LAD-magazine september 2019

Page 1

Magazine

SEH-arts nadrukkelijk in beeld

# 27 - September 2019 Kwartaalmagazine van de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD)

In dit nummer: “ Palliatieve zorg is doodgewoon� Verplicht coschap ouderengeneeskunde? Trainingsaanbod LAD-leden uitgebreid


Voorwoord

­­­

Eindelijk: medische staven in de ggz!

Anders dan in ziekenhuizen, waar de inspraak van me­ disch specialisten in de cao is vastgelegd, zijn medische staven in de ggz nog lang geen gemeengoed. Juist van­ wege de ervaring in ziekenhuizen weten we hoe zin­vol het is als medisch specialisten op reguliere basis over­ leg hebben met hun raad van bestuur over strate­gische onderwerpen: hoe garandeer je de beste zorg? Hoe houd je je crisisdienst operationeel bij een toe­ne­mend per­­soneels­tekort? Wat kun je doen om de werk­druk be­hap­­­baar te houden? Het is een win-winsituatie om over dat soort zaken samen na te denken – ieder vanuit zijn eigen ver­ant­woordelijkheid natuurlijk. In de ggz werd de toegevoegde waarde echter nog niet overal gezien. We kregen regelmatig signalen van me­ disch specialisten die graag een medische staf wilden opzetten, maar die tegen onwil aanliepen bij hun raad van bestuur: een medische staf zou alleen maar tijd en geld kosten. Gelukkig zijn er ook (steeds meer) positieve

LAD magazine | 2

berichten, maar de negatieve signalen sterk­ten ons in onze ‘strijd’ om de inspraak formeel vast te leggen. De noodzaak daarvoor is misschien wel groter dan ooit, aangezien uit onderzoek blijkt dat een deel van de psy­ chiaters overweegt voor het zzp-bestaan te kiezen uit onvrede over het gebrek aan inspraak. Lang verhaal kort: mede dankzij de druk die medisch specialisten in de ggz zelf hebben opgevoerd, is het onze onderhandelaars gelukt de inspraak nu formeel te regelen. Zijn we er daarmee? Nee, wat mij betreft nog niet. Het zal nog wat inspanning vragen om medische staven goed op te zetten. Medisch specialisten die daar de komende tijd hulp of advies bij nodig hebben, kun­nen natuurlijk bij ons terecht. En we willen dat me­ dische staven niet beperkt blijven tot ziekenhuizen en ggz-instellingen, maar óók in andere zorginstellingen worden opgezet. Zeg ik daarmee dat wij ons als eigenwijze artsen overal tegenaan willen bemoeien? Nee, zeker niet; het gaat er­ om dat artsen van toegevoegde waarde kun­nen zijn bij het maken van strategische keuzes. Dat leidt uit­­einde­ lijk niet alleen tot een doordachter en breder gedragen beleid, maar óók tot een grotere betrok­ken­heid van werk­ nemers. Een win-winsituatie dus. Suzanne Booij Voorzitter LAD

Colofon: Kwartaalblad van de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD) met nieuws, opinie en achtergrondinformatie. (oplage 35.000) Redactieadres Mercatorlaan 1200, Postbus 20058, 3502 LB Utrecht, Telefoon 088 13 44 100, E-mail: redactie@lad.nl Redactie Caroline van den Brekel, Marjolein Dekker, Julia Hamel en Corrie Kooijman Redactiecommissie Joeri Arkink (apotheker), Edwin Duijzer (aios huisartsgeneeskunde) en Fardou Heida (aios gynaecologie) Columnist Doa Shaikhani (coassistent) Illustraties Ronald Slabbers Fotografie Ivar Pel Ontwerp Member Since Druk Centrum Drukwerk - ISSN-nummer 2213-9923

Aan het begin van de zomer bereikten we een mijlpaal. Een belangrijke zelfs. Na intensieve onderhandelingen kwam er namelijk een akkoord voor een nieuwe Cao GGZ tot stand. Daarin heeft een langgekoesterde wens ein­de-­­ lijk gestalte gekregen: iedere instelling die gespecia­li­ seerde ggz levert, moet voortaan namelijk een georga­ ni­seerde vorm van inspraak van medisch spe­cia­listen heb­ben. Kort gezegd: iedere ggz-instelling moet een medische staf opzetten.


Inhoud

6 Nieuwe rubriek!

4 “Toegevoegde waarde SEH-arts wordt gezien” SEH-artsen die lid zijn van de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen stemden in juni voor een dubbel­ lidmaatschap met de LAD. Dat betekent dat de LAD vanaf 2020 de belangen van 550 SEH-artsen en 160 SEH-artsen in opleiding gaat vertegenwoordigen. Belangrijkste doel: de SEH-arts nog nadrukkelijker positioneren.

8 “Praten over de dood moet uit taboesfeer”

12

7

#breekeenlansvoordeco

Column dr. Do

Eind augustus kwamen geneeskundestudenten en artsen massaal in actie voor een tegemoet­ koming voor álle coassistenten. Een compilatie …

LAD-lid in beeld

De LAD heeft leden in alle di­sci­plines: van aios tot huis­arts en van jeugdarts tot medisch specialist. Wie zijn ze en wat drijft ze? In deze nieuwe ru­ briek brengen we LAD-leden let­terlijk in beeld. In dit nummer trappen we af met klinisch technoloog Kristian Overduin. “Veel mensen denken dat wij ons alleen met techniek bezig­­ houden.”

Columnist Doa Shaikhani vindt het niet zo erg als de vraag ‘waar kom je vandaan?’ toe­ val­lig ter sprake komt, maar soms verstopt ze zich liever in haar witte doktersjas.

Arbeidsvoorwaarden

Hij is misschien wel de meest gevolgde Nederlandse dokter op Twitter. En dat terwijl het onderwerp waarover hij mees­­tal twittert, niet echt popu­lair en toegankelijk is. Long­arts Sander de Hos­son wil palliatieve zorg bij een groter publiek onder de aan­ dacht brengen. “Patiënten hebben een enorme behoefte aan praten over doodgaan.” Werk/privé

In ’t kort

Verplicht coschap

Trainingsaanbod

LAD-leden konden al voor een aantrekkelijk tarief de trainingen ‘Beter in beeld’ en ‘Beter in onderhandelen’ volgen; nu is het aanbod uitgebreid.

Kun je onderhandelen over je salaris? En wat als er een be­ding in je arbeidsovereen­ komst staat? Een van onze juristen adviseert een bedrijfs­­arts.

Lees de column van Caroline van den Brekel, het laatste nieuws over evenementen, nieuwe boeken, LAD-acti­vi­ teiten en andere opvallende zaken.

10

14

17

18

Er dreigt in de toekomst een tekort aan specialisten oude­ren­ genees­kunde. Is een ver­plicht co­schap een goed idee? We stelden de vraag aan drie betrokkenen.

September 2019 | 3


Tekst Marjolein Dekker Fotografie Ivar Pel

SEH-arts nadrukkelijker in beeld SEH-artsen die lid zijn van de Nederlandse Vereniging van Spoed­eisen­ de Hulp Artsen (NVSHA) stemden in juni voor een dubbel­lid­­maatschap met de LAD. Dat betekent dat de LAD vanaf 2020 de belangen van alle 700 SEH-artsen (ook degenen in opleiding) gaat behartigen. “We willen onze beroepsgroep nadrukkelijker positio­neren”, zegt SEH-arts KNMG en NVSHA-bestuurslid Pol Stuart.

