Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Autreur:
Louis De Bondt
Research:
Louis De Bondt
Gedrukt bij:
Create My Books
Louis De Bondt
Overname is vanzelfsprekend toegestaan mits vermelding van de naam van de auteur en uitgever D/2021/Louis De Bondt.
2
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Ik zou mij zelf zeker geen genealoog durven noemen, zelfs geen amateur-genealoog. Maar ik heb wel zeer veel oude papieren gezien en dikwijls getranscribeerd 1. En daarbij zijn mij enkele dingen opgevallen. Dit boekje bevat de volgende rubrieken. 1. Hoe creatief men in de 16de, 17de en 18de eeuw in Londerzeel, Malderen en Steenhuffel eigennamen noteerde. Naamgeving was toen verre van een exacte wetenschap. Sommige griffiers verdenk ik er zelfs van dat ze er een erezaak van maakten om (ja zelfs in hetzelfde document) een eigennaam op zoveel mogelijk verschillende manieren te kunnen schrijven. Lang geleden heeft men in de Noordelijke Nederlanden deze varianten geüniformeerd. Dat had men beter ook bij ons gedaan en dan had ik dit stichtende artikel over wolfijzers en schietgeweren niet moeten of kunnen schrijven. 2.
Opmerkelijke aantekeningen in de Londerzeelse parochieregisters. Als op het schrijven aankwam waren de meeste pastoors vroeger niet erg informatief. Men moet al wat geluk hebben om in de oudste registers naast de naam van de boreling ook die van de moeder aan te treffen. Alle extra informatie is dus meegenomen en belangrijk genoeg om er een speciaal (zij het kort) artikeltje aan te wijden. Ik heb ze weliswaar niet zelf gevonden maar geselecteerd uit bewerking van Luc Annaert van de parochieregisters van Londerzeel (periode 1635-1800). Die mens kan nooit genoeg worden gewaardeerd voor al hetgeen hij (als Antwerpenaar) al voor het immateriële erfgoed van Londerzeel heeft gedaan.
3. Om van deze deprimerende lectuur (want die speciale aantekeningen gaan vooral over miserie) wat te bekomen volgen nu een paar mooie handtekeningen (met de klemtoon op tekeningen) waarmee sommige van onze voorouders hun belangrijke papieren signeerden. Het zijn er helaas niet veel. 4. Na een aangekondigd controlebezoek op 15 september 1892 was de arrondissementscommissaris allerminst tevreden over de werking van de Burgerlijke Stand van Londerzeel. Bovendien was burgemeester en huisdokter Petrus van Assche te lang opgehouden tijdens zijn dagelijkse ziekenronde en niet aanwezig. Hij heeft zich achteraf serieus en per brief moeten verdedigen. Gelukkig is die bewaard gebleven. 5. Het was schrikken toen de meester mij in de lagere school vertelde dat mijn verre voorouders apen waren of alleszins iets wat daar redelijk goed op leek. Wel mensen, vergeet Darwin en zijn evolutietheorie en lees hoe ikzelf – bij wijze van voorbeeld – zowel langs vaders- als moederszijde, in 155 stappen, zonder hiaten, en gebaseerd op doorgaans serieus geachte geschreven bronnen, mijn afstamming van Adam en Eva kan bewijzen. Jullie kunnen dat ongetwijfeld ook... Waarmee ik de wetenschappelijke relevantie van stamboomonderzoek toch een beetje in twijfel trek. Maar een fijne hobby blijft het vast en zeker.
1
Toch even vermelden dat dit onder meer resulteerde in een ‘Personenregister van Groot-Londerzeel, 12801650’. Dat is dus van de periode toen er nog geen of amper parochieregisters bestonden. Daarin staan de namen van al de personen die ik in de oude volkstellingen, leen- en cijnsboeken, registers van de schepenbanken enz. (samen meer dan 72 originele lokale bronnen) aangetroffen heb, samen met de familiebanden en alle informatie die van nut kan zijn om hen te kunnen identificeren en iets meer over hun leven, werken en bezittingen te weten te komen. Helaas is dit werk vanwege het volume en de vele kolommen onmogelijk af te drukken, maar het digitale bestand kan op de archiefdienst van de Gemeente Londerzeel geraadpleegd en op speciale vraag bekomen worden. 3
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
4
Louis De Bondt
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzeoek
5
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
NAAMGEVING IN LONDERZEEL IN DE 16de , 17de en 18de EEUW
Personen die naar hun wortels zoeken, met name de genealogen onder ons, dienen zich bewust te zijn van de struikelstenen die hen op hun bochtige pad te wachten liggen. Het geven van namen was in onze streken tot voor kort nog geen exacte wetenschap. In diverse bronnen wordt dezelfde persoon niet altijd met dezelfde naam benoemd. Het bijhouden van doopsel, verloving, huwelijk en begrafenis werd pas door het concilie van Trente (1545-1563) uitdrukkelijk verplicht. Door de troebelen van de 80-jarige oorlog (15681648) werden die voorschriften slechts laattijdig opgevolgd. De ene pastoor was bovendien al wat vlugger van aannemen dan de andere. Onze parochieregisters beginnen dan ook niet allemaal op hetzelfde moment. Vanaf circa 1630 werden ze op de meeste plaatsen wel redelijk zorgvuldig bijgehouden. Al mag de stamboomonderzoeker zich al gelukkig prijzen als naast de naam van een boreling ook de naam van de moeder wordt vermeld. Later (met de Franse revolutie, hier vanaf 1797) werd de registratie van geboorten, huwelijken en overlijdens door de burgerlijke stand van de gemeente overgenomen. Na een moeizame inloopperiode bleek dit uiteindelijk toch een hele vooruitgang te zijn. Voor de periode voor 1630 zijn we op andere bronnen aangewezen. De documenten van de schepenbank (vierschaar) kunnen ons heel wat informatie over onze voorouders geven. Deze banken traden niet alleen op als rechtbank maar ook als notaris en kwamen tussenbeide bij transacties van eigendommen en erfenissen. De oudste documenten werden echter dikwijls tijdens de geuzenopstanden vernield. In het begin van de 17de eeuw werd wel vlug opgeschreven wat men zich nog van de oude tijden herinnerde. De overgebleven archieven van de Schepenbank van Londerzeel verschaffen ons namen vanaf 1555 (ze werden grotendeels door Gaston Roggeman bewerkt). De documenten van de Schepenbank van Steenhuffel (die tot 1559 ook over Malderen zeggenschap had) gaan tot 1400 en vroeger terug en worden sinds kort systematisch doorgenomen (volledig transcriptie is te vinden op de site http://users.telenet.be/Londerzeelvroeger/).
Wolfijzers en schietgeweren. Tijdens mijn eigen opzoekingen in de oude Londerzeelse pampieren ben ik op volgende complicaties gestoten. 1. De veeltaligheid van onze registers. Vooreerst dienen we ons goed te realiseren dat we ons in een ingewikkelde streek van onze aardbol bevinden. De taal (niet alleen de spelling) die in de verschillende officiële documenten gebruikt werd is niet altijd dezelfde geweest. De documenten van de schepenbanken en de vroegste volks- en havetellingen gebruikten het Middelnederlands en dikwijls zelfs de roepnaam van de ingeschreven persoon. De pastoors noteerden doorgaans alles in het Latijn. Na het einde van het Ancien Regime werden in de registers van de Burgerlijke Stand aanvankelijk nog de Latijnse voornamen gebruikt maar al snel door hun Franse equivalenten vervangen. Later werden dan weer de Nederlandse voornamen genoteerd.
6
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Hieronder een lijstje van de meest opmerkelijke "synoniemen" Latijns Frans Nederlands Adriana Adrienne Adriana Amelberga Amelberga
Angelus Antonia Arnoldus Barbara Benedictus Catharina Clara Claudius Christianus Christophorus Christophora Egidius Elisabetta Gasparus Gerardus Gertrudis Godefridus Gregoria Gregorius Guilielmus Helena Henricus Hieronimus Hubertus Jacoba Jacobus Joanna Joannes Judocus
Ange Antoinette Arnould Barbe Benoit Cathérine Claire Claude Crétien Chrystophe
Judoca Laurentius Leonardus Livina Ludovicus Marcus Maria Martina Martinus Paschasius Paulus Petronella Philipina
Josine Laurent Léonard
Engelbertus Antonette Aernout Barbele Benedikt Katelijne Clara Gelande Christiaen Christoffel Christoffelijne Gillis of Gielis Elisabet Gaspard Geeraerd Geertruy Godfried Gregoria Joris Willem Helena Hendrik Jeroen Huybrecht Jacoba Jacob Johanna Jan of Hans Judocus
Gille Elisabeth Jaspar Gerard Gertrude Godefroid Georgine Georges, Gregoire Guillaume Hélène Henri Jerôme Hubert Jacqueline Jacques Jeanne Jean Josse
Josijne Lauwereys Leonard Livina Lodewijk
Louis Marc Marie Martine Martin Pascal Paul Petronille Philipine
Maria Martina Maarten Pauwel Peternel Philipina 7
Louis De Bondt
Londerzeels Naentjen Amele (maar Amele staat soms ook voor Anna) Ingel Thonijnken Aert Beyken, Berbel Benedikt Lijnken Claerken Gelande Kerstiaen Stoffel Stoffelijne Gielen Lijsbet, Liesken Jasper Geert, Geerden Truyken Govaert Jorijne Goris Guilliam Heylken Hennen Jeroen Huybrecht Jacomijne Jacob Jenne of Jenneke Joes Joos (maar soms ook Joes) Sijnken Leenaert Livijnken Lonijs Merck Maaiken Martijnken Merten Passchier Pauwel Perijnken, Nelleken Lopijnken of Lupijnken
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Latijns Rumoldus Sebastianus Stephania Susanna Wencislana
Frans
Nederlands Rombout Sebastiaen Stevijne Suzanna Wendele
Sébastiaen Stephanie Susanne
Louis De Bondt
Londerzeels Rombout, Rommen Bastiaen Steynken Suzijnken Windelijne
2. Verkeerd gehoord, gelezen of geschreven. We moeten ons er ook goed bewust van zijn dat de mensen in vroegere eeuwen niet zo geletterd waren als wij. Hoe een naam genoteerd werd hing in hoofdzaak van de schrijver af. Tijdens de eerste jaren van het bewind van een nieuwe pastoor is de schrijfwijze van bepaalde familienamen werkelijk desastreus te noemen. Logisch. Probeer als pas afgestuurde seminarist uit pakweg Zichen-Zussen-Bolder maar eens te begrijpen wat een trotse, voldane en mogelijk ook “volgedane” jonge Lonnesiejelse vader met de naam Moeyersons te vertellen heeft als hij zijn pasgeboren dochtertje komt laten dopen. De schrijfwijzen Moyensoens, Moesoms, Moeysons en Moyson zijn dan een aantal van de meest voorkomende varianten. Ook de verschillende verschijningsvormen van de namen Obus, Hobus, Nobus, Piessens en Spiessens zijn ongetwijfeld aan een slecht functionerend oor of spraakorgaan toe te schrijven. Spijtige misverstanden Op 2 juni 1826 overleed in Steenhuffel een dochter van Catharina Van Zijkbroek, echtgenote van Petrus Van de Voorde waarvan we sterk vermoeden dat dit een Van Zeghbroeck is geweest. In het midden van de 19de eeuw ging Steenhuffelnaar Carolus Ludovicus Duchêne (Van Eyck) zijn geluk in Malderen beproeven door er met Maria Anna Segers te trouwen. Wellicht heeft hij het er ook gevonden. Zijn kinderen Angelina en Pieter Jozef hebben echter hun hele leven lang Du Chien (Van den hond) moeten heten en werden er ook onder die naam begraven. De eerste jaren van de burgerlijke stand, toen de administratieve taal het Frans werd en de klerken uit het verre Brussel moesten komen of onze mensen inderhaast nog wat Frans moesten leren, zorgden uiteraard niet voor een opmerkelijke verbetering. Op 14 november 1810 werd Jacques, het zoontje van Petrus Joannes Meys en Maria Theresia Roelants door de klerk van Steenhuffel verkeerdelijk als Jacques Jemelle geregistreerd. Gelukkig is zijn tweelingzusje Rosalie (jumelles = tweeling) een dergelijk lot bespaard gebleven. Ook bij het overschrijven werden veelvuldig fouten gemaakt De Bont, de Hont / De Bondt en De Budt / Van Nuffel en Van Uffel / Vermaesen, Vermoesen / Tierens en Fierens / Hermans, Heremans, Meremans, Meiremans / Lauwens en Lauwers / Van Haelen en Van Baelen / De Backer en De Becker / Verspeckt en Verspecht / Schelfort en Schelfhout / Van Werchtere, De Werchtere en De Wachter. De schrijfwijzen van Marievoet moeten we de lezer, vanwege plaatsgebrek, onthouden. 3. De vele varianten van de genitief of van de van-vorm. We weten allemaal dat in onze familienamen zowel de varianten Van de, Van den en Van der aangetroffen worden. Dikwijls wordt Vander ook tot Ver verkort. De eigennamen Van der Stappen en Verstappen, Van der Meulen en Vermeulen, Vanderlinden en Verlinden, Van de Voorde en Vervoort... zijn in feite identiek. 8
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Een beetje ervaring helpt om bovenstaande problemen snel te onderkennen. Ingewikkelder wordt het als met het verstrijken van de generaties de genitief-s wordt toegepast. De zoon van Jan wordt dan Jansone of wel "die van Jan" of Jans, geheten. Zijn zoon heet dan weer de zoon van Jans oftewel Janssone of Janssen; nog een generatie later treffen we dan misschien de vorm Janssens aan. De kinderen van De Lathouwer heten dan "die van Lathouwer" of Lathouwers, (of zelfs Slathouwers) maar niet altijd. Eigenlijk had het geen belang, zolang men maar wist wie men bedoelde. Zo heeft, diep in de 19de eeuw, champetter (De) Lathouwer(s) zijn processen verbaal, al naargelang zijn stemming, nog met beide varianten ondertekend. Veel moeilijker wordt het als de verschillende schrijfwijzen niet met dezelfde beginletter beginnen. Zo bestond er ook een genitief (= van) vorm waar de s vooraan werd geschreven, en waar de begin-s zelfs door een andere letter werd aangevuld. Aanvankelijk (tot in het begin van de 17de eeuw) stond dit doorgaans (maar niet altijd) voor de vrouwelijke of kinderlijke variant van een eigennaam. Daarna zijn ze hun eigen leven gaan leiden. Voorbeelden: Mijnheer De Wachter en mevrouw of kindje Swachters (als ‘die van De Wachter’ te lezen). Mijnheer De Bonte en mevrouw Sbonten. De Huysheere, Shuysheere, Tsuysheere... De Mayer, Smeyers De Smet, Smets De Bie en Sbien De Bleser en Sblesers Eeraerts en Tseraerts De Haen en Shaenen De Lathouwer en Slathouwers 4. Nieuwe spelling of nieuwe uitspraak, nieuw woordgebruik. Vermoedelijk heeft geen taal ter wereld zo dikwijls een andere spelling gekregen dan ons eigen Vlaams. Het aantal keren dat sedert 1830 een “c” door een “k” werd vervangen (en 20 jaar later terug door een “c”) is niet te tellen. De taalcommissie en de taalkommissie hebben geen van beide stilgezeten. Het feit dat, na het vertrek van de Hollanders in 1830 – en in afwachting dat het Frans hier de officiële bestuurstaal werd – uit rancune naar het oude Vlaamsch werd teruggegrepen, heeft ook zijn invloed op de schrijfwijze van onze familienamen gehad. Naast de “modernere” Nederlandse variant is hier doorgaans ook de middeleeuwse variant bewaard gebleven. - De uitgangen aars, aers en aerts, icks, iks, ix en icx, ck en k. - Een lange klank werd vroeger met een toegevoegde i of e aangeduid Van Oisten werd Van Oosten Buelens werd Bulens en bleef Buelens Vermoesen moet eigenlijk als Vermoozen uitgesproken worden maar is klankmatig ook Vermoesen geworden. Dit terwijl voor de oorspronkelijke klank nu Vermosen geschreven wordt. Moelemans (uitgesproken Molemans), dialect zelfs Meulemans Boykens en Boeykens - Z of S: vb Zande, Sande, Zegers, Segers - F of V: vb Franckaert en Vranckaert, Francks en Vranckx, Veerens werd Fierens - Andere: Ruychevelt en Ruysevelt; Williams, Willaems, Willams en Willems
9
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Een typisch geval van hoe een naam mee evolueerde met het taalgebruik is TEUGELS dat vroeger (16 en begin 17de eeuw) nog als De Tengel werd geschreven en uitgesproken (Tengel en Teugel hebben dezelfde betekenis). Ook de evoluerende schrijfwijze van de verkleinvormen hebben hun invloed op de naamgeving gehad. Zo bijvoorbeeld Scheltiens (uitgesproken als Scheltjens) en Schelkens; Reyntiens, Reyntjens en Reynkens 5. Klankverschuivingen. Een bijkomend fenomeen, hoofdzakelijk tot de plaatselijke dialecten terug te voeren, zijn de veelvuldig voorkomende klankverschuivingen die in onze familienamen terug te vinden zijn. De meest voorkomende klankverschuiving is die van de ee naar de ei. Scheers wordt in het dialect uitgesproken als Scheirs en soms ook zo geschreven. Dit terwijl ook de oorspronkelijke vorm is blijven bestaan. Andere voorbeelden: Klankverschuiving EE naar EI Vermeren en Vermeiren; De Beer en De Beir Klankverschuiving van O naar OE De Bock en De Boeck; De Cock, Coucke, Coeck Klankverschuiving van OO naar EU Van Loven, Van Leuven; Van Molders, van Meulders; Vermolen, Vermeulen; Van de Meutere, Van de Moortere, Van de Moortele Klankverschuiving EE naar IE Peeters, Pieters Diverse iets ingewikkelder klankverschuivingen De Greve, De Greef, De Groef en De Groof. De Mayer, De Meyer; De Muyer, De Nayer, De Nuyer Baeyens en Buyens Van Impde, Van Um, Van Nummes, Van Nimmen, Vernimmen, elders zelfs Impens Goens en Guns Moons en Moens Machiels en Michiels Moernay, Moernault, Moerenhout Van Crombruggen, Vercrommen, Vercammen Claerbout, Cleirbout, Cleerbout en Clerbout De oorspronkelijke naam Van AUDERENHAGE werd Van AUDERA en (in dialect) VAN AUWERA Causbroeck en Caesbroeck De Decker en Diddekens 6. De mens en zijn gemak. In Londerzeel en Buggenhout woonde in de 16de en 17de eeuw een familie Van Oostenrijk. Vooraleer tot het besluit te komen dat ze nu uitgestorven is moeten we bedenken dat de naam al spoedig tot Oosters of Van Oosten werd afgekort. Van Diepermeren werd Vermeren Andere namen die een beetje lijken op mekaar maar aan personen van dezelfde familie gegeven werden: Coveleers en Covens; Coomans en Cooremans; Leeuwaerts en Van Leeuwen; Paridaens, Perdaens en Parduyns; Goemans en De Goede; Verheyden en Verheyen; Van D'Helm werd
10
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
(soms) Van Delm; Van (den) 2 Hove en Verhoeven; Van Gehuchte werd Van Gucht; Van Lierde werd soms Van Lier; Eliaerts werd Elias; Pauly, dat bestond als afzonderlijke naam, werd soms Pauwels (Pauly is dan ook een variant van de de Latijnse genitief Pauli); Derblommen en Vanderblommen werd Blommaert(s); Van Bornem werd Borms; Van den Breede werd Van Breem; Van Ginderdeuren werd (soms) Van Ginderen; Van Gindertaelen werd vander Taelen; Andries werd dikwijls gewoon Dries; Seldeslagh en Selleslach … Sommige vereenvoudigingen hebben ook voor echte misverstanden gezorgd. Zo worden de apart van elkaar bestaande namen Van Haelen en Alens dikwijls door elkaar gebruikt en bovendien zelfs verkeerd als Van Baelen geschreven Het achtervoegsel -Mans Van Daele en Daelemans - Van de Put, Putman, Puttemans - Van Schel en Schellemans - Van Meulder en Meuldermans 7. Voorkinderen. Natuurlijke kinderen kregen, tenzij ze direct door de vader erkend werden, de familienaam van de moeder. Bij een later huwelijk konden ze de naam van de (stief)vader krijgen maar dat werd niet altijd in de geboorteregisters bijgeschreven. 8. De aliassen. Genealogie wordt pas echt spannend of met andere woorden een detectiveverhaal als men met aliassen te maken heeft. Voor Groot-Londerzeel hebben we in de 72 onderzochte lokale bronnen (registers van de schepenbaken, parochieregisters, leen- en cijnsboeken enz.) volgende aliassen gevonden (de namen staan gerangschikt volgend het hoofdbestanddeel van de familienaam. Alias 2
genoemd te
in
Familienaam
Voornaam
Alias 1
Ackere (van)
Gielis
Lysensoen
Malderen
1470
Aerts
Hendrick
Mertens
Londerzeel
1545
Londerzeel
1600
Aken (van)
Adriaen
Zoetemont
Suetmans
Amelricx
Daneel
Boykens
Malderen
1505
Anderlecht
Claes, Margriete
Moyensoen
Steenhuffel
1536
Andries
Agneese, Stoffel
Smeets
Londerzeel
1530-1580
Arents
Symoen
Dilve (vanden)
Malderen
1460
Asbroeck (van)
Jan, Willem
Maes
Malderen
1510
Asbroeck (van)
Joos
Nayere (de)
Malderen
1510
Assche (van)
Digna, Willem
Grimberghen (van)
Mollem
1530 1477 1702
Backer (de)
Jan
Torren
Malderen
Baeck (de)
Jan
Smedt (de)
Londerzeel
Baten
Peeter
Horendonck (van)
Horenbosch (inden) Malderen
Batthele (van)
Jan sr, Jan jr
Wiele (vande)
Wijckt (ver)
Beken (vander)
Willem
Peerts
2
1530
Liezele
1539
Londerzeel
1525
Het verschil tussen Van Hove en Van den Hove, Van Steen en Van der Steen, is terug te voeren op een interpretatiefout van onze voorvaderen. Vande, Vanden en Vander werden in de middeleeuwen afgekort als Vañ, hetgeen later niet altijd meer begrepen werd. 11
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
genoemd te
in
Goossens
Steenhuffel
1520 1525
Familienaam
Voornaam
Alias 1
Beken (ver)
Margriete
Alias 2
Bertels
Peeter
Jacops
Steenhuffel
Beyst (ver)
Joos
Eynde (vanden)
Malderen
1501
Bleser (de)
Jan
Clinckaert
Londerzeel
1595
Bleser (de)
Joos, Peeter, Stoffel
Lindemans
Londerzeel
1645
Boels
Cathlijne, Jan
Hofstadt (vander)
Steenhuffel
1565
Bommers
Jenneken, Philips
Watere (de)
Londerzeel
1560
Borght (vander)
Lanceloet
Cuyper (de)
Peizegem
1530
Boterkoeck
Matthijs
Linden (ver)
Londerzeel
1604
Boykens
Daneel
Amelricx
Malderen
1505
Breeckpot
Daneel
Joos
Steenhuffel
1550
Bruggen (vander)
Cathelijne
Coutere (vanden)
Steenhuffel
1510
Bruggen (vander)
Gielis
Sneppelaer (van)
Londerzeel
1427
Bruggen (ver)
August, Jacob, Jan, Karel, Kathlijn
Decker (de)
Londerzeel
1559
Busken
Margriet, Michiel, Peeter
Schoeman
Steenhuffel
1466-1620
Busschinck
Amand, Jan, Peeter
Thymmermans
Malderen
1470
Cappelman
Jan
Kersbeke (van)
Londerzeel
1592
Cattenbroeck
Jan
Havert (ver)
Malderen
1668
Ceulemans
Jenneken
Meren (ver)
Londerzeel
1586
Clerck (de)
Gillis
Eeckhout (van)
Londerzeel
1440
Clerck (de)
Jan, Maria
Plecker (de)
Londerzeel
1524
Clercq (de)
Joos
Pape
Steenhuffel
1639
Cleye (vander)
Gillis
Linthout (van)
Londerzeel
1430
Clinckaert
Jan
Bleser (de)
Londerzeel
1595
Cools
Frans, Jan sr, Jan jr, Peeter
Noortgeest
Londerzeel
1630 1639
Coorens
Andries
Smet (de)
Steenhuffel
Coppens
Aert,Coenraet,Jan, Joos
Ruycevelt
Steenhuffel
1577
Coppens
Jozijne
Velde (vanden)
Buggenhout
1462
Coppijns
Claes
Nijvele (van)
Londerzeel
1493
Coster (de)
Willem
Dom
Steenhuffel
1400
Coutere (de)
Gillis
Lathouwere (de)
Steenhuffel
1321
Coutere (vanden)
Cathelijne
Bruggen (vander)
Steenhuffel
1510
Crabbe
Jan
Dielkens
Londerzeel
1558
Custere (de)
Barbara, Pauwel
Kerstijnen
Londerzeel
1554
Cuyper (de)
Lanceloet
Borght (vander)
Peizegem
1530
Decker (de)
August, Jacob, Jan, Karel, Kathlijn
Bruggen (ver)
Londerzeel
1559
Dielkens
Jan
Crabbe
Londerzeel
1558
Diericx
Gillis
Vogeleer (de)
Steenhuffel
1564
Dieven (van)
Jan
Eynde (vanden)
Londerzeel
1587
Dilve (vanden)
Symoen
Arents
Malderen
1460
Dom
Willem
Coster (de)
Steenhuffel
1400
Dooreghem (van)
Peeter
Wouters
Londerzeel
1576
Duyst (van)
Gijsbrecht
Gijzeghem (van)
Malderen
1450
Eeckhout (van)
Gillis
Clerck (de)
Londerzeel
1440
12
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Alias 2
genoemd te
in
Familienaam
Voornaam
Alias 1
Ekeman
Cornelis
Waggels
Oppuurs
1589 1557
Elsbroeck (vander)
Peeter
Haghen (vander)
Brussel
Esbeke (van)
Antoen, Hendrick
Haghen (vander)
Londerzeel
1547
Eynde (vanden)
Jan
Dieven (van)
Londerzeel
1587
Eynde (vanden)
Joos
Beyst (ver)
Malderen
1501
Fijts
Jan
Plecker (de)
Londerzeel
1524
Fobe
Gielijs
Mans
Malderen
1470
Gehuchte (vanden)
Gillis, Jan
Tielens
Londerzeel
1430
Gijzeghem (van)
Gijsbrecht
Duyst (van)
Malderen
1450
Ghersmoertere (van) Jacob
Schotte
Steenhuffel
Goossens
Amele, Jan, Matthijs
Maes
Malderen
Goossens
Margriete
Beken (ver)
Steenhuffel
1520
Grimberghen (van)
Digna, Willem
Assche (van)
Mollem
1530
Gyselbergh
Hendrick
Spira
Steenhuffel
1500
Haghen (vander)
Antoen, Hendrick
Esbeke (van)
Londerzeel
1547
Haghen (vander)
Peeter
Elsbroeck (vander)
Brussel
1557
Halen (van)
Jan
Mirabelle
Mechelen
1582
Halforse
Geeraert, Jan
Haverloos
Steenhuffel
1550
Hasselt (vander)
Amele
Muylders (van)
Steenhuffel
1560
Haverloos
Geeraert, Jan
Halforse
Steenhuffel
1550
Havert (ver)
Jan
Cattenbroeck
Malderen
1668
Hertoghe (de)
Margriete
Kempenere (de)
Steenhuffel
1466
Heykens
Jan, Jaspar, Willem
Horenbeke (van)
Steenhuffel
1510
Heymans
Jan
Pijpt
Steenhuffel
1620
Heyns
Anna, Fr., Lijsb., Mach., Matthijs, Willem Smets
Londerzeel
1540-1612
Jan
Reynckens
Malderen
1467
Hoendermengere (de) Hendrick
Hove (uytten)
Steenhuffel
1460
Hofstadt (vander)
Cathlijne, Jan
Boels
Steenhuffel
1565
Horenbosch (inden)
Peeter
Baten
Horendonck (van)
Malderen
1530
Horendonck (van)
Peeter
Baten
Horenbosch (inden) Malderen
1530
Horenbeke (van)
Jan
Houwere (de)
Steenhuffel
1450
Horenbeke (van)
Jan, Jaspar, Willem
Heykens
Steenhuffel
1510
Horenbeke (van)
Jan, Peeter
Letten
Steenhuffel
1466
Houwere (de)
Jan
Horenbeke (van)
Steenhuffel
1450
Hove (uytten)
Hendrick
Hoendermengere (de)
Steenhuffel
1460
Humbeke (van)
Simon
Raepe (de)
Merchtem
1520
Huyghe
Lijsbeth
Serjans (t..)
