Magazine
# 29 - April 2020 Kwartaalmagazine van de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD)
Komt een planeet bij de dokter
In dit nummer:
Weg uit de zorg: wie overweegt het?
Zorg verlenen in een AZC
Interview Kèren Zaccai (DJS)
Voorwoord
Piek, ziek en uniek
Het wordt hoog tijd dat we het tij keren. De grote vraag is natuurlijk hoe. Het kabinet wil het inzetten van flex werkers beperken tot ‘piek, ziek en uniek’, oftewel: bij piekmomenten, bij ziekte of als er tijdelijk mensen nodig zijn met specifieke ervaring. Een prima uitgangs punt. Minister De Jonge van VWS noemde in een overleg in de Kamer daarnaast goed werkgeverschap. Dat klinkt ons als muziek in de oren, want het is belangrijk dat werkgevers goede randvoorwaarden
LAD magazine | 2
creëren. Maar ‘goed werkgeverschap’ is wel een breed begrip. Er komt meer bij kijken dan alleen betere regelingen voor inzetbaarheid of vitaliteit. In mijn ogen gaat het vooral om een stukje waardering en het vergroten van de betrokkenheid van artsen en zorg professionals bij de inhoud en organisatie van de zorg. Geef artsen meer autonomie in hun werk. Laat ze meedenken over hoe je de zorg organiseert. En betrek ze bij het beleid van de instelling waar ze werken. Als LAD maken we ons hier dagelijks hard voor, maar helaas is het nog lang niet overal goed geregeld. We horen nog wel eens dat werkgevers in de zorg inspraak maar ‘lastig’ en ‘ingewikkeld’ vinden. Doodzonde, want door zorgprofessionals te betrekken, gaat niet alleen het werkplezier maar ook de kwaliteit van de zorg omhoog. Ik hoop dus dat bij de politiek-maat schappelijke discussie over de flexibilisering van de arbeidsmarkt de rol van goed werkgeverschap breed wordt ingestoken en doe daarbij een concrete oproep. Focus op de dingen die het werken in de zorg aantrek kelijk maken en bovenal: geef artsen en zorgprofes sionals de ruimte. Suzanne Booij Voorzitter LAD
Colofon: Kwartaalblad van de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD) met nieuws, opinie en achtergrondinformatie. (oplage 35.200) Redactieadres Mercatorlaan 1200, Postbus 20058, 3502 LB Utrecht, Telefoon 088 13 44 100, E-mail: redactie@lad.nl Redactie Caroline van den Brekel, Marjolein Dekker, Julia Hamel en Corrie Kooijman Redactiecommissie Joeri Arkink (apotheker), Edwin Duijzer (aios huisartsgeneeskunde) en Fardou Heida (aios gynaecologie) Columnist Doa Shaikhani (coassistent) Illustraties Ronald Slabbers Fotografie Ivar Pel Ontwerp Member Since Druk Centrum Drukwerk - ISSN-nummer 2213-9923
In februari presenteerde het kabinet zijn plannen om ongewenste flexibilisering in de zorg terug te dringen. Die flexibilisering is volgens het kabinet doorgeschoten: er worden steeds meer flexkrachten ingezet voor structureel werk, wat een negatieve impact heeft op de kosten en kwaliteit van zorg. Als LAD delen we die analyse. We krijgen regelmatig signalen van onze leden over een toenemende werkdruk, aangezien ze met steeds minder dienstverbanders de nacht-, avond- en weekenddiensten moeten draaien omdat collega’s voor het zzp-schap hebben gekozen. Laat ik één ding duidelijk stellen: wij zijn niet tegen zzp’ers of flexwerkers. Maar ik vind het wél een probleem als mensen voor een zzp-rol kiezen uit onvrede over de regel- en dienstendruk en de toenemende ‘bureau cratisering’. Precies dat is wat er nu aan de hand is in veel ziekenhuizen en zorginstellingen.
Inhoud
8
4 Groene dokters
Weg uit de zorg?
De Nederlandse gezondheidszorg is verantwoordelijk voor maar liefst zeven procent van alle CO2-uitstoot in Nederland, vergelijkbaar met de uitstoot van Schiphol. De zorg moet dus groener, maar wat is de rol van dokters hierin? Vier artsen vertellen over hun strijd tegen verspilling.
De werk- en regeldruk in de zorg is hoog en de personeels tekorten lopen op. Is werken in de zorg nog wel leuk en wie overweegt wel eens de zorg te verlaten? We vroegen het drie artsen en plaatsten een poll op de site.
10 Werken in een AZC
Esther Helms combineert haar werk in een reguliere huis artsenpraktijk met een dag in een asielzoekerscentrum. “Ik hoor soms de meest schrijnende verhalen.” Werk/privé
14 Jong en ambitieus Kèren Zaccai (aios urologie) is sinds een halfjaar voorzitter van De Jonge Specialist en heeft een duidelijk doel voor ogen. “Ik wil dat iedere basisarts, anios en aios ons weet te vinden.”
17 Addertje onder het gras
Concurrentiebedingen komen in de zorg steeds vaker voor. Wat kun je doen om te voorkomen dat je een boete moet betalen als je van baan switcht?
Meisjesdroom?
Jaaragenda
Meer inspraak voor artsen, minder werkdruk en meer werkplezier: dat zijn een paar speerpunten van de LAD voor 2020. Lees er meer over in onze jaaragenda.
Carla van Rijswijk is inter ventieradioloog. “Ons vak is echt niet alleen maar technisch. We zijn steeds zichtbaarder voor patiënten.”
LAD-lid in beeld
In ’t kort
7
12
16
18
De supervisor van Doa Shaikhani vraagt wat haar drijft om dokter te worden. Durft ze te zeggen dat het geen langgekoesterde meisjesdroom is ...?
Lees de column van Caroline van den Brekel, het laatste nieuws over evenementen, nieuwe boeken, LAD-activi teiten en andere opvallende zaken.
April 2020 | 3
De Nederlandse gezondheidszorg is verantwoordelijk voor maar liefst zeven procent van alle CO2uitstoot in Nederland, vergelijk baar met de uitstoot van Schiphol. Iedereen is het erover eens dat dit anders moet. Sterker: de zorg sector heeft in de Green Deal Zorg afgesproken om in 2030 de CO2uitstoot te halveren. Maar wat is de rol van de dokter hierin? En hoe maken we de geneeskunde groener?
