LAD-magazine, maart 2019

Page 1

Magazine Opleiding forensisch arts vernieuwd

Humor in de strijd tegen roken

Diensten verplicht voor alle psychiaters?

Een goed pensioen ‌ maar hoe?

Nummer 25 - Maart 2019 Kwartaalmagazine van de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD)


Voorwoord

Nieuw gezicht, nieuwe koers? ­­­

Wat zijn je speerpunten? Ga je dingen veranderen? En hoe ga je het combineren met je werk als neuroloog? Het zijn misschien wel de drie meest gestelde vragen die ik de afgelopen maanden kreeg, nadat bekend werd dat ik per 1 januari Christiaan Keijzer zou opvolgen als voorzitter van de LAD. Als dit magazine bij u op de mat valt, zit mijn eerste kwartaal als voorzitter er bijna op, dus het antwoord op de tweede vraag voelt u misschien al aankomen: nee, ik ben niet iemand die vanaf dag één een rigoureus andere koers vaart dan haar voorganger. Onder Christiaans voorzitterschap is de achterban van de LAD sterk gegroeid en heeft de LAD een aantal thema’s, zoals de posi­tionering van artsen, stevig op de kaart gezet. Ik wil graag doorgaan op die ingeslagen weg. Als dochter van twee ouders die beiden dokter zijn/waren, is me al op jonge leeftijd bijgebracht dat er meer is dan je eigen spreekkamer. Mijn vader was als aios – toen nog agio – voorzitter van de LVAG, een van de voorgangers van De Jonge Specialist. Later werd hij voorzitter van de Orde van Medisch Specialisten. Ik herinner me nog goed dat hij in roerige tijden de hele dag aan de telefoon kon zitten. Hij liet mij zien dat een dokter meer deed dan alleen patiënten zien. Dat het belangrijk is om mee te praten over ontwikkelingen in de zorg en alle dilemma’s die daarbij komen kijken, is dus iets wat ik ongetwijfeld van hem heb meegekregen. Dat brengt me meteen bij een van mijn speerpunten. Als neuroloog in het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis voel ik me binnen de spreekkamer iedere dag als een

LAD magazine | 2

vis in het water, maar ik weet intussen uit ervaring dat het je werk(plezier) enorm verrijkt om ook daarbuiten actief te zijn. Bijvoorbeeld door mee te denken over het beleid van je instelling. Of door mee te praten over de vraag hoe we toekomstige uitdagingen het hoofd bieden. Denk aan de verschuiving van de zorg binnen het ziekenhuis naar de thuissituatie, de toenemende kosten door vergrijzing en het terugdringen van de werkdruk. Juist omdat artsen tegenwoordig lang niet meer altijd in het management van ziekenhuizen en zorginstellingen zijn vertegenwoordigd, is het belangrijk dat we ons op dit soort thema’s laten horen en er een constructieve bij­drage aan leveren. De LAD kan daar een aanjagende en faciliterende rol in spelen – en dat zal ik zelf dus ook als voorzitter doen. Hoe het nu verder gaat met mijn werk als neuroloog? Dat blijf ik natuurlijk gewoon doen, want er is niets zo leuk als dat! Ik heb wel een dag ‘ingeleverd’ en zet me op die dag nu in voor de LAD. Een drukke werkweek? Ja, zeker in combinatie met een gezin met twee jonge kinderen. Maar het geeft me veel energie en brengt een verdieping aan in mijn werk om een bijdrage te leveren aan wat zich op landelijk niveau afspeelt. Dat de LAD daarbij alle arts­en­disciplines vertegenwoordigt, maakt het des te interes­santer. Ik ben er trots op dat ik de komende jaren de ‘aanvoerder’ mag zijn van deze club! Suzanne Booij Voorzitter LAD


Inhoud

7 Laatste keer

Column

8 Diensten verplicht?

Podium

4

Na ruim twee jaar geeft columnist Anna Verhulst het stokje binnenkort door aan een nieuwe ‘friskijker’. In haar laatste column geeft ze haar opvolger drie gouden tips.

Om het personeelstekort in de ggz op te lossen, stelde staatssecretaris Blokhuis onlangs voor om nacht- en weekenddiensten voor alle psy­ chia­ters, dus ook voor zzp’ers, verplicht te stellen. Goed idee?

10 Roken te lijf met humor

Werk en privé

Vier artsen namen het initiatief voor het ont­wik­ kelen van een theatervoorstelling over stop­pen met roken. “Met humor willen we de brug slaan naar een rookvrije en dus gezondere maat­schap­­pij.”

Pensioenstelsel vraagt om vernieuwing In november liepen de onderhandelingen voor een nieuw pen­ sioen­­stelsel vast. Sindsdien wordt in diverse sectoren actie gevoerd om het kabinet en werkgevers te bewegen om met een beter voorstel te komen. Waarom is een nieuw pensioen­stelsel eigenlijk nodig? Wat betekent het stuklopen van de onder­hande­ lingen voor uw pensioen? En wat doet de LAD voor u?

Interview

15 Stiekem

Reconstructie

Stiekem een functioneringsgesprek met je werkgever opnemen: mag dat? De juristen van het Kennis- en dienstverleningscentrum geven advies.

16 LAD agenda 2019

Agenda

Wat gaat de LAD dit jaar doen en wat heeft u daar als lid aan? We zetten de belangrijkste activiteiten voor 2019 op een rij.

18 Het bureau in beeld

Bureau in beeld

12 “Forensische geneeskunde verdient meer aandacht” Veertien aios zijn in januari dit jaar gestart met de vernieuwde opleiding Forensische geneeskunde, waaronder Marloes Vester en Anne Dob. Zij hopen dat de vernieuwing ervoor zorgt dat meer artsen de opleiding gaan volgen. “Forensische geneeskunde is een uitermate interessant en veelzijdig vakgebied, dat meer aandacht verdient.” Maart 2019 | 3


Pensioenstelsel vraagt om vernieuwing … maar niet tegen iedere prijs In november 2018 liepen de onderhandelingen voor een nieuw Nederlands pensioenstelsel vast. Sindsdien voeren werknemers in diverse sectoren actie om het kabinet en werkgevers te bewegen om met een beter voorstel te komen. Waar liepen de onderhandelingen precies op stuk, wat betekent dat voor uw pensioen en wat doet de LAD eigenlijk aan cao-tafels op pensioengebied?

­ ederland heeft een pensioenstelsel dat als N een van de beste in de wereld te boek staat: ons pensioenvermogen is groot en de kosten zijn laag. Door de hoge deel­ne­mers­graad hebben Nederlanders boven­dien een rela­­tief hoog pensioen. Daarnaast zit de kracht in het zogeheten pijlerstelsel. Van ouds­her zijn dat er drie: iedereen krijgt met de AOW een basisvoorziening van de over­­heid (de eerste pijler), werknemers bouwen via hun werkgever pensioen op (de tweede pijler) en mensen kunnen hun pensioen­pot indivi­du­eel verder aanvullen via allerlei spaar­re­ge­ lingen (de derde pijler). Tegenwoordig wordt ook vaak van vijf pijlers gesproken, waarbij de vierde pijler bestaat uit niet-fiscaal sparen LAD magazine | 4

(zoals een spaar­re­kening, aandelen of door­ werken na de pen­sioen­leeftijd) en de vijfde uit onroerend goed, zoals een eigen woning.

“Je moet de collectiviteit en solidariteit niet uit het oog verliezen”

Flexibelere arbeidsmarkt

Toch is ons stelsel op een aantal punten onvoldoende toekomstbestendig. Dat heeft allereerst te maken met hoe de arbeids­ markt de afgelopen jaren is veranderd, ver­telt Nic van Holstein, voorzitter van de Vakcentrale voor Professionals (VCP), een

van de werk­nemers­partijen die de afge­ lopen maanden binnen de Sociaal-Econo­ mische Raad (SER) aan tafel zat om te on­der­han­delen over een nieuw pensioen­ stelsel. “De meeste pensioenregelingen gaan uit van een 40-jarige loopbaan. Dertig jaar geleden haalden mensen die 40 jaar makke­lijk, maar tegenwoordig werken men­sen ook als zelfstandige of ze werken tijdens hun loopbaan een aantal jaren niet of part­time. Ook is het geen van­zelf­ sprekendheid meer om 40 jaar in dezelfde branche of bij dezelfde werkgever in dienst te blijven. Ons pensioenstelsel kan beter aansluiten op die ver­an­derende arbeidsmarkt.”


Tekst Marjolein Dekker Fotografie ANP

Waar bouwen LAD-leden pensioen op?­

Wat doet de LAD?

Het gros van de LAD-leden heeft een pen­sioen­­ regeling bij PFZW of bij het ABP. De LAD is, via FBZ, in het PFZW-bestuur vertegen­woordigd en zit in het verantwoordings­orgaan en de Pensioen­commissie Plus van dit pensioenfonds. Daarnaast is de LAD, via het Ambtenaren­centrum, in het bestuur en ver­ antwoordingsorgaan van ABP vertegen­woordigd.

