kinderrechtencommissariaat_jaarverslag_2004_2005

Page 138

Hst 4 Advieswerk 10 Niet-begeleide minderjarigen in een precaire situatie

10

Niet-begeleide minderjarigen in een precaire situatie

10.1. Situering Accurate cijfers zijn er niet, maar naar schatting komen er elk jaar 1500 tot 2000 niet-begeleide minderjarigen ons land binnen. De meeste van deze jongeren zijn 16 jaar en ouder. Niet-begeleide minderjarigen zijn niet alleen een bijzonder heterogene doelgroep (qua juridisch statuut, land van herkomst, leeftijd, achtergrond en verleden), ze zijn ook uiterst kwetsbaar en hebben recht op bijzondere bescherming.55 Opvang en hulpverlening binnen het huidige duale opvangsysteem is niet genoeg afgestemd op de zorgbehoeften van de niet-begeleide minderjarige.

Een belangrijke realisatie voor de bescherming van niet-begeleide minderjarigen was de inwerkingtreding van het nieuw juridisch kader rond de voogdij.56 De opstart van dit nieuwe voogdijsysteem liep in de praktijk niet zonder problemen. Er waren lang niet genoeg voogden beschikbaar. Bovendien rezen er vragen rond het vrijwilligersstatuut van de voogd57, meer bepaald rond het verwerven van de nodige competenties (inhoudelijke kennis van zaken, samenwerkingsvaardigheden en betrokkenheid) om de voogdijopdracht tot een goed resultaat te brengen. Onlangs werd het voogdijsysteem aangevuld met ‘professionele’ voogden. Zij werken als werknemer en kunnen tot 25 voogdijen tegelijk opnemen.58 Een groot struikelblok in de opdracht van de voogd is het vinden van geschikte opvang en begeleiding voor de niet-begeleide minderjarige. De kwestie sleept al jaren aan.59 De federale en de Vlaamse overheid nemen elk een deel van de opvang voor hun rekening. Na de eerste federale crisisopvang van maximum 14 dagen60 wordt de opvang gesplitst. Niet-begeleide minderjarigen die asiel aanvragen, komen in de federale opvangstructuur terecht.61 Jongeren die geen asiel aanvragen of van wie de asielprocedure afliep en die uitgeprocedeerd zijn, worden opgevangen door de gemeenschappen. Zij komen als ‘jongeren in een problematische opvoedingssituatie’ in de bijzondere jeugdbijstand terecht.62 Er bestaan dus twee opvangmodellen naast elkaar: een grootschalig federaal model dat niet-begeleide minderjarigen als ‘vluchteling’ beschouwt, en een kleinschalig model dat niet-begeleide minderjarigen opvangt als ‘jongeren in een problematische opvoedingssituatie’. Het normerende kader voor de twee opvangsystemen is totaal verschillend. De federale centra scoren veel beter op het vlak van capaciteit, maar vaak ontbreekt een kwaliteitsvol zorgkader. Terwijl omgekeerd de bij55 Zie voor een actueel beeld van niet-begeleide minderjarigen in België: DERLUYN, I. en BROEKAERT, E., “Niet-begeleide buitenlandse minderjarigen”, T.J.K. 2005/1, p.12. Child Focus werkt actief rond verdwijningen en seksuele uitbuiting van niet-begeleide minderjarigen. Hun studies en onderzoek leidden tot tal van beleidsaanbevelingen rond opvang, voogdij en verblijfsrechtelijke procedures. Zie: VERLINDEN, A., De opvang in België van niet-begeleide minderjarigen, slachtoffer van seksuele uitbuiting, Brussel, Child Focus en Koning Boudewijsntichting, 2004, 140 p. en De SMET, S., Profiel en trajectmonitoring van de niet-begeleide minderjarige asielzoekers in België, Brussel, Child Focus en Fedasil, 2005, 111 p. 56 Zie: KINDERRECHTENCOMMISSARIAAT, Jaarverslag 20032004, Brussel, Kinderrechtencommissariaat, 2004, p.134-135. 57 Omwille van de vergoeding kan een voogd als vrijwilliger maximum twee voogdijen op zich nemen. 58 Met een maximum van 40 voogdijen per jaar. 59 Zie: KINDERRECHTENCOMMISSARIAAT, Jaarverslag 20032004, Brussel, Kinderrechtencommissariaat, 2004, p.177.

138

60 In afwachting van een akkoord met de gemeenschappen organiseert Fedasil een kortdurende crisisopvang in Neder-OverHeembeek en in Steenokkerzeel. Van hieruit worden alle nietbegeleide jongeren verwezen naar een opvangvoorziening van de federale overheid of naar een opvang georganiseerd door de gemeenschapsoverheid. Uit de praktijk klinkt het signaal dat er voor jongeren die geen asiel aanvragen veel te weinig doorstromingsmogelijkheden zijn. Ze blijven vaak langer dan voorzien in de crisisopvang. 61 Fedasil zorgt voor de toewijzing van de alleenstaande asielzoeker: in een federaal opvangcentrum, in een opvangcentrum van het Rode Kruis of in een lokaal opvanginitiatief van het OCMW. Jongeren die kiezen voor een asielprocedure in het Nederlands, worden toegewezen aan een centrum in Vlaanderen. Een Franstalige asielprocedure betekent toewijzing aan een centrum in Wallonië. 62 Vlaanderen heeft 35 residentiële plaatsen (eerste opvang en BZW) in drie voorzieningen die speciaal voor deze doelgroep opgericht werden. Voor de rest wordt een beroep gedaan op de reguliere voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.