Komt een planeet bij de dokter mma Bruns, aios chirurgie bij de Noordwest E Ziekenhuisgroep in Alkmaar, nam het heft in eigen hand. “Thuis leef ik al aardig duur zaam, maar in het ziekenhuis had ik dat gevoel helemaal niet”, zegt ze. Over het algemeen wordt er in OK’s in Nederland niet of nauwelijks afval gescheiden. Plastic, papier, gaas, alles gaat in één grote zak. “Ik vind dat artsen naast zorgverlener ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben, en dan moet je ook bewust om gaan met grondstoffen, het milieu en het klimaat. Ik heb voor de vakgroep in het ziekenhuis daarom een praatje gehouden over dit onderwerp.” Het werd Bruns meteen duidelijk dat dit onderwerp bij een grote groep collega’s leeft. “Ik ben in het ziekenhuis een programma gestart en veel col lega’s doen nu mee.” Op een enquête onder alle OK-medewerkers kwamen zestig reacties binnen. “Van schoonmakers tot het LAD magazine | 4
hoofd van de OK, iedereen kwam met eigen ideeën. We zijn daar punt voor punt mee aan de slag gegaan. Zo hebben we de leveran cier van ons ventilatiesysteem gevraagd om systeemaanpassingen, zodat lege OK’s niet nodeloos energie slurpen. Ook hebben we contact opgenomen met een fabrikant van chirurgische schroefjes. Die waren los verpakt, terwijl je eigenlijk altijd een set nodig hebt.” Volgens Bruns begint verandering bij onszelf. “Als arts heb je een belangrijke stem in het ziekenhuis. Bovendien is ver duurzaming ook vaak kostenbesparend, wat het makkelijker maakt om dit bij een zieken huisbestuur te agenderen.” Primum non nocere Dat dokters en andere zorgprofessionals aan zet zijn, beaamt ook Peter Blankestijn, nefroloog-internist bij UMC Utrecht. “Primum non nocere, oftewel ‘als eerste niet-schaden’
“Als arts heb je een belangrijke stem in het ziekenhuis” Emma Bruns, aios chirurgie
Tekst Julia Hamel
“Ik was geen activistische arts, tot dit op mijn pad kwam” Peter Blankestijn, nefroloog-internist
is misschien wel het belangrijkste basis principe van de geneeskunde. In het Lancet Countdown Paper, dat eind 2018 verscheen, werd duidelijk dat de gezondheidszorg een grote impact heeft op onze omgeving, en daarmee dus ook op de gezondheid van de mens. Toen dacht ik: verdorie, we moeten nu écht aan de slag.” Duurzaamheid kwam al eerder op Blankestijns pad. “Toen ik mijzelf twee jaar geleden als kandidaatbestuurslid voorstelde voor de Europese vereniging van nefrologen, gaf ik aan dat ik me wilde verdiepen in de verduurzaming van ons specialisme. Ik was echt geen acti vistische arts, tot dit op mijn pad kwam.” Blankestijn onderzoekt wat de ecologische voetafdruk van dialyses is. “Per sessie hebben we 120 liter opgewarmd water nodig. Om dat te produceren, wordt ongeveer 380 liter gebruikt. Het proces is dus heel inef fi ciënt. Ook wordt veel materiaal naderhand weggegooid. We hebben onderzocht wat het daadwerkelijke verbruik is en zijn daarna in gesprek gegaan met fabrikanten om te kijken of er besparing mogelijk is. Tot onze verba zing gaven ze aan hier al jaren mee bezig te zijn. Waarom wisten wij als specialisten dit niet? Het antwoord was simpel: we stellen hier nooit vragen over. De gezondheidszorg loopt in die zin mijlenver achter op andere sectoren.” Kansen op lange termijn Ondanks de inzet van de fabrikanten is er nog veel werk aan de winkel volgens de nefroloog-internist. “Wij moeten ook onze
verantwoordelijkheid nemen. Een manager loopt rond in een ziekenhuis en ziet halo geenlampen die vervangen kunnen worden om energie te besparen en zorgt ervoor dat het dak vol komt te liggen met zonnepanelen. Maar die manager weet niet wat bespaard kan worden op zorginhoudelijk gebied. Die rol ligt dus bij ons.” Ook zijn er volgens Blankestijn nog kansen op de lange termijn. Zo is vervoer van patiënten en zorgpersoneel ‘goed’ voor achttien procent van de totale CO2-uitstoot in de zorg. “De afge lopen decennia is er weinig veranderd aan de organisatie van chronische zorg. De patiënt komt naar het ziekenhuis, spreekt daar een zorgprofessional en gaat weer naar huis. Veel van deze chronische zorg kan dichterbij de patiënt plaatsvinden. Huisartsen of zorgcentra kunnen hier een rol in spelen, maar moderne communicatietechniek kan hierin ook zeker behulpzaam zijn.” Wat Blankestijn zelf uit zijn ‘missie’ haalt? “De reacties van met name jonge dokters en studenten zijn enorm inspirerend. Wij kijken nu hoe het thema duurzaamheid vast onderdeel kan worden van het curriculum voor geneeskundestudenten.” Duurzamer dutje Dat CO2 en methaan broeikasgassen zijn, weten de meeste mensen wel. Maar de veelgebruikte narcosegassen desfluraan, isofluraan en sevofluraan dragen ook bij aan de opwarming van de aarde. De gassen gaan de hele wereld over, onderzoekers vinden zelfs steeds hogere concentraties op de Noord- en Zuidpool. Anesthesioloog Niek Sperna Weiland van het Amsterdam UMC pleit daarom voor duurzamere narcosemid delen. “Het gebruik van slechts één flesje desfluraan is vergelijkbaar met de halve wereld rondrijden in een benzineauto.” Het middel wordt ondanks de zware ecologische voetafdruk toch nog veelvuldig gebruikt. Sperna Weiland werd zich als aios voor het eerst bewust van de klimaatschade van zijn specialisme. “Ik heb tijdens mijn opleiding een referaat gehouden over de ‘footprint’ van anesthesiemiddelen. De ge tallen waren dermate schokkend dat het mij en mijn collega’s duidelijk was dat het echt anders moet.” Uit onderzoek is gebleken dat intraveneuze narcosemiddelen zoals propofol en narcosegassen medisch gelijkwaardig zijn. Welk middel een anesthesioloog gebruikt, is veelal persoonlijke voorkeur. Toch zijn
intraveneuze middelen een stuk minder schadelijk voor het milieu en klimaat. “Alleen al door bewustwording zie je dat er andere keuzes worden gemaakt. Waar in 2017 in het Amsterdam UMC nog in zestig procent van de gevallen gekozen werd voor damp is dat nu nog maar veertig procent.” Sperna Weiland geeft nu presentaties aan collega’s in het hele land. “In Amsterdam alleen al zijn veel ziekenhuizen aan de slag gegaan. In het OLVG is het nu zelfs protocol dat standaard gebruik wordt gemaakt van intraveneuze middelen tenzij er contra-indicaties zijn.”
“Het gebruik van slechts één flesje desfluraan is vergelijkbaar met de halve wereld rondrijden in een benzineauto” Niek Sperna Weiland, anesthesioloog
Green team Toen duidelijk werd dat hij in zijn opleidingsziekenhuis ook een aanstelling kreeg, pitchte de jonge klare bij de raad van bestuur van het Amsterdam UMC het idee om het operatiecomplex flink te verduurzamen. Hij kreeg groen licht én een zak geld mee. Met zijn ‘green team’ werd hij verantwoordelijk voor een innovatie-impuls. “Samen met een recoveryverpleegkundige, operatieassistent en anesthesiemedewerker ben ik aan de slag gegaan om de verspilling terug te drin gen. Een makkelijke ‘slag’ was om ’s nachts en in het weekend de ventilatiesystemen van ongebruikte OK’s op een lage stand te zetten. De energiebesparing daarvan staat gelijk aan 150 huishoudens per jaar.” Waar Sperna Weiland van versteld stond, is dat slechts een derde van de 2,2 miljoen kilo afval die het Amsterdam UMC locatie AMC produceert wordt gescheiden. April 2020 | 5
Aandeel in totale Co2-voetafdruk gezondheidszorg
38% Energie gebouwen
22% Reisbewegingen patiënten en zorgmedewerkers
18% Geneesmiddelen
11% Overige, zoals voedsel en sanitair
6% Medische apparatuur en instrumenten
“De afvalverwerkers waren bang om aan ons afval te komen. Ze dachten dat in het restafval allerlei besmet materiaal zat, ter wijl we dat afval al los inzamelen.” Verspil geen pil Onderzoekbureau Gupta becijferde dat geneesmiddelen goed zijn voor bijna een vijf de van de CO2-voetafdruk in de gezondheidszorg. Het grootste deel van die uitstoot, bijna negentig procent, vindt plaats nog voor de grondstoffen aankomen bij de fabriek. Kun je als dokter dan nog wel besparen in geneesmiddelen? “Absoluut”, zegt Charlotte Bekker, onderzoeker bij het Radboudumc. Ze deed promotieonderzoek naar medicijn verspilling. Een van de conclusies: veertig procent van alle medicijnen die worden teruggebracht naar de apotheek is onnodige verspilling. Gewapend met die kennis ging ze kijken naar preventieve maatregelen.
3% Papier
3% Bedrijfsactiviteiten
Bron: Gupta (Een stuur voor de transitie naar duurzame gezondheidzorg, 2019)
“Ik hoop dat er meer in het terugdringen van medicijnverspilling wordt geïnvesteerd”
Groene zorg Vorig jaar tekenden 32 organisaties de tweede Green Deal voor een duurzame zorg, die vier thema’s bevat: - verlagen van CO2-uitstoot; - invoeren van circulaire bedrijfsvoering; - verminderen van medicijnresten in afvalwater; - creëren van een schone leefomgeving voor onze patiënten. De Jonge Specialist is een van de onder tekenaars en bracht vorig jaar onder meer een themanummer van haar magazine uit onder de noemer ‘DJS goes green’. Daarnaast is DJS Groen, een speciale werkgroep, gestart om initiatieven te inventariseren. Meer weten? Kijk op www.dejongespecialist.nl.