Werknemers bij: Arbo Unie Ziekenhuizen Ggz-instellingen Gehandicaptenzorginstellingen Jeugdzorginstellingen Gezondheidscentra Verpleeg- en verzorgingshuizen Aios ouderengeneeskunde Aios-AVG Aios Maatschappij & Gezondheid

PFZW

Werknemers bij: Umc’s Universiteiten

ABP

Hidha’s

SPH

Aios huisartsgeneeskunde

HAIO

Apothekers

BPOA

Financiering

Een ander probleem is de financiering van een goed pensioen, die onder druk staat door de vergrijzing. Pensioen­regelingen gaan nu uit van de zogeheten doorsnee­ syste­matiek. Dat houdt in dat deel­nemers in een pensioenfonds én hun werkgever allemaal hetzelfde percentage pensioen­ premie betalen (de doorsneepremie). Ook bouwen deelnemers allemaal het­zelf­de percentage pensioen op. Er wordt dus geen onderscheid gemaakt in leeftijd, geslacht of inkomensniveau. “De doorsnee­syste­ma­ tiek is een prachtig voorbeeld van soli­da-­ ­ri­teit, maar er is in de loop der jaren steeds meer discussie ontstaan over de vraag of

De LAD vindt het belangrijk dat het pensioen van werknemers goed is geregeld. De LAD zit aan dertien cao-tafels in de zorg en is aangesloten bij de VCP. “Dat de onderhandelingen voor een nieuw pensioenstelsel zijn stukgelopen, vinden wij zeer teleurstellend”, zegt Rob Koster, onderhandelaar arbeidsvoorwaarden bij de LAD. “De financiële positie van een aan­tal pensioenfondsen is weliswaar ver­beterd, waardoor meer fondsen weer kun­nen indexeren, maar indexatie blijft bij een aantal (grote) pensioenfondsen voorlopig uit. Mogelijk zal in 2020 zelfs een kleine korting noodzakelijk zijn om aan de strenge eisen van dit kabinet en DNB te kunnen voldoen. Dat is zorgelijk.” Pensioen is, na het salaris, het belangrijkste onderwerp als het om arbeids­voorwaarden­ruimte gaat, benadrukt Koster. “Juist omdat pensioen voor veel mensen heel ver weg is, zien wij een belangrijke rol voor ons weg­gelegd om de randvoorwaarden goed te regelen. We maken bijvoorbeeld afspraken over de verdeling van de pensioenpremie: hoe­veel draagt de werknemer zelf bij aan zijn pensioen en hoeveel de werkgever?” Dat de LAD die werkgeversbijdrage serieus neemt, bleek wel in 2016 en 2017, toen een actietraject werd gestart in algemene zieken­huizen en de ggz vanwege de pen­sioen­af­toppingskwestie. Reden daarvoor was dat werkgevers eenzijdig de werkgeversbijdrage voor de pensioenopbouw boven de 100.000 euro in hun zak staken. Volgens Koster heeft de pensioenaf­top­pings­kwestie laten zien dat pensioen er voor veel mensen pas toedoet als het dichtbij komt. “Pas dan worden mensen zich ervan bewust. Precies om die reden vinden wij het nu ook zo zorgelijk dat de onderhandelingen over het nieuwe pensioenstelsel zijn stuk­gelopen. Naast de afspraken over het pensioencontract, rekenregels en rekenrente wil het kabinet de rekening van het afschaffen van de doorsneesystematiek volledig bij werknemers neerleggen. Daardoor kunnen gelukgeneraties ontstaan, maar ook pechgeneraties, die tussen wal en schip vallen. Eventueel negatieve gevolgen van een overgang naar een nieuw stelsel moeten dus direct en adequaat worden gecompenseerd.”

het systeem wel eerlijk is”, aldus Van Holstein. “Als een 25-jarige deelnemer een euro inlegt, heeft hij meer tijd om pensioen op te bouwen dan iemand van 65, en dus zou hij eigenlijk minder kunnen inleggen. Maar omdat iedereen het­zelf­de moet in­leg­ gen, betalen jongeren in feite mee aan de pensioenopbouw van oudere deel­ne­mers. Dat is niet erg als de ver­houding tus­­sen jonge en oudere deel­nemers con­stant is en alle deelnemers ge­durende hun hele loop­baan pensioen opbouwen. Probleem is echter dat de sys­tematiek onder druk staat door de ver­grijzing. De pensioenkosten druk­­ken dus steeds meer op een krim­pen­­de groep jongeren. Het kabinet wilde daarom

de doorsneesystematiek af­schaf­fen.” Los hiervan is er de afgelopen jaren veel te doen geweest over het dalende pen­sioen­ver­ mogen. Nederlandse pensioen­fondsen zijn gehouden aan een lage reken­rente van De Nederlandsche Bank, terwijl de rest van Europa met een veel stabielere en hogere rente rekent. “Daardoor mogen veel pen­sioenfondsen niet indexeren. Dat heeft tot gevolg dat werk­nemers te maken heb­­ben met de on­ ze­kerheid dat er op hun pen­sioen­­uit­kering kan worden gekort”, aldus Van Holstein.

Bij de tijd brengen

Al die ontwikkelingen samen hebben er­ voor gezorgd dat de noodzaak voor een Maart 2019 | 5


nieuw pensioenstelsel steeds urgenter is ge­worden. De grote vraag is hoe zo’n stelsel er moet uitzien. “De uitdaging is om ons pen­sioenstelsel bij de tijd te bren­gen, zonder dat je de collectiviteit en soli­dariteit uit het oog verliest”, meent Van Holstein. “De afgelopen maanden hebben we bin­ nen de SER, samen met werkgevers en het kabinet, uitgebreid overleg gevoerd over de contouren van een nieuw stelsel. We heb­ben onder meer gesproken over een nieuw pensioencontract, over com­pensatie bij het af­schaf­fen van de door­snee­syste­ ma­tiek en over het aanhouden van andere rekenregels.”

Rekening bij werknemers

Na maandenlange, intensieve onderhande­ lingen liepen de gesprekken in november vast. Werknemersorganisaties vonden dat het kabinet de rekening van een aantal aan­ passingen te eenzijdig bij deelnemers van pen­sioenfondsen neerlegt. Ook bestaat het risico dat het nieuwe stelsel voor bepaalde werknemers veel slechter uitpakt dan het huidige. Van Holstein: “Het overleg klapte niet op één specifiek punt. Het was voor ons echt een optelsom. Bij het vormgeven van een nieuw pensioencontract bijvoorbeeld bleef te veel onduidelijkheid bestaan over de in­dexatie en rekenrente. Daarnaast zou

het afschaffen van de doorsneesystematiek deelnemers 60 tot 100 miljard aan pen­sioen kunnen kosten. Het kabinet wilde onvol­ doen­de zekerheid bieden over de compen­ satie. Onbegrijpelijk; je kan immers niet van ons verwachten dat wij voor onze werk­nemers een blanco cheque van 60 tot 100 miljard euro accep­teren.”

“Het kabinet legt de rekening eenzijdig bij werknemers neer” Een ander onderwerp waarover verschil van mening bleef bestaan, was de AOW-leef­tijd en de boete op vervroegd uittreden. “Wij willen dat werknemers op tijd kunnen stoppen met werken als het nodig is, en willen daarom de snelle stijging van de AOW-leeftijd en de één-op-één kop­peling van de AOW-leeftijd aan de le­vens­­ver­ wachting loslaten. Ook willen we de zoge­ heten RVU-heffing (de boete die voort­­vloeit uit de Rege­ling voor Vervroegde Uit­treding) volle­dig afschaffen, omdat die haaks staat op de flexibelere arbeidsmarkt. Tot slot had­den we heel graag goede afspraken willen maken voor het pensioen van zzp’ers en werknemers met onzekere contracten. Ook daar deden het kabinet en werkgevers in onze ogen te weinig toezeggingen”, aldus Van Holstein.

Onbenutte kans

Sinds het vastlopen van de onderhande­ lingen wordt in tal van sectoren actie ge­ voerd, met als hoogtepunt een landelijke actiedag op 18 maart. Van Holstein hoopt dat het ertoe leidt dat het kabinet en werkgevers over de brug komen met een beter voorstel. “Pensioen is een complex onderwerp en voor veel mensen een vervan-hun-bed-show. Dat maakt het lastig om de gevolgen zichtbaar te maken. Maar neem één ding van mij aan: als er niks gebeurt om ons stelsel toekomstgericht te maken, kan dat grote gevolgen hebben voor het pensioen van veel mensen. Ik vind het zorgelijk dat werkgevers en kabinet de kans onbenut laten om samen tot een goed stelsel en een goed pensioencontract te komen.”

Pensioenadvies nodig? Als LAD-lid kunt u gebruikmaken van onze financiële ledenservice, die bestaat uit verschillende diensten. Zo kunt u bij VvAA tien procent korting krijgen op finan­cieel (plannings)advies. Denk aan de koop van een tweede woning, het bieden van financiële ondersteuning aan uw kinderen, maar ook aan de opbouw of aan­­vulling op uw pensioen of de ge­volgen van eerder stoppen met werken. Lees er meer over op vvaa.nl/lad.

