Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
2
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Gemeente Londerzeel
Kroniek 1826 - 1853 Samengesteld aan de hand van de nog bestaande gemeentelijke registers door
Louis De Bondt 2000-2003
3
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Bewerking en vertaling:
Louis De Bondt – mei 2000 - september 2003
4
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
TEN GELEIDE De belangrijkste - dikwijls de enige - informatiebronnen voor de plaatselijke historicus zijn de parochiale en de gemeentelijke archieven. De volgende bladzijden bevatten ALLE verslagen die in het archief van de gemeente Londerzeel over de periode 1826-1853 nog bewaard gebleven zijn. Ze werden gevonden in: - de notulen van de zittingen van het schepencollege, - de notulen van de bijeenkomsten van de gemeenteraad, - de gemeentelijke correspondentie, - de klachtenboeken van de veldwachters. Helaas zijn niet alle registers uit deze periode bewaard gebleven. Andere zijn vanwege de slechte papierkwaliteit of de slechte staat van bewaring haast onleesbaar geworden. Het bewaren van deze belangrijke documenten is dan ook de eerste en belangrijkste bedoeling van deze bewerking. In die zin vormt ze een logische aanvulling van: - de bewerking van de documenten van de Londerzeelse Schepenbank, periode 1553-1795 (Gaston Roggeman). - de bewerking van de verslagen van de Municipale Raad, periode 1796-1825 (Marcel Slachmuijlders). - de bewerking van de parochieregisters (dopen, huwelijken, begrafenissen), periode 16121802 (Medard Moerenhout en Luc Annaert) - de bewerking van de registers van de Burgerlijke Stand, periode nà 1800 (Gemeente Londerzeel). Daarnaast wil deze bewerking ook de toegankelijkheid van de bronnen voor de toekomstige onderzoekers verbeteren. De moeizame ontcijfering van de zo verschillende handschriften is niet langer nodig; de dikwijls oorspronkelijk in het Frans opgestelde rapporten werden zo nauwgezet mogelijk in het Nederlands vertaald. Niet samengevatte vlaamstalige teksten werden zoveel mogelijk in de oorspronkelijke schrijfwijze (inclusief taalfouten) behouden. Het is echter niet de bedoeling om deze bewerking voor de studie van de 19de eeuwse geschreven taal aan te wenden. Voor het gemak van opzoeken hebben we er voor gekozen om alle nog bestaande gemeentelijke informatiebronnen tot één enkele kroniek te verwerken waarbij de gebeurtenissen chronologisch gerangschikt werden. Voor de klachten werd geen afzonderlijke bewerking gemaakt omdat ze dikwijls hun weerslag vinden in de uitgaande correspondentie en omdat ze beter dan welke andere documenten een beschrijving geven van (een deel van) het leven van elke dag. Er werd geen woord- en begrippenindex aan deze bewerking toegevoegd. De zoekfuncties van Word voor Windows of van Acrobat reader moeten het echter mogelijk maken om de gezochte onderwerpen vlot terug te vinden (al dient wel rekening gehouden te worden met de dikwijls gewijzigde spelling van de Nederlandse taal).
5
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
INHOUD Deze bewerking bevat ALLE informatie uit volgende gemeentelijke registers. Notulen van de gemeenteraad 12 september 1826 - 25 augustus 1845. Notulen van de gemeenteraad 4 mei 1848 - 22 maart 1860. Notulen van de gemeenteraad 18 juli 1860 - 11 januari 1879. Notulen van de gemeenteraad 23 januari 1879 - 4 oktober 1889. Notulen van de gemeenteraad 2 november 1889 - 20 december 1900. Notulen van het schepencollege 29 mei 1868 - 31 december 1900. Copies de lettres 30 juni 1837 - 17 december 1840 (uitgaande correspondentie samengevat). Copies de lettres 9 januari 1841 - 9 september 1847 (vooral ontvangen correspondentie). Copies de lettres 3 maart 1841 - 31 december 1847 (vooral uitgaande correspondentie). Copies de lettres 1 januari 1848 - 24 mei 1848 (uitgaande correspondentie). Copies de lettres 8 juli 1848 - 10 juli 1854 (uitgaande correspondentie). Copies de lettres 8 april 1870 - 10 juli 1880 (uitgaande correspondentie). Copies de lettres 10 juli 1880 - 15 april 1885 (uitgaande correspondentie). Copies de lettres 17 april 1885 - 23 november 1895 (uitgaande correspondentie). Copies de lettres 18 december 1895 - 23 maart 1898 (uitgaande correspondentie). Copies de lettres 24 maart 1898 - 20 november 1900 (uitgaande correspondentie). Notice des condamnations 28 augustus 1848 - 27 mei 1852 Processen-verbaal en klachten 3 juli 1848 - 27 mei 1852 Processen-verbaal en klachten 3 juni 1852 - 25 februari 1855 Processen-verbaal en klachten 1 september 1880 - 2 juni 1882 Processen-verbaal en klachten 16 oktober 1884 - 20 augustus 1889 Processen-verbaal en klachten 26 augustus 1889 - 1 augustus 1894 Processen-verbaal en klachten 4 augustus 1894 - 31december 1900 Politieke nota's van onderpastoor Geboers over de periode 1838 - 1868 Afzonderlijke klachtenboeken werden over de periode 1841-1847 niet gevonden, maar de meeste processen-verbaal werden in de andere correspondentieboeken overgenomen.
De beschikbare informatie werd als volgt verwerkt: 1) Zuiver administratieve correspondentie zonder inhoudelijke betekenis: niet overgenomen ofwel vermelding (niet relevant). 2) Origineel Vlaamstalige correspondentie: veelal ongewijzigd en volledig overgenomen. 3) Franstalige correspondentie: maand en aanspreekzin niet vertaald, rest vrij letterlijk, beleefdheidsformules weggelaten. Een klein aantal documenten werd niet vertaald. 4) Sterk samengevatte teksten worden voorafgegaan door (kort) of (samengevat). 5) Afbeeldingen zijn te vinden bij de gebeurtenis waarop ze betrekking hebben. Foto's van personen komen dààr waar de naam van die persoon voor de eerste keer wordt vermeld. De nummering werd overgenomen uit de oorspronkelijke documenten maar is niet altijd consequent. Ze wordt voorafgegaan door de afkortingen:
UC uitgaande correspondentie IC inkomende correspondentie GR gemeenteraad
SC schepencollege PV klachtenboeken NC notices des condamnations GEBOERS onderpastoor Geboers DIV diverse
6
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
OVERZICHT VAN BEWERKTE JAREN EN BRONNEN Blz. 10 11 13 14 16 17 17 21 24 29 30 31 45 59 79 110 134 164 181 200 208 216 237 259 272 303 351 398 426 437 445 451 457 463 472 477 485
Jaar Schep. Raad 1827 1828 1829 1830 1831 1832 1833 1834 1835 1836 1837 1838 1839 1840 1841 1842 1843 1844 1845 1846 1847 1848 1849 1850 1851 1852 1853 1854 1855 1856 1857 1858 1859 1860 1861 1862 1863
Corr.
Kla
Blz. 492 498 503 506 514 522 526 542 570 589 606 628 645 667 683 700 726 760 800 830 850 879 934 970 1000 1033 1070 1104 1140 1179 1214 1245 1277 1365 1437 1506 1570
Jaar Schep. Raad 1864 1865 1866 1867 1868 1869 1870 1871 1872 1873 1874 1875 1876 1877 1878 1879 1880 1881 1882 1883 1884 1885 1886 1887 1888 1889 1890 1891 1892 1893 1894 1895 1896 1897 1898 1899 1900
Corr.
Kla
Schep = Notulen schepencollege / Raad = Notulan gemeenteraad / Corr = Gemeentelijke correspondentie / Kla = Klachtenboeken Verwerkt in deze kroniek
Registers verdwenen of niet gevonden
7
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Gemeentelijke en provinciale bestuurslieden en ambtenaren Burgemeester Joannes Franciscus Verheyden Petrus Josephus Hermans Ferdinand Charles Joseph de Spoelberch Petrus Van Assche Schepenen Jan Baptist De Vleeshouwer Jacobus Willocx Guillielmus Theodorus Franciscus Crick Andreas Mertens Josephus Van Assche Josephus Franciscus Van Ruysevelt Charles Louis De Vleeshouwer Ferdinand Charles Joseph de Spoelberch ter) Charles Louis Van Doorslaer Franciscus Josephus Goossens Pierre August Caluwaers Edouard Augustijns Jozef Geyzen
vanaf 1822 tot + 18/11/1851) vanaf 2/7/1852 tot 30/10/1860) vanaf 30/10/1860 tot 13/12/1875 vanaf 13/12/1875 tot + 6/10/1908
vanaf 1826 tot 22/10/1830 vanaf 1826 tot april 1848 vanaf 22/10/1830 tot 14/7/1836 vanaf 14/7/1836 tot ca 1847 vanaf ca 1847 tot 31/10/1854 vanaf 28/11/1848 tot 3/4/1858 vanaf 31/10/1854 tot 5/8/1874 vanaf 3/4/1858 tot 30/10/1860 (dan burgemeesvanaf 30/10/1860 tot maart 1885 vanaf 5/8/1874 tot 16/10/1887 vanaf 11/4/1885 tot 23/12/1895 vanaf 16/10/1887 tot na 1900 vanaf 13/12/1895 tot 1906
Secretaris J. Mertens 1837) Louis Van Onderbergen Joannes Josephus De Cat Jean Benoit De Cat doend) Louis Van Doorslaer Veldwachters Gerard Jan Van Vorden Petrus Wijns petrus Conrardus Cleymans Jan Baptist Lathouwers Jan Baptist Van Steen Pieter Jozef Goossens Ferdinand Antoon Janssens Jan Benedict De Smedt Pieter Jan De Smedt Michel Verbelen Louis Joseph Jaspaert Jean De Jonckheere Jan Frans Verbesselt Pieter Antoon De Nuyer Gerard Driessen Jan Frans De bondt
tot eind 1836 (geen notulen in vanaf 21/4/1838 tot 7/4/1848 vanaf 7/4/1848 tot 28/2/1880 vanaf 28/2/1880 tot 19/6/1880 (dienstvanaf 19/6/1880 tot na 1918
tot 1833 tot 1838 1833-1838 1838-1852 1838-1850 1851-1863 1852-1867 1863-1863 1863-1865 1865-1867 1867-1868 1867-1869 1867-1889 1869-1870 1870-1874 1874-1896
8
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Felix Caluwaerts Jan Frans Beuckelaers Gemeenteontvanger Philippus Josephus De Cat Joannes Josephus De Cat taris) Theodore Van Boeckhout Bernard Kerremans Jean Van Molle Petrus Josephus Caluwaers
1898-1904 1896-1911
tot + 5/2/1840 vanaf 15/4/1840 tot 28/11/1848 (dan secrevanaf 28/111848 tot 4/2/1859 vanaf 27/4/1859 tot + 8/9/1889 vanaf 9/10/1889 tot 8/12/1889 vanaf 18/12/1889 tot 1915
Vrederechter van het kanton Wolvertem Chevalier De Burtin d’Esschenbeek Edmond Michiels (in Wolvertem)
in 1840 en 1853 (Strombeek-Bever) in 1884 (Wolvertem)
Arrondissementscommissaris L.A. Vandeweyer (Brussel)
in 1841 en 1859
Gouverneur van de provincie Baron de Stassart Baron de Viron Commissaris der wegen C. L. t’Kint (Impde) August Van Capellen Verhaegen (Kapelle-op-den-Bos)
in 1838 in 1840 en 1845
in 1841 en 1843 in 1861 en 1871 in 1878 en 1894
Procureur des konings Gustave Bosquer M. Willemaers, rue Malibran 125
in 1834 in 1895
Archtect van de provincie Spaak, Brussel Hansotte Stuyck, rue Coppernolle, Antwerpen Dumortier, rue Waffelaert 1, St-Gillis Trappeniers, rue des 12 apôtres, Brussel
in 1839 en ook nog in 1868 in 1870 en ook nog in 1886 in 1898 en 1899 in 1898 in 1898 en ook nog in 1906
9
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
1826
GR - Zitting van 12 september 1826 Tegenwoordig de heeren burgemeester Verheyden, assessoren De Vleeshouwer en Willocx, Van Doorslaer, De Keersmaecker, Mertens en Robberechts, leden, en Mertens, secretaris. Het plaatselijk bestuur der gemeente Londerzeel bijeen vergaderd kragtens omzendbrief van heeren gedeputeerde staten in dato 7 juny jongstleden, de daar op gevolgde missive van den heere distrikt kommissaris van 2 dezer loopende maand betrekkelijk de prijsstellinge op het brood. Gezien en voorlezing gehad hebbende van voormelde brieven, alsook van de tabelle aan de zelve gevoegd. Is van gevoelen en zegt. De proefneming van de deputatie der staten te aanveerden, en geene redens te hebben om van de zelve af te wijken, niettegenstaande den heere burgemeester bij zijnen brief van den elfsten augustus jongstleden er eenige hadde voorgesteld. Aldus gedaan in zitting te Londerzeel. Den twaalfden september 1826. Ter ordonnantie, den secretaris J. Mertens Den burgemeester J.F. Verheyden. GR - Zitting van 26 september 1826 Tegenwoordig de heeren Verheyden, burgemeester De Vleeshouwer en Willocx, assessoren, Van Doorslaer, De Keersmaecker en Robberechts, leden, en Mertens, secretaris. Den gemeente raad van Londerzeel, op het verzoek van den heere burgemeester vergadert ter plaatse zijner gewonelijke zittingen om, ingevolge de omzendbrief van de deputatie der staten de date 24 augusty laatstleden op te stellen de staat van begrooting voor het jaar 1827. Gezien den genen van het tegenwoordig jaar alsook de rekeninge van het jaar 1825. Overwegende dat de uitgaven der begrooting van het jaar 1827 tegen den genen van 1826 geene veranderingen voorbrengen, dan alleenelijk degene van F. 6,30 onder de N° 31 van orde, om redens dat de bekosting alsnie te Gheel minder is beloopende. Besluit de ontvangsten ter som van F. 7144,36 De uitgaven tot de gene van F. 7129,61 En het verschil in meer op F. 14,75 Aldus gedaan en gesloten de tegenwoordige begrooting in zitting te Londerzeel den 26 september 1826. Ter ordonnantie, den secretaris J. Mertens Den burgemeester J.F. Verheyden. GR - Zitting van 17 october 1826 Tegenwoordig de heeren Verheyden, burgemeester De Vleeshouwer en Willocx, assessoren, Van Doorslaer, De Keersmaecker en Robberechts, leden, en Mertens, secretaris. Den gemeente raad van Londerzeel bijeen vergaderd krachtens besluit van Z.E. den heer gouverneur dezer provincie, de date 5 dezer loopende maand, ten einde onverweyld twee zijner leden te benoemen om gezamentlijk met hun door de administratie daar toe aan te wijzen ambtenaren de bij art. 56 der wet van 28 juny 1822 ingestelde commissie uit te maken. Gezien de voorlezing gehad van voren genoemd besluit. Hergezien de voormelde wet van 22 juny, als ook het daar op gevolgde reglement van 27 october 1823, goedgekeurt bij koninklijk besluit van 29 der zelve maand N° 80, betrekkelijk de werkzaamheden der personele belasting.
10
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Benoemt de heeren De Keersmaecker Jan Baptist en Van Doorslaer Hendrik, leden des bestuurs, om gezamentlijk met twee der door de administratie daar toe aan te wijzen ambtenaren de bij voormeld N° 56 ingestelde commissie uit te maken. Gedaan in zitting te Londerzeel den 17 october 1826. Ter ordonnantie, den secretaris J. Mertens Den burgemeester J.F. Verheyden.
1827 GR - Zitting van 21 april 1827 Tegenwoordig de heeren Verheyden, burgemeester De Vleeshouwer en Willocx, assessoren, Van Doorslaer, De Keersmaecker, Mertens, Scheers en Robberechts, leden, en Mertens, secretaris. Den raad der gemeente Londerzeel, buitengewonelijk bij een vergaderd door den heere burgemeester, ten einde te raadplegen over de vraag aan den wel edele heeren gedeputeerde der staten gedaan, door den notaris De Amandel als volmagtigden van jouffrouw Elenonora Deguy, erfgename van wijlen den heere Wery, in zijn leven pastor alhier, en strekkende ten eind aan deze laatste, in hare voormelde hoedanigheid te laten volgen verscheidene voorwerpen, zich bevindende zoo in het pastoreel huis als in deszelfs omtrek. Voorlezing gehad hebbende van op gemelde brief. Bemerkende dat het pastoreel huis der gemeente deszelfs eigendom is, en vervolgens dat den pastor ofte deservitor die hetzelve bewoont er maar togtenaar ofte gebruiker van en is, en vervolgens, ter zijner afscheiden, alle verbeteringen daar aan gedaan, er zonder vergoedinge moet laten; en dat zij zelfs aansprekelijk is voor alle schade die hij daar aan ten tijde van zijn verblijf zoude veroorzaak hebben. Dat, volgens het voorgedragene van den vrager zelf, alle de voorwerpen waar van kwestie, de eene grond en de andere ingemetst ofte nagelvast zijn; en vervolgens aan den grond ofte gebouwd, alwaar zij geplaatst zijn moeten blijven toebehooren, zonder wedereysschinge van den vrugtgebruiker ofte togtenaar, ten ware er eene conventie dien aangaande tusschen partijen mogte bestaan die anders zoude medebrengen. Dat, alhoewel het waar is dat de door den vrager wedergeëysschte voorwerpen geene proces konnen lijden, het zoo veel te meer schandelijk is, zoo eene dwaze actie tot laste van het gemeente bestuur aan te leggen, en de hoogere overheid daar mede lastig te vallen. Dat, niet tegenstaande de kleinigheid der voormelde voorwerpen, het wegnemen der zelve groote schade, zoo aan het nieuw opgemaakte pastoreel huis als aan deszelfs bijvang zoude veroorzaken. Zegt voor advies. Dat voor op gemelde aanmerkingen de jouffrouw Deguy van hare vraag zoude behooren van der hand gewezen te worden, en dat zulks niet zijnde men, van ..., voor alsdan vraagt de noodige bemagtiging om deze zaak voor bevoegde regtbank in den naam van de gemeente te mogen vervolgen. Gedaan en besloten te Londerzeel, in onze vergaderinge van den 21 april 1827. Ter ordonnantie, den secretaris J. Mertens Den burgemeester J.F. Verheyden. GR - Zitting van 9 october 1827 Tegenwoordig de heeren Verheyden, burgemeester De Vleeshouwer en Willocx, assessoren, Van Doorslaer, De Keersmaecker, Mertens en Scheers, leden, en Mertens, secretaris.
11
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Den gemeente raad van Londerzeel, district van Brussel, bij een vergadering kragtens besluit de dato 29 september jongstleden, ten einde onverwijld uit hun midden twee leden te benoemen om gezamentlijk met twee door de administratie daar toe aan te wijzen ambtenaren de bij art. 58 der wet van 28 juny 1822 ingestelde kommissie uit te maken. Gezien en voorlezing gehad van voren genoemd besluit. Hergezien de voormelde wet van 28 juny 1822 als ook het daar toe op gevolgde reglement van 27 october 1823, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 29 der zelve maand N° 80, betrekkelijk de werkzaamheden der personeele belasting, benoemen de heeren De Vleeshouwer Jan Baptist en Willocx Jacobus, assessoren, om gezamentlijk met twee door de administratie daar toe aan te wijzen ambtenaren de bij voormeld art. 58 ingestelde kommissie uit te maken. Gedaan in zitting te Londerzeel den 9sten october 1827. Ter ordonnantie, den secretaris J. Mertens Den burgemeester J.F. Verheyden.
1828 GR - Zitting van 28 september 1828 Tegenwoordig de heeren Verheyden, burgemeester De Vleeshouwer en Willocx, assessoren, Van Doorslaer, De Keersmaecker, Verbesselt en Van Assche, leden. Den gemeenteraad van Londerzeel vergadert zijnde ter plaatse zijnen gewoonelijke zittingen om, ingevolge den omzendbrief van de heeren gedeputeerde staten dezer provincie, de dato 5 augusty jongstleden, tot de opmaeking der gemeente begrooting voor het jaar 1829 over te gaan. Gezien de begrootings staat van het loopende jaar mitsgaders de rekening van het jaar 1827. Overwegende dat de uitgaven over 1829 bijgebragt, zoo over aankoop eener brandspruyt, een volledig stelsel der maeten en gewichten, als herstelling van de zoo genoemde Beelaers brugge, van de grootste noodzaekelijkheyd zijn, dat den uytgaef den ontvangst te boven gaet; vervolgens den tijdelijken personelen aanslag van F. 205 guldens is verhoogt geworden; mits welke verhooging men thans nog geene fonds tot oprigting eener school gevoegelijk en heeft kunnen bijleggen. Besluit de ontvangsten ten somme van F. 7064,06 De uitgaven tot de gene van F. 7062,76 En het verschil in meer op F. 1,30 Ter zitting te Londerzeel de dato als boven. Ter ordonnantie, den secretaris J. Mertens Den burgemeester J.F. Verheyden. GR - In den jaere 1828, den 18den november. Voor ons Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester der gemeente Londerzeel, canton van Wolverthem, distrikt Brussel, verscheen den heer Guillelmus Crick, openbaeren notaris benoemt ter dezer residentie van Londerzeel bij besluit van Sijne Majesteit in date 23sten september laetstleden, den welken, om te voldoen aen den artikel 47 der wet van 25 ventose jaer 11, heeft overgegeven expeditie van het proces verbael van eedaflegging door hem gedaen in zijne voormelde hoedanigheyd in handen van den heer voorzitter van de regtbank van eersten aenleg te Brussel den 13 dezer loopende maend, welk proces verbael insgelijks geboekt ter secretarij onzer meyerye. Daernaer heeft den comparant, willende voldoen aen het art. 49 der voormelde wet, ons overgelegt een verklaering, gedagteekent te Grimberghen den 6den dezer, behoorelijk geregistreet te Humbeeck den volgenden dag, door de welke hij verklaert dat zijn handteeken en paraphe de zelve zullen zijn waarvan hij hem zal bedienen in de oeffeninge van zijn ambt en dewelke, het geval voorkomende, zullen dienen voor vergelijking.
12
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Welke verklaering aen het tegenwoordige zal geannexeert blijven. Van allen het gene hebben wij opgestelt het tegenwoordig proces verbael ten dage en plaetze als boven. Ter ordonnantie, den secretaris J. Mertens Den burgemeester J.F. Verheyden. Extract der minuten berustende ten griffie der regtbank van eersten aenleg, zitting houdende te Brussel. In de teregtzitting gehouden bij de regtbank van eersten aenleg, zitting houdende te Brussel den 31sten october 1828, alwaer tegenwoordig waeren de heeren Barbanson, president, Le Roux Otto en ...., regters, De Scheppere, substituut Procureur des Konings, is verschenen Meester Crick, notaris te Grimberghen, maer tot Londerzeel verblijvende, ingevolge het S.M. besluit van 23 september 1818. Den comparant heeft op het verzoek van den heer De Scheppere, substituut Procureur des Konings, in handen van den heer president den navolgende eed afgelegd: “Ik zweere dat ik om tot den post van notaris te worden benoemd, directelijk of indirectelijk, aen geene persoonen, hetzij in of buiten het bestuur, onder wat naam of voorwendsel ook, eenige giften of gaven beloofd of gegeven heb of beloven of geven zal. Ik zweere dat ik getrouw zal zijn aan den koning en dat ik de grondwet zal onderhouden en handhaven. Ik zweere dat ik de gemelde post ten goeden trouw met alle waardigheid, eerlijkheid en onzeidigheid zal waarnemen, zonder mij van de stipste vervalling der pligten die op mij zullen rusten te laten aftrekken. Zoo waarlijk helpe mij God almagtig.” Hebben daarvan het tegenwoordig proces verbaal opgesteld ’t welk door den heere president en griffier is onderteekend. Geteekend: Barbanson, president Goffé, griffier. Geregistreerd te Brussel den 13den november 1828, register 190, blad 42, vak 6. Ontvangen 80 centen voor registratie, 10,5 centen voor opcenten, en 10,5 centen voor syndicat. Geteekend: Oorlof Voor gelijkvormig afschrift. den griffier ad interim. Geteekend: Le Francq Ontvangen eenen gulden voor griffieregt, 13 centen voor opcenten, en 13 centen voor syndicaat te Brussel, den 13den november 1828, blad 42, vak 6 van den 190 Reg. geteekend: Oorlof. Guillelmus Theodorus Franciscus Crick, bij koninklijk besluit van 18 july 1824 benoemd tot notaris voor het kanton Wolverthem, met last om te Grimberghen, omtrek Brussel, provincie zuid Braband, te resideren, bij nader besluit van 23 september laatst bekomen hebbende zijne residentie naar Londerzeel, in het zelve kanton, te verplaatsen, verklaart dat hij in het uitvoeren zijner ambt alle akten en schriften zal onderteekenen en parapheren met zijne handteekening en paraphe zoo de zelve hier onder door hem zijn gesteld. Opgemaakt te Grimberghen dezen 6den november 1818 om ter voldoening aan artikel 49 van den wet van 25 ventose jaar 11 afgelegt te worden ter secretarye van het gemeente bestuur van Londerzeel om te dienen voor vergelijking. Geregistreerd ten kantore Humbeek den 7 november 1818, boek 3, blad 148, vak 8. Ontvangen 80 centen voor registratie, 10,5 centen voor opcenten voor het rijk en gelijke somme voor het syndikaat.
13
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
1829
GR - Zitting van 22 september 1829 Tegenwoordig de heeren Verheyden, burgemeester De Vleeshouwer en Willocx, assessoren, Van Doorslaer, De Keersmaecker, Scheers, Robberechts, Verbesselt en Van Assche, leden. Den gemeente raad van Londerzeel, vergaderd zijnde ter plaetse zijner gewoonelijke zittingen, is, ingevolge de omzendbrief van de heeren gedeputeerde staten dezer provincie de dato 8 augusty, overgegaen tot de opmaeking der begrooting van de gemeente ontvangsten en uitgaven voor het jaar 1830 en doet op deszelfs inhoud bemerken. dat de buitengewoone ontvangsten zoo als deze die in het eerste hoofdstuk zijn voorgedragen, zullen beloopen ten som van F. 659,95 ½ Den tijdelijken personeelen aenslag is voor het jaer 1829, eenen som van 150 guldens verhoogt geworden, en welke verhooging men alnog blijft behouden om tot het oprigten eener school eenige fonds te kunnen bestemmen, welkens beloop uytmaekt eene som van fl. 150,00. Het tweede hoofdstuk of de gewoone ontvangsten brengt voor eene som van 72749,56. Welke sommen uytmaken de geene van Fl. 3409, 51 ½. Ten aenzien van de ontvangsten van het laetste capittel doet den raed bemerken dat de waagrechten volgens nieuwe verpachting .... beloopen in plaets 280, tot 376 guldens, en dat in tegendeel het gebruik van plaatsen op de markt zonder opbrengst is. Wat de uitgaven betreft, deze veronderstaan geene verhooging nochte geene verminderinge dan enkelijk de gene van 50 guldens over onderhoudskosten van de kinderen De Schutter en Meert, en dewelken in plaets van 150 meer voor het toekomende jaer maer aenbrengt tot 100 guldens. Dien tengevolge is het zakken der begrootingsstaet, zoo als hier voren is gemeld, door de heeren gedeputeerden staten word goedgekeurd, de gemeente Londerzeel alle onvoorziene kosten behouden, eenen overschot zal hebben van ... Den raed en kan voor het tegenwoordig jaer niet anders als zijn misnoegen toonen van geen grooter verhooging in den tijdelijken aenslag dezer gemeente voor te stellen, door diën dat de inwoonders door het verlies van hunne vrugten bij nagelslag voorgevallen in het afgeloopen jaar, in de onmogelijkheyd zijn van eenige verhooging van lasten op te brengen, terwijlen zij met moeyte aan de andere konnen voldoen. Gedaen in zitting te Londerzeel de date als boven. Ter ordonnantie, den secretaris J. Mertens Den burgemeester J.F. Verheyden.
1830
GR - Het jaer 1830 den 29 juny. De heeren Verheyden, borgemeester, Willocx, assessor, Van Doorslaer, Robbberechts, De Keersmaecker, Van Assche en Verbesselt, leden van de gemeenteraed van Londerzeel, vergaderd zijnde, den heer borgemeester opent de zitting door de voorlezing van de beraedslaging op heden genomen door den raed van het kerkfabriek dezer gemeynte, strekkende ten einde door de hoog edel agtbare heeren Gedeputeerde Staten dezer provicie bemagtigt te worden om de Godshuizen van Assche in regten te mogen trekken tot afstand van 9 parceelen lands, en door hun zonder wettelijken titel bezeten. Gezien den staat dier goederen door het kerkbestuur opgemaakt den 23 juny 1829.
14
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Bemerkende dat het volgt uyt deze berading dat de opgemelde 9 parceelen lands den eigendom zijn van het kerkfabriek van Londerzeel en niet den genen der Godshuyzen van Assche, die zich ten onrechte in bezit hebben gesteld. Tevens in overweging nemende dat deze vraag door het kerkfabriek gedaan, gegrond is op onderscheydene wetsbepalingen bij deszelfs deliberatie aengehaald. Dus dat er van wege den gemeentenraad geene beperkingen tegen het inwilligen van dit verzoek en bestaan. Beraden in zitting te Londerzeel jaar en datum als boven. Ter ordonnantie, den secretaris J. Mertens Den borgemeester J.F. Verheyden. GR - Province du Brabant Meridional - District de Bruxelles - Commune de Londerzeel Procès verbal de la séance du collège électoral pour la recomposition de l’administration locale de Londerzeel. (Vertaald) Het jaar 1830 de 22 oktober, om 9 uur ‘s avonds, zijn de notabelen van de gemeente Londerzeel bij klokkengelui samengekomen in het gemeentelokaal. Plaats en uur waren op 19 oktober meegedeeld door oproeping ten huize. Het voorzitterschap werd waargenomen door de heer Van Hove, ouderdomsdeken, en hij werd bijgestaan door: 1) De Keersmaecker Jean Baptiste 2) Goossens Philippe Jean 3) Verdickt Jean Jacques 4) De Keersmaecker Dominique die, in de hoedanigheid van de grootste belastingbetalers onder de aanwezigen, de functie van stemopnemer vervullen, met uitzondering van de laatste, die de jongste is, die optreedt als secretaris. Het plaatselijk bestuur vervult wat door art. 6 van het besluit van de gouverneur van 12 dezer werd voorgeschreven en de voorlopige secretaris geeft lezing van: 1) Het besluit van de voorlopige regering van 8 oktober dat de wedersamenstelling van de lokale besturen gelast. 2) Het besluit van dezelfde regering van 14 dezer betreffende de kiesverrichtingen in de gemeenten met maximaal 3000 zielen waar geen 25 kiezers wonen die de vereiste belasting betalen. 3) Het besluit van de voorlopige gouverneur van Zuid-Brabant dat het verloop der operaties bepaalt. 4) Tenslotte de 2 omzendbrieven van dezelfde functionaris, beide gedateerd op 16 oktober, de eerste betreffende de oplossing van twee problemen die aangaande deze operaties zijn gerezen; de tweede met de bedoeling om fraude of handelingen die de verkiezingen zouden kunnen vervalsen of bederven te voorkomen. De vergadering gaat vervolgens, conform art. 4 van het besluit van de eerder vermelde voorlopige gouverneur, over tot de verkiezing, bij geheime stemming, van een president, 4 stemopnemers en een definitieve secretaris. Nadat het aantal stembulletins herkend werd als zijnde 60, in een gesloten doos, heeft het ontvouwen der briefjes als resultaat gegeven dat de heer Van Hove Corneille, met een meerderheid van 20 stemmen, tot president verkozen werd, dat met een meerderheid van 35 stemmen de heer Jean Baptiste De Keersmaecker tot eerste stemopnemer verkozen werd, de heer De Keersmaecker Dominique met een meerderheid van 32 stemmen tot tweede stemopnemer, de heer Goossens Philippe Jean met een meerderheid van 30 stemmen tot derde stemopnemer, de heer Crick Guillaume Theodore François met een meerderheid van 28 stemmen tot vierde stemopnemer, en tenslotte, dat de heer Mertens Jean met een meerderheid van 37 stemmen tot secretaris werd verkozen. Nadat het bureau, dat aldus was gevormd, zich er van verzekerd had dat de beschikkingen van de hierboven geciteerde besluiten uitgevoerd waren door de zorgen van het lokaal bestuur,
15
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
nodigde het de vergadering uit om, eveneens bij middel van geheime bulletins, over te gaan tot de verkiezing van een burgemeester. De bulletins werden in de hiervoor bestemde doos verzameld en daarna door de voorzitter geopend, en na gezien te hebben dat er 59 bulletins waren heeft het ontvouwen van deze brieven als resultaat gegeven dat de heer Verheyden Jean François tot burgemeester verkozen werd met een meerderheid van 54 stemmen. Vervolgens werd op dezelfde manier overgegaan tot de verkiezing van 2 schepenen en nadat bevonden was dat het het aantal bulletins die in de doos gedeponeerd waren en waarop telkens 2 namen geschreven waren voor het vervullen van de aangegeven functie, 63 in getal waren, heeft het ontvouwen van deze stembrieven als resultaat gegeven dat de heer Willocx Jacques met een meerderheid van 56 stemmen als eerste assessor verkozen werd en de heer Crick Guillaume Theodore François met een meerderheid van 45 stemmen als tweede assessor. Vervolgens werd overgegaan tot de verkiezing van 6 gemeenteraadsleden. In de doos werden 62 bulletins gevonden die elk zoveel namen bevatten als er leden te verkiezen waren. het ontvouwen van deze brieven heeft als resultaat gegeven dat de heer Verbesselt Pierre Joseph als eerste gemeenteraadslid verkozen werd met een meerderheid van 44 stemmen, en vervolgens de heer De Boeck Jean François met een meerderheid van 39 stemmen, de heer De Keersmaecker Jean Baptiste met een meerderheid van 37 stemmen, de heer Remory Livin met een meerderheid van 32 stemmen, de heer Mertens André met een meerderheid van 29 stemmen en, tenslotte, de heer Caluwaers Pierre Joseph met een meerderheid van 26 stemmen. Hiermee waren de kiesoperaties voor de reorganisatie van het gemeentebestuur van de gemeente Londerzeel voltooid en nadat met luide en duidelijke stem lezing gegeven was van het huidige proces verbaal en er over de kiesoperaties geen enkele aanmerking of klacht was ontvangen, Verklaart het kiescollege de nieuwe leden van het gemeentebestuur van Londerzeel geïnstalleerd in de functies tot dewelke ze respectievelijk door hun medeburgers werden verkozen, onder voorbehoud van erge onregelmatigheden die conform artikel 8 van het besluit van de voorlopige regering de nietigheid van de operaties voor gevolg zouden kunnen hebben. Gedaan in zitting te Londerzeel, dag, maand en jaar als hierboven. De stemopnemers J.B. De Keersmaecker, D. De Keersmaecker, B.J. Goossens, G.T.F. Crick. De voorzitter Cornelis Van Hove De secretaris J. Mertens
1831
GR - Zitting van 10 Augusty 1831. Op het ontvangen van de circulaire N° 155 van den heer gouverneur der provincie Brabant de date 8 dezer heeft de borgemeester der gemeynte Londerzeel dadelijk en buytengewoonelijk bij een geroepen alle de leden uytmaekende den gemeynteraed, en zijn des middags in het gemeyntehuys verschenen De heeren Verheyden, borgemeester, Willocx en Crick, assessoren; Verbesselt, De Boeck, De Keersmaecker, Remory, Mertens en Caluwaers, leden, ten eynde te beraemen over het voorwerp van gemelden circulaire, bestaende in aenvraeg van levensmiddelen te bezorgen en te stueren naer het gewest Arschot, en lijnwaeden te stueren naer het magazijn van de centrale apotheek te Brussel. Den raed Overwegende de strenge noodzaekelijkheyd diër aenvraeg. 16
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Overwegende dat de zelve des te nutt(ig)er zal weezen dat leverantie spoediger gedaen worde. En aengezien eene collecte groote traegzaemheyd bij brengt. Heeft besloten. Dat er ten koste der gemeynte kas zal gekogt worden zesentwintig halve hectoliters meel, een derde tarwe en tweederde rogge, en twee koeybeesten, welk alles door wagens ter beneerstiging van den borgemeester te beschrijven ter bestemde plaets zal worden gezonden. En wat aengaet de lijnwaeden, de heeren pastor en onderpastors zullen aenzogt worden van zich te vervoegen met de leden van den gemeynteraed om eenen omgang te doen bij de bemiddelde persoonen in deze gemeynte, ten eynde hunne vaderlandsche liefde aen te lokken. En aengezien de gemeynte volgens de loopende rekening van den ontvanger, die alhier is verschenen, in deezen oogenblik geene hoegenaemde geldmiddelen en bezit, zoo heeft den raed aenzogt den heer Joannes Baptista De Keersmaecker, eenen deszelfs leden, om aen de gemeynte bij forme van leening een voorschot te doen van drij honderd Nederlandsche guldens. Dezen daer in toestemmende, en de som in handen van den gemeynteontvanger gestort hebbende, wordt hem daervan alhier verleent akte van schuld erkentenis, met belofte van de wedergave met den intrest van vijf ten honderd te doen van de eerste penningen die ter beschikking van de gemeynte zullen weezen, en wel bijzonderlijk ten diën eynde zal er ter beneerstiging van den heer borgemeester de vraeg gedaen worden aen de Gedeputeerde Staeten om van de fondsen, door de gemeynte in de bank van leening gestort, eene som van drijhonderd vijftig guldens terug te trekken. Aldus beraemt en vastgesteld te Londerzeel ten jare en datum boven gemeld, waervan proces verbael in dobbel opgemaekt te hebben, hetzelve gezaementlijk onderteekend naer dat het zelve was voorgelezen. GR - In den jaere 1831, den dertigsten Augusty. Voor ons Joannes Franciscus Verheyden, borgemeester der gemeynte Londerzeel, distrikt Brussel, in uytvoering van het decreet van den 21 july lestleden, zijn gecompareerd de naergenoemde heeren, te weten: Willocx Jacobus, lid van den gemeynteraed en van het armen bestuer en capiteyn van de 1ste compagnie der borgerwagt. Crick Guillelmus Theodorus Franciscus, lid van den gemeynteraed en commandant van het 3de bataljon der borgerwagt. De Keersmaecker Jan Baptista, lid van den gemeynteraed en van het armenbestuer. De Boeck Jan François, lid van den gemeynteraed en luytenant van de 6de compagnieder borgerwagt. Mertens Andreas, lid van den gemeynteraed en capiteyn van de 6de compagnie der borgerwagt. Remory Livinus, lid van den gemeynteraed en verdeelaer (?) Welke comparanten, ieder in het bezonder en in de hoedanigheden agter hunne naemen vermelt, hebben in onze handen afgelegt den volgende eed. “Ik zweer getrouwigheyd aen den Koning, gehoorzaemheyd aen de grondwet en aen de wetten van het Belgisch volk.” Waer van wij hebben afgelevert den tegenwoordigen akt, den welken naer gedaene voorlezing door alle de comparanten benevens ons is onderteekent.
1832
Nihil
17
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
1833
GR - Londerzeel den 29 Augusty 1833 Borgemeester en assessoren der gemeynte Londerzeel, distrikt Brussel. Gehoort de klagten van den heere pastor, van h.h. Mertens Jan Baptista, Van Cantelbeek Louis en Van Eeckhout Joannes, over den voetweg komende van Brussel, waer aen den heer Riemslagh eenige veranderingen heeft toegebragt, gansch overtredende de reglementen en besluyten over deze stoffe, hebben goed gevonden in verst... den zelven weg te gaen bezigtigen. Ter plaetse gekomen zijnde heeft men bevonden dat den casseyde voor de geheele breede van het huys van den heer Riemslagh was opgebroken. Den weg op die plaetse was aengehoogt door zavel en steen gruys. Volgens genomen informatiën is den casseyde opgebroken door bevel .. werkluyden van den heer Judocus Riemslagh. Het bestuer, niet langer willende dezen weg onbruykbaer te laeten, heeft besloten den opgebroken weg aenstonds te herstellen en dat de gemeente de onkosten hier uyt te spruyten zal verschieten met reserve van hun regt de zelve te wederhaelen tegen wie het behoort. GR - In den jaere 1833 den derden September. Voor ons Joannes Franciscus Verheyden, borgemeester der gemeynte Londerzeel, distrikt Brussel, overeenkomstig het decreet van den 21 july 1831, is gecompareerd den heere Riemslagh, lid van den gemeynteraed en den welken in die hoedangheyd in onze handen heeft afgelegt den volgenden eed: “Ik zweer getrouwigheyd aen den Koning, gehoorzaemheyd aen de grondwet en aen de wetten van het Belgisch Volk.” Waer naer wij hebben opgestelt het tegenwoordig proces verbael het welk naer gedaene voorlezing door de comparant benevens ons is ondeeteekent te Londerzeel, dag, maend en jaer als boven. GR - Zitting van 3 September 1833 Tegenwoordig de heeren Verheyden, borgemeester, Willocx en Crick, assessoren, De Boeck, Verbesselt, Mertens, Caluwaers en Riemslagh, leden, en Mertens, secretaris. Den raed der gemeente Londerzeel, bijeen vergaderd door den heer borgemeester ten eynde naer te zien de rekening van gestie van het jaer 1832 van den heer Decat, ontvanger van de bezondere inkomen dezer gemeente. Gezien en nauwkeurig onderzogt de rekening van gestie van het dienstjaer 1832, is de zelve met eenpaerigheyd van stemmen goedgekeurt, als volgt: De ontvangsten ter som van 9877,20 De uytgaven ten geene van 6373,30 En het batig slot op 3513,90 Gedaen in zitting te Londerzeel, dag, maend en jaer als boven. GR - 8 October 1833 Borgemeester en assessoren der gemeynte Londerzeel, distrikt Brussel, provincie Brabant, naer gehoort te hebben het verslag der ondercommissie van gezondheyd dezer gemeynte, welke door de zorge van den borgemeester op heden is bij een geroepen geweest ten eynde te beraedslagen over de middelen toe te brengen tegens het verspreyden van den Cholera Morbus die zich in deze gemeynte op zondag 6 dezer met eenige zwaerigheyd heeft veropenbaert; Willende ten uytvoer brengen de maetregelen door de commissie aengewezen. Hebben besloten
18
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
1° Te hueren een huys moetende dienen voor hospitael en lijkplaets, en daer in te stellen twaelf beddens met toebehoortens, oppassers en, 2° Dagelijks het bezorgen van levensmiddelen zoo aen zieke als andere behoeftige. 3° Deze bekostigingen zullen voorloopig gemandateert worden zoo op het baetig slot der begrooting van den loopenden jaere als op de ongebruykte gelden der rekening van 1832. Gedaen in zitting te Londerzeel den 8 October 1833. Ter ordonnantie, den secretaris J. Mertens Den borgemeester J.F. Verheyden. De gemeenteraed heeft in zijne vergaedering van den 9 October 1833 aen de tegenwoordige beraeming van borgemeester en assessoren met eenpaerige stemmen adhereert. Ter ordonnantie, den secretaris J. Mertens Den borgemeester J.F. Verheyden. GR - Zitting van 9 October 1833 Tegenwoordig de heeren Verheyden, borgemeester, Willocx en Crick, assessoren, De Keersmaecker, Verbesselt, De Boeck, Mertens, Caluwaers, Riemslagh, leden, en Mertens, secretaris. Den raed der gemeynte Londerzeel bij een vergaedert kragtens brief van den heere distriktskommissaris de date 23 September laetstleden ten eynde te beraemen over het bijeenbrengen der onbrekende fonds, noodig tot het opregten eener schoollokaal in deze gemeynte; Gezien en voorlezing gehad van voormelden brief. Bemerkende dat men voor die bekosting zou noodig hebben eenen fonds van circa 14.000 francs. Bemerkende dat men reeds in spaer fonds, ten dezen eynde bestemt, bezit 4000 francs; Dat men ten eynde voormelt zou konnen gebruyk maken van het overschot der rekening van 1832, die bestaet in eenen som van 3500 francs. Om de te kort komende som bij te brengen is de raed eenstemmig van gevoelen de voordragt te doen van de verkooping der gemeynte goederen, zoo verhuerde als onderverhuerde ... en ingenomene gronden. Dat men met de gelden voortskomende van die verkooping voor eerst zou konnen kwijten de schulden der gemeynte, bestaende in erflijke renten, en het overig gebruyken tot de gedachte bouwing, ongetwijfelt voldoende wezen zal. Gedaen in zitting te Londerzeel, dag, maend en jaer als boven. Ter ordonnantie, den secretaris J. Mertens Den borgemeester J.F. Verheyden GR - Zitting van den 2 november 1833 Tegenwoordig de heeren borgemeester Verheyden, Willocx en Crick, assessoren, De Boeck, De Keersmaecker, Mertens, Caluwaers en Riemslach, leden, en Mertens, secretaris. den raed der gemeente van Londerzeel bij een vergaedert ten eynde te beraemen tot het voorstellen van candidaeten voor de fonctie van veldwachter in plaetsvervulling van Gerardus Joannes Van Vorden, overleden; en om agtervolgens de omzendbrief van de Deputatie der Staeten dezer provincie de date 24 Augusty 1833 N° 155 tot het opmaken van den budget der gemeente voor het jaar 1834 over te gaen. Eerste Deel. De plaets van veldwagter word met eenparige stemmen voorgedraegen aen Conrardus Cleymans, oud dertig jaeren, schoenmaeker, geboren en woonende te Londerzeel, als hebbende vijf jaeren gedient bij het 1ste bataljon regiment curassiers (geschrapt) artillerie (geschrapt) Nationale Militie onder het voor deze Koninkrijk der Nederlanden, een gedeelte van het contingent der Militie dezer gemeente uytgemaekt hebbende. Tweede deel – Gemeente begrooting. Den assessor Crick staet vrijwillig af zijne traktement. Over het traktement van den heer Verheyden, borgemeester, en den assessor Willocx is gestemt geworden.
19
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
De heeren Verheyden, borgemeester, Willocx, assessor, J.B. De Keersmaecker en Andreas Mertens, leden van den raed, hebben gestemt voor de behoudenis van hetzelve. De heeren Crick, assessor, De Boeck, Caluwaers en Riemslagh, leden van den raed, hebben gestemt tot vernieting van dezen artikel. Dus eenpaerigheid van stemmen. Het traktement van den heer kommissaris opzigter der wegen, is met eenpaerigheid van stemmen uyt de begrooting gelaeten, in aenmerking genomen hebbende dat zijne jaerlijksche opzigten in deze gemeente maer enkelijk konnen aenschouwt worden als eene wandeling, zonder het minste niet aen de gemeente toe te brengen. De toelaeg van 1300 francs in vorige jaeren aen het kerkfabriek toegestaen, is vermindert op 1000 francs, vermits het supplement van 300 francs van den heer pastor hun is onttrokken, met vijf stemmen tegen drij. Hebben tegen dit supplement gestemt de h.h. Crick, assessor, De Boeck, De Keersmaecker, Caluwaers en Riemslagh, leden van den raed. Hebben daer voren gestemd de h.h. Verheyden, borgemeester, Willocx, assessor, en Moortgat, lid van den raed. Gedaen in zitting te Londerzeel, dag, maend en jaer als boven. In ordonnantie, den secretaris J. Mertens Den borgemeester J.F. Verheyden. GR - Londerzeel den 2 november 1833 In aenmerking nemende dat door het overlijden van Gerardus Joannes Van Vorden, het welk alhier plaets gehad heeft op 16 october laetstleden, is opengevallen eenen plaets van veldwagter. In aendagt nemende de dringende noodzaekelijkheyd die er is om deze plaets aenstonds te vervullen. In aendagt nemende het goed gedrag van den genoemden Conrardus Cleymans, oud 30 jaeren, schoenmaeker, woonende te Londerzeel. In aendagt nemende dat hij alle de door de wet vereyschte hoedanigheden bezit en eenen vijf jaeren dienst bij het eerste Bataillon Artillerie Nationale Militie onder de vaendels van het voor deze Koninkrijk der Nederlanden heeft gedaen, een gedeelte van het contingent dezer gemeente uytgemaekt hebbende. Gehoort den gemeenteraed en gelijkvormig aen zijn eenstemmig gevoelen. Stelt voor om tot de plaets van veldwagter der gemeente Londerzeel benoemt te worden, den voormelden Conrardus Cleymans. Daer alvorens bemerkt te hebben dat er op den naemlijst die ter dezen eynde in het Secreteriaat geopend is geweest, tot het aenteekenen der persoonen die gelooven recht te hebben tot de voormelde fonctie van veldwagter dezer gemeente, van den 20sten tot den 29sten october 1833, en waervan de afkondiging en aenplakking ten gewoonlijken plaets alhier zijn gedaen geweest op zondagen 20 en 27 derzelve maend, geene persoonen voorkomen die men gelooft alle de vereyschte hoedanigheden bezitten ten aenzien van den voormelden Cleymans. J. F. Verheyden. GR - Zitting van den 14 November 1833 Tegenwoordig de heeren Verheyden, borgemeester, Willocx en Crick, assessoren, Verbesselt, De Boeck en Riemslach, leden, en Mertens, secretaris. Den raed der gemeente Londerzeel buytengewoonelijk bij een vergaederd door den heer borgemeester ten eynde te beraemen over de voorstellen van uytgaven voorgedraegen door de commissie van gezondheyd ter voorkoming ter inrukking en voortszetting van den Cholera Morbus in deze gemeente . Gezien de beraedslaging van borgemeester en assessoren dd 8 October laatstleden, door de leden van den raed met eenpaerige stemmen g’adhereerd den volgenden dag.
20
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Gezien en goedgekeurt de rekeningen en staeten van bekosting der geneesmiddelen van de heeren doctors Van Hove en Riemslagh. Gezien een aenmerkelijk getal bewijsstukken van uytgaven behoorlijk voldaen getekent. Wat aengaet den loon der zwartzusters; alhoewel dezelve zonder het minste nut integendank der inwooners verbleven hebben sedert vijfden November loopende maend; alhoewel zij volgens het zeggen zelfs van den heer Pastor dezer gemeynte geweygert hebben de geneesmiddelen door de geneesheeren voorgeschreven aen de zusters te bedienen op voorwendsel dat die tegenstrijdig waeren aende ziekte. Alhoewel zij hun geoorloft hebben eenen dronkaert, zijnen stiel maekende van koeybeesten te genezen, in het hospitael te brengen om zijn gevoelen over de ziekte en over de geneesmiddelen te hooren. Den raed in aendagt nemende dat die handelwijs aen andere dan inwooners van Londerzeel onbekent is, en dat zulke een weygering van betaeling op ongelijke wijze zou kunnen uytgelegd worden, en bovendien in aenmerking nemende de diensten van hun ontfangen sedert 13 October tot 14 November 1833. Besluyt Voor loon zal er betaelt worden aen de twee Zwartzusters die, op verzoek van de gezondheydscommissie, gezaementlijk en in het geheel in deze gemeente geweest zijn 64 dagen, eene som van honderd francs. De derde Zwartzuster zonder gekende verzoek alhier aengekomen zijnde, heft den raed met eenpaerigheyd van stemmen besloten dat haer geenen loon kan worden toegestaen. Door alle deze aenmerkingen sluyt de rekening tot heden op 635 francs. In zitting te Londerzeel, gag, maend en jaer als boven. Ter ordonnantie, den secretaris, J. Mertens Den borgemeester, J.F.Verheyden
1834
GR - Zitting van 17 january 1834 Tegenwoordig de heeren Verheyden, borgemeester, Willocx en Crick, assessoren, Verbesselt, De Boeck, Mertens en Riemslagh, leden, en Mertens, secretaris. Den raed der gemeynte van Londerzeel, distrikt Brussel, provincie Brabant, buytengewoonelijk bij eenvergaederd door den heer borgemeester kragtens brief en besluyt van den heer gouverneur dezer provincie de date 3den dezer, ten eynde tot het benoemen over te gaen van eenen gedelegueerden dezer gemeynte om de cadastraele vergaedering bij te staen in hunne beraeming over de reclaemen tegen de cadastraele schatting ingedient. Gezien en voorlezing gehad van bovengemelde brief en besluyt. Den raed met eenpaerige stemmen kiest en benoemd bij deze den heer Crick Guillelmus Theodorus Franciscus, assessor en grondeigenaer te Londerzeel, als gedelegueerden dezer gemeynte om de cantonaele vergaedering bij te staen in hunne te nemen beraeming over de reclaemen tegen de cadastraele schatting ingedient. In zelve vergaedering. Gezien een voorlezing gehad van de beraeming van het armenbestuer dezer gemeynte de date 21 November 1833, betrekkelijk het door den nieuw benoemden ontvanger van het zelve bureel te stellen borgtogt. Keurt dezelve goed met eenpaerige stemmen aengezien de personelijke verantwoordelijkheyd van dezen ontvanger, te weten Petrus Joannes Sleebus (?) voldoende is, zelfs zonder borgstelling. In de zelve vergaedering.
21
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Gezien en voorlezing gehad van den brief aen den heer borgemeester toegezonden door den heer Pastor dezer gemeynte, gedagteekent den 18 December laetstleden, houdende aenvraeg van betaeling wegens de gemeynte over mondkosten door hun verleent aen zwartzusters die geduerende den cholera in de maend October en November laetstleden alhier verbleven hebben. Den raed met eenpaerige stemmen agt dat de vraeg gedaen door den heer Cruckx, Pastor alhier, in geene aenmerking en kan genomen worden. In ziting te Londerzeel, dag, maend en jaer als boven. Ter ordonnantie, den secretaris, J. Mertens Den borgemeester, J.F. Verheyden ICL – Bruxelles le 12 août 1834. (Vertaald) Aan de burgemeester van Malderen. Ik laat u weten dat J. De Bondt, die tot veldwachter van Malderen benoemd werd, een postzegel van 45 centiemen moet opsturen om een kopie van zijn benoeming te ontvangen. De districtscommissaris GR - Ziting van 21 Augusty 1834 Tegenwoordig de heeren Verheyden, borgemeester, Willocx en Crick, assessoren, Verbesselt, De Boeck, Caluwaers en Riemslagh, leden, en Mertens, secretaris. Den raed der gemeynte Londerzeel in meerderheyd van leden vergaederd zijnde door den heer borgemeester, ter gewoonelijke plaetse, ten eynde te beraemen over den inhoud van den brief van den heer distriktscommissaris van Brussel de date 22 july laetstleden betrekkelijk tot de aenvraeg van en traktement tot staets last door den heer Petrus Josephus Hermans, onderwijzer alhier ingedient. Overwegende den brief van den heer disriktscommissaris hier over beroepen, uyt den welken blijkt dat reeds eenen onderwijzer door ‘t gouvernement in deze gemeente geretribuieerd zijnde, en dat ingevolge geene traktement aen eenen tweeden kan verschaft worden. Overwegende de termen van den brief door ‘t gemeente bestuer ter beneerstiging van den heer borgemeester op 18 december 1833 aen den heer distriktscommissaris toegezonden, bij welken men zeyde dat de heeren Bernardus Kerremans en Petrus Josephus Hermans beyde eenen derden rang in de openbaere onderwijzing bekomen hebbende; dat den eenen zoo wel als den anderen genieten van een onberispelijk gedrag en van het openbaer gezag, en dat nog den eenen nog den anderen tot heden de hoedaenigheyd van onderwijzer dezer gemeentebestuur hebbende, het gouvernement aenzogt wierd het traktement aen d’heer Kerremans toegestaen op de twee onderwijzers te verdeelen, tot dat bij enen te openen comiteit de plaets van gemeente onderwijzer aen den bekwaemsten zou vergunt worden. In die zelve gevoelen voortgaende de gemeenteraed met eenpaerigheyd van stemmen vraegt opnieuw die verdeeling van traktement, zullende de gemeente alsdan ook op de twee onderwijzers verdeylen de 200 francs voor het onderwijs in den budget toegestaen. En voor zoo veel het staetstraktement niet kan verdeylt worden, zoo stelt den raed met eenpaerigheyd van stemmen vast, dat alsdan de toelaeg der gemeente in het geheel aen den onderwijzer Petrus Josephus Hermans zal uytgerijkt worden. In zelve vergaedering. Den raed delibereerende over de reclame door de heer Cruckx, Pastor dezer gemeente, aen mijnheer den Gouverneur dezer provincie ingedient op 1 july laetstleden, ten eynde eene indemnisatie te bekomen om onderhouden te hebben de Zwartzusters geduerende den eersch des Cholera. Gelet op de deliberatie van 17 January 1834, verklaerd met eenpaerigheyd van stemmen dat er geene termen zijn om de decisie alsdan genomen te veranderen. Vrij aen den Heere Pastor in geval hij daer toe vermeent regt te hebben, zig aen de burgerlijke rechtbank te adresseeren.
22
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Verders den raed met eenpaerig gevoelen betoont zijne verwondering en misnoegen over de onbeschofte stijl met welke de reclame van den heer Pastor geschreven is. Gedaen in zitting te Londerzeel, dag, maend en jaer als boven. Ter ordonnantie, den secretaris J. Mertens Den borgemeester, J.F. Verheyden. GR - Zitting van 13 november 1834. Tegenwoordig de heeren Verheyden, borgemeester, Crick, assessor, Verbesselt, De Boeck, Mertens, Caluwaers en Riemslagh, leden. Den raed der gemeente van Londerzeel, bij een vergaederd tot het opmaeken der begrooting voor het dienstjaer 1835, heeft voorafgaendelijk gehoort de rapporten over verscheyde voorwerpen van gemeenen intrest. Maria Peeters, weduwe van Jan Franciscus De Smedt, herbergierster in deze gemeente, eyscht betaeling om geduerende de jaeren 1830, 1831, 1832 en gedeelte van 1833, in haere herberg vernagt en gevoed te hebben de Marechaussée der brigade van Vilvoorde. Den heer borgemeester geeft over deze reclame den volgenden uytleg: Sedert langen tijd klaegden de inwooners der gemeente over het ongemak die hun wierd aengedaen wanneer men bij hun op militaire wijze de marechaussee toen zij tegen den avond voor hunnen dienst in de gemeente aenkwaemen logerende. Dit ongemak en klagten der inwoonders wierden grooter, wanneer eenige maenden voor de omwenteling de bezoeking der Marechaussee zich merkelijk vermenigvuldigde, en met de omwenteling zelve, was het teenemael onmogelijk bilgetteerend (?) t’ Is om die reden dat ik gezamentlijk met mijnen assessor Willocx en naer geraedpleegt te hebben eenige leden der gemeenteraed, mij begeven heb bij de weduwe De Smedt, en ik ben met haer overeen gekomen dat zij de marechaussee zoude gelogeerd hebben en hun den kost bezorgt hebben voor hun en hunne peerden, en dat haer daer voor door de gemeente zoude betaeld worden de som van dertig Nederlandsche guldens voor het jaer. Den raed heeft doen aenmerken dat er raekende die overeenkomst geen de minste deliberatie of te ander bewijs in de gemeente boeken bevonden word; doch in aendagt nemende de gegrondheyd der vraeg van de weduwe De Smedt die de bekosting voor de Marechaussee gedaen heeft ter ontlasting van heel de gemeente. Stelt vast met eenpaerige stemmen dat de weduwe De Smedt zal aenzogt worden eene behoorlijke rekening over haere prestatie in te dienen, en dat er als dan eene eyndelijke decisie zal ghenomen worden. Gedaen in zitting de dato als boven. Ter ordonnantie, den secretaris J. Mertens Den borgemeester J.F. Verheyden GR - Zitting van 13 november 1834. Tegenwoordig de heeren Verheyden, borgemeester, Crick, assessor, Verbesselt, De Boeck, Mertens, Caluwaers en Riemslagh, leden. Den raed der gemeente van Londerzeel, bij een vergaederd ten einde naer te zien en onderzoeken de rekeningen van den heer Decat, ontvanger der bezondere inkomen van de gemeente, en ten eynde naer dien over te gaan tot het opmaeken der begrooting van het jaer 1835. Over het eerste punt. Gezien en nauwkeurig onderzogt de rekening van gestie van het dienstjaer 1833, is de zelve met eenpaerigheyd van stemmen goedgekeurt met een batig slot van 3263,96 fr. Over het tweede punt. Opmaeking der gemeente begrooting over 1835. De twee capittels van ontvangsten zijn vastgestelt op eenen som van 8.418,54 fr. De zestien eerste artikels van uytgaven zijn gehouden als voorgaende jaer, uytgenomen: Voor onderhoud van casseyde heeft men maer gebragt eene som van 100 francs in aenmerking dat de gene van 400 francs, voor voorlede jaer bestemt, nog bijna in het geheel beschikbaer
23
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
blijft. Voor zelve reden heeft men in plaets van 200 fr. maer 100 fr. gebragt tot onderhoud der bruggen. Raekende den artikel der brandspuyten. de gemeenten raed, in aenmerking nemende dat dezelve ten plattenlande en wel bijzonderlijk in eene gemeente als Londerzeel, die eene groote uytgestrektheyd met zeer slegte wegen heeft, ongebruykbaer zijn, vermits onze lemen met stroey gedekte hutten reeds gansch afgebrand zouden wezen voor alhier de pompen ter plaetse zouden konnen komen, en ook in aendagt nemende dat het gebruyk van brandspuyten onvermijdelijk vereyscht zeker getal persoonen in het bedienen derzelven hervaeren, en welke men ten plattenlande zelden vind dan met eene bekosting welke merkelijk zoude overtreffen het vermoedelijk voordeel daer uyt te trekken, heeft met eenpaerig gevoelen besloten daer voren geene bestemming van penningen te doen. Maer in tegendeel heeft den raed in beschikking eene som van 150 francs 82 centimes tot aenkoop van andere voorwerpen om zich tegen brand te voorzien welkens gebruyk nuttiger en voordeeliger wordt geagt. Komende aen het artikel van onderstand aen het kerke-fabriek. Gezien de rekening aen den gemeenteraed overgelevert voor het dienstjaer 1833, en gezien de begrooting over het dienstjaer 1835, en alzoo het uyt die stukken overvloedig blijkt dat het kerke-fabriek aen zijn gewoonelijke uytgaven ten vollen kan genoegdoen, zoo heeft den raed des gemeente met eenpaerigheyd van stemmen verklaert dat er geene stoffe en is om door de gemeente eene subsidie aen het Kerkfabriek uytgerijkt te worden. Doch den gemeenten raed in aenmerking nemende de slegte gesteltenis des kerkorgel en de groote bekosting die tot herstellen derzelve vereyscht word, stelt nog met eenpaerigheyd van stemmen vast dat gemeente voor dit voorwerp aen het kerkfabriek zal verleenen eenen onderstand van 2400 francs, onder voorwaerde dat er zal benoemd worden eene commissie van vier leden, twee uyt den gemeentenraed en door den zelven te benoemen en twee uyt den raed van het fabriek. Welke commissie zal gelast wezen om de te doene werken ten besten voordeel der kerk en gemeente te doen uytoeffenen. Den onderstand van 200 francs bestemd voor het onderwijs zal uytbetaelt worden aen Petrus Josephus Hermans. De uytgaven zijn vastgestelt op 7981,41 fr. En den overschot op 437,13 fr. De werkzaemheden der begrooting gedaen zijnde heeft den raed met eenpaerigheyd van stemmen besloten dat er zal ingediend worden aen Z.M. den Koning een rekwest ten eynde te bekomen eenen casseyde op Brussel, of ten minsten de verlengenis van den geenen komende door Meysse en Wolverthem. Ter ordonancie, den secretaris J. Mertens Den borgemeester J.F. Verheyden.
1835 GR - Zitting van 5 january 1835 (Vertaald) Zijn aanwezig, de heren Verheyden, burgemeester, Crick en Willocx, assessoren, Caluwaers, Mertens, De Boeck en Riemslach, leden, Heden 5 januari 1835 werd de gemeenteraad in buitengewone zitting bijeengeroepen om te beraadslagen over een reclamatie die aan de provinciegouverneur gericht werd door de heer Kerremans, onderwijzer te Londerzeel, die verder wenst te genieten van de subsidie van 50 fr.
24
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
die hij twee jaar lang ten behoeve van het lager onderwijs uit de gemeentefondsen heeft gekregen. Gezien de beslissing tijdens de gemeenteraadszitting van 21 augustus laatstleden, waarvan de gouverneur een afschrift gekregen heeft, besluit de raad dat de betreffende klacht niet in overweging genomen wordt. Daarna herbekijkt de raad de klacht om zich te beraden over de uitdrukkingen en de terminologie die erin wordt gebruikt en drukt zijn uiterste ontvredenheid uit over de reklamant. Deze beweert dat de gemeenteraad zich om de tuin heeft laten leiden. De raad besluit dat hij zich door niemand om de tuin laat leiden, zelf niet door de heer Kerremans zich zich de hoedanigheid van gemeenteonderwijzer toeëigent zonder dat deze hem ooit werd toegekend. De raad zal de andere onwelvoeglijke zinnen niet weerhouden. De heer Kerremans zou zich kunnen excuseren voor hetgene wat er een ander bijgeschreven heeft (hetgeen bewezen wordt door de samenpersing van de beleefdheidsformule aan het einde en door het overschrijven van de helft van zijn handtekening). Hij kan niet verantwoordelijk zijn voor wat een ander in zijn naam heeft geschreven. Maar, al pleit deze uitleg hem vrij wat de stijl betreft, dan stelt ze van de andere kant ook de middelmatigheid vast van deze onderwijzer die blijkbaar zichzelf niet bekwaam genoeg acht om zijn vermeende rechten te laten gelden en hiermee bekent zich genoodzaakt te zien om om op een huurling beroep te moeten doen. (Vervolgt in het Nederlands) In zelve vergaedering. Gezien onze decisie genomen bij deliberatie van dertien November 1834. Gezien de rekening ingediend door de weduwe De Smedt, beloopende op 205 francs. In aenmerking nemende dat alhoewel de overeenkomst door den borgemeester met de weduwe De Smedt onregelmaetig was genomen, deze laetste doch voor deze onregelmaetigheyd niet moet ge(straft) (?) wezen. En ook in aenmerking nemende dat de overeenkomst in zeer moeyelijke tijden en met onze omwenteling van 1830 is gemaekt, en dat zulks de onregelmatigheyd in den hoofde van den borgemeester kan en moet verschoont worden, vermits hij bij gebrek van reguliere bijeenkomst des raeds dikwijls en in veele zaeken door zichzelven heeft moeten handelen. Den raed besluyt met eenpaerigheyd van stemmen dat er op het batig slot onzer gemeentebegrooting over 1834 mandaet tot betaeling aen de weduwe De Smedt zal afgelevert worden. In zelve vergaedering. Gezien verscheyde klagten aen het gemeente bestuer toegekomen over het gedrag onzer veldwagters. Wat raekt Conrardus Cleymans, betigt met buytensporigheden in het uytoeffenen zijner ambt, ook betigt met slordigheyd en onbekwaemheyd, wegens de bestierders der gemeente die hem den weg zijner pligten wilden aenwijzen. En wat raekt Petrus Wijns, betigt met gewoonelijke dronkenschap en weygering van dienst aen den borgemeester. Den raed met eenpaerigheyd van stemmen besluyt dat aen ieder van hun een maend traktement zal worden afgetrokken, van welke decisie aen hun beyde terstond, in de gemeente raed geroepen, is kennis gegeven. Gedaen in zitting te Londerzeel, dag, maend en jaer als boven. Ter ordonnantie, den secretaris J. Mertens Den borgemeester J.F. Verheyden. GR - Zitting van 6 february 1835 Tegenwoordig de heeren Verheyden, borgemeester, Willocx en Crick, assessoren, Verbesselt, Mertens, De Boeck, Riemslagh en Caluwaers, leden.
25
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Den raed der gemeente Londerzeel, buytengewoonelijk bij een vergaederd ten eynde te beraemen op den brief van den kerkenraed aen het gemeentebestuer toegezonden den 25 january laetstleden, en inhoudende reclamen over decisie door den raed genomen met het opstellen der begrooting van de gemeente over het dienstjaer 1835 in vergaedering van 13 November laetstleden. Niet tegenstaende de zorgvuldigheyd en nauwkeurigheyd met welke in hooger beroepen vergaedering de geldmiddelen en de te doene uytgaven van het kerkenfabriek zijn onderzogt geworden, willende doch de ingediende reclame niet puer en simpel van der hand verwijsen, heeft den gemeenten raed op een (nieuw?) de rekening en begrooting van het kerkfabriek voor zich doen brengen. Van artikel tot artikel zijn die stukken nog eens door ..., en den raed is met eenpaerigheyd van stemmen overtuygt gebleven dat het kerkenfabrik door zich zelven en zonder subsidie van de gemeente kan bestaen. Die overtuyging hebben de leden van den raed genomen uyt die zelve stukken welke het kerkenfabrik om eene subsidie te bekomen heeft overgebragt. Den raed, voor zoo veel noodig, aenmerkt dat hij door deze deliberatie in geender manieren verstaet te prejugeren over het dienstjaer 1836. Gedaen in zitting te Londerzeel dag, maend en jaer als boven. Ter ordonnancie, den secretaris J. Mertens Den borgemeester J.F. Verheyden GR - Zitting van den 1sten October 1835 Tegenwoordig de heeren Verheyden, borgemeester, Willocx en Crick, assessoren, Mertens en Riemslach, leden, en Mertens, secretaris. Den raed der gemeynte Londerzeel, distrikt Brussel, op ‘t verzoek van den heer borgemeester bijeen vergaederd zijnde, om tot het benoemen van twee leden aen het armenbestuer dezer gemeynte, in plaetsvervulling van Joannes Baptista De Keersmaecker en Joannes Verhofstadt, beyde overleden, over te gaen. In aendagt nemende dat het hoog dringende is van te voorzien in deze plaetsvervullingen. Gezien de voordragt van kandidaeten aen het armenbestuer, welke zijn de heeren: 1° Josephus Franciscus Van Ruysevelt. 2° Adrianus Van Hove. in plaets vervulling van Joannes Verhofstadt, overleden, en in plaets vervulling van Jan Baptist De Keersmaecker, ook overleden. 1° Josephus Van Assche 2° Amandus Van Assche Eensgelijks gezien de voordragt van kandidaeten van gelijk getal door borgemeester en assessoren gedaen, welke zijn in plaets vervulling van Joannes Verhofstadt, overleden, ee heeren 1° Franciscus Robberechts 2° Bernardus Henricus Carolus De Vleeshouwer En in plaets vervulling van Jan Baptist De Keersmaecker, ook overleden, de heeren 1° Josephus Van Assche 2° Amandus Van Assche Den raed benoemt bij meerderheyd van stemmen, onder goedkeuring der heeren Gedeputeerde Staeten dezer provincie, tot leden van het armenbestuer dezer gemeente, in plaets vervulling van Joannes Verhofstadt en Jan Baptist De Keersmaecker, beyde overleden, de heeren Josephus Franciscus Van Ruysevelt, landbouwer, en Amandus Van Assche, ook landbouwer van beroep, beyde woonende te Londerzeel. Gedaen in zitting te Londerzeel de date als boven.
26
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Door bevel, den secretaris J. Mertens
Den borgemeester, J.F. Verheyden
GR - N° 5 In den jaere 1835, den 8sten der maend October, ten 4 ueren naer middag, de notabelen der gemeynte Londerzeel, distrikt Brussel, provincie Brabant, vergaedert zijnde, op het geklank der belle, in het gemeynte huys te Londerzeel, plaets en uer aengewezen bij afkonding en oproepingsbrieven, aen iederen notabelen toegezonden den 5den dezer, onder het voorzitterschap van den heer Verheyden, borgemeester, geassisteert door de heren Willocx en Crick, assessoren, Verbesselt en Riemslagh, leden van den gemeentenraed, doende fonctie van stemopnemers, en den secretaris van het gemeentebestuer, degene van secretaris van 't kiesbureel waer-nemende. Den voorzitter doet voorlezing der besluyten van 8 October 1830 en 2 December 1830. Geene hoegenaemde aenmerkingenen zijn er gedaen geweest. De vergaedering is dadelijk overgegaen bij toegelatene briefkens in eene daer toe bestemde en toegeslotene kas geplaetst, tot het verkiezen van een gemeenteraedslid in plaets vervulling van den heer Jan Baptist De Keersmaecker, overleden. En het getal briefkens bevonden in de kas ten getalle van veertig ‘t welk is gelijk bevonden geweest aen het getal der stemmen, waervan de behoorlijke ... zijn geweest. Den assessor Crick heeft de briefkens een voor een opgenomen, den borgemeester dezelve geopend hebbende en geproclameert heeft ze aen den assessor Willocx overgegeven; en hier uyt is bewezen dat d’heer Josephus Van Assche bekomen heeft 26 stemmen. En aengezien de volle meerderheyd van stemmen, het kiescollege verklaert den voormelden heer Josephus Van Assche geïnstalleert in zijn fonctie als lid van den gemeenteraed dezer gemeente, welken heer Van Assche alhier tegenwoordig heeft verklaert dezelve bediening te aenveerden en heeft in handen van ons burgemeesters afgelegd den eed voorgeschreven bij artikel 14 van het reglement op het bestuer ten plattenlande dezer provincie, goedgekeurd bij Koninklijk Besluyt van 23 july 1835 N° 132. Gedaen in zitting te Londerzeel dag, maend en jaer als boven. De stemopnemers. GR - N° 6 Zitting van 8 October 1835 Tegenwoordig de heeren Verheyden, borgemeester, Willocx en Crick, assessoren, De Boeck, Verbesselt, Mertens, Caluwaers, Riemslagh en Van Assche, leden, en Mertens, secretaris. Den raed der gemeente Londerzeel, distrikt Brussel, op ‘t verzoek van den heer Borgemeester verzaemeld zijnde, ten eynde vast te stellen de voorafgaende maetregels tot het opmaeken van den budget der gemeente over het dienstjaer 1836. Den heer Crick stelt voor dat het zoude behooren in het openbaer over te gaen tot het opmaeken des budgets der gemeente over 1836, aengezien op verkeerde wijze tusschen de inwoonders zijn uytgesprijd de redens op welke hunne stemgeving in voordeel of nadeel van zekere voorstellen is gestemd geweest. Dezen voorstel is ondersteund geworden door de heeren De Boeck, Caluwaers, Riemslach en Van Assche, leden van den raed. De heeren borgemeester, assessor Willocx, Verbesselt en Mertens, leden, hebben zich tegen den zelven verzet, zeggende dat het zoude behooren van voorts te gaen gelijk in vorige jaeren, zoo lang de hoogere overheyd geene naedere instructie over deze stoffe ingeeft. En aengezien de meerderheyd van stemmen zoo is nogtans vastgesteld den raed dezer gemeynte op den negentienden dezer loopende maend ten vier ueren naer middag, in het openbaer, ten gemeentenhuyze zal zitting houden en overgaen tot het opmaeken van den budget der gemeynte over het jaer 1836, met aenzoek van de inwoonders hier van te willen kennis geven bij publicatie en aenplakking op de gewoone wijze.
27
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Gedaen in zitting te Londerzeel de date als boven. Ter ordonnantie, den secretaris J. Mertens Den borgemeester J.F. Verheyden. Bekentmaeking Den borgemeester der gemeente Londerzeel brengt bij deze ter kennis der inwoonders, dat den raed deze gemeynte op morgen 19 dezer ten vier ueren naermiddag, in het openbaer, ten gemeentehuyze zal zitting houden en overgaen tot het opmaeken van den budget der gemeente over het jaer 1836. Londerzeel den 18 october 1835. Den borgemeester voormeld. GR - N° 7, 8 en 9 Zitting van 19 October 1835 Tegenwoordig de heeren Verheyden, borgemeester, Willocx en Crick, assessoren, Verbesselt, De Boeck, Mertens, Caluwaers, Riemslagh en Van Assche, leden, en Mertens, secretaris. Den raed der gemeynte Londerzeel bijeen vergaederd ten eynde naer te zien en te onderzoeken de rekeninge van den heer Decat, ontvanger der bezondere inkomen van de gemeente, en ten eynde naer dien over te gaen tot het opmaeken van den budget over het jaer 1836. Over het eerste punt. Gezien en nauwkeurig onderzogt de rekening van gestie van het dienstjaer 1834, is dezelve met eenpaerigheyd van stemmen goedgekeurd, als volgt: De ontvangsten ter som van fr. 11428,53 De uytgaven ten geene van fr. 7334,23 En het batig slot op fr. 4094,30 Over het tweede punt. Opmaeking des budgets over 1836. De twee capittels van ontvangsten zijn vastgestelt op eene som van fr. 7867,30 De uytgaven met de volgende veranderingen De bureelskosten worden gebragt op 80 francs. Het onderhoud van de casseyde 250 francs Het wagthuys op 40 francs De onkosten van bedelaers in den depot te Terkameren op 100 francs Den onderhoud van vondelingen en verlaetene kinderen op 400 francs Komende aen het artikel van onderstand aen het kerkfabriek. Gezien de rekening aen den gemeenteraed overgelevert voor het dienstjaer 1834, en gezien den budget over het dienstjaer 1836. Den assessor Crick heeft deze stukken nauwkeurig onderzogt en stelt voor dat hier uyt genoegzaem blijkt dat het kerkfabriek geen recht en heeft om eenen onderstand van de gemeynte te eysschen. Dezen voorstel is door den heer Riemslagh, raedslid, goedgekeurt geworden. En naer eenen langduerigen uytleg over deze stoffe heeft den heer borgemeester gezamentlijk met de andere zes leden gestemt dat er door de gemeente aen het kerk-fabriek voor het jaer 1836 eenen onderstand zal verleent worden van 1300 francs. Alle de andere artikels zijn gehouden als voorgaende jaeren. Gevolgentlijk zijn de uytgaven vastgestelt ter som van fr. 6950,45 Waer uyt volgt eenen overschot van fr. 926,82
28
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
In zelve vergaedering. Gezien den brief van den heer arrondissementscommissaris van 7 October 1835 nr. 1332, bij welke gevraegt word welke hulp in geld de gemeente van Londerzeel zoude bestemmen tot het maeken van eenen steenweg komende van Brussel tot aen den casseyde van Mechelen op Dendermonde, In aenmerking nemende dat dit ontwerp zeer nuttig, ja zelfs noodzaekelijk is voor de communicatie zoo voor deze als andere gemeentens. Heeft met eenpaerigheyd van stemmen besloten toe te staen dat er tien jaeren geduerende zoude voor dit voorwerp geheven worden ses additionneele centimen op de directe grond en personneele contributiën, onder voorwaerde dat ... steenweg regt door het inwendig van het dorp van Londerzeel zoude loopen. Gedaen in openbaere zitting te Londerzeel dag, maend en jaer als boven. Ter ordonnantie, den secretaris J. Mertens Den borgemeester J.F. Verheyden. GR - N° 10 Zitting van 12 November 1835 In den jaere 1835 den 12den November. Tegenwoordig de heeren Verheyden, borgemeester, Willocx en Crick, assessoren, Verbesselt, De Boeck, Mertens en Caluwaers, leden, en Mertens, secretaris. Den raed der gemeente Londerzeel, distrikt Brussel, provincie Brabant, bijeen vergaederd ingevolge het besluyt van den heer gouverneur der provincie in dato 28 October laetstleden ten eynde over te gaen tot den keus van twee leden uyt hunne vergaedering te noemen, die gezamentlijk met twee amptenaeren, te benoemen door de administratie, de commissie zullen moeten uytmaeken, welke bij art. 18 der wet van den 28 junius 1822 over de personneele belasting ingestelt is. Benoemd met eenpaerige stemmen de heeren Willocx en Verbesselt om deel te maeken van de gemelde commissie in deze gemeente voor het jaer 1836. Gedaen in zitting te Londerzeel dag, maend en jaer als boven. Ter ordonnantie, den secretaris J. Mertens Den borgemeester J.F. Verheyden.
1836
IC - Januari 1836 (??) Monsieur le Bourgmestre, Wij hebben de eer u ontvangst te melden van uw bericht N° 49 van de 26ste van deze maand dat een antwoord was op onze brief van de 21ste. Daarin beroept u zich op art. 21 van het koninklijk besluit van 31 mei 1818 ten gunste van het visum op het diploma van de heer C. Oomen, doctor in de medicijnen in uw gemeente. Wij erkennen de wettelijkheid van deze visa voor de provincie Antwerpen maar niet voor de provincie Brabant en het is met spijt dat we u moeten melden dat we de heer Oomen pas kunnen toelaten op de lijst van personen die gemachtigd worden om de geneeskunde te beoefenen, nadat zijn diploma het visum zal gekregen hebben van de medische commissie van de provincie Brabant. Dus is artikel 21 niet van toepassing op de heer Oomen. Gelieve nogmaals de artikelen 22 en 23 van het KB van 31 mei 1818 na te lezen om er van overtuigd te zijn dat een visum dat in Antwerpen gegeven is niet geldig kan zijn in Brabant. Gelieve de heer Oomen deze opmerkingen over te maken zodat hij zonder uitstel de nodige schikkingen kan treffen. De medische commissie van de provincie Brabant.
29
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
GR - N° 13 (11 en 12 ontbreken) Zitting van 5 July 1836. Tegenwoordig de heeren borgemeester Verheyden, Willocx en Crick, assessoren, Mertens, Caluwaers en Van Assche, leden, en Mertens, secretaris. Den raed der gemeente Londerzeel, arrondissement Brussel, bijeenvergaderd door den heer borgemeester ten eynde over te gaen tot het opmaeken van den personneelen omslag over den loopenden jaere: Naer denzelven van artikel tot artikel ieder hun aendeel gestelt te hebben is hij met eenpaerige stemmen gesloten ter somme van.. (niet ingevuld) Gedaen in zitting te Londerzeel dag, maend en jaer als boven. Ter ordonnantie, den secretaris J. Mertens Den borgemeester J.F. Verheyden GR - N° 14 Op heden maendag den 31sten October des jaers 1836, agtervolgens het art. 2 des besluyts van den heer gouverneur dezer provincie in dato 11 october 1836, memoriael van administratie N° 272. Voor ons Joannes Franciscus Verheyden, borgemeester der gemeente Londerzeel, arrondissement Brussel, provincie Brabant, zijn verschenen M.M. Willocx Jacobus en Mertens Andreas, bij het koninklijk besluyt van den 8sten dezer loopende maend benoemd tot de fonctie van schepenen dezer gemeente Londerzeel, en M.M. De Keersmaecker Dominicus, Verhofstadt Jan Francis, Van Assche Josephus, Goossens Antonius, Verbesselt Jan Francis, Van Hove Adrianus, Van Ruysevelt Josephus Franciscus en Remory Jan Baptist, gekozen tot raedsheeren van onze gemeentenraed, de vergaedering der kiezers gepleegd te Londerzeel den 14 july 1836, blijkens proces verbael desaengaende opgestelt, welke comparanten ter uytvoering van den 61sten art. der gemeentewet van den 26sten Meert 1836, staetsblad N° 221, waervan hun voorlezing is gedaen geweest, als mede van alle de stukken hier boven gemeld mitsgaders van onze benoeming en eedaflegging; hebben ieder in het bezonder in onze handen den eed afgelegt waer van den inhoud volgt: “Ik zweer getrouwheyd aen den koning, gehoorzaemheyd aen de grondwet en aen de wetten van het Belgisch volk.’ En hebben met ons geteekent. Gedaen te Londerzeel dag, maend en jaer als boven. GR - N° 15 Zitting van 8 November 1836 Tegenwoordig de heeren Verheyden, borgemeester, Willocx en Mertens, schepenen, De Keersmaecker, Verhofstadt, Van Assche, Goossens, Verbesselt, Van Hove, Van Ruysevelt en Remory, leden, en Mertens, secretaris. Den raed der gemeynte Londerzeel, door borgemeester en schepenen bij een geroepen ten eynde over te gaen tot het opmaeken des budgets over het jaer 1837. Gezien dengenen van het jaer 1836. De twee capittels van ontvangsten zijn vastgestelt op een som van fr. 6611,55 Bemerkt hebbende dat in de uytgaven geene veranderingen voorkomen dan alleenlijk het traktement van den tweeden schepenen, beloopende de som van 60,00. In de onvoorziene uytgaven brengt men voor het maeken eener meubel der bewaering der stukken van het cadaster eene som van 40,00. Tot erstelling en grove reparatie aen de horlogiewijzers heeft men bestemt eene som van 500,00. En voor het erschilderen van 11 wegwijzers eene som van 40,00. Gevolgentlijk worden de uytgaven vastgestelt op ende ter som van fr. 6479,05 Waeruyt volgt eenen overschot van 132,50. Aldus gedaen in zitting te Londerzeel dag, maend en jaer als boven. Ter ordonnantie, den secretaris J. Mertens Den borgemeester J.F. Verheyden.
30
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
1837 IC - Strombeeck Bever le 30 Juin 1837 Monsieur le Bourgmestre, De onderzoeksrechter van Brussel heeft me gelast om een onderzoek te doen over een diefstal met inbraak die in uw gemeente heeft plaats gehad gedurende de ochtend van 19 juni en ten nadele van Henri Lauwers en zijn zuster Antoinette. Gelieve me zonder uitstel alle verduidelijkingen te zenden die u kunt inwinnen aangaande volgende punten: 1° Was er bij Lauwers iemand thuis op het ogenblik van de diefstal. Indien ja, wie ? 2° Was de koffer waaruit de voorwerpen gestolen werden op slot, heeft men de sloten geforceerd, stond de koffer in de slaapkamer van Lauwers of ergens anders? 3° Om welke redenen denkt men dat Pierre Sterckx, zoon van Jacques, die in Opwijk woont, de dader van deze diefstal zou zijn? Had Sterckx relaties met Lauwers? Kent hij de binnenkant van het huis. Heeft men Sterckx tijdens de ochtend van de 19de juni in Londerzeel en in de buurt van het huis van Lauwers gezien? Wie zijn de personen die Sterckx gezien hebben? 4° Stuur, indien nog niet gebeurd, onmiddellijk de lijst van gestolen voorwerpen naar de burgemeester van Opwijk, met verzoek om een nauwgezet onderzoek te doen in het huis van Sterckx en, in geval er zaken van Lauwers gevonden worden, Sterckx in arrest te nemen. Laat mij in ieder geval weten wat er is gebeurd. 5° Tracht naam en verblijfplaats te achterhalen van de voddenman uit Dendermonde, bij dewelke Lauwers de twee bij hem gestolen kledingstukken teruggevonden heeft en laat me weten of die voddenman enig idee heeft wie hem die kleren heeft verkocht. Heeft de politiecommissaris van Dendermonde proces-verbaal van deze vondst opgesteld? 6° Vraag Lauwers en zijn zuster opnieuw of ze nog nieuwe informatie over de roof verkregen hebben, noteer hun eventuele nieuwe verklaringen zorgvuldig en stuur ze me op. Noteer vooral de naam van al de getuigen die in deze zaak kunnen ondervraagd worden. Ik eindig deze brief, mijnheer de burgemeester, met de opmerking dat volgens de instructies van de minister, die ik u indertijd meegedeeld heb, u me over deze diefstal bij Lauwers vroeger had moeten informeren. Bijgevolg vraag ik u om in de toekomst bij iedere vergelijkbare omstandigheid, bij misdaad of misdrijf waarbij een proces-verbaal wordt opgesteld dat naar de Procureur des Konings moet worden gestuurd, ook mij daarvan schriftelijk te verwittigen zodat ik van mijn kant ook de nodige informaties in zou kunnen winnen. Aanvaard, mijnheer de burgemeester, de verzekering van mijn achting. De Vrederechter. IC - Strombeeck Bever den 14 July 1837 Mijnheer den Borgemeester, Ten beantwoording op uwen brief van den 12 dezer maend heb ik de eer Ued kenbaer te maeken dat Van Gheel, bakker en herbergier, in het hof van Brussel tot Meysse bij familie raed in dato 23 April als toezinden voogd gekozen is over de drij minderjaerige kinderen van Bruno De Jongh, de weduwnaer van Maria Van Gheel, en indien dezen De Jongh met zijn kinderen slecht handelt of de zelve zonder zorg ... verlaet, is het aen den toezigt van maetregelen te gebruyken tot den onderhoud en de bewaernis van die kinderen en van te zorgen voor hun geluk en hun zekerheyd. En aengezien dat het mogelijk is dat voornoemden Van Gheel geene kennis en heeft van het tegenwoordig slecht gedrag van Bruno De Jongh die altoos volgens de wet mombaeren ’s van zijn kinderen, zal ik hem aenstonds eenen brief schrijven om hem van alle deze omstandigheden te verwittigen in het voordeel van de minderjaerige kinderen.
31
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Nu wat aengaet de vrees van Van den Branden, daer voor moet gij alle middelen zien te nemen om zulk een ongeluk te meyden en bijzonderlijk den last geven aen uwen veldwachter van het gedrag van De Jongh na te sporen en indien er eenige kwaedwilligheyd te vrezen was moet gij zien dezen ongelukkigen in de onmogelijkheyd te brengen van voorst te gaen in zijn slecht gedrag, bij voorbeeld met hem bij tijd te verwittigen en hem kenbaer te maeken de ongelukkige gevolgen die er voor hem en zijn kinderen zouden kunnen voorst komen van. Ontfangt Mijnheer de verzekering mijner volkomen agting. GR - N° 16 - Blanco
1838
GR - N° 17 Zitting van den 21 april 1838 Tegenwoordig de heeren Verheyden, borgemeester, Willocx en Mertens, schepenen, Van Assche, Goossens, Van Ruysevelt, Verhofstadt, Remory en Verbesselt, leden, en L. Van Onderbergen, secretaris. Den raed der gemeente Londerzeel, bij een vergaedert ten eynde te beraemen aengaende Petrus Wijns, veldwachter der gemeynte Londerzeel. Gezien den brief van den heer borgemeester en schepenen der gemeynte Londerzeel de dato 10 lestleden, ten dien aengaende gezonden aen Mijnheer den kommissaris van ’t arrondissement Brussel. Gezien zijne wel edele antwoord de dato 14 lestleden N° 5146, strekkende de opschorting voor eene maend, van den voornoemden Wijns. In aendagt nemende de groote misnoegen die hij gegeven heeft sedert langen tijd, nochtans naer vele differente vermaeningen die hij gehad heeft van borgemeester en schepenen zooals van de leden van den gemeynten raed, is hij tot heden blijven volherden en wederspannig aen de goede zeden gebleven. Dus hebben wij eenpaerlijk met gemeyn gevoelen en zijn overeengekomen met te zeggen dat art. 129 der gemeyntewet van 1836 hem niet meer kan toegepast worden, en dat wij van Ue te verzoeken Mijnheer den Kommissaris de autorisatie om tot de candidaeten in zijne vervanging mogen over te gaen. Ter ordonnantie, den secretaris L. Van Onderbergen Den Borgemeester J.F. Verheyden. GR - N° 18 Bekentmaeking Den borgemeester en schepenen der gemeynte Londerzeel. Gezien het besluyt van Mijnheer den gouverneur dezer provincie, gedagteekend te Brussel den 9 dezer maend 1838. Gezien den brief van Mijnheer Philippus Josephus De Cat, ontfanger der belastingen dezer gemeynte, gedagteekend den 18 dezer maend april. Brengen ter kennis der inwooners dat den rol van het patent-recht voor den dienst 1838 door Mijnheer den gouverneur, op den 9 dezer maend uytvoerlijk gesteld, en aen den bovengenaemden ontfanger overgelevert is geweest, in wiens bureel zij regelmaetig hunner aendeelen moeten kwijten, op straffe daertoe gedwongen te worden ingevolge de bepalingen welke over de stoffe bestaen. Gedaen te Londerzeel den 22 april 1838. Ter ordonnantie, den secretaris L. Van Onderbergen Den Borgemeester en schepenen
32
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N° 1 N° 5146. Brief van Mijnheer den kommissaris van ’t arrondissement Brussel. Petrus Wijns van zijne plaets van veldwachter ontzet en goedgekeurd door den permanenten provinciaelen raed de dato 5 Mey 1838. GR - N° 19 Bekentmaking Londerzeel den 13 Mey 1838 Den borgemeester en schepenen der gemeente van Londerzeel, brengen ter kennis der inwoonders dat den lijst der candidaeten voor de plaets van veldwachter ter deze gemeynte, in plaats vervulling van Petrus Wijns, afgedankt, in den bureel dezer gemeynte zal blijven berusten van den dertienden tot den eenentwintigsten dezer maend, en dat de gene die tot die plaets eenig recht of genegenheyd zoude hebben, hun in den voormelden bureel moeten begeven tot het aendienen der candidaeten, mitsgaeders dat ze minder dan vijfendertig jaeren moeten bereyken en in staet zijn te konnen lezen en schrijven. Ter ordonnantie, den secretaris L. Van Onderbergen Den Borgemeester J.F. Verheyden. GR - N° 20 Bekentmaeking. Ingevolgen den Art. 1 door een Koninglijk Besluyt van den 22sten November 1837, memoriael van administratie N° 350. Den borgemeester en de schepenen der gemeynte Londerzeel brengen ter kennis aen alle de belastbaere dezer gemeynte, dat den rol der belasting op de honden dezer gemeynte voor den dienst van 1838, door de permanente deputatie den provinciaelen raed, goedgekeurd en uytvoerlijk gesteld is, en aen den heer Philippus Josephus De Cat, ontfanger dezer gemeynte overgeleverd is geweest, in wiens bureel zij regelmaetig hunnen aendeelen moeten kwijten binnen eene maend, met te beginnen de date dezer, op straffe daertoe gedwongen te woorden ingevolgen de bepalingen welke over de stoffe bestaen. Londerzeel den 20 Mey 1838 Ter ordonnantie, den secretaris L. Van Onderbergen Den Borgemeester en schepenen. UC - N° 2 N° 261. Proces verbael eener koey voor afgeslagt te woorden, besmet met de ziekte, toebehoorende aen Jan Baptiste De Boeck, landbouwer te Londerzeel, de dato 28 Mey 1838, wegens Mr. den kommissaris van ‘t arrondissement Brussel. UC - N° 3 N° 115. Staeten der overledenen voor de maend Mey, aen Mr. den vrederechter des Canton Wolverthem, gezonden de dato 1 Juny 1838. GR - N° 23 Bruxelles le 1 juin 1838 Extrait du registre aux arrêtes du gouverneur de la province de Brabant. Le gouverneur (Vertaald) Gezien de afzetting van de heer Wijns uit zijn functies van veldwachter te Londerzeel, Gezien de beraadslaging van de gemeenteraad van Londerzeel van 23 mei met de voorstelling van kandidaten voor de plaats van veldwachter,
33
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Gezien het rapport van de arrondissementscommissaris nr. 5146 van 28 mei, Gezien artikel 129 van de gemeentewet, Overwegend dat de heer Van den Steen Jean Baptiste, voorgesteld als 3de kandidaat, over de kwaliteiten beschikt om deze functies uit te oefenen. Besluit. 1. De heer Van den Steen Jean Baptiste wordt benoemd tot veldwachter van Londerzeel in vervanging van de afgezette heer Wijns. Hij zal in functie treden na de eed te hebben afgelegd in handen van de vrederechter van het kanton. 2. Dit besluit wordt naar de arrondissementscommissaris gezonden om er gevolg aan te geven. Getekend, baron de Stassart. UC - N° 4 N° 116. Den 1 Juny 1838, den staet der overledene voor de maend Mey gezonden aen den heer ontfanger der sucessien en naer Vilvoorden, vergezeld door 4 declaratiën voor 4 behoeftige overledene onder den N° 3 overleden den 10 January 1838, N° 7 overleden den 2 february 1838, N° 14 overleden 20 february 1838 en N° 99, overleden den 18 november 1837. UC - N° 5 N° 117. Eenen brief aen Mijnheer den arrondissement kommissaris, vergezeld met eenen staet raekende de zinneloozen, doofstommen en blinden, zoo als de behoeftige in de hospitaelen onderhouden. Mem. Adm. N° 140, 10 Mey 1838. UC - N° 6 N° 5146. Ontfangen van Mijnheer den Arrondissement Kommissaris, eenen brief vergezeld met de benoeming van Jan Baptiste Van den Steen als veldwachter der gemeente Londerzeel, de dato 5 Juny 1838. UC - N° 7 N° 4464. Den 5 Junius ontfangen eenen brief van Mijnheer den Arrondissement Kommissaris van Brussel nopens het traktement toegestaen door een koninklijk besluyt aen den heer Kooremans, onderwijser alhier, voor 1838. IC - Strombeeck Bever den 19 Juny 1838 Mijnheer den Borgemeester, Op den staet van overlijden welken gij mij gezonden hebt den 3de Mey is er gemeld onder den N° 48 als dat Francisca Mertens, oud 33 jaren, huysvrouw van David Roelands, overleden is den 3 April en daer nevens staet er in aenmerking ‘indigent’ terwijl dezen Roelands, die minderjaerige kinderen behoudt uyt zijn huwelijk ver van behoeftig te zijn, pachter is en goed bezit en dat hij zelfs dag komen vragen heeft tot stellen van eenen toezigter aen zijne kinderen. Aengezien dat zulk een melding van behoeftigheyd, bij misslag gedaen op de staeten van overlijden die mij moeten over gezonden worden, van belang zouden kunnen zijn voor de familie en de weezen die begoed zijnde zonder mombaeren blijve, verzoeke ik Ued aen uwen secretaris wel te willen recommanderen dat eerst hij op de staeten melding maekt van behoeftigheyd, hij daer wel verzekert moet zijn en verder hier in moet vernieuwen van te zeggen of de overledene minderjaerige kinderen naelaten. Aenziet Mijnheer de verzekering van mijn volkomen agting. UC - N° 8 N° 119. Van den brief vergezeld met den cohier van den personelen aenslag dezer gemeynte, gezonden aen Mijnheer den Kommissaris van ’t Arrondissement Brussel, den 20 Juny 1838.
34
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N° 9 Den 28 Juny 1838, brief aen Mijnheer den Gouverneur dezer provincie, vraegende het certificaet LL voor den genaemden Petrus Franciscus Doom, alhier geboren, woonende te Thienen. UC - N° 10 N° 120. (Vertaald) Antwoord op de brief 5366 van de arrondissementscommissaris, verzonden op 25 juni UC - N° 11 N° 121. (Vertaald) Terugzending, het bevel – gedateerd 3 juli 1838 - om op 14 juli zijn corps in Leuven te vervoegen, gericht aan Van den Eede Charles. Van den Eede woont momenteel in Arlon. UC - N° 12 N° 122. Den 5 July, aen Mijnheer den Vrederechter 6 staeten voor de overledene der maend Juny. UC - N° 13 N° 123. Den 5 July aen Mijnheer den ontfanger der successiën te Vilvoorde, gezonden den staet der overledene voor de maend Juny. UC - N° 14 N° 5426. Den 10 July eenen brief onfangen van Mijnheer den Arrondissement Kommissaris nopens juffrouw J. Van Eeckhout, tot het staeken haeren bouw, hier binnen het Dorp tot aldertijd. Daervan seffens kennis gegeven aen de bovengenoemde, bij brief de dato als boven. UC - N° 15 Eene afrekeningsstaet terug gezonden aen Mijnheer den Arrondissement kommissaris de dato 10 July N° 5302, met eene reclamatie nopens het bestuer, tegen de stad Brussel, voor vier verlatene kinderen, te Brussel geboren. UC - N° 16 (Vertaald) Ontvangen op 17 juli 1838, een bericht (nr. 5457) van de arrondissementscommissaris, voor Jan Baptist Goossens, gepensioneerd soldaat. UC - N° 17 N° 126. (Vertaald) Op 17 juli 1838, bevestiging aan de arrondissementscommissaris van de ontvangst van een mandaat ten voordele van Jan Baptist Goossens van Londerzeel. UC - N° 18. (Vertaald) Op 19 juli 1838, gevraagd aan de gouverneur, certificaten LL voor Jean Hendrik Patteet en Jean Baptiste De Koninck. UC - N° 19 5469. (Vertaald) Op 20 juli 1838 ontvangen van de arrondissementscommissaris de lijst met namen van personen die vrijgesteld werden van militaire dienst, tijdelijk of definitief, om op 21 juli te worden gepubliceerd en aangeplakt UC - N° 20
35
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
N° 127. (Vertaald) Op 25 juli 1838, antwoord aan de arrondissementscommissaris op zijn brief 5469 van 20 juli. UC - N° 21 N° 130 (Vertaald) Op 6 augustus 1838. Aan de arrondissementscommissaris een brief gestuurd met 2 overzichten van de fondsen die de gemeente uitstaan heeft bij de Mont de Piété en bij de spaarkas. Mem. Adm. 64 van 26 februari 1838. UC - N° 22 N° 131 en 132 . (Vertaald) Op 6 augustus 1838, gestuurd de statistiek der overlijdens van de maand juli, aan de vrederechter en de ontvanger der domeinen te Vilvoorde. UC - N° 23 N° 133. (Vertaald) Op 10 augustus 1838, een antwoord gestuurd aan de kolonel van het 14de reserve regiment, op zijn brief 216 van 6 augustus. UC - N° 24 N° 134. (Vertaald) Op 11 augustus 1838, gestuurd naar de arrondissementscommissaris, in tweevoud een lijst van alle buurtwegen met hun lengte in meters. UC - N° 25 N° 136. (Vertaald) Op 11 augustus 1838, een antwoord gestuurd naar de arrondissementscommissaris op de vraag van de gouverneur, gesteld in het mem. Adm. 201 van 25 juli 1838. UC - N° 26 Niet relevant N° 135. (Vertaald) Op 11 augustus 1838, een antwoord gestuurd aan de gouverneur op zijn vraag gesteld in het Mem. Adm. 194 van 20 juli. UC - N° 27 (Vertaald) Op 13 augustus 1838, aan de arrondissementscommissaris een antwoord gestuurd op zijn brief N° 5164 van 10 augustus. GR - N° 21 Extrait du registre aux délibérations du conseil communal de Londerzeel. Séance du 16 Août 1838 où étaient présent Messieurs Verheyden, borgemeester, Willocx en Mertens, schepenen, De Keersmaecker, Verhofstadt, Verbesselt, Van Assche, Van Ruyssevelt, leden, en Van Onderbergen, secretaris. Den raed der gemeynte Londerzeel bij een vergaedert zijnde ten eynde te beraemen over de schriftelijke antwoorden van mijnheer den commissaris van ‘t arrondissement Brussel, den heer hoofdingenieur van den arrondissements bouwmeester aengaende de reparatiën en veranderingen die er te doen staen aen de steene brug lijdende in de Pluymenneststraet provinciaelen weg van Londerzeel naer Wolverthem. Gezien den brief van Mijnheer den commissaris van ‘t arrondissement de date 27 july lestleden N° 5485 vergezeld met het rapport en bestek van den heer hoofdingenieur strekkende den aenkoop van 90 meters grond vierkant tot het bewerkstelligen der voormelde brug. Gezien den brief van den heer arrondissements baanmeester de dato 12 lestleden N° 32 vergezeld van het plan en bestek ons voorgeschrevende dat die voormelde brug zoude moeten kosten
36
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
voor er de noodige reparaties en veranderingen aen te doen ingevolgen zijn plan en devis estimatif, ten minsten ene somme van 500 francs. Gezien de vraegschrift van het plaetselijk bestuer der gemeente Londerzeel aen de permanente deputatie den provincialen raed de dato 7 julius lestleden toegezonden strekkende de kennisgeving in wat slegten staet die voormelde brug haer zig bevind, met verzoek dat de permanente deputatie dezer provincie er zoude wel willen in doen voorzien ten hunnen kosten, maer niet op degene der gemeente Londerzeel, terwijlen dien weg toebehoort aen de provincie maer niet meer aen de gemeynte Londerzeel. Dus zijn wij alle van gevoelen dat de werken van dien aerd ten kosten van de provincie zoude mogen geschieden. Ter ordonnantie, den secretaris L. Van Onderbergen Den Burgemeester J.F. Verheyden. GR - N° 22 Extrait du registre aux délibérations du conseil communal de Londerzeel. Séance du 16 Août 1838 où étaient présent messieurs Verheyden, borgemeester, Willox, Mertens, schepenen, De Keersmaecker, Verhofstadt, Verbesselt, Van Ruysevelt, Van Assche, leden, en Van Onderbergen, secretaris. Den raed der gemeynte Londerzeel vergadert zijnde ten eynde te beraemen en te overzien het reglement van politie voor de gemeente Londerzeel. Gezien het artikel 78 van de gemeynte wet de dato 30 meert 1836 nopens het maeken der plaetselijke reglementen en van innerlijke besturing en de ordonnantie van gemeente policie. Gezien het reglement van policie opgemaekt voor de gemeynte Londerzeel, beslaende eenen nomber van 36 articles. Naer alle die artikelen nauwkeuriglijk overzien en letterlijk overlezen te hebben, hebben daer in niet bevonden dat tegenstrijdig is aen de goede zeden, wetten of rechten. Dus zijn wij van gevoelen dat dit reglement zoude mogen goedgekeurd worden. Aldus gedaen en gesloten in de zitting van den 16 Augusty 1838. Ter ordonnantie, den secretaris L. Van Onderbergen Den Burgemeester J.F. Verheyden. UC - N° 28 (Vertaald) Op 17 augustus 1838 aan de gouverneur een certificaat LL gevraagd voor Jan Baptist Verspreet die wenst te huwen. UC - N° 29 N° 138. (Vertaald) Op 18 augustus 1838, gestuurd naar de arrondissementscommissaris, het politiereglement en de deliberatie van de gemeenteraad. UC - N° 30 N° 139. (Vertaald) Op 18 augustus 1838, gestuurd naar de arrondissementscommissaris, de deliberatie van de gemeenteraad over de herstelling van de brug in de Pluymenneststraet. UC - N° 31 N° 140. (Vertaald) Op 18 augustus 1838, gestuurd naar de arrondissementscommissaris, de melding van de onverwachte dood van Jan Baptist Broothaers op 12 augustus. UC - N° 32
37
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Op 18 augustus 1838, gestuurd naar de Procureur des Konings en naar de brigadier van de rijkswacht te Wolvertem, de melding van de onverwachte dood van Jan Baptist Broothaers op 12 augustus. UC - N° 33 (Vertaald) Op 22 augustus 1838, in drievoud gestuurd naar de arrondissementscommissaris, de toelating om een voorgevel te mogen veranderen. UC - N° 34 (Vertaald) Op 22 augustus 1838, gestuurd naar de gouverneur, antwoord op zijn brief 5793 van 14 augustus. UC - N° 35 (Vertaald) Op 22 augustus 1838, aanvraag aan de gouverneur van een certificaat LL voor Charles Schellemans. UC - N° 36 (Vertaald) Op 24 augustus 1838, aanvraag aan de gouverneur van een certificaat LL voor Van Muylder Michel.
UC - N° 37 (Vertaald) Op 3 september 1838, gestuurd naar de vrederechter, de statistiek der overlijdens maand augustus. UC - N° 38 (Vertaald) Op 3 september 1838, gestuurd naar de ontvanger der successierechten te Vilvoorde, de statistiek der overlijdens maand augustus. UC - N° 39 (Vertaald) 4 september 1838, antwoord aan de arrondissementscommissaris op zijn brief 5485 van 28 augustus. UC - N° 40 (Vertaald) 5 september 1838, aanvraag aan de gouverneur van een certificaat LL voor Pierre Joseph Peeters. UC - N° 41 (Vertaald) 8 september 1838. gestuurd naar de arrondissementscommissaris, de lijst voor de functie van gezworene. UC - N° 42 (Vertaald) 12 september 1838, aanvraag aan de gouverneur van een certificaat LL voor Van den Branden Pierre Jean. GR - N° 24 Séance du 13 Septembre 1838 Présent messieurs Jean François Verheyden, bourgmestre président, Jacques Willocx, André Mertens, echevins, André Van Hove, J.F. Van Ruysevelt, J. Verhofstadt, Verbesselt, membres du conseil, L. Van Onderbergen, sécrétaire.
38
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
(Vertaald) De gemeenteraad van Londerzeel, in gewone zitting bijeengeroepen om, conform art. 139 van de gemeentewet en omzendbrief 93 van de deputatie van de provincieraad van 24 maart, de rekening van het dienstjaar 1837 na te kijken en goed te keuren. Gezien de rekening in kwestie en de bewijsstukken. Gezien de stukken, nodig voor de rechtvaardiging van deze rekening. Overwegende dat alle er op vermelde uitgaven door bewijsstukken gerechtvaardigd worden en nauwelijks de in de begroting 1837 voorziene bedragen overschrijden. Heeft de rekening goedgekeurd als volgt: De ontvangsten op frs. 9650,16 De uitgaven op frs. 4669,98 Het overschot op frs. 4986,18 Gedaan in zitting te Londerzeel, datum als boven Par ordonnance, le secrétaire L. Van Onderbergen Le Bourgmestre, J.F. Verheyden UC - N° 43 146. (Vertaald) 15 september 1838. Gestuurd de gemeenterekening naar de arrondissementscommissaris. GR - N° 25 Séance du 20 septembre 1838 Présent messieurs Verheyden, bourgmestre président, Jacques Willocx, André Mertens, echevins, De Keersmaecker, Goossens, Van Hove, Verhofstadt, Remory, Van Assche et Van Ruysevelt, membres, L. Van Onderbergen, sécrétaire. (Vertaald en ingekort) Opmaken van de begroting voor het dienstjaar 1839. Ontvangsten fr. 13189,10 Uitgaven fr. 6218,28 Overschot fr. 7060,82 Par ordonnance, le secrétaire L. Van Onderbergen Le Bourgmestre, J.F. Verheyden UC - N° 44 (Vertaald) 22 september 1838. Gestuurd naar de arrondissementscommissaris de staat AB ingevolge de omzendbrief van de gouverneur (nr. 64 van 28 februari). UC - N° 45 (Vertaald) 22 september 1838. kennis gegeven aan de arrondissementscommissaris van het overlijden van Coenrard Cleymans, veldwachter te Londerzeel. UC - N° 46 (Vertaald) 4 oktober 1838. Gestuurd naar de vrederechter de statistiek der overlijdens september. UC - N° 47 (Vertaald) 4 oktober 1838. Gestuurd naar de ontvanger der successierechten, de statistiek der overlijdens 1838. GR - N° 26 Zitting van 9 October 1838
39
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Tegenwoordig de heeren Verheyden, borgemeester, Willocx en Mertens, schepenen, Goossens, Van Ruysevelt, Remory, Van Assche, Van Hove, Verbesselt, De Keersmaecker, Verhofstadt, leden, en L. Van Onderbergen, secretaris. Den raed der gemeynte van Londerzeel, arrondissement Brussel, provincie Brabant, buytengewoonelijk bij een vergaederd door den heer borgemeester krachtens art. 54 der gemeente wet van den 30 meert 1836, en de circulaire van Mijnheer den gouverneur dezer provincie de dato 4 October lestleden N° 269. In aendagt nemende dat de gemeynte raden alle drij jaeren bij de helligt wordt hernoemd, en dat den eersten uytgang bij loten zal worden gereguleerd om den rang voor het uytgaen der raedheeren van de gemeente Londerzeel te bepaelen, en dat de bedieningen van die welke deel zullen maeken van de eerste uytgaende reeks zullen komen te eyndigen met den 31sten December 1839. En naer voorlezing dezer daer van gedaen zijn wij tot de voormelde loting voortsgegaen. Uytgaende leden volgens loting voor den 31 December 1839: Willocx, schepenen, Van Ruysevelt, Remory, Van Assche en De Keersmaecker. Aldus gedaen in gesloten zitting te Londerzeel den 9 October 1838. GR - N° 27 Gemeynte Londerzeel, zitting van den 9ste October 1838. Tegenwoordig de heeren Joannes Franciscus Verheyden, borgemeester, Jacobus Willocx, eersten schepenen, A. Mertens, 2de schepenen, J.F. Van Ruysevelt, Jan Baptist Remory, A. Van Hove, D. De Keersmaecker, J. Van Assche, J.F. Verhofstad, A. Goossens, leden, en L. Van Onderbergen, secretaris. Den raed der gemeynte Londerzeel bij een vergaedert ten eynde te beraemen tot het voorstellen van candidaeten voor de functie van veldwachter in plaets vervulling van Conrardus Cleymans, overleden. Gezien art. 129 der gemeyntewet van den 30sten Meert 1836, In aendagt nemende de dringende noodzaekelijkheyd die er is om deze plaets aenstaende te vervullen, In aendagt nemende het goed gedrag van den genaemden Joannes Baptista Lathouwers, beroep lijnwaerdwever, woonende te Londerzeel en er geboren blijkens akt van geboorte hier aengevoegd, In aendagt nemende dat hij alle de door de wet vereyschte hoedanigheden bezit, en eenen vijf jaerigen dienst bij het 15de afdeeling Nationale militie onder de vaendels van het voor deze koninkrijk der Nederlanden heeft gedaen, een gedeelte van het contingent dezer gemeynte uytgemaekt hebbenden Gehoort den gemeynte raed en gelijkvormig aen zijn eenstemmig gevoelen, Stelt voor om tot de plaets van veldwagter der gemeynte Londerzeel benoemt te worden den voorgenaemden Joannes Baptista Lathouwers. Den tweeden candidaet Petrus Joannes ... Polspoel, beroep timmerman, woonende en geboren te Londerzeel den 14 frimaire jaer thien der Fransche Republique blijkens akt van geboorte hier aengevoegd. Den derden candidaet Josephus De Bondt, beroep daglooner, wonende te Londerzeel en geboren te Dendermonde, provincie Oost-Vlaanderen blijkens akt van geboorte gemaekt uyt den register der akten van huwelijkeen der gemeynte Londerzeel, gepasseert den achten november 1837, blijkens copij van zijn geboorte hier aengevoegd. Naer alvorens bemerkt hebbende dat er op den naemlijst, die ten dezen eynde in het secretariaet geopende is geweest, tot het aenteekenen der persoonen die gelooven recht te hebben tot de voormelde functie van veldwachter dezer gemeente, van den 24 der maend september tot den 6 october lestleden, en waer van de afkondiging en aenplakkingen ter gewoonlijke plaets alhier
40
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
zijn gedaen geweest op de zondagen 23 en 30 september, geene persoonen voorkomen die men gelooft alle de veryschte hoedanigheden bezitten ten aenzien van den voormelden Joannes Baptista De Lathouwers. Aldus gedaen in gesloten zitting de dato als boven. Door bevel, den secretaris L. Van Onderbergen Den borgemeester, Verheyden UC - N° 48 (Vertaald) 10 oktober 1838. Gestuurd naar de arrondissementscommissaris, de lijst met kandidaten voor de plaats van veldwachter te Londerzeel. UC - N° 49 (Vertaald) 10 oktober 1838. Gestuurd naar de vrederechter een proces verbaal ten laste van Jacques Lemmens, samen met het politiereglement van Londerzeel. UC - N° 50 (Vertaald) 10 oktober 1838. Gestuurd naar de procureur des konings een proces verbaal ten laste van Jacques Lemmens, samen met het politiereglement van Londerzeel. UC - N° 51 (Vertaald) 11 oktober 1838. Gestuurd naar de arrondissementscommissaris, de rekening van het bureel van weldadigheid. UC - N° 52 (Vertaald) 16 oktober 1838. Aanvraag aan de gouverneur van certificaat LL voor Antoine Janssens. UC - N° 53 (Vertaald) 17 oktober 1838. Gestuurd naar de arrondissementscommissaris, een aanvraag betreffende 2 leden voor de verificatie der patentrechten. UC - N° 54 158. (Vertaald) 17 oktober 1838. Gestuurd een brief naar de kolonel-president van de administratieraad van het 14de Reserveregiment. UC - N° 55 (Vertaald) 17 oktober 1838. Aanvraag aan de gouverneur van certificaat LL voor Jean François Goossens. GR - N° 28 Bruxelles, le 18 octobre 1838. Le gouverneur (vertaald) Gezien de deliberatie van de gemeenteraad van Londerzeel van 9 oktober aangaande de presentatie van kandidaten voor de post van veldwachter, vakant gekomen door het overlijden van Conrard Cleymans, Gezien het rapport van de arrondissementscommissaris, nr. 57041 van 15 oktober, Gezien artikel 129 van de gemeentewet, Overwegend dat de heer De Lathouwers over de vereiste kwaliteiten beschikt om de functie naar behoren te kunnen vervullen. Besluit.
41
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
1. De heer Jan Baptiste De Lathouwers wordt tot veldwachter van Londerzeel benoemd in vervanging van de overleden Cleymans. Hij treedt in dienst na aflegging van de eed in handen van de vrderechter van het kanton. 2. Dit besluit wordt ter uitvoering naar de arrondissementscommissaris gestuurd. Getekend, baron De Stassart. UC - N° 56 160. (Vertaald) 18 oktober 1838. Gestuurd naar de arrondissementscommissaris, de namen van de twee gemeenteraadsleden, bevoegd om militiecertificaten 1839 te tekenen. UC - N° 57 161. (Vertaald) 22 oktober 1838. Gestuurd naar de arrondissementscommissaris, de begroting 1839. UC - N° 58 162. (Vertaald) 22 oktober 1838. Gestuurd naar de arrondissementscommissaris, uittreksel uit de deliberatie van de gemeenteraad aangaande de volgorde der gemeenteraadsleden voor het uittreden uit de raad op 31 december 1839. UC - N° 59 163. (Vertaald) 22 oktober 1838. Gestuurd naar de gouverneur, bevestiging van ontvangst van een bedrag van 35 fr. UC - N° 60 (Vertaald) 24 oktober 1838. Gestuurd naar de arrondissementscommissaris, bevestiging van ontvangst van een betalingsopdracht voor 32,78 fr., ten gunste van Jan Baptist Goossens, gepensioneerd soldaat. UC - N° 61 166. (Vertaald) 30 oktober 1838. Antwoord aan de procureur des konings in verband met de omzendbrief 2815 van de procureur generaal. UC - N° 62 167. (Vertaald) 30 oktober 1838. Brief naar Mr. Farey, controleur, betreffende de benoeming van 2 leden voor de telling der gepatenteerden in 1839. IC - Strombeeck Bever le 31 Octobre 1838 Monsieur le Bourgmestre, Jacques Lemmens, herbergier op Sneppelaar, werd bij vonnis van de politierechtbank van het kanton op 30 oktober veroordeeld tot een boete van 6 frank en de kosten van het proces, en dit wegens overtreding van artikel 8 van het politiereglement van de gemeente Londerzeel. Op 30 september 1838 heeft hij in zijn herberg laten dansen zonder daarvoor de noodige toestemming te hebben gevraagd, zoals blijkt uit het rapport N° 154 van 10 oktober 1838 dat mij door uw eerste schepen Willocx werd gestuurd. In dit verband moet ik opmerken dat het meer reglementair zou zijn om mij in het vervolg een proces-verbaal, ondertekend door uw veldwachter, op te sturen en wel op de dag van de inbreuk of een dag later. Gelieve uw gemeentesecretaris eveneens te zeggen dat, in plaats van de overlijdens van de maand op een groot blad papier te schrijven, hij zich in het vervolg van het gedrukte formulier moet bedienen; dat is meer reglementair en makkelijker te klasseren in ons archief.
42
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
GR - N° 29 Zitting van 2 November 1838 Tegenwoordig de heeren Verheyden, borgemeester, Willocx en Mertens, schepenen, Van Ruysevelt, Remory, Verbesselt, Goossens, Verhofstadt, De Keersmaecker, Van Hove, Van Assche, leden, en L. Van Onderbergen, secretaris. Den raed der gemeynte Londerzeel, in meerderheyd van leden vergaederd zijnde door den heer borgemeester ter gewoonelijke plaetse, ten eynde te beraemen over den inhoud van den brief van mijnheer den commissaris van het arrondissement Brussel de dato 26 October lestleden N° 5564. Gezien memorial van administratie der permanente deputatie van den provinciaelen raed de date 3 julius lestleden N° 188 bladzijde 95 en 96. Gezien dien van mijnheer den gouverneur de date 2 September lestleden N° 240. Overwegende dat het kasseyden der binnenwegen en het maeken der bruggen voor onze gemeynte eene der voornaemste werkwijzen, die dienende tot voldoening en gemak van alle onze gemeyntenaeren. Naer eene langdurige berading zijn zij alle overeen gekomen en hebben besloten te stellen eene verhooging van 4 centimes per francs op de contributiën der grondbelastingen en der personneele voor eenen termijn van 5 jaeren, welke eene jaerlijksche somme zal uytmaeken van frs. 734,39 centimes, mitsgaeders dat die somme zoude konnen min of meer verminderd woorden door de oninvoorderbaere posten die er binnen de jaeren zoude konnen geschieden mitsgaeders dat den kasseyden zou gebragt worden van Londerzeel naer Capellen en Hombeeck tot op den Kasseyde van Mechelen. Aldus gedaen en gesloten in zitting te Londerzeel de dato als boven. Door bevel, den secretaris L Van Onderbergen Den borgemeester J.F. Verheyden. UC - N° 63 168. (Vertaald) 9 november 1838. Naar de vrederechter, de overlijdens oktober. UC - N° 64 169. (Vertaald) 9 november 1838. Naar de ontvanger der successierechten, overlijdens oktober. UC - N° 65 (Vertaald) 14 november 1838. Vraag certificaat Ll aan de gouverneur. UC - N° 66 170. (Vertaald) 14 november 1838. Gestuurd naar de arrondissementscommissaris, de lijst van verpachtingen door het weldadigheidbureel, de kerkfabriek en de gemeente. IC - Strombeeck Bever, le 15 novembre 1838 Monsieur le Bourgmestre, Catharina Wauters van Londerzeel beklaagt zich erover dat men geen proces-verbaal heeft willen opmaken voor de beledigingen en lasterlijke aantijgingen vanwege weduwe Van Muylder uit Londerzeel, waarvan ze reeds herhaalde malen het slachtoffer is geworden, onder meer op 12 november op een openbare plaats en in aanwezigheid van getuigen. Iemand verwijten en belasteren is een strafbaar feit en ik begrijp dus niet waarom men de klacht van het meisje Wauters niet heeft willen behandelen, temeer daar zij een dienstmeid is en haar (goede) reputatie moet bewaren. Gelieve dus onmiddellijk een proces-verbaal op te maken over de feiten zoals die door het meisje Wauters zullen worden verteld, of me de reden te laten kennen om u overeenkomstig art. 471 N° 11 en andere niet te moeten verbaliseren.
43
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N° 67 (Vertaald) 15 november 1838. Gestuurd naar de arrondissementscommissaris, in drievoud, de toestemming van de gemeenteraad, samen met de plannen, een petitie en de goedkeuring door de hoofdingenieur. UC - N° 68 (Vertaald) 20 november 1838. Aanvraag aan de gouverneur van een certificaat LL voor Broothaers Dominique. UC - N° 69 (Vertaald) 28 november 1838. Antwoord aan de arrondissementscommissaris op de vraag van de gouverneur (Mem. Adm. 294 van 23 oktober). UC - N° 70 173. (Vertaald) 9 december 1838. Naar de vrederechter, overlijdens november. UC - N° 71 174. (Vertaald) 9 december 1838. Naar de ontvanger der successierechten, overlijdens november. GR - N° 29 bis Zitting van den 11 December 1838 Waer dat tegenwoordig waeren de heeren Verheyden, borgemeester, Willocx, Mertens, Goossens, Van Hove, Van Ruysevelt en L. Vanonderbergen, secretaris. De meerderheyd der raedslieden mits dien tegenwoordig zijnde en alzoo bevoeglijk kunnende beraedslaegen, is er overgegaen tot het benoemen en vernieuwen per vijfde der leden van den Bureele van Weldadigheyd deezer gemeente voor den jaere 1839. Gezien het decreeet van den 7 Germinal jaer XIII. Gezien de circulaire van den heer gouverneur der provincie de dato 27 november lestleden, memorial van administratie N° 334 nopens deeze vernieuwing. Gezien het §2 van den 84sten artikel der gemeentewet van den 30 meert 1836. Gezien de voordragtlijsten der kandidaeten opgemaekt door de leden van den gezegden Bureel van Weldadigheyd den 4 en door het collegie van burgemeester en schepenen den 11sten dezer maend. Gezien het art. 66 der voorengemelde gemeentewet. Overwegende dat de gebragte op de gemelde lijsten in de drij eerste nummers van artikel 48 en de beschikkingen van artikel 58 van gemeentewet niet vallen in de hoedanigheden vereyscht door art. 7 der gemelde gemeentewet bezitten. Ingevolge de magt bij aengehaelde art. 84 aen den raed verleend, heeft hij bij geslotene stembriefjes en volstrekte meerderheyd van stemmen gekosen en erbenoemd den heer Cruckx Augustinus Elias, en bij lot uytgaende lid, op den 2 january 1839. Door bevel, den secretaris Den borgemeester; UC - N° 72 173b. (Vertaald) 14 december 1838. Gestuurd naar de vrederechter, een proces verbaal betreffende het politiereglement. UC - N° 73 Bestaat niet
44
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N° 74 174b. (Vertaald) 17 december 1838. Gestuurd naar de heer t’ Kint, commissaris der wegen, in tweevoud een uittreksel uit de zitting nr. 30 van de gemeenteraad van 2 november, betreffende het kasseien van de buurtwegen. UC - N° 75 175. (Vertaald) 19 december 1838. Gestuurd naar de arrondissementscommissaris, een reclamatie over de provinciale weg van Londerzeel naar Wolvertem. UC - N° 76 (Vertaald) 21 december 1838. Gestuurd naar de arrondissementscommissaris het dossier aangaande de kasseiïng van de buurtwegen van Londerzeel (nr. 240). UC - N° 77 (Vertaald) 22 december 1838. Een brief gestuurd naar de heer dokter Riemslach betreffende de vaccinaties in Londerzeel in 1838. Mem. Adm. 331). IC - Strombeeck Bever le 28 Décembre 1838 Monsieur le Bourgmestre Bij vonnis van de politierechtbank van het kanton van 27 december 1838 werden: 1) Augustin Robbijns, herbergier te Londerzeel 2) Michel Menxel, Meerstraet Londerzeel, 3) Pierre Verspreet, wonend in Puurs, 4) François Goossens, wonend in Londerzeel, 5) Jean Verspreet, Meerstraet Londerzeel, 6) Josse Van den Eede, Londerzeel, 7) François Torendonck, Londerzeel, 8) Julien Croes, Mechelstraet Londerzeel, 9) Jean Van Nieuwenhuyzen, Eeckhout, Londerzeel, 10) Jean De Boeck, dorp, Londerzeel, 11) Dominique De Keersmaecker, brouwer, Bleyhoeck, Londerzeel veroordeeld elk afzonderlijk tot een boete van 6 frank en allen solidair tot de proceskosten, voor overtreding van art. 6 van het politiereglement van Londerzeel, begaan in de herberg van Robbijns op 8 december, zoals blijkt uit het proces-verbaal N° 173 van 14 december. GEBOERS - 1838 - Geen datum. 1838 - Door E.H. Cruckx Ursulinnenklooster gesticht.
45
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
1839
UC - N° 78 (Vertaald) 2 januari 1839. Gestuurd naar de vrederechter een proces verbaal in verband met (een overtreding) van het politiereglement aangaande de herbergen. UC - N° 79 (Vertaald) 4 januari 1839. Gevraagd aan de gouverneur, een certificaat LL voor Jean Baptiste Van Riet, Jean Baptiste Ophalvens en Emanuel Van den Bergh. UC - N° 80 179. (Vertaald) 4 januari 1839. Aan de vrederechter, overlijdens december 1838. UC - N° 81 180. (Vertaald) Aan de ontvanger van successierechten te Vilvoorde, overlijdens december 1838. UC - N° 82 181. (Vertaald) 11 januari 1839. Aan de kolonel van de burgerwacht van Wolvertem, de inschrijvingslijst voor de burgerwacht. UC - N° 83 (Vertaald) 12 januari 1839. Gevraagd aan de gouverneur, certificaat LL voor Pierre Van den Driessche. UC - N° 84 182. (Vertaald) 17 januari 1839. Aan de arrondissementscommissaris, de lijst der inentingen. UC - N° 85 (Vertaald) 17 januari 1839. Gevraagd aan de gouverneur, een certificaat LL voor Van Hoorebeeck Jean François. UC - N° 86 (Vertaald) 24 januari 1839. Gestuurd naar de procureur des konings, het register van de burgerlijke stand 1838. UC - N° 87 (Vertaald) 24 januari 1839. Naar de arrondissementscommissaris, bevestiging van ontvangst van een mandaat ten voordele van Jan Baptist Goossens, gepensioneerd soldaat UC - N° 88 186. (Vertaald) 30 januari 1839. Naar de arrondissementscommissaris, de alfabetische inschrijvingslijst voor de loting 1839. UC - N° 89 187. (Vertaald) 30 januari 1839. Naar de arrondissementscommissaris, begroting en rekening van het weldadigheidsbureel.