Londerzeel
1587
Impde (van)
Gabriel, Jozijne
Wemmele (van)
Steenhuffel
1550
Ingelandt (van)
Adriaen
Theens
Londerzeel
1540
Jacops
Peeter
Bertels
Steenhuffel
1525
Joos
Daneel
Breeckpot
Steenhuffel
1550
Kempenere (de)
Margriete
Hertoghe (de)
Steenhuffel
1466
Kerel (de)
Jan, Joos
Wreeacker (van)
Londerzeel
1555
Kersbeke (van)
Jan
Cappelman
Londerzeel
1592
Heyns
13
Scriba
1550 1450-1490
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
genoemd te
in
Custere (de)
Londerzeel
1554 1525
Familienaam
Voornaam
Alias 1
Kerstijnen
Barbara, Pauwel
Alias 2
Ketele (de)
Jan, Stoffel
Marien
Londerzeel
Langhe (de)
Maria
Papegay
Londerzeel
1517
Lathouwere (de)
Gillis
Coutere (de)
Steenhuffel
1321
Leeuw (de)
Gillis
Tymer (de)
Steenhuffel
1590
Lemmens
Jan
Scubere (de)
Steenhuffel
1500
Letten
Jan, Peeter
Horenbeke (van)
Steenhuffel
1466
Lindemans
Joos, Peeter, Stoffel
Bleser (de)
Londerzeel
1645
Linden (ver)
Matthijs
Boterkoeck
Londerzeel
1604
Linthout (van)
Gillis
Cleye (vander)
Londerzeel
1430
Loeven (van)
Steven
Weys
Steenhuffel
1567
Luu (de)
Jan
Trappen (vander)
Steenhuffel
1345
Luythagen
Lijsbeth
Winnepennincx
Londerzeel
1510
Lysensoen
Gielis
Ackere (van)
Malderen
1470
Maes
Amele, Jan, Matthijs
Goossens
Malderen
1450-1490
Maes
Jan, Willem
Asbroeck (van)
Malderen
1510
Mans
Gielijs
Fobe
Malderen
1470
Marien
Jan, Stoffel
Ketele (de)
Londerzeel
1525
Marselaer
Barbara, Jan
Nieuwenhove (van)
Malderen
1485
Meren (ver)
Jenneken
Ceulemans
Londerzeel
1586
Merlaer (van)
Peeter
Roelants
Londerzeel
1609
Mertens
Hendrick
Aerts
Londerzeel
1545
Mertens
Jan
Straten (vander)
Malderen
1520
Mirabelle
Jan
Halen (van)
Mechelen
1582
Moer (de)
Willem
Molen (vander)
Malderen
1450 1450
Scuttere (de)
Molen (vander)
Willem
Moer (de)
Malderen
Mompeliers
Cornelis
Suys (t..)
Londerzeel
1574
Monsieur
Jacques
Vekene (vanden)
Londerzeel
1636
Moy (de)
Lanceloet
Smet (de)
Steenhuffel
1530
Moyensoen
Claes, Margriete
Anderlecht
Steenhuffel
1536
Muylders (van)
Amele
Hasselt (vander)
Steenhuffel
1560
Nayere (de)
Joos
Asbroeck (van)
Malderen
1510
Neesen (van)
Hendrick
Schoendonck (van)
Malderen
1510
Nieuwenhove (van)
Barbara, Jan
Marselaer
Malderen
1485
Nijvele (van)
Claes
Coppijns
Londerzeel
1493
Noortgeest
Frans, Jan sr, Jan jr, Peeter
Cools
Londerzeel
1630
Noot (vander)
Peeter
Watermael
Steenhuffel
1576
Overlies (van)
Marie
Wouters
Vleeshouwers
Steenhuffel
1510
Overstraten (van)
Andries
Straten (ver)
Rue (dela)
Londerzeel
1670
Pape
Joos
Clercq (de)
Steenhuffel
1639
Papegay
Maria
Langhe (de)
Londerzeel
1517
Peerts
Willem
Beken (vander)
Londerzeel
1525
Perre (vanden)
Jan
Sterck
Steenhuffel
1594
Pijpt
Jan
Heymans
Steenhuffel
1620
14
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
genoemd te
in
Fijts
Londerzeel
1524 1524
Familienaam
Voornaam
Alias 1
Plecker (de)
Jan
Alias 2
Plecker (de)
Jan, Maria
Clerck (de)
Londerzeel
Praet (van)
Jan
Steyns
Malderen
1580
Putaert
Jan
Schuermans
Buggenhout
1526
Raepe (de)
Simon
Humbeke (van)
Merchtem
1520
Reynckens
Jan
Heyns
Malderen
1467
Roelants
Peeter
Merlaer (van)
Londerzeel
1609
Rommmens
Adriaen
Segers
Londerzeel
1608
Ronde (de)
Jan
Wreeacker (van)
Londerzeel
1545
Rubbens
Jan
Smet (de)
Steenhuffel
1492
Rue (dela)
Andries
Straten (ver)
Londerzeel
1670
Ruycevelt
Aert, Coenraet, Jan, Joos
Coppens
Steenhuffel
1577
Schoeman
Margriet, Michiel, Peeter
Busken
Steenhuffel
1466-1620
Schoendonck (van)
Hendrick
Neesen (van)
Malderen
1510
Schotte
Jacob
Chersmoertere (van)
Steenhuffel
1550
Schuermans
Gillis, Jan
Waghel
Buggenhout
1526
Schuermans
Jan
Putaert
Buggenhout
1526
Scriba
Hendrick
Gyselbergh
Spira
Steenhuffel
1500
Scubere (de)
Jan
Lemmens
Scuttere (de)
Steenhuffel
1500
Scuttere (de)
Jan
Lemmens
Scubere (de)
Steenhuffel
1500
Segers
Adriaen
Rommmens
Londerzeel
1608
Serjans (t..)
Lijsbeth
Huyghe
Londerzeel
1587
Smedt (de)
Jan
Baeck (de)
Londerzeel
1702
Smeets
Agneese, Stoffel
Andries
Londerzeel
1530-1580
Smet (de)
Andries
Coorens
Steenhuffel
1639 1492
Wouters Overstraten (van)
Smet (de)
Jan
Rubbens
Steenhuffel
Smet (de)
Lanceloet
Moy (de)
Steenhuffel
1530
Smets
Anna, Frans, Lijsbeth, Machiel, Mathijs,Willem Heyns
Londerzeel
1540-1612
Sneppelaer (van)
Gielis
Bruggen (vander)
Londerzeel
1427
Spira
Hendrick
Gyselbergh
Steenhuffel
1500
Sterck
Jan
Perre (vanden)
Steenhuffel
1594
Stevens
Jan
Vleerackere (van)
Londerzeel
1543
Steyns
Jan
Praet (van)
Malderen
1580
Straten (vander)
Jan
Mertens
Malderen
1520
Straten (ver)
Andries
Overstraten (van)
Rue (dela)
Londerzeel
1670
Suetmans
Adriaen
Aken (van)
Zoetemont
Londerzeel
1600
Suys (t..)
Cornelis
Mompeliers
Londerzeel
1574
Theens
Adriaen
Ingelandt (van)
Londerzeel
1540
Thienen (van)
Jan
Vos (de)
Londerzeel
1617
Thymmermans
Amand, Jan, Peeter
Busschinck
Malderen
1470
Tielens
Gillis, Jan
Gehuchte (vanden)
Londerzeel
1430
Torren
Jan
Backer (de)
Malderen
1477
Trappen (vander)
Jan
Luu (de)
Steenhuffel
1345
Tymer (de)
Gillis
Leeuw (de)
Steenhuffel
1590
15
Scriba
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Alias 2
genoemd te
in
Familienaam
Voornaam
Alias 1
Valck (de)
Lijsbeth
Willich
Malderen
1520 1636
Vekene (vanden)
Jacques
Monsieur
Londerzeel
Velde (vanden)
Jozijne
Coppens
Buggenhout
1462
Vleerackere (van)
Jan
Stevens
Londerzeel
1543
Vleeshouwers
Marie
Wouters
Steenhuffel
1510
Vogeleer (de)
Gillis
Diericx
Steenhuffel
1564
Voldere (de)
Gielis
Wale (de)
Volre (de)
Steenhuffel
1430
Volre (de)
Gielis
Wale (de)
Voldere (de)
Steenhuffel
1430
Vos (de)
Jan
Thienen (van)
Londerzeel
1617
Vos (de)
Jan
Vuytere (de)
Liezele
1552
Vuytere (de)
Jan
Vos (de)
Liezele
1552
Waggels
Cornelis
Ekeman
Oppuurs
1589
Waghel
Gillis, Jan
Schuermans
Buggenhout
1526
Wale (de)
Gielis
Volre (de)
Steenhuffel
1430
Watere (de)
Jenneken, Philips
Bommers
Londerzeel
1560
Watermael
Peeter
Noot (vander)
Steenhuffel
1576
Wemmele (van)
Gabriel, Jozijne
Impde (van)
Steenhuffel
1550
Weys
Steven
Loeven (van)
Steenhuffel
1567
Wiele (vande)
Jan sr, Jan jr
Wijckt (ver)
Batthele (van)
Liezele
1539
Wijckt (ver)
Jan sr, Jan jr
Wiele (vande)
Batthele (van)
Liezele
1539
Willich
Lijsbeth
Valck (de)
Malderen
1520
Winnepennincx
Lijsbeth
Luythagen
Londerzeel
1510
Wouters
Jan
Wreeacker (van)
Ronde (de)
Londerzeel
1545
Wouters
Marie
Overlies (van)
Vleeshouwers
Steenhuffel
1510
Wouters
Peeter
Dooreghem (van)
Londerzeel
1576
Londerzeel
1545
Londerzeel
1555
Londerzeel
1600
Wreeacker (van)
Jan
Ronde (de)
Wreeacker (van)
Jan, Joos
Kerel (de)
Zoetemont
Adriaen
Aken (van)
Overlies (van)
Voldere (de)
Wouters Suetmans
Jan Van Kersbeke, die in 1592 de Eeckhouthoeve bij de kapel op de berg van Calvarien pachtte, werd naast Van Kesbeek ook als CAPPELMAN aangesproken. In 1674 hebben we een Adriaen FLISSIJN in Londerzeel aangetroffen. We geloven nooit dat dit zijn echte naam kan zijn geweest. Hoe raakt een mens in de loop van zijn leven aan een andere naam. Een treffend voorbeeld is alweer in de documenten van de Londerzeelse schepenbank te vinden. Rond 1580 is in Londerzeel een Hendrik De Smet met Anna De Clerck (of Sclercks) in het huwelijk getreden. Een paar jaar later heeft hij van de schepenen de post van preter bij de schepenbank gekregen. Vervolgens is hij, na de dood van zijn eerste vrouw in 1602 als Hendrik De Pretere met Katelijne De Cuyper (Scuypers) hertrouwd. 8. Namen van Vondelingen. Welke naam moet men aan een vondeling geven. Sommigen hadden het geluk om bij een gezin in de buurt van de plaats waar ze gevonden waren opgenomen te worden en kregen dan gewoon de naam van het gezin.
16
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Steenhuffel Aan andere namen is echter duidelijk te merken dat het om een vondeling ging. In 1877 overleed in Steenhuffel Coleta Van Onderdevenster. Zelf was ze weliswaar geen vondeling meer maar een van haar voorouders was zeker onder een venster gevonden. Elisabeth Van der Poorten werd in 1808 in Steenhuffel door Guillaume De Maerschalck gevonden aan de poort van zijn schuur. (met briefje met geboortedatum) Petrus Van der Poorten werd in 1834 in Steenhuffel gevonden door Michael Sollie (winkelier-landbouwer, 45 j.) en zijn knecht Carolus De Visser (26 j.). Het kind lang onder de keukenvenster naast de stalpoort, Maria Van den Wegh werd in Steenhuffel in 1803 gevonden langs de weg. Dat gebeurde door Jozef Moyson en zijn blinde vader Gilles. Een paar dagen later werd de vondeling naar het Bijgaardenhospitaal van Brussel gebracht. Livina Quodegem was in 1795 in Brussel gevonden. men heeft haar daar een mooie toepasselijke Latijnse naam gegeven die we echter niet begrijpen. De mensen van Steenhuffel, waar ze de rest van haar leven doorbracht, begrepen die evenmin en hebben er dan ook snel VAN KWADEGEM van gemaakt. Londerzeel - 4 augustus 1694, Anna Maria Traps, kind, vondeling uit Antwerpen. - 2 februari 1704, Jan Corenhuys, gevonden bij Sebastiaan De Groen. - 1 oktober 1706, Jan Baptist Verplancken, een vondelingetje uit Antwerpen. - 21 december 1762, Petronella Vrouckens (het was een vrouwtje), een vondelinge uit Brussel, ongeveer 50 jaar. - 9 oktober 1763, Walter De Broeder, een vondeling uit Brussel. - 21 januari 1793, Theresia Maria Duwal, 1 jaar oud, een vondelingetje uit Antwerpen. 9. Iets over het verband tussen onze plaats- en familienamen. Zeer vele familienamen zijn uit plaatsnamen ontstaan. In de leen- en cijnsboeken uit de 14de eeuw is dat nog goed te merken. Van Londersele, Van Malderen, Van Rossum, Van Impde... maar ook vander Hasselt, vanden Coutere, van Asscherade, vanden Lare, van Valkmere en vele, vele andere. Anderzijds hebben vele families hun naam aan hun woonplaats gegeven. Voorbeelden: De oude Schoubroeklinde (momenteel afgekort tot Linde) is genoemd naar de familie Van Schoubroeck. In de 16de eeuw woonde in Londerzeel, aan een wegsplitsing (waar de weg scheurde), de familie Van Scheurwegen. De wijk “Moorhoek” is wellicht niet vernoemd naar “moor” of “modder” maar wellicht naar de familie “De Moor” die er in de late middeleeuwen woonde. De (weliswaar niet officiële maar nog altijd zeer courante) plaatsaanduidingen “aan vageiles”, “aan gillevermeirs”, “aan nolles”, “aan vannummes” en “aan tgreivenhof” hebben hun naam te danken aan de ongetwijfeld populaire maar inmiddels al meer dan 150 jaar geleden overleden heren Van Geel, Gillis Vermeren, Arnold Verspecht, Van Nimmen en de Greef.
17
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
OPMERKELIJKE AANTEKENINGEN IN DE LONDERZEELSE PAROCHIEREGISTERS door Louis De Bondt geselecteerd uit bewerking van Luc Annaert van de parochieregisters van Londerzeel (periode 1635-1800)
Om van de pastoor een "speciale vermelding" in de parochieregisters te krijgen moest er al een zeer speciale reden zijn. Dergelijke aantekeningen vormen dan ook een uitzondering. Volgende vermeldingen distilleerden we uit de registers van Londerzeel (periode 1635-1800) en met name uit de bewerkingen van Luc Annaert die de dikwijls in het Latijn opgestelde akten voor ons heeft ontcijferd en vertaald.
Groep 1: Personen die op een "ongewone" manier aan hun einde kwamen. Een plotselinge dood was blijkbaar een rariteit in vroegere eeuwen. Door sommige pastoors werd dit apart in het dodenboek opgeschreven. Deze ongelukkigen hadden immers geen sacramenten der stervenden ontvangen en hun eeuwige zaligheid was dus niet gegarandeerd. Aldus werden vermeld: - 16 maart 1690: Adrianus De Keersmaecker. - 23 maart 1690: Egidius Brusselmans, de man van Maria Vercammen. - 18 september 1690: Maria Van Imde, de vrouw van Egidius Van Eeckhout. - 2 november 1690: de ongehuwde Catharina Van den Broeck. - 19 maart 1692: Margareta De Smet, vrouw van Gisbertus Wouters. - 3 mei 1779: Jan Scheers, de man van ??? Een andere categorie van mensen die zonder berechting in de hemel moesten zien te komen waren degenen die dood gevonden werden. - 5 oktober 1691: Maria Van Assche; dood gevonden in het huis van Antonius Broothuys. - 20 december 1705: Simon Verdickt; gevonden in het veld bij de weg naar Ramsdonk en met een plechtige dienst begraven. - 18 juli 1720: Joanna Vrelogie, een vondelingetje van een jaar of tien; dood gevonden bij Jan Van Gucht. - 21 april 1721: Petrus Van Kesbeeck, de man van Elisabeth De Moor; dood gevonden op zijn veld. Ook volgende drenkelingen zijn totaal onverwacht aan hun einde gekomen. - 28 maart 1654: Barbara Alens, het dochtertje van Nicolaes Alens en van Joanna Van Causbroeck, verdonk onder niet meegedeelde omstandigheden. - 6 juni 1657: Jan Van Campenhout stikte in een gracht in de buurt van Wolvertem. - 2 april 1658: Petrus Meulemans verdronk eveneens in een gracht. - 6 februari 1701: Cornelia Van de Ven, de weduwe van Corneel Spiessens en gewezen dienstbode op kasteel Drietoren, werd pas 7 dagen nadat ze verdronken was in de kasteelgracht, gevonden 3.
3
Lees ook 'de kroniek van Londerzeel' van Marcel Slachmuylders, blz. 119 18
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
- 31 maart 1707: Barbara Lemmens, de vrouw van Laurentius De Mol, kwam door verdrinking om het leven. - 15 maart 1713: hetzelfde overkwam Petronella De Coninck, weduwe van Hub. Van Gucht. - 5 januari 1714: Jan Kerremans, de man van Anna Van den Eede, verdronk in het kanaal. Dat vrouwen in het kraambed stierven kwam dermate veelvuldig voor dat het haast nooit werd vermeld. Slechts in drie gevallen was de pastoor van Londerzeel hierdoor zo fel aangegrepen dat hij apart noteerde dat de moeder "samen met haar dode kind" begraven werd. - 14 maart 1720: Jacoba Robberechts, de vrouw van Gerard Verbesselt. - 1 oktober 1720: Maria De Mayer, de vrouw van Nicolaes Abbeloos. - 16 maart 1789: Elisabeth Van Mulders, de vrouw van Henricus Spiessens. Ofschoon er in Londerzeel niet minder dan elders gevochten werd, zijn er in de parochieregisters geen verwijzingen naar eventuele "verdachte" sterfgevallen te vinden 4. Wel komen er twee fatale ongelukken in voor. - 26 juli 1674: Engelbertus Van Assche, het kind van Franciscus, overleed aan de gevolgen van een balspel 5. - 16 december 1711: Margareta Brackenier, vrouw van Jan De Bie, stierf tengevolge van "bricquenye" bij een huwelijk in Ramsdonk Sterfgevallen, direct aan de oorlog toe te schrijven, werden eveneens speciaal vermeld: - 29 juli 1697: Jan Van Lint, man van Joanna Walschap, werd vermoord door de Fransen. - 30 juli 1697: Antoon De Wachter, man van Catharina De Roover, werd vermoord door de Fransen die zijn koe aan het stelen waren. - 20 augustus 1697: in Londerzeel stierf een zekere Judoca (achternaam niet bekend) die voor de Fransen uit Opwijk was gevlucht 6. - 23 september 1708: Petrus Van Hoeck, de huwbare zoon van Judocus, werd door de Fransen vermoord. - 17 januari 1709: een onbekende Italiaanse soldaat in het leger der Hollanders werd in Londerzeel begraven. - 24 oktober 1710: een onbekende Franse soldaat werd in Londerzeel begraven. - 23 oktober 1798: op deze dag, in de namiddag, sneuvelden in een gevecht tussen Merchtem drie boerenjongens uit Londerzeel. Ofschoon slechts één van hen ook in Londerzeel begraven werd werden ze toch alle drie in het Londerzeelse dodenboek vermeld, namelijk. - Jan Baptist De Bont, 41 jaar, ongehuwd, zoon van Adriaan De Bont en Anna De Jonge (begraven in Merchtem) - Petrus Van Lierde, 27 jaar, ongehuwd, zoon van Henricus en Joanna Van der Stappen (begraven in Steenhuffel). - Andreas Meeus, 19 jaar, zoon van Petrus Joannes Meeus en Anna Maria Van Gucht (begraven in Londerzeel) - 3 november 1798: Petrus Coorens, de 80-jarige weduwnaar van Catharina Janssens en van Joanna Maria Gillisjans, werd door de Fransen vermoord in de kerk. - 3 november 1798: Petrus De Smet, 40 jaar, man van Joanna Maria Janssens, werd door de Fransen vermoord op het veld 7.
4
Natuurlijk waren die er wel degelijk. Een aantal voorbeelden daarvan zijn te vinden in "de kroniek van Londerzeel" van Marcel Slachmuylders. 5 De omstandigheden van dit ongeluk worden beschreven in "de kroniek van Londerzeel", blz. 105. 6 Wat deze Fransen in 1697 in onze streek kwamen doen wordt uitgebreid behandeld in: “Londerzeel en de oorlogen van het Ancien Regime - Beroerde tijden – de oorlogen van Lodewijk XIV”. 7 De gebeurtenissen van 1798 hadden uiteraard te maken met de Boerenkrijg. 19
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Groep 2: Personen waarvan we iets over hun gezondheid te weten komen. In 1846 noteerde de pastoor van Steenhuffel nauwgezet welke parochianen aan de gevolgen van de verschrikkelijke "Rode Loop" bezweken. In Londerzeel hebben we een dergelijke beroepsijver niet gevonden. Twee keer slechts werd er naar een besmettelijke ziekte als doodsoorzaak verwezen. - Henricus Van den Eede, ongehuwd, overleed op 30 maart 1700 aan "kwade koorts". - Op 1 september 1741 stierf Christina De Schutter. Ze was de vrouw van Franciscus Blommaert en, aldus de pastoor, het eerste Londerzeelse slachtoffer van de dysenterie-epidemie die dat jaar nog lelijk huis zou houden. Soms werd ook iets gezegd over de fysieke en mentale handicap van de overledene, ook als dat niet de directe doodsoorzaak was. - Joanna Verlinden, die op 8 februari 1664 overleed, was melaats. - Jan Callewaert, de zoon van Hubertus, gestorven op 14 februari 1687, had geen fysieke mankementen, maar was simpel van geest. - Maria Van Assche, de vrouw van Petrus , overleden op 9 mei 1690, leed aan waterzucht. - Jan Santens, de man van Catharina De Laet, stierf op 14 september 1690 en was een "senex miseramus", een sukkelachtige oude man. - Anna De Decker, de weduwe van Egidius Booghmans, was onnozel toen ze op 17 maart 1721 overleed. "Innocens" staat er in het Latijn, hetgeen niet alleen "onnozel" maar (in de katholieke betekenis juister) ook "onschuldig betekent. Nu we moderne mensen geworden zijn sterft bijna iedereen in een ziekenhuis, gasthuis of in een gesticht. Voor 1800 was dat echter zo ongewoon dat het speciaal in de overlijdensregisters werd opgetekend. We weten niet of volgende overledenen ook allemaal in Londerzeel begraven werden. - September 1790: Henri Van Crombruggen, de 22-jarige ongehuwde zoon van Jan Van Crombruggen en Maria Goossens, stierf in het gasthuis van Marche-en-Famenne. Hij was daar ziek of gewond binnengebracht als vrijwilliger in het Brabants leger. - 29 december 1790: Christoffel De Lathouwer, de echtgenoot van Maria Anna Verbelen, stierf in het gasthuis te Brussel, amper 34 jaar oud. - Februari 1792: Carolus Keymolen, zoon van Willem en Anna Callewaert, overleed in het gasthuis te Mechelen. - 10 oktober 1800: Jan Baptist Van Assche, de man van Anna Catharina De Boeck, overleed in een gesticht in Sint-Pauwels. - Op 28 februari 1802 overleed Petrus Mertens, de ongehuwde zoon van Jozef Mertens en Catharina Moens, in het Sint-Catharina-zwakzinnigengesticht van Brussel.