Welke vragen hebben pensioenfondsdeel­nemers? Pensioen is voor veel mensen nog ver weg, maar uit de vragen die PFZW en ABP binnen krijgen, is wel op te maken dat het onderwerp leeft als daar concrete aanleidingen toe zijn. “De meeste vragen die wij krijgen, gaan over de gevolgen van met (vervroegd) pensioen gaan”, vertelt Ernst de Reus, sectormanager Onder­wijs en Umc’s bij APG, de uitvoerder van het ABP-pensioen. “Mensen willen bijvoor­ beeld weten of we een indicatie kunnen geven van het pensioen dat ze hebben opgebouwd op de pensioenleeftijd of ze

LAD magazine | 6

willen weten wat het aan pensioen scheelt als ze eerder stoppen met werken.” Ook de jaaropgave zorgt steevast voor vragen. De Reus: “Verder komen er relatief veel vragen binnen over het zogeheten dienst­ tijd­overzicht, waarin op een rij staat tijdens welke periode(s) mensen pensioen hebben opgebouwd bij het ABP. Andere onder­­wer­ pen zijn waardeoverdracht (bij­voor­beeld als iemand opgebouwd pen­sioen bij een ander fonds of een verze­ke­raar naar ons wil overhevelen) en het na­be­staanden­ pensioen.”

Bij PFZW komen soortgelijke vragen binnen. “In MijnPFZW kunnen deelnemers niet alleen zien wat hun actuele pensioen­ situatie is, maar bijvoorbeeld ook wat de gevolgen voor het inkomen zijn als ze meer of minder gaan werken en wat er ge­beurt als ze eerder of later stoppen met werken. We merken dat dit onderwerpen zijn die leven, omdat mensen vaak naar aanleiding van dit soort situaties aan­vul­ len­de vragen hebben”, aldus woord­voer­ der Ellen Habermehl.


Doe lekker je eigen ding Na ruim twee jaar columns voor het LAD-magazine, neem ik met deze column afscheid om plaats te maken voor de creativiteit van een volgende columnist. Over een mooie uitsmijter hoefde ik niet lang na te denken. Als afsluiting volgen hier dé drie gouden tips voor het schrijven van een goede column: honderd procent niet-evidence-based en gebaseerd op de pretentieuze mening van n=1. Doe er je voordeel mee (of niet).

Anna Verhulst is aios interne genees­ kunde en voorzitter van de Stichting Dokters in Debat. In haar studenten­tijd was ze onder andere actief als be­stuurs­lid bij De Geneeskundestudent, als voor­ zitter van de werkgroep Studenten van het Platform Medisch Leiderschap en als lid van de redactie­raad van Arts in Spe. Daarnaast schreef ze wekelijks columns voor Observant, de universiteitskrant van Maastricht, waarvan een selectie verscheen in de bundel Het is wit en staat in de weg.

1 Een column is geen klaagzang Als ik ergens over aan het zeuren was, zei mijn moeder vroeger altijd: “Wil je nou een oplossing of een probleem?” Zo mateloos irritant als ik dat toen vond, zo nuttig vind ik die vraag inmiddels als het gaat om het schrijven van columns. Te veel columns gaan alleen over wat er allemaal mis is met de (medische) wereld en eindigen in een sombere slotalinea waarin je als lezer de auteur bijna hóórt zuchten. Zonde. Gebruik dat stukje papier of internet dat jouw podium is om oplossingen aan te dragen, of in ieder geval suggesties hoe zaken beter kunnen. Schrijven is een kunst en oplossingen aandragen kost inderdaad meer creativiteit dan problemen inbrengen. 2 Een anonieme columnist is geen columnist Hier maak ik me vermoedelijk niet populair mee, maar in mijn geval weet je in ieder geval wie je er op kunt aanspreken. Wanneer een columnist alleen anoniem durft te schrijven, kun je je af­vragen of hij überhaupt genoeg ruggengraat heeft om columnist te zijn. Als columnist hoor je namelijk achter je eigen woorden te staan, privacy van je patiënten én collega’s te waar­ borgen en geen vuile was buiten te hangen. Wanneer je je daaraan houdt, is er geen enkele

reden waarom je onder een pseudoniem zou schrijven. Een veelgehoord argument is dat je je als (jonge) dokter in een afhankelijkheidspositie bevindt en daarom kwetsbaar zou zijn met uit­ latingen op papier. Maar laat dat juist een stok achter de deur zijn om écht goed onderbouwde columns (en dus niet alleen klaagzangen, zie 1) te schrijven. Wees trots, sta achter je uitspraken en stel collega’s in staat om je op die uitlatingen aan te spreken. 3 Schrijf méér dan alleen columns Schrijf nooit alleen om te publiceren. Op mijn laptop heb ik een hele map ‘schrijfsels’ staan, die variëren van korte verhalen tot slechte ge­ dichten. Om goed te schrijven, moet je veel oefenen en wat je schrijft, hoeft niet altijd goed te lukken. Dus schrijf die liefdesbrief, anekdote of dagboek-passage. En bovendien, als je dan een keer iets wilt schrijven waarvan je niet wilt dat je opleider het leest (zie 2), dan is nietpubliceren zo anoniem als je het krijgen kan. Ten slotte nog een aparte tip voor mijn opvolger: luister nooit naar de adviezen van je voorganger en doe lekker je eigen ding. Dank iedereen voor twee mooie jaren op het LAD-papier en wellicht tot ziens elders!

Maart 2019 | 7


Podium

Verplichte diensten voor álle psychiaters: goed idee? Staatssecretaris Blokhuis wil dat alle psychiaters voortaan verplicht avonden weekenddiensten draaien – ook als ze zzp’er zijn. Hij ziet het als een oplossing om de personeelstekorten in de ggz te lijf te gaan. Wat vinden psychiaters daar zelf van? De poll op onze website gaf een verdeeld beeld, dus we vroegen ook drie psychiaters om hun mening.

49% Poll 49% Nee 46% Ja 5% Geen mening De LAD wil graag weten wat haar leden vinden. Voor elke stelling die we in de rubriek ‘Podium’ poneren, zetten we vooraf een poll op de homepage van de LAD-website.

LAD magazine | 8


Tekst Marjolein Dekker Illustratie Ronald Slabbers

JA NEE

JA NEE

JA NEE

Paul de Vries

Marc Blom

Damiaan Denys

psychiater bij GGZ Rivierduinen en lid van de LAD-ledenraad:

psychiater en lid raad van bestuur van Parnassia:

psychiater bij Amsterdam UMC, hoogleraar UvA en voorzitter NVvP:

Iedereen die in de ggz werkt, her­ kent denk ik wel de problemen van dit moment: de werkdruk is hoog, we heb­ ben te maken met een enorme regel­druk en veel psychiaters voelen zich on­vol­doen­de betrokken bij het beleid van hun in­stel­­ling. Uit onvrede gaan steeds meer psy­ chiaters daardoor uit dienst, om zich ver­volgens als zzp’er te laten inhuren. Op die manier hebben ze geen ‘last’ van alle in­terne be­slommeringen en regeltjes, en kunnen ze zelf kiezen welke diensten ze aannemen. Begrijpelijk, maar gevolg is wel dat een aantal ggz-instellingen nu met per­soneelstekorten kampt, met name in de avonden en weekenden. Als oplossing heeft Blokhuis voorgesteld deze diensten voor alle psy­chiaters en ggz-verpleegkundigen te verplichten (of je nu zzp’er bent of niet), door diensten te koppelen aan je registratie. Oftewel: alleen als je aan­toon­bare diensten­er­varing hebt, kun je je registratie be­houden. Ik vind dat een heel rare oplos­sing. Het draaien van diensten zegt immers niets over je kwa­liteit als psy­chiater. Er wordt een lo­ gis­tieke op­lossing gezocht, terwijl het pro­ bleem niet bij de kern wordt aange­pakt. Wat mij betreft moeten we kijken wat we arbeids­ voor­waar­de­lijk kunnen doen om het werken in dienst van een instelling aan­­trek­kelijk te maken: hoe zorgen we dat psy­chiaters zich betrokken voelen bij hun in­stellings­beleid en dat ze niet worden benadeeld ten op-­ ­zich­te van zzp’ers? Dát is de dis­­cus­sie die we moeten voeren. Los hier­­van vind ik de toe­­name van het aan­tal zzp’ers geen goede ont­wik­­keling voor de patiënten­zorg: juist in onze sector zijn patiënten er niet bij ge­baat als ze in korte tijd met ver­schil­lende psy­chia­ ters te maken krijgen.”