46
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N° 90 189. (Vertaald) 30 januari 1839. Naar de arrondissementscommissaris, de tabel der bewegingen van de bevolking; geboortes, overlijdens, inwijking en uitwijking, voor 1838. IC - Strombeeck Bever le 30 Janvier 1839 Monsieur le Bourgmestre, Door vonnis van de politierechtbank van het kanton van 29 januari 1839 werden 1) Jean Baptist Van Doorslaer, herbergier, 2) Amand De Cuyper, dagloner, 3) Joseph Schampaert, dagloner, 4) François Van Zaelen, dagloner, 5) Henri Walschap, dagloner, 6) Jean Baptist Van Zaelen, veroordeeld ieder afzonderlijk tot een boete van 6 frank en allen tezamen tot de proceskosten, wegens overtreding van artikel 6 van het Londerzeels politiereglement. Het betreffende procesverbaal werd met brief 178 op 2 januari door schepen Willocx opgestuurd. De vrederechter. UC - N° 91 190. (Vertaald) 9 februari 1839. naar de vrederechter, de overlijdens januari. UC - N° 92 191 (Vertaald) 9 februari 1839. Naar de ontvanger der successierechten, overlijdens januari. UC - N° 93 192. (Vertaald) 9 februari 1839. Naar de arrondissementscommissaris, antwoord over de hulp aan de arme bevolking tijdens de winter van 1839. (Mem. Adm. 295) UC - N° 94 193. (Vertaald) 11 februari 1839. Aanvraag aan de administratieraad van het 4de Linieregiment te Ath van een certificaat T (aanwezigheid in het korps) voor Ferdinand Antoine Janssens, soldaat bij het 1ste linieregiment UC - N° 95 194. (Vertaald) 11 februari 1839. Idem voor Antoine Van Delm te Philippeville. UC - N° 96 195. (Vertaald) 11 februari 1839. Idem voor Charles de Schutter, 14de reserveregiment te Vilvoorde. UC - N° 97 196. (Vertaald) 11 februari 1839. Idem voor Jean Sleebus, 1ste regiment Jagers te voet in Mons. UC - N° 98 197. (Vertaald) 11 februari 1839. Idem voor François Verbesselt, 4de Linieregiment, Ath. UC - N° 99 192. (Vertaald) 10 februari 1839. Naar de controleur de stamlijst en het register der gepatenteerden 1839. UC - N° 100
47
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
193. (Vertaald) 21 februari 1839. Naar de arrondissementscommissaris, de rekening van het jaar 1837 van het weldadigheidsbureel, die met brief 5505 van 3 februari gevraagd werd. UC - N° 101 194. (Vertaald) 21 februari 1839. Naar de arrondissementscommissaris, de statistiek van het Lager Onderwijs 1838. UC - N° 102 195. (Vertaald) 23 februari 1839. Naar de arrondissementscommissaris, in tweevoud de rol van de hondenbelasting voor 1839. UC - N° 103. (Vertaald) 22 februari 1839. Naar de arrondissementscommissaris, de negatieve lijst van personen uit Londerzeel die in 1830 in Brussel gevallen zijn of gekwetst werden. UC - N° 104 197. (Vertaald) 25 februari 1839. Naar de arrondissementscommissaris, de statistiek der woonhuizen op 1 januari 1839. UC - N° 105 (Vertaald) 25 februari 1839. Ik heb de gemeenteontvanger geïnformeerd over de in de begroting 1839 ingeschreven kosten voor het drukken van het Memoriaal van Administratie en de aankoop van zegels voor de registers van de burgerlijke stand en de officiële bankformulieren (Mem. Adm. 34). UC - N° 106 (Vertaald) 1 maart 1839. Antwoord op brief 953 van de procureur des konings. UC - N° 107 (Vertaald) 2 maart 1839. Antwoord aan de arrondissementscommissaris op zijn brief 6044. UC - N° 108 (Vertaald) 2 maart 1839. Antwoord aan de arrondissementscommissaris op de vraag van de gouverneur nr. 46 van 18 februari. GR - N° 30 Zitting van den 5den Maert 1839 Tegenwoordig de heeren Verheyden, borgemeester, Willocx en Mertens, schepenen, Van Assche, Goossens, Van Ruysevelt, De Keersmaecker, Van Hove en Verhofstadt, leden, en Van onderbergen, secretaris. Gezien de deliberatie van den kerkenraed dezer gemeente in dato eerste Meert lestleden, waer bij eenen onderstand aen deze gemeente en de provincie van 2500 fr. gevraegd wordt tot het repareren en herstellen van den toren dezer kerk. Gezien den devis estimatif van den architecte van het arrondissement Brussel, geannexeert aen de gezegde deliberatie en beloopende tot fr. 3170. Overwegende dat het kerkfabriek in de gezegde reparatiën zal gelden tot fr. 670. Overwegende dat de gemeente in dezen staet van zaeken, terwijl het kerkfabriek geene beschikbaere fonds bezit, de gemeente verplicht is eenen onderstand te verleenen. De gemeente zal tot de reparatie en herstelling van den gezegden toren aen het kerkfabriek eenen onderstand verleenen van 1000 francs.
48
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Gezien den begrootingstaet dezer gemeente over den jare 1839, door den provinciaelen raed goedgekeurd, alwaer wij raedsleden voor het supplement van den heer Pastoor eene somme van fr. 300 en degene van de twee heeren onderpastoors tot fr. 400 hadden voorgedragen, die door den provinciaelen raed niet toegestaen zijn. Gezien den begrotingsstaet van het kerkfabriek van den zelven jare, die maer door Zijne Eminentie den cardinael artsbisschop te Mechelen, den 2 november 1838, en na dat den genen van de gemeente was opgemaekt en naer den provinciaelen raed verzonden is en goedgekeurd, het welk de oorzaeke is dat den budget van het kerkfabriek aen den genen van de gemeente niet gevoegd geweest is. Gezien de rekening van het kerkfabriek over den jare 1837, gesloten en goedgekeurd door Zijne Eminentie den Cardinael artsbisschop waerbij blijkt dat er eenen deficit van 39fr.19 centimen bestaet. Overwegende dat het kerkfabriek gedurende den loop van den jare 1839 eene aenzienelijke reparatie en herstelling aen den toren der kerk te verrigten heeft, en zij geene beschikbare fonds bezit. Overwegende dat de gemeente van over menigvuldige jaeren de jaerlijksche traktementen en supplementen van de heeren pastoor en onderpastoors heeft gedraegen, en dat de zelve over 1839 in den budget door den gemeenteraed zijn voorgedraegen geweest. De supplementen van de heeren pastoor en twee onderpastoors, zoo als zij in voorgaende jaeren zijn toegestaen geweest, en te saemen beloopend tot fr. 700 zullen over den jaere 1839 door de gemeente uytbetaeld en voor regularisatie in haeren begrootingstaet voor den jare 1840 gebragt worden. De tegenwoordige deliberatie zal ter goedkeuring aen den provinciaelen raed dezer provincie gezonden worden. Aldus gedaen in zitting te Londerzeel de dato als boven. Door bevel, den secretaris L. Vanonderbergen Den borgemeester, schepenen en leden. UC - N° 109 202. (Vertaald) 6 maart 1839. Naar de vrederechter, de overlijdens februari. UC - N° 110 203. (Vertaald) 6 maart 1839. Naar de ontvanger der successierechten, de overlijdens februari. UC - N° 111 204. (Vertaald) 9 maart 1839. Naar de arrondissementscommissaris, antwoord op zijn brief 6072 van 28 februari. GR - N° 31 Zitting van 21 maert 1839 Tegenwoordig de heeren Verheyden, borgemeester, Willocx en Mertens, schepenen, Van Ruysevelt, Van Hove, Verhofstadt, Remory, Van Assche, Goossens en Verbesselt, leden, en Van-onderbergen, secretaris. Den raed der gemeynte Londerzeel in meerderheyd van leden vergaederd zijnde door den heer borgemeester en schepenen ter gewoonelijke plaetse ten eynde te beraemen over de deliberatie van den kerkenraed dezer gemeynte de dato eersten maert lestleden, vraegende eenen onderstand aen onse gemeynte en aen de provincie van fr. 2500 tot het repareren en herstellen van den toren dezer kerk. Gezien art. 77 der gemeynte wet van 30 maert 1836. Gezien memorial van administratie van den 5 november 1835 N° 295.
49
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Gezien den devis estimatif over deze reparatien en herstellingen, opgemaekt door den heer Spaak, architecte bouwmeester den 29 february lestleden, beloopende tot eene somme van fr. 3170, geannexeert aen deze deliberatie. Overwegende dat het kerkfabriek in de gezegde reparatien zal gelden tot fr. 670. Overwegende dat de gezegde reparatien en herstellingen hoognoodig en onvermeydelijk zijn en dezelve om verdere kosten, instortingen en ongelukken te voorkomen, zouden moeten noodzaekelijk verrigt worden. In overweging nemende dat de gemeente in dezen staet van zaeken, terwijlen het kerkfabriek geene beschikbaere fonds en bezit, haer verpligt bevind eenen onderstand te verleenen. Heeft besloten. Dat de gemeente zal tot de voormelde reparatien en herstellingen van den gezegden toren, aen het kerkfabriek eenen onderstand verleenen van fr. 1000, welke somme uyt de kas van den berg van bermhertigheyd te Brussel zal genomen worden, alwaer onze gemeynte eene somme berustende heeft van 3068 francs 78 centimen, die eenen jaerlijkschen intrest opbrengt aen de gemeynte van 151 francs 10 centimen. Aldus gedaen in zitting te Londerzeel de dato als boven. Ter ordonnantie, den secretaris L. Vanonderbergen Den borgemeester, J.F. Verheyden. UC - N° 112 (Vertaald) 23 maart 1839. Vraag aan de gouverneur om een certificaat LL voor Van Doorslaer Josse. UC - N° 113 (Vertaald) 23 maart 1839. Vraag aan de gouverneur om een certificaat LL voor Van Riet Pierre François. UC - N° 114 205. (Vertaald) 26 maart 1839. Antwoord op vraag 6115 van 16 maart van de arrondissementscommissaris. UC - N° 115 206. (Vertaald) Antwoord op vraag 274 van 12 februari van de gouverneur, betreffende de storting van de provinciale hondenbelasting 1838. UC - N° 116 207. (Vertaald) 8 april 1839. Naar de vrederechter, de overlijdens maart. UC - N° 117 208. (Vertaald) 8 april 1839. Naar de ontvanger der successierechten, de overlijdens maart. UC - N° 118 209. (Vertaald) 7 april 1839. Ons repertorium gestuurd naar de ontvanger te Vilvoorde. UC - N° 119 210. (Vertaald) 12 april 1839. Antwoord op vraag 1966 van 9 april van de procureur des konings te Brussel. UC - N° 120 211. (Vertaald) 16 april 1839. Naar de arrondissementscommissaris, ingevolge zijn vraag nr. 60, vijf statistieken over 1838.
50
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N° 121 212. (Vertaald) 20 april 1839. Gestuurd naar Benoit Verspreet van Londerzeel, een kopie van de brief 6044 van de arrondissementscommissaris aangaande het in gebruik nemen van zijn stoommachine en het verkrijgen van de ministeriële toelating. UC - N° 122 213. (Vertaald) 23 april 1839. Antwoord op de vraag 4884 van de arrondissementscommissaris. UC - N° 123 214. (Vertaald) 25 april 1839. Antwoord aan de gouverneur op zijn brief 127520 van 21 april, betreffende de verzending van 10 affiches voor de aanbesteding van de twee barelen te Impde en te Londerzeel. IC - Strombeeck Bever, le 1 Mai 1839 Monsieur le Bourgmestre, Door vonnis van de politierechtbank van het kanton van 30 april 1839 werden 1) Jean François De Bondt, 19 jaar, wonend Eeckhout Londerzeel, 2) Joseph Louis Lamberts, 19 jaar, Eeckhout Londerzeel, 3) Henri Joseph Peeters, 19 jaar, Eeckhout Londerzeel veroordeeld ieder afzonderlijk tot een boete van 3 frank en allen tezamen tot de proceskosten, wegens het weggooien van boomtakken op de openbare weg naar Meise en hinderen van het verkeer op 1 april. Het betreffende proces-verbaal werd opgesteld door uw veldwachter Van Steen. De vrederechter. IC - Strombeeck Bever le 1 Mai 1839 Monsieur le Bourgmestre, Door vonnis van de politierechtbank van het kanton van 30 april 1839 werden 1) Dominique Broothaerts, 26 jaar, veroordeeld tot 2 dagen gevang en 11 fr. boete, 2) Jean Baptist Slachmuylders, 19 jaar, veroordeeld tot 12 fr. boete, 3) Josse Van Hove, 19 jaar, veroordeeld tot 12 fr. boete, 4) Jean van Ruysevelt, idem, 5) Nicolas Broothaerts, idem, 6) Charles Meskens, idem, 7) Louis Emmerechts, idem, 8) Jean Cools, idem 9) Joseph Lamberts, idem, 10) Joseph Van Muylder, idem, 11) Joseph Peeters, idem (vernietigd) 12) Jean François De Bondt, idem (vernietigd), 13) André Scheers werd veroordeeld tot 12 fr. boete, Allen wegens wandaden en het vernielen van meubilair in de herberg St. Maarten, gehouden door J.B. Van Humbeeck in Wolvertem op 1 augustus 1839. Volgens ordonnantie van 19 april 1839 van de raadkamer van Brussel en proces-verbaal opgesteld door de burgemeester van Wolvertem. De vrederechter. UC - N° 124 (Vertaald) 1 mei 1839. Naar de arrondissementscommissaris, de rol van de personenbelasting. UC - N° 125
51
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
(Vertaald) 9 mei 1839. Antwoord aan de arrondissementscommissaris ingevolge de vraag van de gouverneur (Mem. Adm. 91 van 6 april). UC - N° 138. (Vertaald) 9 mei 1839. Naar de arrondissementscommissaris, de lijst voor de samenstelling van de kamer van volksvertegenwoordigers. UC - N° 139 (Vertaald) 14 mei 1839. Naar de arrondissementscommissaris, informatie over de ziekte van een melkkoe van Pierre Jean Van Dries. UC - N° 140 (Vertaald) 14 mei 1839. Brief naar de gemeenteontvanger aangaande het opmaken van de gemeenterekening teneinde deze op 15 juni te kunnen versturen. UC - N° 126 221. (Vertaald) 14 mei 1839. Naar de arrondissementscommissaris, de vraag van de veearts voor landbouwer Pierre Jean Van Dries. UC - N° 127 222. (Vertaald) 14 mei 1839. Gestuurd naar de heer De Cat, de vraag van de gouverneur, Mem. Adm. 86 van 25 maart. UC - N° 128 223. (Vertaald) 14 mei 1839. Gestuurd naar de heer De Cat, de vraag van de gouverneur. Mem. Adm. 117 van 24 april. UC - N° 129 224. (Vertaald) 14 mei 1839. Gestuurd naar de heer De Cat, informatie over de publicatie en het aanplakken van de lijsten der personenbelasting en der gepatenteerden. UC - N° 130 225. (Vertaald) 16 mei 1839. Naar de ontvanger der registratie te Vilvoorde, 4 registers uit het kadasterboek. UC - N° 131 226. (Vertaald) 17 mei 1839. Naar de vrederechter van het kanton Wolvertem, een proces verbaal ten laste van Jean François Saterdag, beschuldigd van nachtlawaai. UC - N° 132 227. (Vertaald) 21 mei 1839. Antwoord aan de arrondissementscommissaris op zijn brief 5146 van 14 mei. UC - N° 133 228. (Vertaald) 24 mei 1839. Antwoord aan de ontvanger der belastingen te Londerzeel in verband met de publicatie van de grondbelasting. UC - N° 134 229. (Vertaald) 24 mei 1839. Antwoord op brief 3027 van de procureur des konings.
52
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
IC - Strombeeck Bever, le 30 Mai 1839 Monsieur le Bourgmestre, Door vonnis van de politierechtbank van het kanton van 23 mei, werd Jan Baptist Saterdagh, dagloner, 46 jaar, uit Londerzeel, veroordeeld tot 12 fr. boete en de gerechtskosten omdat hij op 12 mei, onder meer door lawaai en nachtlawaai te maken, vrijwillig schade berokkend heeft aan Stevens. Het proces-verbaal 226 werd door schepen Willocx opgesteld en op 17 mei verzonden. UC - N° 135 230. (Vertaald) 6 juni 1839. Naar de vrederechter, overlijdens mei. UC - N° 136 231. (Vertaald) 6 juni 1839. Naar de ontvanger der successierechten te Vilvoorde, overlijdens mei. GR - N° 32 Séance du 13 Juin 1839 Présent messieurs Verheyden, bourgmestre, Willocx, échevin, Verbesselt, Van Assche, Van Ruysevelt, Goossens, Verhofstadt et De Keersmaecker, membres, L. Vanonderbergen, secrétaire. (Vertaald) De gemeenteraad van Londerzeel in gewone zitting vergaderd om conform art. 139 van de gemeentewet en de omzendbrief van de deputatie van de provincieraad van 25 maart (nr. 86) over te gaan tot onderzoek en afsluiting van de gemeenterekening van het dienstjaar 1838. Gezien de rekening en de ondersteunende stukken. Gezien de stukken die nodig zijn voor de rectificatie van deze rekening. Overwegende dat alle uitgaven door bewijsstukken gerechtvaardigd worden en nauwelijks de begrote bedragen overstijgen. Heeft de gemeenterekening voor het jaar 1837 als volgt vastgesteld. De ontvangsten op fr. 13457,60 De uitgaven op fr. 5379,92 Het overschot op fr. 8077,68 Gedaan in zitting te Londerzeel, datum als boven. Op bevel, de secretaris L. Vanonderbergen De burgemeester, schepenen en raadsleden UC - N° 137. 232. (Vertaald) 19 juni 1839. Naar de arrondissementscommissaris, informatie over de overstroming van 5 juni 1839. UC - N° 141. (Vertaald) 22 juni 1839. Zending van 12 declaraties naar de ontvanger der successierechten te Vilvoorde. UC - N° 142 (Vertaald) 26 juni 1839. Naar de arrondissementscommissaris, informatie over de collecte (gevraagd in Mem. Adm. 161 van 30 mei). UC - N° 143 (Vertaald) 26 juni 1839. Naar de arrondissementscommissaris, antwoord ingevolge Mem. Adm. 172.
53
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N° 144 (Vertaald) 26 juni 1839. Naar de arrondissementscommissaris, antwoord op de vraag van de gouverneur van 25 maart 1839, Mem. Adm. 86. UC - N° 145 (Vertaald) 7 juli 1839. Naar de vrederechter, overlijdens juni. UC - N° 146 (Vertaald) 7 juli 1839. Naar de ontvanger der successierechten, overlijdens juni. UC - N° 147 240. (Vertaald) 7 juli 1839. Naar de arrondissementscommissaris, bevestiging van ontvangst van een betalingsopdracht. UC - N° 148 241. (Vertaald) 7 juli 1839. Naar de arrondissementscommissaris, een betalingsopdracht omdat er een zegel op ontbrak. UC - N° 149 242. (Vertaald) 7 juli 1839. Naar de ontvanger te Vilvoorde, het repertorium om na te kijken en te viseren. UC - N° 150 (Vertaald) 9 juli 1839. Naar de arrondissementscommissaris, het certificaat van publicatie van de lijst met namen van degenen die op 1 april 1839 voor de militieraad verschenen zijn. UC - N° 151 (Vertaald) 9 juli 1839. Brief aan de arrondissementscommissaris betreffende de teelt van meekrap. (Mem. Adm. 184 van 19 juni 1839) UC - N° 152 (Vertaald) 14 juli 1839. Antwoord aan de arrondissementscommissaris betreffende ontvangst van een betalingsopdracht ten voordele van Jean Baptiste Goossens. UC - N° 153 (Vertaald) 15 juli 1839. Naar de arrondissementscommissaris, in tweevoud, de deliberatie over de vernieuwing van 1/5 van het weldadigheidsbureel, die reeds tegen 15 december 1838 verstuurd moest geweest zijn. UC - N° 154 (Vertaald) 2 augustus 1839. Naar de arrondissementscommissaris, bevestiging van ontvangst van een bedrag van 75 frank voor onderwijzer B. Kerremans. UC - N° 155 (Vertaald) 3 augustus 1839. Een petitie aan zijne majesteit de koning, met de vraag om een station van 2de klas te krijgen op de spoorlijn die Londerzeel doorkruist. UC - N° 156 (Vertaald) 4 augustus 1839. Naar de vrederechter, overlijdens juli.
54
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N° 157 (Vertaald) 4 augustus 1839. Naar de ontvanger der successierechten te Vilvoorde, de overlijdens juli. UC - N° 158 (Vertaald) 9 augustus 1839. Antwoord aan de procureur des konings op zijn brief 4890 van 5 augustus. UC - N° 159 (Vertaald) 12 augustus 1839. Antwoord aan de gouverneur in verband met Mem. Adm. 209 van 17 juli. UC - N° 160 (Vertaald) 15 augustus 1839. Naar de vrederechter, een proces verbaal ten laste van Wauters Felix en zijn zuster Fernande. UC - N° 161 (Vertaald) 16 augustus 1839. Naar de procureur des konings, een proces verbaal ten lasgte van Bernard Vuylstuik, charlatan uit Dendermonde. UC - N° 162 (Vertaald) 17 augustus 1839. Ter rechtzetting teruggestuurd naar de commandant te Luik, een paspoort voor Janssens Ferdinand Antoine. UC - N°163 (Vertaald) 19 augustus 1839. Antwoord aan de arrondissementscommissaris op zijn brief 6326 van 13 augustus. UC - N° 164 (Vertaald) 19 augustus 1839. Voldaan aan de vraag dan de gouverneur (nr. 231 van 5 augustus). UC - N° 165 (Vertaald) 24 augustus 1839. Naar de arrondissementscommissaris, de lijst der gezworenen van 27 juli (mem. Adm. 223) GR - N° 34 Séance du 2 Septembre 1839. Présent messieurs J.F. Verheyden, bourgmestre, Willocx et Mertens, échevins, Goossens, Van Hove, De Keersmaecker, Verhofstadt, Van Ruysevelt, Remory, Verbesselt, membres, et L. Van Onderbergen, secrétaire. (Vertaald) De gemeenteraad van Londerzeel in gewone ziting vergaderd, gaat over tot het opmaken van de gemeentebegroting voor het jaar 1840, conform de omzendbrief van 10 augustus, memoriaal van administratie nr. 238. Gezien de stukken die nodig zijn voor het opmaken van dit budget, de genoemde omzendbrief, en art. 139 en 140 van de gemeentewet van 30 maart 1836. Heeft de gemeentraad na rijp overleg de begroting vastgesteld als volgt: De ontvangsten op 15257,31 De uitgaven op 5922,41 Het overschot op 9334,90
55
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Gedaaan in zitting te Londerzeel op 5 oktober 1839. De gemeenteraad UC - N° 166 (Vertaald) 6 september 1839. Gestuurd naar de vrederechter en de ontvanger der successierechten, de overlijdens augustus. UC - N° 167 (Vertaald) 6 september 1839. gestuurd naar de vrederechter, een proces verbaal ten laste van J. Zaterdag. UC - N° 168 (Vertaald) 9 september 1839. Naar de arrondissementscommissaris, de rekening van het weldadigheidsbureel.. UC - N° 169 (Vertaald) 14 september 1839. Antwoord aan de arrondissementscommissaris op vraag uit Mem. Adm. van 27 augustus. UC - N° 170 (Vertaald) 21 september 1839. Naar de procureur des konings, een proces verbaal ten laste van Jh Van Stichel, beschuldigd van mishandeling van André De Boeck. UC - N° 171 (Vertaald) 23 september 1839. Antwoord aan de arrondissementscommissaris aangaande het sturen van een certificaat van voorlopige liquidatie, ten voordele van het gemeentebestuur. IC - Strombeeck Bever le 25 Septembre 1839 Monsieur le bourgmestre, Door vonnis van de politierechtbank van het kanton van 24 september werd Jacques Saterdagh uit Londerzeel, zoon van Jean, oud ongeveer 17 jaar, veroordeeld tot 2 dagen gevang en tot het betalen van de gerechtskosten wegens overtreding van artikel 34 van de wet van 28 september 1798, het wegnemen van aardappelen ten nadele van François Augustijns. Het proces verbaal werd opgesteld door veldwachter J.B. Lathouwers en onder nr. 264 op 7 september verzonden. UC - N° 172 (Vertaald) 26 september 1839. Naar de vrederechter, een proces verbaal ten laste van Pierre Jan Lombaerts, handelaar in hoornvee. UC - N° 173 (Vertaald) 28 september 1839. Naar de procureur des konings, een proces verbaal ten laste van Bruno De Jonghe. UC - N° 174 (Vertaald) 4 oktober 1839. Naar de vrederechter, overlijdens september. GR - N° 33 Bekentmaeking Londerzeel den 5 october 1839
56
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Den borgemeester der gemeente Londerzeel brengt bij deze ter kennis der inwoonders, dat den raed dezer gemeynte op den 10den dezer ten 10 ueren voormiddag in het openbaer ten gemeentehuyze zal zitting houden en overgaen tot het opmaeken van den budget der gemeente over het jaer 1840. Den borgemeester voornoemd, J.F. Verheyden. UC - N° 175 (Vertaald) 9 oktober 1839. Naar de arrondissementscommissaris, antwoord op de omzendbrief van de gouverneur, nr. 289 van 26 september. UC - N° 176 (Vertaald) 10 oktober 1839. Bevestiging van ontvangst van een bericht van de kolonel-commandant van het 14de reserveregiment in Vilvoorde. UC - N° 177 (Vertaald) 11 oktober 1839. Aan notaris De Boeck van Malderen, een brief over de rente van Martin De Buyser. UC - N° 178 (Vertaald) 14 oktober 1839. Naar de arrondissementscommissaris, bevestiging van een ontvangst ten voordele van Jan Baptist Goossens. UC - N° 179 (Vertaald) 18 oktober 1839. Naar de vrederechter, een antwoord op zijn brief 291 van 10 oktober. UC - N° 180 (Vertaald) 23 oktober 1839. Naar de arrondissementscommissaris, een antwoord op omzendbrief 117 van de gouverneur. UC - N° 181 (Vertaald) 27 oktober 1839. Naar de arrondissementscommissaris, een antwoord op omzendbrief 138 van 10 april. UC - N° 182 (Vertaald) 1 november 1839. Antwoord aan de arrondissementscommissaris op Mem. Adm. 264 van 31 augustus. UC - N° 183 (Vertaald) 8 november 1839. Naar de vrederechter en de ontvanger der successierechten, de statistiek der overlijdens oktober 1839. UC - N° 184 (Vertaald) 10 november 1839. Antwoord aan de procureur des konings op zijn brief 6851 van 8 november. UC - N° 185 (Vertaald) 10 november 1839. Naar de heer Bemelmans, substituut van de procureur des konings, een antwoord op zijn vraag 6829 van 6 november. UC - N° 186
57
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
(Vertaald) 11 november. Naar de arrondissementscommissaris, een voorstel naar aanleiding van Mem. Adm. 333 van 6 november. UC - N° 187 (Vertaald) 11 november 1839. Naar de arrondissementscommissaris, antwoord op Mem. Adm. 317 van 14 oktober. UC - N° 188 (Vertaald) 25 november 1839. Naar de arrondissementscommissaris, bevestiging van ontvangst van een certificaat van liquidatie (met zijn brief 4298). UC - N° 189 (Vertaald) 12 december 1839. Naar de arrondissementscommissaris, inlichtingen en advies betreffende de heer Jacobs, inwoner van Lippelo. UC - N° 190 (Vertaald) 14 december 1839. Naar de vrederechter, overlijdens november. GR - N° 35 Zitting van den 14 December 1839 Waer dat tegenwoordig waeren de heeren Verheyden Jean François, Willocx Jacques, Goossens Antoine, De Keersmaecker Dominic, Van Ruysevelt Jean François, Verhofstadt Jean François, Van Assche Joseph , Remory Joannes Baptista en L. Vanonderbergen, secrétaire. De meerderheyd der raedslieden mits dien tegenwoordig zijnde, en alzoo bevoeglijk kunnende beraedslaegen, is er overgegaen tot het benoemen en vernieuwen per vijfde der leden van den bureele van weldadigheyd deezer gemeente voor den jaere 1840. Gezien het decreet van den 7 Germinal jaer XIII. Gezien de circulaire van den heer gouverneur dezer provincie de dato 26 november lestleden, N° 377 nopens deeze vernieuwing. Gezien het §2 van den 84sten artikel der gemeyntewet van den 30 meert 1836. Gezien de voordragtlijsten der kandidaeten opgemaekt door de leden van gezegden bureele van Weldadigheyd den 10den en door het collegie van borgemeester en schepenen den 14den dezer maend. Gezien het art. 66 der voorengemelde gemeyntewet. Overwegende dat de gebragte op de gemelde lijsten in de drij eerste nummers van artikel 48 en de beschikkingen van artikel 58 van gemelde gemeentewet niet vallen in de hoedanigheden vereyscht door art. 7 der gemelde gemeentewet bezitten. Ingevolge de magt bij aengehaelde art. 84 aen den raed verleend, heeft hij bij geslotene stembriefjes en volstrekte meerderheyd van stemmen gekosen en erbenoemd den heer Josephus Franciscus Van Ruysevelt, en bij lot uytgaende lid, op den 2 january 1840. Gedaen in zitting te Londerzeel dag, maend en jaer als boven. Door bevel, den secretaris Den borgemeester UC - N° 191 (Vertaald) 18 december 1839. Naar de arrondissementscommissaris, de vernieuwing van 1/5 van het weldadigheidsbureel in 1840. UC - N° 192 (Vertaald) 29 december 1839. Naar de ontvanger der successierechten, inlichtingen over de toestand inzake 25 sterfgevallen.
58
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
GR - N° 36 Op heden dynsdag den 31sten December 1839, agtervolgens het art. 2 des besluyt van den voormaeligen heer gouverneur dezer provincie in dato 11 october 1836, memorial van administratie N° 272. Voor ons Joannes Franciscus Verheyden, borgemeester der gemeente van Londerzeel, arrondissement Brussel, provincie Brabant, zijn verschenen den heer Jacobus Willocx, schepenen, bij het Koninglijk Besluyt van den 8 october 1836 benoemd tot de functie van schepen dezer gemeente Londerzeel, en M.M. Joannes Baptista Remory, Dominicus De Keersmaecker, Josephus Van Assche, Josephus Franciscus Van Ruysevelt, gekosen tot raedsheeren van onsen gemeentenraed de vergaedering der kiesers gepleegd te Londerzeel den 4 December 1839, blijkens proces verbael desaengaende opgesteld; welke comparanten ter uytvoering van den 61sten artikel der gemeentewet van den 30sten Meert 1836, staetsblad N° 221, waervan hier voorlezing is gedaen geweest, alsmede van alle de stukken hier boven gemelt mistgaders van hunne benoeming en eedaflegging; hebben ieder in het bezonder in onse handen den eed afgelegd waer van den inhoud volgt. “Ik zweer getrouwheyd, gehoorzaemheyd aen de grondwet en de wetten van het Belgisch Volk.” Gedaen te Londerzeel, dag, maend en jaer als boven. Door bevel, den secretaris L. Van Onderbergen Den borgemeester J.F. Verheyden.
1840
UC - N° 193 (Vertaald) 1 januari 1840. Naar de arrondissementscommissaris, lijst inschrijvingen voor de burgerwacht. (Omzendbrief 326 van 19 oktober van de gouverneur). UC - N° 194 (Vertaald) 2 januari 1840. Naar de arrondissementscommissaris, bevestiging van ontvangst van 12 mandaten (zijn brief 6313). UC - N° 195 (Vertaald) 4 januari 1840. Naar de vrederechter en de ontvanger der successierechten, overlijdens december 1839. UC - N° 196 (Vertaald) 5 januari 1840. Naar de commissaris, bewijsstukken bij de vraag voor vrijstelling van militaire dienst vanwege Jean Baptiste Vital Hiel. UC - N° 197 (Vertaald) 6 januari 1840. Naar de ontvanger te Vilvoorde, het repertorium. UC - N° 198 (Vertaald) 13 januari 1840. Naar de voorzitter van de administratieraad van het 2de Linieregiment in Mons, inlichtingen over de situatie van De Hertogh Jean François. UC - N° 199
59
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
(Vertaald) 16 januari 1840. Naar de commissaris, een paspoort (cartouche) van Jean Baptiste Vital Hiel. UC - N° 200 (Vertaald) 18 januari 1840. Antwoord aan de procureur des konings op zijn klacht (omzendbrief 6526 van 28 oktober) betreffende de krankzinnigen. UC - N° 201 (Vertaald) 20 januari 1840. Naar de arrondissementscommissaris, het dubbel van het proces verbaal van de installatie van de raadsleden. UC - N° 202 (Vertaald) 23 januari 1840. Antwoord aan de procureur des konings op zijn omzendbrief 6526. UC - N° 203 (Vertaald) 29 januari 1840. Naar de procureur des konings. Het register van de burgerlijke stand 1839; UC - N° 204 304. (Vertaald) 29 januari 1840. Naar de arrondissementscommissaris, het alfabetisch inschrijvingsregister voor de loting 1840. IC - Strombeeck Bever le 29 Janvier 1840 Monsieur le Bourgmestre Door vonnis van de politierechtbank van het kanton van 28 januari werden veroordeeld, wegens het veroorzaken van nachtlawaai en verstoren van de rust van de bewoners op 25 december 1839, tot 3 dagen gevang: - Louis Vijvermans, 21 jaar, zoon van Franciscus uit Londerzeel - Jean De Schrijver, 24 jaar, zoon van Pierre Jean Van de Voorde, 23 jaar, zoon van Laurens, uit Rossem, werd vrijgesproken Het proces-verbaal werd door schepen Willocx met brief 292 van 28 december opgestuurd. De vrederechter. UC - N° 205 (Vertaald) 1 februari 1840. Antwoord aan de arrondissementscommissaris aangaande Mem. Adm. 343. IC - N° 6716 Bruxelles le 3 février 1840 Het bedrag, voorzien in uw budget van 1839, voor de aankoop van een brandweerpomp, is in de rekening 1839 niet terug te vinden. De heer gouverneur gelast me u te zeggen dat deze aankoop, die naar hij meent goedgekeurd is, zo snel mogelijk moet gebeuren. De arrondissementscommissaris. UC - N° 206 307. (Vertaald) 3 februari 1840. Aan de arrondissementscommissaris. De vraag, verkregen bij koninklijk besluit van 26 april 1839, om een bedrag van 1000 fr. te krijgen voor de herstelling van de kerktoren (ref. 6115.) UC - N° 207
60
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
(Vertaald) 5 februari 1840. Naar de vrederechter en ontvanger van succesierechten, overlijdens januari. UC - N° 208 310. (Vertaald) 5 februari 1840. Ingevolge brief 6504 van de arrondissementscommissaris. Inlichtingen over de situatie en de grootte van de familie van de weduwe van Guillaume Scheers. UC - N° 209 (Vertaald) 7 februari 1840. Naar de controleur in Asse, het register der gepatenteerden, samen met 174 verklaringen. UC - N° 210 (Vertaald) 7 februari 1840. Naar de arrondissementscommissaris, mutatie der bevolking in 1839. UC - N° 211 313. (Vertaald) 8 februari 1840. Antwoord op brief 6115 van 5 februari van de arrondissementscommissaris. UC - N° 212 314. (Vertaald) Naar de arrondissementscommissaris (als gevolg van zijn brief 6546), reglement en tarieven (goedgekeurd door de deputatie) voor het toewijzen van het staan- en weegrecht op de markt. UC - N° 213 (Vertaald) 17 februari 1840. Ingevolge vraag 1233 van de procureur des konings, inlichtingen over beroep, bestaansmiddelen, antecedenten, gedrag, kredietwaardigheid en reputatie van Blommaerts Sofie, geboren in Londerzeel. UC - N° 214 (Vertaald) 17 februari 1840. Naar de arrondissementscommissaris, in tweevoud de rol der hondenbelasting 1840. UC - N° 215 (Vertaald) 18 februari 1840. Naar de politiecommissaris te Vilvoorde, inlichtingenstaat over de situatie van 9 personen (hun beroep, huidige woonplaats, kredietwaardigheid, en door welk tribunaal ze veroordeeld werden). UC - N° 216 (Vertaald) 21 februari 1840. Naar de arrondissementscommissaris, de statistiek der inentingen 1839. IC - Rumpst den 23 February 1840 Mijnheer – Wij hebben de eer Ued zeer vriendelijk te aenzoeken ons zoo spoedig mogelijk een extract (simple) uyt den geboorten act van Jacobus Van Eeckhout te doen geworden, geboren in uwe gemeente in de maend January 1756, zoon van Joannes en van Barbara Wambarcq ten eynde zijnen overlijdens act alhier in de registers te kunnen plaetsen. In afwagting aenveerd Mijnheer ..... onzer oprecht hoogagting. UC - N° 217
61
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
(Vertaald) 24 februari 1840. Naar de arrondissementscommissaris, 5 statistieken met inlichtingen over de werking van het weldadigheidsbureel; UC - N° 218 (Vertaald) 24 februari 1840. Naar de arrondissementscommissaris, het proces verbaal van toewijzing van het weegrecht voor de jaren 1840, 1841 en 1842, gebeurd door notaris De Bock uit Malderen op 27 januari 1840. UC - N° 219 (Vertaald) 4 maart 1840. Naar de vrederechter en de ontvanger der successierechten, overlijdens februari. UC - N° 220 (Vertaald) 5 maart 1840. Gestuurd naar het Sint-Janshospitaal te Brussel, Jean Brion, geboren en wonend in Londerzeel, geestesziek geworden. UC - N° 221 (Vertaald) 10 maart 1840. Naar de arrondissementscommissaris, ingevolge zijn vraag 6341 van 5 maart, het rapport over de klacht van de heer Van Cutsem aangaande de gemeenteweg en deel van de provinciale weg. UC - N° 222 (Vertaald) 11 maart 1840. Naar de arrondissementscommissaris, de onderwijsstatistiek 1839. UC - N° 223 (Vertaald) 16 maart 1840. Naar de procureur des konings een rapport over de onverwachte en gewelddadige dood van Julie Langlé, ongeveer 15 jaar oud, geboren in Brussel en wonend in Londerzeel. IC - Strombeeck Bever, mardi 17 Mars 1840 Monsieur le Bourgmestre, Ik krijg op dit moment, 3 uur, het bezoek van een delegatie van de Procureur des Konings om met hen naar Londerzeel te komen en er de oorzaak te zoeken van de dood van het jonge meisje, waarvan u melding maakt in uw brief 327 van gisteren. Ik kan echter pas morgen in de vroege ochtend naar Londerzeel komen. Ik vraag u om dit meisje niet te laten begraven voor ik aangekomen ben en om de moeder te laten bewaken en haar zelfs aan te houden mocht ze de indruk geven te willen vluchten. Gelieve er ook voor de zorgen dat de twee geneesheren van Londerzeel zich morgen om 9 uur op het gemeentehuis bevinden om een lijkschouwing te verrichten. Zoek naar alle mogelijke bewijzen over deze dood en verhinder dat de moeder met iemand spreekt. Laat dus één van uw veldwachters in het huis tot morgen de wacht houden en laat hem er voor zorgen dat niemand in de buurt van het lijk komt voor ik er ben. Gelieve om 9 uur ‘s morgens in uw gemeentehuis aanwezig te zijn en mij te begeleiden naar het huis waar het dode meisje zich bevindt, tenzij u het reeds zonder voorafgaande toelating laten begraven heeft. De Vrederechter. UC - N° 224 328. (Vertaald) 25 maart 1840. Antwoord aan de arrondissementscommissaris op Mem. Adm. 257 van 27 augustus 1839. UC - N° 225
62
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
(Vertaald) 26 maart 1840. Aan de arrondissementscommissaris, melding van het overlijden van Philippe Joseph De Cat, gemeenteontvanger te Londerzeel. UC - N° 227 (Vertaald) 29 maart 1840. Rapport aan de vrederechter van het kanton Wolvertem over de dood van een vrouw, Marie Therese Van Muylder, in een gracht op de heide. IC - N° 70049 Tournay le 31 Mars 1840 Mijnheer de burgemeester, Bijgevoegd een lijst met namen van miliciens van de lichting 1832 die met verlof gezonden moeten worden, met aanduiding van de toestand van hun rekening inzake hun ‘masse d’habillement’. Voor iedere persoon geven we de lijst van de goederen die hij in het magazijn heeft afgegeven. Gelieve aan degenen die nog een tegoed hebben op hun masse te vragen of het bedrag op hun kosten mag opgestuurd worden, samen met hun kledingstukken of dat zij verkiezen om de waarde ervan in geld te krijgen. Wat degenen betreft die met een schuld zijn blijven staan, gelieve hen te vragen, om deze direct te willen betalen, met aftrek van de waarde van hun effecten, tenzij ze verkiezen dat deze hen toegezonden worden. Gelieve ons de intenties van deze miliciens te laten kennen. De administratieraad. De voorzitter kolonel van het Artillerie Regiment. Voor Londerzeel Naam en voornaam: Du Prenne Ch. Jn Totaal van zijn tegoed: fr. 32,24 UC - N° 226 (Vertaald) 1 april 1840. Antwoord aan de arrondissementscommissaris op de vraag van de gouverneur, nr. 60 van 22 februari. GR - N° 37 Berigt Londerzeel den 5 April 1840 Den borgemeester en schepenen der gemeynte van Londerzeel brengt ter kennis aen alle de belastbare der hoofdelijke belastingen dezer gemeynte dat den kohier der voormelde belastingen ter visie zal liggen in den bureel van het plaetselijk bestuer tot den 14 April dezer loopende maend en dat alle de gene die gelooven recht te hebben tot het reclameren over de welke zij aengeslaegen zijn voor hun aendeel, hunne reclamatien moeten doen gelden voor den datum als hier boven. Door bevel, den secretaris L. Vanonderbergen Den borgemeester J.F. Verheyden. UC - N° 228 (Vertaald) 6 april 1840. Naar de vrederechter en de ontvanger te Vilvoorde, overlijdens maart. UC - N° 229 (Vertaald) 6 april 1840. Naar Notaris De Boeck te Malderen, een brief in verband met een uittreksel uit het register, op last van de bestendige deputatie. GR - N° 38 Londerzeel den 12 April 1840 Tweede berigt.
63
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Den borgemeester en schepenen der gemeynte van Londerzeel brengt ter kennis aen alle de belastbare der hoofdelijke belastingen dezer gemeynte dat den kohier der voormelde belastingen ter visie zal liggen in den bureel van het plaetselijk bestuer tot den 14 April dezer loopende maend en dat alle de gene die gelooven recht te hebben tot het reclameren over de welke zij aengeslaegen zijn voor hun aendeel, hunne reclamatien moeten doen gelden voor den datum als hier boven. Door bevel, den secretaris L. Vanonderbergen Den borgemeester J.F. Verheyden UC - N° 230 (Vertaald) 13 april 1840. Aan de arrondissementscommissaris, bevestiging van ontvangst van een brief ten gunste van Goossens Jean Baptiste. GR - N° 39 Zitting van den 15 April 1840 Waer dat tegenwoordig waeren de heeren Verheyden, borgemeester, Willocx en Mertens, schepenen, Van Hove, Van Ruysevelt, Remory, Goossens, Van Assche, Verbesselt, leden, en L. Vanonderbergen, secretaris. De meerderheyd der raedslieden tegenwoordig zijnde en alzoo bevoegdelijk kunnende beraemen, is er overgegaen tot benoemen van eenen gemeenten ontfanger in vervanging van den heer Philippus Josephus De Cat, overleden te Londerzeel den 5den february lestleden. Gezien de artikelen 66 en 114 der gemeyntewet de date 30 meert 1836. Den gemeentenraed willende provisoirelijk in den openstaenden post van gemeenten ontfanger dezer gemeente voorzien, heeft ingevolge art. 66 hier vooren vermeld bij geslote briefkens in volstrekte meerderheyd van stemmen provisoirelijk benoemd tot den post van gemeenten ontfanger van Londerzeel den heer Joannes De Cat, zoon van den gewezen ontfanger, woonende te Londerzeel. Afschrift dezer zal door tusschenkomst aen den heer arrondissementskommissaris aen de aenhoudende deputatie van den provinciaelen raed overgemaekt woorden. Gedaen te Londerzeel in zitting de dato als boven Door bevel, den secretaris L. Van Onderbergen Den borgemeester, J.F. Verheyden. UC - N° 231 (Vertaald) 17 april 1840. Naar de arrondissementscommissaris, een deliberatie in tweevoud over de benoeming van Jean De Cat tot voorlopige gemeenteontvanger van Londerzeel. UC - N° 232 (Vertaald) 18 april 1840. Naar de arrondissementscommissaris, in tweevoud, het proces verbaal over de controle van de gemeentekas. GR - Province de Brabant - D N°17065 Objet: Receveurs Communaux La Députation Permanente du Conseil Provincial. (Vertaald) Gezien de deliberatie van de gemeenteraad van Londerzeel van 15 dezer betreffende de benoeming van de heer Jean De Cat tot gemeenteontvanger, in vervanging van vader De Cat. Gezien het advies van de arrondissementscommissaris van 22 dezer. Gezien artikelen 114,115,116,117,118 en 119 van de wet van 30 maart 1836 betreffende de benoeming van gemeenteontvangers in plattelandsgemeenten en de vaststelling van hun waarborg. Besluit.
64
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Art. 1. De benoeming van de heer Jean De Cat als gemeenteontvanger van Londerzeel wordt goedgekeurd. Art. 2. Conform de beschikkingen in bovengenoemde artikelen en onze omzendbrief van 14 december 1837, memoriaal van administratie nr. 364, moet de heer De Cat, alvorens zijn functie op te nemen als garantie voor zijn ambtsuitoefening, hetzij in geld, hetzij in fondsen, een waarborg storten die door de gemeenteraad wordt overeengekomen en door ons wordt goedgekeurd. Huidig arrest wordt naar de arrondissementscommissaris verzonden die, om de uitvoering ervan te verzekeren, via het gemeentebestuur een afschrift aan de heer De Cat zal bezorgen. Gedaan in zitting te Brussel op 23 april 1840. Aanwezig de heren Baron de Viron, voorzitter, Baron De Beeckman, Cols Gilbert, L. Annemans, leden, de heer Du Chêne, provinciaal griffier. Voor conform afschrift, de arrondissementscommissaris, N. De Kouckhoven. UC - N° 233 (Vertaald) 27 april 1840. Naar de heer Lambotte, een antwoord op zijn brief van 27 april betreffende de publicatie van de rol der grondbelasting en patenten. UC - N° 234 (Vertaald) 28 april 1840. Naar de arrondissementscommissaris, ter goedkeuring, de rol der verdeling der personenbelasting. UC - N° 235 (Vertaald) 1 mei 1840. Naar de vrederechter en naar de ontvanger te Vilvoorde, overlijdens april. UC - N° 236 (Vertaald) 6 mei 1840. Naar de arrondissementscommissaris, de alfabetische lijst der stemgerechtigden voor de samenstelling van de kamer van volksvertegenwoordigers. UC - N° 237 (Vertaald) 9 mei 1840. Naar de arrondissementscommissaris, inlichtingen over de teelt van vlas. UC - N° 238 (Vertaald) 11 mei 1840. Naar de vrederechter, een proces verbaal ten laste van de gebroeders Meert, verdacht een messteek gegeven te hebben aan Adriaenssens Corneille, knecht bij boer Van Assche op Ursene. UC - N° 239 (Vertaald) 18 mei 1840. Antwoord aan de arrondissementscommissaris over de teelt van meekrap (Mem. Adm. 136 van 6 mei). GR - N° 40 Séance du 23 Mai 1840. Présent Verheyden, bourgmestre, Willocx, Mertens, echevins, Van Ruysevelt, Van Hove, Verhofstadt, De Keersmaecker, Goossens, membres du conseil, et L. Van Onderbergen, secrétaire. (Vertaald) De gemeenteraad van Londerzeel, in buitengewone zitting bijeengeroepen door het college van burgemeester en schepenen om de toelating te vragen om een bedrag van 1162,33 fr. (734,39 fr. afkomstig van de door de gemeente met dit doel gestemde opcentiemen van het jaar 1839, 262,87 fr.voortkomende uit de gemeentelijke taks op de honden van het jaar 1839 en 165,70 fr. afkomstig van een provinciale subsidie van 1839) aan te mogen wenden voor de
65
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
kasseiïng van een gedeelte van de buurtweg van Steenhuffel naar Ramsdonk, over een oppervlakte van 3937 m². Overwegende dat de buurtweg van Steenhuffel naar Ramsdonk tijdens de winter op sommige plaatsen onbruikbaar is en dat het om hem tijdens dit seizoen bruikbaar te maken nodig is om bij middel van de genoemde fondsen de weggedeelten die door hun slechte staat het verkeer gedurende meerdere maanden van het jaar onderbreken te kasseien, overwegende ook dat de hier uit voortvloeiende uitgaven de beschikbare middelen in grote mate overstijgen, maar dat de gemeente de genoemde weg dit jaar slechts zal verharden naarmate de middelen beschikbaar komen. Besluit om de bestendige deputatie de toestemming te vragen om de genoemde bedragen te mogen besteden aan de kasseiïng van 383 m.van de buurtweg van Steenhuffel naar Ramsdonk. Gedaan in zitting te Londerzeel, datum als boven. Op bevel, de secretaris L. Vanonderbergen De burgemeester J.F. Verheyden. UC - N° 240 (Vertaald) 25 mei 1840. Antwoord op de brief 44435 van 23 mei van de administrateur van de Openbare Veiligheid aan de minister van binnenlandse zaken, betreffende een vreemdeling die enkele dagen in Londerzeel verbleven heeft, namelijk Schreurs Hubert, 22 jaar oud, geboren in Roermond, provincie Limburg, arrondissement Maastricht, beroep timmerman en wagenmaker (momenteel). UC - N° 241 (Vertaald) 25 mei 1840. Naar de arrondissementscommissaris, een uittreksel uit het register der beraadslagingen betreffende de toelating om te mogen beginnen met het kasseien van een deel van de buurtweg van Steenhuffel naar Ramsdonk en over de vraag om te mogen beschikken over de hiervoor bestemde in kas zijnde middelen, namelijk 1162,33 fr. UC - N° 242 (Vertaald) 27 mei 1840. Inlichtingen over beroep, bestaansmiddelen, gedrag, antecedenten, kredietwaardigheid en reputatie van Julien Crousse. UC - N° 243 (Vertaald) 30 mei 1840. Naar de arrondissementscommissaris, boekhoudstaten over de hondenbelasting 1839. GR - Londerzeel den 31 Mey 1840 Berigt Den borgemeester en schepenen der gemeynte Londerzeel maeken kenbaer aen alle de inwoonders dezer gemeynte, dat de rekening dezer gemeynte woord op het gemeentehuys bewaerd, waer ieder schatplichtigen er steeds zonder verplaetsing kennis kan van nemen. Ter ordonnantie, den secretaris L. Van Onderbergen Den burgemeester J.F. Verheyden. UC - N° 245 (Vertaald) 1 juni 1840. Naar de arrondissementscommissaris inlichtingen over de bestaansmiddelen van Jean François Van Ruysevelt (wil zijn dienstplichtige zoon Jan Baptist laten vervangen). UC - N° 244 (Vertaald) 3 juni 1840. Naar de vrederechter en de ontvanger te Vilvoorde, overlijdens mei.
66
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N° 246 (Vertaald) 3 juni 1840. Naar de gouverneur, de kwijting van de betaling van een bedrag van 100 fr. aan Bierens. UC - N° 247 (Vertaald) 12 juni 1840. Aan de heer De Wilde, leurder in zalf (?), het verbod om te verkopen, op bevel van de heren Dam en Lebon van de medische commissie. GR - N° 41 Zitting van den gemeenten raed van Londerzeel van den 13 Junius 1840. Tegenwoordig de heeren Jan Francis Verheyden, burgemeester president, Willocx en Mertens, schepenen, Verhofstadt, Van Assche, Remory, Goossens, Verbesselt, Van Hove, Van Ruysevelt, leden, en L. Vanonderbergen, secretaris. De meerderheyd der raedsleden mits dien tegenwoordig zijnde en alzoo bevoegdelijk kunnende beraedslagen, is er overgegaen bij onderzoek tot het sluyten der eekening opgemaekt en overgebragt door den heer Joannes De Cat, plaetselijken ontfanger over den jaere 1839. Gezien de door den genoemden ontfanger overgegevene rekening der ontvangsten en uytgaven door hem in zijne bovengenoemde hoedanigheyd over den jaere 1839 gedaen. Gezien den staet van begrooting over den jaere 1839. Overwegende dat na behoorlijk en nauwkeurig onderzoek der gemelde rekening en van de daerbij gevoegde bewijsstukken er uyt volgt dat de generaele ontfangsten beloopen tot 14.484,32 wel geregeld zijn. En de generaele uytgaven tot 12.240,16 mede wel geregeld zijn. Dus een overschot 2.244,16 Besluyt. De rekening van den ontvanger der gemeente Londerzeel over den jaere 1839 woord bij deze onder nadere goedkeuring van het collegie der permanente deputatie den provinciaelen raed dezer provincie goedgekeurd en vastgesteld (als boven). Gedaen te Londerzeel in zitting van date als boven. UC - N° 248 (Vertaald) 15 juni 1840. Aan de arrondissementscommissaris, de lijst der geboortes in 1839 (wettige kinderen, natuurlijke kinderen en totaal). UC - N° 249 (Vertaald) 15 juni 1840. Naar de arrondissementscommissaris, de gemeenterekening 1839 met alle bewijsstukken. UC - N° 250 (Vertaald) 16 juni 1840. Aan de arrondissementscommissaris, gevraagd om het antwoord te kennen van de bestendige deputatie op de vraag om te mogen beginnen met de kasseiwerken in de buurtweg van Steenhuffel naar Ramsdonk en om over het voorziene geld te mogen beschikken. UC - N° 251 (Vertaald) 20 juni 1840. Aan de arrondissementscommissaris, gevraagd om 1162,33 fr. af te mogen halen bij de spaarkas te Brussel.
67
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N° 252 (Vertaald) 23 juni 1840. Naar de arrondissementscommissaris, een negatieve staat der doofstommen. UC - N° 253 (Vertaald) 3 juli 1840. Naar de vrederechter en de ontvanger te Vilvoorde, overlijdens juni. UC - N° 254 (Vertaald) 6 juli 1840. Naar de arrondissementscommissaris, melding van publicatie en aanplakking van de namen der Londerzelenaars die voor een jaar of voor altijd vrijgesteld werden van militaire dienst. UC - N° 255 Bestaat niet. UC - N° 256 (Vertaald) 10 juli 1840. Naar de procureur des konings, 5 bijlagen betreffende Deckx en Bierens, die in 1836 veroordeeld werden tot een gevangenisstraf, een geldboete en het betalen der gerechtskosten. UC - N° 257 (Vertaald) 10 juli 1840. Rappel aan de arrondissementscommissaris van de vraag om 1146,08 fr. af te mogen halen van de spaarkas. Dit bedrag komt voort van de opcentiemen 1829, van het gemeentelijk aandeel in de hondenbelasting 1838. Tevens om te kunnen beschikken over de in 1839 toegekende subsidie van 20.000 fr. GR - N° 42 Zitting van den 11 Julius 1840 Tegenwoordig de heeren Verheyden, burgemeester en ordonnateur, Willocx, Van Ruysevelt, Van Assche. De leden van het bureel van weldaedigheyd der gemeynte Londerzeel, buytengewoonelijk bij een vergaederd, ten eynde te benoemen, in der goedkeuring van den gemeynten raed en de aenhoudende deputatie van den provinciaelen raed, eenen ontfanger van het bureel van weldadigheyd dezer gemeynte, in vervanging van den heer Philippus Josephus De Cat, overleden. Gezien het Koninglijk Besluyt van den 13 January 1825, het welk de benoeming van de ontfanger van de Bureelen van weldadigheyd ten plattenlande toeeygene aen die bestueren onder goedkeuring van den gemeyntenraed en van de aenhoudende deputatie van den provinciaelen raed. Gezien art. 83 van de gemeyntewet van 30 meert 1830. Gezien de omzendbrieven van 2 Juny 1834, memorial van administratie N° 121, en van 11 July 1835, memorial van administratie N° 189, betrekkelijk tot de borgtogten van de gezegde ambtenaeren. Overwegende dat de plaets van ontfanger van het bureel van weldadigheyd dezer gemeente is open door het overleyden van de heer Philippus Josephus De Cat. Overwegende dat den heer Joannes Josephus De Cat, gemeynten ontfanger van alhier, zone van den voornaemden Philippus Josephus, zeer geschikt is om de voorzeyde functie te bedienen, zoo ten opzigte van zijne bekwaemheden als ten opzigte van de verzekering die hij aenbied voor de penningen van het bureel. Overwegende dat de jaerlijksche inkomsten van het bureel van weldadigheyd dezer gemeynte beloopen de somme van fr. 2500 en dat krachtens de voorberoepene omzendbrieven van 2 Juny
68
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
1834 en 11 July 1835 de borgtogten te stellen door de ontfangers van de burelen van weldadigheyd ten minsten de helligt van gezegde inkomsten moeten bedraegen. Hebben goedgevonden. Provisoirelijk te benoemen tot de functie van ontfanger van het bureel van weldadigheyd dezer gemeynte, in vervanging van den heer Philippus Josephus De Cat, overleden alhier, zijnen zoon den heer Joannes Josephus De Cat voormeld, op last van binnen de maend naer goedkeuring dezer te storten in geldspeciën tot zekerheyd van zijn beheer in zoodaenige kas als aen te wijzen door de aenhoudende deputatie den provinciaelen raed de somme van 1250 francs, alles onder goedkeuring van den gemeyntenraed en van de aenhoudende deputatie van den provinciaelen raed. In zitting te Londerzeel dato als boven. Den gemeynten raed van Londerzeel. Gezien de vorenstaende beraedslaeging houdende benoeming van den heer Joannes Josephus De Cat tot de functie van ontfanger van het bureel van weldadigheyd dezer gemeynte in vervanging van zijnen vaeder den heer Philippus Josephus De Cat, alhier overleden. Keurt de zelve goed onder naeder goedkeuring van de deputatie den provincialen raed. Te Londerzeel den ... Julius 1840. UC - N° 258 (Vertaald) 13 juli 1840. Naar de arrondissementscommissaris, de deliberatie van het weldadigheidsbureel en van de gemeenteraad van 11 juli betreffende de benoeming van Jean Joseph De Cat tot ontvanger van het weldadigheidsbureel. UC - N° 259 (Vertaald) 13 juli 1840. Antwoord aan de arrondissementscommissaris betreffende het fonds ter aanmoediging van het schilderen van historische taferelen en van de beeldhouwkunst. UC - N° 260 (Vertaald) 14 juli 1840. Retour aan de procureur des konings van 3 bijlagen betreffende Gilles Peeters en Fernande Wauters, die in 1839 veroordeeld werden tot gevangenisstraf, een geldboete en het betalen der gerechtskosten. UC - N° 261 (Vertaald) 18 juli 1840. Gestuurd naar de ontvanger der successierechten te Vilvoorde, als gevolg van zijn brief van 16 juli, inlichtingen over de staat van het fortuin van Sophie Blommaerts. UC - N° 262 (Vertaald) 17 juli 1840. Naar de arrondissementscommissaris, antwoord op zijn vraag 6709 van 14 juli, betreffende de bareel te Londerzeel, op de weg Brussel-Temse. UC - N° 263 (Vertaald) 20 juli 1840. Gevraagd aan dokter Riemslagh, een attest over de verwondingen van Joseph De Smedt, die hem op 28 juni 1840 werden toegebracht door François Robberechts. UC - N° 264 (Vertaald) 21 juli 1840. Antwoord aan de procureur des konings op zijn brief 7129 van 18 juli, informatie ten laste van landbouwer François Robberechts uit Londerzeel. UC - N° 265
69
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
(Vertaald) 22 juli 1840. Naar de arrondissementscommissaris, bevestiging van ontvangst van een betalingsopdracht ten voordele van Jean Baptiste Goossens, gepensioneerd soldaat. UC - N° 266 (Vertaald) 23 juli 1840. Naar de militaire intendant te Gent, een rapport over de arrestatie in Londerzeel van François Chaun, soldaat bij het 11de Linieregiment, 2de bataljon, 3de compagnie, in garnizoen te Dendermonde, die werd opgesloten in de gevangenis van Dendermonde. IC - N° 2368 Bruxelles 25 Juillet 1840 (Kort) Acceptatie door de bestendige deputatie van Brabant van de benoeming van Jean De Cat als ontvanger van het weldadigheidsbureel van Londerzeel, als opvolger van zijn vader (overleden). Vooraleer zijn functie op te mogen nemen dient hij een waarborg te storten in geld of goederen ter waarde van minimaal 1370 fr.(= de helft van de gewone ontvangsten van het bureel). UC - N° 267 (Vertaald) 2 augustus 1840. Naar de ontvanger der successierechten te Vilvoorde, inlichtingen betreffende 7ha 72a 40ca grond in Londerzeel (art. 37, sectie C12 van het kadaster), eigendom van juffrouw Bosselaer van Mechelen. UC - N° 268 (Vertaald) 3 augustus 1840. Naar commandant Leplace in Dendermonde, een proces verbaal ten laste van Chaun François, soldaat bij het 11de Linieregiment, 2de bataljon, 3de compagnie, in garnizoen in Dendermonde. UC - N° 269 (Vertaald) 3 augustus 1840. Naar de arrondissementscommissaris, het certificaat van de storting van 261,90 fr., zijnde het bedrag van de ontvangsten der hondenbelasting 1839. UC - N° 270 (Vertaald) 3 augustus 1840. Naar de onderzoeksrechter in Brussel, een certificaat, afgeleverd door dokter Riemslagh, met de vaststelling van de kneuzingen of verwondingen die de heer Pierre Slachmuylder, landbouwer te Breendonk, opgelopen heeft toen hij op 26 juli in Londerzeel werd aangevallen en uitgestroopt. UC - N° 271 (Vertaald) 3 augustus 1840. Antwoord aan de kolonel van het 7de Linieregiment in het kamp van Beverlo over Joseph Lamberts, soldaat van dit regiment, die op 12 juli heropgeroepen werd maar zijn regiment niet heeft vervoegd aangezien hij in de burgerlijke gevangenis van Brussel opgesloten zat. Inlichtingen over zijn situatie verschaft. UC - N° 272 (Vertaald) 5 augustus 1840. Naar de vrederechter,overlijdens juli. UC - N° 273 (Vertaald) 5 augustus 1840. Naar de ontvanger der successierechten te Vilvoorde, overlijdens juli 1840. GR - N° 43
70
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Zitting van den 10den Augusty 1840 - Aenkoop van een Gemeyntehuys. Tegenwoordig de heeren Verheyden, borgemeester, Willocx en Mertens, schepenen, De Keersmaecker, Verbesselt, Remory, Goossens, Van Ruysevelt, Van Hove, Van Assche en Verhofstadt, leden, en L. Van Onderbergen, secretaris. Den raed der gemeynte Londerzeel buyten gewoonlijk bijeen kragtens de oproeping van het collegie van borgemeester en schepenen, ten eynde te beraedslaegen nopens het aenkoopen van een huys gelegen alhier naestbij de kerk, dienstig tot een gemeynte huys. Gezien het plan van het gemeld huys opgemaekt door den heer Caluwaerts, bouwmeester alhier, als mede het proces verbael van schatting van het zelve huys, opgemaekt door de heeren Petrus Josephus Caluwaerts, beroep metser en bouwmeester, en Joannes Franciscus Van Ruysevelt, beroep waegemaeker en schreynwerker, hiertoe benoemde schatters door het gemeynte bestuer. Overwegende dat het van een groot belang is voor de gemeynte Londerzeel dat zij hun voorzien van een gemeynte huys, aengezien dat het locael als nu daer toe gebruykt geene genoegzaeme ruymte heeft, zoodat het plaetsen van het archief als voor de buytengewoone vergaederingen zooals de verkiezingen, de loting voor de Nationale Militie, enz., en dat het onmogelijk is in de gemeynte in huer te konnen verkrijgen een locael hebbende in uytgestrektheyd en evenredigheyd met de noodwendigheden van het plaetselijk bestuer. Overwegende dat het huis aengewezen door het collegie van borgemeester en schepenen, bekend op de cadastrale matrice onder de sectien E n° 174 en 175, waer van den bebouwden grond is groot 4 roeden 30 ellen, zoodanig voordeelig is voor de gemeynte door deszelfs gelegendheyd in den krink van de gemeynte nabij de kerk, en des zelfs geschiktheyd voor een gemeynte huys, zoo het blijkt uyt het hierbij gevoegd plan, dat het eene pligt is voor het gemeynte bestuer het aen te koopen, des te meer dat, zonder er eenige veranderingen toe te brengen, het voldoende is voor alle de noodwendigheden van het plaetselijk bestuer. Overwegende dat de eygenaerster van het gemeld huys, juffrouw Maria Van Doorslaer, weduwe van Franciscus De Amandel, aenbied het zelve aen de gemeynte af te staen voor eene somme gelijk aen de gene van de schatting en vervolgens voor 7256 francs, of 4000 Guldens Brabands. Overwegende dat de gemeynte een kapitael bezit van 8383 francs en 8 centimes, geplaetst in de spaerkas te Brussel, die meer als voldoende is voor den aenkoop van het gezegde huys. In aenmerking nemende dat misschien nimmer de gelegendheyd zich meer zal aenbieden van een zoo wel gelegen en zoo wel geschikt huys voor de gemeynte te konnen aenkoopen. Heeft besloten. Zijne Majesteyt den Koning te bidden het gemeynte bestuer te magtigen het marginele huys, geleegen zoo is gezegd nabij de kerk dezer gemeynte, en gerangschikt in de cadastrale matrice Sectie E 174 en 175, aen te koopen van de gemelde Juffrouw Maria Van Doorslaer, weduwe van Franciscus De Amandel, rentenierster te Humbeeck, mits eene koopsomme van 7256 frans om te dienen tot gemeyntehuys, en de koopsomme alsmede de kosten van de acten aen te gaen, en den eygendom van het zelve aen de gemeynte te verzekeren, te mogen nemen op de meergemelde somme van 8383,08 frans, geplaetst in de spaerkas te Brussel. Gedaen in zitting te Londerzeel dato als boven. Ter ordonnantie, den secretaris L. Van Onderbergen Het gemeynte bestuer UC - N° 274 (Vertaald) 14 augustus 1840. Naar de arrondissementscommissaris, de lijst der gezworenen. UC - N° 275 (Vertaald) 14 augustus 1840. Naar de arrondissementscommissaris, een antwoord op zijn brief 6670 van 31 juli betreffende een bedrag van 165,07 frank dat in de gemeenterekening van 1839 niet was vermeld.
71
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N° 276 (Vertaald) 14 augustus 1840. Naar de arrondissementscommissaris, antwoord op de vraag van de gouverneur (Mem. Adm. 194 van 30 juni) betreffende beurzen, markten en kermissen. UC - N° 277 (Vertaald) 14 augustus 1840. Naar de arrondissementscommissaris, de statistiek van het vee in de gemeente Londerzeel, jaar 1840. (Mem. Adm. 211 van 17 juli) UC - N° 278 (Vertaald) 14 augustus 1840. Naar de arrondissementscommissaris, antwoord op de vraag van de gouverneur (Mem. Adm. 227 van 3 augustus). UC - N° 279 (Vertaald) 17 augustus 1840. Naar de arrondissementscommissaris, een aanvraag voor de verwerving van een nieuw gemeentehuis, samen met de deliberatie van 10 augustus 1840, de plans, het proces verbaal van de schatting door de experts. UC - N° 280 (Vertaald) 19 augustus 1840. Ter informatie naar de arrondissementscommissaris, een rapport van de dokter in de medicijnen en heelmester van Londerzeel over de toestand van personen die onvoorzien oppervlakkige kneuzingen vertonen op verschillende delen van hun lichaam. UC - N° 281 (Vertaald) 21 augustus 1840. Naar de arrondissementscommissaris, de lijst met de namen van de personen die een gezworen functie mogen uitoefenen (die was teruggestuurd omdat de naam van de gemeentesecretaris vergeten was). UC - N° 282 (Vertaald) 22 augustus 1840. Naar de arrondissementscommissaris, bevestiging van ontvangst van een gouden medaille voor dokter Riemslagh, die hem door het gemeentebestuur werd overhandigd. UC - N° 283 (Vertaald) 24 augustus 1840. Naar de arrondissementscommissaris, antwoord op vraag 4546 van 19 augustus betreffende een huis dat het gemeentebestuur wenst aan te kopen om het te gebruiken als gemeentehuis. IC - Strombeeck Bever le 26 Aout 1840 Monsieur le Bourgmestre Door vonnis van de politierechtbank van het kanton van 25 augustus werd Theodore Dierickx, 41 jaar, schaapherder bij boer Van den Bossche op de Kruishoeve, veroordeeld tot 10 frank boete en het betalen van de proceskosten omdat hij op 20 juli zijn schapen laten grazen heeft op een buurtweg in Ramsdonk. De Vrederechter. UC - N° 284 (Vertaald) 27 augustus 1840. Naar de arrondissementscommissaris, de rekening van het weldadigheidsbureel met 16 bijlagen (ingevolge Mem. Adm. 138 van 7 mei). IC - Strombeeck Bever le 29 Aout 1840
72
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Monsieur le Bourgmestre Door vonnis van de politierechtbank van het kanton van 28 augustus werd Bernier Polenus, schaapherder bij boer J.B. Remory in uw gemeente, veroordeeld tot een boete van 10 frank en de proceskosten wegens inbreuk op art. 32 van het politiereglement van Ramsdonk, omdat hij op 11 april 1840 zijn schapen op een buurtweg in deze gemeente laten grazen heeft. De Vrederechter. UC - N° 285 (Vertaald) 1 september 1840. Antwoord aan de commissaris op omzendbrief 6671 van 29 augustus, Mem. Adm. 235, in verband met fabrieken die suikerbieten verwerken. UC - N° 286 (Vertaald) 3 september 1840. Naar de arrondissementscommissaris, antwoord op zijn brief van 31 augustus betreffende onze betaling voor het staatsblad (door de gemeenteontvanger gedaan op 13 april 1840). UC - N° 287 (Vertaald) 4 september 1840. Naar de ontvanger der successierechten te Vilvoorde, overlijdens augustus. UC - N° 288 (Vertaald) 5 september 1840. Naar ridder de Burtin d’Esschenbeek, vrederechter van het kanton Wolvertem, de lijst der overlijdens augustus 1840. GR - Londerzeel den 6 September 1840 Bekentmaeking Den borgemeester der gemeente Londerzeel brengt bij deze ter kennis der inwoonders dat den raed dezer gemeynte op morgen 7sten dezer ten 10 ueren voor middag, in, het openbaer ten gemeentehuyse zal zitting houden en overgaen tot het opmaeken van den budget der gemeente voor het jaer 1841. Den borgemeester. GR - N° 44 Zitting van den 7 September 1840 Rekenschap der gemeynte Londerzeel - Opmaeken des budgets. Tegenwoordig de heeren Verheyden, borgemeester, Willocx en Mertens, schepenen,Van Assche, Verhofstadt, Goossens, Van Ruysevelt, De Keersmaecker, Van Hove, leden, en L. Van Onderbergen, secretaris. Den raed der gemeynte Londerzeel, door borgemeester en schepenen bij eeen geroepen ten eynde over te gaen tot het opmaeken des budgets over den jaere 1841, gelijkvormig aen den omzendbrief de dato 13 augusty lestleden, memorial van administratie N° 245. Gezien de noodzaekelijke stukken betrekkelijk tot het opmaeken des budgets en de voorberoepen omzendbrieven en de artikels 139 en 140 der gemeynte wet van den 30 maert 1836. Gezien het opmaeken des budgets voor 1841. In aenmerking nemende dat den kohier der hoofdelijke belastingen dezer gemeynte voor het dienstjaer van 1841, met eene somme van frs. 3200 (moet) verhoogd worden die de geheele somme zoude uytmaeken van frs. 5800 in plaets van frs. 2600. In overweging nemende, om tot die somme te konnen komen, zoude men alle de belastbaere der hoofdelijke belasting dezer gemeynte meer dan een dobbel moeten verhoogen, waer over
73
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
zij nu al reeds klaegen, zeggende dat zij daer nog in te veel betaelen, nochtans dat ieder maer aengeslaegen is ingevolgen zijnen staet en vermogen. De oorzaek van zulke verhoogingen zoude voortkomen dat er op den 25 meert lestleden gestort is geweest in de spaarkas te Brussel de somme van frs. 6000, voortskomende uyt den overschot der rekening van 1838 de welke bedraegende eene somme van frs. 8048,78, terwijlen dat de rekening van 1839 maer eenen overschot bijbrengt van frs. 2244,16 centimen.en dat er in den budgets voor het jaer 1841 eene somme van frs. 847,80 gebragt is tot den onderhoud der krankzinnige toebehoorende aen onze gemeynte, zijnde geplaetst te Gheel. Den raed naer eene langdurige beraeding hebben besloten zeggende dat de gemeynte Londerzeel eene somme van 5999,72 centimen in den Bergh van Bermhertigheyd te Brussel berustende heeft, en dat het plaetselijk bestuer daer van eene aenvraeg zoude doen aen den permanente deputatie den provinciaelen raed om er zoo vele gelden van die voormelde somme uyt te trekken als dat er noodzaekelijk zoude noodig zijn voor de betaelingen ter hulp te komen de welke in 1841 moeten gedaen zijn en dat er geene verhoogingen in den vermelden kohier voor 1841 zullen gedaen woorden. Den raed naer eene rijpelijke deliberatie genomen te hebben, stelt den ontvangst en den uytgaef als volgt. Den ontvangst ter somme van 9847,15 Den uytgaef van 9717,57 Overschot van den ontvangst 129,58 In zitting te Londerzeel dato als boven. Door bevel, den secretaris L. Vanonderbergen Den burgemeester J.F. Verheyden. UC - N° 289 (Vertaald) 10 september 1840. Naar de arrondissementscommissaris, antwoord in verband met de bijstandwoonst van Charles Antoine Verbeeck, dagloner geboren in Londerzeel, al 20 jaar wonend in Asse, momenteel vastgehouden in Terkameren. UC - N° 290 (Vertaald) 16 september 1840. Naar de heer Paulissen, landmeter, vraag om de gemeentekaarten terug te sturen. UC - N° 291 (Vertaald) 16 september 1840. Naar de arrondissementscommissaris, antwoord op Mem. Adm. 260 van 28 augustus, betreffende de buurtwegen die tussen 1830 en 1839 gekasseid of verhard werden. UC - N° 292 (Vertaald) 29 september 1840. Naar de arrondissementscommissaris, antwoord aangaande Bernard Kerremans, onderwijzer. Of hij het nieuwe stelsel der maten en gewichten onderwijst, aan hoeveel arme kinderen hij gratis onderwijs verstrekt, of de gemeente volgend jaar enkele buitengewone uitgaven te verrichten heeft. De gemeente zal hem in 1841 dezelfde voordelen als in 1840 toekennen. UC - N° 293 (Vertaald) 2 oktober 1840. Naar de vrederechter, overlijdens september. UC - N° 294 (Vertaald) 2 oktober 1840. Naar de ontvanger der successierechten te Vilvoorde, overlijdens september.
74
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N° 295 (Vertaald) 3 oktober 1840. Naar de gouverneur, bevestiging van ontvangst van een bedrag van 25 fr. ten voordele van Lamberts Pierre uit Londerzeel, voortkomende van zijn massa in het gevang van Vilvoorde, waaruit hij vrijgelaten werd. UC - N° 296 (Vertaald) 7 oktober 1840. Naar de procureur des konings, inlichtingenstaat over Joseph Louis Lombaerts, zijn bestaansmiddelen, gedrag, antecedenten, kredietwaardigheid en reputatie. Momenteel vastgehouden voor het betalen der proceskosten. UC - N° 297 (Vertaald) 7 oktober 1840. Naar de arrondissementscommissaris, antwoord betreffende Charles Antoine Verbeeck, geboren in Londerzeel, wonend in Asse, momenteel opgesloten in het bedelaarsdepot van Terkameren op kosten van de gemeente Londerzeel. UC - N° 298 (Vertaald) 10 oktober 1840. Antwoord aan de arrondissementscommissaris over het aantal Londerzeelse kiezers in 1839 en 1840. UC - N° 299 (Vertaald) 10 oktober 1840. Aan de arrondissementscommissaris, bevestiging van ontvangst van een bericht voor Jean Baptiste Goossens, gepensioneerd soldaat, wonend in Londerzeel. UC - N° 300 (Vertaald) 10 oktober 1840. Aan de arrondissementscommissaris, antwoord conform art. 58 van de wet van 28 juni 1822, Mem. Adm. 289 van 17 september 1840, betreffende de benoeming van 2 leden van de gemeenteraad, de heren J. Willocx, 1ste schepen, en André Van Hove, raadslid, om deel uit te maken van de commissie belast met het onderzoek der aangiften van de personenbelasting, jaar 1841. UC - N° 301 (Vertaald) 15 oktober 1840. Naar de vrederechter, een proces verbaal ten laste van Antoine Verbelen, dagloner wonend in Londerzeel, wegens mishandeling van Jeanne Françoise Keymolen en haar zoon Joseph Van Laer, het toebrengen van slagen en het verwonden van de vrouw aan de arm met een drietand. UC - N° 302 (Vertaald) 16 oktober 1840. Naar de gouverneur, bewijs van betaling van 25 fr. aan Lamberts Pierre, dagloner te Londerzeel, afkomstig van zijn massa in 't huis van bewaring te Vilvoorde. UC - N° 303 Bestaat niet UC - N° 304 (Vertaald) 27 oktober 1840. Naar de arrondissementscommissaris ingevolge Mem. Adm. 313 van 13 oktober, de statistiek der blinden per 1 januari 1840. IC - N° 6720 Bruxelles, le 27 octobre 1840
75
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Uittreksel uit het register ordonanties van de bestendige deputatie van de provincie Brabant. De bestendige deputatie van de provinciale raad, Gezien het rapport van de arrondissementscommissaris van Brussel van 12 oktober waaruit blijkt dat de gemeenten Asse en Londerzeel weigeren om de bijstandswoonst te erkennen van Charles Antoine Verbeeck, 64 jaar, geboren in Londerzeel, aangekomen in het bedelaarsdepot van Terkameren op 16 mei 1840. Overwegende dat de gemeentelijke administratie van Londerzeel niet met stelligheid kan aantonen dat de genoemde 4 opeenvolgende jaren in Asse heeft verbleven. Wordt de gemeente Londerzeel ingevolge de bepalingen van art. 1 van de wet van 28 november 1828 als bijstandswoonst van de genoemde Verbeeck aangewezen en moet daarom zijn onderhoudskosten aan Terkameren betalen, tenzij kan aangetoond worden dat de man elders een bijstandswoonst heeft verkregen. Gedaan in zitting te Brussel op 22 oktober 1840 in aanwezigheid van Baron de Viron, voorzitter, Gilbert, Annemans en Van den Berge de Benikom, leden. IC - Strombeeck Bever le 28 Octobre 1840 Monsieur le Bourgmestre, Door vonnis van de politierechtbank van het kanton van 27 oktober werd Antoine Verbelen, 30 jaar, landbouwer op Eeckhout, veroordeeld tot 3 dagen gevang en de proceskosten wegens wandaden en geweld gepleegd tegenover de vrouw van Jacques Van Laer en zijn zoon Joseph Van Laer. Deze laatste werden ontslagen van vervolging voor beledigingen. Het betreffend procesverbaal 406 werd op 15 oktober naar mij gestuurd. De Vrederechter. UC - N° 305 (Vertaald) 30 oktober 1840. Naar de heer de Burtin d’Esschenbeeck, vrederechter van het kanton Wolvertem, een proces verbaal ten laste van Pierre Jean Kerremans (of Herremans?), oud ongeveer 26 jaar, geboren in Weerdt, wonend bij landbouwer Verheyen te Ramsdonk op de hoeve ‘ten Bosch’, knecht, beroep schaapherder, omdat hij ongeveer 80 schapen heeft laten grazen op de eigendom van landbouwer Jean Baptiste Remory, wonend te Londerzeel in de straat gezegd Meerstraete, sectie 5, nr. 45. UC - N° 306 (Vertaald) 30 oktober 1840. Naar de vrederechter, proces verbaal ten laste van Jean Baptiste Van Hoeck, werkman, wegens mishandeling van de werkmannen van Pierre Joseph Calu-waert, meester metser, die het huis van Van Hoeck aan het pleisteren waren, en wegens het vernielen van al hun instrumenten en metsersgereedschappen. UC - N° 307 (Vertaald) 7 november 1840. Naar de vrederechter en de ontvanger te Vilvoorde, overlijdens oktober. UC - N° 308 (Vertaald) 11 november 1840. Naar de arrondissementscommissaris, de aanduiding van de gemeenteraadsleden die in 1841 militiecertificaten mogen tekenen: de heren Willocx J., 1ste schepen, en Mertens, 2de schepen. UC - N° 309 (Vertaald) 19 november 1840. Naar de arrondissementscommissaris, in tweevoud een uittreksel betreffende de buitengewone opcentiemen, die door de gemeenteraad werden gestemd op 2 november 1840. (Mem. Adm. 327 van 23 oktober en rappel 6787 van 17 november.)
76
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
IC - Strombeeck Bever le 19 Novembre 1840 Monsieur le Bourgmestre, Hiernevens kopie van de omzendbrief 10248J van 9 november van de Procureur des Konings. Gelieve uw officier van de burgerlijke stand instructie te geven om altijd, met de grootste precisie en binnen de kortste tijd de verplichtingen te vervullen die hem worden opgelegd door het koninklijk besluit van 31 juli 1838 Nr. 31J, betreffende het onmiddellijk sturen van de staten van overlijden met de vereiste inlichtingen. Ik hoop dat deze verwittiging volstaat om verdere onachtzaamheid te vermijden en om geen beroep te moeten doen op de maatregelen die me opgelegd worden. De Vrederechter. Kopie – Parquet 70.248 – Bruxelles le 9 Novembre 1840 - Monsieur le Juge, Door mijn omzendbrief van 27 december 1839, nr. 8275 heb ik de heren officieren van de burgerlijke stand melding gemaakt van de verplichtingen die hen worden opgelegd door het KB van 31 juli 1838, nr. 31J . Sindsdien heb ik twee officieren van de burgerlijke stand moeten vervolgen die blijk hadden gegeven van een onvergeeflijke onachtzaamheid en de correctionele rechtbank heeft zich op het genoemde KB beroepen om hen tot de boete, voorzien door de wet van 6 maart 1818, te veroordelen. Ik vraag u, mijnheer, om de officieren van de burgerlijke stand van uw kanton, die aan dit KB nog niet voldoen, er van te verwittigen dat ik tegen hen proces-verbaal zal opstellen als deze waarschuwing zonder gevolgen blijft. Vanaf 2 december zult u mij gedetailleerde P.V.’s voor iedere veroordeling moeten sturen. De Procureur des Konings. UC - N° 310 (Vertaald) 23 november 1840. Naar de arrondissementscommissaris, uitleg waarom de verpachtingen van de gemeentegoederen (sedert 25 februari 1838 vervallen) niet hernieuwd werden. IC - Strombeeck Bever le 30 Novembre 1840 Monsieur le Bourgmestre, Bij vonnis van de politierechtbank van het kanton van 24 november werd Jean Baptist Van Hoeck, 43 jaar, Kwade straet 131 Londerzeel, veroordeeld tot 3 dagen gevang en tot de proceskosten, wegens het vernielen van roerend goed van metser Caluwaerts op 2 november. Uw proces-verbaal 411 van 6 november. De vrederechter. UC - N° 311 (Vertaald) 2 december 1840. Naar de arrondissementscommissaris (ingevolge Mem. Adm. 354 van 16 november), informatie over de uitstaande bedragen bij de Spaarkas en de Mont de Piété ten gunste van de gemeente, het weldadigheidsbureel en de kerk. IC - Bruxelles le 17 Decembre 1840 Monsieur le Procureur General. Met mijn omzendbrief van 17 oktober, 3e dir. N° 1096 besliste ik om de verplichting om het certificaat L.L. af te leveren af te schaffen wanneer de persoon die wenst te trouwen ouder is dan de leeftijd waarop de wet personen aan de militaire dienst onderwerpt. Ik heb deze leeftijd niet in precieze termen willen omschrijven want de volledige bevrijding uit de dienst kan om diverse motieven uitgesteld worden. Zoals u laat opmerken in uw brief van 24 november, nr. 4485, moet verticaal L.L. opgemaakt worden wanneer de toekomstige echtgenoot de leeftijd van 30 jaar nog niet heeft bereikt. In de meeste gevallen is het volbrengen van deze formaliteit zeer gemakkelijk en de personen die
77
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
jonger zijn dan 30 jaar zullen hun werkelijke positie onder aan het militierapport kunnen vaststellen. Van de andere kant blijft de uitvoeringswijze van art. 127, dat ik heb moeten voorschrijven naar aanleiding van vele reclamaties van personen die in de onmogelijkheid verkeerden om het certificaat op te laten maken, onverminderd van kracht en behoudt het zijn nut voor degenen die niet in militaire dienst kunnen gehouden worden. De minister van justitie. GR - N° 45 Zitting van den 18 December 1840 Waer dat tegenwoordig waeren de heeren Verheyden, borgemeester, Willocx en Mertens, schepenen, Verbesselt, Van Assche, Remory, Van Ruysevelt, Van Hove, Goossens, leden, en L. Vanonderbergen, secretaris. De meerderheyd der raedslieden mits dien tegenwoordig zijnde, en alzoo bevoeglijk kunnende beraedslaegen, is er overgegaen tot het benoemen en vernieuwen per vijfde der leden van den bureele van weldadigheyd dezer gemeynte voor den jaere 1841. Gezien het decreet van den 7 Germinal jaer XIII. Gezien de circulaire van den heer gouverneur de date 26 november 1839, memorial van administratie N° 377 nopens deeze vernieuwing. Gezien het §2 van den 84sten artikel der gemeyntewet van den 30 meert 1836. Gezien de voordragtlijsten der kandidaeten opgemaekt door de leden van gezegden bureele van Weldadigheyd den 10den en door het collegie van borgemeester en schepenen den 18den dezer maend December. Gezien het art. 66 der voorengemelde gemeyntewet. Overwegende dat de gebragte op de gemelde lijsten in de drij eerste nummers van artikel 48 en de beschikkingen van artikel 51 van gemelde gemeentewet niet vallen in de hoedanigheden vereyscht door art. 7 der gemelde gemeentewet bezitten. Ingevolge de magt bij aengehaelde art. 84 aen den raed verleend, heeft hij bij geslotene stembriefjes en volstrekte meerderheyd van stemmen gekosen en erbenoemd den heer Willocx Jacques, lid en eersten schepenen, en bij lot uytgaende lid, op den 2 january 1841. Gedaen in zitting te Londerzeel dag, maend en jaer als boven. Door bevel, den secretaris Den borgemeester
1841
IC - N° Malines le 9 Janvier 1841 Monsieur le Bourgmestre, Sedert enige tijd wordt er in de gemeenten van het arrondissement Mechelen, die gelegen zijn in de buurt van Londerzeel, veel gestolen. In de nacht van zaterdag op zondag laatstleden werd een aanzienlijke hoeveelheid varkensvlees weggenomen in Willebroek. Dat gebeurde door inbraak van meerdere personen die naar we vermoeden uit de omgeving van Breendonk en Londerzeel komen. Ik vraag u, mijnheer de burgemeester, om morgen vroeg, 10 januari, huiszoeking te doen in de huizen van uw gemeente die tegen Breendonk liggen, en in geval u de totaliteit of een deel van het gestolen vlas of het genoemde varkensvlees mocht vinden, deze waren aan te slagen en een proces-verbaal ten laste van de bezitters op te maken. Gelieve u vooral te begeven bij een zekere De Bondt die speciaal gesignaleerd werd als lid van deze bende misdadigers. Opvolgingsbezoeken zullen gelijktijdig morgen ook in de gemeente Breendonk plaats hebben en we zullen
78
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
zeer blij zijn mocht deze inzet met succes bekroond worden. De onderzoeksrechter van het arrondissement Mechelen. GR - Zitting van den ... Januarius 1841 Tegenwoordig de heeren Verheyden, borgemeester, Willocx en Mertens, schepenen, Remory, Van Ruysevelt, Van Hove, Van Assche, Verhofstadt, Goossens, De Keersmaecker, leden, en L. Vanonderbergen, secretaris. Den raed der gemeynte Londerzeel buytengewoonelijk bij een vergaederd kragtens de oproeping van het collegie van borgemeester en schepenen ten eynde te beraedslagen aengaende den voorstel der permanente deputatie den provinciaelen raed gedaen in zitting den 3 December lestleden, memorial van administratie N° 389, aen ons toegezonden nopens de vraeg gedaen door den gemeentenraed van Wolverthem de date 10 september lestleden, vraegende dat de wetten en reglementen die tot voorwerp hebben de police van het rijden op de wegen van den staet, op die der provincie zullen door het gouvernement mogen toegepast woorden aen de gekasseyde of gesteende binnenwegen. Gezien de wet van den 24 meert 1838, staetsblad N° 33. Gezien de wet van den 25 der zelve maend, staetsblad N° 34. Gezien de circulaire van mijnheer den gouverneur de date 12 September 1838, N° 53. In overweging nemende dat de gemeynte Wolverthem verzoekt dat de wetten en reglementen die tot voorwerp hebben de police van het rijden, en de oogenblikkelijke ophouding van het rijden gedurende de dagen van dooy op de wegen van den staet en op die van de provincie, toepasselijk gemaekt woorden aen de binnnewegen welke deze gemeente op haer grondgebied heeft doen kasseyden, van Wolverthem tot Nerom en van Impden naer Steenhuffel, den eersren op eene lengte van 1020 meters en den tweeden op eene lengte van 269 meters. In aenmerking nemende dat daer van twee afkondingen en aenplakkingen gedaen zijn geweest binnen de gemeynte van Londerzeel, de eerste den 25 December lestleden en de tweeden den 1sten Januarius 1841, aen alle de inwoonders dezer gemeynte is berigt gewoorden zonder dat er eenige tegenkantingen of aenmerkingen in den bureel gedaen zijn geweest. Dus zijn wij van gevoelen dat den voorstel aen ons gedaen volgens de voormelde wetten en rechten mag door den provincialen raed aengenomen woorden. Gedaen in zitting te Londerzeel dag, maend en jaer als boven. Door bevel, den secretaris L. Vanonderbergen Den Borgemeester J.F. Verheyden. IC - N° 1019 Parquet du tribunal de 1e instance Bruxelles le 30 Janvier 1841 Messieurs, Resultaat van de correctionele vervolging ingevolge proces verbaal opgesteld door de gendarmerie op 6 januari 1841. Antoine Broothaerts, 24 jaar, werd veroordeeld tot een boete van 30 fr. en confiscatie van het wapen, wegens jachtmisdrijf. IC - N° 40262 Bruxelles 2 Février 1841 Mijnheer de commissaris In antwoord op uw brief van 23 januari mag u de gemeenteraad van Londerzeel laten weten dat ze, ingevolge haar aanvraag van 19 januari 1841, de toestemming krijgt om een bedrag van 7800 fr. af te halen bij de spaarkas om de aankoopkosten te betalen van het gebouw dat zal gebruikt worden als klaslokaal en gemeentehuis. De bestendige deputatie van de provincie Brabant. getekend Baron de Viron GR - N° 47
79
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Zitting van den 24 February 1841 Tegenwoordig de heeren Verheyden, borgemeester, Willocx en Mertens, schepenen, De Keersmaecker, Van Ruysevelt, Goossens, Verbesselt, Van Assche, Remory, leden, en L. Van Onderbergen, secretaris. Leden van den bureel van weldadigheyd Jan Frans Verheyden, Willocx J. en Van Ruysevelt present. Den raed der gemeynte Londerzeel en de leden van den bureel van weldadigheyd dezer gemeynte, buytengewoonelijk bij een vergaederd kragtens eenen brief van den heer kommissaris van ‘t arrondissement Brussel, aen ons geschreven de dato 15 february lestleden N° 6886, ten eynde te beraemen over de geldsommen die de gemeynte Londerzeel en den bureel van weldadigheyd dezer gemeynte in de spaerkas en in den bergh van bermhertigheyd te Brussel geplaetst heeft, waer van de gemeynte Londerzeel en den voornaemden bureel van weldadigheyd dezer gemeynte, van de beyde gestigten aen 4 % ‘s jaers betaeld woorden. Gezien en voorlezing gehad van den voormelden brief. In aendagt nemende dat de provinciale bons betalen 5 ¼ % in plaets van 4 % daer in mede begrepen den onkost van de maekelaerschap. In overweging nemende dat de gemeynte Londerzeel een geldsomme in de Spaerkas te Brussel bezit van 8367,75 frs. Van welke somme zal moeten met den eersten afgekort woorden eene somme van 7800,77 frs. voor den aenkoop van het gemeyntehuys te betalen, waer van maer eene somme zal overblijven van 566,98 frs. En in den bergh van bermhertigheyd is er eene somme van 3068,78 frs. Zoo dat de gemeynte Londerzeel naer de voormelde betaeling gedaen te hebben, zal zij nog eenen kapitael van 3635,76 frs. in de beyde spaekassen bezitten. Den bureel van weldadigheyd dezer gemeynte bezit een kapitael van 7574,24 frs. in den bergh van bermhertigheyd te Brussel. Den gemeyntenraed en de leden van den bureel van weldadigheyd hebben eenpaerlijk besloten die voormelde geldsommen uyt die beyde spaerkassen te ligten zoo haest zij zullen daer toe de bemagtiging bekomen hebben door de permanente deputatie den provinciaelen raed en dan zullen die sommen aen eenen maekelaer der Sociéteyt Generael gestort woorden, bij den welken het gouvernement ons wel zoude willen gelieven aen te wijsen. Gedaen in zitting te Londerzeel de dato als boven. De leden van den bureel van Weldadigheyd Den Borgemeester. IC - Parquet 2111 Brussel, 3 maart 1841 De Leener Jean, 14 jaar, zonder beroep, geboren in Sint Amands en wonend in Londerzeel, werd op 3/3/1841 door de correctionele rechtbank te Brussel veroordeeld tot 8 maanden gevangenis, wegens diefstal begaan in Londerzeel op 29 januari 1841. Getekend De Dobbeleer. UC - N° 10 Londerzeel, 3 maart 1841 (Kort) Het bedrag van de grondbelasting (18.966,24 fr.) werd door de bestendige deputatie van de provincie goedgekeurd. IC - Parquet 605 Mechelen 4 maart 1841 Henri Teugels uit Londerzeel (proces-verbaal voor jachtmisdrijf, opgesteld door de veldwachter van Liezele op 8/2) werd op 2 maart door de corr. rechtb. van Mechelen veroordeeld tot boetes
80
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
van 1) 20 fr., 2) 30 fr. en 3) inbeslagneming van zijn geweer. De Procureur des Konings Vermijlen. UC - N° 449 en 450 Londerzeel 6 maart 1841 (Kort) Verzonden aan de vrederechter en aan de ontvanger van domeinen: 2 overlijdensregisters inclusief de 12 sterfgevallen van februari 1841. UC - N° Londerzeel 22 maart 1841 De rol der personenbelasting (6.437,34 fr.) werd op 27/2 door de provincie goedgekeurd. De Londerzeelse hondenbelasting bedraagt voor 1840 278 fr. UC - N° 456 Londerzeel den 22 meert 1841. Pro Justitia Op den 5 meert 1841 ten drij ueren naer middag, was Joannes Baptista De Lathouwer, veldwachter der gemeynte Londerzeel, op zijne ronde in de velden dezer gemeente, gekomen in de Meerstraete aen een stuk land toebehoorende aen d’heer Philippis Janssens, grond eygenaer en koopman in wijnen, woonende te Willebroeck, waervan den huerling is van het voormeld stuk land Philippus Vandenbergh, landbouwer alhier, alwaer hij heeft bevonden drij persoonen die de werklieden zijn van den voormelden Janssens, bezig zijnde in de voormelde straet aen het voormeld stuk land, met eenige boomen te ontgraeven; hij aen hun zeggende dat zij die aerde zoo diep uytgraefde, daerop hebben zij voor antwoord gegeven dat dit zijnde voor er andere boomen te planten op die zelve plaets. Daerop heeft den veldwachter voor antwoord gegeven dat het niet meer betaemde of toegelaeten zijnde van nog eenige hoegenaemde planten in de gemeyntestraeten te planten, terwijlen het verboden was van den heer kommissaris opzigter der wegen, van zulke overtreedingen niet meer te gedoogen of te laeten gewoôrden. Op den 20 der zelver maend, om 2 ueren naer middag, is den voormelden veldwachter, al die voormelde straet doorgegaen alwaer hij heeft bevonden dat er zeven canada boomen en een eycke strunk geplant waeren op die voormelde plaets. Waer van proces verbael (werd) opgesteld om aen de heer kommissaris opzigter der wegen des kanton Wolverthem te doen gewoorden om te dienen als naer rechten, en den voormelden veldwachter heeft met mij geteekend. Den borgemeester J.F. Verheyden. (P.V. dezelfde dag verstuurd naar Mijnheer d’Hondt, kommissaris opzichter der wegen.) UC - N° Het jaer 1841, den eersten der maend April ten twaelf uren des morgens. Ik ondergeteekende, Joannes Baptista De Lathouwer, veldwachter der gemeente Londerzeel, hebbe mij begeven in de Meerstraet binnen deze gemeente, alwaer ik heb bevonden dat den genoemden Philippus Jacobus Janssens, grondeigenaer en koopman in wijnen, woonende te Willebroeck, op de zelve straet, regt over eene partij lands, hem toebehoorende en in gebruik bij Philippus Van den Bergh, landbouwer, binnen deze gemeente woonende, zeven Kanada en eene Eyke poot geplant heeft in overtreding aen het reglement op de buurtwegen de date 27 Juny 1820; zoo hebbe ik den overtreder gemaend, om deze onwettige plantagie binnen de drij dagen weg te nemen en de straete in haeren vorigen staet te erstellen, en hebbe er het tegenwoordig proces verbael van opgemaekt, waer ik aen den overtreder copij heb gelaten, den dag, maend en jaer als boven gemeld. (Proces verbael geaffirmeerd door Lathouwers op 2/4/1841 voor de vrederechter van Wolverthem, Chevalier De Burtin d’Esschenbeek).
81
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
IC - N° Brussel 2 april 1841. (Kort) De gemeentelijke administratie van Londerzeel wordt verzocht om de milicien van 1838 Jan Benoit De Keersmaecker te laten weten dat hij binnen de 8 dagen 150 fr. moet betalen ten voordele van zijn vervanger, zo niet zal deze laatste uit het korps verwijderd worden. De arrondissementscommissaris Vandeweyer. UC - N° 461 (Kort) In maart 1841 overleden in Londerzeel 7 personen. UC - N° Het jaer 1841 den zesden der maend April. Ik ondergeteekende Joannes Baptista De Lathouwer, veldwachter der gemeente Londerzeel, hebben mij begeven in de Meerstraete binnen deze gemeente ten eynde mij te verzekeren of den heer Philippus Jacobus Janssens, grondeigenaer en koopman in wijnen, woonende te Willebroeck, aen de aenmaning vervat in mijn proces verbael van den eersten dezer, van zeven kanada en eene eyke poot, welke hij geplant heeft op de zelve straete, regt over eene partij lands hem toebehoorende en in gebruik bij Philippus Vandenbergh, landbouwer, alhier woonagtig, weg te nemen, en waer van ik den overtreder sprekende aen hem zelven coppij heb gelaten en bevonden hebbende dat den overtreder aen de gedane maning niet heeft voldaen, en dat de dingen alnog in hunnen vorigen staet zijn gebleven, zoo hebbe van het tegenwoordig proces verbael van de eersten dezer, houdende aenmaning ingevolge het reglement op de buurtwegen de date 27 Juny 1820, aen den heer commissaris opzigter der wegen van het canton zal overgemaekt worden. Te Londerzeel, dag, maend en jaer als boven. (Geaffirmeerd bij de vrederechter op 6 april) IC - N° 1473 Malderen, le 22 Avril 1841 (Kort) Hermans Emanuel, die zijn bijstandswoonst in Londerzeel heeft, wordt op uw kosten door ons weldadigheidsbureel ondersteund. De secretaris J.B. Van Ingelgem – De burgemeester J. Slachmuylders. UC - N° 469 Londerzeel, le 24 Avril 1841 Aan de burgemeester en schepenen van Malderen. Volgens art. 1 van de wet van 28 november 1818 kan Hermans een beroep doen op onderstand in uw gemeente, waar hij geboren is. Vermits de gemeente Malderen niet eenduidig kan aantonen dat hij gedurende 4 opeenvolgende jaren in Londerzeel verbleven heeft en vermits hij mondeling aan de heer Willocx, eerste schepen van Londerzeel, verklaard heeft dat hij zich nooit uit de registers van Malderen laten schrappen heeft, aanvaarden wij zijn bijstandswoonst niet. UC - N° 471 Londerzeel 28 april 1841. Aan de arrondissementscommissaris – Gelieve de bestendige deputatie te laten weten dat Londerzeel 7.800,77 fr. wenst te lenen bij de spaarkas om de aankoop- en rentelasten te betalen van het klaslokaal en het gemeentehuis; aankoop door de bestendige deputatie goedgekeurd op 2 februari.
82
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
IC - N° Mechelen 1 mei 1841 Jean Joseph Vandevelde, oud 56 jaar, ongehuwd, geboren in Londerzeel, zoon van Jean François en Anne Puttemans, overleden, werd in ons burgerlijk hospitaal opgenomen voor een longaandoening. Hij is een arme uit uw gemeente en heeft zijn bijstandswoonst nog altijd bij zijn broer op Sneppelaer. Wij lieten u dit niet eerder weten omdat de behandelende geneesheer Denis aanvankelijk de behandelingskosten wilde betalen maar daar nu op teruggekomen is. IC - N° 99 Strombeeck Bever le 3 mai 1841 Monsieur le Bourgmestre – Verschillende kranten berichten dat in de nacht van 24 op 25 april misdadigers een gril van één der 14 kapellen van de kruisweg te Londerzeel ingedrukt hebben, de beelden er uit hebben gehaald en ze in de velden hebben geworpen. De nacht ervoor zou een ander beeld van de heilige maagd uit een andere kapel weggenomen zijn. Als dergelijke feiten in uw gemeente zijn gebeurd dan ben ik ten zeerste verwonderd, mijnheer de burgemeester, dat u me daarvan – in weerwil van verschillende instructies die u toegezonden werden - niets laten weten heeft. Gelieve me dus zo snel mogelijk en liefst per expres hierover een gedetailleerd rapport te bezorgen en – indien de krantenberichten juist zijn – me te laten weten of er processen verbaal werden opgesteld, aan wie ze verzonden werden, of er verdachten zijn, en welke maatregelen u genomen heeft om dergelijke verwerpelijke misdaden, die niet streng genoeg opgevolgd kunnen worden, op te lossen. Verwaarloos niet meer om mij onmiddellijk te verwittigen mochten er zich nog vergelijkbare feiten, hoe klein ook, in uw gemeente voordoen. De vrederechter, Chevallier De Burtin d’Esschenbeek UC - N° 473 Londerzeel den 6 Mey 1841 Aen Mr.den Ridder De Burtin d’Esschenbeek, vrederechter des kantons Wolverthem te Strombeeck-Bever. Mijnheer den Vrederechter – In antwoord aen uwen geheerden brief de dato 3 lestleden N° 99 betrekkelijk de overtredingen geschied aen de kapellekens staende langs henen den Kruys Weg binnen mijne gemeente, voorgevallen in den nagt van den 24 à 25 lestleden. In het hiergenaemd Pilatus huysken, is de lat van de deur gewrongen en het beeld van Pilatus met dat van Ons Heer, met twee andere beelden genomen, en het een weynig achter de kapel of het gezegd huysken in ’t veld geplaetst, zonder dat er is kwaed aen gedaen te hebben, en in een ander open kapelleken waer zij het beeld van Onze Lieve Vrouw missen. Daer en is niemand die ons kan aenwijsen wat dag dat dit daer uyt zoude genomen zijn. Dit is al wat er geschied is. Nochtans, zoo haest dat ik er kennisse van gehad hebbe, ben ik seffens met mijne twee veldwachters naer de heyde gegaen, en alzoo in de bijzondere wijken mijner gemeente, en bij de bijzonderste en suspecte persoonen huyszoeking gedaen, voor dat voormelde beeld van Onze Lieve Vrouw te konnen ontdeckken, en naer alle onze opzoekingen en genomen informatiën, is het zonder uytslag gebleven. Maer nog onophoudelijk de veldwachters doen informeren, om er eenige inlichtingen te konnen hebben, maer tot heden nog niets ontdeckt, hebbe ik er geen proces verbael konnen van opstellen, terwijlen de daeders aen ons onbekend blijven, voor het aen den competerenden rechter over te zenden. Ontfangt, ik bied Ued Mr. den Vrederechter, de verzekerheyd mijner hoog agting. Den Borgemeester, J.F. Verheyden.
83
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Pilatushuisje
UC - N° 474 en 475 (Kort) In april 1841 zijn er in Londerzeel 14 personen overleden. UC - N° 476 Het jaer 1841, den negensten der maend Mey, ten elf uren ’s avonds. Ik ondergeteekenden Jacobus Willocx, eersten schepenen der gemeynte Londerzeel, mij op de ronde begeven hebbende, vergezeld van onzen veldwachter genaemd Joannes Baptista De Lathouwer, tot het uytoeffenen der policie zaeken, komende aen het huys en herberg van den genaemden Joannes Baptista Huybrechts, zijn deur nog openstaende, hoorende door het gerugt dat daer nog veel volk binnen zijnde, zijn wij daer binnen getreden en hebben daer bevonden: 1° De Meyer Joannes, arbeyder, 2° Scheers Franciscus, landbouwer, 3° De Keersmaecker Augustinus, bierbrouwer en landbouwer, 4° Desmedt Antonius, knegt bij den eersten schepenen, 5° De Hertogh Vitalis, arbeyder, 6° Goossens Joannes, arbeyder, 7° Vanderlinden Egidius, brouwersknegt, 8° Van Riet Petrus, arbeyder, 9° Lemmens Jacobus, herbergier, 10° Van den Eede Nicodemus, koopman in kikenen, woonende te Wolverthem. 11° Joannes Baptiste Huybrechts. Hun zeggende dat de uer van vertrek alreeds twee ueren geluyd was, en dat zij beter zouden gedaen hebben op hunnen tijd hun t’ huys te begeven, als daer zoo vrugteloos te blijven zitten brassen en drinken, en stooring aen de nagtrust te geven, en dat men het aen de herbergiers meest moet wijten die geen uer van vertrek en kennen, die maer altoos den nagt door tappen en schenken, zoo als den voormelden Huybrechts doet, die ik al daerover verscheyde maelen beripst hebbe en hem voorzeyd hebbe dat hij riskerende den eenen of den anderen dag een proces
84
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
verbael ten lasten en van alle degene die ik er in zijn huys zoude bevonden hebben, zoo als ik het nu aen hun verklaert hebbe ingevolgen art. 6 onzer policie reglement, goedgekeurd door permanente deputatie der provincialen raed te Brussel den 16 Augustus 1838. Den eersten schepenen Voornoemd. IC - N° 1475 Malderen le 11 Mai 1841. Monsieur le Bourgmestre, Betreft bijstandswoonst van Hermans Emmanuel. Volgens uw brief 469 van 24 april kan deze zijn bijstandswoonst niet in Londerzeel hebben omdat hij uw eerste schepen Willocx mondeling verteld heeft dat hij zich nooit uit de registers van Malderen laten schrappen beeft en omdat wij niet ondubbelzinnig kunnen aantonen dat hij 4 opeenvolgende jaren in Londerzeel gewoond heeft. U weet zelf maar al te goed dat hij ongeveer 11 jaar bij u verbleven heeft, namelijk 4 jaar bij Jean de Proft, 4 jaar bij Jean De Bondt en 2 jaar en 9 maanden bij Jean Reyntiens, allemaal landbouwers. UC - N° 478 Pro Justitia - Het jaer 1841 den zestienden der maend mey ten thien en half uren voor middag. Wij ondergeteekende, borgemeester der gemeynte Londerzeel, verklaeren dat er overtreding is geschied op het stuk der verwijtingen en dreygementen gedaen door den genaemden Petrus Ludovicus de Bleser, beroep waegenmaeker in het dorp naest bij de kerk, den welken zekeren genaemden Franciscus Van Assche, oud 67 jaeren, beroep schoenmaeker, woonende alhier in het dorp naest bij de kerk, die paisibelijk door zijnen gang van zijn huys kwaem aengegaen, is den voormelden De Bleser voor hem gegaen al vloekende en zweerende met een graef schup in zijn hand, dreygende den voormelden Van Assche daermede den kop te willen in stukken houwen of klieven, hem voorwijtende dat hij de gote of waeterloop, die tusschen het huys van zijnen meester Wijns en van Van Assche zig bevind, zoude geopend hebben, waer op Van Assche antwoordende daer van niets te weten of er geen kennis van te hebben van hetgene waer mede hij hem betigte. Dan is hij nog haestelijk naer huys geloopen en is seffens terug gekomen met een greep of drijtand, en daermede wilde hij dan Guilemus Clerebout, grafmaeker alhier, hem dreygende daermede te willen steken, maer is dan henen gegaen zonder geslaegen of gesteken te hebben; maer het gevolg daer van is dat den voormelden Franciscus Van Assche op de boomen is wat gaen zitten welke omtrent zijn huys liggen en daer heeft hij een geraektheyd gekregen waer van hij ten vijf uren naer middag overleden was blijkens de declaratie van den heer doctoor hierbij vergezellende. Waer van getuygen zijn in die zaek Coenrardus Clerebout en Joanne Maria Janssens, huysvrouw van Franciscus Van Moer, die met mij geteekend hebben. Waer van proces verbael heb opgesteld tot informatie en narigt om te dienen als naer rechten. Den Borgemeester J.F. Verheyden. (P.V op 18 mei verzonden naar de vrederechter “met kennisgeving dat den voormelden De Bleser maer van een zeer gemeyn gedrag is en dat hij wel een goed repriment zoude mogen ondergaen”.) IC - N° 841 Gent 19 mei 1841 Van het Régiment Curassiers, Gent Mijnheer de burgemeester – Jean Benoit De Keersmaecker, milicien van 1838, die zich op 9 maart 1840 laten vervangen heeft door Delahaye Ivon, heeft de som van 150 fr., voorgeschreven door art. 5 van de wet van 8 maart 1839, niet betaald. Als dit binnen de 8 dagen niet gebeurt, zal zijn vervanger naar huis gestuurd worden. De kapitein-kwartiermeester Blingen – De Kolonel-voorzitter Libotton.
85
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
(De Keersmaecker Jean Benoit, brouwer, aangeschreven met brief 477 van 13 mei 1841) IC - N° 114 Strombeek-Bever le 26 mai 1841 Bij vonnis van de politierechtbank van 25 mei werden veroordeeld voor inbreuk op artikel 6 van uw politiereglement. De eerste tien tot 6 frank en de 11de tot 10 frank boete, omdat ze zich na de opgelegde sluitingstijd in een herberg bevonden (P.V. 476 van 12 mei).: 1) I. De Meyer, 36 jaar, 2) J. Scheers, 20 jaar, 3) De Keersmaecker Augustin, 24 jaar, 4) Antoine Desmedt, 30 jaar 5) Vital Dehertogh, 6) Jean Goossens, 29 jaar, 7) Egide Vanderlinden, 29 jaar 8) Pierre Van Riet, 42 jaar 9) Jacques Lemmens, 42 jaar 10) Nicodème Van den Eede, van Wolvertem, 11) J.B. Huybrechts, 29 jaar, Londerzeel, IC - N° 2341 Ypres, le 26 mai 1841 Monsieur le Bourgmestre, Wij hechten er groot belang aan te weten of de feiten uit bijgevoegd rapport waar zijn. Als dat zo is vragen wij u de waard van de herberg De Helm te verzoeken om de genaamde Pieter Jan Verlies zijn verlof(brief) terug te geven. Deze man heeft bij ons korps een contract voor 6 jaar getekend; de stukken die door Verliès werden voorgelegd zijn voor de herbergier van generlei waarde en behoren zich in onze archieven te bevinden. Mochten de feiten uit dit rapport onjuist zijn, gelieve ons dan meer informatie te geven. De kapitein-kwartiermeester Bouthet – de Kolonel-voorzitter Hégaud UC - N° 481 Londerzeel le 29 Mai 1841 Aan de hogere administratie raad van het 2de regiment artillerie, depot Ieper. Mijnheer de Kolonel - Ingevolge uw brief van 26 mei heb ik de heer Joseph Van Ruysevelt ondervraagd, baas van de herberg de Helm in onze gemeente. Verlies heeft hem inderdaad zijn verlof(brief) toevertrouwd, maar dit stuk werd gevoegd bij een voorlopige akte van plaatsvervanging en bovendien heeft Verlies het vrijwillig afgegeven aan notaris Crick uit Londerzeel, en dit als waarborg voor het bedrag van 100 frank dat Van Ruysevelt betaalde als voorafbetaling van de totale som voor dewelke de plaatsvervanging overeen gekomen werd. Van Ruysevelt ontkent formeel dat hij zou geweigerd hebben om Verlies te herbergen en te voeden, in afwachting van zijn inlijving als vervanger voor zijn zoon. Na 5 weken verblijf in de Helm beweerde Verlies echter dat hij met een beetje geld een handeltje in dekens en doeken zou kunnen beginnen en gemakkelijk in zijn onderhoud zou kunnen voorzien in afwachting van zijn inlijving. Het is na dat voorstel dat er hem voorschotten uitbetaald werden en sedertdien is hij, ondanks zijn beloftes, niet meer bij Van Ruysevelt verschenen. De zoon, Jean Baptist Van Ruysevelt dient nu zelf bij de artillerie en bevindt zich in het depot te Ieper. Voor de burgemeester, schepen Willocx. IC - N° 5425
86
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Bruxelles, le 2 juin 1841 Vanaf de hereniging van België met Frankrijk is uw gemeente de zetel geweest van een kanton van het vredegerecht, en dit tot het in werking treden van de wet van 19 Nivose jaar X, die het aantal kantons verminderd heeft. gelieve me te laten weten wat er gebeurd is 1) met de minuten van het Vredegerecht gedurende die periode en 2) met de verzameling wetten en besluiten van hetzelfde gerecht. Graag antwoord voor 12 juni. De Procureur des Konings De Crastier (?) IC - N° 5867 Bruxelles, le 2 juin 1841 De wees Isabelle Barbe Van Hoeck is slechts 25 jaar oud en heeft pas op 19 mei 1840 uw gemeente verlaten. Daarom kan ze nog nergens anders een bijstandswoonst bekomen hebben. Uw gemeente zal dus de kosten voor haar onderhoud moeten betalen. De arrondissementscommissaris. IC - N° 2369 Ypres, le 3 juin 1841 Aan de burgemeester van Londerzeel. Betreft ons schrijven 2347 van 26 mei en uw antwoord 481 van 29 mei. Gelieve bij notaris Crick in uw gemeente de stukken terug te halen van de genaamde Verlies, soldaat van ons regiment. Wij begrijpen volledig dat het gedrag van deze man niet helemaal loyaal is geweest maar anderzijds heeft deze militair een engagement van 6 jaar aangegaan dat we niet meer kunnen annuleren. Zijn situatie moet geregulariseerd worden. Uit het eerder meegestuurde rapport heeft u gezien dat deze man zijn korpsoverste heeft weten te verschalken door te beweren dat hij reeds vroeger had gediend. Artillerieregiment. De kapitein-kwartiermeester Bouthet – De Kolonel-voorzitter Hégaud. UC - N° 482 Londerzeel 7 juni 1841 (Kort) Overlijdens mei 1841: 9 personen. UC - N° 484 Londerzeel, le 7 juin 1841. Mijnheer de Procureur des Konings – Uw vraag van 2 juni. Geen enkel gerechtsdocument van ons kanton bevindt zich nog hier. Het bureel van het vredegerecht en dat van de gemeentelijke administratie hebben zich nooit samen in hetzelfde gebouw bevonden. Bij de opheffing van onze gemeente als zetel van het vredegerecht werd dit, samen met alle documenten en archieven, naar Wolvertem overgebracht. De burgemeester. UC - N° 485 Londerzeel, le 9 juin 1841. Mijnheer de Procureur des Konings. – Als antwoord op uw geëerde vraag per brief 54525 van 2 juni, heb ik de eer om u te laten weten dat ik met zekerheid ben te weten gekomen dat – tijdens de excursie die het Franse leger in onze gemeente gehouden heeft om onze opstandelingen, met andere woorden de brigands, te ontwapenen, de archieven van het vredegerecht van het kanton verbrand werden, met uitzondering van een klein fragment dat gedeponeerd werd in de archieven van het vredegerecht van het kanton in Wolvertem. Ik geloof u deze inlichtingen te moeten geven zodat u uw opzoekingen kunt staken. Voor de burgemeester, schepen Willocx. IC - N°
87
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Bruxelles le 9 Juin 1841 Londerzelenaars veroordeeld door de correctionele rechtbank voor diefstal van hout: Van Assche Jean François, Lauwers François, Van den Driessche, Lauwers Louis IC - N° Bruxelles le 9 Juin 1841 Londerzelenaars veroordeeld door de correctionele rechtbank voor slagen: Jean Baptist Parijs, François De Boeck, Pierre Kiekens, Vital de Hertogh, Jean De Buyser, Benoit De Buyser, Philippe De Buyser, Benoit De Keersmaecker. IC - N° Vilvoorde, 17 juni 1841 (Kort) Gelieve me de staat van fortuin te laten kennen van Josse De Donder; anders moet ik het aan de burgemeester van Malderen vragen. De ontvanger van registratie en domeinen. (Antwoord gestuurd op 19/6 met brief 487) IC - N° 6115 Bruxelles, le 17 Juin 1841 (Kort) Mijnheren – Gelieve ons te laten weten wat er gebeurd is met de 750 fr. subsidies die de kerkfabriek gekregen heeft voor de herstelling van de kerktoren. De arrondissementscommissaris, Vandeweyer. (8 ontvangstbewijzen voor herstelling aan de toren verstuurd op 30 juni met brief 492) UC - N° 486 Londerzeel, le 18 juin 1841 Aan de kolonel van het 2de regiment artillerie in Ieper - Mijnheer de Kolonel – Gevolg gevend aan ons schrijven 481 van 29 mei en in antwoord op uw brief 2369 van 3 juni sturen we u de stukken die Verlies afgegeven heeft als onderpand voor het bedrag van 100 frank dat hem als voorschot op het bedrag voor de vervanging van Jan Baptist Van Ruysevelt gegeven werd. Gelieve ontvangst ervan te bevestigen. Toen Notaris Crick ons deze stukken teruggaf merkte hij in naam van zijn cliënt, Van Ruysevelt, op dat deze stukken voor Verlies hoofdzakelijk van belang waren om een mouwstreep te kunnen krijgen en dat, indien alles correct verliep, hij deze gunst slechts zou kunnen genieten wanneer hij bij het ontvangen van de rest van de uitkoopsom een restitutie zou doen van de 100 frank die hij had afgeperst van zijn cliënt Van Ruysevelt, vader van een grote familie. In ieder geval, mijnheer de kolonel, gelieve de maatregelen te treffen die u nodig acht om deze zaak te beëindigen. De secretaris L. Van Onderbergen - Voor de burgemeester, Willocx, eerste schepen. IC - N° Brussel 22 juni 1841 (Kort) Heeft Barbe Van Hoeck, 25 jaar, geboren in Londerzeel, dochter van Josse en Puttemans Anna Cathérine, nog steeds haar bijstandswoonst in Londerzeel? De arrondissementscommissaris. UC - N° 489 Londerzeel 24 juni 1841 (Kort) Isabelle Barbe Van Hoeck, zonder beroep, werd uit ons bevolkingsregister geschrapt op 19 mei 1840 wegens verhuis naar de stad Brussel. Willocx.
88
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
IC - N° 1018 Anvers, le 25 juin 1841. Aan de kolonel commandant van het 2de Regiment Artillerie te Ieper. Mon Colonel - De hogere administratieraad heeft mij met brief 2432 van 20 juni om advies gevraagd over de manier waarop een daad van kanonnier Verlies hersteld zou kunnen worden. Deze wordt, dunkt mij, ten onrechte van afpersing beschuldigd; daarom wil ik u hierbij de omstandigheden waarin deze zaak gebeurde uitleggen. Kanonnier Verlies had voorlopig het engagement aangegaan om de zoon van de heer Van Ruysevelt te vervangen. Hij wachtte in Londerzeel zelf het moment af waarop degene die hij zou vervangen onder de wapens zou worden geroepen. Op datzelfde moment zou ook een definitieve akte van vervanging opgesteld worden. Deze dag liet echter op zich wachten en onderwijl logeerde Verlies bij Van Ruysevelt, die de herberg de Helm uitbaat. Van tijd tot tijd kreeg hij wat geld toegestopt om in zijn andere uitgaven te kunnen voorzien en op rekening van het voorlopige akkoord. Dit bedrag liep na 15 dagen à 3 weken op tot 65 frank. Toen heeft Verlies de herbergier duidelijk gemaakt dat – vermits de dag van de oproeping er maar niet kwam – hij zich niet tevreden kon stellen met niets te doen en voorschotten op het overeengekomen vervangingsbedrag op te gebruiken voor het onderhoud van zijn uitrusting en voor andere uitgaven, en dat hij het nuttig oordeelde om naar zijn familie terug te keren om op een goedkopere manier in zij onderhoud te kunnen voorzien. Van Ruysevelt ging hiermee akkoord en Verlies vertrok. 15 dagen later keerde hij in Londerzeel weer en toen vertelde Van Ruysevelt hem dat de lichting van zijn zoon slechts binnen 3 à 4 maanden onder de wapens zou worden geroepen. Hierop antwoordde Verlies dat hij bereid was om te wachten gesteld dat hij die tijd op zijn kosten mocht logeren. De herbergier ging hiermee evenwel niet akkoord en gaf Verlies 35 frank met de woorden dat hij mocht gaan waar hij wilde en doen wat hij het beste vond. Verlies aanvaardde het geld en verwittigde Van Ruysevelt ervan dat hij zich in een legerkorps ging inschrijven. Van Ruyssevelt zag hem nogal onverschillig verdwijnen. Volgens deze nieuwe inlichtingen en volgens degene vervat in mijn rapport n° 988 van 22 mei, schijnt het mij toe dat Van Ruysevelt - als hij zijn 100 frank verloren heeft - Verlies van zijn kant nog veel meer kwijt is. Het zou onrechtvaardig zijn Verlies, die overigens zonder middelen is, te verplichten om de 100 frank te rembourseren zonder dat ook Van Ruysevelt een schadevergoeding zou moeten betalen. Ik concludeer dat de militaire autoriteiten niet moeten tussenkomen in het geschil tussen Van Ruysevelt en Verlies. De commandantmajoor van de gedetacheerde batterij van het 2de regiment Artillerie – Lauwereys. UC - Londerzeel, le 27 juin 1841 Aan de heer Rimslagh, heelmeester te Londerzeel Mijnheer – Ingevolge artikel 81 van het burgerlijk wetboek nodig ik u uit om naar het administratiebureau van onze gemeente te komen om me te vergezellen ten einde een onderzoek te doen op het lijk van Frederic d’Hertogh, geboren en wonend in deze gemeente, en hier verdronken op 26 juni, rond 9 uur ‘s avonds, en ten einde vast te stellen of er geen tekenen of aanwijzingen voor een gewelddadige dood te vinden zijn of andere omstandigheden die zoiets zouden kunnen laten vermoeden. De burgemeester, J.F. Verheyden. UC - N° 491 27 juni 1841. Aen Mijnheer den Prokureur des Konings te Brussel. Den borgemeester der gemeente van Londerzeel verklaert dat er is voor hem gecompareerd in den bureel van het plaetselijk bestuer dezer gemeente Clement Joannes Verspecht, beroep landbouwer alhier, die ons heeft verklaerd dat op den 26 dezer loopende maend, om drij uren naer middag, zijnen huysen is uytgegaen, zekeren genaemden d’Hertogh Frederic, oud 80 jaeren,
89
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
zonder beroep, geboren en woonende te Londerzeel bij den voornoemden Verspecht, alwaer hij besteed was door het plaetselijk bestuer van alhier ten koste der gemeynte, zeggende dat hij wilde uytgaen om wat lever te gaen koopen. Maer om 8 uren ’s avonds zijn er twee kleine minderjarige kinderen gegaen bij den voormelden Verspecht, hem zeggende dat de voormelden d’Hertogh, hem bevond omtrent eenen waeter poel genaemd Sleebus put, en dat hij daer inophoudelijk gestaedig en rondom weg en weder gaende, zoo als men zoude zeggen gelijk iemand die zocht. Die beyde kinderen waeren aldaer gegaen om wat droog hout te zoeken te raepen, de eerste genaemd Francisca Blommaers, en de tweede Francisca Desmedt, beyde woonende alhier. Maer aentrent thien uren ’s avonds is onzen veldwachter genaemd Joannes Baptist Van Steen, ten mijnen huysen mij komen te kennen geven, als dat den boven genaemden d’Hertogh Frederic in Sleebus put verdronken zijnde, alwaer ik met haest ben henen gegaen, vergezeld van onze twee veldwachters en secretaris, zoo als wij daer het zelve bevonden hebben en er visitatie van het gans lichaem gedaen te hebben, door den heer Rimslagh, heelkundigen woonende alhier, is er niets aen hem bevonden die oorzaek zoude geven aen zijn dood, maer wij zijn eenpaerlijk van gevoelen dat hij zich zelven van het leven heeft beroofd, terwijlen dat die plaets alwaer hij zich zelven heeft omgebragt nog straet nog weg en ligt, en dat hij met opgezetten wille ten dien opzigte aldaer is henen gegaen. Waer van ik proces verbael heb opgesteld tot informatie en narigt. Den borgemeester J.F. Verheyden.. UC - Londerzeel den 28 Juny 1841 Mijnheer den Prokureur – Ik heb d’eer aen Ued te doen gewoorden een proces verbael betrekkelijk den genaemden Frederic d’Hertogh, oud 80 jaeren, gebooren en woonende te Londerzeel, armen besteedeling ten kosten der gemeynte alhier, den welken men gelooft, volgens het algemeen gevoelen, zig zelven met opgezetten wille het leven heeft ontnomen in eenen waeter poel alhier, bijgenaemd Sleebus Put, op den 26 dezer maend in den avond waer de uer just ons onbekend is. Ontfangt, ik bid Ued Mr. den Procureur des Konings, de verzekerheyd mijner hoog agting. Den Burgemeester. IC - N° 822 Ypres, le 30 juin 1841 De commandant van het 2de Regiment Artillerie Mijnheer de burgemeester – Om een einde te maken aan onze correspondentie in verband met Verlies en de 100 franken die herbergier Van Ruysevelt aan hem betaald heeft, stuur ik u hierbij een brief van de hogere officier, commandant van de legerafdeling waar Verlies momenteel dient. Deze brief maakt het mij niet mogelijk om gevolg te geven aan de reclamatie van Van Ruysevelt, maar als deze zijn beschuldiging van afpersing wettelijk kan staven – waar ik gezien de verkregen informatie ten zeerste aan twijfel – dan moet hij Verlies maar voor de rechter dagen. De Kolonel Commandant Van Damm. UC - 493 2 july 1841 Aen Mijnheer den Prokureur de Konings te Brussel. Pro Justitia Jaer 1841 den 16 Juny lestleden. Ik ondergeteekenden Jacobus Willocx, eerste schepenen der gemeynde Londerzeel, doende de politie aldaer, verklaere dat den genaemden Carolus Buelens, landbouwer woonende te Londerzeel, Wijk 1 in den Pluymenest, zig voor mij heeft gewend, klaegende dat er van hem was gestolen op zijn hof, twee bondelen eyke deeklatten. Op zijne gedaene klagt heb ik dien diefstal zooveel mogelijk gaen opzoeken om den daeder te kennen, maer naer verscheyde opzoekingen en informatiën gedaen te hebben, ben ik op den 24 letstleden
90
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
op den hof gegaen van den genaemden Jacobus Van Laer, beroep arbeyder, woonende te Londerzeel in den Eeckhout, alwaer ik gevonden heb onder de haeg van zijnen hof gestopt de twee voormelde bondelen eyke deeklatten. Hem vraegende waer hij die latten gekogt, gekregen of gehaeld hadde, hij heeft mij voor antwoord gegeven dat hij die gekogt hadde in eene hout verkooping te Wolverthem, waer van die verkooping gedaen was geweest in het jaer 1838 of 1839 door den heer Crick, notaris ter residentie te Londerzeel; alwaer ik mij begeven heb om daer van de juste waerheyd te kennen. Den voormelden notaris heeft mij te kennen gegeven dat hij binnen het jaer 1838 of 1839 geen hout van dien aerd verkogt en heeft, niet anders dan kepers en tilloenen en eenig sleunhout, dus dat deze geen plaets kan hebben terwijlen dat ze gemaekt zijn van slegte plant boomen die den belanghebbenden gekogt had bij zekeren pachter Antonius Mertens, schepenen te Steenuffel en aldaer woonende, alwaer ik een heb doen haelen om ze met elkanderen te confronteren, zoo als ik die just bevonden heb, en dat er geen twijfel aen en is of den vermelden Jacobus Van Laer heeft hem aen dien diefstal pligtig gemaekt. Waer van ik proces verbael heb opgesteld om te dienen als naer rechten. Den eersten schepenen Willocx. (Op 2 july met brief 493 gestuurd naar de Procureur “met verzoek van er gevolg aen te geven terwijlen dat den voormelden Van Laer maer van gemeyn gedrag en is, en dat hij nog indertijd voor de correctionele rechtbanck te Brussel verwezen is geweest voor misdaeden tot eene maend gevangenissche, die hij gedaen heeft”. UC - N° 495 (Kort) Overlijdens in juni 1841: 5. UC - N° 496 Pro Justitia Het jaer 1841 den vierden der maend July omtrent tien uren des avonds. Ik Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester en ambtenaer van politie der gemeente Londerzeel, mij ten huyse van Franciscus Broothaerts, herbergier aen den ijzeren weg binnen deze gemeente bevindende, alwaer zich onder andere persoonen bevond den genaemden Joannes Franciscus Rotsaert, werkman aen den ijzeren weg, geboren en woonende te Ghistelles, en sedert acht weken bij genaemden Broothaerts verblijvende, den welke naer menigvuldige moeylijkheden en kwestiën, welke hij ten gemelden huyse wilde maeken, zonder nogtans van iemand aengesproken te worden; aen hem burgemeester gezegd heeft dat alle de burgemeesters deugnieten en dieven waeren, en dat hij alle zulke als gij (den burgemeester van Londerzeel) aen zijnen polovie vaegde, en wijders gezegd heeft dat indien die twee mannen, te weten Hermans en De Maeyer, daer niet zaten, hij van hem burgemeester een ander manneken zou maken, en hem burgemeester bij de borst heeft willen grijpen; en naer dat ik burgemeester hem aengezeyd had van naer zijn bed te gaen en hij zich op geener wijlen heeft willen stillen, en ziende zijne menigvuldige drijgementen, hebbe ik, burgemeester, hem in arrest gehouden om ter dispositie van den heer Procureur des Konings te Brussel gesteld te woorden. En op heden den genaemden Franciscus Broothaerts, herbergier alhier, voor ons hebbe doen verschijnen, den welken verklaert alle de aengehaelde verwijtingen en beledigingen gezien en gehoord te hebben en wijders verklaerende dat genoemden Joannes Franciscus Rotsaert aen hem gezeyd heeft: Baes laet mij gerust, ik gaen niet slapen; ik zal mijnen nagt op eene andere wijze doorbrengen, en wijders dat hij Rotsaert aen Ludovicus Vijvermans, landbouwer, woonende te Londerzeel, gezegd heeft dat er dezen nagt drij van zijne handen moesten sterven. Thobias Hermans en Joannes Carolus De Maeyer, landbouwers, woonende te Londerzeel, verklaeren insgelijks de genoemde en aengehaelde verwijtingen en beledigingen gehoord en gezien te hebben.