Groep 3: De vreemdelingen. De oudste parochieregisters blinken doorgaans niet uit door hun helderheid of volledigheid. Praktisch nooit komt men een leeftijd te weten; met een beetje geluk wordt de echtgenoot of een ouder van de overledene vernoemd. Uitzonderlijk verneemt men (althans in de overlijdensregisters) iets meer over degenen die niet van Londerzeel afkomstig waren. - Jan Dumoulin, man van Barbe Van den Bossche, op 25-2-1694 gestorven, was een Waal. - Catharina Florin, de vrouw van Jan Vermeren, hier gestorven op 10 april 1699, was eveneens uit de Walen afkomstig. - Barbara Van Campenhout, in Londerzeel gestorven op 30 juli 1726, zou, ofschoon dat uit haar naam niet af te leiden is, een verkoopster uit Holland zijn geweest.
20
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
- Op 3 maart 1736 kwam in Londerzeel Anna De Wit om het leven. Het enige dat men verder over haar wist te vertellen was dat ze een "pelgrim" was. - Op 6 oktober 1741 stierf Theresia. Niemand kende haar familienaam. "Ze is hier toevallig overleden", noteerde de pastoor, "naar men zegt zou ze uit Ieper moeten komen". - Van de man die hier op 12 september 1752 eveneens "toevallig" stierf kende men wèl de naam. Het was Jan Fierens die van de parochie van Schoten afkomstig was. - Op 28 april 1793 overleed Joanna Maria Jacoba De Visscher. Zij was de vrouw van dokter Jacobus Josephus Noel en 32 jaar eerder in Antwerpen-Sint-Walburgis gedoopt. Een speciale groep van mensen die van elders kwamen, waren de thuislozen, de zwervers en de bedelaars. Dikwijls ontvluchtten dezen de miserie van de grote stad om, in ruil voor overnachting en wat eten, hun diensten aan de boeren op het platteland te verkopen. Van de volgende personen geven we de datum van hun overlijden in Londerzeel, hun naam voor zover men die kende, en de hoedanigheid waarin ze werden opgeschreven: - 20 oktober 1651, Margareta De Mulder, dochter van Judocus; zwerfster (met haar vader). - 20 januari 1654, Robertus Lefebure (of Lefeubre), zwerver. - 23 maart 1654, Germanus de Behault, zwerver. - 6 april 1663, Egidius de Behault, zwerver. - 26 september 1676, een onbekende vrouw, bedelares. - 9 oktober 1677, Francisca De Vos, bedelares. - 15 maart 1678, een zekere Catharina, bedelares. - 18 januari 1681, Anna Tobback, bedelares. - 12 november 1683, Catharina Mechioors, bedelares. - 11 januari 1693, Joanna Crepel, zwerfster. - 8 januari 1693, een onbekende weduwe, een zwerfster uit Molenbeek bij Brussel. - 12 januari 1698, Maria Tabal, een zwerfster; men wist niet of ze getrouwd was. - 22 oktober 1707, Antonia Segers, een zwerfster 'die niet moet meegeteld worden'. - 30 januari 1727, Petrus Carbon, bedelaar. - 5 juni 1794, een onbekende gescheiden zwerfster. Vondelingen en wezen kwamen op drie manieren in Londerzeel terecht. Een paar werden hier gewoon te vinden gelegd. Anderen kwamen uit de grote tehuizen uit de stad. Vanwege plaatsgebrek poogden dezen de kleinsten zoveel mogelijk bij gezinnen onder te brengen. Oudere, werkbekwame kinderen, werden bij de boeren uitbesteed. Hieronder opnieuw de datum van overlijden, de naam van de dode en de extra aantekening in het dodenboek.: - 27 oktober 1663, Jan X, gevonden in Antwerpen. - 15 april 1664, Jan X, gevonden in Antwerpen. - 1 oktober 1693, naam niet vermeld, een vondeling opgevoed bij weduwe Renier Meltens. - 9 augustus 1665, Maria Anna Even, een kind, gevonden in Antwerpen. - 3 september 1691, Cornelia Van Eeckhout, vondeling uit Antwerpen, (aangenomen) dochter van Jan Van Eeckhout. - 22 februari 1692, Daniel Lare, een vondeling (kind), geplaatst bij Jan Verest. - 26 september 1693, Catharina X, kind, vondeling uit Mechelen, opgevoed bij Matthias Van Campenhout. - 17 november 1693, Theresia Van Eeckhout, vondeling, (aangenomen) kind van Jan Van Eeckhout. - 29 mei 1693, Maria Cornelia Fige, voedsterkind uit Antwerpen, geplaatst bij Petrus Van den Driessche. - 29 augustus 1693, Agnes Ammerse, een kind uit Antwerpen. 21
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
- 30 september 1693, Franciscus Grem, een kind (vondeling of bestedeling?) bij Walter Kerremans. - 4 augustus 1694, Anna Maria Traps, kind, vondeling uit Antwerpen. - 2 februari 1704, Jan Corenhuys, gevonden bij Sebastiaan De Groen. - 12 februari 1706, Egidius Heyvaert, een ongehuwde bestedeling bij weduwe Sibens. - 15 maart 1706, Petronella Verplast, uitbesteed (kan ook gewoon meid geweest zijn) bij Stephanus Callewaert. - 2 april 1706, Franciscus Van Ingelgem, een kind,, uitbesteed bij Judocus Vermeren. - 1 oktober 1706, Jan Baptist Verplancken, een vondelingetje uit Antwerpen. - 13 september 1719, Jan, een vondeling uit Brussel, geadopteerd door Petrus Corens. - 19 september 1706, Magdalena De Baeck, een huwbare dochter, opgenomen in het gezin van Van den Eynde. - 6 oktober 1726, Petronella Parijs, de dochter van Petrus uit Haasdonk, als kind hier uitbesteed. - 21 december 1762, Petronella Vrouckens, een vondelinge uit Brussel, ongeveer 50 jaar. - 9 oktober 1763, Walter De Broeder, een vondeling uit Brussel. - 21 januari 1793, Theresia Maria Duwal, 1 jaar oud, een vondelingetje uit Antwerpen. - 12 november 1793, Livina Coelens, 16 maanden, vondelingetje uit Brussel. - 26 juni 1795, Barbara Van Roose, 2 maanden oud, vondelingetje uit Brussel. - 3 juli 1795, Marcus Steur, 16 dagen oud, vondelingetje uit Brussel. - 5 juli 1795, Joanna du Gaer, 5 dagen oud, een vondelingetje uit Brussel. - 27 oktober 1795, Franciscus Xaverius Ekist, 2 jaar oud, vondelingetje uit Brussel.
Groep 4: Personen met aanzien in de parochie. Zoals dat tijdens het Ancien régime nog de gewoonte was beginnen we ons overzicht met de bijzonderste mensen van het dorp, de edelen en andere notabelen. - 1 september 1669, Lucretia Spanberger, "domina" (een voorname dame). - 19 september 1673, Carolus de Taey, een edele heer. - 19 april 1677, Marcus van der Vekene de Berent, edele heer. - 30 juni 1689, Ludovicus Van Doetinghem, gestorven in Brussel, begraven in het koor van de Sint-Christoffelkerk. - 29 oktober 1689, Francisca Heremans, de vrouw van Cornelis Mertens, wordt begraven in de kerk. - 29 oktober 1689 (zelfde dag), Joanna Willocx, weduwe van Jan Van Praet en Petrus De Maerschalck, gestorven in Brussel, begraven in de Sint-Christoffelkerk. - 19 juni 1692, Carolus Kervel, man van domina Van der Veken. - 20 december 1705, Simon Verdickt, was dood gevonden in het veld bij Ramsdonk en wordt plechtig begraven. - 10 juni 1715, ¨Philippus Van de Werve, 87 jaar, begraven in het hoogkoor. - 17 december 1724, Andreas Van der Vekene van der Slosse, gestorven in Brussel, begraven in het hoogkoor. - 13 september 1734, Franciscus Arnoldus Van der Veken, edelkind van Franciscus. - 23 april 1744, Petrus Melchior van Doetinghem, man van Maria Josepha Steffano, overleden in Leuven op 23 april maar in Londerzeel begraven. - 28 juli 1767, Jan Nicolaes De Raeymaecker, man van Maria Cornelia De Hertogh, een zeer geleerde man met een hoge universitaire graad in de algemene wetenschappen. Ook de wereldlijke gezagsdragers en hun directe familie behoren uiteraard bij de notabelen; desondanks hebben wij deze personen, wanneer de pastoor speciaal melding van hun functie maakte, in een aparte categorie ondergebracht. 22
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
-
Louis De Bondt
1639 (geen exacte datum), Barbara Ruyssevelt, derde dochter van de meier. 9 november 1668, Philippus Wilhelmus Van Doetinghem, drossaard 24 oktober 1677, Jan Van Nieuwenhove, "schepene dezer prochie". 3 november 1688, Gerardus Goossens, kapitein van deze parochie. 24 augustus 1689, Ernestus Erix, meier, begraven in de kerk bij het altaar. 28 augustus 1689, Anna Catharina de la Ruelle, vrouw van Ernest Erix (zie hiervoor), begraven in de kerk, in het koor BMV bij het altaar. 20 oktober 1690, Frans Van Aken, echtgenoot van Joanna De Keersmaecker, schepen. 25 januari 1693, Barbara Van den Hout, vrouw van officiarius 8 Jan Van den Bergh. 12 januari 1699, Jan Verest, man van Petronella Van den Bossche, officiarius. 25 november 1703, Jan Mertens, "antiquus consul" (oud-burgemeester). 26 november 1705, Egidius Sibens, man van Joanna De Keersmaecker, schepen, begraven in de kerk. 1 mei 1706, Carolus Robberechts, zoon van meier Antonius Robberechts. 20 december 1718, Antonius Robberechts, man van Catharina Wouters, meier. 16 februari 1719, Michael De Vos, echtgenoot van Anna Van Ingelgem, officiarius. 22 juni 1720, Joanna Maria De Bleser, dochter van "officiarius" Judocus De Bleser. 15 januari 1761, Adrianus Verhavert, weduwenaar van De Termpt, meier van Londerzeel. 1 december 1779, Jan Andreas Van Ravensteyn, man van Anna Francisca De Keersmaecker, officiarius van Londerzeel en drossaart van Steenhuffel. 20 januari 1781, Cornelius De Boeck, man van Joanna Emmerechts, een "officialis" van deze parochie. 14 september 1797, Pierre Albert Joseph du Prenne, man van Isabella Wicart, 74 jaar, griffier. 22 juni 1802, Isabelle Wicart, de weduwe van griffier Petrus Albertus Josephus Du Prenne, 67 jaar, overleden in Londerzeel maar begraven in de Kapellekerk te Brussel.
Pastoors en onderpastoors hadden zo mogelijk nog meer te zeggen dan de burgerlijke overheden. Ze hadden daar dan ook een preekstoel voor. Daarom zullen we de Geestelijke gezagsdragers hieronder apart behandelen. - 17 april 1635, Christophorus Van Lier, pastoor van Londerzeel. - 30 juli 1639, Gaspar Buyens, pastoor. - 31 mei 1668, Jan Van Opstal, priester. - 17 december 1682, Jan Verelst, priester. - 26 september 1685, Gaspar Van den Bossche, pastoor in Londerzeel. - 27 januari 1689, Philippus Hernandez, pastoor en baccalaureaat in de theologie. - 10 februari 1704, Bertrams, onderpastoor. - 14 september 1721, Dominicus Mehauden, pastoor te Londerzeel gedurende 33 jaar. - 6 mei 1722, Jan Franciscus Pheeck, priester van het kapittel van Dendermonde. - 26 mei 1742, Judocus Roelants, onderpastoor in Londerzeel. - 22 januari 1743, Adrianus Franciscus De Batselier, uit Lede, pastoor sinds 1738. - 23 januari 1747, Ludovicus Ericx, onderpastoor. - 15 april 1754, Erasmus Josephus De Batselier, pastoor in Londerzeel. - 15 augustus 1754, Jan Antonius Collaerts, pastoor. - 24 maart 1785, Franciscus Heremans uit Nattenhaasdonk, zoon van Egidius en Anna Perremans, pastoor van Londerzeel. 8
De letterlijke vertaling van officiarius is officier; dit is de omschrijving die in de Franse periode voor "schepene" werd gebruikt. Omdat we er niet zeker van zijn dat de inhoud van het ambt van schepene dezelfde was als die van de officier tijdens het Ancien Regime hebben we verkozen om hier en verder de Latijnse term te behouden. 23
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
- 17 april 1795, Jan Van Wesemael, uit Puurs, 73 jaar, 34 jaar onderpastoor in Londerzeel. De kosters van Londerzeel hebben vele generaties lang Van Campenhout geheten, zoals blijkt, uit de volgende lijst. - 2 oktober 1690, Matthias Van Campenhout, zoon van koster Franciscus Van Campenhout. - 23 februari 1696, Franciscus Van Campenhout, weduwnaar van Maria De Smet, gedurende meer dan 30 jaar koster van de parochie. - 3 december 1705, Maria Van Geel, vrouw van de koster. - 22 oktober 1729, Gerardus Van Campenhout, man van Maria Goossens, koster. - 26 augustus 1738, Jan Baptist Van Campenhout, kind van koster Martinus. - 5 juli 1741, Christophorus Wouters, koster van den berg. - 16 januari 1801, Jan Henricus Van Campenhout, man van Maria De Keersmaecker, 58 jaar, koster. Of deze kosters - wat op vele plaatsen het geval was - ook les aan de kinderen gaven, weten we niet. In ieder geval werd volgende overlijdens vermeld dat zij (of hun vader) onderwijzer (magister) waren. - 7 maart 1675, Jacobus Goossens, magister. - 13 juni 1675, Petrus Goossens, zoon van magister Jacobus. - 2 oktober 1676, Laurentius Vereycken, magister. - 1 april 1716, Jan Puttemans, weduwnaar van Maria De Maerschalck, oude man (senex) en magister. Ofschoon we uit de schepenakten van het ancien regime vele namen van chirurgijnen kennen, wordt er slechts één in de parochieregisters vermeld: - 22 september 1792, Regina Josepha Noel, dochter van geneesheer Jacobus Josephus Noel en Jacoba De Visscher. Notarissen daarentegen zagen bij hun overlijden of dat van hun echtgenote hun beroepsactiviteiten veel frequenter opgegeven: - 23 december 1690, Eduard Apostel (of Lapostolle), notaris. - 29 mei 1781, Franciscus De Coninck, 56 jaar, man van Petronella Vranckx, notaris. - 18 januari 1790, Jan Josephus De Boeck, man van Catharina De Keersmaecker, notaris. - 17 september 1790, Franciscus Josephus Van Campenhout, zoon van Martinus en Catharina De Boeck, ongetrouwde notaris. - 15 april 1791, Petronella Vranckx, 60 jaar, weduwe van notaris Franciscus De Coninck. - 3 november 1793, Bernard Henri Joseph du Prenne, zoon van Pierre Albert Joseph en Isabella Wicart, geboren in Brussel, ongetrouwde notaris. Ook een aantal ambachtslieden kregen een speciale vermelding in de kerkelijke notulen. - 7 mei 1696, Christiaan Vandevelde, man van Anna Van Nuffel, hoefsmid (faber lignarius) - 22 november 1701, Theresia Wouters, vrouw van molenaar Adrianus Van Lierde. - 29 januari 1706, Egidius Wouters, ongehuwde molenaar. - 2 maart 1710, Petrus Van de Sande, ongehuwde ijzersmid (faber ferrarius). - 24 maart 1710, Jan Van Eeckhout, smid. - 3 december 1717, Catharina Cleymans, vrouw van molenaar Philippus Van Hoeymissen. - 1639 (dag en maand niet vermeld), Elisabeth Van Gucht, de derde dochter van Wilhelmus, de molenaar in de Coevoortmolen. - 5 maart 1718, Lucas Van Oudenhove, latomus (steenkapper of metser). - 14 maart 1720, Petrus Rombouts, weduwnaar Ericx, smid (faber). - 10 juni 1720, Jan Parijs, latomus (steenkapper of metser).
24
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
We eindigen onze selectie met een aantal andere eervolle beroepen, die weliswaar niet goed "verdienden" maar die toch op het respect van de pastoor konden rekenen. - 1647 (dag en maand niet vermeld), het kindje van Jan Clerbout en Barbara Van Gucht sterft kort na de geboorte maar pas nà door vroedvrouw Anna Vermeren te zijn gedoopt. - 19 december 1662, Cypriana De Mayer, vroedvrouw. - 22 oktober 1693, Helena De Smet, vrouw van Judocus Stevens, vroedvrouw. - 8 juni 1699, Catharina De Smet, vrouw van Henricus Van Nuffel, vroedvrouw. - 26 december 1702, Maria Lots, begijn, gevlucht uit Turnhout, begraven in het koor BMV. - 25 januari 1722, Maria Van den Driessche, begijntje. - 2 april 1729, Christina Moerenhout, weduwe van Martinus De Lathouwer, vroedvrouw. - 5 december 1741, Joanna De Bleser, begijntje. - 4 september 1746, Maria Cornelia De Batselier, dochter van Petrus, begijntje (filia devota), begraven in Lede 9. - 28 maart 1771, Jan Wekens, schaapherder op de Hellehoef. De bewondering van de pastoor kon men ook nog op een andere manier verdienen: - 1 december 1761, Paschasia Maria Marodel, de weduwe van Antonius De Bont, was, toen haar man op 27 juli 1758 overleed, 54 jaar gehuwd geweest. - 28 april 1762, Maria Lamineur, de vrouw van Jan Blommaert, was zelfs 56 jaar getrouwd.
Groep 5: Nog een paar opmerkingen van diverse aard. Van een paar overledenen werd genoteerd in welk huis ze stierven: - 24 juni 1691, Maria De Smet, de weduwe van Jan De Smet, stierf in het huis van Egidius Van Huffel. - 13 november 1692, Cornelius Claessens, de man van Maria Robberechts, overleed in het Lanckhuys (in longo domo). - 18 december 1693, Egidia De Smet, oude vrouw, stierf in het huis van Jan Van Eeckhout. - 6 maart 1713, Jan De Keersmaecker overleed in de Kroon (in cornu). - 1 oktober 1729, Franciscus Van Eeckhout stierf "apud silvam mons" (bij het bergbos). Kinderen met een onbekende vader komt en kwam men in de beste families tegen. Opmerkelijker daarentegen is dat we in de parochieregisters (afdeling overlijdens) ook een paar onwettige kinderen met een gekende vader hebben aangetroffen. - 18 oktober 1713, Adrianus Vleeracker die volgens het openbaer gerucht het kind van Adrianus en Catharina Fleerackers zou zijn geweest. - 27 oktober 1731, Elisabeth Blommaert, de dochter van Judocus Blommaert, maar onwettig 'zoals de moeder verklaarde'. - 15 mei 1744, Barbara Van der Veken, onwettige dochter van Joanna Van der Veken, Henricus Callewaert was de vader). - 2 april en 7 april 1789, Joanna Maria Sollie (1 dag oud) en Anna Maria Sollie (5 dagen oud), dochtertjes van Guillielmus Sollie en Anna Maria De Smet; de ouders waren niet getrouwd. Het geven van familienamen was in de 17de eeuw nog geen exacte wetenschap. De pastoors deden doorgaans echt wel hun best om de naam van de overledene te achterhalen, maar soms wist hij het toch echt niet meer. - 13 mei 1635, de huisvrouw van Jan Clerbout, nomen nescio, ik ken haar naam niet. - 18 mei 1650, Jan Cools, alias Noortgeest senior. 9
Deze persoon hoort in het Londerzeelse overlijdensregister niet thuis. Ze was geboren in Lede en er ook begraven. Daarenboven was ze echter ook de zuster van twee Londerzeelse pastoors. 25
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
- 30 augustus 1688, Joanna Brusselmans, weduwe van Judocus De Bleser alias Lindemans. - 26 mei 1698, Anna Impens, de weduwe van Andreas Verstraten, maar eigenlijk heette ze Delarue. We sluiten ons overzicht af met twee soorten aantekeningen waarvan we geen tweede voorbeeld gevonden hebben: - 1 oktober 1719, Maria De Bleser was ongehuwd maar verloofd met Henri Van Engelgem. - 5 november 1690, Egidius Beuckeleers, de man van Elisabeth Struys, werd buiten het kerkhof begraven.
26
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
hand-TEKENINGEN Voor wie zich af mocht vragen waarom wij een signatuur "handtekening" noemen, volgen hier een paar voorbeelden van de manier waarop onze voorouders in de 17de eeuw hun officiële documenten ondertekenden. Ze komen a) vooral uit de bewerking van de akten van notaris Gerard van Paesschen,die in Puurs van 1628 tot 1660 kantoor hield,b) uit de schepenakten van Steenhuffel. Handtekening uit 1641 van Adriaen ADRIAENSSENS uit Londerzeel.
Handtekening uit 1637 van Adriaen DE BLOMME uit Londerzeel Geboren in 1563) De Blomme is later geëvolueerd tot Bloemaerts.
Handtekening uit 1636 van Pieter DE BODE, soldaat, zoon van Lambrecht, uit Londerzeel.
Handtekening uit 1636 van Peter DE CLERCK zoon van Joos, man van Katelijne Swaegeneer uit Buggenhout
Handtekening uit 1632 van Joos DE MAEYER uit Londerzeel
Handtekening uit 1637 van Peter DE SMET uit Malderen. Handtekening uit 1644 van Frans LUYPAERT (° 1599) uit Londerzeel
Handtekening uit 1636 van Simon ELSKENS uit Liezele
Handtekening uit 1633 van Jan HASSELMAN, man van Katelijne Peeters uit Londerzeel
Handtekening uit 1637 van Guilliam LAUREYNS geboren in 1573, schepen van Opdorp
Handtekening uit 1641 van Katelijne MARISSENS, vrouw van Pieter Verheyden uit Malderen
Handtekening uit 1635 van Jan MESKENS, man van Katelijne Eggericx uit Merchtem
Handtekening uit 1645 van Goswin van GHESTELE, stadhouder en griffier van Diepensteyn en Drietoren
27
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Handtekening uit 1638 van Willem VAN GUCHTE, man van Cornelia Mariën uit Londerzeel.
Handtekening uit 1631 van Jacques VERHAVERT, man van Passchijne De Neve uit Buggenhout
Handtekening uit 1634 van Pieter VERMEIREN uit Malderen
En... meest voorkomend: Handtekening van degenen die niet konden lezen of schrijven.
28
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
BURGERLIJKE STAND IN LONDERZEEL anno 1892 en de klachten van de arrondissementscommissaris daarover
Het leven van een burgemeester is vandaag de dag zeker niet gemakkelijk. Vroeger was het dat evenmin. In het gemeentearchief van Londerzeel vonden we een brief die burgervader Van Assche (zie foto hiernaast) naar de arrondissementscommissaris stuurde nadat die hem - na een controlebezoek aan de gemeente - allerhande uiteraard onterechte verwijten naar het hoofd had geslingerd. Omdat het grootste deel van die verwijten te maken had met de organisatie van de Burgerlijke Stand – en omdat we daaruit dus veel kunnen leren – vonden we het nuttig en ook wel plezant om deze brief woordelijk, maar vertaald, aan de bezoekers van deze website voor te leggen. Ter verduidelijking vertellen we dat burgemeester P. Van Assche niet alleen een zeer gerespecteerd burgemeester maar bovendien een zeer bekwaam huisdokter met een uitgebreide klandizie was.