Het is nog stil op de SEH in het Franciscus Gasthuis & Vlietland in Schiedam, dus Stuart heeft volop tijd voor een fotoshoot. Als de fotograaf hem vraagt waarom hij voor dit vak heeft gekozen, kijkt hij om zich heen, wijst naar de patiënten-wachtruimte en zegt: “Nou, dit hè. Nu is het rustig, maar straks kan het hier helemaal vol zitten. Je weet nooit wat er gebeurt, geen dag is hetzelfde.” Het is precies de reden waarom hij bijna twintig jaar geleden voor het vak koos. “Wat hier aan patiënten binnenkomt, vari­ eert in alle opzichten: van jong tot oud, van lichte tot complexe klachten. Patiënten heb­ben acuut hulp nodig, dat maakt het werk heel laagdrempelig.”

Jong vak

Hoewel de spoedeisende hulp al jarenlang bestaat, is het ‘vak’ van SEH-arts nog jong: pas in 1999 ging de opleiding for­meel van start. “In het verleden lag de focus nooit op de SEH”, meent Stuart. “De jongste

LAD magazine | 4

be­dienden stonden ‘aan de poort’, ik weet nog dat er letterlijk werd gevraagd: “Wie doet vandaag de SEH?” Er werd bijna luch­tig over gedaan, alsof je alleen men­sen met een ver­zwikte enkel be­han­delt. Natuurlijk zitten die ertussen, maar je ziet ook patiënten met een hart­aan­val of com­plexe aan­doeningen. Je moet dan stevig in je schoenen staan en over voldoende bagage beschikken om ade­­­quaat te han­delen. Het was in mijn ogen echt nodig dat het vak werd erkend en ge­pro­fes­­ siona­li­seerd.”

vertrouwen is langzaam ge­groeid en onze toegevoegde waarde wordt nu breed ge­ zien. In de beginjaren was het niet van­zelf­ sprekend dat een SEH-arts in de me­dische staf zit; intussen is dat heel nor­­maal. Bovendien vervullen SEH-artsen de rol van opleider en medisch manager.” De ambitie van de NVSHA is dat de spoed­­eisende ge­ neeskunde een medisch specia­lisme wordt. “Dat zou in onze ogen een lo­gis­che er­ken­ning zijn voor ons vak.”

Stevige stem aan cao-tafel Bedreigend

Stuart was een van de eerste studenten in opleiding. Het was geen makkelijke start, herinnert hij zich. “Voorheen werd een patiënt gezien door een arts-assistent en besproken met een medisch specialist die veelal niet op de SEH aanwezig was; toen zaten wij er ineens tussen om te roepen dat we er verstand van hadden. Dat was be­dreigend en even zoeken.” Gelukkig is er in twintig jaar tijd veel ver­an­derd. “Het

Volgens Stuart is de SEH-arts binnen zie­ken­­huizen intussen ‘ingeburgerd’, maar is in de positionering nog wel het nodige te win­ nen. “Dat is ook de reden waar­om we met de LAD zijn gaan praten. Het meren­deel van de SEH-artsen is lid van de NVSHA, maar nog niet iedereen is lid van de LAD. Het leek ons goed als de LAD alle SEHartsen vertegenwoordigt, zodat onze be­ langen ook nadrukkelijker kunnen worden meegewogen aan de cao-tafel.”


Spoedeisende geneeskunde in een notendop

• De opleiding spoedeisende geneeskunde

ging in 1999 van start en duurt (tegen­woordig) drie jaar. Jaarlijks ronden zo’n 30 aios hun opleiding af. • Er zijn 88 SEH-afdelingen in Nederland, waar in totaal ongeveer 550 SEH-artsen en 160 SEH-artsen in opleiding werkzaam zijn. • In 2011 werd de eerste leerstoel voor Spoed­eisende Hulp in het Erasmus MC ingesteld. In datzelfde jaar werd de aller eerste SEH-arts tot opleider benoemd, in het St. Elisabeth Ziekenhuis. ­

SEH-arts Pol Stuart: “Onze toegevoegde waarde wordt nu breed gezien”

LAD-directeur Caroline van den Brekel be­­aamt dat het aan cao-tafels inderdaad zo werkt. “Hoe meer leden je vertegen­woor­­­digt, hoe meer invloed je hebt. De afge­lopen jaren hebben we voor diverse groepen artsen belang­rijke stappen gezet als het gaat om posi­tio­nering, zoals in alge­mene zieken­ huizen en, recent nog, in de ggz met het realiseren van medische sta­ven in de cao. We willen straks ook kijken hoe we SEHartsen als beroeps­groep na­druk­ke­lijker in positie kunnen brengen.”

Werkdruk en duurzame inzetbaarheid

Op de vraag waar de LAD en de NVSHA elkaar kunnen versterken, antwoordt Van den Brekel dat er in het terugdringen van de werkdruk en duurzame inzetbaarheid nog veel te winnen is. “De LAD participeert via Stichting IZZ in een project om de werk­ druk op de SEH te verminderen. Het aantal burn-outgevallen is hoog en de uitstroom begint al op jongere leeftijd dan voor an­dere functiegroepen. We moeten goed

kijken hoe we alle SEH-artsen, van jong tot oud, duur­zaam kunnen blijven inzetten.” Stuart is het daarmee eens. “We willen bij­­ voor­beeld een goede regeling voor de her­ stel­tijd na avond- en nachtdiensten, maar ook voor de inrichting van ons rooster. Als je de cao volgt, kun je met 7,5 fte een 24 uur-rooster draaien, maar in ons vak is dat lastig. In die 24 uur moeten wij ook echt 24 uur patiëntenzorg kunnen leveren, waardoor er geen tijd over is voor andere zaken, zoals administratie of op­leiden. Van­uit de NVSHA hebben we daar­om de Richt­lijn Workforce opgesteld, die hand­vat­ ten biedt voor gezond en veilig roos­teren.” Persoonlijk zou Stuart ook het continu­ roos­­ter anders willen inrichten. “Ons vak is dank­baar en uitdagend, maar geestelijk ook heel inspannend. Formeel moeten wij 24 uur per dag beschikbaar zijn en ook ’s nachts wakker blijven. Ik merk echter dat ik na een power­nap van een minuut of 20, als de drukte dat toelaat, veel scherper ben. Je kan daarmee in mijn optiek dus de pa­­

tiënt­­­veiligheid en je productiviteit ver­groten. Samen met de LAD willen we straks ge­richter naar dat soort dilemma’s kijken.” Tijdens de Algemene Ledenvergadering van de NVSHA in juni hebben de leden inge­ stemd met een dubbellidmaatschap tussen de NVSHA en de LAD. Dat betekent dat SEHartsen (in opleiding) die lid zijn van de NVSHA vanaf 1 januari 2020 ook lid worden van de LAD (tenzij ze dat niet wil­len). Ze worden daar dit najaar door de NVSHA nader over geïnformeerd.

Individuele voordelen

Volgens directeur Van den Brekel heeft het dubbellidmaatschap ook op individueel niveau veel voordelen voor SEH-artsen. “Ieder lid kan voor 20 uur per jaar koste­ loos een beroep doen op juridische rechts­­­­hulp, bijvoorbeeld als je in een arbeids­­­­ conflict belandt.” Stuart is blij met dat vang­­ net. “Natuurlijk gaat niemand ervan uit dat je uitvalt, maar als het wel aan de orde is, is het fijn dat de LAD er voor je is.”