91
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Waer van proces verbael ik, burgemeester, hebbe opgemaekt om gezegde persoon aen den heer Procureur des Konings te Brussel te woorden overgemaekt. Te Londerzeel den zesden July 1841 - Den Borgemeester J.F. Verheyden. UC - N° 497 Londerzeel le 6 Juillet 1841 (Kort) Monsieur le Brigadier – Gelieve me direct twee gendarmes te sturen om een gearresteerde man op te halen. IC - N° 8 juli 1841 (Kort) Heer burgemeester – Ik kom u bezoeken op woensdag 14 juli om 10 uur ’s morgens om de tweede kontrole van de buurtwegen uit te voeren. De wegencommissaris van het kanton Wolvertem C. L. t’Kint. GR - Londerzeel den 11 July 1841 Berigt. Den borgemeester en schepenen der gemeente van Londerzeel maeken kenbaer aen alle de inwoonders dezer gemeente dat de rekening dezer gemeente woord op het gemeentehuys bewaerd, waer ieder schatplichtigen er steeds zonder verplaetsing kennis kan van nemen tot den 15 dezer maend July 1841. IC - N° 167 Gemeente Temse 12 juli 1841 (Kort) Marie Josephe Willockx, 23 jaar, geboren in Londerzeel, dochter van Joseph en Elisabeth Pauwels, bijstandswoonst in Londerzeel, is opgenomen in ons hospitaal op 9 juli en zal op kosten van uw gemeente behandeld worden. GR - N° 48 Zitting van den gemeentenraed van Londerzeel de date 16 July 1841. Tegenwoordig de heeren Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester president, Willocx en Mertens, schepenen, Goossens, Van Assche, Van Ruysevelt, Verhofstadt, De Keersmaecker, leden, en Vanonderbergen, secretaris. De meerderheyd der raedslieden mits dien tegenwoordig zijnde, en alzoo bevoegdelijk kunnende beraedslaegen is overgegaen bij onderzoeken voorraed tot het sluyten der rekening opgemaekt en overgebragt door den heer Joannes Josephus De Cat, plaetselijken ontfanger over den jaere 1840. Gezien de door den genaemden ontfanger overgegevene rekening der ontfangsten en uytgaven door hem in zijne bovengenoemde hoedanigheyd over den jare 1840 gedaen. Gezien den staet van begrooting over den jare 1840. Overwegende dat na behoorlijk en nauwkeurig onderzoek des gemelde rekening en van de daer bij gevoegde bewijsstukken er uyt volgt dat de generaele ontfangsten beloopen tot francs 16.485,84 wel geregeld zijn. En generaele uytgaven tot 15.067,83 mede wel geregeld zijn. Dus eenen overschot van francs 1.418,01 De rekening van den ontfanger der gemeente Londerzeel over den jaere 1840 woord bij deze onder nadere goedkeuring van het collegie der permanente deputatie den provinciaelen raed dezer provincie goedgekeurd en vastgesteld in ontvangst (als boven). Gedaen te Londerzeel in zitting van date als boven.
92
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
IC - N° Mechelen 12 juli 1841 (Kort) Aan de gemeente Londerzeel. – Verwijzend naar onze brief van 1 mei melden we u dat Jean Joseph Van de Velde in ons stedelijk hospitaal verzorgd werd. De kosten bedragen 56 frank. Gelieve zo snel mogelijk te betalen. IC - N° 207 Meysse den 20 Julius 1841. Aen het collegie van Borgemeester en Schepenen der gemeynte Londerzeel. Mijnheeren – Zekeren Joannes Van Doorslaer, kleermaecker, geboren in uwe gemeynte en welken in de zelve zijnen domicile van onderstand heeft behouden, heeft zich in onze gemeynte nedergezet met zijn huysgezien. Alzoo deze reeds meer is bezwaerd met onderhouds kosten van behoeftigheyd als haere middelen zulks toelaeten, hebben wij de eer Ued te verzoeken onmiddellijk de noodige maetregelen te nemen om dezen persoon en zijn huysgezien in Ue gemeynte terug te nemen of elders te plaetsen, op dat wij niet genoodzaekt zouden wezen hem benevens zijn talrijk huysgezien ten kosten van Ue Gemeynte in het bedelaers werckhuys te plaetsen waer toe er genoegzaeme redenen zijn terwijl zijn huysgezien geduerig bedelende wordt bevonden. Wij zullen binnen de acht daegen de uytvoering van onze uytnoodiging verwagten om ons voornemens bewerkstelligt te maeken.... Den borgemeester A. Remory Eiken. IC - N° 6642 Brussel 20 juli 1841. (Kort) Vanwege de arrondissementscommissaris Van de Weyer – Ik kom op 28 juli, om 11 uur voormiddag naar Londerzeel om de registers van de burgelijke stand en de archieven te controleren. Gelieve ook de secretaris aanwezig te laten zijn evenals de veldwachter met uniform en uitrusting. IC - N° 964 Gent 21 juli 1841 - 1ste regiment curassiers. (Kort) Mijnheer de burgemeester – De Keersmaecker Jean Benoit, milicien van Londerzeel lichting 1838, heeft de som van 150 fr. ten gunste van Ivo Delahaye die hem op 9 maart 1840 vervangen heeft, nog steeds niet betaald. Hij heeft nog tijd tot de 28ste van deze maand. De majoor, Somers. GR - N° 49 Zitting van den 24 Julius 1841 Waer dat tegenwoordig waeren de heeren Verheyden, burgemeester, Willocx en Mertens, schepenen, De Keersmaeker, Van Hove, Verbesselt, Verhofstadt, Goossens, leden, en Van Onderbergen, secretaris. De gemeyntenraed van Londerzeel, in buytengewoone zitting vereenigd krachtens oproepersbrief van het collegie van burgemeester en schepenen om over te gaen tot de benoeming van een lid van het bureel van weldadigheyd dezer gemeynte, in vervanging van den heer Augustinus Elias Cruckx, overleden. Gezien het decreet van den 7 Germinal jaer XIII. Gezien de lijsten van voordragt van kandidaeten gedaen door het gemelde bureel en het collegie van burgemeester en schepenen ingevolge het art. 84 N°2 der gemeyntewet, dewelke respectivelijk tot eersten kandidaet hebben voorgedraegen den heer Carolus Franciscus Leys, pastoor dezer gemeynte, en tot tweede kandidaet den heer Josephus Verbesselt, pagter woonende alhier..
93
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Overwegende dat den heer Carolus Franciscus Leys, eersten kandidaet den vereischte hoedanigheden bezit om de gemelde functiën op eene voldoende wijse uyt te oefenen en dat hij geen maetschap is met de voordere leden van het bureel van weldadigheyd aen den graed uytgesloten door de gemeyntewet, heeft goedgevonden hem te benoemen tot lid van dit bureeel in vervanging van den heer Augustinus Elias Cruckx voorzegd. In zitting te Londerzeel dato als boven. Door bevel, den secretaris L. Vaanonderbergen Den borgemeester, J.F. Verheyden (Vertaald) Lijst der leden van het bureel van weldadigheyd van Londerzeel na de benoeming van een nieuw lid ter vervanging van de heer Augustinus Elias Cruckx, overleden pastoor. Naam en voornamen der leden Leeftijd Beroep Eerste benoeming Verheyden Jean François 61 Burgemeester 1821 Van Assche Amand 43 Landbouwer 1836 Van Ruysevelt J. François 55 Wagenmaker 1836 Leys Charles François 35 Pastoor 1841 Cruckx Augustin Elie Pastoor, overleden 1828 Willocx Jacques 43 Landbouwer 1826 UC - N° 500 (Kort) Leys Carolus Franciscus, pastoor te Londerzeel, werd op 24 juli 1841 benoemd als lid van het weldadigheidsbureel in vervanging van de overleden heer Cruckx, pastoor. IC - N° 7671 Brussel 2 augustus 1841 - Vanwege de Procureur des Konings. (Kort) Aan burgemeester en schepenen Londerzeel. Op bevel van de raadkamer van het Brussels tribunaal (15 juli 1841) moet De Blezer niet vervolgd worden. Louis, 26 jaar, schrijnwerker, geboren in Merchtem en wonend in Jette is voorgekomen onder beschuldiging van doodslag door onvoorzichtigheid (P.V. van 16 mei). IC - N° Oostende 3 augustus 1841 - Vanwege de compagniecommandant Van Cutsem. (Kort) Aan de burgemeester van Londerzeel – Ingesloten de livrets van Willems Charles, Verbelen Pierre Jean en Vleminckx Bernard. Gelieve ze aan hen te bezorgen. UC - N° 501 Londerzeel 4 augustus 1841. (Vertaald) Aan de arrondissementscommissaris – Jean François De Bondt, milicien van de lichting 1839, onder de wapens bij het 2de regiment artillerie. Over zijn gedrag in onze gemeente is weinig goeds te zeggen. het is een kwaaddoener. Op 30 april 1839 werd hij door de politierechtbank van Wolvertem onder meer veroordeeld tot een boete en tot het betalen van de gerechtskosten omdat hij boomtakken op de grond gegooid had en de openbare weg had gebarricadeerd. Willocx. UC - N° 502 6 augustus 1841. (Kort) Overlijdens in Londerzeel juli 1841:6 UC - N° 504 6 augustus 1841 Op 1 januari 1841 waren er in Londerzeel geen blinden en doofstommen.
94
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N° 505 Pro Justitia - Petrus Van Asbroeck, landbouwer alhier woonende, sectie 3, zich beklaegende dat er op den 6 (augustus) dezer lestleden om 10 ueren voor middag overtreeding is geschied op zijn stuk land genaemd straet Bosch, liggende sectie 3, beplant met pataten, op welk stuk hij beschaedigd is geweest door de genaemde 1° Joannes Baptist Verdickt, 2° Antonius Verdickt, woonende te Thisselt, en 3° Carolina Verdickt, landbouwers en landbouweres, en hunne twee dagloonwerkers genaemd Cornelius en Dominicus Reyniers, beyde gebroeders, woonende alhier op de heyde in de Patatestraet, alle betigt door den bovengenaemden Van Asbroeck dat ze ten zijnen nadeele met hunne korte waegens gelaeden met koren toebehoordende aen de voormelde Verdickten, door het voormeld stuk beplant met pataten, toebehoordende aen den bovengenaemden Van Asbroeck, slings en rechts zijn doorgereden, en zelfs dat ze hun zoo verre verstout hebben dat zij hunne korte waegens in het pataten kruyd geladen hebben. Waer van getuigen Moortgat Exaverius en zijnen broeder Michael. Waer van ik de klagt heb opgesteld om te dienen als naer rechten en heeft den aenklager met mij geteekend. Den borgemeester. (Opgezonden naar de vrederechter op 9 augustus 1841) UC - N° 506 Pro Justitia - Jaer 1841 den negenden lestleden omtrent 5 ueren naer middag, is er eene diefte ontstaen van tarwe op het land van den genaemden Franciscus Plaskie, winkelier en landbouwer alhier, door den genaemden Jacobus Zaterdag, oud 19 jaeren, zonder beroep, geboren en woonende bij zijne ouders alhier in de Molenstraet, den welke verrast is geweest door Joannes Baptist Van Steen, veldwachter te Londerzeel, en waer van getuigen Franciscus Verbelen, oud 11 jaeren, zonder beroep, woonende bij zijne ouders alhier in de Mechelstraete, die hem bevonden hebben met de diefte te begaen met de tarwe van de hoopen af te nemen, dewelke gepickt en gestuyckt staende op het land van den voormelden Plaskie. Het kleyn bondelken of gezegd zandtarwe, heeft den voormelden veldwachter hem doen af leggen en heeft het naer den bureel van het plaetselijk bestuer gebragt. Waer van proces verbael heb opgesteld om te dienen tot Ue informatie en naerigt en heeft den bovengenaemden veldwachter met mij geteekend. Den borgemeester. (Verzonden naar de Procureur met brief 506 op 11 augustus “met kennis geving dat den voormelden Saterdag van een zeer gemeyn gedrag is en dat zijne begeerlijkheyd wat te groot is, want alwaer hij maer en kan aengeraeken en zal hij zekerlijk niet laeten liggen als mede nemen. Op den 24 der maend September 1839 heeft hij nog een vonnis ten zijnen lasten gehad voor op het veld van Franciscus Augustijns alhier woonende, eenen korf pataten gestolen te hebben, waer voor hij verwezen is geweest door den tribunaal van policie te Wolverthem voor twee daegen gevang en de kosten van ’t proces. Den borgemeester.) UC - N° 507 Londerzeel den 12 Augusty 1841. Mijnheer den Prokureur des Konings – Ik heb d’Eer aen Ued te kennen te geven als dat den genaemden Antonius Bruno De Jonghe, oud 42 jaeren, beroep blokmaeker, geboren te Breendonck, provintie Antwerpen, woonende te Londerzeel, zoon van Guilelmus De Jonghe en van Agnes Van Buggenhout, weduwnaer van Anna Maria Van Gheel – op den thienden dezer ten zijnen woonhuysen alhier gelegen, sectie Een N° 4, op zijnen zolder is dood bevonden zonder er de oorzaek van te kennen. Maer zoo haest ik er van onderrigt zijnde, ben ik er seffens mij ter plaetse begeven om er de aenschouwing van te doen, vergezeld van den eersten schepenen en den heer C. Oomen, doctoor in de heelkunde en de medicijnen, om er volgens zijne kunst en wetenschappen het lichaem na te speuren zoo als hij gedaen heeft en verklaerende geene hoegenaemde teekens te vinden die hem eene geweldige dood zoude aengedaen –hebben, blijkens zijne declaratie hier bij vergezeldende. Den borgemeester.
95
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N° 508 Londerzeel 12 augustus 1841 (Kort) Mijnheer de arrondissementscommissaris – De Bondt Joannes Franciscus, milicien bij het 2de regiment artillerie, bevindt zich niet in Londerzeel maar zijn geburen zeggen dat hij in Baasrode zou kunnen zijn ‘alwaer hij in saemenspraek is met een vrouwpersoon’. IC - N° 7069 Brussel 14 augustus 1841 - Vanwege de arrondissementscommissaris. Gelieve mij te zeggen of de onderwijzer in 1842 dezelfde behandeling en betaling verdient als voorheen. UC - N° 510 Londerzeel 19 augustus 1841. (Vertaald) Mijnheer de Procureur des Konings – Antwoord op uw vraag 8110 van 16 augustus. Antoine Bruno De Jonghe heeft op 10 augustus wel degelijk zelfmoord gepleegd, want hij leverde zich dagelijks buitensporig over aan de drank en reeds langer dan 2 jaar is hij dronken gedurende het grootste gedeelte van de dag. UC - N° 512 Londerzeel 20 Augustus 1841 (Kort) Mijnheer de ingenieur (Pont & Chaussées Brussel) – In 1839 werd aan de ingang van de gemeente een brug gebouwd. Sedertdien staat de boerderij van de heer Mertens voortdurend onder water, niet alleen tijdens de winter, maar zelfs na een felle zomerregen. Gelieve hieraan te verhelpen. UC - N° 513 Londerzeel 23 augustus 1841 (Vertaald) Mijnheer de commissaris – Uw brief 7069 van 14/8. Bernard Kerremans, onderwijzer, vervult zijn functie met veel inzet en energie en verdient de welwillendheid van de regering door zijn zorg voor zijn school en door zijn gedrag tegenover zijn leerlingen. Willocx. N° 515 26 augustus 1841. Opgestuurd naar de arrondissementscommissaris: de inventaris van de archieven van de gemeente Londerzeel. UC - N° 520 Pro Justitia - Jaer 1841 den 31sten der maend Augusty lestleden om een ure naer middag is er overtreding geschied wegens diefstal van schorssen,van 7 eycke billen die hun zig bevinden geplaetst aen den ijzeren weg te Londerzeel, toebehoorende aen den genaemden Joannes Baptist De Keersmaecker, koopman in hout, woonende te Malderen, die afgedaen zijn geweest door den genaemden Ludovicus Saterdag, zonder beroep, geboren en woonende te Londerzeel. De voormelden De Keersmaecker zig beklaegende, zeggende dat die eycke billen niet meer van de administratie van den ijzeren weg in koop zullen aangenomen woorden, die hij daer geplaetst had om er van de verkooping te doen aen de voormelde administratie, terwijlen zij beroofd zijn van hunne schorssen en door dien zij de dikte niet meer en hebben, en dat zij door de oppertoezienders der houte billen zullen afgewezen woorden in plaets van ze te koopen, ingevolgen hunne instructie daertoe bestaende om er den aenkoop van te doen, dus dat de voormelden De Keersmaecker zijn verlies schat aen eene somme van 18 franken voor schaede aen hem aengedaen.
96
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Waer van getuigen zijn van dien gedaenen diefstal Judocus Van Riet, wagter aen den ijzeren weg te Londerzeel, en zijn dogter Anna Maria Josepha Van Riet, oud 14 jaeren, beroep dienstmeid, tegenwoordig woonende bij den heer Joannes Franciscus Baeke, winkelier in kruidenierswaeren in het Kasketstraetjen te Brussel. Waer van proces verbael heb opgesteld om te dienen als naer rechten. Willocx., 1ste schepenen, doende de functie van politie kommissaris. (P.V. opgestuurd op 9 september met brief 520) GR - N° 50 Zitting van 31 Augusty 1841. De leden van den bureele van weldadigheyd der gemeente Londerzeel. Gezien het openbaer testament van den heer Petrus Joannes Sleebus, zoon van Guilelmus en van Anna Maria Verhoeven, particulieren woonende te Londerzeel en aldaer ten jare 1841 overleden, ontvangen door den notaris Crick residerende te Londerzeel den 9den Augusty 1839, behoorlijk geregistreerd; waerbij den testateur geeft en legateert den naekten eygendom aen dezen bureele van weldadigheyd en het vruchtgebruyk aen Maria Theresia De Keersmaecker, zijne vrouwe, van een hectaer vijfentwintig ares lands, af te meten naest den zuyden van een grooter stuk, gelegen te Breendonck, kanton Puers, op de Sparrebosschen, palende dit deel noord het deel hier van gescheyden, oost Steenhuysen, zuyd Janssens en west Franciscus Kock, op last dat den bureele van weldadigheyd na het eyndigen van het vruchtgebruyk ten eeuwigen dagen in de kerk van Londerzeel zal doen celebreren 8 gezongen jaergetijden ‘s jaers, waer van 4 tot laeffenis der ziele van testateur, 2 tot rust der zielen van zijne ouders, en 2 tot laeffenis der ziele van zijne voornoemde echtgenote. Gezien den N° 3 en den §2 en 3 van den N° 8 van het artikel 76 der communale wet van den 30 Meert 1836. Overwegende dat deze partij lands bij de aengifte der nalatenschap van den testateur begroot is op eene weerde van 2500 francs. Overwegende dat gezegde parij lands ten allen tijde een jaerlijks inkomen van 70 francs zal opleveren en den jaerlijkschen last van de 8 gemelde jaergetijden maer beloopt tot 30 francs en 48 centimen indervoegen dat er ten behoeven van den bureele van weldadigheyd een zuyver overschot van 39 francs 52 centimen ‘s jaers zal bestaen. En overwegende dat blijkens het beroepen testament de voornoemde vrouwe van den testateur voor zijnen eenigen en algemeene erfgenaem is geconstitueerd die aen dit goed het vruchtgebruyk behoud, en bij dien zijne natuurlijke erfgenamen, nog zijne echtgenote door deze gifte niet benadeeld woorden, en daeromtrent geen gegronde reclamen te maken hebben. Delibereren. Den voornoemden bureele van weldadigheyd zal de voormelde gifte op den last daer bij bepaeld aennemen, na daertoe door de permanente deputatie van den provincialen raed van Braband behoorlijk te zijn bemagtigd. Afschrift van de tegenwoordige beraedslaging zal aen het advies van den gemeentenraed van Londerzeel onderworpen en nadien aen de gezegde permanente deputatie tot het bekomen der autorisatie tot acceptatie overgemaekt worden. Gedaen te Londerzeel in zitting van den 31e Augusty. Den gemeyntenraed van Londerzeel. Gezien de beraedslaging der leden van den bureele van weldadigheyd der gemeente Londerzeel de dato 21 Augusty 1841 en aen het advies van den gemeynten raed voorgedraegen, strekkende de aengifte van een partij lands, groot 1 ha 25a, aen den bureele van weldadigheyd der gemeynte Londerzeel, bij testament gegeven van wijlen Petrus Joannes Sleebus, overleden te Londerzeel den 18 January 1841, keurt de zelve goed onder nadere goedkeuring van de permanente deputatie den provincialen raed. Te Londerzeel den ... October 1841. Den Burgemeester. 97
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N° 518 2 september 1841. (Kort) In augustus overleden in Londerzeel 4 personen. IC - N° Le 2 Septembre 1841 Monsieur le Bourgmestre - Door vonnis van de politierechtbank van het kanton van 31 augustus werden 1) Jean Baptist Verdickt, 2) Caroline Verdickt, 3) Corneille Reyniers, 4) Dominiqie Reyniers, allen van Londerzeel, en 5) Antoine Verdickt, wonend in Tisselt, ieder veroordeeld tot 1 fr. boete en de proceskosten, wegens overtreding van art. 47 en 73 van het strafwetboek, om met hun kruiwagens over het aardappelveld van Van Asbroeck uit Londerzeel gereden te hebben (PV 505 van 19 augustus). UC - N° 521 Pro Justitia - Jaer 1841 den vijfden der maend September om thien ueren ’s avonds, is er mishandeling geschied aen den persoon van Matheus Van Crombruggen, oud 20 jaeren, beroep werkman, geboren en woonende te Londerzeel, den welken zig beklaegd aengedaen geweest te zijn in de straet genaemd Kleyn Holland, door den genaemden Karolus Van Assche, beroep werkman, ongetrouwd, geboren en woonende te Londerzeel, den welken den voormelden Van Crombruggen te gemoed komende, vergezeld van de genaemde Coleta De Keersmaecker, beroep werkster, jonge dogter, woonende alhier bij haere ouders in den Bleyenhoeck, zeggende aen Van Crombruggen dat hij hem ordonnerende den steenweg op te volgen met die dogter en daer van niet af gaen voor eenen anderen weg te nemen. Daer op heeft Van Crombruggen voor antwoord gegeven, ik moet den steenweg verlaeten voor deze Coleta naer huys te geleyden, zoo als Van Crombruggen gedaen heeft met de voormelde dogter; maer zoo haest dat ze den steenweg verlaeten hadden en een veldbaen een ende weg ingetreden waeren, den voormelden Van Assche, hun altoos kort opvolgend, heeft hij daer begonnen den voormelden Van Crombruggen vast te nemen bij de linker schouder en hij heeft zijn mes genomen en hem een snede toegebragt in zijnen linker arm, door de mouw van zijn bovenvest en zijn hemd tot al diep in het vleesch van zijnen arm. Waer van getuigen Petrus Van Riet, oud 23 jaeren, beroep knegt, woonende bij de weduwe van pachter Robberechts, alhier aen den ijseren weg, den welken verklaert dat hij gezien heeft dat den voormelden Van Assche Van Crombruggen met de dogter kort op agtervolgde tot aen het huys alwaer zij woonagtig is bij haere ouders, alwaer Van Assche den geheelen nagt heeft rond het huys gewandeld en daer de wacht heeft gehouden dat zelfs den voormelden Van Crombruggen daer den geheelen nacht heeft moeten verblijven uyt schrik van nog voor den tweeden mael van den zelven aengetast te worden. Naer alles wel nauwkeuriglijk aenhoort te hebben, hebbe daer van proces verbael opgesteld tot Ue informatie en naerigt. Den Borgemeester. (Opgestuurd naar de Procureur op 11/9 met brief 521 ten laste van Van Assche “die van een zeer gemeyn gedrag is.”) UC - N° 522 Londerzeel 13 september 1841 (Kort) Mijnheer de Procureur – Betreft ons proces verbael 520. Ik verneem dat Louis De Maeyer, 14 jaar, zonder beroep, medeplichtig is geweest aan de diefstal in kwestie. Gelieve hem als mededader op te roepen.
98
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
IC - N° Bruxelles le 16 Septembre 1841 Mijnheer de burgemeester - Gelieve de getuigen te ondervragen die genoemd werden in uw PV van 9 september teneinde vast te stellen hoe Louis De Maeyer en zijn medeplichtige Jacques Saterdag zich aan deze diefstal schuldig gemaakt hebben, hetgeen uit de huidige stukken nog niet blijkt. IC - N° 522 Londerzeel 24 september 1841. Mijnheer de Procureur – Uw brief 8975 van 16 september i.v.m. P.V. 520. Josse Van Riet en zijn dochter Anna Maria Josepha getuigen dat de diefstal gebeurde op 31 augustus, door Louis De Maeyer, zoon van wijlen Joseph en Anne Marie Kersbeeck, en Louis Saterdag, zoon van Jean Baptiste. Ze verblijven bij hun ouders. UC - N° Pro Justitia - Het jaer 1841, den 28 der maend september. Ik Joannes Franciscus Verheyden, borgemeester der gemeynte van Londerzeel, verklaert dat er voor hem is verschenen zekeren genaemden Leonardus Van Steen, oud 21 jaeren, beroep knegt, woonende in de gemeente Steenuffel bij Petrus De Boeck, pachter en maelder, den welken zig beklaegende dat hij op den 27 dezer om 8 uren ’s avonds binnen de gemeynte van Londerzeel in eenen voetweg omtrent het dorp alhier, mishandeld is geweest door den genaemden Ludovicus De Boeck, oud 17 jaeren, beroep knegt, woonende bij zijnen zwaeger Carolus Goossens alhier op den wijk genaemd Schreybroeck Linde, den welken verscheyde bloed slaegen heeft toegebragt op het hoofd van den voormelden Van Steen; dat hij hem zoodanig mishandeld had dat hij hem verpligt heeft bevonden van die bloed contusiën te doen reinigen door den heer C.J. Oomen, doctoor en heelkundigen, woonende te Londerzeel, blijkens de declaratie hier beyde aengevoegd, en zonder eenige verschillende woorden tusschen malkanderen gehad te hebben heeft den voormelden De Boeck alle die slaegen verraderlijk aen den voormelden Van Steen toegebragt. Waer van getuigen Josephus Van de Voorde, Rosalia De Bondt, bedienden woonende bij Josephus Slachmuylders alhier in de straet genaemd Schreybroeck Linde, en Jacobus Van de Voorde, beroep knegt, woonende bij Josephus Jacobs, pachter te Steenuffel. En naer hun wel aenhoort en ondervraegd te hebben, die drij voormelde getuigen hebben zij verklaerd zoo als hier boven gemeld is. Waer van ik proces verbael heb opgesteld om te dienen als naer rechten. Den borgemeester J.F. Verheyden. UC - N° 523 Londerzeel den 1 october 1841. Mijnheer den Prokureur - Ik heb d’eer aen Ued te doen gewoorden een proces verbael tot last van den genaemden Ludovicus De Boeck, den welken op den 27 lestleden om 8 ueren ’s avonds mishandelingen begaen heeft met verscheyde slaegen ten bloede gegeven te hebben op het hoofd van den genaemden Leonardus Van Steen, beroep knegt, woonende bij den pachter Petrus De Boeck te Steenuffel. Het is met leedwezen dat ik moet te kennen geven dat den voornoemden Louis De Boeck, alhoewel hij maer 17 jaeren oud is, maer van een zeer gemeyn gedrag is. Den Borgemeester. UC - N° 524 Londerzeel den ... october 1841. Mijnheer (de arrondissementscommissaris) - ... in dobbel het afschrift uyt de genomene plaets gehad hebbende zitting der leden van den bureele van Weldadigheyd dezer gemeente op den 31 augusty lestleden, betrekkelijk de aengifte van een partij land gegeven bij testament aen den
99
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
bureele van Weldadigheid dezer gemeente, van wijlen Petrus Joannes Sleebus, alhier overleden, en aen de goedkeuring van den gemeenten raed onderworpen is geweest, met verzoek van het aen de permanente deputatie tot hunne goedkeuring voor te draegen. UC - N° 527 4 october 1841 (Kort) Overlijdens in Londerzeel september 1841: 1 (één) UC - N° 526 Londerzeel den 6 october 1841 Mijnheer (arrondissementscommissaris) - ... eene expeditie uyt den akt van aenkoop van het gemeenten huys alhier, waer van de betaeling aen de eygenaeresse en aen haere kinderen gedaen is geweest den 25 der maend Mey 1841, met verzoek van het aen de permanente deputatie tot hunne goedkeuring voor te draegen. IC - N° Bruxelles le 7 Octobre 1841 Londerzelenaars veroordeeld door de correctionele rechtbank voor diefstal: Jacques Saterdag, Louis Saterdag, Louis De Maeyer. De Procureur des Konings. IC - N° Brussel, 8 oktober 1841. De arrondissementscommissaris laat weten dat de minister van binnenlandse zaken de aanvraag van de heer Verstappen, die vraagt dat zijn derde zoon van militaire dienst zou vrijgesteld worden, verworpen heeft. IC - N° 6993 Brussel 8 oktober 1841 (Kort) Vanwege de arrondissementscommissaris – De provinciale autoriteiten willen uw gemeenterekening over het jaar 1840 niet goedkeuren zolang u de betaling niet heeft gedaan van de 62,78 fr. onderhoudskosten voor de vondeling P. Van den Eynde. UC - N° 529 Londerzeel 12 october 1841 (Kort) Mijnheer de Procureur des Konings – Jean Baptist De Jonghe, 31 jaar, dagloner, geboren in Londerzeel, heeft sedert 2 jaar onze gemeente verlaten om hier en daar te gaan werken. Over zijn huidig gedrag weten wij dus niets. Zolang hij in Londerzeel woonde was dat goed. Hij werd nooit vervolgd. Willocx. UC - N° 530 Londerzeel den 13 october 1841 Aen Mijnheer Van Stappen, herbergier en schoenmaeker te Londerzeel. Mijnheer – Ik heb d’eer aen Ued ter kennis te brengen dat mijnheer den gouverneur mij komt voor te schrijven van wegens den minister der binnenlandsche zaeken dat de vraeg die uwe gedaen hebt betrekkelijk om uwen zoon van den werkelijken dienst te ontslaegen, in geen agt kan genomen woorden en van de hand is gewezen, om reden dat uwen zoon voor den (milicie)dienst benoemd is geweest gelijkvormig de beschikking van den artikel 94 der wet van den 8 january 1817. Den burgemeester. UC - N° 532
100
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
19 oktober 1841 (Kort) Bedankt voor de 400 fr. die we kregen voor de verbetering van onze buurtwegen. UC - N° 534 20 oktober 1841 (Kort) Op 1 januari 1841 telde Londerzeel geen enkele honderdjarige. GR - N° 51 Zitting van den 27 October 1841. Tegenwoordig de heeren J.F. Verheyden, borgemeester en ordonnateur, J. Willocx, G.J. Leys, A. Van Assche en J.F. Van Ruysevelt. De leden van het bureel van weldadigheyd der gemeynte Londerzeel, buytengewoonelijk bij een vergaederd ten eynde te benaemen onder goedkeuring van den gemeyntenraed en de aenhoudende deputatie den provincialen raed, eenen vaccinateur tot het beletten der besmettelijke ziekte der kinderpokken voor te komen. Gezien art. 84 N° 3 der gemeyntewet van den 30sten meert 1836. Overwegende dat de plaets tot het vaccineren en het beletten der besmettelijke ziekte der kinderpokken van het kanton Wolverthem en de gemeente Londerzeel is open door het overlijden van den heer Judocus Rimslagh, in zijn leven vaccinateur des kanton Wolverthem, woonende te Londerzeel. Overwegende dat het van een algemeyn belang is dat er in de plaetsvervanging van den voormelden Rimslagh voorzien woord, hebben goedgevonden en verstaen te benaemen in de voormelde plaets den heer Cornelius Oomen, medecijn en heelmeester, als vaccinateur des kanton Wolverthem te Londerzeel. Afschrift van de tegenwoordige beraedslaging zal aen de approbatie van den gemeyntenraed van Londerzeel voorgedraegen woorden, en nadien aen de gezegde aenhoudende deputatie den provincialen raed tot het bekomen dier volmagt overgemaekt. Den gemeynten raed van Londerzeel. Gezien de beraedslaging der leden van den bureele van weldadigheyd der gemeynte Londerzeel de dato 27 october 1841 en aen de approbatie van den gemeyntenraed voorgedraegen woorden, strekkende de benaeming van den heer Cornelius Oomen, medicijn en heelmeester als vaccinateur des kanton Wolverthem te Londerzeel woonende, in plaets vervanging van den heer Josse Rimslagh, overleden te Londerzeel den 14 october 1841, keurt de zelve goed, onder nadere goedkeuring van de aenhoudende deputatie den provincialen raed. Te Londerzeel den 27 october1841. UC - N° 536 Londerzeel 27 oktober 1841 (Kort) Aan de arrondissementscommissaris – Mijnheer Josse Rimslagh, wonend in deze gemeente, inenter van het kanton Wolvertem, is op 14 oktober overleden en de heer Corneel Oomen, dokter in de genees- en heelkunde, stelt zich kandidaat om hem te vervangen. Wij denken dat zijn kandidatuur aanvaardbaar is omdat hij in 1841 gratis een groot gedeelte van de kinderen van verschillende gemeenten in ons kanton gevaccineerd heeft. UC - N° 537 Londerzeel 28 october 1841 Mijnheer de commissaris – Bijgevoegd uittreksel uit de gemeenteraadszitting waarbij de kandidatuur van de heer Oomen als kantonaal inenter werd goedgekeurd. UC - N° 538
101
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Londerzeel 5 november 1841 (Kort) Mijnheer de commissaris – Bijstandswoonst van Emmanuel Hermans (uw vraag 5159 van 27 en 28 october). – Gezien art. 1 van de wet van 1818 kan deze beroep doen op de bijstand van Malderen, waar hij geboren is en waar hij woont. Malderen kan bovendien niet aantonen dat hij vier opeenvolgende jaren in Londerzeel gewoond heeft. Aan onze schepen Willocx verklaarde hij dat hij nooit uit de registers van Malderen uitgeschreven werd. Dus moet onze gemeente deze bijstand niet op zich nemen. J.F. Verheyden. UC - N° 539 Londerzeel 5 november 1841. - (Kort) Londerzeel erkent de bijstandswoonst van Barbe Van Hoeck. UC - N° 540 November 1841. Mijnheer de commissaris - Jacques Willocx, eerste schepen, en André Mertens, tweede schepen, werden aangeduid om de declaraties aangaande de personenbelasting te controleren. UC - N° 541 (Opgestuurd naar de arrondissementscommissaris op 6 november 1841) Verslag over het bestier en den toestand der zaeken betrekkelijk de gemeynte Londerzeel over den jaere 1840, opgemaekt ingevolgen het art. 70 der gemeynte wet van 30 Maert 1836, door den Borgemeester en schepenen der zelve gemeynte in openbare zitting van den 6 September 1841 en waer van publiek bij plakschriften den 15 Augusty lestleden is berigt gewoôrden. Staet der finantie der gemeynte Londerzeel, blijkens de rekening opgemaekt door den gemeynte ontfanger over den jaere 1840 en door den gemeynten raed in zitting van den 16 July 1841. Provisoorelijk gearresteerd bestaet er nog een baetig slot van 1418,01 francken, waer over het bestier verklaerd dat het noodig is dat die gelden in de gemeynte kas zullen blijven rusten, terwijlen dat met het winter saisoen de behoeftige arme schaemele lieden dagelijks onderstand moet verleend woorden, zoo wel in geld als in andere voorwerpen. Laeger onderwijs. De onderwijzers B. Kerremans en J. Hermans, die met het kosteloos onderwijs der behoeftige kinderen belast zijn, kwijten hunne pligten, zij houden een goed gedrag, geene klagten bestaen er tegen hunnen lasten. Archieven der Gemeynte. Alle deze archieven bevinden hun zich in eenen goeden staet en woorden zorgvuldiglijk bewaerd. Politie. Geene criminele misdaden hebben gedurende het jaer 1840 binnen de gemeynte plaets gehad. Alle correctionele misdaden en wanbedrijven is er behoorlijk proces-verbael van opgesteld en zijn alle min of meer door de correctionele rechtbank en door het Vrede gerecht gestraft gewoôrden. Onvoorziene rampen en verliezen. Geene onvoorziene rampen of verliezen zijn er gedurende dit jaer binnen deze gemeynte te betreuren geweest. Straeten en wegen. De straeten en wegen bevinden hun zig in eenen goeden staet. De oorzaek is daer van dat er een zeker somme in den budget rekening gebragt is, tot het uytoeffenen dier werken.waer van die werklieden betaeld woôrden die de straeten en wegen bewerkstelligen. Gemeynte goederen. Het plaetselijk bestier werkt onophoudelijk tot het ontdeckken der gemeynte goederen, toebehoorende aen de gemeynte Londerzeel, welke parceelen goederen aen de gemeynte alhier geene de minste interesten en baerd, waer voor het bestier van voornemen is alle die verloren stukken en brokken te verkoopen ten profijte der gemeynte, om met die gelden zoo veel renten en obligatien af te leggen als het mogelijk zal konnen wezen, waermede de gemeynte belast is, en zal aen de aenhoudende deputatie den provincialen raed
102
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
voorgedraegen woorden, zoo haest die werken zullen voltrokken zijn tot hunne approbatie en autorisatie, om er de verkooping van te doen. IC - N° 5159 Brussel 6 november 1841 (Kort) Vanwege de arrondissementscommissaris. - Dat Malderen niet kan bewijzen dat Emmanuel Hermans niet gedurende 4 opeenvolgende jaren in Londerzeel woonde heeft, ontslaat u niet automatisch van uw plicht. Gelieve aan te tonen dat dit niet het geval is geweest. “Ik moet tot mijn spijt vaststellen dat de administraties in het algemeen niet de nodige goede wil aan de dag leggen om iemands bijstandwoonst te ontdekken.” UC - N° 542 7 november 1841 – (Kort) Overlijdens oktober: 6 UC - N° 545 Londerzeel november 1841 – (Kort) Aantal kiesgerechtigden: 260 IC - N° Brussel 9 november 1841 (Kort) Gelieve me snel wat meer te laten weten over de milicien De Bondt Jean François en vooral over de motieven die hem er van weerhouden hebben om zijn korps te vervoegen. UC - N° 546 Pro Justitia - Het jaer 1841, den negenden der maend November. Ik Joannes Franciscus Verheyden, borgemeester der gemeynte Londerzeel, verklaert dat er voor hem is verschenen zekeren genaemden Hermanus Franciscus Rumkens, oud 33 jaeren, beroep kuyper en herbergier, woonende binnen deze gemeynte in het Dorp, sectie een N° 29, den welken klaegende en verklaerende dat hij hem op den 8sten October om 11 à 12 uren in den nagt bevond ten huyse en herberge van de genaemde de weduwe van Joannes d’Hertogh, woonende naest bij de kerck alhier, alwaer hij eenige verschillende woorden heeft gehad met den genaemden Henricus Pas, beroep bakker en herbergier, woonende in het Dorp alhier, maer naer eene langdurige krakeele tusschen malkanderen gehad te hebben, is den genaemden Andreas Mees, oud omtrent 26 jaeren, beroep schrijnwerkersgast, geboren te Aelst, Oost Vlaenderen, woonende ten huyze en herberge van den voornaemden Henricus Pas alhier (sedert 6 à 7 maenden) in hunne reden is tusschen getreden , partij trekkende voor zijnen meester al waer hij in den kost is bij den voornaemden Pas. Maer wat is er geschied? Rumkens is den huyse uytgegaen om hem te begeven naer zijn huys in den voornaemden wijk; Mees is ook uytgegaen en heeft den voormelden Rumkens gaen opvolgen, en alwanneer Rumkens hem in de publique straet bevond, circa 50 à 60 stappen van zijn huys, alwaer hij met een snijdende instrument eene snede heeft toegebragt in den hals achter de linker oor van den voormelden Rumkens, wel ten minste de grootte van eenen mans vinger, waer van hij plat ter aerde is nedergevallen en vermaekt is geweest van den genaemden heer C. Oomen, doctoor en heelkundigen, woonende alhier, die er eene declaratie aen het bestier alhier heeft afgeleverd, hierbij vergezellende om te dienen als naer rechten. Waer van getuigen Joannes Carolus de Maeyer, beroep werkman, en Gerardus Van Campenhout, beroep werkman, beyde woonende alhier in het Dorp. Den eersten verklaert dat hij gehoord heeft als dat den voormelden A. Mees, roepende dat gaederendoor, dan, en als wanneer den vermelden Rumkens die bloed contusie achter zijn oor ontfangen heeft, en dat hij er is tusschen gesprongen om Rumkens te helpen, waer door hij zeven sneden van een mes of anderzins in zijnen blauwen kiel ontfangen heeft, en één in zijn hoofd, dwars door zijne mutse die hij op zijn hoofd had. Den tweeden verklaert dat hij A. Mees hooren roepende tegen den
103
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
voormelden Pas, dat gaed er door. En dat is al wat zij kunnen verklaeren, en naer hun wel ondervraegd en aenhoord te hebben, hebben daer van proces verbael opgesteld om te dienen als naer rechten. Den Borgemeester, ambtenaer van politie. (Opgestuurd naar de Procureur op 10 november, brief 546, “met kennis geving dat het voor den eersten mael is dat hij overtreding of mishandeling begaen heeft sedert al den tijd dat hij alhier is woonagtig, nochtans dat hij maer van een gemeyn gedrag is”). UC - N° 548 Londerzeel 13 november 1841 Aan de heren administrateurs van het 2de regiment artillerie te voet, 10de batterie, depot Ieper. (Vertaald) Mijne heren – Conform de omzendbrief van de gouverneur van 4 mei l.l., memorial administratif 165, vraag ik u om mij een certifikaat toe te sturen voor Pierre Joseph Goossens, geboren en wonende in Londerzeel, soldaat bij het 2de regiment artillerie te voet, 10de batterij, om hem toe te laten in het huwelijk te treden. Zodra zijn korpsadministratie hem laat weten hoe groot zijn schuld is, is hij bereid om aan de massa kleding en uitrustingsstukken te voldoen. UC - N° 549 Londerzeel 13 november 1841. (Kort) Aan de arrondissementscommissaris – Wij hebben al het mogelijke gedaan om de verblijfplaats te ontdekken van De Bondt Jean François van deze gemeente, soldaat bij het 2de regiment artillerie, 9de batterie, in garnizoen te Antwerpen. Zijn ouder beweren dat hij zich in Antwerpen, in het militair hospitaal, bevindt. Hij is bijgevolg niet in Londerzeel. Eerste schepen Willocx. UC - N° Londerzeel den 14 November 1841. Den borgemeester der gemeente Londerzeel, arrondissement Brussel, provincie Braband, Gezien het Koninklijk Besluit van den 19 Augusty 1819, Journal officiel N° 44, Gezien art. 90 der gemeente wet van den 30 meert 1836, Gezien den omgaenden brief van den heer Prokureur des Konings de dato 2 october lestleden N° 14 en N° 9257 betrekkelijk het voorstellen van eenen ambteneaer tot het uytoeffenen der gerechtelijke politie zaeken voor de gemeente Londerzeel, In overweging nemende dat den genaemden Willocx Jacobus, eersten schepenen der gemeynte Londerzeel, geboren te Malderen, woonende binnen deze gemeente, sedert verscheyde jaeren als aengstelden ambtenaer voor de gerechtelijke politie zaeken voor de gemeente Londerzeel heeft waergenomen, Ik hebbe goedgevonden aen te stellen en voor te draegen tot de benoeming van ambtenaer der gerechtelijke politie zeken der gemeente Londerzeel, Willocx Jacobus, eersten schepenen der gemeente Londerzeel, en zal onder naedere goedkeuring aen den heer Prokureur des Konings van het arrondissement Brussel toegezonden worden. (Goedgekeurd voor het jaar 1842 te Brussel op 29 december 1841: getekend De Crassier, Procureur) IC - N° Bruxelles le 16 Novembre 1841 Londerzelenaars veroordeeld door de correctionele rechtbank voor slagen: Louis De Boeck. De Procureur. IC - N° Bruxelles le 16 Novembre 1841
104
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Londerzelenaars veroordeeld door de correctionele rechtbank: Van Assche Charles. De Procureur. IC - N° Bruxelles le 16 Novembre 1841 Londerzelenaars veroordeeld door de correctionele rechtbank voor slagen: Van Gugt P. Jh., Janssens Henri, Walschap Pierre. De Procureur des Konings. IC - N° Bruxelles le 16 Novembre 1841 Londerzelenaars veroordeeld door de correctionele rechtbank voor slagen: De Donder Livin. De Procureur. UC - N° 550 Londerzeel 17 november 1841. (Kort) Aan de commissaris – Schepenen Willocx Jacques en Mertens André worden voorgedragen als de personen die in Londerzeel militiecertifikaten uit mogen reiken. GR - N° 52 Zitting van den .... November 1841 Tegenwoordig de heeren Verheyden, burgemeester, Willocx en Mertens, schepenen, Van Ruysevelt, Verhofstadt, De Keersmaeker, Remory, Van Hove, Van Assche, leden, en L. Vanonderbergen, secretaris. Den raed der gemeente Londerzeel, door borgemeester en schepenen bij een geroepen ten eynde over te gaen tot het opmaeken des budgets over den jaere 1842 gelijkvormig aen den omzendbrief de dato 1 october lestleden, memorial van administratie N° 332. Gezien de noodzaekelijke stukken betrekkelijk tot het opmaeken des budgets en den voorberoepen omzendbrief, en de artikels 139 en 142 der gemeentewet van den 30 maert 1836. In aenmerking nemende dat er 40 francken voor den aenkoop der brandstoffen voor den bureel niet genoegzaem en is, hebben er eene verhooging aen gedaen van 14 francken. Gezien de rekening aen den gemeentenraed overgelevert voor het dienstjaer 1840, gesloten door de aenhoudende deputatie den provincialen raed den 9 November 1841. Den raed naer het nauwkeuriglijk overzien te hebben stelt den ontvangst en uytgaef als volgt. Den ontvangst ter somme van 13.736,41 Den uytgaef van 6.918,19 Overschot van den ontfangst 6.818,22 In zitting te Londerzeel dato als boven. Door bevel, den secretaris L. Vanonderbergen Den borgemeester, J.F. Verheyden UC - N° 551 Londerzeel 22 november 1841. (Vertaald) Mijnheer de arrondissementscommissaris – Uw brief 5159 van 6 november betreffende Hermans Emmanuel, dagloner, geboren en wonend in Malderen. Bijgevoegd de verklaring van Jean François Reyntens, landbouwer in Londerzeel, die beweert dat de genoemde in 1840 bij hem als knecht gewerkt heeft en daarna, toen hij ziek werd, uit liefdadigheid nog 3 maanden lang bij hem verzorgd is geweest. Wij verklaren dus oprecht dat Hermans geen 4 jaren opeenvolgend in Londerzeel heeft gewoond en de gemeente Malderen kan dit ook niet aantonen. Onze eerste schepen, de heer Willocx, heeft, ter gelegenheid van een volkstelling, de man in 1840 op de boerderij van Reyntens gesproken, en die heeft toen zelfs verklaard dat het toen voor de eerste keer was dat hij in Londerzeel werd ingeschreven.
105
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N° 552 Londerzeel november 1841. (Kort) Mijnheer de Procureur des Konings – Uw brief van 20 november. Bijgevoegd de benoeming van Jacobus Willocx, eerste schepen sedert 1825, geboren te Malderen en wonend in Londerzeel, tot “ambtenaer tot het uytoeffenen der gerechtelijke politie zaeken”. IC - N° 1513 Malderen 3 december 1841 (Vertaald) Aan de arrondissementscommissaris te Brussel. - In antwoord op uw brief 5159 van 27 november betreffende de bijstandswoonst van Emmanuel Hermans, die door de lokale administratie van Londerzeel wordt betwist, niettegenstaande hij daar meer dan 10 jaar onafgebroken heeft verbleven, tijdens welke periode zij daar geen enkele verantwoordelijkheid voor hebben gedragen. Op het moment dat zij de zieke Hermans in een karretje naar onze gemeente teruggebracht heeft, ontkende of kon Londerzeel niet meer ontkennen dat hij voordien bij hun gewoond had, bij: 1° Guillaume Van Cauwenbergh, 2° Philippus Van den Brande, 3° Robberechts, 4° Jean De Proft, 5° de broers De Bondt, 6° Pierre Lombaerts, alvorens bij Reyntens in dienst te gaan. Ten bewijze hiervan sturen we u, naast de onderhoudsstaat van Hermans zelf, twee verklaringen van landbouwers uit Londerzeel die vaststellen dat Hermans daar zonder ophouden gedurende meer dan 10 jaar verbleven heeft. Indien nodig kunnen we dat met bijkomende getuigenissen staven. De secretaris J.B. Van Ingelgem – de burgemeester J. Slachmuylders Den ondergeteekenden Joannes De Proft, landbouwer woonende te Londerzeel, verklaert ten getuyge bij deze dat Emmannuel Hermans sedert den tijd van meer dan 10 jaeren in twee verschillige reysen gedurende de vijf jaeren bij den ondergeteekenden heeft gewoont, dat het van zijne goede kennis is dat gemelden Hermans altijd en onafgebroken zijne wooning en domicilie te Londerzeel gehad heeft en aldaer gewoont in hoedanigheyd van dienstbode, zoo bij hem als bij 1° Guillelmus Van Cauwenbergh, 2° bij Philippus Van den Branden, 3° den gebroeders De Bondt, 4° Francis Robberechts, ten 5° Petrus Lombaerts, en ten 6° Jan Francis Reyntiens, alle landbouwers woonende te Londerzeel. In teeken der waerheid heb ik het tegenwoordig getuygschrift geteekend en verleend. Te Londerzeel, den 2 December 1841. Den ondergeteekenden Joannes De Bondt en Arnoldus De Bondt, landbouwers woonende te Londerzeel, in den Neerhavert, verklaeren dat het van hunne goede kennis is, dat den genaemden Emmanuel Hermans, geboortig van Malderen, sedert meer dan tien onafgebroken jaeren, laetselijk zijne domicile en verblijf binnen deze gemeente Londerzeel gehad heeft, en het van hunne goede en volkomene kennis is dat den zelven alhier gewoond heeft 1° bij Philippus Van den Branden, landbouwer te Londerzeel, 2° bij wijlen Josephus Robberechts, landbouwer te idem, 3° bij Joannes De Proft, landbouwer te Londerzeel. Van waer den genaemden Emmanuel Hermans bij de ondegeteekenden is komen wonen, en dat hij maer dan drij jaeren onafgebroken bij de verklaerders heeft gewoont, en sedert mei 1839 is gaen wonen bij Petrus Lombaerts, alwaer hij slechts eenige maenden heeft gewoont, en van genaemden Petrus Lombaerts, landbouwer te Londerzeel, bij Joannes Franciscus Reyntens heeft gewoont tot den jaere 1841. In teeken der waerheid heb ik het tegenwoordig getuygschrift geteekend en verleend. Te Londerzeel, den 2 December 1841. Dit is het, geteekend met een kruys van Joannes De Bondt. Dit is het, geteekend met een kruys van Arnoldus de Bondt. Verklaeren niet te kunnen schrijven en present.
UC - N° 555
106
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Londerzeel 10 december 1841 – (Kort) De Jonghe Jean Baptist behoort tot de gemeente Londerzeel want hij is hier pas 2 jaar geleden vertrokken. UC - N° 557 Londerzeel 13 december 1841 – (Kort) Overlijdens november 1841: twee. UC - N° 559 Londerzeel den 14 December 1841 Mijnheer den kommissaris – Gezien U wel geheerde apostille de date 4 lest N° 7151. Gezien den brief aen Ued geschreven door het Plaetselijk Bestier van Malderen de date 3 lest N° 1513 met daerbij de twee vergezellende bewijsstukken, heb ik d’eer aen Ued de drij stukken te doen ruggeworden, vergezeld van eene declaratie van wegens acht verscheyde persoonen alle landbouwers woonagtig te Londerzeel, de welke verklaeren aen het Plaetselijk Bestier alhier, den tijd dat den genaemden Emmanuel Hermans, beroep werkman, geboren en woonende te Malderen, ten hunnen huyse zijne tijdelijke residentie als werkman heeft gehad. 1° Joannes De Proft. deze voegt er nog bij zijne verklaering dat Hermans, naer dat hij zijn huys verlaeten had, dat hij hem is gaen begeven van de eene plaets naer de andere, te koop gaende met roock taback en met een kraem, staende op de uytgestrekten der gemeentens alwaer hij daer verkogt ... en koeken, zelfs dat zij dan van hem niet meer wetende te spreken. 2° Guillelmus Van Cauwenbergh verklaert het zelve zeggende, zoo haest dat Hermans zijn huys verlaeten had, dat hij dan zijn residentie heeft gehouden in den gemeenten Buggenhout en Impde. 3° Philippus Van den Brande. 4° De weduwe van Joseph Robberechts. 5° Petrus Lombaerts. 6° Joannes De Bondt, verklaerende zeggende als dat 1) hij gaen woonen is bij pachter De Moor te Breendonck, 2) wanneer Hermans in zijn huys aen ’t werk zijnde, dat hij het zelve ook heeft verlaeten, hem begevende bij de kinderen van Josephus Moerhout in den omtrek van de gemeente Wolverthem. 7° Arnoldus de Bondt. 8° Franciscus Robberechts. Dat men mag zeggen dat hij in geene hoegenaemde gemeente twee volle jaeren zijn verblijf heeft gehad als tot Malderen, alwaer hij geboren is en zijn domicilie van onderstand heeft behouden, terwijlen hij nooyt daer van den bevolkings boek afgeschreven is geweest en in eene andere gemeente ingeschreven is als inwoonder. Zoo zijn wij van gevoelen en hopen dat de gemeente Malderen, de geboorte plaets van den voormelden Emmanuel Hermans, tot zijnen onderstand zal gewezen worden. J.F. Verheyden. IC - N° 7159 Brussel 16 december 1841. (Vertaald) De verklaringen die u ons gestuurd heeft in verband met de bijstandswoonst van Emmanuel Hermans zijn in tegenspraak met de verklaringen van de administratie van de gemeente Malderen. Ik stel voor om de getuigen te laten verschijnen voor de vrederechter van het kanton om er onder eed te vertellen wat zij weten. De kosten van de op te stellen akte zullen gedragen worden door de gemeente die in het ongelijk zal worden gesteld. GR - N° 53 Zitting van den 20 der maend december 1841
107
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Waer dat tegenwoordig waeren de heeren Verheyden, borgemeester, Willocx en Mertens, schepenen, Van Hove, Van Ruysevelt, Verbesselt, Goossens, Van Assche, leden, en L. Vanonderbergen, secretaris. De meerderheyd der raedslieden mits dien tegenwoordig zijnde, en alzoo bevoeglijk kunnende beraedslaegen, is er overgegaen tot het benoemen en vernieuwen per vijfde der leden van den bureele van weldadigheyd dezer gemeynte voor den jaere 1842. Gezien het decreet van den 7 Germinal jaer XIII. Gezien den omzendbrief van den heer gouverneur de date 21 november 1837, memorial van administratie N° 342 nopens deeze vernieuwing. Gezien het §2 van den 84sten artikel der gemeyntewet van den 30 meert 1836. Gezien de voordragtlijsten der kandidaeten opgemaekt door de leden van gezegden bureele van Weldadigheyd den 20 december lestleden en door het collegie van borgemeester en schepenen den 20 december lestleden. Ingevolge de magt bij aengehaelde art. 84 aen den raed verleend, heeft hij bij geslotene stembriefjes en volstrekte meerderheyd van stemmen gekosen en erbenoemd den heer Petrus Josephus Van Ruysevelt, en bij lot uytgaende lid, op den 1ste Januarius 1842. Gedaen in zitting te Londerzeel dag, maend en jaer als boven. Door bevel, den secretaris Den borgemeester UC - N° 561 Londerzeel den 22 December 1841 Aen mijnheer den Ridder de Burtin d’Esschenbeeck, Vrede Rechter des Kantons Wolverthem, te Strombeeck-B. Mijnheer. Om te voldoen aen U wel edele geheerde vraeg de dato 6 lestleden N° 344 en 20 lestleden N° 363, heb ik d’eer van Ued te berigten dat wij alle pogingen, onderzoekingen en informatien binnen deze gemeente gedaen hebben tot het ontdecken van de gestolen effecten, de welke plaets gehad heeft in de stad Luyck, ten woonhuysen van Mijnheer Josephus Joannes Baptista Lebusconte, in den nacht van den 21 à 22 November lestleden, met kennis geving dat alle onze opzoekingen vrugteloos zijn geweest, en zonder uytslag is gebleven.... Den Borgemeester en schepenen. UC - N° 563 24 december 1841 – (Kort) Er wonen geen vee-artsen in Londerzeel. UC - N° 560 Londerzeel 26 december 1841. (Vertaald) Aan de administratie van de stad Brussel – Roosen François, wonend in onze gemeente, heeft ons verklaard naar Brussel te willen verhuizen. Wij melden u dat deze, door vonnis van het hof van beroep van 2 december 1841, onder politietoezicht werd gesteld. IC - N° 12101 Bruxelles le 28 Décembre 1841 Mijnheer de burgemeester - Barbe Verbruggen, de toenmalige dienstmeid van Notaris Crick te Londerzeel, is in 1837 in het huis van de heer Michiels, wijk Schaarbeek onder Brussel, bevallen. Haar kind werd in het hospice geplaatst en een stuk van een kaartje dat aan het kind bevestigd was, werd meegenomen door mevrouw Rimslach uit uw gemeente. Het was door de zorgen van de echtgenoten Rimslach, waarvan de man die heelmeester was intussen moet overleden zijn, dat het meisje Verbruggen bij zijn confrater Michiels geplaatst was. Nu wilt het meisje Verbruggen haar kind terug en daarom heeft zij het kaartfragment nodig dat door mevrouw Rimslach meegenomen en bewaard werd, en die ze hierover reeds verschillende malen heeft geschreven, echter zonder antwoord te krijgen. Ik vraag u om dit stuk op te eisen en het aan mij
108
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
te bezorgen. Mocht de dame moeilijk doen dan moet u haar duidelijk maken dat dit stukje op geen enkele wijze hààr eigendom is en dat bij gebrek eraan de moeder in de onmogelijkheid zou gebracht worden om haar kind te krijgen en zelfs van echte kinderroof zou beschuldigd worden, zodat ik haar zal moeten vervolgen voor misdrijf voorzien door art. 345 van het strafwetboek. De Procureur des Konings. UC - N° 565 Londerzeel 29 december 1841 (Kort) Aan de kapitein-commandant van het Elite regiment, 4de bataljon, 4de compagnie, in garnizoen te Vilvoorde – Mijnheer. Gelieve mij voor 3 januari 1842 een certifikaat van aanwezigheid te sturen voor Jean François Schellemans, soldaat in uw regiment. Ik moet het op 4 januari, samen met andere documenten, opsturen naar de gouverneur van Brabant. Willocx.
1842
UC - N° 568 Londerzeel 8 januari 1842 (Vertaald) Aan de substituut van de Procureur des Konings, de heer Bemelmans. - Betreft uw vraag per brief 12101 van 28 december 1841. Mevrouw Rimslach, wonend in onze gemeente, heeft een kaartje meegenomen dat aan het kind van Barbe Verbruggen bevestigd was. Ik heb deze mevrouw-weduwe in het gemeentebureel ontboden. Haar dochter, juffrouw Fanni is in haar plaats gekomen. Na voorlezing van uw brief, heeft de juffrouw mij geantwoord dat ze haar moeder op de hoogte ging brengen en dadelijk met het antwoord terug zou komen. Bij haar terugkeer verklaarde ze in naam van haar moeder van dit kaartje geen weet te hebben en dat ze het ook niet heeft gezien. Ze kan uw vraag dus niet beantwoorden. De eerste schepen in de functie van politiecommissaris. Willocx. UC - N° 569 Londerzeel 8 januari 1842 (Kort) Aan de arrondissementscommissaris – Bijgevoegd alle stukken van Jean François Schellemans, soldaat bij het Elite regiment, 5de bataljon, in garnizoen te Leuven, om uit de dienst ontslagen te worden, zoals op grond van art. 21 van de wet van 8 januari 1817 gevraagd wordt door zijn moeder Marie Therese Desmedt, weduwe uit het eerste huwelijk van Guillaume Schellemans en uit het tweede huwelijk van François Verlinden. UC - N° 573 Londerzeel 17 January 1842 ... dat er binnen mijne gemeynte geene doof-stommen of blinden van dien aerd en bestaen UC - N° 572 Londerzeel den 18 January 1842 ... Persoonen de welke gemagtigd zijn de onderscheydene takken der geneeskunde in mijne gemeynte uytnten oeffenen: Voor 1842: Van Hove J.A. Doctor in de medicijnen – zijn exaem te Leiden den 11 July 1803. Oomen C. Doctor in de medicijnen – zijn exaem te Brussel den 26 Augusty 1836. Carette Pierre Désiré, Doctor in de medicijnen – zijn exaem te Brussel den 6 September 1838. Den Borgemeester J.F. Verheyden.
109
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
IC - N° Malines le 21 Janvier 1842 (Kort) Londerzelenaars veroordeeld door de correctionele rechtbank voor diefstal van beddedeken (PV van 13 januari): De Wagter Paul. De Procureur des Konings. UC - N° 574 Londerzeel den 22 Januarius 1842 Aen Mijnheer den kommissaris van ’t Arrondissement Brussel. – Mijnheer. In antwoord aen uwe geheerde vraeg de dato 19 lestleden N° 7159. Ik heb d’eer aen Ued te kennen te geven dat de administratie der gemeynde Malderen heeft zig voorgenomen, ingevolgen zij aen ons te kennen gegeven hebben, de administratie der gemeynte Londerzeel te doen daegen voor her Vrede gerecht des kanton Wolverthem, waer over men eenpaerlijk wel te vrede zijn. Ondertusschen verwagt men dagelijks van mijnheer den Vrederechter gedaegd te woorden, om te weten dewelke de onderhoudskosten van Emmanuel Hermans zullen moeten draegen en betalen, en zoo haest dat de gemeynte Londerzeel daer zal verwezen zijn, om er de betaeling van te doen, zullen wij daer aen zonder uytstel voldoening aen geven. Willocx. UC - N° 575 Londerzeel den 29 Januarius 1842. ... dat er binnen mijne gemeynte geene persoonen en zijn bij de welke de pokskens zich veropenbaert hebben. IC - N° Bruxelles le 30 Janvier 1842 Monsieur le Bourgmestre Mise en liberté. (Vertaald) De directeur van de instelling staat de portiers en tuiniers toe om Janssens Caroline, 42 jaar, dagloonster, geboren en wonend in Londerzeel, buiten te laten gaan. Ze werd veroordeeld door de correctionele rechtbank van Brussel en heeft haar straf uitgezeten. De burgemeester van deze stad wordt gevraagd om deze akte van invrijheidstelling van zijn visum te voorzien om het als routeblad te laten dienen. Namur le 4 Octobre 1843 - Gezien door het stadsbestuur van Namen om te dienen als routeblad, het formulier van invrijheidstelling van bovengenoemde, die zich naar Londerzeel, provincie Brabant zal moeten begeven langs de hieronder aangegeven plaatsen. Vertrokken naar Mechelen op 10 oktober 1843. UC - N° 559 Pro Justitia - In het jaer 1842, den 31 der maend January. Ik Jacobus Willocx, eersten schepenen en ambtenaer van de gerechtelijke politie zaekern, woonende te Londerzeel, verklaerende dat er aen mij getrouwelijk klagten zijn gedaen geweest over mishandelingen den 30 à 31 January lestleden binnen de gemeynte van Londerzeel op den Steenweg, rechtover het huys en herberg van den genaemden Joannes Baptist Huybrechts en zijne huysvrouw Catharina Marivoet. Naer alle inlichtingen genomen te hebben, heb ik voornoemd J Willocx ontdeckt en informatie genomen om daer van de daeders te kunnen ontdekken en is aen mij te kennen gegeven als dat er twee verscheyde persoonen zijn die den genaemden Henricus Mertens, oud 25 à 26 jaeren, beroep dienstknegt, woonende te Londerzeel ten huysen en pachthoven van J. Willocx, mishandeld hebben op den dato als boven. Waer van er zeven getuygen zijn, te weten: 1° Guillelmus Van Ruysevelt, verklaert dat hij gezien heeft als dat Frans Goossens, oud 25 jaeren, beroep dienst knegt, woonende bij zijnen broeder Joannes Baptist Goossens alhier in het dorp, en Egidius Vanderlinden, knegt, woonende bij Louis de Boeck, brouwer te Londerzeel in het dorp, dat ze alle beyde den voormelden Henricus Mertens met hun handen en voeten
110
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
geslaegen en gestampt hebben op de uer als boven vermeld, komende uyt de herberg van den voornoemden Huybrechts; en nog zelfs verklaerende dat hij zelf ook nog verscheyde slaegen gehad heeft op zijnen aenzigt omdat hij den voormelden Mertens wilde ter hulp komen. 2° Joannes De Buyser verklaert dat hij gezien heeft dat Franciscus Goossens en Egidius Vanderlinden voormelde verscheyde vuyst slaegen heeft zien toebrengen op verscheyde deelen van het lichaem van den voormelden Henricus Mertens. 3° Henricus Parijs verklaerende dat hij komende uyt de herberg van de genaemde weduwe van Jan Hertogh, vergezeld van Josephus de Boeck, beroep schrijnwerker alhier, dat hij den voormelden Mertens heeft hooren roepen met luyder stemme: staet mij bij, tot 2 à 3 mael het zelve roepende, en zijn bij hem gegaen en hebben Mertens daer bevonden liggende in het midden van den steenweg, recht en over het voormeld huys van den voormelden Huybrechts, en zij hebben met voorzigtigheyd geprobeert van hem recht op zijne voeten hem te stellen om te konnen voortsgaen, maer ziende dat de zaek onmogelijk zijnde van hem wel te konnen redden, zij hebben hem opgenomen van den grond of steenweg alwaer hij niet en konde verwagten als overreden te worden, en hebben hem geplaetst op den tretoir van den voormelden Sterck en zij zijn naer hun huys gegaen. 4° Jacobus d’Hertefelt, komende uyt de herberg van den voormelden Huybrechts, verklaerd dat hij niet wetende de welke die zouden op de straet eerst malkanderen vast genomen hebben, hetzij Goossens, Verlinden of Mertens, terwijlen zeggende dat hij is henen gegaen naer zijn huys getreden. 5° Catharina Maerivoet, huysvrouw van Joannes Bte Huybrechts, verklaerende dat zij gehoord en gezien heeft dat d’Hertefelt en Mertens in huys zijnde, malkanderen schendwoorden toegebragt hebben en zij heeft hen het huys doen uyt gaen. 6° Jan Baptist Huybrechts, verklaerende dat hij gehoord en gezien heeft dat Henricus Mertens en d’Hertefelt onder hun beyde verschillende woorden hadden waerover hij hun aenzogt heeft zijn huys te verlaeten, en zoo haest dat ze op de straet waeren, waeren zij onder elkanderen aen het vechten, maer niet wetende dewelke daermede bezig waeren. 7° Judocus Sterck, herbergier en winkelier alhier in het dorp woonende, verklaerende dat hij den voornoemden Henricus Mertens ten 5 uren ’s morgens heeft vinden liggen op den grond onder de venster van het huys van den voornoemden Huybrechts, heeft hem recht gezet en hij heeft hem onder zijnen arm geleden tot en recht over de poort van het pagthof alwaer hij woonagtig is, bij den voornoemden J. Willocx en aen hem klaegende dat hij verscheyde stampen met den voet ontfangen had. Naer alle aenhooringen gedaen te hebben, heb ik daer van proces verbael opgesteld om aen Mijnheer den Procureur des Konings overgemaekt te woorden. Ik voeg er bij de declaratie van den heer C. Oomen, doctoor, den welken hem tracteert. Hij heeft drij daegen en drij nachten niet konnen uyt zijn bed komen en is er den vierden dag uyt gekomen, maer niet in staet zijnde te konnen werken, klaegende van zijn borst. Willocx. (Verstuurd naar de Procureur met brief 559 op 2 februari, ten laste van Goossens en Vanderlinden “die van een zeer gemeyn gedrag zijn en die van over langen tijd oorzaek gegeven hebben aen verscheyde moeyelijkheden aen het plaetselijk bestuer, want als er maer kwestie en is voor te vechten, daer voor komen zij uyt en zij zouden alle beyde verdienen van eens eene behoorlijke straffe of repriment te hebben en namentlijk François Goossens, die schijnt te veel geld te hebben. Want sedert dat hij zijne weeze penningen ontfangen heeft, is is hij niet weder houdelijk”) IC - N° Brussel 1 februari 1842 Administration des prisons et de la sureté publique. – (Vertaald) Gelieve me een lijst te sturen van de inwoners van uw gemeente die een adelijke titel mogen dragen. Als verschillende
111
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
personen dezelfde naam dragen laat dan ook weten of ze familie zijn van elkaar en wat hun verwantschap is. De administrateur Hody. (Antwoord op 15 februari met brief 564: niemand.) UC - N° 560 Londerzeel, 7 februari 1842 (Kort) Mijnheer de commissaris – Geen enkele behoeftige van onze gemeente, die de kwaliteiten bezit om te dienen in de militie, heeft zich als vrijwilliger aangemeld. UC - N° 562 Londerzeel 8 februari 1842 – (Kort) In Londerzeel is geen teelt van rooie bieten. IC - N° 332 Temse 17 februari 1842 (Kort) Gelieve ons hospitaal 9,00 fr. te betalen voor de kosten voor onderhoud van Marie Josephe Willockx, die haar bijstandswoonst in Londerzeel heeft. Burgemeester De Coninck IC - N° 7159 Brussel 18 februari 1842 (Vertaald) Volgens de verklaring van landbouwer De Proft heeft Emmanuel Hermans 2 jaar en 6 à 7 maanden bij hem gewoond; en volgens verklaring van landbouwer De Bondt is Hermans onmiddellijk daarna bij hem ingetrokken en heeft die daar gedurende 3 jaar verbleven. Charles Van Cauwenbergh beweert dat Hermans langer dan 4 jaren opeenvolgend in uw gemeente heeft gewoond. Ik stuur u ter kennisgeving de akte van bekendheid met het verzoek ze binnen de 8 dagen terug te sturen en de aktekosten te betalen. Het bedrag kunt u vooraf vernemen bij de griffier van het Vredegerecht. Vandeweyer. UC - N° 565 Londerzeel den 19 february 1842 Aen de heeren uytmakende de commissie van Sint Jans Gasthuys te Brussel. – Mijnheeren. Het plaetselijk bestuer der gemeynte Londerzeel neemt de vrijheyd van aen Ued geheerde commissie te zenden de genaemde Desmedt Joanna Francisca, oud 34 jaeren, beroep landbouweresse, geboren en woonende te Londerzeel, huysvrouw van Maerivoet Josephus, welke vrouw haer in eenen ziekelijken staet bevind, en terwijlen dat ze haer in eenen behoeftigen staet bevind, zoo als geheel haer huysgezien, zonder middelen van bestaen om haer zelven te konnen helpen, hebben geresolveert haer te doen geleiden naer St. Jans Gasthuys te Brussel, ten kosten der gemeynte Londerzeel om hare gezondheyd te erstellen. Den Borgemeester. UC - N° 567 Londerzeel 22 februari 1842 (Kort) Aan mijnheer Doncker, griffier van het vredegerecht – Gelieve ons het bedrag van de kosten te melden voor het opstellen van de akte van bekendheid, omschreven in bijgevoegde brief van de arrondissementscommissaris. Willocx. UC - N° 570 Londerzeel 24 februari 1842 (Kort) Geen besmettelijke veeziekte in Londerzeel in 1841; geen vraag voor schadevergoeding ingediend. IC - N° 7418 Brussel 27 februari 1842
112
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
(Vertaald) Uw brief 606 van 25 februari - Mijne heren. Barbe Van Hoeck verblijft nog altijd in de kolonie van Merksplas en u zult de achterstallige kosten moeten blijven dragen. Deze overweging zal u misschien van gedachte doen veranderen. Vandeweyer. IC - N° 7074 Brussel 27 februari 1842 (Kort) Gelieve Verstappen te laten weten dat de weigering van de minister van Binnenlandse zaken om zijn derde zoon niet van mililitiedienst vrij te stellen definitief is. UC - N° 571 Londerzeel den 1er Maert 1842 Mijnheer den Kommissaris. - Om te voldoen aen Uwen geheerden brief de dato 18 february lestleden N° 7159. Wij hebben d’eer van Ued hiernevens te doen gewoorden den akt van klaerblijkelijkheyd, het welk plaets gehad heeft voor den heer Vrede rechter des kanton Wolverthem den 1en der maend februari lestleden, betrekkelijk Emmanuel Hermans, beroep arbeyder, geboren te Malderen, tijdelijk heeft gewoond in de gemeynte Londerzeel en met recht te Malderen, met kennis geving dat wij niet in staet zijn om de autorisatie te vraegen, ingevolge melding in uwen bovengenaemden brief, tot het betalen der kosten van den voormelden akt om reden volgens het enkwest voor den heer Vrede regter des kanton Wolverthem, en aldaer plaets heeft gehad, schijnt het vier jaeren agter een volgende verblijf van den vermelden Hermans in de gemeynte Londerzeel niet blijkt. De Proft verklaerd dat hij bij hem is komen woonen over elf à twaelf jaeren. Nemende over elf jaeren, dat was in 1831, daer bij gevoegd twee jaeren en zeven maenden, en komt met mij tot in september 1833, dan twee jaeren pakdraeger (colporteur) zijnde zonder vaste woonst, hij komt weder bij De Proft, alwaer hij verblijft zeven maenden tot dat hij den 3 mey 1836 bij De Bondt gaet woonen. Ergo en is hij maer bij De Proft wedergekomen in october 1835, dus waer was hij van september 1833 tot october 1835 gebleven? Hij heeft dan landlooper geweest, hij was dan zonder woonst, gaende van de eene gemeynte naer de andere, alwaer hij den kost en het slaepen vond,. Zijne vaste residentie te Londerzeel is maer geweest drij jaeren en twee maenden, des te meer hij is noyt van den bevolkings register te Malderen afgeschreven geweest, en hij heeft noyt geen afschrift aen het plaetselijk bestuer van Londerzeel ingebragt. Wij verzoeken Ued dat die verschillen over onderstand van domicilie van de voornaemden Emmanuel Hermans tusschen de gemeenten Londerzeel en Malderen door het kollegie van gedeputeerde staten worden beslist, Journael officiel van den 28 November 1818, art. N° 40. Den borgemeester J.F. Verheyden. IC - N° Bruxelles le 7 Mars 1842 (Kort) Londerzelenaars veroordeeld door de correctionele rechtbank voor ? : Mees André. De Procureur des Konings. IC - N° Bruxelles le 9 Mars 1842 (Kort) Londerzelenaars veroordeeld door de correctionele rechtbank voor slagen: Goossens François. De Procureur des Konings. UC - N° 574 Londerzeel den 10 maert 1842 Monsieur Girardin, receveur des contributions de la commune de Londerzeel, à Londerzeel.
113
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Op Ued verzoek gevraegd door brief van eersten meert 1842 N° 3031, heb ik den notaris Crick ten kantoore van het plaetselijk bestuer ontboden. Hij heeft voor alle explicatie gezegt dat Jan Frans Augustijns nooyt geweigerd heeft over de naerlatenschap van wijlen zijne moeder Marie Francisca Van Gheel, te rekenen en heeft mij bovendien ter hand gesteld afschrift van twee brieven tusschen hem notaris en den heer advocaet De Brouwer te Mechelen gewisseld, uyt welke blijkt dat eene afhandeling aen Jan Frans Augustijns zoude aengenaem zijn, hier bij gevoegd. Petronilla Augustijns, vrouw Van Eeckhout, zegt dat haeren advocaet is den heer De Brouwer te Mechelen en dat hij de zaek heeft aengenomen tot het verweeren haere interesten en dat zij niet wetende is of den heer De Brouwer eenen avoué te Brussel zoude te werk gesteld hebben tot het uytoeffenen dier zaek aldaer. Willocx. UC - N° 575 Londerzeel 15 maart 1842 (Vertaald) Mijnheer de commissaris – Uw brief 7379 van 12 maart. Onze gemeente heeft inzake de verwerking van vlas inderdaad grote verliezen geleden en doet dat, sedert de ontwikkeling van het gebruik van katoenen stoffen, nog dagelijks. Een groot aantal vlasspinsters uit deze gemeente kan, sedert die uitvinding, de kost niet meer verdienen. IC - N° 6886 Brussel 30 maart 1842 (Kort) Vanwege de arrondissementscommissaris. - Mijne heren. Op 23 juni moet aan het weldadigheidsbureel van uw gemeente een som van 7000 fr. teruggestort worden die geplaatst was in provinciale goederen. Gelieve het bureel samen te roepen met de vraag of het geïnteresseerd is om dit geld te plaatsen in een provinciale lening van 3.600.000 fr. Deze lening geeft weliswaar maar een intrest van 4,5 % maar daar staan garanties tegenover en de bestendige deputatie is zinnens om de provincieraad te vragen om de intrest tot 5 % te verhogen. Gelieve me binnen de 10 dagen te antwoorden. Vandeweyer. (Antwoord per brief 579 van 11 april 1842. Het bureel en de gemeenteraad beslisten dit geld in de bewuste provincielening te investeren.) GR - N° 54 Zitting van den 8sten April 1842. Tegenwoordig de heeren Verheyden, burgemeester en president, Willocx, Van Assche, Van Ruysevelt en Leys, pastoor. De leden van den bureel van weldadigheyd der gemeynte Londerzeel bij een vergaederd kragtens brief de dato 30 meert lestleden N° 6886 betrekkelijk eene somme van 7000 franken, geplaetst in de provinciaele bons te Brussel, welke somme aen den voormelden bureel op den 23 Juny aenstaende terug zal gegeven woorden. Gezien den brief van Mijnheer den Kommissaris van ‘t arrondissement Brussel, de dato 30 meert lestleden N° 6886 betrekkelijk het weder geven der hier boven genoemde somme aen den voormelden bureel. In aenmerking nemende de voorstel van mijnheer den arrondissementskommissaris van Brussel. De leden van den bureel van weldadigheyd besluyt met eenparigheyd van stemmen dat de voormelde 7000 francken zullen gestort woorden voor de provinciale geldleening van 3.600.000 franken. Gedaen in zitting de dato als boven. UC - N° 578 Londerzeel 8 april 1842 – (Kort) De oppervlakte weideland bedraagt 38 ha 19 a 67 ca.
114
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N° 580 Londerzeel, april 1842 (Vertaald) Mijnheer de arrondissementscommissaris – Uw brief 7326 van 7 april betreffende de klacht van Pierre De Donder, milicien van de lichting 1842. Deze is in Londerzeel geboren en verblijft thans in Mechelen als bakkersgast. Hij is de enige ongehuwde zoon en steun van zijn vader Philippe De Donder die apart in een klein huisje woont en, voor zover zijn hoge ouderdom het hem nog toelaat, af en toe op een boerderij gaat werken voor voedsel en 20 centiemen per dag. Zijn oudste zoon, Jean De Donder, is een gehuwde arme dagloner. Zijn dochter dient als meid in Brussel. Ik geloof dat Pierre De Donder zijn vraag tot vrijstelling aan de hand van bijgevoegde stukken kan verantwoorden. IC - N° RG A/II 392 Tamise le 23 Avril 1842 (Vertaald) Ingevolge onze brief Reg A/II N° 181 van 3 augustus 1841 laten we u weten dat u te laat bent met de betaling van het bedrag van 9 fr, voor onderhoudskosten in ons burgerlijk hospitaal van Marie Therese Willocx, die haar bijstandswoonst in Londerzeel behouden heeft. UC - N° 581 Londerzeel 26 april 1842. – (Kort) Geen enkele inwoner werd vereerd met het ijzeren kruis. UC - N° 583 Londerzeel 5 mei 1842 (Kort) Mijnheer de Procureur – Het gedrag van Henri Cauwenbergh, geboren en wonend in Londerzeel, is altijd onberispelijk beweest. IC - N° 157 Vilvoorde 12 mei 1842 (Kort) Heeft Pierre De Bondt, 68 jaar, overleden te Londerzeel op 1 september 1841, goederen nagelaten of zijn zijn erfgenamen fortuinlijk genoeg om successierechten te betalen? Zo ja, gelieve me dan de namen van de erfgenamen en graad van verwantschap door te geven. De ontvanger, Crassier. UC - N° 586 Londerzeel 19 mei 1842. (Kort) Mijnheer de ontvanger – Pierre De Bondt heeft alleen een lemen huisje nagelaten. Zijn 4 meerderjarige kinderen hebben het laten verkopen door notaris Crick uit Londerzeel, voor een bedrag van 600 fr. dat onder hun vieren werd verdeeld. UC - N° 587 Londerzeel 23 mei 1842 (Kort) Mijnheer de ontvanger – Henri Teugels, geboren en wonend in Londerzeel, bezit geen enkel fortuin en is behoeftig. Hij probeert in zijn onderhoud te voorzien door van deur tot deur vodden te verkopen. UC - N° 588 Londerzeel 23 mei 1842. (Vertaald) Mijnheer de ontvanger – De kinderen van Pierre De Bondt zijn: Joseph De Bondt Louis De Bondt - Amand De Bondt - Maria De Bondt. De opbrengst van de verkoop van het
115
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
huisje, 600 fr., heeft volgens Joseph De Bondt, gediend om de schulden van hun vader, Pierre De Bondt, te betalen. De burgemeester. UC - N° 589 Londerzeel 23 mai 1842. Mijnheer de ontvanger – Emmerechts Louis heeft ongeveer 3 jaar geleden Londerzeel verlaten. Zijn vader en moeder zijn overleden. We kennen zijn huidige verblijfplaats niet. IC - N° Bruxelles le 4 Juin 1842 (Kort) Mijnheer de burgemeester. - Kunt u me zeggen of François Roosen, een vrijgelaten veroordeelde, 26 jaar oud, zich in uw gemeente komen melden is om zijn routeblad te laten viseren, of hij er nog verblijft, en of u weet waar hij momenteel woont. De Procureur des Konings. UC - N° 592 Londerzeel 4 juni 1842 (Vertaald) Mijnheer de ontvanger – In antwoord op uw brief 197 van 20 mei waarin u me vraagt naar de verklaringen van de voormalige eigenaars die gebruik zouden willen maken van de mogelijkheid, hun geschonken door art. 23 van de wet van 17 april 1835, om de overgebleven stukken grond van de onteigeningen door de ijzeren weg, en waarvan de verkoop op 27 februari laatstleden aangekondigd werd, terug te verwervene, kan ik u melden dat deze mogelijkheid op 27 februari geafficheerd werd maar dat geen enkele voormalige eigenaar zich heeft gemeld. UC - N° 593 Londerzeel 4 juni 1842 (Kort) Mijnheer de ontvanger – Jean François Broothaers, timmerman, geboren en wonend in Londerzeel werd door de politierechtbank van Wolvertem op 29 april 1839 veroordeeld tot een boete van 13 frank. Hij is echter niet solvabel genoeg om dit bedrag te kunnen betalen. UC - N° 594 Londerzeel, den 8 Juny 1842. Aen Mijnheer C.L. t’Kindt, kommissaris opzigter der wegen des kanton Wolverthem, te Wolverthem - Mijnheer. Gezien uwen wel geheerden brief de dato 4 lestleden, betrekkelijk het zenden den rol voor het jaer 1842 tot het maken en onderhouden der straeten en buertwegen toebehoorende aen de gemeente Londerzeel. Ik heb d’eer aen Ued ter kennis te brengen dat wij voor het jaer 1842 geenen bezonderen rol het opmaeken en onderhouden der straeten en wegen toebehoorende aen de gemeente Londerzeel en verscheyde jaeren niet meer en hebben opgemaekt, terwijlen dat het plaetselijk bestuer van alhier alle jaeren eene somme van 500 francken in hunnen budget of rekening gebragt heeft, tot het maeken en onderhouden der straeten en wegen dezer gemeynte, en van jaer tot jaer goedgekeurd en aengenomen is geweest door de permanente deputatie den provincialen raed, zoo als het voor het loopende jaer 1842 goedgekeurd is geweest en dat wij alreeds sedert 14 daegen ons met die werken bezig houden de welke in kort zullen voltrokken zijn. Dus zijn wij van gevoelen dat wij van het maeken van den rol, en aen Ued toe te zenden voor deze loopende jaer, er mogen van af zien.... Den Borgemeester. UC - N° 595 Londerzeel 8 juni 1842 A monsieur Bemelmans, substitut Procureur du roi à Bruxelles – (Vertaald) Uw brief 6414 van 4 juni. François Roosen, vrijgelaten veroordeelde, is op zondag 20 december 1841 in onze gemeente aangekomen en heeft zich dezelfde dag bij mij aangeboden met de brief van de
116
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
algemeen Procureur bij het hof van beroep, gedateerd 2 december 1841, waarin onder meer stond dat hij zich in de stad Brussel wilde vestigen. Nog dezelfde dag is hij uit Londerzeel vertrokken. De bewuste brief van de Procureur hebben we met een brief naar de stad Brussel gestuurd. Willocx. IC - N° Malines le 8 Juin 1842 (Kort) Londerzelenaars veroordeeld door de correctionele rechtbank voor ? (PV van 24 april opgemaakt door de burgemeester van Breendonk): Cauwenbergh Henri. De Procureur des Konings. IC - N° Hemixem le 8 Juin 1842 Mise en Liberté – (Vertaald) De commandant van het correctiehuis St. Bernard beveelt de bewakers en tuiniers om vrij naar buiten te laten gaan de genaamde Van Assche Charles, 36 jaar, dagloner, geboren en wonend in Londerzeel. Hij werd veroordeeld door de correctionele rechtbank van Brussel op 4 november 1841 en heeft zijn straf volbracht. De burgemeester van Hemiksem wordt gevraagd om de bijgevoegde akte van zijn visum te voorzien om het te laten dienen als routeblad. Gezien door het bestuur van Hemiksem. De genoemde Van Assche moet zich naar Londerzeel begeven binnen de ... dagen, en via de hierna genoemde plaatsen. UC - N° 596 Londerzeel den 10 Juny 1842 Pro Justitia - In den jaere 1842. In den nacht van den achtsten à negensten dezer maend Juny, is er diefstal begaen met braek ten naedeelen en ten woonhuysen van den genaemden Egidius Scheers en zijne huysvrouw Maria Van Aeken, landbouwers woonende binnen de gemeente van Londerzeel, wijk vijf nummer 23 aen den Bergh, bestaende te weten: 1) Vijf hemdens, geschat 25 francs te saemen, 2) Eenen ijseren pot, geschat 3 francs, 3) Twee paer slaeplaekens, geschat aen 20 francs te saemen, 4) Een half vat pataten, geschat aen 50 centimen, 5) Vier pond boter, geschat 3 francs, 6) Een en half brood, geschat 1 francs 50 centimes, 7) Twee handdoeken, geschat 1 francs, 8) Vier botermelk kaesen en eenige eyeren geschat te saemen 1 francs. De daeders hebben een gat gebroken onder den dorpel van de achterdeur van zijn huys, ten minsten de groote van drij en half voeten, alwaer die onbekende daeders zijn door gekropen en zoo in den kelder en in de keuken geraekt, alwaar de diefte begaen is. Zij hebben in de keuken laeten staen of vergeten, twee groote papetière stokken of kluppels mede te draegen. Naer alle onderzoekingen en inlichtingen gevraegd te hebben, zijn de daeders onbekend gebleven. Waer van proces verbael heb opgesteld tot uwe informatie en narigt. Den eersten schepenen, ambtenaer der gerechtelijke politie zaeken. (Opgestuurd naar de Procureur des Konings en naar de brigadier van de rijkswachtbrigade te Wolvertem). UC - N° 599 Londerzeel 13 juni 1842 - (Kort) In 1839, 1840 en 1841 heeft het in Londerzeel niet gebrand.
117
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N° 601 Londerzeel 18 juni 1842 – (Kort) In Londerzeel zijn voor het jaar 1842 218 kiesgerechtigden UC - N° 602 Londerzeel 18 juni 1842 Aan de arrondissementscommissaris – (Vertaald) Ik ontving een brief van de heer De Biesre, ontvanger van de bedelaarswerkplaats van Terkameren, met het verzoek om 31,60 fr. te betalen voor het onderhoud tijdens het 4de trimester 1841 van Emmanuel Hermans, geboren en wonend in de gemeente Malderen. Ik denk dat onze gemeente niet verplicht is om deze som te betalen aangezien deze Hermans een ingezetene van Malderen is. Ik acht het dus mijn plicht om deze betaling tegen te houden. De burgemeester. IC - Parquet N° 6851 Brussel 18 juni 1842 Mijnheer de burgemeester – (Vertaald) Josse Siebens, 57 jaar, dagloner, geboren en wonend in Londerzeel, werd wegens landloperij gearresteerd in Mechelen. Mijn collega van dat arrondissement vraagt me naar zijn antecedenten, zijn gedrag, zijn vroegere beroepswerkzaamheden, zijn bestaansmiddelen en zijn verblijfplaats. Gelieve me op de hoogte te stellen. De Procureur des Konings. UC - N° 604 Londerzeel 20 juni 1842 (Kort) Mijnheer de ontvanger – Tobie Hermans, afkomstig uit Puurs, wonend in Londerzeel, en Marie Roelants, echtgenote van Pierre Verbesselt, landbouwer, eveneens wonend te Londerzeel... beide personen leven nog. UC - N° 605 Londerzeel 20 juni 1842 (Vertaald) Mijnheer de Procureur. Uw brief 6851 van 18 juni. Het gedrag van Josse Siebens was, toen hij in Londerzeel verbleef, onberispelijk. Er is nooit een klacht tegen hem gekomen. Zijn normaal beroep is bakkersknecht. Zijn verblijfplaats is hier niet gekend. Reeds verschillende jaren trekt hij van hier naar daar. IC - N° Brussel 22 juni 1842 (Kort) De arrondissementscommissaris nodigt de administratie van Londerzeel uit om Jean Van Doorslaer, milicien van 1842, te gelasten om zonder verwijl het bedrag te betalen dat voorgeschreven is door art. 5 van de wet van 28 maart 1838, en dit ten voordele van zijn vervanger. Vandeweyer. IC - N° 7418 Brussel 22 juni 1842. (Kort) De administratie van de Kolonie te Rijkevorsel vraagt dat de gemeente Londerzeel eerst het bedrag van 18 frank zou liquideren vooraleer de aanvraagster (Barbe Van Hoeck) los te laten. Vandeweyer. IC - N° 47023 Bruxelles le 24 Juin 1842 (Vertaald) Mijnheer de burgemeester - François Roosen, een vrijgelaten veroordeelde die onder politietoezicht werd geplaatst in uw gemeente, die hij verlaten heeft om in Brussel te komen
118
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
wonen, is hier het routeblad niet komen tonen dat hem afgeleverd werd in de St. Bernard gevangenis. Heeft u dit blad geviseerd voor Brussel, heeft u het hem terug bezorgd of is het nog in uw bezit? De Procureur des Konings. UC - N° 606 Londerzeel 25 juni 1842 (Vertaald) Mijnheer de commissaris. Uw brief 7418 van 22 juni. Barbe Van Hoeck werd op 19 mei 1840 uit ons bevolkingsregister geschrapt. Toen verklaarde ze in Brussel te willen gaan wonen. Zodra ze daar aankwam, is ze haar kost beginnen te verdienen in een prostitutiehuis, en was ze er de oorzaak van dat de gemeente Londerzeel al verschillende keren de kosten heeft moeten betalen voor haar behandeling in Brusselse hospitalen. Daarom is de gemeentelijke administratie van Londerzeel niet zinnens om 18 frank te betalen voor haar in vrijheidstelling. Deze zou toch maar dienen om naar het leven dat ze vroeger leidde terug te keren Willocx. UC - N° 607 Londerzeel den 27 Junius 1842 Mijnheer den Kommissaris - Ik heb d’eer aen Ued te rug gewoorden den hier nevens gaenden staet waer U lieden verzoekende die betaeling met korten uytstel te doen uytwerken of volbrengen, met kennis geving voor wat Jan Baptist De Jong aengaet, daer van zijn wij overtuygd, dat de gemeente Londerzeel daer voor moet betaelen, terwijlen dat hij hier is geboren en zijnen onderstand van domicile heeft. Maer wat de betaeling betreffende is van Hermans Emmanuel, is de gemeente Londerzeel daer aen niet schuldig, maer wel de gemeente Malderen, alwaer hij geboren en woonagtig is; dus ben ik van gevoelen, Mijnheer, dat de aenhoudende deputatie te rechtveerdig is, voor dat te tollereren dat de eene gemeente voor de andere ten onrechten zoude betaelen, zoo als men de gemeente Londerzeel voor Malderen vraegt. En om dat het mij voor komt ten onrechten te zijn, kan ik mij niet naelaeten die zaek te willen betwisten en recht daer van verzoekende van de heeren uytmaekende den provincialen raed te Brussel, de welke het zullen beslissen naer dat Mijnheer den arrondissements kommissaris het hun zal overgeschreven hebben. Ontfangt, ik bid Ued Mijnheer den Kommissaris, de verzekerdheyd mijner agting. Den Borgemeester. UC - N° 608 Londerzeel 27 juni 1842 (Vertaald) Mijnheer de Procureur – Uw brief 7023 van 24 juni. François Roosen is op 20 december 1841, een zondag, in onze gemeente aangekomen en heeft me laten weten niet in Londerzeel te blijven maar naar Brussel te willen gaan, waar hij in zijn jeugd verbleven had. Daarom heb ik hem gezegd dat ik de stad Brussel daarvan schriftelijk zou verwittigen en de brief van de Procureur met die van mij zou meesturen. Zijn routeblad heb ik niet geviseerd want hij is nog dezelfde dag naar Brussel vertrokken zonder het mij te tonen. Willocx. IC - N° 1701/3 Brussel 28 juni 1842. (Vertaald) Mijne heren. De noodwendigheden van de dienst laten niet toe om een tijdelijk verlof te verlenen aan Vandergoten Pierre, milicien van 1839, korporaal bij het 9de Linieregiment. Voor de minister van oorlog, de secretaris generaal. UC - N° 609 Londerzeel 30 juni 1842
119
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
(Kort) Mijnheer de Gouverneur. Charles Van Assche, een gevangene die vrijgelaten werd uit het correctiehuis van St. Bernard, heeft van mij het bedrag van 12 fr. ontvangen. Bijgevoegd het ontvangstbewijs. Willocx IC - N° 167.J Strombeeck-Bever den 2 Julius 1842 Mijnheer den Borgemeester – Volgens de informatie genomen door den heer Procureur des Konings te Mechelen, schijnt het dat Adrianus Van Zegbroeck van Breendonck, als nu aengehouden te Mechelen wegens diefte begaen ten nadeele van Scheers, van uwe gemeente, vergezeld was van andere persoonen tot heden onbekend gebleven. Het schijnt ook dat er in uwe gemeente eene herberg is, gehouden door zekeren suspecten man Jan Baptist Van Ingelgem, al waer er dagelijks gedurig den nacht, eene gezelschap van menschen bijeen komt, waer van het gedrag met de grootste voorzigtigheyd moet nagespeurd woorden. Alvorens dat Van Zegbroeck gearresteerd is geweest heeft hij dikwils in de herberg geweest, al waer dan ook onder anderen bij een waeren Ludovicus Arnoe, Henricus Spiessens, Henricus Vleminckx, Petrus Spiessens, Jan Baptist Van Muylder en Carolus Van Muylder, alle inwoonders van Londerzeel, die geheelen nachten doorbrengen in de herberg van Van Ingelgem. Eyndelijk moet daer nog dikwils komen eenen schrikkelijken man, met naem Van Ursel, die omlangs uyt het gevangenhuys gekomen is en die nu te Brussel woont. Het zal dan noodig zijn van zoo spoedig als mogelijk mij een zeer gedetailleerd rapport te zenden op al dat er hier voren gemeld is, en bijzonder van mij kenbaer te maeken het gedrag en de levensmiddelen van al de hier boven gemelde persoonen van uwe gemeente. Gij zult ook met de grootste zorg het huys en de herberg van Van Ingelgem doen naspeuren en indien er eenig overtreding aen het reglement van policie of andersints zoude begaen woorden, van er aenstonds een proces-verbael over te stellen en mij te zenden. Eyndelijk zult gij in stille onderzoeken of er in de herberg van Van Ingelgem geene gestole of onbekende voorwerpen bevinden en of het niet waer en is als dat er daer eenen loozen kelder is alwaer die deugenieten of dieven zich gestopt houden of gestolen goed verbergen. Diens volgens zult gij u verstaen met den brigadier van de gendarmerie die zich een van deze daegen bij u zal begeven om, indien gij positive inlichtingen hebt, eene huyszoeking te doen tot het ontdeckken van wat hier voren gemeld is. Het zal ook noodig zijn te melden of de inwoonders uwer parochie, waer van hier boven melding, reeds al vervolgd of verwezen geweest zijn door eene rechtbank en ook van te zeggen waer zij woonen en of zij getrouwd of jonge lieden zijn. Gij zult mij met het weder terug zenden van den tegenwoordigen brief uw verslag of rapport zoo spoedig als mogelijk doen beschikken. Ontfangt, Mijnheer, de verzekering van mijne volkome agting. Geteekend: Ridder de Burtin d’Esschenbeeck, regter. IC - N° 86331 BN 5162 Bruxelles le 7 Juillet 1842 A Monsieur le commissaire de l’arrondissement de Bruxelles – (Vertaald) Monsieurs. De gemeentebesturen van Londerzeel, Breendonck, Ruysbroeck, Hingene, Natten, Haesdonck, Bornhem, Puers, Wolverthem,en Meysse hebben zich gericht tot de minister van openbare werken teneinde te bekomen dat er een spoorwegstation of halte zou opgericht worden in de gemeente Londerzeel. Door een schrijven van 3 juli informeert de minister van Openbare Werken mij dat hij dit verzoek slechts kan inwilligen, zonder daarbij de werking van de spoorwegen te schaden, door tegelijkertijd het station van Malderen te supprimeren. Deze plaats is echter zeer belangrijk en het behoud van dit station is rechtvaardig omdat het verder van Capelle verwijderd is. Gelieve, mijne heren, deze beslissing ter kennis te brengen van de burgemeester van Londerzeel die de aanvraag, in naam van de verzoekende gemeenten heeft gedaan. De gouverneur Baron de Viron. Gouvernement de la Province de Brabant.
120
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N° 611 Londerzeel den 9 Julius 1842 Mijnheer den Vrede rechter - Om te voldoen aen uwen wel geheerden brief de dato 2 Julius lestleden N° 167J, betrekkelijk de herberg gehouden door zekeren genaemden Jan Baptist Van Ingelgem, woonende alhier op de heyde, met kennis geving de middelen van bestaen, hun hangedaed, of zij getrouwd of nog jonge lieden zijn, van de genaemde Ludovicus L'Arnoe, Spiessens Henri, Vleminckx Franciscus, Spiessens Petrus, Van Muylder Jean Baptiste en Van Muylder Carolus, alle woonende binnen de gemeente van Londerzeel. Voor wat de herberg aengaet van Jan Baptiste Van Ingelgem, die en is maer zeer gemeen aen ons wel bekend, om dat er niet anders en komt als van de gemeenste klasse, nochtans dat wij het geheel winter saisoen, doende de nachtronde, alle nachten daer gepasseerd en gerepasseerd, blijven staen luysteren aen de deur en vensters, zelfs hun doen opstaen om te zien of er geene slegte volkeren in huys bevonden, tot heden alles vrugteloos geweest, niets konnen ontdeckken. L’Arnoe Ludovicus, zijn beroep is voddeman, hij heeft over eenige jaeren eenen diefstal begaen van vlasch in de gemeente Malderen, waer voor hij een jaer gevang gehad heeft. Hij is getrouwd en heeft kinderen, zijn vrouw en kinderen gaen dagelijks bedelen, zij woonen in de Patatestraet. Spiessens Henricus, zijn beroep is lijnwaerd wever, hij is getrouwd, zijne vrouw en kinderen gaan dagelijks bedelen, woonende in de Patatestraet. Vleminckx Franciscus, zijn beroep is landbouwer, hij bezit een dagwand land welk hij bewerkt, en ondertusschen gaet hij in daghuer werken. Hij is getrouwd, zijn vrouw en kinderen bedelen dagelijks, zij woonen op de heyde. Spiessens Petrus, zijn beroep is voddeman, hij is getrouwd, zijn vrouw en kinderen gaen dagelijks bedelen, zij woonen op de heyde. Van Muylder Joannes Baptista, zijn beroep is landbouwer, getrouwd en heeft kinderen, over drij à vier jaeren (heeft) hij een vonnis gehad voor overtreding op het stuk der jagt, op de heyde. Van Muylder Karolus, beroep werkman en zijne vrouw werkster, getrouwd, heeft kinderen, op de heyde. Alle deeze persoonen, als zij wat geld hebben, houden meer van drinken als van werken, nochtans is er geen vervolg op, te wijten dat we hun aen geen overtredingen pligtig vinden. Wat aengaet dien loozen kelder die aen het huys van de voornaemden Van Ingelgem zoude zijn, alwaer de gestolen of onbekende voorwerpen, deugnieten of dieven hun daer in zouden gestopt houden, naer alle goede inlichtingen genomen te hebben van behoorlijke en goede stilzwijgende persoonen, is er niemand die ons daer van eenige kennis kan van geven, als voor antwoord gevende dat zij daer van noyt en hebben hooren spreken. En voor wat dien schrikkelijken man aengaet, genaemd Van Ursel, daer hebben wij wel naer geinformeerd of hij somwijlen in Londerzeel komt of te zien is. Van onzen kant wij zien hem niet. Onze veldwachters verklaeren hem noyt te zien of tegen te komen, maer wij wachten onophoudelijk op het huys en herberg van den voornoemden Van Ingelgem en het minste dat er zal geschieden waer aen hij hem pligtig zoude maeken zullen wij ons daer aenstonds begeven met den brigadier van de gendarmerie bij ons, zoo als wij te saemen malkanderen afgesproken hebben en dan zullen wij daer een goede en behoorlijke huyszoeking doen, onder en boven, binnen en buyten, voor alles te kunnen ontdeckken of er geene looze plaetsen zijn, en op de eerste overtreding de welke zal begaen woorden aen het reglement van policie of anderzins door de hierbovengemelde persoonen, zal ik daer van seffens proces verbael opstellen en het aen Ued doen gewoorden. Ontfangt ik bied Ued Mijnheer den Vrederechter, de verzekerheyd mijner hoog agting. Den Borgemeester. UC - N° 612 Londerzeel 16 juli 1842
121
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
(Kort) Mijnheer de commissaris. De gemeente bezit geen enkel fonds meer bij de ‘Mont de piété’. Van deze kas werd in 1841 de som van 3150 fr. opgenomen, inbegrepen de intresten tot 9 september 1841. Dit bedrag werd onmiddellijk gestort bij de spaarkas. Daar staat momenteel een bedrag uit van 4001,85 fr. UC - N° 613 Londerzeel 16 juli 1842 (Vertaald) Mijnheer de commissaris – Ik heb de eer om u ingesloten de brief terug te sturen die u mij op 8 juli toegezonden heeft met betrekking tot de bouw van een station of halte op de ijzeren weg in onze gemeente. UC - N° 614 Londerzeel 17 juli 1842 Mijnheer de commissaris – Gezien de gemeentewet van 1836, art. 143, met betrekking tot onvoorziene omstandigheden en de noodzaak om een uitgave te doen die niet was voorzien in het gemeentebudget, vraagt de administratie van deze gemeente de toelating om voor bruggen en waterwegen het bedrag van 110,98 fr over het jaar 1841 te mogen besteden en om mogen af te nemen van de subsidie van 40.000 fr. van 1841 het bedrag van 327,26 fr. IC - N° Bruxelles le 19 Juillet 1842 Monsieur – (Vertaald) De kamer van in beschuldiging stelling heeft door arrest van 3 juli verwezen naar het assisenhof van de provincie Antwerpen Adrien Van Zeebroeck, dagloner te Breendonk, onder beschuldiging van aanzienlijke diefstal, begaan in Londerzeel tijdens de nacht van 7 juni 1842. De Procureur generaal. UC - N° 614 bis Aen Mr. den Ridder de Burtin d’Esschenbeeck, Vrede rechter des kanton Wolverthem te Strombeeck-Bever. Pro Justitia - Jaer 1842 den 23 July om 6 ueren naer middag is voor mij verschenen den genaemden Joannes Baptista Lathouwers en Joannes Baptista Van Steen, beyde veldwachters binnen de gemeynte van Londerzeel, verklaerende dat ze op den 23 dezer maend July om 3 ueren naer middag in het veld op hun ronde zijnde, hebben in overtreding bevonden in eenen diefstal te begaen den genaemden Josephus Van Laer, oud 18 jaeren, en zijnen broeder Karolus Van Laer, oud 15 jaeren, beyde arbeyders, geboren en woonende te Londerzeel, zoone van Jacobus Van Laer en van Francisca Keymolen, beyde arbeyders, woonende te Londerzeel, dewelke, hun twee voornaemde kinderen, eenen diefstal begaen hebben, op den datum als boven, op een stuk land bezaeyd met tarwe, toebehoorende aen pachter Tobias Hermans, woonende alhier, welke diefte bestaet in het uyttrekken met den wortel daeraen, en een deel afgesneden met een mes, van die tarwe staende op het stuk van den voormelden Hermans, bestaende in eenen halven schoof die zij verlaeten hebben en hebben de veldwachters dien gestolen halven schoof naer den bureau gebragt en hebbe daer van proces verbael opgesteld om te dienen als naer rechten en die met mij geteekend hebben. Door bevel, den secretaris L. Vanonderbergen – Den 1e schepenen ambtenaer der gerechtelijke policie zaeken. IC - N° 7309 Brussel 25 juli 1842 (Kort) Het is niet omdat u 500 fr. in het budget hebt ingeschreven voor het onderhoud der wegen dat u dit jaar geen rol moet opstellen. Gelieve dit snel te doen. Commissaris Vandeweyer.
122
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N° 615 Londerzeel 25 juli 1842 (Kort) Mijnheer de ontvanger. Van Assche Joseph, dagloner in Londerzeel, werd op 22 augustus 1840 veroordeeld tot een boete van 7,13 fr. Deze man is niet solvabel genoeg om deze te kunnen betalen. De burgemeester. UC - N° 615 bis Londerzeel 25 juli 1842 (Kort) Mijnheer de commissaris. Uw brief 7418 van 21 dezer. Barbe Van Hoeck, geboren in Londerzeel, woont al meer dan 2 jaar in de stad Brussel. Ik heb de gemeente-ontvanger gelast om zonder verwijl het bedrag van 18 fr. te betalen aan de kolonie van Merksplas voor haar onderhoud. UC - N° 616 Londerzeel 26 juli 1842. (Vertaald) Mijnheer de commissaris. Uw brief 7406 van 16 juli. Mevrouw weduwe Rimslagh, of haar kinderen, bezitten in onze gemeente 2 huizen en 2 ha 67 a 30 ca grond, samen goed voor een jaarlijks kadastraal inkomen van 176,90 fr. Wij hebben geen weet van andere inkomsten. Benevens de aanvrager heeft mevrouw Rimslagh nog een dochter, die in Londerzeel geboren werd op 21 september 1821. Mevrouw Rimslagh heeft haar huisraad in Londerzeel verkocht om economische redenen en is in Leuven gaan wonen met haar zoon die daar aan de universiteit voor dokter studeert. UC - N° 617 Londerzeel 26 juli 1842 (Vertaald) Mijnheer de commissaris – Ter ondersteuning van de aanvraag van onze onderwijzer Kerremans Bernard om te worden toegelaten tot de eerstvolgende prijskamp voor landbouwonderwijzers, stuur ik u een certificaat over zijn gedrag. De burgemeester. GR - N° 55 Zitting van den 28 der maend Julius 1842 Tegenwoordig de heeren Verheyden, burgemeester en president, Willocx en Mertens, schepenen, Van Ruysevelt, Verbesselt, Van Hove, Verhofstadt, De Keersmaecker en Van Assche, leden, en L. Vanonderbergen, secretaris. Den raed der gemeynte Londerzeel buytengewoonelijk bij een vergaederd kragtens de oproeping van het collegie van burgemeester en schepenen, ten eynde kragtens onvoorziene noodzaekelijke uytgaeven, dewelke niet genoegzaem en zijn gebragt in den budget van 1841. In aenmerking nemende dat er geene genoegzaeme penningen en bestaen toegestemd in den budget voor het jaer 1841 voor de onvoorziene omstandigheden te gemoed te komen, zoo als aen bruggen en waterleydingen. Den raed naer eene langdurige beraeding onder hun genomen te hebben, hebben goed gevonden aen den provinciaelen raed voor te draegen tot het bekomen eener somme van 111,98 francs op het jaer 1841 en te mogen ligten op den onderstand van 40.000 franken de somme van 327,26 franken op het jaer 1841. Gedaen in zitting te Londerzeel dag, maend en jaer als boven. Ter ordonnantie, den secretaris L. Vanonderbergen Den burgemeester J.F. Verheyden UC - N° 619 Aan de vrede rechter Ridder de Burtin.
123
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Pro Justitia - Jaer 1842 den 29 July ten twee uren naer middag is voor mij, Jacobus Willocx, schepenen der gemeynte Londerzeel en ambtenaer van de gerechtelijke policie, verschenen Joannes Baptista Lathouwers en Joannes Baptista Van Steen, beyde veldwachters binnen dezer gemeynte, de welke verklaeren dat zij op den 29 dezer maend Julius, ten elf uren voor middag, in het veld op hunne ronde zijnde, ontmoet hebben twee persoonen met naem 1° Florentina Pauwels, oud 38 jaeren, beroep werkvrouw, huysvrouw van Josephus Van Nuffel, en 2° Jacobus Zaterdag, oud 20 jaeren, zonder beroep, beyde woonende te Londerzeel, met tarwe te stelen, dewelke gepikt en in hoopen regt-staende op het stuk land van Josephus Slachmuylder, landbouwer woonende alhier, Wijk 2, N° 4, welke bestaet in eene kwantiteyt van 2 schooven die zij op het voormeld veld vertaelen hebben en hebben de zelve tarwe naer het kantoor van het plaetselijk bestier gebragt. Waer van proces verbael is opgesteld om te dienen als naer rechten en de veldwachters hebben met mij geteekend. IC - N° 7418 Brussel 1 augustus 1842 (Kort) Mijne heren. In uw brief van 25 juli zegt u wel dat u de de gemeenteontvanger gelast hebt om de onderhoudskosten voor Barbe Van Hoeck te betalen aan de kolonie van Merksplas maar u antwoordt niet op onze vraag of dit meisje nu al dan niet moet worden losgelaten. Vandeweyer. IC - N° Bruxelles le 5 Aout 1842 (Kort) Londerzelenaars veroordeeld door de corr. rechtbank voor diefstal: Jacques Van Laer. De Procureur. UC - N° 622 Pro Justitia - Heden 7sten Augusty 1842 om 4 ueren naer middag. Voor ons Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester der gemeynte Londerzeel, zijn verschenen Adrianus Van Hove, beroep koopman in haever, en Petrus Van Ingelgem, beroep winkelier en herbergier, beyde woonende binnen deze gemeynte. Den eersten ons verklaerende dat op den 7sten dezer maend Augusty 1842 om twee en half ueren naer middag in eene beeck of waterloop leydende achter zijnen boomgaerd, een kind heeft vinden liggen het welk hij presumeerde daer verdronken te zijn, met naem Joannes Franciscus Huybrechts, oud omtrent twee jaeren, zoon van Franciscus Huybrechts, beroep schoenmaeker en herbergier, en van Anna Catharina Marivoet, beyde woonende binnen dezer gemeynte; dat hij van schrik en verbaesdheyd van dat kind daer zoo bevonden te hebben, bij zijnen gebuer met haest is gegaen, genaemd Petrus Van Ingelgem voor hem dit ongeluk te gaen zeggen, het welk hij daer kwaem te ontmoeten, en zijn er seffens te saemen te rug naer toe gegaen, en daer te rug zijnde, stond daer al een groot deel oude en jonge lieden, dewelke dit lijk beschouwden. Zoo haest ik er kennis van had door onsen veldwachter Joannes Baptista Van Steen, die bij mij is gekomen, heb ik mij aenstonds ter plaetse begeven, vergezeld van den heer Van Hove, doctoor alhier, en onze veldwachters. Den voormelden heer doctoor heeft alle de deelen van het lichaem van het voormeld kind nauwkeuriglijk overzien en betast, maer geene hoegenaemde teekens zijn er aen te vinden geweest, ingevolgen zijne declaratie hier bij vergezellende. Zoo zijn wij van gevoelen dat dit kind door een onvoorziende geval in de beek gevallen is en alzoo daer in verdronken is zonder zig zelven te konnen redden of van iemand gered te konnen woorden. Waer van proces verbael heb opgesteld tot Ue informatie en de bovengenaemde Van Hove Adrianus en Van Ingelgem Petrus hebben met ons geteekend. Den burgemeester.
124
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
(Opgestuurd naar de vrederechter met brief 623 op 11 augustus 1842.) IC - N° 7309 Brussel 9 augustus 1842 (Vertaald) Alle opmerkingen van uw brief van 5 augustus werden aan de provinciale administratie overgemaakt. Het is dus overbodig om er nog eens op terug te komen. Het is juist dat de belastingplichtigen twee maal in hetzelfde jaar zullen getroffen worden, maar er moet een reservefonds voor noodgevallen opgebouwd worden. Vandeweyer. IC - N° Strombeeck Bever le 9 Aout 1842 Monsieur le Bourgmestre – (Vertaald) Bij vonnis van de politierechtbank van het kanton van 9 augustus werden veroordeeld: 1) Joseph Van Laer, 18 jaar, zoon van Jacques uit Londerzeel, tot 3 dagen gevangenis, 2) zijn broer Charles Van Laer, 15 jaar, tot 1 dag opsluiting, wegens overtreding van de wet van 28 september 1791, diefstal van oogstklaar graan op een stuk grond van Tobie Hermans, op 23 juli 1842. (PV 615 van 25 juli) De Vrederechter. UC - N° 625 Londerzeel 12 augustus 1842 (Vertaald) Mijnheer de Procureur des Konings. Op 6 juni 1824 werd in Londerzeel geboren en ingeschreven onder het N° 64 Marie Therese De Proft, natuurlijk kind van Marie Elisabeth De Proft en van onbekende vader. Op 6 december 1830 is de moeder hier wettelijk getrouwd met Henri Van Cauwenbergh die hierbij het natuurlijk kind erkend heeft. Nu wenst deze jonge persoon in het huwelijk te treden maar Henri Van Cauwenbergh wenst dat dit onder de naam Van Cauwenbergh gebeurt en niet onder de naam De Proft. Artikel 333 van het burgerlijk wetboek verleent de door huwelijk erkende kinderen dezelfde rechten als degene die binnen het huwelijk geboren zijn. Aangezien een dergelijke zaak zich binnen mijn ambtstermijn nog niet heeft voorgedaan, vraag ik u om advies. De burgemeester. IC - N° Brussel, augustus 1842 (Kort) Mijnheer de burgemeester. Het wordt het bureel van weldadigheid van Londerzeel toegestaan om 7.000 fr. te storten in de kas van de Société Générale ter bevordering van de nationale industrie. De gouverneur Baron de Viron. UC - N° 627 Londerzeel 22 augustus 1842 (Vertaald) Aan de heer Graaf De Villegas de Clercamp, waarnemend arrondissementscommissaris te Brussel - Vermits de gemeente Londerzeel het bedelaarswerkhuis van Terkameren niets verschuldigd is voor het onderhoud van Emmanuel Hermans, stuur ik u bijgaande staat terug waarin de directeur van dit tehuis ons vraagt om 36,40 fr. te betalen. Gelieve deze administratie te zeggen dat alle kosten die ze maakt voor deze persoon naar de gemeente Malderen moeten gestuurd worden. Wat de betaling voor De Jong Jean Baptiste betreft, vraag ik een afzonderlijke afrekening. De burgemeester. UC - N° 628 Londerzeel 29 augustus 1842.
125
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
(Kort) Op 14 augustus werden de namen geafficheerd van de personen die, tijdens de zitting van de militieraad in Brussel op 29 maart 1842, een jaar of definitief uitstel hebben gekregen IC - N° Bruxelles le 7 Septembre 1842 - (Kort) Londerzelenaars veroordeeld door de correctionele rechtbank voor moeskopperij: Pauwels Florentine, Jacques Zaterdag. De Procureur des Konings. IC - N° 9430 Brussel 10 september 1842 (Vertaald) Op 6 september werd bij de echtgenoten Benoit in Tisselt een diefstal gepleegd van een bedrag van 500 fr. (200 fr. in stukken van 5 fr., de rest in stukken van 5 en 10 florijnen). Bij het breken van een venster hebben de daders van de diefstal zich tamelijk ernstig gekwetst aan de hand. Het schijnt dat de dieven inwoners van Londerzeel of omgeving zouden zijn geweest. Aangezien de kwetsuren het mogelijk kunnen maken om de daders te identificeren vraag ik u om hierover onderzoek te doen. De Procureur des Konings, Van Parijs. Strombeeck Bever den 13 September 1842 Mijnheer den Burgemeester - Men heeft op den 6 dezer maend eenen diefstal begaen ten naedeel van de echtgenooten Benoit tot Thisselt. De gestoolen voorwerpen bestaen in een somme van 500 francs waer van 200 frs in stukken van 5 fr. en den overschot in stukken van 5 en 10 Guldens. In het breken van een der vensters heeft een der dieven zich eene kwetsing gegeven in de hand. Volgens de inlichtingen bekomen van den heer Procureur des Konings zoude dezen diefstal begaen geweest door inwooners van Londerzeel of omringende plaetsen. Diens gevolgens verzoeke ik Ued aenstonds alle mogelijke poogingen te doen tot het ontdekken van de hier bovengemelde dieven waer van eenen gemakkelijk en kan erkend worden aen de wonden van een zijner handen. Misschien zal het niet onnuttig zijn van eens naer het huys van Van Ingelgem, herbergier, te gaen en ook bij de gewoonlijk inwoonders van deze herberg. In alle cas zult gij mij over deze diefte binnen d’acht daegen een verslag zenden met al wat gij daer over zult ontdekt hebben. Ontfangt, Mijnheer, de verzekering van mijne volkome agting. Den Vrederechter. UC - N° 631 Londerzeel 21 september 1842 (Vertaald) Mijnheer de rechter. Betreffende de diefstal ten nadele van het echtpaar Benoit uit Tisselt, delen we u mee dat we na uw brief 9430 van 10 september ontvangen te hebben, we hebben getracht om zoveel mogelijk inlichtingen in te winnen (verschillende keren over herbergier Van Ingelgem en de personen die dikwijls in zijn herberg komen), maar wij hebben niets ontdekt. UC - N° 633 Londerzeel 23 september 1842 (Kort) Aan de brigade commandant van de rijkswachtbrigade te Wolvertem. Gelieve ons ter gelegenheid van de kermis op 25 en 26 september, twee rijkswachters voor twee dagen te sturen. UC - N° 634 Londerzeel 24 september 1842 (Vertaald) Mijnheer de commissaris - Uw brieven van 1 augustus en N° 7418 van 21 september betreffende de vrijlating van Barbe Van Hoeck uit de kolonie van Merksplas-Rijkevorsel. Onze
126
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
administratie heeft beslist dat Barbe Van Hoeck mag vrijgelaten worden en er voor zal zorgen dat ze werk krijgt om in deze gemeente haar kost te kunnen verdienen. Willocx IC - N° Namur 24 september 1842 (Vertaald) Ingevolge uw brief 632 van 21 september bevestigen wij ontvangst van het bedrag van 45,47 fr. dat u ons overmaakte om gestort te worden ten voordele van de masse kleding- en onderhoudstukken van Broothaerts Joseph, milicien van de klas 1839, op verlof in uw gemeente. De administratieraad van het 9de Linieregiment. UC - N° 635 Londerzeel 27 september 1842 Mijnheer de ontvanger te Vilvoorde – Van Laer Jacques, dagloner in Londerzeel, is bemiddeld genoeg om de som van 7 fr. te kunne betalen tot dewelke hij op 9 augustus door de politierechtbank veroordeeld werd. UC - N° 636 Londerzeel 27 september 1842 (Kort) Mijnheer de ontvanger – Doms Egide, geboren in Duffel, het laatst gewerkt aan de bareel in Kampenhout, op 2 juli veroordeeld, is hier niet bekend. IC - N° Strombeeck Bever le 28 Septembre 1842 - Monsieur le Bourgmestre. (Vertaald) Bij vonnis van de politierechtbank van het kanton van 27 september werd Jean Louis De Boeck, brouwer uit Londerzeel, veroordeeld tot 5 fr. boete en de proceskosten wegens overtreding van art. 471, nr. 4 van het strafwetboek, het plaatsen van vaten op de provinciale weg van Brussel naar Temse, op 13 september 1842. GR - N° 56 Zitting van den gemeyntenraed van Londerzeel de dato 1sten october 1842. Tegenwoordig de heeren Verheyden, burgemeester en president, Willocx en Mertens, schepenen, De Keersmaeker, Goossens, Van Hove, Verbesselt, Verhofstadt, Van Assche, leden, en L. Vanonderbergen, secretaris. De meerderheyd der raedslieden mits dien tegenwoordig zijnde en alzoo bevoegdelijk kunnende beraedslaegen, is er overgegaen bij onderzoek en voorraed tot het sluyten der rekening opgemaekt en overgebragt door den heer Joannes Josephus De Cat, plaetselijken ontfanger over den jaere 1841. Gezien de door den genaemden ontfanger overgegevene rekening der ontfangsten en uytgaven door hem in zijne bovengenoemde hoedanigheyd over den jaere 1841 gedaen. Gezien den staet van begrooting over den jaere 1841. Overwegende dat na behoorlijk en nauwkeurig onderzoek des gemelde rekening en van de daer bijgevoegde bewijsstukken er uyt volgt dat de generaele ontfangsten beloopen tot fr. 18.054,07 wel geregeld zijn En de generaele uytgaeven tot fr. 17.833,24 mede wel geregeld zijn Dus eenen overschot van fr. 220,83 De rekening van den ontfanger der gemeynte Londerzeel over den jaere 1841 woord bij deze onder nadere goedkeuring van het collegie der permanente deputatie den provinciaelen raed dezer provincie goedgekeurd en vastgesteld (als boven). Gedaen te Londerzeel in zitting van date als boven.