LAD magazine | 6
Charlotte Bekker, postdoctoraal onderzoeker
“We werken nu aan drie hoofdinterventies. De eerste is doelmatiger voorschrijven om verspilling te voorkomen, aangezien veel medicatie terugkomt vanwege bijwerkingen of een nieuwe behandeling. Bij het Radboud umc gaan artsen daarom een recept voor een jaar uitschrijven bij dure geneesmid delen, maar de apotheek levert kleinere hoeveelheden aan de patiënt. Tussendoor houdt het behandelteam regelmatig vinger
aan de pols om de werking en eventuele bijwerkingen te monitoren. Doordat de patiënt een kleinere voorraad medicatie heeft, blijft er bij wisselingen minder liggen.” Wat ook uit Bekkers onderzoek naar voren kwam, was dat bijna twintig procent van alle medicatie die terugkomt naar de apo theek onaangebroken, onbeschadigd en nog minstens zes maanden houdbaar is.
“Doelmatiger voorschrijven van medicijnen voorkomt verspilling” Daar ligt volgens de onderzoeker een kans om verspilling tegen te gaan. “In de tweede interventie starten we een proef met heruitgifte van retour gebrachte medicatie. We gaan in een pilot ‘dure’ oncologische medicatie voor uitgifte voorzien van een temperatuursticker en een seal. Medicatie die terugkomt kan op die manier na een kwaliteitscontrole opnieuw worden uitge geven. Helaas is dit niet rendabel bij goedkopere medicijnen, maar ik hoop dat in de toekomst naast geld ook klimaat gaat meewegen.” Bewustwording De laatste interventie is gericht op het verminderen van verspilling van medicatie van patiënten die zijn opgenomen in het ziekenhuis. “Het is de norm dat de ziekenhuisapotheek alle medicatie die patiënten nodig hebben tijdens de op name verstrekt, ook de medicatie die ze thuis al gebruiken. Dat is zonde, want bij ontslag wordt de patiënt weer overgezet op ander formularium en blijft de ziekenhuis medicatie over. Bij het Radboudumc vragen we nu of patiënten hun medicatie van thuis zoveel mogelijk willen meenemen. Meer dere centra implementeren deze werkwijze momenteel.” Volgens Bekker begint de strijd om het verminderen van medicijnverspilling bij bewustwording. “De cijfers uit mijn onderzoek zijn opzienbarend, maar in werkelijkheid is de verspilling nog groter. Veel patiënten gooien medicatie weg, of geven deze terug aan artsen. Door medicijn verspilling tegen te gaan, is enorme klimaatwinst te behalen.”
Superheld Doa Shaikhani is geboren in Irak. Op zevenjarige leeftijd is ze met haar twee broertjes en ouders naar Nederland ge vlucht. Geneeskunde en schrij ven zijn haar grote passies. Doa startte daarom tijdens haar coschappen met de website ‘Dokter Do’, waar ze inmiddels 34.000 lezers heeft die haar avonturen in het ziekenhuis meebeleven. De blogs heeft ze, in eigen beheer, in twee delen gebundeld. Naast geneeskunde studeert Doa filosofie en journalistiek. Ze wil later graag huisarts worden.
“Wat drijft je om dokter te worden?” vroeg mijn supervisor. Wat een vraag, zo op een vroege vrij dagochtend. Ik wilde mijn eindbeoordeling en lekker naar huis. Eindelijk weekend. Die gedachte gaf mij een schuldgevoel; alsof ik niet na wil denken over een vraag die oprecht belangrijk is. De chirurg leunde achterover in zijn stoel, gooide zijn pen op tafel en sloeg zijn armen over elkaar heen terwijl hij mij geduldig en bedachtzaam aankeek. Hij verwachtte zeker een filosofisch en goed doordacht antwoord zoals bij de meeste coassistenten, maar in mijn hoofd was het zo stil dat je letterlijk krekels kon horen. Het was geen langgekoesterde meisjesdroom. Ik kom niet uit een doktersfamilie waarbij het lot al bepaald was dat je dokter moest worden voor je überhaupt een naam kreeg en hoe onromantisch het ook klinkt; ik wilde nooit dokter worden. “Ik ben er per ongeluk ingerold”, zei ik weleens voor de grap. Dat grapje kon ik onmogelijk maken nu. Misschien zou deze chirurg het best waarderen, maar ik durfde de gok niet te wagen. Ondanks dat ik iets ‘niet écht wilde worden’, heb ik er keihard voor gezwoegd. Opofferingen gemaakt, vrienden verloren, familie gemist en heel veel afspraken afgezegd omdat ik altijd te laat begon met studeren. Ergens lijkt de wil er toch te zitten. De weg er naartoe was alleen niet zo aantrekkelijk. Ik geef de coschappen de schuld. Al die enge horrorverhalen die ik hoorde en nachtmerries hadden veroorzaakt, schetsten een verkeerd beeld. Tot mijn verbazing bleken de coschappen
namelijk reuze mee te vallen. Ik voelde mij op eens leeg en niet mezelf als ik niet in het zieken huis was en rondliep in een witte doktersjas. Ik wilde mijn stethoscoop op elk borstkas leggen en naar alle harten, longen en buiken luisteren die mij passeerden. Ik wilde in elk bloedvat dat ik zag een infuusnaaldje prikken en bij elk kuchje de tractus respiratorius uitvragen. Het steeg soms een beetje naar mijn bol, ik geef het eerlijk toe. Maar waarom, wat dreef mij?
“Het was geen langgekoesterde meisjesdroom” Ik zag opeens de mogelijkheid ergens écht bij te kunnen horen. Voor iemand die opgroeide als buitenbeentje, was dit een nieuw en uniek gevoel. Al die verschillende dokters inspireerden mij. Je had ze in alle soorten en maten; dik, dun, klein, groot, lief en zelfingenomen. Het was alles bij elkaar wat mij dreef en wat al die dokters met elkaar gemeen hadden. Het niets, en soms alles weten. Elke dag wat nieuws leren, de blunders en de niet-altijd-terechte schouderklopjes. Het vallen en opstaan voor dat ene doel, dat zo ontie gelijk cliché maar heel waar is: mensen helpen. Ondanks dat je als coassistent denkt niets voor te stellen, kan je toch al zoveel betekenen voor iemand. Patiënten zijn je vaak enorm dankbaar. Dat is waarschijnlijk wat mij drijft. Het is alleen een kwestie van tijd, geduld, jezelf blijven ver beteren, leren van je collega’s en grenzen durven aangeven tot je een heuse superheld bent. Of ja, iets wat daar verdacht veel op lijkt ...
April 2020 | 7
Overweeg je wel eens een baan buiten de zorg? De werk- en regeldruk in de zorg is hoog en de personeelstekorten lopen op. Dat maakt het werken in de zorg niet altijd even leuk. Hoe kijken artsen hier tegenaan? Overwegen ze wel eens een baan buiten de zorg? Van de LAD-leden die reageerden op onze poll, zei maar liefst 64 procent ‘ja’. We vroegen drie artsen om een toelichting.
Poll
64%
64% Ja 16% Ja, maar wel binnen de zorg 18% Nee 2% Geen mening
De LAD wil graag weten wat haar leden vinden. Voor elke stelling die we in de rubriek ‘Podium’ poneren, zetten we vooraf een poll op de homepage van de LAD-website.