September 2019 | 5


LAD-lid in beeld

Tekst Marjolein Dekker Fotografie Ivar Pel

“De meerwaarde van ons vak wordt steeds zichtbaarder” Waarom heb je voor dit vak gekozen?

“Ik heb altijd interesse gehad in de gezondheidszorg, maar heb ook een sterke drive om dingen te verbeteren en op te lossen. Toen ik hoorde over de opleiding klinische tech­no­ logie, ook wel technische geneeskunde genoemd, leek me het meteen leuk om geneeskunde te combineren met een verdieping op technisch vlak. In het Radboudumc heb ik me gespecialiseerd in beeldgeleide behandelmethodes. Ik houd me onder andere bezig met MRI-geleide behandeling van pros­taat­kanker. Het is een ontzettend interessant beroep, maar ook een jong vak dat nog volop in ontwikkeling is.”

Wat is de toegevoegde waarde van de LAD voor jou?

“Allereerst is de LAD er voor ons als beroepsgroep, bijvoor­ beeld door ons te vertegenwoordigen aan cao-tafels. Via de LAD hebben we ook toegang tot andere beroepsgroepen; dat verbreedt je blik­veld. Daarnaast zit de toegevoegde waarde voor mij op persoonlijk vlak. Zo heb ik eens contact opgenomen met het Kennis- en dienstverleningscentrum, omdat ik wilde weten wat nou precies mijn rechten en plichten zijn toen ik on­be­taald verlof wilde nemen. Het is prettig om dan onaf­hankelijk advies te krijgen.”

Wat is het grootste vooroordeel over klinisch technologen?

“De vooroordelen komen vooral voort uit de onbekendheid met ons vak. Zo denken veel mensen dat wij ons alleen met techniek bezighouden. De meerwaarde van ons vak is juist dat wij óók de medische kennis en vaardigheden leren, zodat we complexe technologie in de directe patiëntenzorg kunnen toepassen. De patiëntvraag staat dus centraal en de technologie is vooral een middel om tot een patiëntgerichte oplossing te komen.”

Hoe is je samenwerking met andere LAD-leden?

Huisartsen, aios, medisch specialisten, klinisch tech­ nologen en klinisch fysici: de LAD heeft leden in alle disci­plines. Wie zijn ze en wat drijft hen? In deze nieuwe rubriek brengen we LAD-leden letterlijk in beeld. Dit keer:

Kristian Overduin klinisch technoloog in het Radboudumc LAD magazine | 6

“Het leuke van mijn vak is dat hoogcomplexe zorg om multidi­sciplinaire expertise vraagt. Ik werk daarom met veel andere beroepsgroepen samen, zoals met interventieradiologen om de beste behandelmethode voor een patiënt te bepalen, maar ook met klinisch fysici bij de introductie van een nieuwe tech­­niek. De samenwerking verloopt heel goed. Hoewel ik het in mijn eigen werk niet merk, is er nog wel eens onduidelijkheid over de reikwijdte van ons werk in vergelijking met artsen en klinisch fysici. Ik zit in het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Technische Genees­kun­ de, en we zijn samen met andere beroeps­verenigingen bezig die rolverdeling goed vast te leggen.”


Neus verstopt (in andermans zaken) Doa Shaikhani is geboren in Irak. Op zevenjarige leeftijd is ze met haar twee broertjes en ouders naar Nederland ge­­ vlucht. Geneeskunde en schrij­ ven zijn haar grote passies. Doa startte daarom tijdens haar coschappen met de website ‘Dokter Do’, waar ze inmiddels 34.000 lezers heeft die haar avonturen in het zieken­huis mee­beleven. De blogs heeft ze, in eigen beheer, in twee delen ge­bun­deld. Naast geneeskunde studeert Doa filosofie en journalistiek. Ze wil later graag huisarts worden.

“Waar kom je vandaan?”, vraagt ze. Als ik één euro zou krijgen voor elke keer dat die vraag mij werd gesteld, had ik nu geen studieschuld meer en wat geld overgehouden om een nieuwe outfit te halen voor mijn buluitreiking. De vraag komt dit keer echter niet van nieuwsgierige collega’s, maar van een patiënte die tegenover mij zit in de spreekkamer. Ze heeft al maanden last van een verstopte neus en is door haar huisarts naar de kno-arts doorverwezen. En ik, als arts in spe, mag haar als eerste zien. Normaliter vind ik het niet zo erg als iemand mij vraagt waar ik vandaan kom als we toevallig tijdens een gesprek bij dat onderwerp belanden. Ik zie het als interesse in mij als persoon. Hoewel het onderwerp voor mij een zware lading heeft, heb ik mij door de jaren heen aangeleerd hoe ik het gevoel dat erbij komt kijken sneller kan terug stoppen in dat onzichtbare rugtasje. Zonder er al te veel last van te ervaren. Laten we eerlijk wezen, voor deze mevrouw is het gewoon een vraag uit interesse, een leuk verhaaltje dat ze kan doorvertellen. Morgen is ze het weer vergeten. Voor mij is het een groot deel van mijn leven. Niemand zit erop te wachten om op elk willekeurig moment bevraagd te worden over zijn verleden. Al helemaal niet in de positie waarin je zit als coassistent, waarbij je al druk genoeg voelt of je alles hebt uitgevraagd en de juiste differentiaaldiagnosen hebt opgesteld voor je naar de supervisor gaat. Mijn witte doktersjas

die alle barrières hoort te doorbreken en me in een zo neutraal mogelijke rol hoort te plaatsen, faalt daar soms toch in door de kleur van mijn haren en huid. Soms baal ik daar van.

“Mijn exotische uitstraling heeft ook voordelen” “Uit Gorinchem”, antwoord ik bijdehand. Het is niet het antwoord dat ze wil horen en de vraag die erna komt is daarom geen verassing: “O, en waar komen je ouders vandaan?” “Dat is wel een erg persoonlijke vraag”, had ik willen zeggen, maar ik antwoord vlug dat mijn ouders uit Irak komen. Ik wil haar niet het gevoel geven dat ze mij beledigt, want dat doet ze niet. Mijn exotische uiterlijk heeft namelijk veel voor­ delen. Je valt op, en bovendien spreek ik een ex­tra taal waar ik patiënten en collega’s mee kan helpen. Antwoorden over waar ik vandaan kom, lokken echter altijd weer andere vragen uit. Ik werp een blik op de klok en vervloek mezelf, omdat ik nog maar een paar minuten de tijd heb voor de super­visor mij verwacht. “Ik hoop niet dat je het ver­velende vragen vindt”, zegt ze als ze mijn ongeduld bemerkt. “Je praat zo goed Neder­lands. Je bent vast hier geboren.” Ik knijp mijn ogen tot spleetjes en besluit brutaal voor mijn studie te kiezen. Recht voor zijn raap antwoord ik scherp: “Kunt u mij vertellen hoe lang u al last heeft van een verstopte neus?”

September 2019 | 7


Werk/privĂŠ

Tekst Julia Hamel Fotografie Ivar Pel

LAD magazine | 8


Sander de Hosson (40) is longarts in het Wilhelmina Ziekenhuis Assen. Hij woont in Groningen samen met zijn partner en twee kinderen.