127
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Door bevel, den secretaris L. Vanonderbergen heyden
Den burgemeester voornoemd, J.F. Ver-
UC - N° 639 Londerzeel 14 oktober 1842 Aan de arrondissementscommissaris – (Vertaald) Het doet me leed u te moeten melden dat François Van den Brande, landbouwer, mij vandaag kwam zeggen dat hij vermoedt dat er bij zijn vee een besmettelijke ziekte is ontstaen. Gelieve de veearts van de regering te sturen om de gezondheidstoestand van de dieren vast te stellen. IC - N° Londerzeel 18 oktober 1842 (vertaald) Mijnheer de commissaris – Uw brief van 14 oktober betreffende de betaling aan de kolonie van Merksplas van de kosten voor Barbe Van Hoeck. Onze gemeenteontvanger heeft me beloofd de betaling van alle achterstallige kosten onmiddellijk uit te voeren. IC - N° Brussel 18 oktober 1842 (Vertaald) Mijnheer de burgemeester. Gelieve me inlichtingen te geven over beroep, bestaansmiddelen, gedrag, antecedenten, solvabiliteit en reputatie van Marc Vanderwilt, 27 jaar, landbouwer, geboren in Londerzeel, zonder vaste verblijfplaats. Deze man is wegens landloperij opgepakt in Brussel. Onderzoeksrechter Delecaunt. UC - N° 641 Londerzeel 18 oktober 1842 - (Kort) Mijnheer de commissaris. Het bedrag van 4001,85 fr.dat op onze rekening van de spaarkas staat is inderdaad bestemd voor de verbetering van onze buurtwegen. UC - N° 642 Londerzeel 22 oktober 1842 (Vertaald) Mijnheer de onderzoeksrechter. Uw vraag van 18 oktober over Marc Vanderwilt, 27 jaar, geboren in Londerzeel. Zijn beroep is dagloner. Hij heeft de reputatie een nogal gevaarlijke jonge man te zijn. Hij werd twee maal veroordeeld in Brussel. Wanneer precies kan ik u niet vertellen omdat de desbetreffende stukken bij de verhuis van ons bureel zoek zijn geraakt. De eerste schepen. UC - N° 643 Londerzeel 27 oktober 1842. (Kort) Voorgesteld om te zetelen in de commissie ter controle van de aangiften van de personenbelasting: Jacques Willocx en Jean François Van Ruysevelt, allebei lid van de gemeenteraad. IC - N° 9387 Namur le 31 octobre 1842. (Vertaald) Mijnheer de burgemeester. Desmedt Charles, milicien uit Londerzeel van 1834, momenteel toegewezen aan mijn korps, heeft tot op dit ogenblik, ondanks aanmaningen, nog steeds zijn massa niet komen afrekenen. Gelieve hem te laten weten dat, indien hij het bedrag van 46,19 fr. niet stuurt naar zijn korps, ik zijn ontslag naar het Ministerie van oorlog zal sturen. Gelieve me op de hoogte te houden van de intenties van deze milicien. Zijn kledingstukken
128
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
werden geevalueerd op 5,05 fr. maar zijn in het gebruik veel meer waard. Getekend, de luitenant kolonel van het 9de regiment infanterie. IC - N° 7512 Brussel 2 november 1842 (Vertaald) Mijnheer de burgemeester. Gelieve me binnen de week het bedrag van 56 fr. te sturen dat u aan de hospices van Mechelen verschuldigd is voor de behandeling van Jean Joseph Van de Velde, of me de reden voor uw weigering te laten kennen. Deze zaak duurt nu al veel te lang. Vandeweyer. UC - N° 646 Londerzeel 3 november 1842 (Kort) Mijnheer de commissaris. Bijgevoegd het slachtbewijs en bijhorend proces verbaal van een melkkoe van François Van den Brande, aangetast door een besmettelijke ziekte. Bijgevoegd ook de brief van de heer Van den Eede, veearts van de regering, wonend in Opwijk. UC - N° 647 Londerzeel 3 november 1842 (Kort) Mijnheer de commissaris. Circulaire van de gouverneur van 21 mei, memoriaal van administratie nr. 153. Niemand heeft zich gemeld om een schadevergoeding te krijgen voor verliezen veroorzaakt door de oorlogsgebeurtenissen van de revolutie. De burgemeester. UC - N° 649 Londerzeel 4 november 1842 (Vertaald) Aan de Luitenant-Kolonel van het 9de Infanterieregiment te Namen - Mijnheer de luitenant-kolonel. Uw brief van 31 oktober. Ik heb de milicien De Smedt Charles in mijn bureel laten komen en hem de inhoud van uw brief uitgelegd. Hij heeft me gezegd dat hij op dit moment onmogelijk aan uw verzoek kan voldoen omdat hij geen geld heeft en slechts een arme boerenknecht is. Hij heeft nog minstens 9 à 10 maanden nodig om het geld bijeen te krijgen. De burgemeester. IC - N° Bruxelles le 5 Novembre 1842 - (Kort) Londerzelenaars veroordeeld door de correctionele rechtbank voor jagen zonder vergunning: Van Schel Pierre, Teugels Henri. De Procureur des Konings. UC - N° 651 Londerzeel den 10 November 1842 Mijnheer den Kommissaris. Om te voldoen aen uwen wel geheerden brief de dato 2 lestleden N° 7512 betrekkelijk de betaeling eener somme van 56 franken, verschuldigde somme aen de hospice te Mechelen voor onderhouds kosten en oppassingen gedaen aen den genaemden Joannes Josephus Van de Velde, aldaer overleden, behoorende aen onze gemeynte, met kennis geving dat de voormelde somme van de eerste vraeg aen die administratie zoude uytbetaald geweest hebben indien onse administratie rechtveerdig verschuldigd zoude geweest hebben, maer terwijlen eener van zijne broeders hem naer Mechelen begeven had, voor alle zijne kleederen en al wat hij achtergelaeten had gaen haelen is, en de zelve verkogt heeft tot zijn eygen beneficie, hebben wij beginnen te zeggen dat dien broeder die zulke daed begaen had, zig zelven verpligtende voor alle de onkosten te betaelen die wijlen zijnen broeder voormeld achtergelaeten had. Nochtans ben ik van gevoelen, Mijnheer, dat wij daer aen zullen moeten voldoening geven terwijlen dat dien broeder, den verkooper der effecten, arm en behoeftig is maer onder
129
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
alle verzoek ik Ued eenen uytstel van 14 daegen, want daer is eenen van zijne broeders die van voornemen is een derde deel daer in te betaelen en zoo haest dat ik dit zal ontfangen hebben zal ik aen Ued seffens de volle somme doen geworden. Den burgemeester. IC - N° 7512 Brussel den 19 november 1842 Mijnheeren. Al waeren de erfgenaemen van wijlen Joannes Josephus Van de Velde zeer bemiddeld, zoo zoude de gemeynte doch de onderhouds kosten van die man moeten betaelen op titel van verschot, en met voorbehouding van herhael tegen de erfgenaemen. Aldus noodig ik Ued uyt om mij de verschuldigde som zonder verderen uytstel te doen toekomen. Den arrondissements kommissaris, Vandeweyer. UC - N° 654 Londerzeel 21 november 1842 (Kort) Mijnheer de commissaris. Onze gemeente verbruikt jaarlijks 3200 hl gerst en 1400 hl haver. UC - N° 655 Londerzeel 26 november 1842 - (Kort) Mijnheer de commissaris. Geen enkele openbare instelling van onze gemeente heeft renteobligaties of eigendommen in het buitenland. IC - N° Eppeghem 1e December 1842 Den ondergeteekenden burgemeester der gemeynte van Eppeghem, arrondissement Brussel, verklaert mits dezen dat den genaemden P.J. Hoorickx, chirurgien en acoucheur, ten tijde van een jaer dat hij in deze gemeynte geresideerd, hem altijd heeft gedraegen als braef en eerlijk man en dat er ons gedurende dien tijd geene de minste klagten ten zijnen last zijn bijgebragt geweest. De burgemeester J.B. Van Asbroeck. P.J. Hoorickx, geboren te Sempst den 20 October 1802. Marie Anne de Neef, geboren te Brussel in het jaer 1803. Pierre Henri Hoorickx, fils, geboren te Brussel in het jaer 1836. Marie Josephine Henriette Hoorickx, geboren te Brussel in het jaer 1840. GR - N° 57 Zitting van den 2 december 1842 Tegenwoordig de heeren Verheyden, burgemeester, Willocx en Mertens, schepenen, Van Assche, Van Ruysevelt, De Keersmaeker, Verhofstadt, Goossens, leden, en L. Vanonderbergen, secretaris. Den raed der gemeynte Londerzeel, door burgemeester en schepenen bij een geroepen ten eynde over te gaen tot het opmaeken des budgets over den jaere 1843, gelijkvormig aen den omzendbrief de dato 5 Augusty lestleden, memorial van administratie N° 220. Gezien de noodzaekelijke stukken betrekkelijk tot het opmaeken des budgets en den voorberoepen omzendbrief en de artikels 139 en 142 der gemeyntewet van den 30 meert 1836. Gezien de rekening aen den gemeynten raed overgeleverd voor het dienstjaer 1841, gesloten door de aenhoudende deputatie den provinciaelen raed den 4 november 1842. Den raed naer het nauwkeuriglijk overzien te hebben, stelt den ontfangst en den uytgaef als volgt. Den ontvangst ter somme van 7.638,88 Den uytgaef van 7.558,59 Overschot van den ontfangst 80,29
130
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
In zitting te Londerzeel dato als boven. Door bevel, den secretaris L. Vanonderbergen
Den Burgemeester en schepenen
UC - N° 658 Verslag over het bestier en den toestand der zaeken betrekkelijk de gemeynte Londerzeel over den jaere 1841, opgemaekt ingevolgen het art. 70 der gemeynte wet van 30 Meert 1836, door den burgemeester en schepenen der zelve gemeynte in openbaere zitting van den tweeden der maend December 1842 en waer van publiek bij plakschrift van den thienden der maend November tot den 28sten der zelve maend is berigt gewoorden. Staet der finantie der gemeynte Londerzeel. Blijkens de rekening opgemaekt door den gemeynten ontfanger over den jaere 1841 en door den gemeynten raed in zitting van den eersten der maend october 1842 provisoorelijk gearresteerd, bestaet er nog een batig slot van 220 franken en 83 centimen waer over het bestier verklaerd dat het noodig is dat die gelden in de gemeynte kas zullen blijven rusten terwijlen dat met het winter saisoen de behoeftige arme schaemele lieden dagelijks onderstand moet verleend woorden, zoo wel in geld als in andere voorwerpen. Het plaetselijk bestier is van gevoelen dat zij aen de aenhoudende deputatie den provincialen raed eene vraeg zullen moeten onderstellen tot het bekomen eener autorisatie te mogen ligten uyt de spaerkas te Brussel eene somme van duysend franken tot onderstand aen het kerk fabriek alhier voor groote reparatiën gedaen aen den toren dezer kerk alhier, toegestaen door den gemeynten raed in eene plaets gehad hebbende zitting de dato 5 maert 1839, en de zelve goedgekeurd ingevolgen onse gemeynte begrooting van 1841, door den provinciaelen raed de dato 23 December 1840. Politie. Geene criminele misdaden hebben gedurende het jaer 1841 binnen dezer gemeynte plaets gehad; alle correctionele misdaden en wanbedrijven is er behoorlijk proces-verbael van opgesteld, en zijn alle min of meer door de correctionele rechtbank en door het vrede gerecht gestraft gewoorden. Onvoorziene rampen en verliezen. Geene onvoorziene rampen of verliezen zijn er gedurende dit jaer binnen deze gemeynte te betreuren geweest. Straeten en wegen. De straeten en wegen bevinden hun zig in eenen goeden staet en zijn alle behoorlijk onderhouden geweest. Den burgemeester voornoemd. IC - N° 340 Brussel 7 december 1842 (Kort) Mijnheer de burgemeester. Gelieve me snel inlichtingen te geven over beroep, bestaansmiddelen, gedrag, antecedenten, solvabiliteit en reputatie van Marc Vanderwilt, 27 jaar, landbouwer, geboren in Londerzeel, zonder vaste verblijfplaats. De onderzoeksrechter Dutars. UC - N° 659 Londerzeel 13 december 1842 (Vertaald) Mijnheer de onderzoeksrechter. Uw vraag 340 van 7 december. Marc Vanderwilt heeft de reputatie een nogal gevaarlijk jongmens te zijn. Hij werd tweemaal in Brussel veroordeeld. Wanneer juist weet ik niet meer maar ik herinner mij met vrij grote zekerheid dat het tot minstens 5 jaar is geweest. De betreffende stukken bevinden zich in ons bureel maar zijn verkeerd gelegd tijdens de verhuis. De burgemeester. UC - N° 661 Londerzeel den (15) December 1842 Mijnheer den kommissaris - Ik geve mij d’eer aen UE te doen te rug gewoorden den hier nevens gaenden staet betrekkelijk Emmanuel Hermans, geboren en woonende te Malderen, waer in
131
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
vraegende aen Londerzeel eene somme van 34 francs en 80 centimen voor onderhouds kosten in het bedelaers gestigt te Terkameren, met kennis geving dat de gemeynte Londerzeel verpligt is te betaelen voor onderhoud van Jan Baptist De Jong, die alhier is geboren en zijnen onderstand van domicilie heeft, maer niet den voornaemden Hermans, maer wel Maelderen, zoo als het gebleken is voor het Vrede gerecht des kanton Wolverthem de dato eersten february 1842, waer voor het plaetselijk bestier van Londerzeel gedaegd heeft geweest te compareren met De Bondt en De Proft, op hunnen eed, al waer Hermans tijdelijk woonagtig is geweest en hebben het niet konnne properen (bewijzen) het vier jaerig agter een volgende verblijf van Hermans in de gemeynte Londerzeel en waer voor zij alle de kosten hebben moeten draegen en betaelen, zoo wel voor alle de getuygen als voor den akt van klaerblijkelijkheyd. Verzoekende Ue, Mijnheer, aen de aenhoudende deputatie te willen over schrijven. Den burgemeester. UC - N° 662 Londerzeel 17 december 1842 (Kort) Er woont geen veearts in Londerzeel. UC - N° 665 Londerzeel 20 december 1842 (Kort) Aangesteld voor opstellen militiecertificaten 1843: Willockx Jacques, 1e schepen en Mertens André, 2de schepen. IC - N° Strombeeck Bever le 28 Décembre 1842 Monsieur le Bourgmestre – (Vertaald) Door vonnis van de politierechtbank van het kanton van 28 december werd Jean Baptist Van Campenhout, 60 jaar, Stuyvestraat Londerzeel, veroordeeld tot een boete van 3 frank en de proceskosten wegens overtreding van art. ???, het lopen over een bezaaid land in de gemeente Ramsdonk. PV opgesteld door de veldwachter van Ramsdonk.
1843
UC - N° 666 Londerzeel 5 januari 1843 (Kort) Mijnheer de commissaris – Barbe Van Hoeck, dochter van Josse en Anna Catharina Puttemans, heeft haar bijstandswoonst in Londerzeel behouden. UC - N° 668 Londerzeel 9 januari 1843 Au conseil de la Garde Civique du canton de Wolverthem à Wolverthem - Gestuurd: de namen van de mannen geboren in 1821 die in 1843 deel zullen nemen aan de burgerwacht. UC - N° 669 Londerzeel januari 1843 (Kort) Mr de commissaris. De lijst van arme kinderen die les volgen bij Kerremans B. en Hermans P.J. IC - N° 7374
132
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Brussel 13 januari 1843 (Vertaald) Ik zal naar Londerzeel komen op 14 januari om er de registers van de burgerlijke stand en de archieven na te kijken en om over de dienst te praten. Ik zal u, samen met de secretaris, graag op het gemeentehuis ontmoeten. De arrondissementscommissaris. UC - N° 670 Londerzeel 14 januari 1843 (Kort) Het aantal kiezers bedroeg in Londerzeel: 160 in 1836 en 250 in 1842.. Er werd niet gefraudeerd. UC - N° 671 Londerzeel 17 januari 1843 – (Kort) Geen pokken in 1842. IC - N° 7374 Brussel 18 januari 1843 (Vertaald) Toen ik naar Londerzeel zou vertrekken was het weer dermate slecht dat ik me niet op weg kon begeven. Ik zal volgende vrijdag komen op het afgesproken uur. De arrondissementscommissaris Vandeweyer. IC - N° 7598 Brussel 19 januari 1843 (Vertaald) Ik stuur u een namenlijst waarop deze van een jonge man, geboren in 1824, grootgebracht door de administratie van de hospices van Antwerpen, en in pension geplaatst in uw gemeente. Deze moet deelnemen aan de loting van dit jaar. Gelieve hem in de militielijst in te schrijven. De arrondissementscommissaris. GR - N° 58 Zitting van den 21 January 1843. Tegenwoordig de heeren Verheyden, burgemeester, Willocx en Mertens, schepenen, J.J. Goossens, Van Assche, Verhofstadt, Remory, Van Ruysevelt, A. Goossens en De Keersmaeker, leden, en L. Vanonderbergen, secretaris. Het armbestier: Verheyden, voorzitter, Willocx, Van Ruysevelt en Leys, pastoor, leden. Den gemeyntenraed en het armbestier der gemeynte Londerzeel, bij een vergaederd kragtens de oproeping van het collegie van burgemeester en schepenen, ten eynde te beraedslaegen nopens het kosteloos onderwijs der arme kinderen dezer gemeynte. Gezien den 5en artikel der wet over het laeger onderwijs in dato 23 september 1842. Gezien den omzendbrief van Mijnheer den gouverneur de dato 29 November laetstleden, memorial van administratie N° 360, betrekkelijk het kosteloos onderwijs der arme kinderen dezer gemeynte om den onderstand uyt dezen hoofde door de gemeente te betaelen of indien er reden bestaen de schoolgelden voor elken leerling verschuldigd - mitsgaders de aenwijzing van de schoolen waer de kinderen kosteloos zullen worden ontfangen - benevens het aendeel ten laste van het armbestier in de kosten voortvloeyende uyt het kosteloos onderwijs. Den gemeyntenraed en het armbestier in aenmerking nemende dat den heer Kerremans Bernard, onderwijzer alhier, eene jaerlijksche somme geniet van de gemeynte alhier van 50 francken tot het erlangen der kosteloos onderwijs aen alle de arme kinderen van alhier wier ouders er de vraeg van doen en dat den heer Hermans, onderwijser alhier, ook eene somme van 50 francken jaerlijks van de gemeynte geniet tot het kosteloos onderwijs der arme kinderen die zijne school bijwonen (cursieve tekst doorstreept).
133
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Den gemeyntenraed stelt vast eene somme van 478,21 francs en het armbestier eene somme van 12,50 francs voor het koopen van boeken enz., welke sommen jaerlijks zullen uytbetaeld worden. Aldus gedaen in zitting de dato als boven. Den Voorzitter. UC - N° 673 Londerzeel januari 1843 (Kort) Mijnheer de gouverneur - De Keersmaecker Pierre Jean, korporaal-klaroen bij het Elite regiment, geboren in Londerzeel, huidige verblijfplaats onbekend, zoon van Jacques Albert en Anna Catharina Keymolen, ook hun verblijfplaats onbekend. IC - N° 357 Arlon 28 januari 1843 (Vertaald) Mijnheer de burgemeester – Met uw brief 672 van 20 januari vraagt u of Kerremans Joseph, milicien uit Londerzeel lichting 1837, in het huwelijk mag treden. Dit kan niet toegestaan worden aangezien deze militieklas geen recht heeft op deze verworvenheid. In april of mei, wanneer zijn lichting naar het reserve bataljon zal overgeheveld worden, kan ik hem deze toestemming geven. De kolonel-commandant van het 3de regiment Jagers. IC - N° 11632 Bruges le 29 janvier 1843 (Vertaald) Op 25 januari werd in het Sint Jans hospitaal in onze stad ter behandeling opgenomen Pierre Van de Voorde, geboren in Londerzeel, zoon van Jean Baptist en Justine De Bondt, oud 76 jaar. Aangezien de man behoeftig is vallen de behandelingskosten, 150 centimes per dag, ten laste van de gemeente Londerzeel. GR - N° 59 Zitting van den 1 februarius 1843 Tegenwoordig de heeren Verheyden, burgemeester, Willocx en Mertens, schepenen, Van Assche, A. Goossens, Verhofstadt, Remory, Van Ruysevelt, Verbesselt en J.J. Goossens, leden, en L. Vanonderbergen, secretaris. Den raed der gemeynte Londerzeel in meerderheyd van leden vergaederd zijnde door de oproeping van den heer burgemeester en schepenen, ter gewoonelijke plaetse, ten eynde te beraemen over de inwilligingen te brengen op den budget dezer gemeynte voor 1843. Gezien den omzendbrief van mijnheer den gouverneur de dato 7 January lestleden, memorial van administratie N° 8. Gezien de wet van 23 september 1842 betrekkelijk de kosten van het laeger onderwijs ten laste van de gemeente. Gezien art. 20, 22 en 23 der zelve wet. In aenmerking nemende dat het hoogdringend is dat de arme kinderen de gemeynte schoolen bij woonen en dat er ten dien eynde in voorzien woord tot den aenkoop der noodige meubelen en boeken. Hebben goedgevonden 2 opcentimen te brengen bij de directe belastingen op den grond en personnel en patenten dezer gemeynte die eene jaerlijksche somme zal uytmaeken van 387,21 francs, en zal dezelve somme in den budget van 1843 gebragt woorden. Aldus gedaen en gesloten in zitting de dato als boven. UC - N° 678 Londerzeel 7 februari 1843
134
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
(Kort) Er hebben zich geen geschikte personen voor vrijwillige legerdienst gemeld. UC - N° 679 Londerzeel den 7 februarius 1843 Mijnheer den vrede rechter - Ik heb d’eer aen Ued hier nevens te doen gewoorden een proces verbael wegens diefstal van een koppel kiekenen of hinnen, voorgevallen in den nacht van den 5 à 6 dezer maend ten nadeele van Egidius Van den Eynde, werkman, woonende te Steenuffel, begaen door de genaemde Rosalia Meeremans, werkster, woonende binnen deze gemeynte, met kennis geving dat die voormelde R. Meeremans van een zeer gemeyn gedrag is, terwijlen zij nog vijf jaeren gevang heeft gehad en tot Vilvoorde heeft volbragt. Den burgemeester. IC - N° 1348 Parquet, rechtbank van 1ste aanleg Bruxelles le 7 Février 1843 (Vertaald) Michael Menxel, die bij zijn vader verblijft in uw gemeente, vraagt uitstel van de veroordeling die hij in 1836 en 1838 zou gekregen hebben voor jachtmisdrijf. Gelieve hem te vragen welk tribunaal deze veroordeling uitgesproken heeft, wat de straf was en op welke datum dat gebeurde. De Procureur des Konings. IC - N° 7512 Bruxelles le 9 février 1843 (Vertaald) Ik zal in Londerzeel met de loting niet kunnen beginnen voor 10u30. Ik vraag u om alles daar naar te schikken. Le commissaire de milice. UC - N° 680 Londerzeel 13 februari 1843 (Vertaald) Mijnheer de commissaris – Bijgevoegd een kopij van het definitief verlof van Van Stappen Charles Louis en een overzicht van de gezinssituatie. Ze zijn touwslager en herbergier en bezitten een kleine weide voor één koe. Meer hebben ze niet om de kost te verdienen. IC - N° Bruxelles le 16 Fevrier 1843 (Kort) Londerzelenaars veroordeeld door de correctionele rechtbank voor ? :Wauters Henri. De Procureur. UC - N° 684 Londerzeel 17 februari 1843 (Vertaald) Aan de heer De Dobbeleer, substituut en waarnemend Procureur des Konings te Brussel. Michel Menxel werd door de correctionele rechtbank van Brussel veroordeeld op 24 november 1836 en op 24 augustus 1838, beide keren voor jachtmisdrijf. UC - N° 689 Londerzeel den 20 februarius 1843 Aen Mijnheeren uytmaekende de kommissie van de burgerlijke hospice der stadt Brugge - In antwoord aen Ulieden wel geheerden brief de dato 29 Januarius N° 11632 betrekkelijk het domicile van onderstand voor zekeren genaemden Petrus Van de Voorde, geboren alhier, maer woonende te Bruggen, wel omtrent veertig jaeren, aen ons wel bekend, en nog van vele geloofbaere persoonen. Het is met verwondering Mijnheeren, dat wij gezien hebben dat ulieden ons komt te gelasten om te voorzien in den onderstand van domicile van eenen persoon die alreeds zijn geboorte plaets sedert veertig jaeren verlaeten heeft om zijne woonste in uwe stadt te vestigen, alwaer
135
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
hij den akkerbouw met kaer en peerd uytoeffende, woonend op het gehugt of wijk St. Croix (H. Kruys), hij is zelfs in uwe stadt getrouwd alwaer hij verscheyde kinderen gewonnen heeft, waer van eenen zijner zonen in het jaer 18 dienende onder de Garde Civique in de gemeynte Merchtem gelegen heeft, en van daer verscheyde reysen naer Londerzeel gedaen heeft voor zijnen oom die dan nog leefde is komen bezoeken, benevens zijne andere famille. En wij zijn van goed gevoelen dat de gemeynte Londerzeel niets meer verpligt en is van voor hem eenig hoegenaemde betaeling te moeten doen, blijkens de wet van den 28 november 1818, waer van den Art.3 duydelijk zeggende, indien iemand gedurende vier achter een volgende jaeren in eene gemeente gewoond heeft waer in hij niet is geboren en aldaer den zelfden tijd de opgelegde vraegen voldaen heeft, zal deze gemeente wat den onderstand betreft, zijne geboorte plaets vervangen. Den Burgemeester. UC - N° 687 Londerzeel 20 februari 1843 (Vertaald) Mijnheer de onderzoeksrechter – Uw brief nr. 54 van 14 februari. Caroline Janssens, 42 jaar, zonder beroep, geboren in Londerzeel, verblijfplaats onbekend, momenteel vastgehouden op verdenking van diefstal van aardappelen te Kapelle-op-den-Bos en landloperij. Toen deze vrouw in Londerzeel verbleef was haar gedrag onberispelijk. Ze kwam aan de kost als spinster en dagloonster. UC - N° 690 Londerzeel 24 februari 1843 (Kort) Mijnheer de commissaris. In 1842, heeft on weldadigheidsbureel geen behoeftigen van Nederlandse afkomst moeten ondersteunen.. UC - N° 691 Londerzeel 28 februari 1843 (Vertaald) Mijnheer de onderzoeksrechter te Brussel - Uw brief 453 van 22 februari met vragen over de gearresteerde Jacques en Joseph Van Laer, vader en zoon. Jacques Van Laer huurde in 1842 38 roeden grond van Benoit Dewachter uit Wolvertem. Daarop werden aardappelen geplant evenals op de 8 roeden hof. Die grond kan maximaal 20 zakken opgeleverd hebben. Voor hun eigen verbruik hebben ze minstens 20 zakken nodig. Ik kan niet zeggen of ze voor hun arrestatie aardappelen verkocht hebben. IC - N° Thisselt le 2 mars 1843 (Vertaald) Jeanne Catharine Le Clerck, weduwe van Martin Peeters, die haar bijstandswoonst in Londerzeel behouden heeft, heeft dringende bijstand gekregen van het weldadigheidsbureel van onze gemeente en moet volledig onderhouden worden. Gelieve ons te laten weten wat u voor deze vrouw kunt doen. Ze is geboren in Chimé (Luik) en woonde op het gehucht Sneppelaar. IC - N° 7580 Brussel 6 maart 1843. (Vertaald) Gelieve Vanderstappen te laten weten dat zijn zoon Jan Baptist, milicien van 1841, niet van dienst kan vrijgesteld worden, aangezien hij is aangewezen overeenkomstig art. 94 van de wet van 18 januari 1817. De arrondissementscommissaris Vandeweyer. IC - N° Malines le 9 Mars 1843
136
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
(Vertaald) Kunt u aan Jean François Le Meir, schoenmaker, die werkt bij J. Huybrechts, schoenmaker en herbergier in Londerzeel, de bijgevoegde verwittigingsbrief litt. K afgeven, die bestemd is voor zijn zoon Henri Le Meir, die momenteel in Parijs verblijft. Deze moet zich in Mechelen moet inschrijven voor de militielichting van dit jaar. UC - N° 692 Londerzeel 11 maart 1843 (Kort) Aan de gemeente Tisselt. De gemeentelijke administratie van Londerzeel is zinnens om Jeanne Cathérine Le Clerc, weduwe van Martin Peeters, bij haar terugkeer naar onze gemeente, een woning en de kost te geven. IC - N° 7636 Brussel 17 maart 1843 (Vertaald) Uw gemeente heeft een gemeenteonderwijzer. Gelieve mij binnen de 3 dagen een kopie van zijn benoeming te sturen. Indien hij nog niet benoemd is moet de gemeenteraad zich daar onmiddellijk gaan mee bezig houden. De arrondissementscommissaris. GR - N° 59bis Zitting van den 24 Meert 1843. Waer dat tegenwoordig waeren de heeren Verheyden, burgemeester, Willocx en Mertens, schepenen, De Keersmaeker, Verbesselt, Van Ruysevelt, Verhofstadt, Van Assche, J.J. Goossens. Den gemeyntenraed van Londerzeel in buytengewoone (zitting) vereenigd krachtens oproepersbrief van het collegie van borgemeester en schepenen om over te gaen tot de benoeming van eenen onderwijser voor dezer gemeynte. Gezien art. 84 N° 6 der wet van 30 meert 1836. Gezien art. 10 der wet van den 23 september 1842 betrekkelijk de benoeming der gemeentelijke onderwijsers. Gezien den omzendbrief van mr. den gouverneur de dato 14 october 1842, memorial van administratie N° 299. Den gemeyntenraed in aenmerking nemende dat den heer Bernardus Kerremans sedert verscheyde jaeren het ambt van onderwijser met zorg alhier heeft waergenomen, en dat hij binnen dien tijd een goed en zedelijk gedrag heeft gehouden. Den gemeynteraed heeft goed gevonden te benoemen en benoemt als onderwijzer der gemeynte Londerzeel de heer Bernardus Kerremans, woonende te Londerzeel. Aldus gedaen en gesloten in zitting de dato als boven. Den burgemeester. UC - N° 692 bis Londerzeel 24 maart 1843. (Kort) Mijnheer de commissaris – Tijdens de zitting van de gemeenteraad van maart 1843 werd Bernard Kerremans benoemd tot onderwijzer van de gemeente Londerzeel. De burgemeester. IC - N° Bruxelles le 6 Avril 1843 (Kort) Londerzelenaar veroordeeld door de correctionele rechtbank voor ?: De Buyser Ferdinand. De Procureur. GR - N° 60 Province de Brabant, arrondissement de Bruxelles, commune de Londerzeel. Séance du 11 Avril 1843
137
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Où étaient présents messieurs Veheyden, bourgmestre et président, Dominic De Keersmaeker, A. Goossens, J.J. Goossens, Remory, Jean Baptiste Van Assche. (Vertaald) De gemeenteraad. Gezien het proces verbaal van het bureel van weldadigheid en van het schepencollege over de voorstelling van kandidaten voor de vernieuwing van een vijfde deel van het bureel van Weldadigheid, in vervanging van de heer Van Ruysevelt Joseph François, uittredend lid per eind dit jaar. De voorzitter nodigt de leden uit om hun stembiljet in de urne te deponeren. Na opening van de urne worden de stembiljetten opengevouwen en dit geeft het volgende resultaat. De heer Van Ruysevelt Joseph François krijgt en meerderheid van 5 stemmen en wordt als lid van het bureel van weldadigheid herkozen. Uittreksel van dit proces verbaal zal naar de arrondissementscommissaris ter inlichting van de bestendige deputatie gestuurd worden. IC - N° 1494 Commune de Beverloo, le 19 Avril 1843 (Vertaald) Mijnheer de burgemeester. Gelieve me zo snel mogelijk de stukken te sturen die nodig zijn voor het huwelijk van De Hertogh Jean François, geboren in Londerzeel op 24 september 1813, zoon van Felix Theodore en Van den Eynde Marie Anne, milicien van onze gemeente, lichting 1842. De burgemeester, officier van de burgerlijke stand van Beverloo. (Stukken opgestuurd met brief 704 op 13 mei 1843.) UC - N° 699 Londerzeel 24 april 1843 (Kort) De Boeck Jean François heeft zijn bijstandswoonst in Londerzeel, waar hij geboren is, behouden. IC - N° Bruxelles le 29 Avril 1843 (Kort) Londerzelenaar veroordeeld door de correct. rechtbank voor ?: Broothaerts Dominique. De Procureur. UC - N° 700 Londerzeel 5 mei 1843 (Vertaald) Aan de heer Van den Eede, veearts van het kanton Wolvertem te Opwijk - Mijnheer Van den Eede. De arrondissementscommissaris verlangt van u een nieuw rapport over de koe van Jean François Van den Brande, omdat 1) U dit dier vanaf het begin van de ziekte, toen er nog hoop op genezing was, heeft behandeld. 2) U de duur van deze behandeling niet heeft vermeld. De burgemeester. IC - N° 7716 Brussel 6 mei 1843 (Kort) Bijgevoegd, een verklaring van de heer Cogniard, kommies der accijnzen, wonend in Londerzeel. De arrondissementscommissaris. UC - N° 702 Londerzeel 10 mei 1843
138
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
(Vertaald) Mijnheer de commissaris – De 4,62 fr. die Barbe Van Hoeck nog moest betalen werd op 26 april door onze gemeenteontvanger betaald aan de ontvanger van registratie en domeinen in Vilvoorde. UC - N° 703 Londerzeel 13 mei 1843 (Kort) Mijnheer de commissaris – Uw brief 7671 van 9 mei. De Boeck Jean François is ongehuwd, zijn beroep is olieslager en bakker en hij kan zijn kost verdienen. Ik meen dat hij mag worden vrijgelaten. De burgemeester. IC - N° 672 Vilvorde le 13 Mai 1843 (Vertaald) Mijnheer de burgemeester. Ik zend u 3 exemplaren van de affiche die de verkoop, in Vilvoorde op 3 juni, aankondigt van de ongebruikte gronden die door de ijzeren weg werden ingenomen. Gelieve deze affiches op de gewone plaatsen in uw gemeente op te hangen en me onmiddellijk het hierbijgevoegd certificaat terug te sturen dat bevestigt dat u de affiches ontvangen hebt samen met een kwitantie voor de kosten. UC - N° 704 Londerzeel 14 mei 1843. (Kort) De namen van de personen die door de militieraad te Brussel van 27 maart 1843 een jaar of definitief uitstel gekregen hebben, werden op zondag 7 mei geafficheerd. UC - N° 705 Londerzeel 20 mei 1843 (Vertaald) Mijnheer de Procureur des Konings. Met uw brief 5823 van 16 mei vroeg u me om François Roosen naar het Parket, rue de la Paille, te sturen om er zijn gevangenisticket in ontvangst te nemen om vrijwillig de straf waartoe hij op 4 maart 1843 veroordeeld is, uit te gaan zitten. Voormelde Roosen is op 20 december 1842 in onze gemeente aangekomen, zogezegd om zich hier te vestigen, maar in plaats van dat te doen verklaarde hij dat hij, ingevolge art.8 van het ministerieel besluit van 13/12/1838, in Brussel wilde gaan wonen. Hij is nog dezelfde dag daarheen vertrokken en zijn huidige verblijfplaats is ons niet bekend. De burgemeester. UC - N° 706 Londerzeel 20 mei 1843 (Kort) Mijnheer de commissaris – Bijgevoegd de vraag om schadevergoeding van pachter François Van den Brande, samen met een nieuw rapport van de veearts. IC - N° Malines le 20 Mai 1843 (Vertaald) Marie Elisabeth van den Eynde, dochter van wijlen Gerard en wijlen Jeanne Van Kaesbroeck, dienstmeid, oud 28 jaar, geboren in Londerzeel en die gewoond heeft bij een schepen of andere functionaris van uw gemeente, is hier gisteren om 9 uur ’s avonds, in het atelier van liefdadigheid van onze stad, bevallen van een kind van het mannelijk geslacht dat de voornamen Pierre Gerard heeft gekregen. Ze is er behandeld op kosten van uw gemeente. Aangezien dit meisje ons zegt haar kind niet zelf op te kunnen voeden, vragen we u om maatregelen te nemen zodat we niet verplicht zouden zijn om dit kind door onze burgerlijke hospices als verlaten kind te laten plaatsen. UC - N° 707
139
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Londerzeel 27 mei 1843. A Monsieur L. Obremans, membre de la société charitable de St. Jean François Regis, établie pour le mariage civil et religieux des pauvres, rue St. Christophe N° 16 à Bruxelles – (Vertaald) Ik kan u het gevraagde geboorte-uittreksel van Charles Joseph Du Prenne, zoon van Jean Bernard Joseph en Colette Beeckmans niet sturen voordat u me een bewijs van armoede, waarin wordt vastgesteld dat hij insolvabel is, hebt gezonden. IC - N° Bruxelles le 31 Mai 1843 (Vertaald) Ik heb opdracht gekregen om voor de eerstvolgende loting der miliciens slechts vadems toe te laten die nauwkeurig geijkt werden door de verificateur van maten en gewichten. Gelieve deze formaliteit dus onmiddellijk uit te laten voeren voor de vadem die bij de lottrekking wordt gebruikt, tenzij u zich reeds eerder gericht hebt naar de omzendbrief N° 178 van 1841. Le commissaire de milice. GR - N° 61 Zitting van den 3 Juny 1843 Tegenwoordig de heeren Verheyden, burgemeester, Willocx en Mertens, schepenen, Goossens, Van Ruysevelt, Van Assche, De Keersmaeker, leden, en L. Vanonderbergen, secretaris. Den raed der gemeynte Londerzeel, buytengewoonelijk bij een vergaederd krachtens brief van den heer kommissaris van den omtrek Brussel, de dato 19 dezer loopende maend N° 3540, betrekkelijk de vraeg van het plaetselijk bestier van Opwijck tot het veranderen hunner jaermerkt die gemeynlijk plaets heeft den eersten dynsdag naer St. Jan zomer ende zelve te verplaetsen op den dynsdag voor St. Petrus en Paulus. In aenmerking nemende dat het verplaetsen van de jaermerkt van Opwijck geene de minste hindernissen of schaede aen de gemeynte Londerzeel zoude konnen veroorzaeken. Den raed is van gevoelen terwijlen er geene tegenstellingen van commodo en incommodo en bestaen, dat de vraeg van wegens de gemeynte Londerzeel aen de gemeynte Opwijck mag toegestaen woorden. Aldus gedaen in zitting de date als boven. Ter ordonnantie, den gemeynten secretaris, L. Vanonderbergen Den burgemeester UC - N° 708 Londerzeel juni 1843 (Kort) In Londerzeel wonen geen doofstommen of blinden. IC - N° 6766 Parquet. Brussel 9 juni 1843 (Vertaald) Mijnheer de burgemeester. Naar ik gehoord heb zou een voddenman uit Londerzeel, Joseph Suys, regelmatig in de streek op diefstal gaan. Men verzekert mij dat één van de kinderen van die Suys, die niet meer thuis woont, verklaard heeft dat hij verplicht was om het ouderlijk huis te verlaten omdat hij zijn vader niet wilde vergezellen op de nachtelijke rooftochten. Deze zoon verklaarde dat zijn broertje wel deelneemt aan de diefstallen van zijn vader. Gelieve deze beweringen te controleren, mij het resultaat te laten kennen en de verdachte eventueel te laten bewaken. De Procureur des Konings. UC - N° 712 Londerzeel 12 juni 1843. (Vertaald) Mijnheer de commissaris - Met uw brief 7006 van 5 juni vraagt u of er in onze gemeente geen politiereglement bestaat dat de inwoners er toe verplicht om hun dienstbodes en
140
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
werknemers van buiten de gemeente aan te geven. Artikel 3 van ons politiereglement van 30 april 1838 beveelt elke vreemdeling die zich in onze gemeente komt vestigen om zich binnen de acht dagen bij de officier van politie te melden en zich in het bevolkingsregister in te laten schrijven, de certificaten uitgereikt door de administratie van zijn vroegere verblijfplaats, voor te leggen en een verklaring af te leggen over de reden voor zijn verhuis. De boete op het niet naleven van deze wet bedraagt 2 à 10 frank of een dag opsluiting. Artikel 5 zegt dat iedere inwoner met knechten of huispersoneel daarvan aangifte moet doen bij de officier van politie, binnen de 10 dagen na de indiensttreding, op straf van boete van 5 frank. De administratie doet alles om slechteriken en zwervers, die in onze gemeente zouden rondlopen, te ontdekken. De twee genoemde artikelen werden nog onlangs bij twee verschillende gelegenheden geafficheerd. De burgemeester. UC - N° 713 Londerzeel juni 1843 (Vertaald) Mijnheer de Procureur – Uw brief 6765 van 9 juni betreffende Suys Joseph, voddenman, en zijn zoon Suys Joseph, 10 jaar oud, wonend in Londerzeel. Ik heb er een huiszoeking gedaan en heb er een partij vodden gevonden die tot zijn handel behoren. Wat de dagelijkse nachtelijke uitstappen betreft, die hij samen met zijn zoon zou doen, zal ik hem gedurende het grootste deel van de week laten bewaken en de eerste keer dat ik hem op een overtreding zal betrappen zal ik proces verbaal opstellen en het u bezorgen. Willocx. UC - N° 714 Londerzeel 17 juni 1843. Mijnheer den Prokureur des Konings – Ik heb de eer aen Ued hiernevens te doen geworden een proces verbael ten laste van den genaemden Jacobus Van Obbergen, landbouwer alhier, betigt van op den elfden dezer lestleden, ten 4 à 5 ueren naer middag, eene somme geld gestolen te hebben ten woonhuysen van Petrus Antonius Van Eeckhout, landbouwer alhier, waer van de somme bedraegt 304 francs 50 centimen. Ontfangt ik bid Ued Mijnh. de verzekerheyd mijner hoogagting. Willocx. IC - N° Bruxelles, le 19 Juin 1843 (Vertaald) De ondertekenende onderzoeksrechter vraagt aan de heer burgemeester van Londerzeel om een huiszoeking te doen bij Jacques Van Obbergen, landbouwer, teneinde er te zoeken en in beslag te nemen, al het geld dat afkomstig zou kunnen zijn van een diefstel ten nadele van Van Eeckhout, begaan op 11 juni. UC - N° 715 Londerzeel 20 juni 1843 (Vertaald) Mr. de commissaris. In antwoord op uw vraag 7671 van 9 juni betreffende de vrijlating van Barbe Van Hoeck, stuur ik u hierbij de inlichtingenstaat van Terkameren, met de opmerking dat deze Barbe Van Hoeck in staat is om haar kost te verdienen. Ik meen dus dat ze mag los gelaten worden. De burgemeester. UC - N° 716 Londerzeel 20 juni 1843 (Kort) De Boeck Jean François en Vanderwilt Marc hebben door geboorte hun bijstandswoonst in Londerzeel. IC - N°
141
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Opwijck 21 Juin 1843 (Vertaald) Mijne heren. Wegens het bestaan van onveranderlijke evenementen zal in 1844 de markt van Opdorp plaatshebben op maandag, en die van Aalst en Opwijk de dag nadien, dus de dinsdag van dezelfde week. Dit zal zich periodiek herhalen. Omdat we het ongemak dat hier voor de verschillende plaatsen uit voorvloeit willen vermijden, denken wij er goed aan te doen om de toelating te vragen om in het vervolg, te beginnen met 1844, de markt van Opwijk plaats te laten vinden op de laatste dinsdag voor St. Pieter en Paulus (29 juni). Op deze manier zal ze, zoals nu, steeds de markten van Opdorp en Aalst voorafgaan. Deze vraag zal u door het provinciebestuur ter beoordeling voorgelegd worden en aangezien deze wijziging op geen enkele manier onze administraties kan schaden, hopen wij dat ze uw goedkeuring zal krijgen. We zijn u daar nu reeds erkentelijk voor. UC - N° 718 Londerzeel 22 juni 1843 (Vertaald) Mijnheer de onderzoeksrechter. Bijgevoegd het proces verbaal van huiszoeking bij Jacques Van Obbergen, landbouwer te Londerzeel, en een verklaring van Joseph Verbesselt, landbouwer te Londerzeel. IC - N° 34 Vilvorde le 24 Juin 1843 (Vertaald) Mijnheer de burgemeester. Gelieve mij te laten weten of de onderwijzer van uw gemeente tot in 1842 een jaarlijkse subsidie uit de staats- of provinciefondsen gekregen heeft, en of zijn trekking, terug gebracht naar 200 fr., minder groot zal zijn dan zijn totale ontvangsten voor het in werking treden van de wet van 23 september 1842, die gedeeltelijk tot doel heeft om de positie van de onderwijzers te verbeteren. De kantonale inspecteur van het 4de gebied. IC - N° 7636 Bruxelles, le 26 Juin 1843 (Vertaald) De gouverneur laat weten dat de benoeming van uw gemeenteonderwijzer niet aan de goedkeuring van de regering kan onderworpen worden omdat deze niet bij geheime stemming gebeurde (of indien wel, dat dit niet werd vermeld), zoals dat vereist wordt door art. 66 van de gemeentewet. Gelieve dit zo spoedig mogelijk in orde te brengen. De arrondissementscommissaris. UC - N° 719 Londerzeel 26 juni 1843 (Vertaald) Mijnheer de commissaris. Ingevolge uw vraag per brief 3540 van 19 juni stuur ik u een uittreksel uit de beraadslaging van de gemeenteraad van 23 juni, aangaande de vraag van de gemeente Opwijk om hun jaarlijkse markt te verzetten van de eerste dinsdag na St. Jan van de zomer naar de dinsdag voor het feest van St. Pieter en Paulus. UC - N° 721 Londerzeel 26 juni 1843 (Kort) Henri Wauters, klompenmaker te Londerzeel, heeft geen grond en geen koe. Zijn gedrag is onberispelijk. UC - N° 724 Londerzeel 13 juli 1843 A Monsieur Wouters, inspecteur du 4e ressort à Vilvoorde – (Vertaald) Mijnheer de inspecteur. Ingevolge uw vraag 74 van 7 juli laat ik u weten 1) dat de heer Kerremans Bernard, onderwijzer
142
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
van onze gemeente, tot in 1842 300 frank uit het staatsfonds heeft ontvangen en 50 fr. uit de gemeentekas. Overeenkomstig de wet van 23 september 1842 moet hij nu van de gemeente een bedrag van 200 fr. krijgen. De burgemeester. UC - N° 726 Londerzeel le 15 Juillet 1843 Monsieur le commissaire – (Vertaald) In antwoord op uw brief 7788 van 13 juli met de vraag wie in onze gemeente de geneesheer, de heelmeester en de baker zijn die belast zijn met de zorg voor de armen, kan ik u zeggen dat de heren Oomen, Van Hove, Carette, dokters in de medicijnen, en Hoorickx, heelmeester en baker, alle vier ten dienste staan van de armen van onze gemeente. De burgemeester. GR - N° 62 Zitting van 28 July 1843 Waer dat tegenwoordig waeren de heeren Verheyden, burgemeester en voorzitter, Willocx en Mertens, schepenen, J.J. Goossens, A. Goossens, Van Ruysevelt, Verhofstadt, Van Assche, De Keersmaecker, leden, en L. Vanonderbergen, secretaris. Den gemeyntenraed van Londerzeel in buytengewoonelijke zitting vereenigd krachtens oproepersbrief van het collegie van burgemeester en schepenen om over te gaen tot de benoeming van eenen onderwijser voor de gemeynte Londerzeel. Gezien den brief van mijnheer den kommissaris van het arrondissement Brussel de dato 26 Juny lestleden N° 7636 betrekkelijk de benoeming van eenen gemeynten onderwijser. Gezien art. 84 der gemeynte wet van den 30 maert 1830. Gezien de voordragtlijsten der kandidaeten opgemaekt door de leden van den gemeynteraed en door het collegie van burgemeester en schepenen (cursieve tekst doorstreept) Gezien het art. 66 der vooren gemelde gemeynte wet. Overwegende dat de gebragt op de gemelde lijsten in de twee eerste numero van art. 48 en de beschikkingen van art. 51 van gemelde wet niet vullen (cursieve tekst doorstreept). Ingevolgen den magt bij aengehaelde art. 84 aen den raed verleend, heeft hij met geheyme stemmen en geslotene stembriefjes en met 8 stemmen benoemd als onderwijzer der gemeynte Londerzeel onder naedere goedkeuring van de permanente deputatie den heer Kerremans Bernardus, oud 40 jaeren, geboren in Puers 1. Gedaen in zitting te Londerzeel, dag, maend en jaer als boven. IC - N° Bruxelles le 29 Juillet 1843 (Kort) Londerzelenaars veroordeeld door de correctionele rechtbank voor diefstal: Van Obbergh Jacques. De Procureur des Konings. UC - N° 728 Londerzeel le 13 Aout 1843 (Vertaald) Monsieur le commissaire. Op 11 augustus omstreeks 7 uur ’s avonds is een strooien hutje afgebrand in onze gemeente, rue pomme de terre, bewoond door twee huisgezinnen. Gabriel Van Zaelen is weduwnaar zonder kinderen. Jean Schellemans en zijn vrouw Jacqueline Stevens hebben één kind. Beiden zijn voor een stuk eigenaar van dit hutje; er zijn geen slachtoffers. De eigendom was niet verzekerd en wij schatten het verlies van Van Zaelen op 950 fr. en dat van Schellemans op 700 fr. De 1ste schepen. Willocx N.B. Het zijn allebei daloners.
1
Hermans Petrus Josephus, oud 43 jaar, geboren in Londerzeel, werd van de kandidatenlijst geschrapt.
143
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
GR - N° 63 Zitting van den 19 Augusty 1843. Den gemeyntenraed van Londerzeel, bij een vergaederd krachtens oproepersbrief van het collegie van borgemeester en schepenen ten eynde te beraedslaegen nopens het kosteloos onderwijs der arme kinderen dezer gemeynte. Gezien art. 5 der wet van 23 september 1842 betrekkelijk het lager onderwijs het welk aen de arme kinderen kosteloos moet gegeven woorden. Gezien den omzendbrief van mijnheer den gouverneur de dato 7 July lestleden, memorial van administratie N° 178, krachtens het koninglijk besluit van den 26 mey lestleden. Gezien art. 4 van dit besluyt aengaende het openen der twee registers toegeschikt tot het ontfangen der inschrijving der arme kinderen dezer gemeynte die het kosteloos onderwijs verzoeken en daertoe recht hebben. Gezien de beyde registers van inschrijving gedaen binnen de maend Julius lestleden, het een van de jongens en het ander van de meyskens, alwaer er in zig bevinden 38 arme kinderen (13 meyskens en 25 jongens) die recht hebben het kosteloos onderwijs te ontfangen. Gezien het verslag van het armbestier aen het collegie van borgemeester en schepenen voorgedraegen alwaer zij in eene jaerlijksche somme toestaen van frs. 30 voor het kosteloos onderwijs aen de arme kinderen te bezorgen. Den gemeyntenraed in aenmerking nemende dat er maer 38 arme kinderen bestaen die het kosteloos onderwijs voor een schooljaer gevraegd hebben, stelt vast eene somme van frs. 38,21 aen den gemeyntenonderwijser te betaelen om het kosteloos onderwijs aen de arme kinderen van alhier, dewelke er recht toe hebben, te doen erlangen. Aldus gedaen in zitting de dato als boven. Door bevel, den gemeyntensecretaris, L. Vanonderbergen Den voorzitter, J.F. Verheyden UC - N° 732 Londerzeel le 26 Aout 1843 (Vertaald) Monsieur le commissaire. Gevolg gevend aan uw vraag per brief 7790 van 16 augustus, stuur ik u een lijst en proces-verbaal van schatting, gedaan door ons, de burgemeesters van Steenhuffel en Ramsdonk, over de verliezen die veroorzaakt werden door een brand die tijdens de avond van 11 augustus een tweewoonst verslonden heeft, eigendom en bewoond door de dagloners Jean Schellemans en Gabriel Van Zaelen, met de opmerking dat deze personen zonder enig middel van bestaan achtergebleven zijn. De burgemeester van Steenuffel – De burgemeester van Ramsdonk. UC - N° 733 Londerzeel le 26 Aout 1843 A Monsieur le receveur de l’enregistrement à Vilvorde – (Vertaald) Antwoord op uw vraag per brief van 29 juli en nr. 222 van 23 augustus. Het huis, kad. nrs. 39 en 394, werd verkocht door akte opgesteld door notaris Crick van Londerzeel, aan Jacques Vranckx, zoon van Henri, landbouwer te Londerzeel, voor een bedrag van 1632,65 fr., verkoopkosten niet inbegrepen. De burgemeester.
UC - N° 734 Londerzeel le 27 Aout 1843 Monsieur le commissaire – (Vertaald) In antwoord op uw brief 7598 van 12 augustus, laat ik u weten dat op zondag 20 augustus gepubliceerd en geafficheerd werd dat Louis De Maeyer, milicien van 1843, een jaar uitstel heeft gekregen. De burgemeester.
144
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N° 735 Londerzeel le 27 Aout 1843 Mr. le commissaire – (Vertaald) Jean François De Boeck, geboren in Londerzeel, is ongehuwd, zijn beroep is olieslager en bakker. Hij kan in zijn onderhoud voorzien en mag vrij gelaten worden. De burgemeester. UC - N° 736 Londerzeel le 27 Aout 1834 (Kort) Mr. le commissaire. Bierens Joanne Marie is in Londerzeel geboren en heeft hier haar bijstandswoonst. UC - N° 739 Londerzeel le 4 septembre 1843 (Kort) Bevestiging ontvangst van 331,70 frank ter aanmoediging van de verharding van de buurtwegen. UC - N° Londerzeel, le 7 Septembre 1843 A monsieur le ministre des travaux publiques - Monsieur le Ministre. (Vertaald) U bedankend, mijnheer de Minister, voor het feit dat u (de trein) in de gemeente Londerzeel op twee dagen en op gerieflijke uren laat stoppen, neem ik de vrijheid om u te vragen om voor de volgende periode de zaterdag aan de twee reeds toegestane stopdagen toe te willen voegen. Ja, Mijnheer de Minister, ik stel deze vraag met des te meer vertrouwen (omdat ik meen dat), indien de recettes van de maandag en de vrijdag, wanneer de konvooien hier stoppen, voldoende lijken (het aantal opstappende reizigers komt op zo’n 70 personen per week), de zaterdag nog veel meer aan de schatkist zal opbrengen. Zaterdag is immers een marktdag en een groot aantal inwoners van Londerzeel en omstreken gaat dan naar Mechelen of elders, hetzij om koopwaren te kopen, hetzij om zelf hun waren uit te stallen. In afwachting dat deze vraag gunstig zal ontvangen worden, verblijf ik, Mijnheer de Minister, uw nederige en toegewijde dienaar. IC - N° 3937 Anvers le 12 Septembre 1843 (Vertaald Mijnheer de burgemeester. Gelieve me het geboorte-uittreksel te sturen van Sammels Jean Telesphore, geboren op 1 januari 1819. Op niet officieel papier, want het is maar voor de militaire inlichtingendienst bestemd. De kolonel-commandant van het regiment Jagers te voet. (Gestuurd met brief 1021 van 12 februari 1845) UC - N° 743 Londerzeel den 16 september 1843 Mijnheer den kommissaris. Ik geve mij d’eer van aen Ued onsen budget van 1843 doen terug geworden vergezeld van den budget der kerkfabriek dezer gemeynte met verzoek van er de 700 francs in te brengen (die) door ons toegestaen is geweest voor onderstand aen het kerkfabriek dezer gemeynte voor 1843, welke somme uytgelaeten is om reden dat den voormelden budget der kerkfabriek van alhier bij misslag met de gemeynte rekening van alhier zal gevoegd zijn geweest, in plaets van bij onsen budget. Den burgemeester. IC - N° 7577 Brussel 20 september 1843 (Vertaald) Het provinciebestuur heeft bevonden dat de kerkfabriek van Londerzeel met haar normale ontvangsten (die 3340 fr. bedragen) gemakkelijk alle onkosten kan betalen. Daarom
145
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
wordt het bedrag van 700 frank, als onkosten geplaatst op het gemeentebudget, niet aanvaard. Ridder de Burtin d’Esschenbeeck. IC - N° 7309 Brussel 21 september 1843 De Keersmaecker P. Jn, milicien uit Londerzeel van de lichting 1842, op 1 augustus vervangen door Mauquoi Jean Antoine, heeft de 150 fr. niet gestort die vereist is door art.5 van de wet van 28 maart 1835. Als hij deze betaling niet doet zal zijn vervanger naar huis gestuurd worden. De arrondissementscommissaris (met verlof) vetegenwoordigd door ridder de Burtin d’Esschenbeeck IC - N° 224 Vilvorde le 28 septembre 1843 (Kort) Mijnheer de burgemeester. Kunt u me, voor 30 september, vertellen tegen welke prijs het huis met aanhankelijkheden, groot 24 a 70 ca, verkocht is aan Pierre Verhoeven, winkelier te Londerzeel, bij notariële akte van 2 november 1841. De ontvanger van registratie en domeinen. UC - N° 744 Londerzeel le 29 Septembre 1843 Mr. le receveur (de l’enregistrement et domaines) – (vertaald) De verkoopprijs van het huis in Londerzeel 508a/10, gekocht door Pierre Verhoeven, winkelier alhier, door not. akte van 2 november 1841, bedroeg 600 fr. UC - N° 745 Londerzeel le 29 Septembre 1843 Monsieur le Procureur – (Vertaald) Bijgevoegd de brief nr. 7418 van de heer gouverneur over Barbe Van Hoeck. Gelieve de directeur van de registratie te willen vragen om de 4,62 fr. terug te storten omdat deze storting per vergissing aan u gebeurde. De burgemeester. UC - N° 746 Londerzeel le 29 Septembre 1843 A mr. le brigadier commandant de la brigade gendarmerie du canton de Wolverthem à Wolverthem – (vertaald) Pierre Van Lint, 30 jaar, landbouwer, geboren en wonend op het gehucht Eversem onder Meise, zoon van wijlen Jacques Van Lint en van de nog in leven zijnde Petronella Van Moer, werd mishandeld tijdens de nacht van 28 september. Hij kreeg verschillende vuistslagen in het gezicht en vertoont daar 3 à 4 bloedingen die geen gevaar met zich meebrengen. De daders zijn onbekend maar we zijn zonder ophouden bezig met er naar te zoeken. Het slachtoffer zegt dat hij niemand herkend heeft, waarschijnlijk door de staat van dronkenschap waarin hij zich bevond. Het feit heeft zich voorgedaan in een straat in het centrum van de gemeente. Eerste schepen Willocx. IC - N° Wolverthem le 30 Septembre 1843 (Kort) Monsieur le bourgmestre. Hierna, het bestek en de kostenraming voor het onderhoud der buurtwegen voor het jaar 1844. Bestek van de werken die moeten gebeuren voor de herstelling en het onderhoud van de buurtwegen van de gemeente Londerzeel voor het jaar 1844, opgesteld conform art. 16 van het reglement van de provincie Brabant, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 31 december 1841.
146
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
1) De wegencommissaris van het kanton Wolvertem schat de noodzakelijke kosten voor het normale onderhoud van de buurtwegen van Londerzeel op 650,00 fr. 2) Herstelling en eventuele nieuwbouw van bruggen en bruggetjes 100,00 fr. 3) Aanvoer van zand, kasseien, arbeidskosten de verdere verharding van de weg van Londerzeel naar Mechelen 300,00 fr. 4) Herstelling en herschildering in wit met zwarte letters van 9 wegwijzers: - In het dorp, Mechelstraat, vier-armig met volgende afstandsaanduidingen: Wolverthem 5.000 Metres Liezel et Malderen 5.000 Westrode 2.500 Malines 15.000 - In het dorp, Heydestraat, twee-armig met aanduiding: Willebroeck 7.500 Liezel et Malderen 5.000 - In het dorp, Steenuffelstraat, twee-armig met aanduiding: Steenuffel 2.500 Willebroeck 7.500 - Op de plaats Kleyn Holland, drie-armig met aanduiding: Malderen 3.750 Liezele 3.750 Calfort 3.750 - Op de plaats Heyde, drie-armig met aanduiding: Calfort 6.150 Liezele 5.000 Londerzeel 2.500 - Patatestraat, vijf-armig met aanduiding: Liezele 3.750 Lippeloo 2.500 Malderen 3.750 Ramsdonck 3.750 Londerzeel 3.750 - Meerstraat, vier-armig met aanduiding: Londerzeel 2.500 Malderen 5.000 Ramsdonck 1.250 Willebroeck 3.750 - Lakemans Plas, drie-armig met aanduiding: Steenuffel 750 Wolverthem 6.000 Londerzeel 2.500 - Keerskant Molen, vier-armig met aanduiding: Merchtem 5.000 Wolverthem 5.000 Londerzeel 2.000 Steenuffel 1.600 Voor het herstellen, herschilderen van deze 9 wegwijzers 46,00 fr. 5) betaling van de wegencommissaris en drukkosten van de waarschuwingsaffiches 73,18 fr.
147
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Totaal 1169,18 fr. Opgesteld te Wolvertem op 30 september 1843 Kint
De commissaris der wegen, C.L. t’
UC - N° Londerzeel den 2 October 1843 Aflijvigheyd – Ontkenningscertifikaat – Erfenisse van Lathouwers Maria Ludovica, overleden te Londerzeel den 25 April 1843. Den ondergeteekenden, Borgemeester der Gemeynte van Londerzeel, verklaert dat het van zijn kenisse niet is dat de genoemde Lathouwers Maria Ludovica, oud een maend en 19 daegen, overleden te Londerzeel den 25 April 1843, heeft agtergelaeten meubelen ofte immeubelen goederen en dat zij behoeftig is alsook haere erfgenaemen. J.F. Verheyden. IC - N° Strombeeck Bever 3 October 1843 Mijnheer den Burgemeester - Door uwen brief van den 30 september N° 746 maekt gij mij kenbaer dat Petrus Van Lint van Eversom onder Meysse mishandeld en lichtelijk gekwetst is geweest door onbekende persoonen in een der baenen van het centrum uwer gemeynte, in den nacht van den 28 september. Daer ik vernomen heb als dat Petrus Van Lint tegenstrijdiglijk aen uwen brief zoodaenig mishandeld is geweest als dat hij slechts op gisteren of eergisteren naer zijn huys terug heeft konnen keeren. Ik verzoek Ued van over dit geval een volkome proces verbael op te stellen en alle de getuygen aenhooren en bijzonderlijk Louis Segers, de knegten van Louis De Boeck, alle andere gebueren woonende in de straet alwaer Van Lint mishandeld is geweest. Het schijnt als dat den dader van deze mishandelingen welgekend is en men heeft mij gezegd als dat het eenen zekeren man was met naem Saterdagh die zulks gedaen had, maer dat dezen ook te voren zoude questie gehad hebben met de knegten van De Boeck. Diensvolgens verzoek ik Ued van mij zonder uytstel uw proces verbael te zenden en daer bij te voegen een nauwkeurig verslag van den heer doctoor Hoorickx, den welken Van Lint beschout en gemeesterd heeft en in het welk verslag er zal moeten gezeyd worden hoe lang Van Lint zal ziek zijn. Ik hoop, Mijnheer den Burgemeester, als dat gij in deze zaek gelijk in alle ander van policie geen inlet van persoonen zult doen, als dat gij de waere pligten zult toetsen te kennen want het kwaed moet onderzogt en gestraft worden. IC - N° 7715 Bruxelles le 9 octobre 1843 (Vertaald) Mijne heren. Gelieve me binnen de drie dagen (indien mogelijk) te laten weten of in de bloemmolen van Benoit Verspreet, werknemers van minder dan 16 jaar tewerkgesteld zijn. De arrondissementscommissaris. IC - N° Bruxelles le 10 Octobre 1843 De arrondissementscommissaris vraagt de gemeente Londerzeel om te reageren op zijn brief van 15 september met betrekking tot de betaling der onderhoudskosten van Barbe Van Hoeck. UC - N° 748 Londerzeel le 13 Octobre 1843 Monsieur le commissaire - (Vertaald) De jongste werknemer in de molen van Verspreet is 18 jaar en heet Schampaert Philippe. De tweede jongste, Fidèle Verhavert, is 22 jaar en schoonzoon van de eigenaar Benoit Verspreet, houtmecanicien die zijn bloemmolen zelf bestuurt. De burgemeester.
148
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N° 750 Londerzeel le 13 Octobre 1843 Monsieur le commissaire – (Vertaald) Antwoord op uw brief 7418 van 10 okt. betreffende de terugbetaling van de onderhoudskosten van Barbe Van Hoeck. Op 29 sept. heb ik de ontvanger van registratie en domeinen te Vilvoorde gevraagd om de som van 4,62 fr. terug te storten. Daarop heeft hij de brief met zijn antwoord in bijlage aan onze veldwachter afgegeven. IC - N° 7794 (Vertaald) Gelieve me te laten weten of Vervoort, de vervanger van Jean Van Doorslaer, milicien uit Londerzeel van 1842, waarvan ik u op 10 augustus het signalement heb doorgestuurd, niet meer in uw gemeente verschenen is en of men gelooft dat hij naar het buitenland is gedeserteerd? De arrondissementscommissaris. (Antwoord: Hij zit in Wesemael, arrondissement Leuven.) Londerzeel 19 oktober 1843 Mademoiselle la Supérieure du couvent des Ursulines à Londerzeel – (Vertaald) Ik heb de eer u te vragen om me te laten weten: 1° De gemiddelde bevolking van uw etablissement in 1842. 2° Het aantal overlijdens in de loop van hetzelfde jaar. Deze vragen worden gesteld door de gouverneur, overeenkomstig zijn brief 292 van 14 september laatsleden. De burgemeester. (Antwoord: 1° 24 personen, 2° Geen – zie 754) UC - N° 751 Londerzeel le 21 Octobre 1843 Monsieur le commissaire – (Vertaald) Gevolg gevend aan uw brief 7418 van 14 oktober stuur ik u ingesloten het bedrag van 4,62 fr. dat door de gouverneur werd gereclameerd (onderhoud Barbe Van Hoeck). UC - N° 753 Londerzeel le 21 Octobre 1843 Monsieur le commissaire – (Vertaald) Uw brief 7794 van 17 oktober. Vervoort, de vervanger van Jean Van Doorslaer, milicien van 1842, heeft zich in Londerzeel niet meer laten zien. Zijn familie weet niet of hij naar het buitenland gedeserteerd is. De burgemeester. IC - N° 27444 3de divisie Bruxelles le 24 octobre 1843 (Vertaald) De minister van Binnenlandse aangelegenheden - Gezien de beraadslaging van 28 juli, tijdens de welke de gemeenteraad van Londerzeel benoemde tot onderwijzer van de lagere gemeenteschool, Bernard Kerremans, die deze functie zonder reglementair mandaat sedert 1830 uitoefende, In overweging nemende dat Bernard Kerremans conform de voorschriften van de wetten van 30 maart 1836 en 23 september 1842 werd aangesteld en de nodige garanties biedt, Besluit Artikel 1. De benoeming van de heer Bernard Kerremans voor de plaats van onderwijzer van Londerzeel wordt aanvaard overeenkomstig art. 10 van de wet van 23 september 1842. Artikel 2: De provinciegouverneur wordt belast met de uitvoering van dit besluit waarvan een afschrift naar de provinciale inspecteur van het lager onderwijs zal gestuurd worden. Getekend:
149
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
De secretaris generaal van het ministerie van binnenlandse zaken, Soudain De gedelegeerde afgevaardigde, Annemans GR - N° 64 Zitting van den 28 october 1843. Alwaer tegenwoordig waeren de heeren Verheyden, burgemeester, Willocx en Mertens, schepenen, J.J. Goossens, A. Goossens, Van Assche, De Keersmaeker, Verhofstadt, Van Ruysevelt, leden, en L. Vanonderbergen, secretaris. De meerderheyd der raedslieden mits dien tegenwoordig zijnde en alzoo bevoegdelijk kunnende beraedslaegen, is er overgegaen bij onderzoek en voorraed tot het sluyten der rekening opgemaekt en overgebragt door den heer Joannes Josephus De Cat, plaetselijken ontfanger over den jaere 1842. Gezien de door den genaemden ontfanger overgegevene rekening der ontfangsten en uytgaven door hem in zijne bovengenoemde hoedanigheyd over den jaere 1842 gedaen. Gezien den staet van begrooting over den jaere 1842. Overwegende dat na behoorlijk en nauwkeurig onderzoek des gemelde rekening en van de daer bijgevoegde bewijsstukken er uyt volgt dat de generaele ontfangsten beloopen tot fr. 7.738,79 wel geregeld zijn En de generaele uytgaeven tot fr. 6.781,12 mede wel geregeld zijn Dus eenen overschot van fr. 957,87 Frs 380,95 die niet uytbetaeld en zijn geweest voor interest der rente 1338,62. De rekening van den ontfanger der gemeynte Londerzeel over den jaere 1842 woord bij deze onder nadere goedkeuring van het collegie der permanente deputatie den provinciaelen raed dezer provincie goedgekeurd en vastgesteld (als boven). Gedaen te Londerzeel in zitting van date als boven. Door bevel, den secretaris L. Vanonderbergen Den voorzitter, J.F. Verheyden GR - N° 65 Zitting van 28 october 1843 Tegenwoordig de heeren Verheyden, burgemeester, Willocx en Mertens, schepenen, J.J. Goossens, A. Goossens, Van Assche, De Keersmaeker, Verhofstadt, Van Ruysevelt, leden, en L. Vanonderbergen, secretaris. Den raed der gemeynte Londerzeel in meerderheyd van leden vergaederd zijnde door den heer borgemeester ter gewoonelijke plaetse ten eynde te beraemen over den inhoud van den brief van mijnheer den commissaris van het arrondissement Brussel de dato 25 october lestleden N° 7834. Gezien den omzendbrief van mijnheer den gouverneur de dato 6 september 1843, memorial van administratie N° 10 en den omzendbrief de dato 28 september, memorial van administratie N° 307, strekkende tot het bekomen of tot het doen vernieuwen van de magtiging ter inzameling van buytengewoone additionnele centiemen op de belastingen van de staet in 1844. In aenmerking nemende dat de verleende vijfjaerige autorisatie gegeven door een koningsbesluyt in 1838 zal komen te eyndigen, den 31 December 1843 voor het kasseyden der buertwegen dezer gemeynte van Steenuffel door Londerzeel tot aen de brugge van Ramsdonck. In overweging nemende dat dit werk zoude voltrokken woorden het gene alreeds sedert vijf jaeren in ‘t werk gesteld is geweest. Naer eene langdurige beraeding hebben wij besloten tot naedere goedkeuring van den provinciaelen raed te stellen zoo als er nog tot heden betaeld woord vier centiemen per francs op de contributiën der grondbelasting en het personneel, voor eenen termijn van zes jaeren, welke
150
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
eene jaerlijksche somme zal uytmaeken van 734 frs 39 centimen om den voormelden kasseyde te voltrekken van Steenuffel tot aen Ramsdonck. Aldus gedaen in zitting de dato als boven. Door bevel, den secretaris L. Vanonderbergen Den borgemeester J.F. Verheyden GR - N° 66 Zitting van 28 october 1843 Tegenwoordig de heeren Verheyden, burgemeester, Willocx en Mertens, schepenen, J.J. Goossens, A. Goossens, Van Assche, De Keersmaeker, Verhofstadt, Van Ruysevelt, leden, en L. Vanonderbergen, secretaris. Den raed der gemeynte Londerzeel in meerderheyd van leden vergaederd zijnde door den heer borgemeester ter gewoonelijke plaetse ten eynde te beraemen over de vraeg gedaen door den heer arrondissementskommissaris bij brief de dato 18 october lestleden N° 7654 betrekkelijk de middelen tot het oprigten eener school in den wijk genaemd de Heyde. Gezien den bijgevoegden brief van mijnheer den inspecteur van het onderwijs voor Braband, geschreven aen mijnheer den gouverneur de dato den 8 october lestleden N° 513 betrekkelijk het oprigten eener school in den voormelden wijk. In aenmerking nemende dat de wijken de Heyde en Sneppelaer en de Meerstraete, eenen afstand van eene halve uer van het dorp afgelegen zijn en dat er in die drij voormelde wijken 2598 zielen bestaen. Naer eene langdurige beraeding zijn wij al te saemen van gevoelen dat er op de Heyde eene school zoude mogen opgerigt woorden tot het vergemakkelijken der gemeynte school, maer dat de gemeynte buyten staet is daeraen eene somme hoegenaemd te konnen betaelen. UC - N° 757 Londerzeel 30 Octobre 1843 Monsieur le commissaire – (Kort) Worden voorgedragen als leden voor de commissie ter controle van de belastingsaangiften 1844: Willocx Jacques, 1e schepen, en Van Ruysevelt Joseph François, lid van de gemeenteraad. UC - N° 759 Londerzeel le 30 Octobre 1843 Mr. le commissaire – (Vertaald) Ingevolge uw brief 7654 van 18 oktober met de vraag om te beraadslagen over de middelen om een school op te richten op het gehucht Opdeheyde, stuur ik u een uittreksel uit de sessie van de gemeenteraad van 28 oktober, samen met een brief van de inspecteur van het lager onderwijs van Brabant. IC - N° Bruxelles le 31 octobre 1843 A Messsieurs le Bourgmestre et autres officiers de police judiciaire de l’arrondissement de Bruxelles - Monsieur le Bourgmestre – (Vertaald) Met mijn omzendbrief 4792 van 24 april vroeg ik uw aandacht voor de talrijke diefstallen op den buiten en vooral op de diefstallen in kerken. Tezelfdertijd somde ik enkele te nemen maatregelen op om de daders van die misdaden te vinden en te arresteren. Ik heb u ook speciaal aangeraden om alles te doen om het zwerven, dat met alle middelen moet uitgeroeid worden, te onderdrukken. Om dat doel te bereiken heb ik u gevraagd om met uw collega’s en met de commandanten van de rijkswachtbrigades te overleggen om patrouilles te organiseren. Ik had gehoopt dat u zou begrepen hebben dat onze raadgevingen in het belang van uw gemeenten gegeven waren en dat u er naar zou hebben geluisterd en ze zou hebben opgevolgd. Tenslotte rekende ik erop dat uw actieve medewerking mij geholpen zou hebben om resultaten te bereiken in de miserabele situatie van de veiligheid
151
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
van de eigendommen van uw ingezetenen, waarover de wet ons verplicht te waken. Vandaag, ik zeg het met spijt, stel ik vast dat ik ontgoocheld ben in mijn verwachtingen en dat de meeste onder u maar bitter weinig met mijn woorden rekening gehouden hebben. Landloperij is verre van verminderd en het aantal diefstallen neemt alsmaar toe. De mensen van den buiten maken zich ongerust en ik merk dat velen van u geen enkele inspanning doen om hen gerust te stellen. Deze toestand, mijne heren, mag echter niet blijven duren. Het is dringend nodig om een einde aan deze wetteloosheid te stellen. Daarom is het belangrijk dat iedereen de plichten vervult die hem door zijn functie worden opgelegd. We komen nu in het meest ongunstige seizoen, dat zo voordelig is voor hen die criminele feiten willen begaan. Als we nog langer aarzelen om de gepaste maatregelen te nemen om ze te bestrijden zullen de diefstallen nog toenemen. Ik vraag u dus, mijne heren, om mijn omzendbrief van 24 april nog eens goed te bekijken, om de instructies ervan te volgen of me te zeggen wat u belet om dat niet te doen. Organiseer vooral en zonder uitstel patrouilles om vagebonden en landlopers op te sporen die in de landelijke gemeenten rondzwerven. De wet geeft u het recht om hiervoor leden van de burgerwacht op te eisen. Ik twijfel er trouwens niet aan dat onze ingezetenen, wanneer hun uitgelegd wordt dat het om hun belangen, hun veiligheid en hun eigendom gaat, volop zullen meewerken aan de uitvoering van een maatregel die zo efficiënt is en zo nuttig voor het herstel van de openbare orde. Ik wens sterk, mijne heren, dat deze nieuwe oproep om mee te werken niet zonder resultaat zal blijven. De omstandigheden vereisen dat iedere officier van de gerechtelijke politie alles in het werk stelt om de veiligheid op den buiten te herstellen. De opperste waakzaamheid is nodig; de talrijke aanslagen op de eigendom van de laatste tijd moeten u daarvan overtuigen. De Procureur des Konings. IC - N° 207 Vilvoorden 8 November 1843 Mijnheer den borgemeester – Ik heb de eer Ued te doen weten dat aengezien de benoeming in dato 28 July l.l. van den heer Kerremans als onderwijzer der gemeynte Londerzeel door ministerieel besluit van den 24 october goedgekeurd is geworden, het zal nu noodzakelijk zijn de school van den voornoemden onderwijzer te voorzien van al de meubelen en schoolbehoeftens die ik in mijn laetste bezigtiging als onbrekend gevonden heb, te weten: - Ten minste 10 lessenaers met derzelve banken. - De lees...... met een stel letters. - De 9 leestafels op carton geplekt. - 12 of 15 letterplanken. - En eyndelijk boeken, papier en pennen voor de kinderen der aemen. Het is Ued zekerlijk bekend, mijnheer de Burgemeester, dat volgens art. 23 der wet van den 23 september 1842, wanneer het blijkt dat de somme door de gemeente toegestaen ten behoeve van het lager onderwijs gelijk staet aen opbrengst van de twee aenvullende centimen op de hoofdsom der directe belastingen, dat de gemeente als dan het regt heeft om de tusschenkomst van de provincie bij middel van onderstandgelden te verzoeken. Gij zult oordeelen of het voornoemde art. 23 hier niet toepasselijk zoude zijn ten eynde onderstand van de provincie te verkrijgen om in de behoeften van het onderwijs te voorzien. De kantonnaele schoolopziener van het 4de gebied. IC - N° Bruxelles le 11 Novembre 1843 (Kort) Londerzelenaars veroordeeld door de correctionele rechtbank voor slagen: Verbelen Jean. De Procureur. IC - N°
152
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Bruxelles le 11 Novembre 1843 (Kort) Londerzelenaars veroordeeld door de correctionele rechtbank voor ?: De Wit Josse, Meeus Jacques, De Decker Philippe, De Decker Thomas. De Procureur des Konings. UC - N° 761 Londerzeel le 12 novembre 1843 Monsieur le Colonel (commandant du dépôt du 7me Régiment d’Infanterie à Mons) – (Vertaald) Gelieve ons een uittreksel te sturen uit het stamboekregister van Vervoort Louis Joseph, die op 11 juni 1842 Jan Van Doorslaer (milicien van 1842 uit Londerzeel, ingelijfd bij het 7de infanterie regiment) verving UC - N° 762 Londerzeel le 14 novembre 1843 Gemagtigd om militiecertifikaten 1844 te tekenen: Jacques Willocx, 1e schepen, en André Mertens, 2de schepen. UC - N° 764 Londerzeel le 14 novembre 1843 A Monsieur le Brigadier Commandant de la brigade Gendarmerie du canton de et à Wolverthem – (Vertaald) Gisteren 13 november werden door onze veldwachters 2 mannen aangehouden omdat ze geen enkel identificatiebewijs bij zich hadden met betrekking tot hun naam, voornaam, beroep en woonplaats. Ze beweren in Brussel te wonen. De eerste zegt dat hij Louis Walten heet, beroep uitbroeder (?); de tweede zou Crampe Ferdinand heten en herbergier zijn. Gelieve 2 gendarmes te sturen om hen naar de Procureur des Konings in Brussel te brengen. De 1e Schepen Willocx. UC - N° 765 Londerzeel den 15 november 1843 Aen mijnh. den Ridder De Burtin d’Esschenbeeck, vrederechter des kanton Wolverthem te Strombeeck Bever - Mijnheer den Vrederechter. Ik heb d’eer aen Ued hier nevens te doen gewoorden een proces-verbael van overtreding op het stuk der jagt ten naedeele van Benedictus Verspreet, maelder alhier, voorgevallen op den 12 lestleden tusschen 12 à 1 uer naer middag op het stuk land van den genaemden Theodorius Van Hoeymissen, landbouwer alhier woonende alle twee, waer van getuygen Joannes Van Hoeymissen, zoon. Den Borgemeester. UC - N° 766 Londerzeel le 15 novembre 1843 Monsieur le juge d’instruction à Bruxelles – (Vertaald) Uw vraag per brief 466 van 13 november. Jean Verschueren, dagloner, geboren in Londerzeel, laatste verblijfplaats Ramsdonk, is altijd van goed gedrag geweest; er werden nooit klachten tegenover hem geuit. Ik denk dat hij kan losgelaten worden. Willocx. UC - N° Londerzeel 17 november 1843 Het jaer 1843 den 12 der maend November, vier à vijf uren naer middag. Wij Joannes Baptist Van Steen, Joannes Baptist Lathouwers, veldwagters, woonend te Londerzeel, op onze ronde zijnde en komende op Sneplaer in de Totelsbosschen op een stuk land in gebruyck bij Joannes Franciscus Verbesselt, landbouwer en raedslid, woonende te Londerzeel, en ziende dat er twee persoonen, ieder met een geweer, in den kant stonden en hun naderende zij op de vlugt gingen als wanneer ik, Van Steen, den genaemden Judocus Haverals, arbeyder en woonend te
153
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Londerzeel op Sneplaer, hebbe erkend en .... als wetende dat hij geen port d’armes had en op den 16de deze vernomen hebbende dat genoemden Judocus Haverals en zijnen gezel Joannes Van Zaelen, smed en arbeyder woonende te Londerzeel op Sneplaer, op den twaelfden dezer in den vooravond bij genoemden Joannes Franciscus Verbesselt gegaen zijnde en hem pardon gevraegd hebbe alsmede hunne geweeren hebben willen inleveren, zeggende dat zij van de champetters van Londerzeel gecalantierd (?) waeren, waerop hij, Van Steen, op den zestienden dezer des morgens bij genoemden Verbesselt gegaen is, den welken hem deze gezeggen heeft bevestigd. IC - N° 12910 Parquet Bruxelles le 18 novembre 1843 - Mijnheer de burgemeester (Vertaald) Na wat we tijdens onze vergadering in Strombeek besloten hebben, nodig ik u uit om volgende woensdag (22 november) een patrouille op te richten en die in zoveel secties te verdelen als u nodig acht. De verschillende secties moeten allen tegelijk op hetzelfde uur, 4 uur ’s morgens bijvoorbeeld op pad gaan en tot het aanbreken van de dag circuleren. Zij moeten vooral bij de landbouwers navragen of er geen zwervers, landlopers om onderdak gevraagd hebben, of deze individu’s geen geld of levensmiddelen hebben geëist, of ze geen dreigementen uitgesproken hebben. Ingeval dergelijke personen zouden gevonden worden moeten ze gearresteerd worden en tot bij mij gebracht met een verslag of proces-verbaal. Het is belangrijk om de patrouilles aan te bevelen discreet te werk te gaan om de misdadigers niet te alarmeren. Opdat de patrouilles desgevallend door de gendarmerie of door anderen herkend zouden kunnen worden moet iedere patrouilleleider in het bezit zijn van een biljet met de woorden ‘Patrouille van de gemeente Londerzeel’, voorzien van het zegel van de gemeente. Om misbruik te voorkomen moeten deze biljetten u bij de terugkeer van de patrouilles teruggegeven worden. Wanneer ik het in de toekomst nog eens opportuun zou oordelen om een algemene patrouille te gelasten zal ik, om geschriften te vermijden, mij er toe beperken om u te informeren bij middel van een bulletin met dag en uur dat deze moet plaats vinden. Dat bulletin moet u vervolgens naar de vrederechter terugsturen met de melding dat er gevolg aan gegeven wordt of met de redenen waarom niet. De Procureur des Konings. UC - N° 768 Pro Justitia - Ik ondergeteekenden Jacques Willocx, eersten schepenen en doende de gerechtelijke policie zaeken binnen de gemeynte Londerzeel, verklare dat er op den 25 dezer loopende maend (november 1843), voor mij is verschenen den genaemden Ludovicus De Wit, oud 27 jaeren, landbouwer, woonende te Sloosen onder Wolverthem, klaegende dat hij op den 19 dezer ’s avonds om 10 ueren een weynig door het dorp aentrent de steen Brugge op den Steenweg van Brussel naer Temsche, op Londerzeel, mishandeld is geweest door 4 persoonen met naem 1) Ludovicus Verlinden, oud 21 jaeren, beroep landbouwer, woonende in het vermeld Sloosen, 2) Petrus Joannes Nolin, oud 23 jaeren, landbouwer, woonend te Sloosen voornoemd, 3) Ludovicus Van Muylder, oud 23 jaeren, beroep blokmaeker en bakker, woonende te Londerzeel in het dorp en den 4) Joannes Verlinden, oud 22 jaeren, beroep landbouwer, woonende te Rossem onder Wolverthem, zeggende dat die vier voormelde persoonen hem hebben aengegaen met te beginnen hem te overslaegen en te stampen, zijnen blauwen kiel in stukken en brokken van zijn haer (?) gescheurt, zijn pantalon en vest van laeken in stukken gescheurt en zijne laeke muts verloren, alle door die mishandeling, alles te saemen geschat voor schaedeloosstelling à eene somme van 15 franken. Waer van proces verbael heb opgesteld om te dienen alles naer rechten. Den eersten schepenen voornoemd. (Opgestuurd naar de vrederechter op 27 november met brief 769.)
154
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
IC - N° 3908 Bruxelles le 28 Novembre 1843 Mijnheer de hoofdingenieur – (Vertaald) In antwoord op uw brief van 4 augustus met de klacht van de heer Reyntjens uit Mechelen aangaande een waterafvoer met onvoldoende grote doorlaat onder de sectie van de weg van Wolvertem naar Temse, laat ik u weten welke ondergelopen eigendommen gelegen zijn in de vallei van de Molenbeek. Deze beek ontspringt bij het dorp van Brussegem, gelegen op ongeveer 2 mijlen afstand van dat van Londerzeel. Vanaf de bron tot op de plaats waar de overstromingen ontstaan ontvangt ze het water van twee zijbeken. De overstromingen kunnen aan twee oorzaken toegeschreven worden. Ten eerste is de sectie van de beek constant over de hele lengte van de loop die wij in beschouwing nemen. Daaruit en uit de karakteristieken van het terrein volgt dat bij het plotse smelten van sneeuw of bij zeer overvloedige regenval (zoals dat in 1839 het geval is geweest) er vele beekjes ontstaan die samen een massa water aanvoeren dat door de Molenbeek bijlange na niet kan worden geslikt. Daarom moet de waterovervloed noodzakelijkerwijs naar de nabijgelegen gronden vloeien en deze overstromen. Ten tweede heeft de beek ter hoogte van de weg een veel lichtere helling dan de nabijgelegen eigendommen. Daaruit volgt dat de hoeveelheid water die wordt afgevoerd niet gelijkmatig verdeeld is. Uit deze uiteenzetting valt het gemakkelijk te begrijpen dat de overstromingen te wijten zijn aan de karakteristieken van het terrein en niet aan de weg. Maar, al is deze laatste de ware oorzaak niet, toch versterkt ze in niet geringe mate de gevolgen. Voor de aanleg van de weg lag er een buurtweg, op dezelfde hoogte als de er naastliggende gronden, en waarover bij overstromingen het water over een lengte van 100 meter kon lopen. Vandaag is deze buurtweg met 75 à 80 cm. opgehoogd om de provincieweg op aan te leggen. Daaronder heeft men een waterafvoer gemaakt met een doorsnede van 1,50 meter, wat slechts 50 centimeters minder is dan de breedte van de beek. De opening van deze doorvoer is vanzelfsprekend niet voldoende om het water, dat vroeger over een breedte van 100 meter over de weg liep, door te laten en de afvoer verloopt nu veel trager. Het water kwam dermate hoog te staan dat de weduwe Mertens verplicht was om haar beesten te evacueren uit haar boerderij die nu zodanig ontwaard is dat ze leeg is komen te staan. Volgens ter plaatse bij geloofwaardige personen verkregen inlichtingen duurden de overstromingen, voor de aanleg van de baan, maximaal twee dagen en nu is dat 4 à 5 dagen geworden. De klacht van de heer Reyntjens is gebaseerd op de overstromingen van 1839, 1840, 1841 en 1842, toen de beek maar een gemiddelde doormeter had van 1,00 à 1,25 meter. Nu is deze doormeter op 4 meter gebracht. Ik meen dus dat er momenteel nog nauwelijks gevaar bestaat. De capaciteit van de bedding werd aanzienlijk vergroot en bijgevolg zullen de overstromingen veel minder plotseling optreden. Indien desondanks, om een einde te maken aan de klachten van de geïnteresseerden, de provincie toch de kosten zou willen doen om 2 extra waterdoorsteken van 1 meter diameter (links en rechts van de huidige brug) te maken dan zou al het overgelopen water zeer snel afgevoerd worden. De kosten voor de aanleg ervan zouden ongeveer 300 fr. bedragen. De weg zou op die plaats herlegd moeten worden. Desgevallend ben ik bereid om een gedetailleerder plan en bestek op te maken. IC - N° Strombeeck Bever le 29 Novembre 1843 Monsieur le Bourgmestre – (Vertaald) Door vonnis van de politierechtbank van het kanton van 28 november werd Jean Baptist Verspecht, oud 46 jaar, herbergier en ontvanger van de provinciale bareel in Londerzeel, veroordeeld tot een boete van 2 fr. en de proceskosten wegens inbreuk op art. 471 van het strafwetboek. In de nacht van 20 à 21 November verwaarloosde hij op een convenabele manier zijn bareel te sluiten. Het proces verbaal werd opgesteld en doorgestuurd door de gendarmerie van Wolvertem. De vrederechter.
155
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
IC - N° Bruxelles le 1 decembre 1843 (Kort) Veroordeeld door de correct. rechtbank, jagen zonder vergunning: Pierre Van Schel. UC - N° 770 Londerzeel le 1 Decembre 1843 Monsieur le commissaire – (Vertaald) Uw brief 7864 van 27 november. Joseph Sluys is in onze gemeente niet gekend. We hebben alle mogelijke opzoekingen gedaan in de geboorteregisters en in de bevolkingsregisters, maar in geen van beide is hij ingeschreven. IC - N° 1367 Brussel den 2 December 1843 Mijnheer den Bourgmestre. Verzoeke Ued eene generale patrouille in uwe gemeynte te willen inrigten op dynsdag 5en dezer maend, ten 5 ueren des morgens volgens het besloten stelsel en mij onmiddellijk ter kennis te geven van alle bijzondere omstandigheden dewelke zouden ontdekt worden. Den Procureur du Roi. UC - N° Londerzeel le 2 Decembre 1843 Monsieur le commissaire – (Vertaald) In antwoord op de brief van de heer gouverneur van 21 november, waarin sprake is van een wijziging van het halt houden van de konvooien op de ijzeren weg, die gevraagd werd door de gemeenten Buggenhout, Opdorp en Baasrode, hebben wij de eer op te merken dat de voorgestelde wijzigingen zeer nadelig zouden zijn voor de gemeente Londerzeel en haar buren en wel omdat de reizigers voor Londerzeel, die alleen maar op de middag uit kunnen stappen, voldoende tijd zullen missen om hun zaken af te handelen, vooral in een paar grensgemeenten van Londerzeel, indien ze verplicht zouden worden om terug naar huis te keren met het konvooi dat in Gent vertrekt om kwart voor twee en dat bij ons halt zou houden in plaats van het laatste konvooi. Van de andere kant kunnen deze vragende gemeenten naar Dendermonde of Gent vertrekken met het eerste konvooi dat ’s morgens in Brussel vertrekt en in Malderen halt houdt en hebben dan een redelijk lange tijd om hun zaken af te handelen voordat het eerste namiddagkonvooi in Gent vertrekt en we geloven graag dat deze (bestaande) halte voor hen veel voordeliger is. Het is deze overweging die ons doet denken dat de petitie eerder ten voordele van enkele particulieren is gebeurd dan in het belang van de bevolking. Hoe is het mogelijk om te geloven dat ze eerlijk is wat Baasrode betreft? Deze gemeente heeft immers een gekasseide straat tot in Dendermonde; ze is niet verder verwijderd van deze stad dan van Malderen. Zou ze dan zomaar voor de lol naar Malderen afzakken, voor een station meer betalen, en een aarden en modderweg verkiezen boven een gekasseide baan? ’t Is ongehoord. Tenslotte, mijnheer de commissaris: als de vraag van deze gemeenten ten koste van Londerzeel en de buurgemeenten zou geaccepteerd worden, dan durven wij te hopen dat de wijziging in kwestie niet om het hierboven vermelde motief zou gebeuren.... De burgemeester, de 1ste schepen, de 2de schepen. IC - N° Bruxelles le 4 Decembre 1843 A Monsieur le commissaire de l’arrondissement de Bruxelles – (Vertaald) Mijnheer. In uw brief 7654 van 7 november laat u mij weten dat de gemeente Londerzeel het nut van de oprichting van een nieuwe school erkent maar de middelen niet heeft. U voegt er aan toe dat er in de gemeente geen school bestaat die aangenomen zou kunnen worden.
156
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Men heeft mij echter gezegd dat er in deze plaats een klooster bestaat van de zusters Ursulinen, dat een school voor arme meisjes gaat openen. Als dat waar is kan de gemeenteraad deze school aannemen. Ik vraag u om deze te verzoeken om in dit verband zonder uitstel een beslissing te treffen. De gouverneur. (Deze brief werd nog dezelfde dag doorgestuurd naar de burgemeester van Londerzeel.) IC - N° Leopold Roi des Belges - A tous present et à venir, salut. (Vertaald) Gezien het rapport van de provinciale medische commissies met betrekking tot de gratis inentingen die in het koninkrijk werden verricht in het jaar 1841, Hebben wij besloten en besluiten wij Art. 1. De medaille van ... (de la racine) wordt toegekend aan de heer Rimslagh, heelmeester. Gegeven in Ardennes op 4 december 1843. Getekend: Leopold De minister van binnenlandse zaken, Nothomb. GR - N° 67 Zitting van den 5 december 1843. Alwaer tegenwoordig waeren de heeren Verheyden, borgemeester, Willocx en Mertens, schepenen, Van Assche, De Keersmaeker, Verhofstadt, A. Goossens, Remory, Van Ruysevelt, leden, en L. Vanonderbergen, secretaris. Den raed der gemeynte Londerzeel in meerderheyd van leden vergaederd zijnde door den heer borgemeester en schepenen ter gewoonelijke plaetse ten eynde te beraemen over de vraeg gedaen door mijnheer den arrondissementskommissaris bij brief de dato 4 december lestleden N° 7654. Gezien den bijgevoegden brief van mijnheer den gouverneur de dato 1 December lestleden N° 130523B6074 betrekkelijk de oprichting eener nieuwe school voor de behoeftige kinderen van het vrouwgeslacht het kosteloos onderwijs te mogen genieten binnen deze gemeynte de welke veel gemak aen den onderwijser van alhier zal geven. In aenmerking nemende dat er binnen deze gemeynte een vrouwklooster bestaet genaemd de ursulinen, die alreeds eene school geopend hebben tot het ontfangen der arme behoeftige kinderen van het vrouwelijk geslacht dezer gemeynte, om aen hun het kosteloos onderwijs te bezorgen. Den gemeenten raed is van gevoelen de voornoemde school goed te keuren onder nadere goedkeuring van den provincialen raed, terwijlen dat de onderwijzing die zij geven en voorstellen aen hunne jonge leerlingen ten uyterst voldoende zijn. Gedaen in zitting de dato als boven. Door bevel, den gemeynten secretaris, L. Vanonderbergen - De borgemeester J.F. Verheyden. GR - N° 68 Zitting van den 7 december 1843 (Geantidateerd, had in feite plaats in februari 1844) Alwaer tegenwoordig waren de heeren Verheyden, borgemeester, Willocx en Mertens, schepenen, Verhofstadt, Van Ruysevelt, Verbesselt, Van Assche, Remory, A. Goossens, De Keersmaeker, J.J. Goossens, leden, en L. Vanonderbergen, secretaris. Den raed der gemeynte Londerzeel door burgemeester en schepenen bij een geroepen ten eynde over te gaen tot het opmaken des budgets over den jare 1844 gelijkvormig aen den omzendbrief van den 6den April 1843, memorial administratif N° 114. Gezien de noodzakelijke stukken betrekkelijk tot het opmaken des budgets en den voorberoepen omzendbrief en de artikels 139 en 142 der gemeynte wet van den 30 Meert 1836.
157
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Gezien de rekening aen den gemeynten raed overgelevert voor het dienstjaer 1842 gesloten door de aenhoudende deputatie van den provincialen raed den 30 December 1843. Den raed naer het nauwkeuriglijk overzien te hebben stelt den ontfangst en uytgaef als volgt. Den ontfangst ter somme van frs. 7804,59 Den uytgaef van 6438,78 Overschot van den ontfangst 1365,80 Den borgemeester en president. Canton van Wolverthem, gemeynte Londerzeel Budget van het jaer 1843 der gemeynteschool bestiert door Mr. Kerremans Bernardus. Aenmerkingen: Kerremans Bernard, sectie 3 bevolking dezer wijk. Daer bestaet kinderen die in de school verkeeren waervan betaelende leerlingen en behoeftige leerlingen, het schoolhuys met de wooning behoort toe aen den onderwijzer. Ontfangsten (Bedragen werden niet ingevuld). 1. Inwilliging van het bureel van weldadigheyd. 2. Inkomst van den stigting Van 3. Voortbrengsel van giften en legaten. 4. Gemeynte inwilliging voor: a. Den huerprijs voor het schoolhuys. b. Het onderhoud van het school huys. c. Het onderhoud van het huys bewoond door den onderwijzer. d. Den aenkoop der noodige huysraed en boeken. e. Het tractement van den onderwijzer bepaelt door den gemeyntenraed onder de goedkeuring der deputatie, overeenkomstig art. 21 der wet van den 23 september 1842.. f. De vergoeding voor huyshuer aen den onderwijzer indien er reden bestaet. g. Het kosteloos onderwijs der arme kinderen bij gebrek van het bureel van weldadigheyd. Uytgaeven 1. Huerprijs voor het schoolhuys. 2. Onderhoud van het schoolhuys. 3. Onderhoud van het huys bewoond door den onderwijzer. 4. Aenkoop der noodige huysraed en boeken. 5. Tractement van den onderwijzer. 6. Vergoeding voor huyshuer aen den onderwijzer. 7. Kosteloos onderwijs aen de arme kinderen. Alzoo gedaen en gesloten door den gemeynten raed van Londerzeel den 6 December 1843. UC - N° 771 Londerzeel le 6 Decembre 1843 Mijnheer den Prokureur de Konings – In antwoord aen uwen wel geheerden brief de dato 2 lestleden N° 1367, betrekkelijk eene generaele patrouille. Ik heb d’eer aen UE ter kennis te brengen dat er op den 5en dezer van 2 ueren ’s nagts tot 6 ueren ’s morgens eene generaele patrouille in mijne gemeynte heeft plaets gehad en dat er geene hoegenaemde omstandigheden zijn voorgekomen of ontdeckt zijn geweest. Den Borgemeester. IC - N° 1429 Brussel den 9 December 1843 Mijnheer den Borgemeester - Verzoeke als eene generale patrouille in uwe gemeynte te willen inrigten op donderdag 14 dezer ten 3 ueren des morgens, volgens het besloten stelsel en mij onmiddellijk kennis te geven van alle bijzondere omstandiheden de welke zouden ontdekt worden. De Procureur des Konings.
158
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N° 775 Londerzeel den ... December 1843 Mr. den kommissaris - Ingevolge uwe wel geheerde vraeg de dato 1e dezer loopende maend N° 7158 betrekkelijk aen Ued te doen geworden een afschrift van het reglement der Policie aengaende het meten en wegen der publieke Merckt van alhier. Ik heb d’eer van Ued hiernevens te doen gewoorden een afschrift uyt den kohier van voorwaerden, lasten en bespreken waer aen ingevolgen de artikelen 4, 5, 13, 14 en 15 eenieder hem moet gedragen met kennis geving dat ik binnen den tijd van mijn borgemeesterschap tot heden nooyt geen bezonder policie reglement betrekkelijk het wegen of meeten op de publieke merkt van alhier gezien of gevonden heb, dus vind ik mij buyten staet aen uwe vraeg eene genoegzame voldoening te konnen geven. Den borgemeester. UC - N° 776 Bruxelles le .... Decembre 1843 M. le secretaire de la commune de Londerzeel - Monsieur le secretaire. (Vertaald) Op het terrein dat door de heer Crick, notaris, aan de provincie afgestaan werd, geeft een waterafvoerleiding uit die de weg oversteekt en die eigendom is van een verfwinkel. Omdat ik diens naam moet kennen vraag ik u om mij deze per kerende te laten weten. Deze verfwinkel ligt recht tegenover de vijver die door de heer Crick werd aangelegd en het zal dus niet moeilijk zijn om zijn naam te vinden, ofwel bij de heer De Boeck, ofwel bij De Coster. Omdat ik een rapport moet schrijven waarin de naam van deze persoon moet komen durf ik u deze dienst te vragen in de hoop dat ik ooit ook eens iets voor u zal kunnen doen. UC - N° 776 bis Londerzeel le ..... Decembre 1843 Monsieur Duvivier, conducteur – (Vertaald) Gevolggevend aan uw vraag om de naam te kennen van de eigenaar van de verfwinkel die woont tegenover de vijver die aangelegd is door Notaris Crick, kan ik u zeggen dat het hier gaat om Petronelle Augustijns, weduwe van Antoine Van Eeckhout. Secretaris Van Onderbergen. IC - N° Bruxelles le 15 Decembre 1843 Monsieur – (Vertaald) Ingevolge de instructies van de minister van openbare werken van 9 november 1843 ben ik belast met het opstellen van een statistiek over de ongelukken met stoommachines die in mijn arrondissement werden geplaatst. Aangezien ik deze standplaatsen niet ken, vraag ik u, mijnheer de burgemeester, of u me volgende inlichtingen kunt verschaffen: 1) Het aantal stoommachines in uw gemeente, 2) De naam van de eigenaars, 3) De plaats waar ze staan. De conducteur. UC - N° 778 Londerzeel le 16 Decembre 1843 Monsieur le commissaire – (Vertaald) Uw brief 7654 van 4 december en de brief 130523 van de gouverneur van 1 december. Bijgevoegd uittreksel uit het besluit van de laatste zitting van de gemeenteraad met betrekking tot de oprichting in deze gemeente van een nieuwe school voor arme meisjes. De burgemeester. UC - N° 779 Londerzeel den 16 December 1843
159
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Mijnheer den Prokureur de Konings - In antwoord aen uwen wel geheerden brief de dato 9 lestleden N° 1429, betrekkelijk eene generale patrouille. Ik heb d’eer aen Ued ter kennis te brengen dat er op den 14 dezer van 2 ueren ’s nagts tot 6 ueren ’s morgens eene generale patrouille in mijne gemeynte heeft plaets gehad en dat er geene hoegenaemde omstandigheden zijn voorgekomen of ontdekt zijn geweest. Den Borgemeester. IC - N° Bruxelles le 19 Decembre 1843 Monsieur le bourgmestre – (Vertaald) Met het hierbijgevoegd certificaat van behoeftigheid vragen wij u: - Geboorteakte van Anne Monique Craniers, dochter van .... Craniers en Anne Cathérine Peeters, geboren in de zomer van 1811. - Overlijdensakte van de genoemde Craniers, weduwnaar van de in 1823 overleden Anne Cathérine Peeters. - Overlijdensakte van Anne Cathérine Peeters, echtgenote van Craniers, overleden tussen 1823 en 1825. De liefdadigheidsinstelling van St. Jean François Regis, opgericht voor het kerkelijk en burgerlijk huwelijk van de armen en voor de erkenning van hun natuurlijke kinderen, Rue St. Christophe 16, Antwerpen. IC - N° 254 Vilvoorden 19 December 1843 Mr. de burgemeester - Om mij in staet te stellen aen den wensch van den provincial schoolopziender te voldoen, heb ik de eer Ued te verzoeken mij het precies getal op te zenden van de jongens en meysjes die zich in de maend July laestleden hebben op de lijst doen opschrijven om het onderwijs voor niet te genieten krachtens art. 5 van de wet. Gij weet dat door het Koninklijk Besluyt van den 26 Mey deze nieuwe lijst heeft de plaets vervangen van de gene die in february door den provincial raed goedgekeurd was. De kantonael school opziener. UC - N° Londerzeel den 20 December 1843 In antwoord aen uwen wel geheerden brief de dato 19 lestleden N° 254. Ik heb d’eer aen Ued te kennen te geven dat er binnen de maend July lestleden 13 meysjes en 25 jongens ingeschreven zijn geweest om het kosteloos onderwijs te mogen genieten. Den borgemeester. IC - N° Strombeeck Bever le 20 Decembre 1843 (Vertaald) Mijnheer de burgemeester. Bij vonnis van de politierechtbank van het kanton van 19 december 1843 werden Jean Verhavert, 19 jaar, wonend bij molenaar Verspreet, en Jean Acquin, knecht bij dezelfde molenaar, beiden veroordeeld tot een boete van 30 maal het opeisbaar recht op datum van de wet van 18 maart 1833, omdat ze op 15 november 1843 geweigerd hebben om het bareelrecht te betalen aan de gemeentelijke bareel van Kapelle-op-den-Bos, voor het passeren met een kar bespannen met een paard. Door hetzelfde vonnis werd maalder Verspreet verklaard voor hen verantwoordelijk te zijn. De vrederechter. UC - N° Londerzeel den 20 December 1843 Mijnheer den Vrederechter - Ik heb d’eer aen Ued te doen gewoorden een proces verbael van overtreeding en mishandeling ten nadeele van Antonius Van Schel, landbouwer alhier, voorgevallen den 17 lestleden om quart na zes uren ’s morgens op den persoon van de genaemde Maria
160
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Dorothea Van Assche, huysvrouw van Petrus Josephus Reyniers, landbouwer en herbergier alhier. Den eersten schepenen. IC - N° 14711 Bruxelles le 21 decembre 1843 (Kort) Londerzelenaars veroordeeld door de correct. rechtbank voor bedelarij: J. B.De Boeck IC - N° Vilvorde le 21 Decembre 1843 Monsieur le Bourgmestre – (Vertaald) Gelieve me zo snel mogelijk een uittreksel uit het kadasterboek van uw gemeente te sturen, met daarop de goederen die eigendom zijn van mevrouw Gravin Van der Stegen, douairière (lijftochteigenares) van Ridder Leopold de Mansier, grondeigenaar in Leuven. De ontvanger van registratie en domeinen. (opgestuurd door Londerzeel op 17 februari 1844 met brief 815) IC - N° 5695 Anvers le 22 Decembre 1843 Monsieur le Bourgmestre – (Vertaald) Gelieve me te sturen op onofficieel papier, omdat het maar voor militaire inlichtingen moet dienen, de geboorteakte van Sammels Godefroid Florentin Justin, zoon van Theodore Bernard 2 en van Gertrude Van den Eede, geboren in uw gemeente in 1825. De kolonel-commandant IC - N° 786 St. Bernard le 23 Decembre 1843 Monsieur le Bourgmestre – (Vertaald) Ik stuur u een uittreksel uit de gevangenenlijst van onze instelling met namen van in 1825 geboren personen. Hierbij is 1 veroordeelde die in uw gemeente moet ingeschreven worden voor de militielichting1844. Tegelijk stuur ik u het certificaat dat deze persoon bij ons is opgesloten. Certificat de milice - De directeur van het correctiehuis St. Bernard, certificeert dat Van Laer Joseph, geboren en wonend in Londerzeel, provincie Brabant, op dit ogenblik in onze instelling opgesloten is ingevolge een vonnis van de correctionele rechtbank van Brussel op datum van 18 maart 1843, en die veroordeeld werd wegens nachtelijke diefstal in een bewoond huis tot een straf van één jaar opsluiting. UC - N° 787 Londerzeel den 27 December 1843 Mijnheer den Procureur des Konings - In uwen wel geheerden brief de dato 21 lestleden N° 14711 heb ik gezien dat den genaemden Joannes Baptista De Boeck, beroep stoelvlegter, oud 64 jaeren, geboren en woonende te Londerzeel, aengehouden is geweest voor bedelarij binnen de gemeynte van Wolverthem op den 5den lestleden waervoor hij verwezen is geweest door ... rechtbanck op den 21 lestleden voor eene gevangenis van 15 daegen met verzoek, Mijnheer, van zoo haest zijnen tijd zal verschenen zijn, hem laeten naer zijn huys te rug te keeren omdat hij gezamentlijk met zijne vrouw en twee kinderen genoegzaem middelen hebben om te kunnen bestaen en geensings de bedelarij van doen hebben. Den Borgemeester. UC - N° 785 Londerzeel le 28 Decembre 1843
2
Iemand heeft hier met potlood bijgeschreven “onderwijzer, eigenaar v/d ‘7 Sterre’.
161
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Monsieur le directeur (de l’enregistrement et domaines) – (Vertaald) Bijgevoegd de akte van benoeming tot boswachter en veldwachter over de eigendommen van de heer burggraaf de Grimberghe, baron van Willebroek, gesitueerd binnen deze gemeente, van de genaamde Victor Cuyckens, landbouwer, wonende te Londerzeel, met verzoek om er uw akkoord aan te verlenen. De burgemeester. UC - N° 788 Londerzeel le 30 Decembre 1843 Monsieur le commissaire de l’arrondissement – (Vertaald) Jean Baptist Van Steen, veldwachter, heeft op 19 november 1843 proces-verbaal opgesteld ten laste van Pierre Van Schel, koopman, wonend in deze gemeente, wegens jachtdelict (jagen zonder wapenvergunning). Van Schel werd op 1 december veroordeeld tot een boete van 30 frank en de inbeslagneming van zijn vuurwapen UC - N° 789 Londerzeel le 30 Decembre 1843 Monsieur le commissaire, J.B. Van Steen en J.B. Lathouwers, onze veldwachters, hebben op 12 november proces verbaal opgesteld ten laste van Benoit Verspreet, maalder te Londerzeel, wegens jachtmisdrijf. Verspreet werd op 30 november veroordeeld tot een boete van 30 fr. en de proceskosten. De burgemeester.
1844
UC - N° 791 Londerzeel le 2 Janvier 1844 (Vertaald) Mr. de onderzoeksrechter - Uw brief 768 van 20 december 1843 met de vraag om een huiszoeking te doen bij Jan Baptist Janssens op de Heide, die er sterk van verdacht zou worden de dingen te verbergen die door Van den Berghe werden gestolen. We hebben de gevraagde huiszoeking op 30 december 1843 uitgevoerd, in gezelschap van de veldwachter van Ramsdonk en van Pierre Slachmuylders, landbouwer te Breendonk, die mij aanvankelijk niet wilde vergezellen om de gestolen voorwerpen te herkennen. Beide veldwachters van onze gemeente waren echter afwezig om te getuigen voor de correctionele rechtbank te Brussel in een zaak van jachtmisdrijf. Onze nauwgezette opzoekingen zijn zonder resultaat gebleven. De 1 e schepen, officier van politie. IC - N° Bruxelles le 8 janvier 1844 Monsieur le gouverneur - (Sterk samengevat) Hierbij stuur ik u de klacht terug van de heer Reintiens uit Mechelen, samen met een copie van het rapport 3908 van de ingenieur van het arrondissement van 28 november 1843, en (nieuwe) tekeningen van de beek en de omliggende plaatsen. Een enorme flater in de meegestuurde plannen maakte het rapport 3908 volledig onbegrijpelijk zodat ik het heb moeten terugsturen met de vraag om me uit te leggen wat het verband was tussen tekeningen en rapport. Het rapport was bovendien niet kompleet. Vandaar de vertraging in het dossier. Het is in Londerzeel niet anders dan op andere plaatsen waar een straat over een rivier of beek gelegd wordt. Altijd vormt die een soort van dijk als het water buiten zijn oevers treedt. Omdat de kunstwerken niet nutteloos groot gemaakt kunnen worden duurt het wegvloeien van het
162
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
water dan ook iets langer dan voordien. Met de schade die daardoor extra veroorzaakt wordt moet echter voorzichtig worden omgesprongen. In het geval van Londerzeel lijkt de hinder in nogal belangrijke mate toegenomen te zijn. Toch heeft de heer Reyntiens hier en daar wat overdreven. Zo is het niet serieus om deze gang van zaken te vergelijken met de ramp van Borght in 1839; daar was de weg 12 meter verhoogd. In Londerzeel is dat maar 1,70 à 1,80 meter. Desondanks is er reden om aan te nemen dat de diameter van de ene doorlaat onder de weg niet juist berekend werd. Maar alvorens besluiten te nemen over de eventuele remedies moet de loop van de Molenbeek definitief aangepast worden aan de hoeveelheid water die ze door moet laten. Volgens het rapport van de ingenieur van het arrondissement werd de gemiddelde sectie van de beek van 1,25 op 4 meter gebracht. Ik heb daarover uitleg gevraagd en hij heeft mij geantwoord dat in 1843 de administraties de bedding van de beek ongelijkmatig verbreed hadden, soms tot 3 meter en soms tot 2 meter op andere plaatsen waar bomen langs de oever stonden die niet mochten worden omgehakt. Daaruit volgt dat de beek een abnormale loop gekregen heeft. Het zou zo moeten zijn dat naarmate men verder weggaat van de bron de helling kleiner wordt en de bedding breder. Hier is het omgekeerde het geval. Eerst moet de noodzakelijke breedte van de beek eenduidig vastgesteld worden en dientengevolge aangepast. Bomen mogen daarvoor geen belemmering zijn. Dit belet niet dat de brug onder de weg niet aangepast kan zijn. Deze is volgens mij kortelings toch aan heraanleg toe omdat de weg op die plaats niet genoeg werd opgehoogd. Ik raad de deputatie aan om zich met de wegencommissaris in contact te stellen evenals met de gemeentebesturen van Londerzeel maar vooral van Wolvertem zodat de loop van de beek ernstig kan worden geregeld. Mochten de diensten van Bruggen en Wegen daarbij gewenst zijn kunt u mij altijd contacteren. De hoofdingenieur van Bruggen en Wegen, Willems. UC - N° 793 Londerzeel le 9 Janvier 1844 A Mr. le Brigadier Commandant de la Brigade Marechaussés du Canton de Wolverthem – (Vertaald) Ik stuur u, begeleid door de twee veldwachters van onze gemeente, een man die gisteren 8 januari om 7 uur ’s avonds aangehouden werd zonder paspoort of andere documenten. Hij zegt Engelbert Jean Goutray te heten, 36 jaar oud te zijn en geboren te zijn in Loo, Veurne Ambacht, arrondissement Brugge, beroep timmerman, wonend in Gent, Hoogstraat onder Akkergem. Gelieve hem naar de Procureur des Konings te laten brengen. Willocx UC - N° 794 Londerzeel den 9 January 1844 Mijnheer den Prokureur des Konings - Op den 7 der maend January 1844 om 2 uren naer middag heeft Joannes Baptista Saterdag hem begeven in de herberg van den genaemden Augustinus Robbijns, alhier woonende, vraegende eenen liter bier, in de presentie van Josephus De Boeck, schrijnwerker en herbergier, en van Joannes Baptista Van Steen, veldwachter alhier, alwaer den voormelden Saterdag in de voormelde herberg betrekkende een kleyn borschken uyt zijnen zak met geld het gene hij op den grond tusschen zijn beenen gesmeten heeft. Om 7 uren ’s avonds zijn onze twee veldwachters in de herberg de Kroon gegaen, genaemd Jan Baptist Van Steen en Jan Baptist Lathouwers, alwaer zij den zelven Saterdag gevonden hebben alwaer hij bezig zijnde met verscheyde persoonen schendwoorden toe te brengen, zelfs tot wat de administratie aengaet en wat er deel van maekt. De huysvrouw uyt de Kroon haer klagten daer over doende aen de veldwachters hebben de zelve hem twee à drij mael aenzogt te zwijgen of henen te gaen, is hij van daer in de herberg gegaen van de genaemde weduwe De Hertogh alwaer hij eenen halven liter bier heeft gehad met schoon te spreken en daer is hij door den eersten schepenen van alhier, doende de gerechtelijke policie zaken en met de beyde veldwachters aengehouden
163
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
en in de policie kamer gesteld om van daer onder het geleyde van de Gendarmerie onder de dispositie van den Procureur des Konings gesteld te worden omdat hij klaegend en zeggend dat hij een borze met 35 guldens daer in verloren had en dat hij niet in staet en is van zoo eene hoegenaemde somme bij een te konnen vergaderen, want zijn beroep is werckman bij de landbouwers, maer hij zit meer in de herbergen spelende voor geld als dat hij werckt. Zijn gedrag en zijne reputatie is zeer gemeyn alhier van over jaren en dag. Van over verscheyde jaren heeft hij den borgemeester, schepenen en al wat de administratie aengaet in hunnen afwezigheyd alle soorten van verwijtingen en schendwoorden toe te brengen, met drijgementen zelfs op den eersten keersdag lestleden in verscheyde herbergen van alhier het zelve gedaen heeft. Naer alles wel onderzogt te hebben heb ik daer van proces verbael opgesteld om te dienen als naer rechten. Den eersten schepenen doende de gerechtelijke pilicie zaeken. Willocx. UC - N° 796 Londerzeel den 11 January 1844 Mijnheer den Prokureur - Ik heb d’eer Ued hier nevens te doen gewoorden een proces verbael van overtreding wegens diefstal van een pond rauw gespannen garen ter weerde van eenen franc toebehoorende aen Henricus Wauters, winkelier en herbergier, woonende in het dorp alhier, waer van den daeder den genaemden Joannes De Leener, geboren in 1825, zonder beroep, woonende bij zijne moeder Joanna De Leener alhier in het dorp, met kennis geving dat den zelven De Leener nog een vonnis gehad heeft te Brussel op den 3 Meert 1841 voor diefstal in geld binnen dezer gemeynte en verwezen is geweest voor acht maenden gevangenisse. Willocx. UC - N° 797 Londerzeel 11 Janvier 1844 (Kort) Opgestuurd, de inschrijvingslijst van de mannen, geboren in 1822 die in 1844 ten dienste van de burgerwacht zullen gesteld worden. Geen reclamaties. IC - N° Malines le 12 Janvier 1844 (Kort) Uittreksel uit de geboorteakte van Egide Rombaut Spiessens, geboren in Mechelen op 31 januari 1825, zoon van Pierre en Maria Anna Troch, verhuisd naar Londerzeel op 23 maart 1825. Egide Rombaut Spiessens moet ingeschreven worden voor de militie loting 1844. UC - N° Londerzeel le 16 Janvier 1844 Mijnheer den borgemeester der gemeynte Londerzeel, arrondissement Brussel, provintie Braband. Gezien het Koninglijk Besluyt van den 19 Augusty, Journal Officiel N°44. Gezien Art. 90 der gemeynte wet van den 30 Meert 1796. Gezien den omgaenden brief van den Heer Procureur des Konings de dato 2 october 1841 N° 14 en N° 925 betrekkelijk het voorstellen van eenen Ambtenaer tot het uytoeffenen der gerechtelijke Politie zaeken voor de Gemeynte Londerzeel. In overweging nemende dat den genaemden Willocx Jacobus, eersten schepenen der Gemeynte Londerzeel, geboren te Malderen, woonende binnen deze gemeynte, sedert verscheyde jaren als aengestelden ambtenaer voor de gerechtelijke politie zaeken voor de gemeente Londerzeel heeft waergenomen. Ik hebbe goedgevonden aen te stellen en voor te dragen tot de benoeming van ambtenaer van de gerechtelijke politie zaeken der gemeente Londerzeel, Willocx Jacobus, eersten schepenen der gemeente Londerzeel, en zal onder naedere goedkeuring aen den heer Prokureur des Konings van het arrondissement Brussel toegezonden worden. (Op 19 jan. 1844 goedgekeurd door de Procureur des Konings tot 31 dec. 1844)
164
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N° 798 Londerzeel den 18 January 1844 Mijnheer - Om te voldoen, Mijnheer den Procureur des Konings, aen den brief de dato 11 lestleden n° 480 hier bij aengevoegd. Heb ik d’eer aen Ued ter kennis te brengen dat zijne bevelen volbragt zijn geweest met kennis geving dat de wacht geene hoegenaemde gevallen zijn te gemoed gekomen. Den Borgemeester. UC - N° 799 en 800 Londerzeel le 19 Janvier 1844 (Kort) Geen tabaksteelt in Londerzeel in 1842 en 1843. Geen veeartsen in Londerzeel. UC - N° 801 Londerzeel le 22 Janvier 1844 Monsieur le commissaire – (Vertaald) Ingevolge uw brief 7915 van 19 januari. De Boeck Jan Baptist en De Boeck Jean François hebben hun bijstandswoonst in Londerzeel behouden. De Boeck Jan Baptist moet losgelaten worden omdat hij in zijn onderhoud kan voorzien. UC - N° 802 Londerzeel le 22 Janvier 1844 Monsieur le commissaire – (Vertaald) Ik bevestig ontvangst van de gouden medaille voor de heer Josse Rimslach, in leven heelmeester, baker en inenter van het kanton Wolvertem te Londerzeel. (Tweede bevestiging, voor tweede medaille, gestuurd met brief 817 van 20 februari 1844) UC - N° 803 Londerzeel le 23 Janvier 1844 Aan de burgemeester van Mechelen – (Kort) Ik bevestig ontvangst van het uittreksel uit de geboorteakte van Egide Rombaut Spiessens, zoon van Pierre Spiessens en Maria Anna Troch. IC - N° 7864 Bruxelles le 24 Janvier 1844 (Vertaald) Uit een nieuwe ondervraging van Joseph Sluys blijkt dat deze jongen, 10 jaar oud, de zoon zou zijn van Joseph en van Caroline De Schrijver, dat hij in Londerzeel zou geboren zijn waar hij door zijn ouders werd verlaten. Dit kind werd opgepakt en naar Terkameren gebracht door de veldwachter van Dilbeek die hem op de openbare weg had gevonden en op hem geen enkele informatie had aangetroffen. Gelieve me zo snel mogelijk te laten weten of u de bijstandswoonst van dit kind erkent. De arrondissementscommissaris. IC - N° Brussel den 29 January 1844 Mijnheer den borgemeester - Ik verzoek Ued eene generale patrouille in uwe gemeynte te willen inrigten op dynsdag 6 en donderdag 15 february, ten drij uren des morgens volgens het besloten stelsel en mij onmiddellijk kennis te geven van alle bijzondere omstandiheden de welke zouden ontdekt worden. Le Procureur du Roi. IC - N°48 Strombeeck Bever le 31 Janvier 1844 (Vertaald) Bij vonnis van de politierechtbank van het kanton van 30 januari werd Antoine Van Schel vrijgesproken van gewelddaden tegenover de vrouw van Pierre Reyniers. Op 17 december 1843 zou hij haar in een beek geduwd hebben. Het is te betreuren dat de verklaringen van
165
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
de aanklagers niet preciezer genoteerd worden, want had men meteen gezegd dat vrouw Reyniers Van Schel alleen maar aan zijn stem herkend had, dan zou een proces vermeden zijn geweest. De vrederechter. IC - N° 54 Strombeeck Bever le 31 Janvier 1844 (Vertaald) Bij vonnis van de politierechtbank van 30 januari werden Jean Acquin, 28 jaar, knecht bij maalder Benoit Verspreet, Philippe Schampaert, 18 jaar, arbeider bij Verspreet veroordeeld tot een boete gelijk aan 30 keer het opeisbaar bareelrecht op datum van de wet van 18 maart 1833, omdat ze op 15 januari 1844 met paardekarren de gemeentelijke bareel van Kapelle-op-den-Bos, gepasseerd zijn zonder het bareelrecht te betalen. In hetzelfde vonnis werd maalder Verspreet verklaard voor hen verantwoordelijk te zijn. De vrederechter. UC - N° 804 Londerzeel le 1 fevrier 1844 Monsieur le commissaire – (Kort) Ingesloten de lijst van jongens die zich op 5 februari 1844 moeten aanbieden op de militieraad te Brussel.
UC - N° 806 Londerzeel le 7 fevrier 1844 Monsieur le commissaire – (Kort) Er heeft zich niemand gepresenteerd die geschikt is om als vrijwilliger militiedienst te doen. UC - N° 807 Londerzeel le 8 fevrier 1844. (Kort) Opgestuurd lijst van inentingen 1843. Er zijn in Londerzeel in 1843 geen pokskens vastgesteld. UC - N° 810 Londerzeel le 14 fevrier 1844 Monsieur le commissaire – (Vertaald) Uw brief 6886 van 30 december 1843. De aandelen nr. 290 en 291 van de provinciale lening van 3.600.000 fr., die uitgeloot werden om op 1 januari terugbetaald te worden. Ons weldadigheidsbureel vraagt om deze acties te vernieuwen. (Goedgekeurd tijdens de gemeenteraad van 12 maart 1844) UC - N° 811 Londerzeel le 14 fevrier 1844 Mr. le commissaire – (Vertaald) Uw brief 7864 van 24 januari. Joseph Sluys, 10 jaar oud, geboren in Londerzeel, zoon van Joseph en Caroline De Schrijver, behoort wel degelijk tot onze gemeente. De burgemeester. UC - N° 816 Londerzeel le 19 fevrier 1844 Monsieur le General Major - (Vertaald) Gelieve mij de aanwezigheidscertificaten te sturen van 1) De Keersmaecker Jean Henri, milicien van de lichting 1842, ingeschreven bij de controle van het algemeen depot onder het nr. 844. 2) De Bondt Pierre Joseph, milicien van de lichting 1843, ingeschreven bij de controle van het algemeen depot onder het nr. 138.
166
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N° 818 Londerzeel le 19 fevrier 1844 Madame. J’Ai l’honneur de vous informer que par arreté Royal a été décerné deux medailles en or pour les vaccinations que feu votre marie a operés avec zèle et desinteressements. Avec prière de le venir prendre au bureau de l’administration de la commune de Londerzeel, menu d’un recu dument signé par la dame veuve Rimslach né De Stuyver. Agréez je vous prie l’estime de ma condidération distingue. Le Bourgmestre. IC - N° Louvain le 20 fevrier 1844 Monsieur le Bourgmestre – (Vertaald) Wij vragen u om ons volgende uittreksels te sturen 1) De geboorteakte van Pierre Antoine Reyniers, zoon van Pierre en Barbe Van Gucht, geboren op 9 januari 1810. Hij heeft gediend als plaatsvervanger in het 1ste Linieregiment. 2) Overlijdensakte van Pierre Reyniers, vader, gestorven 4 à 5 jaar geleden. 3) De overlijdensakte van Barbe Van Gucht, moeder, gestorven 5 à 6 jaar geleden. Hierbijgevoegd een attest van behoeftigheid. Le président de la société charitable de St. Jean Regis. IC - N° Fevrier 1844 La deputation permanente du conseil provincial – (Vertaald) Gezien de beraadslaging van 15 december 1843 waarbij de gemeenteraad van Londerzeel vraagt om vrijgesteld te worden van de verplichting om een gemeenteschool voor meisje op te moeten richten, aangezien er genoeg voorzien wordt in het lager meisjesonderwijs door het klooster der Ursulinen. Gezien het rapport van de provinciale inspecteur van het lager onderwijs. Gezien de art. 2 en 4 van de wet van 23 september 1842. Besluit: Art. 1 – De privé-school van het Ursulinenklooster kan voldoende voorzien in de behoefte aan lager meisjesonderwijs en daarom wordt de gemeente ontslagen van de verplichting om een meisjesschool op te richten. UC - N° 819 Londerzeel le 29 fevrier 1844 A monsieur le président de la soc. charitable de St. François Regis à Louvain.- (Kort) Ingesloten de geboorteakte van Pierre Antoine Reyniers, de overlijdensakte van zijn vader Pierre en van zijn moeder Barbe Van Gucht. IC - N° (Vertaald) Uittreksel uit het register van ordonnanties van de bestendige deputatie, zitting van 29 februari 1844. De deputatie. Gezien de brief van notaris De Boeck van Malderen met het proces verbaal van 18 januari aangaande de openbare toewijzing van de verhuring van het weegrecht op de markt van Londerzeel, recht toegewezen tegen de hoofdsom van 960 fr. Gezien de omzendbrief van de minister van binnenlandse en buitenlandse zaken van 27 februari 1838, memoriaal van administratie nr. 82 met betrekking tot de goedkeuring van notariële akten. Gezien het rapport van de arrondissementscommissaris 7597 van 20 februari 1844. Besluit dat het betreffende proces verbaal van toewijzing goedgekeurd wordt. De toewijzingskosten worden vastgesteld op 59,31 fr. IC - N°
167
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
29 februari 1844 La deputation permanente du conseil provincial – (Vertaald) Gezien het verzoek van 9 januari van de heer C. Oomen, dokter in de medicijnen te Londerzeel, om ontslagen te worden van de verplichting om het bareelrecht te moeten betalen aan bareel nr. 4 in Impde, op de weg van Brussel naar Temse, en om slechts een gedeelte bareelrecht te moeten betalen aan de barelen van Londerzeel naar Wolvertem. Besluit: Art. 1 – De heer Oomen moet geen bareelrecht betalen aan bareel nr. 4, iedere keer als hij van Wolvertem terugkeert naar huis. Art. 2 - Het tweede deel van zijn verzoek kan niet ingewilligd worden. IC - N° Bruxelles le 1 Mars 1844 (Vertaald) Gelieve de heren Van Zaelen Gabriel en Schellemans te verwittigen dat zij zonder verwijl steun zullen ontvangen voor verlies door onvoorziene ongelukken tijdens het 3de trimester 1843 voor een bedrag van respectievelijk 90 en 60 fr. De arrondissementscommissaris IC - N° Bruxelles le 4 Mars 1844 Leopold Roi des Belges A présent et à venir, salut (vertaald). Op voorstel van onze minister van binnenlandse zaken hebben wij besloten en besluiten wij. Zullen beschouwd worden als zijnde gedetacheerd op de controlebladen van hun korps, de miliciens van de onderstaande lijst die voorbereidende studies doen voor de geestelijke staat. Degenen die aan hun roeping zouden verzaken of die op de ouderdom van 25 jaar de Regel nog niet zouden ontvangen hebben, zullen onmiddellijk terug ter beschikking van de militaire autoriteiten gesteld worden om hun tijd uit te dienen zoals de andere miliciens. UC - N° 822 Londerzeel le 7 Mars 1844 Monsieur le Juge (de paix) – (Kort) Ik stuur u een lijst van de algemene patrouilles die in onze gemeente gehouden werden tussen 23 november 1843 en 5 maart 1844. UC - N° 824 Londerzeel le 12 Mars 1844 Monsieur le commissaire – (Kort) Er wonen geen leden van het legioen in onze gemeente. UC - N° 826 Londerzeel le 15 Mars 1844 Monsieur le commissaire – (Vertaald) Met spijt moet ik u meedelen dat de heer Joseph Mertens, landbouwer op het gehucht Pluymenest, me komen vertellen is dat 3 van zijn koeien ziek geworden zijn en dat hij vermoedt dat ze zijn aangestoken door een besmettelijke ziekte. Gelieve de gouvernementele veearts daarheen te sturen. De burgemeester. UC - N° 827 Londerzeel le 21 Mars 1844 Monsieur le commissaire – (Kort) In bijlage 26 certificaten om vrijstelling van militaire dienst te bekomen van personen die opgeroepen zijn om deel te nemen aan de loting van 1844. UC - N° 830 Londerzeel le 23 Mars 1844
168
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Monsieur le receveur – (Kort) Bijgevoegd het gevraagde uittreksel uit het kadasterboek van De Smedt Jean François, dagloner te Londerzeel, de overleden echtgenoot van Jeanne Marie De Buyser. UC - N° 831 Londerzeel le 27 Mars 1844 A monsieur le directeur de la maison de correction de St. Bernard – (Vertaald) Gelieve me het certificaat te sturen dat bevestigt dat De Leener Jean op dit moment opgesloten is in uw instelling. Hij werd op 20 januari 1844 veroordeeld door de correctionele rechtbank van Brussel tot een opsluiting van 6 maanden en 1 dag, wegens diefstal. Dit document is nodig voor de 3de sessie van de militieraad die volgende maand gehouden wordt. UC - N° 835 16 april 1844 (Kort) Verzonden de stukken voor de 4de sessie van de militieraad van 22 april 1844. UC - N° 836 16 april 1844 (Kort) Verstuurd, uitnodiging aan Charles De Keersmaecker om aanwezig te zijn op de 4de sessie van de militieraad te Brussel op 22 april 1844. UC - N° 839 16 april 1844 (Kort) Opgestuurd aan de Procureur des Konings, informatie aangaande de onbekende die zich opgehangen heeft in de wei van Joseph Slachmuylders en gevonden werd rond 7 uur ’s morgens. UC - N° 840 18 april 1844 (Kort) Afgeleverd aan de rijkswachtbrigade te Wolvertem, een man, Albert Staessens uit Gent, die geen identiteitsbewijzen bij zich had. UC - N° 841 18 april 1844 (Kort) Gestuurd naar de Procureur des Konings, een brief over de arrestatie van Albert Staessens uit Gent, aangetroffen zonder identiteitsbewijzen. UC - N° 843 18 april 1844 (Kort) Gestuurd naar de Procureur, het PV opgesteld in verband met Colette Verheyen die zich in de nacht van 15 op 16 april verhangen heeft. UC - N° 846 April 1844 (Kort) Verstuurd naar de ontvanger, brief over de behoeftige François Huysmans. UC - N° 847 3 mei 1844 (Kort) Verstuurd, antwoord op de brief 391 van 29 april van kolonel-commandant van het 7de regt. infanterie in Mons.
169
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N° 855 14 mei 1844 (Kort) Antwoord op vraag 8007 van 8 mei van de arrondissementscommissaris over de kinderen Van Oosten, wonend bij hun oom in Ramsdonk. UC - N° 857 21 mei 1844 (Kort) Vraag aan de gouverneur om Jean Baptiste De Boeck, stoelmaker, los te laten uit het gesticht van Terkameren. UC - N° 861 24 mei 1844 (Kort) Opgestuurd naar Mons, het militiecertificaat van D’Hont Benoit, verblijvend in Mons. GR - N° 70 Op heden den 27 der maend Mey 1844 ten 8 uren voormiddag. Ik ondergeteekende Joannes Franciscus Verheyden, borgemeester, schepenen en de leden van den gemeyntenraed van Londerzeel, ten eynde over te gaen tot een onderzoek van commodo en incommodo op de vraeg gedaen bij brief van den heer kommissaris van het arrondissement Brussel van 13 mey 1844 N° 8070, strekkende de vraeg aen het plaetselijk bestier van Londerzeel tot het verklaeren en te kennen in groote gemeynschap der wegen leydende van Merchtem naer Steenuffel, Londerzeel en Ramsdonck, Capelle op den Bosch, Leest, Hombeeck ende Mechelen. Dat de gemeynte Londerzeel tot dien eynde zal betaelen voor de voormelde gemeynschap der wegen eene jaerlijksche somme van francs 1077,60 te rekenen 6 centimen par franck op de grondbelasting, uytmaekende eene somme van francs 792,72, en het personneel, ook 6 centimen par franck, voor den termijn van 6 volle jaeren voor de voormelde steenwegen te voltrekken, dat er nog binnen onze gemeynte 4956 meters te kasseyden is, die tot eene breedte van 2 meters 75 centimeters zal gelegd woorden. Dat alle degene die hun daer tegen zouden stellen aenzogt woorden hunne reclamatiën in te dienen in den bureel van het secretariaet alhier, van heden ten 10 uren voormiddag tot 3 uren naermiddag. Ik borgemeester heb mij begeven in den bureel van het secretariaet alhier, aengewezen plaets, en naer mij verzekerd te hebben dat deze onderzoeking op de voorschreven wijze aengekondigd was geweest, heb ik borgemeester alzoo er zich niemand vertoonde en dat die bepaelde uer tot het sluyten daer was, heb ik het tegenwoordig proces verbael gesloten en de leden van den gemeenten raed, in aenmerking nemende dat dit ontwerp zeer nuttig, ja zelfs noodzaekelijk is voor de communicatie, zoo voor deze als voor de andere gemeentens voornoemd, heeft met eenpaerigheyd van stemmen besloten toe te staen dat er 5 jaeren gedurende zoude voor des voorwerp geheven woorden zes additionele centimen op de directe grond en personnele contributien onder voorwaerde zoo haest dat de voormelde steenwegen zullen voltrokken zijn, dat de additionele centimen alhier in voormeld zullen ophouden ten dien opzigten betaeld te woorden. Den borgemeester en president, J.F. Verheyden. De schepenen en leden UC - N° 870 27 mei 1844 (Kort) Antwoord op de brief 8007 van de arrondissementscommissaris van 25 mei aangaande de zuster van milicien Van Oosten, die in Ramsdonk woont. UC - N° 862
170
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
31 mei 1844 (Kort) Opgestuurd naar de vrederechter. PV wegens verwijtingen en laster tegenover de burgemeester van Londerzeel. UC - N° 864 3 juni 1844 (Kort) Opgestuurd naar de administratieraad van het Eliteregiment, depot Leuven, over het overlijden van milicien Van Muylder Joseph. UC - N° 872 16 juni 1844 (Kort) Gestuurd naar de arrondissementscommissaris, statistiek van branden 1842-1843. UC - N° 876 16 juni 1844 (Kort) Opgestuurd naar Mons, een akte van niet-verzet tegen het huwelijk van milicien Benoit d’Hont met Therese Zinque, uit Mons. UC - N° 878 18 juni 1844 (Kort) Opgestuurd naar de arrondissementscommissaris, PV van commodo en incommodo over de weg van groot verkeer Merchtem-Steenhuffel-Londerzeel-Ramsdonk-Kapelle-Mechelen. UC - N° 884 29 juni 1844 (Kort) Opgestuurd naar het Elite Regiment in Leuven, een vraag in verband met een overlijdensuittreksel. UC - N° 887 27 juni 1844 (Kort) Opgestuurd naar commissaris, vrederechter en Procureur, informatie over een brand op 26 juni (5 uur namiddag) bij Jacques Maerens, landbouwer op Sneppelaar. UC - N° 894 3 juli 1844 (Kort) Antwoord aan de commissaris op de vraag of Jacques Maerens iets gekregen heeft van de verzekeringsmaatschappij, als schadevergoeding voor het afbranden van zijn huis op 26 juni (Ook N° 903 van 10 juli 1844 en N° 911 van 17 juli). UC - N° 895 3 juli 1844 (Kort) Verstuurd, een brief over de vraag om een trouwvergunning voor Pierre De Pauw, soldaat bij het 1e regiment artillerie te paard, depot Tournay (aanvraag werd gedaan in Tournai). UC - N° 905 tot N° 908 12 juli 1844 (Kort) Gestuurd naar de Procureur, vrederechter, rijkswachtbrigadier en burgemeester van Wolvertem: informatie aangaande de arrestatie van de bedelaar Van Praet Jean Baptiste uit Meusegem, geboren in Rossem.
