de wonden dodelijk waren en weinig hoop lieten om haar leven te kunnen redden. Colette Averpoels heeft gisteravond de laatste sacramenten ontvangen. De burgemeester, de heer De Block, de gemeentesecretaris, de heer Weymans, en de veldwachter hebben de eerste wettelijke vaststellingen gedaan. Gisteren is dan het parket naar de plaats van de misdaad afgezakt. Van den Broeck werd lang ondervraagd. Hij beweert veel spijt te hebben en zijn vrouw niet te hebben willen doden maar haar een lesje te hebben willen leren door haar wat lood in de rug te schieten. Van den Broeck werd aangehouden en door de gendarmerie van Wolvertem naar de gevangenis van Sint-Gillis weggevoerd. Deze arrestatie heeft een grote opschudding veroorzaakt bij de bevolking die de verantwoordelijkheid voor de misdaad op het slachtoffer en nog meer op haar onwaardige verleider schuift. Het Laatste Nieuws, 21 augustus 1896 Moord te Malderen, bij Wolverthem - Eene vrouw door haren man gedood. De vrouw Coleta Averals, echtgenoote Vandenbroeck, was reeds tweemaal het echtelijk dak ontvlucht om met zekeren A. D., een slechten kerel, te gaan leven. De man had haar telkens vergiffenis geschonken en weer in huis genomen. Eene derde maal wilde de vrouw de 118
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
echtelijke woning verlaten, zeggende dat A. D. gedreigd had haar te dooden zoo zij niet bij hem kwam wonen. Zij vluchtte inderdaad. Desiré Van den Broeck, in woede ontstoken, onthaakte zijn geweer en achtervolgde haar. Haar ingehaald hebbend, schoot bij tweemaal op haar. De vrouw werd doodelijk getroffen in den rug en zal hare wonden niet overleven. Zij kon echter nog berecht worden. De dader werd aangehouden, doch bekende dat bij het inzicht niet gehad heeft zijne vrouw te dooden. Hij is nochtans naar St-Gillis overgevoerd. Le Petit Parisien, Frankrijk, 23 augustus 1896. (Vertaald) – Tragedie van Overspel – Een overspeldrama heef zich afgespeeld in Malderen, een gemeente bij Wolvertem in de buurt van Brussel. De echtgenoten Vanden Broeck leefden in vrede tot, enkele dagen geleden, de vrouw haar gebuur Louis D. leerde kennen. Er kwam een intieme relatie van en toen ontstond er onenigheid in het gezin Vanden Broeck. De vrouw verliet het echtelijke dak om bij Louis D. te gaan wonen. Haar woedende echtgenoot besloot zich te wreken. Vandaag, toen hij zijn vrouw op het veld tegen kwam, achtervolgde hij haar en doodde hij haar met een karabijn. Vanden Broeck werd aangehouden en in de gevangenis van Sint-Gillis-Brussel opgesloten Opmerking: Het slachtoffer is, althans in Malderen, niet kerkelijk begraven. In Malderen waren, tussen 1850 en 1896, geen kerkelijke huwelijken of geboortes Vanden Broeck.
Het Laatste Nieuws, 20 november 1896. Assisenhof van Brabant – De tweede reeks van den zittijd zal aanvangen den 1 e December. De volgende zaken komen voor. 1 December – Désiré Vandenbroeck, moordpoging te Malderen, 8 getuigen. Journal de Bruxelles, 21 november 1896 (Vertaald) Assenhof van Brabant. Désiré Van den Broeck zal op 1 december geoordeeld worden op beschuldiging van moordpoging. 8 Getuigen. Openbaar Ministerie: M. Jottrand, substituut procureur-generaal. Verdediging: Edouard Dumont. Het Laatste Nieuws, 2 december 1896 Echtbreuk. — De betichte is een man van 30 Jaren, Désiré Vandenbroeck, herbergier te Malderen, die geweerschoten heeft gelost op zijne vrouw, die schuldige betrekkingen onderhield met een gebuur, Aloys De Boeck. Het slachtoffer werd vreeselijk gewond, doch niet doodelijk. Het Nieuws van den Dag, 2 december 1896 Journal de Bruxelles, 2 december 1896 (Vertaald) Assisenhof Brabant – Het echtelijke drama van Malderen- Een man schiet op zijn vrouw. Ziehier de klachten die volgens de akte van inbeschuldigingstelling, opgemaakt door M. Jottrand, substituut van de procureur-generaal, op de beschuldigde rusten. De vrouw van de betichte had gedurende een jaar overspelige betrekkingen met een jongeman uit haar buurt, Aloys De Boeck. Reeds 2 maal had ze haar man en haar kinderen verlaten om met hem in ’t buitenland te gaan samenleven, reeds 2 maal had haar man haar terug in huis genomen.
119
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Op 18 augustus laatstleden, rond 7 uur ’s avonds, toen ze nog maar 2 dagen terug onder het echtelijke dak was, trok ze, na haar man gezegd te hebben dat ze een kracht gehoorzaamde die sterker was dan haar wil, er terug op uit om op het veld haar minnaar te ontmoeten. Deze, haar man, nam toen zijn jachtgeweer, kaliber 16, laadde het met 2 cartouches lood n° 3, en zette de achtervolging in op zijn vrouw. Hij haalde haar snel in en schoot, vanop een afstand van 10 meter, een eerste keer zonder haar te raken. Er volgde snel een tweede schot, vanop een afstand van 30 meters deze keer. Dat trof haar in de rug en in de lende en overdekte haar met blessures die gelukkig geen enkel vitaal orgaan raakten en haar maar 5 à 6 weken werkonbekwaam hebben gehouden De beschuldigde beweert dat hij zijn vrouw niet heeft willen doden, dat hij de eerste keer bewust er naast geschoten heeft en dat hij haar de tweede keer alleen maar wilde kwetsen. Door zijn aktiviteiten als stroper en door zijn ervaring met wapens, kon hijn toch weten dat een schot met een geweer, geladen met lood n° 3, over een afstand van 30 meters , een menselijk wezen toch kan doden. Zowel in de instructie als in het assisenhof verklaarden beide echtgenoten elkander wederzijds te vergeven en dat ze het gemeenschappelijke leven graag weer op wilden nemen. Bijgevolg werd Désiré Joseph Vanden Broeck, metser en herbergier, beschuldigd van moordpoging op zijn vrouw Colette Averhals. Meester E. Dumont verdedigde de beschuldigde. Verdikt. De jury nam een negatief besluit en de beschuldigde werd vrijgesproken. Het Laatste Nieuws, 9 september 1896 Journal de Bruxelles, 9 september 1896 L’Indépendance belge, 9 september 1896 Le XXe Siècle, 9 september 1896 Le Courrier de l’Escaut, 10 september 1896 Steenhuffel – Een bende baanstropers – Gewapende diefstal MM François Willockx en Pierre Verhavert, twee jongelingen van Steenhuffel, en zonen van rijke pachters, keerden zondagavond van eene wandeling naar Wolverthem terug. Op het gehucht Sloozen te Impde, werden zij plotseling omringd door eene bende bandieten met zwartgemaakte gezichten en gewapend met dikke knuppels. De kwaaddoeners wierpen zich op hen en maakten zich gereed op hen uit te plunderen. De twee jongelingen verdedigden zich tegen hunne aanvallers, doch zij bezweken weldra onder het getal. Zij werden gebonden, half dood geslagen en bestolen. Dan namen de schurken de vlucht. M. Willockx werd niet erg gewond, doch zijn kameraad werd erg gekwetst aan het hoofd en verloor veel bloed. Verscheidene zijner ribben werden ingestooten. De toestand van den ongelukkige, die ten 9 ure met duizend voorzorgen naar zijne woning werd overgevoerd, is zeer gevaarlijk. Tot hiertoe zijn de daders van dezen misdadigen aanslag onbekend, maar de gendarmerie van Wolverthem doet al het mogelijke om op het spoor dezer bende te geraken. Het parket van Brussel is dinsdagmorgen naar Steenhuffel geweest om de slachtoffers te ondervragen en den gekwetste te onderzoeken.
120
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Alleen in Journal de Bruxelles en l’Indépendance belge (vertaald): Het parket, vertegenwoordigd door MM De Roo, onderzoeksrechter, Gembault, substituut van de procureur de konings, en Van de Put, griffier, en vergezeld door de heer Hendrickx, wetsdokter, zijn dinsdagmorgen naar Steenhuffel gegaan. De Duinengalm - 12/9/1896 Baanstroopers te Sloozen. F . Willockx en P. Verhaevert, twee jongelingen van Steenhuffel. en zonen van rijke pachters, keerden zondagavond van eene wandeling naar Wolverthem terug. Op het gehucht Sloozen te Impde, werden zij plotseling omringd door eene bende met zwartgemaakte gezichten en gewapend met dikke knuppels. De kwaaddoeners wilden hun uitplunderen. De twee jongelingen verdedigden zich tegen hunne aanvallers, doch zij bezweken weldra onder het getal. Zij werden gebonden, half dood geslagen en bestolen. Dan namen de schurken de vlucht. M. Wilockx werd niet erg gewond, doch zijn kameraad werd erg gekwetst aan het hoofd en verloor veel bloed. Verscheidene zijner ribben werden ingestooten. De toestand van den ongelukkige, die ten 9 ure met duizend voorzorgen naar zijne woning werd overgevoerd, is zeer gevaarlijk. Tot hiertoe zijn de daders van dezen misdadigen aanslag onbekend, maar de gendarmerie van Wolverthem doet al het mogelijke om op het spoor dezer bende te geraken. Het parket van Brussel is dinsdagmorgen naar Steenhuffel geweest om de slachtoffers te ondervragen en den gekwetste te onderzoeken. Journal de Bruxelles, 9 september 1896 De Duinengalm - 12/9/1896 Gespan in een vijver. M. V, zoon van den notaris van Steenhuffel, keerde zondag avond uit Liezele terug, in rijtuig met zijne vrouw. Aan het kasteel van Lippeloo, eigendom van M. de Beughem, liep het peerd in den vijver. M. en Mevr V, die met rijtuig en peerd in ’t water lagen, lieten noodkreten hooren. Het dienstvolk van 't kasteel schoot toe en kon de drenkelingen van eene gewissen dood redden. Ook het peerd en het rijtuig werden uit den vijver getrokken. Ze werden in het kasteel verzorgd en konden een uur later weer vertrekken. Opmerking: de naam van de notaris van Steenhuffel begon niet met een V want hij heette Adriaenssens. Hier klopt dus iets niet. En inderdaad...
Het Nieuws Van Den dag, 11 september 1896 Lippeloo – Men schrijft ons het volgende over het ongeval dat hier zondagavond gebeurd is: Ten 7 ure kwamen M. Vertongen, zoon van den burgemeester van Steenhuffel (en niet van den notaris), zijne echtgenoote, 2 kinderen, en M. H. De Mesmaecker, gemeenteontvanger, van Liezele-kermis. Omtrent 7 ½ ure waren zij aan het kasteel te Lippeloo, toen er in tegenovergestelde richting met zulke geweldige snelheid een rijtuig afkwam, dat niettegenstaande het geroep van M. Vertongen, die het gevaar bemerkte. De koetsier antwoordde dat hij zijn peerd niet meer kon tegen houden. M. De Mesmaecker gelukte erin uit het rijtuig te springen voor het ongeval, en hij bracht mevrouw Vertongen en hare twee kinderen aan kant terwijl Vertongen zich zelven redde. Slechts eenige minuten later is het personneel van het kasteel toegekomen en heeft het peerd en het rijtuig uit het water helpen halen.
121
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Hof te Melis Lippelo
Den Denderbode, Aalst 8/10/1896 Gemeente Steenhuffel – Openbare verkoop Land en meersch , Holsbosschen, sectie B nr. 308 Grond op den Peertsberg, sectie B nr. 294E Beide gebruikt door de weduwe Verstraeten. (Verduidelijking: beide toponiemen werden nog in geen enkel ander document teruggevonden. De weduwe “Verstraeten” is waarschijnlijk Maria Theresia Caluwaerts die getrouwd was met Juliaan Vereerstraeten. Beide stukken grond liggen oostelijk van de Rossemstraat; B294 net voorbij de afslag naar Kouhagen; B308 halfweg tussen de afslag naar Kouhagen en de scherpe bocht aan “boerke Putteman”.
Le Vingtième siècle, 6 oktober 1896 (Vertaald) Hevige brand in Londerzeel, 50.000 fr. schade. Een bijzonder felle brand is zondagavond uitgebroken op het gehucht ‘Blauwsteen’ te Londerzeel in de hoeve van de weduwe Goossens, één der grote boerinnen van de streek. Ondanks de snelheid van de door burgemeester Van Assche geleide hulp werden de hoeve en de bijgebouwen de prooi der vlammen. 18 stuks hoornvee, 2 paarden, 1 veulen en 6 varkens zijn in de brand omgekomen. De schade loopt op tot ongeveer 50.000 fr. De rijkswacht heeft een onderzoek geopend. Le Petit bleu du matin, 6 oktober 1896 Journal de Charleroi, 8 oktober 1896 (Vertaald) Verschrikkelijke brand in Londerzeel – 29 stuks vee verbrand. Een verschrikkelijke brand heeft zondag de gemeente Londerzeel versteld toen staan. Rond 7 uur ’s avonds werd de hemel verlicht door een sinister schijnsel. Het was de hoeve van weduwe Goossens die brandde. De vlammen bereikten een kolossale hoogte. De rook was zo intens dat ademen vanop een afstand van 100 meters onmogelijk was. De vrijwillige pompiers van de gemeente kwamen snel toegelopen. Ondanks hun krachtige inspanningen werden 18 stuks hoornvee (koeien, ossen en stieren), 4 paarden, 1 veulen en 6 varkens levend verbrand. De arme dieren, verlamd van schrik door het vuur, weigerden om uit de stallen te komen. Ook de woning van de weduwe Goossens met al de meubelen viel ten prooi aan de vlammen.
122
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Aanzienlijke geldwaarden, opgesloten in het bureel van de boerin, verbrandden eveneens. Al de werktuigen, grondbewerkingsgereedschappen, karren, kruiwagens, mechanische dorsers, enz. werden vernield. Alleen de schuur kon gered worden Het Nieuws van den Dag, 6 oktober 1896 Londerzeel. — Een hevige brand is zondag avond rond 7 ure ontstaan in de pachthoeve der weduwe Goossens te Londerzeel. Het vuur, aan het wagenhuis begonnen, verspreidde zich met eene schrikkelijke snelheid, en weldra stond gansch de hoeve in brand. De pompiers, die spoedig ter plaatse kwamen, konden slechts met moeite de schuur voor den brand vrijwaren. Zekere Jan Hymans heeft daar vooral toe bijgedragen. Op het dak gekropen, kapte hij een reeds brandenden balk door en kon aldus de voortzetting van het vuur beletten. De hoeve zelf, met gansch den inboedel, de stallen, het wagenhuis, de kar, enz., is ten gronde vernield. Achttien runders, twee peerden, een veulen, de verkens en veel pluimgediert zijn in de vlammen omgekomen. De schade wordt berekend op 20 à 25,000 fr. door de verzekering gedekt. Het Annoncenblad van Moll - 10/10/1896 Aanzienlijke brand. In de gemeente Londerzeel is de groote landbouwhoeve der weduwe Goossens zondagavond totaal afgebrand. Alleen de schuur is ongedeerd gebleven. De vlammen sloegen zeer hoog en de rook was zoo dik dat het niet mogelijk was te ademen. De woning en de stallen werden vernield. De schuur bleef gespaard, maar achtttien stuks hoornvee, vier peerden, een veulen en zes verkens vonden den dood. Daarenboven werden belangrijke weerden, die in de meubelen der weduwe Goossens waren geborgen, ook vernield, evenals al het landbouwgerief, karren, machienen, ploegen, enz. De schade bedraagt 60.000 fr. Den Denderbode, Aalst 11/10/1896 Brand – In de gemeente Londerzeel is de groote landbouwhoeve der wed. Goossens zondag avond totaal afgebrand. Alleen de schuur is ongedeerd gebleven. De vlammen sloegen zeer hoog en de rook was zoo dik dat het onmogelijk was te ademen. De woning en de stallen werden vernield. De schuur bleef gespaard, maar achttien stuks hoornvee, vier peerden, een veulen en zes verkens vonden den dood. Daarenboven werden belangrijke weerden, die in de meubelen der weduwe Goossens waren geborgen, ook vernield, evenals al het landbouwgerief: karren, machienen, ploegen, enz. De schade bedraagt 60.000 fr. De Volksstem, 28/10/1896 Nieuws van de Week, Eindigende 10 Oct.,1896. Steenhuffel - De hoeve van den landbouwer Pieter Deschouwer is Vrijdag nacht afgebrand. Het vee en en een deel der meubelen konden gered worden. Middelburgsche Courant, 9/11/1896 De veeartsenijkundige inspecteurs in België hebben een rapport uitgebracht, waaruit blijkt, dat in vele stallen het mond-en klauwzeer heerscht, vooral in de streek van Buggenhout, Malderen, Capelle-au-Bois en Termonde. De besmetting heet te zijn overgebracht door Hollandsch vee. Om de uitbreiding der ziekte tegen te gaan, zou men de noordelijke grenzen met allen spoed voor den invoer van vee willen sluiten. Zal men in België dan nooit wijzer worden, 123
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
en leeren begrijpen, dat vrij wat minder gevaar dreigt van het langs den officieelen weg, dus na keuring ingevoerde vee, dan van de massa koeien, welke bij verbod van invoer zonder eenig toezicht door smokkelaars over de grenzen worden gebracht? Limburger koerier, Nederland, 9 november 1896 Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage, 9 november 1896 Mond- en Klauwzeer en Veeinvoer in België. In vele stallen in de Vlaamsche streken van België heerscxht mond- en klauwzeer, vooral in den wijden kring, die de gemeenten Buggenhout (Oost Vlaanderen), Malderen en Capelle op don Bosch (Brabant) omvat, en in de omstreken van Dendermond. Deze meedeeling is door de lndépendance belge ontleend aan het rapport van de inspecterurs-veeartsen aan de regeering. Gegeven de omstandigheid, dat uit Nederland vee in België wordt ingevoerd, moet, dat monden-klauwzeer uit Nederland afkomstig zijn. Tenminste volgens de Indépendance, die zonder blikken of blozen beweert: “Die ziekte is aan het inheemsche (Belgische) vee meegedeeld door het Hollandsche vee, dat naar het schijnt sedert eenigen tijd te gemakkelijk wordt toegelaten." Men verwacht nu dat 't blad bewijzen zal aanhalen voor deze bewering, maar in plaats van dat to doe, treedt 't in een overbodige beschouwing van de eigenaardigheden van deze ziekte en van het gevaar dat zij voor den mensch oplevert, en besluit: “Als men wil verhinderen dat de epidemie zich uitbreidt, moet men zoo spoedig mogelijk de grenzen sluiten voor het Hollandsche vee". Het spontaan optredenvan de ziekte schijnt alleen in Holland mogelijk te zijn; in Bolgië komt zoo iets niet voor. Gelukkig dat de minister van landbouw zijn besluiten niet laat afhangen van losse beweringen van een Brusselsche krant. De Volksstem, 25/11/1896 Overleden: te Zoutleeuw, de eerw. h. J. Wynants, oud-pastoor te St Joseph’s Londerzeel. Het Laatste Nieuws, 20 december 1896 Nieuws uit Willebroeck - Van onzen correspondent. - Een beroemd proces! Verleden zondag gaf de alomgekende doel-maatschappij “Vooruit” eenen prijskamp met den handboog, waaraan eenige liefhebbers van Londerzeel hadden deelgenomen, welke des avonds vroolijk naar den laatsten trein gingen. Wanneer zij den trein instapten, werd hun eene opmerking gemaakt door den treinwachter dat zij niet mochten zingen, daar een Hooggeplaatste heer op den trein had plaats genomen. De jongens gingen het kompartiment binnen en zagen daar een geestelijke met twee andere heeren welke hen vriendelijk toelachten en verzochten voort te zingen; daar zij zagen dat zij met deftige lieden te doen hadden, ving een gesprek aan en een der Londerzeelenaars tikte de geestelijke op de schouders en vroeg hem of hij soms den braven pastoor Daens niet was, hetgen de geestelijke met een “Ja zeker mijn vriend” bevestigde. Hierop hield de Londerzeelenaar eene kleine aanspraak, welke door al de reizigers onthaald werd op een leve pastoor Daens; de brave geestelijke antwoordde in welgepaste woorden en zegde: “wanneer zij ooit in Aalst kwamen, zijne deur voor hen en voor alle brave lieden wagewijd open staat. De vroolijke schutters geraakten eindelijk te hunner bestemming en als zij in de statie van Londerzeel afstapten werden hunne namen gevraagd en tegen twee hunner proces verbaal opgesteld; één dezer twee niet wetende wat dit beteekende kon niet dan Ja, Ja, Ja, stamelen en liep nog een tweede proces verbaal op, om zijnen naam niet te willen zeggen.
124
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Des anderendaags voormiddag werd hun door een bediende der statie bekend gemaakt dat de treinwachter proces verbaal had opgemaakt en ingezonden. De beschuldigden dezer fameuze zaak hebben zich dadelijk tot pastoor Daens gericht, welke naar allen schijn als getuige zal moeten optreden. Wij zijn benieuwd over den afloop van dit wreed misdrijf. Journal de Bruxelles, 11 januari 1897 (Vertaald) Diefstal van een neerhof. De rijkswacht heeft zaterdag onderzoek verricht aangaande een diefstal, in de nacht van donderdag op vrijdag, in Steenhuffel. De boeven zijn het erf van pachter Demunter binnengedrongen en hebben er op het neerhof alle dieren gestolen: 7 kalkoenen, 30 eenden, en 57 kippen en hanen. De daders zijn niet gekend. Opmerking: In diverse kranten zijn wel meer diefstallen van pluimvee te vinden. Omdat deze toch wel een beetje ‘speciaal’ is, heb ze (in tegenstelling tot de minder spectaculaire) in dit overzicht opgenomen.
Le Vingtième Siecle, 10 januari 1897 De Kempenaar - 13/1/1897 De omstreken van Londerzeel, Thisselt, Humbeek, Boom, enz., werden sedert eenige weken verontrust door stoutmoedige diefstallen, langsheen de oevers der Willebroeksche Vaart. Eene bende, niet zeer talrijk, doch aangevoerd door eene groote, sterke vrouw, met zwart gemaakt gezicht, maakt zich aan die diefstallen plichtig. De kapitein heet Zwarte Griet. Wil men een voorbeeld van hunne stoutmoedigheid? Twee inwoners van Thisselt kwamen zekeren avond rond 11 ure naar huis. Zij werden aangerand door Zwarte Griet en drie of vier leden harer bende, geslagen en van alles beroofd, wat zij bij zich hadden. Toen sprongen de dieven in eene boot, en staken met hunnen buit naar den anderen oever over. M. Delaet, muziekmeester der maatschappij Eendracht te Capelleop-den-Bosch werd over eenige dagen op dezelfde manier aangerand. En noch de gendarmen, noch de veldwachters hebben tot nu toe geen enkel lid der bende van Zwarte Griet in handen kunnen krijgen. Den Denderbode, Aalst, donderdag 14/1/1897 De omstreken van Londerzeel, Thisselt, Humbeek, Boom, enz. werden sedert eenige weken verontrust door stoutmoedige diefstallen, langshenen de oevers der Willebroeksche Vaart. Eene bende, niet zeer talrijk, doch aangevoerd door eene groote, struische vrouw, maakt zich aan die diefstallen plichtig. De kapitein heet Zwarte Griet. Wil men een voorbeeld van hunne stoutmoedigheid? Twee inwoners van Thisselt kwamen zekeren avond rond 11 uren naar huis. Zij werden aangerand door Zwarte Griet en drie of vier leden harer bende, geslagen en van alles beroofd, wat zij bij zich hadden. Toen sprongen de dieven in eene boot, en staken met hunnen buit naar den anderen oever over. M. Delaet, muziekmeester der maatschappij Eendracht te Capelle-ten-Bosch werd over eenige dagen op dezelfde manier aangerand. En noch de gendarmen, noch de veldwachter hebben tot nu toe een enkel lid der bende van Zwarte Griet in handen kunnen krijgen. Den Denderbode, Aalst, donderdag 28 januari 1897 Een zwans - Veel is er geschreven over de zoogezegde Zwarte Griet, een vrouwelijke rooverkapitein, die de dorpen langsheen de Willebroeksche vaart onveilig maakte. Zelfs illustraties gaven tooneelen uit hare heldengeschiedenis te aanschouwen. Daar
125
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
ziet men haar staan, gewikkeld in een kort manteltje, een half masker voor ’t gelaat, in de houding van eenen generaal, terwijl hare mannen de reizigers aanvallen en plunderen. Welnu, thans wordt er in eenen brief, uit Capelle-ten-Bosch aan de Patriote geschreven, dat heel die historie van Zwarte Griet een verzinsel is. Het Handelsblad, 10 januari 1897 Den Denderbode, Aalst, donderdag 14/1/1897 Dezer dagen hield een voerman stil voor de herberg van B. te Malderen. Onder voorwendsel dat het nog nieuwjaar was, wilde hij de dochter des huizes omhelzen. Daar het meisje weigerde wilde hij geweld gebruiken. Eindelijk verbrijzelde hij de stoelen, de glazen en flesschen en riep dreigend dat hij haar dit zou betaald zetten. Doodelijk verschrikt liep het meisje een andere kamer binnen, nam eenen revolver en schoot den aanrander een kogel in den buik. Daarna ging zij het gebeurde aan de geburen verhalen. De gendarmerie heeft een onderzoek ingesteld, doch het meisje in vrijheid gelaten. Journal de Bruxelles, 11 januari 1897 L’Indépendance Belge, 11 januari 1897 Le Soir, 12 januari 1897 (Vertaald) – Een jonge herbergierster verweert zich met de revolver. Het parket, vertegenwoordigd door M. Mechelynck, onderzoeksrechter, en Lamal, substituut van de procureur des konings, is zaterdagochtend in Malderen afgestapt, om een moordpoging te onderzoeken, gepleegd door de dochter van herbergier B. op een verbruiker. Ziehier de omstandigheden: Het café van de heer B. ligt op de weg van Malderen naar Lippelo, op een afstand van de andere huizen. Vrijdag namiddag, tegen het vallen van de avond, hield een zwaar beladen kar halt voor de herberg. De voerman, de genaamde S. kwam binnen en bestelde een glas bier. Nadat hij bediend was eiste S. van het meisje, dat alleen in de herberg was, een nieuwjaarskus. Juffrouw B weigerde dat. S wierp zich woedend op een stoel en sloeg die tegen de vloer in stukken. Dan sloeg hij de glazen op het rek aan gruzelementen waarna hij zich op het in doodsangst verkerende meisje stortte en dreigde foute dingen met haar te doen. Juffrouw B kon wegvluchten achter de toog en er een revolver pakken. Toen S haar terug naderde loste ze een kogel van dichtbij. Het projectiel trof hem in volle borst. S. stortte bloedend neer. Juffrouw B rende naar de buren en vertelde daar wat er was gebeurd. De rijkswacht werd verwittigd en deed de eerste vaststellingen. De magistraten van het parket oordeelden dat juffrouw B zich in staat van wettige zelfverdediging bevond. De toestand van het slachtoffer is overigens niet alarmerend en zal hem hoogstens 2 weken werkonbekwaam doen zijn. Den Denderbode, Aalst, donderdag 28/1/1897. Schrikkelijk ongeluk - Een schrikkelijk ongeluk is zaterdag morgen in de statie te Boom voorgevallen. Bij de aankomst van den trein uit Dendermonde, die om 7,24 uren voort naar Antwerpen-oost vertrekt, wilde een reiziger nog voor den trein over de baan loopen, om langs de andere zijde in te stappen. De statieoverste, de beambten en de personen in de statie aanwezig, riepen de ongelukkige toe, te blijven staan, doch niets baatte, hij wilde met geweld de overzijde bereiken. Hij werd echter door de locomotief gevat, een eind weegs voortgesleept en het hoofd letterlijk van het lichaam gesneden. De dood moet oogenblikkelijk geweest zijn! Het lichaam werd in een der gebouwen van de statie neergelegd, en later erkend als zekere Ferdinand, poelier, woonachtig te Londerzeel, omtrent 33 jaren oud, echtgenoot van Clementina Van Doorslaer en vader van 5 kinderen.
126
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Le Peuple, 29 januari 1897 (Vertaald) Men vermeldt dat de hypothese van zelfmoord niet helemaal uit te sluiten is in dit geval. Men zegt dat het slachtoffer een zeer gekende inbreker is; hij had net een gevangenisstraf uitgezeten en werd er van verdacht vorige week zijn huis in brand gestoken te hebben. Zijn vrouw zit eveneens in het gevang. Het was toen hij haar bezocht dat zijn huis is afgebrand. (Verduidelijking: het betreft Ferdinand Teugels, echtgenoot van Clemence Van Doorslaer. Dit was een gezin dat zeer veel ongeluk kende al was het dikwijls zelf gezocht. Een paar weken eerder was hun huis op Sint-Jozef door ‘onbekenden’ in brand gestoken.)
Le Vingtième Siècle, 29 januari 1897 (Vertaald) Een buitenmens van Londerzeel, gehucht Struyfberg (= Stuikberg), de genaamde De B., is vorige woensdagavond om het leven gekomen na een afkooksel gedronken te hebben dat hij met fosfoorstekjes had bereid. Westminster Gazette, Engeland, vrijdag 29 januari 1897 Edinburgh Evening News, Schotland, zaterdag 30 januari 1897 Western Daily Press, Engeland, 30 januari 1897 Henley Advertiser, Engeland, zaterdag 6 februari 1897 (Vertaald) Stroper gedood door een sneltrein – Een gevecht met stropers, vorige nacht in Londerzeel, een dorp in de provincie Antwerpen, eindigde met een dramatisch incident. 3 Leden van een beruchte stropersbende werden door 2 jachtwachters achtervolgd en van beide kanten werd er blind geschoten. Men hoorde een schreeuw van de kant van de vluchters die de spoorlijn overstaken net toen de sneltrein uit Antwerpen naderde. Twee mannen ontsnapten maar de verminkte overblijfselen van de derde werden bij dageraad op de spoorlijn gevonden Le Vingtième Siècle, 29 januari 1897 Le Soir, 29 januari 1897 La France de Bordeaux et du Sud-Ouest, 30 januari 1897. (Vertaald) Stropersdrama tussen stropers en private wachters – Verschrikkelijke klopjacht drijft man onder de wielen van een trein – Parijs 29 januari – Het gehucht Hagelboom te Londerzeel Sint-Jozef (België) was vorige nacht het toneel van een bloederige ontmoeting tussen 3 stropers en 2 privé-jachtwachters. Omstreeks 5 uur in de ochtend merkten die de 3 eersten op aan een overweg. Eén van hen duwde een kruiwagen, de twee anderen liepen een beetje voor hem uit, zagen de jachtwachters en bliezen op een fluitje. De 3 stropers keerden op hun stappen terug en namen de vlucht met achterlating van de kruiwagen. De jachtwachters hadden de nachtbrakers nog niet echt herkend maar dachten toch met misdadigers te maken te hebben. Ze schoten elk één keer in de lucht en zetten de achtervolging in. De vluchters riposteerden en schoten terug. De kogels floten om de oren van de wachters en vanaf dat moment moesten die alleen nog maar aan het behoud van hun eigen leven denken. Ze schoten nu gericht naar de stropers die ze bleven achtervolgen. De schotenwisseling duurde nog een poosje en één van de stropers moet geraakt geweest zijn want hij schreeuwde “ik ben geraakt!” Deze verschrikkelijke klopjacht duurde ongeveer een kwartier. Plotseling, aan de spoorlijn te Londerzeel gekomen, hoorden de wachters een afgrijzelijke kreet. Op hetzelfde moment zagen ze onder volle stoom een trein passeren. Eén der vluchters had zich ongetwijfeld verblind door de duisternis onder de wielen van de trein gesmeten.
127
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Vanmorgen, bij het ochtendkrieken, heeft men zijn stoffelijk overschot geborgen. Het lijk werd herkend als dat van een zekere D. uit een naburige gemeente die al gerechtelijk werd vervolgd. De personen die hem vergezelden waren aan hun achtervolgers kunnen ontsnappen. Op de achtergelaten kruiwagen lagen hazen en een 20-tal kippen. Den Denderbode, Aalst 31/1/1897 Wildstroopersdrama te Londerzeel. Op het gehucht Hagelboom, onder Londerzeel, ontmoetten twee jachtwachters, die op dienstronde waren, drie wildstroopers, waarvan de eene een kruiwagen voerde. Deze was de voorste. De wachters ziende, gaf hij een fluitsignaal en alle drie zetten het op een loopen. De wachters losten schoten in de lucht en de stroopers beantwoordden die schoten al vluchtend. Het was een regelmatig pelotonsvuur van beide zijden. Eensklaps riep een der stroopers: Ik heb het vast! Denkelijk was hij gekwetst. Maar toch kon hij met de anderen de vlucht voortzetten. Doch aan het punt gekomen, waar de spoorbaan den weg doorsnijdt, werd een der stroopers verrast door eenen trein, die met volle stoom voorbijsnelde. Men vond zijn lijk op vreeselijke wijze verminkt en men meende in hem eenen der meest gevreesde wilddieven van den omtrek te herkennen. De twee gevluchte stroopers worden nog opgezocht. De kruiwagen was geladen met een twintigtal kiekens en een aantal hazen. Le XXe Siècle, 8 maart 1897 Le Peuple, 9 maart 1897 Le Courrier de l’Escaut, 10 maart 1897 (Vertaald) Nieuw exploot van de bende van Zwarte Griet. Zes gewapende en gemaskerde bandieten vallen een boerderij aan. We schreven laatst over de terreur die langs de oevers van het kanaal van Willebroek gezaaid wordt door de bende van Zwarte Griet. Ondanks de waakzaamheid van de rijkswacht en nachtelijke patrouilles die de buitenlieden in beurtrol organiseren gaan deze geduchte bandieten verder met hun vermetele exploten. In de nacht van zaterdag op zondag hebben 5 gemaskerde mannen, aangevoerd door Zwarte Griet – een vrouw zoals men weet – en allemaal met messen en revolvers gewapend een arme boerderij aangevallen. Die is gelegen te Steenhuffel-Boskant, en wordt door het echtpaar Mertens gehuurd. De landman en zijn vrouw, die zich hadden willen verzetten, werden vastgebonden, de mond gekneveld en geslagen. Terwijl twee van de boeven bij de twee ongelukkige landbouwers bleven doorzochten Zwarte Griet en haar drie acolieten het huis, daarbij meubelen en koffers openbrekend. Na verloop van een half uur, na een bedrag van 100 fr., afkomstig van de verkoop van een rund, gepakt te hebben en na, wellicht van spijt, de boer en zijn vrouw nog eens geslagen te hebben, lieten de bandieten hen voor dood achter en trokken ze zich terug. De heer en mevrouw Mertens, die slechts bewusteloos waren, kwamen omstreeks 4 uur ’s morgens weer bij. Met grote inspanningen slaagden ze erin zich van hun boeien te ontdoen en konden ze de grootte van de vernieling constateren. Geen meubel was nog heel. De gestolen 100 frank was bestemd om aan de eigenaar de huur te betalen. Zo snel als het kon gewaarschuwd zijnde, kwam de gendarmerie van Wolvertem snel ter plaatse en hield ze een klopjacht in de bossen van de Boskant. Maar hun opzoekingen bleven zonder resultaat.
128
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Maandagochtend is ook het parket van Brussel naar Steenhuffel gekomen. Talrijke gefundeerde klachten zijn al enige tijd in het kanton Wolvertem te horen. De rijkswachtbrigade van dit kanton bestaat slechts uit een veldmaarschalk en 4 gendarmes. Deze 5 mensen moeten hun aandacht over 15 gemeenten, waarvan enkele weinig bewoond, verdelen. Dat is uiteraard te veel en er moet dringend een oplossing voor deze toestand gevonden worden. Le Vingtième Siècle, 13 maart 1897 (Vertaald) Men meldt vanuit Mechelen: Op 10 maart heeft men uit het water van een gracht in Londerzeel het lijk gehaald van landbouwer mijnheer V. Journal de Bruxelles, 15 maart 1897 L’Indépendance Belge, 15 maart 1897 (Vertaald) Het banditisme op den buiten – De burgerwacht gemobiliseerd. .Als gevolg van de stoutmoudige misdrijven en daden van banditisme die de laatste tijd in een deel van het arrondissement Brussel plaats gehad hebben, heeft arrondissementscommissaris baron de Royer de Dour, bij wijze van proef, de niet actieve burgerwacht van Malderen laten mobiliseren. Sedert vorige donderddoet doet die in beurtrol nachtelijke patrouilles. Als de proef de verwachte resultaten geeft zal ook de burgerwacht van de omliggende gemeenten opgeroepen worden. Men hoopt alzo de bende gemaskerde bandieten die de streek terroriseert te kunnen vatten. Le Rappel, Frankrijk, 17 maart 1897 (Vertaald) Banditisme in België. – We lezen in l’Indépendance belge: ... Wat volgt is geen fabeltje. We weten dat stoutmoedige gemaskerde bandieten al een poosje de ergste misdaden plegen in het westelijk deel van het arrondissement Brussel. Het is onmogelijk om deze misdadigers te vatten. De heer baron de Royer de Dour, arrondissementscommissaris, heeft zopas bij wijze van proef, een energiek besluit genomen: hij heeft de burgerwacht van Malderen gemobiliseerd. Sedert enkele dagen maken de gewapende wachten nachtelijke patrouilles en doorploegen ze het dorp in alle richtingen. Als de proef succes oplevert zal de burgerwacht van de omliggende gemeenten eveneens worden gemobiliseerd. Maar tot op vandaag is de burgerwacht van Malderen altijd te laat gekomen en vervult ze ten aanzien van de Belgische bandieten de rol van de Carabiniers van Offenbach tegen de Italiaanse bandieten. Le Peuple, 15 maart 1897 Journal de Charleroi, 16 maart 1897 Le Vingtième Siècle, 16 maart 1897 Le Courrier de l’Escaut, 16 maart 1897 (Vertaald) Een geheimzinnige misdaad, ouderling verdronken vastgebonden aan een staak. De rijkswacht van Wolvertem houdt zich al 2 dagen bezig met een duistere zaak met Londerzeel als theater. Landarbeiders, die naar het veld gingen, vonden op het gehucht Sint-Jozef, achter de Kruishoeve, in een gracht het lijk van een oude man. Zijn voeten waren vastgebonden aan een staak die aan de rand van het water in de grond was geplant. De rijkswacht heeft ter plaatse snel de eerste wettelijke vaststellingen gedaan. Een bijgeroepen dokter vond op het lijk van de ongelukkige vele sporen van geweld zodat men mag veronderstellen dat de oude man zich tegen zijn aanvallers verdedigd heeft. Het lichaam werd naar het lijkenhuisje gebracht en herkend als dat van Jozef Teugels, 63 jaar oud, uit Londerzeel. Het parket werd verwittigd en de daders van deze geheimzinnige misdaad worden actief gezicht.
129
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
De Volksstem, Aalst, 20 maart 1897. Londerzeel - Wat een aardige zaak is dat nu. Eenige boeren werkmans hebben vrijdag op SintJozefs-gehucht in de beek het lijk ontdekt van nen ouderling. Het was met de voeten vastgebonden aen nen staak die van voor in ’t water stond. ’t Lichaam is overdekt met wonden en kneuzingen; waarschijnlijk zal de ongelukkige zich fel tegengeweerd hebben. Het slachtoffer is zekere Jozef Teugels, 63 jaren oud, wonende te Londerzeel. De Volksstem, 21/4/1897 Overleden: te Muysen, de eerw. h. Naulaerts. gewezen bestierder van het klooster Ursulinnen van Londerzeel. De Volksstem 2-6-1897 Op 31 December 1896 bedroeg de bevolking van België 6,495,856 zielen.- De provincie Brabant telt 1,212,680 zielen, Oost- Vlaanderen 1,002,300, Antwerpen 784,975. Bevolking der volgende gemeenten: Assche 7433, Anderlecht 40,012. Beyghem 654, Brusseghem 2231, Brussel 194,505, Capelle ten-Bosch 1930, Cobbeghem 337, Grooten-Bygaarden 896, Grimberghen 3819, Hamme 2l8, Hal 11,264, Humbeek 1857, Jette 8012, Koekelberg 8165. Laeken 28,826, Londerzeel 4832, Malderen 2091, Maxenzeel 979, Merchtem 5047, Meysse 1845, St-Jans-Molenbeek 54,278, Molhem 1032, Nieuwenrode 1063, Opwijck 5085, Ramsdonck 703. Releghem 496, St-Gillis 48,156, Steenhuffel 2101, Strombeek-Bever 1447, Vilvoorde 12,516, Wemmel 1555, Wolverthem 3804, Zellick 966, Aalst 28,137, Baardeghem l28l, Meldert 2362, Moorsel 3507, Baasrode 4195, Buggenhout 5539, Lebbeke 7018. Opdorp 1249, Dendermonde 10.062. Le Peupe, 10 agustus 1897 Het Nieuws van den Dag, 10 augustus 1897 De Volksstem, 25/8/1897 Nieuws van de Week, Eindigende 14 Aug., 1897. Londerzeel - De hoeve van de echtgenooten Moers-Cuermans (Moens-Cuermans in le Peuple) is Zondag nacht de prooi der vlammen geworden. Vee en oogst zijn verloren. Le Vingtième Siècle, 10 augustus 1897 (Vertaald) Een hoeve vernield. Men telegrafeert ons het volgende: Afgelopen nacht is een extreem hevige brand uitgebroken op de hoeve van de echtgenoten Moers-Cuermans in Londerzeel. Het vuur was ontstaan in de schuur en breidde zich op korte tijd aanzienlijk uit. Bij het eerste weerklinken van het alarm kwamen vele buitenmensen aangelopen en zijn moedig de getroffenen ter hulp gekomen. Maar snel bereikten de vlammen de stallen en het was onmogelijk om al het vee te redden. Meerdere stuks hoornvee werden verkoold. Van de stal sprong het vuur over naar de boerderij maar men had de tijd om waardepapieren, kleren en meubelen in veiligheid te brengen. Tenslotte kon men mits bovenmenselijke inspanningen de brand meester worden. De schade is aanzienlijk; niet alleen verloren de boeren een deel van hun veestapel maar ook de hele oogst, die in de schuren opgeslagen was, is de prooi der vlammen geworden. Le Vélo, Frankrijk, 20 oktober 1897. (Vertaald) Laffe agressie – Brussel 18 oktober – Een fietser, de heer Denis P. was zondagnamiddag op de buiten voorbij Laken gaan fietsen. Om 6 uur peddelde hij rustig van Gros-Tilleul naar Humbeek toen hij plotseling door een bende jonge zatte boeren werd aangevallen die zich op hem wierpen en zijn fiets omver gooiden. P. verdedigde zich zo goed en kwaad als het 130
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
ging tegen die laffe aanranders. Plotseling maakte één van hen zich meester van eiken instrument en sloeg daarmee met alle kracht op de fietser. Erg gewond viel hij bewusteloos op de grond. Toen hij bijkwam was hij alleen en hulpeloos. Zijn been was gebroken en hij kon niet stappen. Naast hem lag zijn totaal verwoeste fiets. Pas na een kwartier werd hij door passanten gevonden en naar een herberg gebracht. Na de eerste zorgen gekregen te hebben werd de gewonde naar zijn woning in Londerzeel gebracht. De rijkswacht heeft onmiddellijk een onderzoek geopend. Men denkt de daders op het spoor te zijn. Nieuws- en Advertentieblad van Herenthals - 23/10/1897 M. Denis Plaskin keerde maandag avond per velo van den buiten terug en werd te Humbeek door een bende jonge boeren aangerand, die zijn machien verbrijzelden en hem bedwelmd sloegen met eene eiken bill van den ijzerenweg. M. Plaskin werd erg gewond opgenomen door voorbijgangers en in een naburig huis verzorgd. Een zijner beenen is gebroken. De ongelukkige werd naar zijne woning te Londerzeel overgebracht. De gendarmerie is op het spoor der daders. Le Soir, 16 december 1897 Het Nieuws van den Dag, 16 december 1897 De Kempenaar - 18/12/1897 Een werkman, met name Timmermans, wonende te Londerzeel, was dinsdag nacht in de statie der Groendreef te Brussel bezig met wagons vast te haken, toen hij door een trein verrast werd. De wielen van veertien wagons reden hem over het rechterbeen en den linkervoet, die glad doorgesneden werden. De ongelukkige, die gehuwd is en vader van twee kleine kinderen, werd in wanhopigen toestand naar het gasthuis gebracht. Le Soir, 19 december 1897 (Vertaald) De werkman Timmermans, wiens beide benen eergisteren door een trein op de Allée-Verten afgereden werden, is overleden. Hij laat een weduwe en twee kleine kinderen achter Het Nieuws van den dag, 4 november 1897 Le Vingtième siècle, 9 november 1897 Londerzeel. — Woensdag morgend omtrent 3 u, is een hevige brand uitgebroken in de groote brouwerij van M. De Keersmaecker, ‘De Koningen’. Het vuur verspreidde zich met groote snelheid, en weldra stond ganseh het gebouw in volle vlam. Dank aan de spoedige hulp van eenige moedige pompiers, konden de woning, de paarden, het vee en de aanpalende huizen bevrijd worden; na een (elders 2) uur werkens waren zij den brand meester. De brouwerij is gansch vernield met de machienen, den maltmolen, enz.; eene groote hoeveelheid gerst en hoppe is in de vlammen gebleven. Alleen de vier muren blijven over. De schade is zeer aanzienlijk, doch door verzekering gedekt. De oorzaak van den brand is niet gekend. Le Vingtième Siècle, 21 december 1897 (Vertaald) In verband met de wet op de geneeskunde die aan de parketten meer macht moet geven in de strijd tegen proefondervindelijke praktijken (kwakzalverij) herinneren we ons een dappere en eervolle vrouw deie men in heel Oost-Vlaanderen kende. Er leefde, vroeger, in Malderen (arrondissement Dendermonde) een vrouw met de naam Doka. Zij had een zalf samengesteld die zere benen, huidaandoeningen, ringwormen en 131
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
eczema genas. Men kan bevestigen dat Doka – al lang geleden gestorven – het leven van duizenden personen heeft verzacht. In de bescheiden metairie waar momenteel haar kinderen verblijven toont men een mooi geschenk dat zij van een dankbare persoon gekregen heeft. Doka werd slechts één keer voor illegale beoefening van de geneeskunst vervolgd en vrijgesproken. Ze toonde niet zonder moeite aan dat ze niets vroeg voor haar waardevolle remedie... De naam Doka wordt nog altijd in heel de streek aanbeden. Den Denderbode, Aalst, donderdag 17 februari 1898 Jubilee van den Boerenkrijg - Handelend over de gedenkfeesten deelt het jaarboek van het Davidsfonds de namen der gemeenten mee, waar tijdens den Boerenkrijg gevochten werd of die er bijzonder door geleden hebben. Wij laten hieronder de lijst volgen, en dringen er andermaal op aan, dat de gemeenten, waar geene steenen of bronzen gedenkteekens worden opgericht, ten minste eenen boom – ditmaal een ware vrijheidsboom – zouden planten. Ziehier de namen dier gemeenten: Aalst, Aarschot, St.-Amands, Bazel, St.-Bernards, Beauvechain, Bettekom, Beveren (WSaas), Blaasveld, Boom, Bornhem, Burght, Diest, Duffel, Edingen, Gheel, Haasdonk, Hal, Hasselt, Helissen, Herenthals, Hingene, Isegem, Kapellen (Hageland), Kapellen-ten-Bosch, Kemseke, Kruibeke, Leuven, Leuze, Lier, Lippeloo, Londerzeel, Mechelen, Meerhout, Melsele, Merchtem, Moll, Neer-Yssche, Nevele, St.-Nicolaas, Overmeire, Oudenaarde, St.-Pauwels, Rupelmonde, Scherpenheuvel, Sichem, Stavelot, Tongerloo, Waanrode, Waarschoot, Willebroek, Wilsele, Zele, Zeveneecke, Zwijndrecht. Het Laatste Nieuws, 13 april 1898 Brand in een stoomtram. Eenige personen reden gisteren naar de begrafenis van den ontvanger der belastingen te Londerzeel. Zij hadden eene overgroote kroon bij zich. Een stukje sigaar, dat werd weggeworpen, deelde er het vuur aan mee. Verscheidene reizigers bekwamen brandwonden. Debaard, de knevels, de wenkbrauwen en het haar van den accordeur der pianos in het klooster der Ursulienen te Londerzeel brandden totaal af. Een der reizigers sprong uit den trein, kwam terecht in eene haag en werd inwendig fel gekneusd. En er was geen middel van hel alarm te geven! . Het Nieuws van den Dag, 13 april 1898 Le Vingtième Siècle, 14 april 1898 Den Denderbode, Aalst, zondag 17 april 1898. Onvoorzichtigheid. Maandag begaven zich verscheidene personen van Brussel met den stoomtram naar de begraving van M. De Wael, ontvanger der belastingen te Londerzeele. Een hunner had een prachtige kroon medegenomen. Onderweg in den hollen weg van Meysse, wierp een rooker een brandend steksken in de richting der kroon, die vuur vatte. De wind joeg de vlammen in ’t gelaat van een muziekant, wiens baard, snor, wenkbrouwen en haar verbrand werden. Zijne kleederen vatten ook vuur. Verscheidene andere personen bekwamen brandwonden. De brandende kroon kon eindelijk uitgestampt en op de baan geworpen worden. Een persoon die door de vlammen geraakt werd en op de baan sprong, kwam gelukkig in een haag terecht die de schok absorbeerde. Hij klaagt toch van inwendige pijnen. (Alleen Le 20e Siècle gaat verder, vertaald) Deze dag werd door fataliteit gekenmerkt. Nà de ceremonie in Londerzeel werd het lichaam terug naar Brussel vervoerd waar de speciale trein om 2 ¼ uur arriveerde. Men heeft daar driekwart uur op de lijkwagen moeten wachten! En
132
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
toen die eindelijk arriveerde verzette de politie van Sint-Joost-ten-Noode zich tegen het vervoer van de kist omdat de lijkwagen niet van hun gemeente maar van Elsene kwam. Na talloze pogingen en na een nieuw lang oponthoud heeft men een ‘speciale toelating’ gekregen en kon de dode eindelijk naar zijn laatste rustplaats worden gebracht. Le Soir, 22 juni 1898 (Vertaald) Een dorp met vernietiging bedreigd – Een zeer hevige brand is gisteren tegen de middag uitgebroken te Londerzeel in de hoeve van de weduwe Herremans. Men weet niet hoe het gekomen is. In een oogwenk stond heel het gebouw in brand. Men had alleen de tijd om de beesten te redden. Onmiddellijk was gans de bevolking van de plaats op pad. Iedereen hielp en dank zij de gecombineerde samenwerking kon de brand binnen een uur bedwongen worden. Het Handelsblad, 23 augustus 1898 Le Soir, 24 augustus 1898 Volgens eene depêche is te Steenhuffel, ten huize van M. De Munter, één der belangrijkste handelaars in gevogelte uit de streek, een hevige brand uitgebersten. Drie kinderen zouden in den brand omgekomen zijn. L’Indépendance Belge, 25 augustus 1898 Le Courrier de l’Escaut, 25 augustus 1898 (Vertaald) Drie kinderen verkoold. Een verschrikkelijke brand heeft in Steenhuffel maandag namiddag het Commerciehuis, een grote herberg met een danszaal, gedeeltelijk vernield. Hij werd veroorzaakt door de onvoorzichtigheid van 3 kinderen, 6, 4 en 3 jaar oud, die in een bijgebouw van de herberg op opeengestapelde strobalen speelden en die in brand hadden gestoken. Op het geroep van de arme kleintjes zijn moedige burgers met gevaar voor eigen leven hen ter hulp gesneld, maar ze waren reeds verkoold. De drie kleine ongelukkigen zijn dus in de brand omgekomen. Hun moeder, zot van smart loopt door de straten op zoek naar haar kinderen waarvan ze het droevige lot nog niet kent. Pas na lange inspanningen is men het vuur meester kunnen worden. De schade is zeer groot. Den Denderbode, Aalst 25/8/1898 Drij kinders die in de schuur van d’afspanning ’t Commerciehuis te Steenhuffel speelden, hebben het vuur aan het strooi gestoken en zijn in den brand omgekomen. De moeder der kinders is waanzinnig geworden van verdriet. Verduidelijking: op maandag 22 augustus 1898 was er veel volk in de afspanning ‘Trappekesop’ alias het Commerciehuis, de vroegere herberg ‘de Drie Koningen’ gelegen rechtover de kerk van Steenhuffel. In de zaal op de bovenverdieping werd toneel gespeeld. De brand ontstond kort voor 3 uur. Uit het puin werden de verkoolde lijken gehaald van 3 broertjes Van Opstal: Ludovicus, geboren op 10 november 1892; Petrus Joannes Emilius, geboren op 24 februari 1894; en Remigius Joannes, geboren op 29 juli 1895. Het waren de kinderen van de uitbaters van de herberg Jan Baptist Van Opstal en Maria Theresia De Bondt.)
133
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
(
Nederlandsch Landbouw weekblad, 14 januari 1899 Nota over de kippenmarkt te Londerzeel en zijne veelvuldige vetmesterijen. Londerzeel, gelegen in een zeer vruchtbare streek van Zuid-Brabant, met talrijke boerderijen in den omtrek, is de plaats waar zich heden ten dage een tak van landbouwnijverheid ontwikkelt van het hoogste belang. Alle zaterdagen worden op deze markt bijna 17,000 magere kippen en dikwijls nog meer verhandeld, aangevoerd voor het meerendeel uit de Kempen, welke daar vervolgens worden vetgemest en aan de bevolking van Londerzeel een ruim bestaan verzekeren. Armoede is in deze streken in het geheel niet bekend en alles draagt hier blijken van degelijke welvaart, getuige de nette, zindelijke woningen te Londerzeel en daaraan grenzende gehuchten, die gezamenlijk een landstraat vormen van meer dan twee uren gaans. Alvorens over te gaan tot eene, zooveel mogelijk juiste, beschrijving der vetmesterij, volgen hier eenige mededeelingen omtrent het ontstaan dezer nijverheid. 134
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Ongeveer zestig jaren geleden begonnen enkele boeren liefhebbers van kippen, in deze streken, zich met die teelt bezig te houden, met het doel ze door opkooping naar Brussel ter markt te brengen, — na ze vooraf eenigszins te hebben verzorgd, wat echter toen nog zeer gebrekkig was. Eerst in de jaren 1847 en 1848 vond dit denkbeeld nabootsing onder meerdere dorpbewoners in de buurten van Opwijk, Meuseghem, Meysse, Merchtem en Wolverthem, die, het voorbeeld hunner voorgangers volgende, eveneens hunne geslachte kippen ter markt van Brussel brachten, zonder zich evenwel rekenschap te geven van de teelt zelf en de verbeteringen welke konden worden aangebracht, ter verkrijging van een alleszins gewenscht product. Deze toestand, die in vele opzichten te wenschen overliet, duurde zoo voort tot de jaren 1860—1861. Hetgeen de boeren tot dusverre als bijzaak van hun landelijk bedrijf hadden beschouwd, nam van toen af eene andere wending. Langzamerhand was men begonnen in te zien, de kleine voordeelen niet versmadende, dat er met het vetmesten van kippen, op rationeele wijze, ook grootere voordeelen waren te behalen. Van lieverlede voegde zich een nog grooter gedeelte der dorpsbewoners bij deze tak van landbouwnijverheid en, van dat tijdstip af begon de, op wetenschappelijke gronden rustende, vetmesterij en de geregelde handel die er het gevolg van werd. In het jaar 1870, toen Brussel overladen was van rijke Fransche uitgewekenen, ondergingen de gemeste kippen zoodanige prijsverhooging, dat men nog meer dan ooit zich op die vetmesterij ging toeleggen. Bij die gelegenheid bleek het al spoedig dat men met het toenmalige, allengs verbasterde ras niet langer kon volstaan. Gelukkig dat men te Mechelen en omstreken nog een ras vond (de zoogenaamde Coucou kip) dat bewezen heeft in alle opzichten aan de vereischten te voldoen en dat thans uitsluitend, wegens de zwaarte die het kan bereiken en zijn malsch vleesch voor deze cultuur wordt gebezigd. De voordeelen, die deze tak afwerpt, buiten en behalve het geslacht, zijn de veeren, die voor het meerendeel (vooral de witte) naar Nederland worden uitgevoerd, — voorts de rijke mestafval en het bloed, waarmede de varkens worden gemest. Behalve in de provincie Zuid-Brabant heeft deze cultuur zich nog voortgeplant in 30 a 35 dorpen in de provinciën Antwerpen en Oost-Vlaanderen, tevens bestaat zij in den omtrek der steden Gent en Brugge, die des zomers al hun produkt leveren aan de Belgische badplaatsen. In de grootste inrichting die te Londerzeel werd bezichtigd waren 700 a 800 kippen in de hokken en voorts waren door dienzelfden eigenaar 5000 à 6000 stuks ter vetmesterij uitbesteed onder de boeren. Dezen wordt hiervoor het gezuiverde boekweitmeel verstrekt. De boer levert alleen de gekarnde melk, — behoudt de mest en ontvangt, na hoogstens 4 weken, als wanneer het vetmesting-proces is afgeloopen bij aflevering 25 centimes per koppel voor zijne besteede zorg. In dit établissement wordt de boekweit tot meel gemalen en gezuiverd. De kippen worden opgemaakt en verpakt in manden, — ter plaatse voor de verzending gevlochten. De grootste zindelijkheid wordt bij deze cultuur in acht genomen, wat een hoofdvereischte is en waarop dag en nacht dient gelet te worden. Tevens zag men in de hoeve varkens gemest met kïppenbloed. De dagelijksche verzendingen van duizende geslachte kippen bepalen zich hoofdzakelijk tot Brussel, het Noorden van Frankrijk (Rijsel en omstreken), — Engeland, DuitschJand en Nederland. Het. middelsoort gaat naar Engeland en Brussel; de zwaardere soorten naar Brussel en Frankrijk en het zwaarste soort naar Duitschland en Nederland. De prijzen der geslachte
135
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
kippen regelen zich naar het jaargetijde en de opening of sluiting van de jacht, — hoe minder wild voorhanden is, des te hooger is de prijs der kippen. Als normaal mag men die aannemen, welke vanaf de maanden Juli tot half Januari worden bedongen. Daarna wordt tot einde Juni eene belangrijke verhooging waargenomen, trapsgewijze oploopende tot 30 pCt. Thans zijn o.a. de prijzen respectievelijk fr. 7.50, fr. 9 en fr. 11,50 het koppel, welke kippen in mageren staat, 4 weken geleden, op de markt te Londerzeel werden betaald, varieerende naar de kwaliteit van ƒ 4.75 tot fr. 8.50 het koppel. De ondervinding heeft geleerd dat, ter voorkoming van aanstekelijke ziekten onder de dieren, waarvoor deze zeer gevoelig zijn en blijven, het kweeken en het vetmesten niet in dezelfde streken mogen geschieden, weshalve het magere pluimvee in andere oorden verdient te worden geteeld. Zoodra het kuiken van de Coucoukip 4 maanden heeft bereikt (ook wel eens 5 gedurende de wintermaanden) wordt het te Londerzeel of te Mechelen voor de vetmesterij, die dan nog gemiddeld 4 weken duurt, (3 a 4 weken ïn den zomer en 4 a. 5 weken in den winter ter markt aangeboden. Kuikens verkrijgt men het geheele jaar door zelfs in den winter, hetzij langs den natuurlijke weg in de woonkamers der boeren of wel met de broeimachine, waarvan tegenwoordig veel gebruik wordt gemaakt. Alvorens te eindigen vereischt de eigenlijke vetmesterij, waarop^het hoofdzakelijk aankomt nauwkeurige vermelding. Het ras. De „Coucou de Malines", verkrijgbaar en oorspronkelijk uit de Kempen, de provinciën Antwerpen en Limburg, — en wel speciaal die geteekend, met lichtgrijze spikkels en witte pluimen op grauwen grond — is het eenige en het beste tevens. Deze kip bereikt dikwerf, geslacht en opgemaakt voor den verkoop tusschen de zes en acht ponden. Het voeder (gedurende den groeitijd), heeft boekweit tot basis. De jonge kuikens krijgen bij de geboorte gepelde en gestampte boekweit; daarna gedurende de eerste 2 of 3 maanden gebroken maïs. Voorts eene, niet al te vaste, brei van Maïsmeel aangemengd met hui of wei dat men met een truweel uitstrooit op een langwerpige bak, waarvan de randen op zoodanige wijze zijn aangebracht, dat bij het pikken van het voedsel niets verloren gaat. In den regel wordt 2 maal daags gevoed, 's morgens om 8 uur en 's avonds tegen 4 uren. Af en toe strooit men op denzelfden bak wat gepelde boekweit en fijn gestampt vleeschmeel, wat de dieren bijzonder gaarne eten en dat hun lichaamsbouw zeer versterkt. Wanneer de jonge kippen van 1 of 2 maanden elkanders veeren uitpikken, hetgeen dikwerf bij dit ras voorkomt, vooral wanneer men ze al te dicht houdt opgesloten, — dan diene men hen onmiddellijk een weinig rauw gekapt paardenvleesch toe. Men geve de jonge kippen driemaal daags een weinig water te drinken en houde ze in eene geslotene ruimte of ren en strooi dagelijks op den bodem hegaarde met veel murik er door (zaad, dat ook de kanarievogels in den vorm van groene trosjes krijgen). l’Express, Frankrijk, 14 januari 1899 (Vertaald) – Geschiedenis van de voerman Slachmuylder – Toen voerman Slachmuylder uit Londerzeel, aldus l’Indépendance belge, twee à 3 keer na elkaar een kind van het mannelijke geslacht had gekregen, werd hij wat hoogmoedig. Hij droomde er van om 7 zonen te krijgen waarvan de koning peter van de laatste zou zijn. Voerman Slachmuylder had de bevindingen van de Duitse dokter niet gelezen die een verband tussen een minder overvloedige voeding van de moeder en het krijgen van een zoon had
136
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
gelegd. Maar bij gebrek aan deze kennis behaalde hij proefondervindelijk toch prachtige resultaten: hij kreeg achtereenvolgens 6 zonen en zijn vrouw werd triomfantelijk voor de zevende keer zwanger. Heeft de trots om de aanstaande triomf het koppel wat minder sober doen worden? In ieder geval was het zo dat de zevende bevalling hen ongelukkigerwijs een meisje bracht. Voerman Slachmuylder voelde zich zwaar door de ironische goden bedrogen en kwam in opstand. Hij was niet filosofisch geschoold. Overigens zou dat hem toch niet geholpen hebben want het rijk van de rede heeft geen vat op dergelijke sentimenten. Primitieve mensen zijn subtiel. Deze declareerde zijn kind bij de burgerlijke stand als een jongen. Maar het kind werd helaas groter, en de gratie van het geslacht werd zichtbaar en aanlokkelijk. De listige wagenmenger werd door de rechters van 6de kamer van de correctionele rechtbank veroordeeld voor valsheid in geschrifte. Ze hebben moraal en mildheid verzoend en hebben Slachmuylder maar een voorwaardelijke straf van 3 maanden opsluiting gegeven. Hun oordeel hield rekening met de menselijke zwakheid, of met de mannelijke zwakheid op zijn minst, want de onschuldige vrouw, die 7 maal het slachtoffer van de echtelijke ambities van haar man was geworden, heeft van de rechters (dat waren mannen) geen of amper schadevergoeding gekregen. Opmerking: Dit is wellicht niet hetzelfde geval dat al in 1892, bij een routine-controle, door de arrondissementscommissaris opgemerkt was. In ieder geval was Londerzeel de huidige periode van gender-neutraliteit of -twijfel meer dan een hele eeuw voor. De arrondissementscommissaris niet en daarom heeft burgemeester Petrus Van Assche, die tevens huisdokter was, het serieus uit mogen leggen. Uit zijn brief van 24 september 1892 citeren we (woordelijk maar in vertaling het volgende fragment: “Londerzeel le 24 septembre 1892 - Monsieur le commissaire d’arrondissement ... Met uw brief 2910 van 19 september vroeg u mijn aandacht voor de akten van de burgerlijke stand en voor de hygiënische toestand van het dorp. Gelieve mij op te laten merken, mijnheer de commissaris, dat van de drie rechtzettingen aan de geboorteakten, die nog niet gesigneerd waren, er één van zeer recente datum was; een andere was op de dag van uw bezoek gemaakt, en alleen de derde was van enige tijd geleden. De bediende van de burgerlijke stand had mij van de uitgevoerde rectificatie niet verwittigd. Ik zal me in ‘t vervolg niet zo zeer meer op hem verlaten en zal er zelf over waken dat het register in orde blijft. Van één kind was op het moment van de geboorteaangifte het geslacht nog niet vastgesteld. Zoals dat overal het geval is stelt men zich dan over het algemeen tevreden met de verklaring van degene die de aangifte doet. Meestal is dat de vader, bijgestaan door een aantal getuigen. Gedurende de bijna 18 jaren dat ik in functie ben heeft deze handelwijze nog tot geen enkele materiële fout aanleiding gegeven, behalve dan die éne die u heeft vastgesteld, en die zeer kort na de aangifte verbeterd werd. Het is dus niet helemaal juist, mijnheer de commissaris, om te beweren dat meisjes als jongen ingeschreven worden en omgekeerd, hetgeen op veelvuldige vergissingen zou duiden. Ik denk niet dat ik de declaranten moet verplichten om de pasgeborene voor een geslachtscontrole op het gemeentehuis te komen presenteren. Dit systeem heeft zoveel nadelen dat het nergens meer wordt toegepast. Of moeten we de vaststelling door een ambtenaar van de gemeente gaan laten verrichten? Het aantal vergissingen zou er niet kleiner of onmogelijker door worden ... De burgemeester van Londerzeel, Petrus Van Assche.”
Het Nieuws van den dag, 11 januari 1899 De Volksstem, 1/2/1899 Een koetsier van Londerzeel, zekere S..., vader van zes jongens, zag onlangs zijne familie vergrooten. De gelukkige vader liep naar het bureel van den burgerlijken stand en verklaarde dat hem een zevende zoon geschonken was. Vervolgens liet hij aan den koning schrijven om hem het peterschap en het daaraan verbonden geschenk in klinkende munt te vragen! Jammer 137
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
genoeg dat het zevende kind... een meisje was! De man verscheen Maandagmorgen voor de rechtbank van Brussel, beticht van eene valsche aangifte op den burgerlijken stand gedaan te hebben. Hij werd voorwaardelijk tot 3 maanden gevang veroordeeld. Het Nieuws van den Dag, 14 januari 1899 Londerzeel – Donderdag nacht, rond 1 uur, is aan de Linde de woning van M. Van Eerstraeten afgebrand. Buiten het vee is niets kunnen gered worden. Men denkt dat de brand door kiekendieven aangesticht is. Journal de Bruxelles, 2 februari 1899 Le Courrier de l’Escaut, 2 februari 1899 (Vertaald) Een bandietenstreek in Malderen. Het parket van Brussel heeft zich dinsdagochtend naar Malderen begeven om onderzoek te verrichten naar een nieuwe bandietenstreek die daar enkele dagen geleden werd gepleegd. Drie tot de tanden gewapende individuën met zwart gemaakt gezicht, zijn ’s nachts de woning van weduwe De Bruyne, herbergierster, binnengedrongen. Haar met de dood bedreigend sommeerden ze de arme vrouw om hen te vertellen waar ze haar juwelen en spaarcenten bewaarde. Met het mes op de keel heeft de ongelukkige het niet aangedurfd om dat te verzwijgen De schurken hebben alles meegenomen en zijn dan, vrouw de Bruyne halfdood van schrik achterlatend, gevlucht. De rijkswacht werd de volgende dag zo snel mogelijk verwittigd en deed de eerste vaststellingen. Men slaagde er in om één der verdachten te arresteren. Die had zich maandagochtend in een Opwijkse herberg gepresenteerd en de herbergier tegen een spotprijs de gestolen juwelen te koop aangeboden. Die ging daar niet op in. Enkele ogenblikken nadat de man vertrokken was passeerden toevallig een rijkswachtbrigadier en twee gendarmes. Ze werden door de herbergier van de zaak verwittigd en 1 uur later was de dief gearresteerd. Het is een zekere G., een gevaarlijk door het gerecht gekend heerschap, die de namen van zijn medeplichtigen niet wilde verklappen. De onderzoeksmagistraten hebben het slachtoffer langdurig ondervraagd. De 2 andere schuldigen worden verder opgespoord. Het Nieuws van den dag, 11 februari 1899 Londerzeel. — Zekere Dewachter, die er in gelot was, heeft zich donderdag avond door den expresstrein van Brussel naar Aalst laten overrijden; de ongelukkige werd letterlijk onthoofd. Le Peuple, 11 februari 1899 (Vertaald) De angst voor de kazerne – Een droevige gebeurtenis heeft gisteren de gemeente Londerzeel met verbijstering geslagen. Een jonge man uit deze gemeente, genaamd Dewachter, 21 jaar oud, had vorig jaar aan de militieloting deelgenomen en zijn inlijving werd 1 jaar uitgesteld. De arme jongen had enorm veel schrik om soldaat te worden. Gisteren avond, in het gedacht dat hij ging opgeroepen worden, ging hij thuis weg en begaf hij zich naar het station. Twintig minuten lang, het was dan bijna 6 uur, zag men hem ronddolen in het station. Plots, toen een trein passeerde, stortte hij zich op de sporen voor de locomotief. Die wierp hem omver en de hele trein reed over zijn lichaam en reduceerde het tot moes. Deze ongelukkige was de steun van zijn familie. Le Courrier de l’Escaut, 16 maart 1899 Het Nieuws van den Dag, 17 maart 1899 Londerzeel – Het parket is donderdag naar Londerzeel gekomenom een onderzoek in te stellen over de dood van een knaapje, in de eerste dagen van verleden week geboren en
138
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
woensdag gestorven. De doktoor van den burgerlijken stand had de toelating tot de begrafenis geweigerd. De wetsdoktoors hebben de lijkschouwing gedaan, waarna de ouders van het kind in hechtenis genomen werden. Man en vrouw hebben dan elkander verweten, de dood van het wichtje veroorzaakt te hebben. Le Courrier de l’Escaut, 6 mei 1899 Twee keer vergiftigd. Boer Van Asch uit Steenhuffel bij Londerzeel, kloeg al enkele dagen over hevige inwendige pijnen. Een buur die hem kwam bezoeken raadde hem aan om enkele druppels laudanum in te nemen. De landbouwer haastte zich om die raad op te volgen, maar hij nam een te grote dosis van het medicijn. In plaats van de pijn te voelen verzachten, werd die integendeel ondraaglijk en kort daarna is hij onder verschrikkelijke stuiptrekkingen gestorven. Opmerking: Op 30 april 1899 is Petrus Joannes Van Assche in Steenhuffel overleden.
Le Vingtième Siècle, 30 mei 1899 Het Nieuws van den Dag, 30 mei 1899 Het Laatste Nieuws, 31 mei 1899 Spoorwegongeval.—Een koopwarentreïn is gistermorgen, te 7 uren, ontriggeld nabij de statie van Londerzeel, op de linie van Mechelen naar DendermonJe. Verscheidene waggons werden buiten het spoor geworpen en in spaanders gelegd. De stoffelijke schade is zeer aanzienlijk, doch er zijn geene ongelukken aan personen te betreuren. Journal de Bruxelles, 21 juli 1899 (Vertaald) Bende misdadigers gearresteerd in Humbeek. Eergisteren schreven we dat het parket van Brussel, nà een onderzoek door de gendarmerie van Wolvertem, meerdere bandieten heeft opgepakt die tot een bende misdadigers behoorden die het noordwesten van het arrondissement Brussel terroriseerden. Hieer volgen wat bijkomende details over hun exploten. Hun meest stoutmoedige diefstallen pleegden ze in de regio Malderen, Merchtem, Opwijk, Kapelle-op-den-Bos, Londerzeel, Buggenhout enz. Vooral gedurende de nacht, met beklimming en inbraak. De bandieten waren niet kieskeurig. Alles was goed voor hen. Een veelheid aan neerhoven werd door hen verwoest en een aantal kerken beroofd. Er dient genoteerd te worden dat iedereen de daders van deze misdaden kende; het waren jonge gasten uit Malderen. Ze werden met de vinger aangewezen en de dappere buitenlieden signaleerden ze bij hun passage; maar niemand heeft het aangedurfd om hen aan te pakken. Deze slechte kerels hadden trouwens de gewoonte om zich nooit op heterdaad te laten betrappe bewaarden thuis niets van wat ze gestolen hadden; doorgaans begroeven ze hun buit in de grond om hem pas op te halen als er geen gevaar meer was. Onderzoeksrechter Benoidt heeft de 4 belangrijkste bandieten laten arresteren: de broers Jozef en Victor Seghers, François Goedgeselschap en François Van Nieuwenborch. Na eerst alles energiek ontkend te hebben, zijn de vier kompanen na een handige ondervraging, door hun flagrante tegenstrijdige verklaringen en in de presentie van niet te ontkennen materiële feiten, tot bekentenissen over moeten gaan. De heer Benoidt heeft een dertigtal diefstallen aan deze gevaarlijke bende toe kunnen schrijven. Het Nieuws van den Dag, 20 oktober 1899 Rechtbank van Brussel. — De zittingen van de boetstraffelijke rechtbank van 16, 17 en 18 october werden ingenomen door de zaken ten laste van: 1° Seghers Jozef, bijgenaamd Chellen, 2° Seghers Victor, bijgenaamd Huyskens, 3° Goedgezelschap Frans, bijgenaamd Scatin, 4° Van Nieuwenbergh Frans, bijgenaamd de Leuveneer, 5° Van 139
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Doorslaer Marie, weduwe Teugels, wonende te Malderen, 6° Vengeurs J.B., geboren te Buggenhout, wonende te Malderen, 7° Seghers Philomène, bijgenaamd Huyskens, 8° Seghers Jan id. landbouwer te Malderen, 9° Teugels Karel, fabriekswerker te Londerzeel, 10° Teugels Marie, wonende te Londerzeel, 11° De Bondt Frans, bijgenaamd de Lok, Beticht van a) de zes eersten in het arrondissement Brussel deelgemaakt te hebben van eene bende kwaaddoeners, b) de 1ste, 3de en 11de, te Londerzeel, in den nacht van 30 november 1898, een verken gestolen te hebben ten nadeele van Louis Piessens, c) de 6de het verken verheeld te hebben, d) de 1ste en 3de in den nacht van 14 op 15 juni 1898 te Merchtem zes balen kleergoed, schoenen enz. gestolen te hebben. Zij hebben nog gestolen: 32 kiekensn 400 kilos bloem, kolen, 2 geweeren, rijwielen, juweelen, leder, wijn, chocolade, enz. Er werden 68 getuigen gehoord. De 4de betichte beschuldigde de tien anderen. Het vonnis werd woensdagavond uitgesproken. Zijn veroordeeld: de 1ste tot 9 jaar en 5 maanden gevang en 10 jaar waakzaamheid van policie: de 2de idem; de 3de idem; de 4de tot 5 jaar en 8 maanden gevang en 5 jaar waakzaamheid van policie; de 5de tot 3 jaar gevang en 5 jaar waakzaamheid; de 6de tot 1 jaar, 4 maanden en 15 dagen gevang; de 7de tot 3 maanden en 15 dagen (voorwaardelijk); de 8ste tot 1 maand gevang en 26 frank boet. De drie laatsten werden vrijgesproken. Le Peuple, 24 juli 1899 Het Nieuws van den Dag, 25 juli 1899 Verschrikkelijke brand te Londerzeel. — De echtgenooten D., werden zaterdag nacht gewekt door het geroep: “Brand!, brand!” Ze vluchtten half gekleed het huis uit. De woning stond inderdaad in vuur en vlam; eenige geburen kwamen toegeloopen en begonnen te blusschen. De brand nam ongelukkiglijk een zoo groote uitbreiding en sloeg weldra op het aanpalende huis, toebehoorende aan den broeder van D., over. De beide huizen werden in asch gelegd. Verscheidene koeien en een verken bleven in den brand. De schade, door de verzekering gedekt, is zeer groot. De oorzaak van de ramp is onbekend. Het Handelsblad 21 november 1899 Den Denderbode, Aalst 23/11/1899 In den omtrek van Wolverthem heeft men in de laatste dagen talrijke diefstallen ontdekt van vleesch van op bevel afgemaakte dieren. Zoo werden zaterdag nacht te Londerzeel nog twee verkens gestolen, die afgemaakt waren en in den grond moesten worden gedolven. Toen de veldwachter kwam om tot de indelving over te gaan, was het vleesch verdwenen. Het gerecht; de gendarmerie en de policie van omliggende dorpen zijn op hunne hoede. Nieuws- en Advertentieblad van Herenthals - 25/11/1899 In den omtrek van Wolverthem heeft men in de laatste dagen talrijke diefstallen ontdekt van vleesch van op bevel afgemaakte dieren. Zoo werden zaterdag nacht te Londerzeel nog twee verkens gestolen, die afgemaakt waren en in den grond moesten worden gedolven. Toen de veldwachter kwam om tot de indelving over te gaan, was het vleesch verdwenen. Het gerecht, de gendarmerie en policie van omringende dorpen zijn op hunne hoede. De Schelde. 20 01 1900 Wegeniswerken - De baan van Puurs naar Londerzeel. werd aangenomen door MJ. Daelemans, te Sint-Amands, mits 8800 fr. Het bestek beliep 11.600 fr.