“Palliatieve zorg is doodgewoon” Al vroeg in zijn loopbaan kwam De Hosson veel in aanraking met stervende patiënten. “Ik werkte als aios op een interne long­ af­­deling. Eindeloos werd er gepraat over be­­han­delingen en chemotherapie. Maar over de dood hoorde je ze nauwelijks.” De Hosson zag toen al een rol voor zichzelf weg­­gelegd. “Ik zag patiënten worstelen met vragen en angst. Het was voor hen vaak ook een taboe om erover te beginnen. Eenmaal in gesprek merkte ik dat er juist een enor­me behoefte was aan praten over dood­gaan.” De longarts in opleiding had ook vrij­wel meteen de ambitie om palliatieve zorg bij een groter publiek onder de aan­dacht te brengen. “Het begon met een sym­posium in mijn laatste jaar in op­leiding. Daarna heb ik samen met een aan­tal anderen een leerboek geschreven over probleem-georiën­teerd denken in de pallia­tieve zorg.” De Hosson werkt aan een her­ziening. “De eerste druk is nu acht jaar geleden uitge­komen. Dat was een andere tijdgeest. In de tussen­tijd heb­ben zich onwijs veel ontwik­kelingen vol­­trokken.” Meer dan een lichaam In zijn publicaties vraagt De Hosson aan­ dacht voor de vier dimensies van pal­lia­­­tieve zorg; het somatisch lijden, het psychisch lijden, de sociale dimensie en de existen­ tiële zorg. “Als arts moet je bij ongeneeslijk zieke patiënten aandacht hebben voor het geheel. Doe je dat, dan kun je de patiënt echt verder helpen.” In de spreekkamer voert hij regelmatig heftige gesprekken. “Dan vertel ik bijvoorbeeld aan een man van nog geen zestig met uitgezaaide long­ kanker dat de kans groot is dat hij binnen afzienbare tijd gaat sterven. Dat hoort bij mijn werk, dat doe ik op een gewone dins­dag­­

middag. Maar ik heb niet alleen een lichaam voor me, maar een mens. En zijn wereld stort daar in mijn spreekkamer in elkaar. Overigens niet alleen die van hem, maar ook die van zijn echtgenoot die naast hem zit. Psychische hulp, aandacht voor familie en ondersteuning bij zingevingsvragen horen net zo goed bij zijn behandeling als medi­ catie.”

“Het menselijke aspect is zwaar onderbelicht” Basiszorg Hoewel de palliatieve zorg in een rap tempo verbetert, is er volgens De Hosson nog een grote slag te slaan. “Geneeskundestudenten krijgen er in hun opleiding nauwelijks les over. Bij sommige faculteiten is het zelfs een keuzevak. Dat is echt een kunstfout met een hoofdletter K. Komt het wel aan bod, dan is het vaak maar een halve week en ligt de focus op euthanasie en pallia­ tieve sedatie. Het menselijke aspect is zwaar onderbelicht.” Het gevolg van het kennis­gat ziet De Hosson dagelijks in de praktijk. “Als co-begeleider zie ik hier veel studenten binnenkomen die als het om palliatieve zorg gaat van toeten noch blazen weten. Gelukkig komt de verandering nu echt op gang. Dat is maar goed ook, want iedere arts krijgt met stervende patiënten te maken. Palliatieve zorg is basiszorg en iedere arts moet daarover kennis en kunde hebben.” Vrije tijd De Hosson voert zijn missie niet alleen in de spreekkamer. “Toen ik voor het eerst over palliatieve zorg schreef, sloeg dat bij

het brede publiek enorm aan. Mijn artikel werd veel geliked en gedeeld op social media. Hierna ging ik columns schrijven voor onder andere het Dagblad van het Noorden. Dat deed ik allemaal ’s avonds in mijn vrije tijd als mijn kinderen lagen te slapen.” De columns van De Hosson zijn vorig jaar gebundeld en uitgebracht in het boek Slotcouplet. “Het boek heeft absoluut bijgedragen aan de bekendheid van pallia­ tieve zorg bij het grote publiek. Op dit mo­ment schrijf ik een stuk minder, maar ik denk na over een vervolg.” Publiciteit Het afgelopen jaar heeft De Hosson mee­ gewerkt aan twee grote sportevenementen. “Ik zit in de raad van advies van de Roparun en dit jaar hebben we geld opgehaald voor het koppelbed. Daarmee kunnen mensen die gaan sterven nog een laatste nacht door­­brengen met hun geliefde of naaste. Iets waar veel behoefte aan is. De actie was zo succesvol dat ieder ziekenhuis en hos­pice nu wel de beschikking heeft over een koppel­bed.” Ook was hij nauw be­trokken bij de 11stedenzwemtocht van Maarten van der Weijden. “Ik stond twintig minuten voordat Maarten langs zwom op een podium samen met een meisje dat kanker heeft. Daar hebben we verhalen ver­­teld over palliatieve zorg. Want hoewel kankeronderzoek en onderwijs heel be­lang­­ rijk zijn, hebben kankerpatiënten van nu daar niets aan; die zijn vooral ge­baat bij goede pal­liatieve zorg.” Niet mee naar huis Stervende patiënten maken op iedere arts indruk. De Hosson staat elke week wel aan een sterfbed. “Ik ben me altijd heel bewust van mijn doen en laten. Je aanwezigheid als arts maakt veel indruk op zowel de pa­ tiënt als zijn naasten. Dat weet ik uit eigen ervaring. Empathie tonen is cruciaal.” Ondanks dat ieder sterfgeval indruk maakt, neemt De Hosson zijn werk niet mee naar huis. “Zodra ik de deur van het ziekenhuis dichttrek, laat ik het verdriet daar. Dat is maar goed ook, anders zou ik dit werk niet kunnen doen.”

September 2019 | 9


Podium

Verplicht coschap ouderengeneeskunde: goed idee? 95%

Zonder maatregelen loopt het tekort aan specialisten ouderengeneeskunde in 2034 op tot 1.230. Dat staat in een rapport van Verenso. Een van de opties om meer studenten voor het vak te interesseren, is om een verplicht coschap ouderengeneeskunde in te voeren. Goed idee? Ja, vindt 95% van de artsen en zorgprofessionals die op de poll op onze website reageerden. We vroegen een medisch journalist, een aios en een coassistent naar hun mening.

Poll 95% Ja 4% Nee 1% Geen mening

De LAD wil graag weten wat haar leden vinden. Voor elke stelling die we in de rubriek ‘Podium’ poneren, zetten we vooraf een poll op de homepage van de LAD-website.

LAD magazine | 10


Tekst Marjolein Dekker en Corrie Kooijman Illustratie Ronald Slabbers

Frank van Wijck

Olav Schuth

Amarins Damstra

freelance medisch journalist:

aios ouderengeneeskunde en docent aan de VU:

geneeskundestudent LUMC:

Ik zet er vraagtekens bij of het ver­­ plichte karakter van een coschap echt gaat helpen om meer mensen voor dit vak te laten kiezen. Sterker nog, een ver­­ plich­­ting zou best wel eens tegen de haren kunnen instrijken en daarmee ave­­rechts kunnen werken. Het is ook de vraag of zo’n coschap nodig is. Door de toe­­­nemen­de vergrijzing komen genees­kundestudenten of aois tijdens hun op­­leiding al heel veel in aanraking met de specifieke ge­zond­­­ heids­problematiek van ouderen. Vaak gaat het om medische klachten die sociaal ge­bonden zijn. Ze doen dus al specifieke ervaring op met ouderen­zorg. Belangrijk, want de vergrijzing van de bevolking is slechts een gegeven. Als de doelgroep ouderen al niet zo boeit, dan gaat zo’n verplicht coschap genees­ kundestudenten of aios waarschijnlijk niet over de streep trekken. Het zou daarom beter zijn alleen diegenen coschappen te laten lopen die dit echt zelf willen. Je kan daarnaast tal van andere manieren be­ denken om de artsen van de toekomst te enthousias­me­ren. Laat bijvoorbeeld spe­ cialisten ouderen­geneeskunde tijdens de opleiding vertel­len waarom zij vinden dat zij zo’n prachtig vak hebben. Een aan­­trek­ ke­lijk aspect is bovendien dat de spe­cia­ list ouderen­geneeskunde bij uitstek een vak is met toe­komst­perspectief. Neem alleen al de verbreding naar de eerste­lijn, waar ze hun meer­waarde tonen door in samen­­werking met de huisarts en wijk­ver­ pleegkundigen passende zorg te bieden en overbodige verwijzingen te voorkomen.”