Mijn korte antwoord op deze vraag is ‘ja’, al vind ik het wel gênant dat we dit als beroepsgroep niet zelf kun­nen op­lossen. De solidariteit tussen psy­chia­ters staat onder druk. Steeds meer psychiaters onttrekken zich aan de gezamenlijkheid en kiezen voor zichzelf. In die zin vind ik het goed dat de staatssecretaris één lijn trekt, zodat de ‘dienstverbanders’ niet alle lasten hoeven te dragen. Dat er steeds meer psychiaters als zzp’er werken, is overigens niet ‘nieuw’; het is al jaren zo. Bij Parnassia hebben we 470 psy­­­­chiaters in dienst en werken we met zo’n 75 zzp’ers. Dat het bij een aantal in­ stel­­­lingen zo wringt, komt vooral door de ar­beids­­­markt­krapte. De discussie richt zich nu vooral op diensten, maar we moeten bre­der naar het probleem kijken. Te veel zzp’ers is niet goed voor de con­ti­nuï­teit van de zorg; dat is in mijn ogen veel zorgelijker. Ik merk dat er veel wordt afgegeven op de bureaucratie en werkdruk in de ggz, wat het werkplezier niet ten goede komt. Daar doen we wat mee. De secundaire arbeids­ voor­waarden moeten beter, we moeten strijden tegen onnodige regelgeving en psy­chiaters moeten meer invloed krijgen binnen hun in­stel­ling. Ik ben zelf voor­stan­der van een me­dische staf. Binnen Parnassia hebben we die ook en ik merk dat het nuttig, maar vooral leuk is om samen met psychiaters na te denken over hoe we betere zorg kun­nen leveren. Ik vind overigens wel dat we onszelf niet de put in moeten praten. Er zijn ook veel mensen die met plezier bij een ggz-instel­ ling werken. Die hoor je nu niet – dat je het mooiste vak ter wereld hebt, zet je nou eenmaal niet zo snel op Twitter.”

“Ik ben in het algemeen niet zo’n voorstander van verplichtstellen. Er zijn al zoveel dingen die we als artsen ‘moeten’ qua regelgeving en regi­stratie. Juist die dingen maken ons werk onaantrekkelijk. Ggz-instellingen zitten in een vicieuze cirkel: psychiaters gaan uit dienst uit onvrede, waardoor een kleine groep onevenredig veel diensten moet draaien. Daardoor raken zij steeds gefrustreerder, waardoor de kans groot is dat ook zij voor het zelfstandig ondernemerschap kiezen. We moeten die cirkel zien te doorbreken. Laat ik benadrukken dat de dienstenpro­­ble­matiek geen probleem van de psychiatrie in het algemeen is, maar van ggz-instel­lin­ gen; de problemen komen namelijk nauwe­ lijks voor in de ziekenhuis-psy­chia­trie. In som­mige instellingen ervaren psychiaters te weinig autonomie en kun­nen ze hun vak niet uitoefenen. Veel psy­chiaters kiezen er daarom voor om zzp’er te worden. Mettertijd krijgen zzp-psychiaters ook beter vergoed, wat hen nog minder uitnodigt om opnieuw aan de slag te gaan in een instel­ ling. Als Nederlandse Vereniging voor Psychia­ trie (NVvP) kaarten wij de problema­tiek al een aantal jaren aan. Pas nu de nood heel hoog is, wordt ook politiek Den Haag wakker. Het voorstel van staats­secretaris Blokhuis is een korte termijnvoorstel dat enkel zinvol is als eerst de arbeids­om­ standigheden van de psychiater worden verbeterd. In de tussen­tijd willen wij heel snel om de tafel met GGZ Nederland en het ministerie van VWS om te kijken hoe we het werkplezier kunnen terug krijgen en psychiaters weer het werk kunnen laten doen waarvoor ze zijn opgeleid.”

Maart 2019 | 9


Werk/privé

“Humor als middel om roken om te keren”

Miriam de Kleijn (links) en Marieke Helmus, twee van de vier initiatiefnemers van ‘DE sTOPPERS’

LAD magazine | 10


Tekst Corrie Kooijman Fotografie Ivar Pel

Een bevlogen groep artsen zet zich belangeloos in om ervoor te zorgen dat kinderen rookvrij opgroeien. Met de humoristische theatershow De sTOPPERS brengen ze rokers in verbinding met een professioneel aanbod om van het roken af te komen. De theatervoorstelling kan op eigen locatie worden gehouden, maar een theaterzaal voor een bredere doelgroep behoort ook tot de mogelijkheden. Interesse? Neem contact op met info@destoppers.com voor meer informatie.

Vier bevlogen artsen willen kinderen rook­vrij laten opgroeien. Ze namen daarom het initiatief voor de theater­voorstelling ‘DE sTOPPERS’ die zorg­organisaties, bedrijven of gemeenten kunnen boeken om hun werknemers op weg te helpen om hun rookgedrag om te keren. “Met humor willen we de brug slaan naar een rookvrije en dus gezondere maatschappij.” “We willen het land in met onze theater­ show om op een ludieke manier het ge­sprek met rokers aan te gaan en hen zo in ver­ binding te brengen met de moge­lijkheden om te stoppen”, licht oud-huis­arts Miriam de Kleijn toe. Ze vertelt graag over het ini­tia­tief met collega-artsen Robert van de Graaf (verslavingsarts), Marieke Helmus (ver­sla­ vings­arts) en Ilona Statius Muller (huisarts). Als artsen hebben ze vrijwel dage­lijks te maken met de ziek­maken­de en dode­lijke gevolgen van roken. En daar willen ze graag wat aan doen, omdat ze zien dat het niet makkelijk is om te stop­pen en het aan­bod bovendien ver­snipperd is. Zelf heeft De Kleijn grote affiniteit met public health en het in gang zetten van ge­zonde veranderingen. “Als epidemioloog hield ik me bezig met onderzoek. Daarna werd ik huisarts en zag ik in de praktijk veel­vuldig de gevolgen van ongezond gedrag en ver­ slavingen. Graag wilde ik gezond gedrag stimuleren; niet alleen in de spreek­kamer maar ook daarbuiten. Tijdens onderzoek dat ik in Amerika deed over hoe roken onder jongens en meisjes kan worden voor­komen, ontstond mijn fascinatie voor dit onder­ werp.”

Rookvrije start

De Kleijn vervolgt: “Als artsen binnen dit project zijn we allemaal actief binnen de Alliantie Nederland Rookvrij, een initiatief van het Longfonds, KWF en de Hartstichting. Daar kennen we elkaar dus van. Een van de speerpunten is rookvrij opgroeien. De door VWS ingestelde taskforce ‘Rookvrije Start’ wil daar ook een bijdrage aan leveren. Namens het Nederlands Huisartsen Ge­ noot­schap neem ik daaraan deel. Doel is roken bij de ouders tijdens en na de zwanger­schap terug te dringen om schade

bij het (ongeboren) kind te voorkomen. En om te voorkomen dat het kind zelf gaat roken. Door de aandacht voor de rookvrije generatie en voor rookvrij opgroeien komen er steeds meer rookvrije sportclubs, speel­ tuinen en zelfs straten. Rokers willen zelf ook dat hun kinderen niet gaan roken en voelen aan dat de maatschappelijke norm kantelt naar niet-roken. Dat brengt hen in een lastig parket. Schaamte en schuld­ge­ voelens over hun verslaving zorgen ervoor dat zij niet altijd gemakkelijk hulp zoeken. Er zijn heel veel mogelijkheden om rokers te ondersteunen bij het stoppen, maar dat aanbod is versnipperd en niet altijd goed vindbaar.”

Humor is krachtig middel

Om dat te veranderen, hebben de vier ini­tia­tiefnemers de theatervoorstelling ont­wikkeld: een confronterende show die rokers en mee-rokers meeneemt in de rollercoaster die ‘stoppen’ heet. “De roker wil heus wel van zijn verslaving af en we denken dat humor een goede manier is om daarover het gesprek aan te gaan”, meent De Kleijn. “Op het toneel staan een stiekem rokende vader, een fanatiek gestopte moe­der en een kritische dochter. Het gaat over hoe mensen ooit zijn begonnen met roken, over mis­lukte stoppogingen en natuur­lijk over de moeilijke momenten. De voorstelling is voor elke roker een ‘feest’ der her­kenning. De bezoekers krijgen door de voor­stelling een duidelijker beeld van de nicotineverslaving. Na de pauze wordt in gesprek met de zaal meer uitleg gegeven over hoe je kunt stop­ pen, en kunnen de aanwezigen kennis­ maken met lokale moge­lijkheden voor onder­steuning bij stoppen.” De initiatiefnemers willen de drempel tot het zoeken van steun en hulp bij het stoppen

met roken verlagen, grote groepen rokers tege­lijkertijd bereiken, en het gesprek over roken tussen rokers en niet-rokers sti­mu­ le­ren. “We denken dat dit een krachtige manier is om rokers te enthousiasmeren om écht te stoppen.”

Goed te combineren?