Londerzeel le 24 septembre 1892 Monsieur le commissaire d’arrondissement (Vertaald) Tijdens uw bezoek aan onze gemeente van 15 september had ik mijn voorzorgen genomen en was ik ‘s morgens vroeger dan gewoonlijk aan mijn ziekenronde begonnen om u rond de middag te kunnen ontvangen. Ik werd echter langer opgehouden dan verwacht en pas om 12u20 ben ik aan het gemeentehuis teruggekomen, toen u echter net vertrokken was. Ik bied u hiervoor mijn verontschuldigingen aan die, geloof ik, u wel zult willen aanvaarden. Met uw brief 2910 van 19 september vroeg u mijn aandacht voor de akten van de burgerlijke stand en voor de hygiënische toestand van het dorp. 29
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Gelieve mij op te laten merken, mijnheer de commissaris, dat van de drie rechtzettingen aan de geboorteakten, die nog niet gesigneerd waren, er één van zeer recente datum was; een andere was op de dag van uw bezoek gemaakt, en alleen de derde was van enige tijd geleden. De bediende van de burgerlijke stand had mij van de uitgevoerde rectificatie niet verwittigd. Ik zal me in ‘t vervolg niet zo zeer meer op hem verlaten en zal er zelf over waken dat het register in orde blijft. Van één kind was op het moment van de geboorteaangifte het geslacht nog niet vastgesteld. Zoals dat overal het geval is stelt men zich dan over het algemeen tevreden met de verklaring van degene die de aangifte doet. Meestal is dat de vader, bijgestaan door een aantal getuigen. Gedurende de bijna 18 jaren dat ik in functie ben heeft deze handelwijze nog tot geen enkele materiële fout aanleiding gegeven, behalve dan die éne die u heeft vastgesteld, en die zeer kort na de aangifte verbeterd werd. Het is dus niet helemaal juist, mijnheer de commissaris, om te beweren dat meisjes als jongen ingeschreven worden en omgekeerd, hetgeen op veelvuldige vergissingen zou duiden. Ik denk niet dat ik de declaranten moet verplichten om de pasgeborene voor een geslachtscontrole op het gemeentehuis te komen presenteren. Dit systeem heeft zoveel nadelen dat het nergens meer wordt toegepast. Of moeten we de vaststelling door een ambtenaar van de gemeente gaan laten verrichten? Het aantal vergissingen zou er niet kleiner of onmogelijker door worden. 30
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
De foutieve inschrijvingen die hier, zowel als overal elders, kunnen gebeuren, zullen in onze gemeente overigens sneller en stelliger dan in de meeste andere gemeenten rechtgezet worden. Elke week worden de namen van de nieuwgeborenen immers gepubliceerd in de lokale krant. De ouders en zelfs de buren controleren aldus op een permanente wijze de juistheid van de declaraties. Indien u, ondanks deze gunstige voorwaarden, toch van mening bent, mijnheer de commissaris, om voor mijn gemeente uitzonderingsmaatregelen toe te moeten passen, dan ben ik volledig bereid om vaststellingen aan huis te organiseren. Wat de toestand der wegen betreft. De huishoudelijke afvalwaters (het waswater) wordt inderdaad op de straat uitgegoten. Maar steeds aan dezelfde kant, zoals u heeft vastgesteld. Vanaf de linkerkant vloeien ze direct af naar een vlak bij het dorp gelegen beek. Als de geïnfecteerde modderpoelen, die u meent waargenomen te hebben, de verderfelijke uitwasemingen zouden vrijmaken die u verontrusten dan zouden die uiteraard tot tyfoïde aandoeningen aanleiding moeten geven. Toch kan ik u verzekeren dat er sedert 12 jaar geen tyfuskoorts in het dorp meer werd gesignaleerd. Deze toestand is dus van geen kanten onrustwekkend. Op zekere plaatsen, ik geef het toe, liggen er een paar losgekomen kasseistenen die zouden moeten weggenomen worden om de afvoer van het water te vergemakkelijken. Die herstellingen zullen gebeuren. Maar de perfectie zullen we hierdoor zeker niet bereiken. Het valt echter niet te ontkennen dat dit het best toepasbare systeem van wa31
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
terafvoer is. Het dorp is te laag gelegen om er rioleringen aan te leggen, daar valt gewoon niet aan te denken. De inwoners verbieden om hun water op de straat te gieten zou hen ertoe verplichten om putten met stilstaand water achter hun woningen te graven. Deze zouden zeker dodelijke uitwasemingen produceren, wat niet het geval is in de open greppels langs de straat, waar het water regelmatig wordt omgeroerd en meegevoerd telkens als het regent. Uw bezorgdheid voor de openbare hygiëne zal me toelaten, me dunkt, om uw aandacht te vestigen op een zeer belangrijke infectieoorzaak, die een echte epidemie in een groot aantal van de onder uw bevoegdheid vallende gemeenten kan verspreiden. Ik wil het hier hebben over de opslagplaatsen van beendermest (engrais de rue) langsheen het kanaal van Willebroek, veelal in het midden van of zeer dicht bij bebouwde agglomeraties. Om een idee over deze infectiehaarden te krijgen moet u maar eens ter plaatse gaan kijken wanneer de boten, geladen met deze in ontbinding verkerende resten, gelost worden. Als er een epidemie zou ontstaan dan zal, vrees ik, de oorzaak vooral dààr gezocht moeten worden. De burgemeester van Londerzeel, Petrus Van Assche.
32
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Beterschap in 1936. Dat was dus in 1892. In een Hollandse gazet, het ‘Nieuwsblad van het Noorden’ van 4 december 1936, kregen de ambtenaren van de Burgerlijke Stand van Londerzeel alweer een ferme bloempot naar het hoofd geslingerd. Dat ging letterlijk aldus: Londerzeel, een flinke gemeente nabij Mechelen, heeft plotseling in België groote bekendheid verworven. De ambtenaar van den Burgerlijken Stand en de Gemeente-Ontvanger, twee lieden van buiten Londerzeel, zijn er onlangs met oneervol ontslag weggezonden en daarmee is het nieuws losgekomen, dat geheel België met een schaterlach van verrassing, vervuld heeft. Tal van Londerzeelers, die nog gezond èn wel in leven zijn, bestaan „officieel” niet meer en zijn als „overleden” afgeschreven, terwijl anderen, die reeds jaren op het kerkhof begraven liggen, nog als levend te boek staan en geregeld hun pensioen ontvingen. Wat er met dat pensioen gebeurde was het geheim der twee ontslagen ambtenaren. Tientallen echtparen, waarvan verschillende reeds kinderen hebben, zullen officieel moeten hertrouwen, wijl zij niet als gehuwd ingeschreven zijn. Ook hun kinderen hebben thans, voor de wet, geen vader of moeder, gevolg van de administratieve janboel en erger der twee ontslagen ambtenaren. Elk dezer gevallen van hernieuwde inschrijving zal 800 francs per persoon kosten en wijl dergelijke gevallen niet in de Belgische wet voorzien zijn zal dat bedrag ten laste komen van de betrokken gemeentenaren die officieel nog in leven, doch in werkelijkheid overleden zijnde, naar het rijk der dooden moeten worden geadministrateerd, evenals van degenen die officieel „dood” zijn doch in werkelijkheid nog leven, zonder nog te spreken van de talrijke niet ingeschreven huwelijken en geboorten. De Londerzeelers voelen echter niets voor die onverwachte administratiekosten en in een der stamineekens van 't door die bureaucratie geteisterde dorp, waar wij dezer dagen een bezoek brachten, hoorden we de volgende dialoog tusschen twee slachtoffers, waarvan de een als „dood” en de ander, braaf huisvader van zes kinderen, als „ongehuwd” gemeld was: - Awel Stan, ge staat gij ook glad verkeerd geboekt op 't raadhuis, 'k heb 'k gehoord dat g' as ongetrouwd ingeschreven staat. Maar mee mij is 't nog wel straffer, sta 'k ik as dood in den boek en 't kost 800 francskes om da te doen veranderen. - En gaat gij betalen Miel? - Ge moet 't nie peinzen Stan, blijf 'k ik liever dood, zunne....
33
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Van ADAM en EVA tot het jaar 2000 in 155 stappen een voorbeeld uit de praktijk (en slechts gedeeltelijk om te lachen) door Louis De Bondt Iedereen die een beetje met zijn afstamming bezig is hoopt daarbij zoveel mogelijk voorbije generaties terug te vinden. De nog bestaande parochieregisters voeren ons, met een beetje geluk, terug tot het begin van de 17de eeuw. Voor oudere gegevens zijn we op de documenten van schepenbanken, leen- en cijnsboeken en op het onderzoek van andere genealogen aangewezen. Onder meer het werk van de genealogen-familie Lindemans uit Opwijk is voor onze streek van kapitaal belang. Het Internet heeft zeker een nieuwe stimulans aan het stamboomonderzoek gegeven. Daarop wordt het werk van duizenden medezoekers letterlijk binnen handbereik gebracht. Uiteraard wordt bij het downloaden van andermans vondsten geen certificaat van betrouwbaarheid meegeleverd, maar Genealogie is toch altijd al voor een groot deel een kwestie van geloof, hoop en liefde geweest Puur per ongeluk ontdekte ik op het internet dat ik – en wel via de familie De Rijcke - de illustere Karel de Grote tot mijn eigen bloedverwanten mag tellen. Tegelijk kwam ik te weten dat dit allerminst bijzonder is. Echte genealogen beweren immers dat vrijwel alle Europeanen van Karel de Grote afstammen. Die man heeft namelijk veel kinderen op de wereld gezet. Statistische berekeningen bewijzen bovendien dat de kans dat iemand uit een West-Europese familie niet van Karel de Grote afstamt kleiner is dan 10%. Het is voor de meesten echter lastig zoniet onmogelijk om de lijn naar Karel de Grote uit te schrijven. Wat mijzelf betreft was – zowel langs mijn vaders- als mijn moeders kant - die afstamming verdacht gemakkelijk aan te tonen. Ik kon zelfs nog een aanzienlijk stuk verder terug gaan in de tijd…
INDELING Dit “werk” bestaat uit drie gedeelten. Deel I bevat de genealogie vanaf een zekere Adam uit Soemerië, die een rib kwijtspeelde, tot een zekere Juda die rond 1730 voor Christus met Tamar trouwde. Deel II volgt twee zonen van Juda en Tamar. a) De ene (Farez) bleef in het heilige land. In 44 na Christus emigreerde één van zijn beroemde nakomelingen echter naar het westen en in het jaar 380 zou uit die stam een zekere ridder Faramund geboren worden. b) De andere (Zerach) trok naar Turkije. We zullen zien hoe zijn nakomelingen eerst koning van Troje werden en tijdens de periode van de grote volksverhuizingen steeds verder naar het westen trokken. Aldus komen we aan de Zwarte Zee een paar koningen der Sycambren tegen en vervolgens staan we in West-Europa oog in oog met de Franken. Eén van hun koningen had een dochter, prinses Argotta, die omtrent 400 met ridder Faramund trouwde.
34
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Deel III tenslotte, dat de periode 400 tot 2000, begint met Clodion van Doornik (de zoon van Faramund en Argotta) en eindigt met mensen die we persoonlijk kennen. Hierin komen we de namen tegen van zeer vele illustere personen wier bloed, zij het serieus verdund, door onze aderen stroomt. Al mag men over de bloedverwantschap van zijn vaderen vanzelfsprekend nooit helemaal volkomen zeker zijn.
BRONNEN Het spreekt voor zich dat, ofschoon we ons op zeer serieuze bronnen beroepen en er geen hiaten in onze afstammingsreeks te vinden zijn, een zeker voorbehoud voor de juistheid van sommige beweringen toch wordt aanbevolen.
Deel I – Van Adam en Eva tot Juda en Tamar (4000 tot 1740 BC) Voor het begin van deze genealogie hebben we de mosterd hoofdzakelijk uit de Bijbel gehaald. Of de schrijvers van het Oude Testament goede genealogen waren, weten we natuurlijk niet. In ieder geval hebben ze de genealogie van Jezus van Nazareth zorgvuldig genoteerd. Dat deze eindigde met een “natuurlijk” kind heeft hen niet belet om via stiefvader Jozef tot koning David en zelfs nog verder tot Adam en Eva op te klimmen.
Deel IIa – Van Juda tot Faramund (1740 BC tot 380 AC) Ook een groot stuk van deel IIa is op dezelfde Bijbel gebaseerd. Aan de serieusheid van dat boek mag door goede gelovigen noch door goedgelovigen getwijfeld worden. Anders is het gesteld met sommige “apocriefe evangeliën” die na de dood van Jezus werden geschreven. Daarin wordt namelijk beweerd dat Christus misschien niet aan het kruis gestorven is maar dat hij samen met zijn vrouw Maria Magdalena en zijn broer Jacobus (ofwel Jozef van Arimatea) naar Frankrijk (Marseille, Rennes) emigreerde en daar voor een nageslacht heeft gezorgd dat later als de “vissers- of graalkoningen” in Engeland terecht gekomen is. Er is dus echt wel een innerlijke geloofscrisis nodig om via deze laatste hypothese te komen tot dit deel van de stamboom die hoofdzakelijk op volgende schrifturen is gebaseerd: - Het Heilige Bloed en de Heilige Graal, van Michael Baigent, Richard Leigh en Henry Lincoln (1982). - De Erfopvolgers van de Graal, van Laurence Gardner (1996). - Oorsprong van de Graalkoningen, van Laurence Gardner (1999). Voor informatie over leven en werken van de hierin vernoemde personen verwijzen we naar de hierboven geciteerde lectuur.
Deel IIb – Van Juda tot Argotta (1740 BC tot 380 AC) De Sicambrische connectie: Sicambren en Sicambrische Franken De Sicambrische afstamming gaat terug naar de Scytische Cymmeriërs aan de Zwarte Zee en zelfs naar het trotse Troje aan de oostkust van Turkije. Dat onze gewesten vanuit Troje gekoloniseerd werden is geen recente bewering. Zo werd volgens de oude Romeinse geschiedschrijvers de stad Rome niet door Romulus en Remus maar wel door de gevluchte Trojaanse held Aeneas gesticht (in 754 voor Christus). Maar niet alleen Aeneas heeft de Trojaanse oorlog overleefd. De grote Romeinse historicus Livius schreef in zijn “ab urbe condita”: “Allereerst weten wij met enige zekerheid, dat bij de val van Troje de overige Trojanen het slachtoffer werden van de Griekse woede, maar twee mannen, Aeneas en Antenor, gespaard bleven, wegens het voorrecht van een al lang bestaande gastvriendschap, én omdat zij altijd hadden gepleit voor de vrede en het teruggeven van 35
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Helena. Na allerlei lotgevallen bereikte Antenor, vergezeld van een menigte Eneti, die bij een opstand uit Paphlagonia waren verdreven en na het verlies van hun koning Pylaemenes bij Troje een nieuwe woonplaats en leider zochten, de baai van de Hadriatische Zee. De Euganei, die tussen de zee en de Alpen woonden, werden verdreven, en Eneti en Trojanen namen die streek in bezit. De plek, waar zij het eerst aan land kwamen werd ook Troje genoemd, het district heet ook naar Troje. Het volk in zijn geheel werd Veneti genoemd.” Ook de Merovingers (zie verder) wisten zeer goed van waar zij kwamen. Niet voor niets werden de eerste steden die ze in Frankrijk stichtten Troyes en Paris (naar de Trojaanse prins) genoemd. Zelfs onze eigen Hennen van Merchtem, een plaatselijke kroniekschrijver uit de 14de eeuw, liet in zijn ondergewaardeerde rijmkroniek onze voorouders uit Troje komen. Recentere werken, waarin deze hypothese aan bod komt, zijn de reeds genoemde: -
Het Heilige Bloed en de Heilige Graal, van Michael Baigent, Richard Leigh en Henry Lincoln (198/2). De Erfopvolgers van de Graal, van Laurence Gardner (1996). Oorsprong van de Graalkoningen, van Laurence Gardner (1999).
Of alles waar is wat deze heren beweren mag uiteraard betwijfeld worden, en alhoewel het laatste stuk van deze stamreeks zeker over historische personen en feiten gaat, is het niet verboden om het met de nodige reserves te lezen. De bronnen naar welke ze verwijzen zijn evenwel echt en bovendien de enige die er nog bestaan.
Deel III – Van Faramund en Argotta tot onszelf (400 tot 2000 AC) Met Clodion Van Doornik en de Merovingers belanden we bij mensen waarover we in onze schooltijd nog hebben geleerd en die bijna zeker allemaal hebben bestaan. Voor meer informatie over hen konden we dus in onze geschiedenisboeken terecht. Daarnaast hebben we ons licht ook opgestoken bij de volgende sites op het internet (http://): www.kareldegrote.nl/ nl.wikipedia.org/ www.deleeuwvanweenen.nl home.wanadoo.nl/jolandavandenbrink/ members.home.nl/p.v.heusden/ users.telenet.be/joosdr/ www.graafschap-middeleeuwen.nl/adel/hertogdom-neder-lotharingen-1.html members.home.nl/serenade/karel.htm mboullic.club.fr/ home.hetnet.nl/~hasibu/cumgrano.htm members.tripod.com/vvfkwartierstaten/kwatstat/brabant/brabant.htm users.pandora.be/HOM/Genealogie/Genealogie.htm Nog een paar verduidelijkingen bij de bewerking hieronder: - Gen.: Het aantal generaties vanaf Adam en Eva. - Rechte Lijn: Eerst komt de directe afstammeling van de vorige (kan dus zowel zoon als dochter zijn), daarna komt de partner indien gekend. - Periode: De jaartallen geven we voor wat ze waard zijn. Voor 1000 BC schenen sommige mensen verdacht oud te worden, ofwel hadden ze een andere almanak. Vanaf 1000 BC zijn de opgegeven data sterk benaderend.
Hierna volgt de ‘oefening’ alleen voor de tak ‘De Bondt’
36
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Deel I – Van Adam en Eva tot Juda en Tamar Gen. Rechte lijn
Periode
Opmerkingen
1
Adam x Eva
- 4000-3070
2
Seth
- 3870-2958
3
Enos
- 3765-2860
4
Kenan (Kainan)
- 3675-2765
5
Mahalalel (Mahabeël)
- 3606-2710
6
Jered (Jared)
- 3540-2578
7
Henoch
- 3378-3013
Schrijver van het boek van Henoch.
8
Methusalem
- 3313-2344
Zelfs naar Bijbelse maatstaven zeer oud geworden.
9
Lamech
- 3126-2349
10
Noach
- 2944-1994
Bouwer van de ark (zondvloed was in – 2344)
11
Sem
- 2444-1844
Stamvader der Semieten.
12
Arpaksad (Arpachsjad)
- 2342-1904
13
Selach (Salaï)
- 2307-1874
14
Eber (Heber)
- 2277-1813
15
Peleg (Phalech)
- 2243-2004
16
Reü (Ragau)
- 2213-1974
17
Serug (Saruch)
- 2181-1951
18
Nachor
- 2181-1951
19
Terach (Tara)
- 2122-1917
20
Abraham (Abram) x Sarah
- 2052-1877
21
Isaak x Rebecca
- 1952-1772
22
Jakob (of Israel) x Lea
- 1892-1745
23
Juda (of Yehud) x Tamar
- 1805-1676
37
De eerste mensen.
Stamvader van de Hebreeën.
Aartsvader
Stamvader van de stam van Juda
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Deel IIa - Van Juda via een geloofscrisis tot Faramund Deel IIb - Van Juda via Troje (en wat goede wil) tot Argotta Juda en Tamar hadden een aantal kinderen en via 2 van hun zonen, namelijk Farez en Zerach, kunnen we onze afstamming langs 2 wegen verder blijven volgen 24
Farez (Peres)
- 1740-?
Zerach
°- ca 1738
Deze zoon van Juda verhuisde naar Turkije en werd de stamvader van het geslacht der Ezrachieten 25
Hesron (Esrom)
Dera (Dara, Dardanos)
- 1620-?
Stichter van het huis van Troje. 26
Aram (Ram)
Erichtonius
- 1560-?
27
Aminadab
Tros
-1500-?
Koning van Troje, die zijn naam gaf aan de stad. 28
Nason (Nachsjon)
Ilus
- 1440-1370
Koning van Troje, Ilium is een andere naam voor Troje. 29
Salma (Salmon) x Rachab
Laomedon
- 1380-1310
Koning van Troje.
30
Priamos x Hekabe
-1320-1240
Koning tijdens de Trojaanse oorlog. 31
Boaz (Booz) x Ruth
Helenos
1280-?
Koning van Troje. Verklapte onder dwang hoe de Grieken met een houten paard de stad konden veroveren.
32
Genger (Zenter)
- 1250-?
Koning van Troje 33
Obed
Franco
- 1220-?
Koning van Troje 34
Esdron
38
- 1190-?
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Koning van Troje
35
Gelio (Zelius)
- 1160-?
Koning van Troje 36
Isaï
Basabelian
- 1135-?
Koning van Troje
37
Plaserio (Plaserius)
- 1115-?
Koning van Troje 38
David x Batseba
- 1070-1015
Plesron
- 1090-?
Eliacor
- 1065-?
Koning van Israël in 1048 BC. Batseba was de weduwe van Uria, de Hettiet. 39
Salomo x Naäma de Ammonites
- 1050 - 975
Koning van Israël in 1015 BC. 40
41
Rechabeam (Rehaboam x Maächla
Koning van Troje - 1030-957
Koning van Judea in 975 BC. Maächla was de dochter van Ureël van Gibea.
Koning van Troje
Abidja (Abia)
Plesario (Plaserius)
- 1010-955
Koning van Judea in 957 BC 42
Gaberiano (Zaberian)
Asa x Azuba
- 1040-?
- 1015-?
Koning van Troje - 985-917
Antenor
- 995-?
Koning van Judea in 955 BC. Azuba was een Koning van Troje dochter van Silhi. 43
Josafat (Jehosaphat)
- 965-893
Koning v Judea in 917 BC. 44
Joram x Athalia
Achazja x Zibia van Berseba
-965-?
Koning van Troje - 945-885
Koning van Judea in 893 BC. Athalia was de dochter van Omri. 45
Priamos
Helenus
- 935-?
Koning van Troje
- 920-878
Koning van Judea vanaf 885 BC 46
Joas x Jehodda van Jeruzalem
- 900-840
Koning van Judea in 878 BC. 47
Amasja x Jekolia van Jeruzalem
Plesron
- 905-?
Koning van Troje - 860-811
Koning van Judea in 840 BC
Basabiliano Koning van Troje
39
-875-?
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
48
Uzzia (Ozia) x Jerusa
- 830-759
Koning van Judea in 811 BC. Jerusa was de dochter van Zadok. 49
Jotam (Joatham)
51
Achaz (Ahaz) x Abidja
- 790-742
53
54
55
56
57
- 770-726
- 815-?
Getmalor (Gentilanor) Koning van Troje
Hizkia (Ezekias) x Hefziba
Almadion
- 750-697
Manasse x Mesullemet
-755-?
- 720-642
Diluglik
-725-?
Koning van Judea in 697 BC. Mesullemet was dochter van Haroez van Jotba.
Koning van Troje
Amon x Adaja
Helenus
- 680-640
- 695-?
Koning van Judea in 642 BC. Jedida was de dochter van Adaja van Boscat
Koning van Troje.
Josia x Zebuda
Plaserio
- 660-609
- 665-?
Josia was koning van Judea in 640 BC. Zebuda was de dochter van Pedia van Ruma.
Koning van Troje.
Jojakim (Eliakim) x Nehusta
Diluglio Dilulius
- 630-598
Koning in 609 BC. Als gijzelaar naar Babylon. Nehusta was een dochter van Elnatan van Judea.
Koning van Troje.
Jojakin (Jechonia)
Marcomir
- 610-570
Koning van Troje.
Sealtiël (Salatiël)
Priamus
- 580-530
Zerubbabel (Zorobabel)
- 635-?
- 605-?
Koning 598 BC. als gijzelaar naar Babylon.
Pedaja
- 785-?
Koning van Troje
- 585-?
Koning van Troje. - 550-500
Vertaling: Jehova de hoogste 59
Priamos
Koning van Judea in 742 BC. Abidja was de dochter van Zecharia.
Vertaling: ik vroeg God 58
- 845-?
Koning van Troje
Koning van Judea in 726 BC 52
Alexander Koning van Troje
Koning van Judea in 759 BC. 50
Louis De Bondt
Helenus (Ephraim) x Marion
- 555-?
Koning van Troje. - 520-470
Geboren in Babylon. Koning v. Judea 60
Resa (Abiud)
- 490-440
Antenor x Anna Paiga
- 526-443
Trojaanse koninklijke afstamming. Koning van de Scytische Cimmeriërs aan Zwarte Zee
40
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
61
Jochanan (Joannan)
- 460-410
Louis De Bondt
Marcomer
- 495-412
Trok met de Cimmeriërs vanaf de Zwarte Zee naar West-Friesland, Gelre en Holland. Stak Rijn over en veroverde noord-Gallië. 62
Juda (Judas)
- 430-380
Antenor x Cambra
- 465-385
Cambra gaf naam aan de Siccambriers. 63
Jozef
- 400-350
Priamus x Hecuba
- 425-358
Koning van Siccambrië. Hij leefde aan de monding van de Donau maar werd door de oprukkende Goten in de richting Duitse grens gedreven. Hij voerde het Nieuwe Verbond en de Saksische taal in. 64
Semeï
- 370-320
Helenus x Clare Emaline
- 385-339
Koning/priester van de Arcad. zeegod Pallas 65
Mattatias
- 340-290
Diocles
- 344-300
Hielp de Saksen tegen de Goten en de zuidelijke Galliërs. 66
Maät
- 320-270
Bassanus de Grote
+ 250 BC
Priester-koning. Bouwde Bassanburg (nu Aken). Hij trouwde met een Noorse prinses. 67
Nag (Noge)
- 290-240
Clodomir (Sedanus)
+ 232 BC
Sloot zich aan bij de Saksen en Thuringers tegen de Galliërs. 68
Esli (Azalja)
- 260-210
Nicanor
+ 198 BC
Trouwde met dochter van het Britse stamhoofd Elidure. 69
Nachum (Naüm)
- 230-180
Marcomer
+ 169 BC
Versloeg de Romeinen, Galliërs en Goten. Zette de handelingen der Galliërs op rijm. 70
Amos
- 210-160
Clodius
+ 159 BC
Weerstond invasies van Romeinen en Galliërs.
71
Antenor
+ 143 BC
Sloot een vredesverdrag met de Galliërs. 72
Mattatias
- 180-130
Chlodomir (Clodimir)
+ 123 BC
De Galliërs schonden het verdrag maar werden teruggeslagen.
41
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
73
Jozef
- 150-100
Louis De Bondt
Merodachus
+ 95 BC
Leidde leger van 22.000 man tegen Romeinse centra in Italië en onderwierp Bohemen. 74
Jochanan (Joannan)
- 130-80
Cassander
+ 74 BC
Sloot verbond met koningen Hamecus van Thuringen en Arabius van Saksen. 75
Melchi
- 100-50
76
Levi
- 70-20
Antharius
- 77-39
Weerstond de invallen van Julius Caesar. 77
Matat
- 90-40
78
Heli (Jacob)
- 60-10
Francio of Francus
- 57 + 11
Veranderde de naam Sicambriërs (Sicambri) in Franken (Franci). Leidde FrankischSaksisch-Thurings leger tegen de Romeinen. Sloot verbond met de Germaanse vorsten. 79
Jozef x Maria
- 40 + 20
Clodius – Clogio
- 37 + 20
Bleef de Romeinse invallen weerstaan 80
Jezus (Jozua) Christus x Maria Magdalena
0- ?