LAD magazine | 8
Tekst Marjolein Dekker en Julia Hamel Illustratie Ronald Slabbers
JA NEE
JA NEE
JA NEE
Aimée Kok-Pigge
Sophie Habets
Joost Holslag
richtlijnontwikkelaar bij het Nederlands Huisartsen Genootschap:
vierdejaars aios gynaecologie in het UMCG:
werkzaam bij Nedap Healthcare:
Ik ben ooit begonnen met bouw kunde, maar switchte naar geneeskunde omdat ik de sociale dimensie miste. Tijdens een coschap orthopedie viel alles op zijn plek: de combinatie van een tech nisch en pragmatisch vak met patiënt contact trok me. Vol enthousiasme ben ik eerst begonnen aan een promotietraject en daarna in opleiding gegaan. Tijdens de opleiding heeft er echter altijd iets geknaagd; een behoefte aan verbreding en moge lijkheden voor innovatie. Ik dacht dat het wel over zou waaien als ik klaar was en meer autonomie zou hebben, maar dat deed het niet. Binnen het ziekenhuis is men gauw sceptisch als je je aandacht en tijd wilt verdelen en behoor je voor je het weet tot de niet-ambitieuze generatie die weinig kan hebben. Onzin! Ik ben wel degelijk ambitieus, maar stel andere prioriteiten om te kunnen doen wat me motiveert. Ik wil echt patiëntcontact én me breder kunnen inzetten. Die vrijheid miste ik in de tweede lijn. Ik heb mijn opleiding afgerond, maar besloten niet als orthopeed aan de slag te gaan. Dat ik in de zorg wil blijven werken, staat echter buiten kijf. Voor mij is het patiëntcontact te mooi om de zorg te verlaten. Ik werk nu sinds september bij het NHG waar ik me met richtlijnontwikkeling en zorginnovatie bezighoud. Daarnaast solliciteer ik momenteel voor de huisartsopleiding; ik denk daar de verbreding te vinden die ik zoek. Mijn opleidingstijd is dus niet verloren, sterker nog: door deze ervaring ben ik enorm ge motiveerd om als huisarts aan de slag te gaan – niet alleen fijn voor mijn eigen werk plezier, maar ook voor de patiënt. Ik ben blij dat ik die stap heb durven zetten.”
Ik vind mijn vak echt prachtig: het begeleiden van vrouwen bij fertili teitsproblemen, bij zwangerschap en bij de geboorte van een kind. De investering om gynaecoloog te worden, is alleen heel groot. Als aios maak je lange dagen en draai je veel diensten, en ja: dat hoort erbij, dat wist ik toen ik eraan begon. In NoordNederland komt er vaak nog aardig wat reistijd bij. Aan het begin van mijn op leiding werkte ik in Deventer, zo’n 45 minuten met de auto vanaf mijn woon plaats Zwolle. Dat was nog wel te doen. Daarna moest ik twee jaar naar Enschede, wat ik te ver vond voor dagelijks woonwerk verkeer. Ik woon samen met mijn partner, maar ben gaat ‘latten’ toen ik in Enschede begon. Nu zit ik in het UMCG en woon ik weer in Zwolle. Iedere dag betekent dat meer dan twee uur reistijd bovenop een werkdag van tien uur. Over afzienbare tijd mag ik gelukkig aan de slag in Zwolle, anders was ik er misschien wel mee gestopt. Zeker aangezien ik nog helemaal niet weet of ik na mijn opleiding wel een baan kan vinden. Hier in Noord-Nederland sollicite ren veel gynaecologen op één baan en ik weet niet hoe ik het vergeleken met mijn collega’s ga doen. Zij hebben promotie onderzoek gedaan, iets wat niets voor mij is, en zijn tegelijk met hun opleiding ook nog bezig met allerlei andere activiteiten. Op hun beurt roemen zij mij om mijn harde werken en betrouwbaarheid. Maar langs welke lat wordt er straks voor die felbe geerde baan gemeten? Gelukkig kan ik dit voor mezelf aardig relativeren, maar toch speelt het continu in je achterhoofd mee.”
Na mijn opleiding geneeskunde werkte ik een jaar als anios chirurgie in Assen. Een leuke tijd en ik heb er veel geleerd, maar ik vond de ziekenhuiscultuur ook gejaagd en individualistisch. Ik was de enige zaalarts, en had dus niemand anders met wie ik de werkdruk kon delen. Ik vond het werk daardoor eenzaam. Het harde werken an sich vond ik overigens geen probleem, maar het was vooral de cultuur die me tegenstond. Ik had het gevoel het niet echt samen te doen en onvoldoende tijd te kunnen nemen voor patiënten. De ligduur van chirurgische patiënten is de afgelopen jaren steeds korter geworden. Dat is een mooie ontwikkeling, maar ge volg is wel dat de doorloopsnelheid van nieuwe patiënten (en daarmee: de admini stratieve lasten) hoog is en dat heeft con sequenties voor je vak. Een half jaar geleden besloot ik het zieken huis te verruilen voor de IT; een van mijn andere passies! Ik werk nu bij Nedap, een IT-bedrijf dat software maakt voor artsen, zoals EPD’s voor de langdurige zorg. We zijn marktleider in de VVT en de gehandicaptenzorg. Natuurlijk was het best een stap om hier te gaan werken, want ik me realiseerde me heel goed: als ik het zieken huis verlaat, kan ik niet zomaar terug. Maar ik ben heel blij dat ik het gedaan heb. Ik heb hier echt het gevoel dat ik samenwerk en er is veel ruimte voor ontwikkeling. Het enige wat ik wel mis, is het directe patiëntcontact. Wellicht dat ik op termijn dus voor een combi wil gaan. Het lijkt me ideaal om bijvoorbeeld drie dagen hier te werken en daarnaast twee dagen als arts, liefst in de langdurige zorg.”
April 2020 | 9
Werk/privé
Tekst Corrie Kooijman Fotografie Ivar Pel
groei
“Ik door de variatie in mijn werk” LAD magazine | 10
Esther Helms werkt als huisarts in Den Haag, geeft les op de Hogeschool Rotterdam en werkt één dag als huisarts in het AZC Rotterdam. Daarnaast is ze opleider van een verpleegkundig specialist.
“Er valt zoveel te ontdekken”, zo vat huisarts Esther Helms de start van haar carrière samen. Ze is niet alleen huisarts in een reguliere huisartsenpraktijk, maar ook in een asielzoekerscentrum. “Die combinatie maakt mijn werk ‘rijker’. Er komen heel mooie dingen op mijn pad.”
Esther Helms was nog niet zo lang klaar met haar huisartsenopleiding, toen ze in 2018 werd gevraagd als huisarts op een tijdelijke asielzoekerscentrum (AZC)-locatie in Was senaar te komen werken. “Ik reageerde direct enthousiast, maar omdat ik niet wist wat het precies zou inhouden, vond ik het ook best spannend”, vertelt ze. “Ik sta erg open voor nieuwe uitdagingen en besloot er dus aan de slag te gaan.” Inmiddels werkt ze een vaste dag per week in het AZC Rot terdam. “Overdag kunnen asielzoekers met gezondheidsklachten terecht bij het gezondheidscentrum, waar elke dag een inloop spreekuur is. De patiënten worden getrieerd en krijgen een afspraak bij de verpleeg kundige of bij een van de huisartsen. Omdat ik als huisarts in het gezondheids centrum middenop het AZC zit, kom ik ook in actie bij acute situaties. Na vijven kunnen asielzoekers terecht bij de praktijklijn.” Andere gezondheidsproblematiek Helms vindt het werken met asielzoekers bijzonder. “Ik zie veel ‘alledaagse’ gezond heidsproblemen, zoals eczeem of keelpijn. Maar het is goed je bewust te zijn dat asielzoekers andere verwachtingen kunnen hebben over de aanpak van bijvoorbeeld gezondheidsklachten op het vlak van zelfzorg. Zo kan het nemen van paracetamol afdoende zijn, terwijl ze in het land van herkomst gewend zijn om bij een verkoudheid antibiotica te krijgen. Ik leg daarom altijd uit hoe de Nederlandse gezondheids zorg werkt. Goede communicatie is heel belangrijk.” Los van cultuurverschillen heeft Helms te maken met gezondheids problemen die gelieerd zijn aan trauma’s, door bijvoorbeeld ervaringen in het land van herkomst of tijdens de vlucht naar Nederland. “Ik zie veel asielzoekers met een psychiatrisch ziektebeeld. Door mijn werkervaring in het AZC kan ik deze
klachten nu beter beoordelen en samen met de patiënt tot het juiste behandelplan komen. De praktijkondersteuner ggz speelt daarbij ook een belangrijke rol.”