171
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N° 910 14 juli 1844 (Kort) Vraag aan de commissaris om bij de spaarkas 1000 fr. op te mogen nemen (goedgekeurd op de gemeenteraad van 21 maart 1839) ter ondersteuning van de kerkfabriek voor de herstelling van de toren. GR - N° 71 Zitting van den ... Julius 1844. Den gemeyntenraed van Londerzeel, buytengewoonelijk bij een vergaederd in de gewoonelijke plaetse kragtens de oproeping van het college van burgemeester en schepenen ten eynde te beraemen kragtens den brief van mijnheer den gouverneur de dato 10 Julius lestleden N° 152512B7767 betrekkelijk eene woonplaets te bezorgen van het onbewoond deel van het gemeyntehuys van alhier aen den heer Kerremans B., onderwijzer der gemeynte Londerzeel alsnog hem te bezorgen 12 lessenaeren, 25 briefkassen, eenen bureel van drukkunstige drukletters, alsook eene leesbaere taefel. Den raed in overweging nemende dat er een groot deel van den rechten vleugel van het gemeyntehuys van alhier ledig en onbewoond is alwaer den heer gemeyntenonderwijzer van alhier, tot tijd en terwijl zijne woonste zoude konnen nemen, en dan zoude hij met vele voldoening alle de voorwerpen van de schoolmeubelen en de schoollieren konnen plaetsen. Den raed in aendagt nemende dat er een groot deel verloren stukken gronden die aen onze gemeente toebehooren en geene de minste intresten op en brengen, waer voor den gemeynten raed van voornemen is eene aenvraeg te doen aen de edele heeren van den provinciaelen raed van Braband om de volmagt te bekomen voor er de verkooping mogen van te doen hetwelk alreeds onder handen is van den heer notaris De Boeck in verblijf te Malderen (cursieve tekst doorstreept), zoo haast alle stukken opgemaekt en veerdig zullen zijn, zullen dezelve zonder uytstel aen het provinciael bestuer dezer provincie gezonden woorden en naer de volmagt bekomen te hebben voor de voormelde verkooping te mogen doen, zal het gemeynte bestier van alhier, zonder daeraen te vertoeven eene vraeg onderstellen om van die gelden, die zullen voortgekomen zijn uyt die voormelde verkooping, de autorisatie vraegen om daervan een behoorlijk school-lokael te mogen opbouwen in den hof van het gemeynten huys alhier, en met daer in te doen plaetsen alle de noodwendige meubelen, die er noodig zullen zijn. Aldus gedaen te Londerzeel in zitting de dato als boven. J.F. Verheyden, burgemeester. GR - N° 73 (nadien volledig doorstreept) Zitting van den 2 Augusty 1844. Tegenwoordig de heeren J.F.Verheyden, borgemeester en voorzitter, Willocx Jacques en Mertens André, schepenen, Van Assche, Goossens Antoon, De Keersmaeker D., Verhofstadt, Van Ruysevelt, leden, en L. Vanonderbergen, secretaris. Den gemeyntenraed van Londerzeel, bij een vergaederd krachtens oproepersbrief van het collegie van borgemeester en schepenen ten eynde te beraedslaegen nopens het kosteloos onderwijs der arme kinderen dezer gemeynte. Gezien art. 5 der wet van 23 september 1842 betrekkelijk het lager onderwijs het welk aen de arme kinderen kosteloos moet gegeven woorden. Gezien den omzendbrief van mijnheer den gouverneur de dato 3 Junius lestleden, memorial van administratie N° 165, krachtens het koninglijk besluit van den 26 mey 1843. Gezien art. 4 van dit besluyt aengaende het openen der twee registers toegeschikt tot het ontfangen der inschrijving der arme kinderen dezer gemeynte die het kosteloos onderwijs verzoeken en daertoe recht hebben.
172
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Gezien de beyde registers van inschrijving gedaen binnen de maend Julius lestleden, het een van de jongens en het ander van de meyskens, alwaer er in zig bevinden 35 jongens en 22 meyskens, alle arme kinderen die recht hebben het kosteloos onderwijs te ontfangen. Den gemeyntenraed in aenmerking nemende dat er 57 arme kinderen bestaen die het kosteloos onderwijs voor een schooljaer gevraegd hebben, stelt vast eene somme van frs. 450 aen den gemeyntenonderwijser te betaelen om het kosteloos onderwijs aen de arme kinderen van alhier, dewelke er recht toe hebben, te doen erlangen. Aldus gedaen in zitting de dato als boven. Door bevel, den secretaris, L. Vanonderbergen Den burgemeester voorzitter. GR - N° 73, versie 2 Den gemeenteraed van Londerzeel. Gezien art. 5 der wet van den 23 September 1842 en het koninglijk besluyt van den 26 mey 1843. Gezien de lijst der arme kinderen aengeboden om het kosteloos onderwijs te ontfangen op kosten der gemeente gedurende het schooljaer 1844-1845. Gezien de stukken bezorgd tot steun der vraegen om inschrijving. Gezien het verslag van het bureel van weldadigheyd, brengende tot de somme van 12,50 francs het aendeel voor het welk dit gestigt toebrengen zal in de uytgaeven van het kosteloos onderwijs der kinderen die erkend zijn er recht toe te hebben. Ter uytvoering van art. 11 van het koninglijk besluyt van den 26 mey 1843. Besluyt. Artikel 1. Het getal der kinderen die gedurende het schooljaer 1844-1845 het kosteloos onderwijs in de gemeente zullen ontfangen wordt bepaeld op 57, te weten 25 jongens en 22 meyskens. Artikel 2. De gemeente school bestierd door sieur Kerremans Bernard word aengewezen voor het zenden van 35 jongens, en de 22 meyskens in het klooster der ursulinen alhier. Den onderwijzer zal eenen ganschen onderstand ontfangen van 462,50 francs voor het onderwijs het welk hij aen de bovengemelde kinderen zal bezorgen. In deze somme zal het bureel van weldadigheyd toebrengen voor de gemeente school, bestierd door sieur Kerremans Bernard, 12 francs 50 centimen. Artikel 3. Afschrift van het tegenwoordig zal, door de gewoone briefzending, besteld woorden aen de permanente deputatie van den provinciaelen raed om er besloten te worden overeenkomstig art. 13 van het koninglijk besluyt van den 26 mey 1843. Gedaen in de zitting te Londerzeel den 12 Augusty 1844. Den borgemeester en voorzitter. De leden van den bureel van weldadigheyd der gemeynte van Londerzeel, gezien de beyde registers van inschrijving gedaen binnen de maend Julius 1844, betrekkelijk het kosteloos onderwijs aen de arme kinderen woonende binnen deze gemeente te doen erlangen. In aenmerking nemende dat er twee registers van inschrijving bestaen, dewelke plaets gehad heeft binnen de maend Julius lestleden, alwaer er zig in den eenen ingeschreven bevinden 35 jongens, en in den anderen 22 meyskens, die het kosteloos onderwijs verzoeken en daer toe recht hebben. In aendagt nemende dat de 35 jongens en 22 meyskens alhier geboren en woonende, kinderen zijn van onvermogende ouders, die niet in staet zijn de schoolgelden voor hunne kinderen te konnen betaelen. Dus zijn wij van gevoelen dat art. 2 van het koninglijk besluyt van den 26 mey 1843 hun mag toegepast woorden en zal het bureel van weldadigheyd toebrengen voor de gemeenteschool, bestierd door sieur Kerremans Bernard, eene somme van 12 francs 50 centimen. Aldus gedaen in zitting te Londerzeel den 9 Augusty 1844. Den borgemeester en voorzitter.
173
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N° 918 7 augustus 1844 (Kort) Antwoord op vraag 8192 van 1 augustus van de arrondissementscommissaris over de plaatsvervanger van militieplichtige Jean Van Doorslaer, Vervoort Louis Jean, die sedert 1 augustus 1843 gedeserteerd is. UC - N° 921 10 augustus 1844 (Kort) Antwoord aan de commissaris over de aanvraag van Ferdinand Campe, mosterdfabrikant in St-Gillis, Brussel, om François De Boeck vrij te laten uit Terkameren, ten einde hem in zijn fabriek te werk te stellen. UC - N° 922 18 augustus (Kort) Opgestuurd aan vrederechter, PV over mishandelingen tussen Matthieu Van Crombruggen en Jan Baptist Van Zaelen (voorgevallen op 25 juli, rond 10 à 11 uur ’s avonds). UC - N° 927 21 augustus 1844 (Kort) Antwoord op brief 8560 (14 aug.) van de Procureur over het gedrag van de veldwachter van Londerzeel, ingevolge een vals rapport dat tegen iemand zou opgesteld zijn aangaande herberg, stroperij en moeskopperij. UC - N° 929 26 augustus 1844 (Kort) Brief aan de ingenieur van bruggen en wegen over de beschadiging van de provinciale baan Brussel –Temse aan de brug te Londerzeel in de nacht 25 op 26 augustus. UC - N° 937 6 september 1844 (Kort) Bevestiging van ontvangst van 96,66 fr van de provincie als schadeloosstelling voor een koe die in 1842 wegens besmettelijke ziekte werd geslacht bij boer Van den Brande. IC - N° 7857 Bruxelles le 6 septembre 1844 (Vertaald) De gouverneur stemt in met het project om een gemeenteschool te bouwen op het terrein van het gemeentehuis. De verkoop van enkele onbestemde percelen grond moet u de middelen verschaffen om deze onkosten te betalen. Gelieve de toestemming voor deze verkoop aan te vragen. Commissaris Vandeweyer UC - N° 938 Op 9 september 1844 werd Lebon Marie, echtgenote van Speekaert Pierre, overgebracht naar het Sint-Janshospitaal van Brussel, op kosten van de gemeente Steenhuffel, waar ze geboren werd, woont en haar bijstandswoonst heeft. GR - N° 72 Conseil communal de Londerzeel Séance du 11 Septembre (Vertaald)
174
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Aanwezig de heren Verheyden, burgemeester, Willocx en Mertens, schepenen, Verhofstadt, Van Ruysevelt, Van Assche, J.Goossens, J.J.Goossens, De Keersmaeker, leden, en L. Vanonderbergen, secretaris. De gemeenteraad. Gezien de processen verbaal van het bureel van weldadigheid en van het schepencollege van eerder deze maand, met daarin de voorstelling van kandidaten ter vervanging van Van Assche Amand, per eind dit jaar uittredend lid van dit bureel. Gezien §2 van art. 24 van de gemeentewet van 30 maart 1836. De voorzitter nodigt de leden uit om hun stembiljet in de urne te deponeren. Na opening van de urne worden de stembiljetten opengevouwen en dit geeft het volgende resultaat. De heer Van Assche Amand krijgt een volstrekte meerderheud van 8 stemmen en wordt als lid van het bureel van weldadigheid herkozen. Uittreksel van dit proces verbaal zal naar de arrondissementscommissaris ter inlichting van de bestendige deputatie gestuurd worden. UC - N° 941 Londerzeel le 19 septembre 1844 Mr. le commissaire – (Vertaald) Op 18 september, om 11 uur voormiddag, is brand uitgebroken in het huis van De Bondt Eugeen, koopman in vodden, te Londerzeel (Nederavend). Het strooien dak van een kamer en van de stal, is volledig ten prooi gevallen aan de vlammen. De schade wordt geschat op meer dan 300 fr. Het gebouw was verzekerd voor 2740 fr. door de maatschappij ‘La France’ te Brussel. De oorzaak van deze brand is niet gekend. Op het ogenblik dat de brand door een buur ontdekt werd, was er niemand in huis. De burgemeester. UC - N° 943 27 september 1844 (Kort) Antwoord aan de vrederechter met informatie over het gedrag en de houding van Egide De Bondt, van zijn vrouw en kinderen, tijdens de brand van een deel van zijn huis op 18 september. UC - N° 950 3 oktober 1844 (Kort) Gestuurd naar de administratieve commissie van de Antwerpse gevangenissen, bevestiging van de ontvangst van 15 fr. ten gunste van Janssens François, die werd vrijgelaten uit het gevang van St. Bernard. UC - N° 952 9 oktober 1844 (Kort) Gestuurd per expres door Lathouwers Jan Baptist, veldwachter te Londerzeel. Het PV ten laste van Zaterdag Jan Baptist, dagloner, 50 jaar, wonend in Londerzeel, beschuldigd van mishandeling door verschillende vuistslagen van Joseph Van Riet, landbouwer in Londerzeel, op 6 oktober 1844, rond 9 uur ’s avonds in de Heydestraat, tegenover het huis en herberg van August Robbijns. Zaterdag was in gezelschap van Joseph d’Hertefelt en van Jean Lamberts (slecht persoon). UC - N° 958 19 oktober 1844 (Kort) Gestuurd naar de vrederechter: PV ten laste van Joseph Van Baelen, herbergier in Londerzeel, wegens diefstal van wortelen op de grond van de burgemeester van Londerzeel (gebeurd op 14 oktober, 12 uur noen).
175
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
IC - N° Brussel den 21 october 1844 Mijnheer den Borgemeester - Verzoeke Uld eene generale patrouille in uwe gemeente te willen inrigten op maendag 28 dezer maend ten vijf ueren des morgens volgens het besloten stelsel, en mij onmiddellijk kennis te geven van alle bijzondere omstandiheden de welke zouden ontdekt woorden. Getekend Napoleon Verheyen, Procureur des Konings. UC - N° 964 Gezonden den 25 october 1844 aen mijnh. den Vrede Rechter des kanton Wolverthem, een proces-verbael van overtreding op het stuk van schend woorden en verwijtingen van diefte van 4 à 5 stuycken tarwe op het veld van Livinus de Keersmaecker, landbouwer alhier, en een deel vlasch liggende te droogen op het veld, gedaen door Amelia De Donder, oud 38 jaeren, geboren te St. Gillis tegen Dendermonde, beroep spinster, woonende alhier, huysvrouw van Judocus Minnaert (?), metzer alhier, ten nadeele van Elisabeth Van Damme, huysvrouw van Petrus Antonius Knops, arbeyder alhier. Voorgevallen op den 23 lestleden om 4 uren naer middag. UC - N° 966 Londerzeel den 30 october 1844 Mijnheer den Prokureur des Konings - ... dat de generale patrouille van alhier niets hoegenaemd ontmoed hebben of geene misdaeders te gemoed zijn gekomen, maer Van Stappen Egidius, beroep landbouwer, en Slachmuylder Louis, beroep landbouwer, beyde alhier woonende, die gedagvaerd waeren om de patrouille bij te woonen en zijn niet gecomparrerd. Den 1sten voor zijn verdedigingsmiddelen zegt dat hij hem overslaepen had en den 2de zegt dat hij dronken was geweest. Ik ben van gevoelen, mijnheer, dat dit geen reden en zijn om daer voor naelatig daer aen te blijven en ik geloove dat ze alle beyde de daer toe bestaende straffe zoude mogen verwezen worden tot spiegel voor de andere. Den borgemeester UC - N° 967 31 oktober 1844 (Kort) Antwoord aan de commissaris (op brieven van 18 april en 25 oktober 1844) over de benoeming van een hulponderwijzer voor de lagere school van Londerzeel. De kandidaat P.J. Kerremans is gehuwd en is in Wolvertem gaan wonen. Deze wettelijke benoeming is dus zonder gevolg gebleven. UC - N° 968 1 november 1844 (Kort) Aan de vrederechter, een PV voor diefstal van veldvruchten op 31 oktober (12 ½ uur namiddag), ten nadele van François Desmet, landbouwer en herbergier van de Kroon in Londerzeel, en Philippe Van den Brande, landbouwer in Londerzeel. De diefstal werd gepleegd door Marie Catherine April, echtgenote van Adrien De Bondt, en Jeanne Marie Buelens, echtgenote van Pierre Baeck, allen landbouwers te Rossem-Sloosen. UC - N° 971 8 november 1844 (Kort) Gestuurd naar de ontvanger van domeinen, 4 reclamaties aangaande de benoeming van Victor Cuyckens tot boswachter van burggraaf de Grimbergen, baron van Willebroek. UC - N° 974 14 november 1844
176
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
(Kort) Gestuurd naar de vrederechter, het resultaat van de generale patrouille van 28 oktober, vanaf 5 uur ’s morgens. UC - N° 975 17 november 1844 (Kort) Gestuurd naar de vrederechter, het resultaat van de generale patrouille van 14 november, vanaf 3 uur ‘s morgens. Niets verdachts gezien. UC - N° 977 20 november 1844 (Kort) Gestuurd naar de commissaris, 2 armoedeattesten voor Meulemans Adrien en Hermans Françoise, weduwe van Jacques Van Assche, die met elkaar wensen te trouwen UC - N° 978 21 november 1844 (Koert) Antwoord aan de vrederechter over Louis Arnoe en Henri Teugels. UC - N° 979 23 november 1844 (Kort) Gestuurd ter goedkeuring naar de ontvanger van domeinen, de benoeming van Victor Cuyckens tot boswachter. UC - N° 980 28 november 1844 (Kort) Antwoord aan de vrederechter (zijn vraag 474 van 26 oktober) in verband met Jean Goossens, landbouwer die, als korporaal, op 28 oktober afwezig was op de nachtpatrouille, bij dewelke ook Egide Van Stappen en Louis Slachmuylder (die op 26 november door de politierechtbank elk tot een boete van 6 fr. en de proceskosten veroordeeld werden) ontbraken. UC - N° 982 4 december 1844 (Kort) Gezonden aen den heer Wouters, schoolopziener des kanton, woonende te Vilvoorde, het ontwerp van algemeen schoolreglement ingevolgen zijnen brief van 26 september n° 422 en van den 28 november N° 500. GR - Zitting van 7 december 1844 (geantidateerd) Alwaer tegenwoordig waren de heeren Verheyden, borgemester, Willocx en Mertens, schepenen, Verhofstadt, Van Ruysevelt, Verbesselt, Van Assche, Remory, A. Goossens, De Keersmaeker, J.J. Goossens, leden, en L. Vanonderbergen, secretaris. Den raed der gemeynte Londerzeel door burgemeester en schepenen bij een geroepen ten eynde over te gaen tot het opmaken des budgets over den jare 1845 gelijkvormig aen den omzendbrief van den 28 Julius 1844, memorial van administratie N° 218. Gezien de noodzakelijke stukken betrekkelijk tot het opmaken des budgets en den voorberoepen omzendbrief en de artikels 139 en 142 der gemeynte wet van den 30 Meert 1836. Gezien de rekening aen den gemeynten raed overgeleverd voor het dienstjaer 1843 gesloten door de aenhoudende deputatie van den provincialen raed den 28 february 1845. Den raed naer het nauwkeuriglijk overzien te hebben stelt den ontfangst en uytgaef als volgt. Den ontfangst ter somme van frs. 8327,26 Den uytgaef van 7547,24 Overschot van den ontfangst 780,02
177
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
In zitting dato als boven. Door bevel, den secretaris L. Vanonderbergen
Den borgemeester J.F. Verheyden.
UC - N° 987 11 december 1844 (Kort) Gezonden naar de Sûreté Publique in Brussel, de gevraagde inlichtingen over het gedrag van Smulders Jan Baptist, leerling smid, geboren in Baarle Hertog (Nederland) in de periode dat hij verbleef bij Vertongen, smid te Londerzeel. UC - N° 988 11 december 1844 (Kort) Gestuurd, bevestiging van ontvangst van een gouden medaille voor wijlen dokter Rimslach. UC - N° 989 en 990 12 december 1844 (Kort) Gestuurd naar de Procureur en de vrederechter, het verslag over de nachtpatrouille van 10 december. Niets speciaals gezien. UC - N° 991 18 december 1844 (Kort) Gestuurd naar onderzoeksrechter Louvat, de gevraagde inlichtingen over de slechte behandeling van de kinderen Van Zeebroeck en Teugels. UC - N° 992, 993 en 994 18 december 1844 (Kort) Gestuurd naar de vrederechter, rijkswachtbrigadier en onderzoeksrechter Louvat, een verklaring gedaan door Bernard Van Muylder, 24 jaar, geboren en wonend in Londerzeel, knecht, die de administratie van Londerzeel laten weten heeft dat hij op een ochtend in april of mei 1842 een bende slechte vagebonden ontmoet heeft op de grens van Liezele, Breendonk en Londerzeel en dat dezen hem dreigden om te brengen. GR - N° 74 Conseil communal de Londerzeel, séance du 26 décembre 1844 où étaient présents messieurs Verheyden Jean François, bourgmestre et président du conseil, Willocx Jacques et Mertens André, echevins, Verbesselt J.F., Van Assche, A.Goossens, J.J. Goossens, J.B. Remory, De Keersmaecker Dominique, Verhofstadt, membres, et L. Vanonderbergen, secrétaire. (Vertaald) De gemeenteraad Gezien het proces verbaal van 26 dezer maand van het bureel van weldadigheid en van het schepencollege over de voorstelling van kandidaten voor de vernieuwing van een vijfde deel van het bureel van Weldadigheid, in vervanging van de heer Van Ruysevelt Joseph François, uittredend lid per eind dit jaar. Gezien §2 van artikel 84 van de gemeentewet van 30 maart 1836. De voorzitter nodigt de leden uit om hun stembiljet in de urne te deponeren. Na opening van de urne worden de stembiljetten opengevouwen en dit geeft het volgende resultaat. De heer Van Ruysevelt Joseph François krijgt de absolute meerderheid van 9 stemmen en wordt als lid van het bureel van weldadigheid herkozen. Uittreksel van dit proces verbaal zal naar de arrondissementscommissaris ter inlichting van de bestendige deputatie gestuurd worden.
178
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
1845
UC - N° 1006 6 januari 1845 (Kort) Verstuurd naar de Procureur, het voorstel om Mr. Willocx, 1e schepen, verder de juridische politiezaken te laten doen. IC - N° 83 R Bruxelles le 14 janvier 1845 (Vertaald) De gouverneur vraagt u om binnen niet al te lange tijd het bedrag van 86,46 fr. te betalen aan het depot van Reckheim (bij Mechelen, Limburg) voor het onderhoud van Barbe Van Hoeck gedurende het 4de trimester van 1842. De arrondissementscommissaris. UC - N° 1010 17 januari 1845 (Kort) Gestuurd naar de onderzoeksrechter: statistische informatie over Henri Teugels en Louis Larnou. IC - N° 896 Bruxelles le 19 janvier 1845 (Vertaald) Het gebouw waar de heer De Keersmaecker verbouwingen zou willen aan doen ligt niet binnen de uitlijning vereist door de baan van Brussel naar Temse. Bovendien vertoont het te veel gebreken om de geplande werken als consolideringwerken te kunnen beschouwen. Hierover bent u het eens met de administratie van Bruggen en Wegen. De bestendige deputatie verwerpt dus de aanvraag van de heer De Keersmaecker. De arrondissementscommissaris Vandeweyer IC - N° Bruxelles le 22 Janvier 1845 Monsieur le Bourgmestre – (Vertaald) Gelieve me in het belang van de staat te laten weten of François Van den Driessche, landbouwer in Londerzeel aan de successie van Marie Anne Verbeeck, gezegd Geens, het kapitaal van 500 fr., gevormd bij akte van 13 februari 1835 voor notaris Valentijn, terugbetaald heeft. De ontvanger van domeinen. (Antwoord per brief 1015 van 8 februari 1845: ja.) UC - N° 1014 25 januari 1845 (Kort) Gestuurd naar de commissaris: de bestaande kerken, de grootte der parochies. UC - N° 1016 tot en met 1020 1 februari 1845 (Kort) Gevraagd: attest van aanwezigheid in het korps van - Van Hoorebeeck Charles, milicien van 1841, (1ste regiment jagers te voet), - Scheerlinck Constantin, vervanger van Willocx Louis (Compagnie ...., Dinant), - Pierre Joseph, soldaat 9de Infanterieregiment, depot Namur, - Van Caesbroeck Pierre Jean, soldaat 10de regiment, Dendermonde, - Scheers Joseph, soldaat Elite regiment Leuven - De Maeyer Joseph.
179
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
IC - N° 7636 Bruxelles le 17 fevrier 1845 (Vertaald) De toelating van de bestendige deputatie om de school van de Ursulinen aan te nemen om gratis onderwijs aan arme meisjes te geven, is ook dit jaar geldig. De commissaris. UC - N° 1023 Londerzeel den 18 Februarius 1845 Mijnheer den burgemeester en schepenen der stad Mechelen - Het is met verwondering dat wij gezien hebben dat Ued ons eenen staet zend voor eene somme van 41 francs over het tracteren in zijne zikte in het Civil hospitael ter uwer stede, den genaemden Henricus Buyst (of Buydts), geboren te Londerzeel, woonende met zijne moeder in uwe stad sedert 1827, en die naer Londerzeel niet meer van dien tijd te rug zijn gekomen, maer waer dat men hooren zeggen hebben dat zijne moeder genaemd De Bleser Joanna sedert dien tijd twee jaeren te Eppegem gewoond heeft, alwaer zij een tweede huwelijk aengegaen heeft en is van daer met haeren man en haer voormeld kind Henri Buyst, terug in de stad Mechelen gaen vestigen, alwaer zij gebleven zijn. Dus zijn wij van gevoelen, Mijnheeren, dat de gemeente Londerzeel niet meer verpligtende is daer voor eene hoegenaemde be-taeling te doen krachtens de wet van den 28 november 1818, art.3, zeggende indien iemand gedurende vier achtereenvolgende jaeren in eene gemeente gewoond heeft waer in hij niet is geboren en aldaer gedurende den zelfden tijd al de hem opgelegde belastingen voldaen heeft, zal deze gemeente, wat den onderstand betreft, zijne geboorteplaets vervangen. Den Borgemeester. UC - N° 1025 22 februari 1845 (Kort) Aan de arrondissementcommissaris: de lijst van bestaande huizen per sectie. UC - N° 1027 24 februari 1845 (Kort) Antwoord op rappels voor de betaling van 6,46 fr. aan het bedelaarstehuis van Reckhem voor onderhoud van Barbe Van Hoeck tijdens 4de trimester 1844. UC - N° 1029 3 maart 1845 (Kort) Gestuurd naar het 6de infanterieregiment te Luik, ontvangstbewijs voor Milpas Antoine Joseph, met melding dat diens domicilie in Antwerpen is. (Nummering gaat verder met 1130) UC - N° 1133 7 maart 1845 - (Kort) Aan de commissaris, het certificaat van armoede voor Van Waerbeeck Jean Baptist. UC - N° 1134 tot 1140 11 maart 1845 - (Kort) Gevraagd attest van aanwezigheid in het korps van: - Henri Mertens, vervanger van Frans Louis Van Ruysevelt, 2de Linie infanterieregiment, Ath. - Jean Baptist Van Ruysevelt, milicien (conducteur 2de kl.) bij het 4de artillerieregiment, Antwerpen. - Guillaume Scheers, algemeen depot Brussel - Jean Antoine Manquoi, 1e curassiers, Ieper, vervanger van Pierre Jean De Keersmaecker. - Jean Baptiste Van Steen, milicien 1e Linie Infanterieregiment, Brugge.
180
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
-
Benoit d’Hondt, 7de linie infanterieregiment, 4e compagnie, Mons. De Boeck Charles, algemeen depot Brussel.
GR - (Vertaald) Heden 18 maart 1845 vergadert de gemeenteraad van Londerzeel om een beslissing te nemen over de belastingsrol voor het onderhoud en verbetering der buurtwegen voor het jaar 1845. Aanwezig: Verheyden, Willocx, Van Ruysevelt, Van Assche, A. Goossens, Verbesselt, Verhofstadt, J.J. Goossens, Remory. De raad is in meerderheid aanwezig en kan delibereren. De voorgestelde rol wordt voorlopig aangenomen. De prestaties in natura zullen zoals de voorgaande jaren in geld worden uitgedrukt De secretaris De burgemeester GR - Zitting van den 18 meert 1845 Waer dat tegenwoordig waeren de heeren Verheyden, Willocx, Van Ruysevelt, Van Assche, A. Goossens, Verbesselt, Verhofstadt, J.J. Goossens, Remory. De meerderheyd der raedslieden tegenwoordig zijnde en alzoo bevoegdelijk konnende beraemen. Gezien den brief van mijnheer den gouverneur geschreven aen mijnheer den commissaris van ‘t arrondissement Brussel de dato 7 lestleden N° 5482N7767 betrekkelijk het overgaen en het benoemen van eenen ondermeester om onderstand te verleenen aen d’heer B. Kerremans, gemeenten-onderwijzer dezer gemeente. In aendagt nemende dat den nomber der schollieren, die bij wintertijd en in het zomersaisoen, de voormelde school bij woonen en dat den voormelden onderwijzer niet in staet is alleen zijnde alle die kinderen het onderwijs te konnen bezorgen of te bewerkstelligen. Hebben goedgevonden voor te draegen en provisoirelijk te noemen tot naedere approbatie tot het ambt van ondermeester in de voomelde school, den heer Joannes Franciscus Jacobs, woonende en geboren te Londerzeel, die al eenen tijd bij den voormelden onderwijser de plaets waergenomen heeft. Aldus gedaen in zitting te Londerzeel, de dato als boven. Door bevel, den gemeentensecretaris L. Vanonderbergen Den burgemeester J.F. Verheyden UC - N° 1144 19 maart 1845 - (Kort) Aan de commissaris, uittreksel beraadslaging van 18 maart waarin beslist werd om over te gaan tot de benoeming van een hulponderwijzer voor de gemeenteschool. GR - Zitting van den 25 Meert 1845. De meerderheyd der raedslieden tegenwoordig zijnde ende alzoo bevoegdelijk konnende beraemen. Gezien den brief van mijnheer den gouverneur geschreven aen mijnheer den commissaris van ‘t arrondissement Brussel de dato 7 lestleden N° 5482N7767 betrekkelijk om tot eene kiesing over te gaen van eenen ondermeester om onderstand te verleenen aen d’heer B. Kerremans, gemeenten-onderwijzer der gemeente Londerzeel. In aendagt nemende dat den nomber der schoollieren, die bij wintertijd en in het zomersaisoen, de voormelde school bijwoonen en dat den voormelden onderwijzer niet in staet is, zijnde zonder hulp, alle die kinderen het onderwijs te konnen bezorgen of te bewerkstelligen. Hebben goedgevonden om tot eene geheyme en stilzwijgenden keus daer voor over te gaen. Den heer burgemeester aenzoekt alle de leden dat eenieder zijn stembriefken in de gesloten kas zoude plaetsen. Dit gedaen zijnde heeft den heer burgemeester de voormelde kas open gedaen en heeft een voor een de stembriefkens daer uyt genomen, waervan het volgende den heer
181
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Joannes Franciscus Jacobs, woonende en geboren te Londerzeel, is benoemd geweest met 10 stemmen als ondermeester bij den voormelden Kerremans, onderwijser dezer gemeente. Gedaen in zitting te Londerzeel dato als boven. Door bevel, den gemeentensecretaris L. Vanonderbergen Den burgemeester J.F. Verheyden UC - N° 1148 30 maart 1845 (Kort) Aan de gemeente Mechelen. Londerzeel zal de onderhoudskosten voor Henri Buyst toch betalen. UC - N° 1152 5 april 1845 - (Kort) Verstuurd: overzicht branden 1844. (herhaald met 1156 van 15 april 1845) UC - N° 1153 7 april 1845 - (Kort) Klacht van Guillaume De Coster, molenaar in Londerzeel, aan controleur Deswert van de boekhouding. Zijn molen was gedurende heel het jaar 1844 buiten gebruik. UC - N° 1154 7 april 1845 (Kort) Antwoord aan de commissaris. Overzicht van de maatregelen en hulpmiddelen in geval van brand, en van wat er nog ontbreekt. UC - N° 1155 10 (?) april 1845 - (Kort) Aan de commissaris – Een inventaris, 2 attesten over het aantal broers, de attesten van aanwezigheid in het korps, van de miliciens Willocx Jan Baptist en De Maeyer Livin. UC - N° 16 april 1845 - (Kort) Aan Van Praet, expert van de regering in Geel, een akte van afstand van 3 a 2ca grond in Herentals door Antoine Van Hove, dokter in de geneeskunde, wonend in Londerzeel. IC - N° Bruxelles le 16 avril 1845 (Vertaald) Ik ben van plan om maandag 21 april naar Londerzeel te komen voor mijn administratief bezoek. Gelieve, mijnheer de burgemeester, in het gemeentehuis aanwezig te zijn samen met uw schepenen en secretaris. Sta niet toe dat men voor mij ook maar de minste receptie organiseert. Als het weer te slecht is zal ik mijn ronde op een latere dag moeten doen. De gouverneur, Baron de Viron. UC - N° 1160 Londerzeel den 26 april 1845 Mijnheer den Vrede rechter - Den 19 lestleden heb ik eenen brief ontfangen van wegens mijnheer den Prokureur des Konings te Brussel, gedateerd sedert den 18 lestleden onder den N° 5638, mij verzoekende eene generaele patrouille in mijne gemeynte te willen inrigten op dynsdag 22 lestleden om 2 uren des morgens, welke bevelen van onzen kant volbragt is geweest, maer den heer Crick, notaris alhier woonende, is daer aen nalatig gebleven, nochtans was hij daer toe gedagvaerd om deel te maeken van die patrouille, door onsen veldwachter genaemd Jan Baptist Van Steen, en die aen den voormelden heer Crick, in persoon aengesproken heeft den 21dezer om 7 ueren naer middag.
182
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N° 1161 Londerzeel den 26 April 1845 Mijnheer den Prokureur des Konings - Den 19 lestleden heb ik eenen brief van Ued ontfangen gedagteekend den 18 lestleden onder den N° 5638, mij bevelende eene generaele patrouille in mijne gemeynte te willen inrigten op dynsdag wezende den 22 lestleden om 2 ueren des morgens, welke bevelen van onzen kant volbragt is geweest, maer den heer Crick, notaris alhier woonende, is daer aen nalatig gebleven, nochtans was hij daer toe aengevraegd zoo als alle de andere persoonen door onsen veldwachter Joannes Baptist Van Steen, om deel te maeken van die patrouille en die aen den voormelden heer Crick, in persoon dan gesproken heeft, zijnde den 21 dezer om 7 ueren naer middag, en aen hem de bevelen van uwen twegen laeten zien, waerop hij geantwoord heeft dat het wel was. Ondertusschen, Mijnheer, laet ik het aen uw wel geheerd oordeel ende wijsheid. Den Borgemeester UC - N° 1167 Londerzeel den 8 mey 1845 (Antwoord aan de commissaris betreffende de klacht van P.J. Verhaevert, J. Van Hoorebeeck en Egide Van Assche, milicien van de lichting 1845, tegen Benoit Van Campenhout, milicien van 1845, knecht, momenteel woonende in Antwerpen). Mijnheer den kommissaris - In antwoord aen uwe wel geheerde vraeg de dato den 22sten lestleden betrekkelijk de vervolging ten naedeele van den genaemden Benedictus Van Campenhout, loteling van 1845, geboren te Londerzeel, beroep knegt, woonende te Antwerpen, heb ik d’eer aen Ued hier nevens te doen terug gewoorden het klagtschrift nopens tegen den voormelden Van Campenhout met kennis geving dat dit schrift niet over een en komt met de waerheyd, en dat daer in de rechtvaerdugheyd niet begrepen en is, terwijlen dat de aenklaegers zeggen dat zijnen vader Jacobus eenen persoon is die nog daegelijks zoude kunnen werken, en dat hij eene zuster heeft van 20 jaeren oud, en eene schoon moeder van 36 jaeren oud met drij kinderen, alle drij minderjaerig, waer van de twee jongste t’huys zijn en die nog niet in staet zijn de koeyen te gaen wachten; de oudste van die drij berijkt den ouderdom van 17 jaeren, die is dienstmeyd te Wolverthem en boven haeren kost heeft zij voor haer prijs 40 francs; daer van moet zij haer onderhouden van kleeding stukken voor een gansch jaer. De andere twee dochters, die t’huys zijn, de eene is 4 jaeren oud en de andere is 21 maenden. De moeder daer van en die schoon moeder is van den voormelden Benedictus Van Campenhout, die is dikwijls binnen het jaer besmet met de oogziekte die de vrouw buyten staet stelt te konnen werken of zelfs haer huysgezien te konnen oppassen. Wat aengaat Jacobus Van Campenhout, vader van den voormelden Benedictus, dien is meer ziek als gezond, want de elft van het jaer is hij niet in staet te konnen werken of zijne pligten daer aen te kwijten ingevolge de declaratie hier aengevoegd, afgeleverd door den heer Dominicus De Keersmaecker. En voor wat aengaet Benedictus Van Campenhout, loteling van 1845, eenigen zoon, die zijne ouder ondersteunt ingevolgen de deelgratie hier vergezellende, afgeleverd door den heer Vanvaerenberg, geneesheer woonende te Antwerpen. Dus is het niet met onrecht dat wij met goed oordeel aen dien loteling een certificaet als eenigen zoon afgeleverd hebben, want men mag zeggen dat dien zelven jongeling rechtveerdig dient tot steun van zijne ouders en minderjaerige zuster. Den Borgemeester. IC - N° 838 Bruxelles le 8 mai 1845 (Vertaald) De gouverneur heeft met ontevredenheid en verwondering vernomen dat zekere gezworen wegers en meters, verbonden aan de dienst der openbare markten, zich veroorloven om zich nog steeds van oude maten en gewichten te bedienen en rekeningen op te stellen volgens
183
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
het oude monetaire systeem. Aangezien dat een inbreuk is op de heersende wetgeving vraag ik u op de meest formele manier om onmiddellijk een einde aan deze misbruiken te maken mochten deze in uw gemeente bestaan. Van de andere kant zal ik de heer verificateur van maten en gewichten verwittigen een wakend oog voor deze overtredingen te hebben. Het is van algemeen belang om een handelwijze te onderdrukken die maar al te dikwijls tot doel of als gevolg heeft degenen die het oude systeem niet goed kennen te duperen. De arrondissementscommissaris Vandeweyer. UC - N° 1173 16 mei 1845 - (Kort) Gezonden aan de arrondissementscommissaris, het antwoord ten gunste van Benoit Van Campenhout, milicien van 1845, naar aanleiding van de klacht tegen hem gedaan. UC - N° 1174 19 mei 1845 - (Kort) Antwoord aan de ontvanger van registratie te Vilvoorde betreffende het sturen van geboorte-uittreksel van Anne Catherine Rombaut, weduwe van Guillaume Scheers. UC - N° 1175 Londerzeel le 19 mei 1845 A la Société Royale de Philanthropie, rue de l’évêque 36, Bruxelles – (Vertaald). Messieurs. De moraliteit en het gedrag van de heer Langlé, gedomicilieerd in deze gemeente, is gedurende de 10 jaren dat hij hier woont, steeds onberispelijk geweest en hij verdient de achting van al onze inwoners. De 1e schepen. UC - N° In het jaer 1845, den 20 der maend Mey om 4 uren naer middag. Ik ondergeteekenden Joannes Baptista Lathouwers,veldwachter der gemeynte Londerzeel, hebbe mij begeven in de Patatestraet binnen dezer gemeynte, al waer ik heb bevonden dat den genaemden heer Jacobs Cornelius, rijksontfanger der gemeynte Lippeloo en aldaer woonende, in de voormelde straet recht over het huys van Joannes Baptista Van Hoey, landbouwer en aldaer woonende, zes jonge opgaende beucke boomen geplant heeft, in overtreding aen den artikel 88 van het reglement over de buertwegen, besloten door den provinciaelen raed in zijne zittingen van den 25 Julius 1843 en van den 12 Julius 1844, goedgekeurd door Koninglijk Besluyt van den 17 Augusty 1844. Zoo hebbe ik den overtreder gemaend om deze onwettige plantagie binnen de drij dagen weg te nemen en de straet in haeren vorigen staet te erstellen en hebbe er het tegenwoordig procesverbael van opgemaekt, waer ik aen den overtreder copij heb gelaeten, den dag, maend en jaer als boven gemeld. Den veldwachter voornoemd. UC - N° 1179 Londerzeel den 28 mey 1845 Aen Mijnheer den ridder De Burtin d’Esschenbeeck, Vrede rechter des kanton Wolverthem, te Strombeeck-Bever - Mijnheer den Prokureur des Konings. Ik heb de eer aen Ued te kennen te geven dat er alhier binnen mijne gemeynte, op den 26 dezer loopende maend, om 2 ½ uren naer middag, een onvoorzinnige dood is voorgevallen aen een kind genaemd Franciscus Van Thienen, oud 17 maenden, woonende ende geboren alhier, zoon van Carolus van Thienen en van Elisabeth Vanderplas, beroep arbeyders, alhier woonende. Dat het voormeld kind zijnde ten huyse van zijnen groot vaeder genaemd Christiaen Vanderplas, landbouwer, woonende in de Heydestraet aentrent het dorp, daer spelende met andere kleyne kinderen is ongelukkiglijk aentrent den mestput van zijnen voormelden groot vaeder te nae gekomen en is daer ingevallen en daer in verdronken. Zoo haest ik daer van kennis gehad, heb ik mij daer met haest begeven,
184
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
vergezeld van den heer Oomen, doctoor, en den secretaris, om het lichaem nauwkeuriglijk te onderzoeken of het geene bijzondere teekens aen zijn lichaem zoude gehad hebben, die oorzaek aen de dood zoude konnen gegeven hebben, maer geene gevonden hebbende, heeft den voormelden heer doctoor daer van eene declaratie afgeleverd, hier bij vergezellende. Ontfangt ik bid Ued Mijnheer den vrederechter, de verzekerheyd mijner hoog-achting. Den Borgemeester. GR - Zitting van den 5 Juny 1845 Tegenwoordig de heeren Verheyden, burgemeester voorzitter, Willocx en Mertens, schepenen, Van Ruysevelt, A. Goossens, Verhofstadt, De Keersmaeker, Van Assche, leden, en L. Vanonderbergen, secretaris. Den raed der gemeynte Londerzeel, buytengewoonelijk bij een vergaederd kragtens omzendbrief van mijnheer den Gouverneur de dato 8 Augusty 1844, memorial van administratie N° 237 nopens het overgaen tot de vergelijking van den atlas der wegen dezer gemeynte. Bevonden te ontbreken in den atlas van wegen dezer gemeynte, te weten: 1) In sectie E, N° 413 en 411, eenen voetweg, plan cadastral. 2) Zelve sectie N° 419, 405, 420, 403, 401, 421, 510 en 398, eenen losweg met voetweg. 3) Zelve sectie N° 367, 368, 389, 391, 392 en 397, eensgelijk eenen losweg met voetweg. Gedaen te Londerzeel in zitting de dato als boven. Den borgemeester voorzitter. UC - N° 1182 Londerzeel den 7 Juny 1845 Mr. den Burgemeester - Ik heb d’eer aen Ue doen te rug gewoorden het extrakt van overlijden van den genaemden Louis Vandermeiren benevens den staet van kosten, het gene uwe verzoekende betaeld te woorden door het armbestier van Londerzeel, met kennis geving dat den art. 80 der civile wet aen ons niet en kan toegepast woorden en dat het armbestier van alhier aen de betaeling van 17 francs die Ue vraegt bij brief van den 30 Mey lestleden, geen voldoening daer aen kan gegeven woorden, terwijlen dat den voormelden Vandermeiren noeyt zijne vaste woonplaets gehad heeft binnen onzer gemeynte. Hij is noeyt alhier gekend geweest terwijlen hij noeyt een afschrift aen het plaetselijk bestier van alhier ter hand gesteld heeft om op de register der inwoonders ingeschreven te woorden, dus het is zijn geboorteplaets die daer aen voldoening moet geven. Den borgemeester. UC - N° 1184 Londerzeel le 7 Juin 1845 - Monsieur le Procureur du Roi – (Vertaald) Uw brief 7574 van 2 juni betreffende de klacht tegen Philippe Hol-brecht, knecht van Louis De Boeck, brouwer in Londerzeel. De eerste verklaert dat hij aan bareel nr. 5 in Londerzeel geweigerd heeft om te betalen toen hij daar met paard en kar passeerde en dat hij aan Jean Baptist Herteveld, ondernemer aan de gemelde bareel, gezegd heeft dat hij het recht niet had om hem doen te betalen of een centiem te eisen, gezien zijn meester een abonnement voor het hele jaar 1845 had betaald om met zijn paard en kar te mogen passeren. Ontvangstbewijs bijgevoegd. De tweede verklaart dat hij zijn knecht volledig gelijk heeft gegeven. N.B. Het schijnt dat Jean Baptist Herteveld, Petrus.J. Van Schel en Pierre De Boeck alle drie tolpachters zijn bij deze bareel. UC - N° 1185 Londerzeel le 12 Juin 1845 - (Kort) Het aantal stemgerechtigde Londerzelenaars is 166. GR - Londerzeel den 19 Junius 1845. Mijnheer den commissaire Het collegie van borgemeester en schepenen dezer gemeynte neemt de vrijheyd aen Ued te kennen te geven dat er eene somme van fr. 1302, (voortskomen-
185
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
de fr. 712,83 de additionele centimen en 329, 61 van subsidie, en fr. 259,56 van de ... in de kas van den heer gemeyntenontfanger van Londerzeel) zig bevond ter dispositie bestemd tot het kasseyden der buurtwegen dezer gemeynte, terwijlen dat het nu in het beste van het jaer is voor zulke werken aen te gaen. Het zoude ons zeer aengenaem zijn indien Ued zoo goed zoude zijn van onze vraeg in agt te nemen en de zelve aen het provinciael bestier voor te schrijven om zoo haest mogelijk de autorisatie te bekomen voor die voormelde som tot dier beschikking daer aen te mogen bewerkstelligen. Het collegie van burgemeester en schepenen. De leden van den gemeyntenraed van Londerzeel, gezien de bovenstaende vraeg door het collegie van burgemeester en schepenen, keuren dezelve goed, onder naedere goedkeuring van het provinciael bestier. Londerzeel, den 19 Junius 1845. UC - N° 1187 Londerzeel le 20 Juin 1845 - Monsieur le commissaire – (Vertaald) Bijgevoegd de statistiek der paarden. De heren Sleebus en Joseph De Keersmaecker, allebei landbouwers, hebben verklaard dat hun paard in 1843 niet bevrucht is geraakt en dat ze geen enkel paard bezitten dat afkomstig is van de stoeterij van de staat. De burgemeester. UC - N° 1194 Londerzeel le 27 Juin 1845 A monsieur Deswerte, controleur de comptabilité, Molenbeeck St. Jean – (Vertaald) Monsieur le controleur. Uw brief van 22 juni. De klacht van De Coster Guillaume is juist, gegrond en stemt overeen met de waarheid. Gelieve zijn vraag te willen onderzoeken. (Uitleg, gegeven in ander kopieboek: het huis van De Coster sectie L N° 225, kadastraal inkomen 51 fr., werd volledig verwoest, en hij vraagt daarom een herziening.) UC - N° 1195 Londerzeel den 27 Junius 1845 Mijnheer den commissaris - Terwijlen dat het provinciael bestier eene reparatie met den eersten zal doen uytoeffenen aen den provinciaelen steenweg van Brussel door Londerzeel naer Temsche, nemen wij de vrijheyd aen Ued te kennen te geven dat wij van voornemen en genoodzaekt zijn eene generaele reparatie te doen aen den gemeynten steenweg van Londerzeel naer Raemsdonck, dat wij verzoeken de autorisatie te bekomen van de aenhoudende deputatie den provinciaelen raed om het uytworpsel van den provinciaelen steenweg, liggende op het grondgebied dezer gemeynte, te mogen verwerken aen de voormelde reparatie. Het zal ons aengenaem zijn de volmagt daer voor te gemoed te zien. De borgemeester en schepenen. UC - N° 1193 Londerzeel le 30 Juin 1845 - Monsieur le commissaire – (Vertaald) Bijgevoegd een lijst met 67 percelen onbestemde grond, overschotten bij de aanleg van Londerzeelse wegen, die zouden kunnen verkocht worden. Bijgevoegd ook alle expertise- en onderzoeksdocumenten. De burgemeester. IC - N° 1194 Bruxelles le 5 Juillet 1845 (Vertaald) Bijgevoegd het signalement van Mertens Henri, plaatsvervanger van Van Ruysevelt François Louis, milicien van de lichting 1843 uit Londerzeel, gedeserteerd uit het 2de Linieregiment op 27 juni 1845. Gelieve de heer Van Ruysevelt te verwittigen en hem te laten weten
186
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
dat hij binnen de twee maanden voor een nieuwe plaatsvervanger moet zorgen, tenzij hij alsnog verkiest om zelf te dienen. De arrondissementscommissaris. UC - N° 1198 Londerzeel den 16 Julius 1845 - Aen mijnheer Reyntiens, rentenier te Mechelen - Mijnheer Reyntiens. Ik heb d’eer aen Ued te kennen te geven dat ik over eenige daegen met den heer commissaris opzigter der wegen des kanton Wolverthem, eene ronde gedaen hebbe in alle de straeten en wegen toebehoorende aen de gemeynte Londerzeel tot het naezien of er geene overtredingen in de zelve zoude geschied zijn. Gekomen zijnde aentrent het pachthof de Bemmelen, aen u toehoorende, hebbe daer bevonden eene plantagie die men zegt aen u toebehoorende, van 10 Canada poten en 4 willige, staende op den grond toebehoorende aen de gemeynte Londerzeel, met verzoek van de zelve te doen weg ruymen voor de aenstaende maend Januarius 1846, met verzoek van er mij kennis van te geven. Den borgemeester. UC - N° 1199 Londerzeel den 19 Julius 1845 - Mijnheer den commissaris - In antwoord aen uwen wel geheerden brief de dato 10 lestleden N° 729 nopens den loteling Van Campenhout Benedictus, met kennis geving dat den voormelden Van Campenhout van den kant van zijn vader geenen broeder of halven broeder en heeft, maer dat zijne schoon moeder, voor dat zij het huwelijk aengegaen heeft met den vader van Benedictus voormeld, en zelfs voor alheer zij hem heeft gekend, eenen natuurlijken onwettigen zoon had, genaemd Petrus Joannes Vleminckx, geboren te Puers, die den vaeder van Benedictus Van Campenhout, als hij zijn tweede huwelijk aengegaen heeft met Josepha Vleminckx, dien voormelden Petrus Joannes Vleminckx niet wettelijk heeft doen maeken of voor zijnen zoon aengenomen heeft. Den Borgemeester. UC - N° 1200 Londerzeel den 19 Julius 1845 - Mijnheer den commissaris - Om te voldoen aen uwen wel geheerden brief de dato 20 Junius lestleden N° 1094 heb ik d’eer aen Ued kenbaer te maeken dat er op den 22ste en 29ste der maend Junius lestleden binnen mijne gemeynte de afkondigingen en aenplakkingen gedaen zijn geweest van alle de manschappen die op den eersten April 1845 in de tweede zitting van den milicieraed te Brussel, voor een jaer en voor altijd vrij gesteld zijn geweest. Den borgemeester. GR - Zitting van den 20 Julius 1845 Tegenwoordig de heeren Verheyden, burgemeester, Willocx, Van Ruysevelt, De Keersmaeker, Verhofstadt, A. Goossens, J.J. Goossens. Den raed der gemeynte van Londerzeel, buytengewoonelijk bij een vergaederd door den heer burgemeester krachtens eenen brief van den heer commissaris van ‘t arrondissement Brussel, de dato 7 Julius lestleden N° 1206, te kennen gevende dat de gemeente Breendonck, arrondissement Mechelen, de autorisatie verzoekt voor alle Dynsdagen van ieder week eenen marktdag te mogen inrigten binnen hunne gemeynte tot het verkoopen van brood, boter, gezouten vleesch, viggenen, gesponnen gaeren, vlasch en zoo voorts. Gezien het proces verbael van commodo en incommodo hetwelk door den heer burgemeester dezer gemeynte op den ... Julius lestleden. Gezien dat er verscheyde inwoonders dezer gemeynte hun hebben begeven in het gemeynten huys alhier, hun daer tegen stellende met goede en gefondeerde reden. In aendagt nemende dat het van over lange jaeren marktdag is alle dynsdagen van ieder week binnen de gemeynte van Londerzeel, en dat het den besten dag is van de geheele week voor de inwoonders wat te konnen verkoopen of te ontfangen, voor hunne kosten en lasten te konnen betaelen.
187
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
In aenmerking nemende dat dien marktdag van Breendonck, op eenen en den zelven dag met Londerzeel, aen onze gemeynte geen voordeel kan bijbrengen als groote schaede en achterdeel, dus zijn wij eenpaerlijk van gevoelen dien voorstel niet te konnen aenveerden en voor wat aengaet eenen marktdag te Breendonck op te rigten, te verwerpen. Aldus gedaen te Londerzeel dato als boven. Den burgemeester voorzitter. UC - N° 1201 Op heden den 23 der maend Julius 1845, om 8 uren voor middag. Ik ondergeteekenden, burgemeester der gemeynte Londerzeel, ten eynde over te gaen tot een onderzoek van commodo en incommodo op de vraeg gedaen door mijnheer den commissaris van ’t arrondissement Brussel, strekkende de vraeg van het plaetselijk bestier van Breendonck tot het inrigten eenen markt dag alle de dynsdagen van ieder week binnen hunne gemeynte tot het verkoopen van brood, boter, gezouten vleesch, vuggenen, gesponnen gaeren, vlasch, en zo voorts. Dat alle degene die hun daer tegen zoude stellen aenzogt woorden hunne reclamatien in te dienen in het gemeynten huys van heden ten acht uren voor middag tot vier ueren naer middag. Heb mij begeven in het gemeynten huys aengewezen plaets en naer mij verzekert te hebben dat deze onderzoeking op de voorgeschreven wijse aengekondigd was geweest, heb ik burgemeester, alzoo er zich niemand niet meer en vertoonde en dat de bepaelde uer tot het sluyten daer was, heb ik het tegenwoordig proces verbael gesloten. Te Londerzeel den 23 Julius 1845 om 5 ueren naer middag. Den borgemeester. De ondergeteekende, alle inwoonders der gemeynte van Londerzeel, beroep winkeliers, herbergier en zoo voorts, verklaeren hun te stellen tegen den inhoud van het hier boven proces-verbael van commodo en incommodo betrekkelijk het inrigten eenen markt dag alle dynsdagen van ieder week, binnen de gemeynte van Breendonck, zeggende dat het alle dynsdagen van ieder week, markt dag is te Londerzeel, en dat de gemeynte Londerzeel maer dien dagen heeft in de geheele week, om wat te konnen verkoopen, voor hunne kosten en lasten te konnen betaelen en terwijlen dat Breendonck zoo naburig Londerzeel is, zoude dien markt dag aen dien van Londerzeel groote schaede op alle manieren veroorzaeken. Louis Van Cantelbeeck, P. Van Nieuwenhoven, E.L. Bucqué, P.J. Van Molle, J. Platteau, J. Verbruggen, F. De Backer, Weduwe Verdickt. M. Minssels, A. Robbijns, J.Bte Verspreet, D. Piessens, F. Vanden Brande, G.J. Deschutter, J.F. Deschutter, J.F. Desmedt, J. Wauters, Van Boeckhout. P. Van Ingelgem, J. De Cat, weduwe Jan Van Muylder, J. Pallemaers, De Buyser, Ch. De Hertogh, P.J. Van Keer, F. Plaskie, P.J. Caluwaers, L. Segers, J.B. De Bruyn, J. Bte Vanhoeck. UC - N° 1202 Londerzeel den 24 Julius 1845 Mr. den commissaris - Om te voldoen aen uwen brief de dato 7sten dezer loopende maend N° 1206, heb ik de eer aen Ued hier nevens te doen gewoorden een extrakt uyt de plaets gehad hebbende zitting de dato den Julius lestleden, betrekkelijk de gemeynte Breendonck die de magthebbing verzoekt om alle dynsdagen van ieder week eenen markt dag te mogen inrigten binnen hunne gemeynte, vergezeld van het proces-verbael van commodo en incommodo, waer in Ued zal bemerken dat er verscheyde tegenstellingen geweest zijn. Aen Mijnheer den commissaris van ’t Arrondissement Brussel. Jn Huyberecht, J. Sterck, Ferdinand Wauters, G.J.B. De Coster, J.L. De Boeck, J. Augustijns, J. Wauters, P.H. Van Eeckhout, Jn Bte Verspecht, P.J. Desmedt, J.J. Goossens, Benoit Verspreet.
188
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N° In den jaere 1845 den 27 der maend Julius, om 12 à 1 uer in den nacht, is er overtreding geschied aen den barreel van Londerzeel, staende op den provinciaelen steenweg van Brussel naer Temsche, op de heyde. Zekeren genaemden Carolus Ludovicus De Laet, oud 25 jaeren, woonende ten huysen van zijnen vaeder te Puers, beroep landbouwers, herbergiers en huerouwers, komende van de Kermisse van Londerzeel met eene Cheese bespannen met een paerd, daer in zittende de genaemde: 1° De Laet voormeld, 2° Franciscus De Vleeschouwer, oud 21 jaeren, beroep landbouwer, woonende ten huysen van zijnen vaeder te Puers, genaemd Joannes De Vleeschouwer, pachter te Puers voormeld, 3° Alphonse Verdickt, oud 25 jaeren, beroep landbouwer, woonende te Bornhem, 4° Arnoldius Van Eetveld, oud 29 jaeren, beroep landbouwer en bierbrouwer, woonende te Bornhem, en den 5° Carolus Van de Voorde, oud 20 jaeren, beroep kuyper, woonende te Bornhem en werkende in de brouwerij van de voormelden Van Eetveldt. Aen den voormelden barreel zijnde is daer eenen onbekenden persoon bij de cheese gekomen, zeggende hem niet te kennen, vraegende het barreelrecht om daer door te rijden. De Laet voormeld, hem antwoordende, Zijd gij den baes die daer toe recht heeft om dit te ontfangen, zoo zal ik u dan betaelen. Den onbekenden nam het paerd vast en gaf voor antwoord, ik en ben den baes niet maer betaelt mij maer. En daer en boven hij was niet voorzien van een ligt in zijn hand. De Laet heeft niet betaeld en is door gereden, maer zijne rijtuyg is vervolgd geweest en als zij aentrent een kwartier voorts gereden waeren, is het paerd vast genomen geweest en met geweld omdraeyende om naer den barreel te rug te keeren en dan waeren er drij persoonen die hun wilde met geweld te rug hebben, en dan zijn de voormelde persoonen die in het rijtuyg waren daer uyt gesprongen en hebben daer staende tegen elkanderen te krakeelen, bij zoo verre dat den bovengenoemden De Vleeschouwer hem op de loop heeft begeven en is gaen opkloppen den genaemden Guilelmus Bogaerts, oud 55 jaeren, beroep landbouwer, en zijnen zoon genaemd Joannes Bogaerts, oud 20 jaeren, beroep landbouwer, beyde alhier woonende, die met haest opgestaen zijn en hebben hun ter plaetse met De Laet begeven. Verklaeren, zoo haest zij daer waeren, dat zij bijzonderlijk drij persoonen gekend hebben, waer van zij hunnen naem schriftelijk hebben overgegeven aen den hier agter staenden Carolus Ludovicus De Laet. 1° Den genaemden Petrus Van Schel, oud 30 jaeren, beroep pachter van den voornaemden barreel, 2° Jacobus Van Obbergen, oud 28 jaeren, beroep landbouwer, geboren en woonende te Londerzeel, die op den 29 Julius 1843 voor het correctionneel hof te Brussel voor dieverij moeten verschijnen heeft, maer hij is ontslaegen geweest naer eenen tijd in echtenisse te Brussel aengehouden is geweest, en den 3° Bernardus Schellemans, oud 34 jaeren, beroep landbouwer, alle drij alhier woonende. Den Burgemeester. (Opgestuurd naar de Procureur des Konings met brief 1203 van 2 augustus 1845 “met kennis geving dat hun gedrag maer zeer gemeen en is, want men zoude mogen zeggen dat men ze niet voorder mogen betrouwen als men ze ziet”.) UC - N° 1205 Londerzeel le 6 Aout 1845 - Monsieur le commissaire – (Vertaald) Uw brief 13870 van 30 juli. Barbe Van Hoeck, noodlijdende, op 11 juli 1845 binnengekomen in het bedelaarstehuis van Terkameren, heeft haar bijstandswoonst in Londerzeel, waar ze geboren is, behouden. UC - N° 1206 Londerzeel den 9 Augusty 1845 Mijnheer den Prokureur des Konings - In antwoord aen uwen wel geheerden brief de dato 5 lestleden N° 10299 betrekkelijk de genaemde Maria Anna Steenackers, oud 20 jaeren, geboren in deze gemeente, woonende sedert 15 à 16 jaeren met haere ouders in de gemeente Ramsdonck, met kennis geving dat de voormelde Maria Anna Steenackers eenen brief heeft gezonden aen
189
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
den heer Burgemeester van Ramsdonck met verzoek van dien zelven aen haeren vaeder te bestellen, nu alreeds geleden sedert 8 à 9 maenden, daer in te kennen gevende dat zij van voornemen zijnde naer Afrika te trekken. Sedert dien tijd zegt den voormelden heer Burgemeester, zoo ik meyne, zegdt hij, zoude zij geschreven hebben dat ze gelukkig en wel gearriveerd is geweest in Oran, maer hij en zegdt niet aen wie dien brief gezonden is geweest, hij gelooft aen haere ouders die te Ramsdonck woonen. Den Borgemeester. UC - N° 1207 Londerzeel den 14 Augusty 1845 Mijnheer den Prokureur des Konings - In antwoord aen uwe wel geheerden brief de dato 7 lestleden N° 10365 betrekkelijk de genaemde Jacobus Marens, landbouwer, ende Joannes Franciscus Augustijns, broodbakker, beyde alhier woonende. Marens voornoemd declareert zeggende dat zijnen akt als huerling van het land waer van hij het koren afgepikt heeft, gemeld in mijn rapport van den 6 lestleden N° 1205, berustende is in den bureel van den heer Crick, notaris te Londerzeel. Door Joannes Franciscus Augustijns is geantwoord dat Jacobus Marens zoo weynig zijnen huerling is of kan zijn dat hij, Augustijns, zelven het land op welk de vruchten zijn ontnomen bewerkt, bemest ende bezaeyd met volle weete en kenisse van hem Marens die daer alvernevens zijne wooning heeft. Augustijns loochent dat er oyt akte van huering zoude verleend geweest hebben. Den Borgemeester. UC - N° 1210 Londerzeel den 21 Augusty 1845 Mijnheer den Vrede Rechter - Ik heb d’eer aen Ued een klagt schrift te doen gewoorden wegens diefstal van klaveren op het stuk land van pachter André Mertens, alhier woonende, begaen door de genaemde Maria Anne Verhasselt, oud 19 jaeren, woonende alhier bij haere ouders, bevonden is geweest met die diefte te begaen, door den genaemden Joannes Baptist Van Steen, veldwachter alhier, op den 20 dezer maend om 5 uren voor middag, die het verklaerd heeft en met mij heeft geteekend. Den Borgemeester. GR - De leden van den bureel van weldadigheyd der gemeynte Londerzeel. Gezien de beyde registers van inschrijving gedaen door het plaetselijk bestier van Londerzeel, binnen de maend Julius 1845, betrekkelijk het kosteloos onderwijs aen de arme kinderen woonende binnen dezer gemeente te doen erlangen. In aenmerking nemende dat er twee registers van inschrijving bestaen, dewelke plaets gehad heeft binnen de maend Julius 1845, alwaer er zig in den eenen ingeschreven bevinden 63 jongens, en in den anderen 50 meyskens, die het kosteloos onderwijs verzoeken en daer toe recht hebben. In aendagt nemende dat de 63 jongens en 50 meyskens alhier geboren en woonende, kinderen zijn van onvermogende ouders, die niet in staet zijn de schoolgelden voor hunne kinderen te konnen betaelen. Dus zal het bureel van weldadigheyd toebrengen voor de gemeenteschool, bestierd door d’ heer Kerremans Bernard, eene somme van 12 francs 50 centimen. Aldus gedaen in zitting te Londerzeel den 22 Augusty 1845. Den voorzitter. GR - Zitting van den 25 Augusty 1845 Den gemeyntenraed van Londerzeel. Gezien art. 5 der wet van den 23 September 1842 en het koninglijk besluyt van den 26 Mey 1843.
190
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Gezien de registers der arme kinderen aengeboden om het kosteloos onderwijs te ontfangen op kosten der gemeynte gedurende het schooljaer 1845 en 1846. Gezien dat er geene stukken, bezorgd tot steun der vraegen om inschrijving, gedaen zijn geweest, terwijlen dat ze verbalijk door de ouders zelf gedaen zijn geweest. Gezien het verslag van het bureel van weldadigheyd dezer gemeynte, brengende tot de somme van 12,50 francs het aendeel voor het welk dit gestigt toebrengen zal in de uytgaeven van het kosteloos onderwijs der kinderen die erkend zijn er recht toe te hebben. Ter uytvoering van art. 11 van het koninglijk besluyt van den 26 mey 1843. Besluyt. Artikel 1. Het getal der kinderen die gedurende het schooljaer 1844-1845 het kosteloos onderwijs in de gemeynte zullen ontfangen wordt bepaeld op 118, te weten 63 jongens en 50 meyskens. Artikel 2. De gemeynte school bestierd door de heer Kerremans Bernard woord aengewezen voor het zenden van 63 jongens, en de 50 meyskens in het klooster der ursulinen alhier. Den onderwijzer zal eenen ganschen onderstand ontfangen van 462,50 francs voor het onderwijs het welk hij aen de bovengemelde kinderen zal bezorgen. In deze somme zal het bureel van weldadigheyd toebrengen voor de gemeente school, bestierd door sieur Kerremans Bernard, eene somme van 12 francs 50 centimen. Artikel 3. Afschrift van het tegenwoordig zal, door de gewoone briefzending, besteld woorden aen de permanente deputatie van den provinciaelen raed om er besloten te worden overeenkomstig art. 13 van het koninglijk besluyt van den 26 mey 1843. Gedaen in de zitting te Londerzeel den 25 Augusty 1845. UC - N° 1211 Londerzeel den 26 Augusty 1845 Mijnheer den commissaris - Gelijkvormig aen den omzendbrief van Mr. den Gouverneur de dato 11 Junius lestleden, memorial van administratie n° 173, heb ik d’eer aen Ued hier nevens te doen gewoorden de twee registers der inschrijving van de kinderen die hun aengeboden hebben om het kosteloos onderrigt te genieten binnen het jaer 1845 en 1846, met kennis geving dat er geene declaratien en bestaen wegens het vaccineren der ingeschreven kinderen, terwijlen dat den overleden heer Rimslagh, geneesheer, vaccinateur des kanton Wolverthem, woonende te Londerzeel, er noeyt geene aen niemand afgeleverd heeft en dat er geene schriftelijke vraegen en bestaen voor geene hoegenaemde kinderen van die aerd voor in de register in te schrijven, terwijlen dat die ouders van alle die ingeschreven kinderen hun in den bureel van het plaetselijk bestier begeven hebben, om er zelfs mondelings de vraeg van te doen. Den Borgemeester. UC - N° 1212 Londerzeel den 27 Augusty 1845 Mijnheer den Vrede rechter - Ik heb d’eer aen Ued een klagtschrift te doen gewoorden ten naedeele van de genaemde Ludovicus Saterdag, oud 18 jaeren, beroep werckman, ongetrouwd, en ... Petrus Felix, oud 16 jaeren, zonder beroep, beyde alhier geboren en woonende bij hunne ouders, voor op den 22 dezer maend om 11 uren voor middag een partij ongedorsten tarwe gestolen te hebben op het stuk land toebehoorende aen den genaemden De Boeck, maelder woonende te Steenuffel, bestaende van eene waerde van 50 centimen, betrapt geweest met de daed door den genaemden Joannes Baptista Van Steen, veldwachter der gemeynte Londerzeel, den welken het klagtschrift benevens mij geteekend heeft. Den borgemeester. IC - N° 1513 Bruxelles le 29 aout 1845
191
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Monsieur le Bourgmestre – (Vertaald) Gelieve zonder uitstel de betaling uit te voeren van 12,96 fr. voor het onderhoud van een gevonden en achtergelaten kind, dochter van Blommaerts Therese van Londerzeel. Het kind heet Blommaerts Philomene en is in onze instelling aangekomen op 16 mei 1845. UC - N° 1214 Londerzeel den 29 augusty 1845 Mijnheer den commissaris - In antwoord aen uwen wel geheerde vraeg de dato 19 lestleden N° 8431 en van 25 lestleden N° 1167 betrekkelijk het zenden der stukken voor de volmagt te bekomen tot het verkoopen der onbruykbaere of verloren stukken grond toebehoorende aen onse gemeynte, en het tweede tot het zenden der staet der goederen van den bureel van weldadigheid dezer gemeynte, met kennis geving dat ik voor wat de vraeg aengaet N° 8431 met de stukken gereed ben voor de zelve aen Ued te doen gewoorden, maer de oorzaek dat ik de zelve niet en kan zenden is dat den gezworen geometer den heer Van Capellen, woonende te Grimbergen, nog bezig is met de derde kaert te maeken en zoo haest dat ik de zelve zal ontfangen hebben, zal ik aen Ued zonder uytstel alle de stukken doen gewoorden. En voor wat de tweede vraeg aengaet daer ben ik onophoudelijk mede bezig met alle de opzoekingen in den kadaster te doen en in andere registers die er van bestaen en ik hope in kort zonder uytstel den zelven staet u te doen gewoorden. Den Borgemeester. IC - N° 1584 Bruxelles le 29 Aout 1845 Messieurs – (Vertaald) Bij de heer gouverneur werd er over geklaagd dat de veldwachters van uw gemeente Van Steen Jean Baptiste en Lathouwers Jean Baptiste, zich van tijd tot tijd overgeven aan de drank. Ik verzoek u hen ernstig onder handen te nemen over de noodzaak om zich in het vervolg beter te gedragen. De arrondissementscommissaris Vandeweyer. UC - N° 1216 Londerzeel den 3 september 1845 Mijnheer den Prokureur des Konings - Ik heb d’eer aen Ued ter kennis te brengen dat de genaemde Anna Catharina Vergaelen, oud 22 jaeren, werkster, alhier geboren en woonende met haere ouders, ongetrouwde dogter van Jacobus Vergaelen ende van Joanna Francisca De Maeyer, arbeyders alhier woonende, die haer op den 31 augusty lestleden tegen den avond alleen t’huys zijnde, haer zig zelven met een grauwgaeren lint in haer slaepkaemer heeft opgangen. Zij is eerst ontdeckt en gevonden geweest tusschen 7 à 8 uren ’s avonds door haeren broeder genaemd Joannes Josephus Vergaelen, oud 26 jaeren, beroep werckman, den welken seffens met grooten haest het strop heeft afgesneden maer het was al vruchteloos, zij was dood, en voor wat reden zij dit gedaen heeft is onbekend. Zoo haest ik er van onderrigt zijnde, ben er met haest naer dit voormeld huys gegaen, vergezeld van den heer J. Willocx, eersten schepenen, en eenen veldwachter, en den heer Hoorickx, doctoor in de heelkunde, om er volgens zijne konst en wetenschappen het lichaem nae te speuren, zooals hij gedaen heeft en verklaerende geene hoegenaemde teekens te vinden die haer eene geweldige dood zoude aengedaen hebben. Den borgemeester en schepenen. UC - N° 1217 Londerzeel den 6 september 1845 Mijnheer den Vrede rechter - Ik heb d’eer aen Ued ter kennis te brengen dat er in den nacht van den 1ste op den 2 dezer maend eene verzaemeling van verscheyde persoonen bij een zijn geweest, alle alhier woonende, en die bij hun hebbende 4 korte waegens, het gene zij zelfs verklaerd hebben, want zoo haest wij dit gehoord hadden, volgens het publiek gerugt, hebben ons
192
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
seffens al te saemen op informatie begeven voor die persoonen te kennen en zoo haest zij gekend waeren hebben hun seffens naer den bureel van het plaetselijk bestier van alhier doen komen, en hebben hun een voor een ondervraegd tot wat intentie zij met den nacht met 4 korte waegens bij een vergaederd geweest waeren. Zij hebben alle geantwoord, ieder in zijn particulier, dat die 4 korte waegens bestemd waeren voor het mest vet te laeden, het gene zij gaende raepen in de weyden. Wij hebben hun voor antwoord gegeven dat het mest niet verboden zijnde te raepen met den dag in de publike straeten of wegen, maer wel met den nacht en in den dag in de weyden of landen, want dat dit diefstal begaen was en daer voor gestraft woorden. De persoonen die daer van deel gemaekt hebben, waeren te weten: 1) Petrus Spiessens, oud 53 jaeren, getrouwd, 2 kinderen. 2) Louis Verbruggen, oud 19 jaeren, arbeyder, en 3) Christina Van Eeckhout, oud 12 jaeren, spinster, woonende hun beyden bij P. Spiessens voormeld, op de heyde. 4) Antoon Spilsaert, oud 23 jaeren, werckman, en 5) Marie Therese Van Vellem, oud 21 jaeren, zijne huysvrouw, beroep werckvrouw. 6) Franciscus Vleminckx, oud 58 jaeren, arbeyder, en 7) Elisabeth Teugels, oud 38 jaeren, zijne huysvrouw, hebbende 4 kinderen. 8) Charles Louis Teugels, oud 20 jaeren, ongetrouwd, werckman. 9) Joanna Maria Vleminckx, oud 13 jaeren, werckster, dochter van Frans Vleminckx, hier boven gemeld. 10) Franciscus Teugels, oud 14 jaeren, werckman, broeder van Charles Louis Teugels, hier boven gemeld. Die vier korte waegens waeren van 1) Pierre Spiessens, 2) Frans Vleminckx, 3) Antoon Spilsaert en den 4) van Charles Louis Teugels. Zij zijn alle woonagtig op de heyde alhier te Londerzeel. Daer mede sluyte, Mijnheer den Vrede Rechter, met verzoek, ontfang de verzekering onser hoogagting. Den Borgemeester. UC - N° 1218 Londerzeel le 10 septembre 1845 Aan het gemeentebestuur van Hombeek – (Vertaald) In antwoord op uw brief van 3 september delen wij u mee dat onze gemeente geen enkele provinciale of staatssubsidie krijgt voor de aanleg van de baan naar Mechelen. De subsidie die we krijgen volstaat niet om de wegen waarover de kassei passeert breder te maken terwijl we deze niet op hun huidige breedte mogen behouden. De burgemeester. UC - N° 1219 Londerzeel le 11 Septembre 1845 Mijnheer de minister van Openbare werken – (Vertaald) De grote kermis van Londerzeel geeft mij de gelegenheid om aan de minister een gunst te vragen die zeer voordelig zou zijn voor zowel onze gemeente als voor de reizigers die onze gemeente tijdens deze feestdagen zouden willen bezoeken. Namelijk het laten stoppen van alle konvooien van de ijzeren weg vertrekkende in Brussel en Gent op zondag 28 september en op de vier volgende dagen tot en met 2 oktober. De Burgemeester J.F. Verheyden. UC - N° 1220 Londerzeel le 13 Septembre 1845 Monsieur le commissaire – (Vertaald) Uw brief 1651 van 10 september over Barbe Van Hoeck, momenteel opgesloten in het bedelaarshuis van Terkameren. Deze kan los gelaten worden want
193
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
door haar werk kan ze in haar onderhoud voorzien. Desgevallend zullen wij haar werk in onze gemeente bezorgen. De burgemeester. UC - N° 1221 Londerzeel den 23 September 1845 Mijnheer den commissaris - Het is met leedwezen dat ik aen uwen welgeheerden brief de dato 16 lestleden N° 1167 geen voldoening en kan geven betrekkelijk het zenden van een extrakt uyt de matrice cadastral van alle de stukken en overschotten der gronden toebehoorende aen deze gemeynte, aengewezen in de hier nevens gaende stukken, met kennis geving dat ik mij buyten staet bevinde voor de zelve te konnen opstellen, terwijlen dat de matrice cadastral daer van geen bewijs en geeft en noeyt gecadastreerd zijn, terwijlen zij altoos vaeg en onbruykbaer zijn geweest. Den borgemeester. UC - N° 1223 Londerzeel den 24 september 1845 Mijnheer den kommissaris - Ik heb d’eer aen ued ter kennis te brengen dat den genaemden Mertens Andreas, beroep landbouwer, tweeden schepenen dezer gemeynte, overleden is den welke den 25sten october in 1842 in de hoedanigheyd van zijne functie erkosen is geweest. Ik ben van gevoelen Mijnheer dat wij met de aenstaende verkiezing een lid meer dan de helft zullen moeten voordraegen, voor de plaets van den voomelden overleden te konnen vervullen. Den Borgemeester. UC - N° 1226 Londerzeel le 18 octobre 1845 Monsieur le juge d’instruction – (Vertaald) Zoals gevraagd door de onderzoeksrechter van Brussel (brief 651 van 9 oktober) hebben wij huiszoeking gedaan bij Jean Van Lier, wever in de Meerstraat, en er de 8 hennen in beslag genomen. Hij en zijn vrouw Jeanne Marie Peeters hebben verklaard dat ze die 8 hennen op 29 september gekregen hebben van Marie en Isabelle Van Camp, die bij hun ouders in Breendonk wonen, om ze vet te mesten en dat ze die ondertussen sedert 29 september gevoederd hebben. Ze vragen dat de kosten voor 19 dagen voedsel à 18 centimes per dag hen zouden terugbetaald worden. De eerste schepen. UC - N° 1227 Londerzeel le 24 octobre 1845 (Kort) Bevestiging van ontvangst van een gouden medaille voor dokter Oomen, vaccinateur van het kanton. UC - N° 1228 Londerzeel den 8 november 1845 Mijnheer den commissaris - Ik heb d’eer aen Ued hier nevens te doen gewoorden het proces verbael benevens de lijsten in dobbel van alle de persoonen die hun aengeboden hebben, recht hebbende om de kiesing bij te woonen dezer gemeynte op den 28 october lestleden tot de vernieuwing der 5 raedsheeren ter vervanging van de heeren Willocx, raedsheer en 1sten schepen, De Keersmaecker Dominicus, Van Assche Joseph, Remory Jan Bte, Van Ruysevelt Josephus Franciscus, alle ingekosen raedsheeren. En in de tweede kiesing is gekosen geweest den heer Verheyden Guilelmus, als raedsheer maer niet als tweeden schepenen ter vervanging van den heer Mertens Andreas, in zijn leven raedsheer en tweeden schepen. Den Borgemeester. UC - N° 1230 Londerzeel den 8 november 1845
194
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Mijnheer den commissaris - Gelijkvormig aen den omzendbrief van Mr. den Gouverneur de dato 2 october lestleden N° f288. Heb ik d’eer aen Ued hier nevens te doen geworden een afschrift van de plaetsgehadhebbende zitting de dato ... november lestleden, nopens de voorzorgen te nemen door het plaetselijk bestier en van de gene van den bureel van weldadigheyd dezer gemeente om gedurende vanaf in den aenstaenden winter de behoeftige klasse deze bevolking dezer gemeynte bij te staen, zoo als wij van voornemen zijn en al reeds begonst hebben, met een groot deel vlasch te koopen om hun aen het werck te houden en te begeven, en voor het mannelijk geslacht in de velderen en weyden, enz. omdat zij hun zouden kunnen vermeyden van de vagebonderijen. Den borgemeester. UC - N° 1231 Londerzeel den 8 november 1845 Mijnheer den Vrede rechter - Ik heb d’eer aen Ued te informeren dat er op den 2den dezer tusschen 12 en 1 uer naer middag overtreding geschied is op het stuk der jagt. Den genaemden Joannes Baptista Van Steen, beroep veldwachter dezer gemeynte, verklaert dat hij op zijne ronde zijnde in de velden dezer gemeynte tot het bewaken der veldvruchten en zoo voorts, heeft hij ontmoed den genaemden Josephus Wouters, beroep metser en houte block maecker, woonende alhier, met eene jagt bus of schietgeweer, genaemd eenen afvijser à button, vergezeld met zijnen gebasterdeerden brakhond, geteekend met zwarte en witte plekken, op het stuk land waer op staende kruyd, toebehoorende aen pachter Josephus Mertens, alhier woonende. Hem daer bevindende op de jagt met zijne voormelde bus, heeft hij aen hem proces-verbael verklaerd om te dienen als naer rechten en hebben het zelve met den veldwachter geteekend. Den Borgemeester. UC - N° 1232 Londerzeel den 10 November 1845 Aen Mijnheer den Burgemeester van Thisselt - Gezien uwen wel geheerden brief de dato 9 dezer maend waer bij Ued mij te rug zend met uwen veldwachter den genaemden Petrus Joannes De Smedt, geboren te Thisselt den 14 Januarius 1835, zoon van Petrus Joannes en van Melia Verschueren, hunne woonste onbekend aen ons, met te rug zending vergezeld van onsen veldwachter Jan Baptist Lathouwers, den bovengemelden Petrus Joannes De Smedt, krachtens art. 1 der wet van den 18 februarius 1845 betrekkelijk de woonplaets. Den voormelden art. zegt duydelijk, waer eenen persoon geboren is, is zijne bijstand woonste. Indien de woonplaets ’t zij van den vaeder ’t zij van de moeder niet kan ontdeckt worden dan is de gemeente waer de persoon zelfs gevallijk geboren is, zijne bijstandwoonste. De 1e schepen. UC - N° 1233 Londerzeel le 13 novembre 1845 - (Kort) Leden van de commissie ter controle van de personenbelastingaangiften: Jacques Willocx, 1e schepen, en Joseph François Van Ruysevelt, gemeenteraadslid. UC - N° 1234 Londerzeel le 13 novembre 1845 - (Kort) Leden van de commissie militiecertificaten 1846: Jacques Willocx, 1e schepen, en Jacques Joseph Goossens, gemeenteraadslid. UC - N° 1236 Londerzeel le 27 novembre 1845 Monsieur le Juge de Paix – (Vertaald) Op 25 november, om 8 ½ uur ’s avonds, bevonden Ferdinand De Buyser, wever, en Jean Van Hoorebeeck, knecht bij pachter Vanderperren, beiden van Londerzeel, zich in het huis en de herberg van Jacques Lemmens. Na enkele
195
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
woordenwisselingen heeft Van Hoorebeeck krachtig met een stok op het hoofd van De Buyser geslagen, hetgeen een zware wonde veroorzaakte en De Buyser bewusteloos op de grond deed vallen. Mijnheer de Procureur des Konings en de onderzoeksrechter zijn ter plaatse geweest en hebben in een speciale zitting de getuigen gehoord. De 1ste schepen. UC - N° 1238 Londerzeel den 18 December 1845 Mijnheer den Vrede rechter - Ik heb d’eer Ued te informeren dat den 14 dezer loopende maend om 4 ½ uren naer middag is Benedictus Verspreet, beroep maelder alhier woonende aenzogt geweest om de generaele wacht bij te woonen de welke plaets gehad heeft op den 14 dezer loopende maend om 11 uren ’s avonds ingevolgen den brief van Mijnheer den Prokureur de Konings de dato den 11 lestleden N° 16046, waer aen hij moetwillig nalatig is gebleven met verzoek van dien moetwilligen te doen voor Ued verschijnen en hem tot de grootste straffe te verwijsen volgens wet en recht. Den borgemeester en schepenen. UC - N° 1237 Londerzeel den 19 December 1845 Mijnheer den commissaris - Ik heb d’eer Ued te informeren dat den 2 november lestleden om 12 à 1 uer naer middag, eenen onzer veldwachters, met naem Joannes Baptist Van Steen, zijnde op zijne ronde in het veld, heeft hij in overtreding bevonden op het stuk der jagt binnen dezer gemeente, op het stuk land bezaeyd met kruyd, toebehoorende aen pachter Josephus Mertens, alhier woonende, den genaemden Josephus Wouters, beroep metser en houte-blok-maeker, alhier woonende, die daer bezig zijnde met te jaegen met zijne jagt-bus. Waer voor den voormelden Van Steen het proces-verbael heeft verklaerd en hij is den 26 november lestleden te Brussel verwezen geweest voor eene boete van 30 francs en in beslag van zijne jagt-bus, of de waerde geschat aen 50 francs. Den eersten schepenen. UC - N° 1239 Londerzeel den 19 December 1845 Mijnheer den Vrede rechter - Om te voldoen aen uwen wel geheerden brief de dato 10 lestleden N° 457 heb ik d’eer aen Ued te doen te rug geworden het hier nevens gaende rapport met kennis geving dat 1) Henri Teugels en 2) Louis Larnou hun beyde voor 5 jaeren te Gend in het correctie huys in echtenisse zijn. Zij hebben van over verscheyde jaeren van een gemeyn gedrag geweest. 3) Jan Baptist Van Ingelgem, zijne middelen van bestaen zijn herbergier en werckman als hij te werken heeft; geene voordere inlichtingen raekende zijnen persoon kan ik geven. 4) Jan Baptist Spinnoy, overleden. 5) Jacobus Van Assche, overleden. 6) Guilelmus Spiessens, woonende te Breendonck, aen ons onbekend. 7) Franciscus Vandorslaer, zijn beroep is werckman en fruytenier alhier, geene voordere inlichtingen over zijnen persoon kan ik geven. 8) Carolus Suys, beroep werckman, geene voordere inlichtingen over zijnen persoon kan ik geven. 9) Josephus Suys, koopman in oude vodden, geene voordere inlichtingen op zijnen persoon kan ik geven. 10) Petrus Blommaert, beroep wever, en 11) Carolus Blommaert, beroep wever, twee gebroeders. Al wat ik heden te zeggen heb op deze twee lest genoemde, dat zij over 12 à 14 jaeren een vonnis gehad hebben voor diefte van ongewingeld vlas te Malderen bij pachter Vandervorst. 12) Ferdinand Callaerts, beroep werckman, geene voordere inlichtingen op zijnen persoon kan ik geven.
196
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
13) Charles Louis Teugels, beroep werckman alhier, geene voordere inlichtingen tot heden, op zijnen persoon kan ik geven, en den 14) Joannes Larnou, beroep werckman alhier, geene voordere inlichtingen op zijnen persoon kan ik geven. De persoonen of de huysen die zij verkiezen zijn aen ons onbekend, want als zij geld hebben, gaen zij overal. Den borgemeester en schepene.
1846
UC - N° 1241 Londerzeel 5 (?) januari 1846 Mijnheer den Vrede rechter - Om te voldoen aen uwen wel geheerden brief de dato eersten lestleden N° 9 betrekkelijk de diefstal met braek ten woonhuysen van de kinderen Van Muylder, alhier woonende in de heydestraet, voorgevallen in den nacht van den 26 à 27 december lestleden. Met kennis geving dat de diefte gedaen is geweest met inbraek door eenen leemen muer van ’t huys, waer van het gat zijnde van de inbraek eenen meter effen, en er is niet anders gestolen geweest als in den kelder waerin zig bevond 8 pond boter, 12 pond rendsvleesch en 20 ponden vet. Hun vraegende of zij eenige presomptie hadden op eenige hoegenaemde persoonen, zij hebben voor antwoord gegeven geene hoegenaemde presomptie te hebben op niemand hoegenaemd. Dus, naer alle goede informatien en in stille gedaen te hebben, zijn de daeders of dader onbekend gebleven, maer men zoude bijnae twijfelen hof zij het niet zelfs gedaen en hebben, dat gat in hun huys gebroken te hebben om vrij te zijn van de wekelijkse gifte, die er door de inwoonders alhier gedaen woorden tot onderhoud voor onvermogende persoonen van alhier ter hulp te komen. UC - N° 1242 Londerzeel den 14 Januarius 1846 Monsieur le Juge d’Instruction – (Vertaald) Uw vraag 699 van 3 januari naar het geboorteuittreksel van Jacques Van Laer, oud 46 jaar, geboren in Londerzeel. We hebben het in geen enkel geboorteregister gevonden maar in een huwelijksregister vonden we dat hij in 1823 gehuwd is op 23-jarige leeftijd. Zijn vrouw heeft mij gezegd dat hij zich, vooraleer te kunnen trouwen, in Wolvertem bij de vrederechter moeten aanbieden heeft met 7 getuigen om gelegitimeerd te worden. Dit stuk is indertijd naar de griffie gezonden. De 1ste schepen Willocx. UC - N° 1244 Londerzeel le 28 janvier 1846 (Vertaald) Wij hebben informatie ingewonnen over Verheyden Paul Benoit, milicien van Londerzeel van de lichting 1840. Het aartsbisdom van Mechelen heeft de heilige regels ontvangen op 20 december 1845 en de gouverneur is daarover aangeschreven op 31 december 1845. De burgemeester. IC - N° 7 februari 1846 (Kort) Koninklijk Besluit dat de gemeente Londerzeel toestaat om 67 stukjes onbestemde grond, samen 3ha 85a 59ca groot, te verkopen en met een deel van de opbrengst een klaslokaal te bouwen. De rest van de opbrengst moet uitgezet worden en mag niet dienen om de courante uitgaven van de gemeente mee te dekken.
197
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N° 1236 Londerzeel 17 februari 1846 (Kort) Aan de Procureur. Van Hoorbeeck Jean, geboren en wonend in Londerzeel, 42 jaar, knecht, veroordeeld voor vrijwillige slagen en verwondingen, moet zijn straf gaan uitzitten in de centrale gevangenis 1237 Londerzeel 17 februari 1846 (Kort) Naar de burgemeester van Gijsegem, antwoord op zijn brief van 9 februari over het vroeger gedrag van Silverus Rombaut, geboren in Gijsegem en gehuwd in Londerzeel. IC - N° 34221 Bruxelles le 19 fevrier 1846 (Vertaald) Conform uw brief 1877 van 14 januari kunt u het weldadigheidsbureel van Londerzeel laten weten dat het 2 acties van de provinciale lening van 3.600.000 fr. mag verkopen en het geld te gebruiken voor hulp aan de behoeftige klasse. We staan eveneens toe aan het gemeentebestuur om voor hetzelfde doel 2000 fr. op te nemen bij de spaarbank. Deze som zal binnen de 5 jaar moeten teruggestort worden. De deputatie. UC - N° 1241 Londerzeel den 24 february 1846 Mijnheer den commissaris - De leden van het gemeentebestuer van Londerzeel, denkende dat het hunne pligt was van in eene zoo ongelukkige jaer den bureel van weldaedigheyd te hulp te komen tot onderstand van de arme, hadden de eer van de 16 november 1845 de autorisatie te vraegen om van de spaerkas te mogen aftrekken eene somme van 4171 francs. Ze hebben deze vraeg vernieuwd den 11 January 1846. Den 15 January 1846 heeft den bureel van weldadigheyd de bemagting gevraegd om twee actiën, ieder van fr. 1000 te mogen ver-koopen naer dat zij zouden veranderd zijn in actiën au porteur door de permanente deputatie. Op den zelfden datum heeft het gemeentebestuer de autorisatie gevraegd om in plaets van fr. 4171 enkel van de spaerkas te mogen aftrekken de somme van 2000 francs. Wij weten niet waer aen zij moeten toeeygenen dat alle die vraegen zonder antwoord zijn gebleven en zig bevindende in gebrek van middelen hebben zij ued her te verzoeken 1° de autorisatie om twee actiën die den Bureel van Weldadigheyd bezit, te konnen verkoopen, en 2° dat het gemeyntebestuer van de spaerkas mag betrekken 2000 francs, met die som samen uytmaekende 4000 en met de vrijwillige opdragten der inwoonders hopen zij de behoeftige te zullen konnen bijstaen tot aen den oogst der aerdappels. Zij verzoeken Mijnheer den commissaris van aendagt te willen nemen op de manier op de welke te Londerzeel de arme ondersteund en tot het genieten der aelmoessen aengenomen worden. 1) Niemand word aengenomen tenzij wanneer het wel constateerd dat de persoonen niets meer bezitten om te konnen leven of bestaen; zij worden niet aengenomen ten zij in de tegenwoordigheyd van alle de leden van het gemeynte en arm bestuer. 2) Het getal van zulke persoonen, het welk nog zal vermenigvuldigen, loopt tot 1084 just; elken armen ont- fangt 4 oncen brood en eenen liter soep van erwten. Hier uyt blijken twee zaeken 1) Dat er niemand geniet van den armen ten zij die het waerlijk noodig hebben. 2) Dat de aelmoes bestaet in eene kleyne hoeveelheyd, nogtans door de menigte maekt het eene groote som uyt, zoo als te zien is uyt het volgende Uytgaeven per dag 2 hectoliters erwten in soep fr. 42.00 271 ponden brood 32.52
198
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
houille 1.50 8 kilos zout 2.50 6 ponden ajuin 0.48 Twee ..... 0.50 Totael per dag frs. 79.50 Aengezien die uytdeeling 6 maenden tot aen den oogst der pataten zal moeten dueren, kan Mijnheer den commissaris wel bemerken dat het onmogelijk is de onkosten te dekken met 2047 francs, getrokken van de spaerbanck en met geheel de revenue van den bureel van weldadigheyd die in het loopende dienstjaer na aftrok van de gewoonlijke onkosten maer komt op fr. 1522 die in almoessen konnen uytgegeven worden. Steunende dus op den menschlieventheyd van mijnheer den commissaris, die niet wilt dat die ellendige zonder onderstand blijven, en hopende dat de autorisatie aen den bureel van weldadigheyd om twee actiën te verkoopen en aen het gemeente bestuer om 2000 francs van de spaerbank te betrekken zoo haest mogelijk zal gegeven worden, hebben zij d’eer te zijn van Mijnheer den districtcommissaris de ootmoedige en onderdaenige dienaers. Gedaen te Londerzeel den 24 february. Den Borgemeester Geteekend J.F. Verheyden Schepenen J. Willocx en J.F. Verbesselt Leden J. Van Ruysevelt, J. Verhofstadt, A. Goossens UC - N° 1234 Londerzeel 25 februari 1846 (Kort) Gezonden naar de vrederechter, een proces verbaal ten laste van Spiessens Francois en Van Thienen Jean voor de diefstal van hout ten nadele van J. Willocx, 1e schepen van Londerzeel (gebeurd op 31 januari 1846). UC - N° 1246 Londerzeel 28 februari 1846 (Kort) Gevraagd aan de generaal majoor van het algemeen depot in Brussel, attest van aanwezigheid in het korps van Scheers Joseph, soldaat in het Elite regiment, militielichting 1840. IC - N° Bruxelles le 11 Mars 1846 (Kort) Bevestiging van de aanstelling door K.B. van 23 februari 1846 van Van Assche Joseph tot 2de schepen. IC - N° 2798 Bruxelles le 14 mars 1846 (Kort) De commissaris wenst van Londerzeel te weten wat de stand van de rekening bij de spaarkas is. UC - N° 1245 Londerzeel le 15 mars 1846 Monsieur le commissaire – (Vertaald) Jacques Joseph Goossens, gemeenteraadslid, die op 19 januari aangeduid werd om de militiecertificaten 1846 te tekenen, weigert deze te tekenen en zegt dat hij nooit meer iets tekent. Daarom stel ik voor dat de heer Van Assche Joseph, raadslid en 2de schepen, deze certificaten samen met mij ondertekent. De burgemeester. UC - N° 1246 Londerzeel le 19 mars 1846.
199
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
(Kort) De gemeenteraad autoriseert de heer Jean Joseph De Cat, gemeenteontvanger en ontvanger van het weldadigheidsbureel om 2000 fr. op te nemen van de spaarkas. UC - N° 1253 Londerzeel 1 april 1846 Antwoord op de vraag van de commissaris van 20 maart hoe het zit met de bouw van het schoolgebouw. UC - N° 1256 Londerzeel 11 april 1846 (Kort) Aan de Procureur, het P.V. ten laste van Van Obbergen Jacques, dagloner, 29 jaar, geboren en wonend in Londerzeel. UC - N° 1261 Londerzeel 20 april 1846 (Kort) Aan de vrederechter, het P.V. ten laste van Van Obbergen Jacques, dagloner, 29 jaar, geboren en wonend in Londerzeel, verdacht van diefstal met beklimming ten nadele van Van Schel Antoine, landbouwer en herbergier te Londerzeel.. UC - N° 1249 Londerzeel le 23 avril 1846 A monsieur le Procureur du Roi Bruxelles – (Vertaald) in antwoord op uw vraag per vertrouwelijke brief 5798 van 17 april, laat ik u weten dat Cathérine Wijns, verdacht van het leuren met 2 hazen toen het jachtseizoen gesloten was (op 11 maart 1846), niet in mijn gemeente gedomicilieerd is. Dit meisje is door geen enkele inwoner van deze gemeente gekend en zou valselijk verklaard hebben hier te wonen zodat haar echte verblijfplaats niet zou ontdekt worden. De burgemeester. UC - N° 1251 Londerzeel le 2 mai 1846 (Kort) Bevestiging ontvangst van gouden medaille voor dokter C. Oomen (uitgereikt bij KB van 15/12/1845). UC - N° 1264 Londerzeel 8 mei 1846 (Kort) Aan de vrederechter, een P.V. ten laste van Jean Plaskie, handelaar in oud ijzer te Londerzeel. UC - N° 1254 Londerzeel le 16 Mai 1846 Mr. le Distributeur du bureau de la poste aux lettres, à Capelle au Bois – (Vertaald) De brievenbus is momenteel geplaatst in een herberg die geen enkele veiligheid biedt. Ik verlang dat ze naar het gemeentehuis overgebracht zou worden. Gelieve me zo snel mogelijk de toelating voor deze verplaatsing te geven. De burgemeester UC - N° 1255 Londerzeel den 18 Mey 1846 Aan de heeren uytmakende de Generale Commissie van de Gasthuysen H.H. te Brussel - Den borgemeester en schepenen en de leden van den gemeynten raed van Londerzeel, bij een vergaederd nopens den genaemden Franciscus Vanderwilt, oud zestig jaeren, gebooren en
200
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
woonende te Londerzeel. Gezien den voormelden Vanderwilt dat hij hem in eenen zieken staet bevind. Overwegende dat dien persoon hem alleen bevind zonder vrouw en kinderen en dat hij behoeftig is en daer door buyten staet zijnen oppas in zijne ziekte te konnen hebben. Het plaetselijk bestier, met de leden van den gemeynten raed hebben te saemen voorgedraegen den voormelden Vanderwilt te doen transporteren op kost van de voormelde gemeynte naer het hospis van St. Jan-gasthuys te Brussel, alwaer hij de goede zorg zal bekomen tot zijne genezing te bekomen. UC - N° 1256 Londerzeel le 5 Juin 1844 Monsieur le Major (-president de l’administration supérieur du 12e Regiment d’Infanterie à Gand) – (Vertaald) Uw brief 6338 van 1 juni betreffende een naamsverwisseling. In het uittreksel van de lijst D.D. staat vermeld Louis De Bondt, zoon van Joseph en Coorens Marie Anne, milicien van de lichting 1844. Deze lootte het nummer 44 en is dus niet verplicht om in militaire dienst te gaan. De echte dienstplichtige is echter De Bondt Dominique, geboren in Londerzeel op 2 juli 1825, zoon van Egide De Bondt en De Boeck Jacoba, milicien van de lichting 1844. Deze trok het nr. 29 en is dus verplicht om dienst te nemen. In bijlage een uittreksel uit het doopregister van deze laatste. De burgemeester. UC - N° 1259 Londerzeel 15 juni 1846 (Kort) Gezonden naar de Procureur en de commissaris, verslag van de brand uitgebroken Sectie 4 Nr. 51 op 14 juni 1846 ten nadele van Jean Van Doorslaer, landbouwer, en François Van Buggenhout, dagloner. UC - N° 1258 Londerzeel den 16 Junius 1846 Mijnheer den commissaris - Wij hebben sedert eenen tijd in afwagting geweest betrekkelijk tot het ontfangen eener benoeming voor den heer Guilelmus Verheyden als raedsheer van den gemeenten raed van Londerzeel, daer toe benoemd geweest met 118 stemmen in den tweeden scrutin in de kiezing van den 28 october 1845, ter plaets vervanging van den heer Andreas Mertens, overleden. Ziende dat wij daer voor geene benoeming ontfangende van wegens het provinciael bestier heb ik, burgemeester en schepenen, geresolveert het afleggen van den eed van Guilelmus Verheyden, als raeds heer van den gemeenten raed van Londerzeel te ontfangen, blijkens het stuk hier aengevolg. Den burgemeester voornoemd. UC - N° 1260 Londerzeel den 20 Junius 1846 Aen de heeren uytmaekende de commissie van St. Jean Gasthuys te Brussel - Gezien het rapport van de heeren Carette en Oomen, doctors te Londerzeel, van den 19 Junius loopende maend, waer uyt blijkt dat Franciscus Van der Wilt, geboren en woonende te Londerzeel, zinneloos is en zijnen staet verplicht van opgesloten te worden. Gezien art. 95 & 2 en art. 131 & 16 der gemeente wet van den 30 meert 1836. Overwegende dat gemelden Vanderwilt behoeftig is en zijne familie de onkosten zijner opsluiting niet konnen betalen. Besluit. Genoemden Franciscus Van Der Wilt, zinneloozen, zal ten kosten der gemeente Londerzeel in den depot der zinneloozen ingerigt in het hospitael St. Jean te Brussel geplaetst worden. Den borgemeester. UC - N° 1272 Londerzeel 28 juni 1846
201
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
(Kort) Aan de vrederechter, de overlijdensstaat van Marie Elisabeth Van Nimmen, weduwe Josse Verlinden. UC - N° 1264 Londerzeel le 6 Juillet 1846 (Kort) Mevrouw Augustijns protesteert tegen het dempen van een stuk vijver, door de provincie gekocht van notaris Crick, voor de verbreding van de weg van Brussel naar Temse, maar heeft daar eigenlijk niet meer over te zeggen dan alle andere inwoners van Londerzeel. Niets dus. UC - N° 1265 Londerzeel le 6 juillet 1846 Monsieur le commissaire – (Vertaald) Na een zeer lange beraadslaging vraagt de gemeenteraad van Londerzeel bij meerderheid om de weg van Londerzeel naar de Schelde, over Steenhuffel, Malderen en Opwijk, als weg van groot verkeer te laten erkennen. UC - N° 1277 Londerzeel 17 juli 1846 Aan de vrederechter – P.V. ten laste van de kinderen en broers Van Muylder, landbouwers en kippenhandelaars in Londerzeel; omdat zij 10 à 12 eenden in het tarweveld van Louis De Boeck, brouwer te Londerzeel, gelaten hebben. UC - N° 1281 8 augustus 1846 – (Kort) Aan de vrederechter, P.V. ten laste van Bruno Bukens en Louis Dewit uit Londerzeel. UC - N° 1269 Londerzeel le 15 Aout 1846 Mr. le commissaire – (Vertaald) Uw brief 3547 van 24 juli en de circulaire van de gouverneur van 30 april. Voor de armen van Londerzeel werden door het weldadigheidsbureel 3600 kg. plantaardappelen aangekocht en verdeeld. De armen hebben van de boeren voldoende grond ter beschikking gekregen om ze aan te planten voor de behoefte van hun families. We willen opmerken dat de armen aan de buurtwegen hebben moeten werken en in plaats van hun loon in geld, hebben ze het in natura ontvangen. Voor elke eenheid aardappelen ter waarde van ongeveer 2 frank, hebben ze twee dagen gewerkt. Het geld voor de aankoop van de aardappelen werd door het weldadigheidsbureel voorgeschoten en moet hen door de gemeentelijke administratie terugbetaald worden. UC - N° 1271 Londerzeel le 24 aout 1846 (Kort) Gepubliceerd en geafficheerd op 9 en 16 augustus, de namenlijst van de personen die door de militieraad van Brussel van 2 april 1846 voor 1 jaar of voor altijd vrijgesteld werden van dienst. UC - N° 1272 Londerzeel le 30 aout 1846 Monsieur le Procureur du Roi – (Vertaald) Lucie Gierens, dagloonster, ongeveer 16 jaar oud, geboren en wonend in Londerzeel, heet in werkelijkheid Marie Bierens. Ze is de dochter van Pierre en van Anne Catherine Callaert. De burgemeester. UC - N° 1273
202
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Londerzeel le 2 septembre 1846 Monsieur le Procureur du Roi - (Vertaald) Uw brief 12526 van 28 augustus. Hier de gevraagde inlichtingen: Bierens Jeanne Marie, 16 jaar, Janssens François, knecht, Teugels Henri, voerman, Wauters Jean Joseph, metser, Desmedt Guillaume, werkman wonend in Londerzeel. De genoemde personen zijn van zeer gemene afkomst en gedrag. De 1ste schepen Willocx UC - N° 1274 Londerzeel le 4 septembre 1846 Monsieur le Procureur du Roi – (Vertaald) Uw vraag per brief 12881 van 3 september. Het stuk grond waarop de heer Jean Joseph Alexander Ketelaers, eigenaar wonend in Mechelen, op 19 augustus gejaagd heeft, is eigendom van Jean Huysmans, landbouwer en schepen in Nieuwenrode onder Meise. Deze liet mondeling weten aan het proces verbaal geen gevolg te willen geven. UC - N° 1275 Londerzeel le 7 septembre 1846 Monsieur le commissaire – (Vertaald) Op uw vraag of er in onze gemeente een besmettelijke ziekte, genaamd Typhus, heerst, kunnen wij u zeggen dat dit niet het geval is. Bijgevoegd een verklaring van dokter Carette. UC - N° 1284 Londerzeel 9 september 1846 (Kort) Aan de vrederechter, een P.V. ten laste van Jacques Zaterdag voor diefstal van aardappelen ten nadele van August Robijns (op heterdaad betrapt door veldwachter J.B. Van Steen). UC - N° Londerzeel le 19 septembre 1846 (Vertaald) Aan de burgemeester van Londerzeel - Ik ondergetekende, dokter in de medicijnen te Londerzeel, verklaar dat ik in onze gemeente en in het omliggende een honderdtal patiënten met rode loop behandel waarvan het grootste deel zonder erg. De intensiteit van de ziekte verschilt van dag tot dag. De sterfte staat niet in verhouding tot het aantal zieken. Getekend, Carette. In antwoord op uw vraag van 16 september 1846 kan ik u zeggen dat ik nog 14 patiënten in behandeling heb met min of meer bloederige diarree. Sedert de invasie van deze besmetting in onze gemeente heb ik nog geen enkele zieke verloren. Toch bevinden er zich drie in het laatste stadium van de ziekte, de elf anderen zijn aan de beterhand. Geen enkele van deze zieken valt ten laste van het weldadigheidsbureel. getekend: dokter Oomen. UC - N° 1278 Londerzeel le 20 septembre 1846 Monsieur – (Vertaald) In antwoord op uw brief 3762 van 15 september deel ik u mee dat door het bureel van weldadigheid voedsel en medische hulp aan de arme families van onze gemeente verstrekt werden. De behoeftige zieken krijgen iedere dag 1 à 2 keer het bezoek van de geneesheren die, als de ziekte niet toeneemt, voldoende in aantal zijn. De eerste schepen. UC - N° 1279
203
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Londerzeel le 2 octobre 1846 Monsieur le gouverneur – (Vertaald) Van Gucht André, 66 jaar, dagloner, wonend in Londerzeel, is in het bedelaarshuis van Terkameren binnengebracht op 12 augustus 1846. Hij werd opgepakt en veroordeeld voor landloperij en dit terwijl hij in feite op pelgrimstocht naar Peutie was. Mijnheer de gouverneur, ik doe een beroep op uw vaderlijke autoriteit om hem in vrijheid te doen stellen. De genoemde Van Gucht is altijd van onberispelijk gedrag geweest en werd altijd geacht en gerespecteerd door degenen die met hem in contact kwamen. Uw nederige en zeer onderdanige dienaar. De eerste schepen Willocx. UC - N° 1284 Londerzeel den 25 october 1846 Mijnheer den commissaris - Ik heb d’eer aen Ued hier nevens te doen gewoorden een extrakt uyt de plaets gehad hebbende zitting de dato 25ste wegens de leden van den bureel van weldadigheyd ende van de leden van den gemeynten raed, strekkende tot het bekomen eener subsidie van 1000 franken om de arme ongelukkige en behoeftige hulp middelen te konnen verleenen die in de uytterste armoede gedompeld zijn ter oorzaek van de sterfgevallen die alhier voorgevallen zijn sedert den 1sten september lestleden. Den Borgemeester. UC - N° 1281 Londerzeel 28 oktober 1846 - (Kort) Bijstandswoning van André Van Gucht is in Londerzeel. UC - N° 1285 Londerzeel den 29 october 1846 Mr. den commissaris - Om te voldoen aen uwen wel geheerden brief de dato 19 lestleden N° 4061, heb ik de eer Ued te berigten dat het van mijne kennisse niet en is dat den genaemden Van Eeckhout At, alhier woonende, de medicijnen pratiqueert of verkoopen zoo als zalven of kruyden dienende voor geneesmiddelen voor het menschdom. Om mij daer van te verzekeren, mijnheer, ben ik naer zijn huys gegaen en daer heb ik alles nauwkeuriglijk doorzogt om te zien of ik niets wat dat medicijnen raekt, zalven of kruyden zoude gevonden hebben, maer naer alles wel doorzien te hebben, heb ik niets konnen ontdekken, en hij heeft mij voor antwoord gegeven dat hij hem daer aen noeyt gecompromiteerd heeft en daer van geene de minste kennisse te hebben. J.F. Verheyden. UC - N° 1286 Londerzeel den 3 November 1846 Mijnheer den commissaris - In antwoord aen uwen wel geheerden brief de dato 31 october lestleden N° 3762 en dien van mijnheer den gouverneur de dato 24 october lestleden N° 57394 betrekkelijk de ziekte die alhier tegenwoordig plaets heeft met kennis geving dat de doctoren dezer gemeente aen mij te kennen hebben gegeven dat de ziekte binnen deze gemeente te Londerzeel residerende meer dan de helft verminderd is en dat zij van dag tot dag verminderd is. Van onzen kant, mijnheer, wij hebben alle de middelen ingespannen om de arme onvermogende zieken bij te staen. Wij doen hun eten bezorgen volgens den raed van de doctoren, wij doen hun kleederen zoo als bedde goed in brand bezorgen. Dus dat wij in de goede hope zijn dat de ziekte wel haest gans zal gedaen wezen, want sedert vijf dagen en zijn er maer drij overlijdens geweest. Voor den borgemeester, de 1e schepenen. UC - N° 1295 Londerzeel 16 december 1846 (Kort) Aan de Procureur. Jean Baptist Bogaerts, 58 jaar, geboren en wonend in Londerzeel, is weduwnaar met 3 kinderen. Hij werkt en wordt ondersteund.
204
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N°1299 Londerzeel 16 december 1846 (Kort) Aan de vrederechter, teruggezonden een brief van de procureur over de nachtpatrouille van 3 en 5 december, om 11 uur ’s avonds.
1847
UC - N° 1312 Londerzeel 10 februari 1847 (Kort) Aan de vrederechter, brief aangaande de brand van 8 februari op Eeckhout (sectie 6), in het huis van Antoine Van Ingelgem, gebouwd in leem en bedekt met stro. UC - N° 1316 Londerzeel 23 februari 1847 (Kort) Antwoord aan Procureur des Konings i.v.m. Marie Petronille, Jean Baptiste en Jeanne Marie De Boeck. UC - N° 1323 Londerzeel den 17 maart 1847 Mijnheer den commissaris - Ik vinde mij ten uyttersten verpligt aen Ued te kennen te geven dat ik mij buyten staet bevinde te konnen voldoen aen uw wel geheerde brieven de dato 22 february en 6 maert laestleden N° 2389, betrekkelijlk het zenden le relevé des legats en gedaene giftens sedert 1830 aen de publike stigtingen dezer gemeynte ten eynde te verstaen eene giften gedaen aen de kerck dezer gemeynte, waer voor de aenveerding toegestaen is geweest bij koninglijk besluyt van den 7 february 1832. Ik heb sedert verscheyde daegen alle opzoekingen onder en boven gedaen in den bureel van het plaetselijk bestier om dit stuk te konnen ontdeckken maer alle onze opzoekingen zijn vrugteloos gebleven. Zoo verzoek ik mijnheer den commissaris met alle vrindschap de goedheyd te willen en in aendagt te nemen mij eene duplicata uyt die minute aen mij willen doen gewoorden. Ik zal dan zonder eenen oogenblik te vertoeven aen Ued de volle voldoening geven, bij zoo verre als het ons bekend is. Mijnheer, den 17 der maend januarius 1846 heeft Ued bij brief van den datum als boven N° 2389 de zelve vraeg aen mij voorgesteld en heb ik dan daer aen voldaen bij brief van den 28 januarius 1846 N° 1233. Den burgemeester. UC - N° 1327 Londerzeel 27 mars 1847 Monsieur le commissaire – (Vertaald) Een vierde deel van de bevolking van Londerzeel is in de diepste miserie gedompeld. Wij nemen de vrijheid om een subsidie te vragen van 2710,73 fr. om aan de meest dringende behoeften van de behoeftige klasse te kunnen verhelpen. Wetend hoeveel belang u stelt in de meest onfortuinlijken zijn wij er van overtuigd dat u een gunstig gevolg zult geven aan dit verzoek. De burgemeester. UC - N° 1328 Londerzeel 27 maart 1847 (Kort) Naar de commissaris, 13 aanvragen voor vrijstelling van militiedienst vanwege personen die deelgenomen hebben aan de loting van 1847.
205
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N° 1331 en 1333 Londerzeel 15 april 1847 (Kort) Aan de Procureur en aan de vrederechter, P.V. over de brand bij Pierre Van Riet op 1 april 1847. UC - N° 1334 Londerzeel 26 april 1847 (Kort) Antwoord aan de Procureur in verband met de dood van Guillaume Desmedt, gestorven op 14 oktober 1846 aan de epidemie van bloeddiarree. UC - N° 1335 Londerzeel 4 mei 1847 (Kort) Aan de Procureur, het P.V. aangaande de diefstal van aardappelen, begaan in Londerzeel op 30 april op een veld van Jan Baptist Van Eeckhout, door De Saeger Charles, 38 jaar, geboren en wonend in Londerzeel. UC - N° 1290 Londerzeel le 8 mai 1847 Monsieur le Procureur du Roi - Uw brief 7910 van 4 mei. Joseph De Hertefelt, 32 jaar, momenteel opgesloten in Mechelen, is geboren en woont in Londerzeel. Hij is werkman. Zijn gedrag is al enkele jaren onaangenaam; hij gaat van hier naar daar en is alleen maar in het gezelschap van lieden van de laagste soort. Sedert begin februari 1847 heeft hij de gemeente verlaten met een verklaring om in een Brabantse gemeente te gaan werken. De burgemeester. UC - N° 1293 Londerzeel le 11 mai 1847 Monsieur le Procureur du Roi – (Vertaald) In de nacht van 10 mei, om 12 uur, werden er in onze gemeente recent geplante aardappelen gestolen, ten nadele en op het veld van Pierre Jean Schellemans, landbouwer alhier. De personen die daarbij betrapt werden zijn: 1) De Schrijver Joseph, 49 jaar, werkman, geboren in Baasrode en wonend in Londerzeel. 2) Van Praet Pierre Corneille, 39 jaar, werkman, geboren in Puurs en wonend in Londerzeel. Ze werden gearresteerd door de nachtpatrouille die onder meer bestond uit korporaal Charles Louis Scheers, 37 jaar, landbouwer en olieslager alhier, Pierre Jean Peeters, landbouwer, 33 jaar, en Henri Van Campenhout, 31 jaar, landbouwer alhier. De Schrijver verklaarde aan onze veldwachter Jan Baptist Van Steen dat ze, vooraleer de aardappelen te stelen, al 72 geplante zaadwortelen gestolen hadden op een stuk land van Antoon Van Schel, landbouwer te Londerzeel. Van Praet werd al eens eerder, op 19 januari 1847, aangehouden voor het stelen van hout. Hij werd daarvoor door de correctionele rechtbank te Brussel bestraft met 10 dagen opsluiting en een boete van 5 francs. De burgemeester. UC - N° 1336 Londerzeel 11 mei 1847 (Kort) Gestuurd naar de brigadier van de gendarmerie in Wolvertem, onder escorte van veldwachter Van Steen, de aangehouden Joseph De Schrijver, werkman, 49 jaar, geboren in Baasrode en wonend in Londerzeel, gehuwd en vader van één kind. UC - N° 1337 Londerzeel 12 mei 1847 (Kort) Naar het 2de artillerieregiment in Luik, het ontvangstbewijs van milicien De Bondt Jean François voor een bedrag van 20,56 fr. evenals de staat van zijn rekening bij het regiment.
206
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N° 1342 Londerzeel 21 mei 1847 (Kort) Naar de commissaris, een aandeel van 1000 fr. van het weldadigheidsbureel met de vraag om er een aandeel aan toonder van te maken en het uit te laten betalen. UC - N° 1346 Londerzeel 29 mei 1847 (Kort) Naar de Procureur, de gevraagde inlichtingen over Meeus Pierre Joseph, Van Muylder Antoine, Desmedt Pierre Jean Baptist, Huysmans François, allen dagloners uit Londerzeel die opgesloten zitten in het huis van arrest te Mechelen wegens bedelarij in Lippelo. UC - N° 1350 Londerzeel 5 juni 1847 (Kort) Aan de directeur van de gevangenis van Gent, bevestiging van ontvangst van 190 fr. voor François Lamberts, een losgelaten gevangene. UC - N° 1351 Londerzeel 5 juni 1847 (Kort) Van Lier Petronille en haar dochter De Boeck Jeanne Marie hebben hun bijstandswoonst in Londerzeel. UC - N° 1352 Londerzeel 5 juni 1847 (Kort) Aan de commissaris, de inlichtingenstaat over De Donder Michel, geboren in Londerzeel, gehuwd en wonend in Grimbergen, momenteel opgesloten in het bedelaarshuis van Terkameren wegens moeskopperij en landloperij. (Ook N° 1343 van 28 juni 1847) UC - N° 1353 Londerzeel 8 juni 1847 (Kort) Aan de vrederechter, inlichtingen over de aankoop door dokter Oomen van een Laurier die verkocht werd door Elisabeth De Boeck en Jeanne Verbruggen. UC - N° 1357 Londerzeel 15 juni 1847 (Kort) Aan de Procureur, inlichtingen over Louis Verbruggen, 20 jaar, geboren en wonend in Londerzeel, opgepakt in Antwerpen voor landloperij. Hij is de zoon van Francisca Brogis. UC - N° 1358 Londerzeel 16 juni 1847 (Kort) Aan de Procureur, P.V. over Anne Monique Lion, 15 jaar, en haar zuster Anne Marie Lion, 12 jaar, zonder beroep, geboren en wonend in Buggenhout. UC - N° 1341 Londerzeel 23 juni 1847 (Kort) Aan de commissaris, tekening en plan van de geplande weg tussen Londerzeel en Steenhuffel. UC - N° 1342 Londerzeel den 28 Juny 1847
207
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Mijnheer den commissaris - Terwijlen dat het provinciael bestier bezig is met eene groote reparatie te doen uyt-oeffenen aen den provinciaelen steenweg van Brussel door Londerzeel naer Temsche, nemen wij de vrijheyd aen Ued te kennen te geven dat wij van voornemen en genoodzaekt zijn eene generaele reparatie te doen aen den gemeenten steenweg van Londerzeel voor al wat aen de gemeente toebehoort, en die er de reparatie moet van uytoeffenen. Wij verzoeken de autorisatie te bekomen zoo haest mogelijk van de aenhoudende permanente den provinciaelen raed om het uytworpsel van den provinciaelen steenweg, liggende op het grondgebied dezer gemeente, te mogen verwerken aen die voormelde generaele reparatie. Het zal ons aengenaem zijn de volmagt daer voor te gemoed te zien om reden dat men seffens eenen grooten nomber behoeftige werklieden zoude konnen aen het werk stellen de welke hun zig bevinden zonder eenige hoegenaemde bezigheyd die dan hunne vrouw en kinderen zoude konnen ter hulp komen. Den borgemeester. UC - N° 1343 Londerzeel le 28 Juin 1847 Monsieur le commissaire – (Vertaald) Uw brief 5539 van 17 juni. Michel De Donder, momenteel opgesloten in het bedelaarsdepot van Terkameren, zou moeten losgelaten worden, want zijn onderhoud kost onze gemeente te veel. Wij zullen hem hier onderdak en eten geven. Hij is alleen zonder kinderen, zijn vrouw heeft hem in de steek gelaten. De burgemeester. UC - N° 1344 Londerzeel le 29 Juin 1847 Monsieur le commissaire – (Vertaald) De heer François Van den Brande uit Londerzeel, de pachter van het weegrecht op de markt van Londerzeel, heeft een hypotheek op zijn huis genomen (door proces-verbaal van toewijzing voor notaris De Boeck te Malderen op 3 januari 1847) als borgstelling voor de betaling van het toewijzingsbedrag van 900 fr. per jaar. Wij voorzien dat hij moeilijk aan zijn engagement zal kunnen voldoen. UC - N° 1345 Londerzeel 1 juli 1847 (Vertaald) Aan de Procureur, het P.V. ten laste van Xavier Rombaut, geboren in Gijsegem, 33 jaar, dagloner, wonend in Londerzeel, weduwnaar met 1 kind, opgemaakt wegens diefstal van aardappelen tijdens de nacht van zondag 27 op maandag 28 juni (tussen 11 en 12 uur), ten nadele van Henri Vergaelen, dagloner uit Londerzeel. Rombaut werd op heterdaad betrapt en aangehouden door de nachtpatrouille waartoe behoorden Richard Peeters, 25 jaar, en Romain Vergaelen, 26 jaar. Het gedrag van Rombaut is zeer gemeen. De 1ste Schepen. UC - N° 1347 Londerzeel 5 juli 1847 (Kort) Aan de Procureur, antwoord op zijn brief van 1 juli over de slagen en verwondingen die Louis Verspecht op 6 juni (tussen 11 en 12 uur ’s nachts) zou gekregen hebben van de broers Joseph en François Lamberts. UC - N° 1348 Londerzeel 6 juli 1847. (Kort) Aan de commissaris, de lijst der onvoorziene rampen. “Wegens naegel die er gevallen is binnen de gemeente van Londerzeel op den 23 Juny lest, dewelke veel schaede aen het vlas alhier veroorzaekt heeft”. UC - N° 1349
208
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Londerzeel 6 juli 1847 (Kort) Publicatie en affichage (op 6 en 13 juni) van de namen der jongens die door de militieraad te Brussel (zittingen van 9 februari en 1 april) voor 1 jaar of voor altijd vrijgesteld werden van legerdienst. UC - N° 1355 Londerzeel 15 juli 1847 (Kort) De gouden medaille werd uitgereikt aan dokter Oomen voor zijn propaganda ten voordele van de gratis inentingen in 1845 en voor de inzet en belangeloosheid waarmee hij dat deed. UC - N° 1355 Londerzeel 19 juli 1847 (Vertaald) Vraag aan St. Jans Hospitaal, Brussel, om Charles Van Crombruggen, 27 jaar, geboren in Londerzeel en bakkershulp in Brussel, die in het hospitaal binnengekomen is op 3 juli, niet langer op kosten van de gemeente Londerzeel te behandelen, omdat zijn ouders hem thuis de nodige verzorging kunnen geven. UC - N° 1356 19 juli 1847 (Kort) Aan de commissaris, Josse Van Riet heeft van de verzekeringsmaatschappij 541 fr. schadevergoeding gekregen voor zijn afgebrand huis. UC - N° 1358 Londerzeel le 31 Juillet 1847 Monsieur le Gouverneur – (Vertaald) Uw brief 2964 van 26 april betreffende de heer Moens Bonne-aventure, hulponderwijzer van de gemeenteschool van Londerzeel. Aangezien de heer Jean François Jacobs, benoemd en aangenomen voor deze functie, zich momenteel in de normaalschool van Lier bevindt en daar nog zeker twee jaar wenst te blijven om hoofonderwijzer te kunnen worden, kan hij niet verzekeren dat hij zijn post hier terug op zal nemen. Sedert het vertrek van Jacobs werd zijn plaats met veel inzet door Moens, die de nodige kennis ervoor bezit, ingenomen. Daarom vraagt de gemeenteraad de toestemming om de heer Moens voor deze functie te benoemen. De Burgemeester. UC - N° 1368 Londerzeel 16 augustus 1847 (Kort) Aan de Procureur, een P.V. over de diefstal van haver op het veld (liggend in Londerzeel) van François Maes, landbouwer te Malderen. Gedaan door onbekenden op 15 augustus. UC - N° 1370 Londerzeel 23 augustus 1847 (Kort) Aan de Procureur. Teugels Charles Louis is 23 jaar oud en ongehuwd. Zijn broer Joseph is er 13 en ongehuwd. Steenackers is 25 en gehuwd. Allen zijn dagloners in Londerzeel, allen zijn behoeftig. UC - N° 1371 Londerzeel 23 augustus 1847 (Kort) Naar de vrederechter, P.V. ten laste van Henri Spiessens, dagloner uit Londerzeel, verdacht van diefstal van mest op de weide van Benoit Goossens, landbouwer te Ramsdonk. UC - N° 1373
209
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Londerzeel 2 september 1847 (Kort) François Verstappen en Barbe Callaerts zijn niet bekend in Londerzeel en kunnen hun bijstandswoonst dus niet in deze gemeente hebben. UC - N° 1364 Londerzeel den 2 september 1847 Mijnheer den commissaris - In antwoord aen uwen geheerden brief de dato den 28 augusty lestleden N° 6204 en aen uwen wederroepingsbrief de dato 24 lestleden N° 6204, betrekkelijk Bernard Callaerts, zijne vrouw en kinderen, woonende te Ruysbroeck, met kennis geving dat wij zeer verwonderd zijn geweest eenen staet te ontfangen aen het gevolg van uwen voormelden brief wegens verschuldigde kosten die de gemeynte Londerzeel zoude moeten betaelen aen den bureel van weldadigheyd der gemeynte Ruysbroeck voorzegt, bedraegende eene somme van fr. 55,22 blijkens de hierbijgevoegde stukken, die de gemeynte Ruysbroeck voormeld ten onrechten aen de gemeente Londerzeel reclameert, het gene wij zelfs niet zoeken te betaelen, terwijlen dat de gemeente Londerzeel al genoeg overlast is van de betaelingen te doen van dien aerd voor persoonen aen welke en voor de gene die daer toe regt hebben, die hun zig bevinden in de gasthuysen en bedelaers gestichten, maer voor geene vreemde gemeynten. Het is waer, dien Bernardus Callaerts is geboren te Londerzeel, sedert al in het 0-ste jaer heeft hij de gemeente Londerzeel verlaeten om in die van Ruysbroeck te woonen, waer hij getrouwd is met eene vrouw die daer genboren is, en haere kinderen, en altijd daer woonagtig geweest is. Zoo is het wel met recht dat wij zeggen daer aen niet te konnen voldoen. Den Borgemeester. Door bevel, den secretaris L. Vanonderbergen. UC - N° 1378 Londerzeel 16 september 1847 Aan de commissaris – (Vertaald) Op 20 mei hadden de gemeenteraad en het armenbestuur beslist om een aandeel van 1000 fr. te gelde te maken om er de armen mee te ondersteunen. De bestendige deputatie had er zijn goedkeuring aan gegeven op 1 juli 1847 en er een obligatie aan toonder van gemaakt. Waarom is het op 16 september nog steeds niet terug gestuurd? UC - N° 1377 Londerzeel 17 september 1847. Aan de minister van openbare werken – (Vertaald) Vraag om alle konvooien van de ijzeren weg, zowel degene die in Brussel als degene die in Gent vertrekken, in Londerzeel te laten stoppen op zondag 26 september en de vier volgende dagen tot en met donderdag 30 september (kermis) UC - N° 1379 Londerzeel 17 september 1847 (Kort) Aan de Procureur, een P.V. ten laste van François Lamberts en zijn broer Joseph, kasseileggers, wegens bedreiging en mishandeling van hun broer Joseph, beroep dagloner, en wegens het intrappen van de deur naar de hof van hun vader. UC - N° 1380 Londerzeel 27 september 1847 (Kort) Naar de Procureur. De gevraagde inlichtingen over 1) Blommaerts Charles, op 24 augustus 1847 veroordeeld in Mechelen, 2) Charles Louis Desaeger, op 4 september 1847 veroordeeld te Mechelen tot 1 jaar opsluiting 3) Larnoe Henri, op 24 augustus veroordeeld te Mechelen tot 1 jaar opsluiting en op 4 september tot een straf van 15 maanden. Reden diefstal.
