365 RIJKS

Page 26

D

e aantrekkingskracht voor verschillende materialen en de gewoonte om vanaf zijn tweede objecten uit elkaar te halen om ze zo beter te kunnen begrijpen, trokken deze Franse ontwerper al heel erg vroeg naar design. Het exotische eiland Reunion in de Indische Oceaan was zijn geboortegrond, maar sinds de middelbare school is Gaspard Graulich (1983) dikwijls verkast. Nadat hij zijn middelbare schooldiploma had gehaald verliet hij het eiland en vertrok richting Parijs, waar hij toegelaten werd aan de nationale school voor toegepaste kunsten. Hier leerde hij gedurende twee jaar de basis van industrieel design en ontwikkelde hij zijn respect voor creatieve en goedgeproduceerde producten. Na zijn opleiding heeft hij een aantal jaar gewerkt, waar hij zijn eigen aanpak van werken ontwikkelde. Een aantal jaar later ging hij terug de schoolbanken in, ditmaal de school voor kunst en design in Reims en afsluitend een bachelor in Ecologisch design op de Universiteit of Besançon.

Gaspard Graulich Gaspard Graulich 26

In 2009 startte Gaspard Graulich zijn eigen designstudio. De werkzaamheden die hij binnen deze designstudio doet zijn nogal gevarieerd, van merk- en productpositionering, interieur design voor publiceerders en jonge merken tot het zelf produceren voor galeries. Door zijn brede blik en zijn gevarieerde achtergrond benaderd Graulich design van verschillende oogpunten, zowel industrieel, conceptueel als ecologisch verantwoord. Zijn industriële inzicht leidt er toe dat hij de technische kant van producten makkelijker inziet. De conceptuele aanpak zorgt er voor dat hij de noodzaak ziet van het benaderen van producten op verschillende perspectieven. Volgens hem moet design mensen kunnen verwonderen. Het zou een trigger moeten zijn voor een frisse blik op dingen, of nog beter het begin vormen van reflectie. Hij wil zijn vak graag breed benaderen: van industrieel ontwerp tot en met conceptueel werk. ‘Verantwoord design gaat niet alleen over ecologie, maar ook over culturele, sociologische en zelfs filosofische aspecten.’ Op de vraag of hij een speciale designheld koestert, komt er een resoluut nee. ‘Design hoeft niet geïnspireerd te zijn door design. Het echte leven vind ik belangrijker.’ Die verantwoordelijkheid leidt er toe dat hij functies en perspectieven overdenkt, contexten analyseert en zoekt naar een balans tussen het ontwerpen van een mooi design dat relevant is maar ook waar een onverwachter, verrassende kant aan zit. De functie van producten is afhankelijk

van de functie die we willen geven aan producten.De stad is voor hem niet zaligmakend. ‘Ik vind de natuur eigenlijk veel inspirerender.’ Zijn koffer staan permanent klaar voor nieuwe oorden. Behalve dan de twee vintage exemplaren van zijn alternatieven ladekastje Packup. Op een aftands tafeltje monteerde hij twee koffers als laden. Een nieuw typologie van een bergmeubel. Want relevant en verantwoord design wil hij maken. ‘Dingen die je aan het denken zetten.’ Een van zijn andere ontwerpen is de kastenserie Les Frères Plo : vier losse plankjes in een klemframe, op pootjes van gekleurd staaldraad. ‘Die zet je zelf in elkaar zonder lijm of schroeven’ Graulich gaat ze zelf produceren, want bij de industrie heeft hij nog weinig aansluiting gevonden. Wel exposeert hij geregeld in galeries rond de hele wereld. Toegepaste kunst of kunstnijverheid is esthetische vormgeving van functionele voorwerpen zoals, gebouwen, meubels, kleding, drukwerk en dergelijke. In tegenstelling tot de niet-functionele, autonome uiting van beeldende kunst hebben ontwerpen van toegepaste kunst ook een praktisch nut, een functie. In toegepaste kunst worden de principes van design en artistieke esthetica toegepast op alledaagse gebruiksvoorwerpen zoals een theepot, auto, affiche of stoel. Naast esthetiek is ook ergonomie een belangrijke pijler in de waardering van het ontwerp. Zoutvaatjes, tafellakens, kachelplaten, sleutels, bloemenvazen, een porseleinen aap: ook deze – misschien onverwachte – voorwerpen hebben allemaal een plaats in de collectie van het Rijksmuseum. Onder de noemer ‘kunstnijverheid’ zijn de kunstnijverheidsobjecten ondergebracht van metaal (met uitzondering van juwelen en horloges), glas, keramiek en textiel (voor zover het geen kleding betreft). In totaal gaat het om zo’n 15.000 voorwerpen. Sommige van deze voorwerpen zijn in huishoudens uit andere eeuwen gebruikt, en leren ons van alles over het leven van onze voorouders. Andere voorwerpen hebben een meer decoratieve functie en dienden als pronkstuk in de huizen of paleizen van vorsten, edellieden, rijke burgers of in kerken. Het Rijksmuseum bezit een schat aan kunstnijverheid. In de Klassieke oudheid was er geen scheiding tussen ‘schone kunsten’ en ‘toegepaste kunsten’. Het latijnse woord ‘ars’ betekend oorspronkelijk ‘kunde’, ‘vaardigheid’, kunst en kunde werden niet onderscheiden. Die scheiding is ook typisch een westers verschijnsel, dat zich pas langzaam na de middeleeuwen voltrok. In de middeleeuwen was er geen verschil tussen kunstenaar en ambachtsman. Pas in de renaissance begon een zekere scheiding op te treden tussen de scheppende kunstenaar en


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.