Ik ben tijdens mijn studie geen enkele keer in contact gekomen met ouderen­geneeskunde: niet tijdens een college en ook niet tijdens de coschappen. Toen ik klaar was, wist ik niet goed wat ik wilde; het enige wat voor mij vaststond, is dat ik geen superspecialist maar een ge­ne­­ra­list wilde worden. Mijn vader, die huisarts is, adviseerde me om in een verpleeg­­­huis ervaring op te doen. Dat bleek een gouden zet. Ik had van tevoren, net als veel andere studenten waarschijnlijk, geen idee wat het vak inhield, maar er ging een wereld voor me open. Het leuke is dat je in een verpleeghuis met alle ziekte­beelden te maken krijgt, maar dat je veel meer klinische mogelijkheden hebt dan een huis­arts. Daarnaast is de doel­ groep een soort wandelende encyclopedie van het leven; dat zie ik als extra, ook omdat je interessante gesprekken hebt die ver­­ der­­gaan dan alleen het stellen van een diag­nose. Ik vind het ongelooflijk jammer dat niet meer studenten met dit vak in aan­­raking komen. Niet alleen omdat er een te­kort aan specia­ listen ou­de­ren­­­geneeskunde kan ontstaan als we niets doen, maar vooral omdat de be­­hoefte aan artsen die in den breedte zijn opgeleid toe­­neemt. De zorg speelt zich nou eenmaal steeds minder af bin­nen de muren van een zieken­­huis en iedere arts krijgt vroeg of laat te maken met ouderen. De huidige inde­ling van de co­schap­pen is daar helaas nog niet op in­­gericht. Jammer. Vorige week zei een co­assistent in mijn ver­­pleeg­huis in Naarden tegen me: “Dit is het eerste co­schap waar­in ik écht arts mag zijn.” Dat zegt genoeg, toch?”

Het mooiste vind ik het als dege­nen die graag een coschap oude­ren­­ge­neeskunde willen lopen, daar­toe ook de kans krijgen. Verplicht klinkt zo ‘ver­plicht’. Maak dit coschap liever geen absolute must voor studenten die zeker weten dat ze bij­voorbeeld chirurg willen worden. Feit is wel dat 60 tot 70 procent van de patiënten in het zieken­huis uit ouderen bestaat, dus ook als chirurg is het belangrijk voldoende bagage op zak te hebben. Een coschap kan daarom beter aangeduid worden als een pre: je wordt er een betere arts van. Bij onze faculteit moet je een keuze maken uit de verschillende sociale coschap­pen. Er waren vijf plekken voor ouderen­genees­ kunde. Ik ben blij dat ik als eerste van twaalf studenten mocht kiezen, zodat mijn keuze­richting in elk geval gegaran­deerd was. In zes weken tijd heb ik enorm veel praktijk­ ervaring opge­daan en kennisgemaakt met alle facet­ten van het vak. Alle kennis uit eerdere coschap­pen komt in dit vakgebied samen, je moet echt met alle aspecten rekening houden om een totaalbeeld te krijgen. Waar de een psychisch in orde is en licha­me­lijk problemen heeft, is dat bij een ander precies andersom. Duide­lijk­­ heid krijgen over iemands gezond­heids­ situatie is echt niet simpel. Tijdens het coschap leer je al snel patronen her­ken­ nen hoe je in bepaalde situaties te werk kan gaan. En omdat ik al een aantal jaren als ver­zorgende op dezelfde plek werk, weet ik niet alleen hoe leuk het werken met ouderen is, maar begrijp ik ook beter hoe intensief een behandeling soms kan zijn.”

September 2019 | 11


Tekst Julia Hamel

#breekeenlansvoordeco trending

Het kan actieve gebruikers van social media bijna niet zijn ontgaan. Op 22 augus­tus om 12.00 uur stroomden Twitter, Facebook en Instagram vol met berichten van artsen, geneeskundestudenten en andere zorg­pro­fes­sionals. Op Twitter was #breek­een­lans­voor­deco zelfs urenlang nummer 1 trending topic.

In de berichten braken steun­betuigers een lans voor de co. Het doel: de Nederlandse Vereniging van Zieken­­huizen (NVZ) overtuigen om coas­sis­tenten in algemene ziekenhuizen een tege­moetkoming te geven. Nu krijgen zij nog niets terwijl ze in umc’s wél een tege­moet­ koming krijgen. De LAD en De Geneeskundestudent kijken met tevredenheid terug op de actie. “We zijn overweldigd door alle steunbetuigingen. Ik hoop dat de NVZ nu ook beseft dat die te­ gemoetkoming er moet komen, helemaal als

LAD magazine | 12

ze bedenken dat wij hun toekomstige artsen zijn”, zegt Amir Abdelmoumen, voor­­zitter van De Geneeskundestudent. Tal van argu­ menten vóór een tegemoetkoming kwamen langs op Twitter. De rode draad is dat co­ assistenten keihard werken, lange dagen maken en ook nog eens in de week­en­den, nachten én vakanties aanwezig zijn. Kortom: ze zijn onmisbaar in ieder ziekenhuis. FBZ, de werknemersorganisatie waar­bij de LAD is aangesloten, wil de tege­moet­ koming voor coassistenten in alge­mene

ziekenhuizen regelen in de Cao Zieken­ huizen, maar de onderhandelingen liepen eind juni spaak. Vanaf medio september worden er daarom door heel Nederland zondagsdiensten ge­draaid. “De acties in ziekenhuizen en de succes­volle actie voor coassistenten moeten ertoe leiden dat de druk op de NVZ zo groot wordt, dat er opnieuw wordt onder­handeld en er eindelijk goede af­spraken kunnen worden gemaakt”, zegt LAD-voorzitter Suzanne Booij.


Tekst Marjolein Dekker

September 2019 | 13


Trainingsaanbod voor LAD-leden uitgebreid De LAD vindt het belangrijk dat artsen en zorgprofessionals de ruimte krijgen om zich te ontwikkelen, bijvoorbeeld als het gaat om het vergroten van hun invloed. Daarom hebben we twee trainingen ontwikkeld: Beter in beeld en Beter in onderhandelen. Daarnaast krijgen LAD-leden sinds kort ook korting op vijf trainingen uit het reguliere VvAA-aanbod.

Time- en stressmanagement

Persoonlijke effecti­ viteit in de zorg

Overtuigend overkomen

De training ‘Time- en stressmanage­ ment’ is een van de VvAA-trainingen die LAD-leden met korting kunnen volgen. Tijdens deze training leren deelnemers de belang­rijkste tijdverspillers in én buiten hun werk te (her)kennen, zodat ze hun tijd beter kunnen indelen én dus ook beter prioriteiten kunnen stellen.

Doet u wel dát wat u echt wil doen? Dat is een van de vragen die aan de orde komen tijdens de training ‘Persoonlijke effectiviteit in de zorg’. De training staat synoniem voor een ‘pitstop’ waar­bij deel­nemers even stilstaan en terug­kijken naar het eigen functioneren en naar alle obstakels die daarbij keer op keer terug­keren.