De groep bestaat uit een mix van artsen in loondienst en zelfstandigen. Ook zijn er twee ‘stoppen met roken’-coaches bij be­ trokken. Door de sterke drive investeert ieder belangeloos zijn of haar tijd in het project en combineert dit met de reguliere werkzaamheden. Bij het opzetten van de productie komt veel kijken, vertelt De Kleijn. “Zo richten we een stichting op, zijn er contacten gelegd met instellingen, hebben we professionele theatermakers betrokken en natuurlijk moet er ook een script komen en gerepeteerd worden. Niemand doet het er dus zomaar even bij.” Het scheelt dat werkgevers van degenen in loondienst het nut ervan inzien en zich flexibel opstellen, zodat afspraken soms ook onder werktijd kunnen plaatsvinden. De Kleijn juicht dat toe. “Wat we met de theatervoorstelling doen, ligt min of meer in het verlengde van onze dagelijkse werkzaamheden en past bij de maat­schappelijke ver­ant­woorde­lijk­heid van artsen.” Zelf adviseert ze zorg­or­ga­ni­ sa­ties over innovatie en samen­wer­king, ook op het gebied van gezondheids­be­ vor­dering. De initiatief­ne­mers willen, als de ‘formule’ eenmaal staat, het project duurzaam inbedden. “Onze ambitie is dit onderwerp nu eerst op deze vernieuwende manier stevig neer te zetten, zodat we het daarna aan een zakelijke partij kunnen over­dragen en de show structureel kan gaan draaien.”

Maart 2019 | 11


Vernieuwde opleiding forensische geneeskunde van start Veertien aios zijn in januari dit jaar gestart met de vernieuwde opleiding Forensische geneeskunde, waaronder Marloes Vester en Anne Dob. De vernieuwing draagt er volgens hen aan bij dat hun vak als een volwaardiger specialisme wordt gezien. “Forensische geneeskunde is uitermate veelzijdig en verdient tijdens de geneeskundeopleiding meer aandacht.” Forensische geneeskunde vormt een van de profielen binnen de medische ver­volg­­opleiding tot arts Maatschappij & Gezond­ heid (M&G). De instroom in de M&G-op­ lei­ding is jaren te laag geweest, terwijl de behoefte aan artsen in het M&G-werkveld toeneemt. In 2017 besloot het ministerie van VWS daar­om dat een aantal ver­nieu­ wingen in de opleiding moest worden door­gevoerd, inclusief een andere vorm van financiering. LAD magazine | 12

Aanvankelijk zouden de veranderingen gelden voor vier pro­fielen: jeugd­gezond­ heidszorg, infectieziekten­bestrijding, tuber­­ culosebestrijding en medische milieu­­kunde. Uiteindelijk kwam daar een vijfde profiel bij: forensische genees­kun­­­de, een profiel dat een aantal jaren ge­­­leden nauwelijks op belangstelling kon rekenen. Niet voor niets voorspelde het Capaciteitsorgaan bijna tien jaar ge­leden dat er in de toekomst een tekort aan forensisch artsen zou ontstaan

als niet méér mensen zich in dit vakgebied specialiseren. In 2018 werd uiteindelijk besloten dat de opleiding moest worden vernieuwd. Onderbelicht De bekendheid met het vak is laag, weet Marloes Vester, aios bij de GGD in Leiden en Amsterdam. “De kans dat je tij­dens je coschappen met forensische geneeskunde in aan­ra­king komt, is bijzonder klein. Dat is


Tekst Marjolein Dekker Fotografie Hollandse Hoogte

Hoe is de opleiding opgebouwd?

“Het is voor iedere arts van belang om mishandeling te leren herkennen”

jam­mer. Er is geen arts die niet met de dood of die niet met letsel te maken krijgt, dus ik ver­baas me erover dat ons vak zo onder­be­ licht is tijdens de genees­kunde­op­leiding. Het is voor iedere arts van belang om teke­nen van mis­­handeling of ander let­­sel te le­ren her­­­kennen.” Anne Dob, aios bij FARR (Forensisch artsen Rotterdam Rijnmond), beaamt dat. “Ik heb tijdens mijn geneeskundeopleiding wel­ ge­teld één uur onderwijs gehad in foren­­si­ sche geneeskunde. Dat is te weinig om er een goed beeld bij te krijgen.” Interessante combinatie Forensische geneeskunde is een breed vakgebied, benadrukt Dob. “Je werkt nauw samen met de politie, het Openbaar Minis­ terie en de Veilig Thuis-meld­punten. Je bent ver­antwoordelijk voor de arrestanten­ zorg, doet letsel- en zeden­onderzoek en lijkschouwingen. Het leuke vind ik dat je meerdere rollen vervult. Je bent zowel arts als rapporteur, lijkschouwer en advi­seur, en hebt te maken met somatiek, ver­sla­ vings­­zorg en psychiatrie.” De arrestantenzorg trekt haar het meest. “Ik houd wel van actie en een beetje span­ ning. Ook merk ik – dat zal wel de idealist in mij zijn – dat ik graag meedenk over hoe dingen beter kunnen, en daarvoor krijg ik ook alle ruimte.” Vester vindt de lijkschouwingen het inte­

De profielopleiding Forensische geneeskunde is onderdeel van de medische vervolgopleiding tot arts Maatschappij en Gezondheid. De eerste fase van de opleiding duurt in principe twee jaar. Na afronding kunnen aios doorstromen naar de tweede fase van de opleiding arts M&G (eveneens twee jaar). Zowel het juridisch kader als de organisatie van het werk vormen een groot onderdeel van de opleiding, die grofweg in zes pijlers is te verdelen: lijkschouw, forensisch medisch onderzoek, arrestantenzorg, minderjarigen, juridisch kader en professionele ontwikkeling. Aios krijgen tijdens de opleiding volop ruimte om stages te doen, bij­ voor­beeld in aanpalende specialismen, zoals huisartsgeneeskunde of Spoed Eisende Hulp-geneeskunde. Ook is een stage in de psychiatrie of verslavingszorg inbegrepen.

res­santst. “Het is iedere keer een grote puzzel om bijvoorbeeld een niet-natuur­ lijke doodsoorzaak te achterhalen. Je moet het hele lichaam analyseren. Die anato­ mische kant trekt me. Ik zou het vak echter nooit zonder de letselbeoordelingen en de arrestantenzorg willen doen, omdat je in die rol echt aan het ‘dokteren’ bent. Juist die combinatie maakt het leuk.” Grote zelfstandigheid Terwijl veel forensisch geneeskundigen vaak via een omweg in het vak terecht­komen, wist Vester al snel dat ze deze kant op wilde. “Ik volgde een keer college bij Udo Reijnders, hoogleraar Eerstelijns forensische genees­ kunde. Hij kon zo interessant vertellen over dit vak, dat ik dacht: dat wil ik ook! Ik merkte tijdens mijn coschappen al snel dat ik niet in de wieg ben gelegd voor een baan in het ziekenhuis. De zelfstandigheid en de vrijheid die je hebt als forensisch arts, in combinatie met de nauwe samenwerking met de politie en Justitie, passen meer bij mij.” Niet iedereen heeft wat met de doelgroep van arrestanten, weet Dob. “Toen ik vrien­ den vertelde dat ik me voor een op­leidings­ plek ging aanmelden, kreeg ik regelmatig reacties als ‘dat je met zó’n doelgroep wilt werken!’. Ik vind het juist interessant om met een kwetsbare doelgroep te werken. Je hebt te maken met mensen van jong tot

oud, van verschillende afkomsten en van alle nationaliteiten.” Vernieuwing opleiding Vester en Dob hopen dat de vernieuwing van de opleiding helpt om meer artsen aan te trekken. “Voorheen was de op­leiding mo­dulair opgezet”, vertelt Vester die de afge­lopen twee jaar in de op­leidings­com­ missie heeft gezeten die bij de vernieuwing was betrokken. “Dat betekende dat je ging werken bij een GGD, die mogelijk de mo­du­les betaalde die je kon volgen. In de praktijk ging je al snel zelfstandig aan het werk. Voor verdieping was weinig tijd of plaats.” Die modulaire opbouw is nu losgelaten. In plaats daarvan volgen aios meerdere thema’s tegelijkertijd en kunnen ze regel­ matig stagelopen bij verschillende op­lei­ dings­instellingen. “De opzet lijkt sterk op de huisartsenopleiding en dat is echt een pre. Forensische geneeskunde is hier­mee in mijn ogen een volwaardige opleiding geworden”, vindt Vester. Dob knikt. “Het vak straalt door de vernieuwing meer am­ bitie uit.” Stevig in je schoenen Forensische geneeskunde is een vak waar­ bij je stevig in je schoenen moet staan, be­amen Dob en Vester beiden, vooral bij de arrestantenzorg. Maart 2019 | 13


Gratis LAD-lidmaatschap Aios in dienst van de SBOH kunnen gratis lid worden van de LAD (de SBOH betaalt de kosten van het lidmaatschap). Dit geldt voor aios huis­arts-, ouderen­geneeskunde, aios-AVG en aios M&G met het pro­ fiel jeugd­ge­zond­heidszorg, infectieziektenbestrijding, tuber­cu­lose­ bestrijding, medische milieukunde en forensische geneeskunde. Al deze aios kunnen gebruikmaken van de LAD-dienstverlening. Zo kun­nen ze kosteloos voor 20 uur per jaar een beroep doen op de juri­ dische dienst­verlening van het Kennis- en dienstverleningscentrum, bijvoorbeeld als ze in een opleidingsgeschil belanden of andere ar­ beidsvoorwaardelijke vragen hebben. Daarnaast maakt de LAD zich collectief sterk voor hun be­langen door onderhandelingen te voeren over de arbeidsvoorwaarden in de Cao SBOH.