140
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Het Nieuws Van den Dag, 5 april 1900 Steenhuffel. — Dinsdag namiddag is een hevige brand uitgeborsten in het huis van M. Vandenbranden, landbouwer alhier. Toen het alarm gegeven werd had de brand reeds eene groote uitbreiding genomen en zich aan twee aanpalende huizen medegedeeld. Ondanks alle pogingen, door toegesnelde dorpelingen in ‘t werk gesteld, vatte ook eene aanpalende schuur vuur, en er was geen middel meer om te blusschen. De drij huizen en de schuur brandden ten gronde af. De schade is zeer aanzienlijk. Journal de Bruxelles, 5 april 1900 Le peuple, 5 april 1900 (Vertaald) Hevige brand in Steenhuffel – Drie huizen afgebrand. Terwijl de meeste inwoners van het dorp zich op het veld bevonden, brak dinsdagnamiddag brand uit in het huis van de heer Vanden Brande (een grimmig voorbestemde naam). Er werd alarm geslagen toen de vlammen het hele huis al ingenomen hadden en door het dak sloegen. Er werd zo snel mogelijk voor hulp gezorgd maar ondanks alle inspanningen van de hulpverleners vielen het huis van de heer Vanden Brande en 2 aanpalende woningen ten prooi aan de vlammen. Niets kon worden gered: meubelen, spaarcenten, oogst, alles werd vernield. Geen enkele van de drie huizen was verzekerd Het Nieuws Van Den Dag, 18 april 1900 Steenhuffel – Het huis en de schuur van Louis Bettens, landbouwer en boterkoopman te Steenhuffel, Bouw, zijn afgebrand. Alles is vernield: meubelen, alaam, oogst, voeder, aardappels, kiekens, geit, enz. De Volksstem, 9/5/1900 Nieuws van de week eindigende 21 April 1900. Steenhuffel – Op Steenhuffel-Bouw, alhier, zijn het huis en de schuur afgebrand van Louis Bettens, landbouwer; alaam, oogst, voeder, aardappels, kiekens, eene geit, enz., alles is in den brand gebleven. Het Handelsblad, 27 mei 1900 Den Denderbode, Aalst, donderdag 31/5/1900 Uit Steenhuffel wordt gemeld: Het parket is in deze gemeente gekomen, om onderzoek te doen over den dood van zekeren Leemans. De man was dooddronken neergevallen aan de deur eener herberg. Men denkt dat hij in den nacht eenen hevigen stomp heeft ontvangen. De dood is het gevolg van verwikkelingen in de wonde. De lijkschouwing heeft plaats gehad. Verscheidene personen zijn ondervraagd. Le Vingtième Siècle, 28 mei 1900 (Vertaald) ... Langs een lange door olmen belommerde weg, links en rechtd afgezoomd met sparrenbossen, aanplantingen en weiden, stoomt de tram verder naar Londerzeel. Om 9 h ½ stappen we af in dat dorp. De grote klok luidt en in gehaaste groepjes gaan de boeren naar de hoogmis. Ze komen van alle kanten, zowel van afgelegen hoeven als uit de straten van het dorp en de huizen op de markt. De kerk met haar met leisteen bedekte toren die recht naar de blauwe hemel wijst, vult zich snel met een devote menigte; de mannen rechts, de vrouwen links, volgen de dienst aandachtig. Het is zo geruststellend om al die ruwe werkmensen in de
141
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
inspiratie van hun stevig geloof de energie te zien zoeken die nodig is voor het verrichten van hun zwaar labeur. Voor de kerk spelen enkele bengels het hinkelspel of met de tap. Onder de olmen bij de fontein, wordt door een zwerm mussen een soort van (zonder twijfel) electorale meeting gehouden. Met zotte kreten plensen ze in het water van de bron en dartelen ze in het stof. Bij het gemeentehuis zit een jonge gast op het perron met voor hem een open lederen sacoche waaruit hij formulieren haalt met de vraag om te stemmen voor de katholieken. Maar de kiezers zijn niet erg geïnteresseerd. Deze brave mensen hebben al beslist en een ultieme raad lijkt hen overbodig. Uit vrees voor ongeregeldheden werd het leger opgeëist. Maar mijnheer de burgemeester Van Assche kent het vreedzame karakter van zijn burgers en heeft alleen maar, aan de voet van het perron van het gemeentehuis, de champetter neergezet. De staf en het groene uniform van deze vertegenwoordiger van de macht volstaan om zelfs de grootste amokmakers de wet te laten respecteren. In de grote zaal van een herberg, die uitgeeft op de markt, zitten enkele dorpelingen aan een tafel. Wij installeren ons naast hen en sturen het gesprek in de richting van de politiek. Dat is een terrein dat deze mannen even goed als het ploegen en de wisselbouw schijnen te beheersen . “Is priester Daens in het kanton geweest?”, vragen wij na enkele algemene beschouwingen. “Ja, mijnheer, maar hij heeft het dorp snel moeten verlaten. Geen enkele “baes” heeft hem een vergaderzaal willen geven. In Wolvertem heeft hij ook geen beter welkom gehad. Wij houden er niet van dat mensen, wiens eerste plicht het is om het respect voor de religie te versterken, de socialist uithangen en dezelfde praat als de ‘vloekers’ verkopen”. “En de socialisten, hebben die hier propaganda gevoerd?” “Dat hebben ze wel voor gewacht... Ze zijn met zijn drieën met affiches naar het dorp gekomen. Ze hebben zelfs nederig gevraagd om hier één van hun pancartes te mogen zetten, maar we hebben ze aan de deur gezet en hen gezegd dat ze elders even goed ontvangen zouden worden. Ze hebben hun matten dan maar opgerold.” Een andere boer vertelt ons dat de kiesstrijd in Opwijk, Steenhuffel en Kapelle-op-den-Bos vinniger is geweest. Maar de revolutionairen zijn er niet met de eer van de zege kunnen gaan lopen. De Daensisten hebben alleen in Kapelle-op-den Bos bij de fabrieksarbeiders en bij de mannen van het Arsenaal van Mechelen wat succes gehad. Langs een met seringen bebloemd straatje keren we terug naezr de statie van de tram. De kinderen keren, braaf elkanders hand vasthoudend om hun nieuwe kleren niet vuil te maken, terug van de mis. Langs de hagen, in grote kooien, schrikken vette kiekens als wij passeren terwijl ze hun nesten van angst kwetterende kuikens zien uitlopen. In de verte komt de tram met volle stoom over de zonovergoten velden aangereden. Spoedig zullen we terug op weg naar Brussel zijn. Journal de Bruxelles, 28 mei 1900 Le XXe Siècle, 29 mei 1900 (Vertaald) Het parket van Brussel is gistermorgen in Steenhuffel afgestapt om de mysterieuze dood van een zekere L. uit deze gemeente te onderzoeken. Vorige zondag bevond L. zich in een hoge mate van dronkenschap in een Steenhuffelse herberg en werd door de patroon aan de deur gezet. De volgende ochtend vond men hem uitgestrekt en ingeslapen op de openbare weg voor de deur van het café. Hij had een wonde aan het hoofd maar die werd niet opgemerkt. L. ging naar huis, klaagde over hoofdpijn en ging naar bed.
142
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
De pijn werd erger met de dag en gisteren is de ongelukkige onder vreselijke pijnen bezweken. Deze namiddag heeft men een lijkschouwing verricht. Daaruit blijkt dat L. zou gestorven zijn aan de gevolgen van een stamp van een hiel op het hoofd. Het onderzoek gaat verder. Nieuws- en Advertentieblad van Herenthals - 2/6/1900 Uit Steenhuffel wordt gemeld: Het parket van Brussel is in onze gemeente gekomen, om onderzoek te doen over den dood van zekeren Leemans. De man was dooddronken neergevallen aan de deur eener herberg. Men denkt dat hij in den nacht eenen hevigen stomp heeft ontvangen. De dood is het gevolg van verwikkelingen in de wonde. De lijkschouwing heeft plaats gehad. Verscheidene persoonen zijn ondervraagd. (Verduidelijking: vermoedelijk gaat het over Jan Frans Leemans, de echtgenoot van Joanna Catharina Verhertbruggen. Hij woonde op de Boskant.)
Het Laatste Nieuws, 18 oktober 1900 Londerzeel - Alweer een trein ontriggeld. Een gedeelte van den koopwarenlrein 6009 vertrekkende rond 8 uren 's avonds naar Meirelbeke. is maandag te 10 1/2 uren ontriggeld nabij de statie van|Londerzeel. Het verkeer op de spoorbanen werd geruimen tijd onderbroken en de internationale treinen van Oostende ondergingen aanzienlijke vertragingen. Le Soir, 2 juli 1900 (Vertaald) Verschrikkelijke val – Per telefoon van onze Antwerpse correspondent. 30 juni – Bij het nieuwe militaire hospitaal dat men momenteel in de Leemstraat te Antwerpen aan het bouwen is heeft zich een zwaar ongeluk voorgedaan. Een leidekker, Gustave Van den Eynde, 19 jaar oud, wonend in Londerzeel, is van het gebouw gevallen en heeft zijn ruggengraat gebroken. De ongelukkige werd stervend naar het hospitaal gevoerd.
Het Nieuws van den Dag, 25 oktober 1900 Elektrische verlichting. — De inhuldiging der elektrische verlichting der gemeente Londerzeel zal plaats hebben zondag 28 october. De ontvangst der uitgenoodigdcn zal geschieden om 3 ure op het gemeentehuis, waar eene tentoonstelling zal zijn van elektrische toestellen voor huiselijk gebruik. Rond 4 ure zal de stoet, vergezeld door de muziekmaatschappijen, zich naar de melkerij begeven waar het licht zal ontstoken worden alsook de illuminatie.
143
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Het Nieuws van den Dag, 30 oktober 1900 De elektriciteit te Londerzeel. — Zondag avond had alhier de inhuldiging plaats van de elektrische verlichting. Ten 4 ure ‘s namiddags werd eene tentoonstelling geopend van allerlei elektrische toestellen voor huiselijk gebruik. Een machien van 35 peerdenkracht levert den stoom voor den motor. Het jachtwiel van 3 meters middelljn doet een dynamo draaien met 830 toeren per minuut. De inrichting is zeer prachtig. Wat de verlichting betreft, die is buitengewoon gelukt. Aan volk ontbrak het er niet en al de huizen waren bevlagd. Ongetwijfeld zal het voorbeeld door Londerzeel gegeven, in de omliggende gemeenten navolgers vinden. Het Nieuws van den dag, 2 februari 1901 De hoeve van den landbouwer Van Campenhout, met gansch den inboedel en het vee, is door den brand vernield. De man kon met moeite zijne zeven kinderen redden. Men denkt dat dieven den brand gesticht hebben. l’Indépendance Belge, 9 februari 1901 (Vertaald) Brand van een Hoeve te Londerzeel – Terwijl de wind in de nacht van dinsdag op maandag met orkaankracht blies ontstond er brand in de hoeve van landbouwer Van Campenhout in Londerzeel. De boer werd door het geknetter der vlammen wakker toen die de stal al ingenomen hadden. Er bleef hem niets anders over dan zijn 7 kinderen te redden en ze in veiligheid te brengen, wat niet gemakkelijk was want het vuur had het woongedeelte al bereikt. De hoop om ook het vee te redden moest opgegeven worden; 2 koeien, 1 kalf, 1 varken en een aantal kippen die voor de markt vetgemest werden, vielen ten prooi aan de vlammen. Het in brand staande gebouw lag geïsoleerd en daarom waren er maar hoogstens 10 buren die konden komen helpen om wat meubelen te redden. De schade, gedekt door de verzekering, wordt geraamd op 15.000 frank. L’Auto, Frankrijk, 12 februari 1901 Le Vélo, Frankrijk, 21 februari 1901 (Vertaald) Fischer aangevallen – In onze wereld van wielrenners kennen we niet alleen Fischer, de sympathieke klimmer, en Fischer, de winnaar van Bordeaux-Parijs in 1900, maar ook de oud-wielrenner Fischer uit Antwerpen die momenteel als koopman werkt. Deze Fischer keerde met de wagen, via de baan van Londerzeel, 3 dagen geleden (9 februari) naar Antwerpen terug toen hij, bij het passeren in Breendonk, op enkele kilometers van Londerzeel, door boeren werd aangevallen, zonder twijfel dezelfde die enkele dagen geleden andere Antwerpenaren belaagden. De onverlaten hadden een kar dwars over de weg gezet en Fischer moest voorzichtig en koelbloedig een revolver tonen die hen snel deed zwijgen. Dergelijke zaken gebeuren bijna dagelijks en het gerecht doet niets om ze te bestraffen. Joseph Fischer, de Duitse winnaar van Bordeaux-Parijs in 1900
144
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Het Laatste Nieuws, 29 maart 1901 Brandstichting en moordpoging te Steenhuffel - Van onzen correspondent. In eene afgezonderde pachthoeve alhier woont de weduwe de Trogt met haren zoon Pieter. Dinsdagnamiddag begaf de moeder zich naar Mechelen. Rond 3 uren, bemerkten buitenlieden dat het pachthof in brand stond. Ze snelden er naartoe en stootten de deur in. Terwijl de eenen den brand bluschten, drongen de anderen in het huis. In de keuken vonden zij zoon De Trogt bewusteloos liggen te midden van eenen plas bloed. Pieter werd verscheidene malen gewond aan het hoofd bij middel van een stomp werktuig. Een dokter werd geroepen. Hij bestatigde dat het slachtoffer nog leefde en bracht hem tot het bewustzijn terug. Tot hiertoe kon de jongeling echter nog geen enkel woord spreken. De drijfveer dezer dubbele en vreeselijke misdaad moet wraakneming zijn, want niets werd in de hofstede gestolen. De rechterlijke overheid hoopt dat het slachtoffer weldra zal kunnen spreken en de moordenaars-brandstichters doen kennen. Het parket van Brussel en de gendarmerie van Wolverthem houden zich zeer ieverig met deze geheimzinnige zaak bezig. Opmerking: De hoeve lag in het zuidelijke deel van de Smisstraat. De gewonde was Petrus Troch, geboren in Steenhuffel op 24 februari 1873, zoon van Carolus Ludovicus, geboren in Wieze en gestorven in Steenhuffel op 18 november 1882. Zijn moeder was Maria Theresia van Laethem, geboren in Steenhuffel in 1837.
De Volksstem, 29/5/1901 Steenhuffel - Op de Hoogstraat alhier, is Vrijdag de hoeve afgebrand van, De Smedt-Moyson, gekend onder den naam van "Koeiboeres". Een deel der meubelen en het hoornvee zijn gered. Het toponiem Hoogstraat heb ik nergens anders gelezen. De Hoeve lag aan de straat ‘Over de Beek’, niet ver van Kaaskantmolen Het Laatste Nieuws, 4 juli 1901 Een voorbeeld voor andere gemeenten— Sedert verleden zomer wordt de gemeente Londerzeel bij middel van de elektriciteit verlicht. Eene groep inwoners van dit dorp, vereenigd onder den naam van Londerzeel-Electique, verzekert dezen openbaren dienst met een kapitaal van 30.000 fr., 4 % interest opleverend. De gebruikte motor is degene van eene samenwerkende melkerij. In de gemeente werden gloeilampen geplaatst van 16 en van 32 bougies. Deze verlichting kost slechts 600 fr. aan de gemeente. Bijzonderen hebben meer dan 500 lampen in gebruik, aan 2 centiemen per uur en per lamp van 16 bougies. Journal de Bruxelles, 6 januari 1902 Bevolking per 31/12/1901: Londerzeel: 5018 De Volksstem, 5/2/1902 Nieuws van de Week, eindigende 18 Jan.1902. Woensdag morgen, om 3ure, is een geweldige brand uitgebarsten bij M. Louis Van Gucht, herbergier en kuiper te Ramsdonck bij Londerzeel. De bewoners van het huis kon men slechts met groote moeite redden. Alle pogingen om het vuur te blusschen bleven vruchteloos en van het huis, slechts sinds een enkel jaar gebouwd, schoten weldra nog alleen de zwartgerookte muren over.
145
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Het Nieuws van den Dag, 29 maart 1902, en 1 april 1902 Londerzeel. — Woensdag avond, rond 8 ure, brak er brand uit bij de kinderen Van Nieuwenhuyzen (Jef Van Nieuwenhuyzen), landbouwers, op het gehucht Eekhout. De schuur met den inhoud is de prooi der vlammen geworden. Dank aan spoedige hulp kon het woonhuis gespaard blijven. Het Nieuws van den Dag, 18 april 1902 Londerzeel — De genaamde Lodewijk Siebens, landbouwer, oud 58 jaren, wonende in den Molenhoek, werd sedert geruimen tijd het leven ondragelijk gemaakt door zekere moedwilligaards; dezer dagen werden er zelfs gewelddaden op zijnen persoon gepleegd. Siebens, een voorbeeldig burger en van zeer zachten aard, heeft zich die zoo onmenschelijke als onverdiende behandelingen zoodanig aangetrokken, dat hij woensdag morgend, in eene vlaag van ijlhoofdigheid, door verhanging een einde aan zijn leven heeft gesteld. Het Laatste Nieuws, 22 mei 1902 Londerzeel – Met de eerste tram uit Grimberghen is te Londerzeel-Linde een schrikkelijk ongeluk gebeurd. Eene half onnoozele vrouw die met bedelen haar brood verdiende en daarbij doof was, Joanna Maria De Doncker oud 56 jaar, van Impde, is op Linde door de tram overreden De machinist had alle pogingen in het werk gesteld om haar op het gevaar opmerkzaam te makenen om het machien stil te leggen, doch vruchteloos, zij sprong, om zoo te zeggen, onder de tram. De ongelukkige was schrikkelijk gekwetst, een been gebroken, de neus ingestompt en verder had zij afzichtelijke wonden. De eerste zorgen werden haar toegediend in een naburig huis, waarna zij naar het gasthuis overgebracht werd. Het arm slacht-offer is zaterdagnamiddag aan hare afgrijselijke wonden overleden. Journal de Bruxelles, 23 juni 1902 (Vertaald) Nieuwe rijkswachtbrigade – De Rijkswachtbrigade van Londerzeel, gesticht bij K.B. van 24 augustus 1899, is sedert gisteren geïnstalleerd. Ze heeft als circonscriptie de volgende gemeenten: Londerzeel, Kapelle-op-den-Bos, Malderen, Nieuwenrode, Ramsdonk en Steenhuffel. Ze vormt het militiekanton van Londerzeel. Als gevolg van deze creatie wordt de ruiterbrigade van Wolvertem tot een brigade te voet omgevormd. Hun effectief zal dus met 1 veldmaarschalk en 4 gendarmes te paard verminderd, en met hetzelfde personeel te voet vermeerderd worden. Het Nieuws van den Dag, 22 mei 1902 Steenhuffel. — De kermis alhier is in den nacht van maandag tot dinsdag door droeve tooneelen gekenmerkt geworden. Drie rustige burgers der gemeente waren een laatste pintje als afscheid gaan drinken, toen er op eens ruiten verbrijzeld werden in de herberg waar zij zich bevonden. Op het gerucht liepen de drie mannen naar den uitgang, waar acht kerels uit den omtrek stonden die hen met dolkmessen aanvielen. Een der burgers, suisse in de kerk, werd in stervensgevaar opgenomen; de man heeft nog slechts de H. Olie kunnen ontvangen. Met de messen te willen afweeren werden hem de twee duimen afgesneden; buiten andere verwondingen nog, bekwam hij een steek in de zijde, die zijn leven in gevaar brengt. De tweede burger werd door messteken aan het hoofd en den hals getroffen, en de derde burger bekwam messteken in het gelaat; deze laatste wonden zijn niet doodelijk. De nieuwe brigade gendarmerie van Londerzeol, pas in deze gemeente aangekomen, is heel den dinsdag voormiddag ter plaats geweest. Het parket werd in den namiddag verwacht De 146
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
daders zijn gekend en men heeft reeds drie kerels aangehouden, twee van Steenhuffel en een van Londerzeel. De toestand van de twee ergst gekwetste slachtoffers was woensdag iet wat verbeterd, doch hun toestand boezemt nog altijd groote onrust in. Nieuws- en Advertentieblad van Herenthals - 24/5/1902 Het parket heeft zich naar Steenhuffel, bij Londerzeel, begeven om onderzoek te doen in zake van een kermisgevecht, dat bloedige gevolgen heeft gehad. Een herbergier kreeg in de borst twee steken, die de longen doorboorden, zoodat zijn toestand doodelijk is. Twee andere zijn minder zwaar gekwetst. Er zijn aanhoudingen gedaan. Le soir, 23 mei 1902 (Vertaald) - Verschrikkelijke ruzie met drie gewonden – Het parket van Brussel werd verwittigd van een drama dat zich vorige nacht in Steenhuffel, een kleine plaats bij Londerzeel, heeft afgespeeld. Het was er kermis en enkele inwoners die wellicht te veel gedronken hadden zijn aan de deur van de herberg van het echtpaart Hannaert herrie beginnen schoppen. Zonder reden zijn ze de ruiten beginnen breken. De herbergier kwam naar buiten maar direct wierpen stortten verschillende mannen zich op hem, wierpen hem tegen de grond en brachten hem verschillende messteken toe. Op het geroep van het slachtoffer kwamen twee vreedzame consumenten aangelopen, maar kregen dezelfde brutaliteiten te verduren. Ook zij werden met messen gestoken. Daarna namen de aanvallers de vlucht. Ondanks hun overvloedig bloedende wonden brachten de laatste twee gekwetsten de bewusteloze herbergier naar zijn bed. Een snel bijgeroepen dokter stelde meerdere dodelijke wonden vast en zegde dat zijn toestand absoluut wanhopig was. Ook de twee andere slachtoffers waren ernstig verwond maar verkeren niet in levensgevaar. Het parket van Brussel heeft al twee arrestaties bevolen en die zijn intussen gebeurd. Vele andere zitten er aan te komen. Le Patriote, 23 mei 1902 (Vertaald) Bloedige kermis – Een messendrama op 2de kermisdag te Steenhuffel. Een bende jongeren achtervolgde een dorpsbewoner die wegvluchtte in het café van M. Hannaert, Steenweg op Merchtem. De herberg werd onmiddellijk belegerd en met kasseistenen bekogeld. Hannaert probeerde hen te kalmeren maar werd met messteken overladen. Twee verbruikers, Pierre Parys, brouwersgast, en Philippe Van Wemmel, mijnwerker te Charleroi, snelden hem ter hulp maar ondergingen hetzelfde lot. De drie gewonden vertoonden snel geen teken van leven meer en werden bewusteloos door de buren opgeraapt. Hannaert kreeg 3 steken in het hoofd, 2 in de borst en een 6 de in de arm. Zijn kleren waren letterlijk aan flarden. Parys had meerdere blessures: zijn rechterlong is doorboord. Van Wemmel bekwam een snede in het gezicht met een lengte van meer dan 15 cm. De rijkswacht van Londerzeel is een onderzoek begonnen. Het parket arriveerde eveneens en schreef arrestatiebevelen uit. Er zijn al drie aanhoudingen gebeurd. Journal de Bruxelles, 22 mei 1902 Het Laatste Nieuws, 23 mei 1902 Bloedig drama te Steenhuffel – Drie mannen met messen gestoken - Eén doodelijk gekwetste. - De anders, zoo rustige gemeente Steenhuffel, nabij Londerzeel, werd Dinsdagnacht het tooneel van een bloedig drama. Drie mannen werden met messen getroffen en een hunner bevindt zich zelfs in doodsgevaar. 147
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Rond middernacht kwamen eene bende dronken kerels in de herberg van de echtgenooten Hannaerlt en begonnen al de ruiten te verbrijzelen, zonderde minste reden. Hannaert ging buiten, doch hij had nauwelijks den drempel zijner woning overschreden of hij werd vastgegrepen en aangevallen met messen. Op het noodgeroep van het slachtoffer, snelden twee andere personen toe welke zich in de herberg bevonden, Van Wemmel (elders Vanmemelig) en Parijs, maar zij werden op bunne beurt aangerand en met messen gestoken in de borst en in het hoofd. De moordenaars, ziende dat Hannaert uitgestrekt in een grooten bloedplas bleef liggen en dat de twee andere slachtoffers insgelijks veel bloed verloren, namen ijlings de vlucht. Van Wemmel en Parijs bezaten nog de noodige krachten om Hannaert in de herberg te dragen en op zijn bed te leggen. Een dokter, in aller haast geroepen, bestadigde dat de herbergier vreeselijk werd gestoken in den rug, dat zijne longen doorboord werden. Hij verwittigde onmiddellijk de gendarmerie, welke spoedig ter plaats verscheen, een vluchtig onderzoek instelde en vervolgens het parket per telegraaf verwittigde. De magistraten stapten Woensdagmorgen te Steenhuffel af. Twee aanhoudingen werden gedaan en andere zullen volgen. Hannaert verkeert in doodsgevaar. De kwetsuren van de twee andere slachtoffers, ofschoon verschrikkelijk, zullen geen noodlottigen afloop hebben, ten ware er zich onvoorziene verwikkelingen voordeden. Men kan denken, welke opschudding deze bloedige gebeurtenis te Sleenbuffel veroorzaakte, des te meer daar de bevolking er kermis vierde en zich derhalve volop aan vreugde en pleizier overgaf. Nieuwe bijzonderheden De herbergier Hannaert woont op den steenweg van Merchtem. Zijn huis werd eerst door de dronken kerels met steenen bestormd, zoodat de vensters aan stukken vlogen. Hannaert ging buiten om aan die baldadigheid een einde te stellen. Hij bekwam drie messteken in het hoofd, twee in de borst en een in de armen. Pieter Parijs, brouwersgast, en Filip Van Wemmel, mijnwerker, die van Charleroi was gekomen om de kermis bij zijnen broeder, landbouwer, door te brengen, werden insgelijks vreeserlijk gestoken. Eene der wonden van dezen laatste is ruim vijftien centimeters lang. Zijn aangezicht werd doorkerfd en zijn neus afgesneden, eene ware slachting! De aangehoudenen werden naar de gevangenis van St-Gillis overgebracht. De Volksstem, Aalst, 24 mei 1902 Steenhuffel. – De kermis alhier is in den nacht van maandag tot dinsdag door droeve tooneelen gekenmerkt geworden. Drie rustige burgers der gemeente waren een laatste pintje als afscheid gaan drinken, toen er op eens ruiten verbrijzeld werden in de herberg waar zij zich bevonden . Op het gerucht liepen de drie mannen naar den uitgang, waar acht kerels uit den omtrek stonden die hen met dolkmessen aanvielen. Een der burgers, suisse in de kerk, werd in stervensgevaar opgenomen, de man heeft nog slechts de H. Olie kunnen ontvangen. Met de messen te willen afweeren werden hem de twee duimen afgesneden, buiten andere verwondingen nog, bekwam hij een steek in de zijde, die zijn leven in gevaar brengt. De tweede burger werd door messteken aan het hoofd en den hals getroffen, en de derde burger bekwam messteken in ’t gelaat, deze laatste wonden zijn niet doodelijk.
148
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
De nieuwe brigade gendarmerie van Londerzeel, pas in deze gemeente aangekomen, is heel den dinsdag voormiddag ter plaats geweest. Het parket werd in den namiddag verwacht. De daders zijn gekend en men heeft reeds drie kerels aangehouden, twee van Steenhuffel en een van Londerzeel. De toestand van de twee ergst gekwetste slachtoffers was woensdag iet wat verbeterd, doch hun toestand boezemt nog altijd groote onrust in. Gazet van Temsche - 25/05/1902 Moordtooneel te Steenhuffel De kermis van Steenhuffel, is in den nacht van maandag op dinsdag, door een schrikkelijk moordtooneel gestoord geworden. Drie burgers, die rustig eene herberg verlieten, werden door acht woestaards aangevallen en met messteken doorkerfd. Twee der burgers, waaronder de suisse der kerk, bleven halfvermoord ter plaatse liggen. Zij verkeeren heden nog in gevaar van sterven. De daders zijn gekend. Den Denderbode, zondag 25 mei 1902. Het parket heeft zich naar Steenhuffel, bij Londerzeel, begeven om onderzoek te doen in zake van een kermisgevecht, dat bloedige gevolgen heeft gehad. Een herbergier kreeg in de borst twee steken, die de longen doorboorden, zoodat zijn toestand doodelijk is. Twee andere zijn minder zwaar gekwetst. Er zijn aanhoudingen gedaan. De Volksstem, 11/6/1902 Steenhuffel.—Maandag nacht werd de kermis alhier door droevige tooneelen gestoord. Drie rustige burgers dezer gemeente gingen voor het afscheid nog een pintje drinken, toen opeens, in de herberg waar zij zich bevonden, verscheidene ruiten verbrijzeld werden. De drie mannen liepen naar den uitgang, waar zij aangevallen werden door acht mannen met dolkmessen gewapend. Een der burgers, de "suisse" der kerk, werd bewusteloos opgenomen en verkeerde in zoo ergen toestand dat men hem haastig de H. Olie toediende. Buiten andere verwondingen, heeft hij een steek in de zijde bekomen die zijn leven in gevaar stelt. Een tweede bekwam steken in 't hoofd en aan den hals, doch zijne wonden zijn niet gevaarlijk, en de derde werd steken in het gelaat toegebracht, maar die evenmin doodelijk zijn. Reeds zijn drie der daders aangehouden: twee houders zijn van Steenhuffel, de derde van Londerzeel. De toestand der twee ergst gekwetsten was woensdag wat verbeterd, doch hun toestand boezemt nog altijd groote onrust in. Le Petit Bleu du Matin, 3 augustus 1902 (Vertaald) Rode kermis – Het toneel is Steenhuffel. Steenhuffel vierde, op 19 mei laatstleden, zijn jaarlijkse kermis en met speciale toelating van de burgemeester waren de herbergen in de nacht van 19 op 20 mei open gebleven. De patroon van één van deze instellingen zat die nacht met enkele late klanten nog wat te drinken toen plotseling een boer kwam binnengestormd om toevlucht te zoeken tegen personen die hem achtervolgden. Met zeer veel schrik vertelde die man dat zijn achtervolgers met messen gewapend waren. Terwijl hij zijn verhaal beëindigde kwam vanaf de straat een regen van projectielen neer tegen de ruiten van het café, die braken. de “baes” ging naar buiten om de belegeraars de vernieling te laten stoppen. Nauwelijks had hij de mond geopend of hij werd neergestoken, op de grond gegooid en geslagen. Op zijn geroep kwamen François Parys en Fideel van Wemmel toegesneld. Maar ook zij werden op de grond geworpen en met messteken overladen. Deze wrede scene eindigde pas toen de drie in bloed badende slachtoffers geen teken van leven meer gaven. De schurken namen dan de vlucht en verdwenen in het landschap. 149
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Toen het opnieuw stil werd besloten de buren, die zich van schrik opgesloten hadden, omhet slagveld te gaan bekijken. Ze vonden de drie gewonden, bewusteloos liggend in een zee van bloed. Ze namen hen op en brachten hen in de herberg waar de plaatselijke geneesheer vaststelde dat ze alle drie zeer zwaar gekwetst waren. Als gevolg van een bezoek van het parket konden de magistraten de identiteit van de daders achterhalen. Ze werden snel gearresteerd en opgesloten. Nu zijn ze voor de correctionele rechtbank verschenen die hen veroordeeld heeft: Gérard Peeters, landbouwer te Steenhuffel, en Victor Van Praet, landbouwer te Londerzeel, alle twee tot 1 jaar en 15 dagen cel; François Van Praet, werkman te Wolvertem, tot 1 jaar en 3 maanden; en Jan Van Mol, langzager te Steenhuffel, tot 6 maanden. De slachtoffers, die zich burgerlijke partij hadden gesteld, hebben een schadevergoeding van 1.050 fr. toegewezen gekregen. Het Laatste Nieuws, 1 september 1902 Rechtbanken - Eene bloedige kermis te Steenhuffel. In den nacht van 19 op 20 Mei, op de kermis van Steenhuffel, nabij Londerzeel kwam een persoon gevlucht in eene herberg, waar verscheidene personen aanwezig waren en beweerde dat met messen gewapende personen hem op de hielen zaten. Na deze woorden werden de ruiten der herberg door stenen verbrijzeld. Toen de baas den aanvallers opmerkingen deed, werd hij, evenals Fr. Parijs en Fideel Van Wemmel, aangegrepen en ten gronde geworpen, en alle drie met messen doorstoken. Dan namen de beestelijke aanranders de vlucht. De schuldigen verschenen nu voor de boetstraffelijke rechtbank die ze veroordeelde: G. Peeters, landbouwer te Steenhuffel, en Victor Van Praet, landbouwer te Londerzeel, elk tot 1 jaar en 15 dagen gevang; Frans Van Praet, werkman te Wolverthem, tot 1 jaar en 3 maanden gevang, en Jan Van Mol, houtzager te Steenhuffel, tot 6 maanden gevang. De slachtoffers die zich hadden aangesteld als burgerlijke partij, bekomen 1050 fr. schadevergoeding. O! zachtmmoedige zeden op den klerikalen buiten! De Volksstem, 11/6/1902 Londerzeel – Een half onnoozele vrouw, die met bedelen in haar onderhond voorzag en daarbij doof was, Joanna-Maria De Doncker, 50 jaar oud, van Impde, werd vrijdag morgen op de Linde door een eersten tram uit Grimberghen naar Londerzeel overreden en zoo erg gekwetst, dat zij zaterdag namiddag in 't gasthuis overleden is. De machinist had al het mogelijke gedaan om de vrouw opmerkzaam op het gevaar te maken en om te stoppen, doch de ongelukkige was als 't ware onder den tram gesprongen. Het Nieuws van den Dag, 17 juni 1902 Het Laatste Nieuws, 18 juni 1902 De man met den baard Te Londerzeel leeft Louis Peeters, een landbouwer, oud 48 jaar, die door moeder natuur met een prachtigen baard is begiftigd. Peeters is daar fier op en kan vooral niet lijden dat er met zijnen baard wordt gezwanst. Zondagavond nu, zaten eenige boeren, waaronder August Broothaers, in eene herberg, waar ook Peeters binnenkwam. De zwans met den baard begon opnieuw; men kwam Peeters met den baard trekken, daar krollekens in leggen, hem kammen, enz. Kortom, Peeters kreeg het op de zenuwen en besloot zich te wreken.
150
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Hij verliet de herberg en wachtte buiten de komst van Broothaers af. Toen deze verscheen, werd hij plots langs achter aangevallen en met schrikkelijk geweld meermaals gestoken, namelijk in 't hoofd. Op het hulpgeroep van Broothaers snelden de andere verbruikers toe en Peeters ging op de vlucht. Broothaers werd in de herberg verzorgd; hij had zijnen aanvaller niet herkend, doch wist dat hij een baard had en meende zelfs een gedeelte van den baard te hebben uitgerukt. Men ging op de plaats van't gevecht zoeken met een lantaarn en men vond er inderdaad eenige bossen haar. Eenieder herkende dadelijk den baard van Peeters. Broothaers werd nu naar huis gebracht. Voor de woning van Peeters werden plots twee geweerschoten gelost op den groep. De kogels floten om de ooren van Broothaers, doch troffen hem niet. De burgemeester werd van 't geval verwittigd en deze ontbood bet parket. MM. Lecoq, onderzoeksrechter, Leclerc, substituut, en Martin, griffier, stapten gister te Londerzcel af om een onderzoek in te stellen. Peeters werd bijgehaald en 't bleek nu dat hij inderdaad een gedeelte van zijn baard kwijt was. Hij loochende evenwel de aanvaller van Broothaers te zijn, maar bekende de geweerschoten te hebben gelost. Hoe hij zijnen baard nu kwijt geraakt was, kan hij evenwel niet uitleggen. Peeters zal dan ook terecht staan wegens de feiten, hem ten laste gelegd. Hij heeft gezworen zijn baard, de oorzaak van al dit kwaad, onder 't scheermes te brengen. Het Nieuws van den Dag, 24 juni 1902 Londerzeel - Sedert maandag is hier eene gendarmeriebrigade gevestigd: zij heeft het toezicht over de gemeenten Londerzeel, Capelle-op-den-Bosch, Malderen, Nieuwe,nrode, Ramsdonck en Steenhuffel. Het Nieuws van den Dag, 28 juni 1902 Londerzeel – Donderdag namiddag is de pachthoeve van M. Isidoor Peeters, te Londerzeel, gehucht Sneppelaar, ten gronde afgebrand; 2 koeien en heel de inboedel is in de vlammen gebleven. Aan redding viel niet te denken. Alles is verzekerd. Het Laatste Nieuws, 5 juli 1902
Het Nieuws van den Dag, 8 oktober 1902 Het gemeentebestuur van Steenhuffel heeft beslist dat voortaan de kermis van Allerheiligen altijd zal gevierd worden op den eersten zondag na den tweeden november.
151
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
La Métropole, 12 september 1902 Het Nieuws van den dag, 12 september 1902 Le Vingtième Siècle, 13 september 1902 Het Laatste Nieuws, 13 september 1902 Malderen – Poging tot ontriggeling - Verleden nacht, rond 1 ½ uur ‘s morgens, werden alhier twee houten blokken op den spoorweg gelegd. Een koopwarentrein reed erop. De schok was geweldig. De machinist stopte en sprong van de lokomotief om te zien wat er gebeurd was. Na deze poging om een trein te doen ontriggelen bestadigd ter hebben, verwittigde men de gendarmerie van Londerzeel en het parket van Brussel. Een streng onderzoek werd geopend en de onderzoeksrechters stapten ter plaats af. Verleden jaar op hetzelfde tijdsctip, dat van de kermis, werd insgelijks dergelijke misdadige aanslag op die plaats gepleegd. Le VVe siècle, 11 september 1902. Gil Blas, Frankrijk, 13 september 1902. Le Petit Moniteur universel, Frankrijk, 13 septembre 1902. (Vertaald) In de Sint Bonifaciuskerk te Elsene werd het huwelijk gecelebreerd van de heer René Carton de Wiart, inspecteur bij het ministerie van Binnenlandse Zaken van Egypte en gouverneur van Joorah, met juffrouw Gabrielle Quirini. De heer René Carton de Wiart is, na tot het Regiment van de Gidsen behoord te hebben, 10 jaar geleden in het Egyptische leger ingetreden waar hij een briljante carrière heeft opgebouwd. Hij is de broer van de heren Carton Wiart, Brussels afgevaardigde, en van de secretaris van de koning. De huwelijksinzegening gebeurde door een andere broer van de echtgenoot, de eerwaarde E. Carton de Wiart, pastoor van Olney en secretaris van de bisschop van Northampton (Engeland). De eerwaarde heer Hallaux, pastoor van Elsene, heeft een welsprekende en pakkende rede uitgesproken. De jonggehuwde behoort tot een edele van oorsprong Italiaanse familie die zich al lang geleden in België gevestigd heeft. Haar getuigen waren Fernand Quirini, haar broer, en Auguste Quirini, haar oom. Opmerking: Gabrielle Quirini (madame Karton), eigenaar en bewoonster van het Kaashof, nooit hertrouwd, was een legendarische figuur in Steenhuffel.
Bedfordshire Mercury, Engeland, vrijdag 19 september 1902. (Vertaald) Huwelijken – Sept. 9 in Sint Bonifacius, Elsene, door eerw. M.E. Carton de Wiart, Olney, broer van de bruidegom: René Carton de Wiart (uit Toura Egypte) en Gabrielle, dochter van wijlen M. Joseph Quirini. Den Denderbode, Aalst, zondag 30 november 1902 Overlijdens - Het comiteit Aalst van het Algemeen Syndicaat van Reizigers, Klerken, Handelaars en Patronen, biedt zijn welgemeend en christelijk rouwbeklag aan M. Polydoor Van Ghyseghem en M. Joseph Van Ghyseghem en hunne achtbare familie, voor het droevig verlies dat hen komt te treffen door het afsterven van hunnen betreurden zoon en broeder M. Leo Van Ghyseghem, in den Heer ontslapen te Londerzeel. Het Laatste Nieuws, 16 december 1902 Steenhuffel – De stallingen der hoeve van de weduwe Van Ransbeeck, op de Heirbaan, zijn afgebrand; het vee is kunnen gered worden.
152
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Het Laatste Nieuws, 1 januari 1903 Schrikkelijke wraakneming. A.V. van Steenhuffel werd door zijne minnares, Leonie D. oud 20 jaren, verlaten. Het meisje trouwde met Van Ransbeeck, inwoner derzelfde gemeente. V. zwoer zich it zullen wreken. Gisteravond, 8 uren, wachtte hij zijne gewezen vriendin en haar echtgenoot af op den steenweg Van Merchtem en hield zich achter eenen boom verborgen. Op het oogenblik dat de echtgenooten Van Ransbeek voorbijgingen loste V. twee revolverschoten op Leonie D. Deze werd door een der kogels in het hoofd getroffen en zakte ineen, om hulp roepend. De moordenaar vluchtte door de velden. De gekwetste vrouw verloor zeer veel bloed en werd, na voorloopige verzorging, naar het gasthuis van Brussel overgebracht. Haar toestand is zeer onrustwekkend. De plichtige werd Woensdagmorgen door de gendarmerie aangehouden en ter beschikking van het parket opgesloten. Le Vingtième Siècle, 1 januari 1903 (Vertaald) Van onze correspondent, 31 december 1902 – Enkele tijd geleden werd een jonge man van Steenhuffel, Alphonse Van Mal, door zijn vriendin; Leonie Demol, 20 jaar oud, in de steek gelaten. Intussen is ze met Van Ransbeeck, ook van Steenhuffel, getrouwd. Van Mal had gezworen om zich te wreken. Dinsdag avond, rond 8 uur, wetend dat zijn voormalige vriendin en haar man naar Merchtem waren geweest , verstopte hij zich achter een boom langs de weg. Gewapend met een revolver wachtte hij hun terugkomst af. Op het moment dat de echtgenoten Van Ransbeeck passeerden, schoot Van Mol twee keer op Leonie Demol. Deze werd door een der kogels in het hoofd geraakt, riep om hulp, en zeeg neer. De moordenaar vluchtte weg over het veld. Het slachtoffer dat hevig bloedde werd in een huis in de buurt gedragen en werd daarna, na van een dokter de eerste zorgen gekregen te hebben, naar het hospitaal van Brussel vervoerd. Haar toestand is extreem alarmerend. De dader werd woensdag morgen door de gendarmerie aangehouden en opgesloten tot behoef van het parket. Le Petit Journal, Frankrijk, 2 januari 1903. Drama van jaloersheid. (Vertaald) Een tijd geleden werd een jongeman van Steenhuffel, Alphonse Van Mal, door zijn vriendin Leonie Dewal, die met een andere inwoner van het dorp, Van Ransbeeck, trouwde, in de steek gelaten. Van Mal zwoer zich te zullen wreken. Gisteravond wachtte hij, gewapend met een revolver, op de baan het passeren van de jonggehuwden af. Verscholen achter een boom stond hij op wacht, met de revolver in de vuist. Toen hij de echtgenoten Van Ransbeeck zag passeren opende hij het vuur in hun richting; De vrouw, in het hoofd getroffen, viel neer als een blok. De dader werd herkend en korte tijd later aangehouden. Maar de toestand van de vrouw verergerde dermate dat men haar vandaag naar een hospitaal in Brussel heeft moeten voeren waar men de kogel zal proberen te verwijderen. Het Laatste Nieuws, 4 juli 1903 Moordpoging te Merchtem - Van Mol, Jan-Frans, geboren te Malderen den 13 Maart 1881, woonachtig te Steenhuffel, is beschuldigd van moordpoging met voorbedachtheid op den persoon zijner oude geliefde, Leonie De Mol, wonende te Merchtem, en in de volgende omstandigheden. Van Mol had vroeger kennis gehad met Leonie. Ten 153
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
gevolge eener vechtpartij werd Van Mol veroordeeld tot negen maanden gevang en wanneer hij slechts drie weken in de gevangenis zat, trouwde Leonie met een anderen inwoner van Merchtem. Op 20 December 1902 's avonds, wanneer Van Mol reeds uit de gevangenis ontslagen was, begaf zij zich met eene lantaarn in de hand over de binnenplaats, wanneer, van achter eenen boom en op vijf stappen afstand, een schot gelost werd. Leonie De Mol werd in den hals getroffen, doch niet doodelijk. De vrouw verklaart haren aanrander zeer wel te hebben herkend bij het schijnsel van haren lantaarn. Van zijnen kant loochent Van Mol krachtdadig. Dertig getuigen worden in deze zaak gehoord. De beschuldigde wordt vrijgesproken en de burgerlijke partij veroordeeld tot de kosten van het geding. Opmerking: Marie Leonia De Mol, dochter van Karel Alfons en Maria Regina Rouseau, geboren in Steenhuffel op 26 april 1882.
Den Denderbode, Aalst donderdag 8 januari 1903 Overstroomingen - Aalst. – De Dender is op gansch zijnen doorloop uit zijne oevers gevloeid ten gevolge van den geweldige regen dezer dagen gevallen. Van Ath tot Aalst en tot Dendermonde staan al de weiden onder water. Hier te Aalst zijn de Osbroek de Bergemeerschen totaal onder water geloopen, ’t gene sedert 1890 niet meer is te zien geweest. Weiden die sedertdien nimmer onder water stonden, zijn het nu. In 1890 was er meer water dan heden want alsdan spoelde de ijzerenweg naar Antwerpen door. In de omstreken van Dendermonde staan al de lage gronden onder water. Ten gehuchte Boonwijck staat ’t water tot op den dorpel der huizen. In de vallei en voor de sluizen der stad, is de Dender op vele plaatsen overgestroomd. Tusschen Merchtem en Lebbeke staat gansch de streek verscheidene kilometers ver onder water. De merktgangers en groenselverkoopers die ’s nachts op de baan waren, moesten hunne gespannen aan de hand leiden door eene zee van water. Ten gehuchte Boschkant onder Merchtem, en te Buggenhout hebben de landbouwers in der haast hun vee moeten redden. Nieuws- en Advertentieblad van Herenthals - 28/2/1903 Jachtdrama. - In den nacht van zaterdag tot zondag heeft er een jachtdrama plaats gehad te Wolverthem, op de jacht van den heer ’t Kindt, eigenaar aldaar. Het zijn de jachtwachters Callewaert, van Ramsronck, en de gebroeders Lauwers, van Capelle-op-den-Bosch, dewelke jachtwachters zijn voor M. Aug. Goossens, van Brussel, die met drie wildstroopers in aanraking hebben geweest. Geweerschoten zijn er van beide kanten gelost, bij zoo ver dat er een der wildstroopers doodelijk in de bil gekwetst werd. De jachtwachters zijn niet getroffen. De gendarmen van Londerzeel en de jachtwachter Van Herpe, van Nieuwenrode, die van bovengenoemde jachtwachters gescheiden waren om des te beter bedoelde wildstroopers te vatten, hoorden geweldig schieten en daarna eenen persoon kermen. Zij liepen ter plaats en vonden een der wildstroopers in het veld liggen, hij was de bil afgeschoten; op kleinen afstand van hem lag een lichtbak. De getroffene is een zekere J. V..., oud 24 jaar, wonende te Wolverthem (Sloozen). Journal d Bruxelles, 14 mei 1903 (Vertaald) Een oude affaire – Van onze correspondent in Dendermonde, 12 mei – Uw lezers uit de buurt van Dendermonde herinneren zich misschien de moord, 2 jaar geleden, op een boswachter in het bos van Buggenhout. De dader werd nooit gevonden.
154
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Heeft het parket eindelijk de hand op de dader kunnen leggen? Men kan het nog niet met zekerheid zeggen. Desondanks werd een zekere D.M. uit Steenhuffel, beenhouwer van beroep, zaterdag in het bureel van de onderzoeksrechter te Dendermonde ontboden. Dat gebeurde op aanklacht van twee jonge gasten, de ene vervolgd voor moordpoging op één van de dochters van D.M., de andere veroordeeld voor het uiten van doodsbedreigingen aan het adres van een tweede dochter. Is deze beschuldiging alleen maar een wraak van deze zich misdragende personen? We weten het niet. Toch werd tegen D.M. een aanhoudingsbevel uitgeschreven en werd hij in de gevangenis van Dendermonde opgeslorten. Het Nieuws van den Dag, 23 mei 1903 Poging tot manslag te Londerzeel Het parket van Brussel is gister te Londerzeel afgestapt om een onderzoek in te stellen over eene poging tot manslag aldaar den vorigen avond op den steenweg gepleegd. Ziehier in welke omstandigheden: Een veekoopman van 't gehucht Westroode, M, J. B. Prins keerde ‘s avonds van Brusel huiswaarts, waar hij eenige beesten, had verkocht, wanneer hij aan de statie van Londerzeel vervoegd werd door eenen persoon die hij kende, zekeren Lodewijk Vann H. De twee mannen stapten samen de steenweg op en gingen aan 't praten. Van H.. vroeg aan Prins of hij een goeden prijs van zijn vee had gekregen, waarop deze bevestigend antwoordde. In volle veld gekomen, terwijl de veekoopman van den kant van den weg stapte, hoorde hij plots de losbranding van een renolver aan zijn ooren weerklinken. Hij struikelde en viel in de gracht. Het was zijn gezel die getracht had hem een kogel in 't hoofd te schïeten. Gelukkiglijk doorboorde de kogel slechts het oor van Prins. Deze sprong gezwind recht en bracht aan Van H. een hevigen stokslag toe in volle gelaat. De aanvaller werd zwaar gewond en Prins haastte zich naar huis. 's Anderdaags legde hij eene klacht neder bij de gendarmerie. Op de plaats des aanvals werden de revolver en de stok gevonden. Van H... werd in staat van aanhouding gesteld. Ondervraagd door den onderzoeksrechter M. d’Oultremont, trachtte hij eerst te loochenen en beweerde dat Prins zich zelven gekwetst had, met zijn eigen revolver. Doch het werd bewezen dat Van H.den revolver eenigen tijd geleden in eene openbare verkooping had gekocht. Ingevolge werd de aangehoudene naar Brussel overgebracht en te St-Gillis opgesloten. Het Nieuws van den Dag, 21 juli 1903 Londerzeel – De woning van den werkman K. Craenhals, in den Pluimennest, is met gansch den inboedel ten gronde afgebrand. Nieuwsblad van Geel - 14/8/1903 Londerzeel – Geheimzinnige zaak. Het parket van Brussel is woensdag morgend alhier afgestapt om een onderzoek te openen over de volgende geheimzinnige zaak. Maandag was een veekoopman der gemeente, JanBaptist Prins, naar Brussel gegaan, waar hij eene groote som getrokken had. ‘d Avonds, toen hij in de statie van Londerzeel aankwam, ontmoette hij eene kennis, en ging met hem verscheidene pinten drinken. M. Prins en zijn makker begaven zich vervolgens door het veld naar hunne wederzijdsche woningen. In ’t midden van het veld gekomen loste de makker een revolverschot op M. Prins; de kogel doorboorde het oor van het slachtoffer. De veekoopman verloor zijne koelbloedigheid en bracht zijnen aanrander een zoo geweldigen stokslag op het hoofd toe, dat de kerel overvloedig bloedend ten gronde stortte. M. Prins keerde huiswaarts en verwittigde woensdag in den
155
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
vroegen morgend de gendarmen die den aanrander kwamen aanhouden en naar het gevang van St-Gilis voerden. Het parket, na de plaats van het geheimzinnig geval bezocht en M. Prins ondervraagd te hebben, heeft de aanhouding van de betichte behouden. Deze laatste beweert dat M. Prins zich met zijn eigen revolver gekwetst heeft. Nieuws- en Advertentieblad van Herenthals - 14/8/1903 Dagblad van Noord-Brabant, Nederland, 18/8/1903 Het parket van Brussel heeft zich naar Londerzeel begeven, om onderzoek te doen in zake eener moordpoging, die in dramatische omstandigheden, op den publieken weg heeft plaats gehad. Een rijke veekoopman van de gemeente, M. J.B. Prims, keerde van Brussel terug met veel geld op zak. Toen hij de statie uit kwam werd hij aangesproken door den genaamden L. Van H..., die eenige minuten hoogerop woont. Beiden gingen al klappend een eind weegs te samen, en Van H. vroeg aan Prims of hij te Brussel zaken had gedaan en zijne beesten aan goeden prijs verkocht had. Eensklaps greep hij Prims aan, te midden van het open veld en een pistoolschot klonk den veekoopman langs het hoofd. Prims die gevallen was, sprong recht en bracht Van H. een geweldigen stokslag in het gelaat toe, zoodat hij viel en bleef liggen. Prims snelde daarop naar huis en daar bemerkte hij dat zijn oor bloedde. De kogel van Van H. had hem de oorlel afgeschoten. Een onderzoek werd ingesteld. Van H. beweert dat de revolver aan Prims toebehoort doch dit gezegde is leugenachtig bevonden. De plichtige is aangehouden. Den Denderbode, Aalst, zondag 16/8/1903 Het parket van Brussel heeft zich naar Londerzeel begeven, om onderzoek te doen in zake eene moordpoging, die in dramatische omstandigheden, op den publieken weg heeft plaats gehad. Een rijke veekoopman van de gemeente, M.J.B. Prins, keerde van Brussel terug met veel geld op zak. Toen hij de statie uitkwam werd hij aangesproken door den genaamden L. Van H., die eenige minuten hoogerop woont. Beiden gingen al klappend een eind weegs te samen, en Van H. vroeg aan Prins of hij te Brussel zaken had gedaan en zijne beesten aan goeden prijs verkocht had. Eensklaps greep hij Prins aan, te midden van het open veld en een pistoolschot klonk den veekoopman langs het hoofd. Prins, die gevallen was, sprong recht en bracht Van H. een geweldigen stokslag in het gelaat toe, zoodat hij viel en bleef liggen. Prins snelde daarop naar huis en daar bemerkte hij dat zijn oor bloedde. De kogel van Van H. had hem de oorlel afgeschoten. Een onderzoek werd ingesteld. Van H. beweert dat de revolver aan Prins toebehoort, doch dit gezegde is leugenachtig bevonden. De plichtige is aangehouden. Het Nieuws van den Dag, 17 augustus 1903 Londerzeel. – V.H...., die aangehouden geweest was onder beschuldiging van den genaamden De Prins op de baan aangevallen te hebben, is na eene confrontatie met dezen laatste, terug in vrijheid gesteld.
156
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Het Laatste Nieuws, 2 november 1903
22 januari 1904 Nog het drama te Wolverthem Ziehier juist in welke omstandigheden het vuurschot werd gelost door den jachtbewaker Verbruggen. Vier personen, gekend in de streek als hadden zich dinsdagavond begeven in de herberg der weduwe Willockx, Mechelse straat, te Londerzeel en hadden er de bazinne mishandeld en de meubelen verbrijzeld. Daarna begaven de vier kerels zich naar het bosch van Leefdaal, gelegen op het grondgebied van Wolverthem,waar de jachtbewaker Verbruggen woont en met wien zij herhaalde malen jachtmisdrijven hadden af te rekenen. Zij verwoestten den stal en wilden daarna der ramen der slaapkamer uitstampen. Het is aldan dat de jachtbewak ontwaakte, zijn geweer greep, plots het raam opende en op de misdadigers schoot. Een hunner werd doodelijk getroffen in den rug. Hij zakte neer, wijl zijne gezellen vluchtten. de jachtwaker ging een docter halen om den gekwetste te verzorgene en bestadigde dat deze door meer dan 50 loodkorrels was getroffen geworden. Hij kon er maar 5 uithalen. De gewetste, die zich in wanhopigen toestand bevindt, duidde zijne medeplichtigen aan. De jachtbewaker die zich in slaat van wettige verdediging bevond, werd niet verontrust. Opmerking: de gekwetste heette Van Cauter en herstelde vrij snel. Dit verhaal is niet ten einde zoals we spoedig zullen zien.
Algemeen Handelsblad, 28/3/1904 Arnhemse courant, Nederland, 29/3/1904 Nieuwsblad van het Noorden, Nederland, 30/3/1904 Twentsche courant, Nederland, 2 april 1904
157
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Hedennacht (gisteren nacht in het Nieuwblad en de Twentsche Courant) vielen eenige stroopers te Londerzeel in de nabijheid van Brussel den jachtopziener Verbruggen aan en mishandelden hem. De stroopers werden door de gendarmes vervolgd. Twee gendarmes werden aangevallen, ontwapend en bewusteloos op den weg 'achtergelaten. De toestand, der drie slachtoffers is hopeloos. Drie der daders zijn gevat. La dépêche d’Eure- et-Loir, Frankrijk, 30 maart 1904 Le Petit Bleu de Paris, Frankrijk, 30 maart 1904. (Vertaald) Wraak van de Stropers – Brussel 28 maart – Vorige nacht werd Jacob Verbruggen te Londerzeel door 3 stropers aangevallen en ernstig verwond. 2 Gendarmes die de stropers achtervolgden, werden door hen eveneens opgewacht, ontwapend en met geweld in elkaar geslagen. De toestand van de drie slachtoffers is hopeloos. De daders konden aangehouden worden. Wraakzucht was de beweegreden voor deze misdaad. Le Grand National, Frankrijk, 31 maart 1904. (Vertaald) – Twee rijkswachters bewusteloos geslagen – Vier stropers uit Londerzeel die een jachtwachter van baron de Spoelbergh hadden bewusteloos geslagen werden door 2 rijkswachters achtervolgd, maar die laatsten werden ontwapend en voor dood op de weg achtergelaten. Drie stropers werden gearresteerd. De toestand van de gendarmes is extreem ernstig. La Croix, Frankrijk, 31 maart 1904. (Vertaald) Stropersexploten – Van onze speciale correspondent in Brussel, 29 maart – Een stroper met de naam Van Cauter was door jachtwachter Verbruyghen, in dienst van graaf de Spoelbergh, door een geweerschot gewond. Toen zijn wonde genezen was zwoer Van Cauter om zich te wreken. In gezelschap van de drie broers François, Victor en Pierre Von Prach (= Van Praet) ging hij gisteren naar het dorp van Londerzeel. Daar ontmoette de bende de jachtwachter in een herberg waar ze hem overvielen. Op korte tijd sloegen ze hem bewusteloos. Zijn beulen gooiden hem dan door een venster. Twee rijkswachters die door de dorpelingen gewaarschuwd waren, snelden toe maar werden ontwapend en met hun eigen geweer zodanig hard geslagen dat die wapens braken. Alle aanvallers namen toen de vlucht. Drie van hen werden nog dezelfde dag aangehouden. Limburger koerier, Nederland, 30/3/1904 Den Denderbode Aalst, donderdag 31/3/1904 Het Land van Aelst, 3/4/1904) Wraak van Wildstroopers. Eenige weken geleden werd te Londerzeel de jachtwachter Verbruggen, in dienst van baron de Spoelbergh, door wildstroopers aangerand op het oogenblik dat hij te Wolverthem, ten 2 uren ’s nachts te huis kwam. Daar hij zich in wettige verdediging bevond, loste hij een schot op zijne aanvallers en een hunner, Edmond Cauter, werd vrij erg getroffen. Sedertdien ging de wachter, uit vrees voor weerwraak, naar Londerzeel wonen. Zondagavond gingen vier wildstroopers hem opzoeken. Zij ontmoetten hem en mishandelden hem zoo erg, dat hij bewusteloos bleef liggen. Twee gendarmen zetten de wildstroopers achterna. Dezen vielen zij ook aan, ontwapenden en sloegen hen totdat zij hen voor dood lieten liggen.
158
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Drie der plichtigen zijn aangehouden. De vierde loopt nog. De toestand der slachtoffers laat weinig hoop. Het parket heeft een streng onderzoek geopend. Later – Het voornaamste slachtoffer van den aanval, de wachter Verbruggen, is vader van verscheidene kinderen. De bijzonderste plichtige schijnt Van Cauter te zijn, dezelfde, die over zes weken door den wachter werd gekwetst en thans genezen is. De vier aanvallers waren in een rijtuig naar Londerzeel gekomen om den wachter op te zoeken. En toen men hen had gezegd dat hij in de herberg van De Bondt was, kwamen zij hem daar aanvallen, slaan en stampen en poogden toen hem door de vensterruiten naar buiten te werpen. Dit lukte echter niet, omdat het houtwerk niet ruim genoeg was. Toen wierpen de aanvallers hem ten gronde en begonnen hem opnieuw te slaan, met stokken, bierglazen, stoelen en trapten hem met de hielen hunner leerzen op het gelaat. Terwijl dit wildemanstooneel gebeurde kwamen de gendarmen Van Laethem en De Wulf, die verwittigd waren, toegesneld, maar overmand wordende, waren zij ook weldra ontwapend, ten gronde geworpen en met hunne eigene geweerkolven ten bloede geslagen, totdat de wapens in stukken vlogen. Zij raapten de stukken op alsook de kepis der gendarmen, brachten die in hun rijtuigen en reden weg. De burgemeester, een geneesheer en andere lieden waren middelerwijl toegesneld en toen heeft de commandant der gendarmerie van Londerzeel zijnen collega van Wolverthem verwittigd van de vlucht der bandieten. Deze laatsten werden ontmoet, rijdend zoo veel hun paard maar loopen kon, met de mutsen der gendarmen op het hoofd en zwaaiend met de verbrijzelde wapens der gerechtsdienaars. Al die tropheeën werden gevonden in de woningen der plichtigen, waar drie hunner, Pieter en Victor Van Praet, en Van Cauter werden aangehouden. De gevluchte is Frans Van Praet. Gazet van Mol - 2/4/1904 Een vreeselijk strooperdrama heeft alhier ,plaats gehad. Een jachtwachter en 2 gendarmen zijn door eene bende stroopers aangevallen, ontwapend en zoodanig mishandeld dat hun leven in gevaar is. De misdadigers zijn aangehouden. Nieuwsblad van Geel - 2/4/1904 en Nieuws- en Advertentieblad van Herenthals - 2/4/1904 Londerzeel - Stroopersdrama – Drie slachtoffers. Eenige weken geleden werd de jachtwachter Verbruggen, in dienst van baron de Spoelbergh, door wildstroopers aangerand op het oogenblik dat hij te Wolverthem, ten 2 ure des nachts te huis kwam. Daar hij zich in wettige verdediging bevond, loste hij een schot op zijne aanvallers en een hunner, Ed. Van Cauter, werd vrij erg getroffen. Sedertdien ging de wachter, uit vrees voor weerwraak, naar Londerzeel wonen. Zondagavond gingen vier wildstroopers hem opzoeken. Zij ontmoetten hem en mishandelden hem zoo erg, dat hij bewusteloos bleef liggen. Twee gendarmen zetten de wildstroopers achterna. Dezen vielen zij ook aan, ontwapenden en sloegen hen totdat zij hen voor dood lieten liggen. Drie der plichtigen zijn aangehouden. De vierde loopt nog. De toestand der slachtoffers laat weinig hoop. Het parket heeft een streng onderzoek geopend. Later – Het voornaamste slachtoffer van den aanval, de wachter Verbruggen, is vader van verscheidene kinderen. De bijzonderste plichtige schijnt Van Cauter te zijn, dezelfde die over zes weken door den wachter werd gekwetst en thans genezen is. De vier aanvallers waren in een rijtuig naar Londerzeel gekomen om den wachter op te zoeken. En toen men had gezegd dat hij in de herberg van De Bondt was, kwamen zij hem daar
159
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
aanvallen, slaan en stampen en poogden toen, hem door de vensterruiten naar buiten te werpen. Dit lukte echter niet, omdat het houtwerk niet ruim genoeg was. Toen wierpen de aanvallers hem ten gronde en begonnen en begonnen hem opnieuw te slaan, met stokken, bierglazen, stoelen en trapten hem met de hielen hunner leerzen op het gelaat. Terwijl dit wildemanstooneel gebeurde kwamen de gendarmen Van Laethem en De Wulf, die verwittigd waren, toegesneld, maar overmand wordende, waren zij ook weldra ontwapend, ten gronde geworpen en met hunne eigene geweerkolven ten bloede geslagen, totdat die wapens in stukken vlogen. Zij raapten de stukken op alsook de kepis der gendarmen, brachten die in hun rijtuig en reden weg. De burgemeester, een geneesheer, en andere lieden waren middelerwijl toegesneld en toen heeft de commandant er gendarmerie van Londerzeel zijnen collega van Wolverthem verwittigd van de vlucht der bandieten. Deze laatsten werden ontmoet, rijdend zoo veel hun paard maar loopen kon, met de mutsen der gendarmen op het hoofd en zwaaiend met de verbrijzelde wapens der gerechtsdienaars. Al die tropheeën werden gevonden in de woningen der plichtigen, waar drie hunner, Pieter en Victor Van Praet, en Van Cauter werden aangehouden. De gevluchte is Frans Van Praet. Het Laatste Nieuws, 4 april 1904 Le Vingtième Siècle, 6 april 1904 Wraak van wildstrooperste Londerzeel. De onderzoeksrechter d'Oultremont is bepaald gelast geworden met het onderzoek van het drama dat in deze gemeente is afgespeeld geworden. Gisternamiddag is deze magistraat dan ook, in gezelschap van den heer substituut Straetmans naar Londerzeel vertrokken, doch tengevolge van vertraging des treins, misten de magistraten de aansluiting te Mechelen, zoodat ze aldaar drie uren moesten wachten naar den volgenden trein. Te Londerzeel zeer laat in den namiddag aangekomen, zijn de magistraten de slachtoffers van het drama, de gendarmen Van Laethem en De Wulf, alsmede den jachtbewaker Verbruggen, gaan ondervragen. Alleen de toestand van den gendarm Van Laethem spreekt nog eenige bezorgdheid in. Daarna werd een bezoek gebracht aan de herberg van De Bondt waar de drie mannen bijna doodgeslagen werden. Vooraleer Londerzeel Ie verlaten, overhandigde de onderzoeksrechter een aanhoudingsmandaat ten laste van Frans Van Praet, die op de vlucht is, én ten laste van zekeren Spiessens dien men ook beschuldigt deel aan 't gevecht te hebben genomen. In den nacht van Vrijdag op Zaterdag werd Spiessens aangehouden te Liezele-Wolf, waar hij woont, door de gendarmerie van Puers. Spiessens werd gisteren te Brussel opgesloten. Het Laatste Nieuws, 7 mei 1904 Wildstrooperswraak te Londerzeel Treffende konfrontatie en herstelling van bloedige drama’s. Verbruggen, boschwachter, in den dienst van baron Alfred de Spoelbergh, werd in Februari ll ’s nachts aan gerand door wildstrooprs als hij naar zijne woning weerkeerde te Wolverthem. Hij schoot op zijne aanvallers en kwetste eenen hunner, Edmond Van Cauter. Uit vrees van wraakneming ging hij Londerzeel bewonen. Verbruggen en de gendarmen Van Laethem en De Wulf der brigade van Londerzeel werden door de wildstroopers vreeselijkmishandeld. Edmond Van Cauter, de gebroeders Pieter en Victor Van Praet werden aangeholuden te Sloozen, Wolverthem. Frans
160
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Van Praet kon vluchten en een vierde persoon, Spiessens van Liezele-Wolf werd op zijne beurt aangehoudenden. Konfrontatie. Woensdagmorgen werden de vier aangehoudenen naar Londerzeel overgebracht door acht gendarmen en eenen wachtmeester; het parket van Brusselhad zich insgelijks naar dezegemeente begeven. De betichten, elk tusschen twee gendarmen, maakten veel opspraak in de Noordstatie, te Brussel en te Mechelen, waar men van trein moest veranderen. Te Londerzeel was gansch de bevolking te been. De kerels werden naar de gendarmerie geleid waart Dr. Laveleye de gendarmen Van Laethem en De Wulf en de boschwachter Verbruggen onderzocht. Van Laethem bevindt zich nog in een jammerlijken toestand. Dan worden de betïchten naar de herberg De Bondt geleid waar de boschwachter Verbruggen werd aangvallen. De menigte volgde. Verbrugen verhaalde in het Vlaamsch hoe de aanval en de schrikkelijke mïshandeling plaats hadden en hoe hij het leven verschuldigd is aan de moedige en krachtdadige tusschenkonist van het 23 jarige meisje De Bondt, dochter van den gepensionneerden veldwachter, den dag der misdaad afwezig. Pieter Van Praet legde vervolgens de bloedige zaak uit op zijne manier; doch Verbruggen trok geen woord in van al hetgeen hij kwam te verklaren. Nu vertelde Mej. Louisa De Bondt al wat zij gehoord en gezien had en deed zeer bepaald de rol kennen door elken betichte in dit vreeselijk drama gespeeld. Te 11 uren was de herstelling van het eerste drama afgeloopen en werden de betichten in het gemeentehuis geleid om er elk afzonderlijk te worden gekonfronteerd met Verbruggen en met de eenige getuige Mej. Louisa De Bondt. Het tweede drama De betichten, altoos door eene aanzienlijke menïgte gevolgd, werden nu geleid naar de herberg ‘In den Passant”, gehouden door moeder en dochter De Prins. Daar was het dat ook de gendarmen werden aangerand en bïjna doodgeslagen De gendarm Van Laethem nam de eerste het woord en trad in de minste bijzonderheden, welke wij destijds volledig aan onze lezers meedeelden. Pieter Van Praet poogde zich uit den slag te trekken. Ofschoon geboeid, voegde hij de handen te zamen, vraagde vergiffenis aan Van Laethem en smeekte hem te bekennen dat hij met geen karabijn heeft geslagen. De gendarm verklaart dat hij zulks niet zou kunnen bevestig, doch toont de vreeselijke lidteekens welke hij thans nog draagt op het hoofd en zegt: “Ziedaar wat gij allen gedaan hebt; gij wildet ons het leven benemen; want herhaalde malen hoorde ik u allen roepen: “Dooden wij ze alle twee!”. Nu was het de beurt aan den gendarm De Wilf (er staat De Vuif) om zijne getuigeniis af te leggen. Hij bevestigde al de verklaringen van zijnen collega. Ook moeder en dochter De Prins werden gehoord. Zij hebben zien vechten, doch weten niets bepaalds. Jan Broothaers, 15 jaar, is de.eenige getuige van al degenen welke buiten het drama bijwoonden, die er in toestemt inlichtingen te geven. Te 1 en half uur, was de herstelling van het drama geëindigd. De magistraten begaven zich naar het gemeentehuis, waar de twee gendarmen en den jongen Broothaers beurtelings worden gekonfronteerd met de vier betichten. Te 3 u. 45 vertrokken de magistraten terug naar Brussel.
161
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Het onderzoek heeft niet kunnen vaststellen hoe Van Cauter verwittigd werd van de aanwezigheid van Verbruggen te Londerzeel. Men onderstelt dat het door Pieter Van Praet was, die in deze gemeente woont. Het Laatste Nieuws, 4 juli 1904 Gister is voor de boestraffelijke rechtbank van Brussel het drama opgeroepen dat de gemeente Londerzeel onlangs in opschudding bracht. Eg. Verbruggen, jachtbewaket te Wolverthem werd door de pensjagers erg gehaat. Zekeren nacht werd Verbruggen aangerand; hij schoot terug en trof den genaamden Van Cauter dien hij kwetste. Zijn leven in gevaar ziende te Wolvtrtlieiu ging Verbruggen Londerzeel bewonen. Vau Cauter echter had gezworen zich op den jachtwachter te wreken. Zekeren Zondag trok Van Cauter met drie kameraden naar Londerzeel om Verbruggen te gaan opzoeken. Zij troffen hem aan in eene herberg, sloegen hem af, vertrappelden hem, kortom lieten hem halfdood achter. Twee gendarmen die wilden tusschenkomen, werden ook afgeslagen, hunne gewercn ontrukt en half afgemaakt. De woestaards werden eenige uren later aangehouden. Deze zaak zal verscheidene zittingen innemen. Het Laatste Nieuws, 5 juli 1904 Geen nieuwe informatie
Het Nieuws van den Dag, 5 juli 1904 Zaterdag had de uitspraak plaats in de zaak der aanranding van een jachtwachter te Londerzeel. Armand Van Cauter werd veroordeeld tot 4 jaar en 6 maanden gevang; Victor Van Praet, 5 jaar; Pieter Van Praat, bij verstek, tot 5 jaar, en Pieter Spiessens tot 3 maanden. De jachtwachtar Egide Verbrugghen, hun eerste slachtoffer, die de aanranding verwekt had met eenige maanden vroeger op den eersten betichte, die zich bij een groep wildstroopers bevond, een geweerschot te lossen en hem te kwetsen, werd voor het toebrengen van slagen en verwondingen veroordeeld tot 3 maanden gevang en 50 fr. boet. en tot het betalen van 500 fr. vergoeding aan Van Cauter, die zich als burgerlijke partij aangesteld had. Den Denderbode, Aalst, zondag 10/7/1904 Het drama van Londerzeel – De rechtbank van Brussel heeft tegen de betichten de volgende straffen uitgesproken: A. Van Cauter krijgt 4 jaar en 6 maanden gevangenis, Victor Van Praet 5 jaar, Pieter Van Praet 3 jaar en 7 maanden, Frans Van Praet, bij verstek, 5 jaar, en Piet Spiessens 3 maanden. Het eerste slachtoffer, de jachtwachter Verbruggen, die vroeger op Van Cauter had geschoten, zat naast zijne beulen op de bank der beschuldigden. Hij krijgt 3 maanden gevangenis en 50 fr. boet en moet aan Van Cauter 500 fr. schadevergoeding betalen. Het Nieuws van den Dag, 8 mei 1904 Londerzeel. — In den nacht van 3 ù mei drongen dieven in het klooster der Zusters te Londerzeel en stolen er een peerd, een oud dier van 23 jaar, dat van een regiment ruiterij voortkwam. Om de zusters niet te wekkcn, hadden de schelmen de hoeven van het peerd met dikke vodden omwonden. De gendarmerie opendern een onderzoek. Men vernam weldra dat de dieven twee gebroeders waren,
162
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
wonende te Brussel. Zaterdag morgend werden de daders aangehouden. Ze weigerden te zeggen waar zij met de oude knol gebleven waren. Mogelijk heeft men van het arm beest reeds saucissen van BNoulogne gemaakt! De Kempenaar - 14/5/1904 Eenige dagen geleden werd uit de stallen van een klooster te Londerzeel een paard gestolen. De dieven hadden rond de pooten van het paard lijnwaad gebonden omdat het paard geen gerucht zou maken. De Brusselse opsporingsagenten, Renard en De Cooman, werden uitgezonden om de dieven op te sporen. Weldra kregen zij vermoedens op de gebroeders C,, wonende op eene kamer in de Leerlooierstraat en welke zich kort na den diefstal elk een nieuw kostuum gekocht hadden. Door eene behendige ondervraging in het nauw gebracht, bekenden de broeders weldra dat zij het paard gestolen hadden. Zij weigerden echter te zeggen aan wie zij het dier verkocht hadden. Beiden zijn opgesloten. Het Laatste Nieuws, 15 juli 1904 Moed en zelfopoffering van eenen Belg in Zwitserland. M. De Heusmaecker (= Keersmaecker), brouwer te Londerzeel, op reis in Zwitserland met zijnen broeder van Wolverthem, bevond zich zondag ll te Lausanne. Een kind van 7 jaren viel in zijn bijwezen van een vaartuig in het meer der Vier-Kantons. Zonder aarzelen sprong M. De Heusmaecker in het water, ter diepte van 6 meters, en redde het kind dat men weldra tot het leven kon terugroepen. Gelukkiglijk dat een voorbijganger met een langen staak toesnelde, zooniet waren de redder en het kind verdronken, want de stroom is op die plaats geweldig. Het Nieuws van den Dag, 15 juli 1704 Zwitserland — Eene reis in Zwitserland doen en in het Vier Woudstatenmeer moeten springen, is iets dat niet alle dagen aan Belgen overkomt. t’ Is nogtans verleden zondag gebeurd aan M. De Heusmaeker, brouwer te Londerzeel, die op reis was met zijn broeder, wonende te Wolverthem. Een 7jarig kind viel van eene boot in het meer, rechtover het hotel waar M. De Heusmaecker zich bevond, en werd door de strooming meegevoerd. Hij sprong in het water en redde het kind, dat reeds het bewustzijn verloren had. Een voorbijganger heeft den moedigen redder eenen staak toegestoken, anders ware hij met het kind omgekomen. Het Nieuws van den Dag, 22 juli 1904 Londerzeel. De genaamde Louis D'Hertefeld, landbouwer, die sinds lang door zinsverbijstering aangetast was, heeft zich door verhanging van het leven beroofd; men vond het Ijjk van den ongelukkige op den zolder zijner woning hangen. Het Nieuws van den Dag, 9 augustus 1904 Londerzeel – Het wagenhuis en het bakhuis van M. Van Ruysevelt, in den Pluimennest, zijn afgebrand. Het Nieuws van den Dag, 11 oktober 1904 Steenhuffel — De schuur van den landbouwer J. Heyvaert is ten gronde afgebrand. De oogst, een honderdtal zakken aardappelen en een vet kalf zijn de prooi der vlammen geworden. Het Nieuws van den Dag, 1 november 1904 Londerzeel – De woning van de genaamde Moens, nabij de weststatie, is afgebrand.
163
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
In de hoeve van de weduwe Govaerts is een felle brand uitgebroken. Het woonhuis, de stallen, de schuur, de oogst en een grote hoeveelheid vlas zijn de prooi der vlammen geworden. De verliezen zijn aanzienlijk. Er is een verzekering. Le Vingtième Siècle, 22 december 1904 (Vertaald) Londerzeel 20 december – Zware brand. Rotterdamsch Nieuwsblad, 11/1/1905 Provinciale Noordbrabantsche en s’Hertogenbossche courant, Nederland, 12 januari 1905 Limburger koerier, Nederland, 12 januari 1905 De Grondwet, Nederland, 12 januari 1905 Dagblad van Noord-Brabant, Nederland, 20 januari 1905 Jeneverdrama. Vrijdagavond kwamen te Londerzeel twee gebroeders in een herberg, toen twee broeders eener andere familie er ook binnen waren. De eersten waren dronken. Weldra ontstond er twist. De herbergier zette de vier mannen aan de deur. Eens buiten, greep een hunner een steen, bond dien in een zakdoek en sloeg er een zijner tegenstanders mede, zoodat hij bewusteloos op den grond viel. De broeder van het slachtoffer trok zijn dolkmes en stak het meermaals in den rug van den dader; deze viel op zijn beurt badend in zijn bloed ten gronde. De toestand der gekwetsten is zeer erg. Het parket van Brussel is ter plaatse geweest. Opmerking: Volgens een artikel in het Laatste Nieuws van 9 jan.(met ongeveer dezelfde inhoud waren de vechters de broers Armand en Jan Van Acker en de broers Louis en Frans Van Acker (geen directe familie). Louis sloeg Jan met de kassei. Armand stak Louis een dolk in de rug.
Den Denderbode, Aalst 12/1/1905 Vrijdag avond kwamen te Londerzeel twee gebroeders in eene herberg, toen twee broeders eener andere familie er ook binnen waren. De eerste waren dronken. Weldra ontstond er twist. De herbergier zette de vier mannen aan de deur. Eens buiten, greep een hunner een steen, bond dien in eenen zakdoek en sloeg er een zijner tegenstrevers mede, zoodat hij bewusteloos ten gronde viel. De broeder van het slachtoffer trok zijn dolkmes en stak het meermaals in den rug van den dader, deze viel op zijne beurt badend in zijn bloed ten gronde. De toestand der gekwetsten is zeer erg. Het parket van Brussel is ter plaats geweest. Gazet van Mol - 14/1/1905 Zondag: Dronkemansdrama te Londerzeel; 2 doodelijk gekwetsten. Den Denderbode, Aalst, zondag 5 maart 1905 Aalst, openbare zitting van den gemeenteraad, vrijdag 3 maart 1905, om 5 uren namiddag. 8. Op aanvraag van M. De Blieck. Toestand der wekelijksche markten. M. De Blieck zou begeeren te weten in welken toestand de Kiekenmarkt zich nu bevindt en welke middelen de stad zou aanwenden om die markt die thans gedeeltelijk naar Erpe is verplaatst hier terug te brengen. Hij stelt voor de pachters van een paar duizend franks op de pachtsom te ontlasten en de taks te brengen op 2 centiemen per kop. Uw systeem van premiën zal niet baten, er dienen andere middelen gebruikt te worden. M. de Burgemeester: Ja, zie daar is’t: afslag van pachtsom. Wij weten het reeds vroeger dan van heden. Maar dat de Kiekenmarkt hier is verplaatst is alleen de schuld der pachters. Iedere week hebben zij ons beloofd voetstappen aan te wenden bij de poeljeniers om ze terug naar de Markt van Aalst te brengen. Doch zij deden niets, en hebben ons met hunne beloften eenvoudig om den tuin geleid. Op vele andere plaatsen hadden die markten zich verplaatst, ook
164
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
te Mechelen was ze naar Londerzeel verhuisd en te Audenaerde naar Leupegen en Beveren, bij middel van premiën hebben die steden deze markten op hunne oude plaats teruggebracht. Journal de Bruxelles, 6 maart 1905 l’Indépendance Belge, 7 maart 1905 (Vertaald) M. René Carton de Wiart, broer van de geëerde Brusselse afgevaardigde, die een twaalftal jaren geleden als luitenant bij de anglo-egyptische militaire politie was gegaan, toen lord Kitchener dat korps reoganiseerde, werd bevorderd tot luitenenant-kolonel en door de Khedive tot ‘Bey’ benoemd. Luitenant-kolonel Carton de Wiart –bey is maar 37 jaar oud. Het Laatste Nieuws, 21 maart 1905 Het Land van Aelst, Aalst, zondag 26/3/1905 Been afgereden - Een werkman uit de statie, J. Goossens genaamd, 29 jaar, wilde Zondag nacht over de riggels gaan in de statie van Antwerpen, op de plaats ‘Het Kamp” genaamd, toen hij door een goederentrein verrast en ten gronde geworpen werd. De wielen reden hem over één der beenen, dat gansch vermorzeld werd. Het been is in het gasthuis door dokter Dieudonné afgezet geworden. Deze jongeling woont te Londerzeel en is de steun zijner oude moeder, die weduwe is. Verleden jaar brandde de hoeve dezer weduwe totaal af en voor eenige dagen stierf het meisje van 20 jaar. Het Nieuws van den dag, 21 maart 1905 Zaterdag nacht, rond 12 ure, gebeurde een schrikkelijk ongeluk in de statie van den ijzeren weg te Antwerpen. Een werkman; J. Goossens, 27 jaar oud, geboren en wonende te Londerzeel, begaf zich rond 12 ure naar de kabien van den exentriekwachter, nabij den barreel van den Leuvensche steenweg, ten einde er zijn boterham te gaan opeten. Hij moest daarvoor over de sporen gaan; ongelukkiglijk bleef hij met den voet tusschen de riggels haperen, en juist kwam een goederentrein uit Antwerpen aangereden. De ongelukkige werkman kreeg zijn voet niet los en werd door den trein gevat, welke hem den voet afreed. Het slachtoffer werd naar het burgerlijk gasthuis gebracht. Zondag namiddag is zijn been tot aan de knie moeten afgezet worden. Het Laatste Nieuws, 16 april 1905 Malderen – Een molen afgebrand – 15.000 frank schade. Brand ontstond in den windmolen van M. Th. Benoit. Daar de gemeente over geen bluschmateriaal beschikt moesten de geburen het vuur bestrijden bij middel van emmers water, hetgeen onvoldoende was. De molen werd totaal vernield. De schade wordt op 15.000 frank berekend. Alles was verzekerd. Opmerking: Dit gaat over de Langveldmolen ofwel de ‘Stenen Molen’ van Malderen. Hij stond op de hoek Kloosterstraat/van Hoeymissenstraat. Bij de brand was, althans volgens het gemeente-archief, Petrus Benedictus Thomas de eigenaar (HLN heeft voor- en achternaam verwisseld). Die kreeg van het schepencollege geen vergunning om zijn molen op dezelfde plek weer op te bouwen. In de notulen van de gemeenteraad van 27 juni staat: “De heeren Rombauts en Van Tricht herinneren dat de steenen windmolen van gemelde heer Thomas in maart door een brand vernield werd en dat het kollegie van burgemeester en schepenen zich verzet heeft tegen het heropbouwen van den molen op dezelfde grondvesten, ten einde alle mogelijke rampen te voorkomen. Thans zijn de windmolen met oude afhankelijke gebouwen totaal weggeruimd. Hierdoor doet zich eene schoone gelegenheid voor om de Statiestraat op die plaats te verleggen, hetgeen een schoon aanzien op de Statiestraat zou uitmaken.