De apocriefe overlevering zegt dat Christus het kruis overleefde en naar Frankrijk emigreerde. 81
Marcomer
- 17 + 50
Koning der Franken Clodomir
3–63
Koning der Franken. Verdreef de legioenen van keizer Nero uit Metz en Trier. 82 83
Jozef de Rama-Theo
44-120
Antenor x Terry Ray
25-69
Ratherius x Grotta
69-90
Ratificeerde een verdrag met de Germanen en Saksen. Bouwde Rotterdam. 84
Richemer x Ascyla
90-113
Zette de oorlogen tegen de Romeinen en Goten verder. Stichtte Brandenburg. 85
Odomir
+ 128
Sloot een vredesverdrag met de Romeinen en de Goten.
42
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
86
Josue
100-160
Louis De Bondt
Marcomer x Athildis van Camulod
84-149
Bouwde Marburg in Hesse. Athildis was de oudere zuster van de Britse koning Lleiffer Mawr (zie Arthur-saga).
87
Clodomir x Basilda (of Hasilda)
104-166
Basilda was de dochter van de koning der Rugij. 88
Amindanab (V) x Eurgen (M)
+ ca 200
Farabert
122-186
Amindanab was de dochter van Josue. Haar man Hernieuwde het bondgenootschap met de Eurgen was een zoon van de Engelse koning Germanen. Lleiffer Mawr en dus een broer van Athildis van Camulod die trouwde met Marcomer, de Sicambrische Frank (zie hiernaast). Trouwens: vanaf koning Lleiffer Mawr (ofwel Lucius de Grote) is een snelle link naar keizer Marcus Antonius van Rome te leggen.
89
Sunno
137-213
Voortdurende oorlogen tegen de Romeinen en Goten nadat de Romeinen een eerder verdrag hadden genegeerd. 90
Catheloys (Castellors)
+ ca 240
Visserskoning (zie Graallegende) 91
Manaël
212-253
Bouwde de burg Hildeburg aan de Rijn. + ca 280
Visserskoning (zie Graallegende)
Bartherus
238-272
Leidde legers naar Italië tot aan Ravenna. Trok plunderend door Aragon.
92
Hilderik
Clodius
264-298
Stichtte Orleans in het jaar 275 93
Titurel
+ ca 320
Walter
289-306
Visserskoning (zie Graallegende) 94
Dagobert I
230-317
95
Clodomir
+ 337 AC
Richemir
+ 350 AC
Theodomir
+ 360 AC
96 97
Boaz (Anfortas)
+ ca 360
43
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
98
Frotmund (Frimute)
+ ca 390
Louis De Bondt
Clodius
+ 378 AC
99
Dagobert
+ 389 AC
100
Grenobaud der Franken
+ 419 AC
Sicambrisch Ftankische koning en heer der Franken 101 Faramund x prinses Argotta
375-430
Argotta x Faramund
375-430
Als zoon van Frotmund was Faramund de Heer Argotta was de dochter van de Sicambrische der West-Franken (419-430) Frankische koning Grenobaud. .
Faramund en Argotta huwden omstreeks 394 (met elkaar)
44
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Deel III – Van Faramund en Argotta via veel schoon volk tot de mensen die we kennen
De Merovingische koningen Met de Merovingers belanden we bij mensen waarover we in onze schooltijd nog hebben geleerd. Hadden we toen geweten dat het directe familie was dan hadden we ongetwijfeld beter opgelet. Omdat we vanaf nu alleen maar personen ontmoeten die ook echt hebben geleefd, zullen we proberen meer over hen te vertellen als we dat kunnen.
Generatie 102 Rechte Lijn Geboren te / op
Clodion (Clodio) van Doornik Circa 395
Gestorven te / op Gehuwd te/op
446
Met Geboren te / op Gestorven te / op
Koningin Basina I van Saxen
Afstamming van de partner
Clodion van Tournai of Clodius Crintus was de leider van de Salisch Franken. In 430 volgde hij zijn vader Faramund op als heer der West-Franken en hij zou dat tot aan zijn dood in 446 blijven. Koningin Basina I was de weduwe van koning Weldephus van Thuringia (ten westen van de beneden-Rijn, aan de noordoostkant van het huidige Frankrijk). Clodion woonde in Dispargum (wellicht de naam van zijn kasteel en niet die van een plaats). Omstreeks 431 deed hij een inval in Artois, maar hij werd in de buurt van Hesdin verslagen door Aethius, de bevelhebber van het Romeinse leger in Gallië. Clodion hergroepeerde zijn manschappen en nam de stad Cameracum (Kamerijk of Cambrai) in. Uiteindelijk veroverde hij het gebied tot aan de Somme en maakte hij van Doornik de hoofdstad van de Salische Franken.
Generatie 103 Rechte Lijn Geboren te / op
Meroveus (Merovech) Circa 411
Gestorven te / op Gehuwd te/op
458
Met Geboren te / op Gestorven te / op
Merira (of Verica)
Afstamming van de partner
45
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
De afkomst van de Merovingische koningen is door mythen omgeven. Merovech (Meroveus) werd omstreeks 411 geboren als zoon van Chlodion, bijgenaamd 'de langharige'. Het is daarom dat de Merovingers uit dit geslacht ook wel de “langharige koningen” worden genoemd. Ze werden verondersteld hun macht te ontlenen aan hun lange rode haar. Het knippen ervan stond gelijk aan een verlies van macht. Van Chlodion (en diens vader Pharamond of Faramund), wordt soms wel eens beweerd dat ze uit legenden zijn voortgekomen en niet werkelijk bestaan hebben. Maar dat is laster volgens ons. Ook de figuur van Merovech heeft in de loop der tijden mythische vormen aangenomen. Zo wordt van hem verteld dat hij eigenlijk twee vaders heeft. Toen Clodion zijn moeder zwanger gemaakt had, ging ze zwemmen in de oceaan. Eenmaal in het water, werd ze verleid of verkracht door een onbekend zeemonster, "bestea Neptuni Quinotauri similis". Dat wil zeggen een beest van Neptunus gelijkend op een Quinotaurus. Door dit creatuur, half zeemonster en half stier, werd de zwangere koningin een tweede maal bevrucht. Toen Merovech geboren werd, stroomden er dan ook twee soorten bloed door zijn anderen: dat van de Frankische koningen en dat van een zeemonster. De uitdrukking 'blauw bloed in de aderen hebben' is hiervan afgeleid (zeedieren als bijvoorbeeld kreeft en inktvis hebben namelijk blauw bloed). Merovech trouwde in 435 met Verica (of Merira), afkomstig uit Westfalen (Duitsland). De Frankische koningen waren evenwel niet monogaam. Sommigen hielden er, naar Oosters voorbeeld, zelfs een complete harem op na. In 448 volgde Meroveus zijn vader Clodio (Clodion) op als heer der Salische Franken en werd hij meteen ook tot koning uitgeroepen. Hij werd hiermee de eerste koning uit het geslacht van de Merovingers. Merovech is vooral bekend geworden door zijn strijd tegen de Hunnen. Hij hielp in 451 de Romeinse legeraanvoerder Aetius en Theodorik, koning van de Gothen, om de opmars van Attila de Hun te stoppen. De Hunnen richtten nogal wat schade aan in de streken waar ze doorheen trokken. Toen ze Parijs naderden wilde de bevolking het op een lopen zetten. De heilige Genoveva van Parijs maakte een einde aan de uittocht door de Parijzenaars te verzekeren dat hun stad gespaard zou blijven. Meroveus viel de Hunnen aan, ergens tussen Châlons sur Marne en Méry sur Seine (nabij Troyes). Na een verschrikkelijke veldslag werden de Hunnen teruggedreven. Deze gedenkwaardige slag op Catalunische velden (451) was evenwel niet beslissend want Atilla kon zich terugtrekken aan de overzijde van de Rijn. Merovech stierf in 458. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Childerik I. Het merovingische geslacht is naar hem genoemd. Aangenomen wordt dat alle koningshuizen van de bloedlijn van de Merovingen afstammen. Talloze niet-koningshuizen, weten we nu, doen dat overigens ook.
Generatie 104 Rechte Lijn Geboren te / op
Childerik I 436
Gestorven te / op Gehuwd te/op
481
Met Geboren te / op Gestorven te / op
Basina II van Thuringia
Afstamming van de partner
46
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Childerik werd omstreeks 436 geboren als zoon van de semi-legendarische Merovech (Meroveus). Ook onze informatie over het leven van Childerik is veelal legendarisch. In het jaar 456 volgde hij op 20jarige leeftijd zijn vader op als koning van de Salische Franken in Noord Gallië (Wallonië, Noord Frankrijk). De jonge koning toonde echter een bijzonder levendige belangstelling voor de dochters van Childerik U Basina II van Thuringia zijn onderdanen. Die waren daar zo verbolgen over dat ze hem zijn troon ontnamen. Toen Childerik ontdekte dat sommigen bovendien plannen aan het smeden waren om hem te vermoorden, zette hij het wijselijk op een lopen. Hij vond onderdak bij Bisinus (Basinus of Basin), de koning van de Thüringse Franken, en bij diens echtgenote koningin Basina. De man die de Salische Franken intussen als opvolger van Childerik hadden gekozen, ontpopte zich al snel tot een wrede tiran en na bijna acht jaar in ballingschap te hebben doorgebracht, werd Childerik in het jaar 463 door zijn onderdanen deemoedig teruggeroepen en in ere hersteld. Nu Childerik weer koning en een goede positie had, besloot koningin Basina om haar man te verlaten en bij Childerik in te trekken. Na een tijdje trouwden ze en kregen ze een zoon die ze Clovis noemden.
Childerik I en Basina van Thuringia – miniatuur uit de 13de eeuw
De kroning van Childerik en Basina – Condé museum, Chantilly
Childerik zette de expansiepolitiek van zijn vader verdert. In 463 versloeg hij in de buurt van Orleans de Visigoten die hun gebied langs de Loire-oevers wilden uitbreiden. Hij werkte daarbij samen met de Romeinse generaal Aegidius. Na de dood van deze opperbevelhebber hielp Childerik ook diens opvolger Paulus om een invasie van de Saksen in te dijken. Nadat hij enkele Saksen uit Angers verdreven had, achtervolgde hij hen tot aan de monding van de Loire en slachtte hij hen daar af. Ook een bende Alemannen, die Italië wilden binnentrekken,
47
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
werd door tot andere gedachten gebracht. Ja, in de tijd de grote volksverhuizingen, was het ook niet altijd gemakkelijk om een nieuwe woning te vinden. In 476 maakten deze volksverhuizingen een einde het reeds danig verzwakte Imperium van de Romeinen. Childerik kon zich echter maar gedurende 5 jaar alleenheerser voelen. In 481 overleed hij op 45-jarige leeftijd. In 1653 werd in de buurt van Doornik zijn graf ontdekt waarin zich talloze wapens, juwelen, munten en zelfs een ring met zijn beeltenis bevonden. Childerik I zou, net als zijn vader Meroveus, de heidense cultus van “Diana van de Ardennen” – van de 9 vuren, hebben beleden. We vermelden dat omdat zijn zoon Clovis zich later tot het Christendom bekeerde en we nu ook weten ‘van wat’.
Generatie 105 Rechte Lijn Geboren te / op
Clovis I 466
Gestorven te / op Gehuwd te/op
511
Met Geboren te / op Gestorven te / op
Clothildis van Bourgondië
Afstamming van de partner
Chilperik II Clothildis
Clovis (Clodovech) werd omstreeks 466 geboren als zoon van Childerik I en Basina van Thüringen. Hij volgde in 481, op slechts 15-jarige leeftijd, zijn vader Childerik I op als koning van de Salische Franken. Hij streefde er naar om de Salische Franken ten noorden van de Rijn en de Ripuarische Franken tot één rijk te verenigen. Vanuit Doornik zette hij de opmars in. Zijn zegereeks begon in 486 met een overwinning op Syagarius, de laatste Romeinse gouverneur in het noorden van Gallië die regeerde over het gebied tussen de Somme en de Loire. Clovis nam de stad Soissons in, het laatste Romeinse bolwerk. Syagrius vluchtte naar de Visigoten maar hij werd uitgeleverd en vervolgens in het geheim gedood. Plots strekte het gebied van Clovis zich uit tot de Loire en kon hij de andere Franken zijn gezag opleggen. In 493 trouwde Clovis in Soissons met Clothilde (Chrodechilde), zij was de dochter van Chilperik II, de koning van Bourgondië. Chilperik werd vermoord door zijn broer Gundobad. Clovis vroeg Chlotilde's hand en Gundobad was naar men zegt te bang om te weigeren. Koning Gundobads andere broer, Godegisel, die zelf de troon van Bourgondië ambieerde, probeerde Clovis over te halen om Bourgondië binnen te vallen, hetgeen hem lukte. Gundobad vluchtte naar Avignon, waar hij een nieuw leger vormde en zich daarna met Clovis. Hij werd zelfs zijn bondgenoot in de strijd tegen de Visigoten (zie hierna). Godegisel – de slechterik - zou later door Gundobad – ook al geen goeie - worden vermoord. Clothilde schonk Clovis drie zonen. Zijn oudste zoon was echter van een onbekende Rijnlandse prinses. Clothilde had zich tot het christendom bekeerd en probeerde ook Clovis van haar visie te overtuigen. Dat ging bepaald niet van een leien dakje. Tot, op een dag in 496 Clovis bij Tombiac of Zülpich tegen de Alemannen aan het vechten was en hij het onderspit aan ’t delven 48
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
was. In uiterste nood beloofde hij zich te bekeren mocht de god van zijn vrouw hem alsnog de overwinning schenken. Het resultaat is gekend. Zo gauw hij een vrij plekje in zijn agenda vond, enkele jaren later, meldde Clovis zich met enkele duizenden krijgers bij bisschop Remigius van Reims om zich te laten dopen. Met hen werden ook nog 300 andere edelen gedoopt. Hiermee distantieerde Clovis zich enerzijds van de andere Germaanse koningen, die zich ondertussen tot het concurrerende Arianisme hadden bekeerd, maar van de andere kant kreeg hij er wel de Gallo-Romeinen mee op zijn hand. Clovis betrok de clerus en de Gallische Christenen bij zijn bewind. In 507 koos hij Parijs als residentie. Van daaruit ondernam hij nog succesvolle veldslagen tegen de Visigoten. Die hadden, nadat ze dat met aandrang hadden gevraagd, van de laatste Romeinse keizers Aquitanie in bruikleen gekregen en meenden na de val van Rome in 476 het hele imperium over te kunnen nemen. Na de slag van Vouillé (nabij Poitiers) in 507, en nadat Clovis hun koning Alarik II in de strijd had gedood, bliezen de Visigoten de aftocht naar Spanje. Het grondgebied van Clovis reikte nu tot aan de Pyreneeën. Omstreeks 509 erkenden ook de Ripuarische Franken, die de streek rond Keulen bewoonden, zijn heerschappij. Clovis overleed in 511, op 45-jarige leeftijd. Zijn rijk was groter dan het huidige Frankrijk en omvatte ook het zuidwesten van Duitsland. Clothilde trok zich na de dood van haar man terug in de abdij St-Martin in Tours en stichtte tal van kerken en kloosters. Daarom werd ze later heilig verklaard. Het feest van Sint Clothilda valt op 5 juni.
Generatie 106 Rechte Lijn Geboren te / op
Clotharius I 497
Gestorven te / op Gehuwd te/op
561
Met Geboren te / op Gestorven te / op
Ingund
Afstamming van de partner
Clotharius werd in 497 te Doornik (Tournai) geboren als jongste zoon van de roemruchte Clovis en zijn koningin Clothildis. Als bijnaam gaf men hem “de vaak getrouwde”. Hij had maar liefst zes echtgenotes: Ingonde of Ingund, Aregonde (dochter van Balderic van Thüringen), Grinside, prinses Radegonde van Thüringen, Gontheuque of Ghunteuca (dochter van Gondebaud van Bourgondië) en tenslotte Wultrade van Lombardije. Daarnaast had hij verschillende concubines. Toen Clovis in 511 stierf werd zijn koninkrijk volgens de Frankische tradities onder zijn vier zonen verdeeld. Zijn oudste zoon, Theodorik, heerste over Reims (hiertoe behoorde ook Toxandrië het latere Brabant), terwijl Chlodomer en Childebert respectievelijk over Orléans en Parijs regeerden. Chlotarius kreeg de van oudsher Frankische gebieden tussen de Oise en de benedenloop van de Maas (onder meer Laon, Noyon, Cambrai en Doornik). Ook een deel van Aquitanië viel 49
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
hem toe. Soissons werd zijn hoofdstad. In 524 sneuvelde Chlodomer in de strijd tegen de Bourgondiërs. Samen met zijn andere broer Childebert, zorgde Clotharius ervoor dat diens beide zoons vermoord werden en vervolgens trouwde hij met hun moeder Gontheuque. Het rijk van Chlodomer werd aldus onder de drie overgebleven broers (Theodorik, Childebert en Chlotarius) verdeeld. Al voerden de broers onderling een strijd van leven op dood om hun koninkrijken te vergroten, dan wilden ze al wel eens samenwerken om het Frankische rijk uit te breiden. Zo werd Bourgondië in 534 uiteindelijk toch verslagen en ingelijfd. In 537 werd ook de Provence veroverd. Een poging om in 542 het Visigotische Zaragosa in te nemen, mislukte evenwel. Toen in 555 Theodebald (de kleinzoon van de intussen ook al gestorven Theodorik) overleed zonder een volwassen erfgenaam na te laten, werd ook diens koninkrijk onder de twee overgebleven zonen van Clovis verdeeld. De Saksen waren met deze regeling allerminst tevreden en besloten om in opstand te komen. Chlotarius sloeg de opstand neer en brandschatte het Thuringse land. In de winter van 555 op 556 voerde hij nogmaals een strafexpeditie tegen de Saksen uit. In 557 zette zijn broer Childebert de Saksen tot een nieuwe opstand aan. En terwijl Chlotarius aldus tegen de Saksen vocht, brandschatte zijn broer diens gebied rond Reims. Na het overlijden van Childebert I in 558 annexeerde Chlotarius I vanzelfsprekend diens deelrijk evenals de hoofdstad Parijs. Vervolgens werd hij tot koning van alle Franken gekroond en voor het eerst sinds de dood van Clovis, was het Frankische rijk terug onder één leider verenigd. Clotharius was ongetwijfeld de meest wrede en doortrapte van Clovis’ zonen. Zelfs zijn eigen lievelingszoon Chramme moest het ontgelden toen men ontdekte dat die een complot tegen zijn vader beraamde. Chramme vluchtte naar de koning van Bretagne maar die kon hem niet beschermen. Toen Chlotarius zijn zoon te pakken kreeg bond hij hem, samen met zijn vrouw en kinderen, vast in een hut en stak die vervolgens in brand. In 561, drie jaar nadat hij koning over het gehele Frankische rijk was geworden, overleed Chlotarius op 64-jarige leeftijd te Compiègne aan een koortsaanval.
50
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Van Merovingers naar Karolingers Generatie 107 Rechte Lijn
Blitildis (Bilichilde v Keulen- Soissons)
Geboren te / op
Sigimer (broer van Meroveus) x dochter van Rom. senator Ferrolusl
Gestorven te / op Gehuwd te/op Met Geboren te / op Gestorven te / op
Afstamming van de partner
Ansbert van Moselle
Tonantius Ferreolus v Moselle
570
Dinteria uit Rome
Ansbert van Moselle
Na zijn dood van Clotharius I werd zijn rijk alweer verdeeld onder zijn vier zonen: Charibert, Sigibert, Chilperik en Gontran (Guntram). De vier gebieden die aldus ontstonden, kregen de namen Austrasië, Neustrië, Bourgondië en Aquitanië. Het spel van moord en doodslag kon opnieuw beginnen! Wij doen daar evenwel niet meer aan mee. Want terwijl hogergenoemde broers zich om elkaar bekommerden, trouwde hun zuster, de schone Blitildis, met haar achterneef Ansbert van Moselle. Daardoor zou ze mee aan de oorsprong liggen van de dynastie der Karolingers die, nadat de Merovingers het vechten beu en “vadsige koningen” waren geworden, de voormalige heersers uit hun kastelen verdreef. Ansbert was een zoon van consul Toantius Ferreolus en een kleinzoon van Sigibert (de broer van Meroveus). Hij was tevens de Gallo-Romeinse senator van Narbonne (vandaar zijn bijnaam Ansbertus de senator), heer van de Moselle, markgraaf van de Schelde en Gallodie. Bisschop Ruricius van Uzes was zijn oom langs vaders kant.
51
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Generatie 108 Afstamming van de partner
Rechte Lijn Geboren te / op
Arnoald van Schelde circa 540
Gestorven te / op Gehuwd te/op
601
Met Geboren te / op Gestorven te / op
Prinses Dua (Oda) van Swaben circa 544 611
Van Arnoald weten we dat hij de zoon was van Ansbert van Moselle en Blitildis. Bovendien was hij bisschop van Metz. Zijn bijnaam “van Schelde” kan er op wijzen dat hij na zijn vader wellicht ook markgraaf van de Schelde geworden is. Zijn vrouw was prinses Dua of Oda van Swaben. Toen haar man bisschop werd zou zij in het klooster zijn gegaan en er nog abdis geworden zijn. Arnoald werd heilig verklaard. Zijn feestdag is op 9 oktober. Een van zijn kinderen was Arnulf, later ook bisschop van Metz en heilig geworden.
Generatie 109 Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op Gehuwd te/op Met Geboren te / op Gestorven te / op
Afstamming van de partner
Arnulf van Metz Circa 582 Habend 16-8-641 Circa 635 Doda van Heristal
Arnulf stamde, zoals we weten, uit een aanzienlijke Frankische familie. Hij was hoveling en raadsheer aan het hof van de Merovingische koning van Austrasië Theodebert II. In 601 voerde hij, samen met Pepijn I van Landen, de nobelen van Austrasië aan in de strijd tegen diens weduwe Brunhilde. Deze opvolgingsstrijd eindigde in 613 met de afzetting van koning Sighebert II van Austrasië en de troonsbestijging van Clotharius II, die zich tot dan alleen maar koning van Neustrië mocht noemen. Arnulf, die in 610 monnik was geworden, werd in 614 bisschop van Metz en zou dat tot in 626 blijven. Hij bleef als raadsman nog een tijdje werken voor koning Dagobert I (de zoon van Clotharius II) maar in 626 trok hij zich terug in een kluis nabij de abdij van Remiremont. Na zijn dood werd hij heilig verklaard.
52
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
De werklustige hofmeiers van de vadsige koningen Generatie 110 Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op Gehuwd te/op Met Geboren te / op Gestorven te / op
Afstamming van de partner
Ansegisel Metz 610 Andenne tussen 657 en 679 Circa 635 Begga van Landen Landen tussen 615 en 620 Nijvel 17-12-693
Pepijn I van Landen ca 580-640
Iduberga (Itta) van Nijvel ca 592-652
Begga van Landen
Ansegisel of Ansegisus was “domesticus” (hofmeier, zeg maar eerste minister) aan het hof onder Sigebert III en Childerik II. Hij trouwde met de jonge Begga, dochter van hofmeier Pepijn I van Landen en van de heilige Idu-berga (Itta), de stichteres van Nijvel. Ze gingen wonen in een kasteeltje bij Chêvremont (Centre des Petites Ames). Ansegisel stierf, waarschijnlijk in 662, ten gevolge van een jachtongeval. Na de dood van haar man werd Begga non en stichtte ze in 691 het klooster te Andenne sur Meuse. Zij deed veel goede werken voor de plaatselijke bevolking en snel stond ze bekend als een liefdevolle kloosterlinge en abdis, hetgeen volstond om ook haar heilig te verklaren. Ze werd patrones van de orde der begijntjes (die ze rond 693 gesticht zou hebben) en van de stotteraars. Ze werd aanroepen tegen botbreuken en reuma. Haar naamdag is 17 december.
Ansegisel van Metz
Pepijn I van Landen en zijn dochter Begga
Generatie 111 Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op Concubinaat Met Geboren te / op Gestorven te / op
Pepijn II van Herstal (de dikke) Ca 640 Jupille sur Meuse 16-12-714
Afstamming van de partner
(Ch)alphaïda circa 638 Orp-le-Grand 705
Alphaïda
53
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Pepijn van Herstal, bijgenaamd 'de dikke' of ‘de Middelste’ werd omstreeks 640 geboren in Landen als zoon van Ansegisel en Begga van Landen. Toen in 662 hofmeier Grimoald I, de oom van Pepijn, en diens zoon Childebert III werden vermoord, wierp Pepijn van Herstal zich op als de nieuwe hofmeier van Austrasië. Zowal zijn militaire als zijn politieke macht waren groot en zijn officiële benoeming werd dus al snel een feit. Na de dood van de Merovingische koning Dagobert II in 679 (Pepijn had er zelf voor gezorgd dat hij een lans door zijn oog kreeg) werd Pepijn de machtigste man in het Frankische rijk dat dan nog steeds in drieën was verdeeld: Austrasië, Neustrië en Bourgondië. In 687 behaalde Pepijn in de slag bij Tertry een grote militaire zege op de hofmeier van Neustrië. Daarmee kwam de macht over het Frankische Rijk weer in handen van één persoon, namelijk die van hemzelf. Pepijn verbleef in het oosten (Austrasië) en vertrouwde de hogere politieke en kerkelijke functies in het westen toe aan loyale edelen uit de Austrasische aristocratie. Op die manier vestigde hij de hegemonie van de oostelijke, hoofdzakelijk Germaanse gebieden over de andere delen van het Frankische Rijk. Hij kon echter niet beletten dat de hertogen van Beieren en Aquitanië zich in feite als onafhankelijke vorsten gingen gedragen. In het noorden begon hij met de verovering van Friesland en hij slaagde erin om dit gewest tot aan de Rijn te onderwerpen. De Engelse monnik Willibrord mocht daarna van hem de Friezen gaan bekeren. Pepijn van Herstal overleed op 16 december 714 te Jupillesur-Meuse. Het Frankische rijk werd nu geregeerd door zijn weduwe Plektrud (Plectrudis), de dochter van graaf Hugobert en Irmina, waarmee hij in 670 was getrouwd. Niet onverwacht kwam er een grote bestuursscrisis. De Friese koning Radboud kwam in opstand en heroverde zijn verloren gebieden. De Neustriërs kwamen in opstand tegen de Austrasiërs. Uiteindelijk zou de orde hersteld worden door Karel Martel, de onechte zoon van Pepijn van Herstal en zijn concubine Chalpaida (Alpaïs). Volgens bepaalde bronnen was Pepijn met haar getrouwd, maar wel op een moment dat zijn vorige vrouw nog leefde.