“Ik leg asielzoekers altijd uit hoe de Nederlandse zorg werkt” Professionele afstand “Ik krijg soms de meest schrijnende ge beurtenissen te horen als een asielzoeker zijn verhaal doet”, vervolgt Helms. “Een keer liet een patiënt mij een filmpje zien van een aanslag waar hij zelf bij was ge weest. Dat raakte me diep, omdat je door zulke indrukwekkende beelden beseft wat voor verschrikkelijke dingen iemand heeft meegemaakt. Ik vind het belangrijk dat iemand zijn verhaal kan doen. Tegelijkertijd realiseer ik me dat ik er in de eerste plaats ben om een patiënt te helpen. Het is steeds opnieuw bezig zijn met het vinden van een goede balans tussen professionele afstand en betrokkenheid. Soms vragen patiënten tijdens een consult of ik niet iets kan be tekenen in hun asielprocedure. Dan geef ik aan dat de zorg die ik bied, losstaat van politieke beslissingen en geen invloed heeft op bijvoorbeeld een beslissing door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).” Betere zorg “Ons team bestaat uit huisartsen, verpleeg kundigen, een verpleegkundig specialist in opleiding, praktijkondersteuners ggz en assistenten. Iedereen heeft zijn eigen taken, maar de huisarts is eindverantwoordelijk voor de zorg”, vervolgt Helms. “Er is laag drempelig contact en we werken samen in de sfeer van ‘klop op de deur en loop binnen als je een vraag hebt of graag wilt dat ik meekijk bij een patiënt’. Soms krijg ik kritische vragen van de assistent of ver
pleegkundige waarom ik kies voor een be paald beleid. Dit vind ik heel waardevol. De zorg in het AZC leveren we echt met elkaar. Dit draagt niet alleen bij aan het vergroten van kennis, maar die korte lijntjes werken ook heel plezierig. Ik ben ervan overtuigd dat we hierdoor samen betere zorg kunnen leveren.” Combinatie werkzaamheden Op de vraag of al haar verschillende werk zaamheden op de diverse werkplekken goed met elkaar te combineren zijn, geeft Helms aan dat dit inderdaad het geval is. “Mijn weekindeling staat redelijk vast. Ik werk in een huisartsenpraktijk in Den Haag, werk op een vaste dag in het AZC en wissel dat af met lesgeven op de Hogeschool in Rotterdam. Daarnaast geef ik bij de Hadoks Acute ABCDE-trainingen aan andere huis artsen. Ik heb nog geen kinderen en dat maakt het makkelijk flexibel te zijn. Als jonge huisarts wil ik zoveel mogelijk er varing opdoen en ontdekken met welke doelgroep ik de meeste affiniteit heb. Als ik meer dagen bij het AZC zou werken, zou ik dat net als de andere huisartsen op het AZC ook in dienstverband kunnen doen in plaats van als zzp’er. Voor nu is dit prak tischer, maar ik houd er ook rekening mee dat ik in de toekomst misschien een eigen praktijk wil. In deze fase van mijn carrière staat dat allemaal nog niet vast. Het is mooi dat er zoveel op mijn pad komt, ook wat betreft mijn opleidersfunctie. Ik had er zelf niet aan gedacht opleider te worden, maar omdat de verpleegkundig specialist op het AZC mij vroeg of ik interesse had om die rol voor haar te vervullen, is dat nu ook realiteit. Ik ben erg blij met deze grote variatie in mijn werk, waardoor ik groei in mijn vak.”
April 2020 | 11
De LAD-activiteiten in 2020 Meer inspraak voor artsen, een lagere werkdruk en een concretere aanpak van de ‘veelurencultuur’: het zijn een paar speerpunten uit het beleidsplan van de LAD voor dit jaar. Wat gaat de LAD precies doen en wat heeft u daar als lid aan? We zetten de belangrijkste activiteiten voor 2020 op een rij.
1
2
Juridische dienstverlening: gewaardeerd met een 8,4
Cao’s en sociaal plannen: levensfasebewust personeelsbeleid
Zit u in een lastig re-integratietraject? Wilt u van baan wisselen, maar houdt een concurrentiebeding u tegen? Of dreigt u in een arbeidsconflict te belanden? Neem dan contact op met het Kennis- en dienstverleningscentrum van de Federatie Medisch Specialisten en de LAD. U kunt kosteloos voor 20 uur per jaar (coassistenten: 10 uur) van deze dienstverlening gebruikmaken. Indien nodig kunnen wij ook voor u procederen bij de rechter. Bovendien bieden we ondersteuning aan groepen professionals, bijvoorbeeld bij het oprichten van een medische staf. Onze juristen weten wat er speelt in uw dagelijkse prak tijk. We behandelen jaarlijks ruim 2.000 vragen/dossiers. De juridische dienstverlening werd in 2019 met een 8,4 gewaardeerd. Meer weten? Bel naar 088-13 44 112 of mail naar bureau@lad.nl.
Aan alle cao-tafels zijn een levensfasebewust personeels beleid en een gezond en veilig werkklimaat belangrijke onderwerpen, evenals een vergoeding van beroepskosten en zoveel mogelijk vaste aanstellingen als artsen dit willen. Een punt van aandacht is de toename van het aan tal zzp’ers. De LAD vindt dat dit niet mag leiden tot een verzwaring van de taken van ‘dienstverbanders’. Dit jaar wordt er weer onderhandeld over een aantal nieuwe cao’s, waaronder een Cao SBOH en een nieuwe Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten (AMS). Behalve over cao’s onderhandelen we jaarlijks in honder den instellingen over sociaal plannen, bijvoorbeeld als sprake is van een fusie, reorganisatie of faillissement. De insteek is dan om gedwongen ontslag te voorkomen en afspraken te maken over behoud van werk.
LAD magazine | 12
3
Positionering: meer inspraak voor arts en zorgprofessional De LAD vindt het belangrijk dat artsen en zorgprofessionals als volwaardig gespreks partner betrokken zijn bij de inhoud en organisatie van de zorg. Daarom pleiten we voor inspraak van álle artsen en zorgprofessionals. Een greep uit wat we gaan doen: • Samen met de Federatie Medisch Specialisten en de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) zijn we een project gesart om medisch specialisten in ggz-instellingen te ondersteunen bij het oprichten van een medische staf. Er gaat in 2020 onder andere een training voor hen van start. • Maar liefst 97 procent van de artsen Maatschappij & Gezondheid wil graag worden betrokken bij het instellings beleid, maar slechts de helft van hen zegt dat dit ook gebeurt. Dat blijkt uit een onderzoek van de LAD en de Koepel Artsen Maatschappij en Gezondheid (KAMG). Dit jaar worden daarom bij GGD’en in drie regio’s pilots gehouden om dit te verbeteren.
• Samen met Verenso en ActiZ gaan we onderzoeken hoe specialisten ouderen geneeskunde nu inspraak hebben binnen hun instelling, hoe tevreden ze hierover zijn en hoe we hun positie kun nen verbeteren. • Een soortgelijk onderzoek willen we later dit jaar ook opstarten onder artsen voor verstandelijk gehandicapten (AVG’s), samen met beroepsvereniging NVAVG. • SEH-artsen die lid zijn van beroeps vereniging NVSHA, zijn sinds dit jaar lid van de LAD. Samen met de NVSHA gaan we inventariseren hoe we SEH-artsen steviger kunnen positioneren binnen ziekenhuizen.
Trainingen Naast deze activiteiten voor specifieke ledengroepen bieden we voor alle LAD-leden dit jaar weer de trainingen Beter in beeld en Beter in onderhandelen aan. ‘Beter in beeld’ gaat over de vraag hoe u uw invloedssfeer kunt vergroten: niet alleen in relatie tot uw raad van bestuur, maar bijvoorbeeld ook in relatie tot collega’s en patiënten. ‘Beter in onderhandelen’ is een verdiepingstraining: hoe maak je je punt met behoud van de relatie? En hoe onderhandel je effectief? Beide trainingen beslaan een dag, worden met een 8,5 gewaardeerd en worden speciaal voor LAD-leden tegen een sterk gereduceerd tarief van 325 euro aangeboden. ‘Beter in beeld’ vindt plaats op 20 mei, 16 oktober en 8 december; ‘Beter in onderhandelen’ op 17 juni en 10 december. Meer weten of inschrijven? Ga naar www.lad.nl/beterinbeeld.