Dob: “De samen­werking met de politie en het OM vind ik zelf heel leuk, maar je kan ook best met heftige dingen te maken krijgen. Zoals kindermis­hande­ling of een ver­slaafde arrestant. Een beetje levens­er­ varing kan dan geen kwaad. Zelf heb ik na mijn geneeskundeopleiding eerst drie jaar gewerkt in aanpalende ge­bieden, zoals de verslavingszorg bij een GGD in Amsterdam, huisartsenzorg voor daklozen en op een SEH. Ik ben blij dat ik al wat ‘bagage’ heb.” Dat geldt ook voor Vester, die eerst pro­mo­ tie­onderzoek heeft gedaan voordat ze met de op­leiding startte. “Dit vak is niet alleen span­nend en heftig, maar ook com­plex. Veel mensen hebben, door tv-series als CSI, het idee dat je als foren­sisch ge­nees­­­kun­di­ ge iedere dag een misdrijf helpt op­­­los­sen. Helaas ligt de werkelijk­heid iets ge­compli­ceerder. Ik moet er zelf vaak om lachen als in een film het tijdstip van over­lijden tot op de minuut nauw­keurig kan worden ge­­ noemd, of als de uit­slag van een la­bora­to­ rium­onderzoek bin­nen een uur voor­handen is. Was het maar zo makkelijk!” Financiering en aanstelling Los van de inhoud van de opleiding is ook een aantal zaken rond de aanstelling en finan­ciering veranderd. Voorheen sol­li­ci­ teer­den geïnteresseerden bij een op­lei­ dings­­instelling voor een opleidings­plek; nu gebeurt de aanmelding en selec­tie lan­ delijk. Daarnaast loopt de finan­ciering via de SBOH, waar aios ook in dienst komen (in plaats van bij de opleidings­instelling); LAD magazine | 14

net zoals aios huisarts­geneeskunde, aios ouderen­genees­kunde en aios-AVG. Vester vindt dat laatste prettig. “De SBOH heeft veel ervaring met het begeleiden van aios. Daarnaast ben je door deze con­struc­tie minder afhankelijk van de GGD waar je werkt.” Ook Dob is er blij mee dat het werkgever­ schap via de SBOH verloopt. “Het is fijn dat er nu überhaupt een financier is voor de op­­leiding, want dat is in het verleden anders geweest. Natuurlijk lopen we nog wel tegen wat aanloopzaken aan, maar dat is lo­ gisch. Zo is nog niet helemaal helder hoe we precies onze uren moeten declareren om­dat wij, anders dan de andere aios-groepen bij de SBOH, veel diensten draaien, ook ’s avonds en ’s nachts. Het is soms nog even pionieren, maar dat hoort erbij.” Arbeidsvoorwaarden Met de invoering van het landelijk werk­ ge­verschap van de SBOH is de LAD vorig jaar betrokken geweest bij het borgen van de arbeidsvoorwaarden van huidige en toe­komstige aios M&G. De aiosgroepen die al in dienst waren bij SBOH vallen na­­ me­lijk onder de Cao SBOH, waarvoor de LAD namens aios aan tafel zit. “Het leek ons logisch om de aios M&G die onder het werk­ geverschap van de SBOH vallen, ook bij deze cao onder te brengen, zodat de ar­beids­ voorwaarden van alle vier aios-groepen vergelijkbaar zijn”, vertelt onder­handelaar Maaike Langerak van de LAD. “De bepa­lingen in de cao gelden daarom ook voor aios M&G die vanaf 2019 met de opleiding starten.”

Marloes Vester

Anne Dob

“Ons vak straalt door de vernieuwing meer ambitie uit”

Om de overgang goed te laten verlopen, ging de LAD vorig jaar met de SBOH in ge­­sprek, waarbij rugge­spraak werd ge­­hou­ den met de Koepel Artsen Maatschap­­­­pij & Gezondheid (KAMG) en LOSGIO (Lan­de­­lijk Overleg Sociaal-Genees­­kun­digen in Op­lei­ ding). De LAD en de SBOH spraken onder meer een over­­­gangs­­regeling af voor artsen die in 2018 zijn gestart met de opleiding en die uit­er­lijk in 2022 met de tweede fase van de op­leiding beginnen, en kwamen een ga­rantie­regeling overeen. Die garantie­ rege­ling is bijvoorbeeld van belang voor artsen die al een tijdje bij een GGD als basis­­arts hebben gewerkt en van daaruit be­­sluiten de opleiding M&G te volgen. Aanvullende afspraken De LAD sprak onlangs met de SBOH, in nauwe afstemming met LOSGIO, af dat deze garantie­regeling ook voor aios foren­sische genees­kunde geldt. “Toen we de regeling vorig jaar overeenkwamen, was nog niet bekend dat deze aios-groep ook onder het landelijk werkgeverschap zou komen te vallen. Nu dat inderdaad het geval is, gelden alle afspraken die we heb­­ben ge­maakt ook voor hen”, aldus Lange­rak. Daarnaast heeft de LAD intussen met de SBOH over twee onderwerpen aan­vul­len­­de afspraken gemaakt die voor alle vijf profielen gelden. Zo is afge­sproken dat het pensioen wordt onder­­ gebracht bij PFZW en voor de arbeids­onge­ schikt­heids­ver­zekering is overeen­stemming bereikt met Nationale-Nederlanden.


Stiekem een gesprek met je werkgever opnemen: mag dat? Janneke van Hoek* is internist en heeft een moeizame relatie met haar leidinggevende. Ze heeft binnenkort een functioneringsgesprek en wil dat opnemen – zonder dat haar werkgever te vertellen. Mag dat zomaar? Ze vraagt om advies bij het Kennis- en dienstverleningscentrum van de Federatie Medisch Specialisten en de LAD.

Van Hoek krijgt arbeidsjurist Anne Marie Hopmans aan de lijn en vertelt dat de samen­werking met haar leidinggevende al een tijdje niet goed verloopt. “Ik was bang dat ik een vervelend functioneringsgesprek zou krijgen en zou dichtslaan”, aldus Van Hoek. “Ik speelde daarom met het idee het gesprek op te nemen op mijn smartphone – het liefst stiekem, want ik wilde niet dat mijn leidinggevende zou denken dat ik er iets mee ging doen. Het ging mij er alleen om dat ik het achteraf kon terug­luisteren.”

zijn re-integratie. De werknemer had diver­ se gesprekken op­ge­nomen. Bij de rechter wilde de werkgever de ver­ stoorde arbeidsrelatie aantonen met de heimelijke opnames. De rechter ging daar niet in mee, omdat de opnames waren ge­ maakt ná de aankondiging van de beëin­di­ ging van de arbeidsovereenkomst; ze kon­ den daarmee niet bijdragen aan een, door de werkgever beweerde, verstoorde arbeids­ relatie. De rechter wees het verzoek om de arbeidsovereenkomst te ontbinden af.

Wat zegt de wet?

Wat is het advies?

Hopmans vertelt Van Hoek allereerst hoe het wettelijk zit. “Het heimelijk opnemen van een gesprek met je werkgever is niet strafbaar. Nog niet”, benadrukt Hopmans, “want door de Algemene Veror­dening Gegevensbescherming (AVG) staat privacy wel hoog op de agenda. VVD-Kame­rl­ id Koopmans heeft vorig jaar een initiatief­ nota ingediend waarin staat dat hij tot voor­stel­len wil komen om het heimelijk op­­nemen te verbieden vanwege de in­breuk op het ‘recht op privacy’ van de gespreks­ partner. Maar zolang er nog geen wet is, mag je een gesprek met je werkgever, mits je daar zelf aan deelneemt, opnemen.”

Jurisprudentie

Uit jurisprudentie blijkt dat rechters een heimelijke geluidsopname voldoende se­rieus nemen: ze laten deze althans niet buiten beschouwing in uitspraken. Ook schaadt het in hun ogen niet per defini­tie de arbeidsrelatie. Zo speelde er in 2018 een zaak bij de Rechtbank in Den Haag, waarbij een werkgever de arbeids­over­een­ komst wilde ontbinden van een werk­­nemer die niet bereid zou zijn mee te werken aan

Tot zover de wetgeving en jurisprudentie, terug naar Van Hoek: wat kan zij nu het beste doen? Hopmans: “We krijgen geregeld de vraag of het heimelijk op­nemen van een gesprek verstandig is; mees­tal gaat het om situaties waarin een werk­­nemer volgens de werkgever niet functio­neert en bang is wat hij te horen krijgt. Als ik denk dat de werk­ gever de werk­nemer integer en ‘eerlijk’ be­ handelt, advi­seer ik altijd om de werk­gever openlijk te vragen of je het gesprek mag op­nemen. Als reden kun je aanvoeren dat er nu zoveel op je afkomt en je het gesprek later nog eens wilt terug luisteren. Dat heb ik ook mevrouw Van Hoek geadviseerd.” Van Hoek neemt het advies ter harte en vraagt haar leidinggevende of ze het ge­ sprek mag opnemen. “Gelukkig pakte mijn leidinggevende het goed op. De be­oor­de­ ling was helaas negatief, maar ik krijg de ruimte om een aantal zaken te ver­bete­ren.” Van Hoek vond het heel onge­makkelijk om te vragen of ze het gesprek mocht op­ne­ men, maar is achteraf blij dat ze het heeft gedaan. “Ik voel me daar toch beter bij dan wanneer ik het stiekem had ge­daan.”

