Jobat 11december 2010

Page 6

‘Te jong om te stoppen’ Guy (58) Knelpuntopleiding: technisch tekenaar

B

ijna tien jaar werkte Guy Citroën (58) als technisch tekenaar toen zijn contract beeindigd werd en hij in de werkloosheid verzeilde. Na vijftien maanden op non-actief besliste hij om zijn kennis bij te schaven en een opleiding tot elekrotechnisch tekenaar te volgen bij de VDAB. “Ik was nog te jong om te stoppen met werken maar voelde me na vijftien maanden ook niet meer helemaal operationeel. Als je bij een studiebureau begint, verwacht men dat je onmiddellijk inzetbaar bent en dat je geen tijd meer nodig hebt om je geheugen op te frissen.” In principe duurt zijn opleiding nog tot maart, maar Guy verwacht vroeger werk te vinden. “Vanaf januari ben ik weer beschikbaar voor bureaus die op zoek zijn. Nu al krijg ik gemakkelijk twee keer per week een e-mail van bedrijven die een invaller zoeken. De vraag is een stuk groter dan pakweg een jaar geleden.” Volgens Guy speelt zijn leeftijd hem alvast geen parten in zijn zoektocht naar werk. Als hij ergens gaat solliciteren of een test moet afleggen, spelen diploma en leeftijd geen enkele rol. “Ze zetten je aan een station, en je kan het of je kan het niet. Zo simpel is het.”

>> tijdens de opleiding laten kennismaken met cursisten, worden daarom volgehouden of uitgebreid. Dit vraagt ook een inspanning van de VDAB-consulenten en instructeurs. Die beschikken meestal al over een netwerk binnen het regionale bedrijfsleven, maar moeten in de toekomst nog aler ter zijn voor het jobaanbod in hun regio. Op die manier kunnen ze cursisten sneller door verwijzen naar potentiële werkgevers. In 2011 rolt de VDAB alvast een nieuw trajectmodel uit met richtlijnen om dit te verwezenlijken. Er zal nog meer en beter moeten worden samengewerkt met de bedrijfswereld en andere opleidingsverstrekkers om opleidingen zo bedrijfsgericht mogelijk te maken. Enkel zo kunnen de echte noden op de werkvloer worden aangepakt. Om dezelfde reden blijft de VDAB meewerken aan de uitbouw van arbeidsmarktgerichte HBO-projecten (hoger beroepsonderwijs, red.). Een voorbeeld is de opleiding service engineer. Die kwam er in Gent als gevolg van een samenwerking tussen technologiefederatie Agoria, het onderwijs en de VDAB. De VDAB wil het opleidingsaanbod ook flexibeler maken zodat cursisten een deel van hun studie bij de VDAB kunnen volgen en een deel in een bedrijf. Verder moeten mobiele opleidingscentra regionale opleidingsnoden oplossen. 2. Een realistisch jobdoelwit Niet enkel de uitstroom naar werk kan beter, ook de instroom in beroepsopleidingen verloopt nog te moeizaam. Vooral voor technische opleidingen zijn er vaak onvoldoende kandidaten beschikbaar met een minimum aan technische voorkennis. De arbeidsbemiddeling moet die instroom verzekeren. Het tekor t aan technische profielen is echter niet de enige reden voor de haperende instroom. Ook

de versnippering van het opleidingsaanbod speelt mee. Dat aanbod is de laatste jaren fel toegenomen. De VDAB werkt inmiddels ook samen met verschillende par tners zoals SYNTRA en het onderwijs. Het gevolg is dat het volledige plaatje nog maar moeilijk te overzien is. Het rekruteren van cursisten verloopt daarom stroever dan goed is. Opleidingsverstrekkers zetten ad hoc acties op zonder oog te hebben voor wat anderen doen. Een van de opdrachten voor de provinciale VDAB-afdelingen wordt het in kaar t brengen van alle regionale opleidingsverstrekkers en hun initiatieven. Een goed praktijkvoorbeeld is te vinden in Antwerpen. Daar werd de tool Antone ontwikkeld. Die maakt het makkelijk om een opleiding of project op maat van de werkzoekende te vinden in het ruime aanbod. Momenteel wordt nagegaan of die tool ook elders kan gebruikt worden. Meer instroom alleen is echter geen garantie op werkzekerheid. Idealiter beschikt elke cursist over een realistisch ‘jobdoelwit’ voor de star t van een (knelpunt)opleiding. Elke cursist moet een duidelijk beeld hebben van het beroep waarvoor hij zal worden opgeleid, zo staat in een VDAB-nota die aan het actieplan voorafgaat. De realiteit leer t dat veel cursisten dat beeld niet hebben. Daarom zijn voorafgaande stappen als oriëntering en vooropleiding nodig. Zo leren werkzoekenden een beroep kennen en kiezen ze eventueel voor een andere opleiding die meer bij hen past. Hetzelfde geldt voor oriënterende ‘snuffelstages’. Te lange voor trajecten, waarin werkzoekenden langdurig gescreend worden, zijn evenmin wenselijk. Belangrijk is dat zo snel mogelijk wordt ingegrepen als blijkt dat een cursist niet op zijn plaats zit. Dat zou al na één maand moeten duidelijk zijn. Het binnen de maand uitvoeren van voldoende verschillende opdrachten kan daarbij helpen. Is de cursist niet geschikt, kan er zo sneller naar een andere opleiding worden gezocht.

king niet passend is als ze niet aansluit bij het aangeleerde beroep of bij aanverwante beroepen’. Met andere woorden: een werkzoekende mecanicien kan het eerste halfjaar niet ‘verplicht’ worden om te solliciteren voor een baan als plaatser van zonnepanelen. De VDAB plant nu gebruik te maken van een uitzondering op die regel om werkzoekenden toch sneller te heroriënteren. Volgens dezelfde reglementering is de beschermingsperiode van 6 maanden immers niet van toepassing als de kans op tewerkstelling in het gezochte beroep zeer beperkt is. Zeker bij jongeren met onrealistische jobperspectieven wil de VDAB geen halfjaar meer wachten alvorens in te grijpen. Volgens de VDAB-nota zal dat menselijk maar kordaat gebeuren. Een verplichte heroriëntering - steeds in overleg met de

Het knelpuntbeleid in cijfers ●

90,47 procent van alle opleidingen die de VDAB organiseert zijn knelpuntopleidingen.

In 2009 klokte de VDAB-teller af op 13.211.973 opleidingsuren voor werkzoekenden.

In oktober 2010 ontving de VDAB 18.636 opleidingsaanvragen. In oktober 2009 waren dat er nog 23.159.

In 2009 leidde de VDAB 55.695 cursisten op (13,8% meer dan in 2008). In 2010 heeft de VDAB al 49.945 cursisten opgeleid (cijfers eind oktober).

3. Verplichte heroriëntatie ●

Om de lijst met knelpuntberoepen kor ter te maken, is het essentieel dat de VDAB meer werkzoekenden sneller in de richting van een knelpuntberoep oriënteer t. Momenteel gebeur t dat pas ten vroegste na 6 maanden. De werkloosheidsreglementering schrijft immers voor dat een ‘betrek-

In september 2010 bedroeg het uitstroompercentage 60,05 procent (aandeel cursisten van de voorbije 12 maanden dat 6 maanden na het einde van de opleiding werk heeft gevonden).


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.