4
Gezond en veilig werken: aanpak ‘veeluren cultuur’
Een lagere werkdruk, een cultuur waarin overwerken niet langer ‘vanzelfsprekend’ is en voldoende hersteltijd in roosters: dat zijn belangrijke doelstellingen voor dit jaar. Om die te bereiken, heeft de LAD in 2019 een projectleider ‘Gezond en veilig werken’ aange trokken, die de afgelopen maanden voor alle ledengroepen in kaart heeft gebracht wat de specifieke knelpunten en problemen zijn. De LAD wil dat artsen werken in een cultuur waarin iedereen zich veilig voelt, elkaar kan aanspreken, respec teert en juist bejegent. Bovendien moeten de productie, formatie, organisatie van de praktijk en ar beidsomstandigheden zodanig zijn ingericht en op elkaar zijn afgestemd dat de arts in elke levensfase ge zond kan werken. De komende tijd gaan we aan de slag om deze doel stelling verder uit te werken en te vertalen naar concrete stappen. Zin in Zorg Daarnaast is de LAD een van de initiatiefnemers van Zin in Zorg, een beweging die we in 2019 samen met De Jonge Specialist, LOVAH en VvAA zijn gestart. Doel is het werkplezier van jonge dokters te vergroten. Lees er meer over op www.zininzorg.nl. Time- en stressmanagement Om u zelf handvatten te geven voor een goede werk-privébalans kunt u tegen een speciaal LAD-tarief (€ 695 in plaats van € 795 euro) de training Time- en stressmanagement van VvAA volgen. Lees er meer over op www.vvaa.nl/opleidingen.
April 2020 | 13
Tekst Julia Hamel Fotografie Ivar Pel
Aan ambitie ontbreekt het niet bij de nieuwe voorzitter van De Jonge Specialist (DJS). De 33-jarige Kèren Zaccai weet goed wat ze wil, als arts én als voorzitter. “Als ik over anderhalf jaar afscheid neem als voorzitter, weten alle a(n)ios en startende basis artsen DJS te vinden, zijn ze allemaal lid bij ons en maken ze actief gebruik van al onze diensten. Althans: daar ga ik voor!”
“Ik geniet elke dag van mijn vak”
LAD magazine | 14
Kèren Zaccai (33) werd op 18 september 2019 verkozen tot voorzitter van De Jonge Specialist. Zaccai is vijfdejaars aios urologie in het Amphia Ziekenhuis in Breda. Haar vrije tijd besteedt ze het liefst aan koken, vrienden, sporten, meubels maken en tuinieren.
De 33-jarige Zaccai wist van jongs af aan al dat haar hart in de zorg lag. “Mijn moeder was verpleegkundige – intussen is ze ver pleegkundig specialist – en al op jonge leeftijd had ik bijbaantjes bij haar in het ziekenhuis. Ik voelde me daar echt thuis. Omdat ik vwo heb gedaan was genees kunde een logische stap, maar ik was denk ik ook heel gelukkig geworden als ver pleegkundige.” Na de middelbare school studeerde ze eerst een jaar biomedische wetenschappen, nadat ze was uitgeloot voor geneeskunde. “Ik vond de studie heel interessant, maar wilde uiteindelijk toch graag met patiënten werken. Na een jaar heb ik nog een poging gewaagd en kon ik toch aan geneeskunde beginnen.”
Betrokken
De jonge dokter wist al voor het halen van haar bul dat ze uroloog wilde worden. “Tijdens mijn studie was ik lid van IFMSA, de internationale vereniging van genees kundestudenten. Ik gaf via IFMSA seksuele voorlichting op scholen en merkte dat ik het leuk vind om taboes over seksualiteit te doorbreken. Seksuologie en urologie hebben veel raakvlakken. Gynaecologie natuurlijk ook, maar de geboortezorg trekt mij minder. Ik ben vooral geïnteresseerd in seksuele disfunctie en de invloed van ziekte op intimiteit en seksualiteit.” De definitieve keuze voor urologie maakte zij tijdens haar coschappen. “Ik liep een coschap heelkunde in Zeeland en deed een keuzeweek bij de urologie. De uroloog, dokter Jaspars, maakte een enorme indruk op mij. Zo dicteerde hij een brief aan de echtgenote van een overleden patiënt om haar te condoleren. Die betrokkenheid raakte me diep, ik dacht: zo betrokken wil ik ook zijn.” Zaccai heeft nooit spijt gehad van haar keuze. “Ik geniet iedere dag van mijn vak. De combinatie van het patiënt contact, het voeren van moeilijke gesprek ken en het beter maken van mensen maakt het werk erg leuk.”
Belangenbehartiger
Tijdens haar eerste jaar als aios vroeg ze zich af of er niet een instantie was die zich
bezighield met aios-belangen, bijvoorbeeld als het gaat om roosters en werkdruk. “Natuurlijk kwam ik meteen uit bij DJS en ben ik lid geworden.” Twee jaar later stelde Zaccai zich verkiesbaar als bestuurslid. “Ik ben een echte idealist en het frustreert me als dingen niet goed gaan. Als bestuurslid kan ik die frustratie omzetten in verbetering.” In september 2019 stelde ze zich verkies baar als voorzitter. “Het was niet mijn ambitie voorzitter te worden, maar toen de kans zich voordeed greep ik die wel met beide handen aan.” De eerste vijf maanden als voorzitter is er veel op Zaccai afgekomen. “Waar je als portefeuillehouder binnen het bestuur vooral met een onder werp bezig bent, moet je nu een overstijgen de blik hebben en weten wat er speelt op alle vlakken.” De dynamiek binnen het bestuur prikkelt haar om verder te komen. “Ik leer veel van mijn collega-bestuursleden. Ik kan me nu meer inleven in de problematiek van andere specialisaties. Ik ben ervan over tuigd dat dat mij een betere dokter maakt. Actief zijn in het DJS-bestuur is dus niet al leen maar brengen, maar zeker ook halen.”
Aanpakken
De focus van het bestuur ligt bij gezond en veilig werken. “Nog steeds zijn veel a(n)ios niet goed op de hoogte van hun rechten als het gaat om de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden en de ondersteuning die wij daarbij bieden. Zo weet nog niet iedereen dat wij afgelopen jaar bij opleidingsinstel lingen zijn langsgegaan om werkgevers aan te spreken op hun verantwoordelijheid in goed werkgeverschap.” Zaccai benadrukt echter ook dat een grote verantwoordelijk heid ligt bij a(n)ios zelf. “Je moet je eigen grenzen kennen én stellen.” Ze heeft begin dit jaar zelf een belangrijke knoop door gehakt. “Ik ben parttime gaan werken, dat voelde best als een grote keuze. Maar als ik terugkijk, denk ik: ‘Dat had ik eerder moeten doen.’ Ik wil namelijk ook nog genoeg tijd hebben voor mijn vriend, vrienden en familie.” Toch is de stap om parttime te werken voor veel dokters groot. “De cultuur in een ziekenhuis is nu niet zo dat iemand aan je vraagt: ‘wat heb jij nou
nodig, denk daar eens over na’. We zijn zo gefocust op ons werk, de opleiding en alles wat daarbij komt kijken, dat je daar niet bij stilstaat.”
“De stap om parttime te gaan werken, is voor veel dokters nog groot” Zin in zorg
Uit de laatste enquête van DJS kwam naar voren dat één op de vijf jonge dokters kampt met burn-outklachten. Volgens de DJSvoorzitter is de tijd van aankaarten voorbij. “Het is nu tijd om het probleem aan te pakken. Iedereen kent inmiddels de cijfers, iedereen is het wel eens dat het anders moet. We zijn als DJS samen met de LAD, LOVAH en VvAA daarom gestart met de beweging Zin in Zorg. Ons doel is mentaal fitte dokters en meer werkplezier in de zorg. Daarnaast trekken we samen met de LAD op bij dit thema en bieden we een gezamenlijk lidmaatschap aan voor anios en aios.”