Generatie 112 Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op Gehuwd te/op Met Geboren te / op Gestorven te / op
Afstamming van de partner
Karel Martel Circa 688 Qierzy sur Oise 22-10-741 Circa 712 Rotrudis van Trier Circa 694 724
?
Bertrada de oude Rotrudis
Karel Martel is de echte stamvader van het Karolingische huis. Hij werd waarschijnlijk omstreeks 688 geboren als onwettige zoon van Pepijn II van Herstal en een vrouw die Chalpaida heette. Hij was een telg uit de dynastie van Hofmeiers van de nietsdoende Merovingische "vadsige koningen". Ook al was hij dus formeel geen koning, hij was wel de enige die de macht in handen had. Karel heeft zelfs een aantal jaren zonder Merovingische koning geregeerd. Toen zijn vader in 714 stierf liet diens weduwe Plectrudis de bastaard Karel in Keulen opsluiten. Zij had immers zelf 2 wettelijke zonen, Drogon en Grimoald. Hij wist echter een jaar later te ontsnappen en werd dan door Austrasiers tot hofmeier uitgeroepen. Er volgde een oorlog 54
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
tussen de Austrasiërs en het Frankische koninkrijk Neustrië (deel van het huidige Frankrijk). Karel kwam als overwinnaar uit de strijd en werd de onbe-twiste machthebber van het Frankische rijk. Zijn militaire kracht heeft hem in de geschiedenisboeken de bijnaam 'De hamer' ofwel 'Martel' opgeleverd. Karel Martel volgde de traditionele politiek die gericht was op verspreiding van Christendom. Hij stuurde zendelingen naar de nieuw veroverde gebieden. Maakten de zendelingen op religieus gebied een einde aan de Saksische zelfstandigheid, Karel Martel deed dat op politiek terrein. Met de ver- of herovering van Friesland, Hessen en Thüringen had hij de Saksen omsingeld, zodat die verslagen werden en als compensatie deelgenoot werden van de agrarische revolutie die bij de Franken was begonnen. Karel Martel heeft ook een belangrijke rol gespeeld bij de bestrijding van de Islam. In 732 vielen de Moslims Spanje binnen en rukten verder op naar het noorden. Hij versloeg ze in datzelfde jaar bij Poitiers in een grote veldslag waarbij de moslimleider Abd-ar-Rahman, emir van Spanje, werd gedood. In 739 vielen de Moslims opnieuw Frankrijk binnen en rukten ze op naar Lyon. Karel verdreef ze uit de Rhône vallei en drong ze verder terug ten zuiden van de Pyreneeën. Ondanks het feit dat hij flink heeft bijgedragen aan de bescherming en verspreiding van het katholieke geloof, is Karel Martel bij de kerkelijke historici nooit echt geliefd geweest. Hij heeft namelijk veel kerkelijk bezit in beslag genomen om er zijn oorlogen tegen de moslims mee te financieren. Hij weigerde ook de paus te steunen toen de Longobarden (Lombarden) diens wereldlijke invloed in midden-Italië bedreigen. De Longobarden hadden Karel Martel immers gesteund in zijn strijd tegen de moslims. Karel Martel stierf in 741 te Quierzy-sur-Oise. Met Rotrudis, zijn eerste vrouw die al in 724 overleden was, had hij 1 dochter, Chiltrudis, en 2 zonen, Karloman en Pepijn III “de korte”. Deze laatsten volgende hem allebei als hofmeier op.
55
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
De Karolingers: keizers van Europa, koningen van Frankrijk Generatie 113 Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op Gehuwd te/op Met Geboren te / op Gestorven te / op
Afstamming van de partner
Pepijn III de korte 715 Saint-Denis 24-9-768 Circa 745 Bertrada (Bertha) van Laon Bertha met de Grote Voet Circa 715 Choisy 12-6-783
Dagobert III (711-715) Herbert (Charibert) v. Laon
Flora van Hongarije
Betrade
Pepijn III 'de Korte' werd omstreeks 715 geboren uit het huwelijk van Karel Martel en Rotrudis (Chrotrud) van Trier. Hijzelf en zijn oudere broer Karloman werden opgeleid door de monikken van Saint Denis. Deze kerkelijke opvoeding zou bepalend blijken te zijn voor hun latere houding ten opzichte van de katholieke kerk. Toen in 741 hun vader stierf, volgden de twee prinsen hem gezamenlijk op als hofmeijer van de Merovingische koning. Echter niet zonder felle weerstand. Om te beginnen eiste hun halfbroer Griffon (zoon van Karel Martel en de Beierse Sonnichilde) eveneens zijn aandeel op. Daarnaast zagen de Hertogen van Aquitanië en de Alemannen hun kans schoon om de macht van de Franken te breken. Pepijn en zijn broer waren dan ook voortdurend verwikkeld in oorlogen. Zij wisten echter al hun tegenstanders, zoals de Beieren en de Saksen, te verslaan en de eenheid binnen het koninkrijk te bewaren. Omdat Karloman van mening was dat de eenheid nauw verbonden was met de persoon van de koning, hielp hij in 743 Childerik, de laatste Merovingische koning op de troon. In 747 trad hij zelf in het klooster. Daarmee werd de grootste bedreiging van de eenheid binnen het koninkrijk (de gedeelde macht van hem en zijn broer) weggenomen. Bovendien werd hiermee de weg geëffend voor de uiteindelijke kroning van Pepijn tot koning der Franken. Pepijn had er ondertussen, met de hulp van zijn halfbroer Griffon, voor gezorgd dat de Frankische grenzen volledig hersteld waren. Nadat hij dit voor elkaar had gekregen wendde hij zich tot de paus met de vraag of het eigenlijk wel redelijk was dat een figuur zonder feitelijke macht (de Merovingische koning Childerik dus), de titel Koning der Franken mocht dragen. De paus, die op zoek was naar een sterke bondgenoot in zijn strijd tegen de Lombarden, liet weten dat hij Pepijn als de rechtmatige Koning der Franken beschouwde. Pepijn kreeg zijn kroon echter niet van de paus maar van de Franken. In 751 werd hij tot koning gekozen en vervolgens door aartsbisschop Bonifatius in Soissons gezalfd. Door deze ceremonie werd de macht van Frankrijk en Rome verenigd. In 754 werd Pepijn door de paus tot koning gekroond in Saint-Denis. Voor wat hoort wat en vanaf dat moment had de paus een sterke bondgenoot in zijn strijd tegen de Longobarden. Pepijn overwon en schonk een deel van centraal Italië aan de kerk (do56
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
natio Pepini). Hierdoor werd de paus in feite een regerend machthebber die, door trouw te zweren aan Pepijn, zichzelf onder de bescherming van de Franken had geplaatst. De samenvoeging van de wereldlijke en kerkelijke macht had grote gevolgen en leidde onder meer tot de grootscheepse bekering van heidense Germaanse stammen tot het Christelijke geloof. Als gevolg van zijn banden met Rome, was Pepijn in de jaren 754 tot 756 wel constant in oorlog met de Lombarden, want die hadden hun weggeschonken gebied graag terug. Bovendien kreeg hij te maken met een opstand in Aquitanië die hij echter snel kon onderdrukken. Minder voorspoedig verliepen zijn veldtochten tegen de Saksen en de Beieren. Hij wist weliswaar zijn grenzen te beschermen maar tot nog meer gebiedsuitbreiding zag hij geen kans. Naast de oorlogen werd zijn aandacht opgeëist door de interne zaken van het rijk. Hij voerde, samen met Bonifatius, kerkelijke hervormingen door die leiden tot meer eenheid in de kerk. Hierdoor werd de greep van Rome op de Frankische kerk sterker dan ze ooit tevoren was geweest. De wisselwerking tussen de wereldlijke macht (Pepijn) en de geestelijke macht (de paus) had geen van beide partijen windeieren gelegd. Pepijn was gehuwd met Bertrada de Laon (bijgenaamd 'Berta met de grote voet' omdat haar ene voet opmerkelijk veel groter dan de andere moet zijn gerweest). Een andere bijnaam was “de spinster”. Zij was een volle nicht van Pepijn, dochter van Charibert, de graaf van Laon, die een broer van zijn moeder Rotrudis was. Daarom werd deze verbintenis pas jaren na de geboorte van hun zoon Karel door een speciaal edict van de paus bekrachtigd. Pepijn en Berta kregen vier kinderen Karloman, Karel, Gisela en Pepijn. Pepijn 'de Korte' overleed op 24 september 768 te Saint Denis overleed aan waterzucht. Hij werd hij opgevolgd door zijn zonen Karloman en Karel de Grote. Net als de Merovingische koningen, werd hij begraven in de basiliek van Saint-Denis.
Generatie114 Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op Gehuwd te/op Met Geboren te / op Gestorven te / op
Karel de Grote Ingelheim 2-4-742 Aken 28-1-814 Voor 30-4-771 Hildegard van Vinzgouw 758 Thionville (Diedenhoven) 30-4-783
Afstamming van de partner Hnabi Graaf Gerold I
Imma Hildegard
Gerold I was een Frankische graaf; Hnabi was een graaf der Alemannen. Hildegard was ook een achterkleindochter van een zekere hertog Godfried, wie dat ook mag zijn.
Karel de Grote kent iedereen van de geschiedenisles. Deze bijna legendarische figuur wordt wel eens de vader van Europa genoemd, omdat onder zijn regering het Frankische rijk een gebied bestreek, dat ongeveer samenviel met de eerste 6 staten van de Europese Unie. Hij werd geboren te Ingelheim bij Mainz op 2-4-742. Samen met zijn vader Pepijn en zijn broer Karloman werd hij op 28-7-754 door paus Stephanus II gezalfd tot koning en Patricius Romanorum. Op 24-9-768 volgde hij zijn vader op in het noordelijke deel van het Frankische Rijk en op 9-10-768 werd hij te Noyon tot koning der Franken gezalfd. Na de dood van Karloman op 4-12-771 was hij alleenheerser. Politieke en militaire carrière. Eerst richtte Karel zijn blik op de Longobarden. Daar leek aanvankelijk geen vuiltje aan de lucht. Karel was zelfs gehuwd met de dochter van hun koning Desiderius. Maar toen deze in 773 de pauselijke staat dreigde binnen te vallen, verstootte Karel zijn vrouw en trok hij met een leger naar Italië. Hij versloeg er de Longobarden, kroonde zich te Pavia tot hun koning en 57
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
annexeerde hun gebied. Latere opstanden dwongen hem in 781 wel om het als autonoom koninkrijk te erkennen, zij het onder het bewind van zijn zoon Pepijn. De Kerkelijke staat bleef bestaan maar stond voortaan nog meer onder Frankisch protectoraat. Heel wat moeilijker bleek de onderwerping van de Saksen. Dit volk, dat leefde tussen de Eems en de Elbe, hield krampachtig vast aan zijn nationale heidendom. Samen met de Friezen ondernamen zij regelmatig plundertochten tot diep in het Frankische rijk. Daarom startte Karel in 772 met een campagne. Overal waar zijn leger geweest was volgden de missionarissen. Waar vroeger de Germanen op een vreedzame wijze bekeerd werden, werden de Saksen met geweld gedwongen om over te gaan tot het ware geloof. Pas in 803 kwam er een einde aan die terreur. Ook op het Iberisch schiereiland faalde Karel aanvankelijk. Een poging in 778 om het gebied op de Moren terug te winnen, draaide uit op een nederlaag. Bovendien werd op de terugweg de achterhoede van zijn leger tijdens de doortocht van de Pyreneeën door een troep Basken in de pan gehakt. Deze gebeurtenis vormde later het thema van het epische 'Chanson de Roland'. Ondanks deze mislukking slaagde Karel er toch in om in 801 in het noorden van Catalonië een Spaanse mark op te richten, tot dat gebied in 914 door de moslims heroverd werd. In Beieren poogde Karels ontrouwe vazal, hertog Tassilo, een paar keer zijn gebied aan het Frankische gezag te onttrekken. In 788 moest hij hiervoor boeten: hij werd in een klooster opgesloten en Beieren werd met gemak opgenomen in het Frankenrijk dat nu in het zuidoosten aan het gebied van de Avaren grensde. Veldtochten in 791, 795 en 796 maakten dat dit Aziatische steppevolk nagenoeg volledig van de aardbol verdween. Hier richtte Karel de Oostmark op. Naast al deze expedities, trok Karel ook ten strijde tegen de Slaven in het noorden, waar hij een Deense Mark stichtte. Met forten beveiligde hij de Noordzeekusten tegen de eerste invallen van de Vikingen. Tenslotte stelde hij orde op zaken in Bretagne, Septimanië en Aquitanië, dat in 781 (samen met Lombardije) onder zijn zoon Lodewijk een zelfstandig koninkrijk werd. Herstel van het keizerrijk. Nu Karel bijna de gehele westerse christenheid onder zijn kroon had samengebracht, rees zowel in zijn omgeving als in Rome een verlangen naar het herstel van het Romeinse keizerschap van weleer, dat zowel de vrede als de kerk moest beschermen. Op de Byzantijnse keizer kon immers al lang niet meer gerekend worden. Het was paus Leo III die zelf het initiatief tot de keizerskroning nam… Terwijl Karel op Kerstdag van het jaar 800 bij het graf van Petrus lag te bidden, stapte de paus op hem toe en kroonde hem tot keizer van het West-Romeinse rijk, een titel die sinds 476 in West Europa niet meer was gebruikt. Volgens het Karolingische recht had de keizer nu ook beslissingsrecht op theologisch vlak. In Constantinopel was men tamelijk ontstemd was, toen daar het nieuws over een keizer in het Westen bekend werd. Het duurde dan ook enkele jaren voordat de Byzantijnen het keizerschap van Karel de Grote erkenden. Voor Karel veranderde er weinig. Naar het schijnt hechtte hij aan zijn keizerstitel maar weinig belang. In 806 stelde hij een rijksdeling op zonder met een woord over het keizerschap te reppen. Bestuurlijk Als we zijn biograaf Einhart mogen geloven, was Karel een levendig en gezond man, en voortdurend in de weer. Er ging haast geen jaar voorbij of hij was ergens bezig met een of andere militaire campagne. Hij gedroeg zich als een goede vader, zowel voor zijn gezin als voor zijn volk. Hij deed grote inspanningen om zijn barbaarse onderdanen opvoeding en beschaving bij te brengen. Daarom 58
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
hield hij een oogje in het zeil op alle domeinen van het leven. Zo zette hij de monetaire hervorming van zijn vader voort en introduceerde hij het pond als standaardmaat voor zowel gewicht als geld. Ook zorgde hij voor een verbetering van het onderwijs. Zelf kon hij niet schrijven. De vrouwen van Karel de Grote. Karel de Grote is 5 maal getrouwd geweest: de eerste maal met Himiltrud, van wie hij een zoon had met de naam Peppijn. Deze was weliswaar schoon van aangezicht, maar misvormd door een bochel. Het huwelijk met Himiltrud werd ontbonden toen Karel door zijn moeder Bertrada aangemaand werd om met de dochter van Desiderius, een hoveling die met Frankische hulp koning der Longobarden was geworden, te trouwen. Dat huwelijk moest het prille Frankisch-Longobardisch bondgenootschap versterken. Desiderata was echter oerlelijk en werd verstoten toen aan het hof een buitengewoon bekoorlijk dertienjarig meisje verscheen. Haar naam was Hildegard en ze was van hoge Zwabische adel, de dochter van Gerold I, graaf in de Vinzgouw, en van Imma die een dochter van de Alemannen-graaf Hnabi was. Desiderata werd naar haar vader in Pavia teruggestuurd en meteen daarna werd er aan het hof een nieuwe bruiloft gevierd. Korte tijd later, nauwelijks veertien jaar oud, schonk Hildegard hem een zoon. De overlevering vertelde ons ook wat er verder met de verstoten Desiderata is gebeurd. Mogelijk denkende dat haar nog immer geliefde Karel in 774 voor haar met zijn leger naar Padua was gekomen, opende ze zelf de poort van de stad voor de buiten de muren wachtende Franken… en werd ze door de paardenhoeven van de naar binnen stormdende bende vertrappeld; In 778 werd in Cassinogilum een enthousiast Frankisch leger bijeengebracht, dat onder het bevel van Karel naar Spanje trok. De inmiddels achttienjarige koningin Hildegard bleef in Cassinogilum achter, omdat zij voor de vijfde keer moest bevallen. Kort daarna schonk zij het leven aan een tweeling: Lotharius en Lodewijk. Maar Lotharius stierf en het zou Lodewijk zijn die later zijn vader zou opvolgen. En Hildegard? Zij stierf bij haar negende bevalling, nog geen vijfentwintig jaren oud… Ze werd begraven in de Saint-Arnould te Metz, naast het graf van de Heilige Arnulf, haar voorvader. Karel was aanvankelijk ontroostbaar, zegt men. Toch trouwde hij later nog tweemaal. Eerst met Fastrada, weliswaar een schoonheid, maar heerszuchtig en wreed. Later, na de plotselinge dood van Fastrada, trouwde hij voor de laatste maal, nu met de bescheiden Luitgard. Karel had ook 6 gekende concubines. Onze stamboom gaat verder via zijn 2de officiële echtgenote, de schone Hildegard van de Vinzgouw, die haar man op vele van zijn veldtochten vergezelde. Het einde Karel De Grote is na een kortstondig ziekbed overleden aan de gevolgen van een longontsteking. Dat gebeurde te Aken op 28-1-814, in de vroege ochtenduren. Hij was bijna 72 jaar oud.
59
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Zijn laatste woorden waren: "Heer, in Uw handen beveel ik mijn geest". Hij werd begraven in de Dom van Aken. Einhard, Karel's vertrouwde secretaris, schreef kort na zijn dood de biografie, die hij met de volgende woorden begon: “Van zijn geboorte en van zijn prille jeugd is niets bekend, evenals van zijn jongensjaren. Er zijn daarover noch geschriften noch documenten voorhanden en tegenwoordig is ook niemand meer in leven, die daarover kan vertellen. Daarom heb ik maar besloten die periode over te slaan.”
Generatie 115 Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op Gehuwd te/op Met Geboren te / op Gestorven te / op
Lodewijk I de Vrome Casseuil-sur-Garonne 778 Ingelheim 20-6-840 Aken februari 819 Judith Welf van Beieren Circa 800 Tours 19-4-843
Afstamming van de partner
Welf I, graaf van Beieren
Eigilwich uit Saksen Judith
Lodewijk de Vrome werd tussen 16 april en de herfst van 778 geboren als zoon van Karel de Grote en Hildegard van de Vinzgau. Op Pasen 781, 3 jaar oud, werd hij door paus Hadrianus I in Rome gezalfd tot koning van Aquitanië. Na de dood van zijn oudere broers Karel en Pepijn, werd Lodewijk op 11-9-813 te Aken door zijn vader tot keizer gekroond en als mederegent aangesteld. Bij de dood van Karel de Grote erfde hij, als enige overlevende zoon, het complete rijk. Hij was dan 36 jaar oud. In 816 liet hij zich opnieuw door paus Stephanus IV in Reims tot keizer kronen. In tegenstelling tot Karel de Grote had Lodewijk wel onderwijs genoten, maar hij bezat noch de energie, noch het gezond verstand van zijn vader. Slapheid en besluiteloosheid kenmerkten zijn regeerperiode. Snel kreeg hij problemen met de administratie van het grote rijk. Daarom koos hij voor de invoering van het leenstelsel (feodaliteit). Maar met het erfelijk Lodewijk I en zijn tweede worden van de leen nam ook de macht vrouw Judith van Beieren van de koning af. of van Ravensberg De vele interne strubbelingen maakten het Rijk kwetsbaar voor invallen. De Noormannen voerden regelmatig plunderingen uit, tot ver in in het binnenland, op zoek naar kostbare voorwerpen. Deze bevonden zich vooral in de kloosters. De regelmaat en de kracht van de invallen waren desastreus voor de stabiliteit binnen het Frankische Rijk en ontwrichtte het moeizaam opgebouwde handelsnetwerk in West-Europa. Door de verzwakking van het centrale gezag kwam de verdediging op de schouders van de locale leenmannen te rusten. Zij bouwden burchten, ommuurden de nederzettingen en werkten zich op tot lokale landsheren, die nog wel door een feodale eed van trouw aan hun vorst verbonden waren. Lodewijk trouwde twee maal. Eerst in 794 met Irmingard van Haspengouw bij wie hij drie zonen kreeg: Lotharius, Pepijn en Lodewijk. Onder invloed van de geestelijkheid verdedigde hij de eenheid binnen het Frankische Rijk. Vandaar zijn besluit om zijn oudste zoon Lotharius als medekeizer en opvolger aan te wijzen. Zijn andere zoons, Pepijn en Lodewijk, werden onderkoningen en onderschikt aan hun oudere broer. Lodewijk (II), werd koning van Beieren, vandaar dat hij de bijnaam “Lodewijk de Duitser” kreeg. Pepijn kreeg Aquitanië. 60
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Deze regeling viel niet bij iedereen in de smaak. Bernard, zoon van nonkel-koning Pepijn in Italië, kwam in opstand en werd verslagen. Lotharius I kreeg zo Italië erbij. Na de dood van zijn eerste vrouw hertrouwde Lodewijk in 819 op latere leeftijd met Judith van Beieren, een dochter van Welf van de Argengouw. Zij schonk hem in 823 nog een vierde zoon Karel (II), die bekend zou worden als 'de Kale'. Zijn moeder wilde hem koste wat kost bij de regering betrekken. Daarom heeft Lodewijk in 829 voor zijn dan 6-jarige zoontje het nieuwe koninkrijk Alemannië gecreëerd. De twee oudste zoons, Lotharius en Pepijn, waren niet te spreken over deze inbreuk op hun eerstgeboorterecht en rukten met hun legers tegen vader Lodewijk op. De andere zoon, Lodewijk II 'de Duitser', steunde zijn vader… Vader won en Lotharius I was medekeizer af maar mocht wel koning van Italië blijven. Enkele jaren later werden de geschillen tussen de drie oudste zonen bijgelegd. Samen voerden ze nu oorlog tegen hun vader en jongere halfbroertje Karel. Paus Gregorius bood zich als bemiddelaar aan, maar zijn gedrag deed de edelen naar de drie broers overlopen (hetgeen ook zijn bedoeling schijnt te zijn geweest). In de veldslag die volgde, werd keizer Lodewijk I verslagen en in 833 werd hij te Compiègne afgezet. Niet voor lang, want de broers werden het weer oneens en een jaar later in 834 kwam Lodewijk I terug op de troon, wat hij met een nieuwde kroning te Metz in 835 liet bevestigen. Pepijn van Aquitanië was intussen gestorven en zijn 2 zonen erfden niets. Het koninkrijk van Lodewijk II 'de Duitser' werd ingekrompen tot Beieren. De rest van het Frankische rijk werd verdeeld tussen Lotharius I en Karel II. In 837 werden onderhandelingen begonnen om het rijksgebied in drie zelfstandige koninkrijken op te delen: West-Franken, Oost-Franken en het Middenrijk. Voordat het akkoord definitief gesloten was overleed Lodewijk de Vrome op 20 juni 840 op een eilandje in de Rijn bij Ingelheim.
Generatie 116 Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op
Karel de Kale Frankfurt am Main 13-6-823 Avrieux 6-10-877
Gehuwd te/op Met Geboren te / op Gestorven te / op
Quierzy 13-12-842 Ermentrudis van Orleans Circa 830 6-10-1869
Afstamming van de partner Hadrianus x Waldrade v Hornbach
?
Odo, graaf v Orleans (780-850)
Engeltrudis v Parijs
Ermentrudis
Hadrianus van Orleans was een zoon van Gerold I en Imma en dus een broer van Hildegard, de vrouw van Karel de Grote.
Karel de Kale
Ermentrudis van Orleans 61
Karel de Kale was de enige zoon uit het tweede huwelijk van Lodewijk I de Vrome met Judith Welf van Beieren of van Ravensberg. Hij werd geboren in Frankfurt am Main op 13 juni 1823. Als 'nakomertje' van de tweede echtgenote van Lodewijk 'de Vrome' kon hij geen recht doen gelden op een deel van het rijk dat zijn al onder de drie zoons uit zijn eerste huwelijk had verdeeld. Vandaar zijn latere bijnaam 'de kale'. Onder druk van zijn echtgenote bezorgde Lo-
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
dewijk zijn jongste zoon in 829 toch een eigen koninkrijk (Allemannië). In 838 werd hij te Quierzy door zijn vader tot koning gekroond en aangesteld tot hertog van Maine en Aquitanië. Tussen Karel en zijn halfbroers Lotharius en Lodewijk heerste voortdurend krakeel. Geen van de partijen was echter sterk genoeg om een definitieve overwinning te behalen. In 842 verbonden Karel de Kale en zijn broer Lodewijk 'de Duitser' zich met elkaar tegen hun broer Lotharius in de beroemde Eed van Straatsburg. Uiteindelijk kwamen de broers na maandenlange besprekingen, tot een driedeling van het rijk, waarbij alle broers de onafhankelijke status van koning kregen. Lotharius, de oudste, kreeg het welvarende Lotharingen en de ceremoniële keizerstitel. Lodewijk 'de Duitser' verwierf Frankenland, Saksen, Beieren en de rest van het rijk ten oosten van de Rijn.