165
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
l’Indépendance Belge, 23 april 1905 (Vertaald) In de nacht van donderdag op vrijdag heeft een hevige brand de hoeve van landbouwer Biesemans te Malderen vernield. Inboedel, dieren en landbouwwerktuigen werden de prooi der vlammen. De Courant, Nederland, 11 mei 1905 Provinciale Noordbrabantsche en s’hertogenbosche courant, 15 mei 1905 Een inbreker die een ongewenscht bezoek bracht in de woning van den heer V. te Londerzeel, werd door den eigenaar met een geweerschot ontvangen, dat hem het leven kostte. Zijne identiteit is niet vastgesteld, terwijl zijn twee medeplichtigen konden ontvluchten. Het Laatste Nieuws, 11 mei 1905 Nieuwsblad van Geel - 13/5/1905 Londerzeel – Maandag nacht heeft een zoo droevig als schrikkelijk geval in deze gemeente plaats gehad. ’s Avonds kwam een vreemdeling in de herberg van M. De Ridder op het gehucht Linde een glas bier drinken en terzelfdertijd vragen of hij er den nacht mocht doorbrengen. De vrouw des huizes zegde dat zij geen logist geven kon, en den man hiervoor in het dorp zijn moest. Daarop verwijderde de vreemdeling zich. In den nacht hoorden de echtelingen De Ridder gerucht in huis, verlieten hun bed en vonden den vreemden persoon in de plaats: op hun hulpgeroep kwamen geburen toegesneld, waartusschen zekere H.K. Bij het binnentreden in de herberg De Ridder, sprong de indringer op dezen laatste toe, waarop H.K. riep dat hij hem los laten moest, want dat hij gewapend was en gebruik van zijn wapen maken zou. Daar de vreemdeling geen de minste rekening van die vermaning hield en, integendeel, H.K. terug aanviel, nam deze het vuurwapen dat hij bij zich droeg uit den zak en schoot op zijn aanrander. Deze was doodelijk getroffen en blies dan ook, na nog door den toegesnelden E.H. onderpastoor der prochie de H. Olie te zijn toegediend geweest, den laatsten adem uit. De overledene schijnt een Brusselaar te zijn. Het parket wordt verwacht. Het Nieuws van den Dag, 11 mei 1905 Londerzeel. —De man, maandag nacht doodgeschoten in de omstandigheden welke wij verhaald hebben, is zekere Alfons Bruyninckx, 26 jaar oud, wonende in de Groenstraat te Schaarbeek; hij is geboortig van Brugge. De herbergier August Deridder en de gebuur die geschoten heeft, zjjn in vrijheid gelaten. Het Laatste Nieuws, 12 mei 1905 Het parket van Brussel stapte gisteren in de gemeente Londerzeel af om een onderzoek in te stellen betrekkelijk een drama dat het leven kostte aan Alfons Bruyninckx, oud 26 jaar, gehuisvest te Schaerbeek. De herbergier X vertelt dat deze jongeling hem de herbergzaamheid vraagde voor de nacht. Hij weigerde. Rond middernacht hoorde hij dat te zijnent een ruit werd verbrijzeld en hij zag dat Bruyninckx bij hem poogde in te breken. X riep de hulp in van zijnen buurman Z, die een geweerschot loste op de indringer. Bruyninckx werd in volle borst getroffen en stierf weldra. Het onderzoek dezer zaak duurt voort. Het Handelsblad, 12 mei 1905 Malderen, 12 mei – Feesten. 't Zal iets buitengewoons zijn te Malderen. op Zondag 21 en Maandag 22 Mei aanstaande, dit is reeds te zien aan de grootsselen toebereidselen die men er maakt tot het opluisteren der 166
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
openbare feesten, welke er die dagea gevierd worden. Op Zondag 21, 's namiddags, zal, voor de eerste maal de geschiedkundige stoet de versierde straten doorkruisen: de oorspronkelijke, eigenaardige groepen uit de eerste tijden onzer geschiedenis, het puik van de ridders en den adel uit de middeleeuwen en de latere tijdvakken, de praalwagens, dit alles keurig afgewisseld zullen ons een gedacht geven van het wezen onzer gemeente in den loop der eeuwen. Des Maandags, van in den morgen volle feest; na het plechtig Te Deum, zang- en turnfeeslen op 't Marktplein door de schoolkinderen, en uitreiking van gelegenheidsgeschenken door het gemeentebestuur. 's Namiddags, ten 3 ure, tweede omgang van den stoet. Voor den avond van den laatsten dag bereidt men eene schitterende verlichting. Het Nieuws van den dag, 27 juni 1905 Londerzeel — In den nacht van 23 tot 24 dezer, hebben onbekende dieven ten nadeele van Joannes De Maeyer, landbouwer te Londerzeel, Sneppelaer, 1 haan, 4 hennen en 8 kiekens ontvreemd. Deze dieren waren voorloopig in den bakoven geplaatst, daar men bezig is de stallingen, die onlangs afgebrand zijn, te herbouwen. Het Laatste Nieuws, 2 juli 1905 Londerzeel. — Volksspel. Prijskamp met water. Eene partij van tien uitgekozen mannen beriepen de onlangs gestichte watergietersmaatschappij om in strijd te treden op Maandag 3 Juli, (dag van Opdorp-Jaarmarkt). Begin om 1 ½ ure, aan de kerk. Den Denderbode, Aalst, donderdag 13/7/1905 Een fabriekswerker te Steenhuffel, die met zekere zijner geburen in twist was, is zondag avond in hunne woning gedrongen en vond er de vrouw alleen t’huis. Hij zou haar bij middel eener zaag erge verwondingen aan den hals toegebracht hebben. Andere geburen, Jaak Bettens en zijne vrouw, kwamen toegesneld, en de man loste een schot om den aanvaller schrik aan te jagen. Deze schoot op zijne beurt en Bettens en zijne vrouw werden beiden gekwetst. Gendarmerie heeft den fabriekwerker aangehouden, die ook door een kogel in de borst getroffen was, doch niet erg. De andere gekwetsten zijn erger gesteld, doch hun toestand levert ook geen gevaar op. Het parket heeft maandag een onderzoek ingesteld. Het Handelsblad, 12 juli 1905 Middelburgsche Courant, 14/7/1905 Tusschen den werkman R. en de echtgenooten B. te Steenhuffel heerschte een bloedige haat, die reeds meer dan eene tot rechterlijke vervolgingen en zelfs tot veroordeelingen aanleiding had gegeven. Zondagavond was R. eenigszins dronken zijnde, bij B. binnengekomen. De vrouw was alleen thuis. R. wilde haar met een zaag, die hij daar vond, onthoofden. B kwam onder de worsteling binnen en R moest vluchten; doch hij bleef niet lang weg. Toen man en vrouw B. aan de deur stonden, kwam R. terug en twee schoten lossend met een geweer, dat hij had mee gebracht, deed hij beiden op den grond tuimelen. B, die nog kracht genoeg had om zich op te richten, haalde binnen een revolver en betaalde R. met dezelfde munt. Deze ook werd getroffen in de borst. De toestand van alle drie de gekwetsten is zeer zorgwekkend. Nieuwsblad van Geel - 15/7/1905 Steenhuffel – Bloedig tooneel – Tusschen den werkman R. en de echtgenooten B. heerschte een bloedige haat, die reeds meer dan eens tot rechterlijke vervolgingen en zelfs tot veroordeelingen aanleiding had gegeven.
167
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Nu Zondag avond was R., eenigszins dronken zijnde, bij B. binnengekomen. De vrouw was alleen thuis. R. wilde haar met eene zaag, die hij daar vond, onthoofden. B. kwam onder de worsteling binnen en R. moest vluchten; doch hij bleef niet lang weg. Toen man en vrouw B. aan de deur stonden, kwam R. terug en twee schoten lossend met een geweer, dat hij had meegebracht, deed hij beiden op den grond tuimelen. B., die nog kracht genoeg had, om zich op te richten, haalde binnen een revolver en betaalde R. met dezelfde munt. Deze ook werd getroffen in de borst. De toestand van de drie gekwetsten is zeer zorgwekkend. Den Denderbode, Aalst, zondag 16 juli 1905. Tusschen den werkman R. en de echtgenooten B. te Steenhuffel heerste een bloedige haat, die reeds meer dan eens tot rechterlijke vervolgingen en zelfs tot veroordeelingen aanleiding had gegeven. Nu Zondag avond was R. eenigzins dronken zijnde, bij B. binnengekomen. De vrouw was alleen thuis, R. wilde haar met eene zaag die hij daar vond onthoofden. B. kwam onder de worsteling binnen en R. moest vluchten; doch hij bleef niet lang weg. Toen man en vrouw B. aan de deur stonden, kwam R. terug en twee schoten lossend met een geweer, dat hij had mee gebracht, deed hij beiden op den grond tuimelen. B. die nog kracht genoeg had, om zich op te richten, haalde binnen een revolver en betaalde R. met dezelfde munt. Deze ook werd getroffen in de borst. De toestand van alle drie de gekwetsten is zeer zorgwekkend. Le Vingtième Siècle, 26 november 1905 Den Denderbode, Aalst 30/11/1905 Een wilde – In juli laatstleden had in de gemeente Steenhuffel, bij Londerzeel, een woest tooneel plaats. Een boer, Rousseau, die aan zijnen gebuur een gloeiende haat had gezworen over eene afsluitingskwestie, besloot aan die veete een einde te stellen. Hij kwam, met een kapmes gewapend, bij zijnen gebuur, Vastenaegel, binnen en verbrijzelde alles wat hij treffen kon. Toen haalde hij zijn geweer en schoot in ’t wilde, doch niemand treffende, nam hij eene handzaag en greep de oude moeder van zijnen vijand vast om haar te onthoofden. Op dat oogenblik snelden de boeren toe en ontwapenden den wildeman, die nu door de rechtbank tot 2 jaar gevangenis veroordeeld werd. Verduidelijking: plaats van gebeuren, wijk de Haan, op 9 juli 1905. Michel Rousseau, fabrieksarbeider, geboren te Steenhuffel op 1 juli 1882, werd op 24 november 1905 door de correctionele rechtbank van Brussel veroordeeld tot 2 jaar opsluiting en 100 fr. boete (voor 3 x slagen) en daar bovenop nog eens tot 2 maand opsluiting (voor het breken van een afsluiting). De zaag had hij wellicht eerder bij zich voor het stukzagen van de afsluiting van Karel Lodewijk Vastenavont dan voor het afzagen van het hoofd van diens moeder Maria Joanna Van Ranst. Eerder, op 31 oktober, had de rechtbank van Wolvertem hem al voor het uiten van bedreigingen een gevangenisstraf van 7 dagen en een boete van 25 frank gegeven.
De Denderbode, Aalst, 23 juli 1905 In de kiekenkweekerij van den landbouwer Spiessens te Londerzeel, heeft 's nachts een vreemde hond 103 jonge kiekens dood gebeten. L’Indépendance Belge, 24 augustus 1905 (Vertaald) Branden in Londerzeel – In het huis van M. Willems op Sneppelaar bewoond door M. Demayer, ontstond brand. Het vuur sprong snel over naar het aangrenzende huis van M.
168
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
De Mayer. Beide huizen met al de inboedel vielen ten prooi aan het vuur. Dit is binnen één week al de derde brand in Londerzeel Het Nieuws van den Dag, 24 augustus 1905 Londerzeel. — Tusschen de kerkfabriek van Londerzeel en het provinciaal komiteit van oudheden van Braband, zijn onderhandelingen aangeknoopt voor den afkoop van oude en kostelijke kazuivels, die onbruikbaar geworden zijn. Deze meesterstukken van oude borduurkunst zouden voor het museum van 't Jubeljaarpark bestemd zijn. Men denkt dat de onderhandelingen zullen gelukken. Den Denderbode, Aalst; donderdag 31/8/1905 Kerkgewaden - De historie der oude kerkgewaden van Londerzeel, die door de provinciale commissie van monumenten van Brabant voor het muzeum zou aangekocht zijn, is naar men verzekert, door een blad van Brussel, van voor tot achter verzonnen. Provinciale Noordbrabantsche en s’Hertogenbossche courant, 27 september 1905 Op de op 24, 25 en 26 September gehouden tentoonstelling “Grande Exposition Nationale” de la société “De Vereenigde Kiekenkweekers van Londerzeel en omgeving” te Londerzeel (België), behaalde de heer van Tricht te Vught een eereprijs en een eerste prijs, met inzending Vlaamsche reuzenkonijnen. L’Indépendance Belge, 4 oktober 1905 (Vertaald) Lijk opgevist – Toen ze de deuren van de sluis van het kanaal in Tisselt wilden sluiten, merkten de sluiswachters dat een zwaar lichaam dat sluiten verhinderde. Met de hulp van haken konden ze een menselijk lijk aan de oppervlakte halen. Bij nader toezien kreeg men de zekerheid dat de drenkeling Scheers, een veehandelaar uit Londerzeel, was. Hij was al 8 dagen vermist. Maandag was Scheers in Willebroek een dier gaan afleveren en hij was daar maar laat in de avond en na meer dan redelijk drankverbruik vertrokken. Men heeft alle redenen om er van uit te gaan dat Scheers het slachtoffer van een ongeluk is geworden. Nieuws- en Advertentieblad van Herenthals - 11/11/1905 Drie schroomelijke ongelukken, allen aan de onvoorzichtigheid der slachtoffers te wijten, hadden donderdagavond plaats. ... Het tweede viel voor aan den overweg van Capelle-op-den Bosch, tusschen deze gemeente en de statie van Londerzeel. De barreel van de spoorbaan was niet gesloten en twee wagons kwamen er over gereden. Toen de eerste wagen voorbij was, wilde de barreelwachtster, bij het naderen van eenen trein, de barreelen sluiten, maar, den tweeden wagen ziende, wilde zij ook dezen nog doorlaten, doch nu stoomde de trein in volle snelheid op den wagen, verbrijzelde dezen, wierp de stukken in alle richtingen en vermorzelde de peerden. De barreelwachtster werd door een stuk van den wagen tegen den barreel dood geslagen en de voerman die een tiental meters verre werd weggeslagen, werd levend, doch zwaar gekwetst nevens de baan gevonden.
L’Indépendance Belge, 7 januari 1906 (Vertaald) Een werkman met de naam Ruffin, woonachtig in Londerzeel, had op 2 juli ll in dronken toestand de veldwachter van Londerzeel willen doden.
169
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Voor deze zaak is hij nu voor de correctionele rechtbank verschenen. Meester Verbrugghen, die hem verdedigde verklaarde de feiten als volgt: “Ruffin is, volgens de medici, een gedegenereerde; de medische verslagen hebben het over een gedeeltelijke verantwoordelijkheid. Hij is epileptisch en alcoholieker. Op 2 juli bedreigde hij, dronken, met een mes en zonder reden, de inwoners van Londerzeel. Toen de dronkaard de herberg van de oom van de veldwachter binnengekomen was, kwam deze laatste met zijn nonkel tussenbeide. Ze joegen de bruut naar buiten en gaven hem zelf een slag met de staf... Daarna schoot de champetter met zijn revolver in de lucht en dreigde hij om een tweede keer beter te richten. Ruffin nam de vlucht maar kwam terug met een geweer dat hij gebruikte en waarmee hij de veldwachter kwetste.” “Het schijnt” aldus de advokaat, “dat de autoreiteiten, wanneer ze in contact met een gedegenereerde komen, alles zouden moeten doen om die te kalmeren in plaats van hem op te winden”. Het tribunaal heeft ongetwijfeld met deze opmerkingen rekening gehouden en de betichte maar een gevangenisstraf van 12 maanden gegeven. Het is goed om hier eens te meer aan toe te voegen dat gevaarlijke en onverantwoordelijke personen zoals deze in gespecialiseerde asielen verzorgd zouden moeten worden. De oprichting van dergelijke tehuizen wordt al lang gevraagd maar in hogere sferen wordt hier niet over nagedacht. Het Laatste Nieuws, 18 januari 1906 Doodelijk ongeval - Filip Deprins, 38 Jaar, brouwersgast, wilde Woensdagmorgen in de statie van Schaarbeek den trein nemen voor Londerzeel waar hij woont. Hij werd door eene losse lokomotief omgeworpen en zoo vreeselijk gewond dat hij weldra overleed. Hij laat eene weduwe en zeven kinderen achter. Gazet van Temsche, 21/01/1906 Aangevallen door gemaskerde kerels. Frans Dewit, van Brusseghem, bediende in eene fabriek te Londerzeel, werd woensdag avond toen hij naar huis ging, aangevallen door twee gemaskerde kerels. Hij werd ten gronde geworpen, geslagen en vervolgens een messteek in de borst toegebracht. De bandieten ontnamen hem zijne geldbeurs en gingen op de vlucht. Voorbijgangers vonden het slachtoffer des nachts badend in zijn bloed liggen. Zijn toestand is zeer erg. De Volksstem, Aalst, 5 mei 1906 Ongeluk. - Ch. Van den Berghe, wonende te Steenhuffel, was Donderdag namiddag werkzaam aan den nieuwen boulevard. Een wagentje aarde ontriggelde en kwam te recht op zijn linkerbeen. De geneesheer Gregoire heeft hem verzorgd. De Volksstem, Aalst, zondag 27/5/1906 Nieuwe doodzonde - Bisschop Bracq riep uit over 20 jaar al zuchtende: “Mijn Geestelijkheid zit verknocht aan de Rijke Standen.” Te Londerzele zondag ll. M. de Pastoor preekte: “Al die voor de Katholieken niet stemmen, bedrijven een doodzonde...” En een uur van daar, te Wolverthem; M. de Pastoor verklaart er openlijk: Ik stem voor de katholieke niet, mijne stem is voor de Independenten.”
170
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Mr. de pastoor van Wolverthem, gelukkig voor u dat gij te Londerzele niet woont, want uw arm zielken ware te beklagen. Wordt het niet hoogen tijd dat men ophoude den zot te houden met den Godsdienst... Het Laatste Nieuws, 10 juni 1906 Londerzeel - Brand. — Een geweldige brand is uitgebarsten in de bakkerij van de weduwe Spiessens. Gansch het gebouw is vernield en eene groote partij landbouwgerief. Alles is verzekerd. Rotterdamsch Nieuwsblad, 31/7/1906 De Christelijk-democraten Pierre Daens en priester Fonteyne wilden dezer dagen een vergadering houden te Londerzeel, maar al bij hun aankomst aan het station werden ze door een brullende menigte ontvangen, die hen met steenen en vuil wierp. De politie gaf toen te kennen, dat zij geen toestemming gaf voor de vergadering. Niettegenstaande dat verbod spraken zij de menigte toe in een dorpsherberg. Zaterdag hebben zij echter een dagvaarding thuisgekregen om zich deswege voor de rechtbank te komen verantwoorden.tegelijk met nog een anderen spreker, Vanderbeke, en den kastelein van de herberg. Bredasche Courant, Nederland, 31/7/1906 Tilburgsche Courant, 2/8/1906 Pater Daens en pastoor Fonteijne wilden dezer dagen te Londerzeel een vergadering in de openlucht houden, doch het publiek maakte rumoer en wierp hen met steenen en vuil, waarop de burgemeester de vergadering verbood. Toen daarop de beide voormalige geestelijken met hun vrienden binnen een herberg een Vergadering hielden, maakte de politie proces-verbaal tegen hen op. Le soir, 10 augustus 1906 Journal de Bruxelles, 20 augustus 1906 l’Inépendance Belge, 21 oktober 1906 M. René Carton de Wiart. Bij de landgenoten, die in het buitenland verblijven en die zopas de Leopoldsorde ontvingen, vinden wij de naam van M. René Carton de Wiart bey, luitenant-kolonel in het Egyptische leger. Na in de ouderdom van 16 jaar als vrijwilliger in het 2de Regiment Gidsen gediend te hebben, verliet M. René Carton de Wiart in 1891 het Belgische leger om dienst te nemen in Egypte. Onder het bevel van Kitchener nam hij daar deel aan de campagne tegen de Mahdi en de pacificatie van Soedan. Zelf had hij, in volle woestijn, de leiding van expedities om bendes opstandelingen, die de bewoners van de Nijlvallei lastig vielen, te verdrijven. Tijdens de grote cholera-epidemies van enkele jaren geleden, was hij gelast met de organisatie van de gezondheidsdienst in de Delta-dorpen en vervolgens met de inspectie van de opvolging van de genomen maatregelen inzake openbare hygiëne. Vandaag is hij gouverneur van Toulah en leidt hij in zijn ressort de Dienst der gevangenen die in Egypte arbeid in open lucht verrichten, zoals in steengroeven en bij irrigatiewerken. Hij heeft in zijn district verschillende instellingen opgericht, met name scholen om het lot van armen, soldaten en gevangenen te verbeteren. Zijn Hoogheid de khedive heeft hem de graad van Bey gegeven en die is maar zeer zelden voor buitenlanders weggelegd.
171
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
M. René Carton de Wiart is de broer van de eerbare Brussele afgevaardige en van de secretaris van de koning. Le Soir, 12 september 1906 Het Laatste Nieuws, 12 september 1906 De Volksgazet, Aalst, 16/9/1906 Londerzeel – Maandag avond werd de genaamde Mr. Sterck, 24 jaar oud, bediende in de Statie der Groendreef, alhier in de statie, door een manoeuvreerend machien verrast, en letterlijk onthoofd. Het lijk van den armen jongeling werd naar de ouderlijke woning overgebracht. Hij was bij zijne ouders naar Londerzeel komen kermis vieren. De Volksstem, Nederland, 3/10/1906 en 10/10/1906 Londerzeel - De 24 jarige M. Sterck, hulpklerk van den spoorweg der Groendreef, wonende Henrystraat te Laeken, was bij zijne ouders te Londerzeel de kermis komen vieren. Toen hij Maandag avond naar Brussel terugkeeren wilde, werd bij in de statie door een manoeurreerend machien verrast en letterlijk onthoofd. Het Nieuws Van Den Dag, 19 oktober 1906 Donderdag morgend kwam te Brussel de droeve tijding toe van den plotselingen dood van M. René Carton de Wiart, oudste broeder van den Brusselschen volksvertegenwoordiger en van 's konings geheim-schrijver. De overledene was luitenant-kolonel der Egyptische gendarmerie en bestuurder van een gevang in Neder-Egypt. M. Carton de Wiart was maar pas terug uit België vertrokken, waar hij langen tijd in verlof, in zijnen familiekring, doorbracht. Hij is te Napels overleden aan de gevolgen van de leverziekte, in den ouderdom van 39 jaren. Le XXe Siècle, 19 oktober 1906 Le soir, 20 oktober 1906 Journal de Bruxelles, 20 oktober 1906 (Vertaald) Overlijden van M. René Carton de Wiart. We vernemen het plotse overlijden van M. René Carton de Wiart, oudste broer van de Brusselse afgevaardigde en secretaris van de koning. M. René Carton de Wiart was luitenant-kolonel bij de Egyptische gendarmerie en bevelhebber van een gevangenis in Laag-Egypte. Hij was zeer gekend in de gemeenschap van Cairo. Hij had een redelijk lange tijd (sedert juli) bij zijn familie doorgebracht en was maar enkele dagen geleden terug naar Egypte vertrokken. Het was in Napels dat de leveraandoening, waaraan hij reeds enige tijd leed, die hij nu in Carlsbad laten behandelen had en die goedaardig scheen, hem op een bruuske wijze fataal is geworden. De overledene was de oudste van de familie; hij was 39 jaar oud. In de nacht van woensdag op donderdag heeft M. Edmond Carton de Wiart in Brussel een telegram met het vreselijke nieuws ontvangen. De secretaris van de koning en M. Henri Carton de Wiart zijn meteen naar Napels vertrokken. Wij bieden hen onze christelijke deelneming aan. Opmerking: René Carton de Wiart werd, nadat zijn lichaam op 31 oktober onder begeleiding van zijn broers, met de Prinz Heinrich in Antwerpen was aangekomen, in de familiekelder te Laken begraven. het ‘Journal de Bruxelles’ van 6 november 1906 geeft een gedetailleerde opgave van de zeer vele buitendse en binnenlandse hoogwaardigheidsbekleders die de maandag voordien bij een uitvaartdienst in de kerk van Sint-Bonifatius aanwezig waren.
172
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Maar nergens wordt over zijn vrouw Gabrielle Quirini, zijn weduwe, geschreven. Een broer was wèl aanwezig. Gabrielle Quirini, in Steenhuffe beter gekend als madame Karton, heeft een zeer groot deel van haar verder leven op het Kaashof in Steenhuffel verbleven.
Tablet, Engeland, 27 oktober 1906. (Vertaald) Overlijdens – Carton de Wiart - Plotseling gestorven in Napels op 17 oktober: Luitenant-kolonel René Carton de Wiart, uit Toura, Egypte. R.I.P. Het Laatste Nieuws, 26 oktober 1906 Klerikaal zedenschandaal to Londerzeel Voor de 6e boetstraffelijke kamer der rechtbank van Brussel werd gister eene schandalige zaak opgeroepen. Het geldt alweer eene... broerkensspecialiteit. De betichten zijn de bestuurder, de onderwijzer en de leerling-organist van eene school te Londerzeel, sinds vijf of zes jaar aldaar geopend en staande onder do hooge bescherming der geestelijkheid. De drie betichten zijn allen geboren en wonen te Londerzeel; zij werden in staat van aanhouding gesteld en verschenen ter zitting tusschen twee gendarmen. De beschuldiging, die op hen weegt, is dat ze een twaalftal hunner leerlingen, knapen van 6 tot 13 jaar, hebben bezoedeld. De knapen zijn als getuigen opgeroepen. De zaak wordt, natuurlijk, met gesloten deuren behandeld. Mr Bonnevie, advocaat van D... vraagt uitstel om zijn klant door de wetsdoctors te doen onderzoeken. De rechtbank weigert, waarop de advocaat verklaart dat D... niet verschijnt voor de rechtbank. D... wordt door de gendarmen weggeleid. De twee anderen blijven. De voornaamste plichtige D... is naar ’t schijnt een oude knecht uit een seminarie dat hij vertliet om de leergangen te volgen in eene clericale normaalschool en zich daarna als pensionaatsbestuurder te Londerzeel vestigde. Wij zullen u de uitspraak doen kennen. De Volksgazet, Aalst, zondag 4 november 1906. Het klerikaal schandaal van Londerzeel. Veroordeeling van drie katholieke schoolmeesters der goede zeden. De rechtbank van Brussel heeft dus strenge straffen uitgesproken tegen de lage kerels die de reeks gruwelijke aanslagen op de zeden pleegden, aanslagen door ’t geheim onderzoek evenals door de getuigenissen aan ’t licht gebracht ten laste van den bestuurder en de onderwijzers van het thans gesloten klerikaal Instituut van Londerzeel. Natuurlijk, zooals altijd zwijgen daarover de klerikale bladen. Ziehier enkele bijzonderheden over de zaak: Zekere De Keersmaker, die ver uit de schuldigste is onder de drie vuilaards, was enkele jaren geleden dienstknecht in een seminarie. Hij was verstandig en bovendien buitengewoon godvruchtig. De heilige rekel ging herhaalde malen in de week biechten en te communie. Alsdan kreeg de man beschermers die hem toelieten te gaan studeeren in vrije Normaalschool. Eens deze studiën gedaan, treedt de man natuurlijk in het onderwijs en richtte vijf, zes jaar geleden een gesticht op te Londerzeel, gesticht dat eindigde met zulke laagheden. De geestelijkheid maakte, bij de oprichting later, natuurlijk groote propagande voor ’s mans zaken. De hoofden der klerikale partij gaven sommen aan den properen heer bestuurder en zelfs nu nog bestaan er hypotheken ten profijte van klerikale kopstukken. Waarlijk er wordt gemeld dat men nooit smeriger zaak heeft ontmoet. Met opzet, en daar vond de ellendeling plezier in, bedierf De Keersmaecker de hem toevertrouwde ongelukkige
173
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
kinders. Jongelingen van zekeren leeftijd verhief hij tot de waardigheid van onderwijzer, na ze te hebben bedorven. Tijdens ’t verhoor der zaak voor de rechtbank stipte men bijzonderheden aan, welke eene verbazende verfijning in de ondeugd kenmerken. Dit zwijn gaf aan zijne leerlingen lessen van lage zinnelijkheid. Natuurlijk is het voortaan berucht instituut van Londerzeel gesloten. En de klerikalen pochen er niet meer op zulk een geleerd heerschap te hebben ontdekt, een sater, gewezen dienstbode tot hoofdonderwijzer verheven en die tien jaar gevang opliep. Waarlijk, elke maand levert ons dusdanig walgelijk schandaal in de klerikale wereld, ons aantoonend op welke zonderlinge wijze daar zielen worden opgeleid... in reinheid en ter eere Gods. Het geding is afgeloopen en de rechtbank heeft de volgende straffen uitgesproken: André De Keersmaecker wordt veroordeeld tot achttien jaren en zes maanden gevangenisstraf; Walter Moens tot twee jaar en Lodewijk Moyson tot vijf straffen van vier maanden ieder. Het Laatste Nieuws, 25 november 1906 (Vertaald) De families De Keersmaecker, brouwers te Wolvertem en te Londerzeel, wensen te publiceren dat zij, zelfs in de kleinste graad, geen verwanten zijn van de persoon met dezelfde naam die betrokken is bij de zedenzaak in Londerzeel. Le Vingtième Siècle, 19 december 1906 (Vertaald) Een schandalige zaak. Het Hof van beroep heeft de straffen, uitgesproken door de correctionele rechtbank, in de zaak het Handelsinstituut vann Londerzeel, enigszins aangepast. De voormalige directeur André De Kersmaecker blijft veroordeeld tot 18,5 jaren gevang, gereduceerd tot 10 jaren vanwege de wet op het cumul van straffen. Maar de leraar Walther Moens ziet zijn straf van 2 jaar opsluiting met 110 dagen vermeerderd worden. De leerling Louis Moyson, in 1ste aanleg tot 2 jaar veroordeeld, moet nog maar 78 dagen zitten. Het Laatste Nieuws, 20 december 1906 Het klerikaal schandaal van Londerzeel - De veroordeeling behouden. Men herinnert zich dat een door priesters zeer aanbevolen bestuurder van een klerikaal pensionaat van Londerzeel met twee zijner leeraars, vervolgd en veroordeeld werd in eersten aanleg, voor aanslagen gepleegd op hunne jonge leerlingen. Het beroepshof, boetstraffelijke kamer, hield zich nu eveneens met zaak bezig en nieuwe getuigen werden onderhoord tijdens het enkwest. Het Hof bevestigde nu de straf van 20 jaar gevang ongeveer, treffende Andreas De Keersmaecker. De straf van Moens werd met 136 dagen gevang vermeerderd: dus 2 jaar en 136 dagen gevang; deze van Moyson, uit hoofde van zijn jongen leeftijd, verminderd met 70 dagen gevang. Deze, 18 jaar oud, had 1 jaar en 8 maanden gekregen. Dit model-pensionaat van Londerzeel was door klerikalen gesticht geworden. Daar krachtens de wet een voor de boetstraffelijke rechtibank veroordeelde niet meer dan 10 jaar gevang mag oploopen, zoo zal de klerikale kinderbederver, de Keersmaecker, 10 jaar zitten. Men ziet dus dat zekere klerikalen op zonderlinge wijze de kinderen opleiden om er brave burgers van te vormen. Het Nieuws Van Den Dag, 2 november 1906 Het lijk van M. René Carton de Wiart. — De stoomer “Prinz Heinrich” is woensdag te Antwerpen binnengevaren met aan boord het lijk van M. René Carton de Wiart, bey van Egypte, op zijnen terugtocht te Napels overleden, na te Brussel verscheidene maanden in verlof te 174
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
hebben doorgebracht. De kas waarin de lijkliist was gesloten, was in eene belgische vlag gewikkeld. Op het oogenblik dat zij uit het ruim werd opgeheschen speelde het muziek aan boord de Brabanconne. De familieleden van den afgestorvene wachtten aan wal het lijk op en hebben te voet den lijkwagen gevolgd die het stoffelijk overblijfsel van Carton de Wiart bey naar de statie voerde om naar Brussel overgebracht Ie worden. Den Denderbode, Aalst, donderdag 8/11/1906 Het parket heeft te Londerzeel onderzoek gedaan naar den dood van een tienjarig meisje, een onwettig geboren kind dat, naar beweerd wordt, door verstikking zou gestorven zijn. Het Nieuws van den dag, 15 december 1906 Londerzeel. — Woensdag avond, om 6 ure, is een hevige brand uitgeborsten in de stallingen en magazijnen van M. Karel Van Cauwenbergh, handelaar in het dorp. Op weinige oogenblikken waren de stallingen door het het vuur vernield. Een peerd en twee verkens zijn in den brand omgekomen. Dank aan de spoedige hulp der pompiers, was de brand weldra uitgedoofd. De schade is aanzienlijk en door verzekering gedekt. Het Laatste Nieuws, 16 december 1906 Londerzeel – Brand – Woensdagavond rond 7 uren, brak het vuur uit in de stallingen van den handelaar Van Cauwenbergh. Schade 5.000 frank. Dit is de vierde brandramp sinds october. De Volksgazet, Aalst, 10 maart 1907. Aan sieur Liebaert. Op Zaterdag 23 Februari met dien bijtende koude was de wachtzaal der statie van Steenhuffel zonder vuur, op de klachten der reizigers antwoorden Zaalwachter en Statie-overste dat zij geene kolen hebben om te stoken... Een weinig nazicht in de kleine stations zou de reizigers groot plezier doen. Het Laatste Nieuws, 19 maart 1907 Malderen. — Gewichtige zaak. Eene jonge vrouw, X..., 30 jaar, wier echtgenoot zich sedert twee jaar in den vreemde bevindt, scheen zich in een belangwekkende toestand te bevinden. Daar zonderlinge geruchten over haar in omloop werden gebracht, ontbood haar de burgemeester. Vrouw X... eindigde met te bekennen dat zij een doodgeboren kind ter wereld bracht en het lijkje ter aarde bestelde op het kerkhof. Het parket is zaterdag te Malderen afgestapt. Het lijkje werd inderdaad op de aangeduide plaats ontdekt. Wetsdokters werden met de lijkschouwing gelast. Vrouw X... werd voorloopig in vrijheid gelaten. Welk nu ook de uitslag der lijkschouwing weze, de jonge vrouw zal rechterlijk vervolgd worden wegens inbreuk op de wet betrekkelijk de aangiften van den burgerlijken stand en op de wet de begrafenissen regelend. Den Denderbode, Aalst 21/3/1907 Te Malderen wordt niet anders gesproken dan over eenen vermoedelijken kindermoord, waaraan eene inwoonster zich zou hebben plichtig gemaakt. De vrouw, Louis V., is echtgenoote van eenen man, die sedert jaren in Congo verblijft. De praatjes van het volk hadden de aandacht van het Gerecht gaande gemaakt en het Parket van Brussel ging een onderzoek doen. De vrouw bekende inderdaad dat zij haar kind had 175
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
verborgen in den grond van het kerkhof, maar dat het doodgeboren was. Ze had het graf zelf gegraven. Het parket heeft zich door de moeder de plaats doen aanwijzen en er inderdaad het lijkje gevonden. Het zal door de dokters worden onderzocht. Den Denderbode, Aalst, zondag 24/3/1907. Te Londerzeel betrapte een jachtwachter die op ronde was eenen strooper. De laatste ging op de vlucht, maar de wachter achtervolgde hem... ’t Was ook een beëdigde jachtwachter. La Dernière Heure, 29 maart 1907 (Vertaald) Vreselijk dorpsdrama – Het parket van Brussel werd donderdag op de hoogte gebracht van een bloedig drama dat zich woensdag in Malderen heeft voorgedaan. ’s Avonds zat een zekere Vansteel uit Malderen aan tafel in een café toen de twee broers Vanh... uit Buggenhout binnenkwamen. Ze zochten snel ambras met Vansteel die, om erger te vermijden, het café verliet. Nauwelijks op straat wierpen de broers zich op hem en brachten ze hem messteken toe. Op het geroep van het slachtoffer snelden de buren toe; ze vonden hem liggend in een zee van bloed. Ze brachten hem in een alarmerende toestand naar huis. De daders zijn gevat. De nieuwe courant, Nederland, 5 april 1907 Nieuwsblad van Geel - 6/4/1907 Provcinciale Geldersche en Nijmeegsche courant, 7 april 1907 Brussel 4 april – De spoorwegdienst kan den burger soms wel aardige fratsen spelen. Twee juffertjes van Brussel, te Londerzeel in pensionnaat, waar ook eenige Engelsche misses hare opvoeding krijgen, gingen in vacancie. Zij pakten hare kleeren in en zonden den koffer met het duidelijk leesbaar adres harer ouders, naar Brussel. Dagen verliepen, maar geen koffer verscheen. Eindelijk belde een drager van den spoorweg met de kist, vol geplakt met Fransche en Engelsche etiketten, bewijzende dat de kist naar de Zuidstatie van Antwerpen en van daar over Harwich naar Londen en vervolgens langs denzelfden weg terug was gezonden. En, in plaats van verschooning te vragen over de vertraging, eischt het spoorwegbestuur de betaling van al dat nutteloos vervoer. De vader eischt nu langs bestuurlijken weg zijn geld weerom. Hij zal dat denkelijk wel krijgen, maar ... wanneer? Den Denderbode, Aalst, zondag 7/4/1907 Nieuwsblad van het Noorden, 7/4/1907 Nieuwe Tilburgsche Courant, 9/4/1907 Den spoorwegdienst kan den burger soms wel aardige fratsen spelen. Twee juffertjes van Brussel, te Londerzeel in pensionnaat, waar ook eenige Engelsche misses hare opvoeding krijgen, gingen in vacancie. Zij pakten hare kleeren in en zonden den koffer met het duidelijk leesbaar adres harer ouders, naar Brussel. Dagen verliepen, maar geen koffer verscheen. Eindelijk belde een drager van den spoorweg met eene kist, volgeplakt met Fransche en Engelsche etiketten, bewijzende dat de kist naar de Zuidstatie van Antwerpen en van daar over Harwich naar Londen en vervolgens langs denzelfden weg terug was gezonden. En, in plaats van verschooning te vragen over de vertraging, eischt het spoorwegbestuur de betaling van al dat nutteloos vervoer. De vader eischt nu langs bestuurlijken weg zijn geld weerom. Hij zal dat denkelijk wel krijgen, maar... wanneer! La Métropole, 11 april 1907 (Vertaald) Speciaal ongeval in Malderen – Maandag had in Malderen een wipschieting plaats. Een pijl raakte één der armen van de wip en week hierdoor dermate vreemd af dat hij schutter
176
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Immigers, die de pijl met de oogen had gevolgd, zeer zwaar raakte. Het voorhoofdsbeen van Immigers werd doorboord. Zijn toestand is zeer ernstig. Het Laatste Nieuws, 17 april 1907 Steenhuffel – Geheimzinnig vuurschot. M. Fr. Van der Stappen, 56 jaar, werd Zondagavond door een vuurschot gekwetst als hij zich ’s avonds naar zijne woning begaf. Het schot werd op korten afstand van hem gelost en gansch de lading trof hem in den rechterarm. De gewonde hoorde iemand vluchten in de richting van het Dorp. Na verpleging door eenen dokter, ging het slachtoffer eene klacht neerleggen in de gendarmerie. Men denkt algemeen dat Van der Stappen het slachtoffer werd van eene misgreep en dat het vuurschot voor iemand anders was bestemd. De Volksstem, Nederland, 24/4/1907 Niel.—De voerman van M. De Bondt, van Londerzeel, kwam Maandag met zijn gespan door deze gemeente gereden. Eensklaps riep men hem verschrikt toe stil te houden, maar 't was reeds te laat: een kindje van 17 maanden, Marie De Belder, lag reeds met verpletterd hoofdje en badend in een bloed plas ten gronde. Het arme kindje was dood. De Volksstem, Nederland, 1/5/1907 Londerzeel - Door een hevigen brand is de schrijnwerkerij van M. P. Broothaerts gansch in asch gelegd. Het Handelsblad, 7 juni 1907 Schrikkelijk ongeluk te Londerzeel. Instorting eener mouterij. Zes dooden en drie gekwetsten. Londerzeel, 6 Juni, 11 ure ’s avonds. Te Mechelen rond 8 ure vernomen hebbende dat een schrikkelijk ongeluk te Londerzeel was voorgcvallon en dat er verschillige dooden en gekwetsten te betreuren waren, hebben wij ons dezen avond nog, per rijtuig, naar deze gemeente begeven, gelegen tusschen Malderen en Capellen-op den Bosch, op 3 ½ uren afstand van Mechelen. Wij konden er maar al te zeer de waarheid der verspreidde geruchten bestatigen. Wat wij te zien kregen is schrikkelijk. ’t Is in de mouterij van de heeren gebroeders Van Assche, dat de schrikkelijke ramp gebeurde, die de bevolking van heel den omtrek in de grootste verslagenheid heeft gebracht. Deze mouterij maakt een uitgestrekt gebouw uit en bevindt zich op het gehucht Ursene, op 20 minuten afstand van het statio van Londerzeel. Zij was vergroot met een nieuw magazijn van 3 verdiepen en waar van de vloeren vervaardigd waren in “beton-armé”. Deze werken waren juist voltooid. Volgens de voorwaarden moesten deze vloeren eene vracht kunnen verdragen van 1500 tot 25O0 kilos per vierkante meter en het was dezen morgend, dat men, onder het toezieht van den aannemer, bij middel van ladingen het vereischte gewicht zou beproeven. Aan dit werk waren een twintigtal werklieden werkzaam. 't Was om 11 uren dat zich eensklaps een schrikkeljjk gedruisch liet hoorcn. Een algrijselijk toonoel vertoonde zich. De drie vloeren waren op eene oppervlakte van ongeveer 15 vierkante meters ingestort. Werklieden en heel het personeel der mouterij lïepon als zinneloos heen en weer, akelig geschreeuw liet zich hooren, terwijl al de landbouwers, die aan het werk waren en de bewoners van den omtrek met de grootste angst kwamen afgeloopen. 177
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Men kan oordeelen welke paniek er ontstond, men bestatigde weldra dat men negen werklueden miste en deze lagen dus onder de puinen begraven. Spoedig was M. Turf, commissaris van policie, met de veldwachters ter plaats, alsook M. Van Assche, burgemeester, de gendarmerie en de zeer eerw. j. Helsen, pastoor-deken, met de twee onderpastoors. Er moest onmiddellijk gezorgd worden om met de grootste voorzichtigheid de reddingswerken te verrichten, wat niet al te gemakkelijk was. Aanstonds werden dan ook de pompiers der gemeente opgeroepen en een dertigtal mannen begaven zich aan ’t werk. Niet zonder de grootste moeite gelukte men er in twee slachtoffers op te halen, die nog in leven waren, hat waren Biesemans Livinus, 32 jaar, ongehuwd en Bogaerts Gabriel, 27 jaar oud, ongehuwd. Zij waren erg gekwetst en ontvingen oogenblikkelijk de beste verzorgingen, waarna ze ter verpleging naar het gasthuis werden overgebracht. In de keldering ontdekte men, op zij, tusschen de puinen, een ander slachtoffer. Met de grootste omzichtigheid gelukte men er in eene opening te maken en den ongelukkigen werkman te ontlasten. Het was Gabriel Van den Berg, 35 jaar oud, ongehuwd en woonachtig te Londerzeel. De man was doodelijk gekwetst en werd na de eerste verzorging naar het gasthuis overgebracht. De gemeenteoverheid telegrafeerde spoedig om hulp naar het beheer van de genie te Brussel, doch men antwoordde uit deze stad dat de mannen naar het kamp waren, en een ander telegram werd met hetzelfde doel naar het korps van de gennie te Antwerpen verzonden. Middelerwijl hadden er rondom de plaats der ramp hartverscheurende tooneelen plaats. Vaders, moeders, broeders en zusters van de slachtoffers kwamen schreeuwend afgeloopen, overgeleverd aan de diepste droefheid en wanhoop wamt de 6 slachtoffers die onder de puinen begraven lagen, waren allen oppassende jongelingen. Tusschen de puinen hoorde men noch gekerm, noch gezuoht, niets, wat wel de overtuiging gaf dat het nog slechts lijken waren die men to zoeken had. De reddingswerken waren niert gemakkelijk des te meer daar men zo moest verrichten op de wijze dat men de slachtoffers door het weren der puinen niet verder zou kwetsen, indien ze nog in leven waren. Stuk voor stuk werd met de grootste omzichtigheid opgehaald en rond twee ure werd het eerste lijk ontdekt, het was dat van Frans Broothaards, 19 jaar oud. Het werd naar 't doodenhuis van het gasthuis gevoerd. Dapper werd door al de mannen voortgewerkt doch zonder er in te gelukken verdere ontdekkingen tu doen. Om half vier kwam het parket van Brussel ter plaats. Het was samengesteld uit MM. Sartini, substituut van den procureur des konings, De la Ruwière, onderzoeksrechter, een wetsgeneesheer en een griffier. De magistraten, bijgestaan door een expert begonnen onmiddellijk het onderzoek en gaven bevel, de stukken der puiuen in goede bewaring te houden ten einde 't onderzoek te vergemakkelijken en de verantwoordelijkheden te kunnen daarstellen. Verschillige werklieden werden ondervraagd. Rond 7 ure kwam een detachement soldaten van het geniekorps uit Antwerpen aan. Zij begaven zich oogenblikkelijk aan 't werk, onder het bevel van den heer luitanant Dustin. Wanneer wij rond 10 ure ’s avonds op de plaats der ramp aankwamen waren de soldaten, bijgestaan door een dertigtal werklieden der gemeente zeer ieverig aan 't werk. De koer der mouterij was met fakkels verlicht en op den grond lagen talrijke stukken van den vloer gerangschikt, die men had opgehaald en ter beschikking van het parket houden moet. Naast het gebouw, bemerkt men een hoop gruis, zakken graan, chimieke meststoffen die stilaan vergroot naarmate men de plaats der ramp van de puinen kan ontlasten. Op dit oogenblik ontdekt men een tweede lijk, 't is dat van den genaamde De Bondt Frans, oud 17 jaar, doch het zal nog eenigen tijd aanloopen, vooraleer men het zal kunnen boven
178
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
halen. De werken geschieden in de grootste stilte. Men hoort slechts de bevelen van den officier die zijne manschappen aanzet, met de grootste voorzichtigheid te arbeiden. Men hoopt binnen een kwartier het lijk volkomen te kunnen ontlasten. Buiten do twee lijken die thans ontdekt zijn, liggen de vier anderen nog onder de puinen begravein. Zij zijn: Meeus Frans, 19 jaar. De Vilder Jan, 18 jaar. Bogaerts Petrus, 17 jaar. Suys Edouard, 29 jaar. Allen zjjn ongehuwd en te Londerzeel woonachtig. 't Is rond 11 ure dat wij diep aangedaan de plaats der ramp verlaten. Op dit uur duren de reddingswerken nog altijd voort en zij zullen heel den nacht doorgezet worden. Le Petit Provençal, Frankrijk, 7 juni 1907. (Vertaald) – Brug ingestort, veel slachtoffers - Brussel 6 juni – Een brug op de verbinding vann de mouterij van Londerzeel met het station van Mechelen, is tijdens testen ingestort. Er zijn 5 doden en talrijke gewonden... Het ongeluk te Londerzeel is te wijten aan de instorting van de gewelven van de nieuwe gebouwen van de mouterij toe die werden getest. Er waren 8 arbeiders aan het werk. Twee ervan werden erg gewond, één werd gedood en de 5 anderen werden onder het puin bedolven. Een reddingsoperatie is a an de gang. Nieuwe Tilburgsche Courant, 7/6/1907 Brussel. 6 Juni. Aan de zijlijn, die een mouterij te Londerzeel met het station Mechelen verbindt, is het gewelf van een gebouw ingestort; er zijn 2 dooden en 1 gewonde; 5 personen werden onder het puin bedolven. Limburger Koerier, Nederland, 7 juni en 7 juni 1907 Vreeselijke instorting. De heer van Asch, een groot industrieel in Brabcant, liet een brug maken, een machtig stuk werk, te Londerzeel op den weg naar Mechelen. Om de soliditeil van den bouw na te gaan, werd als gewoonlijk, ook hier de brug belast met een zeker aantal kilogrammen, dat dagelijks opgevoerd werd tot een maximum van 250.000 K.G. Gisteren nu is eenklaps bij de grootere belasting het geheele werk met een donderend geraas ineengestort, nadat de voetstukken uit elkaar geschoven waren. Toen de eerste schrik voorbij was en de dikke stofwolken waren opgetrokken, constateerde men dat verscheidene werklieden onder de reusachtige steenenmassa moeten begraven liggen. Zes hunner zijn nl geheel verdwenen en verscheidene anderen zijn ernstig gekwetst. Geen der begraven lijken is reeds kunnen te voorschijn gehaald worden. Het parket is inmiddels ter plaatse verschenen. Nieuwe Tilburgsche Courant, 7/6/1907 Brussel. 6 Juni. Aan de zijlijn, die een mouterij te Londerzeel met het station Mechelen verbindt, is het gewelf van een gebouw ingestort; er zijn 2 dooden en 1 gewonde; 5 personen werden onder het puin bedolven. De nieuwe courant, Nederland, 7 juni 1907 Brussel, 7 juni (R.A.). Bij het ongeluk te Londerzeel zijn 6 dooden gevallen en 5 personen gewond, waarvan 2 ernstig.
179
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
The Scotsman, Schotland, 7 juni 1907 (Vertaald) Ramp in België, Brussel – 6 juni- een brug over de verbinding van de spoorlijn tussen een mouterij en het station in Londerzeel, is vandaag ingestort toen ze werd getest. 5 personen werden gedood en velen gewond. Aberdeen Press and Journal, Schotland, zaterdag 8 juni 1907 Longford Journal, Ierland, 15 juni 1907 Wigton Advertiser, Engeland, 15 juni 1907 Buckingham Express, Engeland, 15 juni 1907 (Vertaald) Het is nu bevestigd dat 1 (sic) persoon gedood en 5 (waarvan 2 ernstig) gekwetst werden bij de instorting van een gebouw bij Londerzeel. 56 Personen werden onder het puin bedolven. Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant, 8 juni 1907 Het ongeluk te Londerzeel, waarover Reuter heden-morgen het een en nader seinde (zie onder de telegrammen) gebeurde bij het beproeven van de draagkracht van de gewelven van een reusachtig gebouw van den groot industrieel Van Asch. Het aantal werklieden, die bedolven werden, bedraagt acht. Drie hunner werden bevrijd, maar ze waren vreeselijk gewond en een was stervende. 's Avonds om 7 uur kwamen 25 manschappen van een regiment van de genie uit Antwerpen te Londerzeel aan maar men had geen hoop meer de ongelukkige vijf werklieden die nog bedolven waren, te redden. De ontroering in de streek is groot. Limburger Courier, Nederland, 8 juni 1907 De ramp te Londerzeel. Aangaande de de ramp te Londerzeel, waar in een mouterij een zware overgangsbrug van gewapend beton ingestort is, vernemen wij nog, dat na lang werken der geniesoldaten, die hulp verleenden, 6 lijken te voorschijn hebben gehaald onder het puin, de meeste geheel onherkenbaar. Bovendien zijn 3 werklieden nog zeer ernstig gekwetst en 2 bepaald doodelijk. De brug kan, volgens den aannemer 3800 KG per M2 dragen. Ze was het vorig jaar gebouwd. Het Laatste Nieuws – zaterdag 8 juni 1907. Schrikkelijk ongeluk te Londerzeel Drie verdiepingen ingestort. - Acht werklieden onder de puinen. - Zes dooden. Donderdag namiddag verspreidde zich te Brussel het gerucht dat er een schrikkelijk ongeluk gebeurde te Londerzeel. Dadelijk begaven wij ons ter plaats en ziehier wat wij er vernamen. De gebroeders Van Assche, van Londerzeel, hadden eene nieuwe mouterij gebouwd in den omtrek der statie Londerzeel-West. Het gebouw was voltooid, doch om de stevigheid der vloeren te beproeven, had men op den vloer der tweede verdieping eene hoeveelheid zakken gelegd, die samen een gewicht vertegenwoordigden van ruim 250.000 kilogr. Was de vloer tegen dergelijk gewicht niet bestand of is het slechte weder der laatste dagen er oorzaak van, toch is het dat rond den middag een ijselijk gekraak werd waargenomen en dat de bovenste vloer met schrikkelijk gedruisch instortte, den vloer der eerste verdieping in zijn val meerukkend. Op het gelijkvloers waren een tiental werklieden aan den arbeid, die onder de kolossale massa steenen en balken werden begraven. De reddingswerken De geburen snelden toe en verwittigden dadelijk den bevelhebber der brigade van de rijkswacht te Londerzeel, die met vijf manschappen ter plaatse kwam. Geholpen door de 180
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
dorpsbewoners richtten de gendarmen de eerste reddingswerken in. Acht menschen lagen onder het puin. Na groote krachtinspanning gelukten de redders er in drie der ongelukkigen te ontlasten. Een dezer was reeds bezweken en de toestand der twee anderen was doodelijk. Het bleek onmogelijk de andere werklieden onder 't puin weg te halen met de middelen waarover men beshikte en de bevelhebber der gendarmerie riep dan ook de hulp in van het geniekorps van Antwerpen. In afwachting hunner komst zette men de werken voort. Onder een soort van afdak, gevormd door balken en stukken steen ontdekte men den werkman Jan Van den Berghe, 35 jaar oud. De man stond recht en op de vraag of hij gekwetst was, zegde hij niets te gevoelen. Wanneer men hem onderzocht bestatigde men dat hij eenige ribben had gebroken en eene gapende wonde droeg aan den voet. De lijken De gansche bevolking is toegeloopen en ter plaats bemerken wij burgemeester Van Assche, Dr. Golfus, den commissaris van politie, onderpastoor De Weerdt, raadsleden enz. De redders gelukten er in een slachtoffer te ontlasten. Het is de 17 jarige Frans Brothaers, wiens hoofd tusschen twee balken letterlijk werd geplet. De jongeling moet op den slag gedood zijn geworden. De soldaten van 't geniekorps, onder het bevel van luitenant Dustin, komen toe ten getale van 20, met een korporaal en een onderofficier. Dadelijk zetten ze zich aan 't werk . Zij ontblootten weldra een hoek van 't gebouw en vonden er een lijk. 't Is dit van Frans Debondt, insgelijks op den slag gedood, gepletterd tusschen twee blokken beton. Alleen het hoofd bleef ongeschonden. De ongelukkige, slechts 18 jaren oud, was de eenige steun van zijn ziekelijken vader en van zijne familie. Te middernacht namen de soldaten een weinig rust. Er bleven nog vier lijken onder 't puin, namelijk deze der werklieden Jan de Wilde, Frans Meeus, Jan Bogaerts en Eduard Suys. Alle hoop om hen levend aan te treffen moet worden opgegeven en men verwacht er zich aan dat men ze niet voor vrijdagmiddag zal kunnen ontlasten. Het parket vertegenwoordigd door onderzoeksrechter De la Ruwière; substituut Sartini en vergezeld van eenen ingenieur, is, in den vooravond, te Londerzeel afgestapt, om de verantwoordelijkheid in't geval vast te stellen. Onnoodig te zeggen dat dit ongeluk in deze streek groote opschudding heeft verwekt. De oorzaak der ramp De ingestorte mouterij is een kolossaal groot gebouw van drie verdiepingen, hebbende eene gevelbreedte van dertig meters. De bouw was gemaakt in gewapend beton en men had er eene verdieping aan toegevoegd verleden zomer. De gebroeders Van Assche hadden gemeend te bemerken dat het gebouw toegaf en er ontstond hierover betwisting tusschen hen en den ondernemer, zelfs werd de zaak voor de rechtbank gebracht. Ten slotte had men besloten de stevigheid van den bouw te beproeven, wat aanleiding gaf tot het ongeluk. Laatste bijzonderheden vrijdagmorgen In den nacht zijn de lijken van vier ongelukkigen onder het puin weggehaald. Sommigen droegen kwetsuren in het aangezicht voortkomende van de bouwmaterialen en den beton; anderen waren zonder letsel, zij waren eenvoudig begraven onder het zwaar gewicht der zakken graan. Rond elf uren werd de laatste boven gehaald, namelijk De Vilder, wiens blok men een uur te voren op die plaats had gevonden; omstandigheid die de mannen aanzette met verdubbelde kracht hun werk te bespoedigen; De Vilder lag tegen den muur langs den koer; zijn aangezicht was dit van een slapende; hij werd onmiddellijk naar het doodenhuis gevoerd; het was een pijnlijk oogenblik toen hij boven werd gehaald, eenieder ontblootte zich het hoofd, de tranen biggelden van elker wangen ...
181
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Wij hebben een bezoek gebracht aan de gekwetsten Biesemans en Van den Bergh, en verder in het dorp, waarover wij morgen een relaas zullen geven. Toen wij te l uur vertrokken is eene afvaardiging van de maatschappij van verzekering tegen ongevallen, die de werklieden verzekerde ter plaats. Het parket wordt te 2 uren nogmaals verwacht.
Le Petit Troyen, Frankrijk, 8 juni 1907. (Vertaald) Mouterij ingestort – Deze ochtend gebeurde er een ramp bij Mechelen, 25km van Brussel. Een in aanbouw zijnde mouterij, bij het station van Londerzeel, stortte in en bedolf een groot aantal werkmensen. De eerste hulp werd door de inwoners georganiseerd en na harde inspanningen heeft men meerdere mensen kunnen redden. Eén van hen was al dood, de toestand van 2 anderen was hopeloos en nog een 4de, denkt men, zal zijn verwondingen niet overleven. Vijf anderen liggen nog onder het puin. Men heeft de hulp van geniesoldaten moeten inroepen om te trachten om tot bij hen te komen maar om 9 uur gisteravond heeft men alle hoop om de ongelukkigen te kunnen redden opgegeven. Men zal nog de hele nacht nodig hebben om bij de slachtoffers te geraken. Het gerucht van de ramp heeft zich snel in de omgeving verspreid en al snel bevond zich een enorme menigte op de plaats van de katastrofe. De families van de slachtoffers staan bij de redders. Er zijn hartverscheurende taferelen te zien. Men heeft een cordon moeten maken om de nieuwschierigen op afstand te houden. Nieuwe Tilburgsche Courant, 8/6/1907 Schrikkelijk ongeluk te Londerzeel - Instorting eener mouterij - Zes dooden en drie gekwetsten. Donderdagavond omstreeks 8 uur had te Londerzeel een verschrikkelijk ongeluk plaats in de mouterij der gebr. Van Assche. Deze mouterij was juist voltooid van eene verbouwing, welke
182
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
bsstond in de vergrooting met een nieuw magazijn van drie verdiepingen, waarvan de vloeren vervaardigd waren van gewapend beton. Volgens de voorwaarden moesten deze vloeren eene vracht kunnen dragen van 1500 tot 2500 kilos per vierkante meter en onder toezicht van den aannemer, bepaalde men die avond door middel van ladingen het vereischte gewicht. Bij dit werk waren een twintigtal werklieden werkzaam. Omstreeks 11 uur hoorde men eensklaps een geweldig lawaai. Een afgrijselijk tooneel vertoonde zich. De drie vloeren waren op eene oppervlakte van ongeveer 15 vierkante meters ingestort. Werklie den en heel het personeel der mouterij liepen als zinloos heen en weer, akelig geschreeuw liet zich hooren, terwijl al de landbouwers, die aan het werk waren en de bewoners van den omtrek met den grootsten angst kwamen toegeloopen. Men kan zich voorstellen welke paniek er ontstond; men bemerkte weldra dat men negen werklieden miste en dezen lagen dus onder de puinen begraven. Spoedig was de commissaris van politie, met den veldwachter ter plaatse, alsook de burgemeester, de gendarmerie en de zeereerw. h. pastoor-deken met twee onderpastoors. Er moest onmiddellijk gezorgd worden om met de grootste voorzichtigheid de reddingswerken te verrichten, wat niet gemakkelijk was. Aanstonds werden dan ook de pompiers der gemeente opgeroepen en een dertigtal mannen begaven zich aan 't werk. Niet zonder de grootste moeite gelukte men er in, twee slachtoffers op te halen, die nog in leven waren. Zij waren erg gekwetst en ontvingen oogenblikkelijk de beste verzorgingen, waarna ze ter verpleging naar het gasthuis werden overgebracht. In den kelder ontdekte men, opzij, tusschen de puinen, een ander slachtoffer. Met de grootste omzichtigheid gelukte men er in eene opening te maken en den ongelukkigen werkman te ontlasten. De man was doodelijk gekwetst en werd na de eerste verzorging naar het gasthuis overgebracht. De gemeenteoverheid telegrafeerde spoedig om hulp naar de genie te Brussel, doch men antwoordde uit deze stad dat de mannen naar het kamp waren; een ander telegram werd met het zelfde doel naar het korps van de genie te Antwerpen verzonden. Middelerwgl hadden rondom de plaats der ramp hartverscheurende tooneelen plaats. Vaders, moeders, broeders en zusters van da slachtoffers kwamen schreeuwend geloopen, overgeleverd aan de diepste droefheid en wanhoop, want 6 slachtoffers lagen onder de puinen begraven. Tusschen de puinen hoorde men noch gekerm, noch gezucht meer, hetgeen wel het vermoeden wettigde, dat allen dood waren. De reddingswerken waren niet gemakkelijk, te minder daar men ze moest verrichten zonder de slachtoffers door het weren der puinen verder te kwetsen, indien ze nog in leven waren. Stuk voor stuk werd met de grootste omzichtigheid opgehaald en omstreeks twee uur werd het eerste lijk ontdekt. Het werd naar 't doodenhuis van het gasthuis gevoerd. Dapper werd door al de mannen voortgewerkt doch zonder er in te gelukken verdere ontdekkingen te doen. Om half vier kwam het parket van Brussel ter plaats. De magistraten, begonnen onmiddellijk het onderzoek. Omstreeks 7 uur kwam een detachement soldaten van het geniekorps uit Antwerpen aan. Zij begaven zich oogenblikkelijk aan 't werk. Omstreeks 10 uur ontdekte men een tweede lijk, dat men echter niet naar boven kon halen. De overige vier werklieden waren gisterenmiddag nog niet gevonden. Leeuwarder Courant, 8/6/1907 Noodlottig ongeluk. - Uit Brussel werd gisteravond geseind: Te Londerzeel bij Mechelen heeft een vreeselijk ongeluk plaats gehad in de nieuwe gebouwen eener mouterij, waarvan men de gewelven wilde beproeven. Zakken met zand waren op de verschillende verdiepingen als belasting aangebracht, 's Morgens tegen elf uur hoorde men een geweldig kraken. Plotseling stortte alles in. Men vond 1 doode en 2 gewonden; 5 werklieden liggen onder de zakken en het puin nog begraven.
183
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
RK dagblad het huisgezin, Nederland, 9 juni 1907 Het ongeluk te Londerzeel, in Brabant, is aldus geschied. De mouterij van Van Assche had een nieuw pakhuis laten zetten en er vloeren in laten leggen van gewapend beton, die sterk genoeg moesten zijn om 3500 K.G. op de M2, te dragen. Eergisteren werden de vloeren beproefd. De bovenste verdieping werd over 100 M2, belast met 1500 a 2000 K.G. per M2. Twaalf werklieden van den aannemer waren er mee bezig, toen de bovenste verdieping instortte, en achtereenvolgens ook de tweede en eerste (of deze belast waren blijkt uit het verslag, dat wij gebruiken, niet). Vier werklieden zijn ongedeerd gebleven, zes zijn er gedood en de twee anderen zwaar gewond. Het Nieuws van den Dag, 9 juni 1907 Schrikkelijke instorting te Londerzeel. Vrijdag namiddag is het parket van Brussel opnieuw ter plaats van de ramp geweest, vergezeld van experten. Wij hebben gemeld dat de proefnemingen voor de sterkte van de zoldering gedaan werden onder de leiding van een bediende van den antwerpschen aannemer, die gelast was met den bouw van de nieuwe afhankelijkheden van de mouterij der gebroeders Van Assche. De bediende bevond zich op het gelijkvloers; gezeten op een zak telde hij het getal zakken na die moesten dienen voor de proefneming, toen hij een akelig gekraak hoorde. Hij had slechts den tijd op zijde te springen en zag de ongelukkigen, die nevens hem aan het werk waren onder de puinen begraven worden. De bediende, Wauters genaamd, vluchtte verschrikt. door de velden en is sedert niet meer teruggezien. Vrijdagmorgend is de vrouw Bogaert bevallen; zij kent nog het schrikkelijk einde van haren zoon niet. De arme vrouw heeft veertien kinderen gehad, waarvan er nog twaalf in leven zijn. Het blijkt uit de eerste bestatigingen door het parket gedaan, dat er eene onvoorzichtigheid begaan is in de proefnemingen aangaande de sterkte van de zolderingen van de mouterij. Men was begonnen de mouterij te beladen op de hoogste verdiepen; men had 80,000 kilos koopwaar op de zoldering van het bovenste verdiep gelegd en 70,000 kilos op die van het tweede verdiep. De werklieden hadden juist 50,000 kilos geladen op de zoldering van het eerste verdiep, toen het ongeluk plaats had. M. Gillet, photograaf van het parket werd zaterdag gelast verschillende zichten te nemen van het ingestorte werkhuis. Nieuwsblad van Friesland, 12/6/1907 Bij het beproeven van de draagkracht der zolders van een nieuw pakhuis te Londerzeel (België), welke zolders van gewapend beton gemaakt waren, is de bovenste verdieping ingestort en daardoor ook de tweede en de eerste. Zes werklieden zijn gedood, twee zwaar gewond. De Denderbode, Aalst, 9 juni 1907 De zoldervloeren eener nieuw opgebouwde mouterij zijn Donderdag voormiddag te Londerzeel ingestort; er zijn 6 dooden en 3 gekwetsten. Journal de Beaune, Frankrijk, 11 juni 1907. (Vertaald) – Gewapend beton - We lezen in ‘Le Petit Journal’ van vorige zondag: Gisteren namiddag deed men, in Londerzeel (België) weerstandsproeven met een lading van 250.000 kg op een brug in gewapend beton die een mouterij met de spoorweg verbindt. Plotseling stortte de brug in en bedolf ze 11 arbeiders. Er zijn 6 doden en 5 gewonden waarvan 2 ernstig.
184
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant, 12 juni 1907 Gisteren heeft onder ontzaglijke belangstelling te Londerzeel de begrafenis plaats gehad van de slachtoffers der daar plaats gehad hebbende catastroof. Overal woei de vlag halfstok, de lantaarns waren met floers overtrokken. Namens de gemeente werd een lange rede gehouden.
De begrafenisstoet in Londerzeel
De Meerhoutenaar - 15/6/1907 Te Londerzeel is een schrikkelijk ongeluk voorgevallen. In de mouterij aldaar had men een magazijn met drij verdiepen gebouwd, waarvan men bij middel van ladingen de draagkracht moest beproeven. Terwijl men daarmede bezig was, stortten de vloeren op de drij verdiepingen in, onder hunne puinen een twaalftal werklieden begravende. Men kan denken wat hartverscheurende tooneelen daarop volgden: vaders, moeders, bloedverwanten, ja al de inwoners der gemeente kwamen toegeloopen: Eilaas zes werklieden werden dood en 5 andere gevaarlijk gewond onder de puinen uitgehaald. De Volksstem, Nederland, 26/6/1907 Nieuws van de week eindigende 8 Juni. 1907 Brussel.—Bij 't beproeven van de sterkte der ijzercementwerken in de mouterij der heeren gebroeders Van Assch, te Londerzeel, is donderdag voormiddag het verdiep ingestort en sleeptte de werklieden mede, die bedolven werden onder een ontzaggelijk gewicht van 250,000 kilos. Er werd onverpoosd gewerkt om de bedolven werklieden te verlossen; hiertoe leenden 20 soldaten der genie, om 7 ure 's avonds uit Antwerpen toegekomen, hunne krachtige medehulp. Maar, eilaas! er zijn 6 dooden, 2 doodelijk gekwetsten en 2 minder erg gekwetst. Het parket van Brussel in ter plaatse geweest. Den Denderbode, Aalst, donderdag 13/6/1907 Eene ontzaglijke menigte woonde te Londerzeel Maandag de begrafenis der zes verongelukte jongelingen bij. Op den weg langs waar de lijken moesten worden gedragen, waren vele huizen halftop bevlagd en de lantaarns in den rouw. Twee muzieken speelden treurmarchen. Achter 185
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
iedere doodskist gingen de familieleden van den doode die er in lag. Zoo was de stoet eindeloos lang. Vele toeschouwers hadden tranen in de ogen. De dienst in de kerk duurde meer dan een uur. Bij het graf werd eene groote redevoering uitgesproken. Verduidelijking: deze ramp werd ook uitgebreid behandeld in Het Laatste Nieuws van 8 juni 1907. Hieronder geven we nog eens de namen van de dodelijke slachtoffers: Edward Suys, ongehuwd, 28 jaar, geboren te Londerzeel op 12-11-1879, zoon van Joannes Suys en Joanna Celestina De Bondt. Frans August Meeus, ongehuwd, 19 jaar, geboren te Londerzeel op 6-8-1888, zoon van Pieter Jan Meeus en Francisca De Hertogh. Petrus Bogaerts, ongehuwd, 19 jaar, geboren op 19-8-1888, zoon van Jan Baptist Bogaerts en Mathilde Bellon. Frans Broothaerts, ongehuwd, 18 jaar, geboren te Londerzeel op 11-9-1889, zoon van Domien Broothaerts en Maria Josepha d’Hertefelt. Frans Adolf De Bondt, ongehuwd, 18 jaar, geboren te Londerzeel op 26-4-1889, zoon van Louis De Bondt en Delphine Vijvermans. Pieter Jan De Velder, ongehuwd, 18 jaar, geboren te Londerzeel op 9-5-1889, zoon van Louis De Velder en Christina Tierens. Livien Biesemans, 32 jaar, ongehuwd, en Gabriel Van den Berg, 55 jaar, ongehuwd, konden levend van onder het puin gehaald worden. Ze werden overgebracht naar het plaatselijk gasthuis en genazen van hun niet al te ernstige kwetsuren.
Het Laatste Nieuws, 29 mei 1909 De ramp van Londerzeel Gisteren zijn voor de 6e kamer der boetstraffelijke rechtbank de debatten begonnen omtrent de ramp van Londerzeel. Deskundigen werden aangesteld door het parket om de aansprakelijkheid vast te stellen en hun besluit was dat de bouwmeester, de ondernemer en de schatter-deskundige voor 't gerecht zouden verzonden worden als verantwoordelijk voor de ramp. Deze zaak zal verscheidene dagen duren; wij zullen er den afloop van doen kennen. De Kempenaar - 26/6/1909 Londerzeel – Men herinnert zich dat op 6 juni 1907, tijdens een weerstandsproef in de mouterij Van Assche, te Londerzeel, de drie vloeren in gewapend beton instortten door het wegzakken van den hoofdpijler, in het gebouw. De arbeiders, op ’t onderverdiep
186
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
arbeidend, werden onder eene zwaarte van 300.000 kgr. verpletterd. Zes werden gedood en vijf erg gewond. Tengevolge van het verslag der expertiseering had het parket, voor manslag door gebrek aan toezicht of voorzorgen, in beschuldiging gesteld: den Duitschen ingenieur Henckel, ontwerper der plans, den Antwerpschen aannemer Hargot en M. Van den Berghe rechterlijk expert, die tot de proefnemingen overging. De zaak kwam voor de 7e kamer der burgerlijke rechtbank van Brussel. Men ondervroeg talrijke vakmannen waaronder MM. Royers, Zone, Grondel, welke eensgezind het stelsel Henckel veroordeelden. De hoedanigheid van gewapend beton en de wijze waarop tot de proefnemingen werd overgegaan, werden hevig gehekeld door MM. Jules Janson en Van Crombrugghe, de burgerlijke partijen vertegenwoordigend, en door het openbaar ministerie. MM. Kleyer en Huybrechts hebben krachtdadig de beschuldigden verdedigd. Het vonnis zal later uitgesproken worden. Het Laatste Nieuws, 30 juni 1909 Zie de uitspraak in beroep van 27/7/1910 (hierna)
De Volksstem, Nederland, 27/7/1910 Nieuws van de week eindigende 9 juli 1910 Ramp van Londerzeel Om de sterkte van eene nieuw gebouwde fabriek te beproeven werden de vloeren belast met duizenden kilos cement in zakken. Het gebouw was niet sterk genoeg en stortte in. Zes werklieden bleven dood onder de puinen. De bouwmeester, de ondernemer en een expert, die de waarnemingen moest doen, werden in betichting gesteld. De bouwmeester Henckel, een Duitscher, werd bij verstek tot 5 maanden gevangenis en 100 fr, boete veroordeeld. De aannemer, M. Hargot, van Antwerpen, werd vrijgesproken. De expert Vanden Berghe, van Antwerpen, kreeg 5.000 fr. boete. Aan de familien der verongelukte werklieden werd 50.000 fr. vergoeding toegekend, te betallen door MM Hargot ern Vanden Berghe. Het beroepshof van Brussel heeft nu dit vonnis bekrachtigd. De Meerhoutenaar - 21/12/1907 Vier zwartgemaakte mannen drongen ’s nachts in de woning der echtgenoten Vermeiren twee ouderlingen, te Londerzeel. De bandieten dwongen hen onder doodsbedreigingen hun geld aan te wijzen, dat slechts 200 fr. bedroeg. Notariaat, Aalst, 25/1/1908 Londerzeel – Ongeluk Een melkboer, zekeren Bontekoe, kwam met zijne kar uit Brussel thuis, toen een wiel tegen de poort botste en de as brak. De kar klonk om en Bontekoe werd ten gronde geworpen en het voorhoofdbeen gebroken. Het Land van Aelst, zondag 9/2/1908 Wildemans - Te Londerzele, alwaar ze trotsch zijn van geen meetingen te hebben en waar de kinderen opgemaakt werden om tegen ons (= de Christene Volkspartij) te komen huilen en tieren, daar gebeuren domme wilde wreedheden op den tram van Brussel. Reeds meermaals zijn zware stukken hout op de rails gelegd, aan de wissel-rails een verkeerde richting gegeven. Zo scholt het onlangs zeer weinig of de tram reed ’t veld in. Zonder de oplettende waakzaamheid van den machinist was er eene ramp. En nu, maandag nacht was eene rail gebroken, op
187
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Wolvertem, nabij Impde, de nachttrein is ontspoord, doch bij wonder geluk werd geen enkele reiziger gekwetst. Talrijke arbeiders hebben geheel den nacht moeten werken om de baan te herstellen. Tot in den morgend bleef de korrespondentie met Londerzeel afgebroken. Waarlijk ’t zijn daar wilde dieren, met stekelsverkensmanieren. Den Denderbode, Aalst, zondag 9/2/1908 Herhaalde malen reeds werden pogingen tot ontriggeling aangewend op de buurtspoorlijn naar Londerzeel. Deze week werd andermaal eene rail doorgekapt nabij een wissel en toen de tram, die om middernacht uit Brussel vertrekt, op de plaats der misdaad kwam, zijn de machien en twee rijtuigen uit het spoor gesprongen en omgevallen. Het gerecht heeft de zaak in handen. journal de Bruxelles, 29 februari 1908 De Grondwet, Nederland, 1 maart 1908 In eene maalderij van Londerzeel werd de meesterknecht Alf. van Wichelen, 33 jaar oud, door een transmissieriem gevat, verscheidene malen rondgeslingerd, waarbij hij telkens den vloer raakte. Toen men de machine kon stilleggen en men hem opnam, was hij reeds dood. De teenen waren letterlijk van de voeten geslagen. De muur en de vloer waren vol bloed. Middelburgsche courant, Nederland, 2 maart 1908 Woensdag morgen had de meesterknecht in een stoommolen te Londerzeel een riem opgelegd, toen zijn halsdoek door den riem werd gevat en de ongelukkige werd medegesleept en verscheidene malen rondgeslingerd. Toen men de machine kon stilleggen, was de arme man letterljjk geworgd. Hij had daarenboven beide beenen gebroken. Het Nieuws van den Dag, 9 juli 1908 Le Soir, 10 juli 1908 De Volksstem, Aalst, 11 juli 1908 Journal de Bruxelles, 11 juli 1908 Santbergen. – Een 17 jarige jongeling van Londerzeel, de genaamde Bruynant, ging maandag zwemmen in den Dender. De jongeling werd door een bloedopdrang getroffen en zonk naar de diepte. Men heeft het lijk eene halve uur nadien opgehaald. Middelburgsche Courant, 2/3/1908 Woensdag morgen had de meesterknecht in een stoommolen te Londerzeel een riem opgelegd, toen zijn halsdoek door den riem werd gevat en de ongelukkige werd medegesleept en verscheidene malen rondgeslingerd. Toen men de machine kon stilleggen, was de arme man letterljjk geworgd. Hij had daarenboven beide beenen gebroken. Het Land van Aelst, 12 april 1908 Schrikkelijk ongeluk. - Op de spoorwegwerken aan de statie van Neckerspoel is een erg ongeluk gebeurd. De baanwerkcr P. F, Van Muylder, 27 jaar oud, woonachtig te Malderen, werd verrast door een sneltrein van Antwerpen en nevens de baan geslingerd. De ongelukkige werd vreeselijk gekwetst; men heeft hem in hoopelozen toestand naar het gasthuis van Mechelen gebracht.
