513ec7cbe6ebe2.18520427

Page 260

Albinia Leelas boek 15-11-12 16:10 Pagina 260

vond de serieuze manier waarop het evangelie er werd verbreid zelfs charmant (gegeven het feit dat het geen kans van slagen had). Toen Vyasa tussen de arme dorpelingen in de wachtkamer zat, haalde hij een vel papier uit zijn vestzak en vouwde dat open. Meera had het hem die ochtend gegeven na een studieopdracht een vers te schrijven met een mythologisch thema. Misschien geïnspireerd door Meera’s naam had Vyasa een les eerder onderwezen over haar naamgenote, Meerabai, de middeleeuwse prinses uit Rajasthani die afstand had gedaan van haar echtgenoot en het koninklijk hof om door de woestijn te reizen en de lof te zingen van Krishna, de jongensgod met het blauwe gezicht. Meerabai nam een dienstmaagd met zich mee, Lalita, en zij was het, zo gaat het verhaal, die Meerabais verzen redigeerde en deze verfijnde producten van goddelijke extase verzamelde en tot een samenhangende bundel ordende. Elke Indiase dichter moest zich van een pseudoniem bedienen en dit – Lalita – had Meera gekozen als het hare. Het was mooi gevonden, want in de strofen ontspon zich een verhaal van liefde en bezetenheid. In de laatste werd hij zelfs met name genoemd: O saffraangetinte vrouw, In je vorige leven was je koeienhoedster. Eens bezong je je liefde voor Krishna. Verwerp nu deze kinderlijke dingen, Steek mij je hand toe, Meera. Zoals Ganesh het epos opschreef voor Vyasa, Verklaar jij in deze verzen je liefde voor Lalita. Vyasa lachte hardop van plezier. Deze bewerking van Meerabais liefdesliederen, de verweving van een thema uit de Mahabharata, was ronduit voortreffelijk. Precies op dat moment deed de verpleegster de deur open en riep zijn naam. Haar stem klonk onmiskenbaar Engels, en jong. Vyasa keek op. Ze was frêle, slank, blond en amper twintig, haar 260


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.