Karel de Kale verkreeg bij het verdrag van Verdun West-Francia (een groot deel van Frankrijk en het westelijke deel van België).De aristocratie in zijn koninkrijk bleef zich echter jarenlang tegen hem verzetten. Uiteindelijk werd hij toch, met de steun van bijna alle wereldlijke en geestelijke groten van Aquitanië, door de aartsbisschop van Sens in 848 te Orléans tot koning gekroond en gezalfd. Mede door de inhoudende invallen van de Vikingen lukte het hem echter pas vanaf 860 om zijn macht te consolideren. Vanaf dat moment liet hij zijn oog ook vallen op Lotharingen, dat op dat moment het koninkrijk van zijn kinderloze neef Lotharius II was geworden. Toen die onverwacht stierf, liet Karel zich op 9 september 869 in Metz tot koning van Lotharingen wijden. Zijn broer Lodewijk 'de Duitser' maakte echter problemen en na wat woordenwisselingen zag Karel zich uiteindelijk verplicht om - bij het verdrag van Meersen in 870 - de oostelijke helft van Lotharingen aan Lodewijk af te staan. In 875 overleed een andere neef, Lodewijk II van Italië, die slechts twee dochters had. Karel zag opnieuw zijn kans schoon om zijn rijk uit te breiden en liet zich op kestdag 875 door Paus Johannes VIII in Rome tot keizer kronen. Toen in 876 zijn broer Lodewijk 'de Duitser' overleed zag Karel alweer mogelijkheden tot gebiedsuitbreiding. Via een bliksemveldtocht naar Aken wilde hij proberen om alsnog het gehele middenrijk te verwerven. Hij werd echter op 8 oktober 876 door zijn neef Lodewijk 'de Jonge' (zoon van Lodewijk de Duitser) bij Andernach verpletterend verslagen. Uiteindelijk zou Lotharingen in 876 bij de jongste zoon van Lodewijk de Duitser (namelijk Karel III de Dikke) terecht komen. Karel de Kale overleed in een alpenhut te Avrieux (bij de Mont Cenis) op 6 oktober 877. Hij werd begraven in het klooster Nantua, later in St.-Denis. Lodewijk II, bijgenaamd de Stotteraar, een zoon uit zijn eerste huwelijk met Ermentrudis, een dochter van graaf Odo van Orleans, volgde hem op. 62
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Generatie 117 Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op Gehuwd te/op Met Geboren te / op Gestorven te / op
Lodewijk II de stotteraar 1-11-846 Compiegne 10-4-879 Circa 875 Adelheid van Parijs Circa 857 Kort na 901
Afstamming van de partner
Adalhart, graaf van Parijs
?
Adelheid
Lodewijk II was de oudste zoon van Karel II de Kale en diens eerste vrouw Ermentrudis. In 858, 12 jaar oud, werd hij koning van Maine en in 867 onderkoning van Aquitanië. In 1877, na de dood van zijn vader, besteeg hij de troon van West-Francia en in 1878 werd dat koningschap door een officiële kroning door Johannes VIII bevestigd.
Lodewijk II en Adelheid
Lodewijk stotterde en had bovendien een zwak gestel. Op 10 april 879 overleed hij in Compiegne waar hij zijn officiële verblijfplaats had. Hij had 2 zonen bij zijn eerste vrouw Ansgarde en zijn tweede vrouw, Adelheid of Adelaïde, de dochter van palsgraaf Adalhart (omstreeks 885 werd deze graaf van Parijs) was zwanger van de toekomstige koning Karel III de Simpele toen hij stierf. Lodewijk werd eerst evenwel door zijn oudste zonen Lodewijk III en Carloman opgevolgd.
Generatie 118 Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op Gehuwd te/op Met
Karel III de eenvoudige 17-9-879 Peronne 7-10-929 Circa 918 Eadgyfu (Ogifa) van Engeland
Geboren te / op Gestorven te / op
896 Na 951
Afstamming van de partner Hendrik III x Eleonora v Provence Koning Edward I (langbeen) v Essex
Aelfleda v Bernicia
Eadgyfu van Wessex
° Aelfleda van Bernicia wordt ook wel Eleonora van Castilië genoemd.
Karel III, bijgenaamd de Simpele (geboren op 17 september 879 en gestorven in Péronne op 7 oktober 929), was een postume zoon van Lodewijk II de Stotteraar. Na de dood van zijn halfbroers (Lodewijk III in 882 en Carloman II in 884) werd hij in 893 gekroond tot koning van Frankrijk of West-Francia. Tijdens zijn jeugd (van 893 tot 898) werd het koninklijk gezag in Frankrijk echter uitgeoefend door Odo, graaf van Parijs, die door de rijksgroten als koning was erkend. Met de steun van Fulco, aartsbisschop van Reims, kwam de kroon in 898 opnieuw in handen van de Karolingers. In 911 werd Karel ook erkend als koning van Lotharingen wat hij tot in 923 zou blijven.
63
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
In de strijd tegen de Noormannen probeerde Karel verder onheil te voorkomen door in 911 het akkoord van St.Clair-sur-Epte te sluiten en hun leider Rollo als koninklijke leenman van het latere hertogdom Normandië aan te stellen. Met dit verdrag misnoegde hij de rijksgroten, die tegen hem in opstand kwamen. Zij brachten in 922–923 de niet-Karolinger Robert I op de troon en in 923 diens schoonzoon Rudolf van Bourgondië. Karel de Simpele werd eind 923 verraden door Rudolfs zwager, graaf Heribert van Vermandois, die hem tot zijn dood, 6 jaar later, in het kasteel van Péronne gevangen hield. Eadgyfu was de dochter van koning Edward I van Engeland en diens 2de vrouw Aelfleda van Bernicia. In 923, toen haar man gevangen genomen werd, vluchtte ze met haar enig zoontje (Lodewijk IV) naar haar broer koning Aethelstan van Engeland. In 936 keerden ze terug naar Frankrijk. Daar ging ze in het klooster en werd ze abdis van Notre-Dame de Laon.
Generatie 119 Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op Gehuwd te/op Met Geboren te / op Gestorven te / op
Afstamming van de partner
Lodewijk IV van overzee 921 Reims 10-9-954 Eind 939 Gerberga van Saksen Nordhausen 913 Reims 5-5-984
Otto van saksen Hendrik I de vogelaar
Mathilda van Westfalen
Gerberga van Saksen
Toen de 2-jarige Lodewijk, na de gevangen neming van zijn vader Karel III de Simpele, in 923 met zijn moeder Eadgyfu naar zijn oom, de koning van Engeland (Wessex) vluchtte was dat om nooit meer naar Frankrijk terug te keren. Maar na de dood van Rudolf in 936 weigerde Hugo de Grote (de zoon van Robert I en de geviseerde troonopvolger) aanvankelijk de kroon. Daarom riepen de Franse edelen de bannelingen uit Engeland terug en kroonden ze Lodewijk IV in Laon tot koning van West-Francia. Dat koningschap stond onder de voogdij van Hugo de Grote. Met de steun van de bisschoppen wist Lodewijk zich daar evenwel aan te onttrekken en van dan af zou Hugo de Grote zich met al zijn kracht tegen de restauratie van de dynastie der Karolingen blijven verzetten. In 942 moest Louis IV afzien van zijn aanspraken op Lotharingen en een deel van Bourgondië ten voordelele van Otto I, de koning van Duitsland. In 945 werd hij door de Vikingen in Rouen gevangen genomen en aan Hugo de Grote uitgeleverd. Deze liet hem gaan in ruil voor de oude koningsstad Laon, het laatste bolwerk dat de Karolingen nog in Frankrijk hadden. Maar de bisschoppen bleven Lodewijk trouw en in 948, gedurende het concilie van Trèves, werd Hugo de Grote geëxcommuniceerd. Aangezien dat geen geringe zaak was, kwam er in 950 een bestand en werd de zoon van Louis IV tot koning van Frankrijk verkozen. Dat gebeurde dus met de toestemming van aartsvijand Hugo de Grote die in ruil hertog van Aquitanië en Bourgondië mocht worden en tevens de grootste grondbezitter in Frankrijk werd.
64
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Op 10 september 954 stierf Lodewijk IV in Reims aan de gevolgen van een val van zijn paard. Hij was pas 33 jaar. Hij liet 1 dochter, Mathilde, na en 2 zonen, Clotharius en Karel, evenals een weduwe, Gerberga van Saksen. Gerberga was de dochter van Hendrik I de Vogelaer (hertog van Saksen en Duits koning) en diens 2de vrouw Mathilde van Westfalen. Ze was tevens de zus van Otto I en weduwe van Giselbert van Lotharingen. Na haar huwelijk met Lodewijk IV was ze, eind 939, in Reims tot koningin der Franken gezalfd. Ze was zeer actief en vergezelde haar man op zijn veldtochten. Als weduwe werd ze in 959 abdis van de Notre Dame de Soissons.
65
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Van hertog van Nederlotharingen tot hertogen van Brabant Generatie 120 Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op Gehuwd te/op Met Geboren te / op Gestorven te / op
Karel van Nederlotharingen Laon zomer 953 Orleans na 29-3-991, voor 995 Circa 970 Agnes (Adelheid) de Vermandois Ca 945 Circa 993
Afstamming van de partner
Heribert v Vermandois
?
Agnes (Adelheid)
Terwijl Lodewijks oudste zoon Clotharius de Franse troon besteeg, moest de jongere zoon Karel zich met een onopvallender leven aan het hof tevreden stellen. Daar werd hij in 977 weggejaagd omdat hij de vrouw van de koning, Emma, van een verhouding met bisschop Adalbero van Laon had beschuldigd. Keizer Otto II van Duitsland (zijn oom) stelde hem aan tot hertog van Nederlotharingen (in Thionville). Nederlotharingen was toen de naam voor het gebied dat wa nu Brabant, Antwerpen en Limburg noemen. Tussen 2 armen van de Zenne, op het Sint-Gorikseiland, bouwde Karel in 977-979 een burcht of versterkt kamp met een bestuurscentrum. Hierdoor wordt hij nog altijd als de grondlegger van Brussel beschouwd Toen Keizer Otto II op 7 december 983 overleed, brak er in het Duitse rijk een troonstrijd uit. Karel kon niet afzijdig blijven, maar hij wisselde daarbij zodanig dikwijls van kamp dat het Duitse hof hem uiteindelijk als een baksteen liet vallen en hij zijn aspiraties om ooit koning van West-Francia te worden definitief kon opbergen. Na de plotselinge dood van zijn neefje Lodewijk V in 987, werd hij dus door de vergadering der Franken, voorgezeten door aartsbisschop Adalbero van Reims, niet tot troonopvolger gekozen. In plaats daarvan werd Hugo Capet op 3 juli 987 gekroond tot koning van het Westfrankische rijk en begon de dynastie der Capetingers.. Dat was voor Karel, die zich of het Frankische erfrecht beriep, genoeg reden om de strijd aan te gaan met Hugo Capet. Aanvankelijk verliep die in zijn voordeel. In mei 988 kreeg hij door zijn bastaardneef Arnulf de koningsstad Laon in handen gespeeld. Hij nam daar zijn schoonzuster, de koningin-weduwe Emma, en bisschop Adalbero gevangen en wist de stad te behouden. Nog door toedoen van Arnulf kreeg hij in 989 ook de kroningsstad Reims in handen. Op Palmzondag 29 maart 991 zweerde Arnulf hem onder ede nogmaals trouw… en de volgende nacht werd Karel door dezelfde Arnulf aan Hugo Capet uitgeleverd en in Orleans gevangen gezet. Zijn (2de) echtgenote, Adelheid, ook Agnes genoemd, deelde zijn gevangenschap. Haar afkomst is niet helemaal zeker. Waarschijnlijk was zij een dochter van de rond 980 gestorven Heribert van Vermandois. Volgens de meeste bronnen was ze Karels tweede vrouw. Volgens andere trouwde hij ermee toen hijzelf pas 17 jaar oud was en zij 8 jaar ouder. Karel overleed in 995 in gevangenschap. Zes jaar later, in 1001, werden zijn stoffelijke resten bijgezet in de Sint Servaeskerk te Maastricht.
66
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Generatie 121 Rechte Lijn Geboren te / op
Gerberga v Nederlotharingen Circa 971
Gestorven te / op Gehuwd te/op
27-1-1018 Ca 990
Met Geboren te / op Gestorven te / op
Lambert I met den baard Ca 960-964 Florennes 12-9-1015
Afstamming van de partner Reinier II v Henegouwen X Adela van Dachsbourg
Reinier III v Henegouwen
Adela van Leuven
Lambert I van Leuven
Karel van Nederlotharingen en Adelheid hadden 2 dochters, Gerberga en Ermengard, en 1 zoon, de reeds als kind gestorven Otto. Waar tot nu toe onze afstamming via de mannelijke tak, doorgaans ook de hoofdtak gebeurde, is het nu de oudste dochter van Karel van Nederlotharingen die de lijn voortzette. Gerberga, geboren omstreeks 971, stierf op 27 januari 1018 en werd begraven in Nivelles. Omstreeks 971 was ze getrouwd met Lambert I van Leuven, bijgenaamd met den Baard, een zoon van Reginarius (Reinier) III (lange nek) van Henegouwen en Adelheid van Toxandrie (of Leuven). Hij was de stichter van de latere dynastie der hertogen van Brabant. In 1003 werd Lambert voor de eerste keer als graaf van Leuven vermeld. Dat gebeurde ter gelegenheid van zijn erkenning als voogd van de abdij van Nijvel. Tijdens zijn bewind verkreeg hij ook de voogdij over de abdij van Gembloers. Door zijn huwelijk met Gerberga bekwam hij bij de dood van zijn zwager Otto in 1005 ook het graafschap Ukkel-Brussel. De toekenning van diens hertogelijke titel aan Godfried I van Verdun bracht hem met deze laatste in conflict. In 1012 kwam Lambert ook in botsing met prins-bisschop Balderik II van Luik omdat die te dicht bij Leuven een burcht had gebouwd, en die hem als gevolg daarvan in 1013 het graafschap Brunigerode (exclusief Hoegaarden) moest afstaan. Lambert I met den baard sneuvelde op 12-91015 te Florennes tijdens een offensief tegen Godfried I van Verdun. Hij werd begraven in het St. Geertrude klooster te Nijvel.
Links: Gerberga, Lambert en hun hond. Rechts: Lambert met den baard
Generatie 122 Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op
Lambrecht II ‘Balderik” Circa 990 Nijvel 21-9-1062
Gehuwd te/op Met Geboren te / op Gestorven te / op
Ca 1015 Oda van Lotharingen Circa 1000 Circa 1062
Afstamming van de partner Godfried x Mathilde van Saksen
Bereger II x Willa van Arles
Hertog Gothelo I de Grote
Urracca van Italië
Oda van Lotharingen
67
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Evenmin als zijn vader Lambert I was Lambrecht II hertog van Brabant. Hij was alleen maar graaf van Leuven. Oda, waarmij hij omstreeks 1015 trouwde, was de dochter van Gothelo (Gozelo) I de Grote, hertog van Neder- én Opperlotharingen (Ardennen), markgraaf van Antwerpen, graaf van Verdun en van Junea in Italië. Onder het bewind van Lambert II Balderik (1041-1053) werd de handelsfunctie van het door zijn grootvader gestichte Brussel aanzienlijk versterkt. Tevens bezorgde hij een eigen kapittel aan de Sint-Michielskerk, die de belangrijkste kerk in het gebied werd toen op 6 november 1047 de relieken van Sint-Goedele vanuit de benedenstad naar daar werden overgebracht. Balderik zou op de Koudenberg ook een woning gebouwd hebben, de eerste aanzet tot het latere hertogelijk paleis dat vele eeuwen lang Brussel zou domineren. Bovendien werd een deel voltooid van de stadsmuur die over een lengte van 4000 m de stad moest beschermen.
Generatie 123 Rechte Lijn Geboren te / op
Hendrik II Circa 1020
Gestorven te / op Gehuwd te/op
Circa 1079 Circa 1055
Met
Aleydis vd Betuwe (Orlamunde) Circa1028 Na 1086
Geboren te / op Gestorven te / op
Afstamming van de partner Freterhard van Bliesgau X MM van de Betuwe
Everhard van de Betuwe
?
Aleydis van de Betuwe
Hendrik II was graaf van Leuven. Aleydis wordt naast “van de Betuwe” ook “van Orlamunde” genoemd.
Generatie 124 Rechte Lijn Geboren te / op
Godevaert I met de baard Circa 1060
Gestorven te / op Gehuwd te/op
Namur 5-1-1139 Circa 1105
Met Geboren te / op Gestorven te / op
Ida van Namur
Afstamming van de partner
Othon (Albrecht III)
Adèle van Namen
Ida van Namur
Ca 1117
Toen zijn broer Hendrik III van Leuven, in februari/maart 1095 overleed, volgde Godevaert of Godfried I deze op als graaf van Leuven. Op 13 mei 1106 werd hij ook aangesteld tot hertog van Neder-Lotharingen (Brabant en Limburg) en markgraaf van Antwerpen, maar in 1128 werd hij uit deze functie ontheven ten voordele van Walram II, graaf van Limburg. Niettemin bleef hij zich "hertog van Brabant" noemen, een titel die pas vanaf 1188 officieel zou worden. Toch wordt Godfried I terecht als de eerste hertog van Brabant beschouwd. Als hertog van Brabant was hij 68
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Godfried I, als hertog van Neder-Lotharingen Godfried VI. De hertogstitel kwam na zijn dood definitief aan zijn dynastie, al bleven de graven van Limburg, tot hertog Jan I hen in 1288 versloeg, zich hertog noemen (zie verder). Godfried I trad in het huwelijk met Ida (van Namen of van Ciney), dochter van Albrecht III van Namen. Na haar dood in 1117 hertrouwde hij met Clementia, een dochter van graaf Willem II van Bourgondië, en weduwe van graaf Robrecht II van Vlaanderen. Hij overleed op 25 januari 1139, en werd opgevolgd door Godfried II, een zoon uit zijn eerste huwelijk.
Generatie 125 Rechte Lijn Geboren te / op
Godfried II Circa 1095
Gestorven te / op Gehuwd te/op
13 juni 1142 1139
Met
Luitgarde van SulzbachDachburg 1109 1162
Geboren te / op Gestorven te / op
Afstamming van de partner Adalbert (Albert) I
Konrad I van Luxemburg x Clementia Ermengard Longwy
Adelbert II van Dachsburg
Ermesind van Luxemburg
Luitgarde
Godfried II, bijgenaamd de Jonge, was graaf van Leuven van 1139 tot 1142. In 1136 was hij echter al door zijn vader als mederegent aangesteld. Luitgard was de dochter van Adelbert II, graaf van Dachsburg en Moha, en van Ermesind, gravin van Luxemburg. In het jaar dat zijn vader overleed en hij met Lutgardis trouwde braken de Grimbergse Oorlogen tegen het geslacht van de Berthouts uit. De Berthouts waren als heren van Grimbergen vazal van de Hertog. Ze hadden in Noordwest-Brabant vele eigendommen vergaard en begonnen zich steeds onafhankelijker op te stellen. Vóór 9 februari 1140 stelde Koenraad III Godfried ook aan tot hertog van Neder-Lotharingen, als opvolger van Walram II van Limburg. Dit was niet naar de zin van Walrams zoon Hendrik I van Limburg wat opnieuw de strijd met Limburg deed ontbranden.
Generatie 126 Rechte Lijn Geboren te / op
Godfried III de moedige Circa 1140
Gestorven te / op Gehuwd te/op
21-8-1190
Met
Margaretha van Limburg
Geboren te / op Gestorven te / op
Circa 1138 Circa 1172
Afstamming van de partner
Circa 1155 graaf Hendrik II van Limburg
Machteld van Saffenberg
Margaretha
Godfried II, bijgenaamd ‘de moedige’ regeerde officieel als graaf van Leuven en Hertog van Nederlotharingen (Brabant) van 1142 tot 1190. Vanaf 1142, toen hij nog in de wieg lag, tot 1153 was zijn moeder Luitgarde (Lutgardis) regentes in zijn plaats. Gedurende de laatste jaren
69
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
van zijn leven, van 1183 tot 1190, was zijn zoon Hendrik I mede-regent. In 1184 was Godfried immers op pelgrimstocht naar Jeruzalem getrokken. Voordien had hij de Grimbergse Oorlogen beëindigd door in 1159 de burcht van Grimbergen te verwoesten. Hij veroverde ook de graafschappen Aarschot (voor 1179), Geldenaken (1184) en Duras (1189). Zijn eerste huwelijk met Margaretha van Limburg (1155) moest een einde stellen aan de strijd met de concurrerende hertog van Limburg. Margaretha was immers de dochter van Hendrik II, graaf van Limburg, en Machteld van Saffenberg. Na het overlijden van Margaretha in 1172, hertrouwde Godfried met Imena, een dochter van graaf Lodewijk I van Loon (en de latere abdis van Munsterbilzen).
Generatie 127 3
Rechte Lijn Geboren te / op
Hendrik I de krijgshaftige 1163
Gestorven te / op Gehuwd te/op
Keulen 3-9-1235 X 1179
Met
Machteld van Boulogne
Geboren te / op Gestorven te / op
Ca 1163 of 1211 Kort voor 1211
Afstamming van de partner Diederik van den Elzas X Sibylle van Anjou
Koning Stephanus I van Eng X Mathilde van Boulogne
graaf Mathias van Boulogne
Mary van Engeland
Machteld van Boulogne
Hendrik I werd ridder van Mainz op 20-5-1184, regent van het hertogdom Brabant vanaf 1183 en hertog van Brabant vanaf 21-8-1190, wat hij bleef tot aan zijn dood in 1235. In 1197-1198 nam hij deel aan de derde kruistocht en in 1197 veroverde de stad Beiroet op de Muzelmannen. In zijn ‘binnenlands’ beleid streefde hij naar de heerschappij tussen Schelde en Rijn en de beheersing van de handelsweg van Brugge naar Keulen, maar hij slaagde er niet in om het hertogelijke gezag in Neder-Lotharingen te herstellen. Niettemin wist hij zich een machtspositie te veroveren door in de strijd tussen de Welfen en de Hohenstaufen voortdurend van kamp te wisselen. In 1191 slaagde hij erin zijn broer Albert tot bisschop van Luik te laten kiezen. In 1204 ging hij over naar het kamp van de Hohenstaufen en verkreeg hij van de Duitse koning Filips van Zwaben de voogdij over Nijvel en de erkenning van de erfelijkheid van het hertogdom Brabant, ook in vrouwelijke lijn (zijn zoon zou immers met de toen nog maar pas gebo-
70
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
ren dochter van Philips van Zwaben gaan trouwen). Tevens werd hij medeheerder van Maastricht. Bij een van zijn invallen in Luik leed hij bij Steps een zware nederlaag (13 oktober 1213). De graaf van Vlaanderen viel Brabant binnen en Hendrik werd ertoe verplicht aan diens zijde te strijden in de Slag bij Bouvines. Na de daar opgelopen nederlaag verzoende hij zich onmiddellijk met de overwinnaar, de Franse koning Filips August. In het jaar 1229 verleende hij stadsrechten aan Brussel Hendrik I was tweemaal gehuwd: een eerste keer omstreeks 1179 met Mathilde van Boulogne (of van de Elzas), daarna (op 22 april 1213) met Maria van Frankrijk, een dochter van koning Filips August. Zijn eerste vrouw Machteld was de dochter van Mathias, graaf van Boulogne (gestorven aan zijn verwondingen bij het beleg van Driencourt op 25-7-1173), en van Mary van Engeland, dochter van koning Stephen I van Engeland. Zij werd, evenals haar man die nochtans in Keulen stierf, begraven in de Sint-Pieterskerk te Leuven.
Generatie 128 Rechte Lijn Geboren te / op
Hendrik II de edelmoedige 1207
Gestorven te / op Gehuwd te/op
1-2-1248 Circa 1210
Met
Maria van Zwaben
Geboren te / op Gestorven te / op
Arezzo 1196 Circa 1235
Hendrik II
Afstamming van de partner
Isaak II Angelos van Constant.
Hertog Philip I van Zwaben
Irena Angela
Maria van Zwaben (of Hohenstaufen)
Huwelijk van Hendrik II en Maria van Zwaben (Hohenstaufen)
Hendrik II was hertog van Brabant van 1235 tot aan zijn dood in 1248. Hij zette de oostwaartse expansiepolitiek van zijn vader voort, mengde zich in de twisten tussen de prinsbisschop van Luik en de steden van zijn bisdom, en sloot zich ook aan bij de Duitse keizer Frederik II, wat hem in 1244 het bezit van het graafschap Dalhem opleverde. Tijdens de minderjarigheid van zijn neven Otto II van Gelre (zoon van zijn zus Margaretha) en Willem II van Holland 71
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
(zoon van zijn andere zus Mathilda) stonden hun vorstendommen (Gelre en Holland) onder zijn invloed. In 1247 weigerde hij de titel van Duits koning, ten voordele van zijn neef Willem. Zijn eerste echtgenote, Maria, was de dochter van Philips I, hertog van Zwaben en koning van Duitsland, en Irena Angela, dochter van Isaak II Angelos, de keizer van Konstantinopel. Na haar dood, omstreeks 1235, hertrouwde hij met Sofia van Thuringen en erfde hij in 1247 het landgraafschap Thüringen, dat echter in 1275 weer van Brabant werd gescheiden als erfdeel voor Hendrik de Jonge, hun zoon uit dit tweede huwelijk. Op 12 januari 1248, enkele dagen vóór zijn dood, verleende hertog Hendrik II aan zijn onderhorigen het eerste algemeen landsprivilege voor Brabant, waarbij hij onder meer rechtszekerheid beloofde. Feitelijk was het bedoeld om de opvolging van zijn nog jonge zoon Hendrik III in de ogen van zijn onderdanen te vergemakkelijken.
Generatie 129 Rechte Lijn Geboren te / op
Hendrik III de barmhartige Circa 1215
Gestorven te / op Gehuwd te/op
Leuze 28-2-1261
Met Geboren te / op Gestorven te / op
Alix van Bourgondië
Afstamming van de partner
Hugo IV van Bourgondië
Leuven 1273
Yolande van Dreux
Alix (Aleydis, Adelheid)
Deze Hendrik was hertog van Brabant van 1248 tot 1261. Zijn vrouw Alix was de dochter van Hugo IV van Bourgondië en Yolande de Dreux. In 1257 schonk Alfons van Castilië - omdat het hemzelf aan gezag ontbrak - aan de hertog van Brabant het protectoraat over alle rijksvazallen die woonden tussen de Noordzee en Westfalen. Hierdoor wist Hendrik III zijn macht te verstevigen en aanspraak te maken op het oude gebied van NederLotharingen Tijdens zijn voorspoedige groeide Brussel uit tot een financieel centrum en ontstond er een 'Brabantse natie' door de samenwerking met andere steden uit het hertogdom, zoals Leuven, Tienen, Geldenaken, Zoutleeuw, Aarschot, Antwerpen, enz.