Tips van Anne Marie Hopmans • Als u uw werkgever vraagt of u een gesprek mag opnemen en hij stemt daar niet mee in, laat u dan niet onder druk zetten. Als u zich ongemakkelijk voelt, vraag uw werkgever dan om het gesprek op een ander moment in te plannen en geef aan dat u iemand wilt meenemen die meeluistert. • Als u een slechte beoordeling krijgt en advies wilt over het ver­volg­traject, neem dan contact met ons op. Of u een gesprek nu wel of niet heeft opgenomen: wij kunnen met u meedenken en u waar nodig juridisch bijstaan.

* Namen van cliënten in deze rubriek zijn fictief i.v.m. de privacy van de cliënt.

> LAD.NL Vragen over uw contract of over een arbeids­geschil? Neem contact op met de juristen van het Kennis- en dienstverleningscentrum. U kunt ons bereiken via 088 13 44 112 of kijk voor meer informatie op de website van de LAD: www.lad.nl.

Maart 2019 | 15


De LAD-agenda van 2019 Wat gaat de LAD dit jaar doen en wat heeft u daar als lid aan? We zetten de belangrijkste activiteiten voor 2019 op een rij.

1

2

Cao’s en sociaal plannen: goede arbeidsvoorwaarden

Juridisch advies: dienstverlening die ertoe doet

Dit jaar wordt er weer onderhandeld over een aan­tal cao’s, waaronder een nieuwe Cao Apo­the­kers in dienst­verband, Arbo Unie, GGZ, Gehandi­capten­zorg, Hidha, Jeugd­zorg, VVT, Ziekenhuizen en Zorg van de Zaak. Aan al deze caotafels zijn een goed levensfasebewust personeels­beleid en een gezond en veilig werkklimaat belangrijke onder­ werpen, even­als een realistisch inkomensperspectief. Verder volgt de LAD kritisch de plannen van werk­ge­vers­­ organi­satie InEen, die de Cao Gezondheids­centra/Arbeids­ voorwaarderegeling Huisartsen in Gezondheidscentra wil ontmantelen. Onze insteek is dat geen enkele werknemer erop mag achteruitgaan. Los van de cao’s onderhandelen we jaarlijks in honder­­den instellingen over sociaal plannen, bij­voor­beeld als sprake is van een fusie, reorganisatie of faillis­sement. De insteek is dan om gedwongen ontslag te voorkomen en afspraken te maken over salaris­garantie.

Dreigt u in een opleidingsgeschil te belanden, wilt u weten of uw werkrooster wel ‘klopt’ of wilt u dat wij voor u proce­deren omdat uw werkgever uw arbeidsovereenkomst wil ontbinden? Neem dan contact op met het Kennisen dienst­verleningscentrum van de Federatie Medisch Specialisten en de LAD. U kunt kosteloos voor 20 uur per jaar (coassistenten: 10 uur) van deze dienstverlening gebruikmaken. Naast werknemer bent u natuurlijk zorgverlener en u kunt ook in die hoedanigheid te maken krijgen met situaties waar­in u behoefte heeft aan juridische ondersteuning. Denk aan een tucht­klacht, een strafzaak of een melding bij de Inspectie. Ook dan kunt u bij ons terecht en krijgt u via ons ondersteuning van­uit VvAA Rechtsbijstand. Het Kennis- en dienstverleningscentrum biedt ook onder­ steuning aan groepen professionals, bijvoorbeeld bij het oprichten van een Vereniging Medisch Specialisten in Dienstverband. Meer weten? Bel naar 088-13 44 112 of mail naar bureau@lad.nl.

LAD magazine | 16


3

Positionering: regierol voor arts en zorgprofessional Positionering is een van onze langetermijnspeerpunten, omdat we het belangrijk vinden dat artsen en zorgprofessionals als volwaardig gesprekspartner betrokken zijn bij de koers en strategie van hun instelling. Dit jaar werken we aan de positionering van de volgende beroepsgroepen: • Sinds januari dit jaar hebben we een samenwerkingsovereenkomst gesloten met de NVAVG, de beroepsvereniging van artsen voor verstandelijk gehandi­ capten (AVG’s). Samen met de NVAVG bekijken we onder andere hoe we AVG’s kunnen ondersteunen bij het op­richten van medische staven in gehandi­capten­ zorginstellingen. • Samen met de Koepel Artsen Maat-­ schap­pij en Gezondheid (KAMG) en AJN Jeugdartsen onderzoeken we hoe GGDartsen nu betrokken worden bij het GGD-beleid en wat daarin kan worden verbeterd. We houden een pilot bij een aantal GGD’en om hiervoor concrete handvatten te ontwikkelen. • Met Verenso werken we aan een plan om specialisten ouderengeneeskunde meer regie te geven in de verpleeghuis­ zorg, in het licht van de veranderende ouderenzorg.

• Met VVGN, de beroepsvereniging van verslavingsartsen, werken we aan een plan om de positie van verslavings­ artsen binnen de ggz te verstevigen. • Samen met de Federatie Medisch Specialisten blijven we ook in 2019 medisch specialisten in algemene zieken­huizen in VMSD’s ondersteunen om concrete afspraken te maken met hun raad van bestuur over bijvoorbeeld zorgvernieuwing en gezond en veilig werken. • In het verlengde hiervan wordt ook een positioneringsplan opgesteld voor medisch specialisten in umc’s en in de ggz. • We kijken hoe we de positie van de zogenoemde ‘aan medisch specialisten ge­­lijk­­gestelde beroepsbeoefenaren’ (klinisch chemici, klinisch fysici en zie­ken­­huisapothekers) kunnen ver­ beteren.

Trainingen Naast deze specifieke activiteiten bieden we voor alle LAD-leden dit jaar weer de trainingen ‘Beter in beeld’ en ‘Beter in onderhandelen’ aan, die inzoomen op de vraag hoe u uw invloedssfeer effectief kunt vergroten. Beide trainingen worden met een 8,5 gewaardeerd. Op pagina 19 vindt u er meer informatie over.

4

Gezond en veilig werken: cultuur moet veranderen

De werkdruk is in alle sectoren waar LAD-leden werken hoog. Tijdens een symposium dat de LAD vorig jaar heeft georganiseerd, kwam naar voren dat niet alleen de werk­druk als een knelpunt wordt ervaren, maar ook de cultuur waarin ‘overwerken van­zelf­spre­kend’ is. De LAD trekt daarom dit jaar een projectleider ‘Gezond en veilig’ werken aan, die een plan gaat maken voor een cul­tuuromslag, waar­bij onder andere wordt gekeken welke rol managers, raden van be­ stuur en artsen zelf daar­in kunnen spelen. De LAD agen­deert gezond en veilig werken verder steevast aan caotafels. Zo zijn eind 2018 nog con­ crete af­spraken gemaakt om de werk­druk in umc’s te verminderen, die dit jaar verder gestalte moeten krijgen. Samen met de Federatie Medisch Specialisten werkt de LAD aan een handreiking gezond en veilig wer­ken. Het verminderen van de werk­­druk komt ook terug in de inzet voor nieuwe cao’s. Met al deze initiatieven kan de LAD de randvoorwaarden creëren voor een gezond en veilig werk­kli­ maat. Om u daarnaast hand­vat­ten te geven voor een goede balans tussen werk en privé, kunt u tegen een spe­­ciaal LAD-tarief (€ 695 in plaats van € 795 euro) de training ‘Time- en stress­management’ van VvAA volgen. Deze training duurt anderhalve dag en wordt gegeven op de volgende data: 7 mei (dag)/4 juni (middag), 26 september (dag)/ 31 oktober (middag) en 15 november (dag)/13 december (middag). Kijk voor meer informatie op www.vvaa.nl/opleidingen.