Ideeën, oplossingen en meningen heeft iedereen. Ze met resultaat overbrengen is iets heel anders. Niet de inhoud, maar de presentatie bepaalt immers de accep­tatie van de boodschap bij de ont­vanger. De training ‘Overtuigend over­komen’ helpt deelnemers om krachtiger of juist empathischer over te komen. “Veel mensen zijn bezig met wat ze wil­len zeggen, terwijl het veel belang­rijker is om goed voor ogen te hebben wat je wilt bereiken”, zegt trainer Remco Heukels.

De training duurt anderhalve dag, wordt met een 8,5 gewaardeerd en levert 9 ac­cre­ditatiepunten op. LAD-leden betalen slechts € 750. De training wordt dit jaar nog aan­ge­ bo­den op 15 november (dag) en 13 de­­cem­ber (middag). Lees meer op www.vvaa.nl/opleidingen/time-enstressmanagement.

LAD magazine | 14

De training beslaat drie dagen, wordt met een 8,8 gewaardeerd, levert 18 accreditatiepunten op, kost voor LADleden € 2.075 en wordt dit jaar nog gegeven op 31 oktober/1 november en 6 december. Lees meer op www. vvaa.nl/opleidingen/persoonlijkeeffectiviteit-in-de-zorg.

De training duurt drie dagen, wordt met een 8,9 gewaardeerd, levert 18 ac­creditatiepunten op en kost voor LADleden € 1.475. De training wordt dit jaar nog aan­ge­boden op 7/8 november en 20 december. Lees meer op www. vvaa.nl/opleidingen/overtuigendoverkomen.


Leergang Management in de zorg

Al zes jaar een succes: Beter in beeld en Beter in onderhandelen Betrokkenheid LADeist, bijeen Capaciteitsorgaan Een patiënt die van alles raad van bestuur die vindt dat de werkdruk best

meevalt en collega’s die een andere visie hebben dan u: artsen en zorgprofessio­nals zijn zich er lang niet altijd van bewust, maar in de dagelijkse praktijk worden hun in­vloedvaardigheden best vaak op de proef gesteld. De LAD ontwikkelde daarom zes jaar geleden samen met VvAA de training ‘Beter in beeld’. Sinds twee jaar is er ook een ver­diepingstraining: ‘Beter in onderhandelen’. Beter in beeld Tijdens deze training leren deelnemers wat hun kernkwaliteiten zijn en hoe ze die kunnen inzetten om hun invloeds­sfeer te vergroten in het contact met col­lega’s, patiënten en bestuurders. Volgens Mascha de Ridder, een van de twee train­ers, leren deelnemers hoe ze, uit­gaande van hun eigen kracht, effectiever invloed kun­nen uit­oefenen. “Ben je van nature aardig en vriendelijk, stop dan niet nog meer ener­ gie in je boodschap aardig en vriende­lijk overbrengen. Voeg liever een andere kleur toe”, is een van haar tips. “Wie van nature aardig, begripvol en vriende­lijk is, kan dat bijvoorbeeld com­bineren met een duide­lijk verhaal met een kop, romp en staart en heldere voorwaarden en ver­­wach­tin­ gen. Voor wie van nature daad­krachtig en direct is, is het verstandig voldoende vragen te stellen, begrip te tonen voor weerstand en te accep­teren dat belang­ rijke zaken tijd kosten.” De training duurt een dag, wordt met een 8,5 gewaardeerd, levert 6 accreditatie­ punten op en kost voor LAD-leden slechts € 310. In 2019 is er nog plek voor de trainings­dag op 18 oktober. Lees meer op www.lad.nl/beterinbeeld.

Beter in onderhandelen Van leden die de afgelopen jaren ‘Beter in beeld’ hebben gevolgd, kregen we regel­­ matig te horen dat ze behoefte had­den aan een verdiepingsslag: hoe maak je je punt met behoud van de relatie en hoe onder­handel je nou effectief? Daar­over gaat ‘Beter in onderhandelen’, een logisch vervolg op ‘Beter in beeld’. “Artsen en zorg­­professionals zijn gewend om van­uit hun vakinhoudelijke kennis een diag­no­se te stellen of behandelmethode te kiezen. Wat ik vaak zie, is dat ze ook van­uit die inhoud gaan onderhandelen en alleen maar ge­richt zijn op zenden en over­­­tuigen. Een manager zonder me­ dische achtergrond overtuig je echter niet met in­­houdelijke argumenten alleen, daar zul je ook andere tactieken voor moeten inzetten”, al­dus Desirée van den Broek, een van de trainers. De training duurt een dag, wordt met een 8,5 gewaardeerd, levert 6 accreditatie­ punten op en kost voor LAD-leden slechts € 310. In 2019 is er nog plek voor de trainings­dag op 22 no­vem­ber. Lees meer op www.lad.nl/beterinonderhandelen.

Hoe haalt u het maximale uit uw team als u als arts of zorgprofessional mana­­ge­menttaken krijgt (of al heeft)? Daar­over gaat de Leergang ‘Manage­ ment in de Zorg’. Iedere trainingsdag staat in het teken van een specifiek manage­mentaspect, zoals effectief com­­municeren, samenwerken, leiding­ geven, timemanagement, financiën en projectmanagement. Cardioloog Ayten Yilmaz volgde de leer­ gang dit jaar. “Ik werk nog niet zo lang in Bernhoven, dat een talentprogramma ‘Doctor in the lead’ aanbiedt, waarbij je je kunt ontwikkelen tot medisch leider. De leergang leek me meteen interessant vanwege het brede palet aan vaardig­ heden dat wordt behandeld. Tijdens de geneeskundeopleiding komen manage­ mentaspecten nauwelijks aan bod, ter­wijl er steeds vaker van artsen wordt verwacht dat ze kunnen leidinggeven en onderhandelen. Juist daarom vond ik de leergang een enorme verrijking. Wat ik persoonlijk ook prettig vond, is dat je deze leergang met artsen en zorg­profes­sionals uit alle disciplines volgt. Het was leuk om ook van andere beroepsgroepen te horen waar ze tegenaan lopen. Reali­seer je wel dat deze leergang wat van je vraagt qua tijdsbesteding, dus denk goed na wat je eruit wilt halen.” De leergang beslaat in totaal 9 dagen, wordt met een 8,9 gewaardeerd, levert 40 accreditatiepunten op en kost voor LAD-leden € 4.250. De leergang start dit jaar nog op 8 oktober en 9 novem­ ber. Lees meer op www.vvaa.nl/ opleidingen/management-in-de-zorg. Vervolg >>

September 2019 | 15


Omgaan met agressie Een patiënt die niet meewerkt tijdens een behandeling. Familie van de patiënt die een ongepaste opmerking maakt. Iedere arts en zorgprofessional kan te maken krijgen met ongewenst gedrag. Maar wanneer is de maat vol? Waar liggen uw grenzen en wat als iemand die grens overgaat? Tijdens de training krijgen deelnemers antwoord op dat soort vragen. “Emotioneel agres­sief gedrag is geboren uit frus­tratie en vaak goed in te schatten: rood hoofd, trillende stem, tranen van boos­heid. De kunst is om dit te zien als

iets wat iedereen kan overkomen; het is een opeenstapeling van gebeur­tenissen en wat u nu ziet is de druppel die de emmer doet overlopen. Een boosheid die niet op u persoonlijk is ge­richt. Probeer dat dus ook niet zo te voelen, hoe moeilijk ook”, aldus trainer Mascha de Ridder. De training duurt een dag en levert 6 accreditatiepunten op. LAD-leden betalen € 615. De training wordt dit jaar nog aangeboden op 6 november. Lees meer op www.vvaa.nl/opleidingen/ omgaan-met-agressie.

