FORUM+ voor Onderzoek en Kunsten. Maart 2015

Page 46

(1866) en het naturalistische zangspel Isa (1867). De succesvolle creatie van De Schelde vond op 22 februari 1869 plaats in het Antwerpse Théâtre Royal Français (de huidige Bourlaschouwburg) onder de leiding van de componist. De Schelde is een triptiek met een ideële ontwikkeling en een tijdsverloop, van het vallen van de avond, tot het krieken van de morgen. Het eerste deel, dat opent met een sfeerscheppende symfonische prelude, is poëtisch en idyllisch en speelt zich af in een avondlijk, arcadisch Scheldelandschap. Het dramatische tweede deel, dat zich 's nachts ontwikkelt, schildert het verleden van Vlaanderen, tussen overheersing en zwaar bevochten vrijheid. Uit de nevelen boven de Schelde rijst een schimmenstoet met historische figuren als de klauwaards en de leliaards, Artevelde, Zannekin en Willem van Oranje. Met dramatisch optredende koorgroepen en een ontketend orkest schildert Benoit hier een pandemonium dat preludeert op de slagveldscènes uit zijn oratorium De oorlog. In het slotdeel, een mooie zomerochtend, passeren die beroepsgroepen de revue die op of langs de Schelde hun brood verdienen: matrozen, vissers, landbouwers, scheepslui, koopliederen en nijveraars. De Schelde is de 'stroom van de liefde', die tot nut van iedereen door het vrije vaderland kronkelt. Tegen die aquatische achtergrond evolueren abstracte personages als de Dichter en de Kunstenaar, die beschouwende teksten zingen, terwijl de verliefde Jongeling en het Meisje, varend op de Schelde, getuigen zijn van het schouwspel dat zich op en langs de Schelde afspeelt en dromen van 'een huisje aan het Scheldestrand'. Maar dé hoofdfiguur van het oratorium is de Schelde die ook als dusdanig door de verschillende personages direct wordt aangesproken. Het was klassiek dat rivieren animistisch en gepersonifieerd werden beschreven en toegesproken, niet zelden als moeder- of vaderfiguur, zoals 'Vater Rhein' of, in het populaire Lied der Wolgaslepers: 'Ekh, ty, Volga, mat'-reka' ('Ach, u Wolga, moederstroom'). Tijdens de voorstelling van de hier besproken cd op het 'Schoon Verdiep' in het Antwerpse stadhuis werd tot twee keer toe gezegd dat Benoit met De Schelde 'de harten van de Antwerpenaren' wou stelen, maar deze uitspraak lijkt toch eerder door stedelijk chauvinisme dan door de feiten ingegeven. Zo laat tekstschrijver Hiel, zelf in Dendermonde aan de boorden van de Schelde geboren, nergens het woord Antwerpen vallen. Naast een manifeste cultuurflamingantische boodschap, ventileren de auteurs hier vooral hun sterke orangistische sympathieën. Het tweede deel eindigt met het Wilhelmus en de laatste woorden van het werk zijn een oproep aan de Schelde om verder te stromen 'door het vrije vaderland, 't machtig prachtig Nederland.' Het oratorium ontstond tussen twee andere, wereldberoemde riviercomposities, met name An der schönen blauen Donau (1867) en De Moldau (1874). Niettegenstaande zeer verschillend, hebben die drie werken toch ook wel een en ander gemeen. Strauss Jr. componeerde zijn populaire wals in de nasleep van

44

de door de Oostenrijkers verloren Slag bij Königgratz en het werk kreeg al vlug de status van onofficiële volkshymne, 'ein patriotisches Volkslied ohne Worte' (Eduard Hanslick). Ook in De Schelde komt een aansprekende melodie voor, die door het publiek werd geadopteerd: met een andere tekst van Hiel ('Waar Maas en Schelde vloeien') werd het 'Lied der Vlamingen' vaak als een kwaliteitsvoller alternatief voor De Vlaamse leeuw voorgesteld. Met De Moldau deelt De Schelde dan weer de grote symboolwaarde voor de Tsjechische, respectievelijk Vlaamse muziek.

BELGIAN BOUTIQUE De Schelde werd een van Benoits populairste werken. Van zijn cantates en oratoria is het misschien wel zijn meest uitgevoerde werk. In 1997 werd het werk nog uit de kartons gehaald, naar aanleiding van het eeuwfeest van het Koninklijk Vlaams Conservatorium. Welshman Grant Llewellyn dirigeerde toen het Koninklijk Filharmonisch Orkest van Vlaanderen (nu: deFilharmonie). Ook voor de recentste uitvoering, op 30 augustus 2013, was een historische herdenking de aanleiding, met name de 150ste verjaardag van het tolvrij maken van de Schelde. Opnieuw leverde deFilharmonie het orkest, en opnieuw koos men met Martyn Brabbins voor een Britse dirigent die bewezen heeft ook met een groot koor overweg te kunnen. Kosten noch moeite werden gespaard, en met het Vlaams Radio Koor en het Nederlands Groot Omroepkoor werd een beroep gedaan op twee excellente professionele koren. Het Antwerpse Havenbedrijf, dat deze grote productie financieel mogelijk maakte, kreeg in ruil een uitvoering met zicht op de Schelde, in een tot concertzaal omgebouwde Waagnatie. Die spectaculaire locatie, een hangar op de Scheldekaaien, had zo zijn praktische en akoestische nadelen, maar het staat als een paal boven water: dit was veruit de beste uitvoering ooit van een Benoitoratorium. Bij vroegere uitvoeringen leidde een combinatie van onkunde, gebrek aan middelen, onderschatting en nonchalance – 'het is maar Vlaamse muziek' – al te vaak tot ontgoochelingen. De VRTaudiotheek steekt dan ook vol met minder goede tot slechte uitvoeringen van Vlaamse composities. Deze keer werden de zaken wél professioneel aangepakt en dat liet zich horen. De koren, die een bijzonder groot aandeel in het werk hebben, en het orkest belichtten het oratorium tot in al zijn finesses, zodat de koristische rijkdommen en de subtiele en fijnmazige orkestratie van het werk eindelijk ten volle tot hun recht kwamen. Bij de solisten, aangevoerd door een uitstekende Werner Van Mechelen, was het klankbeeld wisselend. Benoit vergt hier veel van zijn zangers en niet iedereen leek daar tegen opgewassen, met als dieptepunt een kwakkelende tenor die sterk deed terugverlangen naar de eertijds onovertroffen Zeger Vandersteene. De uitvoering bewees nog maar eens dat het niet (langer) evident is om een gelijkmatige kwaliteitsvolle zangerscast samen te stellen als er in


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.