Maart 2019 | 17


Bureau in beeld

Ledenkorting

Roerige tijden Het zijn momenteel roerige tijden in het sociaal-economische domein. We zien dat bijvoorbeeld bij de discussie over de toekomst van het pensioenstelsel (zie ook het artikel op pagina 4-6), maar merken het als werknemersorganisatie ook aan cao-tafels. De financiële armslag van werk­gevers is in iedere zorgsector nijpend, waardoor het lastiger is om bijvoorbeeld afspraken te maken over een goed scho­ lingsbudget, een salarisverhoging of het terugdringen van de werkdruk. Natuurlijk hebben we daar begrip voor: geld dat er niet is, kun je immers ook niet uitgeven. Maar het betekent in onze ogen niet dat werkgevers zich op voorhand kunnen verschuilen achter ‘financiële krapte’. Goede en gemotiveerde werk­ ne­mers in de zorg zijn misschien wel be­lang­rijker dan ooit. En dus moet je daar als werk­gever in durven investeren. Niet alleen in geld, maar ook op andere manieren. Neem bijvoorbeeld de ggz. Uit een onderzoek dat we samen met de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie hebben gehouden, blijkt dat veel psychia­ ters uit dienst gaan en zich als zzp’er laten inhuren. Niet omdat ze als zzp’er meer willen verdienen, maar omdat ze zich niet serieus genomen voelen. Ze worden onvoldoende betrokken bij strategische beslissingen en bij het beleid van hun instelling, terwijl ze juist dáárover willen meepraten met de insteek om de zorg te verbeteren. Een gemiste kans voor ggzinstellingen, die we de komende tijd, als de onderhandelingen voor een nieuwe Cao GGZ starten, meteen op tafel zullen leggen. We hebben echt wel begrip voor de finan­­ ciële situatie in de zorg, maar vinden dat je werknemers serieus moet blijven nemen en in een construc­tief ge­sprek moet blijven. Construc­tief bete­kent in onze ogen niet dat je als werk­gevers­ organisatie de onderhandelingen voor LAD magazine | 18

een nieuwe cao start met de mededeling dat er ‘geen financiële ruimte’ is – wat ons onlangs gebeurde aan de tafel voor een nieuwe Cao Jeugdzorg. Constructief betekent ook niet: eenzijdig tot een sa­ laris­verhoging overgaan die amper de in­flatie raakt – zoals onlangs gebeurde bij de Cao Apothekers in dienstverband. En constructief is al helemaal niet een cao willen ont­mantelen zonder werknemers een goed en reëel toekomstperspectief te bieden – op die koers zit werkgevers­ organisatie InEen bij de Cao Gezondheids­ centra. Is het dan alleen maar kommer en kwel? Nee, gelukkig niet. We voeren ook overleg waar wél wordt gekeken hoe werkgevers en werknemers er samen – want het is een gedeelde verantwoordelijkheid! – voor kunnen zorgen de werkdruk beheers­baar te houden en medewerkers in staat te stel­ len goede patiëntenzorg te ver­­le­nen. Zo hebben we in umc’s in­tus­sen concretere afspraken gemaakt om ge­zond en veilig werken op te pakken. Ook in algemene ziekenhuizen zitten we regelmatig met werk­gevers om de tafel om invulling te ge­ ven aan gezond roosteren en het opzet­ten van generatiebeleid. Dat willen we ook aan andere cao-tafels be­reiken. Dat het in de zorg roerige tijden zijn, onderschrijven wij als eerste. Maar dat betekent niet dat je als werkgever je nek niet hoeft uit te steken. Caroline van den Brekel directeur

Wist u dat u als LAD-lid van diverse kor­tin­­ gen gebruik kunt maken? U bent via het LAD-lid­maat­schap bijvoorbeeld niet alleen gratis verzekerd voor aanvullende beroeps­­ aansprakelijkheid bij VvAA, maar kunt bij VvAA ook 8% korting krijgen op de basis­ verzekering, 10% op de aanvullende zorg­verzekering en 5% korting op privé ver­ zekeringen. Daarnaast krijgt u als LAD-lid 10% korting op een aanvullende ar­beids­­ ongeschiktheidsverzekering bij Movir. Verder kunt u tegen een gere­du­ceerd tarief advies krijgen bij uw per­soon­lijke finan­ ciële planning en tot slot hebben we met Volvo kortingsafspraken als u een nieuwe Volvo koopt. Meer weten? Kijk dan op www.lad.nl/ lidmaatschap/ledenvoordelen.

LAD @LADactueel LAD @LADactueel Slechts drie mensen gingen hem voor, en gezien zijn bijzondere verdiensten is Christiaan Keijzer tijdens zijn afscheidssymposium als #LADvoorzitter benoemd tot vierde #erelid. De zaal was onder de indruk van een zichtbaar geroerde medisch specialist! LAD @LADactueel We zijn gestart met de aftrap van dagvoorzitter @ DiederikJekel: 300 #studenten #geneeskunde zijn op deze koude zaterdag naar de Jaarbeurs gekomen voor #talkingmedicine, mooi initiatief van @DeGnskStudent, en @LADactueel is erbij! De Jonge Specialist @jongespecialist Save the date: 27 september #DJS congres: hét congres van De Jonge Specialist voor anios en aios

Colofon Kwartaalblad van de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD) met nieuws, opinie en achtergrondinformatie. (oplage 32.950) Redactieadres Mercatorlaan 1200, Postbus 20058, 3502 LB Utrecht, Telefoon 088 13 44 100, E-mail: redactie@lad.nl Redactie Caroline van den Brekel, Marjolein Dekker en Corrie Kooijman Redactiecommissie Joeri Arkink (apotheker), Edwin Duijzer (anios), Fardou Heida (aios gynaecologie), en Anne Lisa Wolf (klinisch fysicus in opleiding) Columnist Anna Verhulst (aios interne geneeskunde) Illustraties Ronald Slabbers Fotografie Ivar Pel Ontwerp Member Since Druk Centrum Drukwerk - ISSN-nummer 2213-9923


LAD-trainingen gaan weer van start Hoe kunt u meer invloed uitoefenen op het beleid van uw zorginstelling? En onderhandelen met een manager of raad van bestuur: hoe moet dat eigenlijk? Leer het tijdens de trainingen ‘Beter in beeld’ en/of ‘Beter in onderhandelen’ die de LAD speciaal voor u heeft ontwikkeld tegen een aantrekkelijk tarief. De inschrijving is geopend!

Beter in beeld

Tijdens deze training leert u wat uw kernkwaliteiten zijn en hoe u die kunt inzetten om uw invloedssfeer te vergroten in het contact met uw collega’s, patiënten en bestuurders. Hoe krijgt u bijvoorbeeld collega’s mee bij een voorstel om anders te roosteren? En hoe zorgt u dat uw organisatie u be­ trekt bij een koerswijziging? Dit soort vragen vormt de basis voor ‘Beter in beeld’, een training die de LAD samen met VvAA aanbiedt en die al jaren een succes is. Deelnemers waarderen de training gemiddeld met een 8,5. In 2019 vindt de training plaats op de volgende vier data: 29 mei, 21 juni, 18 september en 18 oktober.

Beter in onderhandelen

Van leden die de afgelopen jaren ‘Beter in beeld’ hebben gevolgd, kregen we regelmatig te horen dat ze behoefte hadden aan een verdiepingsslag: hoe maak je je punt met behoud van de relatie en hoe onderhandel je nou effectief?

Daarover gaat de training ‘Beter in onderhandelen’, die VvAA als een logisch vervolg op ‘Beter in beeld’ ont­wik­ kelde. Ook deze training behoort intussen tot ons vaste trainingsaanbod en kan op een waardering van een 8,5 rekenen. In 2019 vindt de training plaats op de volgende drie data: 21 juni, 16 oktober en 22 november.

Interesse?

Beide trainingen beslaan een dag en kosten slechts € 310. Aanmelden kan via www.lad.nl/lad-voor-u/agenda/ beterinbeeld of /beterinonderhandelen.

In getal In 2040 geven we

€ 174 miljard uit aan de

gezondheidszorg; een verdubbeling ten opzichte van 2015

Ziekenhuiswerknemers die nachtdiensten draaien, hebben

20% meer kans op

In 2018 hebben 13.000 zorgprofessionals hun vaste baan opgegeven om als

zzp’er

griep- en luchtwegklachten

aan de slag te gaan

(bron: RIVM)

(bron: Solo Partners)

(bron: RIVM)

40%

van de extra

€ 2,1 miljard

voor de verpleeghuiszorg zal niet worden benut, o.a. door krapte op de arbeidsmarkt (bron: Financiële Zorgthermometer)

Huisartsen

werken gemiddeld

44,1 uur per week. 54%

van die uren wordt besteed aan patiëntcontact (bron: Nivel)

Het aantal ziekenhuis­werknemers dat de griepprik heeft gehaald, steeg van

13%

vorig jaar naar

24% dit jaar (bron: NVZ)

Maart 2019 | 19


Maak werk van jezelf met GRIP De online zelfcoaching tool voor zorgprofessionals

GRIP biedt meer energie en balans, door:  persoonlijke ontwikkeling op basis van de positieve psychologie  direct inzicht in je eigen mentale batterij met de startmeting  het uitstippelen van je eigen ontwikkelpad  keuze en inspiratie uit relevante ontwikkelmodules  tussentijdse metingen van je energiebronnen en stressoren  wetenschappelijke onderbouwing vanuit het Job Demands - Resources (JD-R) model  de mogelijkheid samen met je team duurzaam inzetbaar te blijven

Ben jij toe aan GRIP? Test het zelf: vvaa.nl/grip


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.