210
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - N° 1382 Londerzeel 7 oktober 1847 (Kort) Aan de commissaris, aanvraag bouwvergunning door de heren Verheyden, burgemeester, en Augustijns, bakker, winkelier, herbergier en olieslager. UC - N° 1387 Londerzeel 15 oktober 1847 (Kort) Aan de commissaris. Geen enkele Londerzelenaar gaat helpen bij de oogst in Frankrijk. UC - N° 1388 Londerzeel 15 oktober 1847. (Kort) Aan de commissaris. Adrienne Cadache, echtgenote van Henri De Saeger, en Catharina Van Eeckhout, hebben hun bijstandswoonst in Londerzeel behouden. UC - N° 1389 Londerzeel 16 oktober 1847 (Kort) Aanvraag aan de vrederechter om geen gevolg te geven aan P.V. over smaad en laster op 28 september, rond 9 uur ’s avonds, in het huis en herberg van Henri Van Humbeeck, door Edouard Lamberts (landbouwer te Westrode) toegebracht aan de vrederechter en de vrouw van Van Ingelgem. UC - 1390 Londerzeel 16 oktober 1847 (Kort) Vraag aan de Procureur des Konings van het arrondissement Antwerpen om Jacques Schellemans, zonder beroep, geboren en wonend in Londerzeel bij zijn ouders, rond 10 oktober aangehouden in de omgeving van Antwerpen wegens bedelarij, los te laten. UC - N° 1393 Londerzeel 10 november 1847 (Kort) Gestuurd naar de Procureur, het P.V. over de diefstal van wortelen, gepleegd op 1 november 1847 ten nadele van Henri Janssens, landbouwer in Londerzeel. UC - N° 1396 Londerzeel 12 november 1847 (Kort) Gestuurd naar de Procureur, het P.V. over de diefstal van wortelen, gepleegd op 10 november 1847 ten nadele van Thobie Hermans, landbouwer in Londerzeel, door 1) Thérèse Meert, gehuwd met Jan Baptist Lauwers, 33 jaar, dagloner te Londerzeel, 2) haar zoon Louis Lauwers, 13 jaar, zonder beroep, 3) Blommaerts Jeanne Marie, 12 jaar, zonder beroep, dochter van Jacques en Anna Catharina Van Campenhout en, 4) Jean April, 10 jaar, zonder beroep, zoon van Joseph en Ferdinanda Wauters, allen uit Londerzeel. UC - N° 1397 Londerzeel 20 november 1847 Gezonden naar de commissaris, het geheim testament (terug te zenden) van Joannes Franciscus De Keersmaecker, in leven zonder beroep te Steenhuffel. Den Raed van den Bureele van Weldadigheyd der gemeente Londerzeel, Gezien het geheym testament van Joannes Franciscus De Keersmaecker, in leven zonder beroep te Londerzeel en aldaer zondr descendenten noch ascendenten overleden des 12 Meert 1846, de date 23 october 1845 gedeposeert ter studie van den notaris De Boeck
211
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
te Malderen, blijkens akte van depot van den 23 Meert 1846 waer van en van alle welke eene expeditie hier nevens is gevoegd. Bij welk testament den testateur De Keersmaecker aen den Bureele van Weldadigheyd dezer gemeente , vrij en ontheven van successie regten, geeft en legateert: A. Eene partij lands met hare boomen, genaemd den Boneet, gelegen te Londerzeel tegen het Kruysveld wijk F n°42 van het plan kadastral en aldaer gebragt voor eene groote van twee hectare zes aren, palende Dominicus De Keersmaecker, Philip De Keersmaecker, den graef Despoelbergh, en B. Drij partijen land en bosch met deszelfs boomen en houtdragt, gelegen te Londerzeel in den Neerhavert, wijk C, N° 320, 326 en 327 van gemeld plan, en aldaer te samen gebragt voor eene groote van eene hectare zeven en negentig are tachentig centiaren, palende den waterloop, Henricus Desmedt, Franciscus Verheyden en Josephus Verbesselt. Op last van den Bureel van weldadigheyd van ten eeuwigen dagen in de kerk van Londerzeel tot rust der zielen van den testateur, zijns ouders Petrus Judocus De Keersmaecker en Anna Maria Puttemans, en zijne twee zusters Maria Elisabeth en Maria Josepha De Keersmaecker te doen celebreren, twee gezongen missen met het orgelspel, ..... zijnde vier en twintig in het jaer met uytdeeling aen de arme menschen van Londerzeel voor eene waerde van zes en zeventig francs roggenbrood in het jaer, en ook eene aen het kerkfabriek van Londerzeel boven en ongeminderd de regten en kosten van deze missen, tot schadeloosstelling van het gebruyk des kleederen, lijnwaed, miswijn en wasch, te betalen tot twaelf franc ’s jaers. Overwegende dat deze goederen in de aengifte der nalatenschap van den testateur begroot zijn op eene waerde van fr. 12.736,00, waer van de inkomen berekend worden op fr. 280,00 ’s jaers. En dat de laste hierboven bij de gifte bedongen en vast gesteld jaerlijks beloopen tot fr. 190,00, dus dat er voor den Bureele van weldadigheyd een zuyver jaerlijks inkomen blijft van fr. 90,00, die men mag berekenen om zoo te zeggen op fr. 166,00 ’s jaers, vermits de uytdeling van fr. 76,00 in roggenbrood voor geenen last moet beschouwd worden ingezien deze uytdeling aen de arme menschen dezer gemeente moet geschieden, het welk van de eene naer de ander hand is overbrengen. Overwegende dat door deze gifte den Bureele van weldadigheyd een groot voordeel geniet. Delibereert den Bureele van weldadigheyd van deze gifte aennemen, na daertoe behoorlijk te zijn bemagtigt. Afschrift der tegenwoordige deliberatie zal aen de Permanente Deputatie van den Provincialen Raed van Braband gezonden woorden ten eynde de bemagtiging tot het aenvaerden van dit legaet te bekomen. Gedaen te Londerzeel in zitting van den 30 Januarius 1847. Gezien en goedgekeurd door den gemeenteraed. UC - N° 1406 Londerzeel 4 december 1847 (Kort) Gestuurd naar de commissaris, het Londerzeels reglement over de nachtpatrouilles, om door de gouverneur goedgekeurd te worden.
212
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
1848
UC - N° 1410 Londerzeel den 25 January 1848 Pro justitia - Het jaer 1848, den 25ste January, ten negen ueren voormiddag, is voor ons Jacobus Willocx, schepen gedelegueerden ambtenaer van Politie der gemeente Londerzeel, gecompareerd den heer Franciscus Moens, ontvanger der statie van den ijzeren weg alhier, en wonende binnen deze gemeente, den welken ons verklaert dat op gisteren 24 January, omtrent 8 uren des avonds, terwijl hij bezig was met eenige balen en matten specerijen te lossen van het convoi komende van Brussel, aldaer ook is gekomen Joannes Van Maelder, oud twintig jaren en Franciscus Van Maelder, oud zestien jaren, zonen van... , overleden, en van Theresia Wijns, thans echtgenote van Joannes Van Eeckhout, landbouwers wonende alhier; dat gemelden Joannes Van Maelder zich omtrent de afgeloste voorwerpen heeft begeven en eene der geloste matten, gevuld met vijgen, gestolen heeft, met dewelke hij de vlugt heeft genomen langst het Dorp dezer gemeente, vergezeld van zijnen gemelden broeder Franciscus Van Maelder. Waer van en van alle welke wij hebben opgemaekt het tegenwoordig proces verbael voor overgemaekt te worden aen den heer Procureur des Konings te Brussel. UC - 1411 Londerzeel le 25 Janvier 1848 Pro Justitia - Het jaer 1848 den 25sten Januarius ten elf uren voor middag, zijn voor ons Jacobus Willocx, schepen en gedelegueerden ambtenaer van Politie der gemeente Londerzeel, gecompareerd Josephus Van Assche, schepenen dezer gemeente, den welken verklaert dat hij geinformeerd zijnde van Petrus De Boeck, maelder woonende te Steenuffel, dat er hem omtrent de zeven honderd ponden gerstestooi ontstolen was en verdenkingen hebbende dat den genaemden Antonius De Boeck, arbeider woonende alhier, dader dezer diefte was, hebben zij Josephus Van Assche, Petrus De Boeck voormeld, vergezeld zijnde van Jan Baptist Van Steen en van Jan Baptist Lathouwers, beide veldwachters dezer gemeente, zich begeven in de woonste van Antonius De Boeck alwaer zij hebben bevonden twee bussels gerstestrooi, zijnde van dezelve soort. Verders verklaeren zij nog dat de vrouw van Benoit Verspreet, maelder woonende alhier, geassureerd heeft dat zij van gemelden Antonius De Boeck 532 ponden gerstenstrooi heeft gekogt welk strooi zij onderzogt hebben en alle van de zelve soort is. Waer van en van alle welke wij hebben opgemaekt het tegenwoordig proces verbael voor overgemaekt te worden aen den heer Procureur des Konings te Brussel. (verzonden met brief 1413 van 31 januari 1818). UC - N° 1418 Londerzeel le 24 fevrier 1848 Mr. le commissaire – (Vertaald) In 1847 werden in Londerzeel 45 personen ingeënt. Niemand is aan deze besmettelijke ziekte gestorven en iedereen is zonder misvormingen hersteld. Pokskens hebben zich niet vertoond. UC - N° 1424 Londerzeel 11 maart 1848. Pro Justitia - In den jaere 1848 den 11der maend maert, om 2 uren naer middag, is er misbruyk gemaekt geweest zoo als het nog meermaels geschied is, van wegens de heeren Nicolaes Sterckx en H. Van Meenen, beyde ambtenaeren van de accijnsen, woonende te Londerzeel, de welke alle beyde hunnen weg maeken en nemen door het land van Livinus De Keersmaecker
213
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
en van de weduwe Van Josephus Robberechts, beyde landbouwers woonende te Londerzeel, die daer van hunne klagten gedaen hebben en ook hunne schatting voor schaede die zij daer al in geleden hebben, aen eene somme van 6 francs te saemen. De contraventie is gedaen geweest door Jan Baptist Lathouwers, veldwachter der gemeynte Londerzeel. Den Borgemeester J.F. Verheyden. (Verzonden naar de vrederechter op 11 maart 1848) UC - N° 1422 Londerzeel le 13 Mars 1848 Monsieur le Juge d’instruction – (Vertaald) Xavier Rombaut, 36 jaar, geboren in Gijsegem, dagloner, weduwnaar van Petronille Vleminckx, wonend in Londerzeel, werd op 27 maart 1847 in Brussel veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 dagen. Hij heeft zijn straf in Brussel uitgezeten en kwam op 4 april 1847 vrij. UC - N° 1425 Londerzeel le 23 mars 1848 Monsieur le Juge d’ Instruction à Bruxelles – (Vertaald) Gevolg gevend aan uw verzoek nr. 91 van 13 maart heb ik samen met mijn twee veldwachters in mijn gemeente huisbezoeken afgelegd om de 4 à 5 zakken aardappelen terug te vinden die in de nacht van 10 op 11 maart ten nadele van landbouwer Jean François Vermeiren uit Wolvertem gestolen werden. Onze opzoekingen bij 1) jacques Maerens, 2) François Maerens, 3) François Lamberts, 4) Joseph De Schrijver, 5) Pierre Corneille Van Praet, 6) Charles De Saeger en 7) Jean De Leener, hebben niets opgeleverd. UC - N° 1426 Londerzeel le 23 mars 1848 Amission de l’hopital St. Jean à Bruxelles (Vertaald). Rosalie De Pauw, 16 jaar Jeanne Catherine De Pauw, 19 jaar Joseph De Pauw, 55 jaar, metser, geboren in Opdorp Allen wonend in Sint-Jans-Molenbeek. Gelieve deze drie personen niet langer op onze kosten te behandelen. Onze gemeentelijke administratie zal hen zelf het nodige voor hun genezing en onderhoud verschaffen. UC - N° 1428 Londerzeel le 30 Mars 1848 Monsieur le commissaire – (Vertaald) Uw brief van 23 maart. Ik heb de meest geleerde en ijverige landbouwers van mijn gemeente gevraagd om deel uit te maken van de landbouwcommissie. Iedereen heeft geantwoord deze opdracht niet te wensen. De burgemeester. GR - N° Londerzeel, gemeenteraadszitting van 7 april 1848 (Kort). Aanwezig: Jean François Verheyden, Burgemeester – Willocx en Van Assche, schepenen – Jean François Verbesselt, Dominique De Keersmaecker, A. Goossens, J.F. Van Ruysevelt, Guillaume L. Verheyden, raads-leden – Louis Van Onderbergen, secretaris. Onderwerp: benoeming bij geheime stemming van een gemeentesecretaris ter vervanging van Louis Van Onderbergen, ontslagnemend. Werkwijze: de raadsleden schrijven de naam van hun kandidaat op een wit blad papier en steken dat in een bokaal die daarna door de burgemeester geopend wordt. Deze controleert of het aantal briefjes gelijk is aan het aantal stemmers en leest dan de namen voor.
214
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Resultaat van de stemming: Jean Joseph De Cat, ontvanger van het weldadigheidsbureel, wonend in Londerzeel, 30 jaar oud, geboren in Brussel, beschikkend over de vereiste kennis en reeds voor de gemeente gewerkt, wordt met eenparigheid van stemmen verkozen tot nieuwe secretaris van Londerzeel. GR - N° 1 Zitting van 4 mey 1848 Tegenwoordig de heeren J.F. Verheyden, burgemeester, J. Van Assche, schepen, De Keersmaeker, J.J. Goossens, G.L. Verheyden, J.F. Verhofstadt, J.F. Van Ruysevelt, J.F. Verbesselt, leden, en J.J. De Cat, secretaris. Den gemeynten raed van Londerzeel in buytengewoone zitting vereenigd zijnde ten eynde overeenkomstig den brief van den heer arrondissementscommissaris van Brussel in dato 23 dezer maend N° 7759, in zijne tegenwoordigheid worde afgegeven aen den heer Oomen, doctor in de medicijnen in deze gemeynte, afschrift van een koninklijk besluyt 24 april laetstleden waerbij hem wordt toegestaen een eerbewijzende teeken, voor den ijver en de onbaetzuchtigheyd die hij betoond heeft in de uytbreiding van de koepokinenting, heeft den heer borgemeester den gemelden heer Oomen in de zitting doen inleyden in welke, na hem namens het Gouvernement te hebben begroet over den ijver en de onbaetzuchtigheyd die hij betoond heeft in de uytbreyding van de koepokinenting, is hem door den borgemeester afgegeven afschrift van het voormeld koninklijk besluyt. Den secretaris Den Borgemeester. GR - N° 2 Zitting van den 4 Mey 1848 Tegenwoordig de heeren J.F. Verheyden, borgemeester, J. Van Assche, schepen, De Keermaeker, J.J. Goossens, G.L. Verheyden, J.F. Verhofstadt, J.F. Van Ruysevelt, J.F. Verbesselt, leden, en J.J. De Cat, secretaris. De leden van het bureel van weldadigheyd der gemeynte Londerzeel. Overwegende dat krachtens het decreet van den 7 Germinal jaer XIII en de voordere bestaende wetten op het stuk, uyt hun midden moet gekozen worden eenen uytdeeler gelast met de uytdeeling der arme inkomsten aen de noodwendigen. Heeft goedgevonden hiertoe te benoemen den heer Amandus Van Assche. Den secretaris De Cat Den burgemeester J.F. Verheyden GR - N°3 Zitting van den 4 mey 1848 Benoeming van eenen ondermeester. Den burgemeester, na kennis te hebben gegeven aen de aenwezige leden, dat, overeenkomstig art. 66 van de Gemeyntewet van den 30 meert 1836, deze benoeming moet geschieden bij geheyme stemming en ter volkome meerderheyd, noodigt dezelve uyt van op een ongekleurd briefje te schrijven den naem van eenen candidaet en het zelve te plaetsen in eene daertoe bestemde bus. Ieder lid dusdanig briefje geschreven hebbende stelt het in de gemelde bus, dewelke geopend door den burgemeester, verzekert hij zich of het getal briefjes die zich in de bus bevonden gelijk was aen het gene der stemmers, dewelke voor uytslag heeft gegeven dat den heer B. Moens, alsnu ondermeester in de gemeynteschool alhier en geboren Opdorp, den ...., de eenparigheyd der stemmen heeft bekomen en alzoo tot ondermeester in de gemeynteschool is benoemd onder goedkeuring van het gouvernement, met ... stemmen. GR - N° 1391
215
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Londerzeel le 15 mai 1848. Le collège des bourgmestre et echevins à Monsieur le commissaire de l’arrondissement de Bruxelles - Monsieur le commissaire (Vertaald) In antwoord op uw brief die hier gisteren namiddag is aangekomen, betreffende de opmerkingen op de kiezerslijsten voor de kamers en de provincieraad die door de ontslagnemende secretaris werden aangebracht, sturen we u het resultaat van ons onderzoek. 1) Nummer 2 van de lijst. Deze is dezelfde als François Broothaers die onder twee verschillende artikels 3,48 en 19,74 fr. grondbelasting betaalt. 2) Nummer 4. De belastingen onder nr. 48 op de rol zijn niet gemeenschappelijk van de heren Caluwaerts en Hofman maar komen alleen aan de heer Caluwaers toe. 3) Nummer 6. De grondbelasting van de heer Cauwenbergh, die volgens de rol van 1848 door de kinderen Desmet betaald werd, en volgens de rollen van 1846 en 1847 door J.F. Desmet, werd aan hem toegewezen omdat de gronden waarop de belasting geheven werd eigendom zijn van zijn vrouw. 4) Nummers 9, 10, 38 en 48. De weduwen van Michel De Boeck, J.F. De Boeck, Joseph Robberechts en Antoine Van Eeckhout kunnen niet op de kieslijst voor de kamers staan, maar de eerste, de derde en de vierde moeten op de lijst voor de provinciale verkiezingen blijven staan, omdat zij zonen hebben die over de vereiste hoedanigheden beschikken. De 2de heeft er nauwelijks. 5) Nummer 11. De heer De Bondt betaalt de vereiste belasting niet en moet van de lijst geschrapt worden. 6) Nummer 12. Zelfde opmerking voor Martin De Bondt. 7) Nummer 14. De heer De Cat heeft in 1846 geen belastingen betaald en moet van de lijst geschrapt worden. 8) Nummer 17. De Keersmaeker Jean Augustin betaalde in 1846 en 1847 geen belastingen en moet van de lijst verdwijnen. 9) Nummer 21. Deze mijnheer De Nuyer is dezelfde als degene die onder art. 167 in 1846 9,36 fr. personenbelasting betaalde. 10) Nummer 27. De grondbelasting die op de rol van 1846, art. 243, op naam staat van Jacques Hermans, werd aan Joseph Hermans aangerekend die enige erfgenaam van zijn vader is. 11) Nummer 31. De belastingen werden op naam van de heer Minxels gezet omdat hij gehuwd is met weduwe De Hertogh. 12) Nummer 34. De heer Plaskie moet op de kieslijst blijven omdat de grondbelasting, voorkomend onder art. 363 van de rol van 1846, door hem verschuldigd is en (rest onleesbaar). 13) Nummer 39. Zelfde opmerking voor de heer Louis Seghers. 14) Nummer 42. De belastingen die op naam van Slachmuylders werden gezet werden door zijn moeder, de weduwe Henri Slachmuylders betaald, terwijl alle gronden waarop deze belastingen betrekking hebben aan derden werden verkocht. 15) Nummer 43. Mijnheer Van Cantelbeeck (?) betaalde geen belasting in 1846 en moet van de lijst geschrapt worden. 16) Nummer 47. Charles Van Doorslaer huurt de goederen die hem onterecht als eigendom werden toegeschreven en moet van de lijst verdwijnen. 17) Nummer 52. De kinderen Van Praet betalen ieder afzonderlijk slechts 8 fr. belasting en kunnen inderdaad niet collectief op de lijst voorkomen. Bij bevel, de secretaris De Cat De burgemeester, J.F. Verheyden. IC - N° 810 Vilvorde le 24 Mai 1848 Monsieur le Bourgmestre – (Vertaald) Ik heb de eer u in bijlage een exemplaar te sturen van de affiche die voor zaterdag 27 mei de verhuring aankondigt van het struikgewas dat groeit op de
216
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
berm van de ijzeren weg. Gelieve deze onmiddellijk uit te hangen en mij het ingesloten certificaat van uithanging, na ondertekening, per kerende terug te sturen. De ontvanger van Domeinen, Paulus. GR - N° 4 Zitting van Juny 1848. Den gemeynte raed van Londerzeel. Gezien art. 16 van de wet van den 8 Mey 1848. Gezien art. 6 van het koninglijk besluyt van den 21 der zelve maend. Heeft goedgevonden te benoemen tot leden van den opnemingsraed van den Burgerwacht de heeren Antoine Goossens en Joseph Goossens, en tot secretaris den heer J.F.Verbesselt. PV - N°1 Pro Justitia - Heden den derden Julius 1848 ten zeven ueren ’s morgens. Voor ons Jan Franciscus Verheyden, burgemeester der gemeynte Londerzeel, arrondissement Brussel, is verschenen Jan Baptist Sollie, veldwachter der gemeynte Ramsdonck, den welken ons heeft te kennen gegeven dat men een groot gedeelte haeren van de volgende stukken lands, die bezaeyd zijn met garst, hadden afgesneden en weggenomen, te weten: van eene opervlakte van omtrent zestig roeden van een stuk land genaemd het Langstuk, in gebruyk door den pachter Adrianus Moens te Ramsdonck woonende, van eene oppervlakte van omtrent vijftig roeden; van een stuk land genaamd den Buikenbooih (?), in gebruyk bij Josephus Van Keer, pachter woonende te Thisselt, en van eene oppervlakte van twintig roeden; van een ander stuk land genaemd het Palingstuk in gebruyk door den pachter Joanneds Benedictus Eeraerts , woonende te Ramsdonck, welke landen binnen deze gemeynte zijn gelegen en aen welke door dit feyt eene gezamenlijke schade is veroorzaekt van honderd francs, zoo door den garst die weggenomen geweest is dan door dengenen die verwoest is geweest, en dat hij vermoedde dat dit feyt was begaen door Petrus Van Schel, koopman en winkelier woonende te Londerzeel, wijk Stuyckberg bij zijnen broeder Antonius Van Schel en andere, ter oorzaek dat gemelden Van Schel wordt aenzien als gemeynlijk gestolene waeren aen te koopen; dat dientengevolge wij hebben ons vergezeld der twee veldwachters onzer gemeynte en door dengenen van Ramsdonck, begeven ten woonhuyze van den voornoemden Petrus Van Schel om er huyszoeking te doen voor de gemelde gestolen waren , alwaer zijnde, hebben wij onze opzoekingen bewerkstelligd en bevonden op den schelft van genoemden Antonius Van Schel, eene hoeveelheyd hooy van ongeveer drij duizend ponden, die wij vermoedden voorts te komen van diefte; gevolgentlijk hebben wij aen dezen gevraegd van waer dit hooy was voortskomende, denwelken ons heeft geantwoord, dat zijnen broeder Petrus het zelve had gekocht van behoeftige lieden, die dit hooy gedeeltelijk had gesneden, gevijdeld en gestolen, gelijk zulks gemeynlijk geschied; onze opzoekingen voortsgezet hebbende, hebben wij in dit huys geenen harst gevonden. Van daer ons begeven hebbende ten woonhuyze van Franciscus Van Buggenhout, oud vijfendertig jaeren, daglooner, woonende te Londerzeel, hebben wij vergezeld als voorzeyd, opzoekingen gedaen ter ontdekking van den der gemelde velden gestolen garst, en bevonden op den zolder eene groote hoeveelheyd afgesneden haeren garst, den welken wij in beslag hebben genomen en aenstonds den veldwachter der gemeynte Ramsdonck gelast van de eigenaers van de landen, waer den opgemelden garst was gestolen, voorzien van een stael, daer ter plaetsen te roepen, den welken zulks gedaen hebbende, zijn de voornoemde Josephus Van Keer en Joannes Benedictus Eeraerts aenstonds ten woonhuyze van gemelden Van Buggenhout, ieder voorzien van een stael van garst, genomen van het veld waer men de gestolen had weggenomen, terwijl den gemelden veldwachter was drager van dergelijk stael voortskomende van het veld van den pachter Moens. Deze staelen, in vergelijking gesteld met den garst bevonden op den zolder van Van Buggenhout, heeft de vergelijking stellig voor uytslag gegeven dat dezen laetsten was
217
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
voortskomende van de landen voormeld; gevolgentlijk hebben wij dien garst aengehouden, die bestond in eene hoeveelheyd van veertien zakken afgesneden haeren garst, en doen bestemmen op het gemeynte huys ter dispositie van de justitie; alsmede een jagtgeweer met twee loopen die wij insgelijks in het gemeynte huys hebben bestemd en in beslag genomen op dat het gevaerlijk was van het zelve ten huyze van Van Buggenhout te laeten. Waervan proces-verbael te Londerzeel dato als ten hoofde en na voorlezing hebben de drij veldwachters voormeld hetzelve benevens ons onderteekend. PV - N°2 Heden den vijfden Julius 1848 ten elf ueren ’s morgens . Wij, Josephus Van Assche, schepen der gemeynte Londerzeel voorzeyd, onderrigt geweest zijnde door den pachter Buydts, wonende alhier, vanwegens den veldwachter der gemeynte Ramsdonck, dat dezen ten woonhuyze van den gemelden Franciscus Van Buggenhout eene groote hoeveelheyd haeren van garst had bevonden, verborgen in de biehal bestaende in zijnen hof, en dat hij denzelven bewaerende was, hebben ons terstond, vergezeld door de twee veldwachters dezer gemeynte en door den pachter Petrus Josephus Van Ranst, woonende op de Keeshoef te Steenuffel, die ons kwam aenklaegen dat men ten zijnen nadeele en van zijn veld eensgelijks een zeker gedeelte garst had afgesneden, en in afwezigheyd van den Borgemeester, begeven ten huyze van gemelden Van Buggenhout, alwaer wij inderdaed ter plaetse aengewezen door den veldwachter van Ramsdonck, hebben bevonden eene hoeveelheyd van zestien zakken haeren van garst, tusschen welke geen meer aenwezig was van den genen van den pachter Van Ranst, maer welken had bevonden dat er van den zijnen aenwezig was in den garst daegs tevoren door den Borgemeester aengeslaegen, en die reeds in het gemeynte huys was bestemd, welken garst door ons in beslag is genomen geweest en bestemd in het gemeynte huys. Den veldwachter van Ramsdonck voegt hierbij dat Van Buggenhout hem heeft gezeyd, wanneer hij voor den rechter zal geroepen worden dat hij alles regt uyt zal zeggen. Waervan proces verbael te Londerzeel dato als ten hoofde, en naer voorlezing hebben de veldwachters voorzeyd benevens ons onderteekend. NC - Van Buggenhout François, 37 jaar, dagloner, geboren in Londerzeel, op 28 augustus 1848 veroordeeld door het hof van beroep te Brussel tot een gevangenisstraf van 3 maanden en een boete 337 fr. wegens diefstal van veldvruchten te Londerzeel. PV - N° 3 Het jaer 1848, den vijfden July, ten elf ueren voor middag. Ik ondergeteekenden Jan Baptist Van Steen, veldwachter der gemeynte Londerzeel en aldaer woonende, doende mijne gewoonlijke ronde, en gekomen zijnde op de heyde wijk 3 op de uur voorzeyd en vermoedende dat Joanna Maria Van Lier, weduwe van Guillelmus De Boeck, arbeydster woonende alhier op gemelde heyde, gestolen garst verborgen had, ben in derzelver woonst gegaen en heb gevraegd aen Elisabeth De Boeck, oud vierentwintig jaeren, en Joanna Maria De Boeck, oud zeventien jaeren, arbeydsters woonende in deze gemeente bij hare moeder voormeld, afwezig zijnde, of zij geenen garst hadden, waerop Elisabeth De Boeck voorzeyd heeft geantwoord van Neen; doch ziende dat op derzelver bedstede een verborgen pak was, heb ik gezien, na dat het zelve op mijn verzoek geopend was door voorzeyde Elisabeth De Boeck, eenen zak inhoudende omtrent twee derden van een zister uytgevreven garst. Achtervolgens haer gevraegd hebbende waer zij dien garst hadden bekomen, heeft Elisabeth De Boeck voormeld mij geantwoord dat zij niet wist alwaer en dat zij de plaets niet kon aenwijzen. Na al hetgene voorgaet en het vermoeden van diefstal dienaengaend, ben ik aldaer verbleven en heb Jan Van Ingelgem, oud omtrent achttien jaeren, gezonden bij den heer Van Assche, schepen dezer gemeente om dezen van het voorgevallen feyt kennis te geven, welken zich
218
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
aenstonds ter plaetse voorzeyd bij mij heeft begeven. Waervan ik heb opgesteld het tegenwoordig proces verbael om te dienen als naer rechte. Londerzeel dag, maand en jaer als boven. PV - N° 4 Het jaer 1848, den vijfden July ten elf ueren voormiddag. Ik ondergeteekende Josephus Van Assche, schepen der gemeente Londerzeel en aldaer woonende, ten dezen, in de afwezigheyd van den heer Borgemeester, uytoefenende de fonctie van ambtenaer van Politie, kennis bekomen hebbende van het feyt in het proces verbael hiervoren aengehaeld, heb mij begeven, vergezeld van Jan Baptist Lathouwers, veldwachter alhier, naer de woonst van Joanna Maria Van Lier, weduwe van Guillelmus De Boeck, alwaer ik in dezelve heb bevonden Jan Baptist Van Steen, ook veldwachter alhier, Elisabeth en Joanna Maria De Boeck – de moeder was afwezig – en heb gevraegd waer den garst was waervan Van Steen mij had kennis gegeven, is mij door Van Steen voorzeyd aengewezen eenen zak, welken ik bezigtigd hebbende, heb bevonden dat denzelven eene hoeveelheyd van omtrent twee derden van een zister uytgevreven garst inhield, geschat op eene waerde van drij francs. Ik heb aen voorzeyde gezusters De Boeck gevraegd waer zij dien garst hadden gehaeld, aengezien zij geen land in gebruyk hadden, dewelke mij geantwoord hebben, dat zij den zelven hadden geoogst; waerop ik haer heb gezeyd dat zij mij moesten doen zien alwaer zij dien hadden geoogst, hebben zij mij geantwoord, dat zij het niet konden doen. Achtervolgens deze antwoord en hetgene voorgaet heb ik den garst in beslag genomen, en den zelven door de veldwachters in het gemeynte huys doen overdraegen, om in geval van nood ter beschikking van de rechterlijke overheyd te worden gesteld. Waervan proces verbael te Londerzeel dato als boven, en hebben de veldwachters na voorlezing benevens ons onderteekend. UC - Londerzeel, den 8en July 1848 - Aen den heer Procureur des Konings te Brussel - Ik heb de eer aen Ued hiernevens te doen toekomen Proces-Verbael van garst, gevonden in de woonst van Joanna Maria Van Lier, arbeydster alhier op de heyde, wijk 3, weduwe van Gmus De Boeck, welken ik vermoedde aldaer bij diefte berustende te zijn. Den ambtenaer van Politie NC - De Boeck Jeanne Marie, 18 jaar, dochter van Jean Baptiste, Hooge Heide, dagloonster, geboren te Londerzeel, op 5 september 1848 veroordeeld door de politierechtbank tot een gevangenisstraf van 3 dagen en de proceskosten, wegens het stelen van voeder op een weide in Londerzeel. NC - Steenackers Joseph, 18 jaar, zoon van François, Hooge Heide, dagloner, geboren te Londerzeel, op 5 september 1848 veroordeeld door de politierechtbank tot een gevangenisstraf van 3 dagen en de proceskosten, wegens het stelen van voeder op een weide in Londerzeel. NC - De Boeck Phillipe, 25 jaar, koopman in kiekens, geboren in Londerzeel, op 23 augustus 1848 door de correctionele rechtbank van Brussel veroordeeld tot 8 dagen gevangenisstraf en een boete van 16 fr. wegens vrijwillige slagen en verwondingen, toegebracht in Wolvertem. GR - N° 5 Zitting van den 24 July 1848. Tegenwoordig de heeren J.F. Verheyden, borgemeester, Jh Van Assche, schepen, G. Verheyden, A. Goossens, J.J. Goossens, J.F. Verhofstadt, J.F. Verbesselt, D. De Keersmaeker, leden, J.J. De Cat, secretaris.
219
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Den raed der gemeente van Londerzeel bij een vergaederd ten eynde te onderzoeken en te sluyten de rekening door den heer De Cat, gemeenten ontvanger, over het dienstjaer 1847, voorgedraegen. Na dezelve nauwkeurig onderzocht en bemerkt te hebben dat al de uytgaeven die er deel van maeken door de daeraengevoegde bewijstukken behoorlijk zijn bewezen. Besluyt de ontvangsten op frs. 8034,41 de uytgaeven op frs. 9566,46 Waeruyt volgt eene tekortkomende somme van frs. 1532,05 Welke somme men in den budget over 1849, en na aftrok der buytengewoone ontvangsten als buytengewoone uytgaef zal brengen. Rekening der buurtwegen over 1847. Ontvangst frs. 1165,29 Uytgaef frs. 1165,29 Den overschot 0,00 Rekening der beken en waterloopen. Ontvangst frs. 113,59 Uytgaef frs. 113,59 Den overschot 0,00 GR - N° 6 Zitting van 24 July 1848. (Vertaald) Het college van burgemeester en schepenen van Londerzeel bevestigt dat conform art.140 van de gemeentewet van 30 maart 1836, de rekening van het dienstjaar 1847 gepubliceerd en aangeplakt werd. Tegenwoordig de heeren J.F. Verheyden, borgemeester, Jh Van Assche, schepen, G. Verheyden, A. Goossens, J.J. Goossens, J.F. Verhofstadt, J.F. Verbesselt, D. De Keersmaeker, leden, J.J. De Cat, secretaris. Den gemeynten raed van Londerzeel in buytengewoone zitting vereenigd om te beraeden nopens de middelen om aen de gemeynte te verschaffen de somme van frs 1816,04, die ontbreekt tot het dekken van de kosten van opbouwing van een schoolgebouw alhier. Gezien het bestek van het op te bouwen schoollokael, beloopende de somme van frs. 5010. Gezien de middelen van de gemeynte die beloopen ter somme van frs.3193,96 en die voortskomen van de verkooping van overschotten vanwegen en vague gronden dezer gemeynte. Overwegende dat de gemeynte ter gemoetkoming van de behoeftige volksklas geduerende de duerte der eetwaeren in de jaeren 1846 en 1847, en de ziekte den rooden loop, die strengelijk op deze volksklas heeft gehandeld, al hare spaerzaemheden heeft uytgeput; dat zij dientengevolge in de onmogelijkheyd is iets bij de gemelde bestembaere somme van frs. 3193,96 bij te brengen; dat het nogtans grootelijks noodzaekelijk is dat een schoolgebouw zonder uytstel opgerigt worde, zoo om levensmiddelen te bezorgen aen een gedeelte van de werkende volksklas als om aen de leerlingen een gebouw te bezorgen die alle zekerheyd aanbied tot bewaernis hunner gezondheyd. Overwegende dat de gemeynte reeds den aenkoop heeft gedaen van een gemeyntehuys en groote sacrificiën tot verbetering van wegen en aenlegging van steenwegen, dat ten aenzien van deze sacrificiën en de uytputting harer middelen den raed durft zich betrouwen dat het Rijk en de Provincie de ontbrekende somme zullen gelieven te dekken door onderstanden. Heeft dienvolgens besloten van het Rijk en het Provinciael Bestuer te aenzoeken aen de gemeynte wel te willen verleenen eenen gezamenlijken onderstand van 2816,04 frs. om de ontbrekende voltallig te maeken en alzoo het plaetselijk bestuer in staet te stellen het voorhandig gebouw op te rigten en het zelve van de noodige meubelen te voorzien. In zitting te Londerzeel dato als boven.
220
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Ter ordonnantie, den secretaris
Den burgemeester, J.F. Verheyden
GR - N° 7 Zitting van den 5 Augusty 1848. Tegenwoordig de heeren J.F. Verheyden, borgemeester, Jh Van Assche, schepen, G. Verheyden, A. Goossens, J.J. Goossens, J.F. Verhofstadt, J.F. Verbesselt, D. De Keersmaeker, leden, J.J. De Cat, secretaris. Den gemeynten raed van Londerzeel in buytengewoone zitting vereenigd om te beraemen nopens de middelen om aen de gemeenteschool de noodige middelen te verschaffen en in derzelver volmaking te voorzien. Gezien den brief van den heer arrondissmentscommissaris in date 24 July n° 8127, bij welken aen het collegie van burgemeeser en schepenen kennis wordt gegeven dat er voor aenkoop van meubelen alnog eene som van 658 frs. noodig is. Overwegende dat de gemeente reeds in hare rekening van het loopende jaar eenen deficit heeft van 1532,05 frs om welken te dekken den hoofdelijken omslag met gelijke som in 1849 zal moeten vermeerderd worden. Overwegende dat de gemeynte ter gemoetkoming van de behoeftige volksklas geduerende de duerte der eetwaeren in de jaeren 1846 en 1847, en de ziekte den rooden loop, die strengelijk op deze volksklas heeft gehandeld, al hare spaerzaemheden heeft uytgeput; dat zij dientengevolge in de onmogelijkheyd is in de ontbrekende som deel te kunnen nemen, welke beloopt op frs. 2816,04, waerin reeds frs. 1000 voor aenkoop van meubelen begrepen zijn (zie onze beraedslaging van 24 July laetsleden); dat het nogtans hoogst noodzaekelijk is dat een schoolgebouw zonder uytstel opgerigt worde, zoo om levensmiddelen te bezorgen aen een gedeelte van de werkende volksklas als om aen de leerlingen een gebouw te bezorgen die alle zekerheyd aanbied tot bewaernis hunner gezondheyd. Overwegende dat de gemeynte reeds den aenkoop heeft gedaen van een gemeyntehuys en groote sacrificiën tot verbetering van wegen en aenlegging van steenwegen, dat ten aenzien van deze sacrificiën en de uytputting harer middelen den raed durft zich betrouwen dat het Rijk en de Provincie de ontbrekende somme zullen gelieven te dekken door onderstanden. Heeft dienvolgens besloten van het Rijk en het Provinciael Bestuer te aenzoeken aen de gemeynte wel te willen verleenen eenen gezamenlijken onderstand van 2816,04 frs. om de ontbrekende voltallig te maeken en alzoo het plaetselijk bestuer in staet te stellen het voorhandig gebouw op te rigten en het zelve van het noodige schoolgerief te voorzien. In zitting te Londerzeel dato als boven. Ter ordonnantie, den secretaris Den burgemeester, J.F. Verheyden GR - N° 8 Zitting dan den 8 Augustus 1848. Tegenwoordig de heeren J.F. Verheyden, burgemeester, Van Assche, schepen, J.J. Goossens, Ant. Goossens, Dom. De Keersmaecker, Verhofstadt, Verbesselt, leden, J. De Cat, secretaris. De gemeenteraed van Londerzeel, gezien het artikel 5 der wet van den 23 september 1842 en het koninklijk besluit van den 26 mei 1844. Gezien den lijst der arme kinderen voorgedragen om het kosteloos onderwijs ten onkosten der gemeynte gedurende het schooljaer van 1848-1849 te ontvangen. Gezien het verslag van het bureel van weldadigheyd bestemmende de somme 12 francs voor welke dit gesticht deel zal nemen in het kosteloos onderwijs van de kinderen die erkend worden daer toe recht te hebben in uytvoering van het art.11 des koninklijk besluits van den 26 Mei 1843. Besluit.
221
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Art.1 - Het getal kinderen die het kosteloos onderwijs in de gemeente gedurende het schooljaer 1848-1849 zullen ontvangen is vastgesteld op 100 jongens en 57 meisjes. Art.2 - De gemeenteschool, bestuurd door den heer Bernardus Kerremans, wordt aengewezen voor de zending van 100 jongens. De gemeenteonderwijzer zal eenen geheelen onderstand genieten van frs. 586 voor het onderwijs dat hij aen de bovengemelde kinderen zal geven. In deze som zal het bureel van weldadigheyd deel nemen voor frs. 12. De school der dochters, genaemd de ursulinen, bestuerd door juffrouw Simons is bestemd voor de zending van 57 meisjes. De onderwijster zal een geheelen onderstand ontvangen van frs. 50 voor het onderwijs dat zij aen de voorzeyde kinderen zal geven, welken zal genomen worden uit den onderstand van gelijke waerde, dien het Gouvernement uit dien hoofde haer toestaet. Art.3 - Afschrift van de tegenwoordige zal naer de gewone wijze van de briefwisseling aen de Permanente Deputatie van den Provincialen Raed toegezonden worden, om aldaer beslist te worden gelijkvormiglijk aen het art.13 van het koninklijk besluit van den 26 Mei 1843. GR - N° 9 Zitting van den 17en Augusty 1848. Plaetsing van een banen barreel. Tegenwoordig de heeren Verheyden, burgemeester, Jos. Van Assche, schepen, J.J. Goossens, A. Goossens, Dom. De Keersmaecker, J.F. Van Ruysevelt, Guil. Verheyden, J.F. Verhofstadt, J.F. Verbesselt, leden, en J.J. De Cat, secretaris. De gemeenteraed van Londerzeel, in buitengewoone zitting (bijeengekomen aangaande het voornemen om een barreelrecht in te stellen op de baan) van Steenhuffel, door deze gemeente naer Mechelen. Overwegende dat deze gemeente sedert eenige jaren groote sacrificiën heeft gedaen zoo ter kasseiding van wegen als tot onderhoud der zelven. In aenmerking nemende dat er nu alhier een kasseyden weg aenwezig is hebbende omtrent 4000 meters uitgestrektheid, in wiens onderhoud jaerlijks zal moeten voorzien worden; dat het van dan af billijk zoude wezen dat op den zelven een Barreel geplaetst worde, voor welken te doorrijden den helft van den tol zoude geëischt worden van dengenen geheven op de barreelen der provinciale wegen, bij welks opbrengst in deszelfs onderhoud voorzien zal worden, en voorts tot verlening en verbetering van andere wegen. Heeft besloten. De Permanente Deputatie van den Provincialen Raed te aenzoeken aan het gemeentebestuer van Londerzeel de noodige magtiging te willen verleenen om alhier, op den voorzeiden kasseideweg, eenen halven barreel te mogen plaatsen teneinde door deszelfs opbrengst in zijn onderhoud te voorzien, en het overige tot verbetering van wegen te gebruiken. In zitting te Londerzeel dato als ten hoofde. GR - N° 10 Séance du 29 Août 1848. Présents messieurs Verheyden, bourgmestre, Van Assche, echevin, J.J. Goossens, A. Goossens, Dom. De Keersmaecker, Van Ruysevelt, Guill. Verheyden, Verhofstadt, membres, et J.J. De Cat, secrétaire. (Vertaald en iets ingekort) Beraadslaging over een omzendbrief van 2 juli van de minister van binnenlandse zaken naar de gouverneurs met de bedoeling spaarkassen op te richten voor de aankoop van wintervoorraden voor de werkende bevolking.. ... Overwegende dat de werkende bevolking van Londerzeel niet in staat is om wekelijks een deel van zijn salaris opzij te zetten aangezien het dagloon slechts 63 à 72 centimes bedraagt en dat dit nauwelijks voldoende is om er aan de boeren de pacht mee te betalen van de velden die ze met aardappelen beplanten, om er hun schulden mee af te lossen die ze bij de winkeliers en
222
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
anderen hebben openstaan en om te kunnen voorzien in de kleding en het onderhoud van hun familie die in het algemeen uitgebreid is. Overwegende dat de zogezegd bemiddelde inwoners van onze gemeente, die een jaarlijkse schenking ten gunste van de werkende bevolking zouden moeten doen om aldus hun behoeften tijdens te winter te helpen lenigen, al zwaar belast worden, met name door de gedwongen leningen die hen onlangs werden opgelegd, door de hulp die ze reeds aan de werkende bevolking verlenen, hetzij publiekelijk hetzij in het geheim, door de lage prijs van de graangewassen en het rotten van de aardappelen, en hierdoor zodanig in hun mogelijkheden beperkt worden dat ze geen groter offers meer kunnen brengen. Besluit de gemeenteraad, Dat de oprichting van een spaarkas voor de aankoop van wintervoorraden voor de werkende bevolking in onze gemeente niet mogelijk is. GR - N° 11 Séance du 5 Septembre 1848 (Vertaald en iets ingekort) Aanwezig: J.F. Verheyden, burgemeester, Jh Van Assche, schepen, J.J. Goossens, Ant. Goossens, J.F. Van Ruysevelt, Dom. De Keersmaecker, Guil. Verheyden, J.F. Verhofstadt, J.F. Verbesselt, leden, en J.J. De Cat, secretaris. Beraadslaging over de middelen 1) om de registers van de burgerlijke stand, de officiële bulletins en de Memoriaals van Administratie (periode 1844-1847) in te laten binden en 2) voor de verhoging van het loon van de gemeentesecretaris. Gezien de inbindkosten begrepen zijn in de algemene kosten van het gemeentelijk administratiebureel (jaarlijks 150 fr.) en dus ten laste vallen van de gemeentesecretaris. Gezien de vorige secretaris, Louis Van Onderbergen, deze som van 150 fr. ontvangen heeft tijdens de jaren 1844, 1845, 1846 en 1847, en hij zijn deel voor het lopende jaar nog zal ontvangen, gezien hij verwaarloosd heeft om de belangrijke stukken in te laten binden, zoals hij overigens zoveel zaken heeft laten slingeren en het bureel in een dermate grote wanorde heeft achtergelaten dat hij zijn opvolger grote problemen en kosten heeft bezorgd. Overwegende dat de huidige gemeentesecretaris recht heeft op een jaarvergoeding van 1300 fr. en dit jaar slechts 922 fr. zal ontvangen, is het rechtvaardig dat hij 378 fr. extra zal ontvangen, zowel als recompensatie voor de tomeloze inzet waarmee hij zich van zijn taken kwijt, voor de kosten die hem door de verwaarlozing door zijn voorganger worden veroorzaakt, en voor het laten inbinden van de registers van de burgerlijke stand. Dit geld kan worden afgenomen van het surplus van de rekening 1848, zijnde 1141,83 fr. Aan de bestendige deputatie zal toelating gevraagd worden om aldus te handelen. PV - N° 5 Heden den achtsten September 1848, ten zes ueren ’s morgens. Voor ons Joannes Josephus De Cat, gemeente secretaris van Londerzeel, ten deze gedelegueerd door den heer Burgemeester, is gekomen Franciscus Cools, oud .... jaeren, landbouwer, woonende te Breendonck, provintie Antwerpen, den welken ons heeft te kennen gegeven, dat gisteren een groot gedeelte boekweit stuiken, hebbende de waerde van omtrent dertig frank, van een stuk land, henaemd het Blok, van een oppervlakte van 25 roeden, gelegen alhier op de heide, bij hem in gebruik, is weggenomen, en dat hij vermoedde dat deze diefstal is begaen door Maria Catharina Broothaerts, oud 56 jaeren, vrouw van Hendrik Teugels, arbeidster, Petrus Piessens, oud 52 jaeren, arbeider, Franciscus Josephus Vleminckx, oud 58 jaeren, arbeider, en Andreas Van Eeckhout, oud dertig jaeren, arbeider, woonende alle in deze gemeente, en dientengevolge ons heeft aenzocht om ten hunnen huizen de noodige opzoekingen te willen doen. Waervan wij hebben opgesteld het tegenwoordig proces verbael, hetwelk de aenklager na voorlezing met ons heeft onderteekend. Te Londerzeel, dato als ten hoofde.
223
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Heden achtsten September 1848, de tien ueren voormiddag, ten gevolge van de bovengemelde klagt, hebben wij Joannes Josephus De Cat, gemeente secretaris van Londerzeel, ons begeven, vergezeld door den voormelden Franciscus Cools en Jan Baptist Van Steen, veldwachter alhier, op het stuk land hierboven gemeld, ten einde ons te verzekeren of de boekweit voormeld aldaer was weggenomen en bevonden hebbende dat zulks gelijkvormig was met de waerheid hebben ons voorts begeven ten woonhuize van gemelde Maria Catharina Broot- haerts, alwaer wij gevonden hebben een gedeelte uitgedorschte boekweit inhoudende omtrent drij liters. Van daer ons begeven hebbende ten woonhuize van Petrus Piessens, hebben aldaer bevonden twee pakken uitgedorschten en drij stuiken boekweit, inhoudende te samen omtrent een half zister. Van daer gegaen zijnde bij den voornoemden Francis Vleminckx, hebben aldaer bevonden omtrent 1 ½ zister uitgedorschten en zestien stuiken boekweit, en eindelijk gekomen zijnde in de woonst van Andreas Van Eeckhout hebben op derzelfde zolder gevonden tien stuiken boekweit, welke bevonden boekweit en boekweit stuiken de aenklager Cools Franciscus heeft verklaerd degene te zijn, die van zijn stuk land weggenomen waren, gevolgentlijk hebben wij dezelve in beslag genomen en in het gemeente huis alhier doen overvoeren. Waervan proces verbael te Londerzeel dato als ten hoofde, hetwelk na voorlezing Franciscus Cools en Jan Baptist Van Steen benevens ons hebben onderteekend. UC - Londerzeel den 11 september 1848 - Aen den heer Procureur de Konings te Brussel - Ik heb de eer aen Ued hiernevens te doen toekomen Proces-Verbael van huiszoekingen van boekweit, gedaen in de woonsten van Maria Catharina Broothaerts, Petrus Piessens, Franciscus Joseph Vleminckx en van Andreas Van Eeckhout, alle arbeiders woonende in deze gemeente. De gedelegueerde ambtenaer. PV - N° 5bis Heden den achtsten september 1848 te tien en half ueren des avonds. Wij Josephus Van Assche, schepen, gedelegueerde ambtenaer van Politie der gemeente Londerzeel, arrondissement Brussel, doende onze gewoonlijke ronde, vergezeld door den gemeente secretaris en door Jan Baptist Lathouwers, veldwachter alhier, ten einde ons te verzekeren of de herbergen op de ueren van vertrek bepaeld bij artikel zes van het politie reglement dezer gemeente, gesloten waren, en gekomen zijnde 1° bij Romanus Van Keus (?), herbergier alhier Wijk 6 Nr.2, hebben bevonden Joannes Van Riet, oud ... jaeren, arbeider, Egidius De Jonghe, oud ... jaeren, arbeider, Joannes Van Muylder, oud .... jaeren, arbeider, alle alhier woonende. 2° Gekomen zijnde in de herberg genaemd Dermonde, gehouden door Joannes Verbruggen, hebben aldaer bevonden den heer Hoorickx, oud ... jaeren, heelmeester en Joannes Goossens, oud .... jaeren, landbouwer, alhier alle woonende. Van daer ons begeven hebbende in de herberg genaemd Manneken Pis, gehouden door Joannes Verspecht, hebben aldaer bevonden Judocus Van Mol, oud 30 jaeren, dienstbaer bij Jan Augustijns, De Keersmaecker, brouwer alhier, Joannes Verdickt, oud 27 jaeren, dienstbode bij gemelden De Keersmaecker, N. Van Doren, oud omtrent 35 jaeren, pachter woonende te Steenuffel, Josephus Janssens, oud omtrent 35 jaeren, veldwachter te Wolverthem-Rossem, N. Verheyden, oud ... jaeren, landbouwer woonende te Rossem voormeld en Franciscus Segers, oud 22 jaeren, zonder beroep, woonende bij Ludovicus Segers, herbergier alhier, aen welke persoonen wij proces verbael hebben verklaerd, hetwelk de heer De Cat en Lathouwers na voorlezing benevens ons hebben onderteekend. PV - N° 6
224
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Heden den tienden September 1848, ten elf ueren ’s avonds. Wij Josephus Van Assche, schepen, gedelegueerden ambtenaer van Politie der gemeente Londerzeel, arrondissement Brussel, doende onze gewoonlijke ronde, vergezeld door den gemeente secretaris en door Jan Baptist Lathouwers en Jan Baptist van Steen, veldwachters alhier, ten einde ons te verzekeren of de herbergen op de ueren van vertrek bepaeld bij artikel 6 van politie reglement dezer gemeente gesloten waren, en gekomen zijnde 1° Bij de weduwe Jan Franciscus De Boeck, herbergierster genaemd de Oliemolen, hebben aldaer bevonden 1° Robberechts Pierre, oud 38 jaeren, beroep landbouwer, 2° Verlinden Joannes, oud 32 jaeren, beroep dienstbode woonende te Rossem, 3° Willocx Louis, oud 25 jaeren, landbouwer, 4° Willocx Joannes, oud 23 jaeren, beroep landbouwer, 5° Broothaerts Petrus, oud 28 jaeren, beroep daglooner, 6° Wauters Josephus, oud 40 jaeren, beroep metser, 7° Goossens Henricus, oud 23 jaeren, beroep dienstbode en 8° Van Muylder Louis, oud 29 jaeren, beroep blokmaker. 2° Gekomen zijnde in de herberg genaemd het zwart paerd, gehouden door Adrianus Meeus, hebben aldaer bevonden 1° De Vil Judo, oud 30 jaeren, beroep landbouwer, 2° Peeters Petrus, oud 30 jaeren, beroep landbouwer, woonende alle alhier, aen welke persoonen wij proces verbael hebben verklaerd het welk de heer De Cat, Lathouwers en Van Steen na voorlezing benevens ons hebben onderteekend. Londerzeel den 11 September 1848 - Mijnheer de Vrederechter - Ik heb de eer aen Ued hiernevens te doen toekomen twee processen verbael van overtreding aen het artikel 6 van het Politie Reglement dezer gemeente, opgemaekt ten laste van onderscheidene persoonen. Voor aleer wij onze werkzaemheid hebben vervoorderd, hebben nog de belanghebbenden verwittigd met de berigten, die aengeplakt waren acht dagen te voren. De ambtenaer van Politie. UC - N° Londerzeel 17en September 1848 Mijnheer de Procureur des Konings - In antwoord op uwen geëerden brief in dato van 12 dezer maend, parquet N° 14145, heb ik de eer ter uwer kennis te brengen, dat ik den gemeente secretaris gemagtigd had van huiszoeking te doen ten einde de gestolen voorwerpen te ontdekken 1° omdat er maer één schepen in deze gemeente aenwezig is, en 2° omdat ik mij in dien oogenblik, zonder vertoeven, moet absenteren, alsmede dat de persoonen, gemeld in het proces verbael, in het algemeen als oneerlijke lieden aenzien worden. Gelieft, Mijnheer, mij wel te willen doen kennen of de boekweit in het gemeente huis bestemd, aldaer moet blijven berusten, of dat zij aen de persoonen weder moet overhandigd worden. De Burgemeester. PV - N° 8 Het jaer 1848, den zeventienden September, om drij ueren namiddag. Ik ondergeteekende, Jan Baptist Van Steen, veldwachter der gemeente Londerzeel, verklaer dat, al doende mijne ronde binnen de gemelde gemeente en gekomen zijnde ter plaetse genaemd Sneppelaer Weide, toebehoorende aen de weduwe Gravin de Spoelberch, en in gebruik bij Joseph Van Assche, pachter en schepen dezer gemeente, Ludovicus Verbruggen, oud 22 jaeren, zonder beroep, woonende bij zijnen stiefvader Petrus Piessens (?), arbeider alhier op de heide, bezig was met het mest uit gemelde weide te rapen, zonder daertoe permissie van Joseph Van Assche voorzeid te hebben bekomen. Waervan proces verbael te Londerzeel, dag, maend en jaer als boven. Getekend J.B. Van Steen. UC - Londerzeel, den 18 September 1848 - Mijnheer den Vrederechter - Ik heb de eer aen Ued hiernevens te doen toekomen proces verbael opgesteld door Van Steen, veldwachter,
225
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
ten laste van Ludovicus Verbruggen, oud 22 jaeren, zonder beroep, beide in deze gemeente woonende, en welke bij vonnis uitgesproken door de correctionnele rechtbank te Brussel, in dato 31 July 1846, voor omzwerving, maraudage, alnog tot 15 dagen gevangenis en 6 frank amende verwezen is geweest. De Burgemeester. NC - Verbruggen Louis, 22 jaar, zonder beroep, geboren in Londerzeel, op 17 september 1848 veroordeeld door de politierechtbank tot een gevangenisstraf van 3 dagen en een boete van 3 fr., wegens moeskopperij in Londerzeel. Verbruggen Louis, 22 jaar, zonder beroep, geboren in Londerzeel, op 23 september 1848 veroordeeld door de correctionele rechtbank tot een gevangenisstraf van 15 dagen, wegens moeskopperij in Liezele. Verbruggen Louis, 22 jaar, zonder beroep, geboren in Londerzeel, op 3 oktober 1848 veroordeeld door de politierechtbank tot een gevangenisstraf van 3 dagen en een boete van 1 fr. wegens het wegnemen van meststoffen op een weide in Londerzeel. PV - N° 9 Op heden den achttienden September 1818, ten negen ueren voor middag, voor ons Joannes Franciscus Verheyden, Burgemeester der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Franciscus Van Campenhout, oud 45 jaeren, landbouwer, woonende in deze gemeente, dewelke ons heeft aengeklaegd dat de heer Petrus De Cnops, gewezen employeerde der accijnzen, thans verblijvende bij Joannes Henricus Pas, herbergier alhier centrum, gaende voorbij zijne woonst op gisteren zestienden dezer omtrent vijf ueren namiddag, vergezeld door deszelfs hond, deze hond des aenklagers kat heeft doodgebeten en dat dit feit begaen is geweest in tegenwoordigheid van Jan Baptist Lathouwers, veldwachter alhier, en van Antonius Lamberts, oud omtrent 68 jaeren, schoenmaker, beide in deze gemeente woonende, dewelke die kat erkend hebben voor degene te zijn, die aen den aenklager toebehoort, en den hond als toebehoorende aen gemelden heer Petrus De Cnops. Waervan wij hebben opgesteld het tegenwoordig proces verbael om te dienen als naer rechte, en heeft de aenklager na voorlezing verklaerd niet te kunnen schrijven, zijnde ongeleerd. Te Londerzeel, dag, maend en jaer als ten hoofde. NC - De Cnop Pierre, voormalig bediende, op 3 oktober 1848 veroordeeld door de politierechtbank tot een boete van 11 frank omdat zijn hond in Londerzeel een kat heeft doodgebeten. PV - N° 7 Londerzeel, den 20en September 1848 Mijnheer de Procureur des Konings - In antwoord aen Ued apostille in date 19en dezer maend, parquet N° 14347 betrekkelijk tot inlichtingen over de feiten begaen ter woonste van Petrus Franciscus Van Buggenhout, thans in hechtenis, door Petrus Van Schel, koopman in deze gemeente, heb ik de eer ter Ue kennis te brengen, dat ik mij heden omtrent vijf ueren des namiddags begeven heb, vergezeld door de twee veldwachters dezer gemeente, in de woonst van gemelden Van Buggenhout, alwaer ik bevonden heb Anna Catharina Van den Eede, echtgenote van voorzegden Van Buggenhout, dewelke ik ondervraegd hebbende over het feit, ten haren huize voorzeid begaen, ons dienaengaenden heeft verklaerd dat Petrus Van Schel, koopman alhier woonende, op 29en Augusty ll, in hare woonst is ingekomen en zich op haren zolder heeft begeven, alwaer zijnde hij een gedeelte van omtrent 175 voeten berd, die deelmaekte van haren zolder en met nagels vastwaren, heeft afgebroken en van dezelve eenen muur heeft gemaekt, die voor scheidmuur moet dienen tusschen den zolder van de aenklaegster en dengenen
226
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
welken hij valschelijk beweert de zijne te wezen; dat hij weer in de kamer gegaen zijnde, met eenen ijzeren hamer en een breekijzer een gat heeft gemaekt van omtrent eenen meter en 38 centimeters hoogte op een breedte van 69 centimeters door den muur tusschen kamer en kelder, en dat gemelde Van Schel met hulp van Franciscus Teugels, oud eenentwintig jaeren, en Ludovicus Steenackers, oud tweeentwintg jaeren, zonder beroep, woonende beide alhier op de heide, uit haren woonst op dertienden dezer maend, dievelijk heeft weggenomen een gedeelte witte en grauwe vodden, en andere voorwerpen welke aen haer huisgezin toebehoorden, zijnde gezamentlijk van eene waerde van ongeveer acht frank, en dat Joannes Van Cauwenbergh, oud drij en dertig jaeren, landbouwer, alhier, Benedictus Reyniers, oud vijftien jaeren, zoon van Josephus Reyniers, woonende alhier op Stuikberg, gezien hebben dat die voorwerpen uit hare woonst door Van Schel en consoorten weggenomen zijn geweest. De Burgemeester. UC - Londerzeel, den 20 Sept. 1848 - Mijnheer de Procureur des Konings - Onder terugzending van den brief aen Ued toegezonden door Van Buggenhout, vergezeld door uwen apostille in dato 19en dezer maend, parquet N° 14347, heb ik de eer aen Ued den mijnen betrekkelijk de inlichtingen over de feiten, begaen in de woonst van Van Buggenhout voormeld door Pieter Van Schel te doen toekomen. De Burgemeester. PV - N° 10 Het jaer 1848, den negenden der maend october, ten acht ueren voor middag, voor ons Joannes Franciscus Verheyden, Burgemeester der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Elisabeth Reyniers, oud 61 jaeren, echtgenote van Franciscus Plaskie, landbouwer alhier, dewelke ons heeft aengeklaegd dat Francisca Alewaeters, oud 10 jaeren, dochter van Francis Alewaeters, woonende alhier, gisteren om 9 ueren voormiddag, haer plotseling eene handvol zand in het aengezigt heeft geworpen, dat Francisca de Maeyer, moeder van gezegde Francisca Ale- waeters, bij haer is gekomen, haer ter aerde heeft geworpen, haer eenen stamp met den voet op hare heup, eenen stamp op den knie heeft toegebragt, den neusdoek en kap van haer hoofd heeft afgetrokken , en dat zij op den zelfden oogenblik eene som gelds van zeven gulden is kwijtgeworden; dat Franciscus Alewaeters, echtgenoot van de aengeklaegde Francisca De Maeyer en vader van Francisca Alewaeters, haer aenklaegster met eenen stok heeft achtervolgd tot aen hare woonst, dat zij eene declaratie heeft gevraagd aen den heer Hoorickx, heelmeester alhier om hier te worden bijgevoegd. Dat hetgene voorschreven gezien is geweest door Anna Catharina Goossens, oud veertig jaeren, arbeidster, door Francis Talboom, oud veertig jaeren, landbouwer, en Agnus De Borger, oud vijftig jaeren, landbouwer, alle drij de getuigen alhier woonende. Waervan proces verbael te Londerzeel, dato als boven, heeft de aenklaegster, na voorlezing met ons onderteekend. PV - N° 11 Het jaer 1848, den negenden der maend october ten elf ueren voormiddag, voor ons Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Franciscus Alewaeters, oud 51 jaeren, landbouwer, woonende alhier, dewelke ons heeft verklaerd dat hij gisteren omtrent negen ueren des voormiddags, op het gerucht van de kinderen uit zijne woonst komende, heeft gezien en gehoord dat er geschil tusschen zijne vrouw Francisca De Maeyer, zijne dochter Francisca Alewaeters en tusschen Elisabeth Reyniers, oud 61 jaeren, echtgenote van Franciscus Plaskie, landbouwer alhier, gerezen was; dat hij dezelve genaderd zijnde, Elisabeth Reyniers hem alsdan heeft verweten dat hij een dief was en dat hij hare hemden had gestolen, dat zijne vrouw Francisca De Maeyer eene hoer was en dat zij alle zondagen op den toer ging. Dat in de zaek als getuigen kunnen aenhoord worden, Egidius Van Campenhout, oud 59 jaeren, landbouwer, Josephina Reyniers, oud 12 jaeren, en Theresia Van Campenhout, oud 15 jaeren, alle alhier woonende. Waervan proces verbael te Londerzeel dato als ten hoofde, en
227
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
heeft de aenklager na voorlezing verklaerd niet te kunnen naemteekenen. N.B. De zendbrief draegt het zelfde nummer. GR - N° 12 Zitting van den 12 october 1848. Tegenwoordig de heeren Joannes Franciscus Verheyden, voorzitter, Carolus Geys, pastor, Amandus Van Assche, Josephus Van Ruysevelt, Guillemus Verheyden, leden. De leden van het bureel van weldadigheid in gewoone zitting vergaderd om over te gaen tot de onderzoeking der ontvangsten en uitgaven gedaen door deszelfs ontvanger gedurende het dienstjaer 1847. Gezien de gemelde rekening. Overwegende dat de uytgaven door hem gedaen door behoorlijke bewijsstukken zijn ondersteund, stelt de zelve onder de nadere goedkeuring van den gemeenteraed vast als volgt: De ontvangsten ter somme van frs. 4483,36 De uytgaven ter gene van frs. 4466,55 En het batig slot op frs. 16,81 De gemeenteraed van Londerzeel, Gezien de rekening over het dienstjaer 1847 voorgedraegen aen de leden van het Bureel van weldadigheid door des zelfs onvanger. Overwegende dat zij door behoorlijke bewijsstukken is ondersteund, keurt de zelve goed zoo als zij goedgekeurd is door de leden van het Bureel van Weldadigheid. Gedaen te Londerzeel den 12 october 1848. PV - N° 12 Brand - Het jaer 1848, den 22 der maend October, ten zes ueren voor middag. Wij Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester der gemeente Londerzeel, onderrigt zijnde door Jan Baptist Lathouwers, veldwachter alhier, dat op gisteren 21 dezer maend, het huis toebehoorende aen Franciscus Van Zaelen en hetgene toebehoorende aen Petrus Lauwers, beide woonsten aen elkander vasthoudende, door den brand vernietigd zijn geweest, hebben ons achtervolgens de voorgaende verklaring zonder uitstel begeven, vergezeld door den heer De Cat, secretaris dezer gemeente, ten gehuchte Patattenstraat, plaets alwaer de brand ontstaen was en aldaer gekomen zijnde, hebben wij bevonden dat de huizen, meubelen, een varken, oogst en lijnwaed, schueren, stallen, met al derzelver toebehoorten, toebehoorende aen Petrus Lauwers en aen Franciscus Van Zaelen, beide verzekerd tegen brand door de maetschappij A.G. te Brussel, het eerste voor eene waerde van 2000 frank, en het tweede voor eene waarde van 2500 frank, teenemael door den brand verslonden zijn geweest, ter uitzondering van een koei toebehoorende aen Van Zaelen, en welker schade wij begroot hebben, te weten: van Lauwers op 2150 frank en van Van Zaelen op dezen van 2650 frank. Na hetgene voorschreven bevonden te hebben, hebben nog de genaemde eigenaren Van Zaelen en Lauwers ondervraegd over de oorzaek van dien brand, dewelke ons des aengaende verklaerd hebben dat de zelve hun teenemael onbekend was en dat zij niemand als dader van dien ongelukkigen voorval konden vermoeden. Waer-van proces verbael te Londerzeel. PV - N° 13 Heden den 23 October 1848 ten 10 ueren voor middag, voor ons Joannes Franciscus Verheyden, Burgemeester der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Petrus Joannes Keymolen, oud 20 jaeren, dienstbode bij Franciscus Rumkens, herbergier alhier, dewelke ons heeft aengeklaegd dat hij op gisteren zondag omtrent 11 ueren ’s nachts uit de herberg, gehouden door François Broothaerts, is vertrokken, vergezeld door Franciscus Van Muylder, oud 25 jaeren, landbouwer alhier en door Gerardus Van Campenhout, oud 35 jaeren, landbouwer alhier, om zich naer zijne
228
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
woonst te begeven en gekomen zijnde regt over de woonst van gemelden Van Campenhout, heeft deze hun verzocht om bij hem binnen te komen als vrienden en eene pijp te rooken; dat zij binnen gegaen zijnde, de genoemde Gerardus Van Campenhout in zijne kamer is gesprongen, aldaer een geweer heeft genomen en met hetzelve eenen hevigen slag op de linke hand van hem, aenklager, heeft toegebragt, de welke hem groote pijnen veroorzaekt en hem buiten staet stelt eenigen arbeid kunnen verrigten; dat hij aenklager onmiddellijk de woonst van gezegden Van Campenhout heeft verlaten en zich naer zijne woonst heeft begeven. Waer van proces verbael te Londerzeel dato als ten hoofde en heeft de aenklager na voorlezing verklaerd niet te kunnen schrijven. PV - N° 14 Heden den 23 October 1848 ten 3 ueren namiddag. Voor ons J.F. Verheyden, burgemeester der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Gerardus Van Campenhout, oud 35 jaeren, landbouwer woonende alhier, dewelke ons heeft aengeklaegd dat hij gisteren zondag omtrent elf ueren des nachts uit de herberg, gehouden door Franciscus Broothaerts, herbergier alhier, is vertrokken, vergezeld door Franciscus Van Muylder, oud 25 jaeren, broodbakker, en Petrus Joannes Keymolen, dienstbode, beide alhier woonende, en gekomen zijnde in zijn woonst, vergezeld door dezelve om hunne pijp te ontsteken, heeft hij, aenklager, de gemelde persoonen aanzocht naer hunne woonst te vertrekken; dat gemelde Van Muylder en Keymolen hem hebben geantwoord dat zij nog tijd genoeg hadden en dat zij hem wat slagen zouden gegeven hebben; dat hij, aenklager, hun geantwoord heeft dat zij in geval zij konden het zouden gedaen hebben en dadelijk in zijne kamer gesprongen zijnde heeft aldaer een instrument aen hem onbekend, dat hij aenklager weer in zijne keuken gestaen zijnde, bevonden heeft dat het licht uitgedaen was en dat zijn vrouw met naem Maria Peeters eenen slag op haer hoofd had ontvangen; dat Ferdinandus De Buyser, oud 35 jaeren, wever alhier, op het geschreeuw van zijne vrouw gekomen zijnde aen zijne woonst, Franciscus Van Muylder en des zelfs medegezel alsdan de vlugt hebben genomen. Dat in deze zaek kunnen aenhoord en als getuigen: Ferdinandus De Buyzer voormeld en Franciscus Goossens, oud 31 jaeren, landbouwer, woonende alhier. Waer van proces verbael te Londerzeel dato als ten hoofde en heeft de aenklager na voorlezing verklaerd niet te kunnen schrijven. UC - Aen den heer Procureur des Konings - Verwittigende dat gemelde persoonen of schoon er ten hunnen laste geen voorgaende proces verbael is opgesteld geweest, schijnen blijken te geven van ...heid welke gevaerlijke gevolgen zoude kunnen veroorzaeken. UC - Mijnheer de Procureur - Ik heb de eer UE hiernevens te doen toekomen twee processen verbael vergezeld door twee declaraties van den heren doctors, het eene opgesteld ten laste van Gerardus Van Campenhout en het andere ten laste van Franciscus Van Muylder, woonende beide in deze gemeente. NC - Van Campenhout Gérard, 36 jaar, landbouwer, geboren te Wolvertem, op 5 april 1849 door de correctionele rechtbank van Brussel veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 dagen, wegens het toebrengen van vrijwillige slagen en verwondingen GR - N° 13 Zitting van 4 September 1848. Tegenwoordig de heeren J.F. Verheyden, burg. Joseph Van Assche, J.F. Van Ruysevelt, schepenen, Ant. Goossens, Dom. De Keersmaecker, J.F. Verbesselt, T. Van Boeckhout, J.H. Hermans, Guil. Verheyden, Ch. Van Doorslaer, J.F. Verhofstadt, leden, en J.J. De Cat, secretaris.
229
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Den raed der gemeente Londerzeel, bevoegd vergaderd zijnde ten eynde op te stellen den budget over het dienstjaer 1849. Gezien den genen van het loopende jaer 1848 als ook de rekening van 1847. Gezien ons besluit van 11 november 1847 genomen ten eynde om behoorlijke subsidiën te konnen bekomen, zoo van den staat als van de provintie, over de jaeren 1847 en 1848, tot het leggen van eenen casseyde van Merchtem op Mechelen en bij welk besluit men voor dit voorwerp alnog heeft toegestaen vier opcenten op den grond en personelle belastingen. Stelt vast, onder de goedkeuring der hoogere overheid: De buitengewoone ontvangsten op frs. 4.447,01 De gewoone ontvangsten zijn de zelve gelijk het voorgaende jaer, dus frs. 7.091,76 En aldus beloopen de gewoone en buitengewoone ontvangsten te samen op frs. 11.538,77 De gewoone uitgaven zijn de zelve gelijk het voorgaende jaer behalve men doet bemerken dat onzen nieuwen secretaris meerder iever betoont als den voorgaende; dientengevolgentlijk heeft men zijn traktement verhoogd tot frs. 1300 volgens aenmerking in voorgaende jaer aengehaeld. N° 23 Bedelaerswerkhuis, N° 24 Vondelingen en N° 25 Krankzinnige te Gheel, heeft men verhoogd aengezien het blijkt uit de voorgaende rekening dat de aengevoegde sommen ongenoegzaem waeren, en eene vertraeging aen de betaeling toebragten. Zij beloopen dan op frs. 8.116,71 De buitengewoonen beloopen op frs. 3.150,99 Te saemen frs. 11.267,70 - Ontvangsten 11.538,77 En het overschot der ontvangsten op 271,07 Aldus gedaen en voorgedraegen in zitting te Londerzeel de datum als boven. GR - N° 14 (Vertaald) - Het jaar 1848, 25 september, 9 uur voormiddag. Wij Jan Frans Verheyden, burgemeester van Londerzeel, in uitvoering van de omzendbrief 167 van de gouverneur van 7 september, met betrekking tot de aanvraag gedaan door het gemeentebestuur van Steenhuffel, namelijk dat de wetten en politiereglementen, die gelden op de wegen van de staat en van de provincie, ook zouden van toepassing zijn op de weg van grote gemeenschap van Merchtem naar Kapelle-op-den-Bos, die momenteel over een lengte van 1965 meters gekasseid is, en om de reclamaties tot dewelke deze vraag aanleiding zou kunnen geven in de gemeenten Kapelle-op-den-Bos, Malderen, Maxenzeel, Merchtem, Opwijck, Steenhuffel, Londerzeel en Ramsdonk, gedurende 20 dagen, te rekenen vanaf de publicatie op 4 september, te ontvangen, hebben wij ons op 25 september om 9 uur ’s morgens naar ons gemeentehuis begeven, en na er tot 3 uur in de namiddag gebleven te zijn, en geen reclamatie te hebben ontvangen, hebben wij dit proces verbaal afgesloten, heden 25 september, 3 uur namiddag. GR - N° 15 (Vertaald) Verslag over de door het gemeentebestuur van Londerzeel genomen en te nemen maatregelen in geval dat de epidemische cholera opnieuw zou verschijnen, opgesteld conform de omzendbrief van de gouverneur nr. 178 van 20 september 1848. Het gemeentebestuur van Londerzeel laat de markt en de openbare wegen onderhouden in een staat van netheid en gezondheid. Het heeft aan de beken en waterlopen een vrije afloop gegeven en heeft de watergoten zo goed mogelijk laten kuisen.
230
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Het heeft de inwoners opgedragen om de waterputten en goten zodanig te onderhouden dat ze de volksgezondheid niet in gevaar kunnen brengen. Het laat waken over het goede onderhoud van de gemeentelijke waterputten en verhindert dat het water ervan vermengd wordt met het water van overstromingen, water voor het roten van het vlas, enz. Het maant de inwoners aan om hun vijvers en mestputten zodanig aan te leggen dat de bodem ervan nooit droog komt te staan. De officier van politie waakt nauwgezet over de hygiêne van de levensmiddelen die op de markt aan de lucht zijn blootgesteld. De gemeente heeft de inwoners aangemaand om hun huizen proper te houden. Ze heeft de onderwijzers voorgeschreven om de klassen te reinigen. De reglementering inzake het begraven wordt in onze gemeente goed gerespecteerd. De bijstand die aan de werkende klasse moet gegeven worden en de organisatie van de medische dienst. Het gemeentebestuur zal een lijst opstellen met de namen van de personen die, in geval van ziekte, verplicht zullen worden om een beroep te doen op de publieke bijstand. Het is met het bureel van weldadigheid overeengekomen om de toestand van de behoeftige families zoveel mogelijk te verbeteren. De twee geneesheren en de chirurgijn hebben om ter hardst hun best gedaan toen de cholera de laatste keer heeft toegeslagen. Voor iedere sectie werd er reeds een commissie opgericht die belast is om de oorzaken van de publieke of private vuiligheid te ontdekken, deze aan de bevolking te signaleren, de middelen aan te duiden om er aan te verhelpen en om hen aan te zetten om het gemeentebestuur in zijn preventieve maatregelen te steunen. Het gemeentebestuur verplicht er zich toe om, voor zover de middelen het mogelijk maken, in de arbeiderswijken bijstandsburelen op te richten om directe bijstand te verlenen aan de personen die er komen om vragen. Het heeft met de geneesheren afgesproken om zich, zodra de cholera zich manifesteert, zich onmiddellijk in de wijk te vestigen waar hun aanwezigheid vereist is. Het heeft passende schikkingen getroffen op tijdelijke hospitalen in te richten voor de personen die door de epidemie zouden getroffen worden. Het zal de eigenaars en huurders van huizen er toe verplichten om de gevallen van epidemie die zich in huis zouden voordoen te melden en het zal de geneesheren vragen om een ziekenlijst bij te houden, met naam, voornaam, geslacht, ouderdom, beroep en woonplaats. Het zal de officier van politie voorschrijven om een register aan te leggen met alle feiten die de gezondheid en de openbare veiligheid raken en dagelijks hierover te rapporteren. Aldus gedaan en besloten te Londerzeel, 18 oktober 1848. PV - N° 15 Op heden den 15de der maend November ten 9 ueren voor middag. Voor ons Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Jan Baptist Cleirbout, oud 30 jaeren, dienstbode bij pachter Buydts in deze gemeente, dewelke ons heeft aengeklaegd dat gisteren omtrent 9 ueren voormiddag, de genoemde Judocus Meskens, oud 63 jaeren, landbouwer in deze gemeente, in de herberg genoemd Molehoek, gehouden door Augustinus Van den Broeck, verhaeld heeft dat hij, aenklager, een dief was, dat hij drij hemden gestolen had van Paulus Lauwers en dat hij in geval van eenen drinkpenning bekomen te hebben van des zelfs meester, hij den leste zoude achter houden zonder naer zijnen dienst nog om te zien. Dat er in deze zaek als getuigen kunnen aenhoord worden Josephin Van den Broeck, oud 16 jaeren, en Augustinus Van den Broeck, oud 12 jaeren, beide kinderen van Augustinus Van den Broeck, maelder woonende te Ramsdonck. Waer van proces verbael te Londerzeel dato als ten hoofde en heeft de aenklager na voorlezing verklaerd niet te kunnen schrijven zijnde ongeleerd.
231
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
NC - Meskens Josse, 57 jaar, landbouwer, geboren in Londerzeel, op 28 november 1848 door de politierechtbank veroordeeld tot 3 frank boete wegens smaad. PV - N° 14 bis Heden den 21 der maend November 1848, een kwartier na drij ueren na middag is ondergeteekende Jan Baptist Sollie, beëedigde veldwachter der gemeente van Ramsdonck, aldaer woonende, mij bevindende in de gemeente van Londerzeel ten gehucht Neerhaevert op een stuk land genaemd de Neerhaevert, in gebruik bij Dominicus De Meersmaecker, brouwer (?) en landbouwer in de gemeente, bezaaid met kooren, heb op het zelve gezien en gekend Petrus Van Schel, oud omtrent 34 jaeren, koopman in vodden, woonende te Londerzeel Stuykberg, jagende met een jagtgeweer met twee loopen en vergezeld door Victor Desmedt, oud omtrent 30 jaeren, ook te Londerzel woonende. Dat Petrus Van Schel voorzeid, na dat hij naer eenen haes geschoten had, zich naer zijn woonst heeft begeven, vergezeld van voornoemden Desmedt; doch mij tegemoet komende heb ik hem proces verbael verklaerd over de feiten voorzeid 1° omdat hij gejaegd had zonder voorzien te zijn van een permis-de-port-d’armes, 2° omdat hij gejaegd had zonder daertoe schriftelijke toelating te hebben bekomen. Dat Petrus Van Schel als dan de vlugt nemende, zijn geweer in eenen rant heeft verborgen doch ik ondergeteekende mij willen verzekeren bij wie het gemelde stuk land in gebruik was, vergezeld zijnde door Joannes Van Buggenhout, oud 21 jaeren, daglooner woonende te Londerzeel, heb het geweer het gene Petrus Van Schel na dat hij geamendeerd was, verborgen had in de tegenwoordigheid van Van Buggenhout gevonden, het welk deze erkend heeft het geene te wezen dat aen des zelfs broeder Antoon Van Schel toebehoort, heb het zelve opgenomen en bevindende dat er nog een loop geladen was, heb den zelven in de tegenwoordigheid van gezegden Van Buggenhout afgelost. Waer van proces verbael te Londerzeel dag, maend en jaer als ten hoofde. Heden den 22 November 1848 ten 9 ueren voor middag. Voor ons Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester der gemeente van Londerzeel, is gekomen Jan Baptist Sollie, veldwachter der gemeente Ramsdonck en al daer woonende de welke voor ons onder eed heeft bevestigd dat de inhoud van het voorstaende proces verbael gelijkvormig is aen de waerheid. UC - Mijnheer de Procureur des Konings - Ik heb de eer aen Ued hiernevens te doen toekomen proces verbael van overtreding aen de jagt, ten laste van Petrus Van Schel, koopman in vodden alhier woonende. Deze Van Schel is bij vonnis, uitgesproken door de rechtbank van eersten aenleg te Brussel den 5 November 1842 en door de zelfde rechtbank den 1e December 1843, telkens tot eene boet van 30 franken amende en confiscatie van zijn geweer veroordeeld geworden. Londerzeel den 22 9ber 1848. NC - Van Schel Pierre, landbouwer, geboren in Londerzeel, op 28 december 1848 veroordeeld door de rechtbank van 1ste aanleg te Brussel tot een boete van 30 frank wegens jagen zonder wapenvergunning. PV - N° 16 Op heden den 23 der maend November 1848 ten 9 ueren voor middag, voor ons Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester der gemeente Londerzeel, is gekomen Christina Meskens, oud 21 jaeren, dochter van Judocus Meskens, landbouwer alhier en bij hem inwoonende, dewelke ons heeft aengeklaegd dat Jan Baptist Cleirbaut, oud 30 jaeren, dienstbode bij Buydts, pachter in deze gemeente, op 18 November 1848 om een ueren naer middag, haer verweten heeft dat zij een hoer was en dat zij slecht volk zijn. Dat er in deze zaek als getuigen kunnen aenhoord worden Franciscus Verlinden, oud 30 jaeren, woonende te Londerzeel in den Molenhoek en
232
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Louis Van Muylder, oud 25 jaeren, beroep metser, woonende alhier. Waer van proces verbael te Londerzeel dato als ten hoofde en naer voorlezing heeft de aenklaegster met ons geteekend. NC - Cleerbaut Jean Baptiste, 30 jaar, knecht, geboren in Londerzeel, op 28 november 1848 door de politierechtbank veroordeeld tot een boete van 2 frank, wegens smaad. GR - N° 16 Séance du 28 Novembre 1848. (Vertaald en samengevat) Aanwezig: Verheyden, burgemeester, Van Assche en Van Ruysevelt, schepenen, A. Goossens, Hermans, Verhofstadt, De Keersmaecker, Boeckhout en Van Doorslaer, leden, De Cat, secretaris. In vervanging van Jan Jozef De Cat, die zijn ontslag gaf als gemeenteontvanger wegens de onverenigbaarheid van deze post met die van gemeentesecretaris, wordt bij geheime stemming en met volstrekte meerderheid gekozen en benoemd (onder voorbehoud van goedkeuring door de bestendige deputatie) Van Boeckhout Theodoor, ontvanger van belastingen, wonend te Londerzeel. GR - N° 17 Séance du 28 Novembre 1848. (Kort) De belastingsrol voor onderhoud en verbetering der buurtwegen wordt vastgesteld op 715,50 fr. (nadat prestaties in nature omgezet zijn in geld). GR - N° 18 Zitting van 23 december 1848 Tegenwoordig de heeren Verheyden, burgemeester, Josephus Van Assche, Joseph Van Ruysevelt, schepenen, Dominique De Keersmaecker, J.F. Verbesselt, Ant. Goossens, .F. Verhofstadt, G. Verheyden, Ch. Van Doorslaer, J. Hermans, leden, en J.J. De Cat, secretaris. (Kort) Na consultatie van de namen van de door het bureel van weldadigheid en het schepencollege voorgestelde kandidaten (niemand voldoet aan de wettelijke vereisten) wordt Guillelmus Verheyden, uittredend lid van het bureel van weldadigheid per 31 december 1848, met volstrekte meerderheid herkozen. NC - De Smedt Jean, 32 jaar, werkman, geboren in Londerzeel, op 28 december 1848 door de politierechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 dagen, voor wangedrag en lichte geweldplegingen op Dorothée Verlinden. NC - Verspecht Charles, 45 jaar, werkman, geboren in Londerzeel, op 28 december 1848 door de politierechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 dagen wegens geweldpleging en smaad aan Josse De Boeck. Van Laer Marie Cathérine, 55 jaar, werkster, echtgenote Charles Verspecht, geboren in Londerzeel, op 28 december 1848 door de politierechtbank veroordeeld tot een boete van 3 frank wegens geweldpleging en smaad aan Josse De Boeck.
1849 PV - N° 1 Op heden den 16 Januarius 1849 om 2 ueren naer middag, voor ons Josephus Van Assche, schepen, gedelegueerden ambtenaer van politie der gemeente Londerzeel, is gecompareerd
233
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Joannes Nicodemus Van Assche, oud 42 jaeren, beroep landbouwer, woonende in deze gemeente, de welke ons heeft aengeklaegd dat Josephus Deschutter, oud 40 jaeren, hovenier, woonende te Liezele Wolf, provintie Antwerpen, en Egidius Van Stappen, oud 32 jaeren, landbouwer woonende alhier, op gisteren op een stuk land genaemd Sneppelaer bij hem aenklaeger in gebruik en gelegen alhier ten gehuchte Sneppelaer, een groot gedeelte kruid gestolen hebben en het zelve naer de woonst van Joannes Van Stappen, vader van gemelde Egidius, gestaen in deze gemeente, vervoerd hebben en dat de aenklaegden de onderste takken van de boomen, staende aen het zelfde stuk land, hebben afgekapt en het zelf ook ter woonst van voorzeide Verstappen hebben vervoerd. In deze zaek kunnen aenhoord worden als getuigen 1° Cornelius Van Praet, oud 42 jaeren, landbouwer woonende alhier, de welke ons heeft verklaerd dat Egidius Van Stappen het kruid op het gezegde stuk land heeft uitgeplokken. 2° Petrus Josephus Van Cauwenbergh die ons heeft verklaerd dat Egidius Van Stappen het kruid op het gezegde stuk land heeft uitgeplokken. 3° Jan Baptist Verhasselt, oud 27 jaeren, landbouwer woonende alhier, dewelke ons verklaerd heeft dat Josephus Deschutter en Egidius Van Stappen op gisteren bezig waren met kruid te plukken en dat Josephus Deschutter de takken van de boomen op het stuk land hierboven afgekapt, het welk Egidius Van Stappen met de karrewagen naar Egidius’ ouders woonst, ook alhier gelegen, wegvoerde. Waer van proces verbael te Londerzeel, dag, maend en jaer als ten hoofde, welke na voorlezing hebben onderteekend. PV - N° 1 bis Heden den derden der maend February 1849, ten 9 ueren voor middag. Wij Joannes Franciscus Van Ruysevelt, schepen der gemeente Londerzeel, benoemen mits deze de heeren Joannes Cnapelinckx en Josephus De Wachter, landbouwer, beide in deze gemeente woonende, om over te gaen tot de waerdering van eene melkkoei toebehoorende aen Carolus Troch, landbouwer ook alhier woonende en heden gestorven ten gevolge van eene besmettelijke ziekte. Waervan proces verbael te Londerzeel dag, maend en jaer als ten hoofde. PV - N° 1 ter Heden den derden der maend February 1849 om 10 ueren voormiddag, voor ons Joannes Franciscus van Ruysevelt, schepen der gemeente van Londerzeel, na de heeren Joannes Cnapelinckx en Josephus De Wachter, landbouwers beide woonende in deze gemeente, onderrigt te hebben dat wij hen benoemd hadden tot het waerderen van eene melkkoei toebehoorende aen Carolus Troch, landbouwer alhier, heden gestorven ten gevolge van eene besmettelijke ziekte, zijn deze twee voor ons gekomen en hebben voor ons afgelegd den door de wet vereischten eed. Waer van proces verbael te Londerzeel, dag, maend en jaer als ten hoofde en hebben de heeren Cnapelinckx en De Wachter na voorlezing benevens ons onderteekend. PV - N° 1 quater Het jaer 1849 den derden der maend February. Wij Cnapelinckx Joannes en De Wachter Josephus, landbouwers woonende in deze gemeente, heden benoemd zijnde door den Heer Joannes Franciscus Van Ruysevelt, burgemeester der gemeente Londerzeel, tot het waerderen van eene koeibeest heden gestorven ten gevolge van eene besmettelijke ziekte, toebehoorende aen Carolus Troch, landbouwer woonende alhier, na de vereischten eed in handen van den burgemeester dezer gemeente afgelegd te hebben, ons begeven ter woonst van gemelden Carolus Troch, alwaer wij bevonden hebben eene doode melkkoei, geplekt van zwart en wit haer, van de ouderdom van 9 jaeren, welke wij levend zeer wel gekend hebben en die wij gewaerdeerd hebben toen dezelve nog in staet van gezondheid was ter somme van 300 francs. Aldus gedaen te Londerzeel dag, maend en jaer als ten hoofde.
234
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
NC - Van Muylder Jean Baptiste, 22 jaar, werkman, geboren in Londerzeel, op 6 februari 1849 veroordeeld door de politierechtbank tot een gevangenisstraf van 2 dagen wegens kappen van boomtakken te Londerzeel, eigendom van Arnold Ravesteyn. GR - N° 1 Séance du 6 février 1849. (Vertaald) Tegenwoordig de heren Verheyden, burgemester, Van Assche en Van Ruysevelt, schepenen, A. Goossens, Verhofstadt, Verbesselt, De Keersmaecker, Hermans, Verheyden, leden, en De Cat, secretaris. De gemeenteraad van Londerzeel, in buitengewone zitting en op schriftelijke uitnodiging van de burgemeester, in het gewone lokaal samengekomen ten einde te beraadslagen over de te nemen maatreglenen om de in vrijheid stelling te vragen van Jan Baptist De Jongh, Adrienne Cadoche (?) en Jacques Van den Bergh, alle drie opgesloten in het bedelaarsgesticht van Terkameren en die alle drie tot de inwoners van Londerzeel behoren. De raad oordeelt dat de kosten die de gemeente voor het onderhoud van deze individuën moet betalen zeer zwaar wegen omdat er ook een aanzienlijk aantal personen in diverse hospitalen werd geplaatst. De raad is van oordeel dat deze kosten aanzienlijk (met 30 centiemen per dag en per persoon) zouden kunnen verminderd worden door deze individuën in pension bij inwoners van Londerzeel te plaatsen, waardoor ze bovendien door het gemeentebestuur zouden kunnen worden gesurveilleerd. Daarom besluit de raad om aan de bestendige deputatie de in vrijheid stelling te vragen van De Jongh Jan Baptist, Cadoche (?) Adrienne en Van den Bergh Jacques uit het bedelaarsgesticht van Terkameren om hen bij inwoners van Londerzeel in pension te kunnen plaatsen tegen een lagere prijs dan de gemeente nu voor hun onderhoud betaalt. GR - N° 2 Londerzeel le 8 février 1849, à 9 heures avant-midi. (Vertaald) Voor mij, J.F. Verheyden, burgemeester van Londerzeel, op de hoogte gebracht door de arrondissementscommissaris (met zijn brief 7719 van 5 dezer) dat de bestendige deputatie in zitting van 1 februari, de verkiezingen heeft goedgekeurd die hier op 17 januari hebben plaatsgehad om een vervanger te benoemen voor ontslag nemend raadslid Van Bouckhout, is in het openbaar op het gemeentehuis verschenen Joseph Goossens, die conform artikel 61 van de gemeentewet van 30 maart 1836, en nadat wij hem er aan hadden herinnerd dat leden van het huis van Oranje-Nassau in België van gezaghebbende functies uitgesloten zijn, in onze handen de eed als nieuw raadslid heeft afgelegd. GR - N° 3 Zitting van 8 februari 1849. tegenwoordig de heeren Verheyden, burgemeester, Van Assche en Van Ruysevelt, schepenen, A. Goossens, Verbesselt, Verhofstadt, De Keersmaecker, G. Verheyden, Ch. L. Van Doorslaer, Hermans, leden, en J.J. De Cat, secretaris. Den raed der gemeente Londerzeel. Gezien het kohier van voorwaerden, lasten en bedingen opgemaekt door den raed van het Kerkfabriek van Londerzeel den 1en december 1848, goedgekeurd door ons raedsleden den 2den der zelve maend op en ingevolge van welke door het ministerie van den notaris De Boeck te Malderen eenige boomen van dit fabriek zijn verkogt.
235
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Gezien het proces-verbael van de verkooping, gesloten door den genoemden notaris den 12den January jongstleden waer van, alsmede van het gezegd kohier een kopij hier nevens gaet, bij welk proces-verbael blijkt dat de verkooping zuiver beloopt frs. 565,50. Gezien de beraedslaging van den raed van het fabriek de dato 1 december laetst, waerbij die verkooping van boomen is besloten, en alwaer de zelve zijn begroot op frs. 528,00. Overwegende dat de verkooping fr. 37,50 boven haere schatting beloopt, het welk bewijst dat de boomen aen hunne waerde verkogt zijn. Keurt de gemelde verkooping goed. PV - N° 2 Op heden den 9e february 1849 om 9 ueren de ’s avonds. Wij Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester der gemeente van Londerzeel, vergezeld door Jan Baptist Van Steen, veldwachter dezer gemeente, gerequiereerd hebbende Jan van Ruysevelt, Jan Van Linthout, Josephus Cleymans, Philippus De Buyser en Franciscus Moens, landbouwers woonende in deze gemeente, ten einde de nachtwacht te doen en de zelve ons doen vervoegen hebben bij Judocus Wauters, herbergier alhier, op de uur voorzeid. Heeft de waerd van die herberg buiten gegaen zijnde ons verwittigd dat er spieders aen zijn huis waren, op welk gezeg wij ons buiten begeven hebben om de zelve te doen aenschouwen, doch, niemand ziende en vermoedende dat deze zich hadden verborgen achter de woonsten van Philippus de Boeck, herbergier, en van Judocus Van Riet, garde op den ijzeren weg, hebben wij ons aldaer begeven , vergezeld door de nachtwacht en den veldwachter. Aldaer gekomen en licht ziende hebben wij ons in eenen afhang vasthoudende aen de woonst van gezegden Van Riet begeven, aldaer gevonden een bil die langs beide einden de merkteeken van den eigenaer afgezaegd waren, en gevraegd hebbende aen de echtgenote Van Riet en des zelfs dochter of Judo Van Riet niet thuis was, hebben deze geantwoord van Neen. Haer gevraegd hebbende voor welke reden er in den afhang licht brandde en waervoor aldaer een bil, dienstig voor den ijzeren weg, lag, hebben zij voor antwoord gegeven dat zij dat niet wisten. In tusschen tijd de voorzeide Judocus Van Riet t’huis komende, hebben wij hem gevraegd van waer hij kwam, waer op hij ons geantwoord heeft dat hij uit zijn huis kwam; doch hem voorts ondervraegende van alwaer de bil daer gekomen was, heeft hij tot antwoord gegeven dat deze bil toebehoorende aen Petrus Joannes Deprins, koopman in hout etc, woonend te Capellen op den Bosch en dat hij ze in zijnen afhang gedragen had. Op al het voorgaende hebben wij aen Judocus Van Riet aengezeid dat wij elkander voorder zullen spreken? ‘s Anderdaegs is gemelde Van Riet bij ons gekomen, toonende eene kwitantie van aenkoop deezer bil, gedateerd van den 8sten dezer maend en geteekend door eene der dochters van De Prins voorzeid. Achtervolgens het voorgaende hebben wij opgesteld het tegenwoordig proces verbael om door Ued beslist te worden en hebben de kwitantie ten oorzaek dat zij geantidatumd is in bewaerenis gehouden. Te Londerzeel dato als ten hoofde. PV - N° 3 Op heden den 9 february om .... ueren. Wij Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester der gemeente van Londerzeel, kennis bekomen hebbende door Petrus Joannes Reyniers, oud 16 jaeren, woonende alhier ten gehuchte Stuyckberg, dat hij een koperen zeis gevonden had in eenen ...... gelegen alhier, en dat hij niet wist aen wien de zelve toebehoorende hebben wij, vergezeld door Jan Baptist Van Steen, veldwachter dezer gemeente, ons begeven ter plaets voorzeid, alwaer gekomen zijnde, hebben bevonden de heeren Henri Frans Pint en Louis Van Roos, beide gendarmen van de brigade van Calfort onder Puers, welke volgens hunne verklaering aldaer gekomen waren ter ontdekking van voorwerpen gestolen in den nacht van den 5en tot den 6en dezer, bij Augustinus Seymons, landbouwer te Bornhem, de welke de zeis erkend heeft voor degene die bij hem gestolen was en onmiddelijk overgegaen zijnde tot het
236
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
zoeken van eene ijzeren rijf in eenen waterput aldaer wezende, hebben in de zelven gevonden een koperen marmitte met koperen deksel de welke erkend is geweest door Ludovicus Moortgat, woonende te Steenuffel voor de zijne te wezen die op 24 January met inbraeck in zijne woonst gestolen is geweest. Onze onderzoeking voortsgezet hebbende maer geene voordere voorwerpen ontdekt hebbende, hebben wij vergezeld de gendarmen op vermoeden ons begeven bij Franciscus Teugels, zoon van Henricus, arbeider alhier, en deszelfs schoenen gemeten hebbende, bevonden wij dat zij van de zelfde lengte en breedte waren van de voetstappen ten gezegde plaets ingedrukt. Van daer ons begeven hebbende bij Josephus Van Roy, landbouwer alhier, en des zelfs schoenen gemeten hebbende, hebben bevonden dat de zelve juist gelijk waren aen degenen geprint in den grond ter plaets van de vinding. Waer van proces verbael te Londerzeel. GR - N° 4 Zitting van den 15 february 1849. Tegenwoordig de heeren Verheyden, burgemeester, Van Assche, Van Ruysevelt, schepenen, A. Goossens, Verbesselt, Verhofstadt, De Keersmaecker, Van Doorslaer, Hermans, raedsleden, en J.J. De Cat, secretaris. Den raed der Gemeente Londerzeel. Gezien den akt gepasseerd voor den notaris De Boeck in verblijf te Malderen, den 2 Augusty 1848 waervan een kopij hiernevens gaet, waer bij onder goedkeuring van den raed van het kerkfabriek van Londerzeel den heer Petrus Josephus Verbesselt, tresorier van het zelfde fabriek, aen Josephus Van Hoey, landbouwer woonend te Malderen, kwitantie verleende der som van 1487,53 frs., in kwijting van eene gelijke som die het kerkfabriek hem had geleend, aen den intrest van vijf ten honderd in het jaer, alhier verschijnende den 26 Mey, blijkens akt gepasseerd voor genoemde notaris De Boeck den 24 Mey 1834; met handligting der inschrijving ten behoeven van het voorgemeld fabriek, op hunne aenvraeg tegen genoemden Van Hoey en zijn echtgenoote Anna Maria De Cuyper ten kantoor der hypotheken te Brussel den 24 December 1834, volume 412 N° 169, en den 29 Juny 1844, volume 636 N° 25, genomen. Overwegende dat de gemelde som van frs. 1487,53 geleend geweest is voor den tijd van 10 jaeren, en mits dien van den 24 Mey 1844 eyschbaer was. Overwegende dat den schuldenaer Van Hoey, zonder dat hem de teruggave was gevraegd, deze terugbetaling heeft gedaan, het welke het fabriek hem niet konde weygeren. Keurt den beroepen akt van kwittantie der gezegde terugbetaling, met de handligting der hypothekaire inschrijving goed. Afschrift dezer zal in dubbel met de gemelde kopij ter goedkeuring van de bestendige deputatie van de provinciale raed van Braband gezonden worden. PV - N° 4 Op heden den 17 february 1849, om 12 ueren des middags, voor ons Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester der gemeente Londerzeel, zijn gekomen Jan Baptist Van Steen, veldwachter deezer gemeente en Josephus Van Assche, schepen en ambtenaer van politie, en Petrus Van Schel, koopman in vodden, woonende alhier de welke ons verklaerd hebben dat hij, Petrus Van Schel, aen gemelden Van Steen kennis had gegeven dat hij gestolen voorwerpen wilde ontdekken en dat zij ten dien einde zich bij ons begaven waer na Petrus Van Schel ons verklaerd heeft het geen volgt. Dat er op de stede van Guillelmus Caluwaerts, landbouwer alhier, een waterput was van omtrent 60 meters afstand van des zelfs woonst, in de welke gestolen voorwerpen verborgen waren, in den welken wij gevonden hebben eenen ijzeren reep van eenen ketel, een ijzeren deksel, eenen ijzeren rijtuigsleutel en een stuk van eenen ... ; heeft ons vervolgens verklaerd dat er in de Kruisbroeckputten ook voorwerpen van zoodanigen aerd konnen bevinden maer dat hij van dit
237
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
laetste geval niet genoeg verzekerd was, doch als de waeren zich aldaer niet aenwezig waren, dezelve in den waterput tusschen het hof ten bolle of watermolen te Liezele, of wel onder de brug van den steenweg van Willebroeck naer Lippeloo moeten bevinden, of dat zij den nacht te voren aldaer moesten gelicht zijn. Hem ondervraegend waer uit hij vermoedde dat aldaer gestolen voorwerpen verborgen waren, heeft ons geantwoord dat er aldaer vroegtijdiger nog andere stukken verborgen geweest waren en dat hij bereid was aen de rechterlijke overheid kenbaer al wat des aengaende van zijne kennis was. Vervolgens heeft hij er bij gevoegd dat Josephus Van Roy, Franciscus Vleminckx en Andreas Van Eeckhout op den 10 dezer maend onderscheidene gestolen voorwerpen gepresenteerd hebben om de zelve, het gene hij verklaerd niet heeft willen aenvaerden. Waervan wij hebben opgesteld het tegenwoordig proces verbael te Londerzeel, dag, maend en jaer als ten hoofde. UC - Londerzeel, 17 february 1849 – Mijnheer. Ik heb de eer aen Ued hiernevens te doen toekomen proces verbael van ontdekking van gestolen voorwerpen. Ued tevens verwittigen dat wij naer de inhoud van het proces verbael bij nacht de verdachte persoonen hebben doen bewaken door eene nachtwacht en des anderendags vroeg van de zaek kennis gegeven hebben aen den heer brigadier der gendarmerie gestationneerd te Calfort onder Puers. PV - N° 5 Het jaer 1849 den 24 february om 10 ueren voor middag. Ik ondergeteekende Jan Baptist Van Steen, beëdigden veldwachter der gemeente Londerzeel, doende mijne gewoonlijke ronde en gekomen zijnde om de uur voorzeid op een stuk land, genaemd het Kruisveld, gelegen binnen deze gemeente, in gebruik bij Martinus Van der Perre, landbouwer woonende in deze gemeente, en toebehoordende aen Mevrouw de Gravin de Spoelberch, heb gezien dat de genaemde Jan Baptist Desmedt, oud 43 jaeren, strooidekker, woonende alhier, bezig was met hout te steelen ten nadeele van gemelden Van der Perre, als mede in eenen bosch palend aen gemeld stuk land en toebehoorend aen de armen van Londerzeel. Den gemelden Jan Baptist Desmedt genaderd en wel erkend hebbende, heb hem proces verbael verklaerd over het voorzeide feit, en heb de gedane schade getaxeerd op eene waerde van twee francs. Waer van proces verbael te Londerzeel, dag, maend en jaer als ten hoofde. NC - De Smedt Jean Baptiste, 43 jaar, strodekker, geboren in Londerzeel, op 13 maart 1849 door de politierechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 dagen en een boete van 2 frank, wegens diefstal van hout.. PV - N° 5bis Het jaer 1849 den 8ste Maert, ten 10 ueren voor middag. Wij Josephus Van Assche, schepen ambtenaer van Politie der gemeente van Londerzeel, is gekomen Jan Baptist Van Steen, veldwachter dezer gemeente, de welke ons heeft verklaerd dat hij gisteren, doende zijne gewoonlijke ronde, door den openbaren ruchtbaerheid vernomen heeft dat Carolus Ludovicus Desaeger, oud 32 jaeren, en Josephus Steenackers, oud 34 jaeren, arbeiders, beide in deze gemeente woonende, elk eenen vracht groen hout, hetwelk zij moesten gestolen hebben, naer hunne woonsten hadden, en dat hij onderzocht hebbende alwaer het zelve moet afgehouwen zijn, bevonden heeft dat uit de kanten van een stuk land, genaemd de Biezeweide, alhier gelegen, in gebruik bij Jan Frans Maes, woonend te Malderen, en in eigendom toebehoorende aen de heer Van Ingelgem, burgemeester te Lippeloo; dat hij verders, zich begeven hebbende bij gemelden Maes, om zich te verzekeren of op het voorzeid stuk land en ten des zelfs nadeel hout afgehouwen was en alles met waerheid overeenkomstig zijnde, hebben wij, ambtenaer van Politie, vergezeld door Van Steen en Maes, ons begeven (in de) woonst van Carolus Ludovicus Desaeger, alwaer wij gevonden hebben een groot gedeelte groen hout van eene waerde van 5 franken. Van
238
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
daer in degene van Josephus Steenackers, waerin wij eensgelijks een gedeelte groen hout hebben bevonden van eene waerde van 2 franken en 50 centimes. De gemelde Desaeger en Steenackers over dit feit ondervraegd hebbende, hebben beleden dat zij dit hout in de kant van Jan Frans Maes afgekapt hadden. Waer van proces verbael te Londerzeel dato als ten hoofde en hebben Van Steen en Maes na voorlezing benevens ons onderteekend. NC - De Saeger Charles Louis, 33 jaar, dagloner, geboren in Londerzeel, op 20 maart 1849 door de politierechtbank veroordeeld tot 3 dagen hechtenis en een boete van 3 fr. wegens diefstal van hout. Steenackers Joseph, 27 jaar, dagloner, geboren in Londerzeel, op 20 maart 1849 door de politierechtbank veroordeeld tot 3 dagen hechtenis en een boete van 3 fr. wegens diefstal van hout. PV - N° 6 Het jaer 1849 den 10 Maert om 2 ueren na middag. Voor mij Joannes Franciscus Van Ruysevelt, schepen der gemeente Londerzeel, is gekomen Jan Baptist Lathouwers, veldwachter dezer gemeente, ons heeft verklaerd dat hij doende zijne gewoonlijke ronde en tegen komen zijnde Josephus Lamberts, oud 32 jaeren, en Carolus Van Laer, oud 57 jaeren, arbeiders, beide in deze gemeente woonende, elk een vracht groen hout, het welk zij moesten gestolen hebben. En dat hij onderzocht hebbend alwaer het zelve moest afgehouwen zijn, bevonden heeft dat de kanten van een stuk land genaemd het Bosken, alhier gelegen en gebruikt bij Philippus Van den Branden en in eigendom aen de heer Reyntiens, woonend te Mechelen, en het tweede door Charles Van Laer, in de kanten van een stuk land alhier gelegen, in eigendom toebehoorend aen Franciscus Robberechts, alhier woonende; dat hij verklaert zich begeven te hebben bij de gemelden Van den Branden en Robberechts om zich te verzekeren of op het voorzeid stukken land en ten zelfs nadeel het hout afgehouwen was, en zelfs met de waerheid ... en gekomende zijnde. Ik schepen, in afwezigheid van den ambtenaer van Politie, vergezeld door Lathouwers, Van den Branden en Robberechts, hebben ons begeven aen de woonst van Josephus Lamberts en daer bevonden een groote gedeelte groen hout van eene waerde van 3 franken 50 centimes; en van daer ons begeven aen het huis van Carolus Van Laer en hebben daer bevonden een groot gedeelte groen hout van eene waerde van 2 franken 50 centimes. Waer van proces verbael dag, maend en jaer als ten hoofde. NC - Lamberts Joseph, 33 jaar, schoenmaker, geboren in Londerzeel, op 20 maart 1849 door de politierechtbank veroordeeld tot 3 dagen hechtenis en een boete van 3 fr. wegens diefstal van hout. Van Laer Charles, 21 jaar, dagloner, geboren te Londerzeel, op 20 maart 1849 door de politierechtbank veroordeeld tot 3 dagen hechtenis en een boete van 3 fr. wegens diefstal van hout. PV - N° 7 Het jaer 1849 den 14 der maend Maert om 9 ueren voor middag. Voor mij Josephus Van Assche, schepen ambtenaer van politie der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Jan Baptist Van Steen, veldwachter dezer gemeente, (die) verklaert (dat) al doende zijne ronde binnen de gemelde gemeente en gekomen zijnde aen een stuk land genaemd de hoefijzers, beplant met kruid, in gebruik door Franciscus Robberechts en in eigendom toebehoorende aen M. Dejonghe, woonend te mechelen, hebben daer bevonden Gordon Anne Marie, oud 36 jaeren, huisvrouw van Antonius De Boeck, die zich op het voormeld stuk land de spruiten van de stammen af te snijden zonder de permissie van den pachter Fr. Robberechts. Waer van proces verbael datum als ten hoofde.
239
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
NC - Gordon Anne Marie, 35 jaar, echtgenote van Antoine De Boeck, op 26 maart door de politierechtbank veroordeeld tot 1 dag hechtenis en 3 fr. boete, wegens diefstal van verbruiksgoederen. GR - N° 5 Séance du 29 Mars 1849. (Vertaald) Tegenwoordig: Verheyden, burgemeester, Van Assche en Van Ruysevelt, schepenen, A. Goossens, Verhofstadt, Hermans, J. Goossens, Verheyden, De Keersmaecker, Van Doorslaer, Verhofstadt, leden, en J.J. De Cat, secretaris. De raad, Herzien de deliberatie van 21 juni 1847 waarbij de hienavolgende middelen gestemd werden voor de kasseiïng van de buurtweg van groot verkeer van Merchtem naar Mechelen. 1) Opcentiemen op de grondbelasting. 2) Opcentiemen op de personenbelasting. 3) De jaarlijkse opnbrengst van de hondentaks. 4) Een bijdrage van frs..... uit de gemeentekas. 5) Een jaarlijks deel van de provinciale subsidie van 40.000 fr., zijnde 10.000 fr. voor 1848 en 4.000 fr. voor 1849. 6) Vrijwillige schenkingen en prestaties in natura. Overwegende dat de provinciale subsidie van 40.000 fr. naar 10.000 fr. werd teruggeschroefd en dit door een beslissing van de provincieraad van 13 juli 1847 en tot 4.000 fr. door een beslissing van 2 augustus 1848, en dat bijgevolg de fondsen uit deze bron aanzienlijk verminderd zijn. Overwegende dat, ofschoon deze vermindering aanzienlijk is, er zich geen andere reducties presenteren, de gemeenteraad, gezien de toestand van de belastingplichtigen, zich niet kan permitteren om buitengewone uitgaven met dit doel te stemmen. Overwegende dat de aangevatte werken zo snel mogelijk moeten afgewerkt worden. Besluit, Art. 1 (niet ingevuld) Art. 2 (niet ingevuld) Art. 3 (niet ingevuld) Karakteristieken van de weg en van de werken: Nummer van de weg op de Ferraris kaart: 1 Gemeente die subsidie vraagt: Londerzeel Aanduiding van de te verbeteren weg: Weg grote gemeenschap MerchtemMechelen. Door de weg doorsneden gemeenten Merchtem, Steenhuffel, Londerzeel, Rams donk, Kapelle-o/d-Bos, Leest en Hombeek. Lengte op het grondgebied van Londerzeel 5022 m. Reeds gekasseid gedeelte 2606 m Reeds verhard gedeelte 0 Reeds van zand voorzien gedeelte 0 Nog uit te voeren kunstwerken 1 brug, 3 bruggetjes, 4 aquaducten Toestand van onderhoud Dit jaar aanzienlijke herstellingen te doen. Wie betaalde het al uitgevoerde werk Gemeente: 20.823,28 – Staat: 1.163,86 – Provincie: 1.163,86 – Samen: 23.151 Periode van uitvoering der werken 1841 tot 1848 Nog te kasseiën 2416 m
240
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Geraamde kosten van het resterend werk 24.436 fr. Uit te voeren kasseiwerken in 1849 lengte 340 m; oppervlakte 850m² Kunstwerken (te maken in 1849) geen Geraamde kost werk 1849 2955,56 Gemeentefondsen 1849 1477,78 Gegarandeerde vrijwillige inschrijvingen 0 Gegarandeerde prestaties in natura 0 Provinciefonds 738,89 Staatsfonds 738,89 Verklaring tot weg van grote gemeenschap door de bestendige deputatie op 27-3-1847. Opmerkingen: de bijdrage van de gemeente wordt verkregen door opcentiemen op de gronden personenbelasting, samen goed voor 1213,01 fr., door provinciale subsidie ten belope van 400,63 fr; en door het gemeentelijk deel van de opbrengst van de hondenbelasting, zijnde 201,76 fr. PV - N° 8 Op heden den 30 der maend Maert 1849 om 3 ueren na middag. Ik ondergeteekende Jan Baptist Van Steen, beëedigd veldwachter der gemeente Londerzeel, doende mijne gewoonlijke ronde en gekomen zijnde om de uur voorzeid aen een stuk land genaemd het ........ , gelegen binnen deze gemeente, toebehoorende aen Josephus De Meersmaecker, landbouwer woonende in deze gemeente, heb gezien als dat vijf schaepen van Joannes Kuypens, oud 43 jaeren, schaepherder woonende bij pachter Charles Louis Van den Bossche in deze gemeente, bezig waren aen eenen kant het gras af te weiden ten nadeele van gemelden Josephus De Keersmaecker. Den gemelden Kuypens genaderd en wel erkend hebbende, heb hem proces verbael verklaerd over het voorzeid feit en heb gedane schade getaxeerd op eene waerde van 2 frank. Waer van proces verbael te Londerzeel dato als ten hoofde, het welke na voorlezing Josephus De Keersmaecker en Jan Baptist Van Steen benevens ons onderteekend. NC - Ceupens Jean Michel, 42 jaar, schaapherder, op 19 juni 1849 veroordeeld door de politierechtbank tot een boete van 4 fr. voor het laten grazen van zijn schapen op een berm van De Keersmaecker. PV - N° 9 Op heden den 31 Maert 1849 om 7 ½ ueren voor middag. Voor ons Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester der gemeente Londerzeel. Ik ondergeteekende Joannes Baptist Van Steen, veldwachter, doende mijne gewoonlijke ronde en gekomen zijnde om de ueren voorzeid op een stuk land genaemd de 10 dagwand, gelegen binnen deze gemeente, in gebruik bij Louis Segers, landbouwer woonende in deze gemeente, toebehoorende aen Mr. Haeyvaerts, woonende te Laeken. Heb gezien dat den genaemden Henricus Van Muylder, oud 41 jaeren, landbouwer woonende alhier, was met eenen leer en eene zikkel de wisschen van de boomen af te snoeyden ten nadeele der gemelden L. Segers. Den gemelden Henricus Van Muylder genaderd en wel erkend hebbende, heb hem proces verbael verklaerd voor het voorzeid feit en heb de gedaene schaede getaxeerd op eene waerde van 6 franken. Waer van proces verbael te Londerzeel dato als ten hoofde, het welk na voorlezing L. Segers en Jan Baptist Van Steen benevens ons onderteekend. NC - Van Muylder Henri, 41 jaar, landbouwer, geboren te Londerzeel, op 2 mei 1849 door de rechtbank van 1ste aanleg van Brussel veroordeeld tot 8 dagen hechtenis en een boete van 10 fr. voor het stelen van hout.
241
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
GR - N° 6 Séance du 12 avril 1849 (Vertaald) Tegenwoordig Verheyden, burgemeester, Van Assche en Van Ruysevelt, schepenen, A. Goossens, De Keersmaecker, Verheyden, Verhofstadt, Verbesselt, Van Doorslaer, J. Goossens, Hermans, leden, en De Cat, secretaris. De gemeenteraad, in buitengewone zitting bijeengekomen om te beraadslagen over de middelen om het loon van de secretaris voor het lopende dienstjaar te verhogen. Herzien de deliberatie van 5 september 1848 N° 11. Gezien de omzendbrief van de gouverneur N° 38 van 9 maart 1847 met betrekking tot de vergoedingen voor de gemeentesecretarissen, die onder meer het volgende zegt: “De bestendige deputatie wenst rekening te houden met de reclamaties dienaangaande en is er van overtuigd dat het loon, berekend à 21 centimen per inwoner, niet meer in verhouding staat met de taken van de secretaris. Derhalve heeft ze in zitting van 25 februari besloten dat de maximum vergoeding op 30 centimen per inwoner zal worden gebracht. Dit college zal conforme aanpassingen, voorgesteld door de gemeenteraden, accepteren.” Overwegende dat Londerzeel 4336 inwoners telt, en dat het loon aldus 1316,10 fr. zou moezten bedragen, maar dat er in de begroting slechts 922 fr. werd voorzien. Besluit. Om opnieuw aan de bestendige deputatie de toelating te vragen om 394,10 fr. van het overschot van het budget (dat 579,55 fr. bedraagt) af te mogen nemen ten gunste van de vergoeding van de gemeentesecretaris. GR - N° 7 Séance du 17 avril 1849 (Vertaald) Tegenwoordig Verheyden, burgemeester, Van Assche en Van Ruysevelt, schepenen, Goossens, Goossens, De Keersmaecker, Verheyden, Verhofstadt, Verbesselt, Van Doorslaer, Hermans, leden, en De Cat, secretaris. De gemeenteraad, in buitengewone zitting bijeengekomen in het gemeentehuis om te beraadslagen over de aan te wenden middelen ter verbetering der buurtwegen gedurende het lopende dienstjaar. Overwegende dat de tot dusver gebruikte methode zeer veel voldoening geeft. Heeft eenparig besloten om de oude werkwijze ook dit jaar verder te zetten. GR - N° 8 Zitting van den 26 april 1849. Tegenwoordig de heeren Verheyden, burgemeester, Van Assche J., Van Ruysevelt, schepenen, Goossens, Verbesselt, Verhofstadt, Verheyden, Van Doorslaer, De Keersmaecker, Hermans, Goossens, leden, en De Cat J.J., secretaris. Den gemeente raed van Londerzeel. Gezien den brief van den heer arrondissementscommissaris in dato 17 dezer maend n° 9565, strekkende om den raed aen te moedigen van fondsen te stemmen om werk te verschaffen aen de werkende klas, ten einde bij dien middel eenen onderstand te bekomen op de fondsen voor de nijverheid van het vlas. Overwegende dat de lasten van allen aerd door de inwooners te draegen, zooals den personeelen omslag beloopende op fr. 3000, de provinciale belasting op de honden, den onderhoud van de wegen waervan den omslagsrol jaarlijks beloopt op fr. 1150, den geenen der beesten, de grond en personeele belastingen en het patentregt niet toelaeten van nog grooten lasten aen de belasting schuldigen op te leggen, des te meer dat de laegen prijs van de graenen, de twee gedwongen geldleeningen hunnen staet hebben verergend (?), den welken overigens was nog
242
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
niet hersteld van de twee slechte jaeren en de bekortingen veroorzaekt door de ziekte der roodenloop die in de gemeente bestaen heeft in 1846. Overwegende dat het bureel van weldadigheid, hetwelke door den raed is gehoord geweest, nopens het aendeel die hij zou kunnen bestemmen voor het voorwerp waervan kwestie, heeft te kennen gegeven dat de geringheid zijner middelen niet toelaet de minste somme te bestemmen om werk aen de werkende volksklas te bezorgen, dat anderhand het genoegzaem zal weezen eenen oogslag te slaen op den hier bij gevoegden staet om er van overtuygd te wezen, Overwegende dat sedert den jaere 1839 de gemeynte alle mogelijke poogingen heeft aengevoegd ter verbetering van de wegen, en dat ten dien eynde groote lasten heeft opgelegd zoo als het stemmen van opcentiemen aen de grond en personeele belastingen, bijzondere fondsen in de gemeynte begrootingen gebragt voor den onderhoud van den steenweg bruggen en gooten eenen zeer verheven omslagsrol voor de verbetering en vermaeking der wegen ten jaerlijks bedrag van omtrent 1200 fr. etc. Willen volherden in de ... verbeteringen sedert eenige jaeren aen de wegen toegebragt die zoo nuttig zijn voor de inwooners en naementlijk in acht nemende dat het van het grootst belang is zoo voor deze als voor de andere belanghebbende gemeynten dat de weg van grooten doortogt van Merchtem naer Mechelen zoo spoedig immers mogelijk worde voltrokken. Gezien de gemeynte begrooting van dit jaer. Overwegende dat eene somme van fr. 200 bestembaer blijft op degene van 250 gebragt op de begrooting onder het N° 26 voor onderhoud van zieken in de gasthuyzen. Heeft besloten Eene somme van 200 francs te bestemmen voor werk te verschaffen aen de werkende volksklas te heven op de gene van frs. 250 bestemd voor onderhoudskosten van zieken in de gasthuyzen en hier voren aengebracht, en het Gouvernement te smeeken dat in acht nemende de gesteltenis van de gemelde volksklas bij gevolg van den nedergang van de nijverheid van het vlas, het hem zoude gelieven aen deze gemeynte eenen onderstand te verleenen om mits dien in de somme gestemd door de gemeynte werk aen deze volksklas te verschaffen die zou bestaen in aerdewerk te verrigten aen den weg van grooten doortogt van Merchtem naer Mechelen, waer van de bekosting al nog te doen, onbegrepen de fondsen tot en inbegrepen dit jaer voor bestemd, zijn geschat op francs 24.436 voor 2416 meters lengte kasseyde die nog te verrigten blijven. In zitting te Londerzeel datum als ten hoofde. GR - N° 9 Zitting van den 26 April 1849 Tegenwoordig de heeren Verheyden, burgemeester, Van Assche en Van Ruysevelt, schepenen, Goossens, Goossens, Verbesselt, Verheyden, Verhofstadt, Van Doorslaer, Hermans, leden, en De Cat, secretaris. Den gemeenteraed van Londerzeel. Gezien den omzendbrief van den heer gouverneur in dato van 3 february 149 N° 26 betrekkelijk tot de kommissiën en maatschappijen van landbouw. Heeft na eene rijpe overziening van de middelen van de gemeente besloten eenen onderstand van dertig franken te bestemmen voor de kommissiën van de landbouw. GR - N° 10 Séance du 3 Mai 1849 (Vertaald) Tegenwoordig de heren Verheyden, burgemeester, Van Assche en Van Ruysevelt, schepenen, Goossens, Goossens, Verbesselt, Verheyden, Verhofstadt, Van Doorslaer, leden, en De Cat, secretaris.
243
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
De gemeenteraad van Londerzeel, in buitengewone zitting vergaderd om te beraadslagen over de omzendbrief Mem. Adm. 43 van de gouverneur (van 21 februari) en over de middelen om in deze gemeente een kwekerij op te richten ter verbetering van de teelt van bomen en boomvruchten. Gezien de geciteerde omzendbrief. Herzien de deliberatie van 26 april 1849 aangaande de middelen van de gemeente en die van haar inwoners. Overwegende dat de gemeente geen terrein kan aankopen om dergelijke kwekerij op te richten, aangezien de eigenaars niets willen afstaan dan tegen een veel te overdreven prijs. Heeft besloten: Om af te zien van dit projekt. GR - N° 11 Séance du 3 Mai 1849 (Vertaald) Tegenwoordig de heren Verheyden, burgemeester, Van Assche en Van Ruysevelt, schepenen, Goossens, Goossens, Verbesselt, Verheyden, Van Doorslaer, Hermans, leden, en De Cat, secretaris. De gemeenteraad van Londerzeel in buitengewone zitting vergaderd in het gemeentehuis teneinde te beraadslagen over de veranderingen die door de architect Spaak zijn aangebracht aan de plannen van het te bouwen schoollokaal. Gezien de plannen van de architect van 6 mei. Gezien de brief van de arrondissementscommissaris van 18 april die bij het bouwdossier was gevoegd. Overwegende dat de voorgestelde wijzigingen de bouwkosten niet verhogen. Heeft besloten. De wijzigingen van de heer Spaak worden aanvaard. PV - N° 10 Op heden den 6 Mei 1849 om 5 ueren na middag. Wij Joannes Franciscus Van Ruysevelt, schepen der gemeente Londerzeel, aenzocht zijnde door D. Loos, landbouwer woonende te Oppuers en door Henricus Franciscus Pintens, gendarme bij de brigade te Calfort, hen te vergezellen tot in de herberg genaemd den groenen boomgaerd, gehouden door Marcus Versickt, ten einde aldaer eenen hond gehouden door Bernardus Boon, schaepherder dezer gemeente, te bezigtigen en welken zoo men beweert toebehoort aen Theodorus Govers, schaepherder woonende te Merchtem, alwaer gekomen en spreekende over den hond met gemelden Boon, heeft ons dien aengaende verklaerd dat den hond hem niet toebehoorde, maer dat hij den zelven leerde voor den schaepherder Govers omdat deze hem daer voor volgens overeenkomst vijf franken moest betaelen. Achtervolgens de verklaring van gemelden Boonen en met zijn toestemming hebben wij dien hond overgegeven aen pachter De Loos, en Pintens, de welke den zelven met hun naer gemeente Oppuers hebben ... Achtervolgens het voorgaende is voor ons gekomen den genaemden Govers, schaepherder, woonende te Merchtem, de welke ons heeft verklaerd dat de hond gehouden door Bernardus Boon, hem toebehoorde aengezien hij den zelven tegen eenen andere hond met pachter de loos had verwisseld, en dat hij ons aenzoekt daer over proces verbael ten laste van pachter De Loos te willen opmaken. Waer van proces verbael dato als ten hoofde. PV - N° 11 Op heden de 2 Juny 1849 om 1 uur naer middag. Voor ons Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Jan Baptist Van Steen, veldwachter dezer gemeente, verwittigd zijnde door Antonius Van Schel, winkelier, woonende alhier, heeft
244
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Antonius Van Schel verklaert als dat Van Eeckhout Anna Maria, oud 14 jaeren, zonder beroep, woonende bij haer stiefvader Petrus Spiessens alhier, bij hem is komen presenteeren een gestolen ijzeren kelf. Den genoemden Antonius Van Schel heeft haer voor antwoord gegeven dat zij moest wederom komen als dat zijnen broeder Petrus Van Schel niet t’huis en was waerop (hij) haer heeft gevraegd van de kelf bij hem te laeten liggen; maer de genaemde Van Eeckhout Anna Maria, oud 14 jaeren, heeft voor antwoord gegeven dat zij dat eerst aen haer moeder zoude gaen vragen, maer zij is niet meer wederom gekomen. Ik, burgemeester, vergezeld met de veldwachter, ten plaets gekomen in het huis gegaen zijnde van Ant. Van Schel, hebben daer gevonden in het voormeld huis, Petrus Spiessens, oud 58 jaeren, beroep arbeider, die daer gekomen was om eenen koperen moor te verkoopen aen Petrus Van Schel, heb ik hem gevraegd alwaer hij deze moor had gehaald, heeft mij voor antwoord gegeven dat zijn dochter Van Eeckhout Anna Maria deze moor had gevonden over de Brusselsche Vaert. Dan heb ik gaen vraegen aen de dochter waer zij dezen moor had gevonden, heeft geantwoord dat zij hem te Leest had gevonden in eenen kant. Van daer gekomen zijnde bij zijn vrouw genaemd Francisca De Wachter, haer gevraegd van waer dat de moor was gekomen, zij heeft mij voor antwoord gegeven als dat zij dien moor had gevonden te Rossem onder Wolverthem in eenen hoeck kooren. Ter zelver tijd heb ik mij begeven in de woonst van Petrus Spiessens en heb gevraegd waer dat de ijzer kelf was die haeren dochter had gaen presenteeren bij Antonius Van Schel, heeft de vrouw Francisca De Wachter voor antwoord gegeven als dat zij dat niet weet, waerop ik haer en haere dochter heb verzogt van mede te gaen naer het huis van Ant. Van Schel. Naer dat ik haer verscheid dreygement had gedaen heeft zij het beleden en heeft het geweezen aen den veldwachter waer zij het verborgen had om aen de heer burgemeester af te geven. Deze moor is erkend geweest door Muyldermans Jean Baptist, woonende Oxdonck, gehucht onder Capelle op den Bosch voor de zijne te weezen die op den 2 Juny uit zijn woonst gestolen is geweest. NC - Spiessens Pierre, 58 jaar, dagloner, geboren te Londerzeel, op 5 december 1849 door de correctionele rechtbank te Brussel veroordeeld tot 1 maand hechtenis wegens diefstal. De Wachter Anne Françoise, 48 jaar, echtgenote Spiessens Pierre, geboren te Londerzeel, op 5 december 1849 door de correctionele rechtbank te Brussel veroordeeld tot 1 maand hechtenis wegens diefstal. Van Eeckhout Jeanne Marie, 14 jaar, zonder beroep, geboren te Londerzeel, op 5 december 1849 door de correctionele rechtbank te Brussel veroordeeld tot 15 dagen hechtenis wegens diefstal. PV - N° 12 Op den 6 Juny 1849 om 9 ueren voormiddag is voor ons J.F. Verheyden gecompareerd Marinus Moortgat, oud 36 jaeren, landbouwer, Michael Moortgat, oud 41 jaeren, beide alhier woonende de welke ons hebben aengeklaegd dat in den avond van den 29 Mei in de Bloemstraet, die beplant is wederzijde met schoon jonge opgaende Canadas boomen, toe behoorend aen de gemeente Londerzeel, waer onder drij boomen moedwilliglijk en door schelmerij afgebroken zijn geweest door Franciscus Van den Bossche, oud 22 jaeren, landbouwer, Charles Van den Bossche, 20 jaeren, landbouwer, Joannes Hofmans, oud 25 jaeren, arbeider en Jean Baptist Reyniers, oud 23, arbeider, alle 4 alhier woonende. GR - N° 12 Zitting bureel van Weldadigheid en gemeenteraed van den 9 Juny 1949.