Generatie 130 Rechte Lijn Geboren te / op
Jan I Cambrinus Laken 1252
Gestorven te / op Relatie
Bar-le-Duc 3-5-1294
Met Geboren te / op Gestorven te / op
Johanna Van der Balct
Afstamming van de partner
Wouter Van der Balct Johanna Van der Balct
72
?
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Jan werd Hertog van Brabant in 1267 en van Limburg in 1288. Zijn naam leeft nog altijd voor in onze hedendaagse biercultuur. Brouwers achten hem hoog vanwege zijn alom gekende dorst en zijn liefde voor goede bieren. Gelukkig vallen er over hem toch nog een paar andere dingen te vermelden. De Jonge jaren van Hertog Jan Aleydis besloot dat Jan de troon zou gaan bezetten en daarom ontving hij een gedegen opleiding in Brussel. Daar werd hij ingewijd in alle aspecten van de krijgskunde en tevens leerde hij er lezen en schrijven evenals Latijn en Frans. Jan van Heelu werd daar zijn heraut en goede vriend. Hertog Jan van Brabant Op vijftienjarige leeftijd werd Jan officieel uitgeroepen tot Hertog van Brabant. Een groot aantal vertegenwoordigers van de kerkelijke overheid, van steden en van adel waren in 1267 aanwezig bij het historische feit in de abdij van Kortenberg. De Duitse Keizer bekrachtigde korte tijd later de hertogelijke titel. Drie jaar later, in 1270, trad Hertog Jan in het huwelijk met Margaretha, de dochter van de Franse koning Louis IX. Het ging hierbij duidelijk om een politiek huwelijk. Reeds in 1255 was aan de Franse koning immers al een bruidsschat betaald voor Margaretha, die dus eigenlijk in eerst was voorbestemd voor Jans zwakkere broer. Jan I van Brabant, ook wel Jan Primus of Cambrinus, werd geboren in 1252 en woonde in een kasteel bij de Brabantse stad Leuven, met een eigen smederij, paardenfokkerij, timmermanswerkplaats, bakkerij en zelfs een brouwerij. Jan was de lieveling van zijn moeder Aleydis (Alix)van Bourgondië, maar was niet de troonopvolger van zijn vader, Hendrik III, de niet al te sterke vorst van Brabant. Het hertogdom omvatte toentertijd naast de Belgische en Nederlandse provincies Brabant ook grote delen van Limburg en de Betuwe en liep in het zuiden door tot bijna aan de Franse grens. Door het gebied liepen belangrijke, maar vaak onveilige, handelsroutes waaronder die van Brugge naar Keulen. Toen in 1261 zijn vader overleed verkeerde Brabant in een crisis. Buiten Brabant lagen Gelre en Limburg op de loer, maar moeder Aleydis, die inzag dat haar eerstgeborene zwakzinnige zoon, Hendrik IV, niet erg geschikt was voor de troon, redde Brabant door verschillende partijen tegen elkaar uit te spelen. Op aanraden van Walter Berthout, de heer van Mechelen, sloot ze vrede met de bisschop van Luik en de graaf van Gelre die beiden reeds op haar grondgebied waren doorgedrongen. De vrouwen van Hertog Jan Toen Margaretha in 1271 overleed in het kraambed, zonder kinderen na te laten, was de hertog 19 jaar oud. Hij leerde toen Frederique kennen, de dochter van de Bourgondische bierbrouwer Pierre Robulait die na de dood van zijn vrouw werd benoemd tot brouwmeester aan het Brabantse hof. Frederique kreeg werk in de keuken… en in de slaapkamer. Maar ze was lang niet het enige aardige meisje dat de jonge weduwnaar gezelschap hield. Jenneke Pijlijser (1253-1297) was een eenvoudige boerendochter, Jenneke Van der Balct de dochter van een commercant… Pas in 1273, enkele maanden voor haar dood, stelde moeder Aleydis Hertog Jan voor aan zijn toekomstige tweede echtgenote Margaretha van Vlaanderen, de dochter van Gewijde van Dampière, erfgenaam van het Graafschap Vlaanderen, en Mathilde, vrouwe van Béthune en Dendermonde. Ook na zijn nieuwe huwelijk bleef Hertog Jan een vitale heer. Thuis in Brussel zat hij niet alleen met zijn echtgenote, maar ook met vele onwettige kinderen, die hij in huis had opgenomen. Want deze kinderen waren hem even lief als de anderen. De namen van sommigen zijn bekend; Margaretha van Tervueren, Jan Meeuwse, Jan Pijlijser, Hanneke van Mechelen, Jan van der Plast en Gilles Van der Balct (onthou die naam). Na de dood van zijn 2de gemalin (1285) besloot hij nooit meer in het huwelijk te treden. Zijn enige echte geliefde, de rossige Janneke Pijlijser, was immers van te lage komaf om mee te
73
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
kunnen trouwen. Deze heimelijke passie bracht hij tot uiting in talloze door hem geschreven minnedichten die hij aan haar opdroeg. EENS MEIEN MORGENS VROEGE Door HERTOG JAN I VAN BRABANT Eens meien morgens vroege Was ic upghestaan; In een scoen boemgerdekine Soudic spelen gaen. Daar vant ic drie joncfrouwen staen, Si waren so wale ghedaen, Dene sanc voor, dander sanc na: Harba lorifa, harba harba lorifa, harba lorifa! Doe ic versach dat scone cruut In den boemgardekijn, Ende ic verhoorde dat suete gheluut Van den magheden fijn, Doe verblide dat herte mijn, Dat ic moeste singhen na: Harba lorifa, harba harba lorifa, Harba lorifa! Doe groette ic die alrescoenste die daer onder stont. Ic liet mine arme al omme gaen Doe ter selver stont; Ic woudese cussen an haren mont; Si sprac: "Laet staen, laet staen, laet staen". Harba lorifa, harba harba lorifa, Harba lorifa!
Oorlogen en Tornooien In 1285 trok Hertog Jan op verzoek van zijn schoonbroer, de Franse koning, ten strijde tegen het Spaanse Aragon. Samen met de hertog van Bourgondië en de graven van Holland, Vlaanderen en Picardië snelde hij de Franse koning te hulp. Meer dan negentig oorlogsschepen begeleiden de landoperaties waaraan meer dan twintigduizend ridders en bijna honderdduizend soldaten deelnamen. Na de inname van Gerona bleef men steken in de ongezonde stad. Hitte en ziekten doodden velen. Hertog Jan kwam zeer verzwakt en bijgestaan door zijn heraut Jan van Heelu uiteindelijk terug aan het Franse hof in Parijs, waar hij geridderd werd. Drie jaar later trok Hertog Jan opnieuw ten strijde. Nadat de Limburgse hertogin Irmgard in 1283 kinderloos was gestorven verkeerde het hertogdom Limburg in een crisis. Haar echtgenoot, Reinoud van Gelre, dacht aanspraak te kunnen maken op het erfgoed, maar ook Hertog Jan had destijds van een oom van Irmgard bepaalde rechten gekocht. De handelsroutes door Limburg waren zeer belangrijk en aan de Rijn bij Woeringen, 15 kilometer ten noorden van Keulen, stond een tolhuis. Aartsbisschop Siegfried van Keulen had deze tol ingesteld en maakte door de hoge gelden het varen over de Rijn bijna onbetaalbaar. De aartsbisschop probeerde bovendien een verbond te sluiten met graaf Reinoud van Gelre en graaf Hendrik van Luxemburg. Hertog Jan vormde een tegencoalitie met de graven van Berg, Jlich en Loon. Op 5 juni 1288 drongen ze door op Siegfried’s terrein. Hertog Jan ging zelf voorop in de strijd, met rugdekking en gesteund aan de flanken. De slag bij Woeringen werd later beschreven als de laatste echte ridderslag. Met een enorme overmacht vielen Siegfried en bondgenoten in de vroege zaterdagmorgen op 5 juni aan. Geholpen door de talrijk opgekomen strijdlustige inwoners van Keulen won Hertog Jan deze grote veldslag nog voor de avond gevallen was. Siegfried en Reinoud van Gelre bevonden zich toen al in de gevangenis en Hendrik van Luxemburg was gesneuveld. Keulen had zich een nieuwe handelsvrijheid verworven en vijf eeuwen lang zouden de gewesten Limburg en Brabant gezamenlijk door de geschiedenis gaan. Door deze overwinning werd voor lange tijd een kostbaar evenwicht in een groot deel van West-Europa geschapen. Hertog Jan heeft er zijn bijnaam ‘de overwinnaar’ aan te danken. Hertog Jan nam ook deel aan vele riddertornooien. Hij organiseerde uitstekend gereglementeerde wedstrijden, die de goede naam van het ridderschap in ere moesten houden. In 1279 organiseerde hij zelfs een steekspel buiten de muren van het koninklijke kasteel Windsor in Engeland. De inzet was het verkrijgen van een koninklijk bruidje voor zijn zoon Jan II. In 72 tornooien speelde Jan met zijn leven. Hij won ze allemaal, behalve het laatste; hij was toen 42 jaar. Bij het plaatsje Bar (Bar-le-Duc, nu hoofdplaats van het Meuse-departement, niet te verwarren met Baarle-Hertog) organiseerde de hertog ter ere van het huwelijk van zijn vriend, de heer van Bar, een groot tornooi. Velen wilden zich in een steekspel meten met de grote held, maar Jan liet zijn keuze vallen op de beroemde ridder Pierre des Bausmes. Na twee ronden gingen de strijders met zo'n grote kracht op elkaar af dat zij beide ter aarde stortten. De hertog was het zwaarst gewond. De leren riem van zijn pantserhandschoen was doorboord door de lans van zijn tegenstander en veroorzaakte een hevig bloedende wond. Hij kon nog biechten en afscheid nemen van zijn vrienden. Hij stierf in de avond. Van zijn graf in de kerk der Minderbroeders te Leuven is na de beeldenstorm van de 16de eeuw niets over. 74
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Brabantse gegoede burgerij Generatie 131 Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op Gehuwd te/op Met Geboren te / op Gestorven te / op
Gilles Van der Balct Tervuren ( ?) ca 1273
Yda van Wersingen Circa 1275
Een van de gekende (en door genealogen erkende) bastaarden van Hertog Jan I was Gilles van der Balct. Zijn moeder was Johanna Van der Balct, waarschijnlijk een koopmansdochter uit Tervuren.
Generatie 132 Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op Gehuwd te/op Met Geboren te / op Gestorven te / op
Jan Van der Balct Circa 1315 Circa 1295 Marie van den Berghe Circa 1295
Generatie 133 Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op Gehuwd te/op Met Geboren te / op Gestorven te / op
Catharina Van der Balct Circa 1315
Ywein Boote Circa 1315
Generatie 134 Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op Gehuwd te/op Met Geboren te / op Gestorven te / op
Almerik II Boote Circa 1340
Cathelijne van den Heetvelde Circa 1340
Generatie 135 Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op Gehuwd met Geboren te / op Gestorven te / op
Almerik III Boote Grimbergen ( ?) circa 1370 Else van Aerschot-Schoonhoven Circa 1370
75
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Generatie 136 Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op Gehuwd te/op Met Geboren te / op Gestorven te / op
Wouter Boote Grimbergen ( ?) circa 1400 Mechelen 1444 Alyt van Eindhout Mechelen (?) circa 1400 Mechelen 1458
Wouter Boote (Boete of Boets) en zijn vrouw liggen allebei begraven in de kerk van OLV over de Dijle te Mechelen.. In plaats van Alyt van Eindhout komt men ook de naam Aleydis van Eindhoven tegen.
Generatie 137 ➢ Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op Gehuwd te/op Met Geboren te / op Gestorven te / op
Maria Boote Grimbergen (?) circa 1427 Mechelen 26-1-1475 Circa 1460 Jan de Rijcke Grimbergen ( ?) circa 1420 Mechelen voor 1475
Jan is begraven naast zijn schoonouders in de kerk van OLV over de Dijle te Mechelen.
Generatie 138 Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op Gehuwd te/op Met Geboren te / op Gestorven te / op
Jan de Rijcke Mechelen circa 1445 Buggenhout december 1504 1472 Jacomijne van Heffene Mechelen circa 1450 Mechelen circa 1529
Jan II woonde in Mechelen (Milsenstraat). Hij was actief in de textielindustrie. Rond 1495 was hij leenman van de heer van Grimbergen, onderhoofdman van de Sebastiaensgilde en eigenaar van ‘t Hof Te Vuyst op Wolfende (gehucht Rijcken te Eppegem). Sommigen maken van hem ook ridder, jonker en drossaard van Grimbergen en Buggenhout. Hij werd hij door een everzwijn verscheurd in Buggenhout-Bos (zie geschiedenis Boskapel). Jacomijne was de dochter van schepen Jan van Heffene (1415-1477, zoon van Jacob Van Heffen en Johanna Vleminckx) en Catharina van Muysen. Ze was erfvrouwe van Boortmeerbeek.
Generatie 139 Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op Gehuwd te/op Met Geboren te / op Gestorven te / op
Joos de Rijcke Mechelen circa 1475 Circa 1549 Joanna van Marselaer Circa 1475 1557
76
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Joos werd in Mechelen gezworene van ’t Wollewerk (de textielgilde). Door zijn huwelijk met Joanna, de dochter van Gielis van Marselaer (heer van Opdorp en Marselaer, + 1518) en Zegerine Van Groesdonck, erfde hij in 1518 het Hof van Marselaer te Malderen, samen met de Quaeden Molen (het Zwaantje). Vanaf dat moment werd het Hof van Marselaer ’s Rijckenhof genoemd. De grootouders van Joanna, Jan van Marselaer en Joanna ’s Jongen hebben een zerk in de kerk van Malderen. Drie broers van Joanna hadden hoge functies bij paus Adrianus in Rome, haar halfbroer Jan was heer van Opdorp, schepen van Brussel en vocht op 5-1-1477 met Karel de Stoute in Nancy.
Generatie 140 Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op Gehuwd te/op Met Geboren te / op Gestorven te / op
Gielis de Rijcke Mechelen ca 1500 7-1-1560 Brussel St. Goedele 14-1-1541 Helena Van der Borcht Circa 1515 29-7-1586
Gielis was jonker en heer van Marselaer, ter Haegge en Wolflinde, chevalier, heer van Boortmeerbeek (via zijn grootmoeder) en drossaard van ‘t Land van Grimbergen. Zijn broer Joos was de eerste missionaris in Equador. Helena was de dochter van Vranck (Franchois) Van der Borcht (zoon van Jan en Gertrudis van Meldert), wapenheraut en procureur in de Raad van Brabant, en weduwe van Antoine Brasseur (lijfwacht van de koning van Hongarije).
Generatie 141 Een dochter van Gielis De Rijcke, Barbara is volgens de gereputeerde genealogen, zoals Lindemans, twee keer getrouwd. Om redenen die we in de stamreeks “Meert” uitleggen, en ook omdat het ons goed uitkomt, denken wij dat ze nog een derde man heeft gehad. Alleen met haar eerste en haar (door ons veronderstelde) derde echtgenoot had ze kinderen. We volgen verder haar nageslacht met haar door niemand betwiste eerste man. Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op Met Geboren te / op Gestorven te / op
Barbara de Rijcke 1542 of 1548 Malderen 8-8-1629 Hendrik van Opstal Zele circa 1535 circa 1575
Hendrik Van Opstal was koster te Zele en te Lippelo. Barbara was vanaf 1568 vrouwe van Marselaer en bekwam als sterfvrouwe het leen (tot 1586). Hendrik en Barbara hadden 2 kinderen. Na de dood van haar eerste man hertrouwde Barbara met Jan Van Hoorenbeke waarmee ze geen kinderen had. Ofschoon de officiële genealogie van de familie De Rijcke dat niet meldt en we er nog geen bewijs van gevonden hebben zijn we er van overtuigd dat ze omtrent 1586 nog een derde keer met Zegher Goossens is getrouwd. In ieder geval ging dat jaar het leen van Marselaer naar een andere tak van haar familie over en zoals we hiernaast verduidelijken was Zegher Goossens haar gebuur.
77
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
De gewone man Barbara de Rijcke leefde in de tijd van de geuzenopstanden en de beeldenstorm. Ook in onze gewesten heeft die lelijk huis gehouden. Het Hof van Marselaer brandde af als al de rest. Tussen 1570 en 1590 werd de bevolking van de streek – mede door de pestepimedies die de passerende legers volgden – bijna gedecimeerd. Iemand die nog wat bezit te verdedigen had trok naar het noorden dat zich van Spanje aan het afscheuren was. De achterblijvers waren nà 1590 al content dat ze op een redelijke manier konden overleven. In onze stamboom komen we vanaf nu dan ook geen kasteelheren meer tegen. Nog wat boeren en stielmannen, dat wel.
Generatie 142 Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op Gehuwd te/op Met Geboren te / op Gestorven te / op
Anneke Van Opstal Circa 1567 Londerzeel circa 1638 Circa 1590 Geeraert Van den Bossche Circa 1560 Londerzeel 6-6-1644
Geeraert was de zoon van Joos Van den Bossche en Katelijne Mariën. Hij was brouwer op de Heyligstede (wellicht samen met zijn schoonbroer Jan Van Assche). Hij was eveneens erflaat van Affligem en Asschreyane (Drietoren), kerkmeester in 1590 en schepen van Londerzeel van 1601 tot 1622. Hij werd begraven in de kerk van Londerzeel.
Generatie 143 Rechte Lijn Geboren te / op
Amelberga Van den Bossche Circa 1593
Gestorven te / op Gehuwd te/op Met Geboren te / op Gestorven te / op
Londerzeel 19-10-1648 Joos De Commere Circa 1585
Ook Amelberga (in de volksmond Amele of Amelken) was brouwster. Joos was de zoon van Gielijs De Commere. Zijn moeder kennen we niet.
Generatie 144 Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op Gehuwd te/op Met Geboren te / op Gestorven te / op
Henricus De Commere Circa 1615 Steenhuffel 15-1-1669 Circa 1635 Lijsbeth Van Horenbeeck Circa 1615 Steenhuffel 31-1-1682
Hun eerste twee kinderen werden in Merchtem geboren. Na 1642 verhuisden ze naar Steenhuffel. De ouders van Lijsbeth kennen we niet.
78
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Generatie 145 Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op Gehuwd te/op Met Geboren te / op Gestorven te / op
Franciscus De Commer Circa 1643 Steenhuffel 20-10-1693 Steenhuffel 29-11-1673 Maria Catharina Bosmans Steenhuffel circa 1643 Steenhuffel 13-4-1683
Maria Catharina Bosmans was de dochter van Peeter en Maria Van Horenbeeck.
Generatie 146 Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op Gehuwd te/op Met Geboren te / op Gestorven te / op
Catharina De Commer Steenhuffel 11-2-1676 Steenhuffel 3-4-1712 Steenhuffel circa 1704 Petrus De Maerschalck Steenhuffel 20-1-1675 Steenhuffel 23-12-1729
Petrus De Maerchalck was de zoon van Corneel en Catharina Cornelis; de kleinzoon van een andere Corneel De Maerschalck en Catharina Maes.
Generatie 147 Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op Gehuwd te/op Met Geboren te / op Gestorven te / op
Guilliam De Maerschalck Steenhuffel 6-7-1707 Steenhuffel 19-11-1786 Steenhuffel 10-7-1732 Anna Laurens Malderen 28-1-1707 Steenhuffel voor 1786
In de parochieregisters van Steenhuffel werd Anna Laurens “Lauwereyns” genoemd. Ze was de dochter van Adriaan Laurens en Anna Van Oosten.
Generatie 148 Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op Gehuwd te/op Met Geboren te / op Gestorven te / op
Anne-Marie De Maerschalck Steenhuffel 9-11-1741 Steenhuffel 23-6-1803 Steenhuffel ca 1775 Petrus Meys Steenhuffel 2-8-1744 Steenhuffel 7-7-1817
Petrus Meys was de zoon van Pieter en Anna Catharina De Greve. Hij was landbouwer in de Smisstraat (op ’t hoekske) en had met Anna-Maria De Maerschalck 5 kinderen tussen 1776 en 1786. Op 8-8-1808 hertrouwde hij in Steenhuffel met Catharina Jacobs (die zelf al twee keer weduwe was).
79
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Generatie 149 Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op Gehuwd te/op Met Geboren te / op Gestorven te / op
Guilliam Meys Steenhuffel 4-2-1776 Steenhuffel 16-3-1823 Londerzeel 30-11-1802 Joanna Catharina Willems Londerzeel 20-10-1780 Steenhuffel 25-3-1820
Guilliam was weduwnaar van Elisabeth Populiers ( + 1802). Joanna Catharina was de dochter van Corneel Willems en Elisabeth Eeraerts. Meys-Willems waren landbouwers en hadden 2 kinderen. In 1820 hertrouwde hij met Anna Catharina Van der Beken uit Grimbergen.
Generatie 150 Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op Gehuwd te/op Met Geboren te / op Gestorven te / op
Jan Baptist Meys Londerzeel 2-2-1803 Steenhuffel 29-1-1844 Steenhuffel 16-9-1829 Theresia Roelants Steenhuffel 16-7-1801 Opdorp na 1874
Theresia Roelants was de dochter van Petrus Roelants en Joanna Maria Van Opstal. Na de dood van Jan Baptist verhuisde ze als werkvrouw naar Opdorp.
Generatie 151 Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op Gehuwd te/op Met Geboren te / op Gestorven te / op
Maria Anna Maria Roelants Steenhuffel 26-10-1824 Londerzeel circa 1880 Londerzeel 4-1-1858 Jozef De Bondt Londerzeel 9-11-1812 Londerzeel 1-4-1873
Maria Anna was een voorkind. Volgens de pastoor was Jan Baptist Meys wel degelijk haar vader. Toch werd ze bij het huwelijk van haar ouders blijkbaar niet gewettigd. Men heeft haar alleszins nooit de familienaam van haar vader gegeven. Josephus De Bondt was de zoon van Henri De Bont, een kleine landbouwer in de Weverstraat te Londerzeel, en Maria Theresia Van der Wilt uit Puurs. Maria Anna was al eerder getrouwd geweest met Judocus De Mol (+ 2-1-1858). Na de dood van Jozef De Bondt zou ze op 11-2-1874 nog een 3de keer trouwen met Pierre Antoine Heymans, herbergier en kiekenkoopman te Londerzeel.
Generatie 152 Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op Gehuwd te/op Met Geboren te / op Gestorven te / op
Ludovicus De Bondt Londerzeel 9-11-1860 Londerzeel 1908 Londerzeel 18-11-1886 Maria Justina Delph. Vijvermans Londerzeel 29-1-1865 Londerzeel 26-8-1921 80
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Landbouwers en (kortstondig) herbergiers in de Pluimennest. De vader van Delphine Vijvermans was garde aan de ijzeren weg. Haar grootvader Frans Vijverman was één der eerste spoorwegbediendes in Malderen op de in 1837 aangelegde spoorlijn. Overgrootvader Jacobus Wolf was een immigrant uit Siegen bij Koblenz en was, voordat hij landbouwer werd, jager in de Moorhoek, ongetwijfeld in opdracht van de kasteelheer van Drietoren, geweest. Na de dood van haar man bleef Delphine Vijvermans achter met 1 invalide 20-jarige dochter en nog 6 andere kinderen tussen 2 en 15 jaar oud. Haar enige andere kostwinner, de oudste zoon Frans, was een goed jaar eerder bij de instorting van mouterij Van Assche in de Kasteelstraat omgekomen. Ze hertrouwde met haar buurman Jan Baptist De Baeck.
Generatie 153 Rechte Lijn Geboren te / op Gestorven te / op Gehuwd te/op Met Geboren te / op Gestorven te / op
Karel Lodewijk De Bondt Londerzeel 20-2-1899 Steenhuffel 26-6-1980 Peisegem 6-5-1922 Maria Seraph. Leontina De Backer Peisegem 4-9-1902 Steenhuffel 26-7-1973
Louis begon zijn beroepsloopbaan als werkman in de Eternietfabriek te Kapelle-op-den-Bos maar werkte het grootste deel van zijn leven als brouwer in brouwerij de Hoorn (Palm) te Steenhuffel. Leontine was huisvrouw. Ze woonden in de Smisstraat (op ’t hoekske).
Bovenstaande personen zijn de grootouders van de samensteller van deze genealogie Tot zover het ‘wetenschappelijke bewijs’ van mijn afstamming van Adam en Eva langs vaderskant. Ik heb deze oefening ook langs moederskant (Meert) gemaakt met een vergelijkbaar resultaat. Maar, vrees niet, ik ga dat stuk niet wereldkundig maken. Het zal immers wel duidelijk zijn dat – ofschoon ik niks uit mijn eigen duim gezogen heb enkele korrels zout misschien toch nuttig kunnen zijn... of veeleer een hele zak
81
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
Louis De Bondt
Slotwoord: Vele jaren na dit ‘onderzoek’ kwam ik dank zij het Wereldwijde Web tot de vaststelling dat ik niet de enige afstammeling van Adam en Eva ben. Anderen hebben blijkbaar dezelfde oefening gemaakt. Ik verwijs met name naar de ‘Stamboom vanaf Adam tot Jan de Leeuw van Weenen’ (http://www.deleeuwvanweenen.nl/Webpage/Genealogie/Koninklijk.htm). Ik weet niet wie hiermee begonnen is, maar blijkbaar ben ik wel de enige om er gratis een zak zout bij te geven.
82
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
83
Louis De Bondt
Enkele serieuze en minder serieuze bedenkingen bij stamboomonderzoek
84
Louis De Bondt