188
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Den Denderbode, Aalst 11/5/1908 Te Strombeek zijn Zondag avond, op het gehucht Mutsaart, op de lijn Brussel Noord – Humbeek, twee trams op elkander geloopen. Dat is reeds het derde ongeluk dat zich dit jaar voordoet op die lijn. Het was 8u45 toen de botsing plaats had; in beide trams zaten veel reizigers. Op de plaats der ramp vormt de tramlijn eene bocht, achter het kasteel van M. Otto de Mentoc, burgemeester van Strombeek; aan ’t begin van de bocht splitst de lijn zich in twee takken en wordt dubbele lijn een 110-tal meter ver, ten einde de trams van Brussel en die van Londerzeel toe te laten, elkaar te kruisen, zoodat de eene tram daar moet wachten om den andere te laten voorbijrijden. Zondagavond wachtten zij niet, en dat heeft de botsing teweeg gebracht. Men weet nog niet of de machinist van Londerzeel komende, geen sein kreeg of het niet heeft opgemerkt; althans hij is het kruispunt voorbij gereden zonder te stoppen. Daar voorbij vormt de baan eene helling, en dit gaf nog grootere snelheid aan den tram, zoodat de botsing zeer geweldig was. Eene onbeschrijfelijke opschudding ontstond onder de reizigers; de ruiten vlogen aan stukken, waardoor verscheidene reizigers werden gekwetst. Verscheidene rijtuigen werden uit het spoor geworpen en een geschreeuw en hulpgeroep ging onder de reizigers op, terwijl de niet gekwetsten langs alle kanten vluchtten. De tramoverste en de ontvangers kwamen eerst den machinist van den tram van Humbeek ter hulp, die tusschen zijne ineengedrukte machien genepen zat. Zijn toestand is zeer bedenkelijk. Ook de machien van den tram van Londerzeel werd gansch verwrongen. De machinist werd tusschen den ketel en het voorstuk genepen en de borst ingedrukt. Een der stokers werd eveneens tusschen de ineengedrukte machien geklemd en zeer erg gekwetst. De andere stoker kwam er af met eenige kneuzingen. Een 15-tal reizigers werden min of meer erg gekwetst; gelukkiglijk geen enkele doodelijk. De verwondingen zijn vooral veroorzaakt door de glasscherven en het botsen tegen de wanden, tijdens het opeenloopen. Zoo gauw het ongeluk gekend was, werd eene hulpmachien gezonden om eenen geneesheer te halen. Toen deze aankwam stond er reeds veel volk op de plaats van het ongeluk. Seffens werden de gekwetsten in eene naburige apotheek verzorgd. De Brusselsche tram was gansch ontriggeld door de botsing. Aanstonds begon men aan het opruimen der baan. Uit het voorloopig onderzoek blijkt dat de botsing veroorzaakt werd door den mist. Het Laatste Nieuws, 19 juni 1908 De Kempenaar - 20/6/1908 Woensdag morgen, rond 11 ½ ure, kwam de stoomtram Brussel-Humbeek gereden langs de kromming, rechtover het kasteel van Strombeek. Eensklaps werden de eenige reizigers, die in de wagons zaten, opgeschrikt door een geweldigen schok; de lokomotief was van de richels gesprongen. De machinist stopte onmiddellijk, doch de lokomotief reed niettemin nog eenige meters voort, botste op een huis, waarvan de gevel erg beschadigd werd en klonk dan om in een beekje naast de baan. De reizigers kwamen er gelukkig met den schok van af. De machinist Vande Voorde en de stoker Van Eeckoudt, beiden van Londerzeel, hebben echter pijnlijke wonden bekomen aan het gelaat en aan de handen; hun toestand levert gelukkig geen gevaar op. De stoffelijke schade is niet groot; er zijn slechts eenige ruiten gebroken en de lokomotief is eenigzins geblutst. Het Laatste Nieuws, 25 september 1908 Londerzeel - Hevige brand. — Woensdagmorgen. 5 uren, is een hevige brand uitgeborsten in den stal en de schuur van M. Pieter Verbelen.
189
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Ondanks spoedige en krachtdadige hulp, konden alleen het woonhuis en de aanpalende gebouwen gered worden. De schade is groot en de oorzaak niet gekend. Het Nieuws van den Dag, 7 oktober 1908 Arnhemsche courant, Nederland, 8 oktober 1908 Dinsdagmiddag gebeurde een verschrikkelijk ongeluk tusschen de stations van Londerzeel Oost- en West. De Burgemeester, dr. van Assche, reed de spoorbaan over, toen een trein 't rijtuig verbrijzelde. De dokter en zijn koetsier werden op de rails geworpen en de heer van Assche verpletterd, Den koetsier werd een been afgereden. Dr. van Assche, die ook Provincieraadslid was, genoot aller achting. In den voormiddag was hij met zijn knecht uitgereden om zijn zieken te bezoeken en het was op den terugkeer dat het ongeluk voorviel. Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant, 8 oktober 1908 Dagblad van Noord-Brabant, Nederland, 8 oktober 1908 De gevaarlijke overweg. — Gisternamiddag omstreeks 1 uur is op den spoorweg-overweg tusschen de stations Londerzeel-Oost en Londerzeel-West het rijtuigje van den burgemeester van het plaatsje, Dr. Van Assche, door een trein gegrepen en heelemaal verbrijzeld. De burgemeester werd overreden en vreeselijk verminkt. De koetsier werd een been afgereden. Het Laatste Nieuws, 8 oktober 1908 Het ongeval te Londerzeel – Nadere bijzonderheden. De botsing tusschen de locomotief en het rijtuig van de burgemeester was uiterst geweldig. De koetsier en het paard werden op een afstand van ruim 30 meters geworpen. De koetsier werd een been afgesneden en het andere gebroken. Het paard werd op den slag gedood. Dokter Van Assche werd onder de wielen geslingerd en zijn hoofd werd letterlijk vermorzeld. Het ongeval is te wijten aan de onvoorzichtigheid van den barreelwachter. Dr Van Assche vertegenwoordigde het kanton Londerzeel in den gouwraad van Brabant. Het Nieuws van den Dag, 8 oktober 1908 Schrikkelijk ongeluk te Londerzeel Ziehier eenige nadere bijzonderheden over het vreeselijk ongeluk, dat gansch de bevolking van Londerzeel in verslagenheid heeft gedompeld. Dinsdag morgend was M. Van Assche, burgemeester en doktoor, vergezeld van zijn koetsier, met zijn gespan uitgereden om zijne zieken te bezoeken. Rond 12 ½ ½ ure keerde hij weer naar zijne woning. Op het oogenblik dat hij over de spoorberm reed, ter hoogte van den barreel nabij het kasteel van M. de Spoelbergh, op ongeveer 200 meters afstand van de statie van Londerzeel, werd zijn gespan door den trein, die naar Mechelen reed, verrast en met schrikkelijk geweld weggeslingerd. M. Van Assche viel onder de wielen en werd het hoofd vermorzeld. De dood was oogenblikkelijk. De koetsier met het rijtuig en het peerd waren 30 meters verder geworpen. De koetsier was schrikkelijk gekwetst; beide beenen waren gebroken en het lichaam met kneuzingen overdekt. Het peerd was gedood en het rijtuig in splinters geslagen. Het noodsein werd onmiddellijk gegeven en van alle kanten kwam men de slachtoffers ter hulp gesneld. M. Van Assche en zijn koetsier werden naar hunne woning gebracht, waar spoedig twee geneesheeren in automobiel aankwamen en den koetsier verzorgden; zijn toestand is zeer erg. Het ongeluk heeft in de streek eene ongelooflijke opschudding teweeggebracht. Het schijnt dat de barreel niet gesloten was, zooals het reglement het voorschrijft Het parket is ter plaats geweest om een onderzoek to doen en de verantwoordelijkheid vast te stellen.
190
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
M. Van Assche, 55 jaar oud, die katholiek provincieraadsheer voor Wolverthem geweest is, maar zich in de laatste kiezing had teruggetrokken, telde niets dan vrienden en genoot in de gemeente Londerzeel waar hij burgemeester was de algemene achting, De schrikkelijke dood van M. Van Assche heeft nog een ander droevig gevolg gehad. Een klant die hem in zijn kabinet wachtte voor eene raadpleging was, toen hij het ongeluk vernam, zoozeer ontroerd, dat hij door eene beroerte getroffen werd en kort nadien bezweek. Het Laatste Nieuws, 9 oktober 1908 Het Nieuws van den Dag, 9 oktober 1908 LONDERZEEL - Nog het ongeval. — Het onderzoek Het parket van Brussel stapte Woensdagnamiddag, vergezeld van twee wetsdokters. te Londerzeel af ten einde een onderzoek te doen over het vreeselijk ongeluk dat den dood veroorzaakte van M. Van Assche, dokter en burgemeester der gemeente. Gansch den morgen had M. Van Assche zijne zieken bezocht. Hij voerde zelf zijn paard. Het ongeval had plaats aan de barreel van het gehucht Ulsene (= Ursene) nabij het kasteel van M. Spielberg. ‘t Was de trein n. 223, van Aalst naar Willebroeck, die het rijtuig van den dokter vernielde. Op die plaats vormt de baan eene kromming en de dokter kon den trein niet zien, welken boomen van het park van M. Spoelberg aan zijne oogen verborgen. De barreel stond open. de magistraten bestadigden de verantwoordelijkheid van den barreelwachter, die zal vervolgd worden wegens manslag door onvoorzichtigheid. Weinig scheelde het of er was een slachtoffer meer. Een landbouwer der gemeente was met zijne kar ook voor de barreel gekomen, doch uit beleefdheid, uit eerbied, liet hij den dokter vóór hem doorrijden. Hij was op het punt van te volgen, wanneer het schrikkelijk ongeval plaats had. Hij had juist den tijd om zij paard in te houden. Brussel- — Uit hoofde der lijkplechtigheden van Dr Van Assche, burgemeester van Londerzeel, zullen de senateurs en volksvertegenwoordigers heden vrijdag geene ontvangst houdon in “Patria”; zij is uitgesteld tot vrijdag 16 october, van 10 tot 12 u. iNieuws- en Advertentieblad van Herenthals – 10/10/1908 Dinsdag 6 dezer is te Londerzeel, een schrikkelijk ongeluk gebeurd. Den heer Van Assche, Burgemeester en schepene alhier is door den trein komende van Aalst om 12 ½ ure te Londerzeel doodgereden. Hij was in rijtuig toen het ongeluk gebeurde. De knecht die geleider was van het rijtuig is het rechterbeen vermorzeld en is naar Mechelen overgebracht alwaar men het been zal moeten afzetten. Naar het schijnt is het ongeluk toe te wijten aan de onoplettendheid der bareelwachtster gezien de bareelen openstonden op het oogenblik dat een gewone trein moest passeeren. Het paard dat geen letsel had, zich uitgespannen gevoelende, heeft de vlucht genomen. De heer Van Assche is op den slag gedood door eene wonde aan zijn hoofd en heeft verder ook nog verscheidene lichamelijke kwetsuren bekomen. Nieuwe Vlaardingsche courant, Nederland, 10 oktober 1908 De burgemeester der gemeente Londerzeel, in België, is bij het passeeren van een overweg in zijn eigen gemeente door een trein aangereden, gruwelijk verminkt en gedood. Middelburgsche courant, Nederland, 10 oktober 1908 De burgemeester van Londerzeel is bij een overweg van den spoorweg, waarvan de boom uit verzuim niet gesloten was, met zyn rytuig onder een trein geraakt en gedood.
191
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Gazet van Baelen - 10/10/1908 Londerzeel – Dinsdag middag gebeurde een schrikkelijk ongeluk tusschen de staties van Londerzeel Oost- en West. De burgemeester, Dr Van Assche, reed de spoorbaan over toen een trein aanstoomde en ’t rijtuig verbrijzelde. De dokter en zijn koetsier werden op de riggels geworpen en M. Van Assche verpletterd. De koetsier werd een been afgereden. Mr Van Assche is op den slag gedood; de koetsier heeft ook erge kneuzingen op het lichaam. Een onderzoek werd geopend. Het ongeluk heeft eene groote ontroering in heel de streek teweeg gebracht. De Meerhoutenaar - 10/10/1908 en De Kempenaar - 10/10/1908 Smartelijk ongeluk te Londerzeel. Dinsdag namiddag rond 2 ure, kwam de heer van Assche, geneesheer en burgemeester, met zijn rijtuig aan den overweg der spoorwegbaan, gekend onder de benaming Londerzeel-oost, Londerzeel-west; hij reed erover doch werd ongelukkig gevat door eenen aanstoomenden trein. De heer burgemeester werd op den slag gedood en zijn knecht, die bij hem in het rijtuig zat, werd het linkerbeen afgereden; het rijtuig was in splinsters geslagen en het lichaam van den burgemeester was vreeselijk verminkt. De schrikkelijke dood van M. Van Assche heeft nog een ander droevig gevolg gehad. Een klant die hem in zijn kabinet wachtte voor eene raadpleging was, toen hij het ongeluk vernam, zoozeer ontroerd, dat hij door eene beroerte getroffen werd en kort nadien bezweek. Nieuwsblad van Geel - 10/10/1908 Londerzeel – Dinsdag namiddag, rond 1 uur, reed dokter Van Assche, burgemeester van londerzeel, over den doortocht tusschen de staties van Londerzeel Oost en Londerzeel West, toen een trein in volle vaart aansnelde. Het gespan is in stukken gereden en de dokter met zijn koetsier werden over de sporen geslingerd. Een gedeelte van den trein reed over het lichaam van de heer Van Assche, die vreeselijk verminkt werd; de koetsier had een been letterlijk afgesneden. Zooals men wel denken kan, heeft dat voorval gansch de gemeente in opschudding gebracht. Middelburgsche Courant, 10/10/1908 De burgemeester van Londerzeel is bij een overweg van den spoorweg, waarvan de boom uit verzuim niet gesloten was, met zijn rijtuig onder een trein geraakt en gedood. Den Denderbode, Aalst, zondag 11/10/1908. Dinsdag namiddag gebeurde een schrikkelijk ongeluk tussen de staties van Londerzeel Oost- en West. De burgemeester, Dr. Van Assche, reed de spoorbaan over, toen een trein aanstoomde en ‘t rijtuig verbrijzelde. De dokter en zijn koetsier werden op de riggels geworpen en M. Van Assche verpletterd. De koetsier werd een been afgereden. M. Van Assche is op den slag gedood; de koetsier heeft ook erge kneuzingen op het lichaam. Een onderzoek werd geopend. Het ongeluk heeft ene grote ontroering in heel de streek teweeggebracht. Dr. Van Assche, die catholiek provincieraadslid en burgemeester was, genoot aller achting. In den voormiddag was hij met zijnen knecht uitgereden om zijne zieken te bezoeken en het was op den terugkeer dat het ongeluk voorviel, nabij het kasteel van baron de Spoelberch, op 200 m. van de statie. Nadere bijzonderheden. - Naar aanleiding van het ongeluk dat den burgemeester van Londerzeel het leven kostte, heeft het parket van Brussel een onderzoek ingespannen, uit ‘t welk is gebleken dat de bareelwachter had verwaarloosd de baan af te sluiten. Zijne verantwoordelijkheid schijnt niet te betwijfelen te zijn. Het scheelde niet veel of de ramp maakte nog een slachtoffer meer: een boer van Londerzeel wilde de baan overrijden, toen M. Van Assche met zijn rijtuig aankwam. Hij liet den burgemeester vooruit rijden en wilde dezes rijtuig volgen, toen hij den trein zag aansnellen. Een meter 192
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
verder en hij hadde met zijne kar hetzelfde lot ondergaan. Nu kon hij nog haastig zijn paard inhouden en den burgemeester onder zijne ogen zien vermorzelen. Het ongeluk, den burgemeester overkomen, gaf aanleiding tot een ander dramatisch geval. Een patiënt die hem in zijn raadplegingscabinet wachtte, was door het verhaal van het ongeluk zo zeer ontroerd, dat hij, thuis komende, door ene geraaktheid overvallen werd en weinige uren later overleed.” Petrus van Assche Verduidelijking: de plaatsaanduiding “tussen de staties van Londerzeel-West en Oost is verkeerd. Komende van Aalst ligt de overweg van Ursene een paar honderd meter voor het binnenrijden van Londerzeel-West. LonderzeelOost ligt nog enkele kilometers verder.
Het Nieuws van den Dag, 10 oktober 1909 Vrijdag morgend hadden te Londerzeel, te midden van een grooten volkstoeloop, de lijkplechtigheden plaats van M. Van Assche, burgemeester der gemeente, die op zulke schrikkelijke wijze aan zijn einde gekomen is. Aan al de huizen hing de vlag halftop en de lanteerns waren met rouwfloers omhangen. Talrijke hooggeplaatste personen waren den betreurden afgestorvene eene laatste hulde komen brengen, onder andere MM. de minister van justicie, Nerincx, ondervoorzitter der Kamer; Carton de Wiart, De Coster, Vanderlinden, Colfs, Hellinckx, volksvertegenwoordigers van Brussel; Van Reeth, burgemeestcr van Boom en volksvertegenwoordiger van Antwerpen; Dupret, Mesens, senateurs; het bestuurkomiteit der Katholieke Associatie van Brussel, geleid door M. De Winde, sekretaris; de provinciale raadsleden en de burgemeesters van het kanton; de leden van den gemeenteraad, enz. Voor de lichting van het lijk, die door den E. H. deken van Londerzeel gedaan werd, sprak graaf Cornet do Peissant in naam der katholieken van het kanton Wolverthem de lijkrede uit. Vervolgens trok de stoet naar de kerk. De rouw werd geleid door den E. H. Jules Van Assche, onderpastoor te Hal, en MM. Albert, Frans, Hector on Etienne Van Assche, de vijf zonen van den overledene. Mgr Stillemans, bisschop van Gent, persoonlijke vriend van M. Van Assche, bevond zich in de kerk, die gansch met zwart behangen was. De plechtigheid was eerst rond 12 ure geeindigd en toen zette de stoet zich op weg naar het kerkhof, waar nog verscheidene redevoeringen uitgesproken werden. Het Nieuws van den Dag 25 juli 1909 Het Laatste Nieuws, 26 juli 1909 Het ongeluk aan den barreel te Londerzeel.
193
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Men zal zich nog het schrikkelijk ongeluk herinneren dat plaats vond te Londerzeel, waar dokter Van Assche, burgemeester dezer gemeente, met zijn gespan over de spoorbaan reed en door den exprestrein uit Mechelen werd vermorzeld. De barreelwachter Verdoodt stond terecht wegens nalatigheid en doodslag door onvoorzichtigheid; hij had vergeten de barreel te sluiten. De rechtbank veroordeelt hem tot 4 maand gevangenisstraf met uitstel en de Staat wordt burgerlijk aansprakelijk uitgeroepen. Het Laatste Nieuws, 3 november 1908 De rampen op de buurtspoorwegen volgen elkander met vreselijke snelheid op. Thans is het te Strombeek, waar, op Allerheiligen, eene verschrikkelijke botsing plaats had. De ramp is voorgevallen te 8 u.45 's avonds, aen den Mutsaerd. Twee trams, die vol reizigers staken, zijn er op elkander gebotst. Er zijn 18 gekwetsten waaronder de machinist van de tram uit Humbeek die in stervensgevaar verkeert. De machinist van de tram uit Brussel is ook deerlijk gehavend. Een der stokers is er heelhuids van af gekomen. De andere is gevaarlijk gewond. Het is reeds het derde ongeval op deze lijn in den loop van dit jaar. De plaats der botsing vormt eene kromming achter het kasteel van M. Otto de Mentock, burgemeester van Strombeek. Daar wordt de spoorweg eene dubbele lijn op een afstand van 100 meters om de trams van Brussel en van Londerzeel-Humbeek toe te laten malkander te kruisen. Een der trams moet er natuurlijk stil honuden. Dit is niet gebeurd en van daar de botsing. Het onderzoek zal uitwijzen wie verantwoordelijk is ofwel de seinwachter ofwel de machinist uit Londer-zeel. In alle geval heeft deze zijnen weg voortgezet en aldus de botsing voortgebracht. Daar er eene helling bestaat was de schok geweldig. De paniek ontstond onder de passagiers; de ruiten vlogen uit en kwetsten verscheidene personen. Verscheidene rijtuigen zijn zelfs ontriggeld. Daar het donker was vluchtten de reizigers verdwaasd en huilden en tierden vervaarlijk. Allen dachten dal de ramp ontzettend was. De machinisten werden uit hunnen neteligen toestand gered. De locomotief van de tram uit Londerzeel was platgeduwd. De machinist bevond zich met verpletterde borst tusschen den ketel en het voorste der machien. De arme jongen heet Van Eeckhoudt. Hij is dertig jaar oud. Nevens hem zat zijn stoker, die ook gevaarlijk gekwetst is. Onmiddellijk vertrok eene locomotief naar de Dikke Linde om een geneesheer. Wanneer de dokter ter plaats kwam, vond hij de menigte in tranen. ledereen meende dat er vele dooden waren. De gekwetsten werden verzorgd terwijl de werklieden van den spoorweg den ontriggelden trein uit Brussel op het spoor zetten. Den ganschen nacht is het verkeer opgeschorst geweest. Het schijnt dat de heerschende dichte mist de groote plichtige is. In alle geval dient het reglement betreffende de buurtspoorwegen herzien te worden tot grooteren waarborg van de openbare veiligheid, hetzij van reizigers en personeel, hetzij van de plaatsen die de trams doorkruisen.
194
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Arnhemsche courant, Nederland, 4 november 1908 Zondagavond is de tram van Londerzeel komende — op de lijn Brussel-Noord-Humbeek — bij het gehucht Mutsaart door een wissel gereden en dientengevolge in botsing gekomen met de tram van Brussel. Daar de baan op dat punt helt, kreeg de tram nog meer snelheid dan zij al had en was de botsing verschrikkelijk. De ruiten vlogen aan stukken waardoor verscheidene reizigers werden gekwetst. Eenige rijtuigen werden uit het spoor geworpen en een geschreeuw en hulpgeroep ging onder de reizigers op, terwijl de niet-gekwetsten langs alle kanten vluchtten. Men hielp eerst den machinist van de tram van Brussel, die tusschen zijn ineengedrukte machine bekneld zat. Zijn toestand is zeer bedenkelijk. Ook de machine van de tram van Londerzeel werd gansch verwrongen. De machinist werd tusschen den ketel en het voorstuk bekneld en hem de borst ingedrukt. Een der stokers werd eveneens tusschen de ineengedrukte machine geklemd en zeer erg gekwetst. De andere stoker kwam er af met eenige kneuzingen. Een 15 tal reizigers werden min of meer erg gekwetst. De verwondingen zijn vooral veroorzaakt door de glasscherven en het botsen tegen de wanden, tijdens het opeenloopen. Uit het voorloopig onderzoek blijk, dat de botsing veroorzaakt werd door den mist. Het Laatste Nieuws, 4 november 1908 Het ongeval van Strombeek. — De gekwetsten. De toestand van de vijf erg gekwetsten is de volgende: den machinist Van Eeckhoudt, van Londerzeel, stelt het nog niet beter; Willems, van Humbeek, heeft de borst ingedrukt en ribben gebroken; de stoker Van Bunnen, van Beyghem, en de stoker Van Ingelghem, van Londerzeel, zijn wel erg gewond, maar zoo gevaarlijk niet als de machinisten; ook de treinoverste Roelandts is erg gewond. Er zijn 18 gewonden, waaronder 5 erg. De Denderbode, Aalst – 5/11/1908; Nieuwsblad van Geel - 7/11/1908 en Nieuws- en Advertentieblad van Herenthals - 8/11/1908 Botsing op den tram te Strombeek. – Verscheidene gekwetsten. Te Strombeek zijn zondagavond, op het gehucht Mutsaart, op de lijn Brussel-Noord-Humbeek, twee stoomtrams op elkander geloopen. Dat is reeds het derde ongeluk dat zich dit jaar voordoet op die lijn . Het was 8u45, toen de botsing plaats had; in beide trams zaten veel reizigers. Op de plaats der ramp vormt de tramlijn eene bocht, achter het kasteel van Otto de Mentoc, burgemeester van Strombeek; aan ’t begin van de bocht splitst de lijn zich in twee takken en wordt dubbele lijn een 100 tal meters ver, ten einde de trams van Brussel en die van Londerzeel toe te laten elkander te kruisen, zoodat de eene tram daar moet wachten om den andere te laten voorbijrijden. Zondag avond wachtten zij niet, en dat heeft de botsing teweeg gebracht. Men weet nog niet of de machinist van Londerzeel komende, geen sein kreeg of het niet heeft opgemerkt; althans hij is het kruispunt voorbij gereden zonder te stoppen. Daar voorbij vormt de baan eene helling, en dit gaf nog grootere snelheid aan den tram, zoo dat de botsing zeer geweldig was. Eene onbeschrijflijke opschudding ontstond onder de reizigers; de ruiten vlogen aan stukken, waardoor verscheidene reizigers werden gekwetst. Verscheidene rijtuigen werden uit het spoor geworpen en een geschreeuw en hulpgeroep ging onder de reizigers op, terwijl de niet gekwetsten langs alle kanten vluchtten. De tramoverste en de ontvangers kwamen eerst den machinist van den tram van Humbeek ter hulp, die tusschen zijne ineengedrukte machien genepen zat. Zijn toestand is zeer bedenkelijk.
195
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Ook de machien van den tram van Londerzeel werd gansch verwrongen. De machinist werd tusschen den ketel en het voorstuk genepen en de borst ingedrukt. Een der stokers werd eveneens tusschen de ineengedrukte machien geklemd en zeer erg gekwetst. De andere stoker kwam er af met eenige kneuzingen. Een 15tal reizigers werden min of meer erg gekwetst; gelukkiglijk geen enkele doodelijk. De verwondingen zijn vooral veroorzaakt door de glasscherven en het botsen tegen de wanden, tijdens het opeenlopen. Zoo gauw het ongeluk gekend was, werd eene hulpmachien gezonden om eenen geneesheer te halen. Toen deze aankwam stond er reeds veel vol op de plaats van het ongeluk. Seffens werden de gekwetsten in eene naburige apotheek verzorgd. De Brusselsche tram was gansch ontriggeld door de botsing. Aanstonds begon men aan het opruimen der baan. Uit het voorloopig onderzoek blijkt dat de botsing veroorzaakt werd door de mist. Opmerking: Hetzelfde verhaal stond al in Den Denderbode uit Aalst op 11 mei 1908. Le Soir, 8 januari 1909 Le Vingtième Siècle, 8 januari 1909 Het Laatste Nieuws, 9 januari 1909 Londerzeel. — ongeluk. — De gemeente werd in opschudding gebracht door een smartelijk ongeluk, aan den barreel van den ijzerenweg Mechelen-Gent, daar waar onlangs de burgemeester op eene zoo schrikkelijke wijze verongelukte. De kar van een brouwer van Steenhuffel stond voor den gesloten barreel. Eenige kinderen vermaakten zich met op de kar te klimmen. Toen de barreel geopend werd, reed de voerman, die de kinderen niet bemerkt had, voort; een der knapen, 5 jaar oud, viel van de kar met het hoofd onder een wiel. Het hoofdje werd geheel en gansch afgrijselijk vermorzeld. Het slachtoffer was op den slag dood gebleven. Het verminkte lijkje werd naar het huis van zijn ouders gebracht. De droefheid der ouders, zeer brave landbouwers, is hartverscheurend. Le Matin, 13 januari 1909 L’Avenir du Luxembourg, 24 januari 1909 (Vertaald) Man gespietst – Deze morgen gebeurde een afschuwelijk ongeluk in de gemeente Haren ter hoogte van de oude Marly. Op deze plek zal de Meunerie Bruxeloise, nu nog aan de Allée Verte te vinden, de gebouwen voor een nieuwe frezerij zetten. Vele schrijnwerkers waren aan de dakconstructie aan het werken toen één van hen, Jacques Huyen, 27 jaar oud en wonend in Steenhuffel, misstapte en in de leegte stortte. De ongelukkige jongen viel op de lier van een kraan en werd doorspietst. Een ijzeren staaf drong binnen langs de linkerzij en kwam aan de rechterkant terug buiten. Alleen met veel moeite konden zijn ter hulp gesnelde werkmakkers hem losmaken. Een per telefoon ontboden geneesheer was snel ter plaatse. Helaas kon hij alleen de dood van het slachtoffer constateren. Huyen was niet getrouwd. Het parket werd van dit vreselijk ongeluk op de hoogte gebracht. Bredasche courant, Nederland, 27 februari 1909 en 3 maart 1909 Dagblad van Noord-Brabant, Nederland, 6 maart 1909 Openbaar verkoopen - Onder de gemeente Prinsenhage. Eerste koop – Princenoord, huis en tuin 61 are. Tweede koop – De Hoenderkweekerij. 1° Broedlokaal, waarin zes Broedmachines ieder voor 250 eieren. Deze broedmachines zijn uit de bekende fabriek van den Heer JOSEPH GEYZEN te Londerzeel.
196
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
2° Kuikenserre met Eierenkamer, groot 32 by 8 Meter, voorzien van centrale verwarming, in de serre zeven Kunstmoeders, ieder geschikt voor het opkweeken van 200 & 300 kuikens. 3° Benoodigde Gereedschappen, als....... Journal de Bruxelles, 13 juni 1909 Het Nieuws van den Dag, 12 juni 1909 Poging tot ontriggeling te Londerzeel Op zekere dagen der week blijven er wagons, met koopwaren uit Londen, in den hangaar der statie staan om 's anderdaags ‘w morgens langs de lijn Mechelen-Terneuzen naar junne bestemmingen terug te vertrekken. Eenige schelmen van Londerzeel of van den omtrek hadden besloten die wagons te plunderen. Doch, daar er in de statie eene strenge waakzaamheid uitgeoefend werd, kon hun plan niet gelukken of zij moesten den statieoverste en het personeel verwijderen. Daartoe besloten zij op eenen tamelijk grooten afstand van de Statie eenen koopwarentrein te doen ontriggelen. Donderdag nacht dus plaatsten zij over de spoorbaan, op 800 meters van de statie en 100 meters van den barreel, twee stalen stuitblokken, ieder 60 kilos wegende, en met ijzeren staven verbonden. Om 12 ½ botste den koopwarentrein op den hinderpaal, doch deze werd omgeworpen door den steenweerder en buiten het spoor geslingerd, zonder dat de trein ontriggelde, zooals de bandieten het gehoopt hadden. Het parket werd onmiddellijk per telegram verwittigd. Vrijdag morgend kwamen de magistraten aan, om ter plaats eene onderzoek te doen. Er zullen weldra aanhoudingen gedaan worden. De Volksstem, 30/6/1909 Nieuws van de week eindigende 12 Juni 1909. Donderdag nacht heeft men te Londerzeel gepoogd een koopwarentrein te doen ontriggelen. Om 12'12 ure botste de lokomotief op twee stalen stuitblokken van 60 kilos, die op 800 meters van de statie op de lijn geplaatst waren, doch de trein bleef op 't spoor. Men denkt dat de schelmen het personeel der statie willen verwijderen hebben, om de wagons te bestelen die met koopwaren uit Londen in den hangar der statie stonden, wat op zekere dagen der week het geval is. Vrijdag morgend is het parket ter plaats geweest. Er zullen weldra aanhoudingen te Londerzeel en in den omttek gedaan worden. Arnhemsche courant, Nederland, 20 augustus 1909 Gistermorgen zijn de sinds 5 juli iot Aalst, België, verdwenen kinderen Emilia en Edmond Baeyens, te Londerzeel op een pachthoeve teruggevonden. De vrij onverschillige ouders hebben hen, nu de politie er zich in mengde, terruggehaald Het Laatste Nieuws, 21 september 1909 Nog het bloedig dramate Schaarbeek - Uitleggingen over den moordaanslag. P. E. Buydts. de dader van het drama in de Josaphatstraat, heeft zich niet gezelfmoord door In de vaart te springen. Hij ging zich integendeel gevangen geven bij de politie te Schaarbeek. Na op zijne vrouw te hebben geschoten, reed hij met de buurtspoortram bij zijne ouders, landbouwers te Londerzeel. Buiten hunne weet drong hij in de hoeve en ging zich zaterdagavond op den hooizolder verbergen. Tweemaal, terwijl hij er zat, hoorde hij de gendarmen de hoeve bezoeken en zijn vader en moeder ondervragen, die niet wisten wat er met hem was gebeurd. Zaterdagavond, toen ieder te bed was, ging hij zijn vader opzoeken. Deze raadde hem aan zich gevangen te geven. Wat Buydis beloofde te zullen doen. Na een maal verliet hij het huis en ging in vollen nacht te voet naar Schaarbeek, waar hij toekwam bij het opkomen 197
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
van den dag. Dan ging hij den bestuurder der bakkerij opzoeken en zei wat hij wou doen. De bestuurder zette hem aan in dit besluit. Buydts heeft geen spijt over zijne daad. Hij zegt dat zijne vrouw hem bedroog en dat hij slechts gerechtigheid pleegde. Hij zegt de misdaad niet te hebben beraamd. Het Laatste Nieuws, 22 oktober 1909 Een drama op ’t dorp - Twee landbouwers, Frans Solie, 30 jaar, en Philip D., wonend te Malderen, leven sinds lang in oneenigheid wegens een stuk grond dat hunnen eigendom scheidt. Philiep D... die wat bedronken was ontmoette eergister avond Frans Solie en begon met hem te twisten. Solie verliet de herberg en trok naar huis doch D... achtervolgde hem, liep een veld over en kwam vóór hem staan hem uitdagend... Weldra volgde een gevecht. D... wierp zich op Solie en stak hem zesmaal met zijn mes in hoofd, hals en borst totdat de man geen teeken van leven meer gaf. Dan hem latende liggen, trok hij naar huis. De nachtlucht bracht Solie tot bezinning en deze kon zich huiswaarts slepen... Een geneesheer werd bijgehaald die zijne wonden verbond. De rijkswacht bemoeide zich met de zaak en het parket stapte te Malderen af. De woestaard D... is aangehouden en achter slot gedraaid. Het Laatste Nieuws, 21 augustus 19019 Den Denderbode, Aalst zondag 22 augustus 1909. De twee vermiste kinderen Emilia en Edmond Baeyens, welke sedert 5 juli 1909 uit Aalst verdwenen waren, zijn na verbleven te hebben te Steenhuffel, te Londerzeel, eindelijk teruggevonden te Wolverthem. Ziehier in welke omstandigheden: Dijnsdag had de ondercommissaris, M. Gits, van een geloofwaardig persoon vernomen, dat de twee kinderen te Londerzeel geslapen hadden in den nacht van 16 op 17 dezer. De ondercommissaris zond aanstonds den inspecteur Buys naar bovengenoemde gemeente, om inlichtingen in te zamelen. De inspecteur Buys sprak met den policiecommissaris en met den bevelhebber der gendarmerie van Londerzeel en Woensdag morgend heeft de commissaris de twee verdwenen kinderen op een pachthof te Wolverthem weergevonden. Hij heeft aanstonds deze ouders verwittigd en deze hebben de kinderen teruggehaald. Het Laatste Nieuws, 26 oktober 1909 De Buurttram Brussel-Londerzeel ontspoord – Gewonden. De buurttram die te 6.20 u. ’s morgens uit Londerzeel naar Brussel vertrekt, is altijd op-gepropt met reizigers. Tusschen Grimbergen en Strombeek gekomen, op de helling, aan den draal, sprong de locomotief buiten het spoor en drong in den aarden dijk. De trein bestond. uit vijf rijtuigen en een fourgon. Het eerste rijtuig en de fourgom sprongen insgelijks buiten het spoor en met een groot geweld werden de reizigers dooreengeworpen, de ruiten stuk geslagen en het houtwerk vernield. De paniek die volgde, was onbeschrijfelijk, vooral dat smartkreten opstegen en, vele personen gewond werden door de glasscherven. Zelfs werd een reiziger door eene ruit geslingerd. De ziekenverplegers van het geneeskundig gesticht in de nabijheid gelegen, snelden ter plaats en verzorgden de gewonden, ten getale van tien : 7 reizigers en 3 werklieden in dienst van de buurtspoorwegmaatscnappij. Een der gekwetsten is bijna den neus afgerukt. Na verpleging konden de reizigers naar hunne woning te Grimbergen en Wolverthem overgebracht worden. Den Denderbode, Aalst, donderdag 28/10/1909 Een ernstig ongeluk gebeurde op de tramlijn Brussel-Londerzeel. Een trein kwam met groote snelheid de helling tusschen Grimbergen en Strombeek afgereden, toen eensklaps de locomotief uit de sporen sprong en tegen de grondhoogte botste, die den 198
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
weg bezoomt. Een hevige schok bracht eene felle paniek teweeg onder de talrijke reizigers, die de vijf rijtuigen vulden. Hulpgeroep klonk langs alle kanten. Ziekedienaars van het naburige zinneloozengesticht snelden toe en verzorgden de gekwetsten, ten getalle van tien, waarvan zeven reizigers en drie werklieden van den dienst die in den fourgon zaten. Allen konden, na verbonden te zijn, in bijzonderen trein naar hunne dorpen terugkeeren. Den heelen dag is de dienst belemmerd geweest. Nieuws- en Advertentieblad van Herenthals - 30/10/1909 en De Kempenaar - 30/10/1909 Een ernstig ongeluk gebeurde op de tramlijn Brussel-Londerzeel. Een trein kwam met groote snelheid de helling tusschen Grimbergen en Strombeek afgereden, toen eensklaps de locomotief uit de sporen sprong en tegen de grondhoogte botste, die den weg bezoomt. Een hevige schok bracht eene felle paniek teweeg onder de talrijke reizigers, die de vijf rijtuigen vulden. Hulpgeroep klonk langs alle kanten. Ziekedienaars van het naburige zinneloozengesticht snelden toe en verzorgden de gekwetsten, ten getalle van tien, waarvan zeven reizigers en drie werklieden van den dienst, die in de fourgon zaten. Allen konden, na verbonden te zijn, in bijzonderen trein naar hunne dorpen terugkeeren. Den heelen dag is de dienst belemmerd geweest. De Werkman, Aalst 28/1/1910 Malderen – Het Verbond der Vrije Democraten (groep Parmentier), had hier Zondag 23 januari, eene luisterrijke meeting gehouden in d’herberg de Christen Democraten-afdeeling. Goede volksmannen waren opgekomen, die de Democraten zeer genegen zijn. De sprekers hadden er het woord kernachtig en kluchtig weten uiteen te zetten, wegens het Democratisch Programma en de misbruiken der Katholieke Partij. De aanhoorders hebben met handgeklap en tevredenheid hun deftig toegejuichd, waarachter eene der sprekers een rondhaling gedaan heeft voor de Vlag der Democratische afdeeling Malderen, die 3,22 fr. opgebracht heeft. Namens den Bond: D. De Bondt De Werkman Aalst, 25/2/1910 en Het Land van Aelst, Aalst, zondag 27/2/1910 Schrikkelijk motorrijwielongeval. Zaterdag namiddag kwam de zoon van den smid van Londerzeel-Heide, van Brussel gereden. Aan de statie springt opeens een hond voor zijn machien. Het beest willende ontmijden, had hij eene met steenen geladen kar niet zien staan aan het Café de la Gare. In volle vaart reed hij op het gespan aan en werd bewusteloos, met gapende wonden aan het hoofd en gebroken kaaksbeen in het Café de la Gare binnengedragen, waar hij verzorgd werd. De Werkman; Aalst, 1/4/1910 Londerzeel - Maandag, schoon, prachtig, deugdelijk weer, in den aanvang der Lente; Priester Fonteyn, met mij en een derde man, trinium perfectum, we stappen korts voor 10 ure te Londerzele van den trein, reeds was goed nuttig werk afgelegd door het uitdeelen van schriften; Londerzele, een schoon Dorp, krakende net, doch sterk fanatiek: de Katholieke Mijnheeren van Londerzeele dulden geen Meetingen. We stappen de Gemeente in; gedurig deelen wij schriften aan voorbijgangers, die ze beleefd ontvangen; we zien vele kennissen, we gaan binnen bij den koperslager, lokaal der wilde onstuimige meetingstoring van over 4 jaar; we lachen er hertelijk om die woede; we komen buiten; schuins over, op den dorpel, is een attroupement van 10 à 15 mans, vrouwen, dochters, kinderen, wij zeggen beleefd Goeden-dag, zij blijven bot en stommelings staan; ik keer mij om, ik zeg: Dat is beleefd zijn; daarop beginnen zij ons uit te jouwen!!!???... Foei! in vollen dag, thalven een Kerkstraat, een Priester uitjouën!!!... Moesten zatte dromadarissen het doen, ge zoudt een geschreeuw hooren bij ’t Katholiek; en 199
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
nu????! We zetten zacht- en blijmoedig onze propaganda voort; hier en daar we blijven staan, een der uitjouwers volgt ons, om te zien wie onze schriften aanneemt, om hem aan te klagen en te broodrooven; wij hooren en zien dat op Londerzele veel dwang is; maar de Volkeren van dezen Tijd willen niet gedwongen worden. Een schoone effene steenweg, in een wijd opene landschap: tusschen Londerzele en Wolverthem, een lang omspit veld, gansch afgesloten, in de verte een blok gebouwen in glas, ’t is een “Groenselkweekerij van Engeland”, die daar bereid wordt. Vriend Vlasschaert had ook zulk plan in Mexico. We gaan voort... hoe zoet, hoe aangenaam de propaganda-tochten voor de democratie. (Nota: de verteller is volksvertegenwoordiger Pieter Daens, Kristene Volkspartij)
De Volksstem, Aalst, 7 mei 1910. Te Londerzeel, die schone gemeente, heeft het wat geweest verleden zondag. Er was daar eene inhuldiging van het prachtig vaandel van den Volksbond. Verscheidene ministers, volksvertegenwoordigers en hooggeplaatste personen waren er tegenwoodig. Een prachtige stoet, waaraan meer dan 6.000 personen deelnamen, doortrok de rijk versierde straten. Daarna werd er eene aanspraak gedaan door den alomgekenden pater Rutten, die in gloedvolle woorden het nut deed uitschijnen, van vereenigingen en syndikaten. Lang zal dit schoon feest in het geheugen blijven der duizende personen die zich zondag te Londerzeel bevonden. De Volksstem, 18/5/1910 De stallingen van de kinderen Van Doorslaer, in den Bleinboek te Londerzeel, zijn door een geweldigen brand in asch gelegd. Zeven schoone koeien, twee kalveren en een varken vonden den dood in de vlammen. De gebouwen zijn verzekerd, het vee ook doch verre beneden de weerde. De Volksstem, Aalst, donderdag 15/9/1910 Onderwijs – Te Londerzeel wordt een onderwijzer gevraagd. Traktement 1100 fr. Aanvraag aan de gemeenteoverheid voor 27 September. De Volksstem, 19/10/1910 Nieuws van de week eindigende 1 Oct.1910. Londerzeel - Zondag avond, terwijl de eerste kermisdag gevierd werd, heeft in het gesticht der elektrieke verlichting een ongeval plaats gehad. Rond 8 ¼ ure is het groote jacht of drijfwiel gesprongen, met zooveel geweld dat groote stukken ijzer door de muren van het gebouw heen tot op 20 a 30 meters geslingerd werden. Op hetzelfde oogenblik doofde natuurlijk al het elektriek licht uit, en men kan zich voorstellen welke eene verwarring daardoor ontstond in de danszalen en andere lokalen. Gelukkiglijk is er slechts stoffelijke schade; deze wordt op eene 10 a 15,000 fr. geschat. Journal de Bruxelles, 26 oktober 1910 De Vliegmeeting te Etterbeek – De dag van Dinsdag. Graaf d’Hespel, die in Sint-Job-in –’t Goor vertrokken was, passeerdse Kontich om 8 uur. Om 8u40 zag men hem boven Mechelen en om 12h30 boven Vilvoorde. Hij landde in Londerzeel bij gebrek aan benzine.
200
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
graaf Joseph d’Hespel
Samengezocht door Louis De Bondt
d’Hespel en zijn Sommer-tweedekker (col. Cynrick De Decker)
De Volksstem, Aalst, 24 november 1910 Diefstal. - Jozef Seirens, van St-Nikolaas, wilde er te Londerzeel met een rijwiel, dat aan eene herberg stond, van door gaan. Hij werd gevat en krijgt nu 2 maand gevang en 50 fr. boet, voorwaardelijk. Het Vaderland, Nederland, 18 januari 1911 De „Vlaamsche Gazet" schrijft naar aanleiding van de te wachten resultaten der volkstelling met betrekking tot de twee in België gesproken talen: „Indien men de straf moest toepassen op zekere personen, die verklaarden alleen Fransch te kennen, terwijl zij de Vlaamsche taal kunnen spreken, zouden er heel wat straffen in België moeten opgelegd worden. „Overigens wie daarvoor verantwoordelijk blijven, zijn de medewerkers van de-Vlaamschhaters-bladen, die iedereen aanzetten te verklaren „dat men enkel Fransch spreekt." „Te Lemberg, in Galicië, afhangend van Oostenrijk-HongarJje, wordt insgelijks, zoo-als in het gansche Rijk, tot de volkstelling overgegaan. Men weet dat de taalkwestie er heftig besproken wordt. Om een einde te stellen aan de onjuiste opgaven, had de stadhouder van Galicië beslist, dat valsche opgaven in zake de gesproken talen, streng zouden beteugeld worden. Men had er ook, juist zooals bij ons, de vraag gesteld, welke de meest gebruikte taal was. Een dokter van Lemberg antwoordde hierop dat te zijnent de meest gebruikte taal het ...... Hebreeuwsch was. De stadhouder komt hem deswege 4 dagen gevang op te leggen wegens onjuiste opgave, daar Hebreeuwsch niet tot de meest gebruikte talen van het Rijk ...... mag behooren. Naar uit inlichtingen aan een Belgisch blad opgezonden blijkt, worden ook in Oostenrijk-Hongarjje de statistieken op een ongehoorde wijze vervalscht. „Intussehen ontvangen wij nog gedurig klachten. Zoo werd te Londerzeel, naar men ons verzekert, alles op voorhand ingevuld, in sommige gedeelten van Molenbeek en St.-Gillis willen de agenten der volksoptelling geen bulletins in ontvangst nemen,wier Vlaamsche zijde ingevuld werd. „Hoe wil men dat een dergelijke statistiek iets zou kunnen beteekenen?" L’Indépendance Belge, 24 oktober 1911 Het Laatste Nieuws, 24 januari 1911 Het Nieuws van den Dag, 24 januari 1911 De Volksstem, Aalst 24/1/1911 Journal de Bruxelles 24 januari 1911 Erge treinbotsing te Londerzeel - Tien gekwetsten.
201
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Een reizigerstrein komende van Dendermonde, en in bestemming voor Mechelen, reed Zaterdag avond om 5 ure de statie van Londerzeel binnen. Ten einde den expresstrein Oostende-Keulen vrije baan te geven, werd de reizigerstrein op een zijspoor gevoerd, waar reeds een koopwarentrein stond. De machinist van den reizigerstrein zag ten gevolge der duisternis den koopwarentrein niet staan en de twee treinen reden met groot geweld op elkander. Verscheidene wagons werden omvergeworpen en verbrijzeld. Een tiental reizigers, die zich op den trein uit Dendermonde bevonden, werden gekwetst, gelukkiglijk slechts licht. De stoffelijke schade is zeer aanzienlijk. De lokomotief en eenige wagons van den reizigerstrein waren door den schok uit de riggels gesprongen. Toen de expresstrein aankwam, hield hij stil te Londerzeel en nam de reizigers op. De expresstrein deed dienst als lokaaltrein tusschen de statiën van Londerzeel en Mechelen. Om 7 ½ ure kwam uit deze laatste statie een hulptrein ter plaatse, om de banen te ontruimen. Nieuwsblad van Geel - 28/1/1911 Londerzeel - Zondag avond, rond 5 ure, stoomde een reizigerstrein, komende uit Dendermonde in bestemming voor Mechelen, de statie (West) alhier binnen. Om den sneltrein Oostende-Keulen door te laten, werd de trein op een zijspoor gestuurd, waar reeds een koopwarentrein stond. De machinist van den trein uit Dendermonde, verhinderd door de duisternis, reed te ver achteruit en botste met geweld op den koopwarentrein. De schok was allergeweldigst. Verscheidene wagons van den koopwarentrein werden omgereden en verbrijzeld. Een tiental reizigers van den trein uit Dendermonde werden min of meer erg gewond. De stoffelijke schade is zeer aanzienlijk. Wat later stoomde de sneltrein de statie binnen en hield er bij uitzondering stil. De lokomotief van den reizigerstrein en verscheidene wagons waren ontriggeld, en de sneltrein moest in al de staties, van Londerzeel tot Mechelen, stoppen. Ten 6 ½ ure is te Londerzeel een hulptrein aangekomen om de sporen te ontruimen. Het Land van Aelst 29/1/1911 Spoorwegongeval te Londerzeel. Een reizigerstrein van Dendermonde, in bestemming voor Mechelen, kwam zaterdag avond in de statie van Londerzeel om den express Oostende-Keulen vrij te laten doorrijden. De trein werd op een afwijkingsspoor gebracht waar reeds een koopwarentrein stond. De machinist van den reizigerstrein kon niet bij tijds stilhouden en botste tegen den koopwarentrein. De schok was zeer geweldig. Noodgeroep steeg op. Tien reizigers werden min of meer zwaar gewond. Verscheidene waggons van den koopwarentrein werden omgeworpen en verbrijzeld. De stoffelijke schade is derhalve aanzienlijk. De Volksstem, Aalst, Donderdag 16/2/1911 Zekere D., bediende in de brouwerij van Londerzeel, reed gisterenavond per rijwiel door de Zuidstraat, Brussel, toen hij in botsing kwam met een taxi. Hij werd erg gekwetst en moest door een geneesheer verzorgd worden. Proces verbaal is tegen den taxileider opgemaakt. Het Nieuws van den Dag, 26 februari 1911 Gazet van Antwerpen, 2 maart 1911 Krijgsraad van Oos-Vlaanderen. — De genaamde Joost Moens, van Londerzeel, soldaat bij het, 1ste regiment jagers te peerd in garnizoen te Doornik, was gedeserteerd. Hij zakte naar de provincie Oost-Vlaanderen af en wist op negen verschillende plaatsen rijwielen te stelen of af te truggelen. Op twee plaatsen gaf hij een valschen naam op om een rijwiel te kunnen vast krijgen; ten slotte liep hij in de val en werd aangehouden. 202
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Vrijdag verscheen Moens voor den krijgsraad, die hem veroordeeld heeft tot 10 maanden gevang en 234 fr. boete of 71 dagen gevang. Na uitboeting dier straf zal hij voor twee jaar in eene tuchtkompanie van het leger geplaatst worden. De Volksstem, Aalst, 12 maart 1911 Steenhuffel. Gevallen. De landbouwer Jozef Van de Voorde, wonende op den Haan, is toen hij strooi wilde beneden werpen van de schelf gevallen. De man werd den arm gebroken. De Volksstem, Aalst, zondag 19/3/1911 Brussel – Eene botsing is Vrijdag ontstaan tusschen een tram en eene kar, geleid door zekeren D., te Malderen wonende. De leider en het paard werden erg gekwetst. Een deel van het rijtuig werd vernield. De Volksstem, Aalst 25/3/1911 Steenhuffel – Doodelijke val. Gisteren gebeurde er een vreeselijk ongeluk in de Bontestraat. Zekere Adolf Vanderstappen was aan het boomen snoeien, toen een tak brak. De ongelukkige viel van een hoogte van 13 meters en is kort nadien bezweken. Hij laat eene weduwe met 7 kinderen achter. De Volksstem, Aalst, 14 mei 1911 Houtdieven. - De voddenkoopman Frans Taillien en zijne wederhelft, wonende te Londerzeel, om hout gestolen te hebben, krijgen bij verstek, de man vier maand en de vrouw drie maand bak. De Volksstem, Aalst 29/4/1911 Steenhuffel – Vrouwengevecht. Gisteren kregen twee vrouwen R.P. en M.D. twist. Van woorden kwam het tot daden en vrouw P. kreeg een geweldigen slag met een houten blok in het aangezicht. Het slachtoffer verweerde zich dapper en met den zelfden blok bracht zij haren tegenstreefster een erge slag op het hoofd toe. Proces-verbaal is opgemaakt.
Het Handelsblad, 10 mei 1911 Nieuwe Tilburgsche Courant, 11/5/1911 Tilburgsche courant, 13 mei 1911 Kerknieuws. Eene wonderbare genezing aan de grot van Lourdes te Oostakker. Men schrijft uit Gent aan het Handelsblad van Antwerpen. Dinsdag morgen waren een honderdtal vrouwen der Congregatie van Malderen naar Lourdes (Oostakker) gekomen. Bij hen was ook Celestina Cleemput, 9 jaar oud en wonende te Lippeloo bij Puers. Op den ouderdom van 6 jaar werd het kind door roode koortsen aangetast; de ziekte zette zich in de beentjes en het bleef een half jaar te bed liggen. Het sprong nu sedert twee jaar op krukken. Verleden jaar, in de Meimaand, kwam het meisje met de congregatie van Malderen naar Lourdes en al de vrouwen baden voor de genezing van het kind. Met Kerstdag deed het meisje hare Eerste Communie en naderde iedere week de H. Tafel, Nu Dinsdag morgen kwam de congregatie om 10 ure aan de grot aan; na de gebeden deed men driemaal den beeweg en toen de vrouwen 203
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
terug op de banken kwamen, zegde het kreupele kind eensklaps zachtjes aan grootmoeders oor: “Ik moet geene krukken meer hebben, ik kan gaan.” Ontsteld keek grootmoeder op en nam de krukken aan en grootmoeder en kleinkind droegen samen de krukken, die het kind sedert 2 jaar onmisbaar waren, tegen de grot onder het beeld van de Moeder Gods De biddende vrouwen hadden het bemerkt en elk weende van aandoening. Lofzangen werden aangeheven terwijl men ter kerke ging. Celestina vooraan. De eerw. overste van het geval verwittigd nam de noodige inlichtingen op en men deed samen een vurig dankgebed. Om 2 ½ uur vertrok de congregatie naar Malderen en Celestina moest niet den minsten steun hebben. De wonderbare genezing werd Dinsdagavond in den omtrek druk besproken. Nieuws- en Advertentieblad van Herenthals - 13/5/1911 en Nieuwsblad van Geel van 13/5/1911 - Eene wonderbaarlijke genezing aan de grot van Lourdes te Oostakker. Men schrijft uit Gent: (tekst is dezelfde als die uit de Tilburgsche Courant van 2 dagen eerder). Het Laatste Nieuws, 13 mei 1911 Londerzeel – Een vuile kerel. - Een heerschap van Mechelen, E. N..., die zich te Londerzeel had vergrepen aan zedelooze feiten onder de oogen van eene vrouw, naast hem wonend, werd vervolgd op aanklacht der vrouw. Daar hij reeds tweemaal voor dezelfde feiten werd veroordeeld te Mechelen schenkt de rechtbank hem ditmaal, vrijgevig, een jaar hechtenis. Den Denderbode, Aalst 14/5/1911 Wonderbaarlijke genezing aan de grot van Lourdes te Oostakker. Dinsdag namiddag werden de honderden geloovigen aan het heiligdom van Lourdes, in opschudding gebracht door een merkwaardig feit dat iedereen diep ontroerde. Eene wonderbare genezing had plaats. Celestina Cleemput, die sinds twee jaar op krukken sprong, kreeg plotseling het vermogen van gaan terug. Ziehier hoe de feiten zich voordeden. Celestina Cleemput is 9 jaar oud en woont te Lippeloo, op een uur afstand van Puurs. Op den ouderdom van ruim 6 jaar, werd het kind door de roode koortsen aangetast; de ziekte zette zich in de beentjes en het kind bleef een half jaar, lam in de beenen, te bed liggen. Sedert sprong het nu gedurende twee jaar op krukken, zonder dat de verplegende geneesheer, dr. Rombauts er toe kwam de beenzwakte te genezen. Verleden jaar in de Meimaand kwam de zieke met de kongregatie van Malderen naar Lourdes en al de vrouwen baden voor de genezing der lieve kleine; zij keerden ongetroost naar huis terug. Met kerstdag deed het ongelukkig meisje hare Eerste Kommunie en naderde sedert dien elke week tot de H. Tafel. Nu Dinsdag, kwamen een honderdtal vrouwen der kongregatie van Malderen opnieuw naar Lourdes. De kreupele Celestina Cleemput op hare krukjes kwam mede vergezeld door hare grootmoeder. Om 10 uur kwam de kongregatie te Lourdes aan. Er werd gebeden voor het O.L. Vrouwbeeld voor de genezing van Celestina; daarna werd driemaal den beêweg gedaan, en toen de biddende vrouwen terug op de knielbanken voor de grot kwamen, zegde het kreupele kind aan grootmoeders oor: “Ik moet geene krukken meer hebben, ik kan gaan!” Grootmoeder keek versteld op, en nam de krukken aan, en grootmoeder en kleinkind droegen samen de krukjes welke gedurende 2 jaar voor het meisje onmisbaar waren, tegen de grot, onder het beeld der H. Moeder Gods. Die beweging had de algemeene aandacht gewekt, die weldra in eene hevige ontroering veranderde. De grootmoeder en het kleinkind weenden van ontsteltenis; en weldra weenden al omstaanders van aandoening. Er werden weldra lof- en dankgebeden opgezegd, en de
204
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
kongregatie, gevolgd door honderden andere bedevaarders, begaven zich naar de kerk, voorafgegaan door de grootmoeder en door Celestina die vrij en zonder steun de kerk inging. De eerw. overste van het klooster was verwittigd; hij teekende de noodige inlichtingen op en stortte daarna met al de geloovigen een vurig dankgebed. Om 2 ½ toog de kongregatie naar Malderen terug en Celestina ging te voet, vrij en zonder steun met hare vriendinnen mee. De Werkman, Aalst 19/5/1911 Te Oostakker is een wonderbare geneezing geweest: een kind uit Malderen, 2 jaren lam, is schielijk genezen aan de Grot. Kardinaal Dechamps, Pater Redemptorist, Aartsbischop van Mechelen, schreef: Onze Lieve Vrouw is waarlijk de Moeder Gods; door hare voorspraak geneest zij dikwijls de Lichamen om de Zielen te treffen en te genezen. De Kempenaar - 11/7/1914 In de meimaand, zoo las ik in de Oostackersche aanteekeningen, was de bedevaart uit Malderen en Lippeloo weer te Oostacker geweest. De kleine Celestine Cleemput uit Lippeloo kwam met hare grootmoeder nogmaals O.L.Vrouw bedanken. Bedanken? Ja. Drie jaar geleden, den 9 Mei 1911, was het kind 9 jaar oud, met grootmoeder, bij wie het meisje inwoont, naar Oostacker gekomen om zijne genezing te vragen. Het arme kind kon gaan noch staan en moest zich met behulp van twee krukjes voortsleepen. ’s Morgens vroeg was het negenjarig kind te Communie geweest en daar stond het nu, hangend, leunend, waggelend op zijn krukjes met grootmoeder voor Maria’s beeld te Oostacker... Eensklaps laat het zijn krukjes los en lispelt met kinderlijke eenvoudigheid: “Grootmoeder, ik ben genezen! Waar moet ik mijn krukjes laten?” De kleine Celestine was, is en blijft genezen en kwam een maand geleden nogmaals Maria bedanken, zooals ik boven schreef, en haar ingelijst portretje, als dankbare herinnering, bij “Ons Lieve Vrouwke” hangen. Zelfontwikkelde Verussen en tutti quanti vragen misschien: is dit nu een mirakel? Ik weet het niet, heeren, maar ’t is in alle geval een wonderbaarlijke genezing!... De Lourdes-grot in Oostakker
205
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Le Journal, Frankrijk, 9 juni 1911 (Vertaald) Het Europese Vliegcircuit. Vierde etappe Utrecht-Brussel. Deze wordt gevlogen op 23 juni van de luchthaven van Soesterberg bij Utrecht naar de luchthaven van Berchem bij Brussel met een verplichte tussenlanding te Gilze-Rije bij Breda. ... Men passeert op enkele kilometers van de grote kerk van Lier en voorbij Lier volgt men even de weg naar Mechelen waarvan de vierkante toren met zijn giganteske horloge bij helder weer van op 20 km afstand zichtbaar is. Aan de rechterkant wordt de route dan aangegeven door zwarte en witte seintekens van Kontich, Willebroek, Londerzeel, Merchtem... Opmerking: Ik denk dat er velen verloren gevlogen zijn want de routebeschrijving tussen Kontich en Sint-Agatha-Berchem is zeer verwarrend. In ieder geval hebben onze mensen hier toen wat vliegtuigen gezien.
De Vliegbasis Soesterberg in 1911
De Vliegbasis Soesterberg in 1913 (mét vliegtuig deze keer)
Het Nieuws van den Dag, 18 juni 1911 206
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
De Volksstem, Aalst, dinsdag 20/6/1911 Londerzeel – Echtelijk drama. Een vreeselijk drama heeft zaterdag het gehucht Nieuwenrode te Londerzeel in opschudding gebracht. Een man doodde er zijne vrouw met hamerslagen en verhing zich nadien. De landwerkman Karel Van der Linden, 36 jaar oud, was een tiental jaren geleden in het huwelijk getreden met Catharina Van de Wielen (Vandewilde in het Nieuws van den Dag). Uit dat huwelijk zijn vijf kinderen geboren, waarvan het oudste 10 jaar en het jongste 18 maanden oud is. In de laatste tijden ontstond nog al dikwijls twist tusschen de beide echtgenooten, daar Van der Linden zeer jaloersch was. De man verdacht zijne vrouw betrekkingen te hebben met een gebuur. Vrijdag avond had Van der Linden twist gehad met dezen persoon en hem nog al erg afgeranseld en er was eene klacht tegen hem neergelegd geworden. Rond 10 ure ’s avonds ging hij slapen. Rond 1 ure ’s morgends toen de vrouw ingeslapen was, stond Van der Linden op, greep een zwaren hamer (een scheermes volge’ns Het Nieuws van den Dag) en bracht er zijne vrouw eenen geweldigen slag op het hoofd mede toe. De vrouw had den tijd niet een kreet te uiten. Zij bleef op den slag dood. De moordenaar, zijne misdaad volbracht, heeft zich dan aan de bedsponde (aan een balk, volge’ns het Nieuws van den Dag) verhangen, bij middel eener koord. Toen de kinderen ’s morgens ontwaakten vonden zij hunne moeder met vreeselijk verbrijzeld hoofd liggen (‘De ongelukkige vrouw lag gansch bebloed in bed’ volgens het Nieuws van den Dag). De hersenen waren op de muren gespat... Ook hun vader had reeds opgehouden te leven. De gendarmen hebben het onderzoek gedaan. Medelijdende geburen hebben de arme weezen opgenomen. Natuurlijk is Nieuwenrode geen gehucht van Londerzeel. We hebben het artikel toch maar overgenomen. Zie ook de andere versie hierna.
Middelburgsche Courant, 21/6/1911 Te Londerzeel (Brabant) heeft een landarbeider, die 's avonds dronken thuisgekomen was, ‘s nachts zijn vrouw in haar bed met een scheermes den hals afgesneden. Daarna hing hij zich op. Zoo werden zij door de vijf kleine kinderen gevonden. De Volksstem, Aalst, zaterdag 24/6/1911 De Europeesche vliegronde. (In deze krant staat een volledig verslag van deze internationale vliegtuigrally) Voor de vierde vlucht - ’t Is dus heden Zaterdag dat de vlucht Utrecht-BredaBerchem Ste-Agathe moet plaats hebben. De aangeduide weg tusschen Breda en Berchem loopt over Zundert, Baarle, Wortel, Lier en dan verder tusschen Willebroeck, Londerzeel en Merchtem. De vliegers zullen rond 8 ure uit Soesterberg vertrekken en moeten dus rond 10 ure te Berchem aankomen. De algemeene klasseering na de drie eerste vluchten: 1) Vidart, 2) Beaumont, 3) Garros, 4) Weyman, 5) Gibert, 6) Kimmerling, 7) Train, 8) Renaux, 9) Tabuteau, 10) Wynmalen (vermist) – verdere deelnemers: Védrinnes, Duval, Barra De Denderbode, Aalst, 2 juli 1911 Stad Aalst – Bestendig Festival – Kiosk Groote Markt. Zondag 2 Juli 1911. ... Door de Fanfaren-Maatschappij L'U nion van Londerzeel. Bestuurder M. L. Van De Walle. Het Land van Aelst 9/7/1911 – De Denderbode, Aalst 9/7/1911 Stad Aalst-Concerten - Zondag 9 juli A. Kiosk Groote Markt Te 11 uren voormiddag, door de Fanfaren Maatsch. “Brabantsche Leeuw” van Teralfene. 207
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Te 12 uren, door de Fanf. Maatsch. “Hoop in de Toekomst” van Steenhuffel. Bestuurder: Mr L. Vermeren. 4 u Nm: “Kunst, Eer en Vermaak” van Aspelare 5 u Nm: Koninklijke Harmonie St. Cecilia, Oordegem 6 u. Nm: “Groeien en Bloeien”, Denderhautem 7 u Nm: “Katholieke Jonge Wacht”, Lede B. Kiosk Keizerlijke Plaats. 4 u Nm: “Hand in Hand”, Nederhasselt 5 u Nm: St. Cecilia”, Meldert De Volksstem, Aalst 5/10/1911 Kieskronijk Malderen – Twee volledige lijsten zijn aangeboden: Lijst nummer 1: Groes Jozef, landbouwer, nieuw lid Hofmans Frans, landbouwer, uittredend lid Rombauts Jan, geneesheer, burgemeester, uittredend lid Van den Perre Jan Baptist, handelaar, nieuw lid Van Langenhoven Florent, landbouwer, lid der eerste reeks Lijst nummer 2: Hiel Pieter-Judo, jachtwachter Rottiers Lodewijk-A, kiekenkoopman Sarens Jan Baptist, landbouwer Van Assche Willem-H, landbouwer Vercauteren Alfons, brouwer, allen nieuwe leden. De Volksstem, Aalst 11/10/1911 Het Nieuws van den Dag, 12 oktober 1911 Het Volk, 13 oktober 1911 Le Vingtième Siècle, 13 oktober 1911 Steenhuffel – Doodelijk ongeluk. Zondag avond keerde André Willocx, van Steenhuffel, in dronken toestand van Londerzeel, waar hij werkte, huiswaarts. De man volgde de spoorbaan en werd nabij de statie van Steenhuffel door den trein, welken om 8 ure 20 voorbijrijdt, verrast en overreden. Hij bleef op den slag dood. De ongelukkige was vreeselijk vermorzeld. Het slachtoffer was gehuwd en vader van een kind. Opmerking: Dit bericht stond zowat in alle kranten maar alleen De Volksstem schreef dat André dronken was.
Het Laatste Nieuws, 24 januari 1912 Gansch Malderen is in rep en roer. Vóór Nieuwjaar bestond de gemeenteraad uit 4 gematigde katholieken en 5 klerikalen; nu Is de toestand omgekeerd en de burgemeester behoort tot de minderheid der 4 klerikalen. Zal hij zijn sjerp houden? Als ratten loopen afgevaardigden van beide partijen bij alle nobiljons en invloedrijke kasteelheeren, zelfs in het ministerie, om het burgemeesterschap te bewaren of te bekomen. Wordt de klerikaal herbenoemd, dan weigert de meerderheid de rekeningen voor 1911 goed te keuren, alsook de begrooting van 1912 te stemmen. Wordt een katholiek burgemeester
208
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
dan stemmen, in Mei .a. s., de klerikalen tegen het ministerie. Waar is de Salomon om dit vraagsluk op te lossen? Ondertusschen moeten onderwijzer en gemeentebeambten wachten, tot er zaad in 't banksken kome om hunne jaarwedde te kunnen krijgen. De Volksstem, Aalst 9/3/1912 Malderen – Ingestort – Maandag nacht is er een huis ingestort, nieuw gebouwd en nog niet bewoond, van de heer Alf. Van Dooren, Statiestraat. De Volksstem, Aalst 16/4/1912 Malderen – Huldebetoog ter gelegenheid der herbenoeming van den heer Dr. Rombauts als burgemeester. De Maldernaren willende een blijk geven van genegenheid, gehechtheid en volle vertrouwen in hunnen burgemeester, richtten verleden Maandag (8e dezer) ter gelegenheid zijner herbenoeming, te zijner eer een prachtige stoet in. Rond 1 ½ ure stroomde het volk, vol geestdrift en jolligheid met de deelnemende maatschappijen ter statie toe, waar de stoet gevormd werd. De oud-soldaten hadden wat vrij met het ongunstig weer gelachen en fier openden zij met hun prachtig vlag den stoet. Daarna volgde de bloeiende fanfaren “De Ware Vrienden”. In groot getal waren de Boogschutters opgekomen en lijk het past aan broeders hadden de Boschlandboogschutters der statie zich bij de St-Sebastiaan-Gilde aangesloten. Hier mochten wij de aloude en merkwaardige breuk bewonderen, dagteekenende van 1647 en gedragen door haren Koning, d’heer Van der Perre, voorafgegaan van ’t Maagdeken (zijne kleindochtertje) met den Koningsvogel. Dan volgde het Pompierskorps, hulde brengend aan haren bevelhebber. Groote geestdrift vonden wij in ’t midden van den stoet, bij de opwekkende tonen der Fanfarenmaatschappij “Concordia”. Hier achter hadden onze “Jonge Tooneelliefhebbers” van “Vliegt de Blauwvoet” eene goede plaats gevonden en mochten op de verschillende arias hunne levenslust toonen. De Boerengilde St-Isidorus had het zich ook ten plicht gerekend haren voorzitter te komen danken voor de verbeteringen in den Boerenstand, den burgemeester hulde te brengen voor zijn wijs bestuur en hem een blijk te geven van blijvenden steun. Het “Spaarkasken” van de Statie sloot den Stoet. De geestdrift die het volk bezielde, was onbeschrijflijk, de hoeden en klakken zwierden vrij en blij in de lucht, met honderden kwamen langzaam met den stoet mee afgezakt naar de woning van den Heer burgemeester. Hier hadden dan de serenades en aanspraken plaats. Voor ieder compliment had de heer burgemeester een passend antwoord. Ieder bewonderde in hem ’t gemak van uitspraak en den beeldrijken geest. In volle genoegen en eendracht is dit beteekenisvolle feest afgeloopen. Het Laatste Nieuws, 23 juni 1912 LONDERZEEL. — Deserteur aangehouden en toevallig door een gendarm gekwetst. Een weglooper bij het 2e Linie, X..., was op het punt Vrijdag in de woning zijner ouders, te Londerzeel, aangehouden te worden door twee gendarmen, wanneer hij er in gelukte te vluchten door de velden. De gendarmen liepen hem achterna. Een hunner viel en lag gansch uitgestrekt. De revolver, welke de gendann In de hand hield, was afgegaan en door een buitengewoon toeval werd de deserteur door den kogel getroffen in de rechterbil. De soldaat zakte ineen en werd door de twee gendarmen naar het gasthuis overgebracht.
209
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
De Volksstem, Aalst, 23 juni 1912 Londerzeel. Deserteur geschoten. De bevelhebber der gendarmerie vernam Vrijdag morgen dat een deserteur van het 2e linie. Joseph B.. 's nachts hij zijne ouders teruggekeerd was en gelastte twee zijner manschappen den weglooper te gaan aanhouden. Zodra deze laatste de gendarmen bemerkte, vluchtte hij weg over het veld. De gerechtsdienaars zetten hem achterna. Loopend gleed opeens een hunner uit en viel. Terzelfdertijd ging een schot af van den revolver, dien den gendarm in de hand hield en door een zonderling toeval werd Joseph B. aan de bil getroffen. De gekwetste viel ten gronde. De gendarmen namen hem op en droegen hem erg gewond naar ’t gasthuis. Vooruit, 30 juni 1912 Erge zaak te Londerzeel - EEN GENDARM SCHIET OP EEN ONGEWAPENDE DESERTEUR In ons nummer van Woensdag meldden wij dat men maandag avond, tusschen 5 en 6 uren in het middengevang te Gent een soldaat had binnengebracht die gebonden in een foergon lag, erg bebloed, en begeleid was van soldaten en pandoren. Voor ons had die iets geheimzinnigs en de zaak is inderdaad van zeer ergen aard. Ziehier wat wij zijn kunnen te weet komen, niet zonder vele moeilijkheden: De jongen is zekere Jozef Teugels, soldaat bij het 4e lanciers, te Gent, van Londerzeel, doch stond aangeteekend als deserteur. Jozef Teugels was naar de ouderlijke woning gekomen, hetgeen natuurlijk spoedig door de harenmutsen gekend was. Hij was bezig aan het herstellen van schoenen, als hij vijf regeerings-soldeniers zag afkomen om hem aan te houden. Jozef Teugels vluchtte weg, wilde zijne vrijheid behouden en aan de straf die hem bij zijne aanhouding wachtte ontsnappen. De gendarmen achtervolgden hem doch een der kerels, - die nooit zonder reden en niet op vluchtende menschen schieten volgens het dompers-“Volk” - loste een schot. De ongelukkige jongen voelde zich getroffen in de rechterbil en viel ten gronde. De kogel was hem langs achter in de bil gedrongen en langs voor uitgekomen. Die kozakken, mannen zonder hart, namen den neergeschotene op en brachten hem naar de ziekenzaal van Londerzeel, waar hij drie dagen verbleef. Het slachtoffer der verdedigers van de klerikale Bonno's ontving in het ziekenhuis het bezoek van het parket. De mannen van het gerecht weten zoo goed dat men eenen onwettigen aanval heeft gedaan en de gendarm die schoot verdient vervolgd en aangehouden te worden, dat zij het slachtoffer Teugels vroegen aan de zaak geen gevolg te geven. De gendarm die geschoten had zegt dat het schot bij ongeluk uit zijne karabijn is ontsnapt en het door een val is afgevuurd. Men wil dus den kerel redden door te zeggen dat het een ongeluk is. Zulks is het gewone verdedigingsmiddel der harenmutsen. Jozef Teugels heeft verklaard de zaak niet onvervolgd te willen laten en het proces moet doorgaan. “Ik heb niemand misdaan”, zegt hij, “men heeft het recht niet mij als een dier neer te schieten”. Men heeft den jongen dan naar Gent overgebracht, doch verbleef slechts een dag in het klein gevang. 's Anderendaags oordeelde men dat de toestand van den jongeling niet al te geruststellend was en men bracht hem bij middel van het ziekenrijtuig der lansiers naar het militaire gasthuis over, waar hij nu nog in behandeling is. Gansch deze zaak vergt een ernstig onderzoek. Men kan op voorhand raden dat men al zal in het werk stellen wat mogelijk is om den pandoor van de moordpoging te verschoonen en den half gedoode to doen straffen. Zulks is het gewone lieken.