Trainer Mascha de Ridder: “Agressie is vaak niet op u persoonlijk gericht”

Advertentie

‘Mag ik overwerk weigeren?’ Jeugdarts Erica stelde ons deze vraag, omdat overwerken in haar instelling eerder uitzondering dan regel is. We vertellen haar dat werknemers overwerk niet mogen weigeren als ze volgens de arbeidsovereenkomst, cao of ‘goed werknemerschap’ verplicht zijn incidenteel overwerk te verrichten. Als er geen sprake meer is van incidenteel overwerk, dan mag een werknemer weigeren. Volgens Erica is het station van incidenteel overwerken gepasseerd. Onze juristen adviseren haar daarom over haar rechten en plichten en staan haar bij in een gesprek met haar werkgever.

Juridische vragen? Bel 088 - 134 41 12 Het Kennis- en dienstverleningscentrum is een samenwerking tussen de Federatie Medisch Specialisten en de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband. Wij geven juridisch advies bij onder andere arbeidsconflicten, opleidingsgeschillen en MSB-contracten.

LAD magazine | 16


Goede arbeidsvoorwaarden: hoe regel ik dat? Jan Huising* is bedrijfsarts. Hij werkt al een aantal jaren bij dezelfde werkgever en is toe aan een nieuwe uitdaging. Hij heeft gesolliciteerd bij een jong bedrijf, waar hij wordt uit­ genodigd voor een gesprek. Na afloop krijgt hij direct te horen dat ze “hem graag willen hebben”. Het gaat Huising wat te snel en hij wil zich optimaal voorbereiden op een arbeids­ voorwaardengesprek. Hij neemt contact op met het Kennis- en dienst­ver­leningscentrum van de Federatie Medisch Specialisten en de LAD. Huising krijgt arbeidsjurist Karlijn Derksen aan de lijn, die hem adviseert de arbeids­­ voorwaarden van zijn nieuwe werk­gever eerst goed te bestuderen. “Dan weet je wat je kunt verwachten en kunt vragen. Geluk­ kig geldt voor de meeste LAD-leden een cao. In een paar gevallen is er geen cao, maar dan heeft de werkgever mees­tal wel een ar­beids­voor­­­waar­den­regeling voor zijn orga­ nisatie opge­steld.”

Nooit zomaar tekenen

Derksen benadrukt dat Huising zijn ar­beids­­overeenkomst bij de LAD kan laten con­tro­­leren. “Mensen denken vaak dat je direct na het arbeidsvoorwaardengesprek je arbeids­­­over­eenkomst moet tekenen, maar dat ben je niet verplicht. Ik raad altijd aan de over­­een­ komst thuis eerst rustig door te lezen en niet zomaar een hand­te­kening te zetten.” Een arbeidsvoorwaardengesprek vindt mees­­tal plaats met een P&O-adviseur. “Zo’n advi­ seur kan de indruk wekken dat over de in­houd van de arbeidsover­een­komst niet te onder­­ handelen valt, maar dat is echt niet altijd zo”, aldus Derksen. “Af­han­ke­lijk van je arbeids­ markt­­positie, is er best te onder­handelen over bepaalde ar­beids­voor­waarden. En kom je er niet uit, dan kun je altijd nog om een overleg met je toe­komstig leiding­gevende vragen; die is immers beslis­sings­bevoegd.”

Onderhandelen

Derksen vertelt Huising dat het salaris best onderhandelbaar is. “Evenals de proef­tijd: die staat vaak standaard in een arbeids­ con­tract, maar het is geen verplichting. Ook is het goed om scherp te zijn op bedingen, zoals een geheimhoudings-, concurrentie-

en/of relatiebeding. Vaak zit daar een boe­ te­be­ding aan gekoppeld. Helaas komen dit soort be­dingen in de zorg steeds meer voor en zijn ze erg beperkend als je uit dienst treedt. We adviseren daarom er niet zo­­maar mee akkoord te gaan.”

Schriftelijk vastleggen

Verder is het volgens Derksen soms nodig en aan te raden om zaken specifieker op te nemen in een arbeidsovereenkomst zoals de werkdagen, plaats van tewerkstelling, het volgen van een opleiding en de cao die van toepassing is. “Leg alle afspraken schriftelijk vast in de arbeidsovereenkomst en kies voor een concrete en ondubbel­ zin­nige formulering. Ik zie regelmatig dat afspraken, bijvoorbeeld over de invulling van de werktijden of het vergoeden van een opleiding, niet of niet goed zijn vastgelegd. Als je leidinggevende vertrekt, kun je niet terugvallen op mondelinge afspraken.”

Resultaat

Na het gesprek met Derksen bereidt Huising zich voor op het arbeids­voor­waar­den­­ge­sprek, en tast hij af waar onder­handelings­ruimte zit. Na afloop legt hij de concept arbeids­ overeenkomst voor aan Derksen. In overleg besluiten ze waar hij nog over kan onder­ handelen. “Ik was daar echt mee geholpen”, vertelt Huising, “zeker omdat het ook tot resultaat heeft geleid. Ik heb een iets hoger salaris kunnen afspreken, maar belang­­ rijker vond ik dat de proeftijd en het con­ cur­rentie­beding (inclusief boetebeding) uit de overeenkomst zijn verwijderd. Dat geeft een prettig gevoel.”

Tips van Karlijn Derksen

• Teken een overeenkomst nooit blind, maar laat deze controleren. Als LAD-lid heeft u recht op zo’n ‘arbeidsovereenkomstcheck’, dus maak er gebruik van. • De meeste werkgevers bieden tegenwoordig eerst een arbeids­ overeenkomst voor bepaalde tijd aan, maar dat is geen verplichting. Probeer dus te onderhandelen over een vast dienstverband. • Neem in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd een tussentijdse opzegtermijn op. Doet u dat niet, dan kunt u in principe niet tussen­ tijds uit dienst, bijvoorbeeld wanneer de functie tegenvalt.

* Namen van cliënten in deze rubriek zijn fictief in verband met de privacy van de cliënt.

> LAD.NL Vragen over uw contract of over een arbeids­geschil? Neem contact op met de juristen van het Kennis- en dienstverleningscentrum. U kunt ons bereiken via 088 13 44 112 of kijk voor meer informatie op de website van de LAD: www.lad.nl.

September 2019 | 17


Column

Kennis- en inspiratiedag voor (aankomend) huisartsen

Actie, reactie

De LAD organiseert samen met VvAA op 30 november de Kennis- en inspiratiedag voor (aankomend) huisartsen. De dag is bedoeld voor aios huisartsgeneeskunde en jonge huisartsen die aan het begin van hun loopbaan staan. Op het programma staan interessante plenaire sessies en een breed palet aan workshops. Wat komt er bijvoor­ beeld kijken bij het werken als huisarts in dienstverband of bij het starten van een eigen praktijk? Hoe zorg je voor een goede werk-privébalans? Wat als er een klacht tegen je wordt ingediend? Deelnemers kun­nen kiezen uit drie programma’s, zodat ze de dag op hun eigen wensen kunnen afstemmen. De kennis- en inspiratiedag vindt plaats op 30 november van 09.00 - 17.00 uur in Utrecht (’t Hart, Orteliuslaan 750). Aios huis­artsgeneeskunde en huisartsen die lid zijn van de LAD betalen slechts € 50. Meer weten? Kijk op www.vvaa.nl/huisartsevent.