Focus op basisartsen
De Jonge Specialist richt zich sinds vorig jaar ook meer op startende basisartsen. “Tijdens de geneeskundestudie ben je lid van De Geneeskundestudent en aios zijn lid van hun wetenschappelijke vereniging en De Jonge Specialist. In de tijd daartus sen val je eigenlijk tussen wal en schip. Dus hebben DJS en de LAD besloten die groep actiever te ondersteunen.” Het bestuur van DJS is nu aangevuld met een basisarts en heeft ambitieuze plannen. “We willen jonge dokters helpen bij het maken van een goede loopbaankeuze: welk specialisme past bij je? Wil je binnen of buiten het ziekenhuis werken? Hoe past deze baan in jouw toekomstperspectief? We hopen dat we basisartsen kunnen fa ciliteren bij het maken van de juiste keuze. We maken ons onder andere hard voor mentoraat en een portfolio. Daarnaast zijn we in gesprek met zusterverenigingen als VASON, VAAVG, LOSGIO en LOVAH om dit verder vorm te geven.”
April 2020 | 15
Tekst Marjolein Dekker Fotografie Ivar Pel
Waar krijg jij energie van in je werk?
“Interventieradiologie draait om minimaal invasieve beeldgestuurde behandelingen. Het vak is voortdurend in ontwikkeling waardoor er steeds nieuwe(re) procedures en materia len bijkomen. De diversiteit aan procedures is leuk en maakt iedere dag anders. We doen radiologische interventies in de oncologie, zoals tumorablaties, chemo- en radio-embolisatie en geïsoleerde leverperfusie, maar ook perifere vaat- en com plexe aorta-interventies. Als een nieuwe behandeling ver loopt volgens een vooropgesteld plan, geeft dat ongelooflijk veel voldoening.”
Wat is de toegevoegde waarde van de LAD voor jou?
“Ik vind het fijn dat er een organisatie is die werk- en rusttijden aan cao-tafels agendeert. De werkdruk in ons vak is hoog, zeker gezien de toenemende vraag naar diagnostiek. Door de regeldruk en organisatorische lasten staan het werkplezier maar ook andere academische taken zoals research en onderwijs onder druk, dus is het belangrijk dat de LAD zich hier hard voor maakt. Daarnaast juich ik het toe dat de LAD de arbeids marktontwikkelingen monitort en agendeert. Er zijn steeds minder aios, waardoor onze afdeling weer met radiologen in de voorwacht is gaan werken.”
Wat is het grootste vooroordeel over (interventie)radiologen?
“Dat ons vak alleen maar technisch is en we onzichtbaar zijn voor de patiënt. Radiologie is steeds meer een klinisch vak en interventieradiologen spelen een centrale rol in de behandeling van de patiënt. Probleem is wel dat radiologen worden betaald voor verrichtingen en dat onze klinische patiëntgebonden taken daar niet in worden meegenomen. Daar is dus nog werk te doen! Naast het ‘technische’ beeld van radiologen, staan wij – helaas geen vooroordeel – bekend als mannenbolwerk. Slechts tien procent van de Nederlandse interventieradiologen is vrouw. De hoge dienst frequentie en lange werkdagen spelen daar ongetwijfeld een rol bij, die het vinden van een goede werk-privébalans lastig maken. Heel jammer, want het is het mooiste, meest ver nieuwende en diverse vak wat er is!”
Hoe is je samenwerking met andere LAD-leden?
“Nieuwe interventietechnieken vragen van ons niet al leen een uitgebreide technische en procedurele kennis van ingrepen, maar ook een grotere betrokkenheid bij de indicatiestelling. Daarom nemen we actief deel aan multidisciplinair overleg met alle klinische collega’s in het ziekenhuis, zoals MDL-artsen, oncologen, chirurgen, urologen en gynaecologen. Die samenwerking geeft een extra dimensie aan dit vak.”
LAD magazine | 16
Emma Bos* is bedrijfsarts. Na een paar jaar in dienst te zijn geweest bij haar werk gever, wil zij bij een soortgelijk bedrijf gaan werken. Ze neemt contact op met het Kennis- en dienstverleningscentrum van de Federatie Medisch Specialisten en de LAD om te vragen waar ze op moet letten. Dan blijkt een vervelend concurrentie beding haar in de weg te staan ...
Addertjes onder het gras Arbeidsjurist Sandra Stalmeier bestudeert de huidige arbeidsovereenkomst van Bos. Daarin staat een concurrentiebeding, dat erop neerkomt dat als Bos bij haar werk gever weggaat, ze gedurende twee jaar in heel Nederland niet als bedrijfsarts kan werken. Er geldt bovendien een boetebe ding: als Bos het concurrentiebeding over treedt, moet ze een hoge boete betalen.
Beperkend
“Concurrentiebedingen komen in de zorg helaas steeds meer voor en ze zijn erg be perkend als je uit dienst treedt”, vertelt Stal meier. Een concurrentiebeding bevat een verbod voor de werknemer om na het einde van zijn contract gedurende een bepaalde periode soortgelijke werkzaamheden uit te oefenen bij een ander bedrijf of als zelf standig ondernemer. “In tijdelijke arbeids overeenkomsten is een concurrentiebeding niet toegestaan, tenzij er sprake is van zwaarwegende bedrijfsbelangen die een werkgever zorgvuldig moet motiveren. In contracten voor onbepaalde tijd kan wel een concurrentiebeding worden opgenomen. Wij adviseren bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst altijd om te proberen dat beding eruit te halen”, aldus Stalmeier.
Waarom een beding?
Werkgevers willen een concurrentiebeding nog wel eens gebruiken om investeringen in de werknemer (in tijd en geld) terug te halen. “Daar is een concurrentiebeding echter niet voor bedoeld”, benadrukt Stal meier. “Een concurrentiebeding is er met name om de opgebouwde knowhow en goodwill van de werkgever te beschermen en niet om werknemers te binden of om er voor te zorgen dat ze pas na het betalen van een vergoeding kunnen vertrekken.”
Om tafel met de werkgever
Stalmeier adviseert Bos om met haar werk gever in gesprek te gaan. Wellicht is de werkgever bereid haar niet aan het concurrentie beding te houden. Een andere oplossing is het beding om te zetten naar een goed afgebakend relatiebeding. Er wordt dan een lijst opgesteld van klanten van bijvoor beeld het laatste halfjaar, waarbij wordt afgesproken dat de werknemer gedurende een bepaalde periode (bijvoorbeeld 12 maanden) geen werkzaamheden mag ver richten voor deze klanten. Stalmeier legt Bos uit dat als haar werkgever voet bij stuk houdt, ze een procedure bij de kantonrechter kan beginnen. “Wij kunnen zo’n procedure voeren en de rechter vragen het concurrentiebeding ongedaan te maken of in het voordeel van de werknemer aan te passen. Of de rechter daartoe beslist, hangt onder meer af van de vraag of de arbeids overeenkomst bij de nieuwe werkgever een aanzienlijke verbetering oplevert voor de werknemer, bijvoorbeeld qua inkomen. De rechter kan ook het toepassingsgebied waarvoor het beding geldt beperken of de termijn die in het beding staat verkorten.”
Resultaat
Bos hoopt dat het zover niet komt en gaat het gesprek met haar werkgever aan. Aan vankelijk wil die vasthouden aan het con currentiebeding. Daarop neemt Stalmeier contact met hem op en licht eventuele vervolgstappen toe. Na goed overleg wil de werkgever het concurrentiebeding omzetten in een relatiebeding voor de duur van een jaar. Dat is voor Bos geen probleem. Met haar nieuwe werkgever is ze overigens geen concurrentiebeding overeengekomen ...
Tips van Sandra Stalmeier • Teken een arbeidsovereenkomst nooit blind, maar laat deze eerst controleren door ons. Als LAD-lid heeft u recht op zo’n ‘arbeids- overeenkomstcheck’, dus maak er gebruik van. • Wees alert op ‘bedingen’ zoals een geheimhoudings-, concurrentie en/of relatiebeding. Vaak zit daar een (streng) boetebeding aan ge koppeld. Ga hier niet zomaar akkoord mee. • Zit u al aan een concurrentiebeding vast? Neem dan contact met ons op als u wilt proberen om dit be ding te wijzigen of wanneer u naar een andere baan op zoek gaat. Het is belangrijk dat nieuwe afspraken goed op papier worden gezet. Wij kunnen u daarbij helpen.
* Namen van cliënten in deze rubriek zijn fictief in verband met de privacy van de cliënt.