210
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Doch de weinige ruchtbaarheid, de volledige stilzwijgendheid en de geheimzinnigheid waarmede men in deze zaak gehandeld heeft en nog handelt, dat alles is het bewijs dat men van de plichtigheid des gendarme overtuigd is. Hadde de jongen maar eenige aanleiding gegeven tot deze laffe daad, de papenbladen hadden spoedig vol gestaan met verzwaringen ten laste van den soldaat, 't Is nochtans een jongen, zeer christelijk en van den katholieken buiten. Maar er valt hier de klerikale vertegenwoordigers der klerikale regeering te verdedigen, en dan staat de kleine geloovige op dezelfde lijn als de kleine niet-geloovige. Wij zullen zien hoe men het onderzoek voortleiden zal en wat de uitslag zal zijn. Het Laatste Nieuws, 15 juli 1912 Het Nieuws van den Dag, 14 juli 1912 De Volksstem, Aalst 16/7/1912 Haren – Verdronken - Op de werken voor de nieuwe spoorweglijn in de Keulsche straat heeft men diepe grachten gegraven, waarin het water van den moerasachtigen grond terecht komt. Drie jonge mannen waren vrijdag avond in de gracht aan het baden. Een hunner verdween onder water. Zijn twee makkers liepen weg, maar een handelaar kwam toegesneld en trachtte den jongeling te redden. Die pogingen waren vruchteloos; toen men de ongelukkige ophaalde was hij reeds overleden. Intussen waren de E.H. pstoor en een doktoot verwittigd geweestHet is Victor Cloots uit Londerzeel. Hij was slechts 18 jaar oud. Het lijk werd naar het doodenhuis overgebracht. De Volksstem, Aalst, woensdag 4/9/1912 Naar het kamp Dinsdag morgend rond 7 ure, is het 4e regiment lanciers uit Gent naar het kamp vertrokken. De weg wordt te paard afgelegd. Rond 10 ½ ure kwamen zij te Aalst aan, waar op de Markt eenige minuten halt gehouden werd. De lansiers zouden de Assche vernachten. Ongeveer een uur na het 4e lansiers trok ook het 3e komende van Brugge door onze stad. Deze reden langs Moorsel en zouden in den omtrek van Steenhuffel en Londerzeel vernachten. De Volksstem, Aalst 21/9/1912 Boomen afgezaagd – Om in het bosch van M. Levy de Millepoix boomen afgezaagd te hebben, krijgen Vermeire Aloïs van Opdorp en Smet Pieter van Malderen elk 1 maand gevang en 50 fr. boet. Wegens smaad aan den boschwachter krijgt Smet nog 8 dagen gevang en 26 fr. boet. Het Nieuws van den Dag, 30 oktober 1912 Laffe moord te Londerzeel In eenige regels meldden wij gisteren dat een werkman, Van Buggenhout genaamd, vader van zes kinderen, zondag nacht vermoord gevonden werd langs den steenweg op het gehucht StChristoffel. Het slachtoffer heet niet Van Buggenhout, maar wel De Hertogh en is vader van zeven kinderen. Ziehier hoe de moord zou gepleegd zijn. In de herberg “In het Leeuwendorp”, gelegen' in de kom van het dorp, zaten 's avonds laat nog al talrijke verbruikers. Rond l 1/2 ure 's nachts ontstond er tusschen de daar nog aanwezige personen twist over eene oude zaak. Om de twisters te bedaren, zegde ten slotte de genaamde Dehertogh: “Ik betaal nog eene ronde en laat den twist uit!”. Ongeveer een kwaart uurs later, verliet Dehertogh de herberg om huiswaarts te keeren, op de hielen gevolgd door de gebroeders Jos en Henri Vanden Berg, 19 en 17 jaar oud. Een 100 meters verder haalden deze laatsten De Hertogh in en begonnen er tegen te twisten en zelfs hem te slaan, waarop
211
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
De Hertogh uitriep: “Halt! dat niet, ik heb nog pinten betaald om den twist uit te laten en gaat gij mij nog slagen?” Een der gebroeders Vanden Berg raapte een kasseisteen op en sloeg er mee zoo hardnekkig op het hoofd van De Hertogh dat deze badend in zijn bloed ten gronde viel. De jongste Vanden Berg was huiswaarts geloopen en kwam dadelijk met een bijl terug. Met de knots der bijl maakte hij het arme slachtoffer voort af, waarop de laffe kerels er rustig van door trokken. Mad. De Beukelaer, omtrent recht over de plaats wonende en op het noodgeschreeuw wakker geworden, ging onmiddellijk den policiekommissaris M. Turf, verwittigen en deze kwam dadelijk ter plaatse. Intusschentijd had men het slachtoffer opgenomen en in eene woning gedragen. Geneeskundige en geestelijke hulp werden bijgehaald, doch de arme man was reeds dood. Het slachtoffer De Hertogh is 45 jaar. De daders dier laffe moord, de gebroeders Vanden Berg, werden in den nacht nog door den policiekommissaris en de gendarmen van hun bed gehaald en in het gevang opgesloten. De kasseisteen en de kapbijl zijn door de policie teruggevonden en aangeslagen. De Werkman, Aalst, 31 oktober 1912. Drama te Londerzeel. Tijdens de nacht van zondag op maandag, had zekeren Frans T., 46 jaar oud en vader van 6 kinderen, ruzie met de gebroeders Van den B.; om 1 uur ’s nachts vond men Frans T. op de straat vermoord liggen. Hij was afgemaakt met eene bijl en zijn hoofd was verbrijzeld. De gebroeders Van den B. zijn aangehouden. Dit drama brengt gansch de streek in opschudding. De Kempenaar - 2/11/1912 Het parket te Brussel is te Londerzeel een onderzoek gaan doen, wegens eenen moord, gepleegd in de volgende omstandigheden: Frans V, 46 jaar oud, en vader van 6 kinderen, had in den avond eenen herbergtwist gehad met de gebroeders Van den B., die ten slotte doodsbedreigingen tegen hem lieten hooren. Des nachts vond men V. vermoord op den weg. Zijn hoofd was onkennelijk gemaakt door bijlslagen. De twee broeders Van den B. werden aangehouden. Men denkt dat zij V. hebben afgewacht en vermoord. Het drama heeft heel de streek in opschudding gebracht. Het Laatste Nieuws, 2 november 1912 LONDERZEEL. — De moord op Alfons De Hertogh. De moord, Zondagavond te Londerzeel op Alfons de Hertogh gepleegd, verwekte in de streek groote verontwaardiging. Ziehier wat men er nog over meldt: Zondagnacht hadden A. De Hertogh, Jan en Jozef Van den B... en nog eenige mannen twist gehad in eene herberg der Molenstraat. Daar zij aan denzelfden dorpskant woonden, gingen zij samen naar huis. De broeders Van den B ... 22 en 19 jaar oud, bleven aan de deur hunner woning staan, gingen niet binnen, maar achtervolgden de anderen en de twist herbegon. Dan volgde een algemeen gevecht. Dra liep Jan Van den B... weg. roepend: “Wacht maar!” en hij keerde weldra weer met eene zware bijl terwijl zijn broer Jozef een zwaren kasseisteen opnam en zijn broer inhaalde die voor De Hertogh stond. Jozef sloeg den ongelukkige den kasseisteen op het hoofd en deze viel levenloos ten gronde. Het slachtoffer, 33 Jaar oud, en vader van zes kinderen, is kort nadien gestorven. De twee gebroeders zijn te Brussel opgesloten. Het Volk, 15 maart 1913 De Volksstem, Aalst 16/3 1913 Korrektionele Rechtbank van Brussel. 212
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Doodelijk gevecht - De gebroeders Jozef en Ph. Van den Bergh, van Londerzeel, hadden op 28 Oct. moeilijkheden met den genaamden Van Hertog, in eene herberg van het gehucht. Op straat gestoken vochten zij en sloegen Van Hertog zoo geweldig met eenen kassei dat het voorhoofd ingedrukt werd. Zij maakten hun slachtoffer voort af met eene bijl. De twee broeders krijgen elk 5 jaar gevang. De Volksstem, Aalst 5/11/1912 Steenhuffel – Een boschwachter aangerand. De boschwachter Gabriël, ’s morgens van dienst zijnde, werd door een vuurschot getroffen. Gelukkig doorboorden de loodkorrels slechts zijne kleederen en verbrijzelden het glas van zijn zakuurwerk, zonder hem te kwetsen. De boschwachter zag niemand en bereikte zijne woning zonder ander ongeval. Het parket van Brussel stapte af ter plaats. Huiszoeking werd gedaan bij verscheidene personen der streek, gekend als wildstroopers. Den Denderbode, Aalst 17/11/1912 Dinsdag nacht zijn dieven in de woning gedrongen van de juffrouwen De Meyer, Noordstraat, te Malderen. Zij hebben in den winkel de tooglade geroofd omtrent 30 fr. bevattende. Vervolgens hebben zij de kamers doorzocht, waar zij eene kas hebben opengebroken en twee schoone vellen hebben gestolen, alsook het zilverwerk. In den kelder hebben zij eene flesch wijn uitgedronken en 14 flesschen champagne mede genomen. Zij zijn langs het keldervenster ingebroken en hebben langsdaar de woning verlaten. Een onderzoek is ingesteld. Het Laatste Nieuws, 21 december 1912 LONDERZEEL. — Dubbel huwelijk. Een inwoner was vroeger in Amerika geweest, waar hij ook getrouwd was. Hij dacht dat dit huwelijk niet geldig was en had zich daarover niet verder bekommerd. Nu, een dezer dagen was de eerste vrouw haren echtgenoot in Londerzeel komen opzoeken; zij had haar zoontje bij zich. Ook in het tweede huishouden zijn kinderen. Een proces zal daaruit ontstaan. De Volksstem, Aalst, zaterdag 11/1/1913 Het Volk, 11 januari 1913 Vooruit, 11 januari 1913 Londerzeele – Doodelijk tramongeluk. Donderdag morgend begaf het parket zich naar Londerzeel om een onderzoek in te stellen over een schrikkelijk ongeval dat er den vorigen avond was voorgekomen. De 55-jarige dagloonster, weduwe Marie Thérèse Moortgat, kwam uit een wegeltje en trad het spoor van den buurttram op, juist toen een trein uit Grimbergen aanstoomde. De arme vrouw, die doof is, hoorde ’t geroep van den machinist niet en deze, niet kunnende stoppen, werd de vrouw omgeworpen en zij verdween onder de lokomotief. Het slachtoffer werd aan stukken gerukt. Uit het onderzoek blijkt dat de machinist in niets verantwoordelijk kan worden gesteld. Verduidelijking: Het drama gebeurde in de ochtend van 7 januari 1913. In de archieven van Londerzeel vonden wij volgende getuigenissen. 7 Januari om 8.10 ure ‘s morgends. Voor ons Theofiel Turf, politiecommissaris van Londerzeel, verschijnt: De Bondt Pieter Jan, electriekwerker, geboren te Londerzeel den 7 october 1887 en wonende te Laeken, rue Reper Vreven 126, die verklaart in ‘t vlaamsch: Ik kom de politie verwittigen dat de weduwe Moortgat-De Schouwer Maria Theresia, daarzoëven, door
213
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
den tram komende van Grimbergen naar Londerzeel-West is verrast geworden en beide benen afgereden is. Het slachtoffer ligt nog ter plaatse en den tram blijft ook op de plaats des ongevals wachten. Wij Politiekommissaris begeven ons onmiddellijk ter plaatse, nabij den ‘halt’ van Londerzeel Dorp, en een private weg, leidende naar de woning van het slachtoffer, vinden wij den tram in stilstand. Langs de lijn en trein ligt het verminkte lijk van het slachtoffer. Wij bestatigen dat hare holleblokken, kousen, en lichaamsdeelen op den spoorweg verspreid liggen, en voegen hierbij eene beknopte schets van de plaats en den omtrek des ongevals. Wij ontvangen de volgende verklaringen: Van Assche Hector, bloemkweker, geboren te Londerzeel den 29 april 1891 en er wonende, Sectie A, Brusselsestraat 208: Ik stond met Eeckelaers Catharina te klappen op eenen afstand van ongeveer 150 meters van den privaten weg. Den stoomtram naderde en gaf eensklaps een nood-gefluit; ik hoorde ook het geroep van den machinist. Dit trok mijne aandacht en zag in die richting. Juist op den oo-genblik zag ik de weduwe Moortgat-De Schouwer op om-trent 5 à 6 meters afstand van de tramlijn en dezelve, uit den privaten weg komende, naderen. Onmiddellijk begreep ik het gevaar voor die vrouw, daar zij aan doofheid lijdt. Inderdaad hoorde de vrouw het noodgefluit en geroep niet, kwam aldus op de tramlijn waar zij door den aanstoomen-den trein verrast werd. De vrouw werd aldus ten gronde geslingerd en onder de wielen verpletterd. Den machinist heeft het mogelijke gedaan om het ongeval te vermijden. Hij stopte onmiddellijk, doch voor den trein stilstond was het te laat. Ik moet doen opmerken dat, toen ik het gefluit en geroep hoorde, de weduwe Moortgat-De Schouwer nog slechts twee meters van de tramlijn en 5 à 6 meters van het aanstoomend machien verwijderd was. Eeckelaers Catharina, zonder beroep, geboren te Thisselt den 26 december 1880, en wonende te Londerzeel, sectie B, Pluimennenst 130: Ik bevestig op alle punten de verklaring van den heer Hector Van Assche en kan er niets aan wijzigen. Als gebuur is het mij bekend dat de vrouw inderdaad aan hevige doofheid lijdend is. Verhertbruggen Philomena, echtgenote Vijvermans, herbergierster, geboren te Wolverthem den 29 januari 1877 en wonende te Londerzeel, sectie B, Pluimennest 131: Ik was in mijne woning en hoorde een hevig gefluit van den aankomende tram, het was een gefluit alsof iemand in gevaar was. Een oogenblik later zag ik nabij den weg den tram stilstaan, en ik hoorde zeggen dat de weduwe Moortgat door den tram overreden was. Als gebuur was het mij bekend dat de vrouw zeer doof was Vertongen Petrus Jozef, landbouwer, geboren te Londerzeel den 25 october 1866, en er wonende, Pluimennest 123: Ik was in mijne woning toen ik hoorde zeggen dat den tram wat verder stilstond, ik wist geen oorzaak maar hoorde later zeggen dat vrouw weduwe Moortgat door den tram overreden was. Als gebuur weet ik dat de vrouw lijdend was aan doofheid. Rinson Frans, machinist, geboren te Wolverthem den 26 september 1863, en wonende te Londerzeel, sectie E, Moorhoek 93: Ik bestuurde den tram aankomende te Londerzeel-West om 8.10 ure. Achter het machien hingen twee opene transportwagens voor koopwaren, en daarachter twee rijtuigen voor reizigers. Toen ik met den trein den weg naderde waar ik de vrouw, die ik niet erkende, zag aankomen, gaf ik noodgefluit om ze te verwittigen. De vrouw scheen het gefluit niet te hooren en naderde meer en meer de tramlijn zonder te zien of er geen gevaar voor haar was. Ik herhaalde het gefluit, riep zoo hard ik kon, doch de vrouw hoorde niet. Ik gaf tegenstoom aan mijn machien, en
214
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
het was evenwel te laat; de vrouw stapte op de lijn waar zij door het machien gevat werd. Voor ik er in gelukte mijnen trein stil te houden, was de vrouw overreden. Ik moet erbij voegen dat de rails zeer glad waren en het moeilijker was den trein onmiddellijk of op korteren afstand stil te houden. Van Aken Petrus Jozef, stoker, geboren te Wolverthem den 19 augustus 1890, en er wonende “Nerom”: Ik stond bij den machinist en zag de vrouw uit den weg komen in de richting van de tramlijn. De vrouw zag naar den grond en zag niet of er gevaar op de lijn was. De machinist, de vrouw ziende naderen, gaf tot twee maal toe een hevig noodgefluit, riep en zwierde met de hand, doch niets hielp. Eindelijk gaf de machinist contre-vapeur doch de rails waren zeer glad, en voor hij er in gelukte den trein stil te houden, was het te laat. De vrouw werd door het machien gevat en overreden. Ik had den frein gesloten. Lauwers Maria Joanna, huishoudster, ° Londerzeel 13-5-1889, Pluimennest 126: Mijne grootmoeder, De Schouwer Maria Theresia weduwe Moortgat, bij wie ik inwoon, had alleen de woning verlaten om ter markt te gaan. Zij was goed bij hare verstandvermogens, doch leed aan doofheid. Ik kan niet zeggen hoe het ongeval gebeurde. Ik had geen gefluit of geroep gehoord, doch het kan wel zijn dat die signalen gegeven geweest zijn. Wij politiekommissaris voegen hierbij de geschreven verklaring van: Opdebeeck Jan Frans, treinoverste, geboren te Weerde den 15 november 1865, en wonende te Londerzeel, sectie A, statiestraat 2. Hierbij ook een getuigschrift afgeleverd door den Heer Doktoor Leon De Keersmaecker van Londerzeel; Wij hebben op aanzoek van Lauwers Maria Joanna het lijk van de Schouwer Maria Theresia naar dezes woning overgebracht. De Volksstem, Aalst, zaterdag 1/2/1913 Linkebeek – Werkongeval Het bestuur van het spoor laat op dit oogenblik aardewerken uitvoeren, tusschen Calevoet en Linkebeek, voor het verleggen der lijn Brussel-Charleroi. Woensdag morgend gleed een werkman, Jan Moens van Londerzeel, over het spoor uit en viel onder een treinwagen. De ongelukkige werd met gepletterden voet naar het gasthuis gebracht. L’Acclimatation des animaux et des plantes, Frankrijk, 16 maart 1913 L’Union Libérale, Frankrijk, 20 maart 1913 (Vertaald) De kippennijverheid in België – De Société centrale d’agriculture de Belgique, die de ontwikkeling van de industriële landbouw in België stevig ondersteunt, maakte onlangs een studiereis om een idee te krijgen van de vooruitgang die in deze materie wordt gemaakt. In Londerzeel, bij Mechelen, is de zo genoemde Brusselse kippennijverheid zeer belangrijk geworden. Dit productiecentrum alleen heeft in 1912 anderhalf miljoen kippen verkocht. De pluimveehouders beschikken over geperfectioneerde installaties voor het uitbroeden der eieren; de kunstmatige broedmachines kunnen elk 300 eieren ontvangen; de kwekers geven hun eieren aan de couveuse-eigenaars en betalen 25 centimes voor ieder afgeleverd levend kuiken. Dan worden de kuikens in serres geplaatst die verwarmd wordt met warme sifons en vervolgens komen ze bij vetmesters terecht die hen één à anderhalve maand lang voeden met een mengeling van boekweitmeel en magere melk. Na verloop van een maand hebben de kippen, gepluimd en leeggemaakt, een gewicht van 2 kg. en worden ze tegen ongeveer 7 fr. per stuk verkocht. De voorbereiding voor de verkoop (slachten, plukken, ontdarmen en
215
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
flamberen kost 25 centimes per koppel. Het voeden komt op 50 centimes per koppel en per week, de melk niet meegerekend. Deze praktische nijverheid heeft zich in Londerzeel op een methodische manier ontwikkeld en levert de boeren grote winsten op. Sommigen van hen kweken meer dan 2000 kippen in één enkele installatie. Dàt is een voorbeeld om in Frankrijk na te volgen. RK dagblad het huisgezin, Nederland, 28 mei 1913 Kippenziekte en politiek. Deze twee zaken, die niet heel veel gemeens met elkaar hebben, weet een snuggere berichtgever toch te combineeren tot een aanval tegen de katholieke regeering van België. Van een persbureau, dat tal van bladen in ons land bedient, ontvingen wij hedenochtend onder andere berichten ook het volgende vermakelijke en tevens boosaardige berichtje, dat wij onverkort hier laten volgen, als een bewijs, dat men van niet-katholieke zijde uit alles, tot in het belachelijke toe, wapens wil smeden tegen de katholieke Belgische regeering. Men leze en oordeele: De slaapziekte onder de kippen, „Een erge smetkwaal, die veel gelijkenis heeft met de slaapziekte, heeft de hoenderkweekerijen in de omstreken van Mechelen, Londerzeel en Brussel aangetast en richt groote schade aan. Tot dusverre is men er nog niet in geslaagd den leveling der ziekte af te zonderen en de kweekers zien dan ook met angst de ontvolking van hun hokken tegemoet. Zou het berucht toezicht van het ministerie van Landbouw niet tot wat anders kunnen dienen dan... om aan politieke vrienden vetbetaalde postjes te bezorgen !' Taal zoowel als inhoud van dit berichtje is prachtig! De Belgische kippen zijn ziek en de schuld daarvan ligt, dat is klaar als de zon, de snuggere berichtgever bewijst het glashelder, aan de katholieke regeering, die zich aan de kippen niets gelegen laat liggen en maar vette baantjes geeft aan haar vriendjes. Zou de berichtgever wellicht ook zijn aangetast door de gevaarlijke kippen-slaapziekte ? De geest, die uit zijn bericht spreekt, doet dit sterk vermoeden. Kippenpraat en kippenverstand! Rotterdamsch Nieuwsblad, 2/6/1913 Slaapziekte onder kippen. Een besmettelijke ziekte, die veel overeenkomst vertoont met de slaapziekte, richt groote schade onder de hoenders van de kweekerijen te Mechelen, Londerzeel en Brussel aan. Tot nu is men er niet in geslaagd de oorzaak der ziekte op te sporen en de kweekers zien dan ook met angst de ontvolking van hun hoenderparken tegemoet. De Volksstem, Aalst 14/6/1913 Erge woelingen te Haren en Vilvoorde. Woensdag avond hadden te Haren en te Vilvoorde erge woelingen plaats. Verscheidene aardewerkers, meest allen te Buggenhout en te Steenhuffel wonende, en die te Haren aan de nieuwe spoorbaan werken, hadden den geheelen dag gedronken. Toen zij ’s avonds moesten den trein nemen, om naar huis terug te keeren, richtten zij wanordelijkheden aan, te Haren. De burgemeester kwam tusschen en zette de woelmakers tot kalmte aan. Slecht bekwam het hem echter. De kerels begonnen hem te beledigen, en een hunner trok schielijk zijn mes en wilde het hem in den rug ploffen. Een zijner gezellen kon hem echter nog tijdig vastgrijpen en zoo beletten dat de burgemeester eene doodelijke steek kreeg. Drie der bijzonderste belhamels namen dan de vlucht, langsheen de spoorbaan, in de richting van Vilvoorde. De statieoverste aldaar werd per telefoon verwittigd. Toen de drie kerels er aan kwamen en men hun koepon vroeg, wierpen zij zich op de statiebedienden en mishandelden hen. De gendarmen van Vilvoorde onmiddellijk ingelicht, snelden
216
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
ter plaatse en de drie kerels werden aangehouden. Het waren de genaamden Frans De Br.... van Buggenhout, en de gebroeders Louis en Pierre Van M.... van Steenhuffel. Zij werden ter beschikking van den prokureur des konings opgesloten en Donderdag morgend naar het justitiepaleis van Brussel overgebracht, waar zij langdurig door den onderzoeksrechter M. De Heyn ondervraagd werden. Donderdag namiddag is het parket te Haren afgestapt en heeft er den burgemeester en verscheidene getuigen onderhoord. Van daar begaven de magistraten zich naar Vilvoorde alwaar zij de statiebedienden hoorden. Het onderzoek duurt voort. De betichten zullen zeer streng vervolgd worden. De Volksstem, Aalst, zaterdag 2/8/1913 Turnfeest – Naar wij vernamen zal den Turnkring van Londerzeel op Zondag aanstaande een bezoek brengen aan onze gemeente. Terzelver tijde zullen wij in het Werkmanshuis alhier eenige puike oefeningen te zien krijgen waarvan de Londerzeelsche Keurbende het geheim bezit. De liefhebbers van turnen zullen er dus aanhouden op die oefeningen aanwezig te zijn om eenige aangename uurtjes door te brengen.
Journal de Bruxelles, 22 augustus 1913 Het Laatste Nieuws, 22 augustus 1913 NEDER-OVER-HEEMBEEK. — Vreeselljk ongeluk In een fabriek. In de Portlandcement-fabriek alhier is Woensdagmorgen rond 7 u. een vreeselijk ongeluk voorgevallen. Bij het opheffen van een zwaar stuk ijzer is dit weggegleden en van een der werklieden, de 35-jarige (elders 25) Jozef Sleebus, van Londerzeel, werd het hoofd letterlijk vermorzeld. De man was dadelijk dood. De ongelukkige laat een weduwe en twee kinderen na. Het Volk, 22 augustus 1913 Woensdagnamiddag is in de cimentfabriek, langs het kanaal van Willebroeck, op de grensscheiding der gemeenten Neder-over-Humbeek en Haeren, eene ijzeren kraan omgeslagen die terecht kwam op den werkman Jozef Sleebus, oud 25 jaar, wonende te Londerzeel, die het hoofd werd gepletterd. De ongelukkige laat eene weduwe en twee kleine kinders achter. De Denderbode, Aalst - 24/08/1913 Strijdlied, Jan Hammenecker. Dit gloedvol gedicht waarop A. Meulemans gloedvolle muziek zette, is de fiere strijdkreet van den priester-dichter Jan Hammenecker, thans onderpastoor te Londerzeel Sint-Jozef. Van hem verschenen tot nogtoe twee prachtige bundels gedichten. Strijd 't Is tijd ! Er moet in 't Vlaamsche land een razend lied ontvlammen, dat rolt gelijk een zee van vuur wegspoelend dijk en dammen! Oh! Stormt het uit in éénen schreeuw dit lied waarin ons willen, zich oprecht als woeste leeuw door geene kracht te stillen! 't Heeft al te bijster lang geduurd dat wij lafhartig bleven! zoo bleef ons land door onze schuld, beroofd van eigen leven!
217
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Ons doen zal ook, gelijk ons lied, al-krachtig-machtig streven voor 't Vlaamsche Land en nooit of nooit zal dit ons doen begeven! Refrein. Zoo dreun dan lied en bulder luid gelijk 't geschreeuw der leeuwen: " 't Zij Vlaamsen, 't zij Vlaamsch, ons Vlaamsche land, en 't blijve zoo ons Vlaamsche land, ons Heilig land, en 't blijve zoo voor de eeuwen"
Jan Hammenecker
De Volksstem, 10/9/1913 Nieuws van de week eindigende 23 Aug.1913. Woensdag morgend, om 7 ure, waren er een tiental werklieden bezig in de cimentfabriek te Haren-Noord eene krik te plaatsen om er eenen ketel mede te kunnen optrekken. Op eens schoof de krik achteruit. Een werkman werd medegesleurd en werd het hoofd gepletterd tusschen de krik en den muur. De dood was oogenblikkelijk. Het slachtoffer is zekere Jos. Sleebus, geboren te St. Josef Londerzeel in 1883 en er wonende. De ongelukkige laat eene weduwe achter met twee kleine kinderen. Het Laatste Nieuws, 6 september 1913 Voor de Vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool - Meeting te Malderen In “De Vlaamsche Leeuw” greep te Malderen Zondag ll. een goed gelukte vergadering plaats, ingericht door de Groeningerwacht van Antwerpen. De spreker, heer Van Landegem, wist de aanwezigen te overtuigen en oogstte dan ook veel bijval in. Geen enkel der aanhoorigen vergat de lijsten te teekenen, wat iets zeggen wil!
218
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
De Volksstem, 10/9/1913 Nieuws van de week eindigende 23 Aug.1913. Deze week overkwam een erg ongeluk aan een werkman van M. Emiel De Vleeshouwer, brouwer te Londerzeel. Toen de gast het paard op den boomgaard haalde, ontving hij van hetzelve een hoefslag op den buik. In 't begin scheen het geen erg, maar weldra werd zijn toestand gevaarlijk, zijn waterblaas moet gekwetst geweest zijn en reeds des nachts is hij overleden. Het Laatste Nieuws, 20 september 1913 Voor de Vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool - Meeting te Steenhuffel. Zondag ll. had te Steenhuffel in de Jongensschool, eene meeting plaats, ingericht door de Groeningerwacht van Antwerpen. Dr. Aug. Borms en Hammenecker wisten hunne talrijke toehoorders ten volle te overtuigen van onze dringende behoefte aan hooger onderricht in eigen taal en oogstten levendigen bijval in. Le Petit Journal, Frankrijk, 26 september 1913. Nieuwe Tilburgsche courant, 29 september 1913 De Courant, Nederland, 29 september 1913 (Vertaald) – Men probeerde de sneltrein Oostende-Wenen te laten ontsporen – Brussel, 25 september – Deze avond heeft men gepoogd om de sneltrerin Oostende-Wenen te laten ontsporen. Een baanwachter die zijn ronde deed vond op het spoor waar de trein moest passeren, tussen de halte van Malderen en het station van Londerzeel, 5 spoorwegbiels, de ene tegen de andere en op een zodanige wijze dat aan een criminele intentie niet moet getwijfeld worden. Deze ontdekking gebeurde op een moment dat men de trein reeds kon zien komen, en de locomotief van de sneltrein die 80 km per uur reed was nog maar enkele meters van de bewaker verwijderd toen die de laatste biel weg kon trekken. Zonder zijn tussenkomst was een verschrikkelijke katastrofe onafwendbaar want de exprestrein zit altijd vol met reizigers uit Engeland die naar Duitsland en Oostenrijk willen gaan. De trein vervoerde ook veel post en waardepapieren. Een onderzoek is gaande. La Dernière Heure, 26 september 1913 De Volksstem, Aalst 27/9/1913 Een misdadige aanslag verijdeld. Laffe schurken pogen een posttrein te doen ontriggelen. Het parket van Brussel heeft zich Donderdag namiddag naar Londerzeel begeven om er eenen aanslag te gaan onderzoeken, welke de ergste gevolgen had kunnen hebben. Men heeft namelijk gepoogd den posttrein, welke ’s nachts Oostende verlaat en rechtstreeks over Mechelen en Leuven naar Keulen en Duitschland rijdt, te doen ontriggelen. Een baanwachter, ’s nachts zijne ronde makende, vond op de baan, waar de trein moest voorbijrijden, tusschen de halte van Malderen en de statie van Londerzeel, vijf spoorbiljen liggen. Deze biljen lagen derwijze, dat het onmogelijk was, dat zij ergens afgevallen waren. Zij waren er wel gelegd met het inzicht den trein te doen ontriggelen. Op het oogenblik dat de baanwachter de ontdekking deed, was de trein reeds in ’t zicht. Ook had hij ter nauwernood den tijd de biljen van de sporen te trekken. Pas had hij de vijfde dwarsbalk weggerukt of de trein stoomde in volle snelheid voorbij. Dank aan de gelukkige tusschenkomst van den baanwachter was eene ware ramp vermeden. Men verdiept zich in de gissingen over de drijfveer van dezen snooden aanslag. Wilden de laffe schurken misschien, dank aan de ontriggeling en de dood van het treinpersoneel, den posttrein plunderen? ’t Is heel wel
219
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
mogelijk, doch het plan kan enkel gerijpt zijn in den geest van dwaashoofden, gewone lezers van policieromans. Het onderzoek wordt naarstig voortgezet. Vooruit, 27 september 1913 Nieuwe Tilburgsche Courant, 29/9/1913 De Courant;, Nederland, 29/9/1913 RK dagblad het huisgezion, Nederland, 29/9/1913 Een aanslag op een trein. Het parket van Brussel, aldus deelt “Nieuwe Gazet” mede, heeft zich naar Londerzeel begeven om een onderzoek in te stellen naar een misdadigen treinaanslag op een spoorweg, die de ergste gevolgen had kunnen hebben. Men heeft den posttrein, die des nachts van Ostende over Mechelen en Leuven naar Keulen vertrekt, willen laten ontsporen. Een waker, die des nachts zijn ronde deed, vond op de baan waarover deze trein moest passeeren, tusschen Malderen en Londerzeel, vijf dwarsbalken van de spoorbaan, den eene naast den andere gelegd. De ontdekking werd gedaan juist op het oogenblik, dat de trein in het gezicht kwam, want toen de waker den laatsten balk uit den weg had geruimd, bereikte de locomotief ongeveer de plaats waar de aanslag beraamd was. Dank zij de gelukkige tusschenkomst van dezen man werd dus een ramp vermeden. Men weet niet om welke reden men dezen aanslag heeft willen plegen. Mogelijk hoopten de daders wel van de ontsporing, die stellig het leven aan verschillende menschen zou hebben gekost, gebruik te maken om den posttrein te plunderen en zich van de groote waarden meester te maken, die er mede vervoerd werden. Gazet van Antwerpen, 27 september 1913 LONDERZEEL. — VERVLAAMSCHING DER GENTSCHE HOOGESHOOL. Op Zondag, 28 dezer, had hier eene welgelukte meeting plaats. Het ruime lokaal der gemeentejongensschool was goed gevuld. De sprekers, heeren Cantryn en Van Wetteren, na de noodzakelijkheid van Vlaamsch hooger onderwijs te hebben toegelicht, bewezen met onomstootbare beweegredenen dat de Vlamingen slechts ééne oplossing, de Ver-vlaamsching der Hoogeschool van Gent, kunnen aanvaarden. Deze flinke redevoeringen werden op daverend handgeklap begroet. De Werkman, Aalst, 7 november 1913 Sprekende van oude menschen, onlangs bij mij een vriend van Malderen Opdorp was, die sprak over den Parochiaan Tist Meskens, baardscheerder, met eere, 96 jaar, goed te been, goed van gehoor en die in 1910 de laatste maal zijn nuttig bedrijf uitvoerde. Zonder de barbiers zou men vieze gezichten zien. 1914 De Malderse Daensisten ofwel De Vrije Democraten (of de Democratische Bond) (Pieter Daens) hadden hun lokaal in “De Groene Vlag” te Malderen. Les Nouvelles, Frankrijk, 17 januari 1914. (Vertaald) – Belgische Buurtspoorwegen – Brussel 17 januari – Er ligt een nieuwe buurtspoorweg ter studie. Het gaat over de verlenging naar Meise/Laken van het bestaande net en van de gelijktijdige electrificatie van de sectie van Meise naar Wolvertem op de lijn van Grimbergen naar Londerzeel. De verlenging bedraagt 8 km. Tot aan het kasteel van Bouchout zal ze de geplande en binnenkort aangelegde baan van Brussel naar Antwerpen volgen. Er zal een kapitaal van 1 miljoen Frank voor nodig zijn.
220
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
De Volksstem, Aalst, donderdag 5/2/ De Werkman van 6/2/191) Londerzeel – Diefstal van telegraafdraden. Langsheen de spoorbaan werden Zondag nacht meer dan 5000 meters telegraaf- en telefoondraden gestolen. Maandag namiddag stapte het parket in deze gemeente af en deed een onderzoek over de zaak. De Volksstem, Aalst 22/4/1914 Verhangen – Maandag morgend, rond 6 ure, heeft men de genaamde Coletta Segers, geboren te Malderen, meid bij M. Buyl, verhangen gevonden. Het lijk is naar het doodenhuis van Assche overgebracht. Verduidelijking: Coleta Segers was geboren in Malderen op 14 december 1892. Ze was de dochter van van Antoon Segers en Sophie Speeckaert.
De Volksstem, Aalst, donderdag 30/4/1914. Muysen-Doodelijk ongeluk. Dinsdag namiddag is in de statie van Muysen, een der arbeiders werkzaam op de nieuwe lijn Muysen-Hofstade, gevat door een machien dat wagons kwam weghalen. De ongelukkige werd zwaar gewond, bijzonder aan het rechterbeen. Het slachtoffer, een statiewerkman, met name Louis De Backer, 50 jaar oud, en wonende te Londerzeel, werd, na in de statie de eerste zorgen van een dokter ontvangen te hebben, per draagberrie naar het krijgsgasthuis van Mechelen overgebracht, waar men onmiddellijk tot de afzetting van dit lichaamsdeel is overgegaan. De toestand van den ongelukkige is uiterst bedenkelijk. Men vreest voor zijn leven. De Volksstem, Aalst, donderdag 30/4/1914 Malderen – Erge messteek. Het parket van Brussel is hier afgestapt om een onderzoek te doen nopens eene laffe aanranding. Frans De Block van Merchtem ging met Jan Peeters van Steenhuffel huiswaarts. Beiden waren bedronken en hadden met andere vrienden op zwier geweest. Wat er gebeurd is weet men niet juist, doch De Block heeft een vreeselijken messteek in het gelaat bekomen. Peeters is door de gendarmen van Londerzeel aangehouden. Ondervraagd verklaarde hij zich niet te herinneren gestoken te hebben. Ook De Block beweert niet te weten dat er tusschen hen twist geweest is. Het onderzoek duurt voort. Le Vingtième Siècle, 30 april 1914 Le Journal de Bruxelles, 30 april 1914 (Vertaald) Bloedig gevecht te Malderen – Nieuwe bijzonderheden – Arrestatie van de dader – De rijkswacht van Londerzeel heeft maandag Jean Peeters, landbouwer, 25 jaar oud, uit Steenhuffel, aangehouden. Hij is de dader van de vreselijke messteek toegebracht aan François De Block uit Merchtem. Toen dat gebeurde waren Peeters en De Block alleen en gingen ze allebei naar huis. De rest van de bende had zich reeds verspreid. Peeters verklaarde dat hij zo dronken was dat hij zich niet herinnert zijn maat gestoken te hebben. Het slachtoffer weet ook niet wat de reden was voor deze laffe en niet goed te praten daad. De Werkman, Aalst 1/5/1914 Gevecht – Zondagavond had een gevecht plaats in eene herberg van Malderen. Er zouden 4 gekwetsten zijn, doch geen enkele verkeert in doodsgevaar. Het parket is ter plaats geweest.
221
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
De Volksstem, 12 juli 1914 Brussel - De doodrijders. - M. Jan Baptist Van D..., wonende te Londerzeel werd denzelfden Donderdag avond op de Beursplaats omvergeworpen door een auto en zoo erg gewond aan hoofd en beenen, dat men hem naar het gasthuis moest overbrengen. Het Annoncenblad van Moll - 2/5/1914 Malderen. – Messengevecht. – Verscheidene gekwetsten. Zondagavond rond 12 u. kregen talrijke personen twist nabij de statie van Malderen. De messen werden getrokken en vele vechters werden gewond. Een inwoner van Merchtem, de 32 jarige’ landbouwer Frans De Bl... heeft de wang van links naar rechts doorgesneden. De hardnekkigste vechters zijn gekend. Een onderzoek werd geopend. De aangehoudene is de 35 jarige Jan P..., landbouwer, wonend te Steenhuffel. Hij heeft verklaard dat hij dronken was en zich niet herinnert zijn kameraad gestoken te hebben. Het slachtoffer kent de reden niet van de aanranding. De Kempenaar - 2/5/1914 De gendarmerie van Londerzeel heeft den landbouwer Jan Peeters aangehouden, die een verschrikkelijken messteek toebracht aan Frans De Block van Merchtem. Op het oogenblik dat de steek werd toegebracht, waren Peeters en De Block samen op weg naar huis. Hunne gezellen, met wie zij op zwier waren, hebben er niets van gezien vermits zij zich eren eind van daar bevonden. Journal de Bruxelles, 3 juli 1914 (Vertaald) Verdrinking – Een fabriekswerkman, Louis Van Ingelghem, 20 jaar, wonend te Londerzeel, ging woensdag namiddag baden in het kanaal van Willebroek, bij de Eternit-fabriek. Als uitstekend zwemmer had hij reeds verschillende keren het kanaal overgezwommen. Ineens zag men hem ondergaan. Twee kameraden doken hem onmiddellijk achterna maar konden hem slechts na een half uur op het droge trekken. Het slachtoffer was overleden. Men denkt dat hij door een bloedaandrang getroffen is. De Volksstem, 8/7/1914 Nieuws van de week eindigende 20 Juni 1914. Het onweer, dat in verschillige streken van ons land veel onheilen gesticht heeft, menschen gedood, veel vee in de weiden verdonderd, groote brandrampen verwekte en overal angst en schrik verspreidde, heeft in den omtrek, behalve de kleine voorvallen hooger gemeld, nog vele perten uitgezet. Tijdens het Zondagslof werd de kerk van Thisselt door het hemelvuur getroffen: het verwekte er eene heele paniek. Uit eene vlaag vielen er te Londerzeel negen dondersteenen: 3 in het dorp en 6 in de Meerstraat. Te Borgerhout werd Zaterdag een scholier getroffen en gedood door een steen die de bliksem van een gevel wierp. Te Ninove werd eene barreelwachtster doodgebliksemd. Te Denderleeuw uit den trein stappend, is eene dame op den slag gedood terwijl zij den steenweg naar Idergem opging. Te Lichtervelde was tijdens den storm pachter Van Keirsblik buitengekomen om zijne vensterblinden te sluiten, wanneer hij doodgepletterd werd door een boom door den bliksem neergeworpen. Zijne dochter, die te bed lag, werd door het hemelvuur getroffen en op den slag gedood. Te Lommel werd de 62 jarige slachter dood gebliksemd, terwijl hij rustig zijn pijpje zat te rooken. Lodewijk Pannemans, van Meeswyck, die Zaterdag in 't huwelijk moest treden, werd op straat door het
222
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
hemelvuur getroffen en met lamheid geslagen. Te Roux viel de donder tot viermaal op de kopersmelterij Hutt. De Volksstem, Aalst, zondag 12/7/1914 De doodrijders - Brussel - M. Nicolaas P., wonende de Villersstraat, werd Donderdag in den avond, in de Blaesstraat omvergeworpen door eenen bestellingsauto. Hij werd nogal erg gekneusd opgenomen en naar ’t gasthuis overgebracht. Jan Baptist Van D., wonende te Londerzeel, werd denzelfden avond op de Beursplaats insgelijks omvergeworpen door een auto en zoo erg gewond aan hoofd en beenen, dat men hem naar ‘t gasthuis moest overbrengen. Scheepvaart, Nederland, 20 juli 1914 Hoendermesterij. — De vetmesterij van de bekende Brusselsche kippen nam in de laatste jaren zeer toe. De dieren worden als mager gevogelte opgekocht op de markten van Mechelen, Deynze, Dendermonde, Aalst-Ninove en zelfs in de Hollandsche Kempen, om daarna in de dorpen rond Brussel als: Londerzeel, Merchtem, Wolvert-hem, enz. in korten tijd te worden vetgemest. Volwichtig komen dan de dieren te Brussel dagelijks, geplukt en opgemaakt ter markt en worden onmiddellijk verkocht of verzonden naar Rusland, Duitschland, Oostenrijk, Gr.-Britannië en Nederland. De wekelijksche afzet bedraagt tegenwoordig 15.000 a 18.000 stuks, Schoongemaakt, wegen de kippen van 2 tot 2,5 K.g. Zij worden betaald, in den winter met frs. 3,70 tot frs. 4,20 en gedurende de zomermaanden met frs. 2,70 tot frs. 3,10 per K.g. De Volksstem, 22/7/1914 Nieuws van de week eindigende 4 Juli 1914. Een fabriek werker. Louis Van Ingelghem, 20 jaar oud, wonende te Londerzeel, ging Woensdag namiddag, rond 4 ure, in de vaart Willebroeek zwemmen en verdronken. De Volksstem, Aalst 29/7/1914 en 2/8/1914 Londerzeel – Baankoers 50 kilometers voor alle beginnelingen van Zondag 26 Juli: 1. Jean De Sterck, Aalst – 2.Van Buggenhout, Willebroeck – 3. De Borger, Willebroeck – 4. Maillé, Appels – 5. Willocks, Willebroeck. De Sterck won met 50 meters voorsprong. Middelburgsche Courant, 25/8/1914 In België - Onze oorlogscorrespondent seint ons. Antwerpen Maandagavond. Ten einde betrouwbare gegevens te verkrijgen omtrent het oprukken der Duitschers in Noordelijk en Westelijk België en omtrent de strijdmacht die zich ophoudt in de streek ten Zuiden van Brussel, beproefde ik naar Kortrijk en Menen te gaan. Het gelukte mij tot 8 km zuidelijk van Deinse door te dringen en vernam daar van een hevig gevecht bij Avelghem, waar de Duitschers zouden zijn teruggeslagen. Ook kwamen betrouwbare berichten in waaruit bleek dat gevechten werden geleverd bij Oudenaerde, rond Grammont, bij Jemappes, Charleroi en zoo tot Luxemburg toe, zoodat alle oprukkende Duitsche colonnes op het Fransch-Engelsche leger zijn gestuit. Bij mijn terugtocht over Mechelen, Dendermonde, Puurs en Boom naar Antwerpen ontmoette ik weder een groote menigte vluchtelingen. Het blijkt, dat de Belgen bloedige aanvallen hebben gedaan op en tegenaanvallen hebben gekregen van de Duitsche flankdekking. Vooral bij Londerzeel is door de Belgen hevig gevochten. Vooral het 4e linieregiment heeft hier moedig stand gehouden. Niettegenstaande ik mij hier ten Noorden van het Duitsche leger bevind, verneem ik toch voor de Frausch-Engelsche legers gunstige berichten. Ernest Kuyper.
223
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Tilburgsche Courant, 26/8/1914 Schermutselingen in België. Antwerpen, 25 Aug. - De Belgische generale staf had Zaterdag bepaalde legerafdeelingen gelast Oost-Vlaanderen van vijanden te zuiveren. Dat heeft geleid tot verwoede kleine gevechten tn de streek tusschen Brussel en Raamsdonck en langs de tramlijn Brussel-Londerzeel. Een Belgische troepenmacht van 2000 man poogde een sterke Uhlanen-divisie terug te dringen tot onder de forten bij Puers. Na verwoede gevechten is het gelukt de Duitschers te verstrooien. Bij mijn komst te Antwerpen, gisteravond, brachten Belgische soldaten een groot aantal veroverde Uhlanenpaarden mee, maar aan het Zuiderstation werd ook een belangrijk contingent gewonde Belgen aangebracht. Apeldoornsche courant, Nederland, 26 augustis 1914 Dagblad van Zuid-Holland en ’s Gravenhage, Nederland, 26 augustus 1914 ANTWERPEN, 25 Aug. (Tel.) De Belgische generale staf had Zaterdag een bepaalde leger-afdeeling gelast Oot-Vlaanderen van vijanden te zuiveren. Dit gaf aanleiding tot verwoede kleine gevechten in de streek Brussel-Londerzeel. Een Belgische troepenmacht van 2000 man trachtte een sterke macht van ulanen terug te dringen. Na een verwoed gevecht gelukte het de Duitschers te verstrooien. De Belgen brachten een groot aantal gezadelde ulanen-paarden mede Aan het Zuiderstatioçn kwamen veel zwaar gewonde Belgen aan. Middelburgsche Courant, 26/8/1914 Dagblad van Zuid-Holland en ’s Gravenhage, Nederland, 26 augustus 1914 Van onze eigen cortrespondent - ... Ik kan nu de verhalen der vluchtende Luikenaars, die van het beleg dier stad spraken in zulke tot ontzetting voerende beelden, verstaan, want het helsch lawaai en de beangstigende invloed dezer granaten reeds waren van verscheurende kracht Daar was niemand die nog een oog look. Heel Antwerpen bleef wakend, tot bij het aanbreken van den dag de ontsteltenis een weinig werd overwonnen. Ik heb zoo juist nog een kleinen tocht gemaakt door de stad die op dat uur reeds zoo druk is als anders tegen negen, tien uur. Iedereen spreekt van den eersten nacht van schrik, en er is teleurstelling te bemerken als de reeds zeer vroeg uitgaande ochtendeditiën slechts met vier or zes regels over het gebeurde spreken, doch zwijgen over de uitwerking en hel aantal dooden. Maar de ooggetuigen doen hier in den vorm der loopmare het werk der couranten. Terwijl ik nog op zoek naar meer gegevens ronddwaalde, bemerkte ik vele ambulance-auto's, die van uit de richting Londerzeel gewonden overbrachten naar de hospitalen. Vooral op den weg van het station Antwerpen Zuid ontmoette ik geheele files. Ik zal nu trachten een courier te vinden bereid mijn wedervaren over te brengen, mitsgaders mijn copie. Ernest Kuyper. Middelburgsche Courant, 26/8/1914 Dagblad van Zuid-Holland en ’s Gravenhage, Nederland, 26 augustus 1914 De rechterflank van de Midden-Belgische legermacht der Duilschers wordt bepaald door de lijn Leuven-Mechelen, Aalst-Oudenaerde. Deze geheele flank uit dekkings-patroulles bestaande wordt zeer fel bestookt door de Belgen, die vooral Zondag en Maandag te Londerzeel tusschen Mechelen en Aalst ernstige gevechten met de Duitschers hebben onderhouden. Deze gevechten, waren aan beide zijden zeer bloedig. Allerwege neemt de bevolking de wijk, zoodat de wegen vol vluchtelingen zijn en de spoortreinen den stroom van stakkerds niet kunnen opnemen. Wat ik dezen middag heb
224
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
gadegeslagen zou zelfs een steenen hart breken De meest hartverscheurende tooneelen speelden zich af en ontzettend was de aanblik der gillendie vrouwen, als de waggons werden gesloten omdat er geen bijpakken meer mogelijk was. Ernest Kuyper. Pall Mall Gazette, Engeland, woensdag 26 augustus 1914 Sheffield Evening Telegraph, Engeland, 26 augustus 1914 Sunderland Daily Echo ans Shipping Gazette, Engeland, 26 augustus 1914 Dundee Evening Telegraph, Engeland, 26 augustus 1914 Globe, Engeland, 26 augustus 1914 Newcastle Journal, Engeland, 27 augustus 1914 (Vertaald) Uitval uit Antwerpen – Een pastoor die uit Antwerpen in Oostende kwam, zegt dat het Belgische leger vorige nacht onder het bevel van de koning naar Mechelen opmarcheerde waar het de vijand aanviel. Het belangrijkste treffen had plaats in Londerzeel waaruit de vijand richting Vilvoorde verdreven werd. Tijdens hun aftocht bombardeerden de Duitsers Mechelen gedurende 2 uren en brachten schade toe aan de Sint-Romboutstoren. Middelburgsche Courant, 28/8/1914 Het is mij natuurlijk niet toegestaan mededeelingen te doen omtrent het verweer der Belgen. Wel kan ik zeggen dat de Duitschers hun flank van Avelghem over Merelbeke, Herzele, Aalst, Londerzeel tot bij Mechelen gedekt houden door surveilleerende, vliegende patrouilles, die elk oogenblik kunnen worden gesteund door troepenmachten, samengesteld uit cavalerie en voetvolk met machinegeweren. Doch deze geheele flankdekking wordt onophoudelijk zwaar bestookt door de Belgische militairen, wier harceleerend vermogen den Duitschers veel levens kost. Op deze flank ontwikkelde zich van Zondag af een hevig treffen, dat veel bloed vorderde. Zoo te Londerzeel waar ook aan Belgische zijde veel dooden en gewonden bleven. Twee gevechten nemen reeds den omvang aan van de voorpostengevechten bij Herenthals en Diest. Van hun resultaat is slechts datgene te bemerken wat tot ons komt in de lange ambulance-treinen, die de gewonden binnen de stelling Antwerpen voeren. Ernest Kuyper. De Werkman, Aalst, 28 augustus 1914 Echte berichten over den oorlog. – Er wordt veel nieuws aangemeld en ’s anderendaags ingetrokken. Als echt nieuws mag aanzien worden: Dat de Duitschers de Stad Mechelen bedreigen; reeds is daar slag geleverd. Te Londerzeel en Wolverthem zijn ook veel Duitschers. Op t Kasteel van Volksvertegenwoordiger 't Kint lagen veel Duitschers verborgen (heel waarschijnlijk was de familie t’Kint afwezig) een afdeeling Belgen viel in hinderlaag, velen sneuvelden, doch een sterkere Belgische Legermacht kwam de Duitschers verjagen en ’t kasteel verwoesten. De Surinamer, nieuw- en advertentieblad, 29/8/1914 Parijs 26 aug. – Na de Duitsche troepen, die Mechelen bombardeerden, te hebben teruggeworpen tot bij Vilvorden, hebben de Belgen wederom het offensief genomen onder het bevel van koning Albert, die sedert gisteren zijn kwartier-generaal te Mechelen heeft opgeslagen. Het Belgisch leger viel heftig aan. De voornaamste strijd had bij Londerzeel, 17 kilom. ten N. van Brussel plaats. De terugtrekkende Duitschers hebben de bewoners.bedreigd spoedig in groote getale te zullen terugkomen. Aan beide zijden zijn de verliezen ernstig
225
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
De Nieuwe Gazet, 28 augustus 1914 Van onzen bijzonderen correspondent (opmerking: dat is dezelfde als die van ‘Het Vaderland, Nederland). Donderdag morgen. Woensdag namiddag besloot ik naar het strijdveld te gaan Het regende altijd aan. In de verte bemerkte ik een vastliggenden luchtballon der Belgen, van waaruit waarnemers inlichtingen gaven over de beweging der Duitsche troepen. Van af Merchtem liepen geen treinen meer in de richting van Vilvoorden. Ik stelde mij te voet op de baan en naderde zoo Impde boven Wolverthem. Hier was ik wel gevorderd tot op het slagveld der laatste dagen. Op de muren der huizen - waaruit vele inwoners gevlucht waren bemerkte ik de sporen der kogels. Verscheiden landbouwers waren bezig met de lijken der gesneuvelden te begraven. Ik heb nog de laatste groeve zien dichtmaken, waarin achttien gesneuvelde Belgische soldaten lagen. De begravers vertelden mij dat de strijd rond Impde met buitengewone heftigheid gevoerd werd, en ook aan de Duitschers zware verliezen berokkende. De voorbijgangers werden opgeeischt tot het begraven der dooden. De Nieuwe Gazet, 28 augustus 1914 De Duitschers te Wolverthem – Hoe de Heer ’t Kint ontsnapte. De heer volksvertegenwoordiger 't Kint de Roodenbeke, burgemeester van Wolverthem, bevindt zich in onze stad sedert Woensdag. Gedurende verscheiden dagen beschermde den heer 't Kint zijne gemeente en trachtte de bevolking gerust te stellen. Hij werd als gijzelaar gevangen, en verscheiden malen met den dood bedreigd door Duitsche officieren, die ten onrechte beweerden dat burgers op de soldaten geschoten hadden. Het kasteel van den heer 't Kint werd door het vuur vernield, zijn vrouw moest met haar drie jonge kinderen door de vlammen heen op de vlucht gaan. Terwijl de Duitsche soldaten op de beklagenswaardige vluchtelingen vuurden, kon de heer 't Kint een der Belgische voorposten bereiken. Door het hoofdkwartier geholpen kon hij tot in Antwerpen geraken, waar hij aan de Regeering verslag deed van hetgeen in Wolverthem is geschied. De Nieuwe Gazet, 29 augustus 1914 Op het oorlopgsveld – Op verkenning tusschen Mechelen en Vilvoorden – Alles was stil gisteren. Van onzen bijzonderen correspondent. Londerzeel, 27 augustus Heden morgen, bij het krieken van den, dag, stond ik in beraad langswaar ik mij zou begeven. Ik had niet veel geslapen en zoo goed mogelijk geluisterd of er in den omtrek geen schoten meer gelost werden, doch de nacht ging rustig voorbij. Daar gisteren alles rustig was te Mechelen, besloot ik terug te keeren in de richting der plaats waar ik daags te voren zulk gruwelijk schouwspel gezien had. Ik nam den weg van Leest over Capellen op den Bosch waar ik de brug van de spoorlijn Dendermonde-Mechelen opengedraaid vond, wat voor gevolg had dat ik langs Dendermonde Mechelen niet meer kon bereiken. Ik begaf mij dus naar Londerzeel en vond daar een trein onder stoom voor Dendermonde. Deze trein werd letterlijk bestormd door vluchtelingen van het dorp en de omliggende gemeenten. Om niet door de Duitschers verrast te worden had de statieoverste den trein een paar honderd meters van de statie achter een kromming der baan doen plaatsen. Lang hield ik mij daar niet op. daar er niets bijzonders aan te stippen was. Ik trok door het dorp en zag er nog enkele menschen met den doodsangst op het gelaat die als zinneloozen rondzwierven. Eenigen waren beladen met pakken die van hooger-op kwamen en vluchtten in de richting van Mechelen, Liezele en Puers.
226
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Daar deze lieden mij verzekerden dat de steenweg tusschen Londerzeel en Wolverthem door den vijand bezet was trok ik Noordwaarts langs een smallen steenweg tusschen Londerzeel en Steenhuffel. De hemel was opgeklaard en mijn kleederen die door den regen van 's morgens doorweekt waren, werden weer droog. Ik ging ruim een half uur alvorens ik een mensch ontmoette; langs den weg en door de velden liepen nochtans allerlei dieren. De pachthoeven en huizen waren gesloten of verlaten. Links van mij lag het dorpje Rossem. Hier en daar zag ik op de natte velden diepe sporen die dwars over sloten en grachten liepen. Daar was den dag te voren onze artillerie in woeste vaart naar het slagveld van Wolverthem-Impde overgetrokken. Alvorens in het dorpje van Rossem aan te komen vond ik een herberg open, doch het eenige wat men er kon bekomen was water, men had er Dinsdag alles weggegeven aan onze aftrekkende troepen. Voor het huis stond een bespannen kar, geladen met huisraad van allen aard. Veel kon men uit de menschen niet krijgen want zij waren als versuft van angst. De herbergier die wees mij een eindje verder een huis op den overkant der straat waarvan de luiken gesloten waren. Ziet gij die woning? vroeg hij, daar ligt een lijk. Gisteren na den slag kwam er een gekwetste Belgische soldaat binnengesukkeld, steunend op den schouder van een wapenmakker. Pas was hij over den drempel of hij viel voorover en was dood. Het lijk ligt er nog, doch ik weet niet of de bewoners van het huis nog te hunnent zijn. Dezen nacht zijn wij er gaan bidden. Ga niet te ver meer, vervolgde de man, want de Duitschers kunnen elk oogenblik hier zijn. Ik stelde den herbergier gerust en vervolgde mijn weg. Ongeveer tweehonderd meters verder werd ik onaangenaam verrast. Drie uhlanen met gevelde lans en het hoofd diep gebogen over den hals van hun paard. Bekommerden zij zich niet om mij of hadden zij mij niet gezien? Ik weet het niet. In ieder geval schenen zij geen aandacht op mij te geven, en als wilden stoven zij voorbij, waarna zij spoedig verdwenen. Nu lag voor mij een open veld waarop niets verdachts meer te zien was en enkele minuten later trok ik langs een binnenweg door Rossem en verder naar Impde. Hier had ik gisteren den slag bijgewoond op den Kouter. De dooden waren begraven; nog enkel lagen eenige vormlooze voorwerpen op het terrein verspreid. Langs de baan stonden een paar boeren rond een bloedplas. Ik ging dichter bij en vernam dat daar den avond tevoren een ingezetene van het dorp, Jozef De Smet, door de Duitsche kogels in het hoofd werd getroffen. In het bosch waarin gisteren de Duitschers verscholen zaten lagen honden aan de boomen van den zoom vast. Het waren die van onze troepen welke 's morgens langs den kant van Merchtem met mitrailleuzen toegekomen waren. Spijtig, enkele uren te laat om nog hulp te kunnen bieden. Daar vernam ik dan met zekerheid dat de Duitschers de vlucht hadden genomen in de richting van Vilvoorden en Stockel! Ik kon dus langs dien kant, tusschen de rookende puinen en platgeschoten huizen, die bij elken stap van de diepste ellende getuigden. Dwars over het versch omgewoeld en met bloed gedrenkt land bereikte ik Sloozen, een gehucht nabij de stoomtramlijn van Brussel (Noord) naar Londerzeel. Zeer afgemat — ik had meer dan 4 uren weegs afgelegd — kwam ik eindelijk te Londerzeel aan vanwaar ik u gisteren mijn laatste telegram zond. Ik wacht hier nu op de mogelijke gebeurtenissen van morgen. Middelburgsche Courant, 29/8/1914 Dagblad van Zuid-Holland en ’s Gravenhage, Nederland, 29 augustus 1914 De strijd in België (Van onzen eigen oorlogscorrespondent). Nadruk verboden. Antwerpen-Den Haag (Vervolg van den brief van 21 Augustus) 227
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Sinds ik het eerste deel van dezen brief uit Antwerpen verzond heb ik niet alleen den schriknacht van den Zeppelin-aanval aldaar beleefd, maar ik heb ook den vaderlandschen bodem weergezien, wat wel een sensatie is, na drie weken zwerven langs den rand van het oorlogsveld. Uren heb ik weer genoten van de weldadige rust van het eigen land, na al die dagen verkeerd te hebben op onrustigen en vaak angstaanjagenden bodem. Het vervolg van mijn brief over mijn tocht langs de Zuid-Oostgrens van Vlaanderen schrijf ik u dus rustig gezeten aan deze zijde onzer grenzen. Maar als gij dezen leest hoop ik reeds weer aan gene zijde mijn pogingen te kunnen voortzetten om van het krijgsbedrijf en al zijn bitteren aanhang althans eenige indrukken te bekomen. In mijn vorigen brief kon ik u nog berichten omtrent nieuwe krijgsbedrijven van het Belgisch veldleger, dat om Antwerpen is geconcentreerd. Uit wat sindsdien bekend werd bleek wel dat het veldleger thans meer doet dan het uitzenden van patrouilles om de dekkingstroepen der vijandelijke rechterflank te verontrusten. Sinds Zaterdag en wel voornamelijk sinds Zondag hebben zij, met een wel overwogen, goed voorbereide en hardnekkig uitgevoerden uitval te doen, die, volgens de mij zeer geloofwaardig voorkomende berichten, er toe heeft geleid de Zuidzijde van Mechelen en Vilvoorde van Duitschers le zuiveren. Het begin van dit hernieuwd offensief, dat de tweede phase van den Belgische veldtocht opent, heb ik hier en daar waargenomen, vooral in een vorm die mij weer al de ellende deed zien, waarin de bevolking komt te verkeeren als het wreede bedrijf van den oorlog haar huis en hof bereikt. Want deze reis was er een die mij vooral te midden der vluchtelingen voerde. Want het geheele gebied tusschen Nederbrakel-Halst-Nivolle, dat eerst de komst der Duitschers had afgewacht, was sinds Zondag op het zien van de onheilspellende rookpluimen aan den horizont, zóó door een panischen schrik bevangen, dat de plaatselijke overheid het vluchten der bevolking niet langer kon weerhouden. Nu is er verschil tusschen vluchtelingen en vluchtelingen Want zoo gemakkelijk ontstaan panieken en paniekjes in dorpen, die nog niets te vreezen hebben, doch waarin de mededeeling dat iemand ergens de Pruisen heeft gezien, dezelfde uitwerking heeft als het brandgeroep in een eivolle kerk of in een dichtbezette schouwburgzaal. Dan gaat kleeding en het noodigst huisraad op een kar, of wel men laat alles in den steek en red eenige kostbaarheden en voort gaat het in wilden ren naar hel naastbije station of de nabijgelegen stad, om vandaar naar de groote toevluchtsoorden te komen. Zeer betreurenswaardig is het dat niet meer maatregelen worden genomen om deze soort vluchtelingen in bedwang te houden. Zij toch vermeerderen noodeloos het aantal monden, dat gevoed moet worden en nemen de ligruimte in beslag waarnaar de eigenlijke vluchtelingen hunkeren. De eigenlijke vluchtelingen - ik heb ze reeds vaak het opgejaagd menschelijk wild genoemd ja, die zijn bij eersten oogopslag te onderkennen. Dat zijn de menschen die komen uit de dorpen en plekken, waaromheen en waarin het krijgsvuur brandde en waaruit zij meedroegen de glazige wanhoopsschittering in de beweende oogen, de angsttrokken op het bleeke gelaat, het moeizame gebogene in heel hun houding. Dat zijn de menschen in wier oor het kanon blijft voortdreunen bij alles wat zij hooren. Dat soort vluchtelingen heb ik het eerst gadegeslagen bij Warsage, toen de Duitsche colonne vóór het platbranden van het dorp, vrouwen, grijsaards en kinderen had gedwongen de wijk te nemen. Een armoedige, zielige troep sleepte zich voort langs den landweg. De vrouwen en ouden van dagen bepakt en bezakt, doodmoe van angst meer nog dan van de ontbering; de kinderen met die onbestemde angst in de oogen, die ons zei dat ze voelden hoe er iets verschrikkelijks aan het gebeuren was, zonder dat zij zich maar eenigszins konden indenken wat wel geschiedde. De meesten dier vrouwen hadden vaders, mannen, broeders of zonen achtergelaten bij die meedoogenloos gestrenge vreemde soldaten. Voor het laatst hadden zij hun blik opgevangen toen zij daar weerloos stonden of
228
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
lagen, de armen gekruisd over de borst of op den rug, stijf omwonden met banden, touwen of kettingen. De stakkerds, liepen maar voort naar waar zij hoopten veiligheid te vinden, doch niet meer denkend aan eigen behoud, maar steeds nog voor zich ziend, dat groepje mannen, wier leven zij in gevaar wisten en omtrent die nog slechts de hoop bleef dat het gunstigst lot zou zijn langdurige gevangenis. Met welk een bittere angst waren de boezems opgekropt. Met welke samenprangende droefheid werd de blik achterwaarts gericht op het geliefde dorpje. Met welke ontzettende boosheid ontkiemde de wrok tegen de belagers, die den vrede des velds en de rust van het landelijk dorp kwamen verstoren; de wrok tegen de ruwe geeselaars, wier angstaanjagende woorden erger pijnigden dan een scherpgepunte geeselroede. Ik heb ook de transporten gevangen genomen dorpelingen gezien: die stomme staties van weerloozen, voortgedreven door de kolf der geweren, groepen van 10 tot 20 met een doodelijken angst in de wezenlooze oogen, of wel glurende koppen met dien nog doodelijker haat in de oogen. Alle koppen voor een Munkacsie of een Dias: fel, woest, wreed, dan wel verwrongen van alverrijtende droefheid of ontmenschte verslagen droefheid of ontmenschte verslagenheid. En toch, wat ik zag op mijn reis langs Dendermonde-Puers-Boom was - zij het ook in verschrikking gelijk - nog feller ontroerend. De vluchtelingen en te hoop gedrevenen, de opgejaagden en voortgesleurdcn verkeerden reeds in de ure van gelatenheid. Doch thans bevond ik mij te midden der panisch ontstelden, in de oogenblikken van uitersten wanhoop. Hun krankzinnige angst te aanschouwen was zenuwverscheurend. Vooral hier, in deze verlatenheid waar nergens hulp daagde De vreeselijkste tooneelen speelden zich af als de waggons reeds volgepropt bleken en moeders vergeefs hunne kinderen voortdrongen naar de overbezette wagens. Het rennen en dringen, het vechten en wringen om toch maar een plaats te veroveren om naar Antwerpen of Gent te komen, beangstigde een ieder. Wij hadden ons in onze coupé met veel moeite zóó samengedrongen, dat een oud moedertje nog binnen kon worden geheschen. Een oude stakkerd met geen bloed meer in het verschrompelde lijf, geen licht meer in de witte oogen. Haar reeds bejaarde dochter smeekte zoo, dat mijn collega en ik haar in den wagen heeschen. Ze was zoo licht als was alles ontvallen aan het beenige lijf. De dochter moest voor zich zelf elders om een plaatsje smeken. Ze keek ons aan met een eindloos vragende blik, alsof ze ons wilde bezweren de oude te bewaken. De negentigjarige zuchtte: “dat ze zoo iets nog moest beleven” — als een aanklacht tegen heel haar wreede leven, dat zulk een dag niet had bespaard aan haren hoogen ouderdom. Een moeder komt aangesneld met drie kinderen. In den corridor wordt plaats gemaakt. Ze klautert, de kinderen omklemd houdend, op eenige zakken van een anderen vluchteling. Het jongste dochtertje duwen we in het bagagenet boven ons. Dan slaan reeds portieren dicht en een hartverscheurend gegil vangt aan van vele vrouwen die geen plaats meer kunnen vinden. De trein moet weg; de conducteurs weren de toesnellende teleurgestelden af en wij vertrekken! Bij alle volgende halten, dezelfde wanhopige drukte, doch met steeds meer teleurgestelden. In een hoek ontdek ik twee Hollandsche meisjes uit Antwerpen met een Vlaamsche tante. Ze hebben alle drie een mantel over haar négligé geworpen Zoo waren ze van ochtend uit Antwerpen gesneld, op telegrafisch verzoek van de jongens in het leger, die gemeld hadden, dat zij bij Malderen lagen. “Ge wilt ze zoo gaarne nog eens zien", zei de goede vrouw en we zijn er verlangend heengevlogen. Toen wij aankwamen was de troep verder gegaan. Van negen uur tot half twee hebben we door de velden gehold, den troep achterna die in geforceerden marsch oprukte naar Denderhautem en verder. Eindelijk hebben wij hen gevonden. O, wat waren de jongens blij. Midden in het veld hebben ze zich ontkleed en droog goed aangetrokken want hun ondergoed was te wringen. Hun troep had veel geleden bij het gevecht
229
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
rond Londerzeel. Zoo ontwikkelde zich het gesprek waarbij de vrouwen haar blijdschap om het weerzien gingen verjagen door de verzuchting der oude: “wie daar gaan, komen toch niet terug.” Hoe hechten die harten! 't Was aan de woorden zoo te verstaan. “Anderhalf uur mocht ik hem nog hebben”, zei een der meisjes. “De officier vond het direct goed. Maar 't was zoo gauw voorbij!” en de Tilburgsche brak weer in tranen uit. Daar waren vrouwen met slechts enkele harer kinderen, met angst en hoop vervuld omtrent het lot der overigen, die zij het laatst hadden gezien met een buurvrouw, bij een knecht of bij een familielid. Velen zaten stil en wezenloos voor zich uit te staren, en ik geloof hun krankzinnige smart was moorddadig jegens hen. In Antwerpen zag ik 's avonds vele van die kudden zwervers, begeleid door gendarmes of liefdevolle burgers, die de kleinen het handje gelukkig deden uitstrekken naar koekje of boterham en die aan de vrouwen den last der zware pakken ontnamen om ze niet te doen bezwijken langs den weg. Het groote leed baart gelukkig ook het groote medelijden en ontroerend waren de blijken van echt menschlievend hulpbetoon, in den besten zin van het woord. Maar hoe worden we zonderling heen en weer getrokken van lach tot traan, van traan tot lach. Er zijn nog oogenblikken dat een lach opklinkt in deze barre omgeving. Zoo hoorde ik het verhaal van iemand die het beslag leggen op de gemeentekas van Aalst heeft meegemaakt. De Duilschers vorderden het geld op Het bleek dat 31.40 Frs. in kas was. De officier nam het zilver geld en schoof 1.40 frs opzij, zeggend: „Bitte. für die Schülzleufe Sie darfen etwas für Trinkgelt behalten". Daarop' schreef hij een bonnetje: ..Entnommen für Kaiser Wilhelm II, dreizig Franken" en teekende jammer genoeg met onleesbare handteekening Een ander vertelde dat hij een Uhlanen patrouille van zeven man op de vlucht had gejaagd, door het te waarschuwen dat een troep guides hen wilde omsingelen. De kerels hadden het geloofd en .. ven tree terre verdwenen zij. Om zulke vertelsels wordt natuurlijk hartelijk gelachen, zelfs door de bedrukte en betraande gezichten. En 't zijn kleine verademingen. Ernest Kuyper London Dailey News, Engeland, 29 augustus 1914. Vertaald. De ontsnapping van een correspondent – Wie zullen we als eerste neerschieten? Door onze speciale correspondent Percy J. Philip. Gent, Donderdagnacht - Toen het nachtduister inviel was ik in Londerzeel op enkele mijlen van Mechelen. Ik wilde daar de nacht doorbrengen. Omdat ik de vorige nacht in Tourcoing was, waar gevochten werd, wilde ik wel eens het contrast zien tussen het Belgische dorp en de stille Franse stad wanneer beiden geconfronteerd werden met dreigend nachtelijk gevaar. Ook wilde ik uit de eerste hand nieuws vergaren over en gebied waarover de berichten zeer tegenstrijdig waren. In Tourcoing hadden Ulanen tijdens de ochtend dat ik daar was door de straten gereden. Het kleine dorpje Londerzeel ligt vlak achter Mechelen dat, na 4 dagen van ononderbroken gevechten, op dit moment door geen enkel leger meer wordt bezet maar door allebei wordt bedreigd. Omdat ik naar Oostende moest was het laat in de namiddag toen ik in Londerzeel, het laatste station op de lijn, arriveerde en het was niet mogelijk om aan een voertuig te geraken. Ik vroeg aan een Belg, die naar de 9 mijlen verder gelegen stad fietste, om met nieuws terug te keren, hetgeen hij deed. Het sprak de publicaties in de Belgische dagbladen behoorlijk tegen. De aanval op Mechelen was maandag begonnen toen een klein Duits leger de stad wilde bestormen maar teruggedreven werd. Op dinsdag, met behulp van versterkingen en geschut, probeerden ze het opnieuw, maar werden ook nu op afstand gehouden.
230
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Gisteren vond er te Eppegem, op de weg naar Brussel, een hevig gevecht plaats tussen enkele honderden mannen aan beide kanten, zoals dat op maandag al in Impe bij Londerzeel was gebeurd. Mechelen werd nu voor de derde keer bestormd. Tegen het einde van de dag trokken de Belgen zich terug maar vandaag werd er weer overal hevig gevochten. Op het ogenblik dat ik dit schrijf is de stad (Mechelen) door geen enkel leger bezet. Londerzeel ligt op 11 mijl zuiden van Antwerpen en zou door de Duitsers zeer goed gebruikt kunnen worden om het hele Belgische Leger in de versterkte stad te blokkeren en om de weg naar Brussel en naar de troepen in het zuiden te controleren. Het huis van een Belg. Terwijl mijn Belgische informant op missie was, wandelde ik met een Nederlandse vriend, naar het slagveld van Impe. Het was een zachte, warme en heldere vroege-herfst-avond. Een vochtige nevel wikkelde de pijnbossen in een bleekblauwe waas. Twee keer werden we door een patrouille tegen gehouden en kregen we de toelating om verder te gaan tot we bij het slagveld kwamen. Zoals te Halen bezetten de Duitsers een dorpje bij de aanvang van een gevecht en lagen de Belgen verborgen in een bos achter een open raap- of korenveld. Voor het grootste deel was het een zaak van de artillerie en de Maxim-geweren. De huizen waarin de Duitsers hadden gelegen waren doorzeefd met kogelgaten, gebarsten en door ontploffende bomscherven in brand gevlogen Er wandelden 3 mannen tussen de ruïnes. Eén vertelde dat een volledig uitgebrand huis het zijne was. Tijdens het gevecht zat hij in de kelder en hij kon slechts in allerlaatste instantie aan de dood ontsnappen. De onbeschadigde kruik die nog aan de muur hing was het enige huisgerief dat hij nog bezat. We ondervroegen hem vanop enige afstand. Meer dan 70 Belgen, zei hij, waren gedood; dat was weliswaar een klein aantal maar toch een belangrijk percentage van degenen die bij de strijd betrokken waren. Er was een gerucht dat de burgemeester van Londerzeel een verrader geworden was, de Duitsers had toegestaan om zich in de tuin van zijn kasteel te verstoppen, en vervolgens aan de Belgen had verteld dat er in de buurt geen Duitsers waren. Daaraan, zei hij, hadden de gesneuvelden hun dood te danken en de burgemeester zal in Antwerpen voor de Krijgsraad verschijnen. Zijn Duitse knecht werd doogeschoten We zagen het Belgische (massa)graf en mijn vriend vroeg waar de Duitsers begraven lagen. De man zei dat men die had weggevoerd en naar Duitse gewoonte waren gecremeerd. Handen omhoog. We vertrokken en keerden in de avond door lange dreven terug naar Londerzeel. Het slagveld is, terloops gezegd, maar 8 mijl van Brussel verwijderd. Onderweg ontdekten we dat de buitenposten verdwenen waren. Er was geen soldaat meer te zien. Dan, toen we in het dorpje kwamen, hoorden we het geluid van galopperende paarden. We waren zenuwachtig want een uur eerder waren op nog geen mijl afstand Ulanen gezien. Maar het waren de paarden van wagens van het Belgische Rode Kruis die zich naar het zuiden repten. We wandelden door het dorp. Een Belgisch soldaat op een fiets passeerde ons en zei goeienavond. Er volgde een tweede en een derde. Die laatste, een blondharig, uitgemergeld en van het zweet druipend ventje, kwam aan de overweg aan het station vlak voor ons. Hij schreeuwde in het Vlaams naar een groep mannen, die plotseling de straat overstaken. Dan,
231
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
slingerde hij zijn fiets weg, hield ons van 6 yards afstand met zijn geweer in bedwang, en beval ons, nog steeds in het Vlaams, om de handen boven het hoofd te steken. We werden allebei onmiddellijk gefouilleerd om te zien of we geen wapens hadden. Natuurlijk hadden we er geen. Terwijl we daar met onze handen in de lucht stonden vroeg een man in de menigte aan het kleine soldaatje wie als eerste zou doodgeschoten worden. Mijn Nederlandse vriend kreeg de eer want hij had het meest gesproken. Het toneel was te vreemd en haast te onrealistisch om ons beiden bang te maken. We waren geïnteresseerd, en dat was alles. De hele plek vulde zich met mensen en een kleine vrouw vroeg in het Engels of ik een Engelsman was. “Wat doe je hier?” vroeg ze handenwringend. Ik vertelde aan de politieman die me onderzocht waar hij mijn papieren kon vinden, en verzekerde de vrouw er van dat alles in orde zou komen. Zij hadden geen burgemeester, zei ze, waarmee ze het verhaal van het verraad bevestigde, het dorp was de wanhoop nabij. Zelfs deze ochtend was er nog licht in de straten gevochten. Het lukte ons tenslotte om met onze papieren onze identiteit als vrienden te bewijzen en geescorteerd maar met de handen omlaag bracht men ons naar het station. Daar vroeg ik de politieagent wat het misverstand veroorzaakt had. Hij wees naar een dom uitziende man die dicht bij ons had gestaan toen we onderzocht werden. Die man, vertelde hij, had gehoord dat we naar de Duitse graven vroegen. Dat vond hij verdacht en de rest was aan zenuwen toe te schrijven.... Vooruit, 30 augustus 1914 Vrijdag voormiddag – De trein bracht ons van Gent naar Dendermonde en dan van hier tot Londerzeel (Oost) – Verder niet. Te Londerzeel uitstappende zagen wij spoedig dat de menschen hier ook de vlucht hadden genomen. Van de statiebedienden vernamen we dan ook dat de Duitschers er maandag geweest waren. Niets kwaads was geschied, en eenige stappen verder vonden we een “nachricht” (bericht), waarin wij lazen dat de Duitschers de bevolking als “vriend” behandelde en aanzag, omdat hen geen weerstand was geboden. Eensklaps trof ons het kanongebulder. Het was ver van ons af, en wij waren overtuigd dat het bombardement van Mechelen werd voortgezet. De Volksstem, Aalst, 30 augustus 1914. Er zou ook een belangrijk gevecht plaats gehad hebben in den omtrek van Londerzeel. Men verzekert dat ook een belangrijk gevecht zou plaats gehad hebben in den omtrek n Londerzeel. Wij weten niet welke troepen daar slaags geraakt waren, doch men verzekert, dat de Duitschers achteruit moesten trekken en veel volk verloren. De Telegraaf, 30/8/1914 Antwerpen 29 augustus. Zeer gewichtige officieele mededeling vannacht, is opgesteld door de staatsministers Van den Heuvel. Hymans en Vandervelde. Zij meldt den val der forten van Luik. Ik verneem thans nadere bijzonderheden over de beschieting van Mechelen; zij duurde bijna den helen dag. Een honderdtal bommen werden op de stad geworpen, let wel op een stad die men niet verdedigde en men trouwens ook niet verdedigen kan. Er is heel wat schade aangericht, maar toch niet zooveel als men wel verwachten zou. Hedenochtend was de stad totaal verlaten. De burgemeester, de prelaten van het aartsbisdom en vele duizenden ingezetenen zijn hier te Antwerpen; anderen vluchtten naar Gent en Brugge. Hedenmorgen om zes uur deden de Duitschers het station van van Londerzeel springen en sneden alle gemeenschap, sporen en telegraafdraden tusschen Mechelen en Dendermonde af. Gisternamiddag 232
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
was het fort van Waelhem in volle actie en beschoot den vijand over Mechelen heen... De Antwerpsche bevolking blijft steeds even voorbeeldig, ordelijk en kalm. Het vaderland, Nederland, 30 augustus 1914 De aftochtsbeweging der Duitschers ANTWERPEN, 29 Aug. (Van onzen bijz. corr.) De Duitschers hebben de brug bij Londerzeel laten springen. Volgens een officieele mededeeling omtrent de in Brussel plaats vindende Duitsche troepenbewegingen kunnen deze als gunstige voorteekens worden beschouwd. De provincie Antwerpen is van troepen bevrijd. Volgens de berichten van hedenavond is alles kalm in Brussel. Bevestigd wordt dat Vrijdag talrijke treinen Duitsche troepen van de omstreken van Kortrijk naar het Oosten hebben overgebracht.... De Telegraaf, Nederland, 30 augustus 1914 Antwerpen 29 augustus - Ik verneem thans nadere bijzonderheden over de beschieting van Mechelen; zij duurde gïsteren bijna den ganschen dag. Een honderdtal bommen werden op de stad geworpen, let wel op een stad die zich niet verdedigde en zich trouwens ook niet verdedigen kan. Er is heel wat schade aangericht, maar toch niet zooveel als men wel verwachten zou. Hedenochtend was de stad totaal verlaten. De burgemeester, de prelaten van het aartsbisdom en vele duizenden ingezetenen zijn hier te Antwerpen, anderen vluchtten naar Gent en Brugge. Hedenmorgen om zes uur deden de Duitsehers het station van Londerzeel springen en sneden alle gemeenschap, sporen en telegraafdraden tusschen Mechelen en Dendermonde af. Het nieuws van den dag: kleine courant, 31/8/1914 De Maasbode Nederland, 31/8/1914 Het Vaderland, Nederland, 31/8/1914 De Nieuwe Courant, Nederland, 31/8/1914 Antwerpen, 30 Aug. (Officieel). Havas meldt: De toestand is dezelfde gebleven. Het grondgebied aan de Noordzee is geheel door den vijand ontruimd. Diest is verlaten, geheel Kernpenland is kalm. Geen Duitscher is gezien te Gheel, Moll, Turnhout, Merchtem en Londerzeel. Rotterdamsch Nieuwsblad, 1/9/1914 Naar de Belgische regeering in een gisteravond verschenen mededeeling meldt, is de toestand dezelfde. Het gedeelte van het grondgebied ten Noorden van de Demer is geheel van vijanden gezuiverd. Diest is ontruimd, Kempen kalm, geen Duitschers in de streek Gheel, Moll, Turnhout en de omgeving van Merchtem, Londerzeel is door den vijand ontruimd. Suriname, Nederland, 1 september 1914 Parijs 26. Na de Duitsche troepen, die Mechelen bombardeerden, te hebben teruggeworpen tot bij Vilvorden, hebben de Belgen wederom den aanval hernomen onder het bevel van koning Albert, die sedert gisteren zijn hoofdkwartier te Mechelen heeft opgeslagen. Het Belgisch leger viel krachtig aan. De voornaamste strijd had bij Londerzeel, 17 kilom. ten N. van Brussel, piaats. De terugtrekkende Duitschers hebben de bewoners bedreigd spoedig in groote getale te zullen terugkomen. Aan beide zijden zijn de verliezen ernstig. De Telegraaf, 2/9/1914 Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant, 2/9/1914 De Courant, Nederland, 2 september 1914 233
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Haagsche courant, 2 september 1914 Gisteren werd Mechelen opnieuw door de Duitschers beschoten. De schade is erger dan den vorigen keer... ... De Duitschers zijn niet vooruitgedrongen en te Mechelen zijn er geene te zien. Tusschen Mechelen en Gent hebben zij echter dezen morgen weer veel schade aangericht op de spoorbaan. De rails tusschen Londerzeel en Ramsdonck hebben ze opgeblazen en ook tusschen Boom en Dendermonde moet het niet meer veilig zijn, want hedenochtend om half zeven werd het treinverkeer tusschen Antwerpen en Gent over Boom en Dendermonde gestaakt. Algemeen Handelsblad, 4/9/1914 Op het Oorlogspad. Gent, Donderdagnacht. Aan de correspondenties van een onzer buitengewone verslaggevers in België ontleenen wij nog: Ik heb een vermoeiden dag achter mij. Vanochtend bij het krieken van den dag uit Tourcoing (bij Rijsïel) vertrokken naar Ostende, ben ik met mijn trouwen reisgezel van de „Daily News", na onze kopij op de boot besorgd te hebben (wat op zichzelf reeds een feit van beteekenis is), weer op trek gegaan en wij hebben het gebracht tot Impe bij Londerzeel, zoowat halfweg tusschen Dendermonde en Mechelen. Wij hadden gehoopt het tot Mechelen te kunnen brengen, doch de trein liep niet verder dan Londerzeel. Van daar zijn we op stap gegaan naar Impe, ongeveer 5 km. van Londerzeel, omdat wij hoorden dat daar eergisteren een scherp gevecht geleverd was. Impe is een klein dorpje; de vijf buitenste huizen hadden het hard te verduren gehad van het geschut- en geweervuur der Belgen; de Duitschers hadden stelling genomen in het dorp. Drie naast elkander staande huizen waren puinhoopen; de muren stonden nog en binnen die bouwvallen smookte en smeulde het. In de keuken van een der huizen hing een Delftsche kruik tegen den wand — het eenige voorwerp dat niet kapot was. De beide andere huizen waren vol gaten van 't geschutvuur. En arbeider leidde ons rond en vertelde hoe hij met de bewoners in de kelders was gevlucht gedurende het gevecht. De Belgen hadden 70 dooden; van de Duitschers wist hij niets; hij meende dat deze hun dooden en gewonden hadden meegenomen. Op onzen weg naar Impe waren wij een post soldaten van het 6e regiment gepasseerd, die onze papieren nagezien had; wij gaven hun een krant van Gent, die gretig aangepakt werd. Laat ik toekomstigen oorlogscorrespondenten den raad geven altijd veel nieuwe dagbladen bij zich te hebben. Het is een patent middel om zich populair te maken. Bij dezen post vertelde men ons, dat een post Duitschers vlak bij Impe stond; zoodat wij wel tusschen beide vuren waren. Teruggaande, door het dorp naar bet station loopend, hoorden mijn metgezel en ik paardengetrappel op de keien. „De uhlanen", dachten wij beiden. Het waren twee groote Belgische Roode-Kruis-wagens - leeg; waar zij heen gingen, waar vandaan zij kwamen - ik weet het niet. Voortdurend staat men hier voor dergelijke verrassingen. Wij stonden daar in het dorpje Londerzeel op 12 Km. afstand van Mechelen, waar eergisteren hevig gevochten was, op 3 Km. van Impe, waar ik het slagveld pas gezien had en waar Duitschers en Belgen op een steenworp afstand van elkaar stonden en op 14 Km. van Brussel, bezet door de Duitsche troepen. Bij den overweg passeerde ons een Belgisch infanterist op een fiets. Hij riep ons een „goeden avond" toe. Ik beantwoordde zijn groet in het Hollandsch. Achter hem reed een burger ook op een fiets. Bij de barrière van de spoor sprong de soldaat van zijn wiel, keerde zich om, legde zijn geweer op mij aan en riep mij iets toe. Ik verstond niet wat hij zei — hij sprak Vlaamsch, dat niet goed verstaanbaar was — doch stak mijn handen in de hoogte en riep mijn gezel toe: „hands up". De soldaat was hevig opgewonden; de hem vergezellende burger evenzoo; deze 234
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
riep den soldaat toe, dat hij mij eerst moest schieten, want dat ik degeen was die gevraagd had waar de Duitschers begraven waren. In een oogwenk waren wij omringd en omstuwd door een honderdtal opgewonden dorpelingen, en enkele soldaten. Twee hunner dekten ons met hun geweren, twee anderen fouilleerden ons. Gelukkig alles in orde; maar de opwinding was onbeschrijfelijk. Het interessante van het geval was, dat de hoofdaanklacht was, dat ik gevraagd had naar de plaats waar de Duitschers hun dooden hadden begraven; dit geeft wel een typischen kijk op hetgeen in hun oogen het belangrijkst was. Mijn Kodak werd mij ongemolesteerd teruggegeven, terwijl de détailstafkaart van mijn gezel evenmin achterdocht wekte. Uit het bovenstaande zal men begrijpen, dat het niet altijd gemakkelijk is ter plaatse feiten te verzamelen. De achterdocht van de bevolking is groot en in sommige kleine plaatsen heerscht ware anarchie, in dezen zin, dat de autoriteiten bezig zijn met zaken van meer belang. Het is mij niet duidelijk geworden wat de beteekenis is geweest van den slag bij Mechelen. Gisteren en vandaag is wederom hevig gevochten bij Eppeghem (iets bezuiden Mechelen) en voor zoover ik kan nagaan zijn de Duitschers hierbij offensief opgetreden. Evenwel, al deze kleine gevechten - gelijk de schermutseling bij Impe - zijn slechts incidenten en er is een gevaar in, ter plaatse conclusies hieruit te trekken. Men komt ter plaatse na afloop van het gevecht en de aanwijzingen en schattingen van de bevolking zijn zoo door en door onbetrouwbaar, dat zij soms vermakelijk zijn. Ik wil trachten dan ook alleen mijn lezers een indruk te geven van den toestand in dit oorlogsland. In den trein vanavond zat ik met drie vrouwen, vluchtelingen uit Mechelen, die naar Brugge gingen. Mijn buurman was een Belg uit den beschaafden stand, die zijn zoon — in het 11e regiment — had opgezocht. Verleden Maandag had hij hem gevonden bij Mechelen, had met hem op het stroo in het bivak geslapen. Terugkomend van dat bezoek was hij aangehouden door een Duitsche patrouille, die zijn auto geconfiskeerd had. De luitenant had hem zijn spoorgids met groote spoorwegkaart ontnomen en hem verder zijn twee kranten, de „Indépendance" en de Etoile Belge", afgekocht; had hem daarvoor 15 pfennig gegeven en mijn Belg had hem één centime teruggegeven. Ik schreef vanochtend al met een enkel woord over de landing der Engelschen te Ostende. Er zijn zoowat 3000 geland; er zijn nog meer op weg. Het zijn Royal Marines en ze zien er flink uit. Groote opwinding natuurlijk. Voor de haven lagen een paar destroyers; geheel Ostende was uitgeloopen, de zon scheen en het was een schoon schouwspel. De afgeloopen dag is wel interessant geweest voor mijn reisgezel en mijzelf, daar wij een afstand van ongeveer 200 Km. hebben afgelegd in iets meer dan 12 uren, nl van Lille tot Ostende en van Ostende tot Londerzeel (bij Mechelen), en voortdurend in aanraking waren met de Belgische, Engelsche, Fransche en Duitsche troepen. En toch is het moeilijk zich zelfs hier in te denken in dezen oorlog. Zoo af en toe komt het feit ineens als een schok voor ons, maar meestal is alles zoo vreedzaam, zoo rustig, dat men den oorlog vergeet. Gent, Vrijdagochtend. Ik schrijf dezen in de wachtkamer, op dezelfde plaats waar ik een week geleden afscheid nam van de in paniek vluchtende Engelsche correspondenten, mij achterlatend met hun bagage. Nu is alles rustig en vredig hier. Mijn trein zal juist bijtijds in Ostende komen voor de boot naar Folkestone; er is maar één boot daags thans en het is de eenige kans om kopij weg te krijgen. Ik kocht hier zooeven een nummer van de „Indépendance Belge" van heden. De directeur van de „Indépendance" is met zijn staf van Brussel hierheen getrokken bij den intocht van de Duitschers, is toen naar Brugge, daarna naar Ostende gegaan en is thans hier weer teruggekeerd. Hij wil trachten zijn blad te doen verschijnen tot het einde van den oorlog. Het blad van vanochteid maakt een uiterst pessimistischen indruk. Het is alsof alle hoop van België thans op Rusland gevestigd is.