245
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Tegenwoordig de heeren Joannes Franciscus Verheyden, voorzitter, Carolus Leys, pastor, Josephus Van Ruysevelt, Amandus Van Assche, Guilielmus Verheyden, leden. (Kort) Afsluiting rekening bureel van weldadigheid 1848. - Ontvangsten 3.367,93 - Uitgaven 3.366,51 - Overschot 1,42 Wordt goedgekeurd. PV - N° 15 Op heden den 25 Juny 1849 om 9 uur voor middag. Voor ons J.F. Verheyden, burgemeester der gemeente Londerzeel, is gekomen Joannes Callaert, oud 40 jaeren, werkman, woonende alhier, de welke ons heeft komen aenklaegen dat er op gisteren om 9 ueren voor middag in zijn woonst is gestolen eene vuurschop van ijzer door Anna Maria Van Eeckhout, oud 14 jaeren, woonende bij haren stiefvader Petrus Spiessens, arbeider alhier op de heide; dat hij vermoede dat de aengeklaegde deze vuurschop verkogt had aen Carolus Van Muylder, koopman in vodden alhier woonende; zich aenstonds heeft begeven en heeft bevonden dat het gemelde voorwerp zich aldaer bevond. Waer van proces verbael te Londerzeel dag, maend en jaer als ten hoofde en heeft de aenklager na voorlezing verklaerd niet te kunnen schrijven zijnde ongeleerd. PV - N° 16 Heden den 25ste Juny 1849 om 8 ueren des avonds. Wij Franciscus Josephus Van Ruysevelt, schepen der gemeente Londerzeel, kennis bekomen hebben door Franciscus Moerbout, oud 35 jaeren, schrijnwerker, woonende in deze gemeente, dat hij op heden omtrent 7 ueren na middag, uit den vijver genaemd den Borght Vijver, gelegen alhier in het dorp, op het geroep van Adolphus Coomans, oud omtrent 18 jaeren, woonend alhier, getrokken heeft een dood lichaem van een kind het welk hij aldaer zag liggen, en het zelve gedraegen heeft in de woonst van Petrus Coomans, wiens echtgenote heeft erkend dat het zelve hun toebehoorde en den naem droeg van Monica Coomans, oud 2 jaeren en 10 maenden. Achtervolgens deze verklaring hebben wij schepen voorzeid den heer Carette, doctoor in de medicijnen uitgenoodigd ons te vergezellen naer de woonst van Petrus Coo-mans ten einde het doode lichaem te aenschouwen de welke aen ons verzoek onmiddellijk voldoende, hebben wij ons aldaer begeven en na dat de Heer Carette voorzeid de aenschouwing l’autopsie gedaen had, heeft hij verklaerd dat het doode lichaem geene de minste kwetsing of knotzing had welke eenige vermoedens van mishandelingen zouden kunnen verstrekken, maer dat het zelve door het water was versmacht, gelijk het blijkt uit de hierbijgevoegde declaratie, afgegeven door den heer Carette voormeld. Waer van proces verbael te Londerzeel dato als ten hoofde en hebben Franciscus Moerbout en d’ Heer Carette na voorlezing benevens ons onderteekend. PV - N° 13 Heden den 29sten Juny 1849, ten 11 ueren voor middag. Voor ons J.F. Verheyden, Burgemeester der gemeente van Londerzeel, is gekomen Judocus Van Muylder, oud 39 jaeren , landbouwer, woonende in deze gemeente, de welke ons heeft te kennen gegeven dat op eergisteren 27 dezer maend om twee ueren na middag aen de deur van zijn woonhuis, welk niet gesloten was maer enkelijk ten zijn afwezigheid en van zijn huisgezin op slot gesteld was, is Josephus Lamberts gekomen, oud 33 jaeren, arbeider ook alhier woonende, maer ziende dat er niemand t’huis was, deze zich begeven heeft bij ’s aenklagers dienstmaegd Francisca Moerenhout, oud omtrent 25 jaeren, aen de welke hij te koop heeft aengeboden een riek voor den prijs heeft aenvaerd; dat Francisca Moerenhout voorzeid onmiddellijk daerna zich naer hunne woonst begeven hebbende, ondervonden heeft dat er vijftien stukken van vijf frank en acht enkele franken, te samen 83 franken uitmaekende, aen hem aenklager en zijn broeders toebehoorende, uit hunne kist,
246
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
dewelke ook niet gesloten was, gestolen waren, en dat hij vermoedt dat Josephus Lamberts voorzeid die diefte begaen heeft. Waer van proces verbael te Londerzeel, dag, maend en jaer als ten hoofde en heeft de aenklager na voorlezing verklaerd niet te kunnen schrijven zijnde ongeleerd. PV - N° 14 Londerzeel den 30 Juny 1849. Mijnheer de Procureur des Konings. Wij hebben de eer aen Ued hiernevens te doen toekomen proces verbael van diefte van een som van 83 franken gepleegd in de woonst en ten nadeele van de gebroeders Van Muylder, landbouwers in deze gemeente, de welke vermoeden dat Josephus Lamberts, arbeider, ook alhier woonende, dezen diefstal heeft begaen. Wij vermeenen te Ued kennis ook te moeten brengen dat wij gemelden Josephus Lamberts, achtervolgens de verklaring van Judocus Van Muylder, op gisteren in het gemeente huis alhier hebben ontboden ten einde hem te ondervragen over den inhoud van het hiernevens gevoegd proces verbael, de welke ons dien aengaende heeft verklaerd dat hij in de woonst van de kinderen Van Muylder op eergisteren niet binnen is gegaen, doch dat hij de riek gestolen had ten nadeele van Jan Baptist Van Buggenhout, landbouwer, woonende te Westrode onder Wolverthem, de welke in de tegenwoordigheid van Judocus Van Muylder en van Lamberts voorzeid, door ons aenzocht zijnde voor ons te compareren en aen ons verzoek onmiddellijk voldoende, erkend heeft dat de riek aen hem toebehoorde en ten zijnen nadeele gestolen was geweest, dat Josephus Lamberts, onmiddellijk daerna in de presentie van de voornoemde persoonen, alsnog heeft verklaerd dat de gebroeders Van Muylder de oorzaek waren dat hij goederen stal, want dat zij geene gestolen goederen kochten dat hij dan ook niet stelen zoude.... Gij zult uit al het gene voorgeschreven wel kunnen bemerken, Mijnheer, aen welke klas die gemelde Van Muylder en Lamberts toebehooren. PV - N° 17 Monsieur le Juge d’instruction - En exécution de votre lettre en date du 6 de ce mois (juillet 1849) N° 225. Nous avons l’honneur de porter à votre connaissance que nous avons procédé dans le demeure des frères Van Muylder à une visite domiciliaire dans les effets et places où les frères et la servante ont accès et que nous n’avons rien retrouvé après avoir fait les recherches les plus minutieuses. Quant à la servante nous l’avons interrogée sur les 36 centimes payé par elle à Joseph Lamberts, la quelle nous a fait connaître qu’elle a retiré 20 centimes hors d’un petit ver à boire qui était placé dans un tiroir de coffre, où la bourse contenant l’argent volé se trouvait et qu’elle pris le surplus dans la poche du gilet de Jean Van Muylder, et qu’elle n’avait pas remarqué dans le moment qu’elle a pris l’argent dans ce coffre que la bourse était disparue. PV - N° 18 Heden den 16 July 1849. ik ondergeteekende Jan Baptist Lathouwers, beëedigden veldwachter der gemeente van Londerzeel, doende mijne gewoonlijke nachtronde en gekomen zijnde omtrent 10 ueren ’s nachts ten gehuchte Sneppelaer op eenen voetweg van de breedte van 55 centimeters, aldaer gezien heeft dat Josephus Pintens, slagter en koopman in vee, alhier woonende, met een karretje met twee wielen, bespannen met eenen vossen hond en ongeladen, reed met een wiel op een stuk land in gebruik bij Joseph Van Achten, beplant met koren, en met het andere wiel op een stuk met klaveren beplant, en in gebruik bij den zelfden Van Achten, en welker schade ik begroot heb op 6 franken en over welk feit ik gezegden Pintens proces verbael heb verklaerd. Waer van proces verbael te Londerzeel dag, maend en jaer als ten hoofde.
247
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
NC - Pintens Joseph, 25 jaar, beenhouwer, geboren te Ruisbroek, op 16 juli 1849 door de politierechtbank veroordeeld tot 6 frank boete omdat hij met zijn hondenkar, over het land van Van Achter gereden heeft. PV - N° 30 Het jaer 1849 den 18 July ten 9 ueren voor middag. Voor ons J.F. Verheyden, burgemeester der gemeente Londerzeel, onderrigt zijnde door Carolus Ludovicus Robberechts, landbouwer, woonende bij zijne moeder Anna Catharina De Boeck, weduwe van Josephus Robberechts, landbouwer alhier, dat gisteren 17 July om 4 ½ ueren naer middag, heeft de genoemde Carolus Ludovicus Robberechts gezien dat hun schuergebouw in steenen, gedekt in pannen, omtrent 7 meters afstand van den ijzeren weg, de dak in brand was gevlogen door het vuer voortskomende uit de schouw van het locomotive van het convoi genaemd marchandise, die om 5 ½ ueren van Dendermonde op Mechelen reed. Den genoemden Carolus Ludovicus Robberechts heeft den eersten gezien dat hun schuer in brand was en is dadelijk bij de heer Verheyden, Burgemeester, zijnen gebuer, geloopen om hulp te geven. Den heer Verheyden, Burgemeester, is dadelijk met zijn dochter Christina Verheyden, Gillis Verbesselt, Fidelia Heyvaerts en Barbara De Boeck, de drij laetste dienstbode bij d’ heer Verheyden, en Henricus Goossens, dienstbode bij de weduwe Robberechts, heeft den heer Burgemeester aenstond bevel gegeven van water aen te brengen en heeft hem aen het uitblusschen begeven en heeft vele gevaren geleden om de vlammen uit te blusschen die in het strooy en ..... was aen ’t branden, en uitgebluscht gekregen hebben van onder heeft den burgemeester den genoemden Gerardus Van Campenhout, landbouwer, en Joannes Van Zaelen, garde op den ijzeren weg, beide woonende alhier, bevoolen heeft van dadelijk op het kruishout hun te begeven om het vuer aldaer te kunnen blusschen, hebben zodanig hun uiterste best gedaen om dien brand te blusschen dat op minder dan een halve uur zou meerder dan 50.000 franken zou kunnen beschaeden hebben. Deeze weduwe Robberechts is niet verassureerd en wij hebben de schade geraemd op de somme van 150 franken. PV - N° 19 Heden den 20 July 1849 om 11 ueren voor middag is gecompareerd Maria Theresia Desmedt, oud 50 jaeren, vrouw van Petrus Verhoeven, oud 51 jaeren, winkelier, woonende op heide binnen deze gemeente, de welke ons heeft aengeklaegd dat Carolina Verdickt, oud 45 jaeren, landbouwster, woonende op de heide, haer op gisteren 19 July omtrent 12 ueren ’s middags, verweeten dat haer man haer sloeg, heeft de vrouw van Verhoeven hier voor antwoord gegeven dat zij haren weg zou vervoorderen, waerop Carolina Verdickt haer naer de aenklaegster heeft begeven met het kruyszeel van haren karrewagen eenen slag heeft toegebragt en met eenen steen op haere been geworpen, en dan heeft zij haer gezegd dat Carolina Verdickt en haeren broeder den zoon van Pieter Verhoeven zou gebrekkelijk geslagen hebben. Waervan proces verbael dag, maend en jaer als ten hoofde. PV - N° 20 Heden den 20 July 1849 om 9 ueren voor middag. Voor ons burgemeester der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Carolina Verdickt, oud 45 jaeren, beroep landbouwster, woonende op de heide te Londerzeel, de welke ons heeft aengeklaegd als dat gisteren 19 July om 1 ½ ueren naer middag, zij dan naer haer land met eenen karrewagen en gekomen zijnde aen het huis van Petrus Verhoeven, winkelier en landbouwer, woonende alhier op de heide, is de aenklaegster met haeren karrewagen tegen eenen boedel vlas gereden; waer op deze genaemde Verhoeven bij de aenklaegster is gekomen en heeft met een handvol vlas op haer hoofd geslaegen en haer alle verwijtingen heeft toegebragt. Waer van proces verbael te Londerzeel dag, maend en jaer als ten hoofde.
248
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
NC - Verdickt Caroline, 40 jaar, dagloonster, op 31 juli 1849 door de politierechtbank veroordeeld tot 4 fr. boete wegens brutaliteiten en beledigingen aan Marie Thérèse De Smedt, vrouw Pierre Verhoeven. GR - N° 13 Zitting van 23 July 1849 Tegenwoordig de heeren Verheyden, burgemeester, Van Assche en Van Ruysevelt, schepenen, Goossens, Goossens, De Keersmaecker, Verheyden, Verhofstadt, Hermans, Van Doorslaer, leden, De Cat, secretaris. (Kort) Afsluiting dienstjaar 1848. Gemeenterekening. - Ontvangsten 11.279,56 - Uitgaven 11.315,36 - Tekort 35,80 wordt in budget 1850 als buitengewone uitgave gebracht. Rekening buurtwegen. - Ontvangsten 1.166,83 - Uitgaven 1.166,83 Rekening beken en waterlopen - Ontvangsten 113,59 - Uitgaven 113,59 Goedgekeurd en gepubliceerd. PV - N° 21 Pro Justitia - Op heden den 2 Augusty 1849 om 8 ueren voor middag. Voor ons Joannes Franciscus Verheyden, Burgemeester der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Josephus De Buyck, oud 42 jaeren, beroep hoefsmid, woonende in deze gemeente (Klein Holland), de welke heeft aengeklaegd dat op gisteren omtrent 3 ueren des morgens Joannes Verspreet, oud 45 jaeren, molemaeker, Philippus De Boeck, oud 23 jaeren, zoon van Andreas, koopman in kiekens, en Petrus Wauters, oud 24 jaeren, woonende bij zijnen vader Joannes Wauters, kuiper, alle in deze gemeente gehuisvest, in des zelfs hof veel laweit hebben gemaekt; dat hij, aenklaeger, op dit gerucht opgestaen zijnde de gemelde Joannes Verspreet hem heeft gedregen te slaen, waerop hij na dezelve aengemaend te hebben om zich te verwijderen uit zijnen hof, weder in zijne woonst heeft getreden en de deur van de zelve heeft vast gedaen; dat de gemelde Verspreet, Philippus De Boeck en Petrus Wauters alsdan het hondenkot waer aen den hond met een ketting vastgemaekt was, gedraegen hebben op den afstand van 200 meters van zijnen woonst, alwaer zij, na het aen stukken te hebben verbroken, dezelve op eenen tienling koren, welke stond op het land in gebruik bij Guillelmus De Coster, maelder alhier, hebben geplaetst, alwaer hij aenklaeger deze drij ueren later heeft gevonden. Dat in deze zaek aenhoord kan worden als getuigen, Ludovicus Steenackers, oud 22 jaeren, werkman woonende alhier. Waer van proces verbael te Londerzeel dato als ten hoofde en heeft Josephus De Buyck, na voorlezing, benevens ons onderteekend. NC - Verspreet Jean, 43 jaar, molenmaker, geboren in Londerzeel, op 7 april 1849 veroordeeld door de politierechtbank tot 3 dagen hechtenis en 11 fr. boete, wegens nachtlwaai aan het huis van De Buyser. De Boeck Philippe, 23 jaar, koopman in kiekens, op 7 april 1849 veroordeeld door de politierechtbank tot 3 dagen hechtenis en 11 fr. boete, wegens nachtlwaai aan het huis van De Buyser.
249
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Wauters Pierre, 24 jaar, zoon van Jean, kuiper, op 7 april 1849 veroordeeld door de politierechtbank tot 3 dagen hechtenis en 11 fr. boete, wegens nachtlwaai aan het huis van De Buyser. PV - N° 22 Op heden 2de Augusty 1849 ten 10 ueren voor middag. Ik ondergeteekende J.B. Lathouwers, veldwachter der gemeente Londerzeel, doende mijne gewoonlijke ronde en gekomen zijnde ten gehuchte Sneppelaer, op een stuk land in gebruik en toebehoordende aen Joannes Franciscus Verbesselt, pachter in deze gemeente, heb gezien dat Petrus Antoine Scheers, oud 36 jaeren en zijne echtgenote Marie Van Ingelgem, arbeiders woonende in deze gemeente, elf boedels tarwe van het gemeld in den houtkant wegdroegen om de zelve verder ter hunne beschikking te nemen. Ik heb nog andere persoonen die mij onbekend zijn gezien, de welke de vlugt hebben genomen. De gemelde Scheers en des zelfs echtgenote genaderd zijnde en met hen sprekende over dit feit, heb ten hunnen last proces verbael. Te Londerzeel als ten hoofde. Op heden den vierden Augusty 1849, voormiddag, voor ons Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Jan Baptist Lathouwers, veldwachter dezer gemeente dewelke in onze handen onder eed den inhoud van het bovenstaende proces verbael heeft bevestigd. GR - N° 14 Zitting van den 12 Augusty 1849. Tegenwoordig de heeren Verheyden, burgemeester, Van Assche en Ruysevelt, schepenen, A. Goossens, De Keersmaecker, J. Goossens, Verheyden, Verhofstadt, Van Doorslaer, Verbesselt, Hermans, leden, De Cat, secretaris. Kosteloos onderwijs. De gemeenteraed van Londerzeel, gezien het art. 5 der wet van den 23 September 1842 en het koninglijk besluit van den 26 Mei 1843. Gezien den lijst van kinderen voorgedragen om het kosteloos onderwijs ten onkosten der gemeente gedurende het schooljaar van 1849-1850 te ontvangen. Gezien het verslag van het Bureel van Weldadigheid bestemmende de somme van 12 francs voor dewelke des gesticht deel zal nemen in het kosteloos onderwijs van de kinderen die erkend worden daer van recht te hebben in uitvoering van het artikel 11 des koninglijk besluit van den 26 Mei 1843. Besluit. Art. 1 – Het getal kinderen die het kosteloos onderwijs in de gemeente gedurende het schooljaer 1849-1850 zullen ontvangen is vastgesteld op 128 jongens. Art. 2 – De gemeenteschool bestuurd door den heer B. Kerremans wordt aengewezen voor de zending van 128 jongens. De gemeente onderwijzer zal een geheelen onderstand genieten van frs. 550 voor het onderwijs dat hij aen de bovengemelde kinderen zal geven. In deze som zal het bureel van weldadigheid deelnemen voor fr. 12. De school der dochters genaemd de Ursulinen, bestuurd door juffrouw Simons, is bestemd voor de zending van 105 meyskens. De onderwijster zal een geheelen onderstand ontvangen van 50 francs voor het onderwijs dat ze aen de voorzeide kinderen zal geven, welk zal genomen worden uit de onderstand van gelijke waerde dien het gouvernement uit dien hoofde haer toestaet. Art. 3 – Afschrift van de tegenwoordige zal naer de gewoone wijze van de briefwisseling aen de Permanente Deputatie van den provincialen raed toegezonden worden, om aldaer beslist te worden gelijkvormiglijk aen het art. 13 van het koninglijk besluit van den 26 Mei 1843.
250
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
PV - N° 23 Heden den 19 Augusty 1849 om 10 ueren voor middag. Wij Joannes Josephus Van Ruysevelt, schepen der gemeente Londerzeel, onderrigt zijnde door Josephus Janssens, veldwachter der gemeente Wolverthem, dat er in de laetst gezeide gemeente aerdappelen gestolen waren en dat er groote vermoedens waren dat Josephus Ludovicus De Gonzaga Lamberts, alhier woonende, deze diefte begaen had, hebben wij ons begeven ten woonste van gezegden Lamberts, vergezeld door J.B. Van Steen, J.B. Lathouwers, beide veldwachters alhier woonende, en door gezegden Janssens; al waer gekomen en huiszoeking doende, hebben aldaer geene aerdappelen gevonden welke gestolen waren, doch op des zelfs zolder eenen boedel elzen stokken, elke drij meters lang en gevraegd hebbende aen Lamberts waer hij de zelve had bekomen heeft ons des aengaende verklaerd dat hij de stokken had gevonden op den kasseyden weg van Wolverthem naer Londerzeel, dewelke wij in het gemeente huis hebben doen bestellen ter beschikking van de rechterlijke overheid. Doch dagelijks inlichtingen nemende hebben den 27 dezer maend slechts ontdekt dat er in den kant van een stuk land, in gebruik bij de weduwe Willocx Jacobus, landbouwster alhier, onderscheidene stokken afgehouwen waren, hebben ons aldaer begeven, voorzien van de voormelde stokken, de welke wij op de stompen hebben gepast en bevonden dat de zelve aldaer afgekapt waren. Achtervolgens hebben wij de stompen, met toelating van de weduwe Willocx voorzeid, doen afhouwen, hebben de zelve benevens de stokken zijnde van de weduwe, den eenen partij in het gemeente huis doen bestellen. Waer van proces verbael te Londerzeel, dag, maend en jaer als tenhoofde. NC - Lamberts Joseph Louis de Gonzague, 29 jaar, kasseier, geboren te Londerzeel, op 6 nov. 1849 door de politierechtbank veroordeeld tot 3 dagen hechtenis omdat tijdens een huiszoeking bij hem takken werden gevonden die werden afgehakt op de eigendom van weduwe Jacques Willocx (in beschuldiging stelling gebeurde in oktober 1849). PV - N° 24 Op heden den 22 Augusty 1849 om 2 ueren na middag. Voor ons J.F. Verheyden, burgemeester der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Barbara Verdickt, oud 45 jaeren, landbouwster, woonende alhier, weduwe van Joannes Franciscus De Boeck, de welke ons heeft aengeklaegd dat een paerd, toebehoorende aen de heer Oomen, doctoor in de medicijnen, gehuisvest te Londerzeel, op 2 augusty omtrent 7 ueren des avonds op een stuk land genaemd hoogweide, bij haer in gebruik, gelegen alhier, bezig was met een gedeelte klaveren van de oppervlakte van 47 aren en 16 centiaren, te doorloopen en afweiden, welke schade begroot is geweest ter somme van 40 frank, en dat dit feit gezien is geweest door Carolus De Boeck, oud 19 jaeren, landbouwer, ’s aenklaegsters zoon met haer woonende. Waer van proces verbael dag, maend en jaer als ten hoofde. Dat in deze zaek aenhoord kan worden Joannes Verspeet en Franciscus De Wit. NC - Oomen Corneille, doctor in de geneeskunde, op 28 augustus 1849 door de politierechtbank veroordeeld tot een boete van 10 fr. om zijn achtergelaten paard te laten grazen op het veld.van weduwe De Boeck GR - N° 15 Extrait des minutes reposant au Griffe du tribunal de premier instance, séant à Bruxelles, chambre des vocations. Audience du 23 Août 1849. (Kort) - Tegenwoordig de heren Louvat, rechter-voorzitter, Spanoghe, rechter, Girandin, rechter, De Dobbeleer, substituut procureur des konings, Ledeganck, griffier. Eedaflegging van Pantens Jean Baptist Louis Desiré, die op 13 augustus 1849 notaris benoemd werd in zijn woonplaats Londerzeel.
251
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
GR - N° 16 Séance publique du 3 septembre 1849. (Vertaald en ingekort) Tegenwoordig: Verheyden, burgemeester, Van Assche en Van Ruysevelt, schepenen, Goossens, Goossens, De Keersmaecker, Verbesselt, Hermans, Verheyden G., Van Doorslaer, leden, De Cat, secretaris. Bespreking begroting 1850: - Buitengewone ontvangsten 5.609,22 - Gewone ontvangsten 7.099,26 Totaal 12.708,48 - Gewone uitgaven 8.320,46 - Buitengewone uitgaven 3.666,77 Totaal 11.987,23 Overschot 721,25 Opmerkingen: - Punt 6, vergoeding van de secretaris. De aanbeveling of circulaire van de gouverneur, gedateerd 9 maart 1847, MA nr. 38, staat een vergoeding toe van 30 centiem per inwoner. In aanmerking nemend dat de huidige vergoeding van de secretaris, 922 fr., in geen enkele verhouding staat tot de omvang van zijn taaak noch tot zijn inzet, vinden we het volstrekt noodzakelijk om dit bedrag in de begroting voor 1850 op 1300 fr. te brengen. - Punt 22, wegwijzers: We denken dat er in 1850 verschillende reparaties aan de wegwijzers zullen moeten gebeuren en voorzien hiervoor een bedrag van 25 fr. - Punt 24, burgerwacht: De organisatie van de burgerwacht in 1848 heeft veel onkosten meegebracht voor de secretaris die belast was met het schrijfwerk en het leveren van verschillende voorwerpen. We achten het nodig om in 1850 een bedrag van 100 fr. te voorzien, zowel voor het vergoeden van de moeite als de gemaakte kosten. - Punt 26, kosten voor het kuisen van het gemeentehuis. Omdat het gemeentehuis nogal ruim is moet het verschillende keren per jaar geveegd en geschuurd worden. Hiervoor wordt 25 fr. in de begroting ingeschreven. - Kosten voor het inbinden der registers van de periode 1844-1847: Overwegende dat de registers van de burgerlijke stand en de memoriaals van administratie van de jaren 1844 tot en met 1848 niet ingebonden werden en dat voor de periode 1844 tot en met 1847 deze kosten ten laste van de voormalige secretaris L. Van Onderbergen waren, werd in de begroting 1850 80 fr. voorzien als schadeloosstelling voor de onkosten die hij aan zijn opvolger heeft overgelaten. NC - Verbelen Antoine, 40 jaar, landbouwer, geboren te Londerzeel, op 4 september 1849 veroordeeld door de politierechtbank tot een boete van 1 frank om over andermans veld gelopen te zijn. GR - N° 17 Séance du 8 Octobre 1849 (Kort) Hernieuwing (na verloop van de vorige periode van 6 jaar voor een nieuwe periode van 6 jaar) van de aanvraag om 4 opcentiemen te mogen heffen op de grond en personele belasting om daarmee de weg van Merchtem naar Mechelen verder te kunnen kasseiën. Geschatte jaarlijkse opbrengst: 835 fr. PV - N° 31 Pro Justitia - Op heden den 22 October 1849 om 5 ueren naer middag. Ik ondergeteekenden Jan Baptist Lathouwers, beëedigde veldwachter der gemeente Londerzeel, alhier woonende, al
252
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
doende mijne gewoonlijke ronde en gekomen zijnde aen een stuk land genaemd het Hof ter Locht, in eigendom aen den heer Hassens B, woonende te Vilvoorden, en in gebruik door Josephus Buydts, landbouwer, woonende alhier, beplant met slooren, heb op het zelve gezien en erkend Ludovicus Willocx, oud 26 jaeren, particulieren, woonende alhier, jagende met een jagtgeweer met twee loopen en eenen jagthond, voorzien van eenen permis de port d’armes en vergezeld door eenen jager en hond en twee wilddragers, heb ik veldwachter, aen den onbekenden jaeger gevraegd of hij voorzien was van eenen permis de port d’armes en heeft mij voor antwoord gegeven dat hij zijnen permis de port d’armes niet en zou laten zien, heb ik hem gevraegd om in het gemeente huis te komen en zijn permis te toonen en heeft mij geantwoord van Ja, maer is niet omgezien. Dus heb ik aen den heer Ludovicus Willocx proces verbael verklaerd over de feit voorzeid, omdat hij gejaegd had zonder voorzien te zijn van een schriftelijke toelating te hebben bekomen. Dat in deze zaek kan aenhoord worden als getuigen Jan Baptist Sollie, veldwachter der gemeente Ramsdonck. Waer van proces verbael te Londerzeel dag, maend en jaer als ten hoofde. Het jaer 1849 den 23 October ten tien ueren voor middag is voor ons Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester en ambtenaer van politie der gemeente Londerzeel, gekomen Jan Baptist Lathouwers, veldwachter, den welken ons onder eed de waerheid van de inhoud van het bovenstaende proces verbael heeft bevestigd en heeft met ons dezen akt van affirmatie geteekend. PV - N° 32 Pro Justitia - Op heden den 22 October een kwartier naer vijf ueren naer middag. Ik ondergeteekenden Jan Baptist Lathouwers, beëedigde veldwachter der gemeente Londerzeel, al doende mijne gewoone ronde en mij bevindende omtrent het gehucht Stuikberg op een stuk land bezaaid met kruid (raepen), genaemd den zueren bosch, in eigendom aen Mr Bernardus Franciscus Carolus De Vleeschouwer, particulieren, woonende alhier, in gebruik door Ludovicus Scheers, landbouwer, woonende alhier, heb op het zelve gezien en gekend Ludovicus Willocx, oud 26 jaeren, particulieren, woonende alhier, jaegende met een jagtgeweer met twee loopen en een jagt hond. Voorzien van eenen permis de port d’armes en vergezeld door eenen onbekenden jaeger en hond en twee wilddragers, heb ik gemelden Ludovicus Willocx proces verbael verklaerd over de feit voorzeid omdat hij jaegde zonder voorzien te zijn van schriftelijke toelating te hebben bekomen. Dat in deze zaek kan aenhoord worden als getuigen Jan Baptist Sollie, veldwachter der gemeente Ramsdonck. Waer van proces verbael te Londerzeel dag, maend en jaer als ten hoofde. Akt van affirmatie. Het jaer 1849 den 23 October ten tien ueren voor middag is voor ons Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester en ambtenaer van politie der gemeente Londerzeel, gekomen Jan Baptist Lathouwers, veldwachter, den welken ons onder eed de waerheid van de inhoud van het bovenstaende proces verbael heeft bevestigd en heeft met ons dezen akt van affirmatie geteekend. PV - N° 33 Op heden den 25 october 1849 om tien ueren voormiddag. Voor ons Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester der gemeente Londerzeel, is gecompareerd den heer Cornelius Oomen, doctoor in de medicijnen, woonende alhier, de welke ons heeft aengeklaegd dat op gisteren om 2 ½ ueren na middag, de koei, toebehoorende aen Barbara Verdickt, landbouwster alhier, weduwe van Francis De Boeck, in de weide graesde welk hij in huer alleenlijk voor den toemaet had verkregen van Jacobus Janssens, pachter te Nieuwenrode, en dat deze daed gezien is geweest door Jan Baptist Van den Bergh, oud 65 jaeren, landbouwer, Barbara Cnapelinckx, oud 15 jaeren en Marcus De Donder, dienstbode, alle alhier woonende, en dat de schade in gezegde weide veroorzaekt geschat heeft op eene waerde van tien fl. Waer van proces verbael te
253
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Londerzeel, dag, maend en jaer als boven en heeft de aenklager na voorlezing benevens ons onderteekend. PV - N° 25 Op heden den 26 October 1849 om 3 ueren naer middag. Voor ons J.F. Verheyden, burgemeester der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Josephus Hermans, oud 43 jaeren, landbouwer woonende alhier, de welke ons aengeklaegd heeft dat Michaël Verbelen, oud 16 jaeren, woonende bij zijnen vader Joannes Henricus Verbelen, landbouwer alhier, een ijzeren gaffel heeft geworpen in eene jonge koeibeest, hollandsch ras, aen hem aenklaeger toebehoorende, de welke op ’s aenklaegers weide alwaer zij graesde, op het land beplant met wortelen, in gebruik bij Joannes Henricus Verbelen voormeld, geloopen was om naer haeren stal zoo men vermoedt, terug te keeren; dat de aengeklaegde, na dezelve van het land met zoo zwaere mishandelingen aengedaen verdreven te hebben, haer in gezeide weide wedergejaegd heeft om aldaer zijn gaffel uit de koei haer lijf te trekken. Dat in deze zaek aenhoord kun en worden als getuigen Coleta Van Gucht, oud 18 jaeren, Josephus Janssens, oud 14 jaeren, (woonende) bij Francisca Fierendonck, Ludovicus De Pauw, oud 12 jaeren, woonende bij zijne ouders alhier. Waer van proces verbael te Londerzeel dato als ten hoofde, heeft Josephus Hermans na voorlezing benevens ons onderteekend. NC - Verbelen Michel, 16 jaar, landbouwer, geboren te Londerzeel, op 6 november 1849 door de politierechtbank veroordeeld tot 4 dagen hechtenis wegens het verwonden met een gaffel van een koe van Hermans uit Londerzeel. PV - N° 26 Op heden 9 November 1849 ten 10 ueren voor middag. Voor ons J.F. Verheyden, burgemeester der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Franciscus De Bakker, oud 52 jaeren, broodbakker, woonende alhier den welke ons heeft aengeklaegd als dat op gisteren 5den November, gekomende zijnde van Steenuffel om naer zijn woonst te gaen, zijnde in de herberg genaemd de Lindeboom, gehouden door Ch. Goossens, omtrent 11 ueren ’s nachts, vergezeld door Henricus Van Humbeeck, landbouwer alhier, heeft Benedictus Verspreet, oud 35 jaeren, maelder woonende te Londerzeel, aen de aenklaeger verweeten als dat hij eenen dief was en ook dief van den armen. Den genoemden Verspreet heeft den aenklaeger ter aerde geworpen, wederom opgestaen en door Verspreet voor de tweede mael ter aerde geworpen en aen de aenklaeger eenige stompen met zijn hand op zijn aenzigt en eenen stomp met den voet in zijne zijde toegebragt. Dat in deze zaek kunnen aenhoord worden als getuigen Henricus Van Humbeeck, Joannes Huybrechts, schoenmaker, Ferdinandus Rumkens, kuyper (?), alle woonende alhier. Waer van proces verbael te Londerzeel dag, maend en jaer als ten hoofde. NC - Verspreet Benoit, 40 jaar, molenaar, geboren in Londerzeel, op 27 november 1849 door de politierechtbank veroordeeld tot een boete van 15 fr. wegens het beledigen van Fr. De Backer. PV - N° 27 Heden den 9 der maend November 1849. Ik ondergeteekende Jan Baptist Van Steen, beëedigde veldwachter der gemeente Londerzeel, doende mijne gewoonlijke ronde en gekomen zijnde om een en half uur na middag op een stuk land, toebehoorende aen den heer Burggraef Helman van Grimberghen, in gebruik bij Amandus Meremans, landbouwer alhier, heb gezien dat Josephus Teugels, oud 17 jaeren, arbeider, woonende in deze gemeente, op dat stuk land een uitgepoot boompje met eene zikkel afgesneden en twee andere poten losgetrokken heeft, welke schade is
254
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
genomen op twee francs en 8 centimes, en waer over ik proces verbael ten zijnen last heb verklaerd. Gedaen te Londerzeel dag, maend en jaer als ten hoofde. Heden den 10 November 1849 ten acht ueren voor middag. Voor ons J.F. Verheyden, burgemeester der gemeente van Londerzeel, is gecompareerd Jan Baptist Van Steen, veldwachter dezer gemeente, de welken in onze handen onder eed heeft bevestigd den inhoud van het bovenstaende proces verbael en heeft Jan Baptist Van Steen voormeld na voorlezing benevens ons onderteekend. PV - N° 28 Heden den 10 November 1849. Ik Jan Baptist Lathouwers, veldwachter der gemeente Londerzeel, doende mijne gewoonlijke ronde en gekomen zijnde omtrent 10 ½ ueren voor middag op een bijzondere losbaen dienende voor eenige bijzondere landbouwers dezer gemeente, heb gezien dat Franciscus Meskens, oud 26 jaeren en Josephus Meskens, oud 20 jaeren, woonende beide alhier, met eenen waegen bespannen met 4 paerden, geladen met bolen boomen toebehoorend aen gemelden Judocus Meskens den zelven bereden, zonder dat hij eenige gemeenschap met dezen lossing heeft of daertoe eenige toelating had verkregen, waerover ik hem proces ver- bael heb verklaerd. Waer van proces verbael dato als ten hoofde. Heden den 10 November 1849 ten twee ueren naer middag. Voor ons Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Jan Baptist Lathouwers, veldwachter dezer gemeente, dewelke in onze handen onder eed heeft bevestigd den inhoud van het bovenstaend proces verbael en heeft Jan Baptist Lathouwers voormeld na voorlezing benevens ons onderteekend. GR - N° 18 Zitting van den 13 December 1849 (Kort) De gemeenteraad herbenoemt als lid van het bureel van weldadighreid, J.F. Van Ruysevelt, die normaliter op 31 december moest uittreden. NC - De Saegher Charles, dagloner, geboren in Londerzeel, op 24 december 1849 veroordeeld door de politierechtbank tot 3 dagen hechtenis wegens diefstal van hout. NC - Van Ingelgem Jean Baptiste, 52 jaar, herbergier, op 24 december 1849 veroordeeld door de politierechtbank tot een boete van 6 frank omdat hij verwaarloosd had vreemde personen die bij hem overnachtten in een register in te schrijven en dit register aan de autoriteiten voor( te leggen (vastgesteld op 17 december 1849).
1850 PV - (1) Heden den 3 January 1850 om 10 ueren voor middag. Wij Jan Francis Van Ruysevelt, schepen der gemeente Londerzeel, kennis bekomen door Henricus Van Ruysevelt, oud 45 jaeren, schrijnwerker woonende in deze gemeente, dat hij op heden omtrent 10 en half ueren voor middag uit de Molenbeek gelegen alhier aen het dorp, getrokken heeft een dood ligchaem van een kind het welk hij aldus zag liggen en hetzelve gedragen heeft in de woonst van Victor Eeraerts, dewelke heeft erkend dat hetzelve hem toebehoorde en den naem droeg van Henricus Eeraerts, oud 8 jaeren. Achtervolgens deze verklaring hebben wij, schepen voorzeid, de heer Carette, doctoor in de medicijnen, uitgenoodigd ons te vergezellen naer de woonst van Victor Eeraerts ten einde het dood ligchaem te aenschouwen dewelke aen ons verzoek onmiddellijk
255
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
voldaen hebbende, wij ons aldaer begeven en na dat de heer Carette voorzeid de aenschouwing (l’autopsie) gedaen had, heeft hij verklaerd dat het dood ligchaem geene de minste kwetzing of knotzing had welk eenige vermoedens van mishandelingen zouden kunnen verwekken, maer dat hetzelve door het water was versmacht, gelijk het blijkt uit de hierbijgevoegde declaratie afgegeven door den heer Carette voormeld. GR - N° 1 Séance du 9 janvier 1850 (Vertaald) tegenwoordig de heren J. F. Verheyden, burgemeester, J. Van Assche, J.F. Van Ruysevelt, schepenen, A. Goossens, J.F. Verbesselt, D. De Keersmaecker, G. Verheyden, Ch. Van Doorslaer, J. Hermans, J.F. Verhofstadt, leden, en J.J. De Cat, secretaris. De gemeenteraad van Londerzeel, in buitengewone zitting samengekomen, om te beraadslagen over de wijze van opstellen van de rol der belasting voor het onderhoud en de verbetering der buurtwegen voor het dienstjaar 1850. Overwegende dat de methode die vorig jaar gebruikt werd, ’t is te zeggen de omzetting in geld van prestaties in natura, zeer gelukkige resulaten voor de verbetering der wegen heeft opgeleverd, en het dus van belang is om ze te behouden. Overwegende dat een deel van de beschikbare middelen moet gebruikt worden voor de kasseiïng van de weg van grote gemeenschap van Merchtem naar Mechelen, en dat de kosten daarvan pas na afwerking zullen bekend zijn, dat men dus pas daarna zal kunnen bepalen welk bedrag er voor de verbetering der andere wegen overblijft waardoor een publieke aanbesteding der werken (een methode die overigens vele nadelen biedt) praktisch niet mogelijk is . Gezien artikel 18 van de wet van 10 april 1841. Heeft de raad besloten om aan de bestendige deputatie te vragen om prestaties in natura te mogen converteren in geld. NC - Van Nieuwenhoven François Louis, 29 jaar, landbouwer, op 4 februari 1850 door de politierechtbank veroordeeld tot 3 dagen hechtenis wegens mishandeling. GR - N° 2 Séance du 5 février 1850 (Vertaald) Tegenwoordig: Verheyden, burgemeester, Van Assche en Van Ruysevelt, schepenen, Verbesselt, De Keersmaecker, A. Goossens, Van Doorslaer, G. Verheyden, Hermans, J. Goossens, Verhofstadt, leden, en De Cat, secretaris. De gemeenteraad van Londerzeel, in buitengewone zitting bijeengekomen, om te beraadslagen over de middelen die aangewend kunnen worden ter sanering van de woningen der arme mensen en van de openbare plaatsen, dit om zoveel mogelijk de invasie van de Aziathische Cholera te voorkomen. Overwegende dat het gemeentebestuur en het bureel van weldadigheid zich vele offers hebben getroost voor de sanering van de woningen der armen, voor hun onderhoud en voor de hygiëne van andere plaatsen. Overwegende dat deze gemeente een bevolking telt van 4401 zielen waarvan er 1100 door het weldadigheidsbureel ondersteund worden, wat voor velen nog niet genoeg is om normaal te kunnen leven. Overwegende dat de aziatische cholera in onze gemeente tussen eind augustus en 1 oktober 1849 het leven heeft geëist van 20 mensen, die ondanks de voorzorgen van de gezondheidscommissie en het gemeentebestuur het slachtoffer van deze epidemie zijn geworden. Overwegende dat de hogere overheid in een omzendbrief beloofd heeft om de gemeenten, die zich opofferingen getroost hebben om de noden van de lijdende behoeftige klasse te lenigen, bij te staan.
256
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Heeft besloten om een subsidie van 1500 fr. te vragen, af te nemen van het fonds dat door de hogere overheid werd gecreëerd om het interieur van de arme woningen te ontsmetten, om de armen voedsel en dekens te verschaffen en voor de sanering der openbare plaatsen van de gemeente. PV - (2) Op heden den 24 february 1850 ten negen ueren ’s avonds. Wij Joahannes Franciscus Verheyden, burgemeester der gemeente Londerzeel, onderrigt zijnde door de openbare ruchtbaerheid dat er op den ijzeren weg van Dendermonde naer Mechelen, zekeren persoon genaemd Petrus Joannes Houwelinckx, landbouwer woonende te Capellen op den Bosch, door het convoi, komende van Dendermonde, op heden omtrent 8 ueren overreden was en dat hij onderscheidene verminkingen had ondergaen, hebben wij ons ten ure voorzeid begeven naer de woonst van Egidius Cools, waer de lijdende ingenomen was, en aldaer bevonden dat hij zeer zwaerlijk gekwetst was, en hebben zonder eenig vertoeven den heer Hoorickx, heelmeester alhier, gerequéreerd om dezen persoon al de noodige hulpmiddelen toe te brengen, de welke spoedig aen ons verzoek heeft voldaen, en waervan de declaratie hier bij is gevoegd. Is van deze gemeente naer degene van Capellen vervoerd door de orders van Mr. Voet, doctor ten laetsten, is ’s anderendaegs gestorven. Waervan proces verbael te Londerzeel. UC - Londerzeel den 25 february 1850 - Mijnheer - Wij hebben de eer Ued hiernevens te doen toekomen proces verbael van overrijding door het convoi van den ijzeren weg van Dendermonde naer Mechelen van den persoon genaemd Petrus Joannes Houwelinckx, landbouwer woonende te Capellen op den Bosch. GR - N° 3 Séance du 18 Avril 1850. (Vertaald) Tegenwoordig: Verheyden, Van Assche, Van Ruysevelt, A. Goossens, Verbesselt, Hermans, Verhofstadt, J. Goossens, G. Verheyden, Van Doorslaer en De Cat, secretaris. De raad. Herzien de deliberatie van ... waarbij de geldmiddelen werden gestemd voor de kasseiïng van de buurtweg van grote gemeenschap van Merchtem naar Mechelen, te weten: 1) Opcentiemen op de grondlasten. 2) Opcentiemen op de personele belasting. 3) De jaarlijkse opbrengst van de hondentaks. 4) Een bijdrage van ... fr. uit de gemeentebegroting. 5) Een jaarlijks deel van de provinciale subsidie van 40.000 fr. 6) Vrijwillige schenkingen en prestaties in natura. Herzien de deliberatie van 29 maart 1849, waarbij nieuwe subsidies gestemd werden. Overwegende dat de provinciale subsidie van 40.000 fr. door een beslissing van de provincieraad teruggeschroefd werd naar 10.000 fr. op 13 juli 1847 en naar 4.000 fr. op 2 augustus 1848 en dat de jaarlijkse provinciale subsidie bijgevolg aanzienlijk verminderd is. Overwegende dat deze vermindering aanzienlijk is en dat de provincieraad voorstelt om de opcentiemen op de grond- en personenbelasting in 1851 tot 10 te verhogen. Overwegende dat het, om de werken zo snel mogelijk te kunnen beëindigen, belangrijk is om nieuwe inkomsten te vinden ter compensatie van het deficit dat is ontstaan door de vermindering van de provinciale subsidie. Besluit als volgt: Art. 1, 2 en 3 (niet ingevuld) Karakteristieken van de weg en van de werken: Nummer van de weg op de Ferraris kaart: 1
257
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Gemeente die subsidie vraagt: Aanduiding van de te verbeteren weg: Door de weg doorsneden gemeenten
Londerzeel Weg grote gemeenschap Merchtem-Mechelen. Merchtem, Steenhuffel, Londerzeel, Ramsdonk, Kapelle-op-den-Bos, Leest en Hombeek. Lengte op het grondgebied van Londerzeel 5022 m. Reeds gekasseid gedeelte 2958 m Reeds verhard gedeelte 0 Reeds van zand voorzien gedeelte 0 Nog uit te voeren kunstwerken 1 brug, 3 bruggetjes, 4 aquaducten Toestand van onderhoud Dit jaar aanzienlijke herstellingen te doen. Wie betaalde het al uitgevoerde werk Gemeente: 24.654,18 – Staat: 3.251,18 – Provincie: 2.698,19 – Samen: 30.606,55 Periode van uitvoering der werken 1841 tot 1849 Nog te kasseiën 2064 m Geraamde kosten van het resterend werk 21.356 fr. Uit te voeren kasseiwerken in 1850 lengte 250 m; oppervlakte 625 m² Kunstwerken (te maken in 1850) geen Geraamde kost werk 1850 2153,26 Gemeentefondsen 1850 1076,63 Gegarandeerde vrijwillige inschrijvingen 0 Gegarandeerde prestaties in natura 0 Provinciefonds 538,32 Staatsfonds 538,31 Verklaring tot weg van grote gemeenschap door de bestendige deputatie op 27 maart 1847. Opmerkingen: de bijdrage van de gemeente wordt verkregen door opcentiemen op de gronden personenbelasting, samen goed voor 834,72 fr., door provinciale subsidie ten belope van 21,72 fr; en door het gemeentelijk deel van de opbrengst van de hondenbelasting, zijnde 220,19 fr. PV - (3) Pro Justitia - Het jaer 1850 den 19 april ten 12 ueren ’s middags. Wij Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester der gemeente Londerzeel, onderrigt zijnde door Henricus Verbesselt, oud 14 jaeren, landbouwer, woonende alhier, dat op heden het huis toebehoorende aen Franciscus Verhoeven, landbouwer, woonende in deze gemeente, door den brand vernield is geweest, hebben ons achtervolgens de voorgaende verklaring zonder uitstel begeven, vergezeld door de heer De Cat, secretaris dezer gemeente, ten gehuchte Neerhavert, plaets alwaer de brand ontstaen was, en aldaer gekomen zijnde, hebben wij bevonden dat het huis, schuer, stal, meubelen, een koei, grijs varken, oogst en lijnwaerd, met al dezelve toebehoorten, toebehoorende aen gemelden F. Verhoeven, verzekerd tegen brand door de maetschappij St. Michael te Brussel voor eene waerde van 2000 frs. teenemael door den brand verslonden zijn geweest, met uitzondering van eene koei aen hem ook toebehoorende en welke schade wij begroot hebben op frs. 2525. Na hetgeen voorschreven bevonden te hebben, hebben wij de genaemde eigenaer Franciscus Verhoeven ondervraegd over de oorzaek van dien brand dewelke ons desaengaende verklaerd heeft dat dezelve hun teenemael onbekend was en dat hij niemand als dader van dien ongelukkigen voorval konde vermoeden. NC - Callewaerts Guillaume, 44 jaar, kleermaker, geboren in Boom, op 22 mei 1850 door de rechtbank van 1ste aanleg veroordeeld tot een boete van 10 fr. voor mondelinge beledigingen (gebeurd op 21 januari 1850 te Brussel).
258
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
GR - N° 4 Séance du 23 Mai 1850 (Vertaald) Aanwezig J.F.Verheyden, burgemeester, J. Van Assche en J.F.Van Ruysevelt, schepenen, A. Goossens, G. Verheyden, Ch. Van Doorslaer, J. Goossens, J.F. Verhofstadt, J. Hermans, raadsleden, en J.J. De Cat, secretaris. De raad, in buitengewone zitting bijeen gekomen om, conform artikel 129 van de gemeentewet, kandidaten voor te stellen voor de plaats van veldwachter, vacant gekomen door de afzetting van de Heer Van Steen (door besluit van de gouverneur nr. 32890C3968 van 7 mei). Overwegend dat het belangrijk is om deze onmiddellijk te vervangen. Gezien de lijst van kandidaten die zich voor deze functie hebben aangemeld. Overwegend dat deze lijst slechts twee personen bevat waarvan gedrag, zedelijkheid, bekwaamheid en opleidingsniveau voldoende zijn om de functie naar behoren uit te kunnen oefenen, te weten: De heer De Meyere Philippe Joseph, geboren in Londerzeel op 27 maart 1817, die als soldaat gedurende 8 jaren gediend heeft bij het 11de Infanterieregiment, die kan lezen en schrijven, een zeer goed gedrag bezit en een goede zedelijkheid, en het ambtsgebied zeer goed kent. De heer Keymolen Jean Baptiste, geboren in Londerzeel op 19 januari 1819, die diende bij het 1ste regiment curassiers, een certificaat van goed gedrag heeft gekregen, goed kan lezen en schrijven en het ambtsgebied zeer goed kent. Aangezien geen enkele andere kandidaat het vertrouwen van de gemeenteraad geniet. Is de raad tot geheime stemming overgegaan. Philippe Joseph De Meyere werd bij eenparigheid voorgedragen. Jan Baptist Keymolen kreeg 5 stemmen. GR - N° 5 Séance du 23 Mai 1850 (Vertaald) Aanwezig J.F.Verheyden, burgemeester, J. Van Assche en J.F.Van Ruysevelt, schepenen, A. Goossens, G. Verheyden, Ch. Van Doorslaer, J. Goossens, J.F. Verhofstadt, J. Hermans, raadsleden, en J.J. De Cat, secretaris. De gemeenteraad van Londerzeel, in buitengewone zitting bijeengeroepen om te delibereren over de voordelen of nadelen voor deze gemeente van de inrichting te Kapelle-op-den-Bos van een boter-, eier-, linnen- en graanmarkt, iedere maandag van de week of de daaropvolgende dag als de maandag een feestdag is. Gezien de brief van de arrondissementscommissaris nr. 2097 van 15 mei. Overwegende dat deze markt de belangen van de inwoners van Londerzeel generlei kan schaden. Besluit. Dat de aanvraag van de gemeente Kapelle-op-den-Bos mag ingewilligd worden. (Onderzoek van commodo en incommodo, afgesloten 22 mei 1850, leverde geen bezwaren op) PV - (4) Pro Justitia - Heden den 28 Mei 1850 om 9 ueren voor middag. Wij Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester der gemeente Londerzeel, onderrigt zijnde door Van Muylder Henricus, oud 40 jaeren, landbouwer woonende alhier, dat op gisteren 27 dezer maend om 12 ueren ’s nachts, het huis toebehoorende aen hem en waervan hij eene woonst verhuerde aen Petrus Volckaert, arbeider, oud 46 jaeren, door den brand vernield is geweest. Hebben ons achtervolgens de voorgaende verklaring zonder uitstel begeven, vergezeld door de heer De Cat, secretaris dezer gemeente, ten gehuchte den Pluimennest, plaets alwaer den brand plaets had gehad, en aldaer gekomen zijnde hebben wij bevonden dat het huis, schuer, stal, meubelen en lijnwaerd met alle derzelven toebehoorten, toebehoorende aen Henricus Van Muylder voorzeid, niet
259
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
verzekerd tegen den brand, teenemael door den zelven verslonden waren tot uitzondering van een koei aen hem ook toebehoorende en welke schade wij begroot hebben 1075 frs. Na hetgheen voorgeschreven bevonden te hebben, hebben wij de genaemde eigenaer Henricus Van Muylder, ondervraegd over de oorzaek van dien brand dewelke ons desaengaende verklaerd heeft dat dezelve hun teenemael onbekend was en dat hij niemand als dader van dien ongelukkigen voorval konde vermoeden. GR - N° 6 Séance du 29 Juin 1850 (Vertaald) Tegenwoordig: Verheyden, burgemeester, Van Assche en Van Ruysevelt, schepenen, A. Goossens, Verbesselt, Van Doorslaer, Verhofstadt, J. Goossens, Hermans, G. Verheyden, leden, en J.J. De Cat, secretaris. De gemeenteraad van Londerzeel, samengeroepen door de burgemeester, stelt voor om de toelating te vragen om in deze gemeente jaarlijks een markt te organiseren voor de verkoop en aankoop van hoornvee, paarden en andere producten. Overwegende dat de inrichting van een jaarmarkt zeer voordelig zal zijn voor de gemeente, de ambachten en de landbouw, aangezien de gemeente ongeveer 5000 inwoners telt die goederen, die ze bezitten, aldus zouden kunnen verkopen of andere aan te schaffen, te meer daar geen enkele andere gemeente van het kanton Wolvertem in de buurt van Londerzeel reeds een jaarmarkt heeft en aangezien er hier een aangepaste locatie voor een mooie markt bestaat. Gezien artikel 22 van de provinciale wet van 30 april 1836 en artikel 86, par. 5 van dezelfde wet. Gezien artikel 3 van het koninklijk besluit van 11 april 1822 bovendien stipuleert dat geen enkele markt zonder de goedkeuring van de koning mag ingericht worden. Is de raad unaniem van oordeel om met deze de toelating te vragen om in Londerzeel een jaarmarkt te organiseren voor de handel in bovengemelde producten, te weten op maandag 22 september, zijnde de tweede dag van de grote kermis, en om de reglementering voor de sedert onheugelijke tijden bestaande wekelijkse dinsdagmarkt hierop van toepassing te laten zijn, met de uitzondering evenwel dat op de standplaats van paarden en vee geen staangeld zal worden gevraagd. GR - N° 7 Zitting van 13 Juny 1850 Tegenwoordig de heeren Joannes Franciscus Verheyden, voorzitter, Carolus Leys, pastoor, Amandus Van Assche, Joseph Franciscus Van Ruysevelt, Guillelmus Verheyden. (Kort) Rekening bureel van weldadigheid 1849. - In 3088,72 - Uit 3022,21 - Overschot 66,51 Wordt goedgekeurd door het bureel van weldadigheid (en door de gemeenteraad.op 14 juni). GR - N° 8 Zitting van 4 July 1850 (Kort) Goedkeuring rekening dienstjaar 1849. Gemeente: - In 8571,37 - Uit 8594,59 tekort 23,22 Buurtwegen: - In en uit 1142,84 Beken en waterlopen:
260
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
- In en uit
113,59
PV - (5) Op heden den 18 July 1850 om 9 ueren voormiddag. Voor ons Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester der gemeente van Londerzeel, is gecompareerd Christina Plaskie, oud dertig jaeren, landbouwster woonende alhier, echtgenote van Antonius Van Schel, de welke ons heeft aengeklaegd dat zij eergisteren zestienden dezer maend, naer de woonst van hare ouders om eenen pot melk te halen, haer te gemoet is gekomen Paulina Allewaters, oud 16 jaeren, landbouwster, dragende eenen emmer vol water, vergezeld van derzelver zuster Francisca, beide dochters van Franciscus Allewaters en woonende bij hem in deze gemeente, de gemelde Paulina Allewaeters haer met water heeft begoten en dat haer vader, Franciscus Allewaters voormeld, tot haer ook is gekomen en haer eenen slag op den schouder en eenen stamp in de linke zijde heeft toegebragt, daer bij voegende dat hetzelve gezien is geweest door Ludovicus Broothaers, oud 20 jaeren, werkman, Jacobus Van Buggenhout, oud 12 jaeren, en Maria Lucia Reyniers, oud 11 jaeren, alle woonende in deze gemeente, ten gehuchte Stuikberg. Waer-van wij hebben opgesteld het tegenwoordig proces verbael om te dienen volgens rechte dato als ten hoofde. PV - (6) Op heden 26 July 1850 om 9 ueren voor middag. Voor ons Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester der gemeente van Londerzeel, is gecompareerd Elisabeth Kerremans, oud 37 jaeren, werkvrouw woonende alhier, echtgenote van Petrus De Smedt, dewelke ons heeft aengeklaegd dat op gisteren om een en half uur namiddag, in haer woonst is gekomen Josephus Aloysius Lamberts, oud 33 jaeren, kasseider, ook alhier woonende ten gehuchte Eeckhout, voorzien van een gaffel en roepende ‘waer is dat ruigig volk’ en met de gaffel op de tafel sloeg; dat hij onmiddellijk daerna tot drij mael toe zijne gaffel op haer hert heeft geplaetst en gedregen heeft haer huis op vier hoeken in brand te steken; dat zij aenklaegster bij Franciscus Van Campenhout de vlugt heeft genomen en aldaer door gezegden Lamberts nog achtervolgd is geweest. Waervan proces verbael te Londerzeel, dag, maend en jaer als ten hoofde en heeft de aenklaegster na voorlezing verklaerd niet te kunnen schrijven. Op heden 26 July 1850 om 10 ueren voormiddag. Voor ons J.F. Verheyden, burgemeester der gemeente van Londerzeel, zijn gekomen Franciscus Van Campenhout, oud 46 jaeren, werkman, en Regina Craen, oud 46 jaeren, werkvrouw, woonende beide in deze gemeente ten gehuchte Berg, ten einde getuigenis te geven in de zaek van Josephus Aloysius Lamberts, over het feit begaen op den persoon van Elisabeth Kerremans, beide in het bovenstaende proces verbael aengehaeld, dewelke ons des aengaende hebben verklaerd, te weten: Franciscus Van Campenhout, dat hij heeft gezien dat gemelde Lamberts drijmael eene gaffel waervan hij voorzien was, op het hert van Elisabeth Kerremans heeft geplaetst en gezegd heeft dat hij haer huis op vier hoeken in brand zoude gestoken hebben, maer dat hij zulks liet omdat hij den getuigen, verklaerder, te veel zoude bedrukt hebben. Regina Craen voorzeid, dat zij gezien heeft dat Lamberts bewegingen deed met zijne gaffel, maer dat zij niet kon onderscheiden of hij dezelve naer Elisabeth Kerremans of naer Franciscus Van Campenhout, eersten getuige, rigtte. Waervan proces verbael te Londerzeel dato als ten hoofde en hebben de getuigen na voorlezing verklaerd niet te kunnen schrijven. GR - N° 9 Zitting van den 17 Augusty 1850 Tegenwoordig de heeren Verheyden, burgemeester, Van Assche en Van Ruysevelt, schepenen, A. Goossens, J. Goossens, G. Verheyden, Verhofstadt, Van Doorslaer, Verbesselt, Hermans, leden, en J.J. De Cat, secretaris. (Kort) Kosteloos onderwijs schooljaar 1850-1851
261
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
In school van B. Kerremans: 190 jongens, vergoeding 650 fr. (waarvan 12 fr. betaald door bureel van weldadigheid). In school der ursulinen bestuurd door juffrouw Simon: 133 meisjes, vergoeding 75 fr. (= gelijk aan de staatssubsidie). GR - N° 9 bis Londerzeel le 4 Août 1850 (Kort) Onderzoek van commodo en incommodo naar aanleiding van omzendbrief MA126 van 16 juli 1880 van de gouverneur, over de vraag om tolbarelen op te mogen richten in de gemeenten Merchtem, Steenhuffel, Londerzeel en Kapelle-op-den-Bos (op de weg van grote gemeenschap van Merchtem naar Mechelen) en om art. 6 van de wet van 29 floréal jaar X van toepassing te mogen laten zijn (die toelaat om in geval van ijzel tijdelijk alle verkeer te verbieden over de gekasseide wegen). Afgesloten op 4 augustus 1850, 3 uur namiddag. geen tegenkantingen. GR - N°10 Séance du 24 Août 1850 (Vertaald) Tegenwoordig Verheyden, burgemeester, Van Assche en Van Ruysevelt, schepenen, A. Goossens, J. Goossens, Verhofstadt, Verheyden, Van Doorslaer, Verbesselt, Hermans, leden, en J. De Cat, secretaris. De gemeenteraad van Londerzeel, in buitengewone zitting bijeen gekomen om te delibereren over de vraag aan de hogere overheid, vanwege de gemeenten Londerzeel, Merchtem, Steenhuffel en Kapelle-op-den-Bos, om 1) van de hogere overheid de toelating te krijgen om 4 barrelen op te mogen richten op de kasseiweg van grote gemeenschap leidende van Merchtem naar Mechelen, en om 2) de reglementering betreffende de politie van het verkeer op de belangrijke wegen in geval van vorst ook op deze weg van toepassing te laten zijn. Gezien omzendbrief Mem. Adm. 126 van 24 juli 1850, waarin advies gegeven wordt om in deze gemeente de signalisatiepaal (voor het innen van het tolgeld) te plaatsen op plaats 3N°3, op 5000 meters afstand van de barreel N° 2, op de kruising van de weg van Wolverthem naar Kapelle-op-den-Bos, en om, richting Londerzeel slechts een half tolrecht te vragen tot dat de kasseiïng in deze richting (te rekenenen vanaf de plaats van de barreel) de gewenste lengte zal bereikt hebben, en om het volledige tolrecht voorlopig alleen maar in de richting van Kapelleop-den-Bos te vragen. Overwegende dat de bevolking bij middel van publicatie en affichage (op de zondagen 4 en 11 augustus) kennis heeft gekregen van dit advies en dat niemand zich heeft aangeboden. Beslist de raad om de aanwijzingen van de hogere overheid te volgen aangezien de plaatsing van deze barreel de belangen van de inwoners in generlei opzicht schaadt en de opbrengst voor het onderhoud van deze weg kan dienen. GR - N° 11 Séance du 3 septembre 1850 (Kort) Hernieuwing van de aanvraag om 8 opcentiemen te mogen heffen (periode 1-1-1851 tot 31-12-1856) op de grond- en personenbelasting voor de verdere kasseiïng van de weg van Merchtem naar Mechelen. Verwachte jaarlijkse opbrengst: 1669,44 fr. GR - N° 12 Séance publique du 12 septembre 1850 (Kort) Bespreking begroting 1851. Gemeente: - Gewone ontvangsten 7316,82
262
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
- Buitengewone ontvangsten 8524,02 samen 15840,84 - Uitgaven van alle aard 15749,96 overschot 99,88 Opmerkingen: - De opcentiemen werden verhoogd van 4 naar 8 om de kasseiding van de weg van grote gemeenschap Aalst-Mechelen sneller af te kunnen werken. - Graasrecht langs de buurtwegen: de toewijzing leverde 60 fr. op. - Jacht: de toewijzing van de jacht levert 14 fr. op. - Gewone uitgaven: aangezien het inbinden van de memoriaals van administratie, kranten en registers, en de aankoop van boeken, niet begrepen is in de algemene kosten van het administratiebureel, werd hiervoor in de begroting 130 fr. ingeschreven. Voor het inbinden van de collectie ‘receuil des lois’ werd 50 fr. extra ingeschreven. - Nachtpatrouilles: een bedrag van 30 fr. (in plaats van 60 fr.) volstaat voor de nachtpatrouilles in 1851. - Wegwijzers: deze zijn in goede staat; geen kosten in 1851. - Burgerwacht: deze is nu goed georganiseerd en 20 fr. moet volstaan om de onkosten van alle aard te dekken. - Onderhoud van fonteinen en aquaducten: de 140 fr. die hiervoor nodig is kan afgenomen worden van het bedrag van 1150 fr. dat voorzien werd voor het herstellen der buurtwegen. - Vergoeding voor de inenter, berekend op basis van 2 frank per 100 inwoners, ingevolge een beslissing van de provincieraad van 16 juli 1850: 88 fr. - Aangezien het gemeentehuis in 1850 goed onderhouden en gekuist werd wordt het bedrag hiervoor in 1851 voorzien van 25 op 10 fr. gebracht. 15 fr. wordt afzonderlijk als kuiskosten ingeschreven. - Lager onderwijs: de gemeente beschikt momenteel over een woning en een klaslokaal voor de onderwijzer. Daarom moet het bedrag van 75 fr. (vergoeding voor logement van de onderwijzer) niet meer voorzien worden. - Schoolmeubilair: omdat de bouw van het klaslokaal volledig afgewerkt is moet nu voor meubilair gezorgd worden: voorziene kosten 500 fr. - Plaatsing van een waterpomp in het centrum van de gemeente: aangezien vele inwoners over geen vers water beschikken, acht de raad het wenselijk om een pomp op een bestaande waterput in het centrum te plaatsen en hiervoor 250 fr. te voorzien (geschrapt). - Kosten voor het vieren van openbare feestelijkheden: omdat er hiervoor nog geen gemeentefondsen beschikbaar waren wordt voor 1851 een bedrag van 200 fr. in de begroting gebracht (geschrapt). - Overzicht van de inbindkosten tussen 1844 en 1847. Omdat diverse archieven uit de periode 1844-1847 nog steeds niet ingebonden zijn en omdat de kosten daarvoor ten laste van de vroegere secretaris Louis Van Onderbergen waren, wordt hiervoor 40 fr. in de begroting 1851 ingeschreven. PV - (7) Op heden den 23 September 1850 om 8 ueren voormiddag. Voor ons J.F. Van Ruysevelt is gecompareerd Maria Theresia van den Brande, echtgenote van Petrus Josephus De Bauw, herbergier alhier in de statie van den ijzeren weg, dewelke ons heeft aengeklaegd dat op gisteren ten zes ueren ’s avonds, Ludovicus van Moer, arbeider, oud omtrent .... jaeren, woonende te Capellen op den Bosch, op het buffet staende in het pavilloen van de socie-tijt van den handboog, dievelijk heeft weggenomen eene flesch vol franschen brandewijn ten nadeele van de aenklaegster. Dat in deze zaek aenhoord kunnen worden als getuigen 1° Louis Costermans, oud 27 jaeren, schrijnwerker, en Petrus De Maeyer, oud 22 jaeren, landbouwer, beide in deze gemeente woonende.
263
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
NC - Van Moer Louis, 22 jaar, lanbouwer, geboren te Kapelle-op-den-Bos, op 7 maart 1851 veroordeedld door de correctionele rechtbank te Brussel tot 1 maand hechtenis wegens diefstal. PV - (8) Op heden 1ste October 1850 om 10 ueren voor middag. Voor ons Joannes Franciscus Van Ruysevelt, is gecompareerd Josephus De Smedt, oud 18 jaeren, baerdsche(er)der en muziekkant, woonende in deze gemeente, dewelke ons heeft aengeklaegd dat op 27 September laetstleden om 3 ueren na middag, rondgaende over de straten, voorzien van een instrument genaemd trompette, een verken toebehoorende aen Franciscus Fierendonck, landbouwer alhier, losloopende tegen aenklagers broek geloopen en dezelve bemodderd heeft. Waerop Leopoldus Wouters, ou 27 jaeren, werkman ook alhier woonende, aen hem aenklager heeft verweten: ‘kalen mijnheer, wat loopt gij daer schoon.’ Dat hij aenklager aen gemelden Wouters heeft gevraegd op dit gezeg of hij zulk eene broek had, op welke vraeg gezegde Wouters eenen slag met een kruiszeel op hem aenklager heeft toegebragt. Dan is Petrus Robbijns, oud 18 jaeren, landbouwer, woonende in deze gemeente, toegekomen en heeft hem aenklager met het haer vastgenomen en met het hoofd tegen de steenen geslagen, zijn trompette afgenomen, met dezelve in de zijde geslagen en tegen de steenen dezelve trompet heeft geslagen, waervan de schade gewaerdeerd is ter somme van 18 franken. Augustinus Robbijns, vader van Petrus Robbijns hiervoren vermeld, is alsdan ter hulp gekomen en heeft hem aenklager bij de keel genomen en geslagen dat hij als dood ter aerde is blijven liggen. Dat in deze zaek aenhoord kunnen worden als getuigen Augustina Barrus (?), oud 28 jaeren, kleermaekster, echtgenote van den heer Waggemans, agent der maetschappij Securitas, Amelia De Hondt, oud 36 jaeren, werkvrouw, echtgenote van Jan Baptist Van Steen, werkman, Jan Baptist Lathouwers, oud 46 jaeren, veldwachter, Joannes Van Assche, oud 11 jaeren, zoon van Joannes Van Assche, werkman, en Franciscus Huys, oud 22 jaeren, beenhouwersgast bij Pintens, alle alhier woonende. Waervan wij hebben opgesteld het tegenwoordig proces verbael te Londerzeel dato als ten hoofde en heeft de aenklager, na voorlezing, Op heden 1sten October 1850, ten 10 ueren voor middag. Voor ons is gecompareerd Petrus Robbijns, oud 18 jaeren, landbouwer, woonende alhier, de welke ons heeft aengeklaegd dat op 27 September laetstleden om 12 ½ ueren na middag, Josephus De Smedt, oud 18 jaeren, muziekant, ’s aenklagers kat in den bronput heeft geworpen. In deze zaek kunnen aenhoord worden als getuigen Leopoldus Wouters (?), oud 23 jaeren, dienstbode, en Josephus Janssens, oud 14 jaeren, hier in onze gemeente ook woonende. Waervan proces verbael te Londerzeel dato als boven en heeft de aenklager na voorlezing benevens ons onderteekend. GR - N° 14 (13 bestaat niet) Séance du 2 octobre 1850. Tegenwoordig de heren Verheyden, burgemeester, Van Assche en Van Ruysevelt, schepenen, A. Goossens, Verhofstadt, G. Verheyden, J. Goossens, Verbesselt, Van Doorslaer, Hermans, leden, en De Cat, secretaris. (Vertaald) De gemeenteraad van Londerzeel, in buitengewone zitting bijeen gekomen om te delibereren over de inhoud van brief 2827 van 14 september 1850, gestuurd door de arrondissementscommissaris. Gezien artikelen 115 en 116 van de gemeentewet van 30 maart 1836. Overwegende dat de gemiddelde ontvangsten tijdens de vijf jaren die de benoeming van de nieuwe gemeenteontvanger Van Boukhout Theodore Joseph vooraf gingen, 7.835,60 fr. bedroegen, namelijk: 1843 8.327,26
264
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
1844 7.792,92 1845 7.791,80 1846 7.232,35 1847 9.034,41 Totaal 39.178,01 Gezien art. 115, wordt de waarborg die door de heer Van Boukhout moet gegeven worden vastgesteld op 800 fr., te voldoen in speciën. GR - N° 15 Séance du 2 octobre 1850 (Vertaald) Tegenwoordig de heren Verheyden, burgemeester, J. Van Asche, J.F. Van Ruysevelt, schepenen, A. Goossens, J.F. Verbesselt, J.F. Verhofstadt, G. Verheyden, Ch. Van Doorslaer, J. Goossens, leden, J.J. De Cat, secretaris. De voorzitter opent de vergadering en deelt mee dat op de orde van de dag de benoeming staat van één of meerdere inenters, en dit in uitvoering van de provinciale reglementering terzake, gestemd op 16 juli 1850 en goedgekeurd bij koninklijk besluit van 13 augustus jongstleden. De genoemde reglementering wordt voorgelezen. De raad beraadt zich over het aantal inenters dat nodig is voor de gemeente en komt tot het besluit dat 2 inenters volstaan. De raad gaat vervolgens, conform art. 66 van de wet van 30 maart 1836, over tot de benoeming. Nadat de stembriefjes door de aanwezige leden in de urne gedeponeerd werden worden ze ontvouwen met het volgende resultaat: De heer Corneille Oomen bekwam 9 stemmen en de heer Pierre Désiré Carette bekwam eveneens 9 stemmen. Bijgevolg worden beiden tot inenter voor de gemeente Londerzeel benoemd. Afschrift hiervan zal ter goedkeuring door de bestendige deputatie naar de arrondissementscommissaris gestuurd worden evenals naar de heer Oomen en Carette. NC - Lauwers Louis, 17 jaar, werkman, geboren in Londerzeel, op 7 oktober 1850 door de politierechtbank veroordeeld tot 8 dagen hechtenis wegens diefstal met zak van aardappelen. Vastgesteld op 22 september 1850. NC - Wauters leopold, 23 jaar, werkman, geboren in Londerzeel, op 21 oktober 1850 veroordeeld door de politierechtbank tot 3 dagen hechtenis wegens geweldpleging op 17 september 1850. Robbijns Pierre, 18 jaar, werkman, geboren in Londerzeel, op 21 oktober 1850 veroordeeld door de politierechtbank tot 3 dagen hechtenis en een boete van 11 fr.wegens geweldpleging op 17 september 1850. GR - N° 16 Séance du 4 Novembre 1850. (Vertaald) tegenwoordig de heren J. F. Verheyden, burgemeester, J. Van Assche, J.F. Van Ruysevelt, schepenen, A. Goossens, J.F. Verbesselt, G. Verheyden, J.Goossens, Ch. Van Doorslaer, J. Hermans, J.F. Verhofstadt, leden, en J.J. De Cat, secretaris. De gemeenteraad van Londerzeel, in buitengewone zitting samengekomen, om te beraadslagen over de wijze van opstellen van de rol der belasting voor het onderhoud en de verbetering der buurtwegen voor het dienstjaar 1851. Overwegende dat de methode die vorig jaar gebruikt werd, ’t is te zeggen de omzetting in geld van prestaties in natura, zeer gelukkige resulaten voor de verbetering der wegen heeft opgeleverd, en het dus van belang is om ze te behouden.
265
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Overwegende dat een deel van de beschikbare middelen moet gebruikt worden voor de kasseiïng van de weg van grote gemeenschap van Merchtem naar Mechelen, en dat de kosten daarvan pas na afwerking zullen bekend zijn, dat men dus pas daarna zal kunnen bepalen welk bedrag er voor de verbetering der andere wegen overblijft waardoor een publieke aanbesteding der werken (een methode die overigens vele nadelen biedt) praktisch niet mogelijk is . Gezien artikel 18 van de wet van 10 april 1841. Heeft de raad besloten om aan de bestendige deputatie te vragen om prestaties in natura te ogen converteren in geld. PV - (9) Op heden 15den November 1850, ten 2 ueren na middag, achtervolgens den brief van den Heer Chevalier de Burtin d’Esschenbeeck, in dato 13 dezer maend, N° 970R. Wij Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester van Londerzeel, hebben voor ons doen verschijnen 1° Petrus Brusselmans en deszelf echtgenote Mathildis van Herzel, herbergiers in deze gemeente, ten einde de zelven te aenhoren in de zaek van Ludovicus Van Muylder en Ludovicus Verspecht, voorgevallen den 10den dezer maend, dewelke ons dien aengaende hebben verklaerd dat zij gezien hebben dat Ludovicus Verspecht gaende uit de herberg gehouden door Petrus Brusselmans, eenen stamp met de hand op Ludovicus Van Muylder heeft toegebragt en dat zij verders van die zaek niets meer gehoord of gezien hebben. 2° Petrus Josephus Van Mol, gareelmaker alhier, dewelke ons heeft verklaerd dat hij gehoord heeft dat Ludovicus Van Muylder schreeuwde, den zelven erkennende aen zijne spraek maer dat hij geen slagen aen dezen heeft zien toebrengen. Waervan proces verbael te Londerzeel dato als boven en hebben de verklaerders na voorlezing benevens ons onderteekend, ten uitzondering van ....... die verklaerd heeft niet te kunnen schrijven. NC - Verspecht François, 30 jaar, dagloner, geboren in Londerzeel, op 25 november 1850 door de politierechtbank vrijgesproken. Verspecht Louis, 28 jaar, barbier, geboren te Londerzeel, op 25 november 1850 door de politierechtbank veroordeeld tot 2 dagen hechtenis wegens gewelddaden en lichte geweldpleging. PV - (10) Op heden 19den November 1850 om tien ueren voor middag. Voor ons Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester der gemeente van Londerzeel, is gecompareerd Antonius Lamberts, oud 71 jaeren, zonder beroep, woonende alhier, dewelke ons heeft aengeklaegd dat op zaterdag 16den dezer om een en alf uur na middag zijn zoon, genaemd Franciscus Lamberts, oud 43 jaeren, daglooner, woonende alhier, al vloekende en tierende uit het dorp is gekomen en in dezelfde gesteltenis rondom ’s aenklagers woonst, voorzien van een ijzere schop, loopende, heeft gedregen hem daermede den kop af te steken, en dat hij alsdan drij stokken van twee en half voeten lengde heeft geplaetst om tegen hem, aenklager, te vechten; dat Sophia Blommaerts, oud 38 jaeren, spinster, echtgenote van gezegden Franciscus Lamberts, uitgeroepen heeft dat zij ’s aenklagers huis in brand zou steken, dat de grijze kop daerin maer zoude verbranden, dat de wet van Londerzeel hem niet dwingen kon! Dat in deze zaek kunnen aenhoord worden als getuigen: Jan Baptist Lauwers, oud 16 jaeren, arbeider. Waervan wij hebben opgesteld het tegenwoordig proces verbael en heeft de aenklager na voorlezing verklaerd niet te kunnen schrijven. NC - Lamberts François, 43 jaar, dagloner, geboren in Londerzeel, op 8 maart 1851 door de correctionele rechtbank van Brussel veroordeeld tot 1 maand voorwaardelijke hechtenis wegens slagen en verwondingen en mondelinge doodsbedreigingen.
266
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
GR - N° 17 Zitting van den 12 December 1850. Tegenwoordig de heeren Verheyden, burgemeester, Van Assche en Van Ruysevelt, schepenen, A. Goossens, Verhofstadt, Verbesselt, Verheyden, Van Doorslaer, J. Goossens, Hermans, leden, en J.J. De Cat, secretaris. Den gemeente raed van Londerzeel in buitengewone zitting vereenigd ten einde over te gaen tot het benoemen en vernieuwen van een lid aengewezen van het Bureel van weldadigheid dezer gemeente in vernieuwing van het lid aengewezen om af te treden op den 31 December 1851. Gezien het decreet van den 7st Germinal XIII. Gezien de circulaire van den heer gouverneur de dato 26 november 1839, memorial administratif N° 377 nopens deze vernieuwing. Gezien par. 12 van den 84ste article der gemeentewet van den 30 Meert 1836. Gezien de voordragt lijsten der kandidaeten opgemaekt door de leden van gezegden bureel van weldadigheid den eersten dezer maend en door het college van burgemeester en schepenen. Overwegende dat de gebragt op de gemelde lijsten in de drij eerste nummers van art. 48 en de beschikkingen van art. 51 van gemelde wet niet vallen in de hoedanigheid verreyscht door den art. 7 der gemelde gemeentewet bezitten. Ingevolgen de magt bij aengehaelde art. 84 aen den raed verleend, heeft bij gesloten stembriefjes in volstrekte meerderheid van stemmen gekozen en benoemd den heer Carolus Franciscus Leys, en bij tot uitgaende lid op den 31 December 1850. GR - N° 18 Séance du 24 Décembre 1850 (Vertaald) Aanwezig J.F. Verheyden, burgemeester, J.J. Van Assche en J.F. Van Ruysevelt, schepenen, A. Goossens, J.F. Verhofstadt, De Keersmaecker, G.Verheyden, J. Hermans, Ch. Van Doorslaer, Goossens, leden, en J.J. De Cat, secretaris. De raad, in buitengewone zitting bijeen gekomen om, conform artikel 129 van de gemeentewet van 30 maart 1836, kandidaten voor te stellen voor de plaats van veldwachter, vacant gekomen door de afzetting van de Heer Jan Baptist Van Steen (door besluit van de gouverneur nr. 32890C3968 van 7 mei). Overwegend dat het belangrijk is om deze onmiddellijk te vervangen. Gezien de lijst van kandidaten die zich voor deze functie hebben aangemeld. Overwegend dat geen enkele der kandidaten die eerder door de gemeenteraad werden voorgesteld tot de functie werden toegelaten. Gezien brief 2074 van 2 december van de arrondissementscommissaris waarin deze ons voorstelt om een derde kandidaat voor te stellen. Overwegende dat bij de personen die zich voor de functie gepresenteerd hebben er slechts één is waarvan het gedrag, zedelijkheid, bekwaamheid, opleidingsniveau en kennis van de streek voldoende zijn om de functie naar behoren uit te kunnen oefenen, te weten: Goossens Pierre Joseph, geboren te Londerzeel op 27 april 1817, die 8 jaren heeft gediend bij het 5de regiment artillerie en er een certificaat van goed gedrag heeft gekregen. Gezien geen enkele andere kandidaat het vertrouwen van de gemeenteraad geniet, werd de heer Goossens bij geheime stemming, unaniem, als derde kandidaat voor de post van veldwachter voorgedragen. GR - N° 19
267
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Séance du 24 Décembre 1850 (Vertaald) Aanwezig J.F. Verheyden, burgemeester, J.J. Van Assche en J.F. Van Ruysevelt, schepenen, A. Goossens, J.F. Verhofstadt, De Keersmaecker, G.Verheyden, J. Hermans, Ch. Van Doorslaer, Goossens, leden, en J.J. De Cat, secretaris. Gezien de vraag vanwege de erfgenamen van wijlen Philippe J. De Cat, in leven gemeenteontvanger, om quitus van functie te krijgen. Overwegende dat de erfgenamen volledig met de gemeente hebben afgerekend en dat de gemeente op hen niets meer kan verhalen. Besluit de gemeenteraad om, mits goedkeuring door de bestendige deputatie, om de erfgenamen volledig en volkomen te ontlasten.
1851
UC - 2/1/1851 (Kort) Laatste trimester 1851 niemand veroordeeld voor illegale uitoefening van de geneeskunst. UC - 2/1/1851 (Kort) Verzonden: naam en handtekening van burgemeester en schepenen van Londerzeel. UC - 3/1/1851 (Kort) Verzonden: proces verbaal controle gemeentekas 1850. UC - 4/1/1851 Monsieur le juge. ... que je continue à remplir moi même les fonctions d’officier de l’état-civil, mais que j’ai délégué le 3 Janvier 1851 le sieur Van Assche Joseph, echevin de cette commune à remplir celle d’ officier de police la quelle délégation a été approuvé par mr. le Procureur du Roi à Bruxelles. UC - 5/1/1851 (Kort) Wij erkennen bijstandswoning van Van Ingelgem. UC - 6/1/1851 (Kort) Verzonden aan rechter, overlijdensakte van ... Lauwers, 8 dagen oud. UC - 6/1/1851 (Kort) Ingeschreven als milicien lichting 1851: François Teugels. UC - 9/1/1851 (Kort) Geen hulpbehoevende vreemdelingen. UC - 10/1/1851 (Kort) De gemeentekas zal 20 fr. betalen aan het tehuis van Brussel. De rest (371,65 fr) volgt. UC - 10/1/1851 (Kort) Ontvangst van acceptatie nieuwe veldwachter. Wanneer mag hij zijn kostuum ontvangen? UC - 11/1/1851 (Kort) Verzonden, lijst van in 1850 ingeënte kinderen. Geen besmette kinderen in de kleine school. UC - 11/1/1851 (Kort) Verzonden, lijst branden 1850. UC - 11/1/1851 (Kort) Niets over residerende reizigers 1851.
268
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
NC - Van Roy Joseph, 34 jaar, winkelier, geboren in Nieuwenrode, op 11 januari 1851 veroordeeld door de correctionele rechtbank van Brussel tot 7 maanden hechtenis wegens de diefstalvan 26 kippen (proces verbaal te Laken op 9 december 1850). PV - (1) Pro Justitia - Op heden den 15 January 1851 om 9 ueren voor middag. Voor ons Josephus Van Assche, schepen gedelegueerden ambtenaer van politie der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Josephus Buydts, oud 33 jaeren, landbouwer woonende in deze gemeente, dewelke ons heeft aengeklaegd dat gisteren om een uur na middag, al wandelende naer het huis van Ludovicus De Heers (?), landbouwer woonende te Londerzeel, achtervolgt is geworden door de twee gebroeders Josephus Meskens, oud 20 jaeren, en Benedictus Meskens, oud 19 jaeren, beide te paerd om gaen te wandelen, zoonen van Judocus Meskens, landbouwer, woonende te Londerzeel. Dat Josephus Meskens in het voorbij rijden aen Josephus Buydts een slag heeft toegebragt met de guide genoemd cordeel, in zijn aenzigt, achtervolgens welke den aenklager den genoemden Josephus Meskens van zijn paerd heeft getrokken en dan is Benedictus Meskens ter hulp van zijnen broeder gekomen en hebben den aenklager zoodanig met hunne blokken op zijnen kop geslagen dat dezelve daerdoor aen stukken verbroken zijn. Dat in deze zaek aenhoord kunnen worden als getuigen 1° Theresia Van Eeckhout, landbouwster, echtgenoot van Joannes De Bondt, woonende te Breendonck, 2° Petrus De Maeyer, landbouwer, 3° Joannes De Vlees-chouwer, landbouwer, 4° Ludovicus De Vleeschouwer, landbouwer, alle drij woonende te Londerzeel. Waervan proces verbael te Londerzeel dato als ten hoofde en heeft Josephus Buydts na voorlezing benevens ons onderteekend. PV - (1 bis) Op heden den 15 January 1851 om 3 ueren na middag. Voor ons Josephus Van Assche, schepen gedelegueerden ambtenaer van politie der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Josephus Meskens, oud 20 jaeren, dewelke ons heeft aengeklaegd dat op gisteren om 1 uur na middag, al wandelende met hunne paerden, vergezeld met zijnen broeder Benedictus Meskens, oud 17 jaeren, beide zoonen van Judocus Meskens, woonende in de Meerstraet, dat Josephus Buydts, oud 33 jaeren, den aenklager in het voorbij rijden van zijn paerd heeft getrokken en hem verscheide slagen op zijn aenzigt heeft toegebragt en heeft hem in eenen waterput geworpen. Dat er in deze zaek als getuigen kunnen aenhoord worden Maria Van Buggenhout, echtgenote van Joannes Verbesselt, woonende alhier. Waervan proces verbael te Londerzeel dato als ten hoofde en heeft de aenklager na voorlezing benevens ons onderteekend. UC - 16/1/1851 (Kort) Verzonden, statistiek immigratie en emigratie 1850. UC - 16/1/1851 (Kort) Verzonden, de maten van de nieuwe veldwachter voor de vervaardiging van zijn kostuum. UC - 16/1/1851 (Kort) Verzonden, lijst staatsambtenaren die pensioen willen aanvragen. PV - (2) Op heden den 20 Januarius 1851 om 8 ueren voor middag. Voor ons Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester der gemeente van Londerzeel, is gecompareerd Antonius Lamberts, oud 71 jaeren, zonder beroep, woonende alhier, dewelke ons heeft aengeklaegd dat op gisteren negentienden dezer, om 11 ueren ’s nachts, Franciscus Lamberts, oud 44 jaeren, woonende alhier, al vloekende en tierende in zijn huis gekomen is en heeft op de binnenmuur die ...... van de
269
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
woonst van den aenklager beginnen te slagen en dat hij zijnen vader zou uit zijn huis gehaeld hebben en dat hij van zijn handen moest sterven. Dan heeft den aenklager de vlucht genomen. Op heden den 20 Januarius 1851 om 9 ueren voor middag. Voor ons J.F. Verheyden, burgemeester der gemeente van Londerzeel, is gecompareerd Joanna Catharina Van Buggenhout, oud 27 jaeren, echtgenoot van Josephus Lamberts, daglooner, dewelke ons heeft aengeklaegd dat op gisteren 19den dezer om een uur na middag, haer schoonbroeder, genaemd Franciscus Lamberts, oud 44 jaeren, daglooner, woonende alhier, de aenklaegster eenen slag heeft toegebragt met eenen doornen stok en eenen tweeden slag op haer kop met zijn plat hand. Dat in deze zaek kunnen aenhoord worden als getuigen Joanna Maria Kerremans, oud 23 jaeren, Elisabeth van den Broeck, oud 33 jaeren, Maria Theresia Miers, oud 37 jaeren, Joanna Van Laer, oud 18 jaeren, alle vier daglooners woonende alhier. Waervan wij hebben opgesteld het tegenwoordig proces verbael en heeft de aenklaegster na voorlezing verklaerd niet te kunnen schrijven. UC - 21/1/1851 (Kort) Verzonden, inschrijvingslijst voor nationaal monument van het nationaal congres en de grondwet. Via Mr. Van Bouckhout werd 33,74 fr. overgedragen. UC - 23/1/1851 (Kort) Terug, lijst schenkers alcoholische dranken 4de kwartaal 1850. UC - 23/1/1851 (Kort) Aan de kolonel. De uniformen van de dienstplichtigen De Boeck B., Verspecht L., D’Hondt Ch. en D’Hondt Benoit zijn nog steeds niet toegekomen. UC - 23/1/1851 (Vertaald en ingekort). Mijnheer de Procureur des Konings. Hierbij twee processen-verbaal ten laste van François Lamberts, dagloner van deze gemeente, daterend van 16 november 1850 en 19 november 1850. gelieve te noteren dat deze François Lamberts door het gerecht voor een periode van 8 jaar onder het toezicht van de gemeentelijke autoriteit werd geplaatst en zich opnieuw aan buitensporigheden heeft overgeleverd. Met mijn brief van 21 november stuurde ik u kopie van het P.V. van 26/7/1850 vanwege Elisabeth Kerremans ten laste van François Lamberts evenals een kopie van een P.V. van 23 september ten laste van Louis Van Moer uit Kapelle-op-den-Bos, voor diefstal van een fles levenswater ten nadele van Maria Theresia Van den Brande, echtgenote van P.J. De Pauw, herbergier in Londerzeel. Gelieve de 3 slechteriken te vervolgen. Van processen verbaal trekken ze zich niets aan. UC - 25/1/1851 (Vertaald en ingekort). Mijnheer de Commissaris. Wij laten u weten 1) dat ons secretariaat slechts over één sabel en één ... beschikt 2) dat geen enkel uitrustingsstuk kan dienen voor onze nieuwe veldwachter Goossens 3) dat de gemeentekas reeds op 17 augustus 1850 de kosten voor de kleding van twee champetters heeft betaald en dat er slechts één zijn uitrusting heeft ontvangen 4) dat de vroeger gekregen goederen aan de armen werden uitgedeeld omdat ze toch geen enkele waarde meer hadden. UC - 25/1/1851 (Kort) Opnieuw verzonden, proces verbaal controle gemeentekas 1850 (gemeenteontvanger Van Bouchout). UC - 25/1/1851 (Kort) Aan de Procureur des Konings. Ingesloten de verklaringen van Jean François Van Doorslaer die klacht indient tegen Pierre Jean Van Ingelgem uit Malderen voor een jachtmisdrijf begaan te Malderen. UC - 25/1/1851 (Kort) Verzonden, registers van de burgerlijke stand 1850. PV - (1 ter)
270
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Op heden den 25 January 1851 om 9 ueren voor middag. Voor ons J.F. Verheyden, burgemeester der gemeente Londerzeel, is gekomen Theresia Van Eeckhout, landbouwster woonende te Breendonck, Petrus De Maeyer, Ludovicus De Vleeschouwer, Joannes De Vleeschouwer, de drij laetste woonende in deze gemeente ten einde aenhoord te worden in de zaek van de gebroeders Josephus Meskens en Benedictus Meskens, over het feit begaen door deze op den persoon van Josephus Buydts, alle vier in het proces verbael aengehaeld, dewelke des aengaende hebben verklaerd het gene volgt: 1° Dat Theresia Van Eeckhout heeft gezien dat de gebroeders Meskens al rijdend met hunne paerden in het voorbij rijden op eenen weg digt tegen de straet dat Josephus Meskens, oud 20 jaeren, een slag toegebragt heeft met zijne guide genaemd cordeel, aen Josephus Buydts; dat Josephus Meskens van zijn paerd geschoven is en dan is Benedictus Meskens ter hulp gekomen en hebben beide Josephus Buydts met hunne blokken zoo hevig op zijnen kop geslagen dat zijn kop en aenzigt geheel bebloed was. 2° Dat Petrus De Maeyer heeft gezien dat Josephus Meskens en Benedictus Meskens den aenklager hevig met hunne blokken op zijnen kop geslagen hebben dat zijn aenzigt geheel bebloed was. 3° Ludovicus De Vleeschouwer heeft gezien dat Josephus Buydts en Josephus Meskens malkanderen vast houden in een gevecht maer den broeder van Josephus Meskens, Benedictus Meskens ter hulp gekomen is en heeft den aenklager met zijnen blok geslagen. 4° Joannes De Vleeschouwer heeft gezien dat Josephus Buydts en Josephus Meskens malkanderen vast houdende in een gevecht, maer den broeder van Josephus Meskens, genaemd Benedictus Meskens, ter hulp gekomen is en heeft den aenklager met zijnen blok geslagen. Waervan proces verbael te Londerzeel dato als ten hoofde en hebben de getuigen na voorlezing verklaerd niet te kunnen schrijven. PV - (1 quater) Op heden den 25 January 1851 om 11 ueren voor middag. Voor ons J.F. Verheyden, burgemeester der gemeente Londerzeel, is gekomen Maria Van Buggenhout, woonende in deze gemeente ten einde aenhoord te worden in de zaek van Josephus Buydts, over het feit begaen door zijnen persoon op Josephus en Benedictus Meskens, in het proces verbael aengehaeld, dewelke ons desaengaende heeft verklaerd het gene volgt. Dat Maria Van Buggenhout heeft gezien dat Josephus Buydts Josephus Meskens van zijn paerd heeft getrokken en zijn tegelijkertijd in eenen waterput gevallen, en na dat zij uit den waterput gekomen waren, zijn zij in een gevegt gekomen en hebben malkanderen geslagen en dan is Benedictus Meskens, broeder van Josephus Meskens, ter hulp gekomen maer heeft niet gezien dat Benedictus geslagen heeft. NC - Meskens Joseph, 20 jaar, landbouwer, geboren in Londerzeel, op 4 september 1851 door de correctionele rechtbank van Brussel veroordeeld tot en boete van 15 frank wegens slagen, toegebracht op 14 januari 1851. UC - 26/1/1851 (Kort) Verzonden de staat van de liefdadigheidsinstelling van onze gemeente. UC - 26/1/1851 (Kort) Verzonden, dubbel van de kwitantie van ons abonnement op het staatsblad. UC - 30/1/1851 (Kort) Verzonden, alfabetisch inschrijvingsregister van de jongens die in 1851 moeten loten voor de militaire dienst. UC - 30/1/1851 (Kort) Gelieve ons de informatiebulletins voor de miliciens die moeten loten op te sturen.
271
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - 2/2/1851 (Kort) De Bondt Pierre Jean en De Bondt Pierre Jean, allebei ingeschreven in het register der lotelingen, zijn allebei in 1831 in onze gemeente geboren en hebben zich beide laten inschrijven. Van Hoomissen Jean François en François Callaerts ....(steun van de moeder ?). UC - 6/2/1851 (Kort) Mijnheer de kolonel. De uitrusting voor de miliciens De Boeck, D’Hondt, Verspecht en D’Hondt nog steeds niet ontvangen. UC - 8/2/1851 (Vertaald) Openbare baden en wasplaatsen – Mijnheer de commissaris. Gevolg gevend aan de omzendbrief van de provinciegouverneur van 11 december laatstleden, memoriaal van administratie N° 213, met betrekking tot de oprichting in onze gemeente van een badinrichting of wasplaats ten behoeve van de arbeiders en de noodlijdenden, laten wij u weten dat de gemeenteraad hierover de leden van het weldadigheidsbureel gehoord heeft en tot de slotsom is gekomen dat de inkomsten van dit bureau bijlange na niet genoeg zijn om te armen te helpen en dat de lasten die de gemeente moet dragen veel te hoog zijn om een inrichting van deze soort op te kunnen richten, mede vanwege het feit dat de gemeente jaarlijks aanzienlijke bedragen te betalen heeft voor het onderhoud van de behoeftigen die in diverse instellingen werden geplaatst. UC - 8/2/1851 (Kort) Verzonden, lijst der vergunningen. UC - 8/2/1851 (Kort) Aan de burgemeester van ?. Vrijlating van Scheers Pierre Ant. uit correctiehuis St. Bernard. UC - 24/2/1851 (Kort) Mijnheer de Majoor. Adriaenssens Jacques, remplacant van de lichting 1842, die onder u dient, is in onze gemeente onbekend. UC - 26/2/1851 (Kort) Mijnheer de Kolonel. Bedankt voor de 2 assignaties en de 4 uitrustingen voor De Boeck, D’Hondt, Verspecht en D’Hondt. UC - 26/2/1851 (Kort) Verzonden, de verklaring van dierenarts De Vleeshouwer om hulp uit het landbouwfonds te bekomen voor landbouwer Charles Troch. UC - 28/2/1851
(Kort) Verzonden, de rol van de hondenbelasting 1851.
UC - 3/3/1851 (Kort) Verzonden, 2 certificaten voor de miliciens Van Lierde Nicolas en Bogaerts Jean François. UC - 3/3/1851 (Kort) Aan de kolonel. Het huwelijk van Scheers Guillaume (dienende in uw regiment) heeft plaats gevonden op 27 februari. UC - 4/3/1851 (Kort) Verzonden, lijst provinciebelasting 1850. UC - 7/3/1851 (Kort) Verzonden, inlichtingen voor de officiële koninklijke almanak van België. UC - 7/3/1851 (Kort) Wet van 18 februari 1845. Pierre Antoine Scheers, hier getrouwd op 19 april 1849, krijgt armensteun sedert 1849.
272
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - 10/3/1851 (Kort) Op 1 januari 1851 waren er geen eeuwelingen in onze gemeente. UC - 10/3/1851 (Kort) Verzonden, rekening van het lager onderwijs. UC - 10/3/1851 (Kort) Verzonden, “het exploit” ten laste van Josephus Pintens, vleeshouwer in Londerzeel. UC - 10/3/1851 (Kort) Aan de Procureur des Konings. Monique Van Saelen, dochter van Pierre Van Saelen en Jeanne-Marie Van Muylder, vraagt ons haar geboorte-uittreksel en het overlijdensattest van haar moeder. Wij vinden geen van beiden. Monique Van Saelen is hier op 26/7/1820 gehuwd en is behoeftig. UC - 10/3/1851 (Kort) Burgerwacht – Aan de gouverneur. De door u opgevraagde wapens van de burgerwacht werden op 17 maart 1849 overgedragen aan de heer L. Cornes, garde d’artillerie, Brussel. UC - 15/3/1851 (Vertaald) Bijstandswoning van Anne-Marie De Vogelaer. Dit meisje werd niet ingeschreven in ons bevolkingsregister daar ze zich niet aangemeld heeft. Ze heeft hier slechts als meid verbleven (met onderbrekingen) van 1841 tot 1846. Het is dus de gemeente Wolvertem, waar ze geboren is, die voor haar bijstandswoning moet zorgen. PV - (3) Op heden den 19 Maert 1851 om 4 ½ ueren na middag. Voor ons Joannes Franciscus Van Ruysevelt, schepen der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Jan Baptist Lathouwers, de welke ons heeft verklaerd dat er een schapraei, die weggenomen is geweest bij Matheus Van Crombruggen, landbouwer woonende te Londerzeel, in den nacht van den 8 december 1850 door Franciscus Van Gucht, woonende te Londerzeel, op gehucht Eeckhout, alwaer de schapraey beruste; heb ik mij begeven, vergezeld door Jan Baptist Lathouwers, veldwachter, en Matheus Van Crombruggen, ten huize van Franciscus Van Gucht, alwaer wij de schapraei gevonden hebben en is door de eigenaer erkend geworden de zijne te wezen, behalve dat dezelven verkleind is door gemelden Van Gucht en de pikkelen afgezaegd en ander pikkelen aen geplaetst. Deze schapraei is alsnog erkend geworden door Petrus Van Nieuwenhoven de welken dezelve had verkocht omtrent 5 jaeren aen Matheus Van Crombruggen. Carolus De Boeck en Carolus Verspecht verklaren wel te erkennen de gemelde schapraei voor dezelve aen Matheus Van Crombruggen voorzeid toe te behooren. Waervan proces verbael te Londerzeel dato als boven en na voorlezing. NC - Van Gucht François, 30 jaar, landbouwer, geboren in Londerzeel, op 18 april 1851 veroordeeld door de correctionele rechtbank tot 1 maand hechtenis wegens diefstal in de nacht van 8 op 9 december 1850. UC - 20/3/1851 (Kort) De gemeente Londerzeel erkent de bijstandswoning van Jacques Maerens. PV - (3 bis) Heden den 30sten der maend Maert 1851. Wij Jan Baptist Lathouwers en Josephus Goossens, beide veldwachters te Londerzeel, hebben achtervolgens het bevel van den heer Procureur des Konings te Brussel, ons begeven twee achtereen volgende dagen in al de woonsten van de inwooners van Londerzeel ten einde inlichtingen te bekomen betrekkelijk tot de erkentenis van een ijzeren gaffel met welke door onbekenden poogingen tot moord is begaen in de gemeente
273
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Beighem den 27 dezer maend op den persoon van de weduwe Josephus Vermoesen. Na aen elk in het bijzonder de gezegde gaffel getoond te hebben en na hun te hebben gevraegd aen wie dezelve mogt toebehooren, heeft elke in het bijzonder voor antwoord gegeven dat zij geenen de minste kennis aen die gaffel hadden. Waervan proces verbael te Londerzeel dato als ten hoofde. Heden den 30sten Maert 1851 ten 2 ueren namiddag. Voor ons Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester der gemeente Londerzeel, zijn gekomen Jan Baptist Lathouwers en Josephus Goossens, beide beëedigde veldwachters, woonende in deze gemeente, dewelke in onze handen onder eed bevestigd hebben dat de inhoud van het proces verbael hierboven gelijkvormig is aen de waerheid. UC - 9/4/1851 (Kort) Verzonden, de lijst van schenkers van alcoholische dranken. Philippe Caluwaerts en Van Humbeeck Henri hoeven niet in klasse 5. UC - 9/4/1851 (Kort) Aanvraag inschrijvingsformulieren voor miliciens, aangeduid op 6 maart 1851. UC - 9/4/1851 (Kort) Verzonden, verklaring van de directeur van de gevangenis van Mechelen i.v.m. Teugels François, milicien van de lichting 1850. UC - 10/4/1851 (Kort) Geen enkele Londerzelenaar betaalt 2116,40 fr. directe belasting. UC - 10/4/1851 (Kort) Procureur des Konings. Joseph Van Laer is in de gemeente aangekomen op 9/3/1851. UC - 11/4/1851 (Kort) Verzonden: statistiek buurtwegen. UC - 18/4/1851 (Kort) Joseph Van Laer en Jean Lamberts, beiden ontslagen uit het verbeteringsgesticht van Vilvoorde, hebben zich hier gemeld en ingeschreven op 14/4/1851. NC - Willems François, klompenmaker, geboren in Londerzeel, op 18 april 1851 door de correctionele rechtbank te Brussel veroordeedld tot een boete van 100 fr. wegens het jagen op hazen bij middel van een strop op 24 of 25 maart 1851. (Nadien omgezet in 1 maand hechtenis.) UC - 18/4/1851 (Kort) Verzonden: lastenboek verhuring goederen weldadigheidsbureel aan De Keersmaecker. UC - 18/4/1851 (Kort) Gelieve de bezittingen te solderen van Jean Lamberts (105 fr.) en Jacques Van Laer (79 fr.). Ze hebben hun geld hard nodig voor de inrichting van hun huis en voor kleding. UC - 25/4/1851 (Kort) Aanvraag register gepatenteerden.. UC - 3/5/1851 (Kort) Onze gemeente zal het onderhoud van het meisje De Vogelaer betalen. UC - 5/5/1851 (Kort) Registratie van de personen, aan het patentrecht onderworpen. UC - 5/5/1851 (Vertaald) Mijnheer de rechter. Uw brief van 29 april betreffende de diefstal van 3 kippen en van een zeker aantal eieren, gepleegd tijdens de nacht van 25 op 26 april in de gemeente Liezele ten nadele van J.B. D’Hollander. Ik heb onze beide veldwachters nauwgezet inlichtingen laten inwinnen, doch zonder resultaat.
274
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
PV - (4) Op heden den 5 Mei 1851 om 9 ueren voor middag. Voor ons J.F. Verheyden, burgemeester der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Philippus Lubben (?), oud .... jaeren, metser woonende alhier, de welke ons heeft aengeklaegd dat hij op Zondag 27 April laetstleden om 10 ½ ueren des avonds al gaende naer zijn huis, is aengerand geweest door Ferdinand De Buyser, oud 41 jaeren, wever, woonende alhier, den welken hem aenklager vast genomen en tegen den grond heeft nedergeslagen. Dat in deze zaek als getuigen kunnen aenhoord worden Jan Baptist De Smedt, oud 38 jaeren, en Josephus Van Muylder, beide arbeiders woonende te Londerzeel. Waervan wij hebben opgesteld het tegenwoordig proces verbael om te dienen naer regte en heeft de aenklager na voorlezing... NC - De Buyser Ferdinand, 42 jaar, wever, geboren in Londerzeel, op 12 mei 1851 door de politierechtbank veroordeeld tot 2 dagen hechtenis wegens mishandeling van Philippe Tullen op 27 april 1851. PV - (5) Op heden den 5 Mei 1851 om 9 ½ ueren voormiddag. Voor ons J.F. Verheyden, burgemeester der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Petrus De Mol, oud 30 jaeren, landbouwer woonende te Londerzeel, de welke ons heeft aengeklaegd dat op gisteren om 9 ueren ’s avonds in de herberg gehouden door de weduwe Verdickt, woonende alhier, de genaemde Carolus De Hertogh, oud 37 jaeren, dienstbode ook alhier woonende, aen hem aenklager eenen slag met eenen vollen halven liter bier op zijn hoofd heeft toegebragt. Dat in deze zaek kunnen aenhoord worden als getuigen Joannes Verdickt, oud .... jaeren, Franciscus Verdickt, oud ..... jaeren, Petrus Van Laer, oud .....jaeren, landbouwers woonende alhier te Londerzeel. NC - De Hertogh Charles, 35 jaar, knecht, geboren te Londerzeel, op 12 mei 1851 door de politierechtbank veroordeeld tot 3 dagen hechtenis wegens mishandeling van Pierre De Mol. UC - 7/5/1851 (Kort) Verzonden: kieslijsten 1851. UC - 8/5/1851 (Kort) Verzonden: lijst effectieven van het bataljon van de burgerwacht van Londerzeel. Deze is niet gewapend. UC - 15/5/1851 (Kort) Aangezien de provincie van plan is om herstelwerken uit te voeren aan de provinciale weg van Brussel naar Temse vragen wij u om de steenafval te laten liggen om er onze buurtwegen mee te verbeteren. UC - 15/5/1851 (Kort) Aan de burgemeester van ? Gelieve ons het mandaat (270 fr) te sturen om er de baan van Merchtem naar Mechelen mee te laten verharden. (ontvangen 15/5). UC - 12/5/1851 (Kort) Kolonel. De Boeck Charles, milicien 1845, is gehuwd op 29 april. PV - (6) Op heden 16 Mei 1851 ten 9 ueren voor middag. Wij Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester der gemeente Londerzeel, hebben gerequireerd op den 15 Mei laetstleden om de nachtwacht te doen onder de orders van Jan Baptist Van Ruysevelt, coporael, vergezeld met Franciscus Van Muylder, Petrus Josephus Smits, Franciscus De Bruyn, landbouwers, en Petrus Josephus Goossens en Jan Baptist Lathouwers, beide veldwachters, alle woonende te Londerzeel.
275
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Hebben hun begeven in den nacht van den 16 Mei en hun verborgen gehouden achter eene hout kant, dat zij vermoeden dat er persoonen die van slecht gedrag in de pataten waren uitgegaen waren. Omtrent 3 ueren ’s morgens zijn er twee persoonen aengekomen die drager waren van de volgende gestolen waren; hebben de ondergeteekende hun geroepen van te staen, op welk geroep die persoonen de vlugt genomen hebben en de waren bestaende als volgt hebben laten vallen. 1° Eene kruik gevuld met bitteren genever. 2° Eene kruik gevuld met bitteren genever. 3° Een vlekken koffie pot. 4° Een koper lamp. 5° Een tinne schotel geteekend. 6° Een tinne schotel geteekend. 7° Een tinne schotel geteekend. 8° Een 1/8 vat zeep. 9° Een pond gekleurd stop katoen. 10° Een vrouwenjak. 11° Eenen blauwen kiel. 12° Eenen katoenen doek. 13° Eenen lijnwaerden zak. 14° Een paer schoen. 15° Een paer blokken en een paer halve koussen Zij hebben de persoonen niet gekend maer zij vermoeden toch deze diefte begaen is geweest door Petrus Scheers en Guillelmus Scheers, beide geboortig van Nieuwenrode onder Meysse, twee persoonen die van een slecht gedrag zijn. Deze gestolen voorwerpen zijn door den nacht wacht in arrest genomen en zijn in het gemeente huis tot de dispositie van de heeren rechters in bewaernis geplaetst. En in het nemen van de vlucht heeft er eenen van die twee persoonen hem omgekeerd om na de wacht te schieten maer zijn geweer heeft niet gelost. Achtervolgens het voorgaende hebben wij opgesteld het tegenwoordig proces verbael om te dienen na behooren. En na voorlezing dezer hebben de wachters benevens ons onderteekend. PV - (7) Op heden den 22 Mei 1851 om 9 ueren voor middag. Voor ons Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester der gemeente Londerzeel, is verschenen Henricus Teugels, oud 51 jaeren, werkman, geboren en woonende te Londerzeel, den welken ons heeft aengeklaegd dat op heden, omtrent acht ueren voormiddag, Kuypens Joannes Michael, schaepherder, woonende bij Charles Louis Van den Bossche, landbouwer alhier, al leidende zijne schaepen langs heen den Steenweg van Wolverthem op Puers, en gekomen zijnde aen de woonst van den aenklager, twee zijner schapen planten slooren afgewachsen hebben waer op den aenklager hem heeft verzocht van zijn schapen beter op te passen. Waerop den genaemden Kuypens den aenklager voor antwoord gegeven heeft dat hij maer stil in zijn huis zoude getreden hebben en heeft hem menigvuldige verwijtingen toegebragt. Dat in deze zaek kunnen aenhoord worden als getuigen Henricus Blommaerts en Francisca Steenackers, woonende te Londerzeel. Waervan wij hebben opgesteld het tegenwoordig proces verbael om te dienen na rechte. PV - (7 bis) Op heden den 22 Mei 1851 om 2 ½ ueren na middag is gecompareerd voor ons Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester der gemeente Londerzeel, Joannes Michael Kuypens, oud 44 jaeren, schaepherder, woonende bij Charles Louis Van den Bossche, landbouwer alhier, den welken ons heeft aengeklaegd dat op heden om 8 ueren voor middag al leidende zijne schapen en gekomen zijnde aen de woonst van Henricus Teugels, dezen hem verweeten heeft dat hij
276
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
eenen dief was. Dat in deze zaek kunnen aenhoord worden als getuigen Charles Louis Reyniers, oud 13 jaeren, Joannes Van den Bergh, Bernardus Josephus Tourné, alle woonende te Londerzeel. Waervan wij hebben opgesteld het tegenwoordig proces verbael om te dienen na rechte. NC - Ceuppens Jean Michel, 44 jaar, schaapherder, op 2 juni 1851 door de politierechtbank veroordeeld tot een boete van 1 fr. om zijn schapen op een koolzaadveld te hebben laten grazen en voor beledigingen. Teugels Henri, 51 jaar, werkman, op 2 juni 1851 door de politierechtbank veroordeeld tot een boete van 1 fr. voor beledigingen. UC - 23/5/1851 (Kort) Bezorg ons de 4 mandaten voor Ch. Goossens, Moyersons, Zaterdag en De Koninck. UC - 23/5/1851 (Kort) De Bondt Pier Jean, klas 1851, door u opgeroepen, heeft zich niet kunnen aanbieden in Brussel op 22/5 omdat hij door de politie van Breendonk aangehouden was. De reden is ons niet bekend. UC - 23/5/1851 (Kort) Mijnheer de rechter. Waarom is De Bondt P.J. in Breendonk gearresteerd? Deze jongen moest zich op 22 mei in Brussel aanbieden om in het leger ingelijfd te worden. UC - 25/5/1851 (Vertaald) Mijnheer de Procureur. Gevolg uw brief van 24/5, parket N° 7627, betreffende De Bondt P.J. hebben wij volgende inlichtingen ingewonnen: 1) de personen die hij ontmoet hebben een goede reputatie 2) hij ontmoet geen verdachte of slechtbefaamde personen 3) hij heeft nauwelijks gebreken of ondeugden 4) hij bezit goede eigenschappen 5) hij levert zich zelden over aan de drank en nooit aan ... 6) hij is ongehuwd 7) hij heeft geen kinderen 8) hij is nooit veroordeeld geweest 9) hij is nooit bestraft 10) de hierboven genoemde persoon is van zeer goed gedrag en de lokale overheid heeft nooit een klacht tegen hem ontvangen. UC - 27/5/1851 (Vertaald) Mijnheer de Gouverneur. P.J. De Bondt, milicien van deze gemeente had zich op 22 dezer in Brussel moeten melden om ingedeeld te worden bij een regiment. Hij bevindt zich momenteel in de gevangenis van Mechelen. Volgens inlichtingen ingewonnen bij de onderzoeksrechter op 24 mei is hij beschuldigd van medeplichtigheid aan diefstal met geweld op een openbare weg. UC - 27/5/1851 - Monsieur le commissaire. Afin de pouvoir immédiatement exécuter les pavages des 1633 mètres courants qui restent à paver sur le chemin de grande communication de Merchtem à Malines en notre commune, pour par ce moyen pouvoir encore cette année, conjointement avec les autres communes intéressées, établir sur ce chemin le droit de péage que la commune est autorisée à percevoir par arrêté Royal du 13 Mars dernier , la commune a entamée une négociation avec avec le Sr J.Bte Kuyl, entrepreneur de travaux publics à Vilvorde, qui s’ engage à exécuter ces travaux dans le délai de deux mois à un prix très raisonable et moyennant trois ans de crédit sans intérêts et 3 % d’intétrêts de la somme qui resterait à payer à partir de l’échéance de la 3me année jusqu’à parfait payement. Comme la commune ne peut pouvoir à la dépense qui doit résulter des dits travaux que par les ressources annuelles qu’elle s’est creées et par des subsides proportionnels de l’état et de la province. Nous avons l’honneur de vous prier Mr. le Commissaire de vouloir bien nous faire connaître si en contractant avec le Sr J.B. Kuyl nous pouvons compter sur les subsides annuels proportionnels aux sacrifices que fera la commune jusqu’à faisfait (?) paiement de la dépense qu’aura occassionné les travaux dont il s’agit.
281
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - 30/5/1851 (Kort) Paar opmerkingen in verband met de rekeningen van het weldadigheidsbureel. PV - (8) Op heden den 30 der maend Mei 1851 om 10 ueren voormiddag. Voor ons Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Maria Elisabeth De Vogelaer, oud 22 jaeren, dienstmeid geboren te Impde onder Wolverthem, woonende alhier, dewelke ons heeft aengeklaegd dat zij op heden om 9 ueren ’s morgens gekomen zijnde in het huis bewoond door Petrus Josephus Hermans, landbouwer woonende alhier alwaer zij gewoond had, om gaen af te rekenen, maer dat zij in deze zaek verschil gekregen hebben om dus wel dat Anna Francisca De Boeck, echtgenote van Petrus Josephus Hermans aen haer, aenklaegster, zeven stuivers minder wilde betalen dan zij verdiend had, heeft Petrus Josephus Hermans haer vast genomen en tegen de glaze deur geslagen, dat er door den slag een glas is uitgesprongen. Dan heeft Petrus Josephus Hermans haer vast genomen met de rok en haer gestampt en geslagen. Anna Francisca De Boeck heeft met den stoofhaek geslagen op haer armen dat zij denzelven niet konde bewegen en hebben beide de aenklaegster geslagen langs eenen hunner achterplaets tot bijna op den steenweg aengezien zij langs de voordeur niet mogt uitgaen. Dat in deze kunnen aenhoord worden als getuigen: Peeters Anna Catharina, oud 50 jaeren, naeyster, echtgenoot van Croes Julianus, Petronilla Van Gucht, oud 25 jaeren, dienstmeid, Vranckaert Anna Catharina, oud 70 jaeren, arbeidster, alle woonende te Londerzeel. Waervan wij hebben opgesteld het tegenwoordig proces verbael om te dienen na rechte. UC - 31/5/1851 (Kort) Onze nieuwe veldwachter heeft nog steeds geen kostuum; de betaling gebeurde reeds op 17 augustus 1850. UC - 31/5/1851 (Samengevat en vertaald) Jan Baptist Van Ingelgem (landbouwer), de vader van Bernard Van Ingelgem die op 1 mei 1851 in het landlopersgesticht van Terkameren binnengekomen is, heeft voldoende bestaansmiddelen. PV - (13) Op heden den 1 Juny 1851 om 9 ueren voor middag. Wij Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester der gemeente Londerzeel, hebben gerequireerd op heden om wacht te doen onder de orders van Josephus Goossens, veldwachter, vergezeld door Jan Baptist Van Ruysevelt, Franciscus Rumkens, Charles De Boeck, Jan Lettens, Isidoor Cleymans, Antoon Broothaers, Josephus Wauters, Jan Craenhals, Josephus Hermans, alle woonende te Londerzeel, ten einde om te arrêteren Guillelmus Scheers, de welke door het bevel van voor den regter te verschijnen gesigneerd dato 19 Mei 1851 N° 160, geteekend Berghmans juge. Aengezien dat dezen persoon van een slecht gedrag is en dat de gendarmerie van Wolverthem verscheide malen hun begeven hadden om den genoemden aen te houden, heb ik bevel gegeven van dezen persoon aen te houden, en is door den wacht voor mij gebracht en heb hem in de handen van de Brigade van Wolverthem toegezonden om tot uwe tegenwoordigheid te verschijnen. UC - 5/6/1851 (Samengevat en vertaald) Samen met twee der benadeelden hebben wij huiszoeking verricht bij Pierre Spiessens en Jan Baptist Van Ingelgem maar de goederen die werden gestolen bij de onderpastoor van Malderen, bij notaris Schauman van Malderen en bij Mr. ... van Malderen werden niet gevonden. PV - (9)
282
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Op heden 6 Juny om 1 ½ uer na middag. Wij Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester der gemeente van Londerzeel, op bevel achtervolgens den brief in dato gisteren Nr. 426 van den heer Chevalier de Burtin d’Esschenbeek, vrederegter van het kanton Wolverthem, gehuisvest te Stroombeek-Bever, hebben ons begeven vergezeld door den heer De Cat, secretaris, Petrus Josephus Goossens en Jan Baptist Lathouwers, beide veldwachters, alle alhier woonende, ten einde huiszoeking te doen in de wooningen van de volgende verdachte persoonen, ter ontdekking en vinding van een zilvere snuifdoos, welke op 18 Mei laetstleden van en ten nadeele van Maria Josepha Theresia Van Assche ontnomen is geweest. 1° Om drij ueren voorzeid hebben wij ons begeven in de woonst van Josephus De Bondt, broeder van den vermoeden Petrus Joannes De Bondt, al waer hij bij tijd zich begaf, alwaer wij naer eene nauwkeurige opzoeking het voorwerp niet hebben bevonden. 2° Van het huis van gemelden De Bondt hebben wij ons begeven in de woonst van Jan Baptist De Bondt, ook broeder van den verdachten Petrus Joannes De Bondt, alwaer deze des nachts verblijft, alwaer wij na alles doorzocht te hebben het voorwerp waerover kwestie niet hebben ontdekt. 3° Van daer hebben wij ons begeven in het huis van de weduwe Van Muylder, moeder dan den verdachten Petrus Joannes Van Muylder, bij welke hij inwoont, alwaer wij na een nauwkeurige opzoeking niets hebben gevonden, en 4° Ons begeven hebbende in de wooning van Petrus De Braekeleer, schoonvader van de gesoupconneerden Joannes Hofmans en bij welke deze woonachtig is, in welke wij na alles stiptelijk doorzocht te hebben het voorwerp over hetwelke deze huiszoeking plaets heeft, niet hebben ontdekt. Nadat de voormelde werkzaemheden waren verrigt hebben wij in de gebuerte van de voorzegde persoonen aen onderscheidene lieden gevraegd of zij niet gezien hadden dat iemand van de betichten drager van eene zilvere snuifdoos, en of zij over diezelve niet eenig gerucht hadden gewaer geworden, welke ons ten dien opzigte hebben geantwoord dat zij van die zaek geene kennis hadden. Waervan proces verbael te Londerzeel dato als ten hoofde. PV - (9 bis) Op heden 6 Juny 1851 om 5 ueren na middag, achtervolgens het bevel in het hoofd van het vorenstaende proces verbael aengehaeld, hebben wij Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester, vergezeld van de voormelde heer De Cat en onze veldwachters Goossens en Lathouwers, ons begeven in de herberg in deze gemeente gehouden door Petrus Joserphus Reyniers, ten einde te onderscheppen welke persoonen in den avond van den 18 Mei laetstleden in hunne herberg aenwezig waren, dewelke ons heeft opgenoemd de volgende persoonen: 1° Ferdinandus Janssens 2° Josephus Verbeek 3° Josephus Plaskie 4° Jan Baptist Talboom 5° Louis Slachmuylders 6° Livinus Van Stappen 7° Egidius Van Stappen 8° Coleta Reyniers 9° Egidius de Bondt 10° Carolus Van Cauwenbergh Daerenboven heeft gemelde Reyniers ons verklaerd dat Carolus Van Cauwenbergh voormeld, Petrus Joannes De Bondt, Petrus Joannes Van Muylder, Joannes Hofmans en Maria Josepha Theresia Van Assche tot Breendonck vergezeld heeft toen dezelve uit zijne herberg vertrokken waren.
283
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
PV - (10) Op heden den 8ste Juny 1851 om 9 ueren ’s morgens. Voor ons Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester dezer gemeente Londerzeel, is gecompareerd Franciscus de Boeck, jagtbewaerder van Mevrouw de Spoelberch, grondeigenaerster, woonende te Brussel, den welken ons heeft verklaerd, al doende zijne ronde om de jagt te bewaeren en gekomen zijnde aen een stuk land, gelegen in den Eeckhout, bezaeid met koren, in gebruik door Guillemus De Coster, maelder woonende te Londerzeel, heeft daer bevonden liggen 3 Canada planken, lang 10 voeten op een voet en half breed. Waervan proces verbael opgemaekt datum als ten hoofde en heeft den declarant benevens ons onderteekend. PV - (10 bis) Op heden den 11 Juny 1851 om 3 ueren ’s morgens. Voor ons Josephus Franciscus Van Ruysevelt, schepen der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Petrus Josephus Goossens, luitenant van de Burgerwacht, door het bevel van de heer Verheyden Joannes Franciscus, burgemeester dezer gemeente om de wacht op te trekken om de drij gestolen canada planken te bewaeken, die de lengte van 10 voeten hadden en eenen voet en half breede, dewelke in een stuk land bezaeid met koren verborgen waren, vergezeld door Carolus Scheers en Jan Baptist Scheers, alle drij woonende te Londerzeel, hun begeven hebbende omtrent de plaets om 10 ueren des avonds, hun daer verborgen hebben om te kunnen bewaeken en aen te houden de persoonen die deze gestole planken zouden komen ontmoeten. Omtrent een uur ’s nachts zijn de drij planken weg genomen; het gerucht gehoord hebbende heeft Petrus Josephus Goossens gedacht dat het eenen der wachters was die na de planken kwam zien, heeft Carolus Scheers, wachter, gevraegd aen P.J. Goossens of hij aen de planken geweest zien was, waerop P.J. Goossens geantwoord heeft van neen. Dan heeft Carolus Scheers gezegd dat zij weg genomen waren. Heeft P.J. Goossens, Carolus Scheers en Jan Baptist Scheers hun begeven op de plaets alwaer de planken weg genomen waren. Een quartier na dat de planken weg geomen waren heb ik P.J. Goossens met mijn twee wachters ons begeven op het gehucht den Eeckhout, alwaer ik vermoedde dat deze planken moesten wezen. Daer aengekomen zijnde heb ik, P.J. Goossens, Carolus Scheers op eenen hoek geplaetst om te zien of er geen gerucht was, en Jan Baptist Scheers op eene andere plaets op omtrent 25 meters van elkanderen. Ik P.J. Goossens heb terwijl het gehucht doorgegaen om te zien of er geen gerucht was, mij geplaetst omtrent de 10 meters van het huis bewoond door Jacobus Van Laer, alwaer ik 10 minuten verbleven ben. Terwijl ik daer stond zijn aengekomen drij manspersoonen waervan den eersten genaemd Carolus Van Laer die, drager was van twee planken; een tweeden, Jacobus Van Laer, die onbeladen was; den derden was Josephus Aloysius Lamberts die drager was van één plank. Ik heb gezien dat Carolus Van Laer de 2 planken die hij op zijn schouders droeg tegen den muer van zijn woonst plaetste en heeft den 2den Josephus Aloysius Lamberts zien voorbij de woonst van Jacobus Van Laer gaen om naer zijn huis te gaen, maer heb niet gezien alwaer zij ermede verbleven waren; heb gezien en gehoord dat de deur geopend is van Jacobus Van Laer en vijf minuten daerna wederom gesloten. Wat maer naer dat de deur gesloten was heb ik niet gezien of het in het huis of langs het huis was weggedragen. Tien minuten daerna zijn wij daer nog verbleven. Waervan wij hebben opgesteld het tegenwoordig proces verbael dato als ten hoofde en na voorlezing hebben de declaranten benevens ons onderteekend. PV - (10 ter) Op heden den 11 Juny 1851 om 3 ½ ueren ’s morgens. Voor ons Josephus Franciscus Van Ruysevelt, schepen der gemeente Londerzeel, zijn gecompareerd Petrus Josephus Goossens, luitenant der burgerwacht, Carolus Scheers, Jan Baptist Scheers en Petrus Josephus Goossens, veldwachter, alle woonende te Londerzeel (die) ons vergezocht hebben om hun te vergezellen over het feit dat zij ontmoet hadden, heb ik Josephus Franciscus Van Ruysevelt, vergezeld van
284
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Petrus Josephus Goossens, Carolus Scheers, Jan Baptist Scheers, Petrus Josephus Goossens, veldwachter, Jan Baptist Van Ruysevelt en Henricus Van Ruysevelt, alle woonende in deze gemeente, ons begeven hebben op het gehucht den Eeckhout om te zoeken alwaer deze drij planken zouden berusten, ons begeven bij Jacobus Van Laer alwaer wij huiszoeking gedaen hebben maer niets bevonden. Van daer bij Jan Baptist Lauwers, alwaer wij wederom niets hebben bevonden, van daer bij Clement Verspecht alwaer wij wederom niets hebben bevonden, van daer bij Josephus Aloysius Lamberts alwaer wij wederom niets hebben bevonden. Na alle de poogingen gedaen te hebben, hebben wij wederom ons begeven aen het huis van Jacobus Van Laer, hebben daer bevonden in den hof twee verschillige bloote voetstappen die wij hebben uitgespoort en leide naer een ander huis bewoont door Petrus De Smedt, alwaer wij huiszoeking gedaen hebben maer niets hebben bevonden; hebben wij wederom de voetstappen nagevolgd en na den tijd van een uer gezocht te hebben, heeft Joannes Franciscus Van Ruysevelt een nieuw bloot voetstap gevonden die maer om langs ingedrukt waren; deze voetstappen leiden naer de plaets alwaer de planken geplaetst hadden in een stuk land bezaeid met koren, alwaer de planken berusten en waren met twee banden gebonden. Heeft Petrus Josephus Goossens goedgevonden van wederom naer het gehucht den Eeckhout te gaen; ons daer begeven om te zien of dat het hunne voetstappen niet waren en ook om te aenschouwen hunne kleederen of zij niet nat waren. Daer gekomen zijnde hebben wij bevonden in het huis van Jacobus Van Laer dat zijne broek en degene van zijnen zoon Carolus Van Laer tot aen den knie nat waeren van door de velderen zoo vroeg te loopen, hebben wij Jacobus Van Laer en zijnen zoon Carolus Van Laer verzocht van hun met ons mede te begeven op het stuk land beplant met aerdappelen alwaer de voetstappen ingedrukt waren en hebben bevonden dat den voet van Carolus Van Laer juist gelijk was aen den genen geprint in den grond ter plaets van de vinding. Van daer ons begeven hebbende bij Josephus Aloysius Lamberts om ons te vergezellen ter plaetse alwaer de voetstappen ingedrukt waren dewelke juist gelijk was aen den genen geprint in den grond ter plaets van de vinding en die waerlijk de voetstappen zijn van Carolus Van Laer en Josephus Aloysius Lamberts. Dan is Joannes Van Laer, zoon van Jacobus Van Laer en broeder van Carolus, bij ons gekomen den welken ons heeft verklaerd dat wij geen proces verbael ten zijnen laste moesten opmaken, dat hij daer geen pligt aen had maer dat hij den dag te voren de regulatie had hooren maken door Jacobus Van Laer, zijnen vader, Carolus Van Laer, zijnen broeder, en Josephus Aloysius Lamberts, zijnen gebuer, om deze gestole planken die zij verborgen hadden tot bij hun te halen. Waervan proces verbael dato als ten hoofde en hebben na voorlezing benevens ons onderteekend. UC - 12/6/1851 (Kort) Opmerkingen in verband met verhuur van enkele goederen van het weldadigheidsbureel. PV - (11) Op heden den 16den Juny 1851. Wij ondergeteekenden Petrus Josephus Goossens en Jan Baptist Lathouwers, beëedigde veldwachters der gemeente Londerzeel, doende onze gewoonlijke ronde en gekomen zijnde om vier ueren na middag ten gehuchte pluimennest, hebben gezien dat eene kudde van zeventig schaepen, gewacht door Adrianus Verbist, schaepherder, oud 50 jaeren, woonende te Puers, vergezeld door Simon Van Hidderghem, en dewelke toebehooren aen Petrus Van Hidderghem, pachter, beide woonende te Oppuers, provincie Antwerpen, de gerzingen groeyende op de gemeente straten afweiden en aengezien deze gerzingen verhuerd zijn, hebben wij aen gezeide Adrianus Verbist over de feit proces verbael verklaerd. Gedaen te Londerzeel dato als ten hoofde.