> LAD.NL Vragen over uw contract of over een arbeidsgeschil? Neem contact op met de juristen van het Kennis- en dienstverleningscentrum. U kunt ons bereiken via 088 13 44 112 of kijk voor meer informatie op de website van de LAD: www.lad.nl.
April 2020 | 17
Column
Nieuwe initiatieven ... We hebben net de première van ons Basisartsencongres achter de rug: het allereerste evenement dat we specifiek voor deze doelgroep organiseerden, samen met De Jonge Specialist. Dat deze dag in een behoefte voorzag, bleek wel uit de animo voor de workshops: er was veel behoefte aan tips over het solliciteren naar een opleidingsplek, aan objectieve informatie over promoveren en aan adviezen over hoe je je artsenloopbaan nou het slimst begint. Precies dat was ook de reden waarom we dit congres hebben geïnitieerd. We merken dat startende basisartsen met tal van keuzes en dilemma’s te maken hebben en daar wel wat hulp bij kunnen gebruiken. Heb je het congres gemist? Niet getreurd! We gaan samen met De Jonge Specialist nog meer activiteiten voor deze groep ontwikkelen en sturen alle net-afgestudeerde basisartsen een speciaal magazine waarin de belangrijkste tips op een rij staan, samen met ervaringsverhalen en inter views met artsen van alle verschillende specialismen: van chirurgie tot ouderengeneeskunde en van huisarts- tot verzekeringsgeneeskunde.
Overeenstemming over tekst Cao Ziekenhuizen Samen met de andere werknemersorganisaties en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen hebben we hard gewerkt aan het omzetten van het akkoord voor de nieuwe Cao Ziekenhuizen in een cao-tekst. De nieuwe cao is te vinden op de LAD-site (www.lad.nl via LAD voor u/Cao’s en sociaal plannen). Afspraken die een bepaalde ingangsdatum hebben, gaan (eventueel met terugwerkende kracht) in op de afgesproken datum. Alle overige cao-afspraken gelden per 1 april 2019. In de cao is onder andere afgesproken dat relevante onderzoekservaring van basis artsen en aios meetelt in hun inschaling. Datzelfde geldt voor werknemers die een opleiding volgen tot ziekenhuisapotheker, klinisch chemicus of klinisch fysicus en die relevante werkervaring hebben opgedaan na het behalen van hun masteropleiding. Deze afspraak geldt vanaf 1 april 2019 en we adviseren leden er met terugwerkende kracht gebruik van te maken. Heeft u hier ondersteuning bij nodig? Neem dan contact op met ons Kennis- en dienstverlenings centrum via 088 13 44 112.
Naast de basisartsen staan er de komende tijd natuurlijk ook initiatieven voor andere ledengroepen op de agenda. Zo beginnen binnenkort de besprekingen voor een nieuwe Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten (AMS), waarbij duurzame inzetbaarheid een belangrijk thema wordt. Daarnaast gaan we onderzoeken hoe we specialisten ouderengeneeskunde beter kunnen positioneren. Verder zijn we bezig met het ontwikkelen van een training voor medisch specialisten in de ggz, om hen te helpen bij het opzetten van een medische staf zodat ze meer inspraak hebben op het beleid van hun ggz-instelling. De rode draad bij al die initiatieven: gezond en veilig werken en een betere positionering van artsen. Niet voor niets onze belangrijkste twee speerpunten. Caroline van den Brekel, directeur
Intussen op Twitter … De Jonge Specialist @jongespecialist Inspectie van SZW toont aan dat ondanks de hoge werkdruk jonge artsen gedreven en passievol hun werk uitvoeren. Lees het artikel op: https:// inspectiewerkt.nl/dokter/ #DJS=trots #gezondenveiligwerken #zininzorg
LAD magazine | 18
110 Tweede Kamerleden stemden in februari voor de terugkeer van loting voor numerus fixus-opleidingen (bron: Rijksoverheid)
In het kort
LOTING KOMT TERUG Een meerderheid van de Tweede Kamer heeft in februari ingestemd met een motie om het verbod op loting af te schaffen. Goed nieuws, vinden de LAD, De Genees kundestudent en de KNMG, want de invoe ring van decentrale selectie heeft de studie geneeskunde minder toegankelijk gemaakt. Uit een onderzoek van De Geneeskunde student blijkt dat scholieren al vanaf jonge leeftijd proberen hun selectiekansen te ver groten door onder andere dure cursussen te volgen. Zo heeft bijna een kwart van de eerstejaarsstudenten een cursus gevolgd. De kosten hiervan variëren van 150 tot enkele duizenden euro’s. Daarnaast blijven steeds meer scholieren bewust in 5vwo zitten om zo in 6vwo een hoger eindge middelde te halen en daarmee de kans op toelating te vergroten.
Win een exemplaar van Hoe dokters beter kunnen worden Hoe houd je je als dokter staande in de complexe omgeving van een ziekenhuis, waar je in je eentje amper nog iets kunt betekenen voor de patiënt? En waarin je anderen met wie je moet samenwerken meer dan ooit nodig hebt om de juiste zorg te kunnen verlenen? Dat is het ver trekpunt van het boek Hoe dokters beter kunnen worden van Laurens Baas. Baas – zelf geen dokter maar bedrijfskundige, coach en mediator – heeft een brede ervaring in de zorg. Hij stond aan de wieg van functiegerichte budgettering in de jaren ’80 en van het DBC-concept in de jaren ’90. Daarna volgde hij zijn hart en ontwikkelde zich tot een professional in de interactie tussen mensen, in het bijzonder medisch specialisten. Na twin tig jaar is hij vertrouwd met hun ‘mentale programmering’ en met de mores van de beroepsgroep. In zijn boek geeft hij aan de hand van eigen ervaringen in zijn rol als coach praktische handvatten voor dokters die hun persoonlijke effectiviteit willen vergroten en meer voldoening willen halen uit hun werk. Hoe blijf je mentaal vitaal? Hoe creëer je verbinding in een team en hoe ga je om met conflicten? Baas laat zien dat de sleutel ligt in een goede samenwerking, want: dokteren
doe je samen. “Een toegankelijk en waardevol boek met food for thought”, schreef Marcel Levi niet voor niets in een review over het boek, dat vooral de persoonlijke kant van het artsenvak belicht. Baas was een van de sprekers op het Basisartsencongres, dat de LAD op 7 maart samen met De Jonge Specialist organiseerde. We mogen 30 exemplaren van zijn boek verloten. Wilt u hier kans op maken? Stuur dan voor 30 april een mail met uw naam en adresgegevens naar redactie@lad.nl met als onderwerp ‘Hoe dokters beter kunnen worden’. Begin mei maken we de winnaars bekend.
20%
13.000
69.307
Tussen 2011 en 2018 namen de personeelskosten in de vier grootste zorgsectoren (VVT, ziekenhuizen, ggz en gehandicaptenzorg) met 20% toe
In het vierde kwartaal van 2019 kwamen er in de zorgsector 13 duizend nieuwe banen bij
mensen tekenden tot nu toe het manifest Lijm de Zorg, voor een betere ggz en jeugdzorg
(bron: Centraal Bureau voor de Statistiek)
(bron: lijmdezorg.nl)
(bron: Intrakoop)
April 2020 | 19
Meer mogelijk voor jouw hypotheek via VvAA Speciaal voor VvAA zijn de acceptatiecriteria voor startende zorgverleners door een aantal hypotheekverstrekkers aangepast. Daardoor biedt VvAA meer mogelijkheden. Dit geldt ook als je werkzaam bent als arts-assistent (al dan niet in opleiding) met een tijdelijke arbeidsovereenkomst.
Hypotheekadvies op maat via VvAA We weten hoe hoog je werkdruk is. Daarom: Hoef je ons minder uit te leggen. Onze adviseurs zijn geschoold om zorgverleners te adviseren. Heb je contact waar en wanneer het jĂłu uitkomt: online, telefonisch, thuis of op je werk. Kunnen we de (financiĂŤle) gegevens die VvAA al van je heeft op jouw verzoek hergebruiken.
Plan een afspraak in via: vvaa.nl/advies/hypotheekadvies Of bel naar 030-247 40 25. Mailen kan ook naar hypotheken@vvaa.nl.
De stem en steun van zorgverleners