235
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Algemeen Handelsblad, 4/9/1914 De treinen loopen in N.-W. België vrij geregeld. Zij loopen van Gent tot Antwerpen, tot Londerzeel (12 Km. van Mechelen), tot Alost (18 Km. van Brussel), tot Kortrijk, tot Yperen en tot Ostende. Voor vrouwen is Brussel een geheel open stad; ook voor de omwonende boeren. Voor vreemdelingen en de mannelijke bevolking is het in- en uitgaan lastiger. Zutphensche Courant, Nederland, 4 september 1914. Trouwens, erg prettig is ’t niet om in België oorlogscorrespondent te wezen. Een medewerker van 't „Hbl." liep dezer dagen al de kans om gefusilleerd te worden. Hij had een slagveld bezocht in de buurt van Londerzeel waar een schermutseling werd geleverd welke aan 60 Belgen het leven had gekost. Hij informeerde toen waar de Duitschers begraven lagen, maar men zei hem dat de Duitschers hun dooden hadden meegenomen. En even later werd hij aangehouden door een Belgisch militair wielrijder die zijn geweer op hem aanlegde. De journalist stak dadelijk de handen in de hoogte en toen werd hij gefouilleerd in 't bijzijn van een 100-tal driftige opgewonden Belgen. Zijn “mïsdaad” was geweest dat hij gevraagd had naar de ligplaats der Duitsche dooden; hij was zeeker ook zo’n spioen”. Maar toen het onderzoek had aangewezen wie hij was, kon hij vrij heengaan. De Belgen zijn nu eenmaal buitengewoon achterdochtig geworden. Wat de legerautotiteiten te Antwerpen loslaten is niet bijster veel bijzonders. Middelburgsche Courant, 4/9/1914 De oorlog bij Dendermonde. - Dendermonde, 4 Sept, (Eigen corr. per koerier). Sinds Donderdagmiddag ontwikkelde zich een hevig gevecht zuidelijk van Dendermonde over de linie Quatrecht, Lede, Malderen . Hedenochtend werd dit gevecht hernieuwd met een arlillerieduel met de forten om Dendermonde. Omstreeks den middag had een hevige aanval plaats. De bevolking vlucht, alles achterlatend, in Noordelijke richting. De Nieuwe gazet, 1 september 1914 Het Vaderland, Nederland, 4 september 1914. In de omstreken van Buggenhout en Merchtem. Zondagochtend, schrijft de bijzondere correspondent van het N.G., bereikte ik met een trein uit Antwerpen de gemeente Baesrode, bij Dendermonde. Wilde ik van de troepenbeweging iets vernemen dan moest ik verschillende uren te voet afleggen, want alle verkeersmiddelen ontbraken hier. Ik trok dus van Baesrode naar Opdorp, Malderen en Steenhuffel, om langs dien kant Merchtem te bereiken waar zich, naar men mij gezegd had, belangrijke Duitsche troepen bevonden en een veldslag verwacht werd. Tot Malderen zag ik, buiten het gaan en komen van vluchtelingen die in alle richtingen liepen, niets bijzonders. In deze gemeente werd ik opgewacht door mijn broeder, die mij dien dag weer een handje zou helpen. Na wat rust genomen te hebben spraken wij af om elk langs een verschillenden kant Merchtem te bereiken. Ik zou dwars door het Buggenhoutbosch langs Opwijk gaan, hij langs den weg van Steenhuffel en Rossem. Ons plan was goed, doch ten gevolge van verrassende voorvallen, kon het niet uitgevoerd worden. Ik was nog geen 10 minuten op weg en had pas den zoom van het woud bereikt, toen eenige menschen in hun wooning mij een teeken gaven dat ik moest vluchten. Ik lette daar niet op, daar ik met zekerheid meende te weten, dat de vijand zich nog niet tot daar had gewaagd. Geen twee minuten nadien hoorde ik achter mij, op den smallen Steenweg, hoefslagen en mij omkeerende zag ik, in volle snelheid een
236
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
groep Duitsche ruiterij afkomen. Mijn eerste gedachte was de papieren die ik in mijn bezit had, te doen verdwijnen. Ik had wel het bosch kunnen invluchten, want het lag op een paar stappen van mij, doch ik was bang dat men op mij zou geschoten hebben. Ik stopte dus, zoo vlug als ik kon achter een kapel die in de nabijheiod stond mijn brieventasch in den grond, maakte rechtsomkeert, en ging op mijn gemak de ruiters tegemoet. De Duitschers namen mij goed in oogenschouw doch spraken mij niet aan. Zij verlieten den Steenweg en reden door de velden in de richting van Buggenhout. Hier stuitten zij op het onverwachts op een verkenningstroep van het fort van Puers. Een geweldig salvo weerklonk over het veld en ik zag de Duitschers in mijnen richting komen teruggevlucht. Ik hoorde de kogels der Belgische soldaten door het hout van den straatkant snorren en gedurende een minuut bleef ik plat op den buik in het gras liggen. Middelerwijl zag ik een Duitscher met zijn paard ten gronde vallen. Het dier was door een kogel getroffen en stond niet meer op, maar de ruiter liep zijn makkers na, die toen zij buiten schot waren, een paar minuten stilhielden. Mijn eerste werk was nu naar het station van Malderen te snellen, waar de telegraaf nog werkte en in allerijl een telegram naar den bevelhebber van het fort van Puers te zenden. In dit station was buiten den telegrafist en mijn persoon, geen levend wezen meer. Ik hield op het perron de wacht terwijl het telegram werd overgeseind, want elk oogenblik verwachtte men er de Duitschers. Zij verschenen echter niet daar zij door onze troepen waren achtervolgd geworden. Een uur later bevonden zich hulptroepen te Buggenhout. Yorkshire Post and Leeds Intelligencer, Engeland, 5 september 1914. Aberdeen Evening Express, 5 september 1914 Sheffield Daily Telegraph, 5 september 1914 Birmingham Daily Post, Engeland, 5 september 1914 Western Times, Engeland, 5 september 1914 Western Mail, Engeland, 5 september 1914 La Dépêche, Frankrijk, 9 september 1914 Excelsior, Frankrijk, 8 september 1914 (zelfde tekst maar in het Frans) (Vertaald) De “Nieuwe Gazet” uit Amsterdam schrijft dat 3000 Duitse soldaten zich gedurende meerdere van de voorbije dagen in het bos van Buggenhout, tussen Lebbeke en Opwijk, verschuilden. Waarschijnlijk wachtten zij op versterking om Dendermonde aan te vallen. Maar hun plan werd gedwarsboomd. Vorige dinsdag (1 september) werden ze door een groot Belgisch leger aangevallen en moesten ze zich in twee richtingen terugtrekken. Een deel verdween in de richting van Ninove, het andere bewoog zich richting Londerzeel en Mechelen. Bij schermutselingen werden 3 Duitsers gedood en 7 gevangen genomen. Men beweert dat de (Belgische) gevangenen, die door de Duitsers als vrij-schutters beschouwd worden, slecht gevoed worden. Gazet van Mol - 5/9/1914 Antwerpen 30 aug., 10 u ’s avonds. De toestand blijft onveranderd. Het deel grondgebied gelegen, noordelijk van den Demer, is geheel en al gezuiverd van Duitsche troepen. Diest is ontruimd. Heel de Kempenstreek is kalm. Er zijn geen Duitschers meer in de streken van Gheel, Moll en Turnhout. Evenzoo zijn de omtrek van Merchtem, Londerzeel, door hen verlaten... Middelburgsche Courant, 7/9/1914 Leeuwarder Courant, 8/9/1914 Dagblad van Zuid-Holland en ’s Gravengage, 9/9/1914 De aanval op Dendermonde.
237
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Antwerpen, Vrijdagavond. Weer zit ik in hel duistere Antwerpen en vraag mij af hoe het mogelijk kan zijn in de XXe eeuw, dat op nauwelijks 20 Km. afstand der wereldstad de oorlog woedt terwijl er evenveel dozijnen personen - en dan nog wel officieren - van het heftig gebeuren op de hoogte zijn als de stad honderdduizendtallen inwoners telt. In den trein hadden de reizigers die voorbij Gent ingestapt waren, natuurlijk verteld van de vele treinen vluchtelingen die in Lokeren en St. Nicolaas waren aangekomen uit de richting Dendermonde. Er heerschte een zeer gedrukte stemming, doch het recht wist men niet. Reeds van Dinsdag af, toen ik de toebereidselen in Dendermonde zoo koortsig snel had zien voltooien en het een en ander vernomen had van wat de uitgezonden verkenners aan alarmeerend nieuws meebrachten, had ik besloten Dendermonde voorloopïg niet los le laten. Ik verbleef dan beurtelings te Gent en te Antwerpen, want ik vermoedde, dat wat verleden week in Mechelen en daarvoor reeds te Londerzeel was geschied, zich thans op den zuid-westelijken uitbouw der Antwerpsche stelling zou gaan afspelen. Donderdagmiddag had ik zekerheid, dat juist tegenover Dendermonde een sterke Duitsche gevechtsmacht zich ophield. Wees overigens alles er op dat de Noord-Westgrens van het door de Duitschers bezette gebied was teruggevoerd tot de lijn Nederbrakel-bezuiden Aalst- bezuiden Mechelen, met slechts weinig vooruitgeschoven patrouilles ter beveiliging. Sinds de laatste dagen was een sterke troepenmacht met veel cavalerie, veel artillerie, doch ook met een groote tirailleursmacht vooruitgeschoven om Aalst noordwaarts. Het geheele gebied zuidelijk van den spoorweg Gent-Dendermonde-Puers was van Quatrecht tot Malderen bezet. Daar hadden zich de Duitsche troepen volkomen ingegraven. De Belgische verkenningspatrouilles werden gisteren met meer hardnekkigheid ontvangen en er werd ook in het vijandelijk leger grooter bedrijvigheid gesignaleerd. Bedrijvigheid die er op wees dat veel artillerie in stelling werd gebracht. Maar zooals u reeds uit vorige brieven hebt kunnen bemerken was men ook aan Belgische zijde niet stil blijven zitten. Hoewel Dendermonde eigenlijk een oud fort was, dat met als geheel verouderd wallenfort niet meer kon worden meegeteld tot het versterkte Antwerpen, was toch dit punt door zijn ligging een niet onbelangrijk steunpunt tot het afweren van den eersten stoot. Vandaar dat de oude wallen die reeds lang op de beplanting met plantsoen hebben gewacht, plotseling weer in tegenweer werden gebracht en de stad zelf werd beroofd van alle uitwegen die reeds, vooral naar de zijde van het station, aan de oude stad een nieuwen, belangrijken zoom kwamen schenken Donderdagmiddag bleef het reeds niet langer bij schermutselingen in de buurt van Schoonaarde, Audegem, Lebbeke en de andere plekken en dorpjes zuidelijk van de vernieuwde veste, doch tegen den avond dreunde reeds kanonvuur tot Dendermonde door. Het schijnt dat toen reeds de brug over de Dender is opgeblazen. De verdediging had de voorzorgen tegen een overval voltooid en beloofde geduchten weerstand. Die voorzorgen waren overbodig gebleken want eenige patrouilles waren zeer gehavend teruggekeerd, andere brachten krijgsgevangenen mede, maar sommige patrouilles hadden het uiterste moeten inspannen om tenminste hunne gewonden mede te voeren en hun dooden niet in handen van den vijand te laten. Enkele uhlanenuitvallen werden door kleine Lancierscharges beantwoord, doch tot een hoofdtreffen kwam het nog niet. Omstreeks vier uren hedenochtend weerklonk reeds hel alarmschot en weldra drongen de moedige lanciers naar voren en eenige automobielen en mitrailleurs. De Belgen wilden het opdringen der Duitschers, dat geopend werd met een artillerie-aanval, tot elken prijs beletten. Naar vier zijden werd tegenweer geboden zoodat het gevechtsveld zich weldra sikkelvormig om Dendermonde uitstrekte. De dag ging aanbreken onder het dreunen der artillerie, die reeds van de forten uit krachtige beantwoording vond. In Dendermonde had niemand een oog
238
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
geloken, want het voorspel van gisteravond had de ongelukkige bewoners den doodschrik bezorgd. Velen waren reeds vertrokken of pakten overhaast het meest noodige bijeen om te ontkomen aan de stad, die weldra onder een projectielenregen zou komen le liggen. Anderen wachtten de waarschuwing van den commandant-generaal af, vertrouwend op de weerkracht der fortericatien. Onophoudelijk dreunde het kanonvuur voort, zoodat het geratel der mitrailleuses en het geknetter van het geweervuur geheel overgalmd werd. Toen ik tegen acht ure tusschen Moerseke en Grembergen de wallen in het gezicht kreeg, dreunde de grond onder mijn voeten van het wegstooten der vernielende projectielen uit de talrijke vuurmonden. Weldra bevond ik mij op slechts 3 Km. van de plaats waar naar schatting het treffen plaats had. Op de wegen heerschte reeds de angstaanjagende drukte van het oorlogsbedrijf, de vlucht der opgejaagde bewoners, het vervoer van talrijke gewonden in Roode Kruiswagens en beschikbare auto's, terwijl blijkbaar reeds maatregelen genomen werden om het contact met het Noorden zoo gemakkelijk mogelijk te onderhouden. Heel langzaam naderde ik Dendermonde langs den weg van Grembergen. Op de wallen noordelijk van de stad was alles in tegenweer, doch het kwam mij voor dat hier en daar verplaatsing van geschut met behulp van bespanningen plaats had. Zien kon ik het niet, doch ik meende het uit de geluiden te kunnen opmaken. Plotseling zie ik weer een witte wolk, zooals ik die reeds meer gezien heb, recht de hoogte in ploffen en weldra neem ik een brand waar. Even later weer eenige doffe ploffen en de vuile pikrine damp der brisantgranaten. Voorts het ontploffen van granaatkartetsen. Dat ploffen en knallen links langs Dendermonde duurt een twintig minuten met groote kracht voort, zoodat ik daaruit kan afleiden dat Oostelijk van de vesting het vijandelijk vuur nog de baan heeft schoon te vegen, eer de opmars kan worden aangevangen. Ik zie een kerk in lichte laaie gaan. Volgens den bewoner van het huis waar ik schuilplaats vind is het de kerk van Sint Gilles. Ook rechts van Dendermonde blijkt thans het artillerie-duel met ongekende felheid los te breken en weldra is het vóór mij en aan beide zijden, doch nog steeds aan den gindschen kant van Dendermonde. Het dreunen zwoegt zoo gejaagd snel als het stampen van een sneltrein. Doch dat regelmatig gedonder is niet veel meer dan de ondertoon. Want nu en dan dreunt een zwaarder salvo los, terwijl met tusschenpoozen van weinige minuten projectielen worden weggeploft om suizend door het luchtruim te snorren en dan met een geweldigen knal te explodeeren. Van den strijd zelf is niets te zien. Wel komen nu en dan eenige lanciers terug, die een gewonden makker meevoeren, wel snelt mij een gewond lancier voorbij die met moeite door het veld ontkomen is aan de vervolging van een uhlanen-patrouille. en ook hoor ik eenige malen op betrekkelijk korten afstand kleine losknetteringen van geweervuur van elkaar ontdekt hebbende patrouilles, doch in verbaasde tegenstelling met het vernielzuchtig bombardement blijven de velden rondom mij heen hun zomerschen vrede behouden en blijven boven de wallegrachten de ochtendnevels maar stil optrekken in het gouden zonlicht. In den horizon neem ik geweldige rookpluimen waar, die niet het snel-wegtrekkende hebben van kruitdamp, zoodat ik vermoed dat de hoeven en huizen in brand zijn geschoten, Als ik op niet grooten afstand van mij langzamerhand granaatkartetsen uit licht veldgeschut hoor stukploffen en ik zelfs zie hoe Westelijk van mij een schuurtje met een ontzettende slag wordt tot een puinhoop gepatst, besluit ik den grooten weg weer op te zoeken. Te meer waar ik zoo nu en dan een nauw-hoorbaar gepeits hoor van voorbij dwalende geweerkogels – teeken dat allerwege zich strijd ontplooit, ook buiten de eigenlijke stellingen en loopgraven. Overal op de veldwegen zie ik bepakte menschen naar den grooten weg zeulen. Meest zijn het vrouwen, die hare kinderen meedrijven. Als ik ze nader, aanschouw ik met ontzetting hoe de schrik hen heeft bevangen en hoe de angst hen pijnigt. Een algemeen sauve qui peut heeft plaats, maar wie kan zich voorstellen wat dat zeggen wil. De vrouwen verkroppen hun smart
239
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
en ook de mannen strompelen met door schrik verlamde beenen voort. Hunne gezichten bleek en de oogen starend. De kinderen huilen, de grooteren hebben echter de stomme stilte, die heel deze jacht naar behoud iets krankzinnigs geeft. Hier en daar op den weg liggen verloren zakken en achtergelaten geknoopte doeken, waarin kleeren en doozen. Van een vrouw neem ik een paar kleine kinderen over, daar de stakkerd niet meer voort kan. Een jongen neemt haar mee op zijn kar, die reeds beladen is met pakken en krijtende kinderen. Ik zie een ouden man struikelen Hij wordt door een paar soldaten overeind geholpen. Hoewel het volop dag is en een brandende zon over den weg blakert, is het mij of ik weg hol in een groot nachtelijk onheil en alsof onze haastige stappen opklinken tusschen nauwe muren. Een geweldige drukking in de ooren, een gestamp in het hoofd, een bijna toegesnoerde ademtocht, een zwart, zwiepend leed, dat al maar volgt en al maar verpletteren wil, ik geloof dat dit alles sensatie is. Binnen weinige minuten, maar 't zijn voor die arme vluchtelingen uren van krankzinnigmakende angst, is het station Grembergen bereikt. Daar vertrekt reeds een trein vluchtelingen. Het schijnt dat men eenige goederenwagens met locomotief zoover mogelijk op Dendermonde heeft toegeschoven, want ik geloof niet dat het mogelijk is het station van Dendermonde, dat tusschen de vesting en den vijand, naar mijn vermoeden zelfs midden in het aanvalsfront ligt, te bereiken. Spoorwegbeambten snellen heen en weer als brandweermannen bij een brand. Er zal nog een trein gereed worden gemaakt en zoo spoedig mogelijk vertrekken. Met eenige spoorwegbeambten snel ik terug den weg op om de arme vrouwen te helpen. Wij sjorren en sjouwen, doch worden plotseling verontrust door een hevig getrappel. Alles vliegt weg naar den wegkant. Commando's klinken en weldra stuift ons in noordelijke richting een wilde stoet lanciers voorbij met de onstuimigheid van een wervelwind. Het snuiven en snoeven der paarden, het gekletter der uitrustingen, het snelle geklikklak der galopeerende dieren, zóó heb ik het bij manoeuvers of parade-charge nimmer gehoord. Wederom doorboren zwermende projectielen het luchtruim en slaan met korte donderknallen uiteen. Het krijgsrumoer nadert beslist. Met dezelfde onstuimigheid nadert een nieuwe bent lanciers. Een commando klinkt en zij snellen achter een hoog maïsveld de akkers binnen. Eenige kanonnen met de gelegenheidsbespanningen ratelen over den weg. De paarden steigeren en galoppeeren wild onder het zweepgestriem der berijders. Het geheel maakt meer den indruk van een vlucht dan van een frontverschuiving. Iets te informeeren is echter onmogelijk en beoordeelen kan men niets... alleen alles wat gebeurt heeft van manoeuvres niets! In de onmiddellijke nabijheid vallen geweerschoten. Kogels fluiten voorbij, echter nauwelijks hoorbaar in het algemeen gedreun. De kogels maken het geluid van korte gasontsnappingen door een ventiel. Een meisje struikelt langzaam neer. Ze heeft een schampschot aan den voet. Tegen twaalf uur zijn negen goederenwagens bijeen en een locomotief. We helpen de vrouwen en de oude mannen in de wagens en reiken hun de kinderen toe. Weldra lijkt iedere wagon op een kampementstent, waarin drie tot vijf gezinnen bijeengeharkt op den vloer liggen tusschen zakken en pakken Allen met verstomde, verwezen gezichten, weldra als wezenloos voor zich uitstarend, sommigen met de krankzinnige, uitgebluschte oogen, zooals ik den laatsten tijd er zoo veel aantrof. Op verschillende plaatsen neem ik brand waar, vooral in de richting van St. Gilles Het gedonder neemt meer en meer in hevigheid toe, doch het is nog steeds niet nauwkeurig te determineeren. Alleen kort achter elkander klinken eenige vervaarlijke knallen, die mij tegen een der ambtenaren doet zeggen. daar gaat een brug. Vluchtende boeren vertellen dat de Pruisen moeite doen over de Schelde te komen en dat bij de Dender verwoed gevochten wordt. Het naderen van het kanongebulder bevestigt zulks. De toestand schijnt mij hoogst ernstig. Misschien is het wel te veel onder de indrukken van den
240
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
ernst van het oogenblik, dat ik den aanval der Duitschers onweerbaarstaanbaar acht. Als er nog meer vluchtelingen komen en ik ook eenige vluchtende soldaten zie toesnellen, besluit ik een plaatsje te veroveren in den trein en vertrek ik mee naar Lokeren. De kinderen zijn nu stil. Stil alsof ze bang zijn met hun gekrijt nog grooter gevaar te ontketenen De menschen zitten stom. Er wordt bijna niet gesproken of wel er wordt zoo zenuwachtig dooreen gerateld, dat het slechts verwarring geeft. Het is of zelfs de trein gevoelt dat een ongeluk hem op de hielen zit. We snellen in razende vaart naar Lokeren. Daar wordt overlegd waarheen de zooveelste vluchtelingentrein zal worden gedirigeerd. Van avond vernam ik nog dat de bezetting van Dendermonde geen weerstand heeft kunnen bieden aan den hardnekkigen aanval, doch dat dank zij het moedig chargeeren der lanciers en het flink standhouden der mitrailleurs de bezetting in goed orde is kunnen terugtrekken binnen de verdedigingswerken der Antwerpsche stelling, Of Dendermonde veel geleden heeft weet ik niet. Volgens een der officieren heeft de stad weinig van het artillerievuur te lijden gehad. De zuidelijke en westelijke dorpen, in het bijzonder St Gilles, Geysegem en Lede, moeten veel geleden hebben. In Lokeren trof ik iemand die bereid was mijn telegram mee te nemen, hetwelk u naar ik hoop snel zal hebben bereikt Ik kan nu trachten wat rust te vinden na een dag van enerveerende emoties. Ernest Kuyper Leeuwarder Courant, 8/9/1914 Dagblad van Zuid-Holland en ‘s Gravenhage, 8 september 1914 Middelburgsche courant, Nederland, 8 septgember 1914. Het Tooneel van den Strijd. (Van onzen oorlogscorrespondent) in Vlaanderen. Dendermonde-Antwerpen, 2 September 1914. Vanochtend halftwaalf was ik Dendermonde weer zonder veel oponthoud binnengekomen De treinreis had irriteerend lang vertraging, daar nog steeds troepen-convooien den weg kruisten en die hadden natuurlijk den voorrang. De huizen tusschen het station en de geheel door fortwallen omgeven stad waren nu alle tegen den grond gehaald en eenige honderdtallen soldaten ruimden het puin weg, daar waar het hinder kon opleveren bij eventueele krijgsverrichtingen. Niemand mocht zich meer binnen de stad ophouden, dan die als ingezetene er beslist moest verblijven. Maar zelfs die ingezetenen zag men liever gaan dan komen. Ik wist dat alle verder trekken mij opnieuw binnen fortificaties of versterkte terreinen en stellingen zou voeren, dat ik dus ook wiskundig zeker moeilijkheden zou ondervinden van den sterken wachtenketen, die elke versterkte plaats omgeeft. Op listige wijze door te breken, 't zou onverstandige halsbrekerij zijn zonder eenige kans op succes. 't Liefst wilde ik naar Mechelen en daarvoor ware wellicht toestemming te bekomen. 't Ging er dan niet om een militair schouwspel te genaken, doch om gade te slaan hoe „de Teutoonsche macht", zooals een Vlaamsch officier het uitdrukte, „alles wat wij aan kunst en beschaving eeren van een vernielend brandmerk voorziet." Over een gazon, waarvan het gras niet meer te bespeuren viel onder het puinstof, bereikte ik een tuinpad en weldra de totaal versperde straat naar een der vestingpoorten. Van barricade tot barricade, van loopgraaf tot loopgraaf stonden posten die onze papieren onderzochten en op het vernemen van ons plan om den bevelvoerenden generaal op te zoeken, bereid waren ons door te laten. Inderdaad vonden wij in dit oude, aardige, landelijke stadje, met weinig rijkdom, doch met 'n prachtig, monumentaal stadhuis, een stafbureau. Wij meldden ons bij de burgerwacht, die ons verwees naar den dienstdoenden onder-commissaris van politie. Hij sprak eerst Fransch, toen Vlaamsch en verzocht ons het laatste te doen. Plotseling zei hij: „Mijnheer, uw Hollandsch verraadt u. Dat is geen Hollandsch, ik hoor heel goed uw
241
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Duitsch accent." Tableau! „Maar zeker!" – zei hij – „zekerlijk, zekerlijk, u zijt geen Hollander!" Ik lachte hem maar flink uit en zei met alle gemoedelijkheid die ik kon bij elkaar zoeken: „Vertrouwt u dit” en toonde hem een pers-insigne, uitgereikt door den Haagschen hoofdcommissaris van politie. „Ik begrijp dat u ons best in staat acht zo'n pas na te maken, maar dit...." “Enfin, de generaal moet 't maar weten en hij stuurde ons naar het raadhuis, dat als 'n oud, grijs monument sprak van drie, vier eeuwen geleden, toen het ook de burgerwacht herbergde, de burgerwacht en de gilden, die als keurkorpsen streden voor de vrije Vlaamsche poorterschapsrechten. Een adjudant zou ons aandienen. De breede trap en de ruime corridor waren met gewapende chasseurs als bedekt. Maar toch kon ik genoegzaam tusschen de jongens heendringen om naar een paar heraldische stamboomen en wapenborden te kijken en mij te verlustigen in den aanblik van eenige landschapsschilderingen en portretten. Eenige wachten kwamen onze belangstelling voor de schilderijen deelen en als altijd wanneer men zich tusschen de Belgische soldaten bevindt, er ontwikkelde zich een prettig gesprek. Daaruit werd ik na een poosje weggeroepen door een ordonnans van den generaal. De generaal heeft mij veel van zijn kostbaren tijd afgestaan. Wij spreken veel over Holland, waarvoor hij een hartelijke belangstelling had en dat hij uitnemend kent. Toen ik daarover een complimentje lanceerde klopte hij mij op den schouder en zei: ja, maar dat mag je zoo vreemd niet vinden, mijn dochter is met dr. van G. gehuwd en zoo heb ik dus een Hollandschen schoonzoon. Te midden van de lange, met stafkaarten belegde tafel ontspon zich weldra een levendig gesprek tusschen den generaal, een zijner officieren, mijn collega en mij en de onderwerpen van den dag passeerden weldra de revue. Ik zou uit den aard der zaak er heel wat voor over hebben, wanneer ik, van wat ik hier en ook in de omgeving hoorde en zag, meer vrij uit kon vertellen. Maar dat is natuurlijk onmogelijk. Wel verzeker ik u, dat ik vast besloten ben mij in de eerste dagen in deze omgeving te blijven ophouden. Uit wat ik van vluchtelingen vernam en waarnam uit de bewegingen der verkenners, is de Duitsche legermacht in opgeworpen verschansingen versterkt – zoogenaamd ingegraven – op een lijn, die van Quatrecht, dus halfweg Gent-Termonde, loopt over Lede Herdersem naar Malderen. Ik verwacht hier soortgelijke evoluties als voor Mechelen. Het belang dezer plaatselijke krijgsverrichtingen is grooter dan zoo oppervlakkig gemeend wordt, daar zij de voorbereidingen kunnen zijn voor de insluiting van Antwerpen. Dat bovendien de botsingen ongemeen hevig kunnen zijn hebben die verwoede gevechten tusschen Termonde en Mechelen om Londerzeel bewezen, toen van beide zijden ontzaglijke offers werden geëischt. Als ik hier van uit een eenvoudig restaurant uitkijk naar het mooie stadhuis en het bijna rustieke stadje, dan bekruipt mij eene de keel toesnoerende angst dat ook deze plek voor de rampen van den krijg niet gespaard worden zal. Vanochtend bij het krieken van den dag is hier een Zeppelin voorbijgevaren in de richting Staats-Vlaanderen. De generaal vertelde mij, dat de bestuurbare een aanval op Antwerpen heeft gedaan omstreeks half vier. Door de waarschuwingen waren alle stellingen en forten verwittigd, zoodat het luchtschip niet over de stad kon koersen, doch slechts een buitenwijk heeft kunnen bereiken. Er zijn een viertal bommen geworpen, doch er is slechts materieele schade aangericht. Vanmiddag ga ik eens even in Antwerpen kijken. Ernest Kuyper Algemeen Handelsblad, 8/9/1914 Duitsche officieren van gezondheid verklaarden aan het personeel van het hospitaal te Londerzeel, dat de Duitsche verliezen te Cappelen op den Bosch Vrijdag zeer aanzienlijk waren, naar schatting ongeveer 2000 man. Het weghalen der slachtoffers vereischte twee opeenvolgende nachten. Hedenmiddag is koningin Elisabeth naar Antwerpen teruggekeerd.
242
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Algemeen Handelsblad, 8/9/1914 Belgische berichten. Antwerpen, 7 Sept. (Reuter.) Vijfendertig Duitsche wielrijders werden te Londerzeel gedood door een Belgische patrouille. Te Boschkapelle sneuvelden 3000 Duitschers; de troepen waren zoo gedemoraliseerd, dat een groot gedeelte vluchtte tot Brussel. Het Centrum, 8/9/1914 De Maasbode, Nederland, 8 september 1914 De Standaard, Nederland, 8 september 1914 Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant, Nederland, 8 september 1914 Bij Londerzeel zijn 35 Duitsche militaire wielrijdërs gedood door een Belgische.patrouille Na het gevecht bij Capelle au Bois op j.l. Vrijdag, hadden de Duitschers 3000 gesneuvelden. Hun verwarring was zoo groot, dat vele soldaten naar Brussel vluchtten. De Tijd: godsdienstig-staatkundig dagblad, Nederland, 8 september 1914. Algemeen Handelsblad, 8 september 1914 De nieuwe courant, Nederland, 8 september 1914 Duitsche officieren van gezondheid verklaarden aan het personeel van het hospitaal te Londerzeel, dat de verliezen der Duitschers te Cappelen op den Bosch Vrijdag zeer aanzienlijk waren, naar schatting ongeveer 2000 man. Het weghalen der slachtoffers vereischte twee opeenvolgende nachten. Nieuwe Tilburgsche courant, 8 september 1914 Een Belgische patrouille heeft bij Londerzeel 35 Duitsche wielrijders gedood. Na het gevecht van Vrijdag bij Capelle in 't Bosch hadden de Duitschers 3000 dooden. Hun geestelijke ontreddering was zoo groot, dat velen vluchtten tot Brussel toe. Middelburgsche Courant, 8/9/1914 Twentsch dagblad, Nederland, 8 september 1914 Nieuwe Velosche courant, Nederland, 8 september 1914 Antwerpen 8 Sept. De koningin is alhier teruggekeerd. Te Luik is een formeel verbod aan de inwoners uitgevaardigd om gedurende de eerstvolgende drie dagen hun huis te verlaten. Dit is opdat de bewoners het doortrekken van Duitsche troepen, die naar Duitschland terugkeeren, niet zullen zien. Te Londerzeel verklaarde een Duitsche dokter dat de Duitsche verliezen te Boschkapelle meer dan 2000 bedroegen. De Telegraaf, 8/9/1914 Het Volk, 9 september 1914 De courant, Nederland, 9 september 1914 In het gasthuis van Londerzeel heeft men een lijst gevonden van 200 gewonde Duitschers. Duitsche legergeneesheren hebben aan het personeel verklaard, dat hun verliezen in de gevechten van Vrijdag te Capellen-op-den-Bosch zeer aanzienlijk geweest zijn en op meer dan 2000 man geschat mogen worden. Met de opruiming van deze lijken is de vijand twee nachten bezig geweest. Hedenavond is de koningin te Antwerpen teruggekeerd. Zij werd aan de boot in een rijtuig door den koning afgehaald. Dundee Courier, Schotland, 8 september 1914. (Vertaald). Duitsers laten na een gevecht met de Belgen 3.000 doden op het slagveld achter.
243
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
35 Duitse cyclisten werden te Londerzeel door een Belgische patrouille gedood. Als gevolg van een gevecht te Kapelle-op-den-Bos werden de Duitsers teruggedrongen met achterlating van 3.000 doden op het slagveld. Ze waren dermate gedemoraliseerd dat velen helemaal tot Brussel zijn gevlucht. Nieuwsblad van Friesland, Hepkema’s courant, 9/9/1914 Antwerpen, 7 Sept. (De Tel.) Onze troepen gaan steeds voort met het Zuiden der provincie Antwerpen en de streek tusschen Dendermonde en Gent te zuiveren van de Duitsche patrouilles, die steeds opnieuw willen doordringen. Gisteren in den namiddag werd een afdeeling Duitsche wielrijders, bestaande uit 35 man, door een Belgische patrouille verrast en geheel vernietigd nabij Londerzeel. Te Streipen nabij Sotteghem werd een tweedekker neergehaald met twee Duitsche officieren; zij bekwamen geen letsel bij de daling en werden gevankelijk naar Antwerpen gevoerd. De Volksstem, 9/9/1914 Van den omtrek van Puers. ... Een ander vervoer dat tot weemoed stremde wrong zich bij poozen tusschen dit geharrewar, 't waren karren en wagens met meubelen en vluchtende huishoudens beladen, ouderlingen, kinderen, soms 12 tot 15; op een gerij; menschen van Liezele, Lippeloo, Londerzeel en verders van Hombeeck, Rymenam, Hersselt, enz, die hunne have en hun leven hier veiliger achtten dan ten hunnent. Zoo'n tooneel van redding en angstige vlucht, misschien in overhaastige vrees besloten en aangevat, is waarlijk treurig. Een troep Uhlanen van een 20 tal, vertoonde zich Donderdag tegen avond nabij Londerzeel. Een 6-tal onzer moedige cyclisten waren van Puers op verkenning vertrokken en zagen de duitschers. Onverschrokken namen ze den vijand onder schot: een er van tuimelde van zijn peerd en de andere trokken weg den gekwetste medenemende. Sinds Vrijdag morgend dwalen tamelijk sterke groepen duitsche ruiters in den omtrek van Londerzeel op weg naar Vlaanderen. Het opperbevel. van den 4en sector der versterking van Antwerpen is thans in handen van generaal Rouet, en het hoofdkwartier is overgebracht van Puers naar het kasteel d'Ursel te Hingene. Middelburgsche Courant, 9/9/1914 Nieuwe Rotterdamsche Courant, 7 november 1914 Belgische Vluchtelingen die hun adres bij de Administratie hebben achtergelaten, alwaar het voor familieleden mondeling of schriftelijk verkrijgbaar is. Voor inlichtingen betrekkende geinterneerden wende men zich tot het Informatie-bureau van het Roode Kruis,.Lange Voorhout 6 te 's Gravenhage. ... Bellon-Mooi Hortense uit Malderen. Northhampton Chronicle and Echo, dinsdag 8 september 1914 Manchester Evening News, Engeland, 8 september 1914 Westminster Gazette, Engeland, 8 september 1914 Aberdeen Evening Express, 8 september 1914 Cloucester Echo, Engeland, 8 september 1914 Daily Citizen, Manchester, Engeland, woensdag 9 september 1914 Daily LMirror, Engeland, 9 september 1914 (Vertaald) Een Duitse dokter in Londerzeel verklaart dat der Duitse verliezen te Kapelle-opden-Bos, ten zuiden van Antwerpen, groter dan 2.000 zijn. In Londerzeel werden 58 Duitse cyclisten door een patrouille verrast en allemaal gedood.
244
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
De Volksstem, Aalst, 10 september 1914 In het gasthuis van Londerzeel heeft men eene lijst gevonden van 200 gewonde Duitschers. Duitsche legergeneesheeren hebben aan het personeel verklaard, dat hunne verliezen in de gevechten in den omtrek van Kapellen op den Bosch, op meer dan 2000 man geschat mogen worden. Met de opruiming van deze lijken, is de vijand twee nachten bezig geweest. L’Ouest-Eclair, Frankrijk, 10 september 1914 (Vertaald) In Londerzeel werden 35 Duitse cyclisten door een Belgische patrouille gedood. Gazet van Antwerpen, 12 september 1914 Jan Leonard Van den Eede, serg., 7e linie, 5/1, te Brasschaet, zou de personen erkentelijk zijn die hem inlichtingen kunnen verschaffen aangaande zijne familie, wonende Steenhuffelstraat, 10-11, te Malderen. Het Annoncenblad van Moll - 12/9/1914 In het gasthuis van Londerzeel heeft men eene lijst gevonden van 200 Duitsche gewonden. Duitsche militaire geneesheeren verklaarden aan het personeel van het gasthuis dat de verliezen, geleden door de Duitschers in het gevecht van Vrijdag te Boschkapellen zeer aanzienlijk waren en konden geschat worden op meer dan 2000 man. Het wegvoeren dezer slachtoffers heeft den vijand twee opvolgende nachten bezig gehouden. De Kempenaar- 12/9/1914 Een treffen tusschen 35 Duitsche wielrijders en eene Belgische patrouille. Al de Duitsers werden gedood. Zondag is het tot een treffen gekomen tusschen 35 Duitsche wielrijders en eene patrouille Belgische soldaten. Dit had plaats op den weg van Londerzeel. Het gevecht was zeer kort. Al de 35 vijandelijke wielrijders werden gedood. In het gasthuis van Londerzeel heeft men eene lijst gevonden van 200 Duitsche gewonden. Duitsche militaire geneesheeren hebben aan het personeel van het gesticht verklaard dat de verliezen, door hunne troepen geleden in den slag van Vrijdag, te Cappelle-op-den-Bosch, zeer aanzienlijk waren geweest en konden geschat worden op meer dan 2000 man. Het wegbrengen der slachtoffers vergde twee volle nachten van de vijand. Vooruit, 12 september 1914 Lijst der vluchtelingen te Moerbeke. ... De Donder Jan Baptist, Londerzeel... Paesmans Frans, weduwe, Londerzeel; Paesmans, vrouw en 1 kind, Londerzeel ... Van Buggenhout Fr. (vrouw), Londerzeel. Gazet van Antwerpen, 12 september 1914 Familie VAN AST-MICHIELS, Koolstraat 32, Borgerhout vraagt inlichtingen nopens de vrouw en kinders van Aug. Moens, smid te Sneppelaar bij Londerzeel. Gazet van Antwerpen, 12 september 1914 CONST. VERGAELEN, genie, 2/3, 's Gravenwezel, vraagt inlichtingen over zijne vrouw, Eulalie De Lathouwer, van Opwijck, en zijne oudcrs, H. Vergaelen-De Boeck, verblijvende te Londerzeel in de Meerstraat. Het Volk, 16 september 1914 Te Gits verblijven talrijke vluchtelingen. Volgende personen vragen nieuws over man en vader: Mad. J.-B. Maes-Polfliet, van Londerzeel, met vijf kinders.
245
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Nieuwe Tilburgsche courant, 19/9/1914 Haagsche courant, Nederland, 21 september 1914 Antwerpen, 18 Sept. Soldaten, hedenavond teruggekeerd uit Dendermonde bevestigen dat aldaar geen Duitschers meer zijn. Ook zijn er geen meer te Londerzeel. De Maasbode, Nederland, 17 september 1914 Het Volk: dagblad voor de arbeiderspartij, Nederland, 19/9/1914 De Jongste uitval uit Antwerpen. In de Antwerpsche “Volksgazet", het nieuwe partijblad, schrijft een der deelnemers aan den jongte uitval van een deel der Antwerpsche bezetting: „Woendagmorgen maakten wij deel uit eener patroelje, die op verkenning uit moest. In Londerzeel aangekomen, hadden we de eerste ontmoeting met een dertigtal Duitsche cyclisten. Daar wij maar tien man waren, was de strijd zeer ongelijk. Na eenigen tijd vechtens kregen wij versterking en moesten de Duitschers wijken. Een gekwetste was ons heel verlies. Woensdagnacht hebben we doorgebracht in de loopgraven te Londerzeel. Wat het zeggen wil met stormwind en plasregen, in de open velden te overnachten, kan men begrijpen. Wij zouden ook spoedig ondervinden dat het vechten in oorlogstijd niet altijd het gevaarlijkste en in verre na niet het lastigste werk is. Donderdag van vóór den dag aan de lucht kwam, begon de strijd. Een aanhoudend vuur werd door onze kanons en mitralleuzen losgebrand. Wij waren bij de reserve en mochten ons op het achterplan houden. Daar werd verteld dat in den morgen een kompagnie jagers beschoten werd uit boomen waar de Duitschers mitrailleuzen in geplaatst hadden. Die kerels maken versterkingen in de mikken der boomen en omhangen ze met kunstbladeren, om onze soldaten te verschalken. Dat is hun dan ook gedeeltelijk gelukt, want velen onzer jongens werden gekwetst, maar toen was het de beurt der boombewoners. Onze kanonniers waren verwittigd en op minder dan geen tijd lagen mitrailleuzen van Duitschers in de gracht. Het gevecht van Donderdag was voor ons zeer gelukkig. De vijand werd achteruitgeworpen en wij trokken tot voorbij Nieuwenrode, waar wij inderhaast nieuwe verschansingen groeven. Dit gelukte ons niet allerbest daar wij over geen voldoend materiaal beschikten, Toen rond 8 uur 's avonds, het was al pikdonker, het geschut ophield, konden wij flinke loopgraven maken. Donderdagnacht hielden wij de wacht. Hoe gevaarlijk dit is, is moeilijk te beschrijven. In elk geval zijn alle soldaten veel liever in den slag dan op wacht. De wind stak vreesclijk op en schudde de boomen zoo geweldig dat nu en dan takken braken. In de verte zag men den rossen gloed van brandende huizen en dan langs alle kanten drong het vervaarlijke gehuil van ronddolende honden door. Dit alles was nog kinderspel met wat nog komen zou. Rond elf uur ‘s avonds kwam een koe in wilde vaart op onze patrouille aangerend. Alleman sloeg op de vlucht. Dit verwekte een paniek van belang daar de andere soldaten meenden dat er verraad was en den vijand in 't zicht kwam. Het dolle beest werd afgemaakt en ieder trok weer terug naar zijn aangewezen post. Vrijdagmorgen begonnen wij den aanval van 3 ure ‘s morgens. De Duitschers beantwoorden ons geschut maar zwak. Toen het licht werd en wij alles goed konden onderscheiden, bemerkten wij dat de vijand in den nacht nieuwe versterkingen opgeslagen had. De slag werd dien dag met volle hevigheid voortgezet. De goeden moesten geen wonderen van dapperheid doen. Met ootmoed willen we zelf toegeven dat wij dezen oorlog meestal zitten voor „kiekenvleesch” en het hooge woord gevoerd wordt door het kanon en de mitrailleuzen. Hoe onze kanonniers schieten konden we niet nagaan, maar onze mitrailleuzen waren zoo knap bestuurd, dat de vijand er dwars verliezen door leed.
246
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Menigeen denkt zeker dat wij in zulken slag niets doen dan schieten. Daar is geen denken aan. Slechts dan, als de vijand boven de loopgrachten of verschansingen uitkomt mogen wij vuren en dan nog kunnen wij geen groote schade aanrichten. Van geweervuur zijn ook wij niet bevreesd, dat kwetst meest altijd maar. Erger zijn de schrapnells. Als die ontploffen in uwe omgeving dan is er veel kans dat ge naar de andere wereld verhuist. Voor die helsche moordtuigen hoeden we ons dan ook zooveel we kunnen. Vrijdag rond den middag had de vijand juist onze plaats als mikpunt gekozen en doodde dan ook twee en kwetste nog eenige andere kameraden. Het was dan een “sauve-qui-peut” in de loopgrachten. We stonden links en rechts van het mikpunt opgehoopt en al in al de vijand schoot nutteloos zijn kostelijken moorddadigen voorraad weg. Als de Duitschers dit bemerken dan doen zij het terrein verkennen door een vlieger of een vastliggende ballon. Onze oversten gebieden ons dan plat ter aarde te liggen en niet te verroeren. Komt de vlieger laag dan wordt hij neergehaald door de machinegeweren, blijft hij hoog dan kan bij niet bemerken waar we liggen. Dit zal vooral Vrijdag het geval geweest zijn, want toen geleken we meer op klompen kleiaarde dan op soldaten. De Duitsche mitrailleuzen hadden ons niet meer te pakken en, integendeel, konden wij eenige malen met kans van sukses vuren. Dit eentonig loopgrachtenlopen, dat elken dag 17 uren duurde, eindigde Vrijdagavond weer zonder dat we groote verliezen hadden. Wij waren mestnat en versteven van de koude toen we aftrokken. Velen kloegen reeds van gezwollen voeten en rhumatisme. Dien nacht hebben we (buiten ordenance) een paar uren in een paardenstal geslapen. Dat was de eerste rust die we hadden op de 60 uren dat wij in de Antwerpsche vesting waren. Zaterdag was het de dag van het kanon. Honderden schoten zijn gelost door onze veldartillerie. Sommige oogenblikken werden al onze kanons te gelijk afgevuurd. Dit geeft een oorverdoovende knal en doet den grond onder uwe voeten schudden. Wij lagen op de plaats der eenvoudige oorlogspiotten in de loopgrachten. We verveelden er ons geweldig, daar wij geen rookvoorraad meer hadden (een dokwerker kauwde al 3 dagen op dezelfde pruim) en geweldige regenvlagen ons nat maakten als waterhonden. Nu wij van honden spreken, moeten wij ook melden dat een flinke Dobberman ons regiment volgt op het slagveld. Als het kanon buldert huilt hij verschrikkelijk; trekken wij vooruit dan loopt hij kwispelstaartend voorop. Toen een onzer soldaten aan de hand gewond was, ging onzen vierpooter bij den gekwetste zitten en likte hem de hand, daardoor zijn medelijden willende betuigen. Het schijnt misschien belachelijk, maar die hond is voor ons een grooten troost op het oorlogsveld, hij krijgt dan ook overvloedige stukken van onzen halven grijzen. Zaterdagmiddag was het onze beurt om aan te vallen. De Duitschers moesten naar links wijken en in stormpas trokken we naar Eppeghem. Daar is de strijd in een echt hondenweer voortgezet, tot het pikdonker geworden was en opnieuw een akelige nacht aanbrak. Zondag begon het gevecht eerst om 9 ure en werd niet bestendig voortgezet. Men wankelde langs beide kanten. Er was iets onrustigs in dit gedurig ophouden van schieten. Dat wekt wantrouwen hij de troepen. Men vreest dan overvallen te worden. In den namiddag begonnen de Duitschers opnieuw geregeld te vuren. Onze troepen beantwoorden dat heel veel met de aanvallen der Duitschers. Rond 4 ure werden we plotseling met wars razernij in den linkerflank aangevallen. Dit was de nieuwe versterking die de Duitschers gekregen hadden. Dat bracht een oogenblik verwarring onder onze troepen, die echter spoedig hersteld was. De nieuwe vijand werd beschoten, maar was ons veel te machtig. Rond 5 ure zijn we moeten aftrekken. Gelukkig werd onzen terugtocht gedekt, want het was ons onmogelijk te loopen. We waren allen zoo stijf als planken van de dagen en nachten in het open veld doorgebracht te hebben. Al de soldaten klaagden meer van de koude en de ontberingen dan van het gevaar
247
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
doodgeschoten te worden. Het was dan ook tijd dat we konden gaan rusten, want eenigen onzer waren reeds zoodanig afgemat, dat wij ze moesten ondersteunen. Onze afdeeling heeft Zondagnacht de wacht nog gehouden in Ramsdonck en eerst Maandagmorgen zijn we weer onder dak gekomen te Willebroeck. De Nieuwe Gazet, 14 september 1914 Gisteren, Vrijdagnamiddag, kwam een Duitsche patroelje, in burgerkleeding dezen keer, tot in MaIderen en Londerzeel. Onze troepen, die deze slimmerikken verrasten, schoten er duchtig op los, verwondden er verschillende en namen er een krijgsgevangen, in de statie van Malderen. Gisteren waren de Duitschers in vollen aftocht over Assche, Zellick en Berchem Sint-Agatha. De spoorweg van Dendermonde naar Mechelen is reeds hersteld en waarschijnlijk zullen de treinen reeds opnieuw rijden, als gij dezen brief ontvangt. Gloucesterhire Echo, Engeland, 19 september 1914 Belfast News-Letter, Ierland, maandag 21 september 1914 The Scotsman, Schotland, 21 september 1914 Western Daily Press, Engeland, 21 september 1914 (Vertaald) Amsterdam, zaterdag – De Telegraaf meldt dat de Duitsers Dendermonde en Londerzeel geëvacueerd hebben. Gazet van Antwerpen, 23 september 1914 Verleden week hield de krijgsraad der 5e divisie zitting op het Gemeentehuis van Ruysbroeck. Vier kanonniers stonden terecht om in Londcrzeel hun batterij verlaten te hebben in 't zicht van den vijand. Dank den heldenmoed van twee officieren en eenige manschappen ging het kanon niet verloren. De vier kanonniers werden veroordeeld tot 15 jaar dwangarbeid. We zijn in oorlogstijd, moet ge weten. Limburger koerier, Nederland, 25 september 1914 Gazet van Mol - 26/9/1914 De Kempenaar - 26/9/1914 Streng vonnis. De krijgsraad van de 5e legerdivisie heeft op 16 deser eene zitting gehouden in het gemeentehuis van Ruysbroeck. Tusschen eenige soldaten, die beschuldigd waren van kleine overtredingen, waarvan zes vrijgesproken, twee verzonden naar het tuchtkorps, en eenige andere tot een jaar gevangenis werden veroordeeld, verschenen ook vier artilleristen, die, krachtens eene wet van 1799 veroordeeld werden tot 15 jaar dwangarbeid. Hun misdrijf bestond hierin dat zij, op 2 augustus (! kan niet juist zijn. De oorlog is maar op 4 augustus begonnen, 24 augustis lijkt logischer), te Londerzeel, een kanon verlieten, zonder poging te doen, het meester te blijven. Het kanon viel, dank aan de moed van twee officieren en eenige dapperen, niet in handen van den vijand. (Hdb.22 Sept.) Verduidelijking - In zijn boek ‘In Oorlogstijd; verzameld werk deel 2, blz. 1235’ schrijft Stijn Streuvels: “De Krijgsraad van de 5de legerafdeling vergaderde in het gemeentehuis van Ruisbroek. Een aantal soldaten verscheen voor den raad onder betichtingen van allerlei aard. Vier kanonniers werden veroordeeld tot 15 jaar dwangarbeid, om bij het gevecht te Londerzeel een kanon verlaten te hebben, zonder te pogen het terug te nemen. Dank aan de dapperheid van 2 officieren, viel het kanon niet in handen van den vijand.” Streuvels vermeldt geen datum maar dat het wel degelijk op 24 augustus 1914 (Slag van Imde) was wordt aangetoond door het volgende fragment op blz. 43 van ‘De Grote Oorlog in de Regio Londerzeel’ van Louis De Bondt en Francis Hallemans.
248
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
“Om 16 uur trokken batterijen 88 en 89 zich onder hevige beschieting via Kaaskantmolen
terug naar Londerzeel; batterij 90 volgde vijf minuten later. Daarbij werden, enkele tientallen meter ten zuiden van Kaaskantmolen, 3 mannen en 9 trekpaarden gekwetst. Eén paard werd doodgeschoten en in de verwarring die daarop volgde, werden 3 kanonnen en 2 munitiecaissons achtergelaten. Kort daarna werden ze door onderluitenant Fürst en enkele mannen van goede wil opgehaald.” Het Volk, 26 september 1914 Men schrijft uit Ninove: Sedert vrijdagmorgen hoort men het kanon geweldig en onophoudend donderen in de verte, 't Is van rond 4 ure reeds dat men de doffe slagen hoort in de richting van Merchtem. Londerzeel en Buggenhout. Een groote slag is bezig. Sedert vrijdagmorgen is de duitsche staf te Hal. Hij bezet de lokalen der statie en een dichtstaande hotel. Vooruit, 28 september 1914 Lijst der vluchtelingen welke in de gemeente Syngem onderkomen genieten: ... De Meyer Leonard, Londerzeel ... Vooruit, 29 september 1914 Gemeente Gentrode, opgenomen vluchtelingen ... Verlinden Jan-Frans, zijne vrouw Vanden Brande Maria-Virginia en kinderen Jozef, MariaLudovica, Frans en Joanna-Leonia, Londerzeel ... Daily Record, Engeland, 1 oktober 1914. Vertaald. De belegering van Antwerpen. Hevige gevechten worden geleverd op 10 mijl afstand van Antwerpen en de belegering van de stad schijnt begonnen te zijn. De Duitsers schijnen hun geschut geplaatst te hebben op een cirkelvormige lijn in het zuidwesten, door Londerzeel, Kapelle-op-den-Bos en Heist-op-denBerg.... Het Nieuws van den dag: kleine courant, 1/10/1914 Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant, Nederland, 1 oktober 1914 Het nieuws van den dag: kleine courant, Nederland, 1 oktober 1914 De beschieting van Lier en Willebroeck. Berichten uit Lier toegekomen, melden dat de Duitschers het bombardement begonnen op signalen, gegeven uit een vliegtuig, een tweedekker, dien ieder eerst voor een Belgisch tuig aanzag. Dat moet rond 7 ure geweest zijn. De Duitschers schoten over het fort henen dat de stad beheerscht. Bommen vielen nabij het kerkhof, op het militaire gasthuis, dat naar het schijnt gedeeltelijk in brand vloog, én waar men in allerhaast de gekwetsten uit verwijderde. Het fort, en ook het fort van Kessel beantwoordden 't vuur der belegeraars met veel kracht en brachten het reeds vóór den middag tot zwijgen. De verdediging werd daarenboven dapper gesteund door de forten van Waelhem en Waveren-St.-Catherina. Ook Willebroeck werd heden door de Duitschers aangetast. Ten 1 uur begon de beschieting van het fort, evenals dat van Breendonck. Bommen vielen op de spoorwegstatie en op het gasthuis. De vijand had zijne stellingen te Tisselt, Kapellen-ten-Bosch en Londerzeel. De Zusters moesten naar Antwerpen vluchten met een zeventigtal kleine weeskens, waaronder er zijn die nauwelijks loopen kunnen. Eenige nonnekens bleven achter om de zieken en de gekwetsten te verzorgen. Te Willebroeck schoot men op het gasthuis, ofschoon de roode vlag er duidelijk op zichtbaar was.
249
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Le Siècle, Frankrijk, 3 oktober 1914 (Vertaald) Het enige resultaat van de eerste 2 dagen van de belegering van Antwerpen is dat de bevolking van Heist-op-den-Berg, Tisselt, Kapelle-op-den-Bos en Londerzeel, waar de Duitsers, evenals in de omliggende dorpen, hun kanonnen opgesteld hebben, naar deze stad zijn gedreven. Nieuwe Rotterdamsche courant, 7/10/1914 Het Nieuws van den dag voor Nederlandsch Indië, 24/11/1914 Men schrijft: Onder de te Breda aangekomen vluchtelingen bevinden zich elf oude Ursullinnen uit het klooster te Londerzeel, bezuiden Brussel. Zij hadden zich bij de nadering van de Duitschers in den kelder verborgen, daar zij niet meer konden vluchten. Enkele dagen hebben zij zoo doorgebracht, totdat het klooster boven hun hoofd in brand gestoken werd en zij te voorschijn moesten komen, Haar werd toegestaan naar Nederland te vluchten. Thans zijn zijn in het gasthuis te Breda onder dak gebracht. Voortdurend komen te Breda vluchtelingen aan. Tilburgsche courant, 8/10/1914 Nieuwe Tilburgsche Courant, 8/10/1914 Algemeen Handelsblad, Nederland, 8 oktober 1914 De Standaard, Nederland, 9 oktober 1914 Apeldoornsche courant, Nederland, 10 september 1914 Uit Breda. Onze corespondent te Breda schrijft: Het mag wel eens vermeld worden hoe bijzonder gastvrij het Sint Lucia-gesticht te Princenhage bij Breda zijne deuren openzet voor al wie uit België gevlucht, onderdak moet vragen. Onverwachts stonden Dinsdagmiddag 29 geestelijke zusters der orde Clarissen uit de La Moriniore-straat te Antwerpen met haren directeur voor de deur van bovengenoemd gesticht, waar zij allerhartelijkst werden opgenomen... Een zestiental geestelijke zusters van het Augustinessen-gasthuis uit Lier vonden eveneens in het St. Lucia-gesticht liefderijke opname. Zij zijn de laatsten. die dit geteisterde plaatsje verlieten... ... Ook dertien zusters Ursulinen uit Londerzeel bij Mechelen kwamen Dinsdagmiddag te Breda aan. Haar klooster is totaal vernield. Het lag niet in de bedoeling dit klooster te beschieten, maar ter plaatse van het klooster was juist een samentreffen. Er waren 56 zusters; de pensionitaires waren vertrokken. Geheel het klooster was een ziekenhuis; honderden gewonden werden ingebracht; duizenden militairen zijn er gedurende den oorlog gehuisvest. Plotseling werd de kerktoren gebombardeerd. Verscheidene vluchtten, de zieken en ouden van dagen werden in de kelders gebracht. Opeens stond alles in lichterlaaie. Toen hebben de Belgische soldaten zich kranig geweerd door met ware doodsverachting de zieken en gewonden uit de vlammen te halen, en op bedden in karretjes te leggen. De droeve stoet bracht het den eersten nacht tot Londerzeel St. Joseph. Daarna bereikten ze den anderen dag te voet Purse, de sterksten reden de wagentjes met zieken en zwakken voort. De zusters van het Ursulinenklooster te Pürse waren gevlucht. Drie dagen bleven de zusters uit Londerzeel in dat klooster; ook van daar werden ze verdreven. De trein bracht haar naar Borgerhout, van daar zou de moederoverste met 35 zusters naar Engeland vertrekken, doch er liep geen trein naar Ostende. Evenmin was daar een boot naar Engeland. Middelerwijl waren de overige zusters naar Roozendaal vertrokken en van daar naar Breda, welke plaats zij morgen weer verlaten. Al deze vluchtelingen zijn vol dankbaarheid voor de liefderijke ontvangst in Nederland, dat zoo gul en gastvrij allen opneemt en verzorgt voor wie op eigen bodem geen veilige plaats meer is. Van gisteravond wordt ons geseind: “Breda wordt ten gevolge van het bombardement op Antwerpen overstroomd door vluchtelingen”.
250
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
De Tijd: godsdienstig-staatkundig dagblad, Nederland, 8/10/1914 Daar zijn ook nog 13 zusters uit Londerzeel. Zij waren met 56, haar pensionnaires waren vertrokken en ze verpleegden honderden zieken. Toen er rond haar huis gevochten werd hebben de Belgische soldaten met ware doodsverachting de gewonden uit het brandend klooster gered en in karren weggereden tot Purse, waar een klooster ledig stond en de Zusters met haar patiënten dachten te blijven. Maar ook vandaar werden ze na drie dagen verdreven. De Moeder-overste zou met 35 Zusters naar Engeland trachten over te steken, maar de overigen gingen naar Breda; vandaag zouden ze vandaar weer vertrekken. Ook in tal van andere plaatsen zijn religieuzen opgenomen, o.a. te Bermebroek een 8-tal. Western Mail, Wales, 9 oktober 1914. Liverpool Echo, Engeland, 9 oktober 1914. The People, Engeland, 11 oktober 1914. (Vertaald). 13 zusters Ursulinen zijn, nadat hun klooster bij Londerzeel, vernield werd, aangekomen in Breda. Er waren 56 nonnen in het klooster die enkele honderden gewonden verzorgden. Tijdens het gevecht bij Londerzeel werd hun gebouw gebombardeerd. Vele van de minder erg gekwetsten sloegen op de vlucht, de andere werden voorzichtig naar de kelders gedragen. Maar plotseling stond het hele gebouw in brand en de Belgische soldaten repten zich er doorheen en wisten al de lijdenden naar buiten te brengen. Zij werden in wagens geladen en naar een veilige plaats gebracht. De nonnen brachten de volgende nacht door in Londerzeel SintJozef. Dan gingen ze per trein naar Borgerhout van waaruit moeder overste en 35 zusters Oostende hopen te bereiken en de boot naar Engeland te nemen. In Breda werden ook nonnen van het Sint Augustinus hospitaal uit Lier opgevangen. Algemeen Handelsblad, 12/10/1914 In Van onzen Tijd vonden wij een gedicht, een “priesterstem uit den oorlog”, uit Londerzeel in het arr. Brussel aan de redactie toegezonden, en gedateerd 18 September; wij doen die stem van den priester Jan Hammenecker hier klinken: Ik wil uit dankbaarheid eenvoudig nederschrijven, Dat midden oorlogswee, dat midden vlam en vuur, Dat midden nood en dood, oh God! tot op dit uur In dit mijn menschenhart Uw hemelvreê wou blijven; Waar zal de weerwolf ons, Uw schapen, henendrijven? Uit huis en heiligdom, uit keld'ring, stal en schuur, Uit 't Vaderland? - het is al eender, maar de muur Van Uw bescherming sterk zal eeuwig, Heer, beklijven. Behoud in ieder hart. oh God! dit is mijn bede 't Genot dier zaligheid, bij Uwe komst beloofd Door Bethlem's eng'lenzang: Uw vrede, vrede, vrede! Dan zullen de Uwen al met vroom geheven hoofd Al verder gaan, en waar ze gaan bij elke trede Toch stamelen: De.Naam des Heeren.zij geloofd! Rotterdamsch Nieuwsblad, 13/10/1914 Door een shrapnell. In het Ziekenhuis werd Zaterdagavond ter verpleging opgenomen de 8-jarige Henri De Bont, gewoond hebbende te Londerzeel (België), die bij het verlaten van Antwerpen door het 251
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
springen van een shrapnell een ijzersplinter tegen den linkerbovenarm had bekomen, tengevolge waarvan deze ernstig verwond werd. Middelburgsche Courant, 14/10/1914 Joseph Kerremans, Londerzeel, Uwe familie bevindt zich te Rotterdam, Jacobusstraat 17. De Maasbode, Nederland, 14 oktober 1914 Frans den Dekker uit Malderen, Brabant, België, wordt gezocht door zijne vrouw Marie Pauwels en 4 kinderen. Adres: Liefdegesticht, Veghel. De Courant, Nederland, 22 oktober 1914. ... Petrus Jacobus Meys en zijn vrouw Theresia Piessens van Steenhuffel, Haan, en zes kinderen zijn te Gietelo, gemeente Voorst (Gelderland), kreeg graag bericht omtrent zijn broeders... Rugby Advertiser, Engeland, 24 oktober 1914. Een zeer interessant verhaal, dat zelfs de meest apathische persoon zal verontwaardigen, werd aan onze correspondent verteld door één der zusters Ursulinen die zorg dragen voor de vluchtelingen en voor hen optreden als tolk. Hun klooster lag in Londerzeel, een dorp tussen Dendermonde en Mechelen, en van groot strategisch belang omdat van daaruit wegen en spoorlijnen naar Antwerpen, Brussel, Aalst, Dendermonde, Mechelen en Leuven leiden. Op 25 augustus, toen de Duitsers naar Antwerpen probeerden op te rukken, werd er bij het dorp hard gevochten waarbij de Duitsers wonnen. De Belgen bleven evenwel nog 10 dagen in Londerzeel en konden op 4 september weerwraak nemen tijdens gevechten tussen Kapelle-op-den-Bos, Ramsdonk en Breendonk, dat is de buitenste Antwerpse verdedigingsgordel. In dat gevecht dat door de Belgen gewonnen werd, hebben, naar men zegt, de Duitsers 3000 doden op het slagveld achtergelaten, 4000 werden gewond en velen werden gevangen genomen. Tweehonderd van de Duitse gewonden werden in hun klooster binnen gebracht. Razend vanwege hun nederlaag staken de Duitsers het dorp van Kapelle-op-den-Bos in brand. Dan keerden de invallers terug naar Londerzeel en na het eerste huis dat ze tegen kwamen met petroleum overgoten te hebben, staken ze het in brand en dansten en zongen ze er rond gedurende vele uren tot laat in de nacht. De kloosterzuster die ooggetuige van deze vreemde manier van handelen was, beschreef het als extreem verschrikkelijk en zei dat de Duitsers er allemaal uitzagen als duivels. De vijand was verplicht om de volgende dag, door de aankomst van het Belgische leger, en tot grote vreugde van de geterroriseerde inwoners, het dorp te ontruimen. De Duitsers moesten daarna 4 weken op versterking wachten en kwamen op 27 september terug. De nonnen hoorden de bombardementen van de Duitse en Belgische troepen die de wegen bezetten maar wisten niet dat hun klooster onder vuur kwam te liggen. Op de middag adviseerde een Belgisch soldaat hen evenwel om onmiddellijk op de vlucht te slaan omdat het mogelijk was dat het klooster gebombardeerd zou worden. De Toewijding van de nonnen. Omdat er verschillende zieke zusters in het klooster waren, beslisten de nonnen om te blijven tot hun koets zou komen die ze aan de autoriteiten hadden geleend. Toen die er om 17 uur nog niet was en een hevig bombardement het klooster in vlammen had gezet, werden ze toch verplicht om te vluchten terwijl ze de zieke bewoonsters in kleine draagbaren droegen.
252
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Vanwege de vele gevaren was het nodig om een grote omweg te maken en daarom duurde het een uur om een afstand te overbruggen waar onder gewone omstandigheden maar 10 minuten voor nodig waren. De schrapnels vielen op de gebouwen toen ze door de straten liepen. De nacht werd doorgebracht op de vloer van een school. De volgende dag moesten ze weer verder en droegen ze de zieke zusters gedurende 3 uren naar een door de Ursulinen verlaten klooster waar ze een aantal gewonde Belgische soldaten hebben verzorgd. Het succes van de oprukkende Duitsers dwong de zusters opnieuw om verder te trekken naar Antwerpen dat ze moesten verlaten toen de Duitse Zeppelins de stad kwamen bombarderen. Sommigen kwamen naar Engeland en anderen gingen naar Holland. Twee verlamde zusters werden in het Sint-Pieters hospitaal in Antwerpen achtergelaten en over hun lot is tot dusver niets geweten. Toen ze in Engeland arriveerden vroeg kardinaal Bourne hen om zich te spreiden en om voor de vluchtelingen te zorgen. Duitsers gebruiken Dumdum kogels. De kloosterzuster vertelde dan verder over de wreedheden van de Duitse troepen die ze met eigen ogen had gezien. De nonnen van Londerzeel hebben vanaf het begin van de oorlog Belgische soldaten verzorgd. Daarbij waren er verschillende die door dumdum kogels waren verwond. Een jongen had een kleine wonde in de arm waarlangs de kogel binnengekomen was maar een veel grotere waar hij er weer was uitgekomen. In enkele gevallen hebben de Duitsers de Belgische soldaten ontkleed en hen gedwongen om alleen in onderbroek voor de Duitse troepen uit te stappen om te beletten dat de Belgen hen zouden beschieten. Eén man, die deze verschrikkelijke belevenis had meegemaakt was praktisch gek toen hij in het klooster kwam nadat hij 24 uur lang door weiden en struiken had moeten kruipen. Bij een andere gelegenheid namen de Duitsers 3 jongens gevangen die een boerderij poogden te blussen die de invallers in brand hadden gestoken en dwongen hen voor hen uit te lopen. Eén van de jongens werd gedood, een andere erg in de arm gewond en door de zusters in het klooster verzorgd. ... Gelukkig was geen van de nonnen zelf door de Duitsers gemolesteerd wat ze ongetwijfeld te danken hadden aan het feit dat ze hun gewonden moesten verzorgen. In Londerzeel werden wèl 4 priesters gevangen genomen. Eén van hen, de eerwaarde heer De Weert, was gevaarlijk ziek maar 3 Duitsers liftten hem uit zijn bed. Op verzoek van de plaatselijke apotheker werd hij vrij gelaten maar de schok was zo groot geweest dat hij een paar dagen later overleed. Nieuwe Tilburgsche Courant, Nederland, 30 oktober 1914 ... Wie kan inlichtingen verschaffen nopens het klooster der Ursulinen van Londerzeel... Uit de ‘Rugby Advertiser’ een krant uit Engeland, van 31 oktober 1914. (Vertaald uit het Engels): Een andere familie Belgische vluchtelingen, Florent Goossens (38), zijn vrouw Louise Goossens-Heyvaert (40), en hun kinderen Irma (14), Frans (10), Maria (6), en Joseph (3) arriveerden verleden zaterdag in het Newton House. De man was hovenier, koetsier en manusje van alles in het Ursulinenklooster te Londerzeel, waartoe verschillende nonnen, die nu de vluchtelingen in Newton helpen verzorgen, behoorden. Sedert de aankomst van de Duitsers in België heeft hij een aantal opwindende avonturen moeten trotseren.
253
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Met de hulp van één der zusters als tolk vertelde hij onze correspondent dat de Duitsers op 4 september in een bloedig gevecht te Kapelle-op-den-Bos, een klein dorp bij de buitenste fortengordel van Antwerpen, door de Belgen verslagen waren. Tweehonderd Duitse gewonden werden naar het klooster van Londerzeel gebracht en, op vraag van de moeder overste, gaf de Duitse officier van dienst de tuinman een pas om in het dorp verschillende operatiegereedschappen, verdovingsmiddelen en medicijnen voor de gewonden te kunnen gaan kopen. Toen hij op straat kwam werd hij echter door een Duitse majoor aangesproken en bevolen om de handen omhoog te steken. In plaats van onmiddellijk te gehoorzamen probeerde hij evenwel om het paspoort uit zijn vestzak te halen, waarna de Duitse soldaten hem met hun geweren en sabels ‘bewerkten’. Hij toonde hen zijn permissie en vroeg de majoor om het te bekijken. Diens enige reactie was echter “Als ge niet stil zijt, snij ik uw kop eraf”. Goossens, verschillende priesters, 2 andere werkmannen van het klooster en nog andere mannen, samen meer dan 20 mensen uit het dorp, moesten dan een half uur lang met de handen in de lucht blijven staan, waarna ze in enkele kippenstallen werden opgesloten. De nonnen van het klooster weigerden om de Duitse gewonden nog verder te verzorgen tot de priesters, de hovenier en de andere werkmensen vrijgelaten werden. Uiteindelijk stemde de Duitse majoor daarmee in. Daarna, toen de tuinman naar het dorp om boodschappen ging, werd hij door een Duitse soldaat begeleid. De Duitsers hielden hem nog druk aan het werk en op een zekere dag werd hij gedwongen om hen naar verschillende dorpswinkels te vergezellen en om hen daar 200 ponden rijst, 241 ponden koffie, melk en andere dingen te helpen stelen. Hij zag de Duitsers ook vee en kippen van boeren in de buurt ontvreemden. Ook zijn eigen woning werd bezocht en al het keukengerei en beddengoed werd meegenomen. Na een serie opwindende avonturen en ternauwernood-ontsnappingen, lukte het Goosens om het nonnenklooster te bereiken en hen en zijn familie vermoeid en mits vreselijke ervaringen, te voet naar Puurs, een plaats binnen de Antwerpse fortengordel, te brengen. Zelf keerde hij daarna terug naar het klooster en zijn eigen huis om er een aantal achtergelaten dingen te gaan halen. Bij aankomst constateerde hij echter dat driekwart van de kloostergebouwen was afgebrand en dat de rest nog in lichterlaaie stond. Toen hij nog enkele gereedschappen uit de kelders wilde halen begonnen de Duitsers het klooster opnieuw te bombarderen. Vanwege het vallen van de muren, de daken en bomscherven was hij verplicht om de ruïnes van het klooster te ontvluchten. Hij ging terug naar de nonnen en samen met hen en zijn familie bereikte hij Antwerpen en Engeland daarna. Nog meer wreedheden. Toen hij nog in Londerzeel was, werd de dochter van zijn vriend Van Spreet, die getrouwd was met een Belgisch soldaat, door Duitse soldaten voor de ogen van haar ouders, die hem het voorval vertelden, verkracht. De mannen van Londerzeel-Berg werden in de Bergkapel opgesloten en de vrouwen en de meisjes werden door de Duitsers poedelnaakt door de straten gejaagd. Goossens is zeer gelukkig in zijn nieuwe huis en is de Engelsen zeer dankbaar voor de gastvrijheid en vriendelijkheid die ze hen allen hebben betoond.