285
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - 18/6/1851 (Kort) Mijnheer de rechter. Wat is de huidige situatie van Pierre Jean De Bondt, milicien van de lichting 1851, die in Breendonk werd aangehouden en in Mechelen in hechtenis zit? GEBOERS - 19/7/1851 19 juli ben ik biechtvader benoemd te Londerzeel (E..H. Geboers). UC - 22/6/1851 (Samengevat en vertaald) 2 kwijtschriften (beiden ter waarde van 25 frank) ten voordele van De Coninck en Zaterdag (beiden van Londerzeel) omdat ze gedurende de invasie van de Aziatische cholera de zieken hebben verzorgd. PV - (12) Op heden den 23 Juny 1851 om 11 ueren voor middag. Voor ons J.F. Van Ruysevelt, schepen der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Henricus Van Humbeeck, oud 35 jaeren, koopman en landbouwer, woonende alhier, den welken ons heeft verklaerd dat Franciscus Van Hoeymissen, dienstbode woonende bij pachter Buydts alhier, hem komen vragen heeft op den 8 Juny 1851 of zijnen knegt genaemd Josephus Spiessens, oud 28 jaeren, tarwe verkogt, dat hij dit had hooren zeggen te Ruysbroek in de Weyde. Waerop Henricus Van Humbeeck hem voor antwoord gegeven heeft dat hij daer geen geloof aen gaf. Op den 14 Juny is bij denzelven Van Humbeeck gekomen Ludovicus Segers om hem te verwittigen dat zijn knegt hem bestolen had waerop hij hem heeft geantwoord dat hij er zoude naer uitgezien hebben. Deze verklaring is gedaen geweest door Philippus April, woonende te Calfort onder Puers aen Louis Segers den welken het heeft kenbaer gemaekt aen den eigenaer Henricus Van Humbeeck. Op den 21 Juny heeft den genaemden Henricus Van Humbeeck zich begeven tot Calfort onder Puers in de gendarmerie om de opzoeking te doen over de diefte die bij hem was begaen over tarwe, en naer zich begeven te hebben vergezeld door de gendarmen Pinten Henri en Dejonghe Augustin Joseph, hebben gevonden dat Spiessens Joseph de tarwe had gepresenteerd bij de genaemden Hoey (?), bakker woonende te Calfort, de welke dezelve heeft geweigerd te koopen aengezien hij vermoedde dat het gestole tarwe was. Hem dan begeven bij Maes François, koopman in graen op het gehucht Eykenvlietsche hamer, alwaer de gemelde Spiessens de 51 kilos tarwe verkogt heeft aen François Maes, koopman, voor den prijs van 6 gl 11 op den 31 Mei laetstleden. NC - Spiessens Joseph, 20 jaar, boerenknecht, geboren in Puurs, op 20 juli 1851 door de correctionele rechtbank van Brussel veroordeeld tot 5 maanden hechtenis wegens diefstal. GR - N° 20 Séance du 25 juin 1851 (Kort vertaald) Tegenwoordig de heren Verheyden, burgemeester, Van Assche en Van Ruysevelt, schepenen, G. Verheyden, Verbesselt, J. Goossens, A. Goossens, Hermans, Van Doorslaer, Verhofstadt, leden, en J.J. De Cat, secretaris. Stemming van de geldmiddelen om een stuk van de weg van grote gemeenschap MerchtemMechelen te kasseiden. Er moet nog een oppervlakte van 1633 op 2,5 meter (= 4082,5 m²) gekasseid worden. - 8 opcentiemen op grond- en personenbelasting geschatte opbrengst: 1669,44 - Provinciale taks op de honden 249,39 - Provinciale subsidie 24,49 Samen; 1.943,22 fr;
286
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Aangezien met dit bedrag geen groot gedeelte kan gekasseid worden en aangezien de gemeente bij de spaarkas te Brussel nog een bedrag van 2.258,07 fr. uitstaan heeft (geld dat tot in 1841 bij de Mont de Piété was belegd), zal de gemeente aan de provincie vragen om dit bedrag op te mogen vragen, om de werken aldus te kunnen versnellen en alzo sneller het toegestane barreelrecht te kunnen ontvangen. UC - 26/6/1851 (Samengevat en vertaald) De gemeenteraad vraagt toelating aan de bestendige deputatie om bij de spaarkas 9258 fr. te lenen voor de bestrating van de weg van Merchtem naar Mechelen, zodat er een bareel kan opgericht worden (zoals toegelaten bij K.B. van 13/3/1851). UC - 26/6/1851 (Samengevat en vertaald). Wij hebben de buurtbewoners laten weten dat er op het gemeentehuis 3 gestolen planken werden gedeponeerd maar de eigenaar heeft zich niet gemeld. UC - 26/6/1851 (Kort) Verzonden naar de procureur: P.V. ten laste van Henri Janssens (Londerzeel) en Anne-Marie Deckx (Breendonk), beide op heterdaad betrapt bij het stelen van aardappelen ten nadele van Jan Baptist Keymolen (Londerzeel). NC - Janssens Henri, 27 jaar, dagloner, geboren in Londerzeel, op 23 juli 1851door de correctionele rechtbank te Brussel verrodeeld tot 10 dagen hechtenis en een boete van 5 frank wegens het stelen van aardappelen. Deckx Marie, 22 jaar, dagloonster, geboren in Breendonk, op 23 juli 1851door de correctionele rechtbank te Brussel verrodeeld tot 10 dagen hechtenis en een boete van 5 frank wegens het stelen van aardappelen. PV - (13) Op heden den 28 Juny 1851 om 4 ueren na middag. Voor ons J. Van Assche, schepen der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Maria Theresia De Smedt, oud 30 jaeren, arbeidster, echtgenote van Jacobus Van Gucht, glazemaker, woonende te Londerzeel, de welke ons heeft aengeklaegd dat op heden om een en alf uur na middag Rosalie De Smedt, oud omtrent 29 jaeren, echtgenote van Josephus Steenackers, woonende alhier, naer haer heeft geworpen met stukken hout en heeft haer getroffen op hare rechter oog, welk daervan blauw en opgezwollen is; dat de aengeklaegde daerna haer tweemael achtervolgens tegen den grond geworpen heeft en dat in deze zaek getuigenis kan geven Francisca Van Aken, oud omtrent 36 jaeren, arbeidster woonende te Londerzeel. Waervan wij hebben opgesteld het tegenwoordig proces verbael en heeft de aenklaegster na voorlezing verklaerd niet te kunnen schrijven. UC - 2/7/1851 (Kort) Verzonden: 2 uittreksels van beslissingen van de gemeenteraad (29-61850) teneinde de toelating te bekomen om een jaarlijkse kermis in te richten op de 2de maandag van september. UC - 2/7/1851 (Kort) Verzonden: 2 mandaten ten voordele van Goossens en Moeyersons. De Coninck en Zaterdag hebben nog niets getrokken. UC - 5/7/1851 Londerzeel le 5 Juillet 1851. Monsieur le Commissaire. Comme nous avons payé par erreur l’argent que vous avez ue l’honneur de nous envoyer par votre lettre du 28 mai dernier, montant à la somme de 50 francs, destignée aux deux personnes qui s’ étaient distinguées à l’occasion du cholera, cette somme au lieu de la payer à ces deux personnes pour qui
287
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
l’argent était destingué, nous avons payé les sieurs Goossens et Moeyersons de cette argent au lieu de leur délivrer leurs mandats pour aller toucher le montant chez le Bureau des Contibutions. La somme envoyée ’s élevait à 50 francs et les deux mandats s’ élevaient également à cette somme. Nous vous prions Monsieur de nous retourner les deux mandats pour pouvoir en toucher les mandats chez le receveur des contributions afin de pouvoir remettre les fonds aux interessés. UC - 5/7/1851 (Kort) Wij erkennen de gemeente Londerzeel als bijstandswoonst van Bernard Van Ingelgem. UC - 5/7/1851 (Kort) Verzonden: proces verbaal van de controle van de gemeentekas. PV - (14) Op heden den 8 July 1851 om 10 ueren voor middag. Voor ons Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Joannes Baptista Van Crombruggen, oud 46 jaeren, winkelier woonende te Londerzeel, den welken ons heeft aengeklaegd dat er op 24 Juny laetst bij hem gekomen is Barbara Wijns, echtgenoot van Antonius Moerenhout, landbouwers woonende te Wolverthem gehucht Patatestraet, de welke twee mael achter een met eenen valschen bon, de eerste van twee francs en de tweede van eenen franc 50 centiemen om winkelwaer te haelen en zeide dat haren man aen de gemeentestraet werkte en dat Mr. Eyckman, gemeenteontvanger van Wolverthem, haer deze twee bons gegeven had. Waervan proces verbael te Londerzeel dato als boven en heeft de aenklager na voorlezing benevens ons onderteekend. UC - 9/7/1851 (Vertaald) Mijnheer de voorzitter. Tijdens de laatste samenkomst van het directiecomité ter bewaking van de weg van grote gemeenschap van Merchtem naar Mechelen, werd besloten om de 1633 meters die in onze gemeente nog moeten verhard worden in één keer en onmiddellijk af te werken. Met betrekking tot de onmogelijkheid van de gemeente om alleen in te staan voor de onkosten die uit deze werken voortvloeien, zou het comité een bijzonder staatsen provinciale subsidie aanvragen. Het is in uitvoering van deze beslissing dat wij de eer hebben om ... (onvertaalbaar). Het is onnodig, mijnheer de voorzitter om de talrijke voordelen op te sommen die de gelijktijdige afwerking van het nog te realiseren deel van de verharding (vanaf het begin van de weg in Merchtem tot aan de rand van Londerzeel) met zich mee zou brengen. Het comité heeft immers voldoende kennis van de plaatselijke situatie en we twijfelen er niet aan dat het alles in het werk zal stellen om er voor te zorgen dat zowel de staat als de provincie met grote subsidies in de kosten zullen delen. UC - 9/7/1851 (Kort) De afwerking van de weg van groot verkeer Merchtem-Mechelen en uitoefening van bareelrecht is voorzien tegen 12 augustis 1851. GR - N° 21 Zitting van 9 July 1851 Tegenwoordig de heeren Verheyden, voorzitter, C. Leys, pastoor, A. Van Assche, J.F. Van Ruysevelt en G. Verheyden, leden. (Kort) Rekening Bureel van Weldadigheid 1850 wordt goedgekeurd als volgt: - Ontvangsten 3.552,37 - Uitgaven 3.401,54 Overschot 150,83 Tevens goedgekeurd door de gemeenteraad, zelfde dag. GR - N° 22
288
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Séance du 9 Juillet 1851 (Vertaald) Tegenwoordig de heren Verheyden, burgemeester, Van Assche en Van Ruysevelt, schepenen, Verbesselt, Verhofstadt, Van Doorslaer, Hermans, A. Goossens, J. Goossens, Verheyden, leden, en J.J. De Cat, secretaris. Gezien de omzendbrief in M.A. 58 van 1851. Herzien de deliberatie van 30 juni 1846 waarin voor de jaren 1851 tot 1856 de middelen werden gestemd voor de kasseiding van de buurtweg van grote gemeenschap van Merchtem naar Mechelen, te weten: 1. 8 opcentiemen op grondbelasting 1851-1856. 2. 8 opcentiemen op personenbelasting 1851-1856. 3. Jaarlijkse opbrengst van de hondentaks 1851-1856. 4. Een jaarlijks deel van de provinciale subsidie van 40.000 fr. Hetgeen voor 1851 een opbrengst betekent van 1. 1213,39 2. 431,56 3. 249,29 4. 24,49 samen 1918,73 Karakteristieken van de weg en van de werken: Nummer van de weg op de Ferraris kaart: 1 Gemeente die subsidie vraagt: Londerzeel Aanduiding van de te verbeteren weg: Weg grote gemeenschap Merchtem-Mechelen. Door de weg doorsneden gemeenten Merchtem, Steenhuffel, Londerzeel, Ramsdonk, Kapelle-op-den-Bos, Leest en Hombeek. Lengte op het grondgebied van Londerzeel 5022 m. Reeds gekasseid gedeelte 3389 m Reeds verhard gedeelte 0 Reeds van zand voorzien gedeelte 0 Bestaande kunstwerken 1 brug Toestand van onderhoud goed. Wie betaalde het al uitgevoerde werk Gemeente: 25.582,31 – Staat: 4.051,18 – Provincie: 3.068,19 – Samen: 32.701,68 Periode van uitvoering der werken 1841 tot 1850 Nog te kasseiën 1633 m Geraamde kosten van het resterend werk 14.795,97 fr. Uit te voeren kasseiwerken in 1851 lengte 544,33 m; oppervlakte 1360 m² Kunstwerken (te maken in 1851) geen Geraamde kost werk 1851 4931,99 Gemeentefondsen 1851 1918,73 Gegarandeerde vrijwillige inschrijvingen 0 Gegarandeerde prestaties in natura 0 Provinciefonds 1506,63 Staatsfonds 1506,63 Verklaring tot weg van grote gemeenschap door de bestendige deputatie op 27 maart 1847. Opmerkingen: de bijdrage van de gemeente wordt verkregen door opcentiemen op de gronden personenbelasting, samen goed voor 1644,05 fr., door provinciale subsidie ten belope van 24,49 fr; en door het gemeentelijk deel van de opbrengst van de hondenbelasting, zijnde 249,49 fr. GR - N° 24 Séance du 9 Juillet 1851
289
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
(Vertaald) Tegenwoordig de heren Verheyden, burgemeester, Van Assche en Van Ruysevelt, schepenen, A. Goossens, Verbesselt, Verhofstadt, Verheyden, Van Doorslaer, P.J. Goossens, Hermans, leden, en J.J. De Cat, secretaris. Buitengewone zitting om te beraadslagen over het voorstel van de directie- en bewakingscommissie van de weg van grote gemeenschap van Merchtem naar Mechelen, die tijdens de zitting van 8 mei vroeg om het resterende deel in Londerzeel nog voor 12 augustus te kasseiden, zodat er geen enkele onderbreking meer is en onmiddellijk tolgeld kan worden geheven. Overwegende dat het inrichten van een tolrecht een groot voordeel meebrengt voor de gemeente en dat de opbrengst ervan genoeg is voor het onderhoud, dat nu volledig ten laste valt van de gemeente, die amper genoeg middelen heeft om in de meest dringende behoeften te voorzien. Om deze redenen besluit de gemeenteraad om de heer Kuyl, aannemer uit Vilvoorde, te vragen om voor 12 augustus eerstkomend de resterende 1633 meters kasseiding te voltooien tegen de prijs van 13.162,97 fr.(exclusief grondwerken en levering van zand), te betalen binnen de drie jaar zonder interest. Aan de hogere overheid zal worden gevraagd om vanaf 12 augustus een tol te mogen heffen over de hele lengte van de weg in onze gemeente. UC - 11/7/1851 (Kort) Verzonden: de rekeningen van het weldadigheidsbureel. UC - 15/7/1851 (Kort) Verzonden: de gemeenterekening in drievoud. GR - N° 23 Zitting van 15 July 1851 (Kort) Goedkeuring rekeningen 1850. Gemeente: - Ontvangsten 9304,04 - Uitgaven 9259,44 Batig saldo Buurtwegen: - Ontvangsten en uitgaven 1209,50 Beken en waterlopen - Ontvangsten en uitgaven 99,87
44,80
GR - N° 25 Zitting van den 9 Augustus 1851 Tegenwoordig de heeren Verheyden, burgemeester, Van Assche en Van Ruysevelt, schepenen, A. Goossens, J. Goossens, G. Verheyden, Verhofstadt, Van Doorslaer, Verbesselt, Hermans, leden, en J.J. De Cat, secretaris. (Kort) Kosteloos onderwijs schooljaar 1851-1852 In school van B. Kerremans: 188 jongens, vergoeding 978 fr. (waarvan 12 fr. betaald door bureel van weldadigheid). In school der ursulinen bestuurd door juffrouw Simon: 122 meisjes, vergoeding 135 fr. (= gelijk aan de door de staat toegestane toelage). GR - N° 27 Openbare zitting van den 8 September 1851 Tegenwoordig de heeren Verheyden, burgemeester, Van Assche en Van Ruysevelt, schepenen, Verheyden, Verbesselt, Verhofstadt, A. Goossens, J. Goossens, Van Doorslaer, Hermans, leden, en J.J. De Cat, secretaris. (Kort) Bespreking begroting 1852. - Algemeen geheel der ontvangsten 6.587,81 - Algemeen geheel der uitgaven 6.538,65 Batig slot 49,16
290
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Lager onderwijs: Ontvangsten en uitgaven 1.375,00 Wegen: - Ontvangsten 6.991,09 - Uitgaven 6.966,09 Batig slot 25,00 Totaal Batig slot 74,16 Aanmerkingen Gewone ontvangsten: 8. Verpachting der jacht: 14 fr. 9. Verpachting standplaatsen op de markt: 40 fr. 10. Verhuring van straatmodder: 15 fr. 13. Verhuring van put en gemak der gemeenteschool: 80 fr. Buitengewone uitgaven. 1. Herstelling gemeentehuis: 431,71 fr. 2. Plaatsing van een pomp in het centrum der gemeente: overwegende dat er sedert menigvuldige jaren in het midden dezer gemeente, ten gebruike van een groot gedeelte inwooners, een bronput aenwezig is, dewelke ongedekt is, en waerin ’t zij door kinderen, ’t zij door andere persoonen dikwijls vuyligheyd geworpen wordt, heeft geoedgevonden van op den zelven eene pomp te plaetsen en ter bekostiging van deze de somme van 250 franks op de begrooting te brengen. 3. Kosten voor vieren publieke feesten: overwegende dat er in deze gemeente bij magtiging van de hoogere overheid eene jaermarkt is ingerigt, heeft noodig gevonden de somme van 200 franks ter begrooting te brengen, zoo voor de aenkoop van prijzen als voor andere bijvallende onkosten. 4. Gratificatiën van de veldwachters: overwegende dat er in deze gemeente welke van zoo eene uitgestrektheid is, slechts 2 veldwachters zijn om den dienst derzelve te verrigten en dat de som van 300 frs. voor elk van hen ongenoegzaem is voor hun bestaen, heeft goedgevonden voor beide een gratificatie van 200 frs. op de begrooting te brengen. 5. Aankoop schoolmeubelen: de school genoegzaem voorzien zijnde... 0 fr. 6. Aankoop balanciers: 100 fr. voor 2 weegschalen en gewichten. 7. De opmaking van een plan der gemeentegoederen, onontbeerlijk zijnde ter oorzake dat er eenige parceeltjes verdonkerd zijn, heeft goedgevonden de somme van 10 franks voor dit voorwerp te bestemmen. Gewone uitgaven. 14. Bureelkosten: worden 150 in plaats van 130 fr. 19. Onderhoud gemeentehuis en meubelen: van 50 naar 100 fr. verhoogd. 32. Ondrhoud van vondelingen en verlaten kinderen: verhoogd van 200 naar 300 fr. 33. Onderhoud van Krankzinnigen te Geel: overwegende dat een krankzinnige te Gheel geplaetst overleden is, heeft het beloop der kosten van 509,60 fr. tot degene van 253,40 fr. verminderd. Begrooting der buurtwegen, ontvangsten: 4 en 5. Opbrengst van 11 buitengewoone opcentiemen op de grond- en persoonele belastingen. De taed in aenmerking nemende dat de somme spruitende uit de stemming van 8 opcentiemen op de grond- en persoonele belastingen ontoereikend zal zijn om de gedeeltelijke bekostiging van den aennemingsprijs der volmaekte kasseiding van den weg van groote gemeenschap van Merchtem naer Mechelen gezamentlijk met de daertoe te verleenen subsidieën van de Provincie en van den Staet te kunnen dekken, heeft goedgevonden voor dit voorwerp 11 centiemen te stemmen. Begrooting der buurtwegen, uitgaven:
291
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
3. De vermeerdering der opcentiemen (11 ipv 8) geeft de vermeerdering der opbrengst van 1669,44 tot 1979,29 fr. GR - N° 26 Séance du 17 Septembre 1851 (Kort) Vastleggen der opcentiemen voor het onderhoud en de verbetering der buurtwegen in 1852. Dezen worden vastgesteld op 2,5 % (verwachte opbrengst 486,04 fr.) PV - (15) Op heden den 20 September 1851 om 10 ueren voor middag. Voor ons J.F. Verheyden, burgemeester der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Franciscus De Boeck, jagtbewaerder van Mevrouw Gravin de Spoelberch, dewelke ons heeft aengeklaegd dat hij op gisteren omtrent zes ueren ’s avonds, zijnde in de herberg genoemd De Statie, gehouden door Josephus De Pauw, herbergier alhier, de genaemde Petrus Van Schel, koopman in vodden, hem zonder eenig voorgaend gesprek heeft verweten dat hij aenklager een dief was en hem heeft beroepen om buiten te gaen vechten, het welke hij geweigerd heeft te doen; dat hij aenklager geen geschil willende, den gezegde Van Schel onmiddellijk daerna eenen stoel om hoog heeft geheven om daermede te slaen maer geene slagen met denzelven heeft toegebragt; dat hij aenklager korts daerna uit de herberg vertrekkende, is achtervolgd geworden door de vermelden Van Schel, dewelke hem aenklager ligte stooten met de hand op de borst heeft toegebragt, zeggende: ik mag dat doen, maer doe aen mij eens iets, en dat hij hem heeft gedregen hem binnen de twee jaeren ofwel met de eerste gelegenheid dood te schieten. Dat in deze zaek aenhoord kunnen worden als getuigen Josephus Wauters, oud 42 jaeren, jagtbewaerder van Mevrouw Gravin de Spoelberch, Franciscus Moens, oud 33 jaeren, ontvanger in de statie van den ijzeren weg en Ludovicus Costermans, oud 28 jaeren, schrijnwerker, alle drij woonende in Londerzeel. Waervan proces verbael te Londerzeel dato als ten hoofde en na voorlezing heeft de aenklager voormeld met ons onderteekend. NC - Van Schel Pierre, koopman in vodden, geboren in Londerzeel, op 20 oktober 1851 door de politierechtbank veroordeeld tot 3 dagen hechtenis en een boete van 30 fr. wegens het openbaar beledigen en van en plegen van licht geweld op Fr. De Boeck. GR - N° 28 Séance du 27 Septembre 1851. (Kort) Jaarlijkse herstemming opcentiemen; Overwegende dat de gemeente met de heer Kuyl, aannemer van openbare werken te Vilvoorde, overeen gekomen is om de overblijvende 1633 m. van de weg van Aalst naar Mechelen te kasseiden tegen de prijs van 13.162,97 fr., te betalen in drie jaar, eerste afbetaling op 30 december 1851, en overwegende dat de gemeente geen andere financieringsmiddelen heeft, zijn 8 opcentiemen onvoldoende, en wordt aan de bestendige deputatie toestemming gevraagd om deze tot 11 te verhogen, en dit voor een termijn van 6 jaar, beginnende op 1 januari 1852 en eindigend op 31 december 1857, hetgeen jaarlijks een bedrag van 1979,29 fr. moet opleveren. UC - 31/7/1851 (Kort) De weg van groot verkeer Merchtem-Mechelen zou op Londerzeels grondgebied volgens de atlas der wegen een lengte van 4848 meter moeten hebben, maar nameting levert een resultaat van 5022 m. op. UC - 31/7/1851 (Kort) Verzonden: het smeekschrift van P.J. Van Schel aan de koning met de opmerking (vertaald): “De genoemde Van Schel, die reeds meerdere malen veroordeeld is, heeft
292
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
de middelen om het bedrag van 211 francs 64 centimes te betalen waartoe hij door de correctionele rechtbank van Brussel veroordeeld werd.” UC - 1/8/1851 (Samengevat en vertaald): P.J. Goossens, onze veldwachter, heeft slechts twee witte pantalons en één klein kostuum ontvangen. Op 29 juli laatstleden kreeg hij twee katoenen broeken voor de dienstjaren 1850 en 1851. Gelieve al uw invloed aan te wenden, mijnheer de commissaris, om de ontbrekende kledingstukken ter bestemming te laten komen. Ze werden door onze gemeente reeds betaald. UC - 12/8/1851 (Kort) Verzonden: 2 registers inschrijvingen voor gratis onderwijs, schooljaar 1851-1852. UC - 13/8/1851 (Vertaald) Onze aanvraag van 29/6/1851 om een jaarlijkse kermis in te richten op maandag 29 september. Met grote voldoening hebben we gelezen dat de oprichting van een jaarlijkse foor door de hogere overheid werd goedgekeurd en alle inwoners hebben dit nieuws met de grootste vreugde en erkentelijkheid onthaald. Het nieuws werd ons echter nog niet officieel overgemaakt en daarom vragen wij u, mijnheer de commissaris, om bij de hogere overheid tussenbeide te komen om dat alsnog te doen. Gelieve ons, aangezien de kermisdagen zeer snel naderbij komen, ons zo snel mogelijk te informeren zodat we het feest kunnen voorbereiden. UC - 13/8/1851 (Kort) Geen onderwijs in de schone kunsten in Londerzeel. UC - 19/8/1851 (Kort) De legimitatie van François Lauwers, geboren in Londerzeel op 27/11/1826 werd in rood potlood in de marge van de geboorteakte bijgeschreven. UC - 26/8/1851 (Kort) Verzoekschrift van François Verhoeven en Henri Van Muylder (landbouwers in Londerzeel) aan de gouverneur. Noteer dat beiden vanwege hun goed gedrag en omwille van de schade die ze hebben geleden verdienen om het derde deel van de fondsen te ontvangen. UC - 26/8/1851 (Kort) Betreft het verzoekschrift Henri Van Muylder. Noteer dat: 1° Deze man 48 jaar is, zijn vrouw is er 47. 2° Hij heeft 3 kinderen. 3° Hij bezit een huis met schuur en tuin, samen 5a90 groot, met een kadastraal inkomen van 22,18 fr. 4° Hij huurt 49a16 land. 5° Huis en schuur werden herbouwd. Dit brengt de aanvrager in de miserie als hij door de regering niet wordt geholpen. UC - 2/9/1851 (Kort) Verzoekschrift aan de koning van François Willems, klompenmaker, voor kwijtschelding van boete van 100 fr. (veroordeling voor jachtmisdrijf door corr. rechtbank Brussel 30/4/1851). 1° De man is 38 jaar oud. 2° Hij bewerkt haast geen grond; ieder jaar huurt hij een paar roeden om er (aard)appelen voor eigen gebruik op te planten. 3° Hij bezit geen onroerend goed; zijn huisgerief heeft geen waarde. 4° Zijn gedrag is zeer goed. Tot op de bewuste dag was er geen aanklacht tegen hem. 5° Hij kan zijn 5 kleine kinderen slechts met veel moeite onderhouden. UC - 18/9/1851 (Vertaald) Monsieur le juge. Onze veldwachter is naar herbergier Michel Siebens in Liezele (de Wolf) geweest maar heeft niet kunnen vaststellen of Verhasselt daar een rek klimbonen heeft uitgetrokken. Bij Joseph Verbeeck in Breendonk (slechts een paar minuten daar vandaan) werden daarentegen wel bonen uitgetrokken maar de eigenaar heeft niet gezien wie de dader was. François Buyens heeft Verhasselt niet gezien.
293
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - 22/9/1851 (Kort) Betreft PV van 4/8/1851 ten laste van Pierre Van Schel en Jacques Blommaerts. De echte voornaam van Blommaerts is niet Jacques maar Henri. PV - (16) Op heden tweeden der maend october 1851 ten zeven ueren ’s morgens. Voor ons Joannes Josephus Van Ruysevelt, schepen der gemeente van Londerzeel, is gekomen Pieter Antoon Huysmans, oud 42 jaeren, landbouwer woonende te Wolverthem ten gehuchte Boschkant, dewelke ons heeft aengeklaegd dat er in den nacht tusschen gisteren en heden omtrent 1 are 88 ca aerdappelen ten zijnen nadeele overtrapt zijn geweest en omtrent de hoeveelheid van meer dan een Zister aerdappelen door onbekenden weggenomen was, maer dat hem aengaende dit feit verhaeld is door Engelbertus Adriaens, oud 45 jaeren, boschwachter woonende in Leefdaelbosch onder Wolverthem, dat deze, doende zijne gewoonlijke ronde in den gemelden Bosch, aldaer bevonden heeft liggende een gedeelte aerdappelen zonder te weten aen wie dezelve toebehoorden; dat hij aenklager op dit verhael zich begeven heeft op zijn land en aldaer heeft bevonden dat er meer dan een zister aerdappelen diefelijk weggenomen waren en dat hij naer veel onderzoek te hebben gedaen vernomen heeft dat Jacobus en Josephus Van Laer, vader en zoon, beide daglooners, woonende te Londerzeel ten gehuchte den Eeckhout, uit den voorzeiden bosch gegaen waren, ieder dragende een zak en dat hij zich voor ons heeft begeven ten einde ons kennis te geven over die zaek, vergezeld zijnde door Engelbertus Adriaens en Franciscus Van Hoeck, oud 42 jaeren, landbouwer, woonende ten gehuchte Boschkant onder Wolverthem. Achtervolgens de vorenstaende verklaring hebben wij schepen, vergezeld door gemelde persoonen, ons begeven in de woonst van Jacobus en Josephus Van Laer alwaer wij gevonden hebben een gedeelte aerdappelen dewelke hij aenklager erkend heeft degene te wezen in den voorzeiden nacht ten zijnen nadeele op zijn stuk land gestolen zijn geweest. Dat in deze zaek aenhoord kunnen worden als getuigen 1° Engelbertus Adriaens, 2° Franciscus Van Hoeck, woonende in den Boschkant onder Wolverthem, 3° Carolus Slachmuylders, oud 30 jaeren, landbouwer, 4° Carolina Meersmans, oud 31 jaeren, echtgenoot van Joseph Kerremans, 5° Franciscus Van Assche, oud 25 jaeren, werkman, de drij laetste woonende te Londerzeel, dewelke hebben gezien dat Jacobus en Josephus Van Laer dragers waren van een zak. Waervan proces verbael te Londerzeel dato als ten hoofde. NC - Van Laer Jacques, 51 jaar, werkman, geboren in Londerzeel (Eekhout), op 10 november 1851 de de politierechtbank veroordeeld tot 5 dagen hechtenis wegens diefstal van aardappelen op het veld van Huysmans te Wolvertem. Van Laer Joseph, 27 jaar, werkman, geboren in Londerzeel (Eekhout), op 10 november 1851 de de politierechtbank veroordeeld tot 5 dagen hechtenis wegens diefstal van aardappelen op het veld van Huysmans te Wolvertem. UC - 4/10/1851 (Kort) Verzonden, PV controle gemeentekas. UC - 4/10/1851 (Kort) Budget voor verbetering der buurtwegen bedroeg in 1850 1181,88 fr. NC - Van Riedt Pierre, koopman in gevogelte, 51 jaar, geboren in Londerzeel, op 7 oktober 1851 door de correctionele rechtbank van Brussel veroordeeld tot een boete van 25 fr. omdat hij op 15 augustus 1851 in Wolvertem betrapt was bij het vervoer van wild in een seizoen waarin dat verboden was.
294
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - 7/10/1851 (Kort) Als leden van de commissie ter controle van de aangiften der personenbelasting stelden wij aan de heren Van Assche Joseph en Goossens Antoine, leden van de plaatselijke administratie. UC - 7/10/1851 (Kort) Betreft verzoekschrift van Weduwe de Boeck aan minister van binnenlandse zaken. 1° Moraliteit en gedrag van moeder en aspirant zijn onberispelijk. 2° De aspirant werd ingeënt. 3° Aspirant noch moeder bezitten enig fortuin. Een beurs voor het volgen van de Normaalschool zou zeer welkom zijn. UC - 13/10/1851 (Kort) Verzonden: begroting 1852. UC - 17/10/1851 (Kort) Verzonden: documenten met betrekking tot de gedeeltelijke vernieuwing der gemeenteraad. UC - Londerzeel den 25 October 1851. Herstellingswerken der bruggen. Mijnheer de gouverneur. Wij hebben de eer aen Ued te doen kennen dat de brug welke gerepareerd is geweest in 1849 door de provincie in het centrum dezer gemeente onder den provincialen weg van Wolverthem naer Temsche, tusschen de palen PV - N° 16 en 17, drijgt teenemael in te vallen en dat in haer buitenste deelen reeds twee gaten gevallen zijn. Deze brug was lang zes meters en blijft slechts de lengte van 4 ½ meters behouden, zoodanig dat de circulatie van paerden en rijtuigen dewelke over deze brug plaets moeten hebben door haren slechten staet gedeeltelijk belet wordt. Herstellingswerken van dien aerd zijn over twee maenden aen dezelfde brug gedaen geweest maer deze zijn weer tot slechten staet hervallen. Om dan ongelukken te vermijden welke aen menschen en beesten zouden kunnen overkomen, dewelke die circulatie over die brug niet kunnen misschen, hebben wij de eer Mijnheer de Gouverneur Ued te smeeken de noodige herstellingswerken daeraen het spoedigste mogelijk te willen gelieven. Het zoude aen de leden van het Gemeentebestuer te wijten zijn, in geval er onheilen voorkwamen, indien deze zich in tijds aen de hoogere overheid van zulken zaken geene onderrigting gaven. Ontvang Mijnheer de Gouverneur de verzekering van onze hoogachting. Op bevel, de secretaris – De Burgemester en Schepenen, Jva. UC - 25/10/1851 (Kort) Verzonden: lijst inschrijvingen ten voordele van de in vrijheid gestelde gevangenen van het kanton. Gelieve ons de 30 fr. te bezorgen voor Louis Larnou, een losgelaten gevangene, die in de miserie zit. UC - 25/10/1851 (Kort) Aan de Procureur des Konings. François Willems, klompenmaker, op 30/4 door de rechtbank van 1ste aanleg veroordeeld tot een boete van 100 fr. of 1 maand gevangenis (wegens jachtmisdrijf) en die van u de lijfstraf moet ondergaan, heeft aan de Koning gratie gevraagd. Gelieve hem, in afwachting van antwoord, 6 weken uitstel te verlenen. UC - 25/10/1851 (Kort) Het huis van Jacques Sleebus werd gebouwd op grond van het weldadigheidsbureel van de gemeente Breendonk. Op 26/7/1849 was de waarde van het gebouw ongeveer 300 fr. PV - (17) Op heden den 27 October 1851 om .... ueren ..... middag. Voor ons Josephus Franciscus Van Ruysevelt, schepen der gemeente Londerzeel, is gekomen Jacobus Boets, oud 20 jaeren, dienstbode bij de kinderen De Boeck, landbouwers alhier ten gehuchte Sneppelaer, dewelke ons heeft aengeklaegd dat hij op gisteren Zondag, zijnde in de herberg genaemd de Ster, gehouden door Joannes Van Stappen, herbergier ook te Sneppelaer, alwaer eene verkenshesp te winnen was
295
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
met de teerlingen en dat Guillelmus De Boeck, zijn meester, zijnen naem aldaer had doen opschrijven om naer de hesp mede te dingen. Dat deze De Boeck, naer zijn huis gegaen zijnde aen de genaemde Joanna Bogaerts heeft gevraegd om in zijn plaets te werpen als zijn beurt aenkwam, maer dat de genaemde Bogaerts aen hem heeft doen bemerken dat zij zoo laet niet bleef en heeft aen hem aenklager gezeid dat zijn meester vertrokken was en ook één van de laetste spelers zijnde hij, aenklager, in de plaets van deszelfs meester moest werpen, hetgene door hem toegestaen was; dat de oproeper gekomen zijnde aen den naem van Guillelmus De Boeck hij aenklager is geroepen om met de teerlingen te werpen, maer dat als wanneer hij aen de tafel kwam Jan Baptist Cleymans uit de orders van Livinus Van Stappen reeds 10 had geworpen, maer dat hij, aenklager, Boets, daerover niet te vreden zijnde, de bus met teerlingen vast greep, het nummer zeventien, zijnde de hoogste van allen geweest, heeft geworpen en gevolgentlijk de hesp heeft gewonnen, maer dat de waerd Joannes Van Stappen dezelve in plaets van aen hem, aen Joannes Van Doorslaer ten onrechte heeft gegeven die naest hem de meeste punten had bekomen. Dat in deze zaek kunnen aenhoord worden als getuigen Henricus Verhasselt, oud 24 jaeren, Petrus Joannes Van Aken, oud 26 jaeren, en Lucia Willocx, oud 18 jaeren, alle landbouwers woonende in deze gemeente. Waervan proces verbael te Londerzeel, dag, maend en jaer als ten hoofde en heeft de aenklager Jacobus Boets voormeld benevens ons onderteekend. NC - Van Stappen Jean, 64 jaar, herbergier, op 17 november 1851 door de politierechtbank veroordeeld tot een boete van 6 frank wegens het inrichten of toelaten van kansspelen in zijn herberg (op 26 oktober 1851). PV - (18) Op heden den 29 october 1851 om 9 ueren voor middag, voor ons Josephus Franciscus Van Ruysevelt, schepen der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Carolus Callaert, oud 35 jaeren, werkman woonende alhier ten gehuchte heide, de welke ons heeft aengeklaegd dat op gisteren om twee ueren na middag, Josephus Van Roy, oud 38 jaeren, werkman woonende op het zelfde gehucht heide, in zijne woonst al vloekende is gekomen en hem aenklager bij het lijf heeft vastgegrepen, door hem aenklager buiten de deur is gedreven. Na dat de aenklager buiten was gestooten is hij weêr binnen gekomen al vloekende waerop Theresia Lauwers, echtgenote van den aenklager, heeft gezeid: Van Roy, komt als gij nuchter zijt. Dat Josephus Van Roy aen haer heeft gezeid dat hij haer zal gerust laten maer dat de aenklager (haer echtgenoot) hem van zijn handen moest wagten, en voor de derde mael in de woonst van hem, aenklager, is getreden en zich heeft begeven al vloekende en al tierende in de plaets waer deszelfs moeder doodelijk ziek te bedde lag. Dat in deze zaek kunnen aenhoord worden als getuigen Coleta De Smedt, arbeidster woonende te Londerzeel, en Jan Baptist De Borger, dienstbode woonende te Calfort. Waervan proces verbael te Londerzeel dag, maend en jaer als ten hoofde en heeft de aenklager na voorlezing verklaerd niet te kunnen schrijven. NC - Van Roy Joseph, 35 jaar, werkman, geboren in Meise, op 10 november 1851 doorde politierechtbank veroordeeld tot 3 dagen hechtenis wegens geweldpleging en slagen in het huis van Charles Callaerts. UC - 30/10/1851 (Kort) Wellicht is Van Laer de dief van de aardappelen, verdwenen bij Pierre Antoine Hytsmans. PV - (19) Op heden 4den November 1851 om negen ueren voor middag. Voor ons Joannes Franciscus Verheyden, burgemeester der gemeente van Londerzeel, zijn gecompareerd 1° Josephus Van der Plas, wiens herberg van uithangbord den naem voert van Rotterdam, 2° Petrus Van
296
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Ingelgem, herbergier in Koningshof, 3° Anna Catharina Maervoet, echtgenote van Joannes Huybrechts, waerd in de herberg dragende voor uithangbord Den Schoenmaeker, 4° Petrus Robberechts, herbergier in de Linde, alle woonende in de gemeente, de twee eerste in het dorp, de derde en vierde buiten het dorp, dewelke ons hebben aengeklaegd dat in den nacht tusschen gisteren en heden de uithangborden van hunne woonsten door manspersoonen afgedaen en moedwilliglijk aen stukken geslagen zijn geweest. Dat gemelde Catharina Maervoet, echtgenote van voorzegden Huybrechts, ons verklaert dat omtrent een ure van de voorleden nacht Franciscus Fierendonck op haer geroepen heeft, zoo hij aen haer heeft verklaerd in de Herberg gehouden door Carolus Goossens, en dat Josephus Vergaelen haer drijmael had gevraegd van hem met zijne medegezellen binnen te laten, dat zij van hem een schoon gelach zoude ontvangen hebben, maer aengezien zij dit weigerde hebben zij het uithangbord van den muer van haer huis afgetrokken en aen stukken geslagen. Dat na dat zulks gedaen was de gemelde Fierendonck en Vergaelen met hunne medegezellen, aen haer onbekend, de vlucht hebben genomen. Windelina Scheers, herbergierster, echtgenote van Van Ingelgem, heeft ons verklaerd gekend te hebben in den nacht van den 3 à 4 November Carolus De Boeck en Josephus Van Muylder degene te wezen dewelke haer uithangbord hebben afgebroken en in stukken geslagen. Waervan proces verbael te Londerzeel dag, maend en jaer als ten hoofde. NC - Fierendonck François, 37 jaar, landbouwer, geboren in Londerzeel, op 27 november 1851 door de politierechtbank veroordeeld tot een boete van 11 frank wegens nachtlawaai, verstoring van de nachtrust en het toebrengen van schade aan diverse onroerdende goederen. De Boeck François, 36 jaar, privé-bewaker, geboren in Londerzeel, op 27 november 1851 door de politierechtbank veroordeeld tot een boete van 11 frank wegens nachtlawaai, verstoring van de nachtrust en het toebrengen van schade aan diverse onroerdende goederen. Van Muylder Joseph, 31 jaar, zoon van François, geboren in Londerzeel, op 27 november 1851 door de politierechtbank veroordeeld tot een boete van 11 frank wegens nachtlawaai, verstoring van de nachtrust en het toebrengen van schade aan diverse onroerdende goederen. Vergaelen Joseph, 30 jaar, werkman, geboren in Londerzeel, op 27 november 1851 door de politierechtbank veroordeeld tot een boete van 11 frank wegens nachtlawaai, verstoring van de nachtrust en het toebrengen van schade aan diverse onroerdende goederen. Broothaers Pierre, 32 jaar, landbouwer, geboren in Londerzeel, op 27 november 1851 door de politierechtbank veroordeeld tot een boete van 11 frank wegens nachtlawaai, verstoring van de nachtrust en het toebrengen van schade aan diverse onroerdende goederen. Broothaers Antoine, 35 jaar, kleermaker, geboren in Londerzeel, op 27 november 1851 door de politierechtbank veroordeeld tot een boete van 11 frank wegens nachtlawaai, verstoring van de nachtrust en het toebrengen van schade aan diverse onroerdende goederen. De Decker Jean Baptiste, 22 jaar, knecht, zoon van Antoine, geboren in Londerzeel, op 27 november 1851 door de politierechtbank veroordeeld tot een boete van 11 frank wegens nachtlawaai, verstoring van de nachtrust en het toebrengen van schade aan diverse onroerdende goederen. UC - 8/11/1851 (Kort) Segers François, milicien van Londerzeel van de klas 1846, is niet overleden in Coerghem (?) maar verblijft momenteel bij de zijnen. UC - 8/11/1851 (Kort) Aanvraag van Francois Benoit De Bruyn om toegelaten te worden aan de Normaalschool van Lier. Zijn gedrag is onberispelijk, hij is katholiek, zijn ouders kunnen zijn studies niet bekostigen.
297
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - 8/11/1851 (Kort) Verzonden: lijst gepatenteerden 1851. UC - 8/11/1851 te tekenen.
(Kort) Verzonden: namen van de bevoegden om militiecertificaten 1852
UC - 10/11/1851 (Kort) Verzonden: PV van verkiezing gemeenteraadsleden. UC - Londerzeel le 19 Novembre 1851 – Monsieur le commissaire. Nous avons l’honneur de vous informer que nous avons à déplorer la mort de sieur Jean François Verheyden, bourgmestre de cette commune, qui est décédé subitement le 18 de ce mois vers 9 heures du soir. Recevez Monsieur le Commissaire l’assurance de notre haute considération distinguée. Par ordonnance, le secrétaire – Le collège echevinal, Jva. GEBOERS - 18/11/1851 Den 18e november om 8 u. 's avonds is in mijne tegenwoordigheid aan tafel schielijk gestorven Jan Francis Verheyden, borgemeester van Londerzeel sedert 31 jaeren. Zijn pachthof verlaten hebbende was hij in het dorp komen wonen, gaf zijnen wilkom en stierf aen tafel te midden zijner vrienden. UC - Londerzeel le 19 Novembre 1851 – Monsieur le Procureur du Roi – Nous avons l’honneur de vous informer que nous avons à déplorer la mort de sieur Jean François Verheyden, bourgmestre de cette commune, qui est décédé subitement le 18 de ce mois vers 9 heures du soir. Nous avons nommé le sieur Joseph Van Assche comme officier de l’état civil en remplacement du dit sieur Verheyden. (idem aan de vrederechter) UC - Londerzeel 20 November 1851 – (Vertaald) Mijnheer de burgemeester. Ik heb de eer u over te maken: 1° Een livret, 2° Een cartouche, 3° Een uitnodiging van de Kolonel, toebehorende aan milicien De Camps Jean Baptiste Hubert, die in het bezit was van een zekere Wuyts die in onze gemeente gearresteerd werd en die beweerde deze documenten gevonden te hebben in het station van Mechelen. Aangezien de genoemde De Camps, die in dienst is als vervanger van Magasteaux Const. Jh (lichting 1843, gemeente Lombret, 30ste kanton, nr. 2 van de loting) in uw gemeente geboren is, twijfel ik er niet aan dat deze ook de verblijfplaats is. Gelieve, Mijnheer, deze stukken aan de geïnteresseerde af te leveren en mij ontvangst te bevestigen. UC - 20/11/1851 (Samengevat en vertaald). In zitting van 8/10/1851 heeft de bestendige deputatie een subsidie toegestaan van 482 frank en een andere van 402 frank. Gelieve snel de betreffende mandaten te sturen zodat onze gemeente een deel van de schulden kan betalen die ze heeft aangegaan voor de aanleg van de weg van groot verkeer (Merchtem-Mechelen). UC - 22/11/1851 (Kort) Jean Baptist Joly werd niet in Londerzeel geboren en heeft er nooit gewoond; hij heeft hier dus geen recht op openbare onderstand. UC - 24/11/1851 (Kort) Jean Van den Brande, kleermakersgast, heeft op 15/11/1851 verandering van domicilie naar Brussel aangevraagd. Die werd reeds op 10/2/1846 in Londerzeel afgeleverd en sedertdien was hij hier niet meer ingeschreven in de bevolkingsregisters. UC - Londerzeel le 24 Novembre 1851 – Naturalisation ordinaire - Monsieur l’administrateur. Satisfaisant à votre lettre missive en date du 19 de ce mois N° 24326. Nous avons l’honneur de vous faire connaître que le sieur Oomen, docteur en médicine demeurant en cette commune
298
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
depuis 1837 a bravé les dangers lors de l’invasion en cette commune du choléra asiatique et de la dyssenterie, qu’il ne se mèle point des affaires politiques ou administratives, il se borne seulement à l’ art de sa profession qu’il exerce avec désintéressement pour tous ceux qui en ont besoin, qu’aucune plainte à sa charge n’a jamais été faite à l’administration communal et qu’il a obtenu tant par les motifs qui président que par sa probité l’estime de tous les habitants de cette comune. UC - 24/11/1851 (Samengevat en vertaald) Van Laer Joseph, milicien van de lichting 1844, werd ingedeeld bij het regiment Curassiers toen hij zich in de gevangenis van Vilvoorde bevond. Nadat hij zijn straf had uitgezeten werd hij voor een termijn van 10 jaar onder toezicht van de politie geplaatst. Sedert hij op 15 februari 1851 in vrijheid gesteld werd heeft hij opnieuw een gevangenisstraf van 5 dagen opgelopen, dit voor diefstal en moeskopperij van aardappelen. Zijn gedrag is dus zeer slecht en momenteel bevindt hij zich thuis. GR - N° 29 Séance du 24 Novembre 1851 (Vertaald) tegenwoordig de heren J. F. Verheyden, burgemeester, J. Van Assche, J.F. Van Ruysevelt, schepenen, A. Goossens, J.F. Verbesselt, G. Verheyden, J. Goossens, Ch. Van Doorslaer, J. Hermans, J.F. Verhofstadt, leden, en J.J. De Cat, secretaris. De gemeenteraad van Londerzeel, in buitengewone zitting samengekomen, om te beraadslagen over de wijze van opstellen van de rol der belasting voor het onderhoud en de verbetering der buurtwegen voor het dienstjaar 1852. Overwegende dat de methode die vorig jaar gebruikt werd, ’t is te zeggen de omzetting in geld van prestaties in natura, zeer gelukkige resulaten voor de verbetering der wegen heeft opgeleverd, en het dus van belang is om ze te behouden. Overwegende dat de herstellingswerken in regie moeten uitgevoerd worden omdat een deel van de beschikbare middelen moet gebruikt worden voor de aflossing van de schuld die werd aangegaan bij de onderneming die de kasseiding van de weg van grote gemeenschap van Merchtem naar Mechelen heeft voltooid, en dat de herstelkosten der buurtwegen niet op voorhand gekend zijn aangezien deze afhangen van de strengheid der seizoenen en dat men dus pas daarna zal kunnen bepalen welk bedrag er voor de verbetering der andere wegen overblijft waardoor een publieke aanbesteding der werken (een methode die overigens vele nadelen biedt) praktisch niet mogelijk is . Gezien artikel 18 van de wet van 10 april 1841. Heeft de raad besloten om aan de bestendige deputatie te vragen om prestaties in natura te mogen converteren in geld. UC - 25/11/1851 (Kort) Wij erkennen Londerzeel als bijstandwoonst van het kind dat achtergelaten werd door de overleden Anna Catharina Moens. Gelieve het kind op kosten van onze gemeente onder te brengen in l ‘Etablissement des enfants trouvés et abandonnés in Brussel. UC - 26/11/1851 (Vertaald) Mijnheer de Directeur. Gelieve in vrijheid te stellen: De Donder Jean Jacques, Callaerts Pierre Jean, Callens Marie Josephe en Spinnoie Anne Françoise, allen in het bedelaarsdepot van Terkameren. UC - 26/11/1851 (Kort) Slachmuylders Franciscus is erkend en gewettigd geworden “bij akt van huwelijk voor den heer ambtenaer van den burgerlijke stand der gemeente Bornhem aengegaen den 11 September 1839 tusschen Petrus Smet en Maria Joanna Slachmuylders”.
299
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - 30/11/1851 (Kort) Op dinsdag 2 december zal gecontroleerd worden of de marktkramers een licentie hebben. PV - (22) Op heden den 30 der maend November 1851 om 8 ½ ueren ’s morgens. Voor ons Josephus Franciscus Van Ruysevelt, schepen der gemeente Londerzeel, is verschenen Carolus De Boeck, oud 22 jaeren, weduwe (?!) van J.F. De Boeck, landbouwster in deze gemeente, dewelke ons heeft aengeklaegd dat er op de 9ste November bij hen witte aerdappelen gestolen waren en dat hij vermoedde dat deze diefstal begaen was door hunnen werkman genaemd Franciscus Verspecht, oud dertig jaeren, woonende ook in deze gemeente, en dat hij vernomen had dat hij deze aerdappelen op 9sten dezer maend in den avond omtrent 9 ueren gedragen had bij Josephus Clerbaut, schoenmaker woonende alhier. Na de voorgaende verklaring gehoord te hebben is op ons verzoek onmiddellijk voor ons gekomen de genaemde Adriana Cavache, oud 68 jaeren, besteed door het gemeente bestuer bij Josephus Clerbaut, dewelke wij over dit feit ondervraegd hebben en die ons voor antwoord gegeven heeft dat zulks van hare kennis niet was; doch haer andermael ondervraegd hebbende of in dit huis geene vreemde persoonen kwamen, heeft dezelve ons geantwoord dat er twee uit hare gebueren daer des zondags met de kaert kwamen spelen. Waerop wij ondervraegd of Franciscus Verspecht op den 9sten dezer maend omtrent 9 ueren ’s avonds in de woonst van Josephus Clerbaut geen pak aerdappelen gebracht had, heeft gezeide Adriana Cavache ons eindelijk alle weenende geantwoord: Ja, daerbij voegende dat het een pak goede witte aerdappelen waren. Waervan wij hebben opgesteld het tegenwoordig proces verbael om ten laste van Franciscus Verspecht en van Josephus Clerbaut te worden gehandeld, als naer regte, en heeft Carolus De Boeck na voorlezing benevens ons onderteekend. De voorzeide Adriana Cavache heeft verklaerd niet te kunnen schrijven zijnde ongeleerd. UC - 5/12/1851 (Kort) 470 fr. subsidies van de staat en van de provincie werden aangewend voor de verharding van de weg Merchtem-Mechelen. UC - 5/12/1851 (Kort) Aanvraag militiedokumenten. UC - 5/12/1851 (Kort) – Monsieur le commissaire. Gelieve in vrijheid te stellen: De Donder Jean Jacques, Callaerts Pierre Jean, Callens Marie Josephe en Spinnoie Anne Françoise, allen geplaatst in uw bedelaarsdepot van Terkameren. Deze personen zijn gezond en sterk genoeg om landarbeid te verrichten. Het is dus niet plezierig dat de gemeente deze enorme kosten moet dragen. PV - (20) Op heden den 7sten December1851, het kwartier na een uur. Ik ondergeteekenden Joannes De Bondt, oud 49 jaeren, woonende te Breendonck, provincie Antwerpen, beëedigde jagtbewaerder aengesteld door den heer Hanssens, burgemeester en grondeigenaer woonende te Vilvoorden, al doende mijne gewoone ronde en mij begevende in de gemeente Londerzeel omtrent een veldbaen in een stuk land bezaeid met breemd, genaemd den bist, in eigendom aen Mr. Helman Ludovicus, grondeigenaer te Brussel, denwelken schriftelijk zijn land heeft aen den heer Hanssens afgestaen om hetzelve te bewaeren en daer op te jaegen, in gebruik door Joannes De Bondt, landbouwer, woonende alhier, heb op het zelve gezien en gekend Petrus Van Schel, oud 38 jaeren, koopman in vodden, woonende alhier, jagende met een jagtgeweer, een afvijzer, heb ik gemelden Petrus Van Schel proces verbael verklaerd over het feit voorzeid omdat hij jaegde zonder voorzien te zijn van een schriftelijke toelating. Dat in deze zaek kan aenhoord worden als getuigen Jacobus Frank, landbouwer, en Franciscus Van Buggenhout, arbeider, woonende hier te Londerzeel.
300
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Het jaer 1851 den 7 der maend December ten 4 ueren naer middag is voor ons Josephus Franciscus Van Ruysevelt, schepen der gemeente Londerzeel, gekomen Joannes De Bondt, beëedigde jagtbewaerder woonende te Breendonck, den welken ons onder eed de waerheid van den inhoud van het bovenstaende proces verbael heeft bevestigd en heeft met ons dezen akt van affirmatie geteekend. PV - (24) Op heden den 11den december 1851 ten 9 ueren voor middag. Voor ons Josephus Franciscus Van Ruysevelt, schepen der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Antonius Van Ingelgem, oud 41 jaeren, landbouwer woonende te Londerzeel gehucht den Eeckhout, den welken ons heeft aengeklaegd dat er op eergisteren om drij en half ueren na middag eenen siamoisen rok die op zijne haeg hing om te droogen, door Ludovicus Van Laer, oud elf jaeren, woonende te Londerzeel, weggenomen is geweest en hebben wij de genaemden Louis Van Laer gevraegd alwaer hij met dezen rok verbleven was, den welken ons heeft voor antwoord gegeven dat hij dezen rok weggenomen heeft en naer zijn huis gedragen en in de handen van zijnen vader Jacobus Van Laer heeft gegeven, den welken den zelven weggelegd heeft. De genaemde Van Laer Louis heeft aen Joannes Baptist Lathouwers, veldwachter alhier, verklaerd dat hij den rok van de haeg weggenomen heeft en naer zijn huis heeft gedragen en dat zijnen vader den zelven heeft aengenomen en weggeleid heeft. Waervan proces verbael datum als ten hoofde en na voorlezing dezer heeft den declarant verklaerd niet te kunnen schrijven zijnde ongeleerd. Den getuigen Jan Baptist Lathouwers heeft benevens ons onderteekend. PV - (23) Heden den 14 December 1851 het quartier voor elf ueren des avonds. Wij Josephus Van Assche, schepen gedelegueerden ambtenaer van politie der gemeente Londerzeel, doende onze gewoonlijke ronde, vergezeld door Petrus Josephus Goossens en Jan Baptist Lathouwers, beide veldwachters alhier, ten einde ons te verzekeren of de herbergen op de ueren van vertrek bepaeld bij artikel zes van het politie reglement dezer gemeente, gesloten waren, en gekomen zijnde bij Josephus De Pauw, herbergier genaemd de Statie van den ijzeren weg alhier, wijk 4, hebben bevonden Carolus Ludovicus Robberechts, oud 28 jaeren, landbouwer, Franciscus Robberechts, oud 40 jaeren, landbouwer, Jacobus Jacobs, oud 46 jaeren, landbouwer, Franciscus Van Doorslaer, oud 30 jaeren, landbouwer, Livinus Van Doorslaer, oud 33 jaeren, landbouwer, alle te Londerzeel woonende, en Petrus Joannes De Wachter, oud 34 jaeren, landbouwer woonende te Malderen, aen welke persoonen wij proces verbael hebben verklaerd, het welke Petrus Josephus Goossens en Jan Baptist Lathouwers na voorlezing benevens ons hebben onderteekend. NC - De Pauw Joseph, herbergier, geboren in Rossem, op 22 december 1851 door de politierechtbank veroordeeld tot een boete van 10 fr. wegens het schenken van drank na het vastgestelde sluitingsuur. Robberechts Charles Louis (landbouwer geboren in Londerzeel), Robberechts François (idem), Jacobs Jacques (idem), op 22 december 1851 door de politierechtbank veroordeeld tot een boete van 10 frank wegens verblijf in een herberg na sluitingstijd. Van Doorslaer François (31 jaar, landbouwer, geboren in Londerzeel), Van Doorslaer Livin (33 jaar, landbouwer, geboren in Londerzeel), De Wachter Pierre Jean (42 jaar, landbouwer, geboren en wonend in Malderen) op 22 december 1851 door de politierechtbank veroordeeld tot een boete van 6 frank wegens verblijf in een herberg na sluitingstijd UC - 18/12/1851 (Kort) Verjaardag van de koning. Er moet een Te deum gezongen worden.
301
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - 19/12/1851 (Kort) Mijnheer de onderzoeksrechter (te Mechelen). Zeer nauwgezet onderzoek zowel ten huize van de verdachten als op onze markt heeft geen waren opgeleverd die in de nacht van 20 op 21 november in Heffen en Leest gestolen werden. UC - 19/12/1851 Monsieur le commissaire. La place de Bourgmestre est devenu vacante par le décès du sieur Verheyden ainsi que celle d’un membre du Bureau de Bienfaisance au remplacement du quel de ce dernier il devrait être pourvu en vertu du mémorial administratif du 21 Novembre 1837 N° 342. Les membres du conseil du bureau de bienfaisance se sont assemblés à l’effet de procéder à la nomination d’un membre en remplacement du dit sieur Verheyden qui était membre sortant du dit Bureau mais prenant en considération que la nomination d’un nouveau Bourgmestre aura lieu bientôt et que celui-ci fait partie de droit du dit bureau nous avons l’honneur de vous prier avec instance, Monsieur le Commissaire, de vouloir bien intercéder auprès de l’autorité supérieure pour que celle-ci daigne bien vouloir nous autoriser à remettre la nomination d’un membre du bureau de bienfaisance jusqu’à celle d’un nouveau Bourgmestre. PV - (25) Het jaer 1851 den 21 December rond drij en half ueren naer middag. Ik ondergeteekende Joannes Josephus Wauters, beëedigde jagtbewaerder, woonende te Londerzeel, voor de gravin de Spoelberch, woonende te Brussel, beëedigd voor Londerzeel en Wolverhem, etc, heb ik gewagt om Antoon Verbelen die veel gebruik maekt van jagt strooperij, heb hem zien van heen gaen en zijnen zoon achtervolgende heel spoedig. Omtrent 200 meters van zijn huis is hij op de velderen beginnen te jaegen op ’t land van Joannes Baptist Plaskie, smid te Londerzeel en op ’t land van Dominicus de Wit heb ik hem zien schieten, is hij naer huis toe gekomen en zijnen zoon is naer de plaets gegaen waer hij geschooten heeft en verwijderd achter een huis ter plaetse genaemd Westrhode onder Wolverthem bij Londerzeel, welke landen de jagt verhuerd is aen de gravin voornoemd, ben ik hem tegen gegaen en den dader Antoon Verbelen, woonende te Londerzeel in den Eeckhout en hem zelf gesproken en hem in overtreding gesteld aen de wet. De vrouw kwam nog agter mij geloopen om met haer handen te bewijzen dat hij de vlugt moest nemen maer zag geen middel meer mij t’ontsnappen. ’t Was op Londerzeel (dat) ik hem gesproken heb. Van dit alles heb ik opgesteld het tegenwoordig proces verbael om te worden gezonden aen den heer Procureur des Konings te Brussel. Het jaer 1851, den 22 December, ten 10 ueren voormiddag is voor ons Josephus Van Assche, schepen en ambtenaer van Politie der gemeente Londerzeel, gekomen Joannes Josephus Wauters, beëedigde jagtbewaerder van de Gravin de Spoelberch, den welken ons onder eed de waerheid van den inhoud van het boven staende proces verbael heeft bevestigd, en heeft met ons dezen akt van affirmatie geteekend. UC - 29/12/1851 (Kort) Verzonden: lijst van verkochte dieren op de jaarmarkt van 1851. UC - 29/12/1851 (Kort) Mijnheer de Kolonel. De Pauw Jean Baptiste, milicien van de lichting 1850, zal zich onmiddellijk naar zijn regimentsdepot begeven. UC - 29/12/1851 (Kort) Mijnheer de onderzoeksrechter. Een nauwgezette huiszoeking bij Van Laer Jacques, vader van Ludovicus, heeft niets opgeleverd. De gestolen siamoise rok werd niet gevonden.
302
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
1852
UC - 3/1/1852 (Vertaald) Wij hebben de eer u mee te delen dat tijdens de laatste trimester van 1851 niemand illegaal de geneeskunst heeft uitgeoefend. UC - 3/1/1852 (Kort) Verzonden: de lijst van gevaccineerde kinderen 1851. UC - 3/1/1852 (Kort) Verzonden: lijst branden 1851 (nihil). UC - 3/1/1852 (Kort) Verzonden: lijst veeartsen (nihil). UC - 5/1/1852 (Vertaald). Mijnheer de Directeur. Gelieve ons zo snel mogelijk een certificaat te sturen dat vaststelt dat de genaamde François Teugels in uw instelling verblijft zodat het kan gebruikt worden tijdens de eerstvolgende zitting van de Militieraad te Brussel. PV - N° 1 Op heden den vijfden der maend January 1852 ten 10 ueren voor middag. Voor ons Josephus Van Assche, schepen der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Jan Baptist Van Crombruggen, oud 50 jaeren en des zelfs echtgenoot Anna Maria Jacobs, oud 42 jaeren, winkeliers en herbergiers woonende te Londerzeel, de welke ons hebben aengeklaegd dat op den eersten dezer maend in hunne herberg gekomen zijn Franciscus Scheers, herbergier, vergezeld door Judocus De Roover, ook herbergier van beroep, en Ludovicus de Koning, hovenier, alle drij woonende te Impde onder Wolverthem; dat gemelden Franciscus Scheers aen hem, eersten aenklager, gevraegd hebbende of zijne vrouw t’ huis was, heeft deze voor antwoord gegeven dat zij naer de mis was; dat de aenklaegster daerna t’ huis komende gemelde Scheers aen haer gevraegd heeft of zij geld ontvangen wilde voor hunne huishuer, heeft deze geantwoord van Ja; dat de voornoemde Scheers alsdan heeft gezeid dat hij vier jaeren grondlast zoude afgehouden hebben, waerop de aenklaegster hem voor antwoord gegeven heeft waerom hij dit van het eerste jaer niet gevraegd had, en dat hij voor haer en haren man geen vier jaeren geld verschoten kan hebben aengezien hij reeds om zijnen huerprijs aen hen te betalen voor den bevoegden regter getrokken was geweest; dat Franciscus Scheers alsdan op de stoof slagende gezeid heeft dat zij eene slechte maer hare man een goede was. Dat in deze zaek kan aenhoord worden als getuigen Dorothea Achtergael, oud omtrent ..... jaeren, kappenstijfster, woonende te Opdorp, provincie Oost-Vlaanderen. UC - 8/1/1852 (Kort) Verzonden: dubbel geboorteakte Jean Constant Van Stappen, geboren Londerzeel 31/3/1833. UC - 8/1/1852 (Kort) De Coster Guillaume werd aangeduid als afgevaardigde van de lokale landbouwcommissie. PV - N° 2 Heden den 14den der maend January 1852. Wij Josephus Van Assche, schepen der gemeente van Londerzeel, vernomen hebbende door de openbare ruchtbaerheid dat Michaël Mengels, oud 52 jaeren, landbouwer en herbergier, en Antonius Van Eeckhout, oud 42 jaeren, bakker, beide woonende in deze gemeente, ernstige slagen ontvangen hadden. Hebben voor ons doen verschijnen den gemelden Mengels en Van Eeckhout, dewelke aen ons verzoek niet voldaen hebben, doch ons begeven hebbende in de woonst van voorzeiden Mengels en hem ondervraegd
303
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
hebbende over het gezeide feit, heeft ons geantwoord dat hij op gisteren omtrent elf ueren des nachts zich bevond in Brusselsche straet vergezeld van Antonius Van Eeckhout, hem te gemoet zijn gekomen Peeters Cornelius, oud 55 jaeren, broodbakkersgast woonende te Mechelen, en Egidius Richardus Peeters, oud 28 jaeren, werkman woonende te Londerzeel, dewelke aen hem verklaerder en deszelfs medegezel Van Eeckhout met eenen neusdoek waerin eenen steen was geknoopt, zonder eenig voorgaend gesprek, eenen gevaerlijken slag op het voorhoofd hebben ontvangen, daer bij voegende dat hij niet wilde dat daerover een proces verbael opgesteld zoude worden. Daerna ondervraegd hebbende den voorzeiden Antonius Van Eeckhout, dewelke ons dezelfde declaratie heeft gedaen als degene van Mengels, maer dat hij niet wilde dat over dit feit een proces verbael zoude opgesteld worden. Van het gene voorschreven hebben wij, schepen voormeld, ambtshalve opgesteld het tegenwoordig proces verbael, aengezien het een feit van aengelegenheid is gelijk zulks blijkt uit de hier aen gevoegde declaratie afgegeven door den heer Hoorickx, heelmeester in deze gemeente. UC - 15/1/1852 (Kort) Verzonden: lijst officieren Burgerwacht Londerzeel. UC - 17/1/1852 (Vertaald) Mijnheer de commissaris. Wij sturen u terug de signalisatiestaat van de familie d’ Opharen Jean Baptiste die op 10 januari in het armendepot van Terkameren binnengekomen is. Wij vragen u deze mensen in vrijheid te laten stellen en naar onze gemeente terug te sturen. De middelen van de gemeente zijn immers bijna volledig uitgeput en dit zowel door de kosten van onderhoud van de arme bedelaars als door de offers die ze zich getroost heeft voor de kasseiïng van de weg van groot verkeer tussen Merchtem en Mechelen. De betreffende familie kan in onze gemeente geplaatst worden voor een aanzienlijk lagere prijs dan degene die wij er nu moeten voor betalen. Daarom vragen wij u, mijnheer de commissaris, om zo goed te willen zijn om de in vrijheidstelling van de familie d’Opharen te vragen. UC - 17/1/1852 (Vertaald) Conform artikel 14 van de wet van 18 februari 1845, delen wij u mee dat Emmerechts Franciscus, oud 24 jaar, klompenmaker, zoon van Jan Baptist Emmerechts en Joanna Patteet en wonende in Ruisbroek, op kosten van de gemeente Ruisbroek (waar hij zijn bijstandswoonst heeft) door ons weldadigheidsbureel ondersteund werd. Binnen enkele dagen zullen we u de kostenstaat van deze persoon toesturen. Ondertussen vragen wij u mijne heren, om hem te komen halen en zo snel mogelijk naar uw gemeente, waar hij woonachtig is, over te brengen. Een uitstel van enkele dagen zou ons er immers toe kunnen verplichten om de genoemde Emmerechts naar een Brussels hospitaal over te laten brengen. PV - N° 3 Op heden den 18 der Maend January 1852 om elf en half ueren voormiddag. Voor ons Josephus Franciscus Van Ruysevelt, schepen der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Anna Catharina Segers, oud 50 jaeren, echtgenoot van Guillelmus Buyst, winkelierster woonende te Londerzeel in het dorp, de welke ons heeft aenzogt in haer huis te komen om eene diefte te aenschouwen het welke zij ontdekt had op heden om 10 ½ ueren voor middag. Heeft ons verder verklaerd dat zij in de kamer van hare meid genaemd Maria Josepha Van den Broeck, dienstmeid, geboren te Lebbeeck en woonende te Londerzeel, in derzelver bed heeft vinden liggen een paer kleine zakken dewelke gevuld waren met de volgende gestolen voorwerpen: 1° twee gerookte haringen, 2° twee stukken rogge brood, 3° twee aerde pijpen, 4° twee brokken candijn suiker, 5° eenen appel. Naer dat wij alle deze gestole objecten over zien hadden heb ik haer gevraegd alwaer zij die objecten gehaeld had en heeft mij voor antwoord gegeven dat zij de twee stukken brood tot Opdorp aen de deur gevraegd had en de twee brokken candijn suiker en den appel dat zij die gekogt had als zij naer Dendermonde geweest was. Waervan wij hebben opgesteld het
304
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
tegenwoordig proces verbael ten laste van Maria Josepha Van den Broeck als naer rechte en heeft Anna Catharina Segers na voorlezing benevens ond onderteekend. GR - N° 30 Séance du 19 Janvier 1852 (Vertaald) Tegenwoordig de heren Van Assche en Van Ruysevelt, schepenen, A. Goossens, Verhofstadt, Verbesselt, Verheyden, Van Doorslaer, J. Goossens, Hermans, leden, en J.J. De Cat, secretaris. De gemeenteraad van Londerzeel, in buitengewone zitting bijeengeroepen door de heer Joseph Van Assche, schepen en waarnemend burgemeester, om te delibereren over de inhoud van de brief nr. 4192 van 8 december 1851 van de provinciale inspecteur van het lager onderwijs, waarin gevraagd om de in de begroting 1852 voorziene vergoeding van 75 fr. voor de heer Kerremans, gemeenteonderwijzer, met 50 fr. te vermeerderen. Gezien deze brief en brief 5209 van 20 december vanwege de arrondissementscommissaris. Overwegende dat de heer Kerremans een vergoeding trekt van 800 fr., te weten 200 fr. als gemeenteonderwijzer, en 600 fr. als vergoeding voor het onderwijs der arme kinderen, dat hij bovendien voor verwarming van de school 35 fr. ontvangt, wat alles samen een bedrag uitmaakt van 835 fr., exclusief het loon van 300 fr. van de hulponderwijzer en 143 fr. voor de aankoop van schoolbehoeften voor de arme kinderen. Overwegend dat de heer Kerremans geen enkel recht kan laten gelden op de 75 frank, in de begroting ingeschreven als vergoeding voor logement, omdat hij sedert eind 1850 in het schoolgebouw woont, en dat hij voor de meerderheid der leerlingen die zijn lessen bijwonen en die tot de begoede klasse behoren, geen verwarmingskosten vraagt, en dat hieruit kan afgeleid worden dat de 835 fr., gevoegd bij het schoolgeld van de niet-arme kinderen, volstaat voor hemzelf en voor zijn gezin. Besluit. Het extra bedrag van 50 frank niet toe te kennen aangezien hij reeds ruimschoots wordt vergoed. PV - N° 4 Heden den 22 der maend January 1852 achtervolgens den brief van den heer Procureur des Konings te Brussel van dato 20 dezer maend, parquet N° 746 vergezellende eenen dossier heb ik, Josephus Van Assche, schepen der gemeente Londerzeel, andermael aenzocht Michael Mengels, landbouwer en herbergier, woonende alhier, ten einde mij onderrigtingen te geven over het feit aen hem en aen Antonius Van Eeckhout toegebracht in den nacht van den dertienden dezer maend en heb hem gevraegd op welke manier hij den slag had ontvangen. Deze heeft mij geantwoord dat op den dertienden January loopende maend Cornelius Peeters ter zijne woonst is gekomen omtrent eene uer namiddag om eenen liter bier te drinken en heeft daer tot drij en half ueren met Judocus Van den Eede en met hem verklaerder op eenen houten bak te samen gespeeld; dat hij Mengels en Cornelius Peeters alsdan te samen naer de herberg de Zwaen, gehouden door Franciscus Rumkens, zijn gegaen en hebben aldaer wederzijds een glas bier gevraegd, alwaer zij met Jan Baptist Van Hoeck en Joannes Huybrechts ... eene partij van vier op den bak gespeeld hebben tot daerna Cornelius Peeters heeft geschreven het getal dat de spelers genaemd Mengels Carolus, Goossens, landbouwer, Joannes Huybrechts en de waerd Franciscus Rumkens op- haelden en dat na verscheidene spelen gedaen te hebben alsdan Egidius Richardus Peeters, zoon van vermelden Cornelius Peeters, in die herberg is gekomen alwaer zijn vader en de voornoemde waren en aldaer een liedeken voor het gezelschap heeft gezongen; dat terwijl zij in de voorzeide herberg van Rumkens waren in dezelve nog zijn gekomen Petrus Desiderius Carette, doctoor woonende te Londerzeel, Joannes Bruggemans, landbouwer woonende te Westrode onder Wolverthem, en Antonius Van Eeckhout, broodbakker gehuisvest te Londerzeel; dat, na dat zij hunnen drank genomen hadden, een van het gezelschap
305
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
gevraegd heeft van naer de herberg gehouden door d’ heer Demily te gaen, alwaer zij te zamen gekomen zijnde, bevonden hebben dat de deur derzelve gesloten was. Dat zij gegaen zijnde tot aen het Lindeken, alwaer zij eenige minuten zijn blijven staen om hun afscheid te nemen en Joannes Huybrechts, Franciscus Goossens en Carolus Goossens, hun afscheid genomen hebbende, de genaemde Cornelius en Egidius Richardus Peeters naer hunne woonst ook gingen, maer dat deze laetste na honderd stappen gedaen te hebben, wedergekomen zijn tot hem verklaerder, Mengels, en Antonius Van Eeckhout, welke aldaer al klappende nog eenige minuten gebleven waren; dat hij verklaerder, Mengels, dit ziende, hun vraegde: Waer gaet gij henen? deze aen hem geen antwoord gegeven hebben; dat Egidius Richardus Peeters onmiddellijk daerna gezeid heeft aen Van Eeckhout dat deze gezegd had dat hij Peeters een slechte was, dat hij Mengels geantwoord heeft: wat wilt gij nu gaen verschil maken, en dat op dit gezeg Egidius Richardus Peeters aen Van Eeckhout eenen slag met eenen steen heeft toegebragt, waerop Mengels aen deszelfs vader zeide dat het geheel slecht gedaen was van zijnen zoon dezen slag aen Van Eeckhout toe te brengen; dat op den zelfden oogeblik Egidius Peeters aen voorzegden Mengels ook eenen slag heeft toegebragt, dat op denzelfden stond Egidius Richardus Peeters aen deszelfs vader gezegd heeft: Laet ons weg loopen. Waervan proces verbael te Londerzeel dag, maend en jaer als ten hoofde en heeft na voorlezing de voorzeide Mengels verklaerd niet te kunnen schrijven. UC - 24/1/1852 (Kort) Gevraagd aan de belastingsontvanger: certificaat dat de hondentaks betaald werd. UC - 25/1/1852 (Kort) Verstuurd: mutaties bevolking 1851. UC - 27/1/1852 (Kort) Gestuurd: PV van de installatie van de gemeenteraad. GR - N° 31 Séance d’installation des conseillers communaux – Proces-verbal. (Vertaald) Heden 27 januari 1852, 2 uur namiddag. Ingevolge bijeenroeping door het schepencollege zijn in het gewone lokaal der gemeenteraadszittingen, onder het voorszitterschap van schepen Jozef Van Assche, bijeengekomen de heren Verbesselt Jean François, Goossens Pierre Joseph, Van Ruysevelt Joseph François, Verhofstadt Jean François en Scheers Louis. Er wordt lezing gegeven: 1) Van het proces verbaal van de gemeenteverkiezingen die op 28 oktober 1751 hebben plaats gehad en tijdens dewelke tijdens de eerste stemronde als gemeenteraadslid verkozen werden: - Verbesselt Jean François, met 100 stemmen. - Goossens Pierre Joseph 100 stemmen - Van Ruysevelt Joseph François 98 stemmen - Verhofstadt Jean François 89 stemmen - Scheers Louis 88 stemmen 2) Van een koninklijk besluit van 9 januari 1852 waarmee Van Ruysevelt Joseph François tot schepen van Londerzeel wordt benoemd. In uitvoering van de wet van 30 maart 1836 herinnert de burgemeester er vervolgens aan dat alle leden van het geslacht Oranje-Nassau voor eeuwig van iedere gezaghebbende functie in België uitgesloten zijn. Ieder verkozen lid legt in handen van de burgemeester de volgende eed af: “Ik zweer getrouwheid aan de koning, gehoorzaamheid aan de grondwet en aan de wetten van het Belgische volk. Vervolgens worden raadsleden en schepen geïnstalleerd. GR - N° 32
306
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Zitting van den 28 January 1852. Tegenwoordig de heeren Josephus Van Assche, Amandus Van Assche, Charles Leys, pastor, Josephus Franciscus Van Ruysevelt, Guillelmus Verheyden, leden. De leden van het Bureel van Weldadigheid, in buitengewoone zitting vergaderd, ten einde te beraedslagen om te voorzien in de noodwendigheid van de behoeftige volksklas dezer gemeente gedurende het tegenwoordig dienstjaer 1852. Gezien de begrooting van het loopende jaer 1852. Gezien onze beraedslaging genomen den 21 Mei 1847. Overwegende dat de inkomsten van het Bureeel van Weldadigheid onvoldoende zijn om te voorzien in de noodwendigheden van de behoeftigen welker getal zeer merkelijk is aengegroeid, niet alleen door de verrotting der aerdappelen maer ook door den lagen prijs der eetwaren, namentlijk de tarwe waervoor de pachters, welke trachten den jaerlijkschen huerprijs van de landen die zij in huer hebben, te voldoen, geen werklieden meer kunnen gebruiken hetgene deze laetste verplicht hunnen toevlugt tot de arme inkomsten te nemen. In aendacht nemende dat, door de verrotting van de aerdappelen het bureel de noodige magtiging heeft gevraegd aen de permanente deputatie van den provinciaelen raed, om uit de spaerbank te mogen trekken de somme van 2046,90 benevens drij actiën beloopende te zamen op 3000 franken, ten einde de behoeftige volksklas ter hulp te snellen, welke magtiging door het voornoemde honorabele Corps toegestaen is geworden op voorwaerde dat de gezeide somme van 5046,90 frs. in de kas van het bureel van weldadigheid per tiende gedeelte gereïntegreerd mocht worden. Overwegende dat de inkomsten onvoldoende zijn om in de behoeften van de armen te kunnen voorzien, en bijgevolg dat het onmogelijk is eenige reservefondsen in de spaarkas te storten. Gezien dat er aen de goederen van het bureel van weldadigheid onderscheidene boomen staen welke tot zulken staet van rijpheid gekomen zijn dat hun behoud in dezen staet, in plaets van voordeel, veel schade aen het voorzeide bureel zoude toebrengen. Hebben goedgevonden, onder goedkeuring van den gemeenteraed, de Permanente Deputatie te aenzoeken om de magtiging te willen verleenen om de boomen, staende aen de armegoederen, aen dewelke geen verhouden meer is, te mogen verkoopen en derzelven opbrengst in de spaerkas te Brussel te mogen storten. Gezien en goedgekeurd door de leden van den gemeynten raed in zitting van den 23 January 1852. UC - 30/1/1852 (Kort) Gestuurd: alfabetische lijst miliciens die dit jaar moeten loten. UC - 30/1/1852 (Kort) Verstuurd aan burgemeester Ruisbroek: de onkosten gemaakt voor onderhoud van Emmerechts François, klompenmaker. UC - 30/1/1852 - Mijnheer Ridder de Burtin d’Esschenbach. Ik heb de eer aen Ued te doen kennen dat het order door Ued gegeven om aen de genaemde Anna Catharina Segers overhandigd te worden, ten einde dezelve voor Ued te doen verschijnen in het kantoor van den Heer Kips te Grimberghen, ter harer woonst in hare afwezigheid besteld is geweest. Verzoek Ued de gemelde Anna Catharina Segers op eenen anderen dag voor Ued te willen doen verschijnen en haer geen vonnis van verstek doen ondergaen, aengezien dezelve daertoe geene aenleiding heeft gegeven. UC - 30/1/1852 (Kort) Gemeente Boom betaalde Londerzeel 12fr50 voor tijdelijk onderhoud (2de trimester 1849) van de behoeftige Kam Rosalie, echtgenote Broothaerts. UC - Londerzeel den 30 January 1852 – Mijnheer de Commissaris. Wij hebben de eer aen Ued hiernevens te doen toekomen eene deliberatie genomen den 28 January (15 November)
307
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
laetstleden door het bureel van weldadigheid, behoorlijk gehomologeerd door den gemeenten raed van Londerzeel strekkende tot de verkooping van boomen staende aen de armengoederen dewelke tot zoodanigen staet van rijpheid gekomen zijn dat hun verder behoud schade zoude toebrengen en derzelver opbrengst te plaetsen in renten op den staet. UC - 30/1/1852 (Kort) Londerzeel weigerde 34 fr. te betalen voor onderhoud vrouw Henri Baetens omdat ze niet in de gemeente woont en Zemst nooit verlaten heeft. Haar echtgenoot Henri Baetens reisde van gemeente naar gemeente om werk te zoeken om in het onderhoud van zijn familie te voorzien, maar ook hij was nooit in Londerzeel ingeschreven. UC - 30/1/1852 (Kort) Jacques Joseph Van Obberghen, 35 jaar, dagloner, veroordeeld door het Hof van Assisen van Brabant op 17/7/1846 tot het betalen van gerechtskosten ten belope van 69,30 frank, heeft de genoemde grond of een deel ervan niet in bezit. Zijn vader is in staat om de kosten te betalen. UC - 11/2/1852
Kort) Verzonden: de rol der honden(belasting).
PV - N° 6 Op heden den twaelfden der maend February 1852 om drij ueren na middag. Voor ons Josephus Franciscus Van Ruysevelt, schepen der gemeente van Londerzeel, is gecompareerd Clara Verheyen, oud 54 jaeren, herbergierster en winkelierster woonende in deze gemeente, weduwe van Jan Baptist Van Muylder, de welke ons heeft aengeklaegd dat haer zoon Ludovicus Van Muylder, oud 32 jaeren, blokmaker, bij haer woonende, op gisteren in hare woonst, haer heeft vastgegrepen, ter aerde geworpen en slagen met zijne vuist en stampen met zijne voeten op haer hoofd en over haer geheel ligchaem heeft toegebragt. Waervan wij hebben opgesteld het tegenwoordig proces verbael te Londerzeel dato als ten hoofde en heeft de aenklaegster na voorlezing verklaerd niet te kunnen schrijven. PV - N° 5 Op heden den veertienden February 1852 om twee ueren na middag. Voor ons Josephus Franciscus Van Ruysevelt, schepen der gemeente van Londerzeel, is gecompareerd Anna Catharina Verheyen, oud 55 jaeren, landbouwster, echtgenoote van Benedictus De Molin, woonende beide te Sloozen onder Wolverthem, dewelke ons heeft aengeklaegd dat zij op heden omtrent twaelf ueren ’s middags gekomen is in de woonst van hare zuster Clara Verheyen, weduwe van Jan Baptist Van Muylder, winkelierster en herbergierster te Londerzeel woonende, ten einde dezelve eene bezoeking te doen omdat zij door openbaer gerucht vernomen had dat dezelve door hare zoon Ludovicus Van Muylder, oud 32 jaeren, bij haer inwoonende, zoo goed als dood geslagen was; dat de gezegde Ludovicus Van Muylder, toen zij aldaer gekomen was, gezeid heeft: wat komt gij hier doen? Gij kunt van twee het beste kiezen, en had het ijzeren deksel van de stoof in zijne handen om haer, aenklaegster, daermede te slaen, maer zijne moeder, hem zeggende dat hij Anna Catharina niet mogte slaen, heeft hij het deksel laten vallen en heeft haer, aenklaegster, met zijne eene hand haren schouder vastgrijpende, met de andere hand eenen vuistslag op hare regter oog toegebragt, zoodanig dat er het bloed is uitgebersten, en heeft haer, aenklaegster, tot buiten zijn moeders huis achtervolgd. Dat in deze zaek aenhoord kan worden als getuigen de voorzeide Clara Verheyen. Waervan proces verbael te Londerzeel, dato als ten hoofde en heeft de aenklaegster na voorlezing verklaerd niet te kunnen schrijven. NC - Van Muylder Louis, blokmaker, 32 jaar, geboren in Londerzeel, op 24 maart 1852 door de correctionele rechtbank van Brussel veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 maanden wegens slagen.
308
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - 14/2/1852 (Kort) Verkoop van bomen Weldadigheidsbureel: het gaat om abelen die niet voor de schrijnwerkerij gebruikt kunnen worden. Hun totale waarde wordt geraamd op 390 frank. UC - 14/2/1852 (Kort) Bevestiging van de ontvangst van 402 frank van de staat als subsidie voor de kasseiïng van de weg van groot verkeer Merchtem-Mechelen. UC - 14/2/1852 (Kort) Gevraagd aan burgemeester van Breendonk: informatie over het gedrag van (Joannes) De Bondt, jachtwachter, wonende in Breendonk. PV - N° 7 Op heden den veertienden February 1852 ten negen ueren voor middag. Wij Josephus Franciscus Van Ruysevelt, schepen der gemeente Londerzeel, door openbaer gerucht gehoord hebbende dat er in de omstreken van Brusseghem, Ophem, Ossel, eene diefte was begaen van onderscheidene voorwerpen hebben ons, vergezeld door Petrus Josephus Goossens, eenen onzer veldwachters, ambtshalve begeven ten ure voorzeid in de woonst van Jacobus Van Laer, arbeider, woonende alhier ten gehuchte Eeckhout, ten einde aldaer huiszoeking te doen en alwaer wij gevonden hebben: 1° eenen ijzeren egger, 2° eene kuipers bijl, 3° eene boogzaeg, 4° eene drolle sargie 5° en eene drijkantige egge met houten tanden, dienstig voor den landbouw, dewelke aen hem niet toebehoorde en die wij om die oorzaek in bewaernis hebben gehouden om dezelve in geval van nood aen de regterlijke overheid te overhandigen. Waervan wij hebben opgesteld het tegenwoordig proces verbael hetwelke na voorlezing Petrus Josephus Goossens benevens ons heeft onderteekend. UC - 14/2/1852 - Aen den Heer Burgemeester der gemeente Ossel. Op het gerucht dat er in uwe gemeente eene diefstal begaen is geweest heb ik de eer ter uwer kennis te brengen dat ik heden in onze gemeente huiszoeking heb gedaen en dat ik gevonden heb: 1° Eenen ijzeren egger, 2° Eene kuipers bijl, 3° Eene boogzaeg, 4° Eene drijkantige egge voor den landbouw, 5° Een drolle sargie. Welke voorwerpen ik in beslag heb genomen om dezelve te doen dienen alwaer het behooren zal. Indien zulke diefstal in uwe gemeente plaets heeft gehad gelieft het alsdan aen den geïnteresseerden zoo spoedig mogelijk kenbaer te maken. De schepenen, Van Assche. PV - N° 8 Heden den veertienden February 1852 ten negen ueren voor middag. Wij Josephus Franciscus Van Ruysevelt, schepen der gemeente Londerzeel, door openbaer gerucht vernomen hebbende dat er in de omstreken van Brusseghem, Ophem, Ossel eene diefte was begaen van onderscheidene voorwerpen hebben ons, vergezeld door Petrus Josephus Goossens, eenen onzer veldwachters, ambtshalve begeven ten uere voorzeid in de woonst van Jacobus Van Laer, arbeider, woonende alhier ten gehuchte Eeckhout, ten einde aldaer huiszoeking te doen ter ontdekking van de gestolene voorwerpen, alwaer wij onder andere voorwerpen gevonden hebben eenen siamoisen rok, dewelke het voorwerp is geweest van ons proces verbael, opgemaekt den elfden December N° 33 en die ten nadeele op de haeg van Antonius Van Ingelgem door Ludovicus Van Laer, oud 11 jaeren, weggenomen en door dezen aen zijnen vader Jacobus Van Laer overhandigd is geweest, hetwelk door gezegden Jacobus Van Laer toen geloochend is geworden.
309
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Ten gevolge van deze bijvallende ontdekking hebben wij den voormelden Antonius Van Ingelgem aenzocht voor ons seffens ter plaetse te willen komen, waeraen hij onmiddellijk voldaen heeft, en heeft ons verklaerd dat hij den siamoisen rok, welke wij in de woonst van Jacobus Van Laer kwamen te ontdekken, degene was die hem toebehoorde en die hij op negenden December laetstleden te droogen gehangen had. Waervan wij hebben opgesteld het tegenwoordig proces verbael te Londerzeel dato als ten hoofde en heeft Petrus Josephus Goossens na voorlezing met ons onderteekend. NC - Van Laer Louis, 9 jaar, geboren in Londerzeel, op 19 april 1852 door de correctionele rechtbank te Brussel veroordeeld tot 1 maand hechtenis wegens diefstal. PV - N° 9 Op heden den vijftienden February 1852 om 9 ueren voor middag. Voor ons Josephus Franciscus Van Ruysevelt, schepen der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Remi Buys, oud 62 jaeren, landbouwer gebooren te St Catharina Lombeeck en woonende te Brusseghem de welke ons verklaert en bekent de volgende voorwerpen aen hem toe te behooren, dewelke diefelijk over eenige dagen bij hem met inbraek in zijne woonst zijn weggenomen geweest, te weten: 1° eene kuipers bijl, 2° eene boogzaeg, 3° den ijzeren egger daer twijfelt hij aen, de welke in het huis van Jacobus Van Laer gevonden is geweest en in bewaernis gehouden. Waervan proces verbael te Londerzeel dato als ten hoofde en heeft de comparant verklaerd niet te kunnen schrijven. PV - N° 9 bis Op heden den vijftienden February 1852 om twee en half uern na middag. Voor ons Josephus Franciscus Van Ruysevelt, schepen der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Arnoldus Josephus Van Hemelrijck, landbouwer woonende te Ophem onder Brusseghem, de welke ons verklaert en bekent de drolle sargie aen hem toe te behooren, dewelke diefelijk in den nacht van den 4en February bij hem met inbraek uit zijne woonst weggenomen is geweest en welke in het huis van Jacobus Van Laer bevonden is geweest en in bewaernis is gehouden. Waervan proces verbael te Londerzeel dato als ten hoofde en heeft de comparant na voorlezing verklaerd niet te kunnen schrijven zijnde ongeleerd. PV - N°9 ter - Op heden den zestienden February 1852 om elf uern voor middag. Voor ons Josephus Franciscus Van Ruysevelt, schepen der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Schaekels Ferdinand, veldwachter, woonende te Brusseghem, den welken ons verklaert en bekent de drij kantige egger met houten tanden, dienstig voor den landbouw, aen hem toe te behooren, dewelke diefelijk in den nacht van den 9 à 10 January laetstleden bij hem onder de dak van zijne woonst weggenomen is geweest, dewelke in het huis van Jacobus Van Laer en in bewaernis is gehouden. Waervan proces verbael te Londerzeel dato als ten hoofde en na voorlezing heeft den declarant benevens ons onderteekend. PV - N° 10 Op heden den zestienden February 1852 om 9 ueren voor middag. Voor ons Josephus Van Assche, schepen, waernemende de fonction van burgemeester der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Antonius Novaert, oud 26 jaeren, molenmakersgast, woonende alhier bij Jan Verspreet, de welke ons heeft aengeklaegd dat hij op gisteren, om negen en half uren des avonds, vergezeld door Philippus De Buyser, oud 33 jaeren, hoefsmid van beroep, ook alhier woonende, gekomen is in de herberg genaemd Het Hoeksken, gehouden door Egidius Weymans, herbergier te Londerzeel, en dat deszelfs medegezel Philippus De Buyser voormeld aldaer eenige woorden wisschelingen gekregen heeft; dat hij gezeid hebbende dat zij geene woorden
310
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
wisschelingen mogten maken, en opstaende van zijnen stoel, op hem aenklager gevallen is Franciscus Van der Gooten, oud 34 jaeren, dienstbode bij Franciscus Augustijns, woonende in deze gemeente, dewelke hem, aenklager, verscheidene slagen met een kneuzenig werktuig op het hoofd heeft toegebragt. Dat in deze zaek aenhoord kunnen worden als getuigen 1° de voorzeide Egidius Weymans, 2° deszelfs echtgenoot Petronilla Craen, 3° Lucas Van den Driessche, ook dienstbode bij voorzeiden Augustijns, 4° Victor Junius bij deszelfs zwager Franciscus Moens, 5° Philippus De Buyser voorzeid, 6° Josephus Van Muylder, bij zijn ouders, 7° Carolus De Backer bij zijn ouders, 8° Leonardus Van Steen, maeldersgast bij Joannes Van Doorslaer, 10° Franciscus Broothaerts, schrijnwerker bij deszelfs moeder, alle meerderjarig en in deze gemeente woonende, dewelke in de herberg van voormelden Weymans aenwezig waeren toen de voorval plaets heeft gehad. Waervan wij hebben opgesteld het tegenwoordig proces verbael om te dienen als na rechte en heeft de aenklager na voorlezing verklaerd niet te kunnen schrijven. NC - Weymiens Egide, 39 jaar, herbergier, op 23 februari 1852 door de politierechtbank veroordeeld tot een boete van 6 frank, wegens het openhouden (op 15 februari 1852) van zijn herberg na sluitingstijd. Novaert Antoine (26 jaar, werkman), De Buyser Philippe (33 jaar, voddenman), Van der Gooten François (32 jaar, knecht), Van den Driessche Luc (45 jaar, knecht), Junius Victor (32 jaar, knecht), Van Muylder Joseph (33 jaar, knecht), De Backer Charles (22 jaar), Van Steen Leonard (molenaar), Verlinden Louis (26 jaar) en Broothaers François (41 jaar), , op 23 februari 1852 door de politierechtbank veroordeeld tot een boete van 6 frank, wegens aanwezigheid (op 15 februari 1852) in een herberg na sluitingstijd. UC - 17/2/1852 (Kort) Miliciens Pierre Josse Van Geel en De Maeyer Charles moeten terug hun korps vervoegen. UC - 17/2/1852 (Kort) Een weide N° 543, groot 51a30ca werd verkocht tegen 2000 fr. (de geschatte waarde was slechts 1800 fr.) UC - 17/2/1852 (Kort) François Van Buggenhout, veroordeeld door het assisenhof van Brabant op 28/8/1848 tot een boete en gerechtskosten van 337,45 fr. kan deze som niet betalen tenzij men zijn huis verkoopt. Dat zou zijn familie evenwel in de diepste ellende storten. UC - 17/2/1852 (Kort) Londerzeel erkent de bijstandwoonst van Van Eeckhout Jeanne Catherine, op 6/2/1852 opgenomen in het bedelaarsdepot van Terkameren. UC - 17/2/1852 (Kort) Victor Eeraerts en zijn vrouw Maria Monique Maerevoet zijn in Londerzeeel komen wonen op 23/10/1848. Eeraerts is overleden op 20/1/1852. Maerevoet wordt sedertdien ondersteund. Erkent u haar bijstandwoonst? UC - 17/2/1852 (Kort) Aan de burgemeester van de gemeente Hombeek. Egide Verbruggen, dagloner, geboren in Hombeek op 24/4/1824, is na zijn huwelijk in Tisselt op 15 mei 1851 in Londerzeel komen wonen en wordt hier ondersteund. Erkent uw gemeente zijn bijstandwoonst? UC - 19/2/1852 (Kort) Gestuurd aan de gouverneur, alfabetische lijst der burgerwacht, gemobiliseerd op 1/1/1852. UC - 24/2/1852 - Monsieur le Juge d’Instruction. Conformément à votre lettre en date du 20 Février dernier N° 33 j’ai l’honneur de vous communiquer les objets saissies au domicile de
311
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Jacques Van Laer et qui ont été enlevés dans sa demeure le 14 Février dernier. 1° Au préjudice de sieur Remi Buys entre la nuit du 9 au 10 Janvier 1852: 1. une hache à tonnelier, 2. une scie, 3. Au tarrière en fer il doute. 2° Au préjudice du sieur Arnold Joseph Van Hemelrijck, une serge, entre la nuit du 4 au 5 Février dernier:. 3° Au préjudice du sieur Schaekels Ferdinand, une herche triangulaire, entre la nuit du 9 au 10 Janvier dernier. UC - 26/2/1852 - Dat wij onze gemeente erkennen als de Bijstand woonst van Van den Bergh Joannes Baptista, hebbende zijne woonst in uwe gemeente sedert den 17 February 1845. PV - N° 11 Op heden den 26 february 1852 om tien ueren voor middag. Voor mij Josephus Franciscus Van Ruysevelt, schepen der gemeente Londerzeel, is gecompareerd Petrus Josephus Goossens, oud 33 jaeren, veldwachter woonende in deze gemeente, dewelke mij heeft aengeklaegd dat hij op gisteren omtrent twaelf ueren ’s middags, zijnde op eenen openbaren koopdag gehouden door Ludovicus Scheers en Josephus Buydts, beide pachters te Londerzeel, en ter woonst van den eersten ten uitvoer gebracht door den heer Jan Baptist Santens (?), residerende te Londerzeel, alwaer hij gevraegd was ten einde de klijne ongemakken te vermijden, zijn aldaer gekomen onder het maken van veel laweit en onder het gevecht hetwelk onder hun plaets had, vijf jongens genaemd Carolus Van den Bossche, oud 24 jaeren, Martinus Rosiers, oud 22 jaeren, Joannes Van Baelen, oud 33 jaeren, Michael Van Baelen, oud 28 jaren, en Josephus Goossens, alle vijf woonende te Ramsdonck; dat hij aenklager hun gezeid heeft dat zij op den messink van Scheers geen laweit mogten maken, en dat op dit gezeg Carolus Van den Bossche hem voor antwoord gaf dat hij daermede geene zaken had en hem aenklager vastgrijpende deszelfs kiel heeft gescheurd welke schade hij begroot op twee franken; dat de vijf voormelde aengeklaegden tot hem aenklager verscheide malen gekomen zijn en gevraegd hebben of hij hen van den messink van Scheers nog zoude gejaegd hebben, waeraen door hem aenklager geen gevolg werd gegeven, aengezien hij geêmployeerd was bij den notaris en zijnen post niet kon verlaten. Waervan proces verbael te Londerzeel dag, maend en jaer als ten hoofde en heeft de aenklager na voorlezing benevens mij onderteekend. PV - N° 12 Op heden den 26 February 1852 om tien en half ueren voor middag. Voor mij Josephus Franciscus Van Ruysevelt, schepen der gemeente van Londerzeel, is gecompareerd Josephus Buydts, oud 33 jaeren, landbouwer woonende te Londerzeel, dewelke ons heeft aengeklaegd dat op gisteren om twaelf en half ueren ’s middags, op den openbaren koopdag gehouden door hem en Ludovicus Scheers en ten huize van dezen laetsten, vijf persoonen zijn gekomen genaemd Carolus Van den Bossche, oud 24 jaeren, Martinus Rosiers, oud 20 jaeren, Joannes Van Baelen, oud 33 jaeren, Michael Van Baelen, oud 28 jaeren en Josephus Goossens, alle woonende te Ramsdonck, dewelke alle soorten van verwijtingen aen hem aenklager toegebragt hebben, namentlijken het te koop aenbieden van zijne koeibeesten, hebben zij geroepen dat hij koeijen met lang haer had, dat zij toebehoorden aen Josephus Buydts die voor dezelve geen voedsel had, dat hij zijn aerdappelen verkocht en geen eten had voor zijne dienstboden, dat de voormelde vijf persoonen aldaer zooveel laweit gemaekt hebben dat de heer Pantens, notaris belast met het doen van de verkooping, genoodzaekt is geweest dezelve te staken gelijk zulks blijkt uit zijn declaratie hierbij gevoegd, hetwelk eene groote schade aen de verkoopers toegebragt heeft. Dat in deze zaek aenhoord kunnen worden als getuigen Petrus Josephus Goossens, oud 33 jaeren, veldwachter, Joannes Schellemans, oud 24 jaeren, landbouwer, en Petrus De Maeyer, oud 35 jaeren, olieslagersknecht, alle vier te Londerzeel woonende. Waervan proces verbael te Londerzeel dato als ten hoofde en heeft de aenklager na voorlezing benevens mij onderteekend.
312
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - 27/2/1852 (Samengevat en vertaald) – Aan de Procureur des Konings. De moraliteit van Joseph Wauters en Catherine Verbruggen, echtgenote Blommaerts (die door Pierre Van Schel als getuigen gevraagd zijn op zijn proces voor het hof van beroep te Brussel) is goed. De eerste is jachtwachter van mevrouw de burggravin de Spoelberch en komt goed overeen met de Bondt, jachtwachter in Breendonk. Volgens inlichtingen, ingewonnen bij de burgemeester van Breendonk (zijn brief van 17/2) is ook het gedrag van de laatste goed. UC - 27/2/1852 - Monsieur le Procureur. Aux procès-verbaux en date du 30 Novembre, du 31 Décembre 1851 et du 14 Janvier dernier, N° 2 dressé par moi contre François Verspecht, Antoine Verbelen, Corneille Peeters et son fils Richard Peeters, n’ayant pas été donné suite jusqu’à présent, j’ose vous prier, Monsieur, de bien vouloir terminer ces affaires le plus tôt possible, car les intéressés ne laissent pas de m’ être à charge afin de voir la fin de leurs affaires et me font sentir que je n’envoie pas les procès-verbaux ou bien qu’il est inutile d’en faire encore dresser des nouveaux si celà aurait lieu. l’Echevin, Van Assche. UC - 1/3/1852 (Kort) Aankondiging keuring van stieren. UC - 3/3/1852 (Kort) Geen kinderpokken in Londerzeel in 1851. PV - N° 13 Het jaer 1852 den vijfden Maert ten zeven ueren ’s morgens. Wij Josephus Franciscus Van Ruysevelt, schepen der gemeente Londerzeel, onderrigt zijnde door Petrus Josephus Goossens, veldwachter alhier, dat op heden 5 dezer maend omtrent 3 ueren ’s morgens het huis toebehoorende aen Josephus Van Roy, arbeider, door den brand vernield is geweest, hebben ons achtervolgens de voorgaende verklaring zonder uitstel begeven vergezeld door de heer De Cat, secretaris dezer gemeente, ten gehuchte Groote Heide, plaets alwaer den brand ontstaen was en aldaer gekomen zijnde hebben wij bevonden dat het huis, meubelen, winkel, winkelgerief, spuergen (?), strooi, lijnwaerd, schuer, stal, twee, geiten alle toebehoorende aen Josephus Van Roy, verzekerd tegen brand door de maetschappij de Schelde te Antwerpen voor de somme van 2000 franken, teenemael door den brand verslonden is geweest en welke schade wij begroot hebben op de somme van 1800 franken. Na hetgeen voorschreven bevonden te hebben, hebben wij de genaemde Selleslags Maria Monica, echtgenoot van Josephus Van Roy, den welken van 1 ½ uer ’s morgens naer Brussel was gegaen, ondervraegd over den oorzaek van den brand, de welke ons des aengaende verklaerd heeft dat hetzelve haer teenemael onbekend was en dat zij niemand als dader van dien ongelukigen voorval konde vermoeden. UC - 6/3/1852 Monsieur le Gouverneur, monsieur le commissaire. Nous avons l’honneur de porter à votre connaissance que hier 5 de ce mois vers cinq heures du matin un incendie a éclaté dans notre commune par lequel la maison, écurie et grange, batis la moitié en brique, l’autre moitié en argile, couvert en paille, et tous les meubles ont été réduits en cendres. On en a évalué la perte à 1800 francs, les batiments étaient assurrés par l’Escaut d’Anvers pour la somme de 2000 francs, on a attribué cet évenement à un accident imprévu. UC - 6/3/1852 (Kort) De heer Van de Poel Jean Baptiste, vroedmeester, heeft nooit in onze gemeente gewoond maar wel in Puurs. De vroedmeester die nu in Londerzeel woont heet Hoorickx Pierre François. PV - N° 14
313
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
Op heden den zevenden der maend Maert 1852 om elf ueren des nachts. Ik Josephus Van Assche, schepen der gemeente van Londerzeel, doende mijne gewoonlijke ronde vergezeld door Petrus Josephus Goossens, een onzer veldwachters, om te onderzoeken of de herbergen gesloten en de persoonen uit dezelve op de uer van vertrek, bepaeld door het reglement, vertrokken waren, zijn op de uer voorzeid gekomen in de Mechelstraet, regt over het huis bewoond door Philippus Caluwaers, koopman in sterke dranken, waer wij gehoord hebben onderscheiden persoonen dewelke onder elkander twistende waren. Aldaer dan gekomen zijnde hebben wij aldaer bevonden op de straet 1° Ludovicus Zaterdag, oud 25 jaeren, 2° Franciscus Zaterdag, oud 28 jaeren, 3° Ludovicus Verlinden, oud 27 jaeren, 4° Franciscus Verlinden, oud 24 jaeren, en 5° Joannes Mertens, de drij eerst genoemde alhier en de twee laetste woonende te Ramsdonck, de welke op onze aenkomst alle de vlugt hebben genomen. Na dat zij de vlugt genomen hadden, hebben wij ons verborgen ten einde te onderzoeken de plaetsen waer zij zouden verblijven, doch een weinig daerna hoorden wij al vloekende en tierende wederkomen twee der voorzeide, genaemd Franciscus Verlinden en Joannes Mertens, die onder een groot gevloek en dreigementen uitriepen: waer is de police van Londerzeel? Wij zullen hen in riemen snijden. Doch onverschrikt hebben wij deze laten voorkomen tot de plaets alwaer wij verborgen waren, en dan hebben wij ons laten zien en hebben hun gevraegd wat zij moesten hebben. Op deze antwoord hebben zij zich weer op de vlucht begeven; maer in het wegloopen heeft Franciscus Verlinden zijne klak (casquette) verloren welke wij in arrest hebben genomen. Eindelijk ons weder verborgen hebbende tot verdere nasporing zijn wedergekomen Franciscus Verlinden en Joannes Mertens, meermaels gemeld, ten einde de voorzeide klak te komen opzoeken, en dan hebben wij Franciscus Verlinden ter oorzaek van wederspannigheid aengehouden en hebben hem in het gemeente prison gezet, alwaer hij des anderen daegs ons heeft verklaerd dat de klak welke wij in beslag hadden genomen (hadden) aen hem toebehoorde. Naermael in de vlucht te nemen van aen de woonst van voorzeide Caluwaers hebben wij nog erkend Josephus, Joannes en Franciscus Van Muylder, drij gebroeders te Londerzeel ook woonende, drij slechte sujetten die alle zondagen al vloekende de straten op en af loopen. Waervan wij hebben opgesteld het tegenwoordig proces verbael en heeft Petrus Josephus Goossens na voorlezing benevens ons onderteekend. NC - Louis Zaterdag (25 jaar, dagloner, geboren in Londerzeel), François Zaterdag (31 jaar, dagloner, geboren in Londerzeel), Louis Verlinden (26 jaar, dagloner, geboren in Londerzeel), op 15 maart 1852 door de politierechtbank veroordeeld tot 2 dagen hechtenis en een boete van 11 frank wegens nachtlawaai en het verstoren van de nachtrust op 7 maart 1852. François Verlinden (24 jaar, dagloner, geboren in Londerzeel), Jean Mertens ( 24 jaar, dagloner, geboren in Londerzeel), op 15 maart 1852 door de politierechtbank veroordeeld tot 5 dagen hechtenis en een boete van 11 frank wegens nachtlawaai en het verstoren van de nachtrust op 7 maart 1852. Joseph Van Muylder (33 jaar, dagloner, geboren in Londerzeel), Jean Van Muylder (24 jaar, dagloner, geboren in Londerzeel), François Van Muylder (20 jaar, dagloner, geboren in Londerzeel), op 15 maart 1852 door de politierechtbank veroordeeld tot een boete van 11 frank wegens nachtlawaai en het verstoren van de nachtrust op 7 maart 1852. UC - Londerzeel den 9 Meert 1852. Afzetting van eene veldwachter – Mijnheer den Commissaris. Wij hebben de eer aen Ued hiernevens te doen toekomen eene beraedslaging strekkende tot de afzetting van Joannes Baptiste Lathouwers, één onzer veldwachters, Ued verzoekende dezelve aen de permanente deputatie van de Provincialen raed te willen voordragen. UC - 9/3/1852 (Kort) Verzonden ter goedkeuring: ‘reglement van de wekelijkse markt’.
314
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
GR - N° 33 Zitting van den 9 Meert 1852 Afstelling van eenen veldwachter. Tegenwoordig de heeren Josephus Van Assche, Josephus Franciscus Van Ruysevelt, schepenen, Jan Frans Verbesselt, Louis Scheers, G.S. Verheyden, C.L. Van Doorslaer, P.J. Goossens, J. Hermans, J.F. Verhofstadt, A. Goossens, leden, en J.J. De Cat, secretaris. De raed der gemeente Londerzeel in buitengewoone zitting vereenigd (om) met geheime stembriefjes te beraedslaegen over de afstelling van Joannes Baptiste Lathouwers van de plaets van veldwachter dezer gemeente. Gezien den brief van den heer commissaris van dato 2 dezer maend N° 5527. Gezien het artikel 129 der gemeente wet van den 30 Maert 1836. Overwegende dat Joannes Baptiste Lathouwers zich zoodanig aen den drank overgeeft dat hij buiten staet is zijne plichten te kunnen vervullen en dat hij ondanks de onderscheidene drijgingen welke hij uit dien hoofde reeds ondergaen heeft in den drank blijft volharden en zich onbekwaem maekt om zijn ambt te kunnen bedienen. De raed dan doorgaende met de geheime stembriefjes tot de afzetting van Jan Baptiste Lathouwers van de plaets van veldwachter dezer gemeente, heeft hetzelve voor uitslag gegeven dat zijne afstelling met eenparigheid is gestemd geweest en heeft besloten onder de goedkeuring van de permanente deputatie van den provincialen raed de afstelling van Joannes Baptiste Lathouwers van de plaets van veldwachter voor te dragen en de magtiging te vragen om onmiddellijk in zijn plaetsvervanging te mogen voorzien. Aldus besloten in zitting te Londerzeel dato als ten hoofde. De gemeenteraed. GR - N° 34 Zitting van den 9 meert 1852 Tegenwoordig de heeren Josephus Van Assche, Josephus Franciscus Van Ruysevelt, schepenen, J.F. Verbesselt, Louis Scheers, G.L. Verheyden, C.L. Van Doorslaer. P.J. Goossens, J. Hermans, J.F. Verhofstadt, A. Goossens ‘en J.J. De Cat, secretaris. De Raed in buitengewone zitting vereenigd ten einde over te gaen tot de opmaking van een Reglement betrekkelijk de wekelijksche markt welke in deze gemeente aenwezig is. Overwegende dat het betaemt eenige maetregelen te nemen om het goede orde te handhaven, welke eene openbare markt vereischt, ten einde de misbruiken te vermijden en de ongemakken te voorkomen welke er zouden kunnen ontstaen, om het plaetsgeld te ontvangen, hetgene nog zonder vaste stelsel geschied, door eenen regelmatig reglement en tarief vast te stellen. Gezien de artikels 77 en 78 der gemeente wet van den 30 Meert 1836. In aenmerking nemende dat er geene openbare markt kan bestaen zonder dat dezelve, ten einde alle ongemakken te voorkomen, bestierd worde. De Raed heeft dus besloten een Reglement op te maken betrekkelijk de wekelijksche markt dezer gemeente en hetzelve benevens deze aen de goedkeuring van de permanente deputatie van den provincialen raed te onderwerpen. Aldus besloten in zitting van den gemeenteraed te Londerzeel date als ten hoofde. Reglement aengaende de Wekelijksche Markt te Londerzeel. Art. 1 – De wekelijksche openbare markt blijft bij voortduring bepaeld op den dynsdag van elke week; bij geval deze dag een feestdag is zal de markt plaets hebben den dag te voren. Art. 2 – De markt is geopend met het krieken van den dag voor alle soorten van koopwaren, bij uitzondering voor de granen, aerdappelen, garens en vlas, voor welke voorwerpen de
315
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
opening aengekondigd zal worden door het geklank eener bel die door de veldwachter bestierd zal worden. Deze ueren zijn bepaeld als volgt. Art. 3 – Van den 15 der maend November tot 15 February van elk jaar: Voor het verkoopen van vlas, garen, pluimgedierte, pataten, hespen, alle soorten van jonge varkens als engelsche aeltsche (?) en van de omliggende plaetsen der gemeente ten 8 ueren ’s morgens. Voor het verkoopen van boter , eieren, alsook sloorzaed, lijnzaed en alle andere zaden, ten 9 ueren. Voor het verkoopen van tarwe ten 9 ½ ueren. Voor rogge, haver, gerst en boekweit ten 10 ueren. Art. 4 – Van 15 February tot 15 Mei. Voor het verkoopen van vlas, garen, pluimgedierte, pataten, hespen en alle soorten van jonge varkens, ten zeven ueren ’s morgens. Voor boter en eieren alsook sloorzaed, lijnzaed en alle andere zaden, ten 8 ueren. Voor de tarwe ten 9 ueren. Voor rogge, gerst, haver en boekweit ten 9 ½ ueren. Art. 5 – Van 15 Mei tot 15 Augusty Voor het verkoopen van vlas, garen, pluimgedierte, pataten, hespen en alle soorten van jonge varkens, ten 5 ueren ’s morgens. Voor boter en eieren alsook sloorzaed, lijnzaed en alle andere zaden, ten 6 ueren. Voor de tarwe ten 8 ½ ueren. Voor rogge, gerst, haver en boekweit ten 9 ueren. Art. 6 – Van den 15 Augusty tot 15 November zijn de marktueren geregeld gelijk in art. 4 is voorzeid. Terzelver markt is te bekomen alle soorten van jonge fruitboomen en plantsoenen. Deze gestelde ueren zullen nooit mogen veranderen en zullen stiptelijk ten uitvoer gebracht worden door de plaetselijke overheid. Het gemeentebestuer belooft aen de inwooners en vremdelingen dat zij altijd hunne granen zullen kunnen verkoopen aen den prijs van den dag, uitgenomen de natte en massergranen, en zullen ook alle hulp en bijstand verleend worden. De aerdappelen alle tijden van het jaer ten 7 ueren ’s morgens. Art. 7 – Voor de opening der markt zal niemand verkoopen of koopen of zijne zakken openen om te verkoopen noch staelen aenbieden. Art. 8 – Al wie voor het sluiten der markt op eenen marktdag met granen of aerdappelen binnen de gemeente komt, is gehouden dezelve onmiddellijk ter markt te vervoeren en niet elders. Voor de uitvoering van het tegenwoordig zal de markt gesloten aenzien worden ten twaelf ueren des middags. Art. 9 – Het is uitdrukkelijk verboden granen of andere voorwerpen ten toon te stellen of te verkoopen op straten of andere plaetsen dan op degene door het plaetselijk bestuer aengewezen en aen de inwooners van toe te laten dat er ten toon gesteld of verkocht worden in hunne huizen of afhankelijkheden. Art. 10 – De vervoermiddelen moeten zoo haest de koopwaren gelost zijn, op de daertoe aengewezene plaets gesteld worden. Art. 11 – Het is verboden de paerden ter markt of in den kring der gemeente te laten draven. Art. 12 – De verkooping der granen, haver en boekweit zal geschieden met den halven hectoliter. Iederen kooper of verkooper zal de bevoegdheid hebben zijne koopwaren te doen wegen in de waeg of te meten met den halven hectoliter, geplaetst in het gemeenten huis, ten welken einde de gezworen meter door het college van burgemeester en schepenen aengewezen zal worden.
316
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
De persoonen die granen of aerdappelen verkocht hebben zijn gehouden, hiertoe aenzocht zijnde, er den verkoopprijs aen den beambten van politie kenbaer te maken. Art. 13 – De kooplieden in drogerijen, die zich zullen willen stellen op de openbare plaetsen, zullen voorafgaendelijk moeten bewijzen van hun recht tot het verkooping der drogerijen of geneesstoffen, en zullen in geval zich moeten plaetsen alwaer hun eene plaets aengewezen zal worden door het plaetselijk bestuer, even als de liedekens zangers, koorddansers, spel of kunstvertooners en verders alle andere die het bestuer goedvinden zal. Art. 14 – Alle geluk of lotspelen met de kaert, teerlingen of op andere prijzen zijn verboden. Art. 15 – De overtredingen aen de schikkingen van het tegenwoordig reglement voor dewelke er geen bijzondere straffen uitgedrukt zijn door de wetten of reglementen, zullen gestraft worden met een boet van eenen frank tot tien franken en veertig centiemen; Art. 16 – Te rekenen van den 1 January 1851zal niemand op de publieke plaetsen van openbare markt of straten dezer gemeente waren mogen ten toon stellen of verkoopen dan alvorens hij elke week ter plaetse betaelt een recht vastgesteld door den volgende tarief: Voor eene gewoonlijke mand of korf: 04 C. Voor eenen zak of korrewagen: 08 C. Voor eene karre: 16 C. Voor eene wagen: 32 C. Voor waren op den grond of tegen den muer geplaetst, per meter lengte: 02 C. Voor waren op schraven of tonnen, per meter vierkant: 03 C. Voor varkens, par hoofd: 08 C. Er zal geen staengeld geeischt worden voor allen slach van granen, vlas, boter, kaes, eyeren, garens, kiekens, duiven, konijnen of dergelijke dieren, vogelen of ander wild. Art. 17 – Den invordering van het recht zal mogen publiek verpacht of door eenen beambten van wegens het bestuer ter plaetse ontvangen worden. Art. 18 – Alwie in eenige manieren zich zoude tegenstellen aen den ontvangst van het recht, die welke zouden beledigen of mishandelen den pachter of den aengestelden tot den ontvangst, zal vervolgd en veroordeelt worden als zich stellende met geweld tegen de invoerdering der publieke penningen. Art. 19 – Alle geschil, welk door het ontvangen van het plaetsrecht zoude kunnen voorkomen, zal door het plaetselijk bestuer beslist worden, alsmede alle andere kwestiën, behoudens alle andere vervoeging bij de competente rechtbanken. Art. 20 – Alle overtredingen, weigering van betaling zullen gestraft worden door de rechtbank van enkele politie tot eene boete van eenen frank tot tien franken en veertig centiemen. Art. 21 – Alle de overtreding die op het geluid der bel, dat zal plaets hebben op de gestelde ueren door het reglement, in huizen zal bevonden worden, mits hunne kuipen, korven of andere koopwaren zullen verwezen, voor de eerste mael tot eene boet van 1 frank tot 5 franken, en voor de tweede mael van 5 franken tot 15 franken. Art. 22 – Alle koopwaren die buiten den waeg zullen gewogen worden zullen in voordeele van den bureele van weldadigheid der gemeente Londerzeel in beslag genomen worden, waervoor dezen bureele aen de adjucatoren het dobbel waegrecht zal betalen. Art. 23 – Allen persoon die eenige hoegenaemde ter markt komende waren ten zijnen huize zal wegen, zal voor de eerste mael tot een boete van 4 tot 8 francs, en voor de tweede mael van 8 tot 15 francs verwezen worden. Art. 24 – Alle persoonen die hunne waren op eenen marktdag op een andere plaets dan op de markt zullen verkoopen, zullen verwezen worden zoo als degene die dezelve voor dat de uer
317
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
der markt geluid is zullen verkoopen, tot eene boete voor de eerste reize van 3 tot 5 francs en voor de tweede mael van 5 tot 10 francs. Art. 25 – De Ambtenaer van Politie en de veldwachter zijn voor zoo veel het hun aengaet met de uitvoering van het tegenwoordig reglement belast. Nadat hetzelve goedgekeurd zal zijn door de aenhoudende deputatie van den provincialen raed zal er gelijkvormiglijk aen het 7 § van artikel 78 der gemeente wet een afschrift ter griffie van de rechtbank van eersten aanleg en van het vredegerecht gezonden worden. Aldus gedaen in zitting van den gemeentenraed van Londerzeel den 9 Meert 1852. UC - 13/3/1852 (Kort) Op 17/2 vroegen wij u of u de bijstandwoonst van Egide Verbruggen wilde erkennen. Gelieve ons dringend te antwoorden. UC - 13/3/1852 (Kort) Op 17/2 vroegen wij u of u de bijstandwoonst van Marie Monique Maerevoet wilde erkennen. Gelieve ons dringend te antwoorden. UC - 16/3/1852 (Vertaald) De Visscher Jean Henri, milicien 1850, dienende bij het 2de regiment jagers te voet, niet uit verlof weergekeerd op 18 februari 1852, heeft op 13 maart zijn regiment vervoegd. UC - 16/3/1852 (Vertaald) Mijnheer de commissaris. Gelieve met drager dezer brief de twee gouden medailles mee te geven die werden toegekend aan dokter Oomen en de heer Leys, pastoor onzer gemeente, evenals de kopies van het desbetreffende Koninklijk Besluit. UC - 18/3/1852 (Kort) Pierre Jean Piessens, dagloner, geboren in Liezele in 1806, gehuwd in Londerzeel en er komen wonen op 7 november 1851, wordt er ondersteund. Erkent Liezele zijn bijstandwoonst? UC - 23/3/1852 (Kort) De namen van de miliciens die op 4 maart 1852 door de militieraad in Brussel een jaar of definitief uitstel gekregen hebben, werden in Londerzeel op de zondagen 14 en 21 maart geafficheerd en gepubliceerd. UC - 23/3/1852 - Eerwaerdige heer. Den heer Arrondissements Commissaris van Brussel bij zijnen brief van 12 dezer maend N° 1249, heeft het plaetselijk bestuur doen kennen dat de Koning bij zijn besluit van .... den Uwe eerwaerde eene goude medalie heeft toegestaen voor dezelf opoffering waervan gij blijkteekens hebt gegeven toen de cholera onder onze inwooners heerschte. Gevolgentlijk hebben wij de eer uwe eerwaerde uit te noodigen de voormelde medalie den 25 dezer maend om 3 ueren namiddag in het gemeente huis in volle zitting van den gemeenten raed te komen ontvangen. GR - N° 35 Séance du 25 Mars 1852 Où étaient présents Messieurs Van Assche, Van Ruysevelt, echevins, Verbesselt, Scheers, Verheyden, Van Doorslaer, Goossens, Hermans, Verhofstadt, Goossens, membres, et J.J. De Cat, secrétaire. (Vertaald) De gemeenteraad komt in buitengewone zitting bijeen naar aanleiding van brief 1249 van 12 dezer vanwege de arrondissementscommissaris. Aanwezig zijn ook eerwaarde pastoor Leys en dokter Oomen, allebei wonend in Londerzeel, die bij koninklijk besluit een gouden medaille hebben gekregen voor de toewijding waarmee zij onze inwoners hebben gediend ten tijde van de cholera-epidemie.
318
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
De heer Van Assche, dienstdoend burgemeester, heeft de genoemde heren Leys en Oomen in de zittingszaal laten binnentreden en heeft hen, na hen vanwege de regering voor hun inzet te hebben gefeliciteerd, de eretekens plechtig overhandigd. UC - 26/3/1852 (Kort) De twee gouden medailles werden op 25 maart plechtig aan de heren Leys en Oomen overhandigd voor hun inzet tijdens de cholera-epidemie. UC - 27/3/1852 (Kort) Betreft bijstandwoonst Egide Verbruggen. Hombeek is bereid de kosten sedert 17 februari terug te storten maar erkent niet de bijstandwoonst. UC - 27/3/1852 (Kort) Geen enkele burger van Londerzeel betaalt 2116,40 fr. directe belastingen. Het hoogste bedrag beneden deze som bedraagt slechts 250,38 fr. UC - 27/3/1852 (Kort) De kerkfabriek is niet tevreden met de inhoud van het Memoriaal Administratif N° 43. UC - 29/3/1852 (Samengevat en vertaald) De miliciens van de lichting 1852 moeten op 1 april om 9 uur hun korps in Brussel vervoegen. Van Thienen Jan Baptist, een uitgestelde van vorige jaren, maar op 4 maart door de militieraad in Brussel bekwaam tot de dienst bevonden, heeft zijn papieren niet gekregen. Voor 25 maart heeft hij zich bij de plaatselijke administratie gemeld op een certificaat ‘weduwensteun’ te krijgen, wat hem geweigerd werd omdat zijn familie wordt ondersteund door het weldadigheidsbureel. De administratie heeft besloten dat deze milicien geen enkel recht op vrijstelling heeft. UC - 2/4/1852 - Monsieur. Nous avons l’honneur de vous faire parvenir ci joint une déclaration délivrée par nous en faveur du milicien De Visscher constatant qu’il n’avait pas recu l’ordre de rejoindre son corps lorsque nous avons recu son signalement et qu’ainsi il ne merite aucune peine de s’être rendu trop tard sous les drapeaux. UC - 2/4/1852 (Kort) Betaal dringend de kosten die we maakten voor François Emmerechts, die in uw gemeente woont, maar desondanks van u geen enkele genoegdoening heeft gekregen. UC - 2/4/1852 (Vertaald) Benoit Verspreet, maalder, Louis Segers, handelaar, Henri Van Humbeeck, handelaar, en vele andere inwoners van Londerzeel hebben zich op 30 maart in het gemeentehuis ingeschreven om klacht te doen over het feit dat de weg van groot verkeer Merchtem-Mechelen op het grondgebied van uw gemeente in zo’n erbarmelijke staat verkeert dat hun koopwaren niet tot bij hen thuis kunnen worden vervoerd. Ze hebben ons gevraagd, mijne heren, om u uit te nodigen zo snel mogelijk de noodzakelijke herstellingswerken uit te voeren. De klagers betalen de volledige taks die door de bareel wordt gevraagd en zijn van plan om zich tot de heer Gouverneur te wenden indien deze herstellingen niet zonder verwijl gebeuren. UC - 2/4/1852 (Kort) De familie Victor Eeraerts is in Londerzeel komen wonen op 23 oktober 1848. GEBOERS 3/4/1852 Den 3e april stierf E.H. Carolus Leys, pastoor, een mensch van grooten "iver" en buytengewone sterkte.
319
Kroniek van Londerzeel 1826 - 1853 - Gemeentelijk Archief, bewerkt door Louis De Bondt.
UC - 6/4/1852 (Kort) Voordracht van 2 kandidaten voor de post van veldwachter die vacant is gekomen door de afzetting van Jan Baptist Lathouwers, bij arrest van de gouverneur dd. 18/3/1852 ref. N° 48618C3968. GR - N° 37 Séance du 6 Avril 1852 (Vertaald) Aanwezig Joseph Van Assche en Jean.François Van Ruysevelt, schepenen, Charles Louis Van Doorslaer, Louis Scheers, P.J. Goossens, J.F. Verhofstadt, J. Hermans, A. Goossens, G.L. Verheyden, raadsleden, en J.J. De Cat, secretaris. De raad, in buitengewone zitting bijeen gekomen om, conform artikel 129 van de gemeentewet, kandidaten voor te stellen voor de plaats van veldwachter, vacant gekomen door de afzetting van de Heer Jan Baptiste Lathouwers (door besluit van de gouverneur nr. 48618C3968 van 18 maart). Overwegend dat het belangrijk is om deze onmiddellijk te vervangen. Gezien de lijst van kandidaten die zich voor deze functie hebben aangemeld. Overwegend dat deze lijst slechts twee personen bevat waarvan het gedrag, zedelijkheid, bekwaamheid en opleidingsniveau voldoende zijn om de functie naar behoren uit te kunnen oefenen, te weten: De heer Janssens Ferdinand Antoine, geboren in Londerzeel op 16 januari 1818, die als soldaat gedurende 8 jaren gediend heeft bij het 3deregiment artillerie, die kan lezen en schrijven, een zeer goed gedrag bezit en een goede zedelijkheid, en het ambtsgebied zeer goed kent. De heer Meeus Pierre Jean, geboren in Londerzeel op 25 juli 1816, die eveneen