Het is u ongetwijfeld niet ontgaan: afgelopen zomer stond in het teken van de acties in algemene zieken­ huizen vanwege het uitblijven van een goede cao. Terwijl in andere “We gaan net zolang zorgsectoren wél goede afspraken door met actievoeren konden worden gemaakt (zoals in totdat we wel de Cao GGZ), bleef de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) gehoord worden” achter. Betreurenswaardig, zeker omdat ziekenhuiswerknemers juist in tijden van een krappe personele bezetting en een hoge werkdruk be­hoefte hebben aan duidelijke af­spraken over een duurzaam per­soneels­beleid. Dat werd ons wel duidelijk toen we deze zomer tal van zieken­huizen bezochten. Veel artsen en zorgprofessionals voelen zich niet serieus genomen. Ze lopen voor hun gevoel de benen uit hun lijf; dat doen ze overigens met veel compassie voor de patiënt, maar het moet niet ten koste gaan van henzelf. Volgens mij is er geen werkgever die wil dat de bevlogenheid van z’n werk­nemers onder druk komt te staan. Juist daarom verbaasde het me dat het, ondanks de actiebijeenkomsten, angstvallig stil bleef bij de NVZ. Natuur­lijk hoop ik dat dat intussen is veranderd, maar bij het ter perse gaan van dit nummer staan we nog aan de vooravond van een reeks zon­ dags­diensten. Dat doen we niet omdat we dat leuk vinden, maar om­dat we ons ertoe genoodzaakt voelen. Wat de uitkomst ook is: het doet me goed te zien dat werknemers in ziekenhuizen zij aan zij staan. Dat móet wel een reactie uitlokken! Caroline van den Brekel, directeur

Intussen op Twitter … LAD @LADactueel Over anderhalve week is het zover: op 27-9 vindt het DJS Congres plaats met als thema ‘Fit to perform’. Ben je aios of anios? Mis het niet! www.dejongespecialist.nl/djscongres

€ 27,5 miljard De omzet van Nederlandse ziekenhuizen bedroeg in 2017 € 27,5 miljard, 30% meer dan in 2011 (bron: Inkoopcoöperatie Intrakoop)

LAD magazine | 18


In het kort

Tips voor opzetten medische staf in de ggz

Hoe werkt de geneesmiddelenzorg? Dagelijks gebruiken miljoenen Neder­lan­ders geneesmiddelen. Hoeveel geld gaat daarin om, hoe komt de prijs van een ge­nees­middel tot stand en wie zijn eigen­lijk betrokken bij de veiligheid van geneesmiddelen? Deze en andere vragen worden beantwoord in Zó werkt de genees­middelen­zorg, de nieuwste special van het Platform Zó werkt de zorg, die eind novem­ber verschijnt. De LAD participeert sinds de start in dit plat­form, dat tot doel heeft consumenten, beleids­makers en werknemers in de zorg te voorzien van heldere, overzichtelijke en neu­trale feiten over de zorg. In 2015 ver­ scheen Zó werkt de zorg in Nederland, dat de organisatie en werking van de gezond­heidszorg in Nederland van A tot Z be­schrijft en waarvan al meer dan 10.000 exem­­­plaren zijn verkocht. Sindsdien ver­schenen diverse specials, zoals over de huis­artsen-, ouderenen publieke gezond­heids­zorg. De nieuwe special over de genees­mid­delen-­ zorg ligt vanaf eind november in de boek­ winkel. De LAD verloot een aantal exem­plaren onder haar leden, dus houd de bericht­geving in onze nieuwsbrief in de gaten!

60.000 Jaarlijks belanden ruim 60.000 patiënten door hun (huis)dier op de spoedeisende hulp (bron: Spaarne Gasthuis)

Sinds 1 juni 2019 geldt de nieuwe Cao GGZ, waarvoor begin juli een onder­han­delaars­akkoord werd bereikt. Een be­ lang­rijk punt uit de inzet van de LAD/FBZ was om de inspraak van medisch spe­ cialisten beter te regelen. Na een aan­­tal zeer intensieve onder­hande­lings­rondes is dat gelukt: in de cao is afge­­spro­ken dat iedere ggz-instel­ling die ge­spe­ciali­seerde ggz levert, een ge­orga­ni­seerde vorm van in­spraak van me­disch specia­ listen heeft via een me­dische staf. “Het is een lang­ge­koes­terde wens, die nu ein­delijk formeel is vastgelegd. Daar zijn we heel blij mee”, aldus LAD/FBZ-onder­ handelaar José Klerks.

De LAD en de Federatie Medisch Specia­ listen kunnen medisch specialisten on­der­steunen die de komende tijd een me­dische staf willen opzetten in hun ggz-instelling. Neem dus gerust con­tact op met ons Kennis- en dienst­ ver­leningscentrum (088 - 13 44 112; bureau@lad.nl) of volg het stappenplan in de ‘Toolkit oprichten medische staf’, die is te vinden op www.lad.nl via LAD voor u/Cao’s en sociaal plannen/Cao GGZ. In de toolkit staan onder meer tips om het doel van een medische staf te bepalen en om draagvlak te creëren bij collega’s.

‘Ontmoet’ de LAD tijdens evenementen De komende tijd staat de LAD weer op diverse evenementen. Zo geven we tijdens het DJS Congres op 27 september onder meer workshops over werken in de ggz, gezond roosteren, onderhandelen en flexibel werken. Daarnaast staan we op 5 oktober op de KNMG Carrièrebeurs (mis onze stand niet!), waar een van onze juris­ten de workshop ‘Van bul naar baan’

geeft, met tips voor afgestudeerde ge­ nees­­kundestudenten over het aangaan van hun allereerste arbeidscontract. Verder staan we op 19 oktober op het IMS Congres en op 26 november op de jaar­ lijkse Hidha-dag. Meer weten? Bekijk de volledige agenda op www.lad.nl.

48%

80%

Minder regeldruk in de zorg kan leiden tot 48% minder werkgerelateerd verzuim

Meer dan 80% van de coassistenten besteedt meer dan 50 uur per week aan zijn coschappen (inclusief zelfstudie)

(bron: Monitor Gezond werken in de zorg, IZZ)

(bron: De Geneeskundestudent)

September 2019 | 19


Annet Voorburg medisch specialist VvAA-lid sinds 1996

VvAA rechtsbijstandverzekering particulier VvAA juristen en advocaten Onze deskundige juristen en advocaten ontzorgen u op ieder vlak en op ieder moment. Vanaf het eerste moment dat een geschil ontstaat, tot het moment waarop wij een schade voor u verhalen. Keuze uit 3 modules U kunt advies en bijstand krijgen op drie vlakken: Consument en Wonen, Verkeer en Letsel en Inkomen en Arbeid. Zo bent u gedekt voor geschillen met buren, aannemers, verkeersongevallen, etc. Kiest u alle drie de modules? Dan ontvangt u € 20,- korting op de jaarpremie. Speciaal voor u: LAD korting Bent u lid van de LAD én van VvAA? Dan profiteert u van 5% premiekorting op de online particuliere schadeverzekeringen van VvAA. Dus óók de rechtsbijstandverzekering.

Voor meer informatie en direct afsluiten, ga naar vvaa.nl/rbv

De stem en steun van zorgverleners


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.