254
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Toen hij zijn verhaal beëindigd had voegde de zuster er nog aan toe: “Het is zo vredig hier en het lijkt wel een andere wereld. Het lijkt mij allemaal een verschrikkelijke droom. Ik vrees dat ik, als we ooit terug naar België zouden kunnen keren, de aanblik van de ruïnes van ons geliefde klooster, niet zal overleven.” .... Volgende week wordt er nog een kloosterzuster uit Londerzeel verwacht, waardoor het aantal vluichtelingen in Newton House (samen met 5 vrouwen, 6 kinderen en 4 babies uit Aarschot en omgeving) op 49 zal komen. De Telegraaf, Nederland, 31 oktober 1914 De Courant, Nederland, 31 oktober 1914 M. Dionys-Janssens uit Mechelen, Oranjeplein A30, Oostsburg, zoekt ouders, broeders en zusters van Londerzeel (Berg). Nieuwe Tilburgsche Courant, 1/11/1914 De zusters Ursulinen van Londerzeel, 16 in getal met de Assistante, zijn sedert 10 dagen in Venray. De Overste met de rest van de zusters is in Engeland. ‘t Klooster schijnt verwoest te zijn. Gelieve voor meerder nieuws te bevragen aan de Zusters bij de Ursulinen te Venray. De Courant, Nederland, 5 november 1914 Charles van Molle- Brosens, Paredisstraat 8 Roermond, zoekt de familie Antoon Brosens, uit Londerzeel. Rotterdamsch nieuwsblad, Nederland, 11 november 1914 Inlichtingen gevraagd van Hortense Pieters en haar 2 kinderen Albert en Yvonne. Mad. Cesar de Doncker-Pieters uit Sint-Amands en wonende te Londerzeel (West). Adres: Buxton Spring Garden straat (Engeland). Cesar de Doncker, soldat 5e Ligne 3/1. De Courant, Nederland, 13 november 1914. René Vlaminck van Antwerpen, thans Zaanstroom IJmuiden, zoekt zijn ouders Aloïs Vlaminck en broeders Leon en Frans Vlaminck en zuster Eugenie van Waesmunster, René de Beul van Hamme en fam. Van Steen, van Steenhuffel en Karel van der Steen. De courant, Nederland, 19 november 1914 Maria Callaerts van Capelle op den Bosch, thans te Paterswolde bij Groningen, vraagt inlichtingen omtrent hare ouders Louis Callaerts en Rosalie de Nuver, wonende te Londerzeel, gehucht Linde. Mansfield Reporter, Engeland, 20 november 1914 (Vertaald) Belgiscce vluchtelingen, 3de lijst met adressen Mansfield en district: Pilogie Claissins (77) uit Malderen, in het Convalescent House. Bataviaasch nieuwsblad, 23 november 1914 Ook dertien zusters Ürsulinen uit Londerzeel bij Mechelen kwamen Dinsdagmiddag te Breda aan. Haar klooster is totaal vernield. Het lag niet in de bedoeling, dit klooster te beschieten, maar ter plaatse van het klooster was juist een samentreffen. Er waren 56 zusters; de pensionnaires waren vertrokken. Geheel het klooster was een ziekenhuis; honderden gewonden werden ingebracht; duizenden militairen zijn er gedurende den oorlog gehuisvest. 255
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Plotseling werd de kerktoren gebombardeerd. Verscheidene vluchtten, de zieken en ouden van dagen werden in de kelders gebracht. Opeens stond alles in lichte-laaie. Toen hebben de Belgische soldaten zich kranig geweerd door met ware doodsverachting de zieken en gewonden uit de vlammen te halen, en op bedden in karretjes te leggen. De droeve stoet bracht den eersten nacht tot Londerzeel St. Joseph. Daarna bereikten ze den anderen dag te voet Purse, de sterkstcn reden de wagentjes met zieken en zwakken voort. De zusters van het Ursulinen-klooster te Purse waren gevlucht. Drie dagen bleven de zusters uit Londerzeel in dat klooster; ook van daar werden ze verdreven. De trein bracht haar naar Borgerhout van daar zou de moeder-overste met 35 zusters naar Engeland vertrekken, doch er liep geen trein naar Ostende. Evenmin was daar een boot naar Engeland. Middelerwijl waren de overige zusters naar Roozendaal vertrokken en van daar naar Breda, welke plaats zij morgen weer verlaten. Al deze vluchtelingen zijn vol dankbaarheid voor de liefderijke ontvangst in Nederland, dat zoo gul en gastvrij allen opneemt en verzorgt, voor wie op eigen bodem geen veilige plaats meer is. Het nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië, 24 november 1914 Onder de te Breda aangekomen vluchtelingen bevinden zich elf oude Ursulinen uit een klooster te Londerzeel, bezuiden Brussel. Zij hadden zich bij de nadering van de Duitschers in den kelder verborgen, daar zij niet meer konden vluchten. Enkele dagen hebben zij zoo doorgebracht, totdat het klooster boven hun hoofd in brand gestoken werd en zij te voorschijn moesten komen. Haar werd toegestaan naar Nederland te vluchten. Thans zijn zij in het gasthuis te Breda onder dak gebracht. Het Volk, 26 november 1914 De krijgsgevangenen in Duitschland - Belglsche soldaten gevangen genomen te Luik. Men verwittigt de familie der soldaten wier namen volgen, dat zij in het begin van September te Luik werden krijgsgevangen genomen en door Duitschland werden overgevoerd. Het zijn : ... Brusselmans, Londerzeel, 9e Linie 3/2. Het Vlaamsche Nieuws/Vlaamsche Gazet, 5, 22, 29, 31 december 1914, 6, 13, 18 januari 1915 Belgische soldaten krijgsgevangen in Duitschland Bogaerts Frans, 1e Linie ¼, Londerzeel Smeesters, 4e Linie ¾, Londerzeel Demul Jan, 10e Linie, Londerzeel De Wolf Victor, 3e Jagers te voet, Londerzeel Van den Eenden K., 2e Jagers te paard, Londerzeel Van Houwer Jos, 1e Lanciers, Londerzeel Van den Eynde P. Grenadier, Londerzeel Grandry Frederik, 11e Linie, Londerzeel Campo Jan, bereden artillerie, Londerzeel Vooruit, 29 november, 6, 7 en 8 december 1914 Belgische soldaten opgesloten in Holland. Opgesloten te Assen: Keymeulen Gaston, Londerzeel, Batterij Vestingsartillerie, brigadier De Bondt Jean Louis, Londerzeel, Batterij Vestingsartillerie Vanden Troos, Pieter, Londerzeel, Batterij Vestingsartillerie ...
256
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Opgesloten te Amersfoort: Wyns Corneille, Londerzeel Broothaers Philippe, Londerzeel, 3e Jagers te Voet Meert Jean, Londerzeel, 3e Jagers te Voet Maes Jan, Londerzeel, 3e Jagers te Voet Verspreet Joseph, Londerzeel, kaporaal, 3e Jagers te Voet Broothaers Emile, Londerzeel, 6e Linieregiment (vestings-) Callaerts C., Londerzeel, 6e Linieregiment (vestings-) De Vadder, Malderen, 6e Linieregiment (vestings-) De Schauwer Pieter, Londerzeel ... De courant, Nederland, 1 december 1914 Jean Leonard van den Eerde, 1e Linieregiment, 4e bataljon, 3e comp., die zich te St. Omer Capelle, Frankrijk, bevindt, zoekt zijn familie uit Malderen, Steenhuffelstraat 10-11, thans vermoedelijk in Nederland La Gironde, Frankrijk, 6 december 1914 (Vertaald) De Duitse wreedheden in Mechelen – Le Havre, 5 december. Commandant De Winter, verbonden aan het oppercommando van de 1ste gemengde brigade, schreef het volgende verslag over een reeks wreedheden die de Duitsers pleegden in de omgeving van Mechelen. “Op 25 augustus 1914 heb ik zelf vastgesteld dat Belgische gewonden van het 3de regiment Jagers te Voet afgemaakt werden door de Duitsers die hun kop hadden verbrijzeld met de geweerkolf of de hiel. Deze feiten gebeurden in het park van het kasteel van Impe, tussen Londerzeel en Wolvertem. Op 18 september 1914 werden 2 kinderen van 6 en 8 jaar, die van Nieuwpoort naar Ramsdonk gingen, door een Duits soldaat voor de ogen van hun moeder gedood. Een andere soldaat stampte de stukjes hersenen die op de weg gespat waren plat. Dàt werd de 18de september te Willebroek opgeschreven door de generaal-commandat van de 1ste gemengde brigade. Op 17 september verdreven de Duitsers alle mannelijke inwoners uit Humbeek. 2 Jonge meisje hebben ze, voor de ogen van de dorpspastoor, meerdere keren kwaadaardig aangerand. Deze feiten werden op 18 september eveneeens genoteerd. Omstreeks dezelfde tijd werden de vrouwen van Wolvertem en Londerzeel volledig ontkleed in de kerk. Een aantal onder hen werd vervolgens kwaadaardig aangerand, en allemaal zijn ze naakt weg moeten gaan. Het nieuws van den dag: kleine courant, 30/12/1914 Aan Jean Vergaelen van Londerzeel. Uwe Vrouw en Kinderen bevinden zich veilig te Ruinerwold.
Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant, 16 januari 1915 Centraal Bureau, Anvers - Lijst van onbestelbare Brieven en Briefkaarten. J. de Bondt, Malderen.
257
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Uit ‘La Croix’ een Franse krant van 9 februari 1915 (Vertaald uit het Frans). Hoe zij de kerken respecteren. De Duitsers beperken zich niet tot het bombarderen, afbranden en beroven van de kerken; ze onteren ze. Ziehier een schandalig feit waarvan een reiziger, aangekomen uit België en absoluut geloofwaardig, mij op de hoogte bracht. Van zodra de Duitse soldaten in Steenhuffel, een dorp in Brabant, arriveerden, werden alle inwoners gevangen genomen. De mannen werden door een sterke escorte tot Grimbergen, aan de poorten van Brussel, meegevoerd. De vrouwen en de jonge meisjes werden opgesloten in de kerk waar op de poort een groot opschrift met het woord “Cinema” werd gespijkerd. Drie dagen en drie nachten lang leverden de soldaten – wat een schande! – zich in de tempel over aan een afschuwelijke sabbat waar de ongelukkige gevangenen het slachtoffer van waren. Belgisch Dagblad, Nederland, 22 april 1916. De Gotteshallen dreunden inderdaad van Duitsche geluiden, toen de Duitsche onverlaten tot driemaal toe de kerk van Aerschoot in brand wilden steken, toen de bandieten van Man en Teufel te Leuven de St. Peterskerk deden opvlammen, en andere “Godskrijgers” te Steenhuffel bij Londerzeel de vrouwen in de kerk opsloten, er het woord Bioskoop of Kinema op schreven en er twee dagen en twee nachten in orgiën doorbrachten. Dit feit is nog niet door de officieele Belgische rapporten vermeld, doch het is echt. De Volksstem, Aalst, 13/2/1915 Lijst der gesneuvelde Belgische soldaten te Leuven en omstreken ontgraven: April P.J. 5e Linie nr. 53909 geb. Londerzeel Gesneuveld: Herent De Bondt A. 6e Linie nr. 71920 geb. Londerzeel Gesneuveld: Wilsele De Volksstem, Aalst, 13 februari 1915. Een edel werk. - Een Antwerpsch konfrater brengt hulde aan de onvermoeibare opoffering van Mej. Orianne, die de slagvelden van Londerzeel, St. Jozef-Londerzeel, Breendonck, Thisselt, Heffen, Malderen, enz. bezocht, om er de plaatsen te ontdekken, waar onze soldaten gevallen en begraven zijn. Daarbij bepaalt zich nog de taak niet welke Mej. Orianne zich voorgeschreven heeft. Door hare zorgen worden de ontgraven lijken gekist en naar de kerkhoven gebracht, waarbij zij in een deftiger graf gelegd worden. Al de voorwerpen welke op de dooden gevonden worden, worden zorgvuldig en godvruchtig verzameld en geklasseerd. In een bijzonder boek worden al de noodige aanteekeningen gedaan, om later de juiste plaats te weten waar deze of gene soldaat begraven ligt. Reeds meer dan 200 lijken zijn kunnen herkend worden en op het slagveld van St. Jozefs-Londerzeel, waar een hevig gevecht geleverd werd, heeft Mej. Orianne een gedenkteekon doen oprichten. Daar de kosten voor die ontgravingen, kisten enz., vrij hoog oploopen, doet de Antwerpsche konfrater een oproep tot eenige edelmoedige zielen, om Mej. Orianne in staat te stellen hare edele onderneming voort te zetten. Binnen eenige dagen zal de lijst der gedoode officieren en soldaten, door Mej. Orianne ontgraven, in de dagbladen afgekondigd worden.
258
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Gazet van Antwerpen, 14 februari 1915 Het Volk, 17 februari 1915 Vooruit, 18 februari 1915
259
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Opmerking: er is geen tweede lijst. Gazet van Antwerpen, 18 februari 1915 Gesneuvelde soldaten De vader van eenen soldaat stuurt ons eenige min of meer gegronde opmerkingen naar aanleiding van het feit, dat menige gesneuvelde soldaat, door de zorgen van Mej. Orianne ontgraven en op 't kerkhof van Londerzeel ter aarde besteld, als onbekend wordt opgegeven. Dit onbekend blijven komt hierbij, dat die lijken heel en gansch naakt waren toen ze werden opgedolven, en dus niet het minste kenteeken droegen dat konde dienen tot het vaststellen hunner identiteit. La Gironde, Frankrijk, 20 februari 1915 (Vertaald) Families of personen te Bordeaux en omgeving die familie zoeken: - Frans Vanderworde (=Vande Voorde), uit Steenhuffel (België) wenst nieuws van zijn familie. Schrijven naar Place Fégère 7, Bordeaux. - Emiel Mertens uit Steenhuffel (België) vraagt nieuws over zijn ouders. Schrijven naar Quai de Bacalan, 4, Bordeaux. Dagblad van Zuid-Holland en ’s-Gravenhage, 4 maart 1915 Van Brussel kan men zich naar Holland begeven langs den volgenden weg: Van Brussel-Noord naar Londerzeel per tram; van Londerzeel naar Temsche per rijtuig; daar de Schelde oversteken en dan van Temsche naar Terneuzen, per spoor. Nieuws- en Advertentieblad van Herenthals - 6/3/1915 Nog steeds diefstallen. ... Ten Nieuwenrode werden obligaties en te Malderen verscheidene rentetitels en obligatiekoepons gestolen.
260
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Het Volk, 9 en 10 maart 1915, De familie Medard Verspaille vraagt naar dezen. Hij was bij het 3de Jagers te Voet 4/5/, laatst gezien te Londerzeel. Adolf Vandenberghe, Harelbeke, Hotel du Velodrome, vraagt naar zijn zoon Robert Van-denberghe, 3e jagers te voet, ½, 17e brigade mixte, 5e afdeelng, matricule 53018, vermist sinds 24 Oogst, gezien te Ruysbroeck, misschien geschoten te Londerzeel. Bredasche courant(, Nederland, 16 maart 1915 Postkantoor Breda - Lijst van onbestelbarte brieven en briefkaarten van hier verzonden gedurende de 1ste helft der maand maart 1915. Frans de Donder, Londerzeel Vooruit, 5 mei 1915 Belgische soldaten in Engeland - Lijst der gewonde soldaten, welke in de verschillende gasthuizen verzorgd worden: Wij geven hieronder de namen van een groot getal gewonde Belgische soldaten in de gasthuizen in Engeland. Al de bijzonderheden die ons zijn toegekomen, worden hierbij vermeld. Onnoodig dus ons meerdere inlichtingen te vragen, want wij kunnen ze niet geven, omdat wij ze niet bezitten. West-Bournemouth: ... Lodewijk De Boeck, 7e Linie 3/1, Londerzeel ... Dagblad van Zuid-Holland en ’s-Gravenhage, 20 mei en 28 mei 1915 Londerzeel. Te Willebroeck, Londerzeel en in de omstreken hebben de slagers geweigerd, vee voor de Duitsche troepen bestemd, te slachten. Te Londerzeel werd het volk bij aanplakking uitgenoodigd voor den vrede te bidden. Een aantal aflaatdagen is aan het bidden verbonden. De aanplakbrief is geteekend... von Bissing. Dundee People’s Journal, Schotland, 22 mei 1915. Dat er enkele wilden tussen zitten die perfect in staat zijn om de dekmantel van het Rode Kruis te gebruiken om baldadigheden te verrichten, kan afgeleid worden uit de getuigenis van een Belgische soldaat. “In Londerzeel” zegt hij, “waar ik met mijn regiment was en waar we de Duitsers hadden verdreven, vonden we in verschillende huizen bloed op de grond. In één huis, redelijk dicht bij het huis van een notaris, vonden we een jong meisje van 14 jaar. Ze was half gek toen we haar aantroffen. Haar moeder was er ook en vertelde ons dat 5 mannen van het Duitse Rode Kruis haar de één na de ander hadden verkracht. Le Gaulois, Frankrijk, 5 juli 1915. (Vertaald) Te Mechelen werd tussen Eppegem en Zemst, bij een huis dat door obussen tot een schuimspaan omgetoverd werd, een nieuw kerkhof aangelegd waar de moedige Belgische soldaten, die door de vijand gedood werden, rusten. Het wordt door een centrale dreef in twee stukken verdeeld. Links liggen 151 Belgische strijders in gealligneerde en bebloemde graven. Der meesten behoorden tot het 2de en het 3de Regiment Jagers te Voet en konden bijna allemaal aan de hand van hun medaille, brieven of andere dingen herkend worden. Rechts liggen 23 Duitse soldaten die tijdens de gevechten van 24-26 augustus gesneuveld zijn. Het initiatief voor deze talrijke ontgravingen kwam van juffrouw Loréanne (= Orianne) van Londerzeel; zij is het die het grootste deel van de teruggevonden lichamen heeft geïdentificeert.
261
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Den Denderbode, Aalst 17/10/1915 Lijst van Belgische Gesneuvelden Uit het Belgisch Staatsblad - Tweede officieele Lijst - ... Plaentinck, 7de Regiment, geboren te Malderen, gestorven op steamer Plassy De Gazet van Brussel, 22 oktober 1915 Nieuwsblad van Geel - 23/10/1915 Een oude historie – Een landbouwer van Steenhuffel, Ernest C. geheeten, was naar Brussel de opbrengst van den verkoop van een stuk land gaan opstrijken. Met zooveel geld in den zak, konden er eenige goede glazen faro van af; hij liet ze zich dan ook goed smaken. In een kroeg op den Antwerpschen Steenweg geraakte hij aan den klap met twee kerels die hij nooit gezien had, en hij vertelde hun dat hij te Brussel een ronde som geld was komen ontvangen; hij trakteerde zelfs met een pint, die zijn twee nieuwe vrienden zich wel wachtten te weigeren. Als de glazen ledig waren, trakteerde een der kerels op zijne beurt. Ten slotte was de pachter zoo zat, dat hij met het hoofd op de tafel in slaap viel. Als hij wakker werd waren zijn twee vrienden, en met hen zijn laatste cent verdwenen Belgisch dagblad, Nederland, 27 november 1915 Eervolle onderscheidingen roemrijke daden. Werden benoemd: Ridders in de Leopoldsorde. Mersch, P., onderluit, inf.: Heeft zich heldhaftig gedragen te Schippelaken, Sneppelaar, Malderen, Berlare, de Groeve van Zele, Stuyvekenskerke. Werd op 22 October 1914 aan het hoofd zijner kompanie gewond, tijdens den aanval bij Tervaete om de Duitschers naar den rechteroever van den Yzer terug te drijven. L’Indépendant du Cher, Frankrijk, 28 november 1915 (Vertaald) Gebruik van burgers als levend schild. Dendermonde: 200 burgers werden op 26 september 1914 door de troepen als schild gebruikt te Bimistraten. Mons: Op 21 augustus werden 20 vrouwen, 10 mannen en 10 kinderen op dezelfde manier misbruikt. Doornik: 400 burgers werden voor de Duitse troepen gezet terwijl er tegen de Fransen gevochten werd. Londerzeel: 40 burgers werden aan het hoofd van een Duitse kolonne geplaatst. Aberdeen Press and Journal, Schotland, vrijdag 10 december 1915 (Vertaald) Kippenkweek – Het is onmogelijk vast te stellen hoeveel eeuwen België al voor de kwaliteit van zijn tafelgevolgelte geprezen wordt. Er werden geen aantekeningen over teruggevonden, als ze al bestonden. De 14de en de 15de eeuw was in de Nederlanden een zeer voorspoedige periode en vetmesten was toen de algemeen gebruikte methode voor de productie van gevogelte van hoge kwalteit voor de adel en de rijke burgers. In recente jaren voorzag België niet alleen in zijn eigen (zeer grote) behoefte, maar men stelde vast dat in Brussel ieder jaar meer dan 1 miljoen stuks hennen werden verkocht. Er werd niets ingevoerd maar grote aantallen werden naar Frankrijk en Duitsland geëxporteerd. Gedurende zomer, herfst en winter bestond er een enorme handel in groot gevogelte dat in verschillende districten de voornaamste koopwaar was. De export naar Frankrijk en Duitsland was aanzienlijk en groeiend.
262
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
In een klein stukje van Oost-Vlaanderen, tussen Mechelen en Dendermonde, is het belangrijkste kippendistrict van België te vinden, een beetje zoals in Sussex en West-Kent bij ons. Het gebied in België is kleiner maar de productie is er intensiever. De voor dit doel gebruikte kippen zijn bijna uitsluitend de Mechelse (Koekoek). Dat zijn grote vogels met een zacht gebeente en veel mooi wit vlees. In amper 5 of 6 weken krijgen deze dieren een gewicht van 8 tot 10 pond. Ze lijken niet erg aantrekkelijk als we ze op de markt of in de kippenwinkel zien want de borstkas is dan platgedrukt, en aangezien ze gedood worden door hen de keel over te snijden is die snede goed te merken. Het laten uitbloeden maakt het vlees witter. De Franse manier van doden is verkieslijker omdat ze de aanblik niet bederft maar wellicht ook minder humaan. Hondenkarren met gevogelte. De Belgen probeerden om met Londen handel in Brusselse kippen te drijven, maar de Engelsen weigerden vetgemest gevogelte en de Belgische vetmesters hebben (ofschoon ze ertoe verplicht werden) hun methode niet willen wijzigen. Hierom kwam het project niet van de grond. Het kleine stadje Londerzeel was gedurende lang een belangrijk handelscentrum, waar kwekers en vetmesters elkaar ontmoetten, de enen om gevogelte te verkopen, de anderen om het te kopen. Het was normaal om hondenkarren, geladen met korven kippen, vanuit 10 tot 20 mijl afgelegen dorpen naar Londerzeel te zien komen. Het kweken zelf gebeurde maar weinig ter plaatse en de aanvoer kwam uit een groot gebied. Londerzeel was aanvankelijk een centrum waar werd vetgemest. Tot 50.000 kippen, allemaal Mechelse Koekoeken, werden er op één dag door de vetmesters gekocht. In de Kempen zijn het meestal kalkoenen. De meeste boeren hebben nu een eigen voorraad kippen en kweken ze op tot ze door de vetmester kunnen overgenomen worden. De Belgische landbouwers hebben kunstmatige broed- en kweekmethoden zeer traag geadopteerd. Maar dat geldt niet voor Londerzeel en omgeving waar snel en continu broeden beslist noodzakelijk was. Het gebruik van deze methodes was breed verspreid. Men vond het voordeliger om de kippen te laten blijven leggen dan om ze voor het broeden te gebruiken. Vele boeren bezaten één of meer broedmachines. En of de kippen naar de vetmesters of naar iemand anders gingen, in bijna alle gevallen waren ze kunstmatig gekweekt. De ervaring in vele landen heeft overvloedig aangetoond dat de kans op verlies door ziekte stijgt naarmate de aantallen groter worden. Als het aanwezige dierlijk leven de capaciteit van de bodem om de geproduceerde uitwerpselen te verwerken overstijgt, zullen er vroeg of laat ziektes uitbreken. Het ene ongeluk brengt dan soms het andere mee. Dat was het geval in België. Terwijl men daar nog hard bezig was om al de gevolgen van de pestilentie, die door de doorvoer van Italiaanse kippen het land binnen gekomen was, te bestrijden, probeerde men toch aan de grote export naar Duitsland te blijven voldoen. Door methodes te gebruiken die de basisprincipes van kweken en broeden ontkenden, werd de kippenziekte sneller verspreid. Desastreuze epidemies. Vroeger kregen de dieren waar men mee kweekte volledige vrijheid en een grote vrije uitloop wat het risico op te zwaar bemeste grond verminderde. Dan begon men ze te houden op een in oppervlakte beperkte plaats wat de vitaliteit verminderde en de ziektegevoeligheid
263
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
vergrootte. In het geval van kippen veranderde er nog iets anders. Voor het kweken en het houden van kippen werden kleine stukken erf zonder vegetatie gebruikt waardoor de bodem slecht en zuur werd. Soms scharrelden er in 1 seizoen wel 1000 kiekens op minder dan een acre (ca 0,4 hectare) grond die de volgende jaren niet vervangen werd. Er ontstonden grote bedrijven, waaruit jaarlijks vele duizenden kippen vertrokken. De hoge prijs die men er voor betaalde maakte deze handel zeer winstgevend, voor een tijd. Dan kwam het debacle. De combinatie van een niet hygiënische met een verkeerde kweek- en voedmethode leidde tot degeneratie van de kippenstock en in 1911 brak er een vernietigende epidemie bij de jonge kippen uit. Die stierven elk jaar tot de Duitse inval bij honderden en duizenden. Wat er nu nog van hun nijverheid overblijft na 15 maanden bezetting door de Duitsers, die hun belangrijkste buitenlandse afnemers waren, is niet geweten. Wel is geweten dat het grote kiekengebied tussen Dendermonde en Mechelen, Aalst en Puurs, helemaal leeg geveegd is en deze nijverheid er als zodanig is verdwenen. Interessant om weten is dat als gevolg van het drievoudig ongeluk van de Belgen reeds 2000 Britse en 1000 Canadese kippenhouders een overeenkomst getekend hebben om na de oorlog te helpen bij het wedersamenstellen van het Belgische kippenbestand. En de Belgische ervaring zal geleerd hebben dat de kippennijverheid, zolang die op natuurlijke en hygiënische wijze gebeurt en men de kippen voldoende vrije uitloop geeft op gecultiveerde grond, ook onder een intensief systeem hoge kwaliteit en winst kan geven. Bij het negeren van deze wetten zullen zware boetes betaald moeten worden. Het Vaderland, Nederland, 15 december 1915. Belgisch dagblad, Nederland, 17 december 1915 Ook de melkverkoopsters zulten weldra aardig staan kijken. Sedert maanden sloegen zij hunne melk op, en doopten ze op de meest schandalige wijze, in zooverre dat het werk tot bescherming der kindsheid verontrust werd voor de gezondheid der kinderen in de hoofdstad. Dit werk beeft een overeenkomst gesloten met een heele reeks instellingen van gelijken aard, en een samenwerkende melkerij gesticht te Nerom. een gehucht gelegen tusschen Wolverthem en Londerzeel, nabij den buurtspoorweg Brussek-Humbeek. De Volksstem, Aalst, 18 december 1915 (vertaling van een artikel dat op 14 december in ‘La Belgique’ verschenen was). Een bewonderenswaardig werk - Soms ontmoet men in de velden, boven Vilvoorde, eene groep, bestaande uit twee vrouwen, (alleen in La Belgique: de ene groot en sterk, met een serene en energieke fysionomie, met een uiterlijk, houding en kledij die een hoge afkomst en opvoeding verraden; de andere kort gestuikt, vertrouwen uitstralend en met een corpulentie die op een vruchtbaar moederschap wijst), een drietal boeren gewapend met spaden en pijken en meestal vergezeld door een Duitsche soldaat, of een ijskoude wind door merg en been dringt, het doet er niet toe. Moedig stappen zij vooruit, ondanks de modderige wegen, ondanks de waterplassen welke hier en daar het veld bedekken, ondanks allerhande moeilijkheden welke zij ontmoeten. Gij, reiziger, die soms deze groep mocht tegenkomen op uw baan, groet hem eerbiedig, vooral die groote vrouw, met het ernstig gelaat: het is Mejuffer Orianne, die met hare gewone helpers haar heilig werk gaat voortzetten: de gesneuvelde soldaten die zoo wat overal begraven liggen, in veld en kant, te ontgraven en naar eene voor die helden beter treffende rustplaats over te brengen. Daar trekt het groepje in een veld, waar slechts weinige dagen te voren nog koolen groeiden. Zij houden stil. Ondanks den stortregen gaan de mannen aan ’t graven, eerst als met koortsige haast, doch weldra uiterst voorzichtig. Eensklaps houdt het werk op. De Duitsche soldaat, voorzien van een ontsmettingstoestel, 264
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
besproeit de aarde met creoline en bij middel van pijken en breede stroppen, wordt het stoffelijk overschot van een Belgisch soldaat, zonder schokken zacht boven gehaald. Dan begint het werk der identiteitsvaststelling. De zakken worden nauwkeurig doorzocht en alles uitgenomen wat zou kunnen toelaten den gesneuvelden held te herkennen. Het laatste lijk dat in de velden van Breendonck gevonden werd, droeg op het hemd en op de vest het nummer 57374. Schoenen, guetten, broek en mantel ontbraken. Eens de identiteit vastgesteld, gaan de twee dappere vrouwen met godsvruchtige zorg over tot het kisten van het lijk. De nederige soldaat van het 12e Linie, zal nu zacht rusten, te midden zijner gezellen, die reeds vroeger naar het kerkhof overgebracht werden. Dat alles geschiedt in het grootste stilzwijgen en de nederige helden schijnen er niet aan te denken, dat zelfs de sterksten voor dit slavenwerk zouden terugdeinzen. Het lijk gekist zijnde zet den droevigen stoet zich op weg naar het kerkhof. Wij Belgen, zijn diep beproefd geworden door den oorlog, doch wij hebben het recht fier te zijn, wanneer wij zien welke grootsche werken van zelfverloochening en naastenliefde thans in ’t leven geroepen werden. Het werk van Mej. Orianne is een dier werken. Mejuffer Orianne, dochter van een Belgischen kolonel, thans overleden, is vijftig jaar oud, en zonder eenige voorbereiding, zonder de minste kennis van geneeskunde of zelfs ontsmetkunde, (alleen in La Belgique: zonder morele of financiële steun van van wie dan ook), heeft zij haar werk gesticht en aangevat, met eene verhevene doodsverachting welke aan deze van den heldhaftigen Pater Damianus doet denken. De andere vrouw, die van het eerste oogenblik af Mejuffer Orianne trouw ter zijde stond en evenals deze door tal van moeders en echtgenooten zal vereerd en gezegend worden, is Maria Moens van Londerzeel (alleen in La Belgiqiue: een boerin, een modelmoeder die een hele kroost heeft grootgebracht en waarvan een schoonzoon in ons leger dient). Het is onze plicht, hier ook een bewijs van hulde en erkentelijkheid te brengen aan de volgende personen, die gewoonlijk Mejuffer Orianne vergezellen en de opgravingen doen, namelijk Jozef en August Broothaers, Jean Moens, Frans Feytens, Willem Renson, Frans De Bondt, Fideel Moortgat en Jean Carlier. Tot hiertoe (15 december 1915) hebben de opzoekingen door het werk van Mejuffer Orianne gedaan, toegelaten 989 Belgische gesneuvelden te ontgraven en te herkennen. Deze rusten thans op de kerkhoven van Londerzeel St-Joseph (61), Breendonck (26), Willebroeck (37), Thisselt (85), Kapellen op den Bosch (8), Puurs, Weerde (31), Schiplaeken (20), Elewijt (37), Houthem bij Vilvoorde (26), Opwijk (4), Buggenhout (25), Humbeek (3), Sempst (23), Beyghem (20), Wolverthem (2), Westrhode (9), Haecht (2), Eppeghem (154), Puers (10), Verbrande Brug (1), Heffen (13), Peysegem (3), Campenhout (2) enz. enz. Alleen in La Belgique: Gedenkstenen staan op de kerkhoven van Londerzeel en Eppegem. Offerblokken waarvan de opbrengst moet dienen voor het onderhoud der graven werden reeds drie keer door dieven opengebroken. Op het kerkhof van Londerzeel zal later nog een gedenkteeken geplaatst worden, werk van den gekenden beeldhouwer graaf de Lalaing. Iedere maand worden ook plechtige lijkdiensten opgedragen te Londerzeel, te Impde, te Eppeghem, te Elewijt en te Schiplaeken. Hopen wij dat Mej. Orianne haar heldhaftig werk zal kunnen voortzetten, opdat onze duurbare gesneuvelden in geen vergeten hoekje, doch in gewijde aarde hunnen laatsten slaap mogen slapen. De Volksstem, Aalst, 29 december 1915. Het werk van Mejuffer Orianne Mejuffer Orianne heeft aan een konfrater eenige inlichtingen gegeven, over de wijze waarop zij er toe komt haar menschlievend en edelmoedig werk voort te zetten. Wij laten hier het woord aan den konfrater:
265
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
“Iedere lijkkist kost 10 fr. Ik heb eene ploeg van 12 man onder mijne bevelen en daarbij de gedienstige Maria Moens. Ik betaal hen een loon van 10 fr. daags, of 5 fr. voor een halven dag werken. Niet altijd kunnen zij het een vollen dag uithouden, want het werk is bovenmenschelijk. Dikwijls moet ik ook eene premie van 10 of 20 fr. betalen aan de ‘lijkenzoekers’. (La Belgique gaat hier dieper op in: En nog sterker, boeren die inlichtingen verstrekken door de plaats van een graf aan te wijzen vragen om hen daarvoor een premie te betalen, 10 fr. voor een geïsoleerde dode en 20 frank voor een gevulde loopgracht. En dat onder voorwendsel dat de opzoekingen hen tijd hebben doen verliezen). Zijn wij te ver van een kerkhof verwijderd, dan zijn er ook nog vervoerkosten te betalen. Hier wordt niets voor niet gedaan. Voegt men er de uitgaven bij voor ontsmettingstoffen en hartsterkende middelen, dan mag men rekenen dat iedere ontgraven soldaat, na vaststelling zijner identiteit en begraving op een der kerkhoven, mij op ongeveer 20 fr. komt. Eene inschrijving, in een Brusselsch blad geopend, laat mij toe thans mijne schuldeischers te voldoen. Ik moet er echter bijvoegen, dat deze lieden, de leveraar der lijkkisten en mijne trouwe helpers, mij gewoonlijk alle uitstel verleenden. Dezelfde Volksstem gaat verder en heeft het over de problemen waarmee Orianne en haar medewerkers worden geconfronteerd. Mej. Orianne voegde er nog bij: Wij zullen ons werk met nog meer vuur en moed doorzetten, want er blijft nog veel te doen. Om u slechts een voorbeeld te geven zal ik u zeggen, dat een krijgsdokter mij 25 medaliën overhandigd heeft, van soldaten van het 12 de Linie, gesneuveld in den slag van Londerzeel. Tot hiertoe heb ik slechts zeven dezer soldaten teruggevonden. Kost wat kost moeten wij de achttien anderen ook terugvinden. Het werk wordt echter langs om moeilijker, daar de tijd vervliegt. Hatelijke kerels hebben de lijken der gesneuvelden uitgeplunderd. Zij wachten zich thans wel aan te duiden waar de ongelukkige soldaten begraven zijn, daar zij weten, dat zij zouden vervolgd en veroordeeld worden. Op het grondgebied van Breendonck hebben wij drie lijken gevonden, welke geen enkel kleedingstuk meer droegen. De heeren burgemeester en secretaris van Breendonck (nota, dat is de al vaker genoemde Karel Moortgat) helpen ons zooveel zij kunnen. Het is ongelukkiglijk overal niet zoo. Sommige landbouwers dreigen met vervolgingen en proces-verbaal, omdat wij opzoekingen doen op hun land. Anderen schuwen ons als pestlijders of melaatschen. Zekeren dag werd Marie Moens in een tramrijtuig op laffe wijze beleedigd en twee vrouwen verlieten het rijtuig waarin zij had plaats genomen, de deur achter zich met geweld toetrekkende. Op bedekte wijze beschuldigt men ons ook, dat wij ons verrijken met hetgeen wij op de gesneuvelden vinden. Zelfs beticht men ons, aan de Duitschers verkocht te zijn! Hier kon de arme vrouw niet verder. Snikken smoorden hare stem... Mej. Orianne heeft eene soort van muzeum opgericht, waar alles wat op de soldaten gevonden werd, zorgvuldig bewaard wordt, tot de ouders of familieleden ze komen afhalen. Men vindt daar van alles: gewijde medaliën, rozenkransen, pijpen, geldbeugels, portretten van moeders, echtgenooten of verloofden, ringen, papieren, brieventesschen... De zeldzame vrije oogenblikken brengt Mejuffer Orianne in deze plaats door. Bewonderenswaardige vrouw, met welken heldhaftigen moed, met welken verheven naastenliefde zijt gij bezield. Uw naam zal gezegend worden, als dien eener heilige en eener martelares, in alle moedersharten. Het Volk, 9 januari 1916 De Opgravingen van Juffrouw Orianne. Juffrouw Oriane, de dochter van een Belgisch officier, wonende te Londerzeel, tusschen Dendermonde en Mechelen, houdt zich sinds eenige maanden bezig de hier en daar in den omtrek begraven soldaten op te delven, en ze op de kerkhoven eene waardige rustplaats te bezorgen, 266
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
terzelfdertijd alle mogelijke eenzelvigheidsbewijzen verzamelende. Tot hiertoe heeft ze reeds 866 opdelvingen gedaan, namelijk 695 Belgen, 121 Duitschers en 50 op het kerkhof van Mechelen. Op het kerkhof van Mechelen rusten 350 Belgen, waarvan 200 volledig gekend, van 20 andere heeft men slechts het matricuulnummer. Belgisch Dagblad, Nederland, 14 januari 1916 Gevecht van Boschcappelle en inneming van Dendermonde. Den 4 September waagde een deel van het Duitsche 3de corps een aanvval tegen den sektor van die stelling Antwerpen, begrepen tusschen de Boven-Schelde en de vaart van Willebroeck, terwijl het 9de corps, dat in België door andere troepen vervangen zou worden, zijn opmarsch naar Frankrijk zou beginnen van uit Assche over Oudenaarde en Ronse, en order kreeg Dendermonde in te nemen. De Duitschers van het 3de corps ontmoetten te Bosch-Capelle een bataillon van het 6de Jagers te voet met 6 mittrailleuses der 1ste brigade, en poogde het te omsingelen langs Londerzeel. De Jagers trokken terug op die voorposten te Breendonck, na den vijand op korten afstand weg gemaaid te hebben. De voorposten, gesteund door de veldbatterijen der 5de divisie en de kanonnen van de forten weerstonden met grooten moed de heftige aanvallen der Duitschers en verplichtten dezen, onder zware verliezen, terug te trekken. De vijand wreekte deze nederlaag door Bosch-Capelle helemaal in brand te steken. Het 9de corps, na eenige bommen op Dendermonde geworpen te hebben, bezette de stad, welke niet verdedigd was. Den 5den september werd de stad op methodische wijze in brand gestoken op order van Majoor Sommerfeld. Hier konden toch niet het minste gevecht In de buurt, noch de aanwezigheid van vijandelijke troepen eene aanleiding tot deze handeling geven. De Tijd: godsdienstig-staatkundig dagblad, 26/1/1916 Eindhovensch dagblad, Nederland, 27 januari 1916 De Surinamer: nieuws- en advertentieblad, 19/3/1916 Een Engel van Liefdadigheid. Een medewerker van “De Vlaamsche Stem” huldigt mejuffrouw Oriane (Orianne), die zich in Vlaanderen heeft gewijd aan het opsporen der identiteit van de in de velden begraven soldaten. Ik heb haar dikwijls ontmoet, vertelde hij, in de velden, hier in den omtrek van Londerzeel, maar ik kan u verzekeren, dat haar liefdewerk zich ook tot andere gouwen uitstrekt. Zij is steeds vergezeld door hare vriendin en trouwe helpster mej. Maria Mooris, (ipv Moens) van Londerzeel en van drij boeren, gewapend met spaden en pijken en houweelen. Ook hun namen dienen onthouden, want het zijn steeds dezelfde personen, die mej. Oriane edelmoedig ter zijde staan en haar eene liefderijke lijfwacht vormen: Jozef en August Broethaers, Jan Moens, Frans Faytens, Willem Renson, Frans de Bondt, Fideel Moortgat en Jan Carleer. Soms ook gaat een Duitsche soldaat mede. Ik heb hen ontmoet, sprak mijn vriend, op kille Decemberdagen, dat de aanhoudende regen den grond doorweekte, de kleederen doorzijpelde, dat de ijskoude wind door merg en been voer. Moedig zagen zij vooruit naar hun doel! Hun eerzaam doel: de gesneuvelde soldaten, die zoo wat overal begraven lagen, in veld en kant, te ontgraven en naar eene voor die helden beterpassende rustplaats over te brengen! Plots houdt het groepje stil. Ondanks den stortregen gaan de mannen aan het graven, eerst met koortsige haast, doch weldra uiterst voorzichtig. Daar houden ze op. De Duitsche soldaat heeft een ontsmettingstoestel bij zich; hij besproeit de omgewoelde aarde met créoline, en dan wordt het stoffelijk overschot van een Belgisch soldaat met de grootste omzichtigheid opgehaald. Zorgvuldig worden de zakken doorgezocht; alles wordt eruit genomen wat dienen kan
267
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
om zijne identiteit vast te stellen. Zijn zij daarin gelukt, dan gaan de twee engelachtige vrouwen tot het kisten van den gesneuvelde over. En stil en stom zet zich de stoet in beweging, naar het naaste kerkhof, waar de arme jongen nu rusten zal naast zijne makkers, in den gewijden moedergrond. Vroom-eerbiedig volgen de vrouwen, als wouen zij 's jongens schreiende moeder vervangen! Het past niet hier breede hulde te zwaaien aan die edelmoedige inrichtster van dat schoone liefdewerk, daarvoor gaat mejuffrouw Oriane te vreedzaam-stil, liefst onbemerkt, in hare doening voort. Zij is de dochter van een thans overleden kolonel van het Belgisch leger en is thans rond de vijftig jaar oud. Zonder eenige voorbereiding, zonder de minste kennis van genees- of zelfs van ontsmettingskunde, heeft zij haar werk gesticht en aangevat, met eene verhevene doodsverachting, welke aan den heldhaftigen Pater Damiaan doet denken! Bijna duizend Belgische gesneuvelden werden door mejuffrouw Oriane en hare helpers ontgraven en herkend. Deze rusten thans op de kerkhoven van Londerzeel Sint Jozef (61), Breendonck (26), Willebroeck (37), Thisselt (89), Kappellen op den Bosch (81), Weerde (31), Schiplaken (20), Elewijk (37), Houthem bij Vilvoorde (26), Opwijk (4), Buggenhout (2), Humbeek (3), Sempst Beyghem (20), Wolverthem (2), Westrode (9). Haecht (2), Eppegem (174), Puers (10), Verbrande Brug (1). Campenhout, Peysegem enz. Thans wordt geregeld elke maand in de kerken van Londerzeel, Elewijk, Eppegem, Schiplaken e.a. een lijkdienst opgedragen ter zielerust dier gesneuvelde helden. Niet voor de wereld, niet voor de menschen zoekt mejuffrouw Oriane verdienste en loon, doch dat zal Hij, die het minste bewezen goed niet onvergeld laat, haar duizendvoud in zegening laten wedervaren! En 't strekke dien Engel der Liefdadigheid ten troost, dat in het harte van zoovele bedroefde moeders, zusters of echtgenooten, haar ter eere een eeuwig monument van liefde en dankbaarheid is opgericht, dat ze nu op het plekje kunnen komen knielen waar hun duurbare rust, of bij stil gedenken niet den blik in 't wijde onbekende moeten sturen. Het Vlaamsche Nieuws/Vlaamsche Gazet, 2 februari 1916 HET OFFICIEEL TIJDSCHRIFT van het Rood Kruis geeft de afbeelding van de eerezuil die te Londerzeel werd opgericht voor de Belgische gesneuvelden, die in dit dorp vielen den 29 September 1914. Het overschot der gesneuvelden, die eerst voorloopig op het slagveld begraven waren, werden opnieuw ontgraven, hun persoonlijkheid vastgesteld en ze dan op kerkhoven in de nabijheid biigezet. Op het slagveld van Londerzeel werd een gedenksteen opgericht: “Ter herinnering aan de soldaten van het 12de linieregiment, die in den slag van Londerzeel op 29 September 1914 gesneuveld zijn.” Maar wat droevig, zeer droevig is: het opschrift van die gedenkzuil, in 't Vlaamsche land opgericht grootendeels voor Vlaamsche jongens, is weer louter in 't Fransch. Kunnen de invloedrijke personen van Oud-Vlaenderen niets doen opdat de brave Vlaamsche jongens geëerbiedigd zouden worden in het dierbaarste en heiligste wat zij bezaten: hun moedertaal? 't Zou edel werk zijn. De Grondwet, Nederland, 13 april 1916 Postkantoor Roosendaal. Lijst van onbestelbare brieven en briefkaarten, waarvan de afzenders onbekend zijn, terugontvangen in de 2e helft der maand maart 1916. Briefkaarten buitenland: Vermoesen U., Malderen Vermoesen de kinderen, Malderen
268
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Belgisch dagblad, Nederland, 29 mei 1916 Leonard S... van Londerzeel bevond zich verleden Zaterdag op de Hertoginnelaan, toen hij een vreemde hand in zijn overjas voelde zoeken. Hij vatte den dief bij de kraag en deze werd door de politie onderzocht. De gestolene fr. 400 waren niet meer te vinden. Belgisch dagblad, Nederland, 29 juni 1916 3de Lijst van militairen, gesneuveld op het veld van eer. 7de en 27ste Linieregiment: De Boeck, soldaat, geboren te Londerzeel, matr. 57936 Belgisch dagblad, Nederland, 4 juli 1916 3de Lijst van militairen, gesneuveld op het veld van eer. 51558. Anciaux, Karel-Jozef, korporaal, 3e Reg. jagers te voet 4/2, geb. te Luigne den 3 aug. 1885, woonachtig te Tourkonje, overleden te Londerzeel den 27 aug. 1914. Belgisch dagblad, Nederland, 6 juli 1916 3de Lijst van militairen, gesneuveld op het veld van eer. 48119. Bogaerts, vrijwilliger met premie 1e reg. jagers te voet, geboren den 17 dec. 1889 te Londerzeel, overleden te Londen den 30 oct. 1914 Belgisch dagblad, Nederland, 20 juli 1916 3de Lijst van militairen, gesneuveld op het veld van eer. Desmedt, Jozef-Frans, korporaal milicien van 1912, divisie genie der 5e L.D., geboren te Londerzeel den 15 dec. 1892, gedood in den nacht van 11 op 12 juni 1915, aan het bruggenhoofd ten noorden van Dixmude, matr. 1183 Belgisch Dagblad, Nederland, 8 september 1916 3de Lijst van militairen, gesneuveld op het veld van eer. Favril, Joris-Adolf, sold. 3e reg. jagers te voet 4/2, geb. den 11 aug. 1893, te Sweveghem, er woonachtig, overleden in het klooster der Ursulinen te Impde den 25 aug. 1914, begraven te Londerzeel, matr. 54628 Belgisch Dagblad, Nederland, 8 september 1916 3de Lijst van militairen, gesneuveld op het veld van eer. Van Hoeck Jan Baptist, sold. milicien vab 1910, 29e Linieregiment 4/1, geb. den 6 Maart 1890 te Steenhuffel, er wonende, gefusilleerd door de Duitschers te Aarschot, ontgraven op de plaats genaamd “Rodenberg”, matr. 56177. Belgisch Dagblad, Nederland, 10 februari 1917 De deportaties rond Brussel. Door den keizerlijken kreischef van Brussel is den 1ste Februari j.l. het volgend bevel uitgevaardigd: Alle Belgen van 17 tot 55 jaar van het mannelijk geslacht, die de hierna volgende gemeenten bewonen, moeten zich, voorzien van hunne eenzelvigheidsbewijzen, den 7de februari 1917 op het schoolplein te Londerzeel aanmelden. Uitzondering wordt gemaakt voor de vrijgestelden. 1. Malderen, Ramsdonck, Capelle op den Bosch, Steenhuffel om 8 u. 30 v.m 2. Opwijck, Molhem, Bollebeek, Maxenzeel om 10 u. v.m. 3. Wolverthem, Meysse, Brusseghem, Merchtem, om 11 u. 30 v.m. 4. Beyghem, Humbieek, Nieuwenrode, Londerzeel, om 1 u. n.m. De burgemeesters en de eerste schepenen moeten tegenwoordig zijn en zullen aan den Dienstdoenden officier een dubbele lijst overhandigen, behelzende: 269
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
1. De namen van al de inwoners der gemeente die vermelden ouderdom bereikt hebben. 2. De namen van al degenen die gesteund worden, ’t zij door openbare, 't zij door private ondernemingen. De burgemeesters zijn verantwoordelijk, indien al de belanghebbenden niet verschijnen op het controle of er zich niet vreedzaam gedragen. De belanghebbenden moeten warm gekleed zijn. Zij mogen zich voorzien van kleine benoodigdheden. Action Française, Frankrijk, 14 februari 1917 (Vertaald) De Duitse onderdrukking in België – Le Havre 13 februari. Het Journal Bruxellois, officieel orgaan van de kommandantur, schrijft dat alle Belgen van 17 tot 55 jaar oud en wonend in de aangeduide gemeenten zich in Londerzeel met hun identiteitsbewijzen moeten verzamelen. De burgemeesters zijn verantwoordelijk voor de gepleegde inbreuken, vlucht of weerstand van de deporteerbare unwoners La Libre Parole, Frankrijk, 18 februari 1917 (Vertaald) Oproep aan de neutrale landen tegen de deportaties. De deportatie van de Belgen is begonnen rond Brussel op 7 februari. Een Brusselse krant, officieel orgaan van de Kommandantur, publiceert het volgende: Alle Belgen van het mannelijk geslacht, van 17 tot 55 jaar (behalve degenen die momenteel vrijgsteld zijn) en die in de hierna genoemde gemeenten wonen, moeten op 7 februari in Londerzeel op de Schoolplaats samen komen. Zij moeten hun identiteitsbewijs bij zich hebben.. 1. Malderen, Ramsdonk, Kapelle-op-den-Bos, Steenhuffel om 8h30 ’s morgens 2. Opwijk, Mollem, Bollebeek, Mazenzele om 10 uur ’s morgens 3. Wolvertem, Meise, Brussegem, Merchtem om 2 uur in de namiddag. Burgemeesters en eerste schepenen moeten aanwezig zijn en aan de controlerende officier twee lijsten afgeven: 1. Een up-to-date gemaakte lijst van alle inwoners van hun gemeente in de opgegeven leeftijdsklasse, 2. Een lijst van al degenen die onderstand ontvangen... Gazet van Brussel, 12 juni 1917 Belgisch Dagblad, Nederland, 19 juni 1917. Veroordeelingen. ... Frans Antoon Rottiers, landbouwer, Steenhuffel, poging tot omkooperij van een ambtenaar, ongeoorloofd vervoer van aardappelen en boter, 6 maanden gevang en 500 mark boete. Runcorn Examiner, Engeland, 20 oktober 1917. St. Helens Examiner, Engeland, 20 oktober 1917. Een Belgisch huwelijk. (Vertaald). Vorige dinsdag (16 oktober) trouwden in de katholieke St. Marykerk te Warrington juffrouw Emma J.W. Van Ingelgem en de heer Victor P.A.E. Delvoye. Eerwaarde vader Hind verzorgde de eredienst en hield daarna een korte rede over het Sacrament van het Huwelijk. De bruid en de bruidegom zijn Belgische vluchtelingen en verbleven in Warrington, Stanley Street nr. 21, vanaf maart 1915. De bruid is de dochter van wijlen Louis Van Ingelgem, verzekeringsagent uit Londerzeel (Brabant) bij Brussel, en werd weggegeven door haar moeder
270
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
De bruidegom is de zoon van wijlen Louis Delvoye, aannemer en bouwer, uit Oostende. Hij diende gedurende ongeveer 2,5 jaar als korporaal in het Belgische Leger maar werkt nu bij de heren Crossfield in Warrington. Oorspronkelijk was hij bij de Société Financière te Brussel als steno-dactylo. De bruidsmeisjes waren juffrouw Florentine Verbelen, haar nicht, en juffrouw Mary Watson uit Warrington. De heer W. Bate trad op als getuige in plaats van de broer van de bruidegom die een officier in het Belgisch Leger is en die met speciaal verlof in Warrington was om het huwelijk bij te kunnen wonen. Door een niet te vermijden achterstand in het papierwerk moest hij echter voor de ceremonie weer vertrekken. Ondermeer volgende leden van het “War Refugees Committee” waren aanwezig: de burgemeestersvrouw (mevrouw Peter Peacock), mevrouw H. Roberts, de heer en mevrouw J. Fairhurst, mevrouw Geary, mevrouw R. Johnson, mevrouw Herzog, mevrouw Osborne, mevrouw Voisey en mevrouw Liston. De Volksstem, 21/11/1917 De volgende gemeenten van het arrondissement Brussel zijn gestraft, om niet op afdoende wijze het smokkelen van aardappelen tegengewerkt te hebben: Assche, Berg, Brussegem, Elewijt, Esschene, Eppegem, Hofstade, Kampenhout, Londerzeel, Maxenzele, Muizen, Nieuwenrode, Opwijk, Ramsdonk, Ternat en Sempst. De Volksstem, 23/7/1918 Lijst van opgezochte personen: ... Leon Van Beveren, Z. 251-4de Cie Belgisch Veldlegr. voor zijne tanten genaamd Meert, van Steenhuffel, Brabant, sedert jaren te Chicago. St. Helens Examiner, Engeland, 14 december 1918 Runcorn Examiner, Engeland, 14 december 1918. Vertaald. Dood van een Belgische vluchteling. Mevrouw Clementia Van Ingelgem is overleden in het Nunnerley House, Stanley Street, Warrington. Ze was 71 jaar oud en kwam in 1915 met andere vluchtelingen, in Warrington. Ze kwam van Londerzeel bij Brussel en was overgelukkig bij de gedachte om terug naar huis te kunnen gaan. Het lijdt geen twijfel dat de opwinding over de ondertekening van de wapenstilstand de ziekte heeft versneld waar ze aan overleden is. Ze laat 1 zoon en 1 dochter na. De zoon bleef achter in België, maar de dochter trouwde kort geleden in Warrington met Victor Delvoye en verblijft nog altijd hier. Het lichaam werd dinsdagnacht naar de kerk van St. Mary in de Buttermarketstreet gebracht en woensdagochtend werd een Requiem-mis voor haar zielenrust opgedragen. Daarna volgde om 11 uur de begrafenis op het kerkhof. Eerwaarde vader Noblett verzorgde zowel de mis als de dienst op het kerkhof. Bij de rouwenden waren Emma Delvoye (dochter), Victor Delvoye (schoonzoon), mevrouw Cauwenbergh (zuster), mevrouw Verbelen (zuster), Juffrouw F. Verbelen (nicht), de heren Vandenbergh, Boon, Denil, Verbeeck, Rens met mevrouw Erhert (Belgische vrienden), evenals mevrouw H. Roberts, mevrouw Geary (van het Warrington Ladies Belgian Refugees Committee), de heren W. Bate, A. Lamb, H. Blease en J. Bate. Kransen waren er van zoon en dochter, de Ladies van de Warrington Refugees Committee (mevrouwen H. Roberts, Vere B. Davies, Geary en Jolly), de heer en mevrouw Watson, de heer
271
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
en mevrouw W. Bate, de heer en mevrouw Lamb, madame en juffrouw Verbelen en van Belgische vrienden. Journal de Bruxelles, 16 december 1918 Le Vingtième Siècle , 16 december 1918 (Vertaald) – De voor het Vaderland gestorven soldaten te Londerzeel. Wij hebben van mademoiselle Orianne, bewoonster van de Villa Cara in Londerzeel, een ontroerende brief gekregen. Juffer Orianne vertelt ons dat ze een redelijk gestoffeerde lijst bezit van hier gesneuvelde Belgische soldaten uit alle delen van het land, en dat ze een aantal voorwerpen samengebracht heeft die ze graag aan de geïnteresseerden wil bezorgen. Zij voegt daar aan toe dat ze, om de herinnering aan deze arme soldaatjes en vooral aan degene die op 29 september 1914 in Londerzeel gesneuveld zijn, te kunnen bestendigen, van plan is om op de splitsing van de Provinciale Weg, een monument op te richten. De plannen zijn al goedgekeurd. Ze is ook van plan om de ontbrekende financiële middelen bij elkaar te brengen door haar Villa Cara te verloten. In afwachting vraagt ze ons om de namen van de gesneuvelde soldaten, met de dingen die ze op hen gevonden heeft in ons blad af te drukken. Dat is een vrome wens die we des te meer zullen inwilligen omdat we weten hoe waardevol deze voorwerpen, dikwijls de enige die nog aan hun dierbare herinneren, voor de radeloze families zijn. Wat juffer Orianne ons niet vertelt – maar we vertellen het in haar plaats – is de manier waarop ze aan deze waardevolle souvenirs gekomen is. Juffer Orianne is die toegewijde vrouw die, vanaf de eerste dagen van de invasie en de eerste gevechten, de gedachte niet kon verdragen dat zovele lijken geen fatsoenlijk graf zouden krijgen. Een ondankbaar en pijnlijk werk waaraan ze zich naar best vermogen heeft toegewijd. Onder andere de stad Leuven, als we het ons goed herinneren, verschafte haar een afgrijselijk werkterrein. Maar niets hield haar tegen. Ze stak al haar tijd, haar geld en haar leven in dit donkere maar verdienstelijke werk. Een aantal soldaten heeft het aan juffer Orianne te danken dat ze hun laatste slaap in een relatief decent graf kunnen slapen. Het land en onze Belgische families zullen eeuwig dankbaar zijn dat ze daaraan heeft gedacht en gewerkt. Wij beginnen dus met de publicatie van deze lijst. Omdat hij nogal lang is zullen we hem over verschillende nummers moeten spreiden.
272
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
273
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
274
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Het Laatste Nieuws, 23 december 1918 Bestuurlijke... snelheid! Vele vluchtelingen van Meenen en Halluin waren te Londerzeel vergaderd om de terugreis aan te gaan. De reis moest geschieden langs Adinkerke, Hazebroeck en Rijssel. Een lange reis, voorwaar, uitputtend zelfs voor vrouwen en kinderen. De avond valt nu spoedig, 's nachts rijdt men door, gelukkig eenige uurtjes te kunnen slapen, men hoort geen staties roepen, vermits al de reizigers hetzelfde doel te bereiken hebben. 's Morgens
275
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
bevinden de afgematte reizigers zich in een vreemd, onbekend landschap. Zij bevonden zich slechts 400 kilometer boven Parijs, in de departementen van Corrège en Creuse! Wij kregen dit staaltje van bestuurlijke ... snelheid te kennen door den volksvertegenwoordiger van Kortrijk, den h. Debunne. Deze zal zich tot den h. de Broqueville, minister van Binnenlandsche Zaken, wenden, opdat de regeering zich met het lot dier ongelukkige verdwaalden bezighoude. Het Laatste Nieuws, 3 januari 1919 INBREKERS-TE MALDEREN - Een bandiet doodelijk gekwetst. In den nacht van 31December tot 1 Januari hebben 4 gewapende kerels, na door de haag gebroken te zijn, getracht in de melkerij van den h. Claessens binnen te dringen, gemeente Malderen. Wakker geschud door het gerucht, stelde de h. Claessens zich schietvaardig voor het venster, met zijn jachtgeweer. Een der booswichten, die in de klaarte geraakt was van zijn eigen zoeklicht, werd door den h. Claessens getroffen en zonk neer voor de deur. Hij had een kogel in den kop gekregen. Zijn medeplichtigen lieten hem in den steek. Geburen snelden toe. De misdadiger werd binnen huis gedragen. Het is een zekere L. Boot; zijn toestand is zeer hachelijk. Hij is nog altijd buiten kennis. Men hoopt weldra de hand te leggen op zijn medeplichtigen. Het Laatste Nieuws, 16 januari 1919 Herbergdrama te Willebroek - Een bloedig gevecht - Met messteken doorboord - Een moordenaar gedood - Een slachtoffer onder het volk. Drie gebroeders, drie gevaarlijke kerels van Londerzeel, hadden, in een herberg te Willebroek, twist gezocht met andere klanten. Een algemeen gevecht ontstond, en zekere Verstrepen werd door de booswichten met messteken doorboord. De politie, vergezeld van gewapende soldaten, snelde toe. Twee der moordenaars waren op den zolder gevlucht. De derde werd door een soldaat achter den schoorsteen op het dak ontdekt. De moordenaar weigerde zich over te geven, uitte doodsbedreigingen, waarop de soldaat hem zonder aarzelen neerschoot. Toen gaven zich de twee andere deugnieten over. De politie en de soldaten voerden ze weg, en hadden groote moeite om ze tegen de woede van het saamgeloopen volk te beschermen. Een der soldaten, met het doel de menigte schrik aan te jagen, nam zijn browning; de heer Goovaerts van Willebroek wou hem zijn wapen ontnemen, drukte echter op den trekker en kreeg het schot in volle borst. De h. Goovaerts was op slag dood. Het drama heeft heel Willebroek in rep en roer gebracht. Het Nieuws van den Dag, 16 januari 1919 Gazet van Antwerpen 17 januari 1919 Schrikkelijke vechtpartij te Willebroeck - 2 Dooden; verscheidene gekwetsten Maandag avond werd de gemeente Willebroeck in opschudding gebracht door een schrikkelijke vechtpartij waarin twee burgers het leven hebben verloren. Rond 6 ure 's avonds bevonden zich ter herberge van de genaamden C. een drietal kerels der gemeente Londerzeel, de gebroeders Teugels Jos, Liévin en Victor. Op zeker oogenblik kwam de genaamde Verstrepen, van Willebroeck, binnen. Nauwelijks was hij in de herberg of de gebroeders Teugels zochten twist. Onverwachts trokken zij hunne messen en doorkerfden het hoofd van Verstrepen, zoodat deze doodelijk gewond ten gronde viel. Dit voorval bracht gansch de herberg in wanorde. De verbruikers vluchtten de straat op en liepen de politie van die brutale aanranding verwittigen. De policie vernemende met welke
276
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
kerels zij daar te doen had vroeg de hulp der militaire overheid en deze stelden vier mannen ter harer beschikking. De gebroeders Teugels van de aankomst der politie verwittigd gingen vluchten; twee verborgen zich op den zolder der herberg, en de derde, Victor Teugels was op het dak gekropen. De policie en soldaten maanden Victor aan naar beneden te komen en zich gevangen te geven, of dat zij anders genoodzaakt zouden zijn te schieten. De kerel weigerde vlakweg en sprak zelfs bedreigingen uit. Een der soldaten laadde hierop zijn geweer en lostte een schot. De kogel trof den bandiet in den rug en doodelijk gekwetst rolde hij van het dak. De twee andere schurken werden inmiddels aangehouden. Dit voorval had eene groote samenscholing van volk verwekt en op het oogenblik dat de policie en de soldaten de gevangenen naar het gemeentegevang wilden overbrengen, ontstond er tusschen de samengeschoolde menigte een woest gedrang en poogde men de gevangenen uit de handen te halen om hun te lyncheeren. De soldaten sommeerden de burgers op afstand te blijven en herhaalden dit bevel tot driemaal toe. Daar de menigte al meer opgewonden werd trok een der soldaten zijn revolver en bedreigde de menigte. Op dit zicht sprong een genaamde E. Goovaerts naar den soldaat, greep zijnen arm vast en poogde hem te ontwapenen. In de worsteling die daarop ontstond ging plots een schot af en Goovaerts viel dood ten gronde. De kogel was hem door het hart gegaan. Op dit zicht nam de menigte de vlucht, en konden de gevangenen in verzekerde bewaring gebracht worden. De aangerande Verstrepen werd in hopeloozen toestand naar het gasthuis overgebracht en de twee doden naar het doodenhuis. Het parket van Mechelen, alsook de militaire overheden bij hoogdringendheid verwittigd, hebben zich dinsdag ter plaats begeven om een onderzoek in te stellen. Opmerking: Van deze broers Teugels zijn meer ‘heldendaden’ in de oude kranten te vinden. Zelfs in Rijsel (Lille) zijn ze cafémeubilair in stoofhout gaan kloppen.
Het Nieuws van den Dag, 2 maart 1919 Londerzeel - De militaire veiligheid heeft een boer dezer gemeente, Frans Schelfthaus aangehouden die meer dan honderd hektaren land bezit, waarop hij koolen plantte, die uitsluitend voor de Duitschers bestemd waren. In 1917 werden de koolen aan 1 fr. 72 en 2 fr. de kilo verkocht. Iedere hektaar bracht 25,000 tot 30,000 kilos op. Men kan uitrekenen hoeveel oorlogswinst Schelfthaus gemaakt heeft. Vrijdag morgend werd den leverancier van den vijand in het gevang van Vorst opgesloten.
277
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Van links naar rechts: Elodie Fiers, dochter Hélène Josephine Schelfaut, Frans Schelfaut.
Verduidelijking: Het gaat hier over Frans Schelfaut, de eigenaar van ‘le Grand Etablissement Horticole de Wolvertem’, met gronden in Slozen, Londerzeel en Nieuwenrode). Er moet gezegd worden dat deze grote hovenierderij ook al voor de oorlog naar Duitsland exporteerde. Nieuwsblad van Geel - 8/3/1919 Zekere Schelfhaus, van Londerzeel, bezat 100 hect. land, die hij alle met koolen beplantte, en die hij verkocht aan de Duitschers aan 1,75 tot 2 fr. de kilo, is aangehouden. Het Nieuws van den Dag, 18 maart 1819 Rechtbank van Brussel. — De tweede korrektionneele Kamer heeft donderdag morgend eene zitting besteed aan het onderzoek der betichtingen van verklikking aan den vijand, ten laste van vijf personen. De volgende veroordeelingen werden uitgesproken: - Karel Van Saelen, rijwielkoopman te Londerzeel, werd bij verstek veroordeeld tot 3 jaar gevang met onmiddellijke aanhouding en tot betaling van 1,500 fr. schadevergoeding aan den verklikten persoon. Het Handelsblad, 29 juni 1919 Journal de Bruxelles, 29 juni 1919 Het Nieuws van den Dag, 29 juni 1919 Londerzeel - Zaterdag morgend rond 8 ure stond het peerd van den landbouwer Van Cauwenberg, in een zwaren kamion gespannen, voor een huis in het midden van het dorp. Het peerd verschrikte door het voorbijsnorren van een automobiel (een met ijzerwerk geladen wagen in Het Handelsblad), ging op hol en wierp al omver wat den doortocht versperde. Verscheidene kinderen die op weg waren naar de school werden met geweld ten gronde geslingerd en een zestal hunner bekwamen nogal erge kneuzingen. De landbouwer Antoon Goossens die niet in tijds kon wegspringen, werd omgeworpen, onder de peerdenhoeven vertrappeld en vervolgens ijselijk verpletterd onder een der wielen van het zware voertuiig. De ongelukkige, die de borst ingedrukt was, werd naar zijne woning gebracht, waar hij twee uren later stierf. Het slachtoffer was 53 jaar oud, gehuwd en vader van negen kinderen. Het parket van Brussel is zaterdag namiddag ter plaatse geweest met een wetsdoktor, voor het onderzoek en voor de lijkschouwing. De Kempenaar - 6/7/1919 Erg ongeluk te Londerzeel – Door het gerucht dat een met ijzerwerk geladen wagen maakte, ging een paard op hol en wierp eenen man, Goossens genaamd, omver en kwetste min of meer een half dozijn kinderen, die uit de school kwamen. Goossens stierf toen men hem thuis bracht. Hij was 53 jaar oud.
278
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Het Nieuws van den Dag, 6 juli 1919
Nieuwe Rotterdamsche Courant, 23/8/1919 De Vlaamsche bladen deelen het volgende mede over het herstel van de stoomtramwegen: Een dezer dagen zullen de buurtspoorwegen Oostende-Veurne over Nieuwpoort voor het verkeer toegankelijk zijn. Thans wordt van Oostende tot leper over Dixsmuide gereden. Weldra zal ook de lijn verlengd worden tot den Kemmelberg. Aan de herstelling der volgende buurtspoorwegen wordt ijverig gewerkt; Hasselt-Beeringen Mechelen-Heist-op-den-Berg Oostmaal-Lier Brussel-Ninove Gent-Kalken Doomik-Ath Binnenkort zal ook de hand geslagen worden aan het herstel der lijnen: Groenendael-Overijssche Grimbergen-Londerzeel Tienen-Beauvechain, enz.
279
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Bij het sluiten van den vrede heerschte grooten nood aan rollend materieel. Thans betert de toestand stilaan. In de werkhuizen der buurtspoorwegen wordt reeds op 't oogenblik een locomotief per dag hersteld; 85 nieuwe locomotieven zijn in den vreemde besteld en binnenkort zullen uit Frankrijk 1200 wagons in goeden staat terugkomen. De Werkman, Aalst 2/5/1919 Wij ontvangen het volgend schrijven: Malderen, 21 April 1919. Mevrouw, De Democratische Bond van Malderen, in zijne eerste algemeene vergadering sinds 1914 vergadert, drukt u bij dezen zijne innige deelneming uit, over het zoo pijnlijk verlies dat Ued. hebt ondergaan, door het afsterven uws teergeliefden echtgenoot, wijlen volksvertegenwoordiger Pieter Daens. Wij allen betreuren met U van ganscher herte het heengaan van Hem, wien alles veil had voor de ware volkszaak. Immer zal voortleven in onze herten de getrouwe gedachtenis van Hem, de grijze Hoofdman onzer jonge partij. Nooit vergeten wij het edele voorbeeld ons gegeven door den edelen kampioen voor recht en vrijheid. Meteen beseffen we, met de roemrijke dood uws duurbaren zoon Frans, het smartelijk offer gebracht op het altaar des Vaderlands. Moge de goede God U de noodige kracht schenken, die vernieuwde slagen, hoe pijnlijk ook voor een moederhert, met onderwerping te aanveerden. Dit ware de wensch van ons allen die in uwe nooit vergetene dooden als het ware verliezen het heden en de toekomst onze geliefde Volkspartij. Het Bestuur. Nieuwe Rotterdamsche Courant, Nederland, 23 augustus 1919. ... Binnenkort zal ook de hand geslagen worden aan het herstel der lijnen: Groenendael-Overijsschen Grimbergen-Londerzeel, Tienen-Beauvechien enz. De Volksstem, Aalst, 24 augustus 1919 en volgende. Het gevecht van Impde. - In enkele bijdragen beschrijft een Luitenant-Kolonel X. wat er op 24 augustus 1914 in Impde-Wolvertem is gebeurd. Ik neem deze artikelen hier niet over. We weten intussen wel beter... Gazet van Antwerpen, 24 augustus 1919 Vooruit, 27 augustus 1919 Het Volk, 28 augustus 1919 Ook hier een ruim verslag over de Slag an Impde. Lijkt correcter dan dat uit de Volksstem. Nieuw element hier is dat de Duitsers de burgers van Impde hadden verplicht om voor de ramen te staan alsof ze naar het passerende Belgische Leger keken. Daardoor zouden de Belgen denken dat er in Impde geen Duitsers waren. (hier wegens de lengte niet overgenomen: online via https://www.belgicapress.be/pageview.php?adv=1&all_q=Londerzeel&any_q=&exact_q=&none_q=&from_d=1901&to_d=1920&per_lang=&per=&sig=JB506&lang=NL&per_typ e=1
De Standaard, 5 februari 1920 Londerzeel – Dinsdag had de begrafenis plaats van Frans Goossens, beambte aan het ministerie van IJzerenwegen. Als belooning voor zijne vaderlandsche houding gedurende de bezetting ontving de overledene het Kruis van Ridder in de Leopoldsorde met gulden streep. Op 9 Juni 1916, enkele dagen na M. Dubois-zaliger aangehoudcn, ontsnapte hij begin Sept. 1916 den dood met 15 jaar straf. Weggevoerd naar Duitschland, komt hij op den
280
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Wapenstilstand vrij, om na eenigen tijd ziek te vallen en na eene hoogst pijnlijke ziekte te sterven. Tot weerziens Frans! De bevolking toonde grooten dank en erkentenis bij de begrafenis. Journal de Bruxelles, 8 februari 1920 (Vertaald) De medaille van koningin Elisabeth werd toegekend aan de hierna vernoemde personen: ... ... Orianne, te Londerzeel, ... Het Volk, 17 maart 1920 Gazet van Antwerpen, 19 maart 1920 BANDIETENSTREEK TE OPDORP. - In den nacht, van 13 op 14 Juni 1918, werd de gemeente Opdorp in opschudding gebracht door eene vreeselijke bandietenstreek, welke bijna het leven van drie personen kostte, en in de volgende omstandigheden werd gepleegd. Ter wijk “Drij Huizen”, juist op de grens der gemeenten Opdorp, Malderen en Londerzeel, woonde Benedikt Heymans, oud 68 jaren, met zijne zuster Joanna. Destijds stond dit huisje neven de grens van het gouvernementsgebied Dien dag dus hadden Benedikt en Joanna Heymans het bezoek ontvangen van hunne zuster Valentina en lagen alle drie des nachts te bed, toen eensklaps verscheidene manskerels de slaapkamer binnendrongen. Joanna en Valentina hadden den tijd niet om te roepen want twee kerels grepen hen vast en begonnen hen uit al hunne krachten de eene met eenen dikken stok en de andere met een stuk ijzer op het hoofd te slaan dat zij badend in hun bloed bewusteloos bleven liggen. Twee andere kerels sprongen op Heymans en na hem verscheiden slagen op het hoofd te hebben toegebracht, dwongen zij hem onder doods bedreigingen, eenen revolver op de borst houdende, zijn geld aan te wijzen. Op die wijze maakten zij zich meester van eene groote som geld, wel 2000 fr., juweelen, twee zakuurwerken en andere voorwerpen. Daarna begonnen zij terug Benedikt af te ranseleen totdat hij voor dood bleef liggen. Ten gevolge van de moeilijkheden waardoor de Duitschers het onderzoek belemmerden, ging de zaak gedurende den oorlog niet vooruit, doch na den wapenstilstand kwam Heymans Benedikt het gerecht verwittigen dat hij in twee zijner aanvallers de genaamde Van den Bossche Pieter, bijgenaamd “Polle Pie”, daglooner te Malderen, thans te Laeken, en De Boodt Alfons Aloys, werkman te Malderen, herkend had. Zij werden aangehouden, doch niettegenstaande hunne ontkenningen hielden de slachtoffers staande dat zij wel bij de daders waren. Het mag een geluk heeten dat Heymans Benedict en Joanna hunne wonden overleefden. Ganseh hun lichaam was eene wonde en op het hoofd droegen zij ieder minstens 10 gapende kwetsuren. Andere daders konden niet ontdekt worden. Meester De Vuyst, van Dendemomde, draagt de verdediging der verdachten voor. Van den B. en De B. zijn veroordeeld ieder tot vijf jaren gevang, met onmiddellijke aanhouding en berooving hunner burgerrechten gedurende 5 jaren. Na het uitdoen hunner straf zullen zij gedurende 5 jaren onder de bijzondere bewaking der politie blijven. Het Nieuws van den Dag, 17 april 1920 Londerzeel - De landbouwer Vanden Houdt werd eenigen tijd geleden erg mishandeld door drie slechte kerels uit de gemeente. Hij diende eene aanklacht in en de plichtigen moesten Vrijdag morgend voor de korrektionneele rechtbank van Brussel verschijnen. Donderdag avond brak er brand uit in eene van de afhankelijkheden der pachthoeve van de echtgenooten Vanden Houdt. Klaarblijkend was er hier eene misdadige hand in hel spel. De landbouwer, die 281
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
zijne drie aanranders verdenkt, heeft tegen hen eene nieuwe klacht ingediend. Toen de drie kerels Vrijdag morgend te Brussel in het Justiciepaleis aankwamen, werden zij onmiddellijk aangehouden. Het Parket van Brussel is Vrijdag namiddag naar de gemeente gekomen om er het onderzoek, door de plaatselijke gendarmerie begonnen, voort te zetten. Het is gebleken dat de drie aangehoudenen Donderdag avond in de nabijheid der hoeve gezien werdden. Voegen wij er nog bij dat de afhankelijkheid, waar de brand ontstaan was, gansch vernield is. De Volksstem, Aalst zondag 18/4/1920 Brandstichting te Londerzeel – drie aanhoudingen. Vrijdag morgend moesten drie inwoners van Londerzeel voor de Boetstraffelijke Rechtbank van Brussel verschijnen, om een landbouwer, Pieter V., zwaar mishandeld te hebben. Donderdag avond ontstond schielijk brand in de schuur van Pieter V., en ondanks de spoedige hulp der geburen, brandde het gebouw ten gronde af. De bevelhebber der gendarmerie, een onderzoek doende, en op de hoogte van de aanranding en van het proces, vernam dat de drie kerels, die ’s anderendaags voor de rechtbank moesten terecht staan, kort voor het uitbreken van den brand nabij de schuur gezien geweest waren. Hij vatte dadelijk vermoedens tegen hen op en deelde zulks Vrijdag morgend, voor het begin der zitting aan het parket mede. De drie kerels die zonder wantrouwen naar de rechtbank gekomen waren, werden er op bevel van den prokureur des konings aangehouden en opgesloten. Het parket is te Londerzeel afgestapt. Het Laatste Nieuws, 18 april 1920 Een Hoeve geplunderd en in Brand gestoken te Londerzeel. - Onveilige tijden Een eeuw geleden had West-Vlaanderen zijn Bakelandt, Oost-Vlaanderen zijn Jan de Lichte, en ‘t land van Mechelen zijn roovers der Pijpelheide, waarvan de oudjes nog weten te vertellen, hetgeen ze zelf van vader en moeder hoorden. En ‘t is wel of die benauwelijke tijden terug gekeerd zijn, daar in de streek tusschen Dendermonde en Mechelen, beheerscht door. den hoogen Sint-Romboutstoren. De menschon, die gisterenmorgen naar de Mechelsche markt kwamen, staken de hoofden bijeen om huiverend te luisteren naar 't verhaal van Londerzeel, en de liedjeszanger aan de IJzeren Leen, die eenige weken geleden den moord bij Bonheiden bezong, zal nu weer stof vinden. Met een angstig gevoel keeren de marktgangers naar hun eenzame hoeve terug en menigeen heeft nog eerst in de ijzerwinkel eenige flinke hangsloten en zware kettingen gekocht, en velen zelfs bij den wapemnaker een revolver. De inbrekers. Want ja, ’t is ongehoord, wat er gisteren zeer vroeg te Londerzeel voorviel. Op het gehucht “De Linde” woont op een schoone hoeve het echtpaar Meltens-Denls met vier kinderen. Evenals de meeste buitenlieden rond Mechelen zijn zij meer hoveniers dan landbouwers, en elken morgen rijdt de man met groenten naar de markt te Brussel. Als naar gewoonte vertrok hij ook gisterochtend weer omstreeks 4 uur. Drie roovers, die hun gezicht met schoensmeer zwart gemaakt hadden, spiedden zijn vertrek af en vielen dan de hoeve binnen, zij doorzochten de beneden-kamers, maar vonden geen geld en klommen dan naar boven. Uw geld of uw leven! Daar troffen ze de verschrikte echtgenoote Melders aan en bedreigden haar met hun browning, eischend al haar geld. De vrouw weigerde. De schelmen sleurden haar dan naar beneden en mishandelden haar. De ongelukkige, door vrees en geweld verlamd, gaf eindelijk toe en
282
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
wees in een koffer een som van 10.000 frank in Belgische bankbiljetten en enkele juweelen. De roovers grabbelden haastig den buit samen. De Roode Haan. Twee van hen gingen dan heen, de derde hield met zijn wapen nog altijd de vrouw in bedwang. Welk een geest bezielde dan toch de onverlaten, dat zij deze lieden, nu ze hun geld hadden, nog dieper in 't ongeluk moesten storten? De schurken staken de hoeve in brand. Toen de vlammen knetterden, verdween ook de derde bandiet. De kinderen waren ontwaakt en schreiden. De boerin, als waanzinnig van ontzetting, schreeuwde om hulp. Buren snelden toe en redden de kleinen. Vier koeien verbrand De menschen trachtten het vuur te blusschen, maar te vergeefs. Wild grepen de vlammen om zich heen en overmeesterden het woonhuis en de bijgebouwen. Vier schoone koeien en veel pluimgedierte kwamen in den brand om en werden verkoold. Van de woning bleven slechts de zwartgeblakerde muren over. Alles is vernield en de schade wordt op 50.000 fr. geschat. Een gedeelte wordt door verzekering gedekt. Het gerecht. De gendarmen van Vilvoorde verschenen dadelijk ter plaatse en gaven aan het parket te Brussel kennis van het gebeurde. De roovers zouden den brand gesticht hebben, om elk spoor van hun optreden, als vingerafdrukken, mogelijk achtergelaten voorwerpen, voetstappen, enz. uit te wisschen. De gansche streek werd afgezocht en een ware klopjacht ingericht, maar tot nu toe zonder gevolg. Men bezit slechts een onduidelijke persoonsbeschrijving der drie misdadigers. Men veronderstelt dat deze kerels tot een welingerichte bende behooren. De Volksstem, Aalst dinsdag 20/4/1920 Bandietenstreek te Londerzeel. Zaterdag morgend werd er in de gemeente Londerzeel eene afschuwelijke bandietenstreek gepleegd. De echtgenooten Melders-Denis, landbouwers, bewonen eene schone hoeve op het gehucht “de Linden”. De man rijdt alle dagen naar de vroege markt te Brussel. Zaterdag morgend nu, rond 4 ½ ure, drongen drie kerels met zwart gemaakt gelaat, die ongetwijfeld het vertrek van Melders afgespied hadden, in de hoeve. Zij doorzochten de verschillende plaatsen, doch geen geld vindend, klommen zij naar het verdiep en wilden de echtgenoote Melders, onder bedreiging met hunne revolvers, dwingen het geld dat in huis was af te geven. Daar de vrouw weigerde, werd zij naar de kelder gesleurd, vreeselijk mishandeld, tot zij, door schrik overmeesterd, de bandieten een kistje aanwees, inhoudende eene som van 10.000 fr. en eenige juweelen van waarde. Twee der schurken trokken met den buit op, terwijl de derde het slachtoffer met zijn revolver in bedwang hield. De twee eersten staken het vuur aan de hoeve en, toen de brand reeds volop woedde, namen ze de vlucht, gevolgd door den derde. Op het hulpgeroep van vrouw Melders en van hare vier kinderen snelden de geburen toe die al de huisgenooten uit den vuurpoel konden redden. Niettegenstaande het moedig optreden van de geburen werden al de gebouwen aangetast en bleven vier schoone melkkoeien en heel het neerhof in de vlammen. Van heel de hoeve en de afhankelijkheden staan nog slechts de zwart berookte muren recht. De schade, gedeeltelijk door de verzekering gedekt, bedraagt rond de 50.000 fr. De gendarmerie van Vilvoorde, onmiddellijk verwittigd, begaf zich ter plaatse en liet de vreeselijke gebeurtenis ook weten aan het Parket van Brussel. Uit het onderzoek is gebleken dat de bandieten de brandstichting pleegden om hunne sporen uit te wisschen. 283
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Het gerecht bezit slechts een heel onduidelijke persoonsbeschrijving van de ellendelingen. Alhoewel er eene klopjacht gedaan werd, kon men hun spoor niet ontdekken. Ongetwijfeld heeft men hier te doen met de leden van de bende, die sinds geruimen tijd in de Brusselsche omgeving en ook verder hare gruweldaden pleegt. ’t Is te hopen dat de akelige schurken spoedig in handen van het gerecht zullen zijn. Zulk galgenaas verdient niet alleen dat het ter dood veroordeeld wordt, maar ook dat de beul hen werkelijk het hoofd voor de voeten legt. Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant, Nederland, 20 april 1920 Limburger koerier: provinciaal dagblad, 21/4/1920 en 22/4/1920 Bandieterij Maandagmorgen half vijf deden een vijftal bandieten gemaskerd een aanval op een hoeve te Londerzeel (Vlaanderen). De geldwaarden werden gestolen. Na de plundering werd de hoeve in brand gestoken. De Grondwet, Nederland; 20 april 1920 Limburger koerier: provinciaal dagblad 22/4/1920 Het nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië, 11/6 en 22/6/1920 Een roovergeschiedenis. Omtrent der reeds vermelden overval in Vlaanderen valt nader het volgende te berichten: Zaterdagmorgen omstreeks half vijf is de hoeve van de echtelieden Melder-Denis, op het gehucht „De Linden", te Londerzeel, bij afwezigheid van den man, die dagelijks naar de vroegmarkt te Brussel rijdt, door vier schurken, met zwartgemaakt aangezicht, overvallen. De vrouw door een revolver in bedwang gehouden, werd verzocht het geld aan te wijzen. Daar de vrouw weigerde werd zij naar den kelder gesleurd er mishandeld. Meer dood dan levend wees de vrouw de bergplaats aan van 10.000 francs, 10 Belgische bankbiljetten en van eenige juweelen. Eenmaal in het bezit van hun roof staken de schurken de hoeve in brand en sloegen op de vlucht. Op het hulpgeroep van de vrouw kwamen er buren toegesneld, die er in slaagden haar te redden. Tegenover den laaienden brand stonden zij machteloos. Huis en bijgebouw waren weldra een prooi der vlammen. Vier koeien en een aanzienlijk aantal stuks pluimgedierte zijn in den brand gebleven. Een klopjacht in de omstreken bleef zonder gevolg. Gazet van Antwerpen, 23 april 1920 Le Vingtième Siècle, 23 april 1920 (Vertaald) De criminele brandstichters van Londerzeel- 3 Arrestaties. De commandant van de rijkswacht van Londerzeel heeft, na lang en intensief speurwerk, de hand kunnen leggen op twee van de vermoedelijke daders van de bandietenstreek bij de echtgenoten Meltens. In de loop van zijn onderzoek vernam hij dat twee gevaarlijke individuën uit Steenhuffel, die lid van een grote bende waren geweest, de avond voor de aanslag in een aantal Londerzeelse café’s waren geweest en ’s nachts niet thuis waren gekomen. Woensdag morgen is hij, samen met één van zijn mannen, de twee schurken bij hen thuis gaan arresteren. Bij hun ondervraging beweerden ze alle twee de nacht van de misdaad thuis geslapen te hebben, maar de buren en zelfs hun ouders verklaren formeel dat ze pas in de ochtend zijn teruggekeerd. Het onderzoek heeft ook aan het licht gebracht dat ze allebei de laatste dagen veel uitgegeven hebben - terwijl ze amper werken – en hun drankschulden hebben betaald. Woensdag namiddag zijn de onderzoeksrechter Poupez de Kettenis, substituut Ost en griffier
284
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Cantillon in Londerzeel afgestapt om in de gendarmerie de twee gevangenen te ondervragen en een arrestatiebevel uit te schrijven. Ze werden in de gevangenis van Vorst opgesloten. Donderdag morgen heeft de rijkswachtcommandant ook de bandiet Egied Steenackers, 19 jaar oud, uit Londerzeel, aangehouden. De drie misdadigers hebben zich in een volkomen stilzwijgen gehuld. Het Laatste Nieuws, 23 april 1920 LONDERZEEL. - De brandstichters - Derde aanhouding. Donderdagochtend werd zekeren Egide Steenackers, wonende alhier, in hechtenis genomen wegens medeplichtigheid in de bandieterij gepleegd bij de echtgenooten Meltens. Le Soir, 23 april 1920 Het Nieuws van den Dag, 23 april 1920 Londerzeel - Wij meldden in ons vorig nummer de aanhouding van twee gevaarlijke kwaaddoeners uit de gemeente Steenhuffel als zijnde de daders van de afschuwelijke bandieten streek en brandstichting bij de echtgenooten Meltens. De onderzoekrechter M. Poupez de Kettenis, van het Brusselsch Parket, begaf zich Woensdag avond naar Steenhuffel om er de twee aangehouden kerels te ondervragen. Daar de plichtigheid van de twee schurken genoegzaam vastgesteld was, leverde de onderzoeksrechter tegen hen een aanhoudingsmandaat af. Bijden werden Donderdag morgend naar het Justitiepaleis van Brussel overgebracht en vandaar naar de gevangenis van Vorst. Het zijn de genaamden Aloïs Tastinet (elders Tortinet), 19 jaar, en Eduard Leemans, 21 jaar. Donderdag morgend ook is de bevelhebber der gendarmerie van Londerzeel overgegaan tot de aanhouding van den derden medeplichtige, zekere Egied Steenackers, 19 jaar, in de gemeente woonachtig. Hij ook is onder aanhoudingsmandaat afgeleverd door den onderzoeksrechter. Heden morgend zal hij zijne twee medebandieten gaan vervoegen in de gevangenis te Vorst. Evenals de andere betichten weigert Steenackers het minste woord over het gruwelijk feit te lossen. Advertentieblad van Gheel - 24/4/1920 Zaterdagmorgen, omstreeks 4 ½ uur, is de hoeve van de echtelieden Melder-Denis, op het gehucht “De Linden” te Londerzeel in de afwezigheid van den man, die dagelijks naar de vroege markt te Brussel rijdt, door vier schurken, met zwartgemaakt aangezicht, overvallen geworden. De vrouw, door een revolver in bedwang gehouden, werd verzocht het geld aan te wijzen. Daar de vrouw weigerde, werd zij in den kelder gesleurd en mishandeld. Meer dood dan levend wees de vrouw de bergplaats aan van 10.000 frank in Belgische bankbiljetten en van eenige juweelen. Eens in het bezit van hun roof staken de schurken de hoeve in brand en sloegen op de vlucht. Op het hulpgeroep van de vrouw kwamen er geburen toegesneld, die er in slaagden haar te redden. Tegenover den laaienden brand stonden zij machteloos. Huis en bijgebouw waren weldra de prooi der vlammen. Vier koeien en een aanzienlijk aantal stuks pluimgedierte zijn in den brand gebleven. De schade wordt geschat op 50.000 frank. Het Annoncenblad van Moll - 24/4/1920 Brandstichters van Londerzeel. – Enkele dagen geleden is een afschuwelijke misdaad gepleegd te Londerzeel bij de echtelieden Melten, terwijl de man naar de Brusselsche vroegmarkt gereden was. Drij zwartgemaakte mannen drongen de woon binnen, waar zij de vrouw dwongen, haren ponk van 10.000 fr. af te geven, en staken dan hoeve en woon in brand.
285
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
De bevelhebber van de gendarmerie komt de hand te leggen op twee der daders. Tijdens zijne opsporingen, had deze wakkere officier vernomen, dat twee gevaarlijke kerels, die Steenhuffel bewoonden, en vroeger deel hadden gemaakt van eene dievenbende, in drankhuizen van Londerzeel, den avond te voren, waren gezien geweest. Woensdag morgen is de bevelhebber de mannen in hunne woning gaan aanhouden. Ondervraagd, beweerden beiden op hun bed te hebben geslapen, den nacht van de schrikkelijke euveldaad. De buren, zelfs hunne huisgenooten, loochenden dat formeel. Beiden hadden in de laatste dagen groot verkeer gemaakt. Woensdag nanoen is het parket ter plaatse geweest om de twee kerels te ondervragen. Het Laatste Nieuws, 26 april 1920 De Bandietenzaak te Londerzeel – Een vierde aanhouding. Het parket stapte opnieuw ter plaatse af om het onderzoek voort te zetten naar den stoutmoedige bandietenstreek die onlangs werd gepleegdin de hoeve van weduwe De Bondt te Londerzeel. Een huiszoeking werd gedaan bij zekeren V... wonende in de gemeente . Verscheidene gestolen waren werden in zijn woning ontdekt. De broeder van een der aangehouden bandieten en de heler werden in hechtenis genomen en opgesloten. Het onderzoek duurt voort. Het Nieuws van den Dag, 27 april 1920 Londerzeel — Het onderzoek over de bandietenstreek in de hoeve der echtgenooten Meltens is met den besten uitslag bekroond geworden. Zaterdag namiddag is het parket van Brussel andermaal in de gemeente geweest. De twee kerels, wier aanhouding wij gemeld hebben, bekenden hunne heuveldaad en voegden erbij dat zij denzelfden nacht ook een diefstal pleegden bij de weduwe De Bondt. Eene huiszoeking bij den verheler V., van de gemeente, deed de gestolen waren ontdekken. V. werd aangehouden. De broeder van een der bandieten werd ook bij den kraag gevat. De Volksstem, Aalst dinsdag 27/4/1920 De bandieterij van Londerzeel – nog twee aanhoudingen. Het parket van Brussel is gisteren namiddag andermaal te Londerzeel afgestapt om het onderzoek voort te zetten. De aangehouden kerels hadden bekend, dat zij den nacht der brandstichting ook nog eene diefte gepleegd hadden bij de weduwe De Bondt. Zij bekenden ook dat de buit, bij deze laatste gestolen, verkocht geworden was bij zekeren V. Deze werd ondervraagd doch loochende. Men vond echter de waren, bij de weduwe De Bondt gestolen, in zijne woning. V. werd aangehouden, evenals de broeder van een der bandieten, die door zijne medeplichtigen verklikt geworden was. De Standaard, 28 april 1920 De overval van de hoeve te Londerzeel - VOORBARIGE GERUCHTEN In verband met den overval van de hoeve op het gehucht “De Linden” te Londerzeel, wordt ons van betrouwbare zijde er op gewezen, dat tot nog toe geen enkel schuldige aan de bedoelde schurkenstreek is aangehouden geworden. De aanhouding van eenige personen heeft uitsluitend betrekking op een doodgewonen diefstal, bij nachte gepleegd. Bij niemand zijn waren, toebehoorend aan de familie Melders, ontdekt of aangeslagen geworden. ,
286
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
La Dernière heure, 29 april 1920 Vooruit, 1 mei 1920 Londerzeel - Men zal zich de afschuwelijke bandietenstreek herinneren, over een paar weken alhier gepleegd. Voor deze zaak werden drie bewoners der streek, op bevel van den onderzoeksrechter Thomas aangehouden. Hunne houding kwam zeer verdacht voor, want aangaande het gebruik van hunnen tijd, den nacht der misdaad, gaven zij uitleggingen, die door verscheidene getuigen tegengesproken werden. Het is nu bewezen, en de betichten hebben het bekend, dat zij op dien oogenblik te Londerzeel-StJozef een diefstal pleegden met bezwarende omstandigheden in een voddenmagazijn. Zij zijn dus onschuldig aan de bandietenstreek. Het gerecht heeft bijgevolg hare opzoekingen herbegonnen om de daders te ontdekken van de plundering en den brand der Hoeve. Het Laatste Nieuws, 13 mei 1920 Het Nieuws van den dag, 13 mei 1920 L a Dernière Heure, 13 mei 1920 De Nieuwe Gazet, 13 mei 1920 Vreeselijk Drama te Malderen - EEN MAN DOODGESTOKEN. Talrijke landbewoners bevonden zich in een drankhuis op het grondgebied van Malderen bij Londerzeel. Plots ontstond een hevige twist tusschen Hendrik D, wonende te Steenhuffel, en Bettens Theofiel, van (Beltgens in de Nieuwe Gazet, ook Bellens, Beeten en Beltens). Weldra werden de twistende mannen handgemeen. Eensklaps stortte Deridder te gronde, hij was door drie messteken in den buik getroffen en bleef roerloos liggen. Een bijberoepen geneesheer verklaarde zijn toestand vrij ernstig. Het slachtoffer werd naar een kliniek te Brussel gebracht, doch overleed in den loop van den dag (dinsdag). De moordenaar was op de vlucht geslagen. De gendarmen van Londerzeel vernamen dat de kerel in de statie een reiskaartje voor Rijsel genomen had. Hij was dinsdag morgend vertrokken. Onmiddellijk werd de politie van Gent verwittigd. Hij werd in het Zuidstation te Gent werd hij door de gewaarschuwde politie in hechtenis genomen. Bettens werd opgesloten ter beschikking van het Brusselsch parket. De Volksstem, Aalst 13/5/1920 Moordaanslag te Malderen. Maandagavond waren uit de omliggende dorpen jongelingen naar Malderen afgezakt, ter gelegenheid der feesten. In eene herberg ontstond twist tusschen de genaamden Henri D... van Steenhuffel en Theo B. van Machelen. Zij werden handgemeen en eensklaps stortte D. kermend ten gronde. Zijn tegenstrever had hem drie vreeselijke messteken in den buik toegebracht en daarna de vlucht genomen. Het slachtoffer werd naar een kliniek te Brussel overgebracht waar hij Dinsdag overleden is. De gendarmerie van Londerzeel vernam dat de moordenaar Dinsdag den eersten trein genomen had naar Rijsel. Dadelijk werd naar Gent getelefoneerd en toen de trein uit Dendermonde in de Zuidstatie kwam werd de moordenaar aangehouden. De Kempenaar - 23/5/1920 Kermismoord. – Te Malderen bij Londerzeel waren talrijke jonge lieden van den omtrek naar de kermis gekomen en er was twist ontstaan in eene herberg, een twist die weldra in een woedend gevecht oversloeg.
287
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Eensklaps zakte zekere Henri De Ridder bloedens ineen, getroffen door drie messteken in de buik. Geneeskundig verzorgd, bracht men hem in alle haast naar eene kliniek te Brussel, waar hij na twee uren stierf. De moordenaar was naar Londerzeel gevlucht, waar hij gevonden werd op het oogenblik dat hij den trein van Gent instapte en wegreed. Men telegrafeerde naar Gent en daar werd hij aangehouden bij het uitstappen. Hij meende naar Rijsel te vluchten. De Volksstem, Aalst, 14/7/1920 Belangrijk bericht. Te beginnen van 15 juli zullen de reizigerstreinen welke in de reisgids vermeld zijn loopen op de lijn Aalst-Opwijck-Londerzeekl-Boom-Antwerpen Zuid en omgekeerd. De Nieuwe Gazet, 5 augustus 1920 Frans Van A., van Steenhuffel, soldaat bij het 2e carabiniers, staat terecht voor desertie van half October 1919 tot half Juni 1920. Hij zegt dat zijne vrouw zich slecht gedroeg en daar zij de soldatenvergoeding optrok, hij haar dit wou onttrekken en daarom deserteerde. Hij had zijne militaire schoenen niet meer toen hij aangehouden werd. Hij had ze weggeworpen omdat ze versleten waren. Van A... wordt veroordeeld tot 6 maanden correctie en 8 dagen krijgsgevang. Het Centrum, 26/8/1920
De Standaard, 25 en 26 augustus 1920 LONDERZEEL - DOODELIJK ONGELUK. De heer K. Hermans, handelaar, begaf zich Maandagavond met zijn motorfiets naar Brussel. Hij had nog niet lang zijne woning verlaten, toen men kwam boodschappen, dat de on-
288
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
gelukkige, door ter plaatse “De Drijpikkel” voor een voertuig uit te wijken, op een boom gebotst en op den slag dood was gebleven. Dat ongeluk heeft in onze gemeente eene diepe verslagenheid teweeggebracht. NADERE BIJZONDERHEDEN. - In aansluiting met het bericht, dat gisteren is verschenen, over het smartelijk ongeluk, dat den heer K. Hermans is overkomen, kunnen wij, na nauwkeuriger inlichtingen te hebben ingewonnen, mededeelen, dat het ongelukkig slachtoffer nog een tijdlang zijne wonden heeft overleefd, en slechts verscheiden is na de laatste HH. Sakra-menten te hebben ontvangen. Heden Donderdag, om 10 uur, heeft zijn plechtige lijkdienst plaats. De achtbare afgestorvene laat eene weduwe met vijf minderjarige weesjes achter. Hij was de broeder van Mgr Hermans. C. SS. R., vicaris-generaal in Roseau (West-Indië). Le Soir, 27 augustus 1920 (Vertaald) Moto-ongeluk – Dinsdag namiddag keerde de heer M. Ch. Hermans, een ondernemer uit Londerzeel, langs de Meise-laan naar huis, toen hij aan een bocht in de weg ter hoogte van de Drijpikkel tegen een boom botste. De schok was verschrikkelijk. De heer Hermans werd op de kassei gesmeten waar hij in een plas bloed bleef liggen. Mensen kwamen hem ter hulp maar ondanks al hun zorgen overleed het slachtoffer enkele ogenblikken later. Het lijk van de heer Hermans werd naar het lijkenhuis gebracht.
Nieuwsblad van Geel - 25/9/1920 Willebroeck. – Ongeval op de spoorbaan. Dinsdag morgen, rond half vijf, heeft een erg ongeval plaats gehad te Willebroeck. Toen de eerste trein Antwerpen-Londerzeel voorbij den barreel van den Dendermondschen steenweg reed, kwam op hetzelfde oogenblik een met twee paarden bespannen bierwagen over de spoorbaan. De wagen die van Dendermonde kwam en naar Mechelen moest, werd totaal verbrijzeld, en wat erger is, de voerman werd op den slag gedood alsook de twee paarden. Het slachtoffer is de genaamde De Vos, 32 jaar oud, wonende te Dendermonde. Het lijk werd naar het gasthuis der gemeente gevoerd. De wrakstukken van den wagen werden opgeruimd, zoodat de baan spoedig vrij was. Een onderzoek is ingesteld, om de verantwoordelijkheid vast te stellen. Het Nieuws van den Dag, 19 november 1920
Le Figaro, Frankrijk, 14 december 1920. (Vertaald en een beetje ingekort) Het ongeluk te Armentières – De schuld van de vorst – Twee van de slachtoffers van de katastrofe van Armentières werden deze ochtend geïdentificeerd. Het gaat om Léonce Fourneaux, 50 jaar, uit Rivière, en France Borghys uit Willebroek. De naam
289
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
van 3 doden is nog onbekend. De slachtoffers die niet door de familie worden opgeëist zullen plechtig door de Compagnie’ du Nord begraven worden... De toestand van de gewonden die in het hospitaal van Rijsel worden verzorgd is bevredigend en enkelen zijn al naar huis kunnen keren. Wat betreft de oorzaak van de ramp volgt uit de eerste informatie dat een stopsignaal half zou hebben open gestaan. Misschien had de vorst het mechanisme ontregeld. De machinist van de goederentrein, Wattebied, zou zijn stoker Sergeant gevraagd hebben om er zich van te vergewissen dat te toegang tot het station vrij was. Toen die affirmatief antwoordde wierp hij, vooraleer op het spoor te gaan, alleen nog maar een snelle blik op het stopsignaal waarvan hij dacht dat het open stond. Beiden worden nu van onvrijwillige doodslag beschuldigd maar zijn wel in voorlopige vrijheid gesteld. Eén van de doden, de heer Pieter Dedecker, is 47 jaar oud, werd geboren te Malderen (België) en is vader van 8 kinderen. Opmerking: op 12 december 1920 botste de reizigerstrein Saint Omer – Lille op de zwaar met steenkool geladen goederentrein uit Fives-Lille. Dat gebeurde 400 meter voorbij het station van Armentières (waar hij om 9h04 met een vertraging van 11 minuten vertrokken was). Er waren 11 doden en een 30-tal gewonden. Het Centrum, 4/2/1921 Bang voor den Leeuw. De Brusselsche correspondent der Nieuwe Rotterdamsche Courant meldt: Eenigen tijd geleden werd als protest tegen een fransche hulde aan Vlaamsche gesneuvelden te Wolverthem bij Brussel door honderden boeren de Vlaamsche Leeuw aangeheven, tot groote ergernis van de aanwezige generaals en andere autoriteiten. Een gelijksoortig geval deed zich nu te Londerzeel. eveneens in Brabant, voor. Daar de Ligue du Souvenir het voornemen had te kennen gegeven om het monument der gesneuvelden te komen onthullen en de vaderlandsche plechtigheden door deze Ligue ingericht veelal in anti-Vlaamsche betoogingen ontaarden, besloten de plaatselijke autoriteiten, zoo civiele als geestelijke, zich van alle deelneming te onthouden. Ook werden de leden van de Ligue bij hunne aankomst uit Brussel door de bevolking op een dreunende Vlaamschen Leeuw onthaald en keerden zij zoo gauw mogelijk naar de hoofdstad terug. De Grondwet, Nederland, 8 februari 1921. Post en Verkeer – Goederenvervoer België – Naar haast alle Belgische stations kunnen thans wederom goederen verzonden worden. Geen vervoer van wagenladingen is echter mogelijk naar .... Steenhuffel. De Volksstem, Aalst, 14 juli 1921. Na zeven jaren. Zaterdag is te Mechelen, met den sneltrein uit Keulen een gewezen werkman van het arsenaal, zekeren Verbruggen, wonende te Londerzeel, aangekomen. Deze was in 1914 terug onder de wapens geroepen geworden en sinds 1915 had men van hem niets meer gehoord. Verbruggen maakt dan deel uit van het vrijwilligerskorps dat naar het Russische front vertrok. Door de Bolschewistische revolutie en de ontbinding der legerkorpsen verrast, werd ook de eenheid waartoe Verbruggen behoorde ontbonden en in de algemeene verwarring geraakte hij van zijne Belgische makkers gescheiden. Hij volgde de Russische troepen welke naar Midden Rusland afzakten en kende weldra de uiterste armoede. Enkel met lompen bedekt, moest hij bedelen om in zijn onderhoud te kunnen voorzien. Slechts verleden jaar vernam hij dat de oorlog geëindigd was. Hij gelukte er eindelijk
290
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
in aan de Bolschewistische hel te ontsnappen, bereikte Finland en Zweden en kon eindelijk in Duitschland geraken van waar hij nu naar België gezonden werd. Voorwaarts: sociaal democratisch dagblad, 9/8/1921 Een granaat te Ieperen ontploft. — Vrijdagmiddag had te Ieperen een vreestelijke ontploffing plaats waarbij drie werklieden uit Malderen gedood en twee gekwetst werden. Men was bezig met het puin van een stuk geschoten huis op te ruimen, toen opeens een geweldige ontploffing plaats had, waarbij drie werklieden vreeselijk getroffen werden. Men schrijft het ongeluk toe aan het feit dat een van hen een blinde granaat met de spade zal geraakt hebben en de ontploffing veroorzaakt. De Volksstem, Aalst, donderdag 1 september 1921. Brouwerij, gansch modern ingericht met ijsmachienen, enz. en hebbende winter en zomer zeer goed en altijd schoon klaar bier, vraagt voor Aalst en omliggende bierverkoopers op flesschen van Bock, Tripel, Stout, Speciaaal en extra goed tafelbier. Voor conditien schrijven, Brouwerij de Hoorn, Steenhuffel bij Merchtem. De Nieuwe Gazet, 2 oktober 1921 Gazet Van Antwerpen, 3 oktober 1921 Wraak – Een drama te Londerzeel. - Twee gekwetsten Vrijdag, in den vroegen morgen, werd de gemeente Londerzeel in opschudding gebracht door een revolverdrama, dat twee slachtoffers gemaakt heeft. De dochter der echtgenooten Vanden Brande keerde huiswaarts, in gezelschap van haar broeder en van de vrouw van dezen laatste, geboren Johanna De Belder. Zij waren wat laat op de kermis gebleven, 't Was 3 uur toen het drietal uit een hollen weg kwam, die toegang tot hun woning verleende. Plotseling sprong een kerel, de gewezen verloofde der dochter Vanden Brande, zekere P.... die daar in hinderlaag lag, te voorschijn, en loste, zonder een woord te spreken, verschillende revolverschoten op de groep. De dochter Vanden Brande deed alsof zij getroffen was en Iiet zich ten gronde vallen; dank aan dezen list werd zij door geen der kogels geraakt. De vrouw van den zoon Vanden Brande werd door een kogel in het hoofd doodelijk gekwetst. Met den moordenaar te willen ontwapenen kreeg de echtgenoot van het ongelukkige slachtoffer een schot in het gelaat. De moedige jongen moest, door bloedverlies, uitgeput, den dader loslaten, die de vlucht nam, achtervolgd door boeren, die op het geknal der schoten toegesneld kwamen. P..., uitgeput van 't loopen, moest zich eindelijk door zijn achtervolgers laten aanhouden, die hem aan de gendarmen overleverden. Het Parket van Brussel, per telefoon verwittigd, kwam vrijdag morgen om 10 uur ter plaats. De dader werd naar het gerechtshof der hoofdstad gevoerd en door den onderzoeksrechter ondervraagd. Men heeft P... vervolgens in de gevangenis opgesloten. De echtgenooten Vanden Brande werden door een geneesheer verzorgd; de vrouw, gezien haar toestand, is naar een kliniek te Mechelen overgebracht. Tot hiertoe heeft men den kogel niet kunnen uithalen. De toestand van het slachtoffer is uiterst bedenkelijk. Voorwaarts: sociaal-democratisch dagblad, 8/10/1921 Slachtoffer van 't militarisme. De buurvrouwen van Mevr. D., te Londerzeel (België) hadden haar sinds twee dagen niet meer gezien. Dinsdagmorgen, toen Mevr. X. het huis binnentrad, stelde zij vast dat Mevr. D. zich opgehangen had. Uit het ingestelde onderzoek blijkt dat Mevr. D. zelfmoord gepleegd heeft, omdat haar zoon, dien zij innig liefhad, vóór enkele dagen naar de kazerne was opgeroepen.
291
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Het nieuws van den dag, 11 oktober 1921 Le soir, 11 oktober 1921 De Volksstem, Aalst, woensdag 12/10/1921 Doodelijk ongeval te Londerzeel. Een ongeluk, door onvoorzichtigheid uitgelokt, is Maandag morgen voorgevallen te Londerzeel. De zoon van een jachtwachter, de 16 jarige Maes, had van zijn vader diens geweer gekregen om het een oogenblik vast te houden. Hij moet er aan gefrutseld hebben want op een gegeven oogenblik ging een schot af en de lading kwam terecht in den hals van Mathilda Van Doorslaer, van Wolverthem. Gezien de ernstigheid van haren toestand werd deze laatste vervoerd naar de kliniek van Dr. Peeters, te Mechelen. Daar heeft men vastgesteld dat de lading de keel heeft doorboord. De toestand van Mathilda Van Dorslaer, 26 jaar, is zeer bedenkelijk. De knaap, die de onvrijwillige schuldige is, bevond zich zoo zeer onder den indruk van het gebeurde, dat men hem te bed heeft moeten leggen. De gendarmerie heeft een onderzoek geopend. De Volksstem, Aalst 15/10/1921 Rechtbanken - Boetstraffelijke Rechtbank van Dendermonde. Poging tot omkooping. Zeker Bugg. Frans, kiekenkoopman van Malderen, is veroordeeld tot 66 fr. boet of 20 dagen gevang, om te Aalst gepoogd te hebben den adjunct-politiekommissaris Ysebaert om te koopen en eenen valschen naam te hebben aangegeven. De Volksstem, Aalst, woensdag 3 mei 1922. Geheimzinnig pakje in de trein Aalst-Antwerpen,. Een pasgeboren kindje vermoord In den trein 3535, komende van Aalst met bestemming van Antwerpen, vond de treinwachter, Zondag namiddag, tussen Londerzeel en Boom in een reizigersrijtuig een pakje in bruin papier dat in het net geborgen lag. Bij de aankomst te Boom (rond 13u24) overhandigde hij zijn vondst aan de statieoverste. Daar het pakje evenwel een onaangename geur verspreidde, werd het geopend. Het bevatte het lijkje van een pasgeboren kind. Rond den hals was een koordje vastgesnoerd en in den mond zat nog een propje. De statieoverste van Boom verwittigde de plaatselijke politie, die een onderzoek instelde. Het parket werd op de hoogte van de zaak gebracht De Volksstem, Aalst, zondag 7/5/1922. De ontaarde moeder aangehouden - bekentenissen. Zoals wij meldden werd in het begin der week in enen trein op de lijn Aalst-Antwerpen, tussen de statiën Londerzeel-Boom, onder ene zitplank van een 3e klasrijtuig, het lijkje van een pasgeboren kindje van het mannelijk geslacht gevonden. In het mondje stak een stuk zakdoek, terwijl rond den hals een nestel vastgesnoerd was. Naar de lijkschouwing het uitgemaakt heeft was het rampzalig bloedje door verwurging om het leven gebracht. De rechterlijke politie zette zich ieverig aan ‘t werk om de plichtige op te zoeken; weldra kwamen zij te weten dat Zondag 30 April een meisje van ongeveer 20-jarigen ouderdom in dit rijtuig gereisd had, met enen persoon. Het meisje, tijdens het gesprek, vertelde dat zij als gouvernante dienst deed in een huis in de Huidevetterstraat te Antwerpen, en thans bij enen vrijen Zondag een bezoek ging brengen bij hare ouders, wonende te Oppuers. De rechterlijke agenten vernamen verders dat de dienstmeid op Zondag 30 April wel uitgegaan was maar ene valies had medegenomen. Op behendige wijze ondervraagd, deed zij weldra bekentenissen. De plichtige moeder is zekere Irma Van E., oud 20 jaar, geboortig van Bornhem. Hare ouders wonen te Oppuers. Zij werd ter beschikking van het gerecht in het gevang opgesloten.”
292
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Het Laatste Nieuws, 8 juni 1922 Ruisbroek – Bloedig ongeval – Gisternamiddag werd zekere Jean Brusseleer uit Steenhuffel door spoorwegwagons in het station te Ruisbroek omvergeworpen en bekwam vreeselijke kwetsuren aan het hoofd en aan de beenen. Het nieuws van den dag, 10 juni 1922 RUISBROECK-De spoorwegarbeider Jan Brusseleer, wonend te Steenhuffel, werd Woensdag namiddag alhier in de statie verrast door eene reeks manoeuvreerende wagons. De ongelukkige bekwam afzichtelijke wonden aan het hoofd en de beenen. Men bracht. hem in hopeloozen toestand naar een gasthuis van Brussel over. Een noodlottige afloop wordt gevreesd. Jan Brusseleers is gehuwd en vader van familie. De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad, Nederland, 10 augustus 1922 Het proces tegen den Vlaamschen oud-strijder dr. A. de Beuckelaere. Brussel, 9 augustus.... Na dr. van de Velde wordt een ander geneesheer, dr. van Assche, gewezen officier van gezondheid, thans arts te Londerzeel in Brabant, gehoord. Ook deze getuige ten laste verklaart woordelijk: Ik acht dr. de Beuckelaere niet in staat, iemand tot overloopen aan te zetten. De Volksstem, Aalst, 8 september 1922 Duivennieuws. - De Provinciale Beschermmaatschappij en Scheidsraad van Oost-Vlaanderen heeft de volgende straffen uitgesproken: Een liefhebber van Londerzeel, voor het spelen met eene duif met valschen ring, uitgesloten tot einde 1923. De Volksstem, Aalst, 23 september 1922. Erg werkongeluk te Vorst. Donderdag namiddag deed zich een erg ongeval voor op de werf van M. X bij den ouden hippodroom. Eenige werklieden bevonden zich op eene stelling, toen de genaamde Alfons Kleyman, wonend te Londerzeel, alopeens het evenwicht verloor en van acht meters hoogte naar beneden stuikte. De ongelukkige werd bewusteloos helemaal met kneuzingen overdekt, opgenomen en naar het St. Pietersgasthuis, te Brussel, overgebracht. De geneesheeren oordeelden zijn toestand zorgwekkend. Het Laatste Nieuws, 2 oktober 1922 STEENHUFFEl. — Ontsporing. — Op de spoorlijn Aalst-Londerzeel, in de nabijheid van het station alhier, werd een koe door een personentrein aangereden. De machinist stopte dadelijk, met het gevolg dat de reizigers van hun zitplaatsen werden geslingerd. Drie wagens sprongen uit de sporen. Niemand werd gekwetst. De koe is vermorzeld. Het Laatste Nieuws, 26 mei 1923 Onze Vlaamsche Molens – Voor hun behoud. Onlangs hebben we hier gewezen op het gevaar, dat onze windmolens bedreigt, nu gas, stoom en elektriciteit zulke machtige mededingers zijn. Onze molens sieren het landschap. Wat zou Vlaanderen veel verliezen in uitzicht zonder molens! Maar we hebben ook aangetoond, dat talrijke molens daar staan als monumenten onzer geschiedenis. Een onzer lezers te Steenhuffel meldt ons, dat hij een bezoek bracht aan den ouden molen van Malderen (Brabant). De gemoedelijke ‘mulder’ wees hem tweemaal het jaartal 1119. In
293
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
den molenstaak gesneden! Op den steunbalk staan nog andere data, vermoedelijk van hertellingen als 1461, 1755, 1756, 1781 enz. Op een zijbalk leest men 't Inschrift: “1119, Judocus”. De molenaar vertelde, dat sedert 800 jaar zijn voorzaten de Leemans in bezit van den molen geweest zijn. Nooit heeft het onweer den eerwaarden molen geteisterd. Men schrijft zulks toe aan het feit, dat het bosch van Buggenhout steeds een onweersbui in tweeën splitst en het aldus den molen beschermt als in een onzijdige strook. De molenaar wist, hoe men vader tot zoon vertelde dat men van verren afstand, zelfs van Scherpenheuvel, naar hier kwam om meel. Onze lezer vervolgt in zijn merkwaardigen brief: Eens las Ik op een prentbriefkaart: “Silly Mauvinage. De windmolen van 1180, de oudste van Europa”. Die van Maldercn is echter nog ouder! En tot slot: De molenaar is voornemens den molen af te breken en stoom te gebruiken! Daar hebben we weer de alarmkreet van iemand, die ook hart voelt voor molens! Trouwens, onze waarschuwing werd door verscheidene bladen overgenomen. De “Vereeniging tot Behoud van Natuur- en Stedenschoon” heeft ons verzocht een lijst op te maken van merkwaardige molens die we kennen. We hebhen destijds de gedachte geuit, dat het de plicht is van den Staat de daartoe in aanmerking komende molens te behouden. Men zou ze, indien ze nutteloos worden voor het bedrijf, als uitkijktoren kunnen inrichten. We vernemen nu dat de Koninklijke Kommissie van Monumenten, de goeverneurs der provincies verzocht heeft, een lijst op te maken van de molens, met aanduiding van eigenaar, standplaats en historische feiten er aan verbonden. Mocht dit een eerste stap zijn op den weg tot redding van die trouwe wachters op ons platteland. Abraham Hans
294
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Het nieuws van den dag, 13 juni 1923 Het Volk 14 juni 1923 De Volksstem, Aalst, 14 juni 1923 Scholier doodgereden. – Dinsdag morgend, rond 8 ure, is er te Merchtem een schrikkelijk ongeluk gebeurd. Een scholier van Steenhuffel, De Caluwe genaamd, reed per velo naar de school te Merchtem. Op de kruising der Vilvoordsche baan en der Kattenstraat werd de jongen door een zwaren brouwers-vrachtauto verrast. De knaap werd onder den auto geslingerd en het voertuig reed hem over het lichaam. De arme jongen bleef op den slag dood. De Volksstem, donderdag 2 augustus 1923. Zondag avond omstreeks 8 ure, had de 34 jarige Van Spitael Louis, landbouwer te Baesrode, Schippersdijk, een bezoek gebracht aan zijne familie te Londerzele. In het naar huis keren werd de man, die per rijwiel was, aan een onbewaakte barreel niet ver van de statie van Londerzele, door den trein gevat. De ongelukkige die ene grote wonde aan het hoofd bekwam en een voet afgereden werd, was bijna op den slag dood. Hij laat ene jonge weduwe en klein kindje achter. De droefheid der vrouw en familie is onbeschrijfelijk.” Verduidelijking: Alhoewel niet nader gepreciseerd kan de plaats van het ongeluk niet anders dan de spoorwegovergang te Ursene zijn, op dezelfde plaats waar op 6-10-1908, de Londerzeelse burgemeester Van Assche het leven verloor.
De Volksstem, Aalst 12/12/1924 Geheimzinnig drama te Londerzeel - Twee aanhoudingen. Dinsdagavond deed zich te Londerzeel een geheimzinnig drama voor. Op het oogenblik dat de landbouwer Van Cauwenbergh, 50 jaar, zijne woning verliet, werd hij getroffen door een geweerschot in den onderbuik. De gekwetste werd zijne woonst binnengedragen, waar een geneesheer vaststelde dat de wonde erg was. De gendarmerie stelde aanstonds een onderzoek in om den dader te ontdekken. Sedert eenigen tijd leefde Van Cauwenbergh voor eene geldzaak in onmin met zijn neven V., die ook zijn geburen zijn. De openbare opinie duidden dezen als de daders aan en ondanks hun loochenen werden zij dan ook aangehouden en naar Brussel gevoerd, ter beschikking van het gerecht. Het schot is met eene karabijn gelost. Het onderzoek duurt voort. Le Nordmaritime, Frankrijk, 1 maart 1925 (Vertaald) Belgische kippen en boter uit Diksmuide overspoelen Duitsland - We lezen in de Metropole Belge. Sedert enkele maanden al maakt men zich in diverse kringen van de hoofstad zorgen over de mysterieuze verwijning van... de Brusselse kippen. Waar gaan onze kippen naartoe? Zij er nog wel Brusselse kippen? Het antwoord op de tweede vraag stelt ons gerust, dat op de eerste vraag doet ons opspringen van verontwaardiging. Een confrater is naar een serieus kweekgebied geweest: Londerzeel, Wolvertem, Steenhuffel, Merchtem, enz... En ziehier, snel samengevat, het resultaat van zijn onderzoek. Ja, er zijn nog malse Brusselse kippen die zoals vroeger op wetenschappelijke wijze worden vetgemest. Maar die schitterende dingen kosten ter plaatse bij de groothandelaar 100 à 125 fr. het koppel en in de kleinhandel gaan ze tot zo’n 100 fr. het stuk! Maar... maar, zoals bij ons, heeft bijna niemand er de middelen om dergelijke Cantecleers te betalen; men ziet ze hier niet meer op de markt of in de vitrine... Men stuurt ze weg... Ja, naar Duitsland... naar de arme mensen die hun miserie uitschreeuwen. Elke vrijdag vertrekken onze grote kippen naar Duitsland met hele wagons. Engeland zelf, het rijke Engeland stelt zich tevreden met de tweede keus!
295
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Dat is het. Terwijl wij moedig met margarine bereide dingen uit de frigo vreten snoepen de goede moffen van onze uitstekende Brusselse kippen, bovendien in boter uit Diksmuide bereid. Zelfs die boter vertrekt rechtstreeks van aan de Ijzer. Als herstelbetaling misschien? De Volksstem, Aalst, 20 mei 1925 Jeugdige bandiet . Zondag namiddg, rond 4 uur, keerde Juffr. Van den Bemd, wonende te Leest, uit Mechelen ter voet huiswaarts, toen zij op den Steenweg tusschen Mechelen en Heffen plots aangerande werd door den 17 jarigen A., student, woonende te Londerzeel. Nadat hij haar geldbeugel, inhoudende 100 frank, afgenomen had, meende hij per rijwiel te ontvluchten, maar Juffr. Van den Bemd riep om hulp, zoodat voorbijgangers hem achtervolgden aanhielden. De jeugdige boosdoener werd overgeleverd aan de rijkswacht van Blaesvelt. Hij zal met het gerecht af te rekenen hebben. De Volksstem, Aalst 20/5/1925 Kaatsen – Steenhuffel - Uitslag van Zondag 17 Mei: Aalst, Esplanade (Jef Van den Broecke) wint tegen Steenhuffel met 7 spelen tegen 3. Dendermonde (Eendracht) wint tegen Peisegem met 7 spelen om 4. Beslissing: Esplanade wint op schitterende wijze tegen Dendermonde met 10 spelen om 2. Bijzondere melding voor Podevyn, die belooft voor de toekomst. Le soir, 23 mei 1925 Uitgebreid artikel over Orianne. Eigenlijk geen nieuwe informatie (behalve de verkeerde over haar aanhouding door de Duitsers) https://www.belgicapress.be/pageview.php?adv=1&all_q=Steenhuffel&any_q=&exact_q=&none_q=&from_d=1901&to_d=1970&per_lang=&per=&sig=JB838&lang=FR&per_type= 1
Dagblad van Noord-Brabant, Nederland, 1 augustus 1925 De ontworpen laan Brussel—Antwerpen, met vertrekpunt Dikke Linde achter het openbare park van Laeken zal gaan over Meysse, Wolverthem, ten bate van Londerzeel, langs Boom en zal over den bestaanden steenweg Boom-Antwerpen te Antwerpen en het Park van Warande uitkomen. Wij hopen dat weldra de periode van werkelijke verwezenlijking van dit werk zal aanvangen, dat reeds sedert jaren had moeten geëindigd zijn. Die wensch is dus des te billijker, daar het aan den Staat geen cent zal kosten. Le Progrès de la Côte-d’Or, Frankrijk, 30 augustus 1925.
Het nieuws van den dag, 6 december 1925 Het Laatste Nieuws, 7 december 1925 STEENHUFFEL — Ijselijke dood van een grijsaard. Het parket van Brussel is alhier afgestapt, om een onderzoek in te stellen naar een tragischen brand, waarin een grijsaard levend verkoold werd. Die brand heeft gewoed in het huisje van
296
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
den 73-jarigen Jaak Desmet. De man had 's avonds een houtvuur aangestoken in de plaats waar hij sliep. Tijdens zijn slaap was zijn bed in brand geraakt en de grijsaard heelemaal in vlammen gehuld, kon niet meer uit de voeten en werd levend verkoold. Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant, Nederland, 9 januari 1926 SCHIJNDEL, 7 Jan. Dinsdagavond werd in de groote zaal van het Patronaat de 3e Kunst- en Ontwikkelingsavond gegeven. Als spreker werd uitgenoodigd de WelEerw. heer Jan Hammenecker, onderpastoor te Londerzeel. De spreker heeft zich doen kennen als een groote voorvechter van de Vlaamsche beweging. Strijkorchest “Musica" luisterde den avond met hare muziek op. De Vriend van ’t Volk, Londerzeel, N° 2 – zondag 10 januari 1926 Londerzeel - Avondfeesten - De tooneelafdeeling “Voor Taal en Kunst” der Fanfare l’Union, geeft op Zondagen 24 en 31 Januari en 7 Februari a.s. prachtige Toon- en Tooneelkundige avondfeesten in de schouwburgzaal bij Fr. De Maeyer (Chassé). Opvoering van “ANNE-MIE”, drama in vier bedrijven met ballet en kooren van Rosier Faasen, en het lustige blijspel “Daar is Mijnheer” van J. Gilissen. De Vriend van ’t Volk, Londerzeel, N° 4 - Zondag 24 januari 1926 Schouwburgzaal bij Frans De Maeyer (Chassé). Heden Zondag 24 Januari, eerste opvoering door de tooneelkring “Voor Taal en Kunst” van “ANNEMIE”, drama in 4 bedrijven met ballet en kooren, en het lustig blijspel “Daar is Mijnheer”. De Fanfare “l’ Union” zal de tusschenpoozen door puike muziekstukken veraangenamen. Begin te 3 ½ uur stipt. Om na te volgen - De leden der Fanfare “L’ Union”, verleden Maandag op hun jaarlijksch feest vergaderd, zijn de geteisterden der overstrooming wel indachtig geweest, namelijk eene som van 550,25 Fr. werd bijeenverzameld, welke aan ‘t Hulpkomiteit gezonden is. De Vriend van ’t Volk, Londerzeel, N° 5 - Zondag 31 januari 1926 Tooneelkring “Voor Taal en Kunst”, Schouwburgzaal. Opvoering van “Anne-Mie”, drama in 4 bedrijven met ballet en kooren, en het lustig blijspel “Daar is Mijnheer”, op Zondagen 31 Januari en 7 Februari 1926, telkens om 3u30 stipt. De feesten worden opgeluisterd door muziekuitvoeringen der fan De eerste opvoering, verleden Zondag, was een echte triomf voor “Voor Taal en Kunst” en nog nooit beleefde hier een toneelstuk zooveel succes en goedkeuring. En dat met reden. “AnneMie” is een prachtstuk op zichzelve en de uitvoerders hebben tot ieders voldoening ‘t fijne ervan laten kennen evenals in “Daar is Mijnheer”, het blijspel dat de lachspieren duchtig in werking brengt. De Vriend van ’t Volk, Londerzeel, N° 6 - Zondag 7 Februari 1926 Avondfeest Koninklijke Fanfare “L’ Union. Tooneelafdeeling “Voor Taal en Kunst”. Heden Zondag 7 Februari 3de en laatste opvoering van “Anne-Mie”, drama, en “Daar is Mijnheer”, blijspel, stukken welke bij de twee vroegere vertooningen zulken buitengewonen bijval mochten genieten. De Fanfare “L’ Union”, wie verleden Zondag de verrassende tijding gewierd dat haar den titel “Koninklijk” was toegekend, waarvoor ze mag gelukgewenscht, zal de tusschenpoozen door schoone muziekstukken veraangenamen. Daar de plaatsen beperkt zijn, is oppassen de boodschap. Men begint te 3 ½ uur in “De Schouwburgzaal” bij Fr. De Maeyer.
297
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
De Vriend van ’t Volk, Londerzeel, N° 7 - Zondag 14 Februari 1926 + Deken Heremans, woensdagavond rond 7 ½ uur - ° 21/8/1866 - Deken 11/4/1912 Dokter in de godgeleerdheid. Als opvolger werd benoemd: Z.E.H. WEICHERDING, 53 jaar, Leuvenaar van geboorte, pastoordeken te Bierbeek. Inhaling 9/5/1926. Het huisgezin, Nederland, 8 maart 1926 Te Londerzeel is Zaterdag de 5-jarige Octave Cludts in een poel geraakt en verdronken. Nieuwsblad van het Zuiden, Nederland, 8 maart 1926 Twentsche courant, Nederland, 13 maart 1926 Niet goed op broertje gepast De 13 jarige Octaaf Cludts, wonende te Londerzeel, was met zijn 5 jarig broerke Guïllaume in een naburig bosch gegaan. Een half uur later kwam hij naar huis geloopen en vertelde dat een man zijn broerke vastgegrepen en het in een poel geworpen had. De ouders, in een ontzettenden angst volgden hun zoon naar het bosch en vonden den kleinen Guillaume vast steken in het slijk van den poel. Het arme Jongetje had opgehouden te leven. Uit het onderzoek van de gendarmen, zou blijken dat het slachtoffertje, toevertrouwd aan de hoede van zijn ouderen broeder, bij toeval in den poel terecht is gekomen en verdronken. Octaaf, die waarschijnlijk zulks niet heeft durven zeggen, had toen de geschiedenis van den man die zijn broerken in den poel wierp, verzonnen, gelijk hij later toegaf. Excelsior, Frankrijk, 24 april 1926 (Vertaald) De Grote Boulevard – De toekomstige boulevard die de Belgische hoofdstad met Antwerpen moet verbinden zal vertrekken aan de Dikkelinde in Laken en uitkomen op de zuidwestelijke hoek van het Zuiderpark. Deze baan zal Meise en Wolvertem doorkruisen en het oosten van Londerzeel passeren. Het tracé tussen dit punt en de monumentale brug van Klein-Willebroek is nog niet definitief toegewezen. De Vriend van ’t Volk, Londerzeel, N° 18 - Zondag 2 Mei 1926 Dankbetuiging - De familiën Moens en Ringoot danken hartelijk de vrienden en kennissen die haar bij de teraardebestelling van wijlen Mr. Jan Moens hunne deelneming betuigden. Zij is vooral erkentelijk aan de Koninklijke Fanfare L’ Union voor het opluisteren der plechtigheid door treurmarschen en voor haar treffend huldebetuig bij ‘t graf van den overledene, medestichter en bestuurslid der maatschappij. De Vriend van ’t Volk, Londerzeel, N° 19 - Zondag 9 Mei 1926 Nieuwe deken - In vervanging van den Z.E.H. WEICHERDING, die de hem opgedragen taak te zwaar achtte, heeft Zijne Doorluchtigheid Mgr. Van Roey den Zeer Eerwaarden Heer Fransen, dokter in Godgeleerdheid, bestuurder van Sint-Pieters College te Leuven, pastoor van Londerzeel Sint Kristoffel en Deken van ‘t distrikt Wolverthem benoemd. Aanstelling Zondag 9 mei 1926. Gazet van Mol - 15/5/1926 De 16 jarige Hermans van Malderen wilde op een in gang zijnde tram springen, hij verloor het evenwicht en werd met gebroken ruggegraat opgenomen.
298
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Nieuwsblad van Geel - 29/5/1926 De bliksem. - Woensdag avond, om 8 uur, brak een hevig onweer los boven Malderen en omstreken. Een jonge boer, Kamiel Hoffman, die van het veld kwam met een kar klaver, werd ter hoogte van de Molenheide door den bliksem, op zijn kar, op den slag gedood. Het paard was eveneens geraakt en stierf eenige oogenblikken nadien. De Nieuwe Kempen - 29/5/1926 V.O.S. Aertselaer neemt deel aan de vlaginhuldiging van Steenhuffel op 30 Mei en aan de vlaginhuldiging van Borsbeek op 6 Juni – Viert 11 Juli. De Vriend van ’t Volk, Londerzeel, ca 15 juni 1926 Inhuldiging H. Hartbeeld op de Markt - 4/7/1926. De Vriend van ’t Volk, Londerzeel, ca 25 juni 1926 H. Hartfeest verschoven naar Zondag 1 augustus 1926. Aartsbisschop Mgr. Van Roey heeft aanwezigheid toegezegd. “O Jezus Hart, wij zijn Uw zonen. Krachtig van wil, sterk in getal. Dat zijn wij, en dat zullen wij toonen. Overal!” De Vriend van ’t Volk, Londerzeel, N° 30 - Zondag 27 juli 1926 Onderscheidingen - Aan onzen dorpsgenoot, M. Louis Lauwers, werd de Nijverheidsdekoratie 2e klas toegekend. De Koninklijke Fanfare “L’ Union”, waarvan de gedekoreerde een ijverig lid is, bracht hem bij deze gelegenheid een puike serenade. De Vriend van ’t Volk, Londerzeel, N° ? van 25 juli 1926 Hulde H. Hart, op 1 augustus, in aanwezigheid van Mgr. De Wachter, hulpbisschop, vertegenwoordiger van Zijne Hoogwaardigheid den Aartsbisschop, Z.H. den Prelaat van Grimberghen, ..., Majoor de Hennin de Boussu-Walcourt, Burggraaf de Spoelberch. Beeldhouwwerk van Van Uytvanck. Voetstuk: D. Praille.
299
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
µDe
Vriend van ’t Volk, Londerzeel, N° ? - Zondag 23 januari 1927 De Tooneelkring “Voor Taal en Kunst” zal op zondagen 30 januari, 6 en 13 februari a.s. puike Toon- en Tooneelkundige avondfeesten geven in de schouwburgzaal bij Fr. De Maeyer. Men zal opvoeren “Liefdedrift” door Nestor De Tière, drama met dans en zang in 4 bedrijven, en het luimig blijspel “Voor stille lieden”, door E. Van Driessche. De Koninklijke Fanfare L’ Union zal de tusschenpoozen door muziek veraangenamen. Prijzen der plaatsen: voorbehouden 4 fr. - 2de rang 2 fr. Tijdens de opvoering van het drama zal het vijf en twintig jarig optreden als tooneelliefhebber van M. Camiel Van de Velde, feestelijk worden herdacht. Het Laatste Nieuws, 30 april 1927. De Volksstem, Aalst, 30 april 1927. Geheime stokerij te Steenhuffel. – Woensdag heeft de heer toeziener der Accijnzen te Steenhuffel met de accijnsbedienden van Merchtem, te Steenhuffel, Bontestraat, bij De Pauw Joannes, eene geheime stokerij ontdenkt, die in volle werking was. Er werd eene hoeveelheid van 60 liters alcohol aan hoogen graad gevonden, benevens twee kuipen met gegiste stoffen, gereed om af te stoken. Alles werd aangeslagen en de overtreder ter beschikking van den heer Procureur des Konings gesteld. De geheimstoker was sinds ettelijke weken het voorwerp eener bijzondere bewaking vanwege bovengemelde bedienden. De Volksstem, Aalst 15/5/1927 Erge botsing te Willebroeck - Op den Dendermondschen Steenweg te Willebroeck gebeurde een zeer erg auto-ongeval. Op de baan waren drie mannen met elkaar in gesprek, toen een auto, toebehoorende en gevoerd door Lodewijk V.A., van Antwerpen over den steenweg kwam en de drie mannen onderste boven reed, waarbij zij zware verwondingen opliepen. De eerste, Frans Steenackers, 33 jaar oud, fabriekswerker, wonende te Londerzeel, bekwam verwondingen aan hoofd en beenen; de tweede Alfons Jacobs, dienstknecht, oud 42 jaar, wonende te Reeth, werd gekwetst over gansch het lichaam ; de derde Lod. Bals, 35 jaar, wonende te Reeth, aan hoofd, armen en beenen. Geneeskundige hulp moest bijgehaald worden. Nochtans zijn hun verwondingen niet levensgevaarlijk. De Vriend van ’t Volk, Londerzeel, N° 26 - Zondag 26 juni 1927. Stichting Davidsfonds op Zondag 3 juli 1927. Voorzitter K. Moortgat. De Volksstem, Aalst 28/8/1927 Een auto in brand te Opdorp. - In de Pekestraat te Opdorp gebeurde een vrij erg ongeluk. T. Vermoesen, wonende te Malderen, had zijne uitgenoodigden van een huwelijksfeest terug naar huis gevoerd met zijn auto. Bij het terugkeeren, juist in de Peekestraat, schoot gansch de auto in vlam en vuur, ten gevolge van eene feil aan den vergaarbak. De voerder kon nogal gauw uit zijn voertuig springen, doch twee kinderen die van achter in den auto plaats hadden genomen, kon men nauwelijks en nog met groote moeite redden; men was verplicht het bovengedeelte gansch af te rukken, om de twee inzittenden te bevrijden. Wat de auto betreft, die is gansch uitgebrand. Nog enkel een ijzeren geraamte is blijven staan. Men mag hier voorzeker van groot geluk spreken, dat er geen persoonlijke ongelukken te betreuren zijn.
300
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
De Volksstem, Aalst, vrijdag 23 september 1927 Ongeluk aan onbewaakten overweg nabij Londerzeel - Op de spoorbaan Thisselt-Londerzeel, werd een der zware bierwagens van de brouwerij De Jonghe-Erix, van Willebroek, aan een onbewaakten overweg door een goederentrein uit Boom verrast. De voerman stuikte hals over kop van zijn gespan doch bekwam slechts onbeduidende verwondingen. Eén der twee paarden werd echter zo deerlijk gekwetst dat het onmiddellijk diende afgemaakt. De wagen werd bovendien erg beschadigd.” De Vriend van ’t Volk, Londerzeel, N° 39 - Zondag 25 september 1927 Groote verrassing - Met de kermis zal de wereldberoemde vlieger Lindbergh eenige dagen komen doorbrengen in de Schouwburgzaal bij Fr. De Maeyer en er zijn vliegmachien tentoonstellen. Wie dien kerel nog niet gezien heeft kome maar eens kijken. De Volksstem, Aalst 12 oktober 1927 Man doodgereden te Wolverthem. De stoomtram rijdende tusschen Wolverthem en Londerzeel, kwam uit de richting van Londerzeèl aangestoomd. De machinist werd op het gehucht “Nerom” een schok gewaar, remde en ging zien wat er gebeurd was. Hij trof tot zijn groote ontsteltenis het vreeselijk vermorzeld lichaam van een jongen man aan, die 30 meter ver medegesleurd en daarna onder de lokomotief vermorzeld werd. Het slachtoffer is Isidoor Van Buggenhout uit St-Brixius-Rode. De Volksstem, Aalst 11/11/1927 Auto-ongeval te Mechelen - Op den hoek der Adeghem- en der Gildestraten te Mechelen, werd de sigarenfabrikant Verdonck, wonende in de Hoogstraat, die per side-car in gezelschap van zijn 17 jarige zoon, op de weg naar huis was, ’t onderste boven gereden door de autobus van den heer De Decker, van Malderen. Verdonck werd samen met zijn zoon verschillende meters ver meegesleurd. Beiden liepen echter slechts onbeduidende verwondingen op. De inzittenden van de autobus werden verder met geweld dooreen geschud, doch geen enkel ervan bekwam eenig letsel. De aangerichte schade is echter belangrijk en bedraagt – gezien de side-car schier totaal werd verbrijzeld – verschillende duizenden franken. De Vriend van ’t Volk, Londerzeel, N° ? - Zondag 22 Januari 1928 Zondagen 29/1 en 5 en 12/2/1928 “Voor Taal en Kunst”, in de Schouwburgzaal bij Fr. De Maeyer (Chassé): “Paus Van Hagendonck” van G. Martens, gevolgd van blijspel “Oh! ‘n Auto!” van Jac. Ballings. Het Laatste Nieuws, 7 maart 1928 MALDEREN. — Hij schiet op zijn vrouw. De 26-jarige Jozef Van den Bergh leefde in onmin met zijn vrouw. Hij bedreigde laatstgenoemde met een revolver en de vrouw vluchtte naar het ouderlijk huis te Steenhuffel. T. meldde zich bij zijn schoonouders aan en loste er een schot in de richting van zijn vrouw, zonder haar echter te treffen. De schutter werd aangehouden en opgesloten. De Volksstem, Aalst, donderdag 29/3/1928 Ongeval in de spoorwerkhuizen te Mechelen - In de Stapelplaats der Centrale Spoorwerkhuizen te Mechelen deed zich Maandagnamiddag een vrij ernstig werkongeval voor. Verschillende werklieden waren gezamenlijk een zwaar ijzerenrek dienstig om bundels te rangschikken, aan het verplaatsen, toen plots het bovenste gedeelte ervan omsloeg en op den 35-jarige 301
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
handwerker Lodewijk Van den Eede terecht kwam. De ongelukkige verloor bloed uit neus en mond en werd, na ter plaatse geneeskundig te zijn verzorgd, per auto naar zijn echtelijke woning te Londerzeel overgebracht. De Vriend van ’t Volk, Londerzeel, 29 april 1928 50 jarig bestaan St. Cecilia Londerzeel Sint-Jozef. De Vriend van ’t Volk, Londerzeel, 56e Jaargang N° 19 - Zondag 6 mei 1928 Sterfgeval - Verleden Maandag hadden hier, druk bijgewoond door vrienden en kennissen, de plechtige lijkdienst en teraardebestelling plaats van den heer Jules Verspreet, gemeenteraadslid, voorzitter der Mutualiteit van den Liberalen Bond, bestuurslid der Koninklijke Fanfare L’ Union. De rouw werd geleid door den zoon, den broeder en schoonbroeders van den overledene. Door L’Union werden in den lijkstoet treurmarschen uitgevoerd. Bij het graf schetste heer burgemeester K. De Keersmaecker namens het gemeentebestuur de verdienstvolle bestuurlijke loopbaan van M. Verspreet en wees er op hoe kiesch, alhoewel krachtdadig, hij bij de besprekingen zijn meening voorstond en hoe gewetensvol hij zijn taak behartigde in het bestuur der gemeente dat in hem een ijverigen medewerker verliest. Heer de Mûelenaere, voorzitter der Koninklijke Fanfare L’ Union, huldigde in naam der Fanfare en dezer Tooneelafdeeling “Voor Taal en Kunst” het afgestorven bestuurslid, altijd op de bres waar het de belangen van beide kringen gold. Met fierheid herdacht hij hoe M. Verspreet, spijts de ontreddering door den oorlog veroorzaakt, er in gelukte op den dag van den wapenstilstand voor ‘t gemeentehuis door zijn Fanfare het nationaal lied te doen uitvoeren en nadien al zijn krachten inspande om zijn maatschappij opnieuw te doen bloeien. Het was hem een groote voldoening, na onophoudend aandringen, den titel van “koninklijke” fanfare voor L’ Union te hebben verkregen. Ook het tooneel vond steeds in hem een overtuigd voorstander. “Voor Taal en Kunst” heeft altijd op zijn gewaardeerden steun mogen rekenen. Zijn vroegtijdig heengaan laat een groote leemte in beide kringen. De Volksstem, Aalst, woensdag 6/6/1928 Doodelijk ongeluk te Mechelen. Gisteren om 2,30 uur namiddag heeft te Mechelen op de Hoogbrug een doodelijk ongeluk plaats gehad. Een vrachtwagen der firma “les fonderies Lallemand”, rue Four à briques, 50, Evere bij Brussel, gevoerd door Verlée, Brussel, reed op gezegd uur de Hoogbrug op, komende uit de richting van den steenweg naar Brussel, als uit de andere richting drie meisjes per velo kwamen aangereden; de genaamde Vermuelen Clementina, geboren te Londerzeel 8 juni 1912, en wonende te Londerzeel, Topstraat, reed de laatste, haar rijwiel geraakte in de goot van den linker kant der brug; de pedaal raakte tegen den boordsteen, waardoor het meisje ten gronde viel; de auto, die op 75 cm. reed van den borduur, omdat werklieden aldaar bezig zijn den straatweg te herstellen, vatte het meisje in haar val langs haar linkerkant. De auto stopte dadelijk, doch het meisje verloor bloed langs mond en neus en overleed enkele oogenblikken later ter plaatse zelf. Het lijk werd naar het doodenhuis overgebracht. De Vriend van ’t Volk, Londerzeel, N° ? , zondag 16 december 1928. Zondag 23 december, dinsdag 25 december en woensdag 26 december 1928 geeft Tooneelafdeeling “Voor Taal en Kunst” van de Koninklijke Fanfare L’ Union prachtige avondfeesten in de Schouwburgzaal bij Fr. De Maeyer. Men voert op “De Heideboeren”, drama met zang in 4 bedrijven door P. Kints, en het lustig blijspel “Tante Mac” van Jef Haugen
302
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
De Vriend van ’t Volk, Londerzeel, 57e Jaargang N° 8 - zondag 24 februari 1829 Sterfgeval - Zaterdag laatst had hier onder grooten toeloop van vrienden en kennissen de plechtige lijkdienst, gevolgd van de begrafenis, plaats van wijlen M. Judo Huysegoms, op 75jarigen leeftijd godvruchtig overleden. De Koninklijke Fanfare L’ Union, waarvan de aflijvige bestuurslid was, voerde op den weg naar ‘t kerkhof treurmarschen uit. Bij ‘t graf huldigde heer de Mûelenaere, voorzitter van “L’ Union” den ontslapene als voorbeeldig lid der Fanfare. De Vriend van ’t Volk, Londerzeel, 57e Jaargang N° 12 - zondag 24 maart 1929. Overlijden - Op 14 dezer overleed hier op 45 jarigen leeftijd zalig M. Frans Verholen, oudstrijder, oorlogskruis met palm, krijgsmedalie, zege- en herinneringsmedalie, bestuurslid van de oud-strijdersbond, eerelid der Koninklijke Fanfare L’ Union. De Nieuwe Gazet, 13 april 1929 De Volksstem, Aalst 13/4/1929 Moordpoging en zelfmoord te Londerzeel - De 33 jarige Frans Spiessens werd verlaten door zijn echtgenoote, die met haar kind ging inwonen bij de echtelieden Rosseels, haar ouders. Spiessens, die een tijdje hier en daar had rondgezworven, keerde te Londerzeel terug, ging ergens in een stal slapen en begaf zich ’s anderendaags naar de woning van zijn schoonouders. Zonder een woord te spreken liep hij naar de slaapkamer van zijn vrouw. Daar haalde hij een revolver te voorschijn. Vijf schoten knalden. De eerste drie troffen de vrouw ernstig, doch niet doodelijk. De laatste twee had de moordenaar voor zich zelf bestemd. Hij overleefde zijn zelfmoord poging slechts een anderhalf uur. De Vriend van ’t Volk, Londerzeel, zondag 29 september 1929. Ter gelegenheid der 75ste verjaring harer stichting, richt de Koninklijke Fanfare Sint Cecilia een groote prijskamp voor stafmarsen in. Comoedia, Frankrijk, 1 oktober 1929 (Vertaald) – We vernemen de dood van burggraaf Olivier de Spoelberch, professor aan de Universiteit van Leuven, overleden te Brussel. Hij werd begraven in de familiekelder te Londerzeel. De overledene was getrouwd met gravin Madeleine de La Barre d’Erquelinnes. Hij laat drie kinderen na: burggraaf Roger de Spoelberch en burggravinnen Eliane en Amicie de Spoelberch. De Volksstem, Aalst 2/10/1929 Kamionet tegen een huis – Zes gekwetsten - Een autokamionet gevoerd door A. Lombaerts, aardappelkoopman, van Londerzeel, kwam Zondag namiddag van Steenhuffel gebold langs de groote baan. Drie kinderen, 10 en 11 jaar en jongelingen 19 jaar, allen van Londerzeel, hadden in het rijtuig plaats genomen. Toen zij de laatste gemeente kwamen ingereden, sprong de voorband van den auto die op de gevel van een huis terecht kwam. De zes inzittenden werden gekwetst. De autovoerder en zijn kleine broeder, 11 jaar, waarvan de ene het been gebroken was, werden naar het gasthuis van Mechelen overgebracht. De andere gekwetsten konden na verzorging naar hunne woning terugkeeren. De Volksstem, Aalst, 6 oktober 1929 Uit Moorsel. - De Koninklijke Harmonie Ste Cécilia heeft op den Muziekwedstrijd van Londerzeel, op Zondag .29 September, den eersten prijs behaald in de 2e categorie harmoniën. Hartelijk proficiat.
303
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
Het Laatste Nieuws, 9 oktober 1929 NIEUWE AUTOBUSDIENST MALDEREN-MERCHTEM-BRUSSEL Verschenen is de dienstregeling van den nieuwen autobusdienst Malderen-Merchtem-Brussel en terug. Halten zijn voorzien als volgt: Malderen (station), Beekstraat, Steenhuffel (Monument), Terlinden, Merchtem, Terspelt, Bosbeek, Brussegem, Osselt, Hamme, Wemmel, Dielegem berg, Jette kasteel, Jette Barreel, Jette spiegel, Jette Gielelaan, Koekelberg, Brussel Scainteletteplein, en Brussel Em. Jacqmainlaan. De Vriend van ’t Volk, Londerzeel, N° ?, zondag 15 december 1929 Zondag 22 december, woensdag 25 december, donderdag 26 december en zondag 29 december 1929. “Voor Taal en Kunst”, drama met zang in 4 bedrijven “Eene Misdadige”. Ter gelegenheid van het 25-jarig optreden van Mr. Henri Van Muylder. De jubilaris treedt op in den rol van Bruno Gits en zal gevierd worden op 1e Kerstdag. Overhandiging van het zilveren Eerediploma door een afgevaardigde van het Nationaal Toneelverband. De Koninklijke Fanfare L’ Union zal de tusschenpoozen met muziek veraangenamen. De Vriend van ’t Volk, Londerzeel, N° ?, zondag 29 december 1929. Woensdag 25 december 1929 was het de gala-avond. Alsdan werd het 25-jarig optreden als tooneellist van M. Henri Van Muylder feestelijk herdacht. M. De Mûelenaere, voorzitter van L’ Union, bood den jubilaris met de hartelijkste gelukwenschen der maatschappij en van ‘t bestuur een prachtig geschenk aan, en nog een bijvoegende van wege den eere-ondervoorzitter M. Jan Moens. Dan volgden. Aanspraak met geschenk van heer Van den Elst, leider van “Voor Taal en Kunst”. Aanbieding van een geschenk in naam der leden van den kring, door M. Maurice Troch. De Volksstem, Aalst, dinsdag 27 mei 1930 Inbrekers te Londerzeel. In den nacht van Zaterdag op Zondag zijn inbrekers gedrongen in de woning van den h. B. De Kersmaecker, brouwer te Londerzeel. De dieven hadden het gemunt op de brandkast, maar konden hun opzet niet verwezenlijken, te meer daar het geblaf van een waakhond hen kwam hinderen. Dit belette evenwel niet dat de inbrekers even later inbraken in de woning van mevr. weduwe Van Doorslaer. Ook daar kregen ze de brandkast niet open en moesten zij zich vergenoegen met een geringen buit. De gendarmerie stelde een onderzoek in en waarschuwde het parket. Het Laatste Nieuws, 21 augustus 1930 Nieuwe Apeldoornsche Courant, Nederland, 23 augustus 1930 Drie inwoners uit Steenhuffel, die naar de kermis van Merchtem waren gegaan, reden ’s namiddags per rijwiel huiswaarts. Buiten het dorp wou de autobus Brussel-Malderen het drietal inhalen. Toen de autobus ter hoogte van de wielrijders kwam, zwenkte een hunner naar links. Daardoor geraakte hij onder de autobus en werd hij zwaar gewond. De ongelukkige werd stervend naar het hospitaal overgebracht, waar hij enkele oogenblikken later overleed. De Grondwet, Nederland, 22 oktober en 19 november 1930 De Duivensport, Nederland, 5 november 1930 K.E.P... DE LUCHTKLIEVERS (Roosendaal). De voorbereiding voor onze Internationale Tentoonstelling op Zondag 7 December 16 November a.s. (in Borgerhout) is reeds in vollen gang. Vele bekende Belgische liefhebbers hebben reeds hun toezegging gegegeven o.a. de heeren Ch. Bremdonkx uit Beirendrecht zal met zn' 304
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
kampioenduiven onze tentoonstelling bezoeken. Eveneens zal Em. de Wachter uit Malderen met een pracht collectie verschijnen. Ook hebben we toezegging van den alhier bekenden liefhebber Justin v. d. Wijngaard uit Esschen. Nog in onderhandeling zijn we met .... Emile de Wachter, Malderen, kampioen van Brabant. Deze liefhebber zal met niet minder dan met 20 schitterende vogels aan deze show deelnemen. De heer Emile de Wachter, Malderen. De kampioen der Fond-vluchten der provincie Brabant. Deze groote bekende liefhebber uit Malderen, die overal op de fondvluchten aanwezig is, is ditmaal de groote overwinnaar van Bordeaux, Union 1202 duiven. Deze duiven die als proefvlucht om 16 uur de vrijheid kregen, hadden meteen door slecht weer te kampen, want Zondags werden er maar 17 duiven aangegeven. De heer de Wachter, die met 14 duiven medespeelde behaalde een schitterend succes, n.I. 9 prijzen, met al de serie-prijzen. Dat deze liefhebber een groot getal Bordeauxvliegers bezit behoef ik U niet te zeggen. Zijn beroemde „roode duivin" die in 1923 gefokt is wil ik U bekend maken, deze vogel vloog vanaf 1925 Bordeaux te Brussel en Antwerpen. Op elf maal dat zij ingekorfd werd won zij 8 maal haar volle poules. Deze beroemde Bordeauxspeler komt met niet minder dan een 20-tal duiven. Het Nieuws van den dag, 19 november 1930 De Eeuwfeestboom afgerukt te Steenhuffel - DE DADERS VERRAST Zondag werd te Steenhuffel feest gevierd onder groite belangstelling. Er werd te dier gelegenheid ook een eeuwfeestboom geplant. Het is dank aan oud-strijders dat het feest zoo goed gelukt is. Nog denzelfden Zondag nacht werd dezen feestboom afgerukt. De oud-strijders van de gemeente die hun best gedaan hadden om het feest te doen lukken, hadden redenen om te denken dat de fronters den boom gingen uittrekken. Eene wacht werd dan ook den Zondagnacht rond den boom opsteld. Rond 2 ure 30 van den morgen kwamen eenige kerels naar den boom gesprongen en trokken hem uit. De wakers kwamen tevoorschijn en sprongen de rekels op het lijf. Een hunner kon gevat worden. Het was een briefdrager in kleedij, V.L. genaamd en de leider der V.O.S. Een medeplichtigeis ook gekend. Het is een zekere Teekens. Beiden zijn van Steenhuffel. V.L. werd naar de gendarmerie overgebracht waar proces-verbaal tegen hem opgemaakt werd. Het parket werd verwittigd. Het Laatste Nieuws, 20 november 1930 Steenhuffel – De Eeuwfeestboom vernield. Bij gelegenheid van de eeuwfeesten werd een eeuwfeestboom geplant. ’s Nachts werd hij uitgerukt. De dader, een oudstrijder, werd gepakt. Een proces-verbaal werd opgemaakt. De persoon, die hem behulpzaam was, is eveneens bekend. Het Laatste Nieuws, 22 januari 1931 Onverantwoordelijk gedoe. Bij een proces ingespannen tegen een inwoner van Steenhuffel, beschuldigd werd een vrijheidsboom vernield te hebben, en nadat reeds een zware veroordeeling tot 7 maanden gevangenisstraf was geveld, liet de verdediger uitschijnen, dat de veroordeelde eigenlijk in een toestand van achterlijkheid verkeerde, en n de gemeente “Boerke” genoemd wordt Hij zou zelfs zijn daad enkel en alleen gepleegd hebben omdat men hem in den waan had gebracht, dat hij dan zou... ingehaald worden! Uit een dergelijke verklaring blijkt welke menschen onder de bevolking er soms toe komen een vrijheidsboom te vernielen, en zulks uit naam van de Vlaamsche Beweging, terwijl deze als hoofddoel heeft in onze Vlaamsche gewesten de volksbeschaving te verhoogen, en dan wordt in zekere extremistische kringen aan dergelijke 305
Oude Kranten over Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1698-1970)
Samengezocht door Louis De Bondt
daden een groote politieke beteekenis gehecht! Het is al te bespottelijk indien het ook niet droevig ware. Wij hopen dan ook; dat de straf van ‘Boerke’ zal gemilderd worden, en men de vrijheidsboomen voortaan ongehinderd zal laten. Het Laatste Nieuws, 22 februari 1931 Beroepshof te Brussel – De zaak van het vrijheidfsboompje te Steenhuffel. Men weet dat, in eersten aanleg, onlangs een zekere Van Laethem, uit Steenhuffel, werd veroordeeld tot 7 maanden gevangenis, met onmiddellijke aanhouding, wegens vernieling van het vrijheidsboompje te Steenhuffel. Een tweede beschuldigde, met name Kiekens, werd vrijgesproken. In deze zaak zal Dinsdag a.s. in hooger beroep opnieuw worden gepleit. Het nieuws van den dag, 22 februari 1931 STEENHUFFEL. — De Vrijheidsboom. — Dinsdag wordt voor de 9e Kamer der boetstraffelljke rechtbank van Brussel, in beroep, de zaak opgeroepen van den vernielden Vrijheidsboom. Men weet dat een der betichten, Van Laethem, veroordeeld werd tot 7 maanden gevang met onmiddellijke aanhouding, terwijl een andere, de postbediende Kiekens, vrijgesproken werd. De eerste teekende beroep aan, terwijl tegen den tweede beroep aangevraagd is door het Openbaar Ministerie. Nogal eenige ingezetenen van Steenhuffel zj]n als getuigen gedagvaard, iets wat heel zelden is in beroepszaken en wat dan ook de belangstelling nog doet stijgen. Het Laatste Nieuws, 26 februari 1931 Het vrijheidsboompje te Steenhuffel - Van Laethem en Kiekens elk tot vier maanden gevangenisstraf veroordeeld - VAN LAETHEM WORDT TER ZITTING VRIJGELATEN. Woensdagmiddag heeft de 9e kamer van het beroepshof te Brussel arrest geveld in de zaak van het vrijheidsboompje in Steenhuffel, waarin terecht stonden CyrieI Van Laethem en de postbediende Kiekens, beiden uit Steenhuffel. In eersten aanleg was Van Laethem veroordeeld, zooals men weet, tot 7 maanden gevangenisstraf, met onmiddellijke aanhouding, terwijl Kiekens werd vrijgesproken. De laatste werd door Van Laethem beschuldigd. Het Hof heeft het eerste vonnis heelemaal gewijzigd. Het arrest acht de straf van Van Laethem te streng. Deze wordt veroordeeld tot 4 maanden gevangenisstraf. Bovendien meent het Hof, dat de eerste rechter ongelijk had de onmiddellijke aanhouding te gelasten. Het beveelt dan ook dat Van Laethem in vrijheid zal worden gesteld, wat onmiddellijk gebeurt. Anderzijds acht het Hof de feiten ten laste van Kiekens bewezen. Deze wordt ook veroordeeld tot vier maanden gevangenisstraf. De straf voor beiden is onvoorwaardelijk. Aanvulling: Gemeente-archief Steenhuffel 23/5/1931 23 Mei 1931 - Vernieling van den eeuwboom. - Aan den Heer procureur des konings te Brussel. Als gevolg aan uwen brief van 22 Mei 1931, genadevraag nr. 728, heb ik de eer u te laten weten dat de genaamden Van Laethem Karel Cyriel, geboren te Steenhuffel den 16 October 1906, veroordeeld is geweest door de Correctionele rechtbank te Brussel, omtrent 20 Maart 1931. Het uittreksel der veroordeeling is ons nog niet toegekomen. Hij is veroordeeld met den genaamde Kiekens Frans Clement voor vernieling van den eeuwboom. Kiekens is